18.09.2013 Views

lesbrief kindercultuur - Nederlands Centrum voor Volkscultuur

lesbrief kindercultuur - Nederlands Centrum voor Volkscultuur

lesbrief kindercultuur - Nederlands Centrum voor Volkscultuur

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong><br />

Kindercultuur vroeger en nu<br />

Tentoonstelling van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong> <strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong><br />

Samenstelling: Ineke Strouken<br />

Met dank aan: Olivier Rieter, Albert van der Zeijden<br />

Tekeningen: Sandra Kleine Staarman<br />

Foto’s: <strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong> <strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong><br />

Vormgeving: Icarus, grafisch ontwerp<br />

Bedrukking: TS Visuals<br />

Meer informatie:<br />

www.volkscultuur.nl<br />

het Alledaagse Leven nummer 17<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong><br />

FC Dondersstraat 1<br />

3572 JA Utrecht<br />

ncv@volkscultuur.nl<br />

www.volkscultuur.nl


1 Onbezorgde kindertijd<br />

Het leven van kinderen is niet altijd<br />

hetzelfde geweest. Tegenwoordig gaan<br />

alle kinderen in Nederland naar school<br />

en mogen ze na schooltijd spelen.<br />

Ouders vinden het ook heel belangrijk<br />

dat hun kinderen op muziekles en<br />

sport zitten. Vroeger moesten kinderen<br />

al snel werken en duurde de tijd dat<br />

iemand kind kon zijn veel korter.<br />

Kinderen, die met hun vader mee<br />

gingen werken, maakten lange dagen<br />

en hadden veel verantwoordelijkheid.<br />

Tijd om te spelen was er nauwelijks.<br />

Ook lichamelijk was het zwaar om<br />

bij<strong>voor</strong>beeld te werken op het land, in<br />

een mijn of in een fabriek. Maar het<br />

geld dat zij verdienden was nodig om<br />

eten te kopen <strong>voor</strong> het gezin.<br />

In 1874 werd er <strong>voor</strong> het eerst een wet<br />

aangenomen die kinderarbeid verbood.<br />

Deze wet wordt het Kinderwetje van<br />

Van Houten genoemd. Dat komt<br />

omdat een zekere Samuel van Houten<br />

het initiatief genomen heeft.<br />

Het Kinderwetje verbood kinderen tot<br />

12 jaar om in fabrieken te werken. Pas<br />

door de invoering van de leerplicht,<br />

waardoor kinderen verplicht werden<br />

tot 12 jaar naar school te gaan, kwam<br />

er een einde aan de kinderarbeid.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>


2<br />

Opvoeding<br />

Jonge kinderen moeten van alles leren:<br />

praten, lopen, op de pot plassen.<br />

Kinderen leerden lopen met een looprek,<br />

een soort rollator <strong>voor</strong> kinderen.<br />

Ze werden ook vaak in de kinderstoel<br />

gezet om te spelen met een tinnen<br />

bordje en een lepel.<br />

Natuurlijk kregen kinderen ook speelgoed.<br />

Poppen horen tot het oudst<br />

bekende speelgoed. In rijke gezinnen<br />

kregen kinderen een dure pop met een<br />

gezicht van porcelein.<br />

In arme gezinnen<br />

speelden de meisjes<br />

met een handgemaakte<br />

pop van hout.<br />

Kinderen werden opgevoed in respect<br />

<strong>voor</strong> hun ouders. Ze moesten hun<br />

vader en moeder met ‘U’ aanspreken.<br />

Tijdens de maaltijd stonden ze aan<br />

tafel en mochten ze niet praten. Op<br />

wandtegeltjes stond te lezen: ‘Eert uw<br />

vader en uw moeder’ en ‘Mensch leef<br />

vroom en goed, eert uwen vader en<br />

moeder’. Stout gedrag werd bestaft<br />

met een pak <strong>voor</strong> de broek.<br />

De gezinnen waren in het algemeen<br />

groter dan nu. Gezinnen met tien of<br />

meer kinderen kwamen vaak <strong>voor</strong>. Van<br />

de oudste kinderen werd verwacht dat<br />

ze <strong>voor</strong> hun jongere broertjes en zusjes<br />

zorgden. In grote gezinnen had ieder<br />

kind zijn eigen taak. De meisjes hielpen<br />

moeder met het schoonmaken van het<br />

huis, met aardappelen schillen en<br />

sokken stoppen. De jongens hielpen<br />

vader of deden de wat zwaardere<br />

karweitjes, zoals water uit de put of<br />

kolen uit het kolenhok halen.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>


