Jaarverslag 2011 - Optimus Primair Onderwijs
Jaarverslag 2011 - Optimus Primair Onderwijs
Jaarverslag 2011 - Optimus Primair Onderwijs
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Jaarverslag</strong><br />
OPTIMUS PRIMAIR ONDERWIJS<br />
<strong>2011</strong>
Inhoudsopgave<br />
Inleiding ................................................................................................................................................... 4<br />
Voorwoord ............................................................................................................................................ 4<br />
Algemene informatie raad van toezicht en college van bestuur .......................................................... 5<br />
Inleiding op de aanbieding ................................................................................................................... 5<br />
Governance en verantwoording ...................................................................................................... 6<br />
Optimale inzet van financiën en middelen ....................................................................................... 6<br />
Passend onderwijs .......................................................................................................................... 7<br />
Burgerschap en de bijzondere identiteit .......................................................................................... 7<br />
Opbrengstgericht werken ................................................................................................................ 8<br />
Professionalisering .......................................................................................................................... 8<br />
Krimp en kwaliteit............................................................................................................................. 9<br />
Doelstelling en kernactiviteiten van de organisatie ............................................................................... 10<br />
Juridische structuur en interne organisatiestructuur ............................................................................. 11<br />
Leerlingen .............................................................................................................................................. 13<br />
Leerlingaantallen ................................................................................................................................ 13<br />
Uitstroomgegevens ............................................................................................................................ 15<br />
Zorgleerlingen .................................................................................................................................... 16<br />
Leerlingenstromen en verzuimpercentages ....................................................................................... 16<br />
<strong>Onderwijs</strong>prestaties ............................................................................................................................... 17<br />
Kwaliteitszorg......................................................................................................................................... 20<br />
Achtergrond kwaliteit en verantwoording ........................................................................................... 20<br />
Rollen van college van bestuur ..................................................................................................... 20<br />
Doel gesprek .................................................................................................................................. 20<br />
Gespreksvoering............................................................................................................................ 20<br />
Documentatie ................................................................................................................................. 21<br />
Evalueren ....................................................................................................................................... 21<br />
Afhandeling klachten ..................................................................................................................... 21<br />
Bedrijfsvoering ....................................................................................................................................... 23<br />
Personeelsbeleid ............................................................................................................................... 23<br />
Het functiehuis van OPTIMUS primair onderwijs:.............................................................................. 24<br />
Het functiehuis: .............................................................................................................................. 24<br />
De functies ..................................................................................................................................... 24<br />
Waarom deze functies? ................................................................................................................. 25<br />
Personele bezetting ........................................................................................................................... 26<br />
Verzuimcijfers:.................................................................................................................................... 31<br />
Huisvesting ............................................................................................................................................ 32<br />
Bestemmingsbox Taal en rekenen ........................................................................................................ 32<br />
2
Financieel jaarverslag ............................................................................................................................ 33<br />
Vergelijking resultaat <strong>2011</strong> met begroting ............................................................................................. 33<br />
Vergelijking resultaat <strong>2011</strong> - 2010 ......................................................................................................... 34<br />
Financiële kengetallen ........................................................................................................................... 34<br />
Verslag treasury commissie .................................................................................................................. 36<br />
Begroting 2012 ...................................................................................................................................... 36<br />
Oriëntatie op de nabije toekomst ........................................................................................................... 37<br />
3
Inleiding<br />
Voorwoord<br />
OPTIMUS primair onderwijs biedt u hierbij het jaarverslag over <strong>2011</strong> aan.<br />
Naast een beschrijving van de wijze waarop de organisatie heeft gewerkt aan verwezenlijking van de<br />
doelstellingen bevat dit verslag een financieel gedeelte met daarin de wettelijk verplichte onderdelen:<br />
- de balans per 31 december <strong>2011</strong> en<br />
- de exploitatierekening over de periode 1 januari <strong>2011</strong> tot en met 31 december <strong>2011</strong><br />
Beide delen zijn voorzien van de nodige specificaties en toelichtingen.<br />
Middels dit jaarverslag informeert het bevoegd gezag van OPTIMUS primair onderwijs de interne en<br />
externe belanghebbenden over:<br />
- het gevoerde beleid en<br />
- de gang van zaken bij de instelling.<br />
- de uitkomsten van het gevoerde beleid en<br />
- de aanwending van middelen<br />
Daarnaast wordt in dit verslag verantwoording afgelegd overeenkomstig de gestelde eisen zoals<br />
vastgelegd in de richtlijn jaarverslag onderwijs van het ministerie van OCW.<br />
OPTIMUS heeft bij de opbouw van dit jaarverslag gekozen voor verwijzing naar achterliggende<br />
documenten in plaats van het opnemen van alle informatie in het verslag.<br />
Algemene bevindingen, conclusies en ontwikkelingen zijn vermeld terwijl gedetailleerde informatie<br />
m.b.t. onderbouwing en bewijsvoering beschikbaar is in documenten waarnaar (digitaal) verwezen<br />
wordt.<br />
Wij gaan er vanuit dat dit de leesbaarheid van het jaarverslag ten goede komt terwijl het daarnaast<br />
toch mogelijk is bepaalde ontwikkelingen of activiteiten gedetailleerd te volgen.<br />
De zelfevaluatie van de raad van toezicht over het jaar <strong>2011</strong> is niet opgenomen in dit jaarverslag maar<br />
als een opzichzelfstaand document bijgevoegd.<br />
4
Algemene informatie raad van toezicht en college van bestuur<br />
De raad van toezicht (rvt) is in <strong>2011</strong> gevormd door de volgende leden:<br />
De heer A.C.M. Daalmans, voorzitter<br />
Mevrouw I. van Gils-de Vries, secretaris<br />
Mevrouw Y. Visser, lid<br />
De heer P.M.L. Tijssen, lid<br />
De heer Th.E.M. van den Hark, lid<br />
De heer W.B.H. van de Vorle, lid<br />
De vergoeding voor de leden van de rvt is gebaseerd op de richtlijnen van de Vereniging voor<br />
Toezichthouders van <strong>Onderwijs</strong>instellingen (VTOI). In <strong>2011</strong> was deze € 2000 voor een lid van de rvt<br />
en € 4000 voor de voorzitter. Daarnaast is er een bedrag van in totaal € 875 uitbetaald aan<br />
vergoeding voor gemaakte onkosten en reiskosten.<br />
Het college van bestuur (cvb) is in <strong>2011</strong> gevormd door:<br />
De heer M.J.A. van Baast (voorzitter)<br />
De heer G.A.M. Thijssen (lid)<br />
De bezoldiging van het cvb is (bij gebrek aan een richtlijn vanuit de sector PO) gebaseerd op de<br />
richtlijnen die gehanteerd worden in het voortgezet onderwijs.<br />
Inleiding op de aanbieding<br />
Nadat vanaf 2009 de financiële administratie (FA) en later de personeels- en salarisadministratie<br />
(PSA) door OPTIMUS in eigen beheer worden uitgevoerd, heeft 2010 in het teken gestaan van het op<br />
elkaar afstemmen van FA en PSA.<br />
Na de eerste helft van <strong>2011</strong> is, ondermeer in een door externen opgestelde risicoanalyse, vastgesteld<br />
dat dit afstemmingsproces onvoldoende garandeert dat de, in de koersnotitie “Over morgen”,<br />
geformuleerde ambities kunnen worden verwezenlijkt.<br />
Om meer grip te krijgen op:<br />
1. de financiële gevolgen van formatieve en personele maatregelen;<br />
2. en de begroting van de materiële uitgaven<br />
is daarom tijdens de zomer van <strong>2011</strong> besloten de tot dan toe gebruikte formats te integreren.<br />
Kort samengevat betekent dit dat de format op basis waarvan de personele begroting wordt bepaald,<br />
geïntegreerd is met het format op basis waarvan de materiële uitgaven worden begroot.<br />
Scholen krijgen een schoolbudget in euro’s dat voor wat betreft het personeelsbudget direct<br />
gerelateerd is aan het aantal te verwachten leerlingen op de eerste dag van het nieuwe schooljaar en<br />
voor wat betreft het materiële budget is gerelateerd aan het aantal leerlingen van 1 oktober<br />
voorafgaand aan het betreffende te begroten kalenderjaar.<br />
Dit laatste betekent ook dat er in <strong>2011</strong> een volgende stap is gezet in de richting van een<br />
bekostigingssystematiek die niet meer uitgaat van het aantal leerlingen op teldatum 1 oktober van het<br />
