18.09.2013 Views

concepttekst Onderwijsopbouwwerk - Samenlevingsopbouw

concepttekst Onderwijsopbouwwerk - Samenlevingsopbouw

concepttekst Onderwijsopbouwwerk - Samenlevingsopbouw

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Het onderwijsopbouwwerk:<br />

een partner in het lokaal<br />

onderwijskansenbeleid<br />

Concepttekst<br />

<strong>Onderwijsopbouwwerk</strong>


Colofon<br />

Deze <strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk is het resultaat van een intensief en langdurig<br />

denkproces met VIBOSO, VMC en de regionale ondersteuners van het onderwijsopbouwwerk,<br />

die op hun beurt de onderwijsopbouwwerkers consulteerden. De opzet van<br />

deze reectiegroep was het uitklaren van de rol van het onderwijsopbouwwerk, rekening<br />

houdende met diverse recente ontwikkelingen.<br />

Deze <strong>concepttekst</strong> wordt gedragen door de ondersteuningsinstituten VIBOSO, VMC<br />

en de onderwijsopbouwwerkers. Vanuit deze gedragenheid bracht VIBOSO en VMC<br />

deze <strong>concepttekst</strong> in op het beleidsoverleg van stedenbeleid, welzijn en onderwijs.<br />

Auteurs: VIBOSO, VMC en de regionale ondersteuners van het onderwijsopbouwwerk<br />

Eindredactie: P. De Rynck en G. Ory<br />

Lay-out: G. Ory<br />

Uitgave: januari 2003<br />

Tweede ongewijzigde herdruk: mei 2008<br />

Besteladres:<br />

<strong>Samenlevingsopbouw</strong> Vlaanderen<br />

Chantal Van Broeckhoven<br />

Vooruitgangstraat 323 bus 2<br />

1030 Brussel<br />

tel: 02/201.05.65<br />

fax: 02/201.05.14<br />

chantal.van.broeckhoven@samenlevingsopbouw.be<br />

U kan de <strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk eveneens downloaden van<br />

www.samenlevingsopbouw.be<br />

Overname van de inhoud van deze publicatie is toegelaten mits duidelijke<br />

bronvermelding.<br />

<strong>Samenlevingsopbouw</strong> Vlaanderen<br />

02/201.05.65<br />

www.samenlevingsopbouw.be<br />

Vlaams Minderhedencentrum<br />

02/205.00.50<br />

www.vmc.be


0. vooraf<br />

Het decreet gelijke onderwijskansen (september 2002)<br />

ondersteunt scholen met minimum 10 % kansarme leer-<br />

lingen en benadrukt sterk de rol van buitenschoolse part-<br />

ners bij de aanpak van onderwijsachterstelling. Eén van<br />

deze buitenschoolse partners is het onderwijsopbouwwerk.<br />

Vanuit zijn opdracht is het onderwijsopbouwwerk een aan-<br />

gewezen partner om kwetsbare groepen sterker bij het<br />

onderwijs te betrekken en om tegelijkertijd schoolteams<br />

dichter bij de leefwereld van deze groepen te brengen. Deze<br />

<strong>concepttekst</strong> wil professionele medewerkers, beleidsverant-<br />

woordelijken en geïnteresseerden informeren over de bij-<br />

drage van het onderwijsopbouwwerk in het lokaal onderwijs-<br />

kansenbeleid. We hopen dat deze tekst als gemeenschap-<br />

pelijk referentiekader wordt gehanteerd door de betrokke-<br />

nen.<br />

Deze <strong>concepttekst</strong> is een uitgave van het Vlaams Instituut<br />

voor <strong>Samenlevingsopbouw</strong> (VIBOSO) en het Vlaams Min-<br />

derhedencentrum (VMC). De inhoud ervan kwam tot stand<br />

in nauwe samenwerking met de onderwijsopbouwwerkers<br />

zelf.<br />

Chris Lardeur, stafmedewerker VIBOSO, januari 2003<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