3<br />

Schooltijd<br />

Schrijven en rekenen leerde<br />

je op school. Arme kinderen<br />

gingen een paar jaar naar<br />

de bewaarschool. De rijke<br />

kinderen gingen naar de<br />

Latijnse school. Op het platteland<br />

gingen de kinderen in<br />

de winter naar school en hielpen ze in<br />

de zomer hun ouders bij het werk op<br />

het land.<br />

Kinderen leerden door zinnen of<br />

sommen heel vaak achter elkaar op<br />

te zeggen. Dat was heel eentonig.<br />

Ongeveer twee eeuwen geleden<br />

werden de eerste lesmethoden<br />

geschreven. Het leesplankje is rond<br />

1890 uitgevonden door een onderwijzer.<br />

Een leesplankje is een houten bord<br />

waarop woorden met plaatjes stonden.<br />

Rekensommen oefenden de kinderen<br />

door middel van een telraampje. De<br />

kinderen leerden schrijven met een lei<br />

en een griffel en de schooltassen waren<br />

van hout, met een deksel die je er in<br />

kon schuiven.<br />

Een onderwijzer werd ‘de meester’<br />

genoemd. Hij was vrij streng.<br />

Als kinderen ondeugend waren, hield<br />

hij ze ‘onder de plak’. Dat was een<br />

soort stok waarmee hij de kinderen<br />

er van langs gaf.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>


4<br />

Kinderen moeten zich, net als volwassenen,<br />

houden aan regels. Ze moeten<br />

zich aanpassen aan de normen die ze<br />

meekrijgen van hun ouders. Zo is het<br />

netjes om in de bus op te staan <strong>voor</strong><br />

oudere mensen en om de hand <strong>voor</strong> je<br />

mond te houden als je geeuwt of hoest.<br />

Ook jezelf goed verzorgen, je haar<br />

kammen en je nagels knippen is<br />

belangrijk.<br />

Normen en waarden<br />

In de negentiende eeuw verscheen het<br />

boek Piet de Smeerpoets van de Duitse<br />

schrijver Heinrich Hoffmann over een<br />

onverzorgd jongetje. Daarin staat:<br />

Ziet hier Piet den Smeerpoets staan!<br />

Ziet dien viezen knaap eens aan!<br />

Hij wou van zijn vingertippen,<br />

Zich geen nagels laten knippen<br />

Sedert zeker wel een jaar;<br />

Ongekamd bleef ook zijn haar.<br />

’Foei!’ roept ieder die hem ziet,<br />

’Wat zijt gij een smeerpoets, Piet!’<br />

Het jongetje uit het boek, Piet de<br />

Smeerpoets, wordt gruwelijk gestraft<br />

<strong>voor</strong> zijn onverzorgdheid. Met dergelijke<br />

opvoedkundige boekjes werden<br />

kinderen bang gemaakt in de hoop dat<br />

ze hierdoor gehoorzamer<br />

zouden worden.<br />

Er verschenen in de negentiende<br />

eeuw nog meer<br />

boeken over kinderen die<br />

niet aan de normen en waarden<br />

van die tijd voldeden.<br />

Zo schreef Jan Goeverneur<br />

een prentenboek over<br />

het vieze meisje Kaatje<br />

Morsebel.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>


5<br />

Opa’s en Oma’s kunnen<br />

zich nog herinneren dat ze<br />

onbezorgd op straat konden<br />

spelen. Nu kan dat niet meer,<br />

omdat dat vanwege de auto’s<br />

te gevaarlijk is geworden.<br />

Populaire straatspelletjes<br />

waren: knikkeren, hoepelen,<br />

bellen blazen, tollen, haasje<br />

over en steltlopen.<br />

Knikkeren is één<br />

van de oudst bekende<br />

kinderspelen.<br />

Het spel is al<br />

afgebeeld op middeleeuwse<br />

illustraties.<br />

De knikkers waren<br />

toen nog van klei en<br />

niet van glas. Ook<br />

bellen blazen en<br />

hoepelen zijn oude spelen die al in de<br />

zeventiende eeuw bekend waren.<br />

Haasje over is een heel eenvoudig spel,<br />

waar<strong>voor</strong> je geen speelgoed nodig hebt.<br />

Je springt over een rij van <strong>voor</strong>overgebogen<br />

jongens en meisjes. Tollen komt<br />

ook al <strong>voor</strong> op prenten uit de vijftiende<br />

eeuw. Je hebt een draaitol die je in<br />

beweging zet met een zweep.<br />

Spelen op straat<br />

De zomer en winter hadden elk hun<br />

eigen spelletjes. In de zomer was<br />

vliegeren populair. De vlieger komt<br />

uit China en vanaf de zeventiende<br />

eeuw werd er in Nederland gevliegerd.<br />

In de winter werd er geschaatst en<br />

maakten kinderen sneeuwpoppen.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>


