18.09.2013 Views

Brandweerstand van baksteenmetselwerk - Belgische ...

Brandweerstand van baksteenmetselwerk - Belgische ...

Brandweerstand van baksteenmetselwerk - Belgische ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Belgische</strong> Baksteenfederatie<br />

Kartuizersstraat 19 bus 19 - 1000 Brussel<br />

tel. 00 32 (0)2 511 25 81<br />

fax. 00 32 (0)2 513 26 40<br />

www.baksteen.be<br />

Muren uit<br />

<strong>baksteenmetselwerk</strong><br />

<strong>Brandweerstand</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>baksteenmetselwerk</strong>


INHOUD<br />

1 Inleiding 2<br />

2 Wettelijke verplichtingen 4<br />

2.1 Algemeen 4<br />

2.2 Basisnormen 5<br />

3 Eisen voor materialen en bouwelementen 6<br />

3.1 Brandreactie <strong>van</strong> materialen 6<br />

3.1.1 <strong>Belgische</strong> classificatie 7<br />

3.1.2 Europese classificatie 7<br />

3.1.3 Eisen 8<br />

3.2 <strong>Brandweerstand</strong> <strong>van</strong> bouwelementen 9<br />

3.2.1 <strong>Belgische</strong> classificatie 10<br />

3.2.2 Europese classificatie 10<br />

3.2.3 Eisen 11<br />

4 Prestaties <strong>van</strong> baksteen en <strong>baksteenmetselwerk</strong> 12<br />

4.1 Brandreactie <strong>van</strong> baksteen 12<br />

4.2 <strong>Brandweerstand</strong> <strong>van</strong> <strong>baksteenmetselwerk</strong> 12<br />

5 Uitvoering 14<br />

maart 2006<br />

5.1 Wanddoorvoeren 14<br />

5.2 Deuren en ramen 16<br />

5.3 Bovenzijde <strong>van</strong> niet dragende wanden 16<br />

1


2<br />

INLEIDING 1<br />

Vuur is niet alleen de vriend <strong>van</strong> de mens. Het veroorzaakt branden. Jaarlijks liggen in België bijna<br />

10.000 branden <strong>van</strong> gebouwen aan de oorsprong <strong>van</strong> talrijke overlijdens, brandwonden en materiële<br />

schadegevallen.<br />

In de middeleeuwen werd dit opgelost door te eisen dat alle gebouwen in steen werden opgetrokken.<br />

Tegenwoordig bieden alle constructiemethoden een antwoord aan het gevaar. Desondanks blijft het<br />

een goede voorzorgsmaatregel om te opteren voor een steenachtig materiaal zoals baksteen dat zijn<br />

brandreactie bewezen heeft gedurende zijn bakproces.


Foto nog te krijgen<br />

1


4<br />

WETTELIJKE VERPLICHTINGEN 2<br />

2.1 Algemeen<br />

In het federale België zijn er 3 niveaus die verantwoordelijkheid dragen en reglementeringen uitvaardi-<br />

gen aangaande brand:<br />

• De Federale Regering is bevoegd om de basisnormen uit te vaardigen met voorschriften voor alle<br />

categorieën <strong>van</strong> gebouwen, zonder rekening te houden met hun bestemming. De federale overheid<br />

heeft bovendien aanvullende reglementering uitgewerkt voor de brandveiligheid <strong>van</strong> o.a. werkplaat-<br />

sen, ziekenhuizen, elektrische installaties, evenals de brandveiligheid <strong>van</strong> werknemers (codex).<br />

• De Gewesten en Gemeenschappen zijn bevoegd om specifieke aspecten <strong>van</strong> veiligheid te regle-<br />

menteren. Ze vervolledigen de federale reglementering die primeert. Eventuele bevoegdheidconflic-<br />

ten tussen de gewestelijke en de federale reglementen komen voor het arbitragehof. Specifieke rege-<br />

lingen worden bijvoorbeeld uitgevaardigd voor rusthuizen en hotels, kinderdagverblijven, campings,<br />

schietstanden… enz.<br />

• De Gemeenten vaardigen gemeentewetten en politiereglementen uit.<br />

De burgemeester kan de federale of gewestelijke reglementering verstrengen, niet verzwakken, via<br />

