De farmacotherapie van pathologische verzameldwang ... - Altrecht

De farmacotherapie van pathologische verzameldwang ... - Altrecht De farmacotherapie van pathologische verzameldwang ... - Altrecht

18.09.2013 Views

De farmacotherapie van pathologische verzameldwang. Danielle Cath 1 en Sascha Winters 2 1 Psychiater en programmavoorzitter angst, Academisch Angstcentrum Altrecht Cura; Universitair Hoofddocent vakgroep Klinische en Gezondheidspsychologie, Universiteit Utrecht 2 Arts in opleiding tot psychiater, Altrecht Cura Samenvatting: 1 Pathologische verzameldwang (hoarding) wordt gekenmerkt door het overmatig verzamelen van spullen die slechts beperkte waarde hebben, in combinatie met een onvermogen om spullen weg te gooien. Verzameldwang is invaliderend en kan zeer ernstige en voor de persoon (en diens omgeving) gevaarlijke vormen aannemen. Verzameldwang wordt binnen de DSM IV classificatie beschouwd als onderdeel van het spectrum van obsessieve-compulsieve stoornissen/ obsessieve compulsieve persoonlijkheidsstoornissen. Echter, recent onderzoek suggereert dat tenminste 50% van de patiënten met verzameldwang geen dwang symptomen hebben, en dat hun symptomen en neurobiologische profiel meer lijkt op dat van patiënten met een aandachtstekortstoornis dan met een OCS. De conventionele voorkeur behandeling zoals toegepast bij OCS, met serotonerge antidepressiva eventueel in combinatie met antipsychotica, is dan ook weinig effectief bij deze groep. In dit overzicht worden een aantal aanbevelingen gedaan voor alternatieve farmacotherapie bij patiënten met verzameldwang die mogelijk meer effect sorteert. Na bestudering van dit artikel: - Bent u op de hoogte van de verschillende vormen van verzameldwang, en van nieuwe inzichten over de diagnostiek, comorbiditeit en beloop van hoarding gedrag binnen het spectrum van dwangverschijnselen. - Bent u op de hoogte van de effectiviteit van farmacotherapie met SSRIs en antipsychotica - Heeft u nieuwe farmacotherapeutische ideeën over de behandeling van deze moeilijk behandelbare groep.

<strong>De</strong> <strong>farmacotherapie</strong> <strong>van</strong> <strong>pathologische</strong> <strong>verzameldwang</strong>.<br />

Danielle Cath 1 en Sascha Winters 2<br />

1 Psychiater en programmavoorzitter angst, Academisch Angstcentrum <strong>Altrecht</strong> Cura;<br />

Universitair Hoofddocent vakgroep Klinische en Gezondheidspsychologie, Universiteit Utrecht<br />

2 Arts in opleiding tot psychiater, <strong>Altrecht</strong> Cura<br />

Samenvatting:<br />

1<br />

Pathologische <strong>verzameldwang</strong> (hoarding) wordt gekenmerkt door het overmatig verzamelen<br />

<strong>van</strong> spullen die slechts beperkte waarde hebben, in combinatie met een onvermogen om<br />

spullen weg te gooien. Verzameldwang is invaliderend en kan zeer ernstige en voor de persoon<br />

(en diens omgeving) gevaarlijke vormen aannemen. Verzameldwang wordt binnen de DSM IV<br />

classificatie beschouwd als onderdeel <strong>van</strong> het spectrum <strong>van</strong> obsessieve-compulsieve<br />

stoornissen/ obsessieve compulsieve persoonlijkheidsstoornissen. Echter, recent onderzoek<br />

suggereert dat tenminste 50% <strong>van</strong> de patiënten met <strong>verzameldwang</strong> geen dwang symptomen<br />

hebben, en dat hun symptomen en neurobiologische profiel meer lijkt op dat <strong>van</strong> patiënten<br />

met een aandachtstekortstoornis dan met een OCS. <strong>De</strong> conventionele voorkeur behandeling<br />

zoals toegepast bij OCS, met serotonerge antidepressiva eventueel in combinatie met<br />

