JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Zij klimmen naar de binnenburcht<br />
die sterk verdedigd is en beducht.<br />
Ze zijn afgepeigerd en bekaf<br />
en leggen hun uitrusting af<br />
in het mooi groene binnenhof.<br />
Ze zijn bedroefd en vol berouw<br />
om de dood van baron Quadhout.<br />
Reynaert treurt huilend, is in rouw.<br />
– Onder kwaad gesternt ben ik geboren,<br />
dat ik mijn oudste heb verloren,<br />
mijn liefste zoon, mijn evenbeeld.<br />
Dit wordt een wonde die niet heelt.<br />
Ach, wat brengt mij nog het leven.<br />
Moest ik, Nobeline, die prijs geven<br />
om uw liefde en genegenheid<br />
te winnen tot de dood ons scheidt?<br />
Maar, bij de heilige Vincent,<br />
aan wie ik niets verschuldigd ben,<br />
Nobel zit in een slecht parket.<br />
Hij zal niet eindigen zijn beleg<br />
eer ik hem een woordje zeg.<br />
– Ach, raadt hem zijn zoon Rosvel,<br />
dat alles is nu van geen tel.<br />
Rein antwoordt: – G’ hebt gelijk, Rosvel.<br />
Bij mijn devotie voor Sint-Marcel,<br />
eer dit kasteel wordt ingenomen,<br />
hangt Nobel aan een van deze bomen.<br />
Hier stoppen ze met hun gesprek.<br />
Nobel installeert zijn kampement<br />
in de wei aan de voet van de toren<br />
en hij zweert dat God hem mag horen<br />
dat hij daar niet vandaan gaat<br />
eer hij Reynaert hangen laat.<br />
Voor het kasteel met veel vertier<br />
heeft Nobel zijn overwinning gevierd.<br />
Toen allen waren ingeslapen<br />
liet Rein, die steeds denkt aan wrake,<br />
die nooit gesteld heeft een daad<br />
tenzij deloyaal en vol haat,<br />
liet zijn twee zonen aantreden<br />
en Ysegrijn zijn compere.<br />
– Heren, sprak hij, wat gaan we doen?<br />
Nobels leger slaapt aan de voet<br />
van mijn kasteel.<br />
Er valt daar eer te rapen.<br />
Laten we ons vlug bewapenen<br />
en in het vijandelijke kamp<br />
aa<strong>nr</strong>ichten een ware ramp.<br />
Kunnen we tot bij Nobel geraken<br />
101<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07<br />
dan geve God mij de genade<br />
om mij van hem meester te maken<br />
en wordt zijn leven afgebroken.<br />
– Heer zeggen zij, dat is goed gesproken.<br />
Met zijn vieren, zonder dralen,<br />
gaan zij terstond hun wapens halen.<br />
Zachtjes aan en zonder gerucht<br />
verlieten geruisloos zij de burcht.<br />
In ‘t kamp zaaien ze paniek<br />
en doden er meteen al tien.<br />
Ze zetten het kamp ondersteboven<br />
en zijn bij Nobels tent gekomen.<br />
Ze hebben de touwen doorgesneden<br />
en de tent valt naar beneden.<br />
De vorst wordt wakker wat verdwaasd<br />
hij is verrast en stomverbaasd<br />
bij ‘t horen van al dat tumult<br />
dat het legerkamp omhult.<br />
Men roept alom ‘te wapen, te wapen’<br />
en dan staan klaar barons en graven.<br />
Ze willen de vier gevangen nemen,<br />
maar die nemen al de benen.<br />
Ze worden ingehaald bij de poort<br />
en daar gaat het gevecht nog voort.<br />
De vier willen niet versagen<br />
en Rein, de wolf, Rosvel en Doordhage,<br />
die koen vecht en die terstond<br />
er veel doodt en nog meer verwondt.<br />
Al hebben ze er veel afgeslacht,<br />
ze zijn niet bestand tegen d’ overmacht.<br />
Wijl d’ anderen vluchten in ‘t kasteel<br />
wordt Rein gegrepen bij de keel<br />
en woedend van gram en razernij<br />
wordt hij met veel geroep en jolijt<br />
gebracht naar koning Nobel, de Lioen.<br />
– Ah! roept deze, gij addergebroed,<br />
als schoft geboren en getogen,<br />
veel volk heb ik door u verloren.<br />
Voor de dood van al mijn krijgers<br />
zult ge uw verdiend loon nu krijgen,<br />
want eer nog maar één uur verstrijkt<br />
zult ge hier hangen al te kijk<br />
en noch listen of andere knepen<br />
kunnen redden nog uw leven.<br />
– Koning Nobel, edele heer,<br />
heb toch nog medelijden deze keer.<br />
Ik weet het dat ik schuldig ben,<br />
maar als ge nu mijn leven redt,<br />
dan word ik eindelijk beloond