de bouwvergunning. De burgemeester is verantwoordelijk voor de toepassing <strong>van</strong> alle brandveilig-<br />

heidsvoorschriften. Normaal vraagt hij het advies <strong>van</strong> zijn brandweer. Dit advies is niet bindend en de<br />

burgemeester blijft hoofdelijk verantwoordelijk voor de veiligheid <strong>van</strong> de inwoners <strong>van</strong> de gemeen-<br />

te en zijn gasten.<br />

• De verzekeringsmaatschappijen kunnen op hun beurt specifieke verplichtingen opleggen via de<br />

bijzondere voorwaarden <strong>van</strong> een brandverzekeringspolis (zie ook www.assuralia.be).


2.2 Basisnormen<br />

De basisnormen <strong>van</strong> de federale overheid worden vastgelegd in het Koninklijk Besluit <strong>van</strong> 7 juli 1994 (BS<br />

26 april 1995 en 31 december 1996), gewijzigd door het KB <strong>van</strong> 19 december 1997 (BS 30 december<br />

1997) en het KB <strong>van</strong> 4 april 2003 (BS 5 mei 2003).<br />

De integrale tekst <strong>van</strong> deze basisnormen is beschikbaar op de website www.staatsblad.fgov.be<br />

Het KB <strong>van</strong> 19 december 1997 bevat bijlagen waarin de voorschriften worden opgenomen voor alle<br />

gebouwen waarvoor de bouwvergunning is ingediend na 31 december 1997, behalve voor:<br />

– gebouwen met maximaal 2 bouwlagen en met een totale oppervlakte <strong>van</strong> minder dan of gelijk aan<br />

100 m 2<br />

– eengezinswoningen<br />

– industriegebouwen. Hiervoor zal nog een besluit komen.<br />

Het KB <strong>van</strong> 4 april 2003 bracht een aantal wijzigingen aan, voornamelijk betreffende liften, verwar-<br />

mingskelders, brandkleppen en dakbedekkingen.<br />

Principe<br />

Deze basisnormen bepalen minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting <strong>van</strong> gebou-<br />

wen moeten voldoen om:<br />

– het ontstaan, de ontwikkeling en de voortplanting <strong>van</strong> brand te voorkomen.<br />

– de veiligheid <strong>van</strong> de aanwezigen te waarborgen.<br />

–preventief het ingrijpen <strong>van</strong> de brandweer te vergemakkelijken.<br />

Dit vertaalt zich praktisch in een opdeling <strong>van</strong> het gebouw in verschillende compartimenten. Een<br />

compartiment is een deel <strong>van</strong> een gebouw begrensd door wanden die de brandvoortplanting naar de<br />

aanliggende compartimenten gedurende een bepaalde tijd verhinderen. Hierdoor wordt de voortplan-<br />

ting <strong>van</strong> een brand tegengewerkt.<br />

Binnen een compartiment dienen de noodzakelijke evacuatiewegen voorzien afhankelijk <strong>van</strong> de<br />

grootte <strong>van</strong> het compartiment en <strong>van</strong> het gebouw.<br />

De volledige evacuatie <strong>van</strong> het gebouw gebeurt langs de evacuatieniveaus. Een evacuatieniveau<br />

is een bouwlaag die de uitgang(en) bevat waardoor evacuatie naar buiten mogelijk is.<br />

2<br />

5


6<br />

EISEN VOOR MATERIALEN EN BOUWELEMENTEN<br />

3<br />

De eisen worden vertaald in voorschriften voor de brandreactie <strong>van</strong> een materiaal en voor de<br />

brandweerstand <strong>van</strong> een bouwelement:<br />

– De brandreactie <strong>van</strong> een materiaal biedt het antwoord op vragen als: Is er rookontwikkeling uit<br />

het materiaal? Ontstaan giftige gassen? Is het materiaal brandbaar?<br />

– De brandweerstand <strong>van</strong> een bouwelement biedt het antwoord op vragen als: Hoelang duurt het<br />

vooraleer een wand binnen een brandend lokaal bezwijkt? Loopt de temperatuur <strong>van</strong> de muur aan<br />

de andere zijde <strong>van</strong> de brandhaard niet te hoog op? Is er vlamdoorslag door de wand?<br />

