4 Montagevoorschriften - Vsh

4 Montagevoorschriften
4.1 Simplex zelfdichtende insnijpakking
Materiaal matig aantrekken, zodat de pakking niet platgedrukt of mechanisch verwoest
wordt. De pakking moet bij het indraaien in de schroefdraad grijpen. De pakking mag niet
wegschuiven. De draadgang van het aansluitstuk moet een conische aanzet hebben (afb.
13), bij 1/2" draad, buitendiameter 21 mm. De draad en de afwerking moeten voldoen aan
de betreffende DIN-norm. Indien de draadgangen moeilijkheden vertonen tijdens de
montage, dan mag pasta of zeep gebruikt worden. Beslist geen olie gebruiken. Indien
hieraan wordt voldaan kan de pakking zich volledig indraaien en ontstaat een perfecte
afdichting.
Afbeelding 13
4.2 Montage onderblok VarioCon U1 en U2 Type H 3759 – H 3761
H 3759 Onderblok
U1 voor radiatoren
met 1/2” binnendraad
5
6
7
Afbeelding 14 Afbeelding 15
1
2
3
4
H 3761 Onderblok
U2 voor radiatoren
met 3/4” buitendraad
1 Overgangsnippel (vlakdichtend) 1 Conusdeel (vastdrukken in de radiatoraansluiting)
2 Wartelmoer 3/4” 2 Wartelmoer 3/4”
3 Blindkap 3 Blindkap
4 Afsluitspindel RL (achter de blindkap 4 Afsluitspindel RL (achter de blindkap
5 Draaibaar aansluitsegment met 3/4”
5 Draaibaar aansluitsegment met 3/4” buitendraad
buitendraad (euroconus)
(euroconus)
6 Bypass-spindel (1-pijps- 2-pijps-instelling) 6 Bypass-spindel (1-pijps- 2-pijps-instelling)
7 Afsluitspindel VL 7 Afsluitspindel VL
1
2
3
4
5
6
7
9

4.2.1 Instelling 1-pijpssysteem
Fabrieksinstelling 35% / 65%.
Bypass-spindel (6) met inbussleutel SW 3 naar
links tot de aanslag draaien. Van deze positie
uit kan, door naar rechts te draaien, de
verhouding gewijzigd worden. Zie hiervoor het
diagram.
4.2.2 Instelling 2-pijpssysteem
Bij toepassing van het onderblok in een 2pijpssysteem
moet de bypass-spindel (6) met
inbussleutel SW 3 naar rechts tot aan de
aanslag gedraaid worden. Hierbij wordt de
bypass volledig afgesloten.
4.2.3 Afsluiten
Grafiek 8
Retour: Blindkap losdraaien. Afsluitspindel (4) met inbussleutel SW 4 naar rechts tot
aan de aanslag draaien.
Aanvoer: Afsluitspindel (7) met inbussleutel SW 4 naar rechts tot aan de aanslag
draaien. Bij de 1-pijpsinstelling blijft de bypass in afgesloten toestand
geopend.
4.2.4 Aftappen
Onderblok afsluiten (zie 4.2).
Het aftappen van de radiator gebeurt automatisch door het opschroeven van een
slangkoppeling. Het aftappen wordt door het losschroeven van de slangkoppeling gestopt.
4.3 Montage H-onderblok 1-2 pijpssysteem
H-onderblok D1 en E1
voorradiatoren met 1/2”
binnendraad
1
2
3
4
5
6
7
Afbeelding 16 Afbeelding 17
1 Overgangsnippel (vlakdichtend) 1 Conusdeel (vastdrukken in de
radiatoraansluiting)
2 Insert aanvoer 2 Insert aanvoer
3 Insert retour (warmterem) 3 Insert retour (warmterem)
4 Wartelmoer 3/4" 4 Wartelmoer 3/4"
5 Kogelafsluiter 5 Kogelafsluiter
6 Instelschroef 6 Instelschroef
7 3/4” buitendraad (euroconus) 7 3/4” buitendraad (euroconus)
Aandeel radiator (%)
Fabrieksinstelling
Slag
Slag = draaiing naar rechts vanuit positie “ gesloten”
H-onderblok D2 en
E2 voorradiatoren
met 3/4” buitendraad
1
2
3
4
5
6
7
10

4.3.1 Warmterem
De warmterem (3) reduceert het opwarmen
van de retour.
Let op: de insert met warmterem moet altijd in
de retour ingebouwd worden.
4.3.2 Instelling 1-pijpssysteem
Met de bypass instelschroef (6) kan de
weerstand in de bypass van het onderblok
gewijzigd worden. De hoeveelheid water, die
via de radiator moet lopen kan met de
instelschroef (6) conform het bijgaande
diagram bepaald worden.
Fabrieksinstelling 35% radiatoraandeel.
4.2.3 Instelling 2-pijpssysteem
Bij 2-pijpssystemen moet de instelschroef (6) Grafiek 9
naar rechts dichtgedraaid worden. Hierbij wordt de bypass volledig gesloten.
4.2.4 Afsluiten
Om de radiator af te sluiten moeten beide zeskantschroeven (5) 90° naar binnen gedraaid
worden. De bypass blijft in afgesloten toestand geopend.
Aandeel radiator (%)
Fabrieksinstelling
Slag = draaiing naar rechts vanuit positie “ gesloten” Slag
11