18.09.2013 Views

De ijlbode van Rechteren - Atlantis

De ijlbode van Rechteren - Atlantis

De ijlbode van Rechteren - Atlantis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Rondom<br />

Dalfsen<br />

Een uitgave <strong>van</strong> de Historische Kring Dalfsen<br />

42<br />

december 2001<br />

<strong>De</strong> <strong>ijlbode</strong> <strong>van</strong> <strong>Rechteren</strong><br />

Gerrit Wienen - veeverloskundige<br />

en huisslachter<br />

<strong>De</strong> Openbare Lagere School te Ankum<br />

Historische Kring Dalfsen


Historische Kring Dalfsen<br />

Secretariaat<br />

Gentiaan 2, 7721 HB Dalfsen<br />

tel. 0529 432318<br />

e-mail HW.vdBeeke@worldonline.nl<br />

Bestuur<br />

Voorzitter<br />

A. Goutbeek, Ruitenborghstraat 27,<br />

7721 BB Dalfsen, tel. 0529 431481<br />

Secretaris<br />

G.W. <strong>van</strong> der Beeke-Dijk<br />

Gentiaan 2, 7721 HB Dalfsen<br />

Penningmeester<br />

A. Prins, Ruigedoornstraat 16, 7721 BW Dalfsen<br />

tel. 0529 431499, e-mail aprins@ncrvnet.nl<br />

Rabobank Dalfsen: rek. nr. 31.28.94.260<br />

Leden<br />

H. Aalders, <strong>van</strong> Lentestraat 64, 7721 ZZ Dalfsen<br />

M.A. <strong>van</strong> der Kamp, Ruitenborghstraat 25,<br />

7721 BB Dalfsen<br />

A. Peters, Westerstraat 19, 7721 DA Dalfsen<br />

G.J. Wijnberger, Thomas à Kempislaan 17,<br />

7721 DR Dalfsen<br />

Tijdschrift Rondom Dalfsen<br />

Redactie-adres<br />

Meidoornlaan 18, 7721 EZ Dalfsen<br />

tel. 0529 432253<br />

e-mail mjp<strong>van</strong>santen@hetnet.nl<br />

Redactie<br />

G.H. (Grada) Bruggeman-Zweerts<br />

tel. 0529 431825, e-mail grajo@hetnet<br />

G.J. (Gerrit) <strong>van</strong> der Kolk, tel. 0529 431727<br />

M.J.P. (Rien) <strong>van</strong> Santen, tel. 0529 432253<br />

J.J. (Jaap) Tempelman, tel. 0529 433310<br />

fax 0529 430636, e-mail tempel@daxis.nl<br />

Lidmaatschap<br />

Het lidmaatschap <strong>van</strong> de vereniging Historische<br />

Kring Dalfsen bedraagt ƒ 25,= per jaar, waarvoor<br />

u drie nummers <strong>van</strong> Rondom Dalfsen ont<strong>van</strong>gt.<br />

Abonnement<br />

Een abonnement op Rondom Dalfsen bedraagt<br />

ƒ 30,= voor drie bladen.<br />

Losse nummers kosten ƒ 10,=.<br />

Opzegging<br />

Wanneer een opzegging de administratie niet<br />

vóór 1 november heeft bereikt, wordt het<br />

lidmaatschap/abonnement automatisch voor<br />

één jaar verlengd.<br />

Leden- en abonnementenadministratie<br />

Westerstraat 19, 7721 DA Dalfsen,<br />

tel. 0529 432921<br />

Verkoop losse nummers en<br />

opgave abonnementen<br />

A. Goutbeek, Ruitenborghstraat 27, Dalfsen,<br />

tel. 0529 431481<br />

A. Peters, Westerstraat 19, Dalfsen,<br />

tel. 0529 432921<br />

Reeds verschenen nummers, voorzover nog<br />

beschikbaar, zijn op aanvraag leverbaar en<br />

worden met een acceptgirokaart toegezonden.<br />

december 2001, 14de jaargang nr.3 / Rondom Dalfsen 42<br />

oplage: 1100 exemplaren<br />

vormgeving/opmaak: Paulien Tempelman, Dalfsen<br />

druk: Sonodruk, Heino<br />

ISSN 0922-3541<br />

Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden<br />

verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande<br />

schriftelijke toestemming <strong>van</strong> de redactie.<br />

Ofschoon iedere poging ondernomen is om de volgens de<br />

auteurswet rechthebbenden <strong>van</strong> het in dit tijdschrift opgenomen<br />

illustratiemateriaal op te sporen, is dit in enkele gevallen<br />

niet mogelijk gebleken.<br />

In het onderhavige geval zou de redactie graag bij voorbaat<br />

excuses willen aanbieden voor elke onvrijwillige inbreuk op het<br />

auteursrecht en de rechthebbenden willen verzoeken contact<br />

op te nemen met de redactie.<br />

<strong>De</strong> ondertekende artikelen zijn voor verantwoording <strong>van</strong> de<br />

