Branden als EGM-maatregel - Onderzoekcentrum B-WARE
Branden als EGM-maatregel - Onderzoekcentrum B-WARE
Branden als EGM-maatregel - Onderzoekcentrum B-WARE
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Verder is het mogelijk dat branden een positief effect op nitrificeerders heeft doordat<br />
de verbrande vegetatie bijna geen NH 4 + meer opneemt en er dus meer beschikbaar is<br />
voor deze groep van organismen. Doordat allelopatische componenten zo<strong>als</strong><br />
terpenen en fenolen in het strooisel verdwijnen tijdens een brand kan dit positieve<br />
effect op de nitrificatie nog versterkt worden (Klopatek & Klopatek 1997). Dit heeft tot<br />
gevolg dat al de beschikbare NH 4 + genitrificeerd kan worden tot NO3 - dat vervolgens<br />
gedenitrificeerd kan worden onder gereduceerde omstandigheden of kan uitspoelen<br />
(Klopatek et al. 1990a,b). Dit verlies van stikstof kan grote effecten hebben op de<br />
vegetatiesuccessie. Zo<strong>als</strong> eerder vermeld, kan de gemiddelde dagtemperatuur van de<br />
bovenste laag van bodem toenemen na een brand (Mohamed et al. 2007). Dit kan<br />
onder vochtige omstandigheden leiden tot een verhoogde microbiële activiteit en een<br />
snellere mineralisatie van organisch materiaal (Anderson & Hetherington 1999,<br />
Mohamed et al. 2007).<br />
2.3 Heide<br />
2.3.1 <strong>Branden</strong> van heide<br />
In droge heidesystemen is veruit het meeste onderzoek gedaan naar de effecten van<br />
branden. De volgende paragraaf geeft een overzicht van de veranderingen in abiotiek<br />
van het heidesysteem. Het effect van branden is afhankelijk van het<br />
ontwikkelingstadium van de heide. In een typische droge heide met Struikhei worden<br />
de volgende fases (Gimingham 1972) onderscheiden:<br />
Pionierstadium: kolonisatiestadium, waarbij jonge planten samen voorkomen met een<br />
aantal andere soorten (totdat de planten 2 tot 6 jaar oud zijn)<br />
Opbouwfase: het stadium van maximale groei en productiviteit. Individuen groeien<br />
samen en een dichte begroeiing ontstaat van een gelijke leeftijd (totdat de planten 10<br />
tot 15 jaar oud zijn). Struikhei domineert.<br />
Volwassen stadium: Fase waarin de begroeiing onregelmatig wordt en er tekenen van<br />
gaten ontstaan (totdat de planten 20 tot 25 jaar oud zijn).<br />
Afsterffase: stadium waarin de planten afsterven vanuit het centrum waardoor er<br />
grote gaten in de vegetatie ontstaan.<br />
Foto 2.1. <strong>Branden</strong> van droge heide. Foto: Rense Haveman.<br />
16 Directie Kennis