18.09.2013 Views

Maarkebeek - Vlaamse Milieumaatschappij

Maarkebeek - Vlaamse Milieumaatschappij

Maarkebeek - Vlaamse Milieumaatschappij

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

Ministerie van de<br />

<strong>Vlaamse</strong> Gemeenschap<br />

afdeling Water


De <strong>Maarkebeek</strong><br />

Computermodellering<br />

als methode,<br />

hoogwaterbeheer<br />

als doel


Samenstelling en eindredactie<br />

Haecon nv<br />

Deinsesteenweg 110<br />

9031 Drongen<br />

Tel: 09-216 63 63 • Fax: 09-227 61 05<br />

E-mail: haecon@haecon.be<br />

Redactieadvies<br />

Willy Van Hecke, Ivo Terrens (AMINAL - afdeling Water)<br />

Fotografie<br />

Haecon<br />

Regionaal Landschap <strong>Vlaamse</strong> Ardennen<br />

Gemeentebestuur Maarkedal<br />

Vormgeving<br />

www.tabeoka.be<br />

Cover naar een idee van Lieven Jacobs<br />

Stijl naar een idee van Luk Guillaume<br />

Depotnummer<br />

D/2003/3241/074<br />

Verantwoordelijke uitgever<br />

Paul Thomas, afdelingshoofd<br />

AMINAL - afdeling Water<br />

Alhambragebouw<br />

Emile Jacqmainlaan 20, bus 5<br />

1000 Brussel<br />

Tel: 02-553 21 11 • Fax: 02-553 21 05<br />

E-mail: water@lin.vlaanderen.be<br />

Het volledig rapport alsook de overzichtskaarten zijn in te kijken bij de<br />

afdeling Water.<br />

Bij de afdeling Water kunnen ook publicaties bekomen worden die<br />

handelen over modelleringstechnieken en hedendaags hoogwaterbeheer.<br />

Of bel ons voor een mondelinge toelichting over de problematiek<br />

van de <strong>Maarkebeek</strong>.<br />

Lijst van alle stroomgebieden:<br />

Deze brochure over het stroomgebied van de <strong>Maarkebeek</strong> behoort tot<br />

een reeks van 22 brochures die vanaf 2002 gemaakt werden of worden.<br />

Ze behandelen de modelleringsstudies van de stroomgebieden die deel<br />

uitmaken van het meerjarenprogramma van de afdeling Water, fase 3<br />

(bestek 1999). Deze stroomgebieden zijn:<br />

het stroomgebied van de Poperingevaart, de Handzamevaart, de<br />

Kerkebeek, de Mandel, de Molenbeek te Wetteren, de Ledebeek afwaterend<br />

naar Lokeren, de <strong>Maarkebeek</strong>, de Wallebeek, de Kalkenvaart, de<br />

Benedenvliet, de Benedenschijn, de Mark, de Bollaak, de Kleine Nete<br />

en Aa, de Wimp, de Zuunbeek, de Winge, de Begijnebeek, de Gete en<br />

Melsterbeek, de Herk, de Voer en de Grote Laakbeek.<br />

Inhoud<br />

Colofon / Lijst van alle stroomgebieden 2<br />

Voorwoord 4<br />

De afdeling Water 7<br />

1. Het stroomgebied van de <strong>Maarkebeek</strong> 8<br />

2. De ecologische waarde van de <strong>Maarkebeek</strong> 14<br />

3. Wateroverlast in het bekken van de <strong>Maarkebeek</strong> 17<br />

4. De kracht van modelleringen 20<br />

5. Welke maatregelen hebben effect? 32<br />

6. Wat brengt de toekomst? 38<br />

Achterflap: overzichtskaart van het stroomgebied


Foto’s links:<br />

Idyllische plaatjes<br />

van het landschap.<br />

Het stroomgebied<br />

van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong><br />

maakt deel uit van<br />

de befaamde<br />

<strong>Vlaamse</strong><br />

Ardennen.<br />

Voorwoord<br />

De afdeling Water van de Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer<br />

(AMINAL) die deel uitmaakt van het Ministerie van de <strong>Vlaamse</strong> Gemeenschap is<br />

samen met andere instanties verantwoordelijk voor het waterbeheer in Vlaanderen.<br />

Zij beheert zelf de grotere onbevaarbare waterlopen. Deze waterlopen zorgen gere-<br />

geld voor overstromingen, waarvan augustus 1996, september 1998 en december 1999<br />

het meest bekend zijn. Het jaar 2002 spande niettemin de kroon met drie kritieke perio-<br />

den, namelijk januari-februari 2002, augustus 2002, en zopas de jaarovergang 2002-2003.<br />

Het bedwingen van waterlopen is een oud streven<br />

van de mens. Maatregelen die in het verleden<br />

genomen werden om wateroverlast te vermijden,<br />

hadden vaak heel wat negatieve effecten.<br />

Ze gaven aanleiding tot een versnelde<br />

afvoer van de neerslag naar stroomafwaarts gelegen<br />

gebieden. Het overstromingsgevaar werd<br />

alleen maar verplaatst, niet opgelost.<br />

Vandaag de dag wordt echter gestreefd naar<br />

integraal waterbeheer: het duurzaam beheren<br />

van het aanwezige water rekening houdend met<br />

de huidige en toekomstige noden van mens en<br />

natuur. Een onderdeel van integraal waterbeheer<br />

is de waterhuishouding, die zich vooral op de<br />

kwantitatieve aspecten van het waterbeheer<br />

richt. Integraal waterbeheer impliceert ook een<br />

andere visie op hoogwater. Het uitgangspunt<br />

daarbij is dat overstromingen een natuurlijk verschijnsel<br />

zijn die altijd zullen blijven voorkomen.<br />

Door het bouwen in overstromingsgebieden<br />

ontstaat er schade. De betrachting van de<br />

waterbeheerder was en is nog altijd om deze<br />

schade te beperken. Het verleden heeft geleerd<br />

dat de natuur nooit helemaal door de mens kan<br />

bedwongen worden.<br />

4 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

Ongewenste overstromingen<br />

We moeten dus respect opbrengen voor het<br />

gedrag van het natuurlijk systeem. Meer zelfs,<br />

het kan ons de middelen aanreiken om onze<br />

huidige problemen aan te pakken.<br />

Overstromingen zijn maar al te vaak een gevolg<br />

van het in een eng keurslijf dwingen van de<br />

waterloop. Door de natuurlijke functie van de<br />

valleigebieden als overstromingsgebied in ere te<br />

herstellen of te vrijwaren op plaatsen waar dit<br />

nog kan, kunnen we overstromingen op ongewenste<br />

plaatsen aanpakken. Alleen daar waar dit<br />

niet volstaat, moeten aanvullende infrastructuurwerken<br />

voorzien worden.<br />

Dit principe is in verstedelijkt Vlaanderen niet<br />

altijd evident, maar het kan. Het herwaarderen<br />

van natuurlijke overstromingsgebieden heeft<br />

consequenties op de ruimtelijke bestemming en<br />

het huidige landgebruik. Ook de bevolking moet<br />

hierin haar verantwoordelijkheid opnemen.<br />

Het binnen dit kader nemen van maatregelen,<br />

vergt een zorgvuldig handelen. Er is een grondig<br />

inzicht nodig in de af te voeren waterhoeveelheden,<br />

de stromingen van water binnen een<br />

stroomgebied en de buffermogelijkheden in de<br />

valleigebieden. Bovendien moeten de verschillende<br />

aanspraken op het aanwezige water in het<br />

stroomgebied mee in rekening gebracht worden.<br />

Belangen moeten dus worden afgewogen, meerdere<br />

alternatieven met elkaar vergeleken, eventueel<br />

negatieve effecten ondervangen.<br />

Wateroverlast aanpakken<br />

Om deze principes in de praktijk om te zetten<br />

heeft de afdeling Water een aanpak ontwikkeld<br />

die bestaat uit studies, overlegstructuren en<br />

beleidsplanning. Deze aanpak wordt via een<br />

meerjarenprogramma toegepast voor alle waterlopen<br />

en hun stroomgebied die onder de<br />

bevoegdheid van de afdeling Water vallen.<br />

Infrastructuurwerken aan waterlopen worden<br />

voorafgegaan door studies, uitgevoerd door<br />

externe studiebureaus. Men noemt dit modelleringsstudies,<br />

omdat er gebruik gemaakt wordt<br />

van computermodellen die de werkelijkheid<br />

nabootsen. Ze laten toe om de effecten van<br />

mogelijke ingrepen te voorspellen. Bovendien<br />

wordt steeds uitgegaan van het volledig stroomgebied.<br />

Elke studie is opgebouwd uit 3 luiken:<br />

(i) een inventarisatieluik waarin alle watergerelateerde<br />

gegevens worden bijeengebracht en geïnterpreteerd<br />

naar hun invloed op het watersysteem;<br />

(ii) een hydrologisch luik waarin de karakteristieken<br />

van de neerslag en de afvoer ervan<br />

over het land naar de waterloop worden geanalyseerd<br />

en (iii) een hydraulisch luik waarin de<br />

stroming in de waterloop wordt gesimuleerd en<br />

de effecten van verschillende alternatieve oplossingen<br />

voor de bestaande knelpunten worden<br />

voorspeld en vergeleken.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 5


Het stroomgebied<br />

van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> is als<br />

het ware een zustergebied<br />

van dat<br />

van de Zwalm:<br />

kenmerkend is het<br />

uitgesproken reliëf<br />

met sterke hellingen<br />

in het bovenstrooms<br />

gebied.<br />

Lokaal overleg belangrijk<br />

De studies worden begeleid door een lokaal<br />

wateroverleg: een groep van specialisten die als<br />

waterbeheerder of als vertegenwoordiger van<br />

een bepaald maatschappelijk belang de plaatselijke<br />

problemen kennen en die aan de oplossing<br />

kunnen meewerken. Op deze manier ontstaat<br />

door het samenbrengen van verschillende disciplines<br />

en bevoegdheden een ruim draagvlak<br />

voor de te nemen maatregelen.<br />

De resultaten van de studies en het overleg<br />

daarrond worden vervolgens neergeschreven in<br />

beleidsplannen, die het integraal waterbeheer in<br />

Vlaanderen moeten omzetten naar de praktijk.<br />

Het is de bedoeling dat alle waterbeheerders<br />

daarbij samenwerken, en eenieder zijn verantwoordelijkheid<br />

opneemt. Momenteel is men<br />

gestart met de opmaak van de bekkenbeheerplannen.<br />

Dit zijn geïntegreerde plannen op bekkenniveau<br />

die de aspecten waterkwantiteit,<br />

waterkwaliteit en natuurlijk milieu gezamenlijk<br />

behandelen. Op lokaal niveau (deelbekkens) zullen<br />

de DuLo-waterplannen vorm geven aan het<br />

kleinschalig waterbeheer. De waterhuishoudingsplannen<br />

van polders en wateringen zullen de<br />

kwantiteitsaspecten meer in detail uitwerken<br />

met het oog op een geïntegreerd beheer van de<br />

kleinere waterlopen.<br />

Het stroomgebied van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> ter studie<br />

Deze brochure stelt de resultaten voor van één<br />

van dergelijke studies, nl. voor het stroomgebied<br />

van de <strong>Maarkebeek</strong>. Het stroomgebied van de<br />

6 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

<strong>Maarkebeek</strong> vormt een onderdeel van het<br />

hydrografisch bekken van de Bovenschelde.<br />

De studie werd uitgevoerd door het studiebureau<br />

Haecon. Verschillende afdelingen en<br />

wetenschappelijke instellingen van AMINAL, de<br />

afdeling Bovenschelde van AWZ, de administratie<br />

van Ruimtelijke Ordening AROHM, de provincie<br />

Oost-Vlaanderen, de lokale gemeenten,<br />

de watering van Melden, de <strong>Vlaamse</strong><br />

<strong>Milieumaatschappij</strong>, de NV Aquafin, de <strong>Vlaamse</strong><br />