voorgaande jaar (T-1) maar van het aantal leerlingen dat de school bezoekt in het lopende schooljaar<br />
(T=0). Voordeel hiervan is dat er op organisatieniveau eerder maatregelen genomen kunnen worden<br />
die nodig zijn om de daling van het leerlingenaantal te kunnen opvangen.<br />
Verder zijn de, met de invoering van lumpsum op 1 augustus 2006, geformuleerde uitgangspunten<br />
voor de verdeling van de personele lasten ongewijzigd gebleven. Dit houdt in dat, hoewel de<br />
lumpsumvergoeding voor loonkosten op schoolniveau wordt berekend en toegewezen, OPTIMUS<br />
deze vergoeding op bestuursniveau is gaan beheren om op deze manier beter te kunnen waarborgen<br />
dat de locaties minder worden geconfronteerd met verschillen in de GPL en de GGL.<br />
5
In <strong>2011</strong> is gebleken dat er geen benoemingen hebben plaatsgevonden die het toegekende<br />
formatiebudget hebben overschreden. Op organisatieniveau is het totaal van de toegekende<br />
formatieruimte voldoende gebleken om aan de personele verplichtingen te voldoen.<br />
Ook is in <strong>2011</strong> de aandacht binnen OPTIMUS primair onderwijs weer meer verschoven naar het<br />
ontwikkelen van nieuw beleid ten koste van het onderhouden van (door de rechtsvoorgangers van de<br />
organisatie) vastgesteld beleid. Na vijf jaar werken met 32 scholen onder een bestuur, is verder<br />
gekeken naar de waarde van gemeenschappelijkheid in beleid.<br />
Vanaf de start van het jaar is er binnen OPTIMUS gewerkt vanuit een nieuw, geactualiseerd<br />
perspectief. Een perspectief gebaseerd op zowel de evaluatie van het eerste lustrum als een<br />
vooruitblik op de te verwachten ontwikkelingen en maatschappelijke eisen in het tweede lustrum.<br />
In het meerjarenperspectief “Over morgen” is de koers van de organisatie voor de komende vijf jaar<br />
uitgezet en gespiegeld aan maatschappelijke tendensen en ontwikkelingen.<br />
Het strategisch beleidsplan “Op weg naar over morgen” geeft vervolgens op onderdelen de ambitie<br />
van de organisatie in die periode weer.<br />
Dit verslag blikt terug op <strong>2011</strong>, het eerste jaar van de planperiode. De organisatie verantwoordt zich<br />
binnen het perspectief van de in het strategisch beleidsplan geformuleerde ambitie.<br />
Omwille van consistentie en leesbaarheid gaat deze inleiding op het jaarverslag uit van dezelfde<br />
verdeling van beleidsterreinen als het strategisch beleidsplan.<br />
Per aandachtsgebied wordt hieronder aangegeven waar de organisatie in <strong>2011</strong> aan heeft gewerkt.<br />
De resultaten die dit heeft opgeleverd zijn soms toegevoegd aan onderstaande opsomming maar<br />
worden veelal nader uitgewerkt in de verschillende delen van dit verslag.<br />
Governance en verantwoording<br />
Ten gevolge van de terugtredende rol van de overheid worden bevoegdheden overgedragen aan<br />
decentrale organisaties. De hieraan gekoppelde “verplaatsing” van maatschappelijke<br />
verantwoordelijkheden leidt tot een fenomeen dat bekend staat als “maatschappelijk ondernemen”.<br />
OPTIMUS wil een maatschappelijke onderneming zijn en zal (zich) hiervoor:<br />
- In samenwerking met andere partners bijdragen aan de leefbaarheid van de maatschappij van<br />
“morgen”;<br />
- Maatschappelijk verantwoordelijk gedragen en zich laten leiden door de beginselen van<br />
transparantie, integriteit en professionalisering;<br />
- Legitimatie ontlenen aan maatschappelijke verankering en zich zowel verticaal als horizontaal<br />
verantwoorden en<br />
- Professionaliteit als basis beschouwen voor het leveren van maatschappelijke meerwaarde.<br />
Om het bovenstaande te bereiken zijn in <strong>2011</strong> de volgende stappen gezet:<br />
Op organisatieniveau:<br />
- Het strategisch beleid van OPTIMUS is opgesteld en uitgevoerd met betrokkenheid van zowel<br />
de totale eigen organisatie als de externe belanghebbenden.<br />
- OPTIMUS heeft in- en extern onderbouwd aangegeven wat de organisatie, met welke reden,<br />
welk doel, welke opbrengstverwachting en met de inzet van welke middelen, heeft gedaan.<br />
Op schoolniveau:<br />
- Scholen hebben, binnen de gemeenschappelijke visie van de organisatie, een herkenbaar en<br />
duidelijk onderwijskundig profiel geformuleerd.<br />
- Elke school voert de dialoog met de omgeving en voert gevalideerde<br />
tevredenheidsonderzoeken uit onder de direct betrokkenen met een frequentie van niet<br />
minder dan eens per twee jaar.<br />
Optimale inzet van financiën en middelen<br />
OPTIMUS ontwikkelt een duurzaam business model waaruit blijkt dat middelen en financiën doelmatig<br />
en met de juiste maatvoering worden ingezet en waarmee objectief kan worden vastgesteld dat<br />
middelen en financiën hebben bijgedragen aan het realiseren van kwalitatief goed en maatschappelijk<br />
te verantwoorden onderwijs, verzorgd door vakbekwame en betrokken docenten.<br />
Werkend in de richting van het bovenstaande zijn in <strong>2011</strong> de volgende stappen gezet:<br />
6
Op organisatieniveau:<br />
- OPTIMUS werkt volgens een beschreven cyclus financiële planning en control;<br />
- De omvang van het eigen vermogen van OPTIMUS is gekoppeld aan de analyse van de<br />
financiële risico’s.<br />
- Er is begonnen met de ontwikkeling van een format/model waarmee inzicht verkregen wordt in<br />
de financiële positie van OPTIMUS en waarin verschillende “bijstuurmogelijkheden”<br />
herkenbaar zijn om de financiële stabiliteit te garanderen die nodig is om duurzaam kwaliteit<br />
van onderwijs te kunnen aanbieden.<br />
Op schoolniveau:<br />
- Alle scholen hebben een integrale (financieel en personeel) schoolbegroting 2012.<br />
- De schoolbegrotingen zijn geplaatst in een meerjarenperspectief en gebaseerd op de T=0<br />
systematiek.<br />
- Alle scholen hebben de functiemix in voldoende mate geïmplementeerd.<br />
- De inzet van de financiële en personele middelen is gerelateerd aan de onderwijsinhoudelijke<br />
keuzes van de school.<br />
Passend onderwijs<br />
<strong>2011</strong> heeft in het teken gestaan van de invoering van het wetsvoorstel “passend onderwijs”. De<br />
nieuwe regionale samenwerkingsverbanden zijn samengesteld en binnen die verbanden wordt<br />
gewerkt aan een “dekkend en zoveel mogelijk thuisnabij” onderwijsaanbod voor iedere leerling.<br />
Van elke school wordt verwacht dat de zorgcapaciteit helder in beeld wordt gebracht. Schoolbesturen<br />
en samenwerkingsverbanden brengen vervolgens de zorgcapaciteit van de regio in beeld.<br />
In <strong>2011</strong> zijn de volgende stappen gezet:<br />
Op organisatieniveau:<br />
- Alle scholen onder OPTIMUS zijn voorbereid op de invoering van Passend <strong>Onderwijs</strong> en<br />
“ingedeeld” in het samenwerkingsverband 25-07 (Nijmegen e.o.) of 30-06 (Oss-Uden-Veghel).<br />
- Op bestuursniveau is een inventarisatie gemaakt van het onderwijs- en zorgaanbod.<br />
- OPTIMUS is bestuurlijk vertegenwoordigd in zowel samenwerkingsverband 25-07 (Nijmegen e.o.)<br />
als 30-06 (Oss-Uden-Veghel).<br />
Op schoolniveau:<br />
- Scholen hebben hun zorgcapaciteit in een zorgprofiel vastgesteld of zijn hiermee in een<br />
vergevorderd stadium.<br />
- De zorgprofielen beschrijven de zorgcapaciteit in termen van basiszorg en breedtezorg.<br />
- In het zorgprofiel is tevens de ambitie van scholen beschreven betreffende het uitbreiden c.q.<br />
verder ontwikkelen van basis- en breedtezorg.<br />
Burgerschap en de bijzondere identiteit<br />
In de planperiode tot 2016 wordt een aanbod voor scholen ontwikkeld om, vanuit de bron van de<br />
katholiek-christelijke traditie, te werken aan gewetensvorming bij kinderen.<br />
Gewetensvorming die uitgaat van het “goede” in mensen zoals dat zichtbaar wordt in de beschrijving<br />
van de kernwaarden die de organisatie hanteert.<br />
Scholen verwoorden hoe burgerschap gekoppeld wordt aan de levensbeschouwelijke identiteit en<br />
kunnen aangeven waar “het bijzondere” in de school zichtbaar is.<br />
In <strong>2011</strong> is het volgende bereikt:<br />
Op organisatieniveau:<br />
- OPTIMUS is gestart met de ontwikkeling van een, op de kernwaarden van de organisatie<br />
gebaseerd, structureel aanbod voor de ontwikkeling van burgerschapsvaardigheden. Dit<br />
aanbod is gericht op de ontwikkeling van normbesef en de vaardigheden die nodig zijn om als<br />
“gewetensvol burger” in een democratische rechtsstaat te kunnen functioneren.<br />
7
Op schoolniveau:<br />
- Elke school geeft in een identiteitsparagraaf opgenomen in hun schoolplan, aan hoe het<br />
bestuurlijke kader rond levensbeschouwelijke identiteit wordt ingevuld.<br />
- Elke school kan zich verantwoorden met betrekking tot de wijze waarop inhoud gegeven wordt<br />
aan burgerschap.<br />
Opbrengstgericht werken<br />
De focus ligt op de opbrengsten van de kernvakken rekenen en taal. Ook in <strong>2011</strong> waren de reken- en<br />
taalresultaten van de leerlingen een voorname indicator voor de kwaliteit van onderwijs.<br />
OPTIMUS zet de in <strong>2011</strong> gerealiseerde opbrengsten vooral af tegen de ambitie van de organisatie,<br />
zoals verwoord in het strategisch beleidsplan. Dit betekent dat er nog volop ruimte is voor verbetering.<br />
De cijfers elders in dit verslag geven echter ook de voortgang aan ten opzichte van de vorige jaren en<br />
maken duidelijk dat OPTIMUS als organisatie de vergelijking met andere schoolbesturen prima kan<br />
doorstaan.<br />
Op organisatieniveau:<br />
- De opbrengsten op het gebied van rekenen en taal zijn met elke school geanalyseerd en per<br />
school zijn afspraken vastgelegd over verbeteringsmogelijkheden en de te verwachten resultaten<br />
daarvan.<br />
- De resultaten zijn verder gestegen, 24 scholen (6 meer dan in 2010) hebben een CITO-<br />
eindscore behaald die zich minimaal verhoudt tot de gemiddelde score van scholen met een<br />
vergelijkbare leerlingpopulatie.<br />
Op schoolniveau:<br />
- Alle scholen hebben aan de hand van een plan van aanpak op een systematische en planmatige<br />
wijze gewerkt aan het verbeteren van de opbrengsten;<br />
- De kwaliteit van de instructie is verhoogd. Elke school werkt met groepsplannen en hanteert de<br />
uitgangspunten van het handelingsgericht werken.<br />
Professionalisering<br />
Elke onderwijsprofessional kent de verplichting tot het besteden van 10% van de totale werktijd aan<br />
deskundigheidsbevordering. Dit is immers in de arbeidsovereenkomst van elke medewerker<br />
vastgelegd.<br />
Uit (extern) onderzoek blijkt daarnaast dat de professionaliteit en deskundigheid van de docent het<br />
meest substantieel bijdraagt aan kwaliteit van onderwijs. OPTIMUS zet daarom zwaar in op verdere<br />
professionalisering van zowel de organisatie als de individuele medewerkers.<br />
In <strong>2011</strong> heeft dit het volgende opgeleverd:<br />
Op organisatieniveau:<br />
- De organisatie heeft binnen de OPTIMUS-academie een professionaliseringsaanbod<br />
samengesteld in relatie tot de speerpunten in het meerjarenperspectief en het strategisch<br />
beleidsplan.<br />
- De invoering van de functiemix is uitgebreid met het profiel “excellente leerkracht in de groep”.<br />
- Het thema “professionalisering” is prominent onderdeel gaan uitmaken van het jaarplan<br />
“HRM” waarin naast tussendoelen en activiteiten op het gebied van professionaliseringsbeleid,<br />
ook de voornemens op het gebied van personeelsbeleid in brede zin zijn<br />
ondergebracht.<br />
