JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vertaling<br />
■ Paul van Keymeulen<br />
Keizer Reynaert (branche XVI)<br />
Inleiding<br />
66<br />
Het is lente. In Malpertuis lijden de zwangere Hermeline en zonen Rosvel,<br />
Quadhout en Doordhage honger. Reynaert moet dus dringend op rooftocht. Hij ontmoet<br />
compeer Ysegrijn, die achtervolgd wordt door een groep boeren. Hij vlucht<br />
mee tot ze ‘geen dorpeling meer zagen’. Reynaert laat de uitgeputte wolf achter,<br />
maar keert weldra op zijn passen terug. Hij bindt de slapende wolf vast en verstopt<br />
zich dan in een gat. Een boer die toevallig voorbijkomt geeft Ysegrijn een pak rammel,<br />
maar wordt dan zelf door de wolf lelijk toegetakeld. Reynaert is getuige van het<br />
gevecht maar doet alsof zijn neus bloedt. Hij bevrijdt de niets vermoedende wolf en<br />
samen trekken ze naar Ysegrijns woonst om er zich te goed te doen aan een lamsbout.<br />
Alhoewel ook Hersent aandringt nog wat te blijven, trekt Reynaert verder. Bij<br />
een grote put ontdekt hij heerlijke braambessen. Hij wil ervan snoepen maar valt in<br />
de put en bezeert zich deerlijk aan de doornen. Gehavend en zonder resultaat trekt<br />
hij verder. In het open bos treft hij de hond Roönel die half dood werd geslagen door<br />
een boer. Reynaert drijft de spot met hem en hangt hem op aan een eik, hopend dat<br />
de hond zal stikken. Plots verschijnen de krijgers van de koning en de vos rent in<br />
paniek weg. Roönel wordt bevrijd en naar het hof gebracht waar de beste dokters<br />
hem genezen. Intussen is de vos bij een eik gearriveerd waarin hij een nest van een<br />
rode wouw met vier jongen ontwaart. Hij vreet de jongen op, maar wordt aangevallen<br />
door de razende ouders die hem deerlijk toetakelen. Hij blijft voor dood liggen.<br />
Een ridder vindt hem en beveelt zijn schildknaap de dood lijkende vos naar zijn kasteel<br />
te brengen. Hij wil de pels. Onderweg echter bijt Reynaert de knaap in de billen<br />
en hij slaagt erin te ontsnappen. Hij vindt de kruiden die zijn wonden helen.<br />
Opgelucht komt hij bij een kersenboom waarin Druwijn de mus zich te goed doet.<br />
Druwijn heeft negen jongen die aan jicht lijden. Reynaert belooft ze te genezen. Zij<br />
moeten worden gedoopt en daar hij ‘pape’ is zal hij het doopsel toedienen. Maar<br />
wanneer Druwijn zijn jongen naar de vos werpt vreet die ze op om daarna snel te<br />
verdwijnen. Druwijn zal zich wreken. Hij ontmoet de hongerige en erg verzwakte<br />
hond Morant die hij in ruil voor de belofte Reynaert eens flink aan te pakken aan<br />
een ham en wijn helpt op een voorbijrijdende kar. Reynaert wordt uit zijn woonst<br />
gelokt door Druwijn, waarna Morant zijn vel verscheurt. Nu is het de beurt aan<br />
Druwijn om de spot te drijven. Hersent vindt de zieltogende Reynaert en samen met<br />
Ysegrijn verzorgt ze hem tot hij weer geneest. Zeer tegen hun zin gaat hij weer zijn<br />
weg. Hij ontmoet een schildknaap ‘die aan ‘t ledigen is zijn blaas’. Hij springt op het<br />
paard van de schildknaap en vlucht weg. Op de zadelknop zit een jachtvalk die voor<br />
hem eenden vangt. Hij ontmoet de gewapende heer Slak die hem haat. In een<br />
gevecht doodt hij de slak.<br />
Tijdens zijn vlucht ontmoet hij een bode van de koning. Reynaert moet dringend<br />
naar het hof. Nobel wil raad. Onderweg ontmoet hij Grimbeert en zijn zoon<br />
Doordhage, die meldt dat Hermeline overleden is. Nobel wil ten oorlog trekken<br />
tegen de ketters nadat Reynaert hem de raad heeft gegeven een leger op de been<br />
te brengen. Zijn drie zonen worden tot ridder geslagen. Reynaert blijft als plaats-<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07