JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
wijl in de ogen tranen blonken.<br />
Reynaert beveelt om zonder dralen<br />
Bruyant en Bruin de beer te halen.<br />
Men nam hun de blinddoek af<br />
en zij verlaten op een draf<br />
de burcht op hun Arabische paarden.<br />
Aan hun zij blinken hun zwaarden.<br />
Opgelucht zijn ze en zeer content.<br />
Ze houden halt voor Nobels tent<br />
en deze van vreugde uitgelaten<br />
drukt ze lachend in zijn armen.<br />
Terwijl hij vol vriendschap tot hen<br />
spreekt<br />
kust en omarmt hij ze steeds weer.<br />
– Toen ik u wist in Reins gevang,<br />
was ik voor u, barons, zeer bang,<br />
maar dankzij de genade Gods<br />
staat ge gezond weer voor uw vorst.<br />
Blij was Reynaert terug te zien<br />
zijn zoon en heelhuids bovendien,<br />
maar hij was toch ongerust<br />
over de wonde aan zijn rug.<br />
Hij heeft zijn uitrusting afgelegd<br />
en zijn dokters, zeer onderlegd,<br />
hebben de wonde en het vocht<br />
zeer nauwkeurig onderzocht.<br />
Zij verzorgden Rosvel zo goed<br />
dat zijn wonde was dichtgegroeid<br />
binnen een kleine veertien dagen.<br />
Dan kon hij weer wapens dragen.<br />
Nu Reynaert volkomen was genezen<br />
was hij weer te duchten en te vrezen.<br />
Hij liet zijn baronnen ontbieden<br />
en sprak tot deze edellieden:<br />
– Uw raad wil ik vandaag niet vragen,<br />
want wij moeten een uitval wagen<br />
om onze vijand te belagen<br />
en hem toe te brengen kwade slagen.<br />
Ze wapenen zich goed en vlug<br />
en alover de neergehaalde brug<br />
verlaten zij het kasteel tezamen.<br />
Waarom hun rit in ‘t lang verhalen?<br />
Zij storten zich in ‘s konings heer,<br />
maar het is niet ongewapend meer.<br />
en ‘t stelt zich manmoedig te weer<br />
om zijn huid duur te verkopen.<br />
Groot lawaai maken trommels en horens.<br />
Vooraan aan ‘t hoofd van zijn legioen<br />
99<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07<br />
strijdt koning Nobel, de Lioen.<br />
Gewapend is hij van kop tot teen<br />
en krijgshaftig als geen één.<br />
Als Reynaert Nobel ziet afkomen<br />
geeft hij zijn paard woedend de sporen<br />
en hij stormt in gestrekte draf<br />
met gevelde lans op hem af.<br />
Maar al bij hun eerste contact<br />
zijn beider lansen afgeknakt<br />
en zij rennen elkaar voorbij<br />
zonder kwetsuren of averij.<br />
Ysegrijn zittend op een paard,<br />
wel tweehonderd goudbezant waard,<br />
stuurt zijn ros naar de stier Bruyant<br />
en houdt stevig geveld zijn lans.<br />
Maar ook Bruyant komt aangesneld<br />
in volle draf, met veel geweld.<br />
Ze bevechten elkaar met wisselkansen<br />
en fijn aangescherpt zijn hun lansen.<br />
Ysegrijn gedraagt zich als een held,<br />
treft de stier met zo’n geweld<br />
dat hij zijn speer dwars door<br />
Bruyants lichaam heeft geboord.<br />
Hij valt onder die slag van zijn paard<br />
maar heeft daarbij zo’n kreet geslaakt<br />
dat heel het leger schrikt en beeft.<br />
Nobel, die de kreet vernomen heeft,<br />
wendt zijn paard meteen naar die kant.<br />
In ‘t gras ziet hij liggen daar Bruyant,<br />
wiens ziel zijn lijk al verlaten had.<br />
Toen Nobel hem daar levenloos zag.<br />
riep hij: Wee mij, ik heb te lang gewacht<br />
eer ik u hulp en bijstand bracht.<br />
Waarom ga ik terstond niet straffen<br />
die onverlaat en die verrader?<br />
Waarom niet wreken mijn baron<br />
op wie ik altijd rekenen kon?<br />
Hij spoort aan zijn Castiliaans paard<br />
en laat wapperen zijn standaard<br />
die zich ontrolt in de wind<br />
en door razernij verblind<br />
gaat Nobel in gestrekte draf<br />
zijn krijgers en barons vooraf.<br />
Een ruiter verlaat Reins rangen<br />
om de koning op te vangen,<br />
maar die geeft hem zulk een stoot<br />
dat de lans zijn harnas doorboort<br />
en uit zijn rug tevoorschijn komt<br />
in een vreselijke wond,