antipsychotica, is dan ook weinig effectief bij deze groep. In dit overzicht worden een aantal<br />

aanbevelingen gedaan voor alternatieve <strong>farmacotherapie</strong> bij patiënten met <strong>verzameldwang</strong> die<br />

mogelijk meer effect sorteert.<br />

Na bestudering <strong>van</strong> dit artikel:<br />

- Bent u op de hoogte <strong>van</strong> de verschillende vormen <strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong>, en <strong>van</strong> nieuwe<br />

inzichten over de diagnostiek, comorbiditeit en beloop <strong>van</strong> hoarding gedrag binnen het<br />

spectrum <strong>van</strong> dwangverschijnselen.<br />

- Bent u op de hoogte <strong>van</strong> de effectiviteit <strong>van</strong> <strong>farmacotherapie</strong> met SSRIs en<br />

antipsychotica<br />

- Heeft u nieuwe farmacotherapeutische ideeën over de behandeling <strong>van</strong> deze moeilijk<br />

behandelbare groep.


Inleiding:<br />

2<br />

Het verzamelen en bewaren <strong>van</strong> spullen is een wijdverbreide menselijke eigenschap, die<br />

75% <strong>van</strong> de schoolgaande kinderen –in onschuldige vorm- bezighoudt; denk aan de jongens<br />

met een postzegelverzameling of de meisjes/ vrouwen met een verzameling schoenen of<br />

poppen. Waarschijnlijk is verzamelen als eigenschap blijven bestaan omdat er een<br />

evolutionair voordeel mee is gemoeid (wie iets bewaart, heeft wat in tijden <strong>van</strong> schaarste).<br />

Echter, er is sprake <strong>van</strong> <strong>pathologische</strong> <strong>verzameldwang</strong> (of, met een buitenlandse term<br />

hoarding), wanneer 1) spullen verzameld worden die niet of nauwelijks enige waarde<br />

hebben, 2) het verzamelen <strong>van</strong> spullen excessief wordt, en 3) wanneer de persoon niet in<br />

staat is waardeloze spullen weg te gooien (1). Verzameldwang kan zodanige vormen<br />

aannemen dat de persoon ernstig belemmerd raakt in zijn dagelijks leven, en sociaal in een<br />

isolement raakt. In ernstige gevallen kan de leefruimte <strong>van</strong> de patiënt door de rommel<br />

zodanig in beslag genomen worden dat een onleefbare gevaarlijke situatie ontstaat voor de<br />

persoon en zijn/ haar omgeving. Pathologische <strong>verzameldwang</strong> vormt dan ook een fors<br />

gezondheidszorg probleem, met 2.5-5% <strong>van</strong> de bevolking die eraan lijdt (2).<br />

Verzameldwang ontstaat vaak al op jonge leeftijd (rond het 20 ste jaar). Mannen zijn vaker<br />

aangedaan dan vrouwen, terwijl vrouwen vaker in behandeling komen, zij het dat dit bij<br />

zowel mannen als vrouwen vaak pas meer dan 15 jaar na het ontstaan <strong>van</strong> klachten<br />

gebeurt, vaak onder druk <strong>van</strong> de omgeving.<br />

Verzameldwang is te onderscheiden in een niet-organische en een organische vorm (2). <strong>De</strong><br />

niet-organische vorm (waar dit artikel over handelt) valt uiteen in een eigenstandige “pure”<br />

vorm <strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong> (bij 50% <strong>van</strong> de patiënten), zonder comorbide OCS, en een vorm<br />

<strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong> die geassocieerd is aan OCS en aan obsessieve-compulsieve<br />

persoonlijkheidsstoornissen (OCPS)(3). Tot 40% <strong>van</strong> de OCS patiënten heeft<br />

<strong>verzameldwang</strong>, hoe hoog dit percentage is bij patiënten met OCPS is niet precies bekend..<br />

Binnen de huidige DSMIV valt <strong>verzameldwang</strong> geheel binnen de OCS-geassocieerde<br />

categorie, waarbij <strong>verzameldwang</strong> enerzijds wordt beschreven als één <strong>van</strong> de<br />

symptoomdimensies <strong>van</strong> OCS, naast de dimensies “obsessies/ controleren”,<br />

