Branden als EGM-maatregel - Onderzoekcentrum B-WARE
Branden als EGM-maatregel - Onderzoekcentrum B-WARE
Branden als EGM-maatregel - Onderzoekcentrum B-WARE
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
andfrequentie (10-15 jaar) betekent dit dat er in gebieden met verhoogde Ndepositie<br />
zo<strong>als</strong> in Duitsland (N-depositie 23 kg N/ha/jaar) toch nog een aanzienlijke Naccumulatie<br />
in de heide kan plaatsvinden ondanks het periodieke brandbeheer. Door<br />
de brand werd daar voor 5 jaar geaccumuleerde N-depositie verwijderd, terwijl dat in<br />
Engeland tussen de 6–10 jaar bedroeg.<br />
Met gerichte beheer<strong>maatregel</strong>en kunnen, naast stikstof, ook flinke hoeveelheden<br />
fosfor (P) uit het systeem worden verwijderd. Het systeem schuift dan mogelijk van Ngelimiteerd<br />
of door N- en P-cogelimiteerd naar P-gelimiteerd. Soorten <strong>als</strong> Pijpestrootje<br />
(Molinia caerulea) die zijn aangepast aan een fosfaatarme bodem, hebben dan meer<br />
kans om Struikhei weg te concurreren (Hardtle et al. in druk). Het effect van Ndepositie,<br />
waardoor het van origine N-gelimiteerde systeem opschuift naar Pgelimiteerd<br />
(Verhoeven et al. 1996, Diemont & Oude Voshaar 1994), wordt op deze<br />
manier versterkt. Bij branden is de hoeveelheid fosfaat die uit het systeem verdwijnt<br />
relatief gering, in vergelijking tot <strong>maatregel</strong>en <strong>als</strong> plaggen en maaien, waardoor dit<br />
risico mogelijk kleiner is, zeker wanneer er ook vervolgbeheer plaatsvindt.<br />
Overigens is het goed te vermelden dat eind jaren ‘80 van de vorige eeuw de Ndepositie<br />
op Veluwse droge heidebegroeiingen 30-40 kg N/ha/jaar bedroeg, met in<br />
Noord-Brabant en Noord-Limburg niveaus van 40–60 kg N/ha/jaar (Bobbink et al.<br />
1992), en onder de toenmaliger condities branden in de winter maar een zeer beperkt<br />
deel van de opgehoopte N zou hebben verwijderd. Echter, door de sindsdien<br />
ingevoerde emissiebeprekende <strong>maatregel</strong>en is de N-depositie nu met 30-40 %<br />
verminderd (Boxman et al. 2008), wat betekent dat nu bij winterbranden in droge<br />
heidebegroeiingen een veel groter deel van de geaccumuleerde N-depositie zal<br />
worden verwijderd.<br />
2.4 Natte heide en hoogveen<br />
2.4.1 Inleiding<br />
In tegenstelling tot branden in droge heide is er weinig bekend van de effecten van<br />
branden op nattere systemen zo<strong>als</strong> hoogveen en natte heide. Het meeste onderzoek is<br />
gedaan in spreihoogvenen of Calluna-‘moorlands’ in Engeland en Schotland, maar<br />
over branden in deze vegetaties op het Europese vasteland is weinig bekend. Er zijn<br />
vrijwel geen meetgegevens beschikbaar over de abiotische effecten van het branden<br />
in hoogveen en natte heide.<br />
De effecten van branden op de vegetatie van natte heide en hoogveen zijn<br />
voornamelijk afhankelijk van de samenstelling van de vegetatie, de intensiteit en<br />
frequentie van de brand, het seizoen waarin wordt gebrand en het vochtgehalte van<br />
de bodem.<br />
Het verwijderen van vegetatie door branden is in veel gevallen gunstig, bijvoorbeeld<br />
om de hoeveelheid struiken te verminderen en om de heide te verjongen. In andere<br />
gevallen is het echter schadelijk, zo<strong>als</strong> bij het vernietigen van Spaghnum-bulten. Dit is<br />
zeker het geval wanneer een ongecontroleerde brand optreedt.<br />
2.4.2 <strong>Branden</strong> in natte heide en hoogveen<br />
Voor zover er onderzoek is gedaan naar branden van natte heide en hoogvenen, zijn<br />
alleen de gevolgen voor de vegetatie in kaart gebracht. Achterliggende<br />
bodemchemische processen zijn bij deze studies niet onderzocht. Het is daarom niet<br />
mogelijk een exact beeld te geven van de bodemchemische effecten van branden in<br />
deze systemen. Overigens is te verwachten dat de bodemchemische effecten van niet<br />
al te hete brand in natte heidesystemen op zandbodems, zo<strong>als</strong> in Nederland veelal het<br />
geval is, niet opvallend zullen verschillen van die in droge heidesystemen, maar dit<br />
dient zeker nog te worden geverifieerd. Opgemerkt dient te worden dat dit natuurlijk<br />
niet opgaat voor (hoog)veenbranden waarbij ook de veenlaag deels verbrandt.<br />
20 Directie Kennis