Op schoolniveau:<br />
- De door medewerkers jaarlijks af te leggen verantwoording t.a.v. de inhoud van de<br />
deskundigheidsbevordering, is schriftelijk, in een bijlage bij het verslag van het formele<br />
gesprek in het kader van de gesprekscyclus, vastgelegd.<br />
- De gesprekkencyclus wordt conform het vastgestelde beleid op elke school doorlopen en<br />
verantwoord tijdens het gesprek “kwaliteit en verantwoording” met het cvb.<br />
- Elke leerkracht heeft een (digitaal) bekwaamheidsdossier.<br />
8
Krimp en kwaliteit<br />
Thuisnabij en maatschappelijk te verantwoorden onderwijs bieden in de wijken en dorpen waar dit bij<br />
aanvang van deze planperiode al het geval is.<br />
Om dit te bereiken zullen OPTIMUS-scholen nauw, constructief en creatief samenwerken met elkaar<br />
en met andere, aan het primair onderwijs gerelateerde, organisaties.<br />
Het vormen van combinaties of clusters van scholen ziet OPTIMUS als middel om ook de scholen in<br />
kleine kernen verantwoord in stand te houden. Op het einde van deze planperiode zal daarom elke<br />
OPTIMUS-school met minder dan 150 leerlingen deel uitmaken van een combinatie of cluster van<br />
scholen.<br />
Deze clusters en scholencombinaties worden geleid door één schoolleiding. De teams van de<br />
verschillende scholen vormen formatief een eenheid waardoor de mogelijkheid ontstaat tot flexibele<br />
en meer passende inzet van personeelsleden.<br />
Hierdoor wordt enerzijds tegemoetgekomen aan het recht van elk kind om, zoveel mogelijk thuisnabij,<br />
passend onderwijs te kunnen volgen.<br />
Anderzijds wordt, vanuit een maatschappelijke optiek, op deze wijze bijgedragen aan de leefbaarheid<br />
in kleine kernen en de sociale cohesie in en tussen dorpen en wijken.<br />
Door transparant en duidelijk te zijn over wat scholen kunnen bieden en vooral door vraaggestuurd en<br />
servicegericht onderwijs aan te bieden, wil OPTIMUS werken aan een imago dat aansluit bij de<br />
verwachtingen van de bevolking in de regio.<br />
Op organisatieniveau:<br />
- In <strong>2011</strong> zijn er 12 scholen met een leerlingenaantal van < 150 ondergebracht in een cluster of<br />
combinatie.<br />
- Deze combinaties/clusters van scholen worden geleid door één directie.<br />
Op schoolniveau:<br />
- De scholen die al eerder deel uitmaakten van een cluster of combinatie hebben de<br />
samenwerking aantoonbaar geïntensiveerd.<br />
- De scholen die in <strong>2011</strong> voor het eerst deel zijn gaan uitmaken van een cluster of combinatie,<br />
hebben gebruik gemaakt van de ervaringen van de scholen die hen zijn voorgegaan.<br />
9
Doelstelling en kernactiviteiten van de organisatie<br />
OPTIMUS primair onderwijs verzorgt primair onderwijs aan 4 tot 12 jarigen in het spreidingsgebied<br />
Oss – Grave – Cuijk - Boxmeer – Landerd vanuit een katholieke / protestants-christelijke grondslag.<br />
De missie van de instelling luidt:<br />
OPTIMUS streeft ernaar om dynamisch, vol vertrouwen en in gezamenlijkheid te bouwen aan de<br />
toekomst van allen die bij OPTIMUS betrokken zijn.<br />
OPTIMUS doet dit door zoveel mogelijk kwaliteiten van leerlingen aan te spreken en deze samen met<br />
hen tot ontwikkeling te brengen.<br />
Zo groeien de leerlingen op tot communicatief sturende volwassenen die bijdragen aan de<br />
leefbaarheid van de maatschappij van morgen.<br />
Deze missie dragen wij uit door het aanbieden van onderwijs dat moet voldoen aan de volgende<br />
doelstellingen:<br />
1. De leerlingen beschikken aan het eind van hun basisschooltijd over kennis, inzicht en<br />
vaardigheden, die voldoen aan de kerndoelen zoals geformuleerd in de Wet op het <strong>Primair</strong><br />
onderwijs. Daarmee hebben ze toegang tot het voor hen geadviseerde vervolgonderwijs.<br />
2. De leerlingen beschikken over het vermogen en de bereidheid om samen te werken en om<br />
zelfstandig kennis te verwerven en toe te passen.<br />
3. De leerlingen kunnen goed functioneren in democratisch vormgegeven processen en met die<br />
toerusting kunnen zij goed uit de voeten in alledaagse situaties en participeren in discussies<br />
over actuele maatschappelijke thema’s.<br />
4. De leerlingen vinden leren aantrekkelijk en noodzakelijk, zij hebben een leerhouding die zich<br />
kenmerkt door nieuwsgierigheid en verwondering.<br />
5. De leerlingen hebben motivatie en bereidheid opgebouwd om het beste uit zichzelf te halen.<br />
6. De leerlingen hebben kennis van het uiteenlopen van onderlinge begaafdheden en de<br />
mogelijke betekenis daarvan in de maatschappij. Zij kunnen daar respectvol mee omgaan.<br />
In alle gevallen staat voorop dat iedere leerling deze kennis en deze vaardigheden naar eigen<br />
vermogen ten volle heeft ontwikkeld.<br />
Deze doelstellingen zijn vertaald in tactische en operationele doelstellingen. Voor de scholen zijn<br />
schoolplannen opgesteld waarin de visie en missie van de organisatie concreet zijn uitgewerkt.<br />
10
Juridische structuur en interne organisatiestructuur<br />
Stichting OPTIMUS primair onderwijs is een stichting waaronder 32 scholen voor basisonderwijs<br />
ressorteren. Het betreft 31 scholen met regulier basisonderwijs en 1 school voor speciaal<br />
basisonderwijs.<br />
11<br />
Scholen OPTIMUS op BRIN-nummer<br />
BRIN-nummer School Plaats<br />
00EB BS. "Het Telraam" Oeffelt<br />
03GL PCO BS. "De Wegwijzer" Grave<br />
03MA BS. "Klimop" Megen<br />
03QO BS. "'t Schrijverke" Herpen<br />
04FQ BS. "De Bongerd" Gassel<br />
04VT BS. "De Zevensprong" Cuijk<br />
05GK BS "De Waai" Cuijk<br />
05JE BS. "Den Omgang" Schaijk<br />
06VO BS. "De 4 Heemskinderen" Deursen<br />
06VW BS. "Lindekring" Sint Agatha<br />
06WZ BS. "De Linde" Macharen<br />
06XB BS. "De Akkerwinde" Vianen<br />
06XO BS. "Sint Jozef" Velp<br />
06ZJ BS. "Sint Antonius Abt" Overlangel<br />
07RI BS. "De Bongerd" Haps<br />
07RZ BS. "Sint Lambertus" Haren<br />
07SL BS. "De Kreek'l" Reek<br />
07UN BS. "De Sprankel" Grave<br />
07VP BS. "De Regenboog" Schaijk<br />
08PW BS. "Dr. J. de Quay" Beers<br />
08QG BS. "Onze Bouwsteen" Boxmeer<br />
08XM BS. "De Bakelgeert" Boxmeer<br />
08ZO BS. "De Regenboog" Cuijk<br />
08ZT BS. "De Raamdonk" Grave<br />
09WX BS. "De Ester" Escharen<br />
10NZ BS. "De Weijerhof" Boxmeer<br />
10YE BS. "Vlasgaard" Zeeland<br />
11DH BS. "De Bolster" Sambeek<br />
11LT BS. "Oventje" Zeeland<br />
11PX BS. "De Schelven" Boxmeer<br />
16UP BS. "De Bogaard" Ravenstein<br />
20GB SG. Palet Boxmeer<br />
De scholen zijn gelegen in de gemeenten Landerd, Oss, Grave, Cuijk en Boxmeer.<br />
De rechtspersoonlijkheid van OPTIMUS primair onderwijs is een stichtingsvorm.<br />
De stichting is opgericht op 1 januari 2006 en is ontstaan uit een aantal fusies van besturen van<br />
scholen voor primair onderwijs in de regio.<br />
OPTIMUS primair onderwijs heeft gekozen voor decentralisering van de organisatie:<br />
verantwoordelijkheden en bijbehorende bevoegdheden worden zo diep mogelijk in de organisatie<br />
gelegd.<br />
Daaraan ligt de opvatting ten grondslag dat hoogopgeleide medewerkers, zoals leerkrachten, meer<br />
bevrediging uit hun werk halen en beter werk leveren naarmate ze meer invloed hebben op de wijze<br />
waarop en de condities waaronder ze hun werkzaamheden inrichten.
Daartoe geïnspireerd door het toenmalige bestuur is ervoor gekozen het model ‘policy governance’<br />
van de Amerikaan John Carver als werkmodel te hanteren. Deze besturingsfilosofie moet zowel<br />
tussen bestuurder en manager (schooldirecteur) als tussen schooldirecteur en leraar zijn specifieke<br />
vertaling vinden.<br />
De gedachte hierachter is dat een dergelijk organisatiemodel niet alleen tot betere beslissingen leidt,<br />
omdat deze – binnen vastgelegde kaders – genomen worden door degenen die als professionals<br />
verantwoordelijk zijn voor het resultaat van hun werk, maar ook tot grotere arbeidssatisfactie.<br />
Op deze wijze wordt inhoud gegeven aan de – in het primair onderwijs vaak onderbelichte – scheiding<br />
tussen besturen en managen/leidinggeven.<br />
De besturingsfilosofie houdt voorts in dat er op elk niveau in de organisatie doelen worden<br />
geformuleerd en indicatoren gekozen die een aanwijzing geven voor de mate waarin de doelen<br />
worden gerealiseerd, en dat er binnen gestelde grenzen (‘piketpalen’) vrijheid en verantwoordelijkheid<br />
bestaat om zelf keuzes te maken met betrekking tot de manier van werken. Beoogd wordt een vorm<br />
van resultaatverantwoordelijkheid.<br />
Vanaf 1 januari 2009 werkt OPTIMUS met een college van bestuur (cvb) en een raad van toezicht<br />
(rvt). Hiermee is de door de overheid vereiste scheiding tussen besturen en toezichthouden organiek<br />
aangebracht.<br />
Het cvb is als bevoegd gezag verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstellingen van de<br />
organisatie. Hierbij wordt het cvb bijgestaan door stafmedewerkers met de portefeuilles personeel,<br />
financiën/beheer en onderwijs.<br />
De dagelijkse leiding van de scholen ligt in handen van de schooldirecteuren. De taken,<br />
bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in de statuten, de notariële akte en de<br />
reglementen van de rvt en het cvb. Schooldirecteuren leggen verantwoording af aan het cvb door<br />
middel van rapportages in de gesprekscyclus "kwaliteit en verantwoording". De rapportages zijn<br />
gericht op onderwijskundige ontwikkeling, resultaten van het onderwijs, personeel en financiën.<br />
In <strong>2011</strong> is de discussie over het onderscheid tussen toezicht houden, besturen en leidinggeven verder<br />
gevoerd. De ogenschijnlijk scherpe definiëring van alle drie deze rollen neemt niet weg dat er zich in<br />
de praktijk situaties voordoen waarin partijen op zoek zijn naar “rolzuiverheid”.<br />
Met name de discussie over de rol “representant van de gemeenschap” is, net als in 2010,<br />
nadrukkelijk gevoerd.<br />
Dit jaarverslag is geschreven vanuit de optiek dat het cvb van OPTIMUS, als bevoegd gezag van de<br />
organisatie in dit document verantwoording aflegt over het gevoerde beleid en de behaalde resultaten<br />
in <strong>2011</strong>.<br />
De rvt heeft toegezien op een gedegen en zorgvuldige uitvoering van deze rol / taak.<br />
12
Leerlingen<br />
Leerlingaantallen<br />
Het aantal leerlingen in Noord-Oost-Brabant, en daarmee het aantal OPTIMUS leerlingen, daalt. De<br />
verschillende prognose-berekeningen komen weliswaar met verschillende cijfers maar trekken wel<br />
allen deze conclusie.<br />
Dit gegeven wordt bevestigd door de cijfers van de afgelopen jaren.<br />
Onderstaande gegevens maken duidelijk om welke aantallen en effecten het gaat.<br />
Gewicht Geen Geen 1,2 0,3 Totaal<br />
Leeftijd 4 -7 jaar 8 jaar e.o. gewicht gewicht per school<br />
Het Telraam 116 113 1 4 229<br />
De Wegwijzer 41 37 2 5 78<br />
Klimop 66 93 2 16 159<br />
t Schrijverke 111 141 1 56 252<br />
De Bongerd Gassel 48 62 1 11 110<br />
De Zevensprong 74 95 12 23 169<br />
De Waai 229 220 1 0 449<br />
Den Omgang 138 170 2 31 308<br />
De 4 Heemskinderen 33 45 0 2 78<br />
Lindekring 26 55 0 0 81<br />
De Linde 26 28 0 7 54<br />
De Akkerwinde 53 80 0 10 133<br />
St. Jozef 45 69 10 8 114<br />
St. Antonius Abt 15 27 0 1 42<br />
De Bongerd Haps 98 173 0 37 271<br />
St. Lambertus 20 43 2 4 63<br />
De Kreek'l 66 67 2 4 133<br />
De Sprankel 146 177 10 13 323<br />
De Regenboog Schaijk 181 194 3 18 375<br />
Dr. J. de Quay 61 96 0 0 157<br />
Onze Bouwsteen 84 92 0 5 186<br />