3.1 Brandreactie <strong>van</strong> materialen<br />

De brandreactie is het geheel <strong>van</strong> eigenschappen <strong>van</strong> een bouwmateriaal met betrekking tot het ont-<br />

staan en de ontwikkeling <strong>van</strong> brand.<br />

Materialen kunnen ontvlambaar zijn, onbrandbaar of brandbaar.<br />

– Een bouwmateriaal wordt ontvlambaar genoemd wanneer het neiging vertoont om gassen te ont-<br />

wikkelen waar<strong>van</strong> de aard en de hoeveelheid een verbranding in gasvormige fase kunnen veroorza-<br />

ken, dat wil zeggen vlammen voortbrengen.<br />

– Een materiaal wordt onbrandbaar genoemd wanneer het geen enkel uitwendig verschijnsel <strong>van</strong><br />

merkbare warmte-ontwikkeling vertoont tijdens een genormaliseerde proef waarbij het aan een<br />

voorgeschreven verhitting blootgesteld wordt.


3.1.1 <strong>Belgische</strong> classificatie<br />

3<br />

De bouwmaterialen worden onderverdeeld in vijf klassen (A0, A1, A2, A3 en A4) in functie <strong>van</strong> het<br />

proefresultaat <strong>van</strong> een proefmethode uit de norm NBN S 21-203 Brandbeveiliging in de gebouwen -<br />

Reactie bij brand <strong>van</strong> de materialen - Hoge en middelhoge gebouwen. (A0 = onbrandbaar materiaal)<br />

3.1.2 Europese classificatie<br />

In de Europese norm EN 13501-1 Vuurindeling <strong>van</strong> bouwwaren en bouwdelen - Deel 1: Indeling<br />

berustend op uitkomsten <strong>van</strong> de proeven op de tegenwerking tegen vuur <strong>van</strong> bouwwaren worden de<br />

bouwmaterialen onderverdeeld in 7 euroklassen (A1, A2, B, C, D, E en F) waar<strong>van</strong> de beste tot de klas-<br />

se A behoren. Deze onderverdeling gebeurt door de materialen te onderwerpen aan proeven die reke-<br />

ning houden met drie niveaus <strong>van</strong> thermische belasting (laag, middelmatig en hoog).<br />

De bouwmaterialen worden geklasseerd in de klasse A1 en A2 nadat ze met succes onderworpen<br />

werden aan het hoogste belastingsniveau (volledig ontwikkelde brand). Materialen uit klasse A1<br />

zijn net iets beter dan materialen uit klasse A2. Zij nemen op geen enkele wijze deel aan de groei<br />

<strong>van</strong> de brand of aan de volledige ontwikkelde brand. Verder wordt geen enkele rookproductie ver-<br />

oorzaakt. Dit is niet noodzakelijk het geval bij klasse A2.<br />

De klasse F typeert de materialen die geen enkele brandreactieprestatie vertonen.<br />

De onderverdeling in een <strong>Belgische</strong> dan wel in een Europese klasse gebeurt niet op basis <strong>van</strong> dezelfde<br />

brandproeven. Bijgevolg bestaat geen rechtstreekse overeenkomst tussen de Europese en <strong>Belgische</strong><br />

classificatie.<br />

7


8<br />

3.1.3 Eisen<br />

3<br />

De eisen voor de brandreactie <strong>van</strong> een materiaal worden in de basisnormen voorlopig nog gegeven in<br />

functie <strong>van</strong> de <strong>Belgische</strong> classificatie:<br />

Bekledingen <strong>van</strong> verticale wanden <strong>van</strong> EIS<br />

technische lokalen en ruimten<br />

parkeerruimten<br />

collectieve keukens<br />

machinekamers en schachten<br />

– <strong>van</strong> liften en goederenliften A0<br />

– <strong>van</strong> paternosterliften, containertransport en goederenliften<br />

