Venray drie dagen middelpunt veehouderij - Varkensbedrijf

w beurs
Venray drie dagen middelpunt veehouderij
Tekst en beeld: Rob van Ginneken
De laatste drie dagen van februari toog
hoofdzakelijk Zuid-Nederland naar de
Landbouwdagen Intensieve Veehouderij
in de evenementenhal in Venray. Met een
piek op woensdag trok de beurs bijna
19.458 bezoekers.
Wie naar de beurs in Venray gaat, hoeft
niet bang te zijn dat hij zich gaat vervelen.
Het all-in concept maakt dat standhouders
zich maximaal kunnen concentreren op het
klantcontact, want hapjes en drankje worden
rondgebracht. Maar ook rondom de stands
zijn veel activiteiten. Goochelaars, jongleurs
en verschillende spelletjes op de stands maken
dat jong en oud zich kunnen vermaken. Dat
verklaart volgens Natascha Halbertsma van
Evenementenhal Venray wellicht ook waarom
dat de bezoekerspiek op woensdagmiddag
het grootst was, wanneer de kinderen vrij
zijn. “Normaal gesproken liggen de bezoekersaantallen
over de dagen heen niet zover
uiteen. De woensdag is echter met bijna
7.679 bezoekers fors drukker bezocht dan de
dinsdag en de donderdag met respectievelijk
5.599 en 6.180 geïnteresseerden.”
Ook grepen verschillende bedrijven de beurs
aan om een symposium te organiseren, zoals
Provimi (zie kader 1) maar ook Wageningen
UR besloot de introductie van de ‘Robuuste
biggenstal’ (zie kader 2) en de kennismaking
met het ‘Varkenstoilet’ in de marge van LIV
Venray plaats te laten vinden. Uiteraard
waren er ook de nodige nieuwe producten te
ontdekken op de beursvloer.
Herintroductie van Verba
Het biggennest bestaat al jaren, maar Verbakel
ziet sinds Eurotier in Hannover dat er meer
geïnformeerd wordt naar de mogelijkheden om
een schuilruimte te creëren in de kraamstal. De
26 | www.varkensbedrijf.nl / NR 3 / MAART 2013 / beurs
Watermist tegen brand
Veel sensatie op de stand van Hotraco, waar
het watermistsysteem in werking werd
getoond. Met regelmaat trok het systeem een
mistgordijn op in de evenementenhal. Martijn
Nissen van Hotraco legt uit hoe het systeem
werkt. “Het watermistsysteem bestrijdt
drie verschillende aspecten van een brand.
Het neemt de zuurstof weg, werkt direct op
de brandstof en verlaagt de temperatuur.
Daardoor kan de brand gecontroleerd worden
verhoogde interesse wijdt vertegenwoordiger
Geert van Sambeek aan het energie besparende
effect van de biggencomfortkap. “Maar ook
zien steeds meer vermeerderaars in dat het
bij een uitbraak totdat de brand geblust kan
worden. Doordat de nevel de brand isoleert, zal
de brand ook minder snel overslaan en wordt
verspreiding voorkomen.”
Een ander voordeel van het systeem is de
eigenschap van watermist om rookdeeltjes
te binden. Nissen: “Bij een stalbrand komen
ook veel dieren om door het inademen van
rook. Watermist bindt de rookdeeltjes en alle
bijbehorende schadelijke gassen worden weggewassen
zodat de schade beperkt blijft.” <
wel degelijk loont om een gescheiden leefomgeving
met een verschillend klimaat voor
zowel big als zeug te maken.”
Ook introduceerde Verba een door ontwikkeling
van de duodrinker; een voederbakje die
geïntegreerd is in de hokafscheiding. Volgens
Roel van Gastel van Verba is deze ontwikkeling
tot stand gekomen op aanvraag van gebruikers
van de duodrinker. “Varkenshouders benaderde
ons met de vraag of het mogelijk was dat ze
ook konden bijvoeren in hetzelfde bakje als de
duodrinker. Dat maakt het plaatsen van een
extra voerbakje overbodig.”

Proefstalstatus nieuwe luchtwisser
Op de stand van Uniqfill air werd een schematische
weergave getoond van een luchtwasser
waarvan een proefstalstatus in aanvraag is.
Een praktijktest op het varkensbedrijf van Hans
Verhoeven, mede-initiatiefnemer van KDV,
heeft volgens Jos van der Rijt aangetoond dat
het energieverbruik en middelenverbruik bij dit
type luchtwasser lager ligt in vergelijking met
de luchtwassers die nu in de markt zijn, terwijl
dezelfde reductie wordt gerealiseerd. “Voor de
wasser zit een vernevelaar die zeep afgeeft.
De deeltjes in de lucht binden zich aan de zeep
en worden door het waterpakket afgewassen.