1. situering<br />

Het onderwijskansenbeleid is een ingewikkelde materie. Zowel<br />

schoolse als buitenschoolse actoren timmeren aan de weg.<br />

Op schoolniveau ijveren inrichtende machten, schoolteams en<br />

leerkrachten ervoor om de inbreng van kwetsbare ouders en<br />

leerlingen te verhogen en aan te wenden bij de verbetering<br />

van het pedagogisch project. Zij kunnen rekenen op de ondersteuning<br />

van de Centra voor Leerlingenbegeleiding.<br />

Buitenschoolse actoren leveren elk vanuit hun positie een eigen<br />

bijdrage aan het lokaal onderwijskansenbeleid. Zo heeft het<br />

onderwijsopbouwwerk een specieke opdracht en neemt het<br />

een bevoorrechte positie in ten aanzien van kwetsbare doelgroepen.<br />

Naast het onderwijsopbouwwerk zijn er nog andere<br />

buitenschoolse partners: de integratiecentra en -diensten, de<br />

Centra voor Basiseducatie, het jeugd(welzijns)werk, Kind &<br />

Gezin, de ouderverenigingen, … .<br />

Achtereenvolgens brengt deze tekst de essentiële elementen<br />

over het onderwijsopbouwwerk in kaart: zijn relevantie in het<br />

licht van de huidige (onderwijs)ontwikkelingen, zijn uitgangspunten<br />

en naliteit en tenslotte de plaats van onderwijsopbouwwerkers<br />

in het lokaal onderwijsnetwerk.<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


In 1997 keurde de Vlaamse regering de eerste <strong>concepttekst</strong><br />

rond het schoolopbouwwerk goed: Schoolopbouwwerk: naar<br />

een doelgericht en emancipatorisch concept. Dat was een<br />

mijlpaal. Voor het eerst in zijn prille geschiedenis kreeg<br />

het schoolopbouwwerk een duidelijke beleidslijn op Vlaams<br />

niveau. Aan de diverse initiatieven werd een goed afgebakende<br />

doelstelling gekoppeld. Door een duidelijke taakomschrijving<br />

kregen schoolopbouwwerkers de kans om zich te<br />

proleren.<br />

Ondertussen zijn we vijf jaar verder. Ervaringen op het terrein<br />

verscherpten de geesten en een aantal vragen werden<br />

herdacht. Zo is men gaan spreken over ‘onderwijsopbouwwerk’<br />

i.p.v. ‘schoolopbouwwerk’. Logisch, want ‘onderwijs’<br />

is een ruimer begrip dan ‘school’. Onderwijs-achterstelling<br />

moet immers bekeken worden vanuit de ruimere context van<br />

school, gezin en buurt. Het gelijkekansendecreet ondersteunt<br />

deze visie en wijst op de noodzaak om buitenschoolse actoren<br />

te betrekken bij het aanpakken van achterstelling op vlak<br />

van onderwijs. De oprichting van 70 lokale overlegplatforms<br />

(LOP’s) in Vlaanderen en Brussel op vlak van onderwijs wijst<br />

in die richting. Het onderwijsopbouwwerk is één van die partners<br />

in de overlegplatforms.<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


Opvallend is tevens de toenemende beleidsaandacht voor participatie<br />

van ouders en leerlingen in het onderwijs. Het recente<br />

participatiedecreet bevestigt deze ontwikkeling.<br />

Een laatste ontwikkeling die we als aanzet willen meegeven,<br />

is van bestuurlijke aard. Er is een toenemende tendens tot<br />

decentralisatie en grotere autonomie voor lokaal bestuur en<br />

beleid. Wanneer steden en gemeenten vanaf januari 2003<br />

meer autonomie krijgen, moeten onderwijsopbouwwerkers en<br />

alle andere buitenschoolse actoren weten welke rol ze vervullen<br />

en wat ze van elkaar kunnen verwachten. Op dit domein<br />

hebben de steden en de gemeentes een belangrijke regiefunctie.<br />

Een effectief lokaal onderwijskansenbeleid dringt zich meer<br />

dan ooit op, waarin onderwijs en de buitenschoolse partners<br />

elk hun bijdrage leveren. Dat dit een dwingende noodzaak is,<br />

blijkt overduidelijk uit de recente wetenschappelijke onderzoeken<br />

over sociale ongelijkheid op vlak van onderwijs. Volgend<br />

kader brengt een aantal cijfers bij elkaar.<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