met laad- en losautomaat<br />

– <strong>van</strong> hydraulische liften<br />

stortkokers en de lokalen voor huisvuil<br />

evacuatiewegen<br />

binnentraphuizen (met inbegrip <strong>van</strong> sas en overloop)<br />

overlopen <strong>van</strong> liften<br />

huiskeukens, behalve in de LG<br />

gevelbekledingen, behalve de decoratieve op de benedenverdieping.<br />

geldt niet voor schrijnwerk en dichtingsvoegen<br />

liftkooien en goederenliften<br />

zalen<br />

alle andere lokalen<br />

– in de laagbouw (LG) A3<br />

– in de middelhoge (MG) A4<br />

– in de hoogbouw (HG) A4<br />

Lage gebouwen (LG): h < 10 m<br />

Middelhoge gebouwen (MG): 10 m ≤ h ≤ 25 m<br />

Hoge gebouwen (HG): h > 25 m<br />

A1<br />

A2


3<br />

De hoogte h is de afstand tussen het afgewerkte vloerpeil <strong>van</strong> de hoogste bouwlaag en het laagste peil<br />

<strong>van</strong> de door de brandweerwagens bruikbare wegen omheen het gebouw.<br />

Het dak met uitsluitend technische lokalen wordt bij deze hoogtemeting niet meegerekend.<br />

3.2 <strong>Brandweerstand</strong> <strong>van</strong> bouwelementen<br />

De brandweerstand <strong>van</strong> een wand wordt bepaald door uitvoering <strong>van</strong> een brandproef.<br />

Bij een brandproef <strong>van</strong> een wand vormt het beproefde bouwelement één wand <strong>van</strong> de oven. In de oven<br />

wordt dan een kunstmatige brand opgewekt volgens een temperatuur-tijd curve uit een internationa-<br />

le norm ISO 834.<br />

Lage gebouwen: h < 10 m<br />

Middelhoge gebouwen: 10 m < h < 25 m<br />

Hoge gebouwen: h > 25 m<br />

h = “brandHOOGTE” = hoogte tussen afgewerkt vloerpeil hoogste (bewoonde) bouwlaag en (laagste) brandweerweg<br />

Temperatuursverschil [°C]<br />

1300<br />

1200<br />

1100<br />

1000<br />

900<br />

800<br />

700<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

niet bewoonde<br />

ZOLDER<br />

821<br />

718<br />

659<br />

556<br />

925<br />

986<br />

1029<br />

0 60<br />

120 180<br />

Tijd [minuten]<br />

240 300 360<br />

Het resultaat <strong>van</strong> de brandproef wordt beoordeeld volgens drie criteria met overeenkomstige symbolen:<br />

– Stabiliteit (R): tijd gedurende dewelke het element zijn dragende functie blijft vervullen zonder ver-<br />

vormingen te vertonen die onverenigbaar zijn met zijn functie in de stabiliteit <strong>van</strong> de constructie.<br />

1090<br />

1133<br />

1193<br />

9


10<br />

3<br />

– Vlamdichtheid (E): tijd gedurende dewelke geen vlammen door de niet-blootgestelde zijde <strong>van</strong> de<br />

wand gaan (een katoenprop op 2 à 3 cm voor de wand mag niet ontvlammen)<br />

– Thermische isolatie (I): tijd gedurende dewelke de gemiddelde temperatuur aan de niet-blootgestel-<br />

de zijde kleiner blijft dan 140 °C en de maximale temperatuur kleiner blijft dan 180 °C.<br />

Definitie<br />

De brandweerstand <strong>van</strong> een bouwelement geeft aan hoelang het bouwelement zijn functie kan<br />

uitoefenen ondanks een blootstelling aan brand.<br />

De functie <strong>van</strong> het bouwelement kan zijn:<br />

– dragende functie (R)<br />

– scheidende functie (EI)<br />

– dragende en scheidende functie (REI)<br />

3.2.1 <strong>Belgische</strong> classificatie<br />

De brandweerstand (Rf) <strong>van</strong> een bouwelement is de tijd uitgedrukt in minuten gedurende dewelke een<br />

bouwelement gelijktijdig aan bovenstaande drie criteria voldoet (R, E en I) volgens de norm NBN 713-<br />

