JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap

JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
18.09.2013 Views

voor mijn diensten u betoond bij uw vierendaagse koorts en ik u mijn genegenheid bood en ben gegaan naar Palermo, naar Rome en ook naar Salerno en ik heb veel gevaren doorstaan om bij d’ heidense Saracijnen te gaan halen de medicijnen om u te redden in de nood uit de klauwen van de dood. Schenk me daarvoor, edele koning, uw genade als beloning en moge Gods moeder, d’ heilige Vrouwe, Hem uw ziele toevertrouwen. Toen de vorst, die een wijs man was, hoorde hoe Reynaert hem ooit genas met wat hij uit den vreemde bracht, heeft hij lange tijd nagedacht. Iedereen zweeg en zei geen woord. Dan heeft Nobel Rein geantwoord: – Baronnen, geef allen mij uw aandacht. Daar staat de verrader, diep veracht, die mij veel onheil heeft gebracht. Nu wijst hij mij op mijn genezing waarvoor hij op pelgrimage ging en, heren barons, die herinnering wordt hem hier als baat gerekend, want zelfs voor al het goud ter wereld, doe ik hem vandaag geen kwaad. Ik vergeef hem dan nu totaal al zijn boze en kwade daden die ik van hem moest verdragen. Volledig is mijn vergiffenis zodat hij me niets meer schuldig is. Rein heeft Nobel zijn dank geboden Naschrift 102 Tiecelijn, 20, 2007 en daarop werd de vrede gesloten. De koning liet de aftocht blazen en zij die bij het beleg waren, hebben het beleg dan opgebroken. En de koning met zijn heer keerde naar zijn kasteel weer. Hij is nauwelijks nog maar binnen of daar komt vrouwe Nobeline. hem blij en stralend tegemoet en omhelst hem en hem zoent. Aan haar vorstelijke echtgenoot veinst ze minne teder en groot en zij betoont tevens haar vreugde wijl men feest viert vol geneugte in al de zalen van ‘t paleis. Nobeline bracht Nobel van de wijs met haar gevlei en haar gebaren, zodat de vorst niet kon aanvaarden dat zij en de vos getrouwd waren. Iedereen zal zich discreet tonen en niemand zal op ‘t idee komen om Nobeline aan te klagen en voor haar eega’s raad te dagen. Reynaert keerde terug naar huis naar zijn veilige Malpertuis waar zijn jongen hem welkom heetten zoals ze gewoonlijk deden. Hij leefde in vrede met vorst Nobel dat zelfs zij van Constantinopel door toespelingen of lasterpraat zoals in het boek geschreven staat hen niet zouden vervreemden van elkaar. De vriendschap tussen hen was totaal. En hiermee eindig ik mijn verhaal. De branche Renart empereur (XVI in de nummering van Strubel; XI bij Martin) is met 3410 verzen de langste van alle branches uit de Roman de Renart en dus qua lengte bijna zo lang als Van de vos Reynaerde (3469 verzen in het Comburgse handschrift). Het verhaal bestaat uit drie grote delen: een eerste betreft een reeks kleinere avonturen van de vos tussen hol en hof, vervolgens de kruistocht van de vorst en zijn baronnen terwijl de vos in het kasteel van de koning blijft en tot slot (als gevolg daarvan) de inname van de troon door de vos, die profiteert van de afwezigheid van

103 de vorst. Reynaert tracht de koningin en de koninklijke schatten in te palmen. Veel weerstand van de wel erg welwillende koningin is er niet. Zij laat zich Reynaerts avances welgevallen. Tot slot is er een geweldig gevecht tussen de zelfverklaarde vorst (vos) en de rechtmatige houder van de troon (leeuw). Volgens de Reynaerdisten Ernst Martin en Lucien Foulet is deze lange branche vrij saai. Wij gaan maar ten dele akkoord. Zwak zijn de vele inleidende stukjes, een conglomeraat van twisten tussen de vos en zijn vaak (maar niet steeds) gevleugelde tegenstanders (wouw, eenden, mus). De zoektocht naar voedsel is Reynaerts belangrijkste motief tot avontuur. De auteur kon hier ook een aantal verhalen samenbrengen of zelf toevoegen aan de massa reeds bekende verhalen van dit type. Opvallend is het aantal keren dat er over ‘het genezen’ wordt gesproken. Het ‘genezen’ loopt als een rode draad doorheen de avonturen. Een tweede type tocht is de tocht naar het hof. Vaak gaat de vos naar het hof om er een rechtszitting tegen hem te volgen en om aan zijn straf te ontsnappen. Hier verschilt de branche van wat we gewoon zijn. De vos wordt opgeroepen als ridder om aan een kruistocht deel te nemen. De bitsige strijd is een afspiegeling van een historische en/of literaire realiteit. Diverse gevechten, het nemen van gijzelaars, het ruilen van gevangenen, het innemen van de troon van de heerser die naar het Oosten was vertrokken, zijn te vinden in diverse romans die hier worden geparodieerd. In deze branche weet de vos de plaats van de leeuw in te nemen door met zijn echtgenote te trouwen. Dit doet ons denken aan wat Mordred onderneemt in La Mort Artu. Reynaert doet ook denken aan Lancelot die zoete broodjes bakt met koningin Guinevre. Reynaert deelt nadat hij heerser is geworden, meteen de schat uit, wat ons doet denken aan de schat van koning Ermenrike in de Reynaert (circa 1250). Deze branche refereert aan en varieert op diverse andere bekende verhalen, ook Reynaertverhalen. Na de belegering van Maupertuis in vorige branches, zien we hier de belegering van Nobels kasteel zelf. Opvallend zijn verder nog het grote aantal slachtoffers van de agressie van de Saracenen, de relatie tussen de vos en de koning (de tegenstelling dood/schijndood is zeker een verhaalthema) en het feit dat de wolf aan Reynaerts kant staat. Een historische verwijzing is te vinden in de vermelding van Bernardus van Clairvaux (+ 1153) als kruistochtprediker. Deze branche zelf wordt circa 1200 gedateerd. Het verhaal eindigt met een weinig geloofwaardig en eerder zwak slot. In plaats van met een ontsnappingslist, wordt het verhaal besloten met een verwijzing naar een vroegere genezing van de vorst door Reynaert (die de vos het leven redt). Meteen wordt het thema van de genezing een rode draad doorheen het verhaal. Renart empereur werd door Paul van Keymeulen (1920-2006) in 2003 vertaald naar de tekst uit de Pléiade-editie van Armand Strubel (Parijs, Gallimard, 1998, p. 563-645 – ‘Notes’, p. 1246 e.v.). Rik van Daele Tiecelijn, 20, 2007

