JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap

JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
18.09.2013 Views

Och God toch! Och God toch! Och God toch! Och God toch! Och God toch! de klokken! Och God toch! Och God toch! De beurs zonder naad! Och God toch! die nooit meer de beiaard slaat. 60 Vriend Tybaert is een schrander dier hij kent terdege de manier waarop veel van zijn soortgenoten terwille van sociaal bestaan door brave mensen zijn ontdaan van lage lust wekkende klo-o-ssen. Vriend Tybaert kan tevreden zijn, deed hij van angst de pape pijn, hij deed het enkel om zijn leven – en maakt meteen de pape vrij uit een tweeseksenmaatschappij. Is dat niet nobel en verheven? Julocke, Julocke Och God toch! Och God toch! enz. ‘t Verdriet is groot, ‘t verlies is klein de bisschop zal tevreden zijn nu geen getwist meer, geen synoden. Nu leeft de pape voor de leer en maakt zich vast geen zorgen meer om twee stuks van de tien geboden. Julocke! enz. Afscheidslied Reinaert – Ermelijne Reinaert, Reinaert, ik ben zo bang. Reinaert blijf bij mij. Je placht zo voorzichtig te zijn, zo omzichtig, je rook elke val, elke klem, elke kuil. En nu loop je de wolf en de beer in de muil. Reinaert weet ze verklaren je plichtig. Reinaert, Reinaert wees toch voorzichtig! Reinaert blijf bij mij… Tiecelijn, 20, 2007

61 Ermelijne zeg weet je ’t nog samen in de hei! En JIJ was een vrije en ik was een vrije. We lachten ons gek om een hond aan een lei, ach! we waren niet vet maar we waren toch VRIJ! Ermelijne laat mij maar betijen Ermelijne met list en vleien maak je dwazen blij. Reinaert, Reinaert ik ben zo bang. Reinaert blijf bij mij. Jij die in die hoofdstad Nooit een cent geloof had wat wil je als rebel voor een meidaggerecht? Want je kent toch de wolven, de wolven zijn slecht. Reinaert zelfs als je nooit iets geroofd had bleef je beter weg uit die hoofdstad. Reinaert blijf bij mij! Lied van Honoré U weet, Sire, ik ben een kleine man, verloren in de stille meerderheid, een simpele, die ‘t nauwelijks zeggen kan, die vreugde matigt en niet klaagt van spijt. Maar ook de simpelste heeft recht van spreken bij ‘t lijk van zijn bloedeigen kind, ‘t geboefte is onder ons, met kwade streken – en wij, de stille meerderheid, zijn ziende blind. O wee! O wee!! O wee! Mijn naam is Honoré, altijd de gulle, altijd goed geluimd gaf ik voor ‘t vaderland mijn veren Tiecelijn, 20, 2007

61<br />

Ermelijne<br />

zeg weet je ’t nog<br />

samen in de hei!<br />

En JIJ was een vrije<br />

en ik was een vrije.<br />

We lachten ons gek<br />

om een hond aan een lei,<br />

ach! we waren niet vet<br />

maar we waren toch VRIJ!<br />

Ermelijne<br />

laat mij maar betijen<br />

Ermelijne<br />

met list en vleien<br />

maak je dwazen blij.<br />

Reinaert, Reinaert<br />

ik ben zo bang.<br />

Reinaert blijf bij mij.<br />

Jij die in die hoofdstad<br />

Nooit een cent geloof had<br />

wat wil je als rebel<br />

voor een meidaggerecht?<br />

Want je kent toch de wolven,<br />

de wolven zijn slecht.<br />

Reinaert zelfs<br />

als je nooit iets geroofd had<br />

bleef je beter<br />

weg uit die hoofdstad.<br />

Reinaert blijf bij mij!<br />

Lied van Honoré<br />

U weet, Sire, ik ben een kleine man,<br />

verloren in de stille meerderheid,<br />

een simpele, die ‘t nauwelijks zeggen kan,<br />

die vreugde matigt en niet klaagt van spijt.<br />

Maar ook de simpelste heeft recht van spreken<br />

bij ‘t lijk van zijn bloedeigen kind,<br />

‘t geboefte is onder ons, met kwade streken –<br />

en wij, de stille meerderheid, zijn ziende blind.<br />

O wee! O wee!! O wee!<br />

Mijn naam is Honoré,<br />

altijd de gulle, altijd goed geluimd<br />

gaf ik voor ‘t vaderland<br />

mijn veren<br />

Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!