020 Weerstand tegen brand <strong>van</strong> bouwelementen.<br />

De norm voorziet Rf graden in functie <strong>van</strong> de genormaliseerde tijden: 6u - 4u - 3u - 2u - 1 1/2u - 1u - 1/2u<br />

- 1/4u.<br />

3.2.2 Europese classificatie<br />

Deze drie criteria worden afzonderlijk behandeld in de Europese norm EN 13501-2 Brandclassificatie<br />

<strong>van</strong> bouwproducten en bouwdelen - Deel 2: Classificatie gebruik makend <strong>van</strong> gegevens <strong>van</strong> brandweer-<br />

standsproeven, met uitsluiting <strong>van</strong> producten voor gebruik in ventilatiesystemen.<br />

Verschillende combinaties (voor dragende wanden: REI, RE, R en voor niet-dragende scheidende wan-<br />

den: EI, E) worden mogelijk. Bijvoorbeeld:<br />

RE 60 is een bouwelement dat gedurende 60 min voldoet aan de criteria stabiliteit en vlamdichtheid,<br />

maar waar<strong>van</strong> de temperatuur aan de niet-blootgestelde zijde te hoog oploopt.


3.2.3 Eisen<br />

Wij beperken ons hier tot de voornaamste eisen uit de basisnorm.<br />

3<br />

De eisen worden gegeven in functie <strong>van</strong> de <strong>Belgische</strong> classificatie met begrenzingen aan de Rf waarde.<br />

In de onderstaande tabel wordt de minimale Rf waarde gegeven <strong>van</strong> een aantal scheidingswanden en<br />

<strong>van</strong> de wanden <strong>van</strong> een eventueel sas doorheen die scheidingswand.<br />

Vereiste brandweerstand Rf (uur) LG MG HG<br />

Structurele elementen: - 1/2u indien - 1u boven Ei 2u<br />

Scheidingswanden<br />

slechts 1 bouwlaag<br />

- 1u indien meer<br />

bouwlagen<br />

- 1u kelder (1)<br />

- 2u onder E (2) i<br />

tussen gebouwen 1u 2 u + sas 1u 4u + sas 2u<br />

tussen compartimenten Cfr. (1) 1u + sas 1u 2u + sas 2u<br />

<strong>van</strong> een zaal Cfr. (1) 1u 2u + sas 2u<br />

<strong>van</strong> een lokaal met nachtbezetting Cfr. (1) 1u 1u<br />

<strong>van</strong> een archieflokaal - 1u 1u<br />

<strong>van</strong> een lokaal voor huisafval 1u 1u + sas 1u 2u + sas 2u<br />

<strong>van</strong> de collectieve keuken<br />

<strong>van</strong> liften + bordes, <strong>van</strong> machine-<br />

1u 1u 2u + sas 2u<br />

kamer voor liften, <strong>van</strong> winkelruimte,<br />

<strong>van</strong> trappenhuis roltrap, <strong>van</strong> verticale<br />

leidingen, <strong>van</strong> stortkokers<br />

1u 1u 2u<br />

<strong>van</strong> een transformatorlokaal 1u 2u 2u<br />

<strong>van</strong> een stookplaats Cfr. (1) 2u 2u<br />

<strong>van</strong> een trappenhuis Cfr. (1) Cfr. (2) 2u<br />

<strong>van</strong> een evacuatieweg - boven E: - 1/2u - 1/2u - 1/2u<br />

- op E: - 1/2u - 1u - 2u<br />

<strong>van</strong> een technische ruimte en <strong>van</strong><br />

een parking<br />

Cfr. (1) 1u + sas 1u 2u + sas 2u<br />

<strong>van</strong> technische lokalen,<br />

archieflokalen,… in een parking<br />

1u 2u + sas 2u 2u + sas 2<br />

u<br />

Tussenwanden <strong>van</strong> een winkelruimte 1/2u 1/2u 1/2u<br />

E = evacuatieniveau, E i = laagste evacuatieniveau<br />

11


12<br />

PRESTATIES VAN BAKSTEEN<br />

EN BAKSTEENMETSELWERK<br />

4.1 Brandreactie <strong>van</strong> baksteen<br />

Baksteen is een materiaal dat steeds tot de <strong>Belgische</strong> brandbestendigheidsklasse A0 behoort.<br />