voor mijn diensten u betoond<br />

bij uw vierendaagse koorts<br />

en ik u mijn genegenheid bood<br />

en ben gegaan naar Palermo,<br />

naar Rome en ook naar Salerno<br />

en ik heb veel gevaren doorstaan<br />

om bij d’ heidense Saracijnen<br />

te gaan halen de medicijnen<br />

om u te redden in de nood<br />

uit de klauwen van de dood.<br />

Schenk me daarvoor, edele koning,<br />

uw genade als beloning<br />

en moge Gods moeder, d’ heilige Vrouwe,<br />

Hem uw ziele toevertrouwen.<br />

Toen de vorst, die een wijs man was,<br />

hoorde hoe Reynaert hem ooit genas<br />

met wat hij uit den vreemde bracht,<br />

heeft hij lange tijd nagedacht.<br />

Iedereen zweeg en zei geen woord.<br />

Dan heeft Nobel Rein geantwoord:<br />

– Baronnen, geef allen mij uw aandacht.<br />

Daar staat de verrader, diep veracht,<br />

die mij veel onheil heeft gebracht.<br />

Nu wijst hij mij op mijn genezing<br />

waarvoor hij op pelgrimage ging<br />

en, heren barons, die herinnering<br />

wordt hem hier als baat gerekend,<br />

want zelfs voor al het goud ter wereld,<br />

doe ik hem vandaag geen kwaad.<br />

Ik vergeef hem dan nu totaal<br />

al zijn boze en kwade daden<br />

die ik van hem moest verdragen.<br />

Volledig is mijn vergiffenis<br />

zodat hij me niets meer schuldig is.<br />

Rein heeft Nobel zijn dank geboden<br />

Naschrift<br />

102<br />

Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07<br />

en daarop werd de vrede gesloten.<br />

De koning liet de aftocht blazen<br />

en zij die bij het beleg waren,<br />

hebben het beleg dan opgebroken.<br />

En de koning met zijn heer<br />

keerde naar zijn kasteel weer.<br />

Hij is nauwelijks nog maar binnen<br />

of daar komt vrouwe Nobeline.<br />

hem blij en stralend tegemoet<br />

en omhelst hem en hem zoent.<br />

Aan haar vorstelijke echtgenoot<br />

veinst ze minne teder en groot<br />

en zij betoont tevens haar vreugde<br />

wijl men feest viert vol geneugte<br />

in al de zalen van ‘t paleis.<br />

Nobeline bracht Nobel van de wijs<br />

met haar gevlei en haar gebaren,<br />

zodat de vorst niet kon aanvaarden<br />

dat zij en de vos getrouwd waren.<br />

Iedereen zal zich discreet tonen<br />

en niemand zal op ‘t idee komen<br />

om Nobeline aan te klagen<br />

en voor haar eega’s raad te dagen.<br />

Reynaert keerde terug naar huis<br />

naar zijn veilige Malpertuis<br />

waar zijn jongen hem welkom heetten<br />

zoals ze gewoonlijk deden.<br />

Hij leefde in vrede met vorst Nobel<br />

dat zelfs zij van Constantinopel<br />

door toespelingen of lasterpraat<br />

zoals in het boek geschreven staat<br />

hen niet zouden vervreemden van<br />

elkaar.<br />

De vriendschap tussen hen was totaal.<br />

En hiermee eindig ik mijn verhaal.<br />

De branche Renart empereur (XVI in de nummering van Strubel; XI bij Martin) is<br />

met 3410 verzen de langste van alle branches uit de Roman de Renart en dus qua<br />

lengte bijna zo lang als Van de vos Reynaerde (3469 verzen in het Comburgse<br />

handschrift).<br />

Het verhaal bestaat uit drie grote delen: een eerste betreft een reeks kleinere<br />

avonturen van de vos tussen hol en hof, vervolgens de kruistocht van de vorst en<br />

zijn baronnen terwijl de vos in het kasteel van de koning blijft en tot slot (als gevolg<br />

daarvan) de inname van de troon door de vos, die profiteert van de afwezigheid van

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!