Landmaatschappij, waren vertegenwoordigd in<br />

het lokale wateroverleg.<br />

Met deze brochure wenst de afdeling Water de<br />

betrokkenen in te lichten over de gevolgde<br />

methode en de geplande maatregelen die de<br />

komende jaren in het stroomgebied van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> zullen worden uitgevoerd. Zij moeten<br />

in eerste instantie de wateroverlastproblemen<br />

aanpakken. Het ontwerp van deze werken<br />

steunt op de resultaten van deze studie. Later<br />

zal de verzamelde informatie verder opgenomen<br />

worden in het op te stellen bekkenbeheerplan<br />

voor het Bovenscheldebekken.<br />

AMINAL - afdeling Water<br />

Mei 2003<br />

Het waterglas hiernaast symboliseert het nieuwe concept van<br />

integraal waterbeheer, zoals opgenomen in de missie en strategie<br />

van de afdeling Water.<br />

De afdeling Water<br />

De afdeling Water maakt deel uit van de <strong>Vlaamse</strong><br />

leefmilieu-administratie AMINAL. Zij is actief op<br />

verschillende fronten.<br />

Eerst en vooral concentreert de afdeling Water<br />

zich op de oprichting van een duidelijk rivierbekkenbeleid.<br />

Een goede overlegstructuur en organisatie<br />

per stroomgebied is immers nodig om aan<br />

‘integraal’ waterbeheer te doen. Daarbij worden<br />

oppervlaktewater, grondwater, waterloopstructuur<br />

en oevers met de bijhorende levensgemeenschappen,<br />

als één samenhangend watersysteem<br />

beschouwd en beheerd. Verschillende aspecten<br />

waaronder milieu, ruimtelijke ordening, landschap,<br />

recreatie en economische sectoren worden<br />

bij dit beheer betrokken.<br />

De afdeling Water zet zich ook in voor het behoud<br />

van een kwantitatief evenwicht in de watersystemen.<br />

Hierbij moet een duurzame balans tussen de<br />

onttrekking van water en de hervoeding van de<br />

watersystemen worden nagestreefd.<br />

Grondwatertekorten worden vermeden door onder<br />

meer het verminderen van waterverspilling en<br />

door meer regenwater, oppervlaktewater en gezuiverd<br />

afvalwater te gebruiken. Gevallen van watertoevloed<br />

(bvb. overstromingen) worden aangepakt<br />

door de uitvoering van infrastructuurwerken en<br />

door richtlijnen op de ruimtelijke ordening en het<br />

landgebruik.<br />

Verder besteedt de afdeling Water heel wat aandacht<br />

aan het herstellen van de biodiversiteit van<br />

watergebonden ecosystemen. Waterlopen en valleien<br />

moeten in deze visie de ruggengraat worden<br />

van natuurgebieden door de heraanleg van de<br />

bedding en de omgeving op een natuurlijke<br />

manier. Ook de verontreiniging van grond- en<br />

oppervlaktewater door puntlozingen en diffuse<br />

lozingen (pesticiden, meststoffen) krijgt de nodige<br />

aandacht door nieuwe wetgeving en voorlichting<br />

van bevolking, landbouw en industrie.<br />

Concreet vertalen deze verschillende aandachtspunten<br />

in de werking van de afdeling Water zich<br />

in allerhande activiteiten:<br />

het opstellen en uitbouwen van meetnetten, databanken<br />

en computermodellen van waterlopen en<br />

ondergrondse waterlagen, het opmaken en overleggen<br />

van beleidsplannen en kaartmateriaal voor<br />

waterhuishouding en rivierbekkenbeheer, het<br />

opstellen van wetgeving voor het beheer van<br />

oppervlaktewater, grond- en drinkwater, het sensibiliseren<br />

en stimuleren van burgers, bedrijfssectoren<br />

en overheden, het ontwerpen, uitvoeren,<br />

ondersteunen, adviseren, vergunnen en controleren<br />

van concrete projecten waaronder de bouw en<br />

aanleg van overstromingsgebieden en wachtbekkens,<br />

computergestuurde pompstations en kunstwerken,<br />

natuurlijke oevers en visdoorgangen,<br />

infiltratiegebieden en kleinschalige waterzuivering,<br />

het ruimen van slib en het bestrijden van muskusratten,<br />

het vergunnen van grondwaterwinningen<br />

en drinkwaterbeschermingszones, de erkenning<br />

van laboratoria voor wateranalyses, de subsidiëring<br />

van polders en wateringen en de controle op<br />

de investeringen van Aquafin...<br />

Voor de uitvoering van dit alles beschikt de afdeling<br />

Water over een jaarlijks begrotingsbudget van<br />

ca. 45.000.000 EUR (1,8 miljard BEF), de investeringen<br />

van Aquafin en de subsidies voor<br />

gemeentelijke rioleringen niet meegerekend, en<br />

telt een 265-tal medewerkers, waaronder een<br />

ploeg van 100 muskusrattenbestrijders. Naast het<br />

hoofdbestuur te Brussel zijn er 5 buitendiensten,<br />

in de provinciale hoofdsteden Antwerpen, Leuven,<br />

Brugge, Gent en Hasselt.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 7


1<br />

Situering van het<br />

stroomgebied van<br />

de <strong>Maarkebeek</strong><br />

(rood gekleurd)<br />

in het<br />

Bovenscheldebekken<br />

(grijs aangeduid).<br />

Een detailkaart<br />

van het<br />

stroomgebied is te<br />

vinden op de<br />

achterflap.<br />

Het stroomgebied van<br />

de <strong>Maarkebeek</strong><br />

Het stroomgebied van de <strong>Maarkebeek</strong> situeert zich in het zuiden van de provincie<br />

Oost-Vlaanderen, tegen de grens aan met het Waalse gewest. Het centrale deel strekt<br />

zich uit over de fusiegemeente Maarkedal, bestaande uit de deelgemeenten Maarke--<br />

Kerkem, Schorisse, Etikhove en Nukerke.<br />

De monding van de <strong>Maarkebeek</strong> in de Schelde<br />

ligt op het grondgebied van Oudenaarde (deelgemeente<br />

Melden). In het noorden en noordoosten<br />

is er een overlapping met de deelgemeenten<br />

Sint-Maria-Horebeke en Sint-Kornelis-<br />

Horebeke (fusiegemeente Horebeke). Aan de<br />

oostzijde is een deel van het stroomgebied gelegen<br />

op het grondgebied van de deelgemeente<br />

Zegelsem (fusiegemeente Brakel) en in het zuiden<br />

wordt de gemeente Ronse aangesneden. De<br />

meest opwaartse zone van het stroomgebied<br />

(met ook de bron van de Molenbeek -<br />

<strong>Maarkebeek</strong>) situeert zich in het Waalse Gewest<br />

(gemeenten Ellezelles en Flobecq).<br />

Hydrografisch gezien behoort het stroomgebied<br />

van de <strong>Maarkebeek</strong> tot het<br />

Bovenscheldebekken. De monding van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> in de Schelde gebeurt in het pand<br />

tussen de stuwen van Kerkhove (opwaarts) en<br />

Oudenaarde (afwaarts) op een afstand van 2,65<br />

km van de stuw van Oudenaarde.<br />

8 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

De Rennebeek, die zich situeert op het grondgebied<br />

van de deelgemeente Melden<br />

(Oudenaarde), mondde vroeger in de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> uit, maar deze verbinding werd verbroken.<br />

Momenteel watert de Rennebeek via<br />

een vijzelgemaal rechtstreeks af naar de Schelde,<br />

waarbij ook de stroomzin van het water werd<br />

omgekeerd.<br />

De oppervlakte van het stroomgebied van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> bedraagt 53,6 km 2 . De begrenzing<br />

ervan gebeurt op basis van de topografie, die de<br />

waterscheidingskam - de scheidingslijn tussen<br />

twee stroomgebieden - bepaalt. Aan de ene<br />

zijde van de waterscheiding stroomt het neerslagwater<br />

naar de ene waterloop, aan de andere<br />

zijde naar een andere waterloop. De bron van<br />

de <strong>Maarkebeek</strong> bevindt zich op een hoogte van<br />

ongeveer 120 meter boven zeeniveau; de monding<br />

in de Schelde rond 12 meter.<br />

De belangrijkste waterlopen in<br />

het gebied<br />

Slechts 1,9 km van de <strong>Maarkebeek</strong> is geklasseerd<br />

als onbevaarbare waterloop van eerste<br />

categorie, waardoor ze onder de bevoegdheid<br />

van het <strong>Vlaamse</strong> gewest, afdeling Water, valt.<br />

De overige hoofdwaterlopen in het stroomgebied<br />

zijn hoofdzakelijk waterlopen van tweede<br />

categorie, en vallen daardoor onder de provinciale<br />

bevoegdheid. De bovenlopen van derde<br />

categorie zijn gemeentelijke waterlopen. De<br />

niet-geklasseerde waterlopen moeten onderhouden<br />

worden door de aangelanden (de boordeigenaars).<br />

De <strong>Maarkebeek</strong> heeft drie belangrijke zijlopen.<br />

In Maarke-Kerkem vervoegt de Pauwelsbeek de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> en in Etikhove monden zowel de<br />

Nederaalbeek als de Mariaborrebeek in de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> uit (ter hoogte van de<br />

Ladeuzemolen). Deze drie beken monden alle<br />

uit op de linkeroever van de <strong>Maarkebeek</strong>. Op de<br />

rechteroever zijn er ter hoogte van Schorisse nog<br />

twee kortere zijlopen: de Krombeek en de<br />

Broekbeek. De bovenloop van de <strong>Maarkebeek</strong><br />

wordt Molenbeek genoemd. De <strong>Maarkebeek</strong>-<br />

Molenbeek heeft een lengte van 13,4 km volgens<br />

de <strong>Vlaamse</strong> Hydrografische Atlas.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 9<br />

Het geaccidenteerd<br />

terrein geeft<br />

aanleiding tot<br />

hoge afvloei van<br />

regenwater en ook<br />

gronddeeltjes,<br />

zeker bij onbegroeide<br />

akkers.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong><br />

kent een groot<br />

verval met snel<br />

stromend water.