4<br />

Door deze classificatie als A0, kan baksteen in eender welke toepassing gebruikt worden, zonder nood-<br />

zaak om bijkomende maatregelen te nemen zoals o.a. brandwerende beschermingslagen.<br />

Ook Europees wordt baksteen ingedeeld in de hoogste brandbestendigheidsklasse A1. De beschikking<br />

<strong>van</strong> de Europese commissie <strong>van</strong> 4 oktober 1996 bepaalt dat baksteen met een gehalte organisch mate-<br />

riaal kleiner dan 1,0 % (massa- of volumeprocenten afhankelijk wat het grootst is) zonder verder onder-<br />

zoek in klasse A1 valt.<br />

Samengevat behoort baksteen tot volgende klasses:<br />

Belgisch A0 volgens NBN S 21-203 en KB <strong>van</strong> 19 december 1997<br />

Europees A1 volgens EN 13501-1<br />

4.2 <strong>Brandweerstand</strong> <strong>van</strong> <strong>baksteenmetselwerk</strong><br />

De waarden voor de brandweerstand <strong>van</strong> een onbepleisterde wand met klassiek vermetselde snelbouw-<br />

blokken bedragen volgens NBN B23-003:<br />

wanddikte niet-bepleisterd bepleisterd<br />

9 cm Rf 1u Rf 2u<br />

14 cm Rf 2u Rf 4u<br />

19 cm Rf 6u Rf > 6u<br />

Deze waarden zijn eveneens geldig bij binnenmuurstenen met tand- en groefsysteem, op voorwaarde<br />

dat de vertikale voegen worden dichtgesmeerd of dichtgelijmd. Dit is nodig om te blijven voldoen aan<br />

het criterium <strong>van</strong> de thermische isolatie (I).


4<br />

Een goed uitgevoerde tweezijdige bepleistering <strong>van</strong> 10 mm verhoogt de brandweerstand tot respectie-<br />

velijk 2 uur; 4 uur; meer dan 6 uur.<br />

De goede brandweerstand <strong>van</strong> een gipspleister wordt verklaard doordat elk gipskristal twee watermo-<br />

leculen heeft die bij brand warmte absorberen om te verdampen.<br />

Deze waarden voor <strong>baksteenmetselwerk</strong> zijn reeds gekend sinds 1970 en sindsdien bevestigd in contro-<br />

lerende proeven.<br />

Als dragende muur voldoet reeds een onbepleisterde baksteenmuur <strong>van</strong> 14 cm breedte aan de streng-<br />

ste eisen voor lage of middelhoge gebouwen. Als scheidingswand voldoet meestal een onbepleisterde<br />

baksteenmuur <strong>van</strong> 9 cm.<br />

13


14<br />

UITVOERING<br />

5.1 Wanddoorvoeren<br />

5<br />

Voor enkelvoudige wanddoorvoeren bestaan een aantal eenvoudige regels die neergeschreven zijn in<br />

een omzendbrief <strong>van</strong> de minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken <strong>van</strong> 15 april 2004.<br />

Een wanddoorgang wordt beschouwd als enkelvoudig wanneer hij op voldoende afstand ligt <strong>van</strong> de<br />

andere wanddoorgangen (zie figuur).<br />

Brandbare<br />

isolatie<br />

De algemene regel is dat de doorvoering geen nadelige invloed mag hebben op de brandweerstand<br />

<strong>van</strong> het doorboorde bouwelement.<br />

Er bestaan een aantal typeoplossingen om hieraan te voldoen:<br />

1) Afdichting <strong>van</strong> de doorvoeringen met mortel of rotswol met minimale diepte L m = 50 mm voor E60<br />

en minimale diepte L m = 70 mm voor E120.<br />

B ≥ 25 mm<br />

C ≥ 25 mm<br />

d<br />

∆<br />

B C<br />

Afstand ≥ ∆ Afstand<br />

≥ D<br />

B + C ≥ Lm A ≥ Lm A<br />

Afstand ≥ D<br />

D<br />

d<br />

Onbrandbare<br />

isolatie<br />

≥ 50 mm<br />

d<br />

∆<br />

Rotswol


De maximale diameter in mm <strong>van</strong> de doorvoering wordt in de tabel gegeven.<br />

