lezen - FinPlan vzw

lezen - FinPlan vzw lezen - FinPlan vzw

finplanvzw.be
from finplanvzw.be More from this publisher
18.09.2013 Views

Wat de bank- en beleggingsdiensten betreffen, huldigen de circulaires van de CBF en de CIF het beginsel van de strikte exclusiviteit. Toch gaat het niet om een absoluut beginsel. Zo is er in de circulaire van de CBF geen sprake van exclusiviteit voor de bemiddeling inzake kredietverlening. Voor dat type bemiddeling kan de zelfstandige tussenpersoon dus hetzij optreden als makelaar, hetzij werken als agent voor verschillende kredietinstellingen. De circulaire beperkt die laatste mogelijkheid echter tot de kredietvormen die niet worden aangeboden door de kredietinstelling waarmee de agent een agentencontract heeft gesloten (exclusiviteit per product). Bovendien heeft de CBF ingestemd met een bijkomende uitzondering op het exclusiviteitsbeginsel voor de activiteiten die binnen eenzelfde financiële groep worden uitgeoefend. Zij heeft er meer in het bijzonder mee ingestemd dat een agent wordt gemandateerd door verschillende kredietinstellingen met dezelfde Belgische kredietinstelling als moederinstelling, op voorwaarde dat er binnen die groep een allesomvattend en gecentraliseerd toezicht wordt uitgeoefend door één van de betrokken kredietinstellingen 147 . Rekening houdend met de groeiende verstrengeling van de sectoren en gelet op de zorg om gelijke concurrentievoorwaarden te scheppen voor alle actoren op de financiële markten, lijkt het niet alleen verantwoord om de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen ruimere keuzemogelijkheden te bieden bij de uitbouw van hun distributienetwerk, maar ook om de zelfstandige tussenpersonen te laten kiezen of zij al dan niet in het kader van een exclusieve contractuele relatie wensen te werken. In geen geval mag de keuzemogelijkheid voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen om al dan niet een beroep te doen op exclusieve agenten, opnieuw in vraag worden gesteld. Toch lijkt het verantwoord hen ook in de gelegenheid te stellen een beroep te doen op niet-exclusieve tussenpersonen, ten minste voor bepaalde diensten en onder bepaalde voorwaarden. a) Diensten die in aanmerking komen om door niet-exclusieve tussenpersonen te worden verstrekt Wat het in ontvangst nemen van terugbetaalbare gelden in een andere vorm dan in de vorm van effecten betreft, verdient het aanbeveling de exclusiviteitsregeling te handhaven. Voor dat aspect van het bankbedrijf zou de exclusiviteit, die thans is voorgeschreven door een circulaire van de CBF, zelfs een expliciete wettelijke grondslag kunnen krijgen Indien die exclusiviteit niet zou worden gehandhaafd, zou dat in tal van opzichten nadelig kunnen zijn. Zo zouden er minder waarborgen bestaan voor de spaarders wanneer zelfstandige tussenpersonen terugbetaalbare fondsen van het publiek in ontvangst zouden mogen nemen in naam en voor rekening van diverse kredietinstellingen. Daarnaast zou er een groter gevaar voor verwarring bestaan. 147 Zie het CBF-jaarverslag 1994-1995, p. 49 en het CBF-jaarverslag 2000-2001, p. 43 84

Ook het toezicht op die tussenpersonen zou worden bemoeilijkt en de kredietinstellingen zouden zich minder verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van de door niet-exclusieve tussenpersonen aangeboden diensten 148 . Bovendien zou de Belgische regeling inzake bankbemiddeling zich dan nog sterker onderscheiden van de regelingen in andere Europese landen. In de meeste landen doen de kredietinstellingen voor het in ontvangst nemen van spaartegoeden een beroep op eigen personeel. Zelfstandige agenten die in naam en voor rekening van een kredietinstelling diensten i.v.m. bankrekeningen aanbieden, komen in die landen nauwelijks of totaal niet voor. Er zou echter wel kunnen worden overwogen om af te zien van het exclusiviteitsbeginsel voor de plaatsing van effecten bij het publiek, mits natuurlijk is voldaan aan bepaalde voorwaarden ter bescherming van de belegger. Zo zou een nieuwe categorie van zelfstandige tussenpersonen kunnen worden ingevoerd die – in het kader van een bemiddelingsovereenkomst met één of meer kredietinstellingen of beleggingsondernemingen, maar toch in eigen naam en voor eigen rekening – de financiële instrumenten te koop zouden mogen aanbieden die door die kredietinstellingen of beleggingsondernemingen bij het publiek worden geplaatst. De inschrijvingen op deze instrumenten zouden zij aan die instellingen of ondernemingen doorgeven. Die zelfstandige tussenpersonen, die voorlopig “makelaars in financiële instrumenten” zouden kunnen worden genoemd, zouden – inzake financiële instrumenten en meer in het bijzonder inzake rechten van deelneming in ICB’s en kasbons – dezelfde activiteiten kunnen gaan verrichten als de verzekeringsmakelaars met betrekking tot tak 23-contracten, verzekeringsbons en kapitalisatiebons. De wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst zou niet op hen van toepassing zijn. Zij zouden eigenaar kunnen zijn van hun portefeuille en van de daaraan verbonden rechten op hun cliënten. Parallel daarmee zou in de prudentiële regeling voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen een bijkomende uitzondering op het exclusiviteitsbeginsel kunnen worden ingevoerd op grond waarvan zij – voor de plaatsing van financiële instrumenten – een beroep zouden mogen doen op de diensten van die makelaars. Indien voor die oplossing wordt geopteerd, dient aandachtig te worden nagegaan waar de activiteiten van de makelaars in financiële instrumenten zich situeren ten aanzien van de RBD. Krachtens artikel 2, tweede lid, littera g) van de RBD mogen zelfstandige personen onder bepaalde voorwaarden orders met betrekking tot effecten of rechten van deelneming in ICB’s ontvangen en doorgeven zonder als een “beleggingsonderneming” te worden beschouwd. Die voorwaarden impliceren dat de tussenpersonen die orders enkel mogen doorgeven aan gekwalificeerde 148 Wat voorafgaat, doet echter geen afbreuk aan de mogelijkheid voor zelfstandige tussenpersonen om cliënten aan te brengen. 85

