JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Zie hoe heer Frobert en zijn krijgers<br />
de heidenen in ‘t zand doen bijten.<br />
Dan gaan ook zij, lans in de haak,<br />
achter de verslagenen aan<br />
en drijven ze terug in zee.<br />
Tegenstand toch biedt de kameel<br />
die ontwijkt de golvende zee<br />
om te vluchten over het strand<br />
en dan verder over het land,<br />
tot Frobert die hem steeds najaagt<br />
hem gevangen neemt en overdraagt<br />
met de teugel in de hand<br />
aan Nobel, de koning van het land.<br />
– Heer, dankzij God en mijn baronnen<br />
hebben we de vijand overwonnen.<br />
Hun hoofdman heb ik meegebracht<br />
zoals van een ridder wordt verwacht.<br />
– Mijn dank daarvoor, zegt koning Nobel.<br />
Er heerst grote vreugde in het leger.<br />
Dra van zijn wapens werd ontdaan<br />
de kameel, die zich als een laat<br />
voor des konings voeten werpt<br />
en tot de overwinnaar zegt:<br />
– Heer, ik smeek u om medelijden,<br />
lever me niet over aan uw krijgers.<br />
Behandel mij als uw eigen slaaf.<br />
Vergeef mij ‘t kwaad u aangedaan.<br />
– Nooit, schreeuwt de koning,<br />
laat ik u gaan, nooit als vrij man<br />
gaat ge hier vandaan.<br />
Gij wordt door ons, integendeel,<br />
behandeld en berecht, heer kameel,<br />
zoals het een verrader past.<br />
Gij wordt gehangen of verast.<br />
De vorst riep Bruin en Tiecelijn<br />
met Beaucent, Rosvel en Belijn,<br />
tezamen met Roönel, Doordhage<br />
en Frobert om hen te vragen:<br />
– Baronnen geef mij uw raad,<br />
wat doen we met deze renegaat?<br />
Hoe gaan wij op hem ons wreken?<br />
Wil nu uw advies uitspreken.<br />
Frobert antwoordt: – Bij Godes wille,<br />
laten we hem levend villen,<br />
als gij die straf, heer, accepteert.<br />
Nobel heeft dan geconcludeerd:<br />
– Het geschiedt zoals ge zegt.<br />
Dra wordt op het gras neergelegd<br />
de kameel en wijd uitgespreid<br />
90<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07<br />
en gevild in zeer korte tijd.<br />
Beaucent gaf ‘t sein en d’ eerste beet,<br />
Roönel hem met zijn tanden greep.<br />
Zij begonnen bij zijn achterwerk<br />
en ook Bruin de beer deed zijn werk.<br />
Volledig werd de kameel gevild<br />
en hun wraakgevoelens gestild.<br />
Nobel keek toe vol welbehagen<br />
nu de vijand was verslagen,<br />
al betreurde hij vele krijgers<br />
die hier hun rustplaats zullen krijgen.<br />
Met groot verdriet liet hij begraven<br />
al zijn doden die daar lagen,<br />
behalve de haan Canteclaer<br />
en de egel wijlen Stekelhaar,<br />
die hij daar niet wou achterlaten.<br />
Hij liet voor hen twee kisten maken<br />
om ze daarin op te baren.<br />
Zij zich vol vreugde op weg begaven<br />
elk naar zijn eigen burcht of stad<br />
waarnaar men zo’n heimwee had.<br />
Maar hier gaan we nu voorlopig<br />
verlaten het leger van de koning<br />
om over Reynaert nu te spreken<br />
die nog vol listen zit en streken.<br />
Na goed te hebben nagedacht,<br />
heeft Reynaert bij zichzelf gedacht<br />
dat hij met de bijstand van God<br />
kon worden de keizer of de vorst,<br />
aleer de maand zou zijn verlopen<br />
door de barons te doen geloven<br />
dat dood is Nobel, de Lioen.<br />
Een brief schreef de vos toen<br />
en liet terstond een dienaar komen:<br />
– Vriend, zei hij, ge gaat mij beloven<br />
op uw erewoord en op uw leven<br />
om geen enkel woord prijs te geven<br />
van wat ik u nu ga bevelen.<br />
– Heer, de dienaar hem antwoordt,<br />
ik beloof u op mijn erewoord<br />
uw bevel nooit te overtreden<br />
zolang ik op deze aarde mag leven.<br />
De dienaar heeft zijn eed gezworen<br />
en Reynaert laat hem zijn bevel horen.<br />
– Vriend, ga nu met bekwame spoed<br />
naar de baronnen met het verzoek<br />
om morgen naar ‘t paleis te komen<br />
omdat de vorst is omgekomen.<br />
En als ze dan vergaderd zijn