BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE HEERLEN 2011

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE HEERLEN 2011 BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE HEERLEN 2011

18.09.2013 Views

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE HEERLEN 2011 Deze toets beoordeelt of het verschil in gemiddelden tussen twee steekproeven significant is. De vergelijking is per laag en per stof uitgevoerd. Het blijkt dat er voor het overgrote deel geen sprake is van significante verschillen. Voor de stof- laag combinaties waar wel sprake is van een significant verschil, leidt dit vrijwel nooit tot een indeling in een andere kwaliteitsklasse. Op grond van deze resultaten is, evenals bij de vorige bodemkwaliteitskaart verder gegaan met alle resultaten in het BIS van sinds 1987 uitgevoerde bodemonderzoeken. Voor de karakterisering van de diverse bodemkwaliteitszones worden het gemiddelde, het betrouwbaarheidsinterval rondom het gemiddelde, de 80- percentielwaarde (P80) en de 90- percentielwaarde (P90) en de 95-percentielwaarde (P95) berekend. 3.2 STAP 2: VASTSTELLEN ONDERSCHEIDENDE KENMERKEN De onderscheidende kenmerken zijn bij de uitwerking van de bodemkwaliteitskaart uit 2006 voor de gemeente Heerlen en in het kader van het project ‘Advisering Besluit bodemkwaliteit’ in het kader van het bodembeleid en het bodembeheerplan voldoende onderzocht en uitgewerkt. 3.3 STAP 3: GEGEVENS VERZAMELING EN BEWERKING Op 8 juli 2008 heeft de gemeente het gegevensbestand van het gemeentelijke Bodeminformatiesysteem aangeleverd. Het bestand is bijgewerkt tot 1 juli 2008. Dit bestand hebben we als volgt bewerkt: Filteren gegevens voor 1987. De dataset omvat na filtering ruim 35.000 boorpunten. Selectie gegevens die behoren tot achtergrondwaarden aan de hand van historisch bodemgebruik (filteren locale bodembelasting) en filteren puntbronnen. Dit is als volgt uitgevoerd: - De locaties die verdacht zijn met betrekking tot de aanwezigheid van PAK en/of zware metalen, volgens de Landsdekkend Beeld (LDB) gegevens zijn hiervoor gebruikt. - De verdachte locaties (vlakken en punten uit het LDB) zijn over alle boringen gelegd. Alle boringen binnen een verdacht vlak, of nabij (20 meter) een verdacht punt, zijn niet meegenomen in de berekeningen. Hierna resteren bijna 22.000 boorpunten. Vervolgens heeft de gemeente Heerlen 190 rapporten gescreend met sterk verhoogde gehalten die niet verdacht zijn op basis van LDB data. De lijst van 190 rapporten is gebaseerd op de onderstaande criteria: Het gehalte is hoger dan de 98 percentiel (P98; 2% van alle gehalten is hoger dan deze waarde). Het gehalte is hoger dan twee maal het gemiddelde. De parameter is bepalend voor de indeling van het deelgebied. Van de 190 rapporten zijn op grond van deze screening 122 rapporten als verdachte locatie gekenmerkt en buiten beschouwing gebleven. De totale dataset omvat (voor screening) ruim 6.000 rapporten. Bijlage 2 geeft een overzicht van alle uitgesloten boorpunten. Controle eenheden: zijn microgrammen en milligrammen juist verwerkt. Detectielimieten verwerken: Gehalten kleiner dan de detectielimiet zijn vervangen door 0,7 maal de detectielimiet. 075482019:0.7 6

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE HEERLEN 2011 Waarden voor somparameters bepalen en detectielimieten op 0 stellen. Als alle deelparameters kleiner zijn dan de detectielimiet, dan is een gehalte gehanteerd van 0,7 maal som van de detectielimieten van de deelparameters. Verwerking dieptetrajecten: indelen van monsters in de desbetreffende dieptetrajecten voor berekeningen. Bepaling gemiddeld lutum en organisch stofgehalte per deelgebied. 3.4 STAP 4: INDELEN HOMOGENE DEELGEBIEDEN In de bodemkwaliteitskaart uit 2006 zijn de homogene deelgebieden inmiddels vastgesteld. In het Besluit bodemkwaliteit wordt bij het vaststellen van de uitruilmogelijkheden van grond tussen homogene deelgebieden, de bodemfunctie nadrukkelijk betrokken. In de nieuwe Richtlijn 2007 resulteert dit in randvoorwaarden bij de bepaling/afbakening van homogene deelgebieden. Om dit te faciliteren hebben ARCADIS en Royal Haskoning op 1 juli 2008 een presentatie gehouden, waar een voorstel is gedaan over de nieuwe indeling van homogene deelgebieden. Tijdens deze presentatie zijn per deelgebied de verschillende bodemfuncties in beeld gebracht. Aan de hand van deze gegevens is gekeken of deelgebieden gesplitst moeten worden. Op basis van deze presentatie is in overleg met de gemeente geconcludeerd dat de meeste deelgebieden ongewijzigd blijven. Twee deelgebieden zijn opgesplitst. Dit betreft deelgebied “Ontwikkeling na 1970” en deelgebied “Mijnsteengebied”. Voor deze deelgebieden maken we onderscheid in het deel dat in gebruik is als “Wonen” en het deel met gebruik “Ander groen, bebouwing, infrastructuur, industrie” 2. Totaal zijn er nu binnen de gemeente Heerlen negen deelgebieden gedefinieerd; zie notitie van 29 juli 2008 (analyse homogene deelgebieden huidige bodemkwaliteitskaart in relatie met het Besluit bodemkwaliteit). Dit zijn: 1. Romeins Heerlen (wonen). 2. Ontwikkeling voor 1925 (wonen). 3. Ontwikkeling 1925-1970 (wonen). 4. Ontwikkeling na 1970 (wonen). 5. Ontwikkeling na 1970 (ander groen, bebouwing, infrastructuur, industrie). 6. Agrarisch/natuur. 7. Mijnsteengebied (wonen). 8. Mijnsteengebied (ander groen, bebouwing, infrastructuur, industrie). 9. Autosnelwegen (ander groen, bebouwing, infrastructuur, industrie). De indeling in deelgebieden is weergegeven in bijlage 1. 3.5 STAP 5: CONTROLE INDELING VAN HET BEHEERSGEBIED Na het ontsluiten van de dataset is geanalyseerd of de in stap 4 gedefinieerde deelgebieden inderdaad onderscheidend zijn. Daarnaast is geanalyseerd of per deelgebied voldoende gegevens beschikbaar zijn. Er zijn per deelgebied ruim voldoende gegevens beschikbaar. De variatie in de gehalten van PAK en minerale olie zijn relatief hoog. 2 Notitie ‘Analyse homogene deelgebieden huidige bodemkwaliteitskaart in relatie tot het Besluit bodemkwaliteit , 29 juli 2008. 075482019:0.7 7