De Bakelgeert 70 83 11 6 153<br />
De Regenboog Cuijk 111 164 46 36 275<br />
De Raamdonk 107 120 21 20 227<br />
De Ester 65 73 10 5 138<br />
De Weijerhof 67 73 3 2 140<br />
Vlasgaard 169 182 5 29 351<br />
De Bolster 71 76 0 0 147<br />
Oventje 27 43 o 7 70<br />
De Schelven 66 80 11 8 146<br />
De Bogaard 99 101 2 2 200<br />
Palet 45 71 0 10 116<br />
2.574 3.143<br />
5.717<br />
Het aantal leerlingen per 1 oktober <strong>2011</strong> bedroeg 308 minder dan op 1 oktober 2010. In 2010 waren<br />
er 160 leerlingen minder dan in 2009.<br />
13
De verhouding tussen onderbouwleerlingen ten opzichte van het totaal aantal leerlingen is vanaf 2009<br />
met 45,89%, via 44,37% in 2010, voor het eerst sinds jaren weer licht gestegen naar 45,02% in <strong>2011</strong>.<br />
OPTIMUS staat op het standpunt dat krimp niet gelijk staat aan verslechtering. Krimp wordt pas<br />
vervelend als de financiële grondslag onder instellingen wordt aangetast, zodanig dat voorzieningen<br />
niet meer te handhaven zijn of als instellingen de kwaliteit van hun prestaties niet meer kunnen<br />
garanderen.<br />
Voor OPTIMUS zijn de volgende twee vragen relevant:<br />
• wat zijn de te verwachten financiële gevolgen van een daling van het aantal leerlingen;<br />
• wat zijn de mogelijke gevolgen van een daling van het aantal leerlingen voor de kwaliteit van het<br />
aangeboden onderwijs?<br />
De gestelde vragen kunnen op dit moment in dit document niet in detail worden beantwoord.<br />
Waar het om gaat, is om grip te krijgen op het vraagstuk hoe de zaken met elkaar verbonden zijn.<br />
Wanneer wordt krimp in leerlingaantallen een bedreiging voor de kwaliteit van onderwijs van een<br />
school?<br />
De afname van het aantal leerlingen heeft een direct gevolg op de kwaliteit van het aangeboden<br />
onderwijs wanneer er te kleine scholen vanuit onderwijskundig oogpunt ontstaan. Scholen die op<br />
termijn niet voldoende massa hebben kunnen hun lange termijnkwaliteit niet voldoende garanderen.<br />
Er kan een negatieve spiraal ontstaan rond deze scholen.<br />
OPTIMUS heeft vastgelegd dat zij vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid streeft naar<br />
behoud van de huidige onderwijsvoorzieningen. Waar krimp in de verstedelijkte gebieden niet snel tot<br />
een significante aantasting van de voorzieningenstructuur zal leiden, kan krimp in de landelijke<br />
gebieden op termijn wel tot een verschraling van het aanbod leiden. In bijvoorbeeld de kleine kernen<br />
van de gemeente Oss is aandacht geboden met betrekking tot het vraagstuk van kwantiteit en<br />
kwaliteit in relatie tot de ambitie van OPTIMUS met betrekking tot bereikbaarheid en beschikbaarheid.<br />
In het inmiddels gepubliceerde meerjarenperspectief “Over morgen” geeft het cvb aan hoe en waarom<br />
de onderwijsvoorzieningen in de kleine kernen tot 2016 gehandhaafd blijven.<br />
14
Uitstroomgegevens<br />
Onderstaande tabel bevat de uitstroomgegevens van de leerlingen naar de diverse vormen van<br />
voortgezet onderwijs in <strong>2011</strong>.<br />
15<br />
Uitstroom <strong>2011</strong> VWO HAVO VMBO-T VMBO anders Anders Totaal<br />
00EB het Telraam 9<br />
03GL De Wegwijzer 1<br />
03MA Klimop -<br />
03QO t Schrijverke 4<br />
04FQ De Bongerd Gassel 1<br />
04VT De Zevensprong 1<br />
05GK De Waai 8<br />
05JE Den Omgang 5<br />
06VO De 4 Heemskinderen 3<br />
06VW De Lindekring 1<br />
06WZ De Linde -<br />
06XB De Akkerwinde 3<br />
06XO St. Jozef 2<br />
06ZJ St. Antonius Abt -<br />
07RI De Bongerd Haps 6<br />
07RZ St. Lambertus -<br />
07SL De Kreek'l 2<br />
07UN De Sprankel 4<br />
07VP De Regenboog Schaijk 6<br />
08PW Dr. Jan de Quay 7<br />
08QG Onze Bouwsteen 4<br />
08XM De Bakelgeert 6<br />
08ZO De Regenboog Cuijk 2<br />
08ZT De Raamdonk 3<br />
09WX De Ester -<br />
10NZ De Weijerhof 6<br />
10YE Vlasgaard 9<br />
11DH de Bolster 2<br />
11LT Oventje 1<br />
11PX de Schelven 3<br />
16UP De Bogaard 9<br />
20GB SG Het Palet -<br />
-<br />
15<br />
2<br />
5<br />
9<br />
5<br />
9<br />
30<br />
8<br />
1<br />
3<br />
3<br />
3<br />
8<br />
4<br />
13<br />
4<br />
6<br />
7<br />
10<br />
9<br />
8<br />
8<br />
8<br />
8<br />
8<br />
6<br />
16<br />
3<br />
3<br />
1<br />
10<br />
8<br />
7<br />
7<br />
10<br />
4<br />
2<br />
11<br />
31<br />
3<br />
2<br />
2<br />
2<br />
9<br />
3<br />
8<br />
4<br />
9<br />
15<br />
24<br />
7<br />
8<br />
12<br />
10<br />
8<br />
4<br />
6<br />
20<br />
7<br />
1<br />
7<br />
12<br />
2<br />
-<br />
10<br />
2<br />
7<br />
7<br />
2<br />
11<br />
10<br />
6<br />
5<br />
5<br />
4<br />
4<br />
5<br />
3<br />
24<br />
2<br />
5<br />
3<br />
15<br />
5<br />
4<br />
2<br />
15<br />
5<br />
6<br />
1<br />
9<br />
20<br />
10<br />
15<br />
12<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
2<br />
1<br />
1<br />
1<br />
11<br />
42<br />
12<br />
19<br />
32<br />
12<br />
23<br />
59<br />
51<br />
12<br />
11<br />
9<br />
12<br />
24<br />
10<br />
51<br />
10<br />
22<br />
30<br />
55<br />
28<br />
24<br />
28<br />
35<br />
24<br />
18<br />
19<br />
54<br />
32<br />
5<br />
22<br />
46<br />
25
Zorgleerlingen<br />
De term zorgleerlingen doet vermoeden dat er een groep leerlingen is die zorg behoeft, alsof dat niet<br />
geldt voor alle leerlingen. Vooruitlopend op dat wat “passend onderwijs” gaat betekenen voor<br />
schoolbesturen, staat OPTIMUS op het standpunt dat iedere leerling die zorg moet krijgen die nodig is<br />
om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen.<br />
Omdat diverse scholen van OPTIMUS de enige aanbieder van primair onderwijs in dorpen of<br />
gemeenschappen zijn, staat OPTIMUS een brede zorgcapaciteit voor. Onderstaand overzicht geeft<br />
per school aan voor welke kinderen in <strong>2011</strong> een budget in het kader van Leerling Gebonden<br />
Financiering (LGF) is toegekend.<br />
06XB Akkerwinde 4<br />
06XO St. Jozef -<br />
06ZJ Antonius Abt -<br />
07RI De Bongerd Haps 3<br />
07RZ St. Lambertus 1<br />
07SL De Kreek'l 2<br />
07UN De Sprankel 7<br />
07VP De Regenboog Schaijk 15<br />
08PW Dr. Jan de Quay 3<br />
08QG Onze Bouwsteen 4<br />
08XM De Bakelgeert 3<br />
08ZO De Regenboog Cuijk 7<br />
08ZT De Raamdonk 1<br />
09WX De Ester 2<br />
10NZ De Weijerhof -<br />
10YE Vlasgaard 25<br />
11DH De Bolster 1<br />
11LT Oventje 1<br />
11PX De Schelven 2<br />
16UP De Bogaard 5<br />
20GB SG Palet 11<br />
Leerlingenstromen en verzuimpercentages<br />
16<br />
133<br />
114<br />
42<br />
271<br />
63<br />
133<br />
323<br />
375<br />
157<br />
176<br />
153<br />
275<br />
227<br />
138<br />
140<br />
351<br />
147<br />
70<br />
146<br />
200<br />
116<br />
3,01%<br />
0,00%<br />
0,00%<br />
1,11%<br />
1,59%<br />
1,50%<br />
2,17%<br />
4,00%<br />
1,91%<br />
2,27%<br />
1,96%<br />
2,55%<br />
0,44%<br />
1,45%<br />
0,00%<br />
7,12%<br />
0,68%<br />
1,43%<br />
1,37%<br />
2,50%<br />
9,48%<br />
De doorstroming van de leerlingen op de OPTIMUS-scholen is in ook in <strong>2011</strong> ruim binnen de norm<br />
van 4% gebleven. In totaal was op 1 oktober <strong>2011</strong> 2,56% van de leerlingen 12 jaar of ouder.<br />
De verzuimpercentages op de verschillende scholen verhouden zich tot landelijke gemiddelden en<br />
geven daarom geen aanleiding tot opmerkingen in dit jaarverslag.<br />
Met betrekking tot de adviezen naar het voortgezet onderwijs blijkt dat de leerlingen van de scholen<br />
van OPTIMUS in meer dan 98% van alle gevallen zijn toegelaten tot de hen geadviseerde vorm van<br />
voortgezet onderwijs.<br />
Naast bovenstaand gegeven wil OPTIMUS zicht houden op de ontwikkeling van de leerlingen in de<br />
onderbouw van het voortgezet onderwijs. De hoeveelheid “op- en afstroom” tijdens die periode geeft<br />
immers een indicatie met betrekking tot “de juistheid” van het advies vanuit de basisschool.<br />
Op grond van de terugkoppelingsgegevens van ongeveer de helft van het aantal scholen voor<br />
voortgezet onderwijs die leerlingen van OPTIMUS-scholen betrekken, blijkt dat na twee jaar<br />
voortgezet onderwijs, iets meer dan 90% van de leerlingen van OPTIMUS-scholen nog steeds het<br />
type onderwijs volgt dat door de basisschool geadviseerd is. Bij de leerlingen voor wie dit niet geldt is<br />
bij 25% sprake van “opstroom” en bij 75% sprake van “afstroom”.
<strong>Onderwijs</strong>prestaties<br />
Over het jaar <strong>2011</strong> is in een rapportage door het cvb verantwoording afgelegd over de kwaliteit van<br />
het onderwijs (17-10-’11). Deze rapportage is gerelateerd aan de doelstellingen van de organisatie en<br />
bestaat uit een presentatie en een verantwoordingsdocument. De opbrengsten t.a.v. het onderwijs<br />
werden in de presentatie als volgt samengevat:<br />
- 31 scholen een basisarrangement (groen), 1 school een aangepast arrangement (rood)<br />
- CITO Eindtoets:<br />
17<br />
o Gemiddelde score is 535,1 (stijgt 0,1 punt t.o.v. 2010)<br />
o 24 scholen scoren min. voldoende (was 18 in 2010)<br />
- Tussenresultaten:<br />
o 29 scholen scoren min. voldoende (was 27 in 2010)<br />
- Uitstroom VO:<br />
o 13% VWO, 27% HAVO, 58% VMBO, 2% PRO / (V)SO<br />
o instroom VMBO neemt (iets) af<br />
o betrouwbare adviezen<br />
o afstroom na 2 jaar<br />
In het verantwoordingsdocument heeft het cvb de volgende conclusies geformuleerd t.a.v. de<br />
doelstellingen van de organisatie:<br />
- De resultaten van leerlingen van OPTIMUS-scholen liggen op het einde van de<br />
basisschoolperiode minimaal op het niveau dat verwacht mag worden. De leerlingen van<br />
OPTIMUS-scholen hebben in iets meer dan 98% van de gevallen toegang tot het voor hen<br />
geadviseerde type vervolgonderwijs.<br />
- OPTIMUS-scholen besteden voldoende aandacht aan zelfstandigheid van kinderen.<br />
- De sociale vaardigheden van leerlingen van OPTIMUS-scholen liggen op een<br />
bovengemiddeld niveau. Het vermogen tot samenwerken is bij de leerlingen dan ook goed<br />
ontwikkeld.<br />
- OPTIMUS-scholen zijn hun onderwijs zodanig aan het inrichten, dat leerlingen kennis en<br />
vaardigheden ten volle kunnen ontwikkelen, naar eigen vermogen. Dit blijft een aandachtspunt<br />
in de komende jaren, waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan het omgaan met<br />
verschillen.<br />
- Leerlingen van OPTIMUS-scholen kunnen respect opbrengen voor andere levenswijzen en<br />
zijn bekend met normen en waarden als tolerantie en solidariteit.<br />
- OPTIMUS-scholen besteden in hun leerstofaanbod voldoende tijd en aandacht aan de vakvormingsgebieden<br />
levensbeschouwing en geestelijke stromingen.<br />
- Op de OPTIMUS-scholen wordt regelmatig aandacht geschonken aan actuele<br />
maatschappelijke thema’s, m.n. door middel van het voeren van (kring-) gesprekken.<br />
- D.m.v. methodes en projecten is er op de OPTIMUS-scholen structureel aandacht voor<br />
aspecten van ontwikkelingswerk en de hierbij relevante thema’s.<br />
- Op de OPTIMUS-scholen is er expliciet aandacht voor aspecten van de Europese<br />
ontwikkeling.<br />
- Alle OPTIMUS-scholen hebben permanent aandacht voor pesten en de consequenties ervan.<br />
Deze aandacht staat in het teken van het voorkomen van pestgedrag.<br />
- De leerlingen op de OPTIMUS-scholen respecteren de bestaande verschillen in aanleg en<br />
begaafdheid.<br />
- De (bovenbouw-)leerlingen op de OPTIMUS-scholen hebben enige kennis van en<br />
onderscheiden vormen van verslaving en de hieraan verbonden risico’s.