A c h t e r s t a n d i n c i j f e r s<br />

Ondanks talrijke democratiseringsinitiatieven, inspanningen van leerkrachten,<br />

scholen en individuele succesverhalen, wijst recent wetenschappelijk onderzoek<br />

erop dat het onderwijs(systeem) sociale ongelijkheid niet alleen bestendigt, maar<br />

zelfs versterkt. Een achterstand aan het begin van de onderwijsloopbaan wordt<br />

eerder vergroot door allerlei achterstellingsmechanismen.<br />

1. socio-economische achtergrond van een gezin bepaalt deelname en slaagkansen<br />

in het onderwijs.<br />

- Kinderen van wie de moeder het lager onderwijs niet afrondde, hebben 20%<br />

kans om reeds in het eerste leerjaar minstens één jaar leerachterstand op te<br />

lopen. Bij kinderen van lagere of hogere bedienden is dat respectievelijk 1,6 %<br />

en 0%.<br />

- Deze cijfers ‘verbergen’ de kinderen uit kwetsbare gezinnen die naar het buitengewoon<br />

onderwijs worden doorverwezen. Bij de meest kwetsbare gezinnen gaat<br />

het om dertig procent.<br />

- De ongelijkheid zet zich voort in het secundair onderwijs en neemt toe naarmate<br />

de schoolloopbaan vordert. Nauwelijks 50% van arbeiderskinderen verwerft een<br />

diploma dat toegang verschaft tot het hoger onderwijs, tegenover 90% van de<br />

kinderen van hogere bedienden.<br />

2. kansen in het onderwijs verschillen naar etnische herkomst.<br />

- Kinderen met de Belgische nationaliteit hebben in het eerste leerjaar gemiddeld<br />

10% kans op achterstand, voor niet-Belgische kinderen is dat 31%.<br />

- De ongelijkheid die in het lager onderwijs wordt opgebouwd, neemt toe in het<br />

secundair onderwijs. Cijfers over doorverwijzingen naar het buitengewoon onderwijs<br />

tonen een zelfde patroon: in het secundair onderwijs wordt 8,8% van de<br />

kinderen met een niet-Belgische nationaliteit naar het buitengewoon onderwijs<br />

doorverwezen, terwijl dat cijfer voor Belgische kinderen amper 4,3% bedraagt.<br />

- Wat de doorstroming naar het hoger onderwijs betreft, stelden onderzoekers<br />

vast dat amper 1,9% van de studenten in het hogeschoolonderwijs en 3,7%<br />

van de studenten in het universitair onderwijs een niet-Belgische nationaliteit<br />

hebben.<br />

© Douterlugne, Groenez, Nicaise en Van Damme.<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


Ook racisme en andere vormen van achterstelling beïnvloeden heel sterk de on<br />

2. Missie en kerntaken van het<br />

onderwijsopbouwwerk<br />

Om de eigen benadering en naliteit van het onderwijsopbouwwerk<br />

toe te lichten staan we achtereenvolgens stil bij de missie<br />

van het onderwijsopbouwwerk, zijn doelgroep, zijn kerntaken<br />

en zijn basisvoorwaarden.<br />

2.1. Maatschappelijk perspectief<br />

Een missie zit ingebed in een maatschappelijke context en vertrekt<br />

vanuit een welbepaald maatschappelijk perspectief. Zo<br />

vertrekt onderwijsopbouwwerk van een democratische en multiculturele<br />

samenleving, waarbij diversiteit op cultureel, socioeconomisch,<br />

etnisch en seksegebonden vlak wordt gewaardeerd<br />

en nagestreefd. Iedereen moet op een gelijkwaardige<br />

manier kunnen deelnemen aan de samenleving, en in het bijzonder<br />

aan het onderwijs. Het onderwijs moet dualisering<br />

tegengaan en heeft een belangrijke opdracht bij het aanbieden<br />

van volwaardige ontplooiingskansen aan alle kinderen en<br />

jongeren. Samen met andere partners willen onderwijsopbouwwerkers<br />

vanuit hun opdracht en mogelijkheden een bijdrage<br />

leveren om onderwijsachterstand en -achterstelling weg<br />

te werken. Gelijke onderwijsrechten en -kansen moeten voor<br />

kwetsbare doelgroepen op een meer structurele wijze worden<br />

bevorderd.<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


2.2. De missie van het onderwijsopbouwwerk<br />

<strong>Onderwijsopbouwwerk</strong>ers leveren een deskundige bijdrage om<br />

gelijke onderwijskansen en -rechten te helpen realiseren voor<br />

kinderen en jongeren die geconfronteerd worden met achterstand<br />

en achterstelling op het vlak van onderwijs. <strong>Onderwijsopbouwwerk</strong>ers<br />