Normaal gesproken worden de deeltjes
praktisch in de luchtwasser afgevangen, bij de
Eco-Wasser gebeurt dat al enkele meters van te
voren, waardoor de deeltjes zich beter kunnen
hechten en er minder vermogen nodig is om
de luchtstroom te sturen.” Dat laatste heeft
op het bedrijf van Verhoeven geleid tot een
energieverbruik van de luchtwasser die minder
dan een derde is van een reguliere wasser. “Ook
de waskosten liggen een stuk lager. Het afgelopen
jaar bedroegen de kosten voor de zeep
500 euro”, aldus van der Rijt. Daarnaast vindt er
continu monitoring plaats van de ammoniakemissie.
Volgens Van der Rijt heeft dat
aangetoond dat de ammoniakemissie met ruim
90% gereduceerd wordt. De Eco-Wasser, die
overigens gebaseerd is op industrieel gebruikte
techniek, komt naar verwachting midden/eind
2013 voor commercieel beschikbaar. <
stand-alone luchtwasser manager
Klimaatbeheersingsproducent Sommen uit Ulicoten introduceerde de luchtwassermanager,
waarmee het inspringt op de tendens waarin steeds meer specificaties van een luchtwasser digitaal
vastgelegd moeten worden. Het softwarepakket is toepasbaar op alle type luchtwassers en
hoeft niet noodzakelijkerwijs gekoppeld te zijn aan een klimaatsysteem van Sommen. De manager
is instelbaar op verschillende functiegebieden, zoals pH. Zodra één van de functiegebieden een
alarmwaarde overschrijdt, wordt er een alarm afgegeven. <
Mest verwerken voor 8 euro
Voorafgaand aan de beurs communiceerde VP Minovia al dat ze op zoek gingen naar samenwerkingen
met veehouders en lokale distributeurs om gezamenlijk mest te verwerken. Daarbij werd
een kostprijs gegarandeerd van 8 euro. Volgens directeur Henk Willems van VP-systems, producent
van mestverwerkingsinstallaties en initiatiefnemer van VP Minovia, zijn dit de kosten die geteld
worden voor de verwerking exclusief transport. “Bij een verwerking vanaf 60.000 m 3 per jaar
garandeert VP-systems een kostprijs van 8 euro per m 3 voor alleen de verwerkingskosten. De
capaciteit van een installatie ligt op maximaal 100.000 m 3 .” Bij een samenwerking met een lokale
distributeur zorgt VP-systems voor de installatie en dient de lokale distributeur voor de randvoorwaarden
te zorgen, zoals een locatie en vergunningen. Van een varkenshouder wordt geen
inbreng verwacht. De kosten voor hen schat Willems op marktconform. “Voor het concentraat na
osmose (dunne fractie)moet een afzet gezocht worden en er komen nog transportkosten bij, dus
naar verwachting zal een varkenshouder ongeveer 17 euro per m 3 mest kwijt zijn.” <
LIV Venray 2014 vindt plaats op 25, 26, en 27 februari
Nieuwe applicatie op de biggenbehandelkar
Schippers gebruikte de LIV om een nieuwe applicatie op de biggenbehandelkar
te tonen. Het toedienen van een behandeling tegen
coccidiose hoort nu ook tot de mogelijkheden. De extra installatie kost
ongeveer 1.500 euro, maar is volgens vertegenwoordiger Chris van de
Borne snel terug te verdienen. “Een behandeling tegen coccidiose moet
uitgevoerd worden met een dosering van 0,7 cc. Deze hoeveelheid
handmatig afmeten is lastig en er wordt daarom vaak te veel verstrekt.
De nieuwe applicatie is afgesteld op 0,7 cc en is daardoor snel terugverdiend.”
<
Meer inzicht in de kosten
met FIT
Voor veel veehouders is de rekening-courant
de graadmeter van het bedrijf. Hoe die tot
stand komt brengt de Farm Intelligence
tool (FIT) van Remie Fiscaal en Juridisch
Adviesbureau in Uden en Administratie
en Consultancy Limburg in beeld. FIT
neemt als uitgangspunt het verloop van de
rekening-courant en geeft de mogelijkheden
om periodieke vergelijkingen te maken.
“Boekhoudprogramma’s bieden vaak ook die
optie, maar die baseert zich op ingevoerde
gegevens en daar zitten weleens foutjes in.
Door te werken met actuele gegevens van de
rekening-courant is dat niet mogelijk”, aldus
Mark Bosch van Remie.
FIT springt met name in op het gedeelte wat
varkenshouders niet zo goed in beeld hebben,
zoals de kosten na het saldo. “En banken
kijken steeds meer mee, omdat de sector
steeds kapitaalintensiever wordt.” Een analyse
wordt uitgevoerd op basis van uurtarief. <
www.varkensbedrijf.nl / NR 3 / MAART 2013 / beurs | 27

w beurs
robuuste biggen uit speciale stal
Na Pro Dromi is er weer een nieuw huisvestingsconcept ontwikkeld in samenspraak met
veehouders. De ‘robuuste biggenstal’ moet een kwalitatief betere big opleveren, met een
verantwoorde meerprijs.
