JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
62 en draag met ere mijn naam der namen: Honoré gepluimd! Maar hier bij ‘t lijk van Coppe, Sire, hoe mak ik ook mag zijn en hoe gedwee, kan ik het echt niet meer verkroppen… O wee! Sire! O wee! O wee! O Honoré! O Honoré! O wee! O wee! O wee! Uw Coppe ruste zacht, Placebo Domino, God gaf, God nam, zijn almacht zij geprezen. Het weze zo! Placebo Domino… U weet, Sire, niet elkeen heeft ‘t geluk, ik zeg dit zonder woede, zonder wrok, te kunnen rusten op een brits of kruk, laat staan gehurkt en op een schaam’le stok. Daarom was ik nooit gierig met mijn veren, ik gun de heren graag bed en matras, maar machtloos in een vossenmaag verteren is geen bestemming voor het hoenderras. O nee! O nee! O nee! Dit vast niet, Honoré. Altijd de gulle, altijd goed geluimd, gaf hij voor ‘t vaderland zijn veren en draagt met ere zijn naam der namen: HONORÉ GEPLUIMD! Maar hier bij ‘t lijk van Coppe, Sire, hoe mak hij ook mag zijn en hoe gedwee, kan hij het echt niet meer verkroppen – O nee! Sire! O nee! O nee! O Honoré! Enz. – – – Placebo Domino. Rein predikte ons de nieuwe grote Wet: gelijkheid, vrijheid, rust voor iedereen; elk hoen zijn eigen stok, elk dier zijn bed, we lieten Coppe achteloos alleen. Nog in de ban der loze vossenwoorden kraaide ik de grote Toekomst over ’t erf. Tiecelijn, 20, 2007
63 Terwijl ik kraaide was hij aan ‘t vermoorden: de Droom der Simplen wordt vaak hun verderf! O wee! O wee! O wee! Zijn naam is Honoré, altijd de gulle, altijd goed geluimd, gaf hij voor ‘t vaderland zijn veren en draagt met ere zijn naam der namen: HONORÉ GEPLUIMD! Maar hier bij ’t lijk van Coppe Sire, hoe mak hij ook mag zijn en hoe gedwee, kan hij het echt niet meer verkroppen – O wee! Sire! O wee! O wee! O Honoré! enz. – – – Placebo Domino. Tweede Reinaertlied Zo zijn de heren. Je siddert van angst en beeft, je voelt je een boef onder waardigen een schelm onder rechtvaardigen – maar je leert zolang je leeft. Het kan verkeren. O ‘t kan verkeren! Niets is heilig onder de zon bij de een gaat ‘t om de gulden, bij de andere om de ton. Ze vragen: ben je er tegen? Ze vragen: ben je er voor? Maar dan zeg ik bij me zelve: wat koop ik ervoor? Zo zijn de heren. Ze leiden je voor als boef. Maar je merkt, jij die hun behoeften kent dat je boef onder geboefte bent. En wat dan? Je trekt die troef. Het kan verkeren. O ‘t kan verkeren! Tiecelijn, 20, 2007
- Page 11 and 12: 11 ne volk bereiken. Het gebruik va
- Page 13 and 14: 13 Hier kan Collens zich volledig u
- Page 15 and 16: Pol de Mont 15 Pol de Mont heeft ee
- Page 17 and 18: afb. 6 a afb. 6 b Tiecelijn, 20, 20
- Page 19 and 20: afb. 8 a afb. 8 b Tiecelijn, 20, 20
- Page 21 and 22: afb. 10 a afb. 10 b Tiecelijn, 20,
- Page 23 and 24: Besluit Karel Collens heeft maar ko
- Page 25 and 26: ■ Nard Loonen In Frankrijk heeft
- Page 27 and 28: 4. Varianten van het toponiem 27 Da
- Page 29 and 30: FIG. 2: Roman de Renart. Paris, BnF
- Page 31 and 32: Ter verduidelijking geeft FIG. 4 de
- Page 33 and 34: Malpertus Sévérac-le-Château (12
- Page 35 and 36: Maupertuis La Couarde (79) ha Maupe
- Page 37 and 38: 01 Malpertuis Maupertuis, Tré- E J
- Page 39 and 40: 6. Selectie en andere onzuiverheden
- Page 41 and 42: 41 Het buurtschap Les Montpertuis,
- Page 43 and 44: 43 sique pertundere (donner un coup
- Page 45 and 46: 45 seau du Malpertuis, qui sert de
- Page 47 and 48: ■ Jan van Alphen Een vergeten Rey
- Page 49 and 50: In juni 1975 geeft de auteur op ver
- Page 51 and 52: 51 De liederen van Broes vormen een
- Page 53 and 54: Bert Broes Reinaert II Eerste Reina
- Page 55 and 56: hoort: de vos preekt hier de passie
- Page 57 and 58: 57 zaam leven slijt ver van veldbed
- Page 59 and 60: ‘t Gevecht was uitermate bloedig
- Page 61: 61 Ermelijne zeg weet je ’t nog s
- Page 65 and 66: 65 en honger, ziekte, last of leed,
- Page 67 and 68: 67 vervanger van Nobel aan het hof.