Lithostratigrafische<br />

doorsnede: de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> heeft<br />

zich diep ingesneden<br />

in sedimenten<br />

(zanden en kleien)<br />

die miljoenen<br />

jaren geleden<br />

afgezet zijn.<br />

De geologische ondergrond<br />

De geologische afzettingen die we aantreffen in<br />

het stroomgebied van de <strong>Maarkebeek</strong> zijn van<br />

Tertiaire en Kwartaire oorsprong. Daar waar de<br />

Kwartaire deklaag weggesleten werd door<br />

water- en winderosie, komen de Tertiaire lagen<br />

aan de oppervlakte. Dat is voornamelijk het<br />

geval in de valleien. Op de heuveltoppen bevinden<br />

zich de jongste lagen van Kwartaire oorsprong.<br />

Dit is ook terug te vinden op de geologische<br />

kaart van het gebied.<br />

De Kwartaire afzettingen aan de oppervlakte<br />

bestaan voornamelijk uit leem dat eeuwen geleden<br />

met de wind aangevoerd werd. Daaronder<br />

bevinden zich de Tertiaire afzettingen. In de valleien<br />

en op de helling van de heuvels werd het<br />

Kwartaire leem weggespoeld en komen de<br />

Tertiaire lagen aan de oppervlakte. In de diepst<br />

gelegen valleigronden bestaat de dagzomende<br />

Tertiaire laag uit het lid van Moen van de formatie<br />

van Kortrijk. Deze laag - die bestaat uit grove<br />

silt tot fijn zand met klei - is een belangrijke<br />

10 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

watervoerende laag. Daarboven komt een<br />

compacte zware kleilaag (formatie van Kortrijk,<br />

lid van Aalbeke) die zeer slecht doorlatend is en<br />

waarop de formatie van Tielt ligt, een laag kleiig<br />

zand met kleilagen, die wel waterdoorlatend is.<br />

Op de grens tussen de twee laatste lagen - waar<br />

het water niet door de kleilaag van het lid van<br />

Aalbeke kan - ontstaan bronnen. Deze bronnen<br />

situeren zich op de heuvelflanken. Op de toppen<br />

van de heuvels worden achtereenvolgens de formaties<br />

van Gent, Lede (een laag met kalkhoudend<br />

zand), Maldegem (bestaande uit fijn zand<br />

tot zandige klei) en Diest aangetroffen, die echter<br />

maar op bepaalde plaatsen in de heuvelflanken<br />

aan de oppervlakte komen.<br />

Q<br />

kwartair<br />

formatie van Diest<br />

formatie van Maldegem<br />

formatie van Lede<br />

lid van Vlierzele<br />

lid van Merelbeke<br />

formatie van Tielt<br />

lid van Aalbeke<br />

lid van Moen<br />

Het geheel van deze lagen bepaalt in grote mate<br />

de wijze waarop het water in het stroomgebied<br />

afgevoerd wordt. Het glauconiethoudende fijne<br />

zand op de heuveltoppen is goed doorlatend,<br />

terwijl de daaronder liggende kleihoudende<br />

lagen er voor zorgen dat het grondwater slechts<br />

in beperkte mate kan doordringen in de diepere<br />

ondergrond. Hierdoor wordt een belangrijk<br />

grondwaterreservoir gevormd, waarbij ook bronnen<br />

kunnen ontstaan.<br />

Een goede doorlatendheid voor het grondwater<br />

betekent eveneens dat een mogelijke verontreiniging<br />

snel in de bodem kan doordringen. Op<br />

plaatsen met een goede doorlatendheid zal het<br />

grondwater dan ook kwetsbaarder zijn dan op<br />

plaatsen waar de ondergrond weinig doorlatend<br />

is.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 11<br />

Modder is in het<br />

stroomgebied van<br />

de <strong>Maarkebeek</strong><br />

niet zomaar modder.<br />

Door de steile<br />

hellingen kunnen<br />

grote, snelle en<br />

krachtige waterafvoeren<br />

optreden.<br />

Dit water spoelt<br />

gemakkelijk losliggendegronddeeltjes<br />

mee, wat leidt<br />

tot verarming van<br />

de akkers, en tot<br />

vervuiling stroomafwaarts.<br />

Begroening van de<br />

hellingen is dan<br />

ook noodzakelijk<br />

om deze erosie<br />

tegen te gaan.


Landgebruikskaart:<br />

akkers en<br />

weiden domineren<br />

het stroomgebied.<br />

Reliëf, landschap en bodemgebruik<br />

Het brongebied van de <strong>Maarkebeek</strong> situeert zich<br />

in het golvende landschap van de <strong>Vlaamse</strong><br />

Ardennen. De hoogste toppen in het stroomgebied<br />

gaan tot 150 meter boven zeeniveau in het<br />

Waalse gedeelte. De benedenloop van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> ligt in het vlakke gebied van de<br />

Scheldevallei. De hoogteligging is daar niet meer<br />

dan 10 à 15 meter boven zeeniveau. De waterlopen<br />

hebben in de loop der eeuwen valleien<br />

met een typisch asymmetrisch dalstelsel uitgesneden<br />

in het landschap. De hellingen die<br />

gericht zijn naar het WNW tot ZZO zijn relatief<br />

steiler, terwijl zachtere hellingen naar het oosten<br />

en noorden georiënteerd zijn. De bovenloop van<br />

de <strong>Maarkebeek</strong> en de belangrijkste zijbeken vertonen<br />

een opvallende noord-zuid richting.<br />

12 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

Het heuvelende landschap vertoont een uitgesproken<br />

agrarisch karakter. Het brongebied van<br />

de bovenlopen bevindt zich in bebost gebied,<br />

maar verder stroomafwaarts zijn het voornamelijk<br />

akkers en weilanden waartussen de waterloop<br />

stroomt, veelal met hoge landschappelijke<br />

waarde. Op de steilste hellingen, zoals de rechteroever<br />

van de midden- en benedenloop van<br />

de <strong>Maarkebeek</strong>, en langs enkele bovenlopen,<br />

komen verspreid nog enkele waardevolle bronbossen<br />

voor.<br />

Door het hellende landschap en de leembodem<br />

van het Kwartair is het gebied vrij gevoelig voor<br />

bodemerosie. Het toepassen van verkeerde landbouwtechnieken<br />

leidt tijdens hevige regenbuien<br />

dan ook snel tot een behoorlijk hoog bodemverlies,<br />

waardoor waardevolle landbouwgrond verloren<br />

gaat en de valleigebieden geplaagd worden<br />

door modderstromen en sedimentoverlast.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 13<br />

De hoogtelijnenkaart<br />

weerspiegelt<br />

het sterke verval<br />

tussen de bovenstroomse<br />

gebieden<br />

en de hoofdwaterloop<br />

in de vlakte<br />

beneden.<br />

Linksboven de<br />

vallei van de<br />

Bovenschelde.<br />

Op het gewestplan,<br />

dat de wettelijke<br />

bestemming<br />

aanduidt van de<br />

percelen, dominerenlandbouwgebieden<br />

en landschappelijkwaardevollelandbouwgebieden.<br />

Linksboven het<br />

verstedelijkte<br />

Oudenaarde.


2<br />

De ecologische waarde<br />

van de <strong>Maarkebeek</strong><br />

Zoals meerdere waterlopen in de <strong>Vlaamse</strong> Ardennen hebben de <strong>Maarkebeek</strong> en haar<br />

zijlopen een groot ecologisch potentieel. De effectieve ecologische waarde wordt<br />

beïnvloed door een groot aantal factoren, die elkaar ook onderling nog eens in sterke<br />

mate beïnvloeden.<br />

Naast de biologische factoren zoals vegetatie en<br />

fauna, dragen ook andere elementen bij tot de<br />

ecologische rijkdom. Kwantitatieve aspecten,<br />

structuurkenmerken van het watersysteem en de<br />

fysisch-chemische kwaliteit van het oppervlaktewater<br />

zijn in de eerste plaats bepalend voor de<br />

aanwezigheid van biologische elementen en dus<br />

tevens voor de ecologische waarde van waterloop<br />

en vallei.<br />

De kwaliteit van het oppervlaktewater wordt al<br />

verschillende jaren bijgehouden door de<br />

<strong>Vlaamse</strong> <strong>Milieumaatschappij</strong> VMM. Zij beschikken<br />

hiervoor over een meetnet waar op geregelde<br />

tijdstippen biologische en fysisch-chemische<br />

kwaliteitsbepalingen uitgevoerd worden. De<br />

fysisch-chemische waterkwaliteit wordt bepaald<br />

aan de hand van de Prati-index. Deze index is<br />

een algemene overzichtsindex en wordt gebruikt<br />

om de zuurstofhuishouding te karakteriseren. Ze<br />

is gebaseerd op het percentage zuurstofverzadiging,<br />

het chemisch zuurstofverbruik (CZV) en het<br />

ammonium-stikstofgehalte. Een vergelijking van<br />

de Prati-index over de laatste tien jaar duidt op<br />

een matige tot een aanvaardbare verontreiniging<br />

van de waterlopen in het bekken. Er is geen duidelijke<br />

evolutie te herkennen.<br />

Voor de bepaling van de biologische kwaliteit<br />

wordt een andere index gebruikt, de Belgische<br />

Biotische Index (BBI). Deze parameter steunt op<br />

de aan- of afwezigheid van met het blote oog<br />

zichtbare ongewervelde diertjes in het water<br />

(zoals insecten, weekdieren, kreeftachtigen, wormen,<br />

e.d.). De BBI integreert twee factoren: de<br />

aan- of afwezigheid van enkele verontreinigingsgevoelige<br />

soortengroepen en de diversiteit (het<br />

totaal aantal aangetroffen soortengroepen). Het<br />

biologisch onderzoek evalueert de kwaliteit van<br />

een waterloop als biotoop. De fysisch-chemische<br />

14 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

kwaliteit van de waterkolom is daar slechts één -<br />

zij het uiterst belangrijk - onderdeel van. De<br />

kwaliteit van de waterbodem en de fysische of<br />

structuurkenmerken van de waterloop zijn andere<br />

belangrijke elementen. De Belgische Biotische<br />

Index geeft een geïntegreerd beeld van de chemische,<br />

biotische en fysische karakteristieken<br />

van zowel de waterkolom, als de waterbodem,<br />

de oevers, enz. Door zich te baseren op het<br />

voorkomen van bepaalde diersoorten in de<br />

plaats van chemische parameters evalueert de<br />

BBI daarenboven de waterkwaliteit over een ruimere<br />

tijdspanne.<br />

De biologische waterkwaliteit van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> is matig tot slecht. Ook de zijlopen<br />

van de <strong>Maarkebeek</strong> scoren niet veel beter. Twee<br />

metingen op de Mariaborrebeek in 1995 en<br />

1997 gaven zelfs een zeer slechte waterkwaliteit<br />

(BBI = 2). Dit heeft, naast de waterkwaliteit,<br />

uiteraard veel te maken met het feit dat deze<br />

beek over de volledige lengte ingebetonneerd is<br />

en dus weinig kansen biedt aan waterorganismen<br />

om te leven. In 2001 was de BBI gestegen<br />

tot 3, hetgeen overeenkomt met een slechte<br />

kwaliteit. Enkele bronlopen geven echter meer<br />

hoop: de Krombeek vertoonde bij 2 metingen in<br />

1999 en 2000 een zeer goede waterkwaliteit<br />

(BBI = 9). Over het algemeen zijn de bovenlopen<br />

beter van kwaliteit, aangezien ze dan nog<br />

niet door bebouwde zones gestroomd zijn, waar<br />

nog te vaak huishoudelijk en industrieel afvalwater<br />

ongezuiverd geloosd wordt.<br />

De bovenloop van de <strong>Maarkebeek</strong> wordt op de<br />

Biologische Waarderingskaart (BWK) vermeld als<br />

zijnde biologisch zeer waardevol. Hierbij wordt<br />

rekening gehouden met de voorkomende vegetatie<br />

en fauna. Ook de bovenlopen van de<br />

belangrijkste zijbeken (Pauwelsbeek en<br />

Nederaalbeek) zijn biologisch waardevol tot zeer<br />

waardevol. Deze waardering valt samen met het<br />

voorkomen van bronbos. Dit bronbos is echter<br />

het meest typisch ontwikkeld in het Burreken,<br />

een reservaatgebied waar een andere zijloop, de<br />

Krombeek, ontspringt. Het Burreken geniet al de<br />

status van beschermd landschap, en de<br />

Krombeek is verder gekenmerkt door een goede<br />

structuurkwaliteit. De bronbossen zijn aan de<br />

bovenlopen in de rest van het stroomgebied<br />

nergens intact, zoals dit bijvoorbeeld in het<br />

nabije Brakelbos (stroomgebied van de Zwalm)<br />

wel het geval is.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 15<br />

Een aantal<br />

bovenlopen, maar<br />

ook enkele kleinere<br />

waterlopen in<br />

het stroomgebied<br />

zijn nog<br />

biologisch waardevol.<br />

De prioriteitenklassen<br />

geven weer in<br />

welke mate een<br />

waterloop het verdient<br />

om<br />

beschermd te worden<br />

als waardevol<br />

biotoop. Het toont<br />

ook aan waar men<br />

met een minimum<br />

aan inspanningen<br />

kan komen tot<br />

waardevolle<br />

gebieden.


