JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
overhandigt ge deze brief aan mij.<br />
Zo luiden, vriend, mijn instructies.<br />
– Heer, uw bevelen worden precies<br />
en zeer nauwkeurig voltrokken.<br />
De dienaar is met de brief vertrokken<br />
en de vos Reynaert blijft achter<br />
om met ongeduld te zitten wachten<br />
of al zijn plannen zullen slagen.<br />
De volgende dag bij het dagen<br />
zonder dat iemand ‘t hoorde of zag<br />
verliet de dienaar, die slim was,<br />
langs de brede poort de stad.<br />
Hij liet zijn ros draven op het gras<br />
en als ‘t bestoft was en bezweet,<br />
de dienaar weer de stad i<strong>nr</strong>eed.<br />
Hij geeft zijn paard zo fel de sporen<br />
dat ze door zijn huid heen boren.<br />
Hij kwam spoorslags aan ‘t paleis<br />
als keerde hij van een lange reis.<br />
Voet zet hij daar aan de grond<br />
en loopt naar de raadzaal terstond.<br />
Eerst groet hij de vos Reynaert<br />
en dan de vorstin zoals ‘t betaamt<br />
een edele vrouwe te begroeten:<br />
– Vrouwe, dat de Heer u hoede,<br />
koning Nobel laat u groeten<br />
en vraagt aan zijn baronnen<br />
deze missive goed te willen lezen.<br />
Weet allen, ik zweer het op mijn ziel,<br />
dat de vorst ons helaas ontviel.<br />
Hij is gesneuveld in de strijd<br />
met grote moed en dapperheid.<br />
– Wee mij, hoe ellendig is mijn lot,<br />
nu gestorven is mijn heer en vorst.<br />
In woede ontstoken slaat de vos<br />
de bode zo hard met zijn knots<br />
dat hij valt ter plekke dood.<br />
– Zwijg! zwijg! de vos Reynaert gebood.<br />
Late de Heer het niet gedogen<br />
dat we de koning zo verloren.<br />
Weet gij waarom de vos hem neersloeg?<br />
Omdat hij de idee niet verdroeg,<br />
hij de sluwe listigaard,<br />
dat de dienaar vroeg of laat<br />
hem aan de barons zou verraden.<br />
Hij geeft de brief aan Tybaert de kater,<br />
die voor de ridders en de graven<br />
en met uitgestoken snorharen,<br />
zich meteen aan ‘t lezen zet<br />
91<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07<br />
en de brief leest van a tot z.<br />
Dan verklaart kater Tybaert:<br />
– Ik zweer het op mijn hoofd, Reynaert,<br />
de vorst is waarlijk heengegaan<br />
en hij vraagt hier in Godes naam<br />
aan al zijn barons en getrouwen<br />
dat de koningin zou trouwen<br />
met heer Reynaert, die moet zijn<br />
voor haar een koning hoofs en fijn,<br />
en dat hij meteen en onverwijld<br />
als vorst erkend wordt in het rijk.<br />
Als Nobeline dit heeft gehoord<br />
richt zij tot de edelen het woord:<br />
– Heren, vermits van uw koning<br />
dit is de laatste wilsbeschikking,<br />
zal ik ze ten volle respecteren en<br />
geen tegenspraak tolereren.<br />
‘t Rijk behoort aan de koningin<br />
en ik wil blijven de vorstin.<br />
Maar eerst nog wil ik hier vernemen<br />
of Reynaert mij tot bruid wil nemen.<br />
– Vrouwe, zegt Rein, ik sta geheel<br />
gereed te doen wat u beveelt.<br />
– Bij God, dat is hoofs en beleefd.<br />
De baronnen zijn zeer bedroefd<br />
omdat ze verloren hun Lioen,<br />
maar blij omdat Reynaert de vos<br />
voortaan zal zijn hun nieuwe vorst.<br />
En tijdens de vergadering<br />
werd gehouden de verloving<br />
en in ‘t hele koninklijk paleis<br />
heeft de vreugde zich verspreid.<br />
Minnezangers en menestrelen<br />
zingen en spelen op hun vedel<br />
de dames en de freules dansen<br />
de mannen drinken veel en schransen,<br />
en weinigen slapen er die nacht,<br />
daar men alleen aan feesten dacht.<br />
De volgende morgen al trouwde<br />
met vos Reynaert de edele vrouwe<br />
en al de baronnen van het rijk<br />
zwoeren hem trouw en loyauteit.<br />
Op zijn hoofd plaatste men een kroon<br />
van Frieslandgoud zwaar en schoon;<br />
in zijn hand hield hij de keizerstaf<br />
die mooi met bloemen verguld was.<br />
Waarlijk, Reynaert had de figuur<br />
van een keizer en de statuur.<br />
De barons beloofden hulp in de strijd