Het belang van een goede biggenhuisvesting werd duidelijk gemaakt door Liesbeth Bolhuis van
de leerstoelgroep adaptatiefysiologie van Wageningen UR. “Biggen zijn vaak slecht voorbereid op
de situatie na het spenen.” Volgens Bolhuis moeten biggen spelenderwijs leren om zich te ontwikkelen.”
Volgens de adaptatiefysiologe is het van belang dat er zoveel mogelijk elementen in de
kraamstal terugkomen in de biggenstal.
Met die insteek is de werkgroep ook aan de slag gegaan. Het biggennest is een module die
verplaatst kan worden vanuit de kraamstal naar de biggenstal. ”Door de biggen te transporteren
in het biggennest nemen de biggen hun vertrouwde bedje mee en de methode is tevens arbeidsefficiënt”,
legt Anita Hoofs uit. Volgens de onderzoekster is het van wezenlijk belang dat biggen
de functiegebieden herkennen. “Het biggennest is voor de biggen een herkenbaar functiegebied
om te rusten.” In de uitwerking is het biggennest dusdanig aangepast dat het met de biggen mee
kan groeien.
Niet alleen het biggennest is herkenbaar; ook het voersysteem is hetzelfde als in de kraamstal.
Onderzoek op VIC Sterksel heeft al aangetoond dat de voeropname van biggen toeneemt als de
zeug en de biggen in de kraamstal van de vloer eten. Deze speciale vloervoederschaal is daarom
ook in de biggenstal geïntegreerd. Twee functiegebieden zijn daarmee afgekaart. Door verschillende
klimaatzones te ontwerpen wordt vervolgens ook het mestgedrag gestuurd. Omdat het
biggennest afgesloten is, is het daar warmer wat de biggen aangenaam vinden om te rusten. De
luchtstroom in de afdeling wordt over het biggennest heen gestuurd, waarna het achterin de
afdeling laag genoeg is zodat biggen daar gaan mesten.
De meerprijs voor de robuuste biggenstal ligt op ongeveer 1.800 euro per biggenstal. Dat is
exclusief de kosten die gemaakt moeten worden voor de Pro Dromi kraamhokken. Volgens Anita
Hoofs moet je beide echter combineren om een robuustere big te produceren. De meerkosten van
ongeveer 4 euro per big (inclusief de kosten voor Pro Dromi kraamhokken) worden deels terugverdiend
door verbeterde technische resultaten, zoals minder uitval en lagere gezondheidskosten
als gevolge van betere omstandigheden en een verlaagde speendip. “En de vermeerderaar levert
een robuuster varken af die zelfstandig en zonder ingrijpen groot wordt, daar mag best een
toeslag tegenover staan.” <
28 | www.varkensbedrijf.nl / NR 3 / MAART 2013 / beurs
“Voeropname in de
eerste week bepaalt
40 % groei”
Provimi greep de Landbouwdagen Intensieve
Veehouderij aan om een nieuw product
te introduceren en belegde daarvoor een
symposium om het belang van een goede
opstart te benadrukken.
Op verzoek van gebruikers van de Rescuedeck
en het Rescue cup-systeem, heeft Provimi een
nieuw concept ontwikkeld als opvolger van de
Rescuemilk. De vloeibare prestarter Smooth
is te verstrekken via hetzelfde systeem als de
Rescuemilk en voegt volgens accountmanager
Rick Königkrämer extra rendement toe aan
de installatie. “De specifieke grondstofkeuzes
maken dat de prestarter door een opening van
een balpen kan. Tevens is de opname hoger
omdat de biggen het systeem al kennen.”
Het belang van een goede opname werd bij
de introductie onderschreven door Carola
van der Peet-Schwering van Wageningen UR.
Zij refereerde aan enkele onderzoeken die
zijn uitgevoerd naar het verschil in opname
tussen biggen gerelateerd aan de groei. “De
voer opname in de eerste week bepaalt voor
40 % de voeropname en de groei tijdens de
hele opfok.”
Het effect van een goede voeropname komt
pas tot uiting na de speenperiode, zo blijkt uit
verschillende proeven. Zo bleek een koppel
biggen waarin onderscheid gemaakt werd
tussen eters en niet-eters, hetzelfde speengewicht
van 7,9 kilogram te hebben. In week
1 na het spenen groeiden de eters echter ruim
60 gram per dag harder. Over 5 weken lag de
gemiddelde groei bijna op 50 gram. De eters
waren gemiddeld 456 gram per dag gegroeid,
de niet-eters 404 gram per dag.