De overstromingen<br />

van december<br />

1999 veroorzaakten<br />

wateroverlast<br />

op verschillende<br />

plaatsen in het<br />

stroombekken.<br />

Bestaande en<br />

geplande waterzuiveringsinfrastructuur.<br />

De sanering<br />

en opwaardering<br />

van het<br />

waterlopenstelsel<br />

is slechts mogelijk<br />

door intensieve<br />

afkoppeling van<br />

de afvalwaterlozingen.<br />

Dat is niet<br />

vanzelfsprekend in<br />

een landelijk<br />

gebied. Naast de<br />

huishoudelijke en<br />

industriële lozingen<br />

blijft ook<br />

steeds de problematiek<br />

bestaan<br />

van de diffuse verontreiniging<br />

door<br />

de landbouw.<br />

Naast de kwaliteit van het oppervlaktewater is<br />

ook de structuur van de waterloop een maatstaf<br />

voor de ecologische waarde. Meanders, stroomkuilen<br />

en de aanwezigheid van holle oevers zijn<br />

voorbeelden van zulke waardevolle structuurelementen.<br />

Door menselijke ingrepen zoals het<br />

rechttrekken, betonneren of overwelven van een<br />

waterloop gaan deze vaak verloren. Dit is nadelig<br />

voor de waterflora en -fauna, die deze structuurelementen<br />

nodig hebben als vasthechtings-,<br />

schuil-, nest- of foerageerplaats. Bovendien<br />

wordt het water door rechtgetrokken (en dus<br />

kortere) waterlopen sneller afgevoerd, zodat het<br />

overstromingsgevaar stroomafwaarts toeneemt.<br />

Door het overwelven van de waterloop kan de<br />

vrije afvoer van het water belemmerd worden.<br />

Bij hevige regenval kan het water opwaarts van<br />

zo'n overwelving buiten de oevers treden. Dit<br />

geldt uiteraard ook voor duikers onder wegen.<br />

In het stroomgebied van de <strong>Maarkebeek</strong> vertonen<br />

de waterlopen op bepaalde plaatsen nog<br />

een wijde variatie aan structuurkenmerken. De<br />

Nederaalbeek vertoont over haar ganse lengte<br />

nog een vrij hoge graad aan meandering en<br />

holle oevers. De Molenbeek - <strong>Maarkebeek</strong> zelf<br />

bezit op bepaalde plaatsen nog een goede structuur,<br />

maar is over het algemeen toch te veel<br />

door menselijke ingrepen gewijzigd. De<br />

Krombeek daarentegen vertoont waardevolle<br />

structuurelementen.<br />

16 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

3<br />

Wateroverlast in het bekken<br />

van de <strong>Maarkebeek</strong><br />

Verschillende plaatsen binnen het stroomgebied van de <strong>Maarkebeek</strong> werden de voor-<br />

bije jaren getroffen door overstromingen. Deze wateroverlast gaat van plaatselijke<br />

effecten in landbouwgebied tot serieuze overstromingen, waarbij meerdere woningen<br />

getroffen worden. De gevolgen situeren zich bovendien niet enkel langsheen de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> zelf, ook de zijlopen kunnen hinder ondervinden.<br />

Naast uitzonderlijke meteorologische omstandigheden,<br />

is de oorzaak van de overstromingen<br />

echter hoofdzakelijk de schuld van menselijke<br />

ingrepen. Het rechttrekken en betonneren van<br />

de waterlopen (Pauwelsbeek, Mariaborrebeek)<br />

alsmede onoordeelkundige landbouwpraktijken<br />

op steile hellingen, zorgen voor een versnelde<br />

afvoer van het neerslagwater, zodat de benedenloop<br />

van de <strong>Maarkebeek</strong> meer water te verwerken<br />

krijgt dan zij kan afvoeren binnen haar normale<br />

bedding. Lokale hindernissen in de waterloop,<br />

zoals duikers, leiden vaak ook tot problemen,<br />

te meer ook omdat deze structuren gevoelig<br />

zijn voor verstopping door drijfvuil zoals takken,<br />

wortels, gras en allerlei afval. Daarnaast is<br />

het van belang te beseffen dat de waterloop,<br />

zoals ze er in de zomer uitziet, niet dezelfde<br />

hoeft te zijn als in de winter. Wanneer er in de<br />

winter grotere volumes aan water doorheen de<br />

bedding moeten afgevoerd worden, is het bij de<br />

meeste rivieren zo dat de rivier buiten zijn<br />

zomerbedding treedt en het winterbed inneemt.<br />

Helaas werd dit winterbed op vele plaatsen verkaveld<br />

en wordt het natuurlijke overstromingsgedrag<br />

van de waterlopen aanzien als een<br />

bedreiging. Waterlopen houden er niet van om<br />

in een eng keurslijf gewrongen te worden. Het is<br />

daarom van vitaal belang de rivieren terug de<br />

ruimte te geven die ze nodig hebben. Dit kan<br />

onder andere verwezenlijkt worden door het<br />

inrichten van overstromingsgebieden, waar extra<br />

hoeveelheden water tijdelijk geborgen kunnen<br />

worden, in plaats van te proberen het water zo<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 17<br />

Opwaartse zijde<br />

wachtbekken te<br />

Volsem.


1. Onder- en<br />

bovenslagrad,<br />

Nonnenmolen<br />

2. Borchtmolen<br />

3. Romansmolen<br />

4. Nonnenmolen<br />

5. Kasteelmolen<br />

6. Borchtmolen<br />

snel mogelijk af te voeren naar de monding,<br />

waardoor stroomafwaarts gegarandeerd problemen<br />

ontstaan.<br />

De storm van december 1999 zit in deze context<br />

nog vers in het geheugen. Door aanhoudende<br />

regens in de voorgaande weken was de<br />

bodem volledig verzadigd door het neerslagwater.<br />

De storm van Kerstmis ‘99 zelf was op zich<br />

niet zo uitzonderlijk, maar de combinatie met de<br />

verzadigde bodem leidde er wel toe dat het<br />

water onmogelijk nog in de bodem kon dringen.<br />

Hierdoor werd de hoeveelheid oppervlakkig afstromend<br />

water te groot om nog door de waterlopen<br />

verwerkt te kunnen worden, met alle<br />

gevolgen vandien. Tijdens deze storm kwamen<br />

in de gemeente Maarkedal een twintigtal en in<br />

Oudenaarde een vijftigtal huizen onder water te<br />

staan ten gevolge van overstromingen van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> en haar zijlopen.<br />

De grootste problemen deden zich voor in de<br />

wijk Schapendries nabij de monding van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong>, stroomopwaarts van de<br />

Nonnenmolen, en in het centrum van Etikhove.<br />

3<br />

6<br />

18 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

Dit laatste was te wijten aan een verstopping<br />

van een duiker door een afgedreven boomstam,<br />

waardoor het water van de Nederaalbeek opgestuwd<br />

werd en overstroomde.<br />

Langsheen de Rennebeek kwam een grote<br />

oppervlakte aan weiden en akkers onder water<br />

te staan. Daarnaast zorgden ook de Borgt-, de<br />

Ladeuze- en de Romansmolen voor grote opstuwingen,<br />

met overstromingen tot gevolg.<br />

1 2<br />

4<br />

5<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 19<br />

Kaartje waarop de<br />

belangrijkste<br />

wateroverlastzones<br />

horende bij de<br />

storm van december<br />

1999 aangegeven<br />

zijn.<br />

Overstromingen in<br />

landbouwgebied<br />

kunnen zowel de<br />

kwaliteit van de<br />

akkers als de kwaliteit<br />

van de waterloop<br />

beïnvloeden.<br />

Meegesleurd slib<br />

kan bezinken op<br />

de akkers, maar<br />

het terugtrekkende<br />

water kan ook<br />

pesticiden of<br />

meststoffen meenemen<br />

naar de<br />

waterloop.<br />

Vallei Rennebeek,<br />

december 1999.


4<br />

Pompstation op de<br />

Rennebeek.<br />

Pompstations zijn<br />

hydraulische<br />

infrastructuren die<br />

een belangrijke rol<br />

spelen in het<br />

gedrag van watersystemen<br />

en als<br />

zodanig dan ook<br />

een belangrijk<br />

onderdeel vormen<br />

van de computermodellen.<br />

De kracht van modelleringen<br />

Door het invoeren van de waterlopen in het stroomgebied van de <strong>Maarkebeek</strong> in een computermodel<br />

kan onderzocht worden hoe het afstromingsgedrag reageert op bepaalde ingrepen die erop gericht zijn<br />

de overstromingen terug te dringen op die plaatsen waar ze niet gewenst zijn.<br />

Het is een illusie te denken dat alle overstromingen<br />

totaal vermeden kunnen worden. Er zal steeds een<br />

storm komen die de vorige overtreft in grootte of<br />

duur. Bovendien is het ook vanuit een ecologisch oogpunt<br />

niet wenselijk dat een waterloop niet buiten zijn<br />

oevers kan treden. Het hedendaags integraal waterbeleid<br />

beveelt daarom aan om de waterloop de mogelijkheid<br />

te geven te overstromen, maar dan wel op die<br />

plaatsen waar de maatschappelijke hinder beperkt is.<br />

Indien dit gerealiseerd kan worden op plaatsen waar<br />

vroeger reeds overstromingen op een natuurlijke wijze<br />

optraden, dan resulteert dat in draagkrachtige veilige<br />

valleien, die bovendien kunnen uitgroeien tot landschappelijk<br />

en ecologisch waardevolle gebieden.<br />

20 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

Elke modellering wordt voorafgegaan door een uitgebreide<br />

inventarisatie waarin niet enkel de elementen<br />

nodig voor het opzetten van hydrologische en hydraulische<br />

modellen aan bod komen, maar die tevens<br />

aspecten van het natuursysteem en de ruimtelijke<br />

ordening omvatten. Hiermee kunnen knelpunten en<br />

eventuele ingrepen beter geëvalueerd worden in een<br />

bredere maatschappelijke context. De resultaten van de<br />

inventarisatie worden daartoe besproken op een lokaal<br />

wateroverleg. Ook het model, de geïdentificeerde<br />

knelpunten, de potentiële ingrepen en de uitwerking<br />

van de scenarioanalyses komen er uitgebreid aan bod.<br />

Er was een duidelijke consensus over de nood aan<br />

gemeenteoverschrijdende oplossingen.<br />

Computermodelleringen worden tevens voorafgegaan<br />

door een topografische opmeting van de hoofdwaterlopen,<br />

hier de <strong>Maarkebeek</strong> en een aantal zijlopen.<br />

Hierbij werden ook enkele valleigebieden opgemeten<br />

waar de uitbouw van een gecontroleerd overstromingsgebied<br />

zinvol leek.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 21<br />

Een ander belangrijk<br />

onderdeel van<br />

de computermodellen<br />

zijn de<br />

vorm en toestand<br />

van de oevers van<br />

de waterlopen en<br />

de hindernissen,<br />

die de waterstroming<br />

mee beïnvloeden.<br />

Hier een<br />

brug waaronder<br />

zelfs leidingen<br />

hangen die bij<br />

hoogwater vuil zullen<br />

vangen en de<br />

doorvoersectie nog<br />

zullen verkleinen.<br />

Om de kenmerken<br />

van de oevers en<br />

kunstwerken (foto’s<br />

rechts) nauwkeurig<br />

in het model te<br />

kunnen inbrengen,<br />

wordt alles door<br />

landmeetbureaus<br />

ten velde opgemeten<br />

en uitgetekend<br />

(grondplan van de<br />

waterloop links).<br />

Elk punt van de<br />

waterloop om de<br />

50 meter zal een<br />

rekenknoop worden<br />

in het computermodel<br />

en aaneengeregenworden<br />

tot een paternoster<br />

van rekenknopen.