“smetvrees+wasdwang”, en “symmetriegedrag”(4). Anderzijds wordt <strong>verzameldwang</strong><br />

genoemd als één <strong>van</strong> de 8 criteria <strong>van</strong> de obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis.<br />

<strong>De</strong> “organische” vorm <strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong> is in grote lijnen ook wel beschreven onder de<br />

noemer syndroom <strong>van</strong> Diogenes (5). <strong>De</strong> patiënten die in de literatuur met dit syndroom zijn<br />

beschreven omvatten met name oudere patiënten (vaak 60+) met schizofrenie, patiënten<br />

met dementiele processen (met name de frontale variant <strong>van</strong> fronto-temporale dementie),<br />

en met organische hersenbeschadiging (5). Een kenmerk <strong>van</strong> dit syndroom is dat patiënten


vaak leven in vervuilde toestand en onder armoedige omstandigheden, terwijl zij<br />

tegelijkertijd een relatieve onverschilligheid aan de dag leggen ten aanzien <strong>van</strong> hun<br />

erbarmelijke leefomstandigheden.<br />

3<br />

In tabel 1 worden demografische en fenomenologische karakteristieken <strong>van</strong> de organische<br />

tegenover de niet-organische vormen <strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong> samengevat.<br />

Organische <strong>verzameldwang</strong> (Niet organische) <strong>verzameldwang</strong><br />

Ontstaan Acuut, samenhangend met<br />

organisch ziekteproces<br />

Sluipend, <strong>van</strong> jongs af aan<br />

Prevalentie ? 2.5%-5%<br />

Familieanamnese Negatief voor <strong>verzameldwang</strong> Positief voor <strong>verzameldwang</strong><br />

Inzicht Afwezig Wisselend aanwezig<br />

Cognities rond Geen duidelijke cognities Emotionele gehechtheid aan<br />

<strong>verzameldwang</strong><br />

spullen<br />

Catastrofegedachten rond<br />

weggooien<br />

Vermijden <strong>van</strong> weggooien<br />

Leefsituatie Vaak vervuild, armoedig Minder vervuild, vaak geen<br />

financiele problemen<br />

OCS als<br />

comorbiditeit<br />

Afwezig Bij 50% aanwezig<br />

Samenvattend: de niet-organische vormen <strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong> (“pure” <strong>verzameldwang</strong> en<br />

OCD+<strong>verzameldwang</strong>) vertonen wat betreft demografische en symptoomkarakteristieken<br />

veel meer gelijkenis met elkaar dan met de organische vormen <strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong>. <strong>De</strong> niet<br />

organische <strong>verzameldwang</strong> ontstaat over het algemeen op jongere leeftijd (rond het<br />

twintigste jaar, soms jonger), en heeft in tegenstelling tot de organische vorm een sluipend<br />

langzaam verergerend beloop, met vaak een relatieve toename in verergering na<br />

traumatische gebeurtenissen (verlating/ echtscheiding/ dood <strong>van</strong> een partner of<br />

huisgenoot). In hoeverre deze verergering na een verlies oorzaak of gevolg is (verergert de<br />

<strong>verzameldwang</strong> doordat de corrigerende invloed <strong>van</strong> de partner wegvalt of vertrekt de<br />

partner omdat de <strong>verzameldwang</strong> onhoudbaar wordt?) is niet altijd duidelijk. <strong>De</strong> nietorganische<br />

vormen <strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong> zijn duidelijk familiair bepaald; veertig procent <strong>van</strong><br />

de patiënten rapporteert familieleden te hebben met <strong>verzameldwang</strong>, en met een<br />

percentage erfelijkheid <strong>van</strong> 50% in 1 tweelingstudie (6).<br />

Opvallend genoeg zijn patiënten met een niet organische vorm <strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong> relatief<br />

hoog opgeleid, verkeren zij in relatief goede financiële omstandigheden, hebben vaker een<br />

werkzaam leven achter de rug, hebben vaker schaamtegevoelens rond hun verzamelgedrag