6<br />

Jongens speelden andere spelletjes dan<br />

meisjes. Dat is nu ook nog een beetje<br />

zo, maar vroeger was het verschil<br />

tussen jongens en meisjes veel groter<br />

dan nu.<br />

Jongens speelden bij<strong>voor</strong>beeld met<br />

autootjes of met modeltreintjes. Buiten<br />

op straat speelden ze ‘oorlogje’, met<br />

namaakpistooltjes. Jongens hebben de<br />

naam dat ze ‘technischer’ zijn dan<br />

meisjes. Daarom kregen ze vaak Lego<br />

of Meccano. Dat is speelgoed waarmee<br />

je van alles kon bouwen: huizen, bruggen<br />

en torens. Jongens speelden ook<br />

graag dat ze conducteur op een trein of<br />

winkelier waren.<br />

In speelgoedwinkels kon<br />

je miniatuur winkelinterieurs<br />

kopen, met<br />

weegschaaltjes en<br />

pro ducten in miniformaat.<br />

Een typisch jongensspelletje<br />

was ook voetballen<br />

dat in de twintigste<br />

eeuw populair werd.<br />

Meisjes kregen het zorgzame<br />

met de paplepel<br />

ingegoten. Ze kregen een<br />

Jongens en meisjes<br />

pop waar<strong>voor</strong> ze moesten zorgen en<br />

reden er mee rond in een poppenwagentje.<br />

Meisjes leerden moedertje<br />

spelen met behulp van een kinderfornuisje<br />

waar je echt op kon koken en<br />

met beslag je eigen pannenkoeken kon<br />

bakken. Het fornuisje werd opgewarmd<br />

met een klein spiritusblokje dat door<br />

moeder werd aangestoken. Met een<br />

kinderserviesje konden meisjes een<br />

theevisite naspelen. Zo<br />

leerden ze alvast het<br />

huishouden doen.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>


7<br />

In de loop van het jaar zijn er verschillende<br />

momenten waarop kinderen<br />

worden verwend. <strong>Nederlands</strong> bekendste<br />

kinderfeest is Sinterklaas, dat al in<br />

de zestiende eeuw als cadeaufeest <strong>voor</strong><br />

kinderen werd gevierd.<br />

Op 6 december wordt de ‘verjaardag’<br />

gevierd van Sinterklaas, die gek genoeg<br />

niet zelf cadeautjes krijgt, maar ze juist<br />

weggeeft.<br />

Er is er één jarig<br />

Op een verjaardag staat de jarige<br />

centraal. De kamer wordt versierd, er<br />

wordt gezongen en de jarige mag trakteren<br />

op school. Bij een verjaardag<br />

hoort ook een slagroomtaart, met<br />

evenveel kaarsjes als de jarige oud is.<br />

Als de jarige de kaarsjes in één keer<br />

uitblaast, mag hij<br />

een wens doen.<br />

Kinderen zijn blij<br />

dat ze jarig zijn,<br />

want dan krijgen ze<br />

cadeaus.<br />

Verjaardagen vieren<br />

is nu vanzelfsprekend.<br />

Maar dat is niet<br />

altijd zo geweest. Lang werd er helemaal<br />

niet stil gestaan bij de dag waarop<br />

je geboren was. Mensen wisten dat ook<br />

niet precies. In sommige streken vierde<br />

men alleen de kroonjaren: de jaren dat<br />