- Op de OPTIMUS-scholen worden de leerlingen gestimuleerd om de eigen mogelijkheden en<br />
capaciteiten ten volle in te zetten en te gebruiken.<br />
- De leerlingen op de OPTIMUS-scholen gaan over het algemeen graag naar school en willen<br />
zich ontwikkelen.<br />
Deze conclusies werden onderbouwd in een bijbehorende presentatie, waarin onder meer<br />
onderstaande overzichten waren opgenomen. De inspectie van het onderwijs beoordeelt de<br />
onderwijskwaliteit op 31 scholen als voldoende. Deze scholen hebben een zgn. basisarrangement.<br />
Bij een kwaliteitsonderzoek op Den Omgang in Schaijk van 21 december 2010 heeft de inspectie<br />
geconstateerd dat de eindopbrengsten voor het derde achtereenvolgende jaar van onvoldoende<br />
niveau waren. Dat was reden om de school m.i.v. 26 januari <strong>2011</strong> een aangepast arrangement toe te<br />
kennen. (Inmiddels is bekend dat aan Den Omgang per 1 maart 2012 weer een basisarrangement<br />
Is toegekend).<br />
Onderstaand overzicht toont aan dat de resultaten op het eind van de schoolloopbaan van de<br />
leerlingen door de inspectie op 31 scholen als voldoende worden beoordeeld.<br />
resultaten resultaten<br />
eind tussentijds<br />
00EB het Telraam v v<br />
03GL De Wegwijzer v v<br />
03MA Klimop v v<br />
03QO t Schrijverke v v<br />
04FQ De Bongerd Gassel v v<br />
04VT De Zevensprong v v<br />
05GK De Waai v v<br />
05JE Den Omgang o v<br />
06VO De Vier Heemskinderen v v<br />
06VW Lindekring v v<br />
06WZ De Linde v v<br />
06XB Akkerwinde v v<br />
06XO St. Jozef v v<br />
06ZJ Antonius Abt v v<br />
07RI De Bongerd Haps v v<br />
07RZ St. Lambertus v v<br />
07SL De Kreek'l v v<br />
07UN De Sprankel v v<br />
07VP De Regenboog Schaijk v v<br />
08PW Dr. Jan de Quay v v<br />
08QG Onze Bouwsteen v v<br />
08XM De Bakelgeert v v<br />
08ZO De Regenboog Cuijk v v<br />
08ZT De Raamdonk v v<br />
09WX De Ester v v<br />
10NZ De Weijerhof v v<br />
10YE Vlasgaard v v<br />
11DH De Bolster v v<br />
11LT Oventje v v<br />
11PX De Schelven v v<br />
16UP De Bogaard v v<br />
20GB SG Palet v v<br />
De tussenresultaten waren in <strong>2011</strong> op alle scholen van voldoende kwaliteit.<br />
Het volgende overzicht geeft een beeld van de resultaten van de Cito-eindtoets over de laatste vier<br />
schooljaren.<br />
18
Resultaten CITO Eindtoets<br />
19<br />
2008 2009 2010 <strong>2011</strong> gemiddelde<br />
00EB het Telraam 539,8 541,1 539,0 538,3 537,1<br />
03GL De Wegwijzer 533,3 537,9 536,2 532,6 534,2<br />
03MA Klimop 531,4 536,2 536,8 535,7 534,9<br />
03QO t Schrijverke 535,4 537,2 539,0 533,8 535,2<br />
04FQ De Bongerd Gassel 537,4 537,5 536,6 536,0 535,5<br />
04VT De Zevensprong 534,6 533,7 531,8 534,0 533,2<br />
05GK De Waai 534,5 534,9 535,3 535,8 534,4<br />
05JE Den Omgang 533,9 534,0 532,1 533,3 535,6<br />
06VO De Vier Heemskinderen 534,8 532,9 532,5 532,9 533,8<br />
06VW Lindekring 534,3 536,4 534,8 535,3 534,0<br />
06WZ De Linde 539,5 534,3 528,1 540,2 536,9<br />
06XB Akkerwinde 533,5 533,2 536,4 538,1 534,8<br />
06XO St. Jozef 532,7 537,5 537,8 535,4 536,5<br />
06ZJ Antonius Abt 537,0 534,5 529,5 531,6 532,7<br />
07RI De Bongerd Haps 531,1 533,7 538,5 533,1 535,0<br />
07RZ St. Lambertus 544,9 537,4 540,4 537,1 536,6<br />
07SL De Kreek'l 538,3 536,2 534,6 534,3 535,8<br />
07UN De Sprankel 537,0 534,6 533,2 537,9 534,8<br />
07VP De Regenboog Schaijk 538,3 536,6 537,0 537,4 537,3<br />
08PW Dr. Jan de Quay 540,0 536,6 533,6 534,1 535,6<br />
08QG Onze Bouwsteen 538,4 535,6 531,2 534,6 535,0<br />
08XM De Bakelgeert 539,1 539,7 535,6 536,8 537,8<br />
08ZO De Regenboog Cuijk 530,4 531,2 530,4 529,0 531,9<br />
08ZT De Raamdonk 533,8 531,8 530,8 533,4 533,2<br />
09WX De Ester 537,9 533,9 531,5 534,9 535,2<br />
10NZ De Weijerhof 543,0 538,7 535,5 539,0<br />
10YE Vlasgaard 529,2 534,3 532,7 535,6 534,1<br />
11DH De Bolster 539,7 538,6 535,7 528,2 535,0<br />
11LT Oventje 536,7 541,6 539,9 544,0 537,7<br />
11PX De Schelven 527,0 535,9 537,7 530,6 531,0<br />
16UP De Bogaard 536,8 535,0 538,3 534,5 535,2<br />
20GB SG Palet<br />
Een en ander betekent dat het cvb van OPTIMUS mogelijkheden ziet om zowel de eind- als<br />
tussenopbrengsten van enkele scholen verder te verbeteren.<br />
De onderwijsinspectie kwalificeert de opbrengsten van een school als onvoldoende wanneer de<br />
eindresultaten van deze school drie jaar achtereen onder de ondergrens van de inspectie blijven. In<br />
<strong>2011</strong> is er één school die drie jaar onder de inspectienorm is gebleven. Bovendien zijn er veel scholen<br />
die eenmaal en in een enkel geval twee keer onder deze norm hebben gescoord.<br />
Het meerjarenperspectief “Over morgen” geeft aan dat goede prestaties op de kernvakken<br />
rekenen/wiskunde en taal/lezen een “must” zijn voor elke OPTIMUS-school.<br />
Het beleid is er daarom op gericht dat structurele verbeterplannen t.a.v. eind- en/of<br />
tussenopbrengsten worden geïmplementeerd op scholen die in enig jaar onder de inspectienorm<br />
scoren. Doel hiervan is te garanderen dat de opbrengsten op elke OPTIMUS-school structureel op het<br />
niveau ligt dat verwacht mag worden op basis van de kenmerken van de leerlingenpopulatie.<br />
Daarmee voorkomen we tegelijkertijd dat scholen een aangepast arrangement toegekend krijgen,<br />
waarmee de kwaliteit van het onderwijs als zwak wordt beoordeeld.
Kwaliteitszorg<br />
Alle scholen onder bestuur van OPTIMUS werken planmatig aan de verbetering van de<br />
onderwijskwaliteit. Op schoolniveau worden hier verschillende instrumenten voor gehanteerd.<br />
Het cvb is in 2009 gestart met de gesprekscyclus “kwaliteit en verantwoording”.<br />
Deze gesprekscyclus is enerzijds bedoeld om de kwaliteit van onderwijs op de verschillende scholen<br />
in beeld te brengen. Anderzijds wordt in deze gesprekken de vertaalslag gemaakt van “dat wat de<br />
maatschappij vraagt van het onderwijs” naar “hoe ziet een belanghebbende dat terug in de school of<br />
de groep”. In <strong>2011</strong> zijn de gesprekken in deze cyclus voortgezet. Inmiddels is elke school minstens<br />
drie keer bezocht in dit kader.<br />
Achtergrond kwaliteit en verantwoording<br />
In dit gedeelte wordt een korte samenvatting gegeven van de werkwijze voor de gesprekken tussen<br />
cvb en de schooldirecteur in het kader van kwaliteit en verantwoording.<br />
Rollen van college van bestuur<br />
Het cvb heeft 3 verschillende rollen die zij moet invullen. Het gaat hierbij om:<br />
1. het toetsen van de verwachtingen van de maatschappij of gemeenschap aan wat het<br />
onderwijs biedt;<br />
2. het vormgeven van goed werkgeverschap en<br />
3. fungeren als klankbord voor de schooldirecteur.<br />
Deze drie verschillende rollen leiden ook tot verschillende focussen tijdens het gesprek met de<br />
schooldirecteur.<br />
Doel gesprek<br />
Idealiter heeft het gesprek een win-win functie. Voor het cvb is het doel het zicht hebben op de<br />
ontwikkeling van de school, op een aantal aandachtsgebieden (zie overzicht volgende pagina). Voor<br />
de schooldirecteur is het doel het toetsen van het schoolbeleid aan het OPTIMUS-beleid en een<br />
kritische kijk op waaraan en hoe de school aan het werk is.<br />
Gespreksvoering<br />
Van de schooldirecteuren wordt verwacht dat zij inzicht geven in de wijze waarop de school werkt en<br />
welke ontwikkelingen zijn ingezet. De opdracht van het cvb is zelf te zorgen om de aandachtspunten<br />
waar zij zicht op willen hebben aan te kaarten. Om dit proces te vergemakkelijken is in het schema op<br />
de volgende pagina aangegeven wie wat vanuit welke rol op de agenda wil hebben.<br />
Het proces van verantwoording doorloopt in onze huidige gedachten van onder naar boven een<br />
natuurlijke volgorde.<br />
1. het gesprek;<br />
2. aandacht;<br />
3. Zelfreflectie en zelfkritiek en<br />
4. verbinden van cijfers (objectieve criteria, kengetallen) aan verhalen (interpretatie, verbinding,<br />
consistentie).<br />
De voorwaardelijkheid voor kwaliteit en verantwoording hebben betrekking op de volgende<br />
onderdelen:<br />
1. Personeelsbeleid: mobiliteit, kwaliteit personeel, beloning, carrièremogelijkheden, gezonde<br />
samenstelling teams, sterke directeur.<br />
2. Financieel beleid: ruimte om te ondernemen, investeren, budgetteren = keuzes maken en<br />
onderbouwen.<br />
3. <strong>Onderwijs</strong>kundig beleid: kwaliteit van het onderwijsproces. Wat gebeurt er in de groep, doen<br />
de leerkrachten recht aan de leerlingen? Beleidsterrein is daarmee wel zachter want vergt<br />
meer afstemming met leerlingenpopulatie.<br />
De onderleggers kunnen zowel kaderstellend van bovenaf komen alsmede onderaf in termen van<br />
verantwoording.<br />
20
Documentatie<br />
Documenten en gegevens (indien voorhanden):<br />
1. Schoolplan<br />
2. Jaarplan<br />
3. <strong>Jaarverslag</strong><br />
4. Kengetallen (bijv. cijfers SPOM-monitor, CITO-toetsresultaten voor alle leerjaren,<br />
personeelsopbouw, ziekteverzuim, klachtenregistratie etc.)<br />
5. Tevredenheidsonderzoeken (vragenlijsten ouders, leerlingen en personeel)<br />
6. Financiële overzichten<br />
7. Samenvattingen functioneringsgesprekken / doelstellingengesprekken<br />
8. Samenvatting voorbereidingsgesprek over Verantwoording en Kwaliteit.<br />
Evalueren<br />
Op grond van de evaluatie van de gesprekscyclus in 2009 en 2010 zijn in <strong>2011</strong> weer enkele<br />
aanpassingen aangebracht. Voornaamste aanpassing is de nadruk op relatie tussen de speerpunten<br />
genoemd in het strategisch beleidsplan van de organisatie en de inhoud van de schoolplannen.<br />
Afhandeling klachten<br />
In <strong>2011</strong> is in 8 gevallen door ouders een beroep gedaan op de externe vertrouwenspersoon van<br />
OPTIMUS. In 6 andere situaties is de hulp van de externe vertrouwenspersoon ingeschakeld op<br />
verzoek van een leerkracht of directeur.<br />
Het jaarverslag van de externe vertrouwenspersoon maakt melding van het feit dat al deze situaties<br />
na bespreking of bemiddeling zijn opgelost. In 3 situaties heeft dit tot gevolg gehad dat ouders<br />
gekozen hebben voor een andere school voor hun kind(eren).<br />
Er zijn in <strong>2011</strong> geen formele klachten ingediend tegen OPTIMUS bij de landelijke klachtencommissie<br />
voor het katholiek onderwijs in Den Haag.<br />
21
Kengetallen<br />
Kengetallen an sich hoeven nog niets te zeggen over kwaliteit, vaak wel over de omvang van iets. En<br />
in welke fase worden de kengetallen nu door de scholen gebruikt: bij de analysefase (bewijs voor de<br />
ingezette activiteiten of middelen), bij de ontwikkelingsfase (de investering van geld of personeel) of<br />
als resultaat (de gewenste groei of juist daling van bepaalde kengetallen). Welke kengetallen zijn er<br />
en welke zijn nu bruikbaar? Hieronder een overzicht, zonder uitputtend te zijn:<br />
<strong>Onderwijs</strong>kundig beleid Toetsresultaten<br />
Instroom, doorstroom, uitstroom<br />
Gewichten<br />
Aantal zorgleerlingen per niveau<br />
Aantal meldingen SMW<br />
Aantal leerlingen met LGF<br />
Waardering ouders, personeel en leerlingen voor het<br />
geboden onderwijs<br />
Aantal leerlingen per klas<br />
Aantal boeken per klas<br />
Personeelsbeleid Aantal scholingsdagen per leerkracht<br />
Aantal ziekmeldingen per jaar<br />
Aantal nieuwe leerkrachten<br />
Percentage leerkrachten ouder dan 55<br />
Aantal deeltijd<br />
Aantal BAPO<br />
Aantal mobiliteit<br />
Tevredenheid<br />
WTF IB en RT samen<br />
Financieel beleid en beheer Uitgaven en inkomsten<br />
Reserveringen<br />
Investeringen in gebouw<br />
Investering in PR<br />
Kosten aanschaf methodes<br />
22
Bedrijfsvoering<br />
Personeelsbeleid<br />
Integraal Personeelsbeleid binnen OPTIMUS primair onderwijs is gestoeld op een aantal wettelijke<br />
kaders en een aantal kaders en afspraken op stichtingsniveau.<br />
Binnen deze kaders en afspraken krijgen de scholen de vrijheid om IPB uit te voeren.<br />
