18.09.2013 Views

Branden als EGM-maatregel - Onderzoekcentrum B-WARE

Branden als EGM-maatregel - Onderzoekcentrum B-WARE

Branden als EGM-maatregel - Onderzoekcentrum B-WARE

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

is hierbij tot nu toe buiten beschouwing gebleven. Periodiek branden is een<br />

traditionele gebruiks- of beheermethode die in het verleden op meerdere plaatsen in<br />

het heidelandschap werd toegepast. Dit gebeurde vooral in heideterreinen en soms in<br />

duingraslanden, om de vegetatie te verjongen en de opslag van struiken en bomen<br />

tegen te gaan. In de jaren ’80 van de vorige eeuw bleek dat branden minder efficiënt<br />

is voor de afvoer van nutriënten dan bijvoorbeeld plaggen en bleek ook dat branden<br />

negatief kan uitwerken voor veel faunagroepen. Hierdoor werd brandbeheer<br />

nauwelijks meer toegepast en heeft deze <strong>maatregel</strong> in ons land nooit serieus<br />

aandacht gekregen <strong>als</strong> <strong>EGM</strong>-<strong>maatregel</strong>. De laatste jaren zijn er door beheerders<br />

positieve ervaringen gemeld met kleinschalig branden. Tegelijkertijd sorteren<br />

reguliere beheer<strong>maatregel</strong>en niet altijd het gewenste effect. Daarom is het zinvol om<br />

de ervaringen met periodiek branden en de kennis die er in binnen- en buitenland is<br />

over de effecten daarvan op de beschikbaarheid van nutriënten, vegetatie en fauna,<br />

op een rij te zetten.<br />

Periodiek afbranden van de vegetatie vermindert, in ieder geval tijdelijk, de<br />

bovengrondse biomassa en de concurrentie tussen plantensoorten en vergroot de<br />

kans op (her)vestiging van soorten. Daarbij is in ieder geval van belang dat de<br />

zaadvoorraad door de brand niet wordt aangetast. <strong>Branden</strong> wordt traditioneel in<br />

hoofdzaak ’s winters uitgevoerd, waardoor de brand niet diep in de bodem<br />

doordringt. Dit is ook gunstig voor faunasoorten die in de grond overwinteren en<br />

zullen profiteren van de open plekken die door branden tijdelijk worden gecreëerd,<br />

met gunstige microklimaatcondities. Van andere diergroepen overwinteren de larvale<br />

stadia juist bovengronds in de overstaande vegetatie. Deze worden door branden in<br />

de winterperiode juist vernietigd. De effecten lopen daarom sterk uiteen en hangen<br />

nauw samen met de levensgeschiedeniskenmerken van faunasoorten. Het grootste<br />

effect van brand op faunasoorten treedt echter op na brand, wanneer een (soms<br />

uitgedunde) populatie zich moet handhaven in een totaal veranderde omgeving, waar<br />

gedurende korte of langere tijd een gebrek aan geschikt voedsel is en een veel<br />

extremer microklimaat heerst. De effecten van brand op populatieniveau van<br />

diersoorten zullen daarom enerzijds sterk afhangen van het seizoen waarin en de<br />

schaal waarop wordt gebrand en anderzijds van de eigenschappen van de<br />

verschillende diersoorten.<br />

Het “verschralende” effect van branden verschilt sterk, afhankelijk van het type<br />

vegetatie, de intensiteit van de brand en de weersomstandigheden tijdens en na de<br />

brand. Het verlies aan bovengronds aanwezige stikstof kan aanzienlijk zijn, terwijl<br />

fosfor en veel kationen in asdeeltjes achterblijven. Ook kan een tijdelijke verhoging<br />

van beschikbare ionen in de bovenste bodemlagen direct na brand optreden. Na een<br />

of twee seizoenen is dit effect doorgaans weer verdwenen. Bij een periodieke<br />

winterbrand is de temperatuur niet al te hoog en blijft het organisch deel van het<br />

humusprofiel nagenoeg onaangetast. Het brandproces is overigens sterk afhankelijk<br />

van de windsnelheid en het vochtgehalte van bodem en bovengrondse vegetatie.<br />

<strong>Branden</strong> heeft naar verwachting nauwelijks effect op de totaal aanwezige<br />

nutriëntenpool in de bodem.<br />

1.3 Vraagstelling en werkwijze<br />

De vraagstelling die aan dit rapport ten grondslag ligt luidt: onder welke<br />

omstandigheden en onder welke voorwaarden vormt branden een geschikte<br />

effectgerichte <strong>maatregel</strong> tegen de effecten van vermesting en verzuring in droge<br />

heide, natte heide, droge duingraslanden, en in vergrast hoogveen? Dit advies<br />

voorziet in een kritische analyse en evaluatie van de toepassing van ‘branden’ <strong>als</strong><br />

herstel<strong>maatregel</strong> in Nederland, waarbij ook onderscheid is gemaakt tussen branden<br />

<strong>als</strong> regulier beheer en <strong>als</strong> mogelijke herstel<strong>maatregel</strong>.<br />

Voor het opstellen van dit adviesrapport is geen experimenteel onderzoek verricht,<br />

maar gebruik gemaakt van oude en recente literatuurgegevens, aangevuld met kennis<br />

van beheerders. Er is begonnen met een literatuurstudie. Daarbij is op basis van<br />

10 Directie Kennis

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!