- Page 69 and 70: en hij begint uit volle keel het la
- Page 71 and 72: daar ook een poot in de strop hing.
- Page 73 and 74: duiken ze uitzinnig van razernij na
- Page 75 and 76: toch krijgt ge er een paar, wees ge
- Page 77 and 78: en elke waakhond heeft bezocht om t
- Page 79 and 80: De mus springt op de kop van ‘t p
- Page 81 and 82: zich zonder hemd tegen u vleit. Den
- Page 83 and 84: en op ‘t water van een vijver foe
- Page 85 and 86: Ze treden aan met hun legioenen van
- Page 87 and 88: en gij, vriend, met uw zonen beide
- Page 89 and 90: hoe een dier zo jong en zo klein to
- Page 91 and 92: overhandigt ge deze brief aan mij.
- Page 93 and 94: - Dat, vriendje, zegt ge zeer terec
- Page 95 and 96: kunnen Reynaert niet eens raken. Hi
- Page 97 and 98: en de manschappen van de vorst hiel
- Page 99 and 100: wijl in de ogen tranen blonken. Rey
- Page 101 and 102: Zij klimmen naar de binnenburcht di
- Page 103 and 104: 103 de vorst. Reynaert tracht de ko
- Page 105: Jaargang 20 nummer 1 1 Rik van Dael
62<br />
en draag met ere<br />
mijn naam der namen:<br />
Honoré gepluimd!<br />
Maar hier bij ‘t lijk van Coppe,<br />
Sire, hoe mak ik ook mag zijn<br />
en hoe gedwee,<br />
kan ik het echt niet meer verkroppen…<br />
O wee! Sire! O wee! O wee!<br />
O Honoré! O Honoré!<br />
O wee! O wee! O wee!<br />
Uw Coppe ruste zacht,<br />
Placebo Domino,<br />
God gaf, God nam,<br />
zijn almacht zij geprezen.<br />
Het weze zo!<br />
Placebo Domino…<br />
U weet, Sire, niet elkeen heeft ‘t geluk,<br />
ik zeg dit zonder woede, zonder wrok,<br />
te kunnen rusten op een brits of kruk,<br />
laat staan gehurkt en op een schaam’le stok.<br />
Daarom was ik nooit gierig met mijn veren,<br />
ik gun de heren graag bed en matras,<br />
maar machtloos in een vossenmaag verteren<br />
is geen bestemming voor het hoenderras.<br />
O nee! O nee! O nee!<br />
Dit vast niet, Honoré.<br />
Altijd de gulle, altijd goed geluimd,<br />
gaf hij voor ‘t vaderland<br />
zijn veren<br />
en draagt met ere<br />
zijn naam der namen:<br />
HONORÉ GEPLUIMD!<br />
Maar hier bij ‘t lijk van Coppe,<br />
Sire, hoe mak hij ook mag zijn<br />
en hoe gedwee,<br />
kan hij het echt niet meer verkroppen –<br />
O nee! Sire! O nee! O nee!<br />
O Honoré! Enz.<br />
– – – Placebo Domino.<br />
Rein predikte ons de nieuwe grote Wet:<br />
gelijkheid, vrijheid, rust voor iedereen;<br />
elk hoen zijn eigen stok, elk dier zijn bed,<br />
we lieten Coppe achteloos alleen.<br />
Nog in de ban der loze vossenwoorden<br />
kraaide ik de grote Toekomst over ’t erf.<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07