bewerkstelligen aangepaste initiatieven voor<br />

deze doelgroep en werken naar structurele inbedding. Ze hanteren<br />

een collectieve aanpak waarbij de participatie van ouders<br />

en kinderen/jongeren aan het onderwijs centraal staat.<br />

2.3. Voor welke doelgroep<br />

De doelgroep van het onderwijsopbouwwerk zijn ouders en<br />

kinderen/jongeren die geconfronteerd (dreigen te) worden met<br />

onderwijsachterstand en -achterstelling. Onderzoek leert dat<br />

er een aantal indicatoren zijn die een verhoogd risico op achterstand<br />

met zich meebrengen, zoals de kloof tussen thuisen<br />

schooltaal bij kansarme kinderen, het opleidingsniveau<br />

van de moeder, de tewerkstellingssituatie van de ouders, de<br />

inkomenssituatie…<br />

Belangrijk is dat ook ‘sterkere’ groepen - mondige ouders of<br />

jongeren met een succesvolle schoolloopbaan - door opbouwwerkers<br />

worden gestimuleerd om mee te bouwen aan gelijke<br />

onderwijskansen. Het gaat immers niet om individuele problemen,<br />

maar om knelpunten van collectieve aard in het onderwijssysteem.<br />

Problemen die niet op het niveau van een wijk, buurt of school<br />

kunnen worden aangepakt, vereisen een structureel antwoord<br />

van een hoger niveau.<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


2.4. Met welke kerntaken<br />

Om van onderwijsopbouwwerk te spreken, moeten twee kerntaken<br />

worden opgenomen: in samenwerking met relevante<br />

partners het helpen oplossen van concrete collectieve onderwijsproblemen<br />

en dit met participatie van de doelgroep.<br />

Onderwijsproblemen helpen oplossen …<br />

Langs de ene kant is het de bedoeling een oplossing te bekomen<br />

voor een bepaald probleem, dat door diverse personen<br />

wordt ervaren (collectief probleem). In overleg en samenwerking<br />

met de mensen en organisaties die de gevolgen van een<br />

bepaald probleem ondervinden, zoekt het onderwijsopbouwwerk<br />

naar gepaste antwoorden en oplossingen. Dit kan op<br />

diverse wijzen. <strong>Onderwijsopbouwwerk</strong>ers kunnen met de doelgroep<br />

tekorten, leemtes, blinde vlekken of onaangepaste initiatieven<br />

signaleren. <strong>Onderwijsopbouwwerk</strong>ers kunnen adequate<br />

maatregelen voorstellen aan de bevoegde actoren zoals schoolteams,<br />

inrichtende machten, CLB’s, onderwijsbegeleiders,… .<br />

Maar er kan ook meegewerkt worden aan directe beleidsvoorbereiding<br />

van initiatieven of maatregelen. Een andere bijdrage<br />

is het innovatief werk. In die zin worden oplossingen, innoverende<br />

werkwijzen en maatregelen bedacht en exemplarisch<br />

ontwikkeld ten behoeve van de doelgroep. Indien nodig nemen<br />

onderwijsopbouwwerkers de rol op van gangmaker en tijdelijke<br />

motor van samenwerkingsverbanden en/of netwerken tussen<br />

organisaties. En ten slotte kunnen onderwijsopbouwwerkers<br />

meer duurzame en/of structurele maatregelen bedingen. Op<br />

basis van exemplarische initiatieven streeft het onderwijsopbouwwerk<br />

dan naar overdraagbaarheid en continuïteit van ont-<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


wikkelde werkvormen. Daartoe doet het een beroep op verantwoordelijke<br />

organisaties en beleidsinstanties die zorgen<br />

voor maatschappelijke verankering. Zo brengen zij ervaringen<br />

en kleinschalige experimenten binnen in het pedagogisch<br />

project en/of in het maatschappelijke veld. In het jargon<br />

spreken onderwijsopbouwwerkers over het probleemoplossend<br />

werken.<br />

….. met participatie van de doelgroep<br />

Langs de andere kant staat de bevolkingsgroep waarmee<br />

samen aan een oplossing gewerkt wordt voor een collectief<br />

ervaren onderwijsprobleem. Het onderwijsopbouwwerk heeft in<br />

dat verband vooral een ondersteunende en begeleidende taak.<br />

<strong>Onderwijsopbouwwerk</strong>ers bevorderen de betrokkenheid en<br />

participatie van de kwetsbare doelgroepen aan het onderwijsgebeuren<br />

in functie van die probleemoplossing. De opbouwwerker<br />

mobiliseert en ondersteunt de betrokken groep bij<br />

de analyse van de probleemsituatie en bij het bedenken en<br />

bepleiten van oplossingsmogelijkheden. Hij/zij vertrekt zo veel<br />

mogelijk vanuit de leefsituatie van de kansarme doelgroep.<br />

Hij/zij wil dat de oplossingen zo veel mogelijk aansluiten bij<br />

hun leefwereld. Ouders, kinderen en jongeren zijn immers<br />

ervaringsdeskundigen. Verder staat participatie niet alleen in<br />

functie van de verbetering van het onderwijs zelf. Ouders, kinderen<br />

en jongeren vergroten ook hun eigen mogelijkheden en<br />

verwerven inzicht in de structuur en cultuur van het onderwijs.<br />

Zo beogen onderwijsopbouwwerkers ook leer- en groeiprocessen<br />

bij de doelgroep.<br />

Opbouwwerkers spreken over het participatief werken.<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