De directies van de scholen zijn binnen hun integraal leiderschap verantwoordelijk voor het<br />
vormgeven van IPB op hun school.<br />
Wettelijke kaders:<br />
1. de Wet op het <strong>Primair</strong> <strong>Onderwijs</strong> (WPO);<br />
2. de Wet op beroepen in het <strong>Onderwijs</strong> (Wet BIO) en<br />
3. de afspraken zoals vastgelegd in de CAO-PO.<br />
Bestuurskaders:<br />
1. de door het cvb geformuleerde doelstellingen van de organisatie en<br />
2. het door het cvb vastgestelde functiehuis.<br />
Afspraken/kaders op stichtingsniveau:<br />
1. vanuit het individuele perspectief zijn de loopbaanwaarden van het individu vertrekpunt.<br />
2. vanuit het organisatieperspectief zijn de doelstellingen van de stichting vertrekpunt.<br />
3. We hanteren vier competentiesoorten:<br />
I algemeen<br />
II functiespecifiek<br />
III schoolspecifiek<br />
IV taak specifiek<br />
I, II en IV worden op stichtingsniveau vastgesteld en III op schoolniveau.<br />
4. Er mag bij III één schoolspecifieke (8-ste) competentie worden toegevoegd. Het is ook mogelijk<br />
om aan de zeven reeds beschreven competenties indicatoren toe te voegen.<br />
5. Voor het definiëren van functiespecifieke competenties van leraren gaan we uit van de door het<br />
Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL) ontwikkelde competentieprofiel.<br />
6. Voor het definiëren van functiespecifieke competenties van directeuren gaan we uit van het door<br />
de Nederlandse Schoolleidersacademie (NSA) ontwikkelde competentieprofiel.<br />
7. Voor elke binnen de stichting voorkomende functie en taak is in het functiehuis een<br />
competentieprofiel beschikbaar.<br />
8. We hanteren de systematische gesprekscyclus, bestaande uit:<br />
- (self)assessment<br />
- observatie<br />
- doelstellingengesprek<br />
- opstellen en uitvoeren van een POP<br />
- tweede observatie<br />
- POP-gesprek<br />
- functioneringsgesprek<br />
- beoordelingsgesprek<br />
9. De volledige gesprekscyclus heeft een doorlooptijd van maximaal 2 jaar.<br />
10. Op stichtingsniveau moet de discussie over beoordelingsgesprekken nog gaan plaatsvinden.<br />
11. Elke school kan zelf instrumenten ontwikkelen en gebruiken, maar kan vanzelfsprekend ook<br />
reeds bestaande instrumenten inzetten.<br />
12. De directeuren zijn verantwoordelijk voor het proces op schoolniveau. Het cvb is<br />
verantwoordelijk voor het proces op stichtingsniveau.<br />
13. De directeuren leggen periodiek aan het cvb verantwoording af over het gevoerde IPB-beleid.<br />
14. Het cvb rapporteert jaarlijks aan de rvt.<br />
23
Het functiehuis van OPTIMUS primair onderwijs:<br />
In 2009 is de start gemaakt voor het nieuwe functiehuis van OPTIMUS. Bij het tot stand komen van dit<br />
jaarverslag constateren we dat de implementatie van de functiemix volgens plan verloopt. Dit houdt in<br />
dat ongeveer 10% van de leerkrachten van OPTIMUS inmiddels is benoemd in een zgn. LB-functie.<br />
Bijgaand een omschrijving van het doel en de verwachtingen betreffende het functiehuis.<br />
Het functiehuis:<br />
draagt bij aan het realiseren van de missie en doelen van de organisatie;<br />
draagt bij aan flexibel inspelen op nieuwe taken en uitdagingen;<br />
stimuleert mobiliteit van de medewerkers;<br />
dient als basis voor de competentieontwikkeling van medewerkers;<br />
biedt loopbaanperspectief voor alle medewerkers;<br />
draagt bij aan een verantwoorde toewijzing en afstemming van de taken, bevoegdheden en<br />
verantwoordelijkheden van medewerkers;<br />
draagt bij aan het ontwikkelen en benutten van innovatieve capaciteiten van de organisatie;<br />
sluit aan bij de afspraken die de Minister van <strong>Onderwijs</strong>, Cultuur en Wetenschappen (OCW) met de<br />
sociale partners heeft gemaakt over functiedifferentiatie, vertaald in het convenant Actieplan<br />
Leerkracht Nederland (april 2008).<br />
Op basis van bovenstaande argumenten is voor de basisscholen van OPTIMUS primair onderwijs<br />
gekozen voor een functiehuis met drie categorieën personeel:<br />
1. directiefuncties;<br />
2. onderwijsgevende functies;<br />
3. onderwijsondersteunende functies, met / zonder lesgevende of behandeltaken.<br />
Scholen kunnen de normfuncties hanteren zoals deze in de CAO-PO en het Kaderbesluit rechtspositie<br />
PO zijn beschreven.<br />
Daarnaast zijn er op stichtingsniveau een aantal andere functies vastgesteld. Hierbij zijn taken die tot<br />
de normfunctie behoorden verzelfstandigd of met taken uit andere normfuncties samengevoegd tot<br />
een nieuwe functie.<br />
De functies<br />
De scholen van OPTIMUS primair onderwijs kunnen bij het vormgeven van hun organisatie en hun<br />
formatiebeleid binnen het voor hen beschikbare formatiebudget gebruikmaken van de volgende<br />
functies:<br />
functie schaal OP/OOP<br />
Directeur DB / DC OP<br />
Excellente leraar LB OP<br />
Ervaren leraar LA OP<br />
Bekwame leraar LA OP<br />
Vakleraar LA OP<br />
Intern begeleider LB OP<br />
Lerarenondersteuner 7 OOP<br />
<strong>Onderwijs</strong>assistent 4 OOP<br />
Administratief medewerker 4, 5, 6 OOP<br />
Conciërge 3 OOP<br />
Interieurverzorger 1 OOP<br />
24
Binnen het SBO komen afwijkende functies voor, te weten:<br />
functie schaal OP/OOP<br />
Excellente leraar LC OP<br />
Ervaren leraar LB OP<br />
Bekwame leraar LB OP<br />
Intern begeleider LC OP<br />
Orthopedagoog 11 OOP<br />
Psycholoog 11 OOP<br />
Logopedist 8 OOP<br />
Schoolmaatschappelijk werkende 8 OOP<br />
In het nieuwe functiehuis zijn nieuwe functies opgenomen (bekwame leraar, ervaren leraar, excellente<br />
leraar, intern begeleider, lerarenondersteuner) maar tegelijkertijd is de functie van adjunct-directeur<br />
verdwenen.<br />
Hieronder wordt uitgelegd waarom wij tot deze keuze zijn gekomen.<br />
Waarom deze functies?<br />
1. We krijgen door het nieuwe functiehuis met een beperkt aantal functies een eenduidige<br />
functieopbouw binnen de 32 scholen van OPTIMUS. Dit maakt mobiliteit tussen scholen<br />
makkelijker, hetgeen belangrijk is om een loopbaan in het onderwijs aantrekkelijk en inspirerend te<br />
houden.<br />
2. Het nieuwe functiehuis biedt een loopbaanperspectief voor leraren en onderwijsondersteuners, niet<br />
alleen richting management maar ook binnen het eigen vakgebied. Zo doet de functie van<br />
excellente leraar recht aan de grote meerwaarde die sommige leraren hebben voor hun school. Zij<br />
hebben naast de uitstekende prestaties in hun eigen klas, toegevoegde waarde voor de gehele<br />
school. Hetzelfde geldt voor excellent functionerende onderwijsassistenten die kunnen doorgroeien<br />
naar de functie van lerarenondersteuner.<br />
3. Een ander voordeel van het functiehuis is, dat het scholen de mogelijkheid geeft om een manier<br />
van onderwijzen te introduceren die verder gaat dan het traditionele leren (een groep leerlingen in<br />
één klas met één leraar). Sommige scholen hebben hier al ervaring mee opgedaan en de andere<br />
scholen krijgen met dit functiehuis kaders aangereikt die kunnen worden gebruikt bij het<br />
vormgeven van eigentijds onderwijs.<br />
4. Van het nieuwe functiehuis gaat een stimulerende werking uit. Medewerkers worden uitgedaagd<br />
om te solliciteren naar een nieuwe functie als er een vacature is. Het is niet zo, dat elke<br />
medewerker die voldoet aan de functie-eisen automatisch wordt benoemd in die functie. Er moet<br />
een vacature zijn en, met inachtneming van de procedure werving en selectie, wordt de beste<br />
kandidaat voor deze vacature geselecteerd en benoemd.<br />
25
Personele bezetting<br />
De opbouw van ons personeel per 31-12-<strong>2011</strong>:<br />
Functie Deeltijd Voltijd Deeltijd Man Voltijd Man Eindtotaal<br />
Vrouw Vrouw<br />
Cvb 0 0 0 2 2<br />
Adj. Directie 4 2 0 3 9<br />
Directie 5 7 3 17 32<br />
OOP 56 3 5 4 68<br />
Leerkracht 305 98 10 55 468<br />
Eindtotaal 370 110 18 81 579<br />
Toelichting:<br />
Het overzicht toont aan dat we per 1 januari 2012 32 directeuren in dienst hebben. Dit is<br />
inclusief 7 medewerkers die niet structureel leiding geven aan een van de OPTIMUS scholen:<br />
Directeur stafbureau 1 Detachering het Baken, 1<br />
26<br />
Oss<br />
Directeur CPV 2 Medewerker stafbureau 1<br />
Interim directeur 1 Detachering VIP 1<br />
De opbouw van ons personeel per 31-12-<strong>2011</strong>, tijdelijke en vaste benoeming:<br />
Functie Deeltijd Voltijd Deeltijd Voltijd Man Eindtotaal<br />
Vrouw Vrouw Man<br />
Cvb 0 0 0 2 2<br />
Vaste benoeming 0 0 0 2 2<br />
Adjunct directie 4 2 0 3 9<br />
Vaste benoeming 4 2 0 3 9<br />
Directie 5 7 3 17 32<br />
Tijdelijke benoeming 3 0 0 0 3<br />
Vaste benoeming. 2 7 3 17 29<br />
OOP 56 3 5 4 68<br />
Tijdelijke benoeming 5 0 1 1 7<br />
Vaste benoeming 51 3 4 3 61<br />
leerkracht 305 98 10 55 468<br />
Tijdelijke benoeming 20 3 1 2 26<br />
Vaste benoeming 285 95 9 53 442<br />
Eindtotaal 370 110 18 81 579<br />
Toelichting:<br />
Onder voltijders verstaan we alle werknemers met een benoemingsomvang van WTF 1,0.<br />
Onder tijdelijke benoeming verstaan we tevens werknemers met een benoeming voor<br />
bepaalde tijd al dan niet met uitzicht op een benoeming voor onbepaalde tijd.
Personele inschaling<br />
Schaal 01-01-2010 01-01-<strong>2011</strong> 31-12-<strong>2011</strong><br />
Aantal FTE Aantal FTE Aantal FTE<br />
medewerkers<br />
medewerkers<br />
medewerkers<br />
GEEN 2 2,00 2 2,00 2 2,0<br />
01 26 9,34 26 9,53 22 7,36<br />
03 7 5,44 6 4,67 6 4,67<br />
04 24 12,48 25 12,72 24 11,95<br />
05 4 2,53 5 2,69 4 3,22<br />
06 4 3,24 3 1,85 2 1,40<br />
07 1 1,00 0 0,00 0 0,00<br />
08 3 1,24 3 1,24 3 1,24<br />
09 0 0 1 1,00 0 0,00<br />
10 2 1,61 2 1,61 2 1,61<br />
11 4 2,56 4 2,28 4 2,28<br />
12 1 0,90 1 0,90 1 1,00<br />
13 0 0,00 1 1,00 1 1,00<br />
AA 8 7,33 0 0,00 0 0,00<br />
AB 3 2,85 11 10,19 9 8,19<br />
DB 31 28,76 28 26,06 24 21,16<br />
DC 4 4,00 4 4,00 7 7,00<br />
LA 474 352,52 444 323,89 414 298,95<br />
LB 27 19,21 44 33,39 54 41,68<br />
Eindtotaal 625 457,02 610 439,03* 579 414,71<br />
Toelichting:<br />
Het aantal FTE tussen 01-01-<strong>2011</strong> en 31-12-<strong>2011</strong> is afgenomen met 439,03 – 414,71 =<br />
24,32 FTE.<br />
Het overzicht opbouw van ons personeel laat een afname van 31 werknemers zien. Dit wordt<br />
veroorzaakt door:<br />
- Beëindigen dienstverbanden op eigen verzoek (o.a. FPU, keuzepensioen) en niet op<br />
eigen verzoek (o.a. WGA/WIA).<br />
- Minder tijdelijk benoemden waaronder inzet van minder pool (DIP) vervangers.<br />
De schaalomschrijving “geen” betreft de leden van het cvb die niet ingeschaald zijn conform<br />
de schaalfuncties CAO-PO.<br />
Schaal AA is vanaf 01-01-<strong>2011</strong> niet meer opgenomen in het overzicht om dat de betreffende<br />
werknemers (adjunct-directeuren) ingeschaald zijn in AB.<br />
27
Werknemers per leeftijdscategorie:<br />
Leeftijd 01-01-2010<br />
28<br />
Man Vrouw<br />
Deeltijd Voltijd Deeltijd Voltijd<br />
Eindtotaal<br />
20 – 34 3 9 98 70 180<br />
35 – 44 2 8 74 13 97<br />
45 – 54 6 28 123 20 177<br />
55 – 65 8 53 77 33 171<br />
Eindtotaal 19 98 372 136 625<br />
Leeftijd 01-01-<strong>2011</strong><br />
Man Vrouw<br />
Deeltijd Voltijd Deeltijd Voltijd<br />
Eindtotaal<br />
20 – 34 1 9 107 58 175<br />
35 – 44 2 8 74 9 93<br />
45 – 54 5 23 110 18 156<br />
55 – 65 13 53 88 32 186<br />
Eindtotaal 21 93 379 117 610<br />
Leeftijd 31-12-<strong>2011</strong><br />
Man Vrouw<br />
Deeltijd Voltijd Deeltijd Voltijd<br />
Eindtotaal<br />
20 – 34 2 7 106 55 170<br />
35 – 44 2 5 71 12 90<br />
45 – 54 5 21 107 17 150<br />
55 – 65 9 48 86 26 169<br />
Eindtotaal 18 81 370 110 579<br />
Toelichting:<br />
De overzichten tonen aan dat het aantal werknemers per 31-12-<strong>2011</strong> t.o.v. 01-01-2010 met 46<br />
is afgenomen.<br />
Het aantal deeltijders en voltijders zijn afgenomen.<br />
Het aantal mannen alsmede het aantal vrouwen nam verder af.
