JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 1 - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
waarin de lanspunt nog natrilt<br />
die hem uit het zadel tilt.<br />
Quadhout, vol razernij en gram<br />
bij ‘t zien van zijn dode krijgsman<br />
wendt zijn paard en stormt in volle draf<br />
op vorst Nobel, de Lioen, af,<br />
die echter ‘t manoeuvre voorzag<br />
en zijn paard de sporen gaf<br />
in zijn stijgbeugels rechtopstaand.<br />
Ridder Quathout van zijn kant<br />
neemt zijn aanloop over braakland,<br />
zodra hij koning Nobel zag<br />
kokend van woede en van gram<br />
en van ingehouden razernij<br />
drukt hij zijn schild tegen zijn lijf.<br />
De koning even moedig, even koen<br />
rent op de jonge baron Quadhout toe.<br />
Ze wisselen zonder enig oponthoud<br />
zware slagen met hun lans van hout<br />
op de schilden aan hun hals.<br />
Quadhout breekt helaas zijn lans<br />
en Nobel maakt daar gebruik van<br />
om met een wraakzuchtig elan<br />
zijn lans tot aan de oriflam<br />
in zijn vijands lijf te steken.<br />
Hij heeft hem van zijn paard gesmeten.<br />
Dan komt daar opdagen Reynaert,<br />
maar het is helaas te laat.<br />
Zijn mannen komen ook toegelopen,<br />
maar vergeefs, er is geen hoop meer:<br />
het lijk van Quadhout ligt daar neer.<br />
– We zijn, zucht Rein, te laat gekomen.<br />
Maar nu zal hij mij kunnen tonen<br />
wie mij trouw is en toegenegen,<br />
want ik wil mijn jongen wreken.<br />
– Reynaert, roepen al de barons,<br />
wij staan gereed, reken op ons.<br />
Dan herneemt de wrede mêlee<br />
en gaan de slagen heen en weer;<br />
niet te tellen zijn de dieren<br />
die hier hun kostbaar leven lieten.<br />
Niemand kon aan Reynaerts zwaard<br />
het hoofd bieden of weerstaan.<br />
Dan verschijnt, heel onverwacht,<br />
Ferrant met een grote troepenmacht<br />
van wel twintigduizend man sterk,<br />
want Nobel was praktisch uitgeteld.<br />
De schrik in Reynaerts kamp was groot<br />
want ze zaaiden ellende en dood.<br />
100<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07<br />
Doden vielen in zo grote getale<br />
dat ik het hier niet kan verhalen.<br />
Groot was Reynaerts onbehagen,<br />
maar daar komt dan ineens opdagen<br />
Reynaerts oudste zoon Doordhage<br />
aan wie niemand kan weerstaan.<br />
Belijn wil in de aanval gaan<br />
maar Doordhage met een enkele stoot<br />
heeft zijn schild meteen doorboord<br />
en, of het hem al dan niet behaagt,<br />
de punt en een deel van de schacht<br />
gaan dwars door zijn lever heen<br />
en hij valt dood in het gras neer.<br />
Dan hakt hij met één enkele slag<br />
het hoofd van ridder Ferrant af.<br />
Zo stelt hij in slechts luttel tijd<br />
een tiental strijders buiten strijd.<br />
Ook Reynaert toont zijn vechtersaard<br />
en slaat met één slag Luipaard<br />
en geeft hem zulk een harde stoot<br />
dat zijn lans door zijn rug boort.<br />
Hij trekt zijn speer weer uit de wond<br />
en werpt hem stervend op de grond.<br />
Er werd gevochten stout en koen.<br />
En daar verschijnt Nobel de Lioen<br />
gezeten op zijn staalgrijs paard<br />
met aan zijn linkerzij het zwaard<br />
en zijn lans vast in zijn rechterhand.<br />
Naast hem menig hertog en graaf draaft;<br />
met hem waren Frobert, de graaf,<br />
en meester Hubert, de milaan;<br />
beiden waren voor Rein vol haat.<br />
Heer Frobert stort zich op Reynaert<br />
veel sneller dan een adelaar.<br />
Reynaert is op hem gebeten<br />
en wil zich graag met hem meten;<br />
hij wacht hem met getrokken zwaard<br />
waarvan ‘t handvat een inschrift draagt.<br />
Ook de Krekelaar houdt zich klaar.<br />
Ze stormen op elkander af<br />
en geven elkaar slag na slag<br />
met hun zware en scherpe zwaard,<br />
zo dat ze storten van hun paard<br />
en dat ze languit nederlagen.<br />
En daar verschijnt dan Doordhage<br />
met veel ridders in volle vaart.<br />
Ze helpen Reynaert op zijn paard<br />
en ontwijken sluw de mêlee<br />
en rijden spoorslags naar ‘t kasteel.