<strong>BODEMKWALITEITSKAART</strong> <strong>GEMEENTE</strong> <strong>HEERLEN</strong> <strong>2011</strong><br />

Deze toets beoordeelt of het verschil in gemiddelden tussen twee steekproeven<br />

significant is.<br />

De vergelijking is per laag en per stof uitgevoerd.<br />

Het blijkt dat er voor het overgrote deel geen sprake is van significante verschillen.<br />

Voor de stof- laag combinaties waar wel sprake is van een significant verschil, leidt dit<br />

vrijwel nooit tot een indeling in een andere kwaliteitsklasse.<br />

Op grond van deze resultaten is, evenals bij de vorige bodemkwaliteitskaart verder<br />

gegaan met alle resultaten in het BIS van sinds 1987 uitgevoerde bodemonderzoeken.<br />

Voor de karakterisering van de diverse bodemkwaliteitszones worden het gemiddelde,<br />

het betrouwbaarheidsinterval rondom het gemiddelde, de 80- percentielwaarde (P80) en<br />

de 90- percentielwaarde (P90) en de 95-percentielwaarde (P95) berekend.<br />

3.2 STAP 2: VASTSTELLEN ONDERSCHEIDENDE KENMERKEN<br />

De onderscheidende kenmerken zijn bij de uitwerking van de bodemkwaliteitskaart uit 2006<br />

voor de gemeente Heerlen en in het kader van het project ‘Advisering Besluit<br />

bodemkwaliteit’ in het kader van het bodembeleid en het bodembeheerplan voldoende<br />

onderzocht en uitgewerkt.<br />

3.3 STAP 3: GEGEVENS VERZAMELING EN BEWERKING<br />

Op 8 juli 2008 heeft de gemeente het gegevensbestand van het gemeentelijke<br />

Bodeminformatiesysteem aangeleverd. Het bestand is bijgewerkt tot 1 juli 2008.<br />

Dit bestand hebben we als volgt bewerkt:<br />

Filteren gegevens voor 1987. De dataset omvat na filtering ruim 35.000 boorpunten.<br />

Selectie gegevens die behoren tot achtergrondwaarden aan de hand van historisch<br />

bodemgebruik (filteren locale bodembelasting) en filteren puntbronnen.<br />

Dit is als volgt uitgevoerd:<br />

- De locaties die verdacht zijn met betrekking tot de aanwezigheid van PAK en/of<br />

zware metalen, volgens de Landsdekkend Beeld (LDB) gegevens zijn hiervoor<br />

gebruikt.<br />

- De verdachte locaties (vlakken en punten uit het LDB) zijn over alle boringen gelegd.<br />

Alle boringen binnen een verdacht vlak, of nabij (20 meter) een verdacht punt, zijn niet<br />

meegenomen in de berekeningen. Hierna resteren bijna 22.000 boorpunten.<br />

Vervolgens heeft de gemeente Heerlen 190 rapporten gescreend met sterk verhoogde<br />

gehalten die niet verdacht zijn op basis van LDB data.<br />

De lijst van 190 rapporten is gebaseerd op de onderstaande criteria:<br />

Het gehalte is hoger dan de 98 percentiel (P98; 2% van alle gehalten is hoger dan<br />

deze waarde).<br />

Het gehalte is hoger dan twee maal het gemiddelde.<br />

De parameter is bepalend voor de indeling van het deelgebied.<br />

Van de 190 rapporten zijn op grond van deze screening 122 rapporten als verdachte<br />

locatie gekenmerkt en buiten beschouwing gebleven.<br />

De totale dataset omvat (voor screening) ruim 6.000 rapporten.<br />

Bijlage 2 geeft een overzicht van alle uitgesloten boorpunten.<br />

Controle eenheden: zijn microgrammen en milligrammen juist verwerkt.<br />

Detectielimieten verwerken: Gehalten kleiner dan de detectielimiet zijn vervangen door<br />

0,7 maal de detectielimiet.<br />

075482019:0.7 6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!