Werknemers per leeftijdscategorie, tijdelijke en vaste benoeming per 01-01-2010<br />
Leeftijd 01-01-2010<br />
29<br />
Man Vrouw<br />
Deeltijd Voltijd Deeltijd Voltijd<br />
Eindtotaal<br />
20 - 34 3 9 98 70 180<br />
Tijdelijke benoeming 0 0 16 7 23<br />
Vaste benoeming 3 9 82 63 157<br />
35 - 44 2 8 74 13 97<br />
Tijdelijke benoeming 1 0 5 0 6<br />
Vaste benoeming 1 8 69 13 91<br />
45 - 54 6 28 123 20 177<br />
Tijdelijke benoeming 0 3 7 0 10<br />
Vaste benoeming 6 25 116 20 167<br />
55 - 65 8 53 77 33 171<br />
Tijdelijke benoeming 0 0 3 0 3<br />
Vaste benoeming 8 53 74 33 168<br />
Eindtotaal 19 98 372 136 625<br />
Werknemers per leeftijdscategorie, tijdelijke en vaste benoeming per 01-01-<strong>2011</strong><br />
Leeftijd 01-01-<strong>2011</strong><br />
Man Vrouw<br />
Deeltijd Voltijd Deeltijd Voltijd<br />
Eindtotaal<br />
20 - 34 1 9 107 58 175<br />
Tijdelijke benoeming 0 1 18 2 21<br />
Vaste benoeming 1 8 89 56 154<br />
35 - 44 2 8 74 9 93<br />
Tijdelijke benoeming 0 1 5 0 6<br />
Vaste benoeming 2 7 69 9 87<br />
45 - 54 5 23 110 18 156<br />
Tijdelijke benoeming 0 0 8 0 8<br />
Vaste benoeming 5 23 102 18 148<br />
55 - 65 13 53 88 32 186<br />
Tijdelijke benoeming 2 2 1 0 5<br />
Vaste benoeming 11 51 87 32 181<br />
Eindtotaal 21 93 379 117 610
Werknemers per leeftijdscategorie, tijdelijke en vaste benoeming per 31-12-<strong>2011</strong><br />
Leeftijd 31-12-<strong>2011</strong><br />
30<br />
Man Vrouw<br />
Deeltijd Voltijd Deeltijd Voltijd<br />
Eindtotaal<br />
20 - 34 2 7 106 55 170<br />
Tijdelijke benoeming 2 0 23 0 25<br />
Vaste benoeming 0 7 83 55 145<br />
35 - 44 2 5 69 12 90<br />
Tijdelijke benoeming 0 0 3 0 5<br />
Vaste benoeming 2 5 66 12 85<br />
45 - 54 5 21 107 17 150<br />
Tijdelijke benoeming 0 0 3 0 3<br />
Vaste benoeming 5 21 104 17 147<br />
55 - 65 9 48 86 26 169<br />
Tijdelijke benoeming 1 1 0 0 2<br />
Vaste benoeming 8 47 86 26 167<br />
Eindtotaal 18 81 370 110 579<br />
Toelichting:<br />
OPTIMUS primair onderwijs zet zich primair in voor behoud van werkgelegenheid van<br />
personeel met een benoeming voor onbepaalde tijd. Indien vacature ruimte beschikbaar komt,<br />
hanteren we de aanbiedingsvolgorde conform cao-po, bijlage IE.
Verzuimcijfers:<br />
Gegevens van afgelopen jaar 01-01-<strong>2011</strong> / 01-01-2012<br />
Ziekteverzuim van afgelopen jaar exclusief<br />
zwangerschapsverlof en exclusief vangnet<br />
Aantal dagen verzuim<br />
Lang verzuim<br />
Kort verzuim<br />
Aantal kosten<br />
Aantal aanmeldingen<br />
Aantal niet gedefinieerde ziekmeldingsoorzaken<br />
Gemiddelde verzuimduur<br />
Gemiddelde verzuimfrequentie<br />
Hoogste verzuim bij<br />
Betaald als malus aan het VVF<br />
Afgelopen jaren<br />
31<br />
Verzuim% Aantal<br />
dagen<br />
Gem.<br />
verzuimduur<br />
4,92%<br />
7.488 dagen<br />
4,09%<br />
0,43%<br />
7.488 dagen * 315 euro per dag<br />
Indirecte kosten niet meegenomen<br />
396 keer<br />
Gem.<br />
verzuimfrequentie<br />
Lang<br />
verzuim<br />
Kort<br />
verzuim<br />
melding<br />
<strong>2011</strong> 4,92% 7.488 33,60 0,64 4,09 0,43 396<br />
2010 5,96% 8.870 28,90 0,74 5,00 0,42 455<br />
2009 6,45% 10.066 22,70 0,85 5,47 0,48 531<br />
2008 5,72% 9.186 28,14 0,78 5,61 0,52 490<br />
396<br />
33,6 dagen<br />
0,64 keer<br />
55-64<br />
Geen, verhouding declaratie-premie is 61%
Huisvesting<br />
De voornemens op het gebied van huisvesting zijn in <strong>2011</strong> grotendeels ongewijzigd gerealiseerd.<br />
In de gemeente Grave is uitgebreid onderzoek gedaan naar de meest optimale vorm van<br />
onderwijshuisvesting. Binnen de context van de huisvesting van alle maatschappelijke voorzieningen,<br />
is een onderwijshuisvestingsvisie geformuleerd.<br />
Uitkomst hiervan is dat er zowel in Grave-Oost en in Grave-West integrale kindcentra gerealiseerd<br />
zouden moeten worden, waarin de vier bestaande scholen in de kern Grave kunnen worden<br />
gehuisvest.<br />
Nadere uitwerking van deze visie heeft in <strong>2011</strong> geleid tot een concreet plan voor de nieuwbouw van<br />
twee kindcentra. Dit plan is met alle direct betrokkenen opgesteld en voorziet in Grave-West in de<br />
bouw van een complex waarin naast organisaties voor kinderdagopvang, peuterspeelzaalwerk en<br />
wijkvoorzieningen ook de OPTIMUS-scholen De Wegwijzer en de Raamdonk moeten worden<br />
ondergebracht. <strong>2011</strong> heeft vooral in het teken gestaan van de voorbereiding van de plannen.<br />
De zorgelijke financiële situatie van de gemeente Grave zorgt jammer genoeg voor veel onzekerheid<br />
m.b.t. de uiteindelijke realisering van dit ambitieuze project. Medio 2012 zal duidelijk worden of de<br />
plannen ook werkelijk kunnen worden uitgevoerd.<br />
Voor basisschool De Zevensprong in Cuijk is in <strong>2011</strong> wel duidelijk geworden dat de<br />
nieuwbouwplannen uitgevoerd gaan worden. Ook hier wordt een integraal kindcentrum gebouwd<br />
waarin naast De Zevensprong ook openbare basisschool De Harlekijn, een peuterspeelzaal en een<br />
organisatie voor kinderdagopvang worden gehuisvest.<br />
OPTIMUS treedt in dit project op als bouwheer.<br />
In de gemeente Landerd is in <strong>2011</strong> uiteindelijk ook het besluit gevallen om basisschool De Vlasgaard<br />
in Zeeland onder te brengen in een nieuw te bouwen kindcentrum.<br />
Samen met enkele partners zal de school in 2012 starten met nieuwbouw op het voormalige<br />
“Morgenzonterrein” in Zeeland.<br />
Bovenstaande ontwikkelingen hebben in <strong>2011</strong> tot gevolg gehad dat niet alle geplande<br />
onderhoudswerkzaamheden op de genoemde scholen volgens planning zijn uitgevoerd.<br />
Bestemmingsbox Taal en rekenen<br />
De 32 OPTIMUS-scholen ontvingen in <strong>2011</strong> ruim € 108.000 uit hoofde van de regeling<br />
Bestemmingsbox Taal en Rekenen. Deze middelen zijn door de scholen aangewend om de<br />
benodigde investeringen te kunnen doen in lesmethodes.<br />
In het onderwijsveld leven talloze klachten over de bekostiging. De vergoeding MI (Londo) is naar<br />
onze mening ontoereikend en wordt ook jaarlijks onvoldoende geïndexeerd. Het is in dit licht niet<br />
verwonderlijk dat de gelden uit de bestemmingsbox door de scholen worden gebruikt voor vernieuwing<br />
van lesmaterialen. Dit is een wijze van besteden die dicht grenst aan het bestedingsdoel van de<br />
bestemmingsbox.<br />
De investeringen in onderwijs-leerpakketten van OPTIMUS in <strong>2011</strong> bedroegen ruim € 251.000.<br />
Daarbij komen nog de kosten voor verbruiksmateriaal leermiddelen, ICT, etc. Het voert naar onze<br />
mening te ver om van elk van de 32 scholen hier de specifieke besteding van de bestemmingsboxmiddelen<br />
te omschrijven; gezien het bovenstaande valt deze niet los te koppelen van de reguliere<br />
uitgaven in lesmethodes.<br />
32
Financieel jaarverslag<br />
In dit deel van het bestuursverslag zijn voor de leesbaarheid de bedragen in de tekst, behalve voor de<br />
analyse van netto loonkosten, afgerond op bedragen van duizenden euro’s.<br />
Het begrote resultaat bedroeg € 449 negatief. Gerealiseerd werd € 737 negatief, derhalve € 288 lager<br />
dan begroot. De omvangrijkste negatieve afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn gerealiseerd<br />
bij Incidentele baten/lasten (€ -274).<br />
Vergelijking resultaat <strong>2011</strong> met begroting<br />
<strong>2011</strong> Begroot Verschil<br />
Baten<br />
Rijksbijdragen 28.026 27.321 705<br />
Overige overheid 334 375 -41<br />
Overige baten 1.972 1.990 -18<br />
Totale baten 30.332 29.686 646<br />
Lasten<br />
Personeelslasten 26.221 25.798 423<br />
Afschrijvingen 771 733 38<br />
Huisvestingslasten 1.684 1.685 -1<br />
Overige lasten 2.354 2.169 185<br />
Totale lasten 31.030 30.385 645<br />
Saldo baten en lasten -698 -699 1<br />
Financiële baten/lasten 235 250 -14<br />
Incidentele baten/lasten -274 - -212<br />
Resultaat -737 -449 -225<br />
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de reguliere exploitatie op totaalniveau nagenoeg conform<br />
begroting is uitgevoerd. Extra lasten zijn gecompenseerd door extra baten en besparingen op andere<br />
plaatsen. De financiële baten en lasten wijken € 15 af de begroting. Ten gevolge van de verkoop van<br />
een aantal effecten zijn de baten achtergebleven bij de begroting. Dit tekort is echter grotendeels<br />
gecompenseerd door de koersstijging van de effecten ten opzichte van ultimo 2010. De betreffende<br />
obligaties zijn veelal staatsobligaties en allen met hoofdsomgarantie. Omdat OPTIMUS de intentie<br />
heeft deze stukken aan te houden tot aflossing kan men hier spreken van een “boekhoudkundige<br />
winst” ter compensatie van een “boekhoudkundig verlies” uit 2010.<br />
In <strong>2011</strong> zijn een tweetal bouwprojecten afgesloten. Het bouwbudget bij De Weijerhof in Boxmeer is<br />
met 285 overschreden. Deze overschrijding was reeds in 2008 bekend en had toen al als verlies<br />
genomen moeten worden. Het restant betreft wat nagekomen baten en lasten over voorgaande jaren.<br />
33
Vergelijking resultaat <strong>2011</strong> - 2010<br />
<strong>2011</strong> 2010 Verschil<br />
Baten<br />
Rijksbijdragen 28.026 28.017 9<br />
Overige overheid 334 603 -269<br />
Overige baten 1.972 2.080 -108<br />
Totaal baten 30.332 30.700 -368<br />
Lasten<br />
Personeelslasten 26.221 26.690 -469<br />
Afschrijvingen 771 726 45<br />
Huisvestingslasten 1.684 1.667 17<br />
Overige lasten 2.354 2.297 57<br />
Totaal lasten 31.030 31.380 -350<br />
Saldo baten en lasten -698 -680 -18<br />
Financiële baten/lasten 235 128 108<br />
Incidentele baten/lasten -274 - -212<br />
Resultaat -737 -552 -122<br />
In de vergelijking <strong>2011</strong> – 2010 springt vooral de teruggang bij de vergoedingen bij de posten Overige<br />
overheid en Overige baten van in totaal 377 in het oog. De gedaalde baten bij de Overige overheid<br />
worden veroorzaakt lagere bijdragen voor onderwijsachterstanden en schoolbegeleiding. Deze daling<br />
was voorzien. De gedaalde Overige baten worden voornamelijk veroorzaakt door lagere bijdragen van<br />
de samenwerkingsverbanden. Ook deze daling was grotendeels voorzien.<br />
De afgenomen baten zijn nagenoeg geheel gecompenseerd door de gedaalde lasten.<br />
De netto loonkosten (Loonkosten minus ontvangen uitkeringen) namen af met 910, terwijl het aantal<br />
Fte’s met 27 afnam. In onderstaande tabel worden de gedaalde netto loonkosten geanalyseerd:<br />
Bedragen in hele Euro’s <strong>2011</strong> 2010 Verschil<br />
Netto loonkosten 23.833.094 24.742.764 -909.670<br />
FTE 414 441 -27<br />
Netto loonkosten per FTE 57.568 56.106 1.462<br />
De netto loonkosten per FTE stegen in <strong>2011</strong> met € 1.462 of 2,61% ten opzichte van 2010.<br />
Als gevolg hiervan stegen de totale loonkosten met 414 * € 1.462 ofwel 605.193.<br />
Als gevolg van het gedaalde aantal FTE’s daalde de loonkosten met 27 * € 57.568 ofwel € 1.554.332.<br />
De verwachte kostendaling was dus € 1.554.332 minus € 605.193 ofwel € 949.139.<br />
De werkelijke kostendaling bedroeg € 909.670, een verschil van € 39.469<br />
Financiële kengetallen<br />
Liquiditeit<br />
34<br />
Vlottende Activa Korte schuld %<br />
<strong>2011</strong> 4.548 3.730 122%<br />
2010 4.066 3.447 118%<br />
2009 5.859 4.227 139%<br />
De liquiditeit is toegenomen. Het kasstroomoverzicht uit de jaarrekening laat zien waar oorzaken<br />
liggen van de toename van liquide middelen.