De berekeningsresultaten<br />

van<br />

modellen moeten<br />

altijd gecontroleerd<br />

worden aan<br />

de hand van<br />

metingen ten<br />

velde. Daartoe<br />

worden zowel<br />

vaste neerslag- en<br />

waterpeilmeetstations<br />

gebruikt,<br />

als tijdelijke stations<br />

die gedurende<br />

een aantal<br />

maanden op<br />

belangrijke plaatsen<br />

neergezet<br />

werden.<br />

Neerslag en afvoer voorspellen<br />

Bij hevige neerslag verhoogt de afvoer en kan er wateroverlast<br />

optreden. Om deze processen te simuleren,<br />

wordt er gebruik gemaakt van twee computermodellen,<br />

namelijk een hydrologisch model en een hydrodynamisch<br />

model. Vooreerst modelleert het hydrologisch<br />

model de relatie tussen neerslaghoeveelheid en neerslagafvoer,<br />

met andere woorden de hoeveelheid neerslag<br />

die uiteindelijk in de waterlopen terecht komt.<br />

Niet alle neerslag komt immers onmiddellijk in de<br />

waterlopen terecht: een deel verdampt en infiltreert.<br />

De doelstelling van het hydrologisch model is het<br />

opstellen van inloophydrogrammen aan de invoerknopen<br />

van het hydrodynamisch model. Vervolgens<br />

modelleert het hydrodynamisch model de waterstroming<br />

in de waterlopen zelf, als resultaat van de neerslag<br />

die in de waterlopen terecht komt. Hierbij wordt<br />

onder meer de waterhoogte gesimuleerd, waaruit kan<br />

worden afgeleid of de beken uit hun oevers treden of<br />

niet. De combinatie van de twee modellen legt het verband<br />

tussen neerslag en overstromingen. Om dit verband<br />

zo getrouw mogelijk te maken, moeten de in het<br />

model opgenomen parameters eerst geschat en dan<br />

aangepast worden, totdat de modelresultaten zo goed<br />

mogelijk overeenkomen met gemeten waarden. Dit<br />

noemt men kalibreren of ijken. Voor het hydrologisch<br />

model is een belangrijke parameter de afvoercoëfficiënt;<br />

voor het hydrodynamisch model is een belangrijke<br />

parameter de bodemruwheid van de waterloop.<br />

22 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

Typen van regenbuien<br />

De hoeveelheid neerslag die uiteindelijk door een<br />

waterloop moet worden afgevoerd, kan worden berekend<br />

aan de hand van een hydrologisch model. Om de<br />

doeltreffendheid van ingrepen tegen wateroverlast te<br />

kunnen bepalen, moet om te beginnen bekend zijn<br />

welke typen van buien zich in het stroomgebied voordoen,<br />

en met welke kans van voorkomen. Concreter<br />

uitgedrukt is een antwoord nodig op de volgende vragen.<br />

Wat voor neerslagbuien zijn er in het verleden<br />

opgetreden, en met welke kans zullen deze in de toekomst<br />

opnieuw voorkomen? En hoeveel van deze neerslag<br />

komt uiteindelijk in de waterlopen terecht?<br />

De kenmerken van een typische bui in de zomer zijn<br />

verschillend van een bui in de winter. Zomerse buien<br />

zijn buien waarbij gedurende een korte periode heel<br />

veel neerslag valt. Vaak gaan ze gepaard met onweders.<br />

Doordat het water met zeer hoge intensiteit valt, krijgt<br />

het weinig tijd om in de bodem te dringen. Het water<br />

stroomt snel richting waterloop. De rivier krijgt in een<br />

korte periode grote hoeveelheden water te verwerken.<br />

Dit leidt tot zogenaamde hoge piekdebieten. In de<br />

winter is er vaak sprake van langdurige neerslag. Ook<br />

al is bijvoorbeeld de hoeveelheid neerslag die per uur<br />

valt niet groot, toch kunnen dit soort buien tot kritieke<br />

situaties leiden. Een watersysteem heeft een bepaald<br />

vermogen om water te bergen, enerzijds als grondwater,<br />

anderzijds in de rivier zelf en in aangrenzende<br />

overstromingsgebieden. Indien gedurende een aantal<br />

dagen neerslag valt, is op een gegeven moment de aanwezige<br />

bergingscapaciteit volledig opgebruikt. Er is<br />

dan sprake van verzadiging. Bij aanhoudende neerslag<br />

vloeit dan meer water naar de rivier en stijgen de<br />

waterstanden snel. De rivier gaat op zoek naar andere<br />

gebieden om het surplus aan water te bergen. In winterperioden<br />

is dus niet zo zeer de intensiteit, maar eerder<br />

de hoeveelheid neerslag die gedurende een aantal<br />

dagen valt de maatgevende factor. Dit leidt tot zogenaamde<br />

hoge volumedebieten.<br />

Herhalings- of terugkeerperiode<br />

Men kan een begroting maken van de herhalingsperiode<br />

van een afvoerdebiet. Herhalingsperioden van<br />

afvoerdebieten worden gekoppeld aan de grootte van<br />

regenbuien of aan overstromingen. Kleine regenbuien<br />

komen zeer vaak voor en hebben dus een kleine herhalingstijd.<br />

Zeer zware regenbuien komen minder frequent<br />

voor en hebben een grotere herhalingstijd. Deze<br />

herhalingstijden berusten op historische meetgegevens<br />

en zijn gemiddelde waarden. In de studie van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong> is gerekend met de herhalingsperiode van<br />

de afvoerdebieten zelf. Een bepaald afvoerdebiet met<br />

een herhalingsperiode van bijvoorbeeld 5 jaar, kan na<br />

3 jaar al opnieuw voorkomen maar kan ook 9 jaar op<br />

zich laten wachten. Hetzelfde kan gezegd worden voor<br />

een regenbui. Er moet echter opgepast worden met de<br />

interpretatie van de herhalingsperiode van een regenbui<br />

en een afvoerdebiet. Een bui met een bepaalde her-<br />

halingsperiode geeft niet steeds een afvoerdebiet met<br />

dezelfde herhalingsperiode, want de reactie van het<br />

stroomgebied op de bui hangt af van de initiële condities<br />

van dit gebied (zoals het verzadigingsgehalte van<br />

de bodem).<br />

Om inzicht te krijgen in de kans van voorkomen van<br />

afvoeren worden bijvoorbeeld limnigraafmetingen<br />

onderworpen aan een frequentie-analyse en regressieanalyse<br />

(wiskundige berekeningen op de van groot<br />

naar klein gerangschikte metingen). Om meer<br />

betrouwbare voorspellingen op langere termijn te kunnen<br />

doen, zijn deze gemeten reeksen vaak te kort. De<br />

metingen kunnen daarom aangevuld worden met<br />

geëxtrapoleerde waarden. Deze extrapolaties kennen<br />

een grote mate van onzekerheid, maar kunnen verbeterd<br />

worden door vergelijking met berekeningen in<br />

andere vergelijkbare stroomgebieden in Vlaanderen.<br />

Het bepalen van de piekwaarden en afgestroomde<br />

volumes aan de limnigraaf voor verschillende herhalingstijden<br />

is een belangrijk controlemiddel voor het<br />

hydrologisch model.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 23<br />

Wegen zijn vaak<br />

waterkerend, en<br />

vormen - soms tijdelijke<br />

- barrières<br />

tegen overstromingen.<br />

Zulke compartimenteringen<br />

dienen in het<br />

model gedefinieerd<br />

te worden<br />

om de overstromingen<br />

correct te<br />

simuleren.


Het hydrologisch<br />

model is een<br />

vertaling van de<br />

bekende kringloop<br />

van het water.<br />

De afvoer van<br />

regenwater uit het<br />

stroomgebied naar<br />

de waterlopen (het<br />

hydrologisch<br />

model) wordt berekend<br />

door het<br />

stroomgebied<br />

onder te verdelen<br />

in deelstroomgebieden.<br />

De groene<br />

klokjes zijn de<br />

watergolven<br />

(inloophydrogrammen)<br />

die deze<br />

deelgebieden in<br />

hun stukje waterloopbinnenbrengen.<br />

De rode klokjes<br />

zijn de afwaartse<br />

waterpeilen,<br />

waar het totale<br />

stroomgebied loost<br />

in de Schelde.<br />

Het hydrologisch model<br />

Het hydrologisch model simuleert het afstromingsproces.<br />

De resultaten van dit model vormen de inloophydrogrammen<br />

aan de invoerknopen van het hydrodynamisch<br />

model. Voor de studie van de <strong>Maarkebeek</strong> werd<br />

het Engelse model PDM gebruikt. Het PDM-model<br />

(Probability Distributed Moisture) is een conceptueel<br />

neerslag-afvoermodel geschikt voor continue simulaties.<br />

Een conceptueel model is gebaseerd op een vereenvoudigd<br />

concept voor de beschrijving van het neerslag-afvoerproces.<br />

Het model beschrijft de functionele<br />

relaties tussen invoer (neerslag) en uitvoer (afvoer) van<br />

het watersysteem aan de hand van semi-empirische<br />

wiskundige vergelijkingen. De fysische betekenis hiervan<br />

is echter onvoldoende opdat de parameters uit<br />

directe metingen kunnen afgeleid worden. De parameters<br />

dienen bepaald te worden door kalibratie. PDM<br />

werd in de loop van de jaren ’80 ontwikkeld door het<br />

bekende British Institute of Hydrology. In essentie laat<br />

een dergelijk model de oppervlakkig afstromende<br />

neerslag door een aantal opeenvolgende reservoirs<br />

lopen. Daartoe wordt de gevallen neerslag eerst via een<br />

verliesfunctie verminderd tot de hoeveelheid neerslag<br />

die oppervlakkig afstroomt (het verlies stelt de neerslag<br />

voor die verdampt, blijft staan in plassen of in de<br />

grond sijpelt). De reservoirs stellen dan de voornaamste<br />

fysische elementen (bergingen) van het stroomgebied<br />

voor die invloed hebben op de afstroming van de<br />

neerslag over de grond richting waterloop. Als belangrijkste<br />

kenmerk van PDM geldt het gebruik van een<br />

wiskundige verdelingsfunctie voor het bodemvochtgehalte<br />

(‘soil moisture capacity’) zodat niet langer met<br />

één conceptueel bodemreservoir gerekend wordt, maar<br />

met een ganse waaier van reservoirs. Dit laat toe om de<br />

dynamische aangroei van de vernattende gebieden in<br />

AANVOER<br />

24 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

EVAPO-<br />

TRANSPIRATIE<br />

OVERSTROMING<br />

AFSTROMING<br />

DIEPERE<br />

GROND-<br />

WATER-<br />

STROMING<br />

KWEL<br />

NEERSLAG<br />

INFILTRATIE<br />

AFVOER<br />

rekening te brengen zonder dat deze gebieden expliciet<br />

op kaart lokaliseerbaar moeten zijn. Er bestaan veel<br />

andere soorten modellen, die echter allemaal hun<br />

voor- en nadelen hebben.<br />

Omwille van de uitgestrektheid van het bestudeerde<br />

stroomgebied van de <strong>Maarkebeek</strong>, de ruimtelijke variabiliteit<br />

van de neerslag en het verschil in landgebruik,<br />

is voor de opbouw van het hydrologisch model het<br />

stroomgebied opgesplitst in deelstroomgebieden. Bij<br />

het vastleggen van de grenzen rond de deelstroomgebieden<br />

wordt rekening gehouden met topografische<br />

waterscheidingen, de behoefte aan informatie<br />

(inloophydrogrammen, overstromingsgevoelige gebieden,<br />

...), de situering van de meetpunten (limnigrafie,<br />

pluviografie, topografische opmetingen) en plaatsen<br />

waar significante veranderingen in de hydrologische<br />

en/of hydraulische randvoorwaarden optreden: neerslag,<br />

infiltratiekarakteristieken (bodemgebruik en<br />

bodemtype), afvoer, geometrie van de beek, locatie van<br />

waterbeheersingsinfrastructuur, ... Het hydrologisch<br />

model veronderstelt immers uniforme eigenschappen<br />

per deelgebied.<br />

Deze eigenschappen worden in het model vertaald<br />

door parameters. Een belangrijke parameter is de<br />

afvoercoëfficiënt, een maat voor de afstroming van de<br />

neerslag over het grondoppervlak. Voor gebieden met<br />

leembodems met geringe helling (0-5 %) en een landgebruik<br />

als gras, gewas of kale bodem variëren de<br />

afvoercoëfficiënten in het algemeen tussen de 20 en 50<br />

%. Zoals bij de Zwalm kunnen in extreme omstandigheden<br />

evenwel veel hogere waarden bekomen worden,<br />

vooral in de steile bovenlopen.<br />

Kalibreren, valideren en simuleren<br />

Om betrouwbare voorspellingen te doen, moet het<br />

model zo nauwkeurig mogelijk afgestemd worden op<br />

de karakteristieke eigenschappen van het gegeven<br />

stroomgebied. IJken of kalibreren gebeurt door berekende<br />

afvoerwaarden te vergelijken met metingen<br />

afkomstig van waargebeurde regenbuien, evenementen<br />

genoemd. Het is een iteratief proces, waarbij de parameters<br />

van het hydrologische model na elke rekencyclus<br />

worden bijgestuurd tot er voldoende overeenkomst<br />

wordt vastgesteld tussen gemeten en berekende<br />

waarden. In dit geval is de kalibratie uitgevoerd op<br />

basis van stormen uit de meetcampagne en uit de<br />

beschikbare meetreeks aan de spoorweg.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 25<br />

Detailfoto links:<br />

één van de vijzels<br />

van het pompgemaal<br />

op de<br />

Rennebeek.<br />

Foto rechts:<br />

Het is duidelijk dat<br />

slecht onderhoud<br />

van waterlopen en<br />

kunstwerken gans<br />

andere uitkomsten<br />

(zoals plaatselijke<br />

overstromingen)<br />

kan geven dan de<br />

computermodellen,<br />

die natuurlijk<br />

rekenen met een<br />

goed onderhouden<br />

watersysteem.