men 10 of 20 jaar werd. In het katholieke<br />

zuiden stond men stil bij de naamdag<br />

van de heilige naar wie je was<br />

vernoemd. Wie Jos heette bij<strong>voor</strong>beeld,<br />

vierde de naamdag van de Heilige Jozef,<br />

de man van Maria, wiens feest volgens<br />

de kerkelijke kalender op 19 maart<br />

werd gevierd. Er zijn nog steeds landen<br />

waar men de verjaardagen niet viert.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>


8<br />

Vroeger was de<br />

toverlantaarn populair<br />

vermaak <strong>voor</strong><br />

kinderen en ook wel<br />

<strong>voor</strong> volwassenen.<br />

Er was nog geen<br />

televisie en met de<br />

toverlantaarn<br />

konden handgeschilderde<br />

afbeeldingen worden<br />

geprojecteerd op<br />

een wand of doek.<br />

Daarom mag de toverlantaarn ook wel<br />

als de <strong>voor</strong>loper van de diaprojector<br />

worden beschouwd. Pas later werd<br />

het mogelijk om bewegende<br />

beelden te projecteren via<br />

een filmprojector.<br />

Plaatje <strong>voor</strong> plaatje werd<br />

met de toverlantaarn een<br />

verhaal verteld. Vaak ging<br />

het om bekende sprookjes<br />

als Sneeuwwitje en de zeven<br />

dwergen of Hans en Grietje.<br />

Of griezelverhalen, zoals van een<br />

man die lag te slapen met een spin<br />

boven zijn geopende mond. Bij een<br />

tover lantaarn<strong>voor</strong>stelling wordt<br />

Toverlantaarn<br />

meestal een verhaal<br />

verteld, zodat het<br />

duidelijk is wat er op de<br />

plaatjes is te zien.<br />

De toverlantaarn is waar schijnlijk een<br />

<strong>Nederlands</strong>e uitvinding van de beroemde<br />

wetenschapper Christiaan Huygens<br />

uit de zeventiende eeuw.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>


9<br />

Voor kinderen bestaan heel veel<br />

versjes. Het zijn vaak versjes met<br />

een onzinnige tekst die een bepaalde<br />

functie hadden bij een spel.<br />

‘Hik sprik sprauw<br />

ik geef de hik aan jou<br />

ik geef de hik aan een andere man<br />

die de hik sprik sprauw verdragen<br />

kan’<br />

Kinderversjes<br />

En:<br />

‘Iene, miene, mutte<br />

tien pond grutten<br />

tien pond kaas<br />

iene miene mutte is de baas!’<br />

‘Onder moeders<br />

paraplu<br />

Liepen eens twee<br />

kindjes<br />

Hanneke en Janneke<br />

Dat waren dikke<br />

vrindjes’<br />

Populair zijn ook nog<br />

altijd de versjes van<br />

Annie M.G. Schmidt.<br />

‘Dikkertje Dap klom op de trap<br />

’s morgens vroeg om kwart over zeven<br />

om de giraf een klontje te geven.<br />

Dag Giraf, zei Dikkertje Dap,<br />

weet je, wat ik heb gekregen?<br />

Rode laarsjes <strong>voor</strong> de regen!<br />

’t Is toch niet waar, zei de giraf,<br />

Dikkertje, Dikkertje, ik sta paf.’<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>