4<br />

en tegelijkertijd een scala aan dysfunctionele cognities rond het verzamelen en weggooien<br />

<strong>van</strong> spullen(1). Wat betreft de aard <strong>van</strong> de verzamelde spullen: die komen redelijk overeen<br />

tussen organische en niet-organische verzamelaars; zowel bij de organische vorm als bij de<br />

OCD-gerelateerde vorm kunnen soms bizarre en schokkende items worden verzameld zoals<br />

faeces, nagels, haar, en bedorven voedsel. Tenslotte ervaren patiënten met de “pure”<br />

<strong>verzameldwang</strong> hun verzamelwoede vaker als egosyntoon dan patiënten met<br />

OCD+<strong>verzameldwang</strong>.<br />

Comorbiditeit bij de niet-organische <strong>verzameldwang</strong><br />

Patiënten met <strong>verzameldwang</strong>+OCS hebben veruit de meeste comorbiditeit (7). <strong>De</strong> meest<br />

voorkomende aandoeningen op as I zijn: socale angststoornis (19%-27 %), gegeneraliseerde<br />

angststoornis (tot 34%), dysthymie en depressie iez (12-17%). Tot 30% <strong>van</strong> de patiënten<br />

heeft een comorbide OCPS, hetgeen overeenkomt met de prevalentie <strong>van</strong> OCPS bij<br />

patiënten met OCS (Lochner et al., in druk).<br />

Een belangrijke beperking <strong>van</strong> onderzoek naar comorbiditeit binnen het referentiekader <strong>van</strong><br />

de volwassen psychiatrie is dat daarin geen rekening gehouden wordt met<br />

kinderpsychiatrische aandoeningen zoals ADHD en stoornissen in het autisme spectrum.<br />

Het is dan ook de vraag of de frequent gestelde diagnose OCPS in een aantal gevallen niet in<br />

feite een autisme spectrum stoornis weerspiegelt. Zeer belangrijk in dit verband is recent<br />

onderzoek bij OCS patiënten met en zonder <strong>verzameldwang</strong> naar de samenhang <strong>van</strong> (de<br />

symptoomdimensies <strong>van</strong>) OCS met ADHD en met autismespectrum stoornissen (8, 9).<br />

Hieruit bleek dat 1) in tegenstelling tot bij de andere OCS symptoomdimensies, symptomen<br />

<strong>van</strong> inattentie en moeite met switchen <strong>van</strong> de aandacht de symptoomdimensie<br />

<strong>verzameldwang</strong> voorspellen, 2) ADHD inattentie de belangrijkste voorspeller is <strong>van</strong> de ernst<br />

<strong>van</strong> de rommel, <strong>van</strong> moeite met weggooien en <strong>van</strong> mate <strong>van</strong> verzamelgedrag, en dat 3)<br />

tenminste 20% <strong>van</strong> de patiënten met <strong>verzameldwang</strong> voldoet aan de criteria voor een<br />

ADHD, met name inattention type. Hiermee in lijn is een serie neuropsychologische studies<br />

waaruit bleek dat patiënten met <strong>verzameldwang</strong> met name problemen hebben in het<br />

vasthouden <strong>van</strong> aandacht, in plannen en organiseren, en, problemen lijken te hebben met<br />

het inhiberen <strong>van</strong> motorische responsen, hetgeen wijst op een zekere mate <strong>van</strong><br />

impulsiviteit (10). Dit vertoont gelijkenis met het neurocognitieve profiel zoals dat bij<br />

patiënten met ADHD wordt gezien. Tenslotte zijn er aanwijzingen dat –in overeenstemming<br />

met bevindingen bij ADHD- , bij patiënten met <strong>verzameldwang</strong> dopaminerge<br />

neurotransmissie lijkt te zijn verstoord, en wel in de ventromediale prefrontale en cingulaire


gebieden, en in mediotemporale gebieden, zoals blijkt uit zowel “resting state” neuro<br />

imaging studies als symptoom provocatie studies (11).<br />

Farmacotherapie<br />

5<br />

Vergeleken met patiënten met andere symptoomdimensies <strong>van</strong> OCS hebben patiënten met<br />

