lezen - FinPlan vzw
lezen - FinPlan vzw
lezen - FinPlan vzw
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- geen enkele bezoldiging of vergoeding eisen van de consument die om hun<br />
bemiddeling verzoekt.<br />
Terzake dient te worden opgemerkt dat in april jl. bij de Kamer een wetsontwerp is<br />
ingediend tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 124 . Een aantal van de<br />
voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de bemiddelaars en strekken er<br />
concreet gezien toe de verantwoordelijkheid van de kredietbemiddelaar te<br />
vergroten. Zo stelt het wetsontwerp voor om de kredietbemiddelaar te verplichten<br />
een eerste solvabiliteitsraming te maken van de consument, en dit op grond van<br />
inlichtingen waarover hij beschikt of zou moeten beschikken. De bemiddelaar zal<br />
voortaan nog slechts een kredietaanvraag bij een kredietgever kunnen indienen,<br />
indien hij redelijkerwijs kan aannemen dat de kandidaat-kredietnemer in staat zal<br />
zijn aan zijn terugbetalingsverplichtingen te voldoen 125 . In het ontwerp wordt tevens<br />
voorgesteld om de bemiddelaar zijn commissieloon te ontnemen als hij in zijn<br />
verplichtingen tekortschiet en als de kredietovereenkomst waarvoor hij heeft<br />
bemiddeld, ontbonden of verbroken wordt, of het voorwerp uitmaakt van een<br />
termijnverval. Hoewel de aansprakelijkheid van de bemiddelaar afgeleid is van de<br />
aansprakelijkheid van de kredietgever, is zij minder uitgebreid. De kredietgever<br />
beschikt immers over andere informatiebronnen, meer in het bijzonder de<br />
raadpleging van de Kredietcentrale van de Nationale Bank. Daarnaast beoogt het<br />
ontwerp de gelijkstelling van de verkoper-kredietgever die zijn<br />
kredietovereenkomsten of de schuldvorderingen uit de kredietovereenkomsten<br />
onmiddellijk overdraagt aan een derde erkende kredietgever, met een<br />
kredietbemiddelaar. Economisch gezien fungeert deze persoon immers als een<br />
loutere tussenpersoon : het is de kredietgever-overnemer die in werkelijkheid de<br />
voorwaarden van de kredietovereenkomst bepaalt. Tot slot dient te worden<br />
opgemerkt dat het wetsontwerp voorstelt om de tussenkomst van subagenten te<br />
verbieden 126 .<br />
124 Parl. St. Kamer, 50-1730/001<br />
125 Artikel 46 van het wetsontwerp: “De kredietbemiddelaar kan geen kredietaanvraag indienen<br />
voor een consument waarvoor hij, gelet op de inlichtingen waarover hij beschikt of zou moeten<br />
beschikken, onder meer op basis van de inlichtingen bedoeld in artikel 10, van oordeel is dat de<br />
consument duidelijk niet in staat zal zijn de verplichtingen voortvloeiend uit de<br />
kredietovereenkomst, na te komen. De kredietbemiddelaar mag de kredietaanvragen niet<br />
opsplitsen. Hij moet aan de kredietgever de noodzakelijke inlichtingen bedoeld in artikel 10<br />
mededelen. Eenieder die optreedt als kredietbemiddelaar moet alle aangezochte kredietgevers<br />
in kennis stellen van het bedrag van de andere kredietovereenkomsten welke hij heeft<br />
aangevraagd of ontvangen ten behoeve van dezelfde consument gedurende twee maanden<br />
voorafgaand aan het indienen van iedere nieuwe kredietaanvraag.”.<br />
126 In dit verband wordt in de memorie van toelichting opgemerkt dat “in de praktijk wordt<br />
vastgesteld dat een aantal kredietbemiddelaars op hun beurt een beroep doen op<br />
kredietbemiddelaars om consumenten aan te spreken en te bewegen tot het sluiten van<br />
kredietovereenkomsten. De consument wordt op geen enkele wijze ingelicht (…). De<br />
transparantie is totaal zoek. Bovendien weet de kredietgever niet steeds wie de onderagent is.<br />
Sommige malafide personen maken van deze situatie gebruik om risicovolle financieringen toch<br />
door te sluizen naar kredietgevers (timesharingcontracten, huwelijksbemiddelingscontracten,<br />
enz.) Een verbod op de tussenkomst van onderagenten dringt zich derhalve op. Als gevolg van<br />
de opmerking van de Raad van State werd een strafrechtelijke sanctie voorzien in geval van<br />
inbreuk.” (Parl. St. Kamer, 1730/01, p.40).<br />
59