18.09.2013 Views

JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap

JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap

JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

en hij begint uit volle keel<br />

het laatste liefdeslied te kwelen.<br />

Met op zijn hoofd een leuke hoed<br />

laat hij merken ‘‘t gaat me goed.’<br />

Maar zijn gelaat laat niet uitschijnen<br />

dat hij ‘t lot kent van Ysegrijne.<br />

De wolf staart hem verbaasd aan<br />

en roept: – Kom naar mij, vriend<br />

Reynaert.<br />

Neve, het heeft niet veel gescheeld<br />

of ‘n keuterboer had mij gekeeld.<br />

Zie hoe die schooier van een dorper<br />

mij zo gemeen heeft vastgebonden<br />

met beide voeten aan deze eik.<br />

Zoveel slagen kreeg mijn veeg lijf<br />

dat ik niet meer voel mijn knoken<br />

die, vrees ik, alle zijn gebroken.<br />

Maar ‘k heb de schoft mores geleerd<br />

en het nogal vlug afgeleerd;<br />

ik heb zijn haren uitgetrokken<br />

met hele vlokken en veel lokken<br />

en dat, vriend, verheugt me zeer.<br />

– Mij ook, bij Onze-Lieve-Heer.<br />

Maar wat is er met u gebeurd?<br />

Het brengt mij danig uit mijn humeur.<br />

Bevrijden ga ik u nu meteen<br />

en ‘k zweer u op mijn woord van eer<br />

dat ik zelf, mijn lieve compeer,<br />

om u te eren en te behagen<br />

voor u die wanbof had verdragen.<br />

– Ik geloof u, zei Ysegrijn,<br />

maar verlos me eerst uit mijn pijn,<br />

bevrijd mijn voeten en mijn kuiten<br />

zodat ik u dank kan betuigen.<br />

– Graag gedaan, zei de sluwe vos<br />

en maakt de wolf zijn voeten los.<br />

Eens verlost springt Ysegrijn op<br />

want al een poos wachtte hij daarop<br />

en omhelst Reynaert als zijn prooi<br />

en zegt: – Lieve neef, bij Sint-Elooi,<br />

ik hou van u en zie u graag<br />

en dat dateert niet van vandaag.<br />

Rein, ge hebt mij gered het leven<br />

want waart ge hier weggebleven<br />

ik was voorzeker doodgegaan.<br />

Goddank, het is nog goed gegaan.<br />

En nu gaat ge zonder toeven<br />

mij vergezellen naar mijn hoeve<br />

om daar te eten een lamsbout<br />

69<br />

die ik in mijn kist in voorraad houd.<br />

De twee begeven zich op pad<br />

en zij houden niet op voordat<br />

ze komen aan een grote woning<br />

waar Hersent hen verheugd ontving.<br />

Meteen maakt zij het eten klaar:<br />

een aantal lammetjes en een paar<br />

hoenders eten ze op; buik sta bij.<br />

Toen afscheid nemen wilde Rein<br />

omdat hij dacht aan vrouw en gezin<br />

gaat hij naar d’ edele vrouw Hersint<br />

om haar te danken en ‘t verzoek te doen<br />

om te besluiten zijn bezoek.<br />

Maar Ysegrijn zegt: – Mijn beste man,<br />

daar is geen sprake of kwestie van.<br />

Bij mijn devotie voor Sint-Wallijn –<br />

zal ‘t niet voor vandaag of morgen zijn.<br />

– Ach, heer baron, zei de vos toen,<br />

willig toch in mijn klein verzoek<br />

want ik heb thuis nog veel te doen.<br />

– Ge vertrekt niet, zei de wolf koel,<br />

vandaag niet en ook niet morgenvroeg.<br />

– Ik bid u en ik smeek u, heer,<br />

belet niet dat ik huiswaarts keer,<br />

want weet, dat ik zodra ik kan,<br />

terugkeer om te zijn uw gast.<br />

– ‘k Zal uw vertrek dus niet verdagen,<br />

maar zweer dat gij binnen drie dagen<br />

terugkeert voor een lang bezoek,<br />

want ‘k hou meer van u dan ge<br />

bevroedt.<br />

– Het is beloofd, antwoordt Reynaert,<br />

en neemt afscheid van het wolvenpaar.<br />

Hij loopt eenzaam, hij loopt lang<br />

langs een eindloos stuk braakland<br />

en bidt God dat hij hem leidt en richt<br />

naar een plaats waar venizoen ligt<br />

dat hij voor zijn vrouw bestemt als buit<br />

die zwanger is en alleen wacht thuis.<br />

Toen zag hij voor zich waar hij liep<br />

een put die breed was en zeer diep.<br />

Hij bleef daar lang staan voor dat gat.<br />

Toen hij haarfijn gekeken had,<br />

bemerkte hij er doornstruiken zat<br />

met bramen overheerlijk rijp<br />

en in zo’n grote hoeveelheid<br />

dat hij in zijn hele leven<br />

nooit meer zou kunnen beleven.<br />

– Bij God, zei Reynaert, ik geloof<br />

Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!