K e r n t a k e n g a a n h a n d i n h a n d<br />

Probleemoplossing en participatie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.<br />

Alleen het participatiespoor volgen verengt onderwijsopbouwwerkers<br />

tot medewerkers die weliswaar de betrokkenheid en de participatie<br />

van de doelgroep bevorderen, maar die onderliggende structurele<br />

knelpunten op het vlak van onderwijs niet kunnen aanraken.<br />

Alleen het oplossingsspoor volgen negeert dan weer het participatief<br />

en ondersteuningskarakter van het onderwijsopbouwwerk. Hierdoor<br />

sluiten de aangereikte oplossingen onvoldoende aan bij de noden van<br />

de doelgroepen en worden ze door hen onvoldoende ondersteund.<br />

In de dagelijkse praktijk is er een zekere spanning tussen beide polen.<br />

Activiteiten die het leerproces bevorderen en die de nodige tijd vereisen,<br />

durven wel eens in botsing komen met de snelheid waarmee<br />

problemen opgelost moeten worden.<br />

2.5. Basisvoorwaarden voor geslaagd lokaal<br />

onderwijsopbouwwerk<br />

<strong>Onderwijsopbouwwerk</strong>ers vertrekken vanuit de beleving van kwetsbare<br />

ouders, kinderen en jongeren. Vanuit deze positie kunnen ze<br />

slechts werken aan de missie van het onderwijsopbouwwerk, indien<br />

aan volgende minimale voorwaarden is voldaan:<br />

1. <strong>Onderwijsopbouwwerk</strong>ers moeten op één of andere wijze verankerd<br />

zijn in de gemeenschap van de doelgroep. Dan pas kunnen ze de<br />

doelgroep bereiken en activeren.<br />

2. <strong>Onderwijsopbouwwerk</strong>ers moeten erkend worden in hun opdracht<br />

en vanuit een autonome positie kunnen optreden.<br />

3. <strong>Onderwijsopbouwwerk</strong>ers moeten kunnen werken vanuit een open<br />

en pluralistische opstelling. Dan pas kunnen ze samenwerken met alle<br />

mogelijke kwetsbare groepen en scholen in de samenleving.<br />

4. <strong>Onderwijsopbouwwerk</strong>ers hebben nood aan professionele omkadering<br />

op de tweede en derde lijn. Dan pas kunnen ze hun doelstellingen<br />

op een kwalitatieve wijze realiseren.<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


3. Het onderwijsopbouwwerk als<br />

partner in het onderwijskansenbeleid<br />

Om de onderwijsachterstand en de maatschappelijke achterstelling<br />

bij risicodoelgroepen weg te werken moeten verschillende<br />

actoren hun verantwoordelijkheid opnemen. De onderwijswereld,<br />

die verantwoordelijk is voor het aanbieden van<br />

kwaliteitsvol onderwijs aan iedereen, is hierbij de cruciale<br />

actor. De opdrachten van het onderwijs en van een buitenschoolse<br />

partner als het onderwijsopbouwwerk zijn verschillend,<br />

maar complementair. Ze vertrekken van een zelfde nale<br />

bekommernis: gelijke onderwijskansen en naal een succesvolle<br />

schoolcarrière.<br />

Wil men streven naar een doelgericht en efciënt kansenbeleid<br />

dan zal de nadruk liggen op samenwerkingsverbanden tussen<br />

diverse partners en op de coördinatie van de samenwerking.<br />

Het is pas door partners met elkaar in relatie te brengen dat<br />

hun werking wordt versterkt en dat er een meerwaarde wordt<br />

gecreëerd.<br />

Vooreerst veronderstelt dit een meer buurt- en gezinsgerichte<br />

benadering van het onderwijs. Daarnaast moeten onderwijswereld<br />

en buitenschoolse actoren elkaar erkennen als evenwaardige<br />

partners met elk een specieke competentie: individuele<br />

leerlingbegeleiding, spel- en taalactivering, het creëren<br />

van ontmoetingskansen, opvoedingsondersteuning, intercul-<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