Wat de bank- en beleggingsdiensten betreffen, huldigen de circulaires van de CBF<br />

en de CIF het beginsel van de strikte exclusiviteit. Toch gaat het niet om een<br />

absoluut beginsel. Zo is er in de circulaire van de CBF geen sprake van exclusiviteit<br />

voor de bemiddeling inzake kredietverlening. Voor dat type bemiddeling kan de<br />

zelfstandige tussenpersoon dus hetzij optreden als makelaar, hetzij werken als agent<br />

voor verschillende kredietinstellingen. De circulaire beperkt die laatste<br />

mogelijkheid echter tot de kredietvormen die niet worden aangeboden door de<br />

kredietinstelling waarmee de agent een agentencontract heeft gesloten (exclusiviteit<br />

per product). Bovendien heeft de CBF ingestemd met een bijkomende uitzondering<br />

op het exclusiviteitsbeginsel voor de activiteiten die binnen eenzelfde financiële<br />

groep worden uitgeoefend. Zij heeft er meer in het bijzonder mee ingestemd dat een<br />

agent wordt gemandateerd door verschillende kredietinstellingen met dezelfde<br />

Belgische kredietinstelling als moederinstelling, op voorwaarde dat er binnen die<br />

groep een allesomvattend en gecentraliseerd toezicht wordt uitgeoefend door één<br />

van de betrokken kredietinstellingen 147 .<br />

Rekening houdend met de groeiende verstrengeling van de sectoren en gelet op de<br />

zorg om gelijke concurrentievoorwaarden te scheppen voor alle actoren op de<br />

financiële markten, lijkt het niet alleen verantwoord om de kredietinstellingen en de<br />

beleggingsondernemingen ruimere keuzemogelijkheden te bieden bij de uitbouw<br />

van hun distributienetwerk, maar ook om de zelfstandige tussenpersonen te laten<br />

kiezen of zij al dan niet in het kader van een exclusieve contractuele relatie wensen<br />

te werken.<br />

In geen geval mag de keuzemogelijkheid voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen<br />

om al dan niet een beroep te doen op exclusieve agenten, opnieuw<br />

in vraag worden gesteld. Toch lijkt het verantwoord hen ook in de gelegenheid te<br />

stellen een beroep te doen op niet-exclusieve tussenpersonen, ten minste voor<br />

bepaalde diensten en onder bepaalde voorwaarden.<br />

a) Diensten die in aanmerking komen om door niet-exclusieve<br />

tussenpersonen te worden verstrekt<br />

Wat het in ontvangst nemen van terugbetaalbare gelden in een andere vorm dan in<br />

de vorm van effecten betreft, verdient het aanbeveling de exclusiviteitsregeling te<br />

handhaven. Voor dat aspect van het bankbedrijf zou de exclusiviteit, die thans is<br />

voorgeschreven door een circulaire van de CBF, zelfs een expliciete wettelijke<br />

grondslag kunnen krijgen<br />

Indien die exclusiviteit niet zou worden gehandhaafd, zou dat in tal van opzichten<br />

nadelig kunnen zijn. Zo zouden er minder waarborgen bestaan voor de spaarders<br />

wanneer zelfstandige tussenpersonen terugbetaalbare fondsen van het publiek in<br />

ontvangst zouden mogen nemen in naam en voor rekening van diverse<br />

kredietinstellingen. Daarnaast zou er een groter gevaar voor verwarring bestaan.<br />

147 Zie het CBF-jaarverslag 1994-1995, p. 49 en het CBF-jaarverslag 2000-2001, p. 43<br />

84

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!