<strong>verzameldwang</strong> een slechter effect <strong>van</strong> zowel cognitieve gedragstherapie als <strong>van</strong><br />

<strong>farmacotherapie</strong> (12, 13).<br />

<strong>De</strong> <strong>farmacotherapie</strong> <strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong> is tot op heden gebaseerd geweest op de DSMIV-<br />

gestuurde aanname dat <strong>verzameldwang</strong> onderdeel is <strong>van</strong> OCS/OCPS, en in analogie met de<br />

behandeling <strong>van</strong> OCS gelden SSRIs als eerste keuze. Het meeste onderzoek is gedaan naar<br />

het effect <strong>van</strong> verschillende serotonine heropname remmers (paroxetine, escitalopram,<br />

clomipramine, venlafaxine), in verschillende doseringen (zie (14) voor een overzicht). <strong>De</strong><br />

resultaten <strong>van</strong> de studies waren gemengd, waarbij <strong>verzameldwang</strong> vaak een voorspeller<br />

was <strong>van</strong> verminderde therapierespons. Hier zijn verschillende verklaringen voor te geven.<br />

Ten eerste: de studies waren allemaal, met 1 uitzondering (die hieronder besproken wordt)<br />

gedaan bij patiënten met OCS, al dan niet in combinatie met <strong>verzameldwang</strong>, in plaats <strong>van</strong><br />

uit te gaan <strong>van</strong> patiënten met een pure <strong>verzameldwang</strong>. <strong>De</strong>ze groep (OCS+<strong>verzameldwang</strong>)<br />

vertegenwoordigt een ernstige groep patiënten, zowel binnen het spectrum <strong>van</strong> OCS als<br />

binnen het spectrum <strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong>, waardoor therapie effecten mogelijk gedrukt zijn.<br />

Ten tweede is in nagenoeg alle studies afname in effect gemeten met behulp <strong>van</strong> de Y-BOCS<br />

(Yale-Brown OC severity scale; (15). Dit is een generieke OCS schaal die minder geschikt lijkt<br />

om de ernst <strong>van</strong> <strong>verzameldwang</strong> te meten. Ten derde is in slechts weinig studies een<br />

maximale dosering <strong>van</strong> SSRIs gebruikt, hetgeen eveneens de resultaten kan hebben<br />

gedrukt. Uit een recente meta analyse naar het effect <strong>van</strong> verschillende doseringen SSRIs bij<br />

OCS blijkt immers dat maximale doseringen SSRIs een beter therapie effect geven dan<br />

gemiddelde doseringen (16). Tot nog toe hebben slechts 2 open studies door een en<br />

dezelfde onderzoeksgroep het therapie effect onderzocht <strong>van</strong> paroxetine resp. venlafaxine<br />

bij patiënten met “pure” <strong>verzameldwang</strong>(14, 17). Beide studies hebben het effect<br />

vergeleken met een groep patiënten met OCS zonder <strong>verzameldwang</strong> (n= 79 in de<br />

paroxetine studie en n=14 in de venlafaxine studie), gedurende 12 weken in een<br />

gemiddelde dagdosis <strong>van</strong> 42mg (paroxetine) en <strong>van</strong> 170mg (venlafaxine). <strong>De</strong> auteurs<br />

vonden een even goede respons bij de groep met pure <strong>verzameldwang</strong> als bij de groep met<br />

OCS zonder <strong>verzameldwang</strong> na 12 weken (een daling <strong>van</strong> 31% op de YBOCS voor de<br />

paroxetine groep en <strong>van</strong> 37% voor de venlafaxine groep). Verder daalde ook de ernst <strong>van</strong> de<br />