Akkerland<br />

langsheen de<br />

Rennebeek.<br />

December 1999.<br />

Dit gebied omvat<br />

de vroegere meersen<br />

van de<br />

Schelde, die gecultiveerd<br />

zijn ten<br />

behoeve van de<br />

landbouw.<br />

Het bestaat uit<br />

laaggelegen vlak<br />

land, waardoor<br />

overstromingen<br />

steeds grote oppervlakten<br />

blank<br />

zetten.<br />

Nadien wordt nog een controle (validatie) van het<br />

model uitgevoerd. Daartoe wordt het model gevoed<br />

met andere regenbuien dan degene die gebruikt werden<br />

bij de kalibratie. Zonder nog aan de parameters te<br />

sleutelen, laat men het model de afvoer berekenen voor<br />

deze buien. Deze berekende afvoeren worden dan vergeleken<br />

met de opgemeten waarden. Is de overeenkomst<br />

onvoldoende, dan dient het model verder verfijnd<br />

te worden tot uiteindelijk een goede berekening van<br />

de waargenomen waarden bekomen wordt.<br />

Eenmaal de kalibratie en validatie van het hydrologisch<br />

model is afgerond, worden in een volgend deel van het<br />

onderzoek de maatgevende hydrogrammen afgeleid.<br />

Eens het verband tussen neerslag en afvoer gekend is,<br />

kan men het hydrologisch model immers gebruiken<br />

om een afvoerreeks te genereren die veel langer is dan<br />

de waargenomen reeks. Op deze langere reeks kunnen<br />

meer nauwkeurige frequentie-analyses worden uitgevoerd.<br />

Daartoe werd de 100-jarige uurlijkse neerslagreeks<br />

van Ukkel (1897-1999) in het hydrologisch<br />

model ingevoerd en wordt een 100-jarige debietreeks<br />

bekomen. Men heeft als het ware de gemeten reeks<br />

geëxtrapoleerd in de tijd. Dit noemt men simuleren:<br />

men bekomt een reële inschatting van de afvoeren die<br />

de laatste 100 jaar in de <strong>Maarkebeek</strong> tot afstroming<br />

zijn kunnen komen. Uit deze 100-jarige debietreeks<br />

werden vervolgens op basis van een frequentieanalyse<br />

12 hydrogrammen geselecteerd die een bepaalde kans<br />

van voorkomen hebben.<br />

26 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

Deze 12 hydrogrammen kunnen als maatgevend<br />

beschouwd worden. Dat wil zeggen dat zij het ganse<br />

gamma van kleine naar grote stormen dekken, wat<br />

nodig is voor de bepaling van de schade door overstroming<br />

versus de kans op optreden (retourperiode)<br />

daarvan. Er moet immers een redelijke verhouding<br />

bestaan tussen de kosten van latere beveiligingswerken<br />

en de schade die daardoor vermeden wordt. In die zin<br />

heeft het meestal weinig nut om bijvoorbeeld de grote<br />

storm van 12-14 september 1998 als maatstaf voor<br />

beveiligingswerken te nemen. Deze storm was zo ontzagwekkend<br />

doch zeldzaam, dat beveiliging ertegen<br />

meer zou kosten dan de schade die éénmalig opgelopen<br />

werd.<br />

De selectie gebeurt op basis van twee verschillende criteria.<br />

Enerzijds worden er hydrogrammen geselecteerd<br />

die gekenmerkt worden door een groot afvoervolume,<br />

de zogenaamde winterhydrogrammen. Anderzijds<br />

worden hydrogrammen geselecteerd die gekenmerkt<br />

worden door een groot piekdebiet. Hoewel ze vaak ook<br />

in de winter voorkomen, worden deze hydrogrammen<br />

zomerhydrogrammen genoemd. Als resultaat krijgt<br />

men 6 maatgevende winterhydrogrammen en 6 maatgevende<br />

zomerhydrogrammen, voor terugkeerperioden<br />

van 2, 5, 10, 25, 50 en 100 jaar.<br />

Modelleren van stroming in<br />

waterlopen<br />

Om het gedrag van het water in een waterloop op specifieke<br />

locaties te voorspellen, wordt een computermodel<br />

opgebouwd dat de fysische kenmerken van die<br />

waterloop nabootst. Eens de bestaande toestand is<br />

opgebouwd als referentie kunnen eveneens geplande<br />

verbeteringswerken als scenario worden ingecalculeerd.<br />

Het hydraulisch model is immers een meccano<br />

van bouwstenen waar doorheen de stroming van het<br />

water berekend wordt, door het wiskundig oplossen<br />

van de vergelijkingen die het behoud van massa en het<br />

behoud van beweging uitdrukken. Door bouwstenen te<br />

veranderen of bij te voegen, kan een nieuwe toestand<br />

van het waterlopenstelsel bekomen en doorgerekend<br />

worden.<br />

Per deelstroomgebied zijn de door de waterloop te verwerken<br />

watervolumes als gevolg van de neerslagsituatie<br />

berekend door middel van het hydrologisch model. Ze<br />

vormen de inputgegevens voor de hydraulische<br />

(hydrodynamische) simulatie waarmee voor een aantal<br />

locaties waterstanden en debieten worden voorspeld in<br />

functie van de tijd.<br />

Het hydraulisch model bestaat uit een netwerk van<br />

bijna 2.000 rekenknopen. In deze knopen worden de<br />

fysische kenmerken van de waterloop beschreven.<br />

Andere knopen zijn de randvoorwaarden (inloophydrogrammen<br />

en afwaartse randvoorwaarde). De fysische<br />

kenmerken zijn dwarsprofielen ongeveer om de<br />

50 meter, hydraulische kunstwerken op de waterloop<br />

(watermolens, bruggen, vaste overlaten, (beweegbare)<br />

stuwen, duikers, stroming door openingen ter hoogte<br />

van een bypass) en de topografie van de overstromingszones.<br />

Het gebruikte softwarepakket ISIS berekent<br />

in de knopen de waterpeilen, debieten en stroomsnelheden<br />

in functie van de tijd - op basis van het verhang<br />

(de helling van de waterlijn), de natte sectie en de<br />

omtrek van het gedeelte van het beekprofiel dat onder<br />

water staat, en de wrijving van het stromend water<br />

tegen de beekbodem en oevers - rekening houdend<br />

met de interne en externe randvoorwaarden. De externe<br />

randvoorwaarden zijn een debiet in functie van de<br />

tijd (de inloophydrogrammen uit het hydrologisch<br />

model) en afwaarts de QH-relatie (debiet-waterhoogte<br />

relatie) in de Schelde te Oudenaarde. Interne randvoorwaarden<br />

omvatten de eigenschappen van de beekbedding<br />

en een wiskundige beschrijving van de aanwezige<br />

kunstwerken die een invloed hebben op de hydrodynamica.<br />

De afmetingen van de dwarsprofielen en de<br />

kunstwerken werden tijdens terreinwerk opgemeten<br />

door een landmeetbureau.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 27<br />

De Rennebeek<br />

was vroeger een<br />

zijloop van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong>.<br />

Bij het verkavelingsproject<br />

van<br />

Melden is de<br />

stromingszin<br />

omgekeerd. De<br />

beek watert<br />

nu via een pompgemaal<br />

af in de<br />

Schelde.<br />

In december 1999,<br />

is de de vallei<br />

van de Rennebeek<br />

ondergelopen door<br />

overstroming van<br />

de <strong>Maarkebeek</strong> ter<br />

hoogte van<br />

Schapendries<br />

(Oudenaarde).


28 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 29<br />

Eens het water uit<br />

de deelstroomgebieden<br />

in de<br />

waterlopen terecht<br />

is gekomen, zal<br />

het hydraulisch<br />

model berekenen<br />

hoe al dat water<br />

naar de Schelde<br />

zal vervoerd worden<br />

doorheen die<br />

waterlopen. In het<br />

bijzonder zal de<br />

overstroming van<br />

de oevers vastgesteld<br />

kunnen worden,<br />

evenals de<br />

wijze waarop het<br />

overstromend<br />

water de vallei zal<br />

vullen. Daartoe<br />

moet de nauwkeurige<br />

hoogteligging<br />

van deze valleigronden<br />

worden<br />

opgemeten en<br />

ingevoerd in het<br />

model. De kaart<br />

geeft dit snoer van<br />

opeenvolgende<br />

reservoirs of<br />

wachtbekkentjes<br />

langsheen de<br />

hoofdwaterlopen<br />

aan.