10<br />

Gezelligheid<br />

In de loop van de negentiende en<br />

twintigste eeuw wordt het steeds<br />

gezelliger in de gezinnen. Het eerst bij<br />

rijke mensen en later bij arme mensen.<br />

De ouders gaan namelijk veel meer<br />

dingen samen doen met hun kinderen<br />

en mensen<br />

krijgen langzaam<br />

wat<br />

meer vrije<br />

tijd.<br />

Moeders en grootmoeders gaan kinderen<br />

<strong>voor</strong>lezen. Sprookjes bij<strong>voor</strong>beeld.<br />

Een bekend sprookje is ‘Roodkapje en<br />

de boze wolf’. Het is het verhaal van<br />

een meisje dat eten en drinken naar<br />

haar grootmoeder moet brengen.<br />

Haar moeder waarschuwt dat ze<br />

meteen naar het huisje van grootmoeder<br />

moet lopen en niet mag<br />

spelen in het bos. Maar Roodkapje<br />

luistert niet en dat heeft heel<br />

vervelende gevolgen.<br />

Op zondagen gingen<br />

vader en moeder spelletjes<br />

met de kinderen<br />

doen. Dat was heel<br />

gezellig, omdat het hele<br />

gezin dan bij elkaar was.<br />

Ganzenbord is een oud<br />

spel, maar ook menserger­je­niet<br />

wordt al<br />

lang gespeeld. Later<br />

zaten alle gezinsleden<br />

met een kopje thee met<br />

een koekje naar de radio<br />

te luisteren.<br />

Tegenwoordig staat in<br />

veel gezinnen ’s avonds<br />

de televisie aan.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>


11<br />

Geloof<br />

Tot vijftig jaar geleden was het dagelijks<br />

leven nog doordrongen van het<br />

geloof. Voor elke maaltijd werd er<br />

gebeden en ook op school begon men<br />

met het ochtendgebed. Nu speelt het<br />

geloof in veel gezinnen nog wel een<br />

belangrijke rol, maar men is er niet elk<br />

moment meer mee bezig.<br />

Katholieke kinderen worden gedoopt<br />

meteen na hun geboorte en als ze 7 of<br />

8 jaar zijn doen ze hun Eerste<br />

Communie. Zij zijn dan mooi<br />

gekleed. Nog niet zolang geleden<br />

moesten ze elke week biechten<br />

en hing er in hun slaapkamer<br />

een wijwaterbakje en een schilderij<br />

met Maria of Jezus erop.<br />

Protestantse kinderen doen<br />

belijdenis, dat is hun definitieve<br />

keuze <strong>voor</strong> het geloof. Moslimjongens<br />

worden besneden.<br />

Ook <strong>voor</strong> hen is het een teken dat<br />

ze er <strong>voor</strong>taan bij horen.<br />

Feesten als Kerstmis, Pasen en het<br />

Suikerfeest hebben een religieuze<br />

oorsprong. Met Kerstmis vieren wij de<br />

geboorte van Jezus en op Pasen vieren<br />

wij dat Jezus verrezen is uit zijn graf.<br />

Het Suikerfeest is de afsluiting van de<br />

Ramadan, een lange periode waarin<br />

moslims vasten en een beter mens<br />

proberen te zijn.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>


12<br />

Vroeger werden kinderen<br />

meestal gezien als kleine<br />

versies van volwassenen.<br />

Tegenwoordig wordt er<br />

echter een duidelijk<br />

verschil gemaakt tussen<br />

kinderen en volwassen.<br />

Volwassenen gaan<br />

ervan uit dat kinderen het recht<br />

hebben zich als kinderen te gedragen.<br />

Vroeger lag de leeftijd waarop iemand<br />

volwassen werd eerst op 23 jaar en<br />

later op 21 jaar. In 1988 werd in<br />

Nederland ingevoerd dat kinderen met<br />

18 jaar als volwassenen beschouwd<br />

worden. Hij of zij mag dan stemmen<br />

tijdens de verkiezingen en autorijles<br />

nemen. De overgangsjaren van kind<br />

naar volwassene noemen wij tegenwoordig<br />

de ‘puberjaren’. Kinderen gaan<br />

dan hun grenzen verleggen en kunnen<br />

moeilijk in de omgang zijn. Ze doen<br />

dan graag alles anders, want zij moeten<br />

hun eigen identiteit ontwikkelen. In de<br />

jaren zestig had je nozems en provo’s,<br />

en later hippies. Hun ouders maakten<br />

zich zorgen over hun gedrag.<br />

Tegenwoordig zijn er heel veel<br />

jeugdstijlen.<br />

Volwassen worden<br />

De overgang van de basisschool naar<br />

het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs is ook een<br />

belangrijke stap naar de volwassenheid.<br />

Op de nieuwe school leer je veel<br />

vaardigheden die nuttig zijn <strong>voor</strong> de<br />

rest van je leven.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Centrum</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Volkscultuur</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!