<strong>verzameldwang</strong> en was het percentage drop-outs gelijk bij beide groepen. Gezien het open


karakter <strong>van</strong> deze studies en het bescheiden effect, kunnen uit deze resultaten geen<br />

definitieve conclusies getrokken worden.<br />

6<br />

Tot op heden zijn er geen studies verschenen naar het effect <strong>van</strong> augmentatie of<br />

monotherapie met antipsychotica bij patiënten met <strong>verzameldwang</strong> +/- OCS. Hoewel<br />

verscheidene studies een bescheiden toegevoegd effect rapporteren <strong>van</strong> D2 antagonisten<br />

(haloperidol, risperidone) bij therapieresistente OCS patiënten (18, 19) wees een recente<br />

prospectieve studie bij 46 OCS patiënten over de periode <strong>van</strong> 1 jaar met risperidone,<br />

olanzapine of quetiapine uit, dat deze middelen geen toegevoegd effect hadden na het<br />

(bescheiden) initiele effect <strong>van</strong> de SSRI die was gegeven (20).<br />

<strong>De</strong> toekomst: een andere koers?<br />

Gezien de recente inzichten in de kenmerken <strong>van</strong> de <strong>verzameldwang</strong>, kan men zich afvragen<br />

in hoeverre een nuancering <strong>van</strong> het <strong>farmacotherapie</strong>beleid op zijn plaats is. Met name bij<br />

de groep met “pure” <strong>verzameldwang</strong> lijkt het zinvol om medicatie te geven die niet zozeer<br />

gericht is op afname <strong>van</strong> dwangverschijnselen maar die gericht is op het verbeteren <strong>van</strong> de<br />

cognitieve –en aandachts functies en op afname <strong>van</strong> de impulsiviteit. Middelen als methylfenidaat,<br />

en dextro amphetamine, dopamine agonisten die eerste keuze middel vormen in<br />

de behandeling <strong>van</strong> ADHD, komen in aanmerking als nieuwe en veelbelovende<br />

mogelijkheden, maar deze middelen zijn tot nog toe nog niet getest bij patiënten met<br />

<strong>verzameldwang</strong>. Bij het Academisch Angstcentrum <strong>Altrecht</strong> wordt op dit moment<br />

augmentatie met m-fenidaat getest in een open opzet, in een studie bij patiënten met<br />

<strong>verzameldwang</strong>.<br />

Een ander alternatief, dat evenmin is getest is, maar misschien ook potentie bezit <strong>van</strong>wege<br />

het effect op het verbeteren <strong>van</strong> cognitieve capaciteit, is de glutamaat antagonist<br />

memantine. In een vorig nummer <strong>van</strong> dit tijdschrift is memantine besproken in het licht <strong>van</strong><br />

behandeling <strong>van</strong> therapieresistente OCS door Hollander, <strong>van</strong> Beem en Cath. Mogelijk heeft<br />

memantine een toegevoegde waarde bij de groep patiënten met <strong>verzameldwang</strong>+OCS.<br />

Tot besluit: behandeling <strong>van</strong> patiënten met <strong>verzameldwang</strong> is moeilijk en behoeft een<br />

specialistische en multidisciplinaire aanpak. Dat de <strong>farmacotherapie</strong> bij de groep nog niet<br />

goed is uitgekristalliseerd moge duidelijk zijn uit dit overzicht.


7<br />

Reference List<br />

*(1) Pertusa A, Frost RO, Fullana MA, et al. Refining the diagnostic boundaries of compulsive<br />

hoarding: a critical review. Clin Psychol Rev 2010 Jun,30(4), 371-386.<br />

*(2) Mataix-Cois D, Pertusa A, Snowdon J. Neuropsychological and neural correlates of hoarding: a<br />

practice-friendly review. Journal of Clinical Psychology in Session 2011,57(5), 467-475.<br />

(3) Pertusa A, Fullana MA, Singh S, Alonso P, Menchon JM, Mataix-Cols D. Compulsive hoarding:<br />

OCD symptom, distinct clinical syndrome, or both? Am J Psychiatry 2008 Oct,165(10), 1289-<br />

1298.<br />

(4) Katerberg H, <strong>De</strong>lucchi KL, Stewart SE, et al. Symptom Dimensions in OCD: Item-Level Factor<br />