turele bemiddeling, groepswerk… De opdracht bestaat er dan<br />

in om zowel voor zichzelf als voor de partners de functies te<br />

benoemen, te erkennen en de werking eventueel duidelijker af<br />

te bakenen.<br />

Dit duidelijk maken voor het onderwijsopbouwwerk was alvast<br />

de inzet van deze <strong>concepttekst</strong>. Het onderwijsopbouwwerk wil<br />

op grond van zijn aanpak en zijn bevoorrechte positie ten<br />

aanzien van kwetsbare groepen een complementaire bijdrage<br />

leveren om samen met schoolse en buitenschoolse partners te<br />

werken aan een onderwijssysteem met gelijke kansen voor alle<br />

ouders, kinderen en jongeren in de samenleving.<br />

Uit het voorgaande kwam naar voor wat de specieke meerwaarde<br />

of de aanpak van het onderwijsopbouwwerk oplevert.<br />

De vaststelling dat deze aanpak weliswaar vaak in aanraking<br />

komt met andere werkvormen, noopt tot een belangrijke slotbemerking.<br />

Willen we de methodiek van het onderwijsopbouwwerk<br />

ten volle aanwenden, dan kan deze niet in de plaats<br />

treden van andere voorzieningen of werkvormen waar deze<br />

tekortschieten of ontbreken. Het onderwijsopbouwwerk wil wel<br />

een aantal leemtes zonodig opvullen, op voorwaarde dat de<br />

initiatieven die hieruit voortvloeien, tijdelijk blijven en ingebed<br />

zitten in een ruimer perspectief dat naar meer structurele<br />

oplossingen leidt.<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC


Geraardpleegde bronnen<br />

DOUTERLUNGNE, M. e.a. (2001). Ongekwaliceerd : zonder paspoort ? Een<br />

onderzoek naar de omvang, karakteristieken en aanpak van de ongekwaliceerde<br />

onderwijsverlaters. HIVA, Leuven.<br />

FESO (2002). Missie en kerntaken van het opbouwwerk. FESO, Brussel.<br />

GROENEZ, S. & NICAISE, I. (2002). Het onderwijs versterkt de sociale ongelijkheid.<br />

Terzake-Cahier. Kansarmoede en interculturaliteit in het onderwijs.<br />

Achtergronden en creatieve voorbeelden uit de lokale praktijk. nr. 3, p. 6 - 9.<br />

L’ENFANT, R. (2001). Basisopleiding onderwijsopbouwwerk. VIBOSO, Brussel<br />

(onuitgegeven).<br />

LUYTEN, D. (1996). Schoolopbouwwerk: een middel in de strijd tegen kansenongelijkheid<br />

in het onderwijs. Gids Sociaal-Cultureel en Educatief Werk.<br />

Kluwer Editorial, Zaventem.<br />

OPBOUWWERK 2001. Krachtlijnen voor de prolering van het opbouwwerk in<br />

Vlaanderen en Brussel. Besluiten Kongres 17 februari 2001. VIBOSO, Brussel.<br />

SAMENLEVINGSOPBOUW-CAHIER (1993). Onderwijs en opbouwwerk. Deel 1.<br />

Visies, onderzoek en maatregelen in verband met kansenongelijkheid in het<br />

onderwijs. <strong>Samenlevingsopbouw</strong>-Cahier jg. 17, nr. 2, p. 1 - 56.<br />

SAMENLEVINGSOPBOUW-CAHIER (1993). Onderwijs en opbouwwerk. Deel 2.<br />

Oriëntaties voor schoolopbouw. <strong>Samenlevingsopbouw</strong>-Cahier jg. 17, nr. 3, p.<br />

1 - 58.<br />

SCHOOLOPBOUWWERK. NAAR EEN DOELGERICHT EN EMANCIPATORISCH<br />

CONCEPT. Goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 23 juli 1997.<br />

VAN DAMME, J. e.a. (2001). Succesvol doorstromen in de aanvangsjaren van<br />

het secundair onderwijs. Leuven/Amersfoort, ACCO.<br />

VERRETH, B. (2001). Wegwijs in opbouwwerk. Een leespakket voor nieuwe<br />

opbouwwerkers. VIBOSO, Brussel.<br />

<strong>concepttekst</strong> onderwijsopbouwwerk - VIBOSO en VMC

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!