Overstroming van<br />

de Nederaalbeek<br />

aan Puttene,<br />

Etikhove.<br />

Opwaarts zal een<br />

overstromingszone<br />

worden uitgebouwd<br />

om het<br />

rusthuis stroomafwaarts,<br />

dat regelmatig<br />

door wateroverlast<br />

bedreigd<br />

wordt ingevolge<br />

onder meer een te<br />

krappe duiker, te<br />

beschermen.<br />

Het basismodel van de <strong>Maarkebeek</strong> omvat de hoofdloop<br />

vanaf de Kasteelmolen te Schorisse tot aan de<br />

monding in de Schelde. Hieraan werden de afwaartse<br />

segmenten van de Pauwelsbeek, de Nederaalbeek en de<br />

Mariaborrebeek toegevoegd, alsook de vertakkingen<br />

aan de watermolens. Omwille van het overlopen van<br />

water van de <strong>Maarkebeek</strong> naar de Rennebeek tijdens<br />

de storm van december 1999, werd ook de Rennebeek<br />

tot aan het gemaal opgemeten en toegevoegd aan het<br />

model. Op die manier kan de uitwisseling bestudeerd<br />

worden, maar ook hoe via de Rennebeek de wateroverlast<br />

langs de <strong>Maarkebeek</strong> eventueel verminderd zou<br />

kunnen worden. Het basismodel is uitgebreid met de<br />

valleigebieden die reeds overstroomden, of die in de<br />

toekomst als dusdanig zouden benut kunnen worden<br />

om elders wateroverlast te vermijden. De knopen van<br />

de vallei of alluviale vlakte bestaan uit bergingszones<br />

of ‘reservoirs’ waar water dat over de oevers stroomt -<br />

tijdelijk - geborgen wordt. De reservoirs worden gedefinieerd<br />

aan de hand van de oppervlakte binnen de<br />

hoogtelijnen van deze komgronden. Als de stroming in<br />

de alluviale vlakte niet verwaarloosbaar is, worden de<br />

dwarsprofielen soms gedefinieerd over de gehele<br />

breedte van de vallei of de winterbedding, of door een<br />

tweede parallelle waterloop die langs de oever in verbinding<br />

staat met de hoofdloop of de zomerbedding.<br />

De definitie van de alluviale vlakte in het model is<br />

essentieel om het model te valideren: de overstromingen<br />

moeten correct gesimuleerd worden (oppervlakte<br />

en waterpeil), zo niet wordt de zoektocht naar bijkomende<br />

‘gecontroleerde’ berging in de valleigebieden<br />

gehypothekeerd.<br />

30 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

Kalibreren, valideren en simuleren<br />

Om het model te kalibreren aan de werkelijkheid werd<br />

de periode van de meetcampagne en een aantal historische<br />

stormen doorgerekend. De onbekenden of onzekerheden<br />

- zoals de ruwheid van de bedding en van de<br />

oevers, en de verliescoëfficiënten van de kunstwerken -<br />

werden zoals bij het ijken van het hydrologisch model<br />

ook initieel geschat, en dan interactief gecorrigeerd<br />

totdat een goede overeenkomst tussen gesimuleerde en<br />

gemeten debieten en waterpeilen bekomen werd. Het<br />

geijkte model van de <strong>Maarkebeek</strong> is dan gevalideerd<br />

(gecontroleerd) op basis van simulaties met de afvoeren<br />

van de storm van december 1999. Zowel de<br />

gemeente Maarkedal als de stad Oudenaarde stelden<br />

hiervoor gedetailleerde optekeningen van de overstromingen<br />

ter beschikking. De gemodelleerde overstromingen<br />

bevestigen het beeld van de opgetekende overstromingen,<br />

en vullen mekaar aan: de overstromingen<br />

werden opgetekend aan de kruising van wegen met<br />

waterlopen, waarbij ook niet gemodelleerde waterlopen<br />

werden bekeken; de modellering laat dan weer toe<br />

de secties te identificeren waar de beken buiten de toegankelijke<br />

gebieden buiten hun oevers treden.<br />

De combinatie toont een beeld van een gelijkmatig<br />

verdeeld patroon. In het <strong>Maarkebeek</strong>stroomgebied is<br />

de volledige vallei ingeschakeld in het afvoerproces.<br />

Als het model gekalibreerd en gevalideerd is - de<br />

gemeten debieten en peilen worden correct berekend<br />

voor uiteenlopende hydrologische omstandigheden<br />

zoals droogweersituatie, buien of afvoeren met en zonder<br />

overstromingen - spreekt men van een geijkt<br />

model. Dat model kan gebruikt worden om uit te zoeken<br />

of een bepaalde ingreep of combinatie van ingrepen<br />

een effect hebben op de afvoer en de overstromingen.<br />

Het model laat toe te berekenen hoe groot deze<br />

ingreep moet zijn om het gewenste effect te bekomen.<br />

Daarna kan de waterbeheerder toetsen of deze ingreep<br />

haalbaar is, technisch en financieel, maar ook of deze<br />

gewenst is vanuit maatschappelijk oogpunt. Pas als er<br />

voldoende maatschappelijk draagvlak aanwezig is - dus<br />

geen of een beperkt of draaglijk conflict met verschillende<br />

belanghebbenden meebrengt - zal men daadwerkelijk<br />

overgaan tot het ontwerpen en uitvoeren van<br />

deze ingreep op het terrein. Om deze beslissingen mee<br />

te sturen, is het lokaal wateroverleg van groot belang.<br />

Het mathematisch model is dus een belangrijk middel<br />

om de waterbeheerder toe te laten om gefundeerde<br />

beslissingen te nemen over het beheer van de waterlopen.<br />

December 1999, woonwijk Schapendries te Oudenaarde.<br />

Water afkomstig van de <strong>Maarkebeek</strong> (achteraan op de<br />

foto) stroomt naar de akkerlanden in de vallei van de<br />

Rennebeek. Het verkavelen van de laaggelegen<br />

zones naast de waterlopen is niet bevorderlijk voor het<br />

vermijden van dit soort wateroverlast.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 31<br />

Ook in het stroomgebied<br />

van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong><br />

vormen overstromingen<br />

een<br />

belangrijk maatschappelijk<br />

probleem.


5<br />

Deze foto’s van<br />

kunstwerken<br />

geven een beeld<br />

van het waterlopenstelsel<br />

in het<br />

stroomgebied van<br />

de <strong>Maarkebeek</strong>.<br />

Welke ingrepen<br />

hebben effect?<br />

Met uitzondering van de studie van de verruiming van de duiker aan de monding van<br />

de <strong>Maarkebeek</strong> in de Schelde betreffen de ingrepen die in de scenariostudies onder-<br />

zocht werden allemaal het vertragen en verlagen van de afvoergolven. De onderzoch-<br />

te ingrepen in het stroomgebied van de <strong>Maarkebeek</strong> komen neer op het gecontroleerd<br />

laten overstromen van gebieden waar dit nog kan.<br />

Dit wordt bereikt door het opstuwen van water<br />

door middel van een knijpkunstwerk. Door het<br />

versmallen van de doorstroomopening wordt het<br />

water tegengehouden en opgestuwd, waardoor<br />

het opwaarts van het kunstwerk gemakkelijker<br />

buiten de oevers treedt. Om de nadelige effecten<br />

te beperken, worden zulke ingrepen bij<br />

voorkeur uitgevoerd in gebieden die al van<br />

nature overstromen, maar waar nog bijkomende<br />

berging gecreëerd kan worden door bijvoorbeeld<br />

een dwarsdijkje aan te leggen. Door zo een dijkje<br />

aan te leggen achter bestaande bermen (bvb.<br />

van een weg) blijft ook de landschappelijke hinder<br />

beperkt.<br />

Het knijpen gebeurt door een schuif- of een<br />

stuwconstructie. In functie van een afwaarts<br />

waterpeil (of debiet) wordt de opening zodanig<br />

verkleind dat dit afwaarts peil nooit boven een<br />

vooropgezet peil (waarbij de beek daar afwaarts<br />

buiten haar oevers zou treden) stijgt. Opwaarts<br />

van het kunstwerk zal de beek bij piekafvoeren,<br />

wanneer de opening verkleint om het afwaarts<br />

peil niet te doen stijgen, daarentegen wel buiten<br />

haar oevers treden en de bergingszone vullen.<br />

Wanneer dit reservoir zich volledig vult en de<br />

capaciteit dus niet voldoende is voor het verwerken<br />

van de afvoer van de desbetreffende<br />

storm, kan het water via een noodoverlaat afgevoerd<br />

worden. In dit geval zullen afwaarts toch<br />

nog overstromingen kunnen voorkomen.<br />

In het stroombekken van de <strong>Maarkebeek</strong> komen<br />

de overstromingen weliswaar gespreid voor over<br />

de beekvalleien van de <strong>Maarkebeek</strong> en de zijbeken,<br />

maar de grotere knelpunten, waar meerdere<br />

woningen onder water komen te staan,<br />

beperken zich tot de zones van de alluviale vlakte<br />

waar door menselijke ingrepen een slechte<br />

32 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

afvoersituatie geschapen is. Te Oudenaarde zijn<br />

dit de zones van de Lammenkensstraat (27<br />

woningen onder water op 26 december 1999)<br />

en Schapendries (20 woningen). Te Etikhove<br />

(gemeente Maarkedal) ligt het grootste knelpunt<br />

aan Puttene en de Gansbeekstraat (13 woningen<br />

getroffen door overstromingen van de<br />

Nederaalbeek).<br />

Mede door de steile hellingen van de deelstroomgebieden<br />

van de zijbeken is er een snelle<br />

neerslag-afvoerrespons met een hoge afvoercoëfficient.<br />

De deelstroombekkens zijn klein,<br />

zodat langs de hoofdloop van de <strong>Maarkebeek</strong><br />

snelle en gepiekte bijdragen van de zijbeken<br />

elkaar snel opvolgen. De computermodellering<br />

van de Zwalm, eigenlijk een zustergebied van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong>, wees uit dat het in zo een situatie<br />

enkel mogelijk is om de afvoer te verminderen<br />

en te vertragen door gespreide ingrepen op de<br />

zijlopen. Analyse van de scenario’s waarin afzonderlijke<br />

ingrepen bestudeerd werden, wijst uit<br />

dat het afwaarts effect van één enkele ingreep<br />

gering is en zich aan de monding van afwaarts<br />

gelegen belangrijke zijbeken beperkt tot enkele<br />

cm. Een combinatie van meerdere en gespreide<br />

ingrepen is dan ook nodig om een belangrijker<br />

effect te bekomen.<br />

Volgende zones werden onderzocht, van<br />

stroomopwaarts naar stroomafwaarts :<br />

Op de Molenbeek te Schorisse :<br />

• een gecontroleerd overstromingsgebied (GOG)<br />

opwaarts van de Kasteelmolen.<br />

Op de Pauwelsbeek :<br />

• een gecontroleerd overstromingsgebied ter<br />

hoogte van Wijmier.<br />

Op de Nederaalbeek :<br />

• twee gecontroleerde overstromingsgebieden,<br />

resp. op- en afwaarts van het centrum van<br />

Etikhove.<br />

Op de <strong>Maarkebeek</strong> :<br />

• twee aaneengeschakelde gecontroleerde<br />

overstromingsgebieden aan de Borgt- en de<br />

Romansmolen;<br />

• het optimaal benutten van het natuurlijk overstromingsgebied<br />

aan de monding van de<br />

Nederaalbeek.<br />

Voor de bestudeerde maatgevende afvoeren<br />

(afvoeren die om de 5, 10, 25, 50 en 100 jaar<br />

voorkomen), en voor de storm van december<br />

1999 (retourperiode van meer dan 50 jaar) leiden<br />

verschillende combinaties van deze ingrepen<br />

tot beduidende afname van de wateroverlast.<br />

De impact op de waterafvoer wordt in volgende<br />

tabel weergegeven.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 33<br />

De foto gans<br />

onderaan toont<br />

een experimenteel<br />

meetstation van<br />

de afdeling Water<br />

op de<br />

Mariaborrebeek.<br />

In de waterloop is<br />

een meetgoot<br />

gebouwd waarbij<br />

de waterloop vernauwt<br />

en terug<br />

verbreedt. In de<br />

keel - de nauwste<br />

plaats - kan dan<br />

een éénduidig wiskundig<br />

verband<br />

gelegd worden<br />

tussen het gemeten<br />

waterpeil en<br />

het debiet dat door<br />

de waterloop<br />

stroomt. Het station<br />

meet ook de<br />

neerslag, temperatuur<br />

én de hoeveelheid<br />

sediment<br />

(gronddeeltjes) die<br />

meegevoerd worden<br />

met het water.


Door akkers tijdelijk,<br />

gecontroleerd<br />

te laten onderlopen<br />

kunnen<br />

overstromingen in<br />

woonwijken vermeden<br />

worden.<br />

Overstromingen,<br />

december 1999.<br />

Geborgen Lokaal afvoer-volume Percentage Peilverlaging afwaarts het<br />

volume (m3 ) (m3 , dec. 1999) geborgen (%) GOG (cm)<br />

Kasteelmolen 37 000 294 000 12.6 30<br />

(Schorisse, Molenbeek)<br />

Pauwelsbeek 65 000 225 000 28.9 25<br />

opwaarts het 57 000 536 000 10.6 35<br />

centrum van Etikhove<br />

(Nederaalbeek)<br />

Borgt- en<br />

Romansmolen<br />

(<strong>Maarkebeek</strong>)<br />

139 000 1 093 000 12.7 20<br />

Het voorgestelde overstromingsgebied opwaarts<br />

op de Nederaalbeek zou op zich tot sanering<br />

van de toestand op deze waterloop kunnen leiden.<br />

De duiker aan de kerk op de Nederaalbeek<br />

vormt echter in belangrijke mate een belemmering<br />

voor de doorstroming van het beekwater.<br />

Deze duiker, bestaande uit twee ongelijke openingen<br />

die in een hoek op elkaar staan, blijkt<br />

een vangnet voor boomstammen, takken en<br />

andere obstakels die de doorstroming hinderen.<br />

Een grotere duiker leidt tot het wegnemen van<br />

34 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

de wateroverlast in Puttene. Toch is het niet<br />

mogelijk om bij een vergroting van de duiker de<br />

aanleg van het opwaartse overloopgebied te<br />

schrappen. Enerzijds worden door versnelde<br />

afvoer doorheen de nieuwe duiker de afwaartse<br />

segmenten (Gansbeekstraat) nog meer onder<br />

druk gezet, en anderzijds zal een opwaarst overstromingsgebied<br />

bij stormen ook bijdragen tot<br />

de algemene vermindering van de peilen op de<br />

<strong>Maarkebeek</strong>. In combinatie met ingrepen op de<br />

Pauwelsbeek, de <strong>Maarkebeek</strong> en Molenbeek te<br />

Schorisse, resulteert dit in de verbetering van de<br />

situatie te Oudenaarde (Lammekenstraat en<br />

Schapendries). Bij combinatie van ingrepen blijkt<br />

immers dat de <strong>Maarkebeek</strong> uit zichzelf niet meer<br />

overloopt naar de Rennebeek. De studie wijst<br />

ook uit dat de verruiming van de duiker aan de<br />

monding van de <strong>Maarkebeek</strong> in de Schelde een<br />

belangrijke bijdrage levert tot het verlagen van<br />

het peil in het afwaartse pand van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong>.<br />