Analysis and Heritability Estimates. Behav Genet 2010 Apr 2.<br />

*(5) Clark AN, Mankikar GD, Gray I. Diogenes syndrome. A clinical study of gross neglect in old age.<br />

Lancet 1975 Feb 15,1(7903), 366-368.<br />

(6) Iervolino AC, Perroud N, Fullana MA, et al. Prevalence and heritability of compulsive hoarding: a<br />

twin study. Am J Psychiatry 2009 Oct,166(10), 1156-1161.<br />

(7) Pertusa A, Frost RO, Mataix-Cols D. When hoarding is a symptom of OCD: a case series and<br />

implications for DSM-V. Behav Res Ther 2010 Oct,48(10), 1012-1020.<br />

(8) Anholt GE, Cath D, Oppen <strong>van</strong> P, et al. Autism and ADHD symptoms in patients with OCD: Are<br />

they associated with specific OC symptom dimensions or OC symptom severity? Journal of<br />

Autism and <strong>De</strong>velopmental Disorders 2010,E-pub ahead of print.<br />

*(9) Tolin D, Villavicencio A. Inattention, but not OCD, predicts the core features of hoarding<br />

disorder. Behavior Research and Therapy 2011,49, 120-125.<br />

*(10) Grisham JR, Brown TA, Savage CR, Steketee G, Barlow DH. Neuropsychological impairment<br />

associated with compulsive hoarding. Behavior Research and Therapy 2007,45, 1471-1483.<br />

(11) Tolin DF, Kiehl KA, Worhunsky P, Book GA, Maltby N. An exploratory study of the neural<br />

mechanisms of decision making in compulsive hoarding. Psychol Med 2009 Feb,39(2), 325-336.<br />

(12) Alonso P, Menchon JM, Pifarre J, et al. Long-term follow-up and predictors of clinical outcome in<br />

obsessive-compulsive patients treated with serotonin reuptake inhibitors and behavioral<br />

therapy. J Clin Psychiatry 2001 Jul,62(7), 535-540.<br />

(13) Mataix-Cols D, Marks IM, Greist JH, Kobak KA, Baer L. Obsessive-compulsive symptom<br />

dimensions as predictors of compliance with and response to behaviour therapy: results from a<br />

controlled trial. Psychother Psychosom 2002 Sep,71(5), 255-262.


(14) Saxena S. Pharmacotherapy of compulsive hoarding. J Clin Psychol 2011 May,67(5), 477-484.<br />

8<br />

(15) Goodman WK, Price LH, Rasmussen SA, et al. The Yale- Brown obsessive- compulsive scale. I.<br />

<strong>De</strong>velopment, use and reliability. Archives of general psychiatry 1989,46(novenber), 1006-1011.<br />

(16) Bloch MH, McGuire J, Landeros-Weisenberger A, Leckman JF, Pittenger C. Meta-analysis of the<br />

dose-response relationship of SSRI in OCD. Molecular Psychiatry 2010,15, 850-855.<br />

*(17) Saxena S, Brody AL, Maidment KM, Baxter LR, Jr. Paroxetine treatment of compulsive hoarding. J<br />

Psychiatr Res 2007 Sep,41(6), 481-487.<br />

(18) McDougle CJ, Epperson CN, Pelton GH, Wasylink S, Price LH. A double-blind, placebo-controlled<br />

study of risperidone addition in serotonin reuptake inhibitor-refractory obsessive-compulsive<br />

disorder. Arch Gen Psychiatry 2000 Aug,57(8), 794-801.<br />

(19) McDougle CJ, Goodman WK, Leckman JF, Lee NC, Heninger GR, Price LH. Haloperidol addition in<br />

fluvoxamine-refractory obsessive-compulsive disorder. Archives of general psychiatry 1994,51,<br />

302-308.<br />

*(20) Matsunaga H, Nagata T, Hayashida K, Ohya K, Kiriike N, Stein DJ. A long-term trial of the<br />

effectiveness and safety of atypical antipsychotic agents in augmenting SSRI-refractory OCD.<br />

Journal of Clinical Psychiatry 2009,70(6), 863-868.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!