5<br />

Aard <strong>van</strong> de leiding Afdichting E30 E60 E120<br />

brandbare leiding en met mortel 50 50 50<br />

elektrische kabels met rotswol 50 25 25<br />

met mortel of met rotswol 160 160 75<br />

onbrandbare leidingen* met mortel of rotswol en met (automatische)<br />

vulling met water bij brand<br />

160 160 160<br />

* metaal of een andere onbrandbare stof met smeltpunt > 727°C, met uitzondering <strong>van</strong> glas<br />

2) Gebruik <strong>van</strong> een mantelbuis, met minimale diepte L m = 50 mm voor E60 en minimale diepte L m = 70<br />

mm voor E120.<br />

L<br />

B<br />

L<br />

De maximale diameter <strong>van</strong> de wanddoorvoer wordt gedefinieerd afhankelijk <strong>van</strong> de speling tussen de<br />

leiding en de mantelbuis.<br />

C<br />

B ≥ 25 mm<br />

C ≥ 25 mm<br />

B + C ≥ L m<br />

Met rotswol<br />

opgevulde speling<br />

Open speling<br />

(max. 4 mm)<br />

Lengte L mantelbuis Speling E30 E60 E120<br />

metalen of onbrandbare mantelbuis open 110 110 90<br />

L = 300 mm gevuld met rotswol 110 110 25<br />

metalen of onbrandbare mantelbuis open 90 90 25<br />

L = 140 mm gevuld met rotswol 50 25 25<br />

PVC mantelbuis L = 140 mm open 40 40 25<br />

c) Tenslotte dient vermeld dat er bij hangtoiletten met een maximale diameter <strong>van</strong> 110 mm geen nega-<br />

tieve invloed wordt uitgeoefend op de brandweerstand <strong>van</strong> de wand.<br />

15


16<br />

5.2 Deuren en ramen<br />

5<br />

De brandweerstand <strong>van</strong> een deur of raam is doorgaans kritischer dan de brandweerstand <strong>van</strong> een wand<br />

aangezien de kieren en spleten rookgassen kunnen doorlaten. Op dit ogenblik is het voor de plaatsing<br />

<strong>van</strong> de Rf-deuren wettelijk niet meer verplicht om een beroep te doen op een erkende plaatsers (besluit<br />

<strong>van</strong> 23 maart 2004 <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> State). Deze bevoegdheid werd nagegaan door de certificeringsin-<br />

stelling ISIB (Institut de Sécurité Incendie - Instituut voor brandveiligheid). De verplichte erkenning is<br />

dus overgegaan in een vrijwillige certificatie. Het is aangeraden om te kiezen voor gecertificeerde<br />

plaatsers die zich op vrijwillige basis onderwerpen aan een toetsing door het keuringsorgaan ISIB.<br />

Bij Rf-deuren worden schuimvormende strips toegepast die de de spelingen rondom het deurblad<br />

opvullen in geval <strong>van</strong> brand (opschuimen) en die ter hoogte <strong>van</strong> koudebruggen in de deur (zoals bv. de<br />

slotkast) warmte opnemen (endotherme reactie).<br />

5.3 Bovenzijde <strong>van</strong> niet dragende wanden<br />

Niet dragende wanden mogen geen hard contact vormen met de hoger gelegen vloer. Wanneer zij een<br />

scheidende functie hebben moet de thermische isolatie en de vlamdichtheid <strong>van</strong> de wand echter<br />

behouden blijven.<br />

Om deze scheidende functie te blijven vervullen kan een onbrandbaar<br />

isolatiemateriaal zoals rotswol aan de top <strong>van</strong> de wand aangebracht<br />

worden. Deze rotswol wordt aan beide zijden luchtdicht afgesloten door<br />

een soepele voeg. De soepele voeg verhindert de rookdoorgang.<br />

Een alternatief bestaat uit het aanbrengen <strong>van</strong> producten die opschui-<br />

men bij brand.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!