De berging in het overstromingsgebied afwaarts<br />

van het centrum van Etikhove blijkt te beperkt<br />

te zijn om de inrichting als overloopgebied te<br />

verantwoorden. Er kan meer water geborgen<br />

worden in het natuurlijk overstromingsgebied op<br />

de <strong>Maarkebeek</strong> aan de monding van de<br />

Nederaalbeek. Door berging in de aaneengeschakelde<br />

overloopgebieden rond de Borgt- en<br />

Romansmolen komt aan de monding van de<br />

Nederaalbeek bergingscapaciteit ter beschikking.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 35<br />

Links: zijbeek van<br />

de Rennebeek, juli<br />

2001.<br />

Door de erosie en<br />

afspoeling van<br />

gronddeeltjes van<br />

akkers in hellende<br />

gebieden krijgen<br />

de waterlopen<br />

grote hoeveelheden<br />

slib te verwerken.<br />

Het slib kan<br />

bezinken in de<br />

waterloop en in<br />

duikers en zo de<br />

afvoercapaciteit<br />

voor het water<br />

beperken.<br />

Rechts: verkaveling<br />

Schapendries,<br />

juli 2001.<br />

Ondanks gekende<br />

wateroverlastproblemen<br />

worden de<br />

laaggelegen zones<br />

naast de waterlopen<br />

nog steeds<br />

gebruikt om nieuwe<br />

woningen te<br />

bouwen. Hierdoor<br />

wordt het natuurlijkeoverstromingsgebied<br />

van de<br />

beek steeds meer<br />

beperkt en zullen<br />

meer mensen<br />

lijden onder wateroverlast.


Waterlopen hebben<br />

ruimte nodig -<br />

een soort winterbed<br />

- om het afstromend<br />

water bij<br />

overmatige regenval<br />

zonder schade<br />

te kunnen bergen<br />

en afvoeren.<br />

Om verstopping<br />

door drijfvuil aan<br />

de meest kritieke<br />

hindernissen te<br />

vermijden, worden<br />

roosters of krooshekkens<br />

geplaatst<br />

die het vuil tegen<br />

houden. Meestal<br />

wordt ook een<br />

automatisch rakelmechanismeingebouwd<br />

dat het<br />

drijfvuil regelmatig<br />

boven haalt en op<br />

een transportband<br />

of in een afvalcontainer<br />

kiepert.<br />

Omwille van de grote volumes welke geborgen<br />

kunnen worden in de gecontroleerde overloopgebieden<br />

op de <strong>Maarkebeek</strong>, de Pauwelsbeek<br />

en de Nederaalbeek, kunnen deze ingrepen de<br />

grote afvoeren voldoende aftoppen voor de<br />

bestudeerde stormen.<br />

Het is belangrijk te benadrukken dat bij werking<br />

van de knijpkunstwerken, het water gedwongen<br />

wordt over te lopen in het natuurlijke valleigebied.<br />

De werking van de automatische knijpconstructies<br />

werd afgestemd op de storm van<br />

december 1999. Simulaties met deze regeling<br />

voor zomerafvoeren met een retourperiode van<br />

twee jaar tonen aan dat voor deze stormen de<br />

schuiven niet in werking treden. Dit betekent<br />

dat het ruimtebeslag door overstroming beperkt<br />

is in de tijd en hoogstens tweejaarlijks zal voorkomen.<br />

36 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

Om het ruimtelijk effect verder te beperken, is<br />

besloten het natuurlijk overstromingsgebied aan<br />

de monding van de Nederaalbeek te behouden<br />

als een schakel in de overstromingen van de<br />

<strong>Maarkebeek</strong>. Door de opwaartse ingrepen rond<br />

de Borgtmolen wordt dit gebied minder aangesproken.<br />

Er is een schuifregeling uitgewerkt voor<br />

het Borgtmolencomplex waarbij het natuurlijk<br />

overstromingsgebied terug ingeschakeld wordt,<br />

en waardoor de gebieden aan de Borgtmolen<br />

minder belast worden.<br />

Een belangrijk resultaat van de modellering is de<br />

kartering van overstroombare zones, dit zowel in<br />

de bestaande toestand als in de toestand met<br />

ingrepen (toekomstige toestand). Deze overstromingskaart,<br />

MOG-kaart genoemd of kaart van<br />

de gemodelleerde overstromingsgebieden, geeft<br />

aan welke zones de waterbeheerder tegen<br />

wateroverlast wil beschermen, maar legt ook de<br />

zones vast waar projecten onverenigbaar zijn<br />

met waterbeheer en waar de overheid niet voor<br />

de watergebonden veiligheid instaat.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 37<br />

De <strong>Vlaamse</strong><br />

Ardennen doen<br />

het hart van de<br />

rechtgeaarde wielerliefhebbersneller<br />

slaan… (foto<br />

boven). De streek<br />

is daardoor bij<br />

wetenschappers<br />

en beleidsmakers<br />

echter eveneens<br />

bekend om zijn<br />

erosieproblematiek:<br />

slecht bodemgebruik<br />

leidt tot<br />

belangrijke modderstromen(onderste<br />

foto).


6<br />

Wanneer het water<br />

zijn weg zoekt, kan<br />

het door niets<br />

tegengehouden<br />

worden.<br />

Oudenaarde,<br />

december 1999.<br />

Wat brengt de toekomst?<br />

De studie van de waterafvoer van de <strong>Maarkebeek</strong> en haar bijlopen heeft aangetoond<br />

welke maatregelen effect hebben op het overstromingskarakter van het stroomge-<br />

bied. Gunstige resultaten worden bekomen met het uitbouwen van natuurlijke over-<br />

stromingsgebieden waardoor tijdelijk meer water kan geborgen worden dan nu het<br />

geval is. Hierdoor kunnen de belangrijkste overstromingen in bebouwd gebied ver-<br />

meden worden.<br />

De afdeling Water zal - binnen de beschikbare<br />

middelen - de aanleg van deze overstromingsgebieden<br />

zo snel mogelijk realiseren.<br />

De studie heeft zoals alle modelleringsstudies in<br />

Vlaanderen ook aangetoond dat een aantal kleinere<br />

en plaatselijke overstromingsproblemen<br />

niet kunnen opgelost worden. Percelen langsheen<br />

de oevers zullen trouwens altijd een risicogebied<br />

blijven voor overstromingen, die niet<br />

tegen redelijke kosten te vermijden zijn vooral<br />

gelet op de onzekerheid hoe dikwijls de grote<br />

waterafvoeren verwacht mogen worden. Dit<br />

heeft enerzijds te maken met het eigen natuurlijk<br />

karakter van het stroomgebied en anderzijds<br />

vooral met het feit dat de mens dit natuurlijk<br />

karakter slecht gerespecteerd heeft, door er activiteiten<br />

in te ontwikkelen die niet verenigbaar<br />

zijn met het overstromingsgevoelig karakter van<br />

de streek. Het uitschakelen van deze kleinere<br />

overstromingen vergt zware ingrepen die niet<br />

meer toegelaten worden of onredelijk duur zijn:<br />

het bouwen van echte dijken of het uitgraven<br />

van wachtbekkens zal stuiten op verschillende<br />

bezwaren van overheden en omwonenden.<br />

Daarvoor is de streek te idyllisch. Het is dan ook<br />

belangrijk dat eigenaars van dergelijke percelen<br />

beseffen dat zij een eigen verantwoordelijkheid<br />

dragen en dat bebouwing aldaar best vermeden<br />

of opgeheven kan worden, of op zijn minst dat<br />

bouwen aldaar wanneer toegelaten de nodige<br />

voorzorgen vergt (vloerplaat hoger aanleggen,<br />

voorzien van pompkelder, enz.).<br />

38 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel<br />

In het moderne waterbeheer worden van de<br />

waterbeheerder geen harde waterbouwkundige<br />

ingrepen op de onbevaarbare waterlopen meer<br />

verwacht. Sleutelbegrippen zijn thans het<br />

opnieuw ruimte bieden aan het water en het<br />

herwaarderen van de ecologische waarde. Door<br />

behoud en verdere uitbouw van vooral natuurlijke<br />

overstromingsgebieden en bufferzones tracht<br />

men het overstromingsrisico in bebouwde zones<br />

te beperken zonder elders nieuwe problemen te<br />

scheppen. Op termijn zullen percelen langs de<br />

waterlopen wellicht opgeslorpt worden in een<br />

groene bufferstrook - met natuurvriendelijke<br />

oevers en een streekeigen beplanting van voldoende<br />

breedte - waarbinnen de waterloop en<br />

de waterafvoer zich vrij kunnen bewegen. Het is<br />

immers duidelijk dat natuurlijke overstromingsgebieden<br />

in de toekomst onbebouwd moeten<br />

gelaten worden, zoniet zal het rivierwater elders<br />

overstromen met nog grotere schade tot gevolg.<br />

De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel 39<br />

Een vertrouwd<br />

beeld na overstromingen:krantenknipsels<br />

en ook<br />

televisiebeelden<br />

smeren graag het<br />

leed en de fouten<br />

van anderen breed<br />

uit. Leed en fouten<br />

die vrij gemakkelijk<br />

hadden kunnen<br />

vermeden<br />

worden wanneer<br />

men zijn gezond<br />

verstand gebruikt<br />

had. In het geval<br />

van wateroverlast:<br />

indien men niet<br />

gebouwd had op<br />

die plaatsen die<br />

van oudsher toekomen<br />

aan de<br />

waterlopen en<br />

men dus het nodige<br />

respect had<br />

opgebracht voor<br />

het watersysteem.


Akkers langs de<br />

Rennebeek,<br />

december 1999.<br />

De overstromingen<br />

van december<br />

1999, Oudenaarde.<br />

Niet alleen liepen<br />

vele akkers onder<br />

water<br />

(Rennebeek),<br />

maar ook drong<br />

het water verschillende<br />

tientallen<br />

woningen binnen<br />

(Schapendries,<br />

Lammekensstraat,...),bepaalde<br />

wegen kwamen<br />

onder water<br />

waardoor enkele<br />

zones moeilijk toegankelijk<br />

waren.<br />

Op termijn zullen vooral brongerichte<br />

maatregelen moeten genomen worden<br />

om verdere wateroverlast te vermijden.<br />

Dit houdt in dat we de nog beschikbare<br />

ruimte verstandig gebruiken, niet alleen<br />

om extreme afvoeren te bufferen maar<br />

ook door allerlei initiatieven achterwege<br />

te laten die aanleiding geven tot verhoogde<br />

of versnelde afvoer. De aanleg<br />

van bijvoorbeeld minder verharde<br />

oppervlakten zoals parkings, het scheiden<br />

van rioolwater in leidingen en<br />

regenwater in open grachten, de installatie<br />

van regenwaterputten en bezinkingsbekkens,<br />

dienen de aandacht van<br />

iedere burger en ieder lokaal bestuur te<br />

krijgen. Ook het onderhoud van de<br />

bestaande infrastructuur is cruciaal in<br />

tijden van rampspoed. Enkel op deze<br />

manier komen we stilaan tot veilige<br />

stroomgebieden.<br />

40 De <strong>Maarkebeek</strong>: computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel


Ministerie van de<br />

<strong>Vlaamse</strong> Gemeenschap<br />

afdeling Water

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!