Solvabiliteit<br />
35<br />
Eigen vermogen Totale Balans %<br />
<strong>2011</strong> 6.187 12.019 51%<br />
2010 6.924 12.948 53%<br />
2009 7.476 14.307 52%<br />
De solvabiliteit is als percentage nagenoeg ongewijzigd gebleven. Het eigen vermogen is gedaald<br />
door de bestemming van het negatieve resultaat over <strong>2011</strong>. Daarnaast is echter ook het balanstotaal<br />
gedaald door het lagere eigen vermogen en een daling van de voorzieningen. Daardoor is het aandeel<br />
van het eigen vermogen in het balanstotaal constant gebleven.<br />
Weerstandsvermogen<br />
EV Totaal Baten %<br />
<strong>2011</strong> 6.187 30.332 20%<br />
2010 6.924 30.700 23%<br />
2009 7.476 31.094 24%<br />
Het weerstandsvermogen is gedaald door de daling van het eigen vermogen. Doordat ook het totaal<br />
van de baten is gedaald is het weerstandsvermogen als percentage niet naar rato gedaald.<br />
Kapitalisatiefactor<br />
Totale Balans Totaal Baten %<br />
<strong>2011</strong> 12.019 30.332 40%<br />
2010 12.948 30.700 42%<br />
2009 14.307 31.094 46%<br />
De kapitalisatiefactor neemt af door de daling van het balanstotaal. Deze daling is bij het<br />
weerstandsvermogen reeds besproken.<br />
Rentabiliteit<br />
Resultaat Totaal Baten %<br />
<strong>2011</strong> -737 30.332 -2,4%<br />
2010 -552 30.700 -1,8%<br />
2009 -373 31.094 -1,2%<br />
De rentabiliteit is 2,4% negatief. De ontwikkelingen die hiertoe geleid hebben staan in voorgaande<br />
paragraaf beschreven. Het begrote resultaat voor <strong>2011</strong> ligt met -1,5% in dezelfde orde van grootte.<br />
OPTIMUS streeft naar een sluitende begroting. De omvang van de nu gerealiseerde negatieve<br />
resultaten is niet zodanig dat hierdoor problemen ontstaan.
Verslag treasury commissie<br />
In <strong>2011</strong> bestond de treasury commissie uit de voorzitter cvb en de controller van OPTIMUS plus een<br />
extern lid, een beleggingsdeskundige van ING. Uitgangspunt van het beleid inzake Belenen en<br />
Beleggen is het genereren van extra rendement ten opzichte van een reguliere bankrekening waarbij<br />
gelijktijdig recht wordt gedaan aan de relevante wetgeving.<br />
Alle beleggingen voldoen aan de eisen van de wet Belenen en Beleggen. Uitzondering hierop is de<br />
ING MSP cap. Deze is in <strong>2011</strong> dan ook verkocht. Een gedetailleerd overzicht van alle beleggingen is<br />
opgenomen als bijlage 1 bij de jaarrekening. Hierin opgenomen zijn gegevens met betrekking tot<br />
rating, hoofsomgarantie rentevergoeding en looptijd.<br />
Begroting 2012<br />
Op grond van de telgegevens 1 oktober <strong>2011</strong>, plus prognoses van schooldirecteuren voor het<br />
volgende schooljaar zijn de begrotingen van de scholen plus bovenschools management opgesteld.<br />
Geconsolideerd leidt dit tot de volgende begroting voor 2012.<br />
36<br />
Realisatie<br />
<strong>2011</strong><br />
Begroot<br />
2012<br />
Baten<br />
Rijksbijdragen 28.026 26.588<br />
Overige overheid 334 238<br />
Overige baten 1.972 1.501<br />
Totaal baten 30.332 28.327<br />
Lasten<br />
Personeelslasten 26.221 24.355<br />
Afschrijvingen 771 747<br />
Huisvestingslasten 1.684 1.644<br />
Overige lasten 2.354 1.807<br />
Totaal lasten 31.030 28.553<br />
Saldo baten en lasten -698 -226<br />
Financiële baten/lasten 235 134<br />
Incidentele baten/lasten -274 -<br />
Resultaat -737 -92<br />
Ook in de begroting voor 2012 is voorzien in een negatief resultaat. Het begrote negatieve resultaat is<br />
iets meer dan 0,3 % van de begrote baten en kan relatief eenvoudig worden opgevangen uit de<br />
aanwezige reserves.
Oriëntatie op de nabije toekomst<br />
In januari 2012 is OPTIMUS begonnen aan het tweede lustrum.<br />
Aansluitend op het meerjarenperspectief “Over morgen” (mjp) en het strategisch beleidsplan “Op weg<br />
naar over morgen” (sbp) is geconstateerd dat een nadere actualisering en uitwerking van de in deze<br />
documenten geformuleerde doelen en ambities wenselijk is.<br />
Waar in het mjp de koers van de organisatie wordt uitgezet en in het sbp wordt aangegeven waar de<br />
organisatie in 2016 wil staan, is het van belang aan te geven welke tussendoelen jaarlijks bereikt<br />
moeten worden en welke activiteiten er gemeenschappelijk, op organisatie- en schoolniveau, moeten<br />
worden verricht om dit ook te kunnen bereiken.<br />
Aan deze nadere uitwerking heeft een aantal gesprekken tussen het cvb en de rvt ten grondslag<br />
gelegen.<br />
Kern van de opbrengst van deze gesprekken is geweest dat cvb en rvt constateren dat het<br />
professionele niveau van de organisatie moet worden verhoogd om te kunnen blijven aansluiten bij de<br />
toenemende maatschappelijke verwachtingen op het gebied van verankering, legitimatie en<br />
verantwoording.<br />
Of het nu kwaliteit van onderwijs, financiële continuïteit of professionalisering van medewerkers<br />
betreft; recente ontwikkelingen wijzen op een toename en/of aanscherping van verwachtingen, eisen<br />
en regelgeving.<br />
Gevolg van deze constatering is dat enerzijds voortgebouwd kan worden op het mjp en het sbp, maar<br />
anderzijds, op basis van voortschrijdend inzicht, een beleidsintensivering noodzakelijk is ten gevolge<br />
van de volgende ontwikkelingen:<br />
Aandacht voor (niet vrijblijvende) professionalisering van medewerkers.<br />
In het actieplan ‘Leraar 2020 – een krachtig beroep’ kondigt de regering aan dat er via drie actielijnen<br />
extra geïnvesteerd gaat worden in de versterking van de kwaliteit en de professionaliteit van de<br />
leerkracht.<br />
Scholen en onderwijsorganisaties moeten aantrekkelijke en professionele leeromgevingen worden<br />
waar leraren graag in werken.<br />
Deze voornemens worden ondersteund door uitkomsten van recent onderzoek, (McDaniel e.a. 2010)<br />
waaruit blijkt dat de professionaliteit van de beroepsgroep leraren in het primair onderwijs ruimte biedt<br />
voor verbetering.<br />
Duurzaamheid in financiële continuïteit.<br />
De terugtredende rol van de overheid en het daaraan gekoppelde overdragen van bevoegdheden<br />
naar decentrale organisaties biedt beleidsruimte die optimaal moet worden benut.<br />
Hiervoor is het noodzakelijk om een duurzaam business model te ontwikkelen dat het mogelijk maakt<br />
middelen en financiën doelmatig en met de juiste maatvoering in te zetten en waarmee ook objectief<br />
kan worden vastgesteld dat middelen en financiën hebben bijgedragen aan het realiseren van<br />
kwalitatief goed en maatschappelijk te verantwoorden onderwijs, verzorgd door vakbekwame en<br />
betrokken docenten.<br />
Blijvende ‘tweeledige’ investering in kwaliteit van onderwijs.<br />
In het kader van passend onderwijs wordt van de organisatie verwacht elk kind de mogelijkheden te<br />
bieden zich maximaal te ontwikkelen. Hiervoor heeft de organisatie een gemeenschappelijke missie<br />
en visie vastgesteld. Hierbinnen heeft elke school een duidelijk onderwijskundig profiel dat in ieder<br />
geval garandeert dat de leeropbrengsten op het gemiddelde niveau van vergelijkbare scholen in<br />
Nederland liggen.<br />
Naast deze opbrengsten is de maatschappelijke aandacht voor de ontwikkeling van<br />
burgerschapsvaardigheden actueel. Van schoolbesturen wordt verwacht in het totale aanbod te<br />
garanderen dat de leerlingen datgene meekrijgen wat nodig is om later als burger in een<br />
democratische rechtsstaat te kunnen functioneren.<br />
Om als organisatie toe te groeien naar het professionele niveau dat nodig is om te kunnen voldoen<br />
aan de verwachtingen en eisen vanuit de samenleving, gaat OPTIMUS uit van een “herijking” van het<br />
subsidiariteitsprincipe. Zonder het principe op zichzelf ter discussie te stellen, wordt de koppeling<br />
gemaakt met professionaliteit.<br />
Tot nu is het subsidiariteitsprincipe uitgelegd als “verantwoordelijkheden zo diep mogelijk in de<br />
organisatie leggen” en “bevoegdheden zo laag mogelijk toekennen”.<br />
37
Vanaf 2012 gaat OPTIMUS uit van het meer centraal uitvoeren van een aantal onderwerpen om zo te<br />
kunnen verantwoorden dat aan de verwachtingen/eisen van de gemeenschap wordt voldaan.<br />
Het mandateren van bevoegdheden wordt daarom gerelateerd aan de mate waarin doelen<br />
gerealiseerd en kaders gerespecteerd worden. De vergelijking met het “proportioneel toezicht” zoals<br />
de onderwijsinspectie dit hanteert, kan hier gemaakt worden.<br />
Over de verschillende onderwerpen heen, zal het komende jaar ook vooral gebruikt worden om het<br />
gedachtengoed achter deze beleidsintensivering te verhelderen en te verspreiden in de organisatie.<br />
De zin van professionalisering zal, net als de noodzaak van hoge leeropbrengsten en de<br />
vanzelfsprekendheid van het hebben van hoge verwachtingen, in alle segmenten van de organisatie<br />
moeten doordringen.<br />
38