desbetreffende auteur.<br />

Met dank aan<br />

Hoveniersbedrijf Bisschop<br />

Bouwbedrijf Bongers<br />

Foto Cambier<br />

Dierenartsenpraktijk Dalfsen<br />

Garage, Tweewielercentrum en<br />

Autorijschool Fokkens BV<br />

Gjaltema Makelaardij en Assurantiën<br />

Frijling Advies en Administratie<br />

Goudzwaard makelaardij<br />

Kleinmeulman Mode,<br />

mode en jeans voor haar<br />

Landbouwmechanisatie -Loonbedrijf<br />

Van Leussen BV<br />

Bouwbedrijf Van Pijkeren BV<br />

Coöp. Rabobank Dalfsen-<br />

Lemelerveld BA<br />

Schmidt Medica drogisterijparfumerie<br />

Stegeman juwelier en opticien<br />

Ubink Sportvelden<br />

Univé ‘<strong>De</strong> Onderlinge’ verzekeringen<br />

Dalfsen<br />

Vrielink haarmode<br />

Architectenbureau Vogel<br />

Voortman Dalfsen BV<br />

Wijnberger BV mannenmode<br />

Verkoopadressen<br />

Aurora kantoorshop Dalfsen BV<br />

Bruna Schuurman<br />

876 RONDOM DALFSEN 42<br />

Inhoudsopgave<br />

<strong>De</strong> <strong>ijlbode</strong> <strong>van</strong> <strong>Rechteren</strong> 877<br />

C. <strong>van</strong> Welzen - Sipkes<br />

Tableau in <strong>Rechteren</strong> 878<br />

Ds. K. Schaap<br />

Een oud Dalfser geslacht 879<br />

G.J. Wijnberger<br />

Gerrit Wienen -<br />

veeverloskundige<br />

en huisslachter 880<br />

W.J. Smidt<br />

Middenpagina 884/885<br />

Wintergezicht op de oude Vechtbrug<br />

<strong>van</strong>af de oostzijde genomen<br />

<strong>De</strong> heer J. Vink en de<br />

Openbare Lagere School<br />

te Ankum 886<br />

M.A. <strong>van</strong> der Kamp<br />

<strong>De</strong> klomp<br />

een halve eeuw geleden 890<br />

A. Goutbeek<br />

Opnieuw in beeld 893<br />

Openbare Lagere School Ankum<br />

± 1948<br />

Verleden en Heden 894<br />

<strong>De</strong> Schoolstraat voor 1950<br />

(naar het noordoosten gezien)<br />

<strong>De</strong> Schoolstraat 2001<br />

Foto’s omslag, vlnr:<br />

A.L. Scheen, geboren 1839<br />

Diploma voor practische veeverloskunde <strong>van</strong><br />

Gerrit Wienen<br />

Meester J. Vink


<strong>De</strong> <strong>ijlbode</strong> <strong>van</strong> <strong>Rechteren</strong><br />

C. <strong>van</strong> Welzen-Sipkes<br />

Vanaf ± 1875 was in de<br />

Vechtstraat een café gevestigd<br />

(nummer K 905 volgens de<br />

Kadastrale atlas <strong>van</strong> 1832).<br />

<strong>De</strong> kastelein was A.L.Scheen,<br />

een markante Dalfsenaar.<br />

Arnoldus Lambertus Scheen was op<br />

10 januari 1839 geboren als zoon <strong>van</strong><br />

H.Scheen en A.S.<strong>van</strong> der Schaft. Op<br />

5 september 1868 trouwde hij met<br />

Berendina Brogt en zij kregen twee<br />

kinderen, Hermina en Hendrik.<br />

Berendina overleed reeds op 18 september<br />

1874, 29 jaar oud.<br />

Op 25 november 1875 hertrouwde<br />

Arnoldus Scheen op 36-jarige leeftijd<br />

met Jennigje <strong>van</strong> der Kamp, die toen<br />

25 jaar was. Zij kregen maar liefst<br />

zestien kinderen, waar<strong>van</strong> er drie<br />

jong gestorven zijn. Zij huurden het<br />

huis annex café in de Vechtstraat.<br />

Arnoldus had verlof tot de verkoop<br />

<strong>van</strong> alcoholhoudende dranken. <strong>De</strong><br />

kamer op het zuidoosten <strong>van</strong> het huis<br />

was ingericht als café.<br />

Van beroep was hij eigenlijk besteller.<br />

Elke dag ging hij met de hondenkar<br />

op en neer naar Zwolle om pakjes en<br />

boodschappen weg te brengen en op<br />

te halen. Af en toe moesten er ook<br />

vertrouwelijke brieven <strong>van</strong> Adolph<br />

Zeyger, graaf <strong>van</strong> <strong>Rechteren</strong>, weggebracht<br />

worden, veelal naar Huize<br />

Almelo, waar een andere tak <strong>van</strong> de<br />

familie Van <strong>Rechteren</strong> woonde. Dat<br />

bezorgen <strong>van</strong> brieven moest natuurlijk<br />

in een ijltempo gebeuren; de graaf<br />

ontbood Scheen dan op het kasteel.<br />

Scheen voer met zijn boot eerst een<br />

eind de Vecht op, om vervolgens te<br />

voet verder te gaan. Hij nam de kortste<br />

weg door de weilanden en had<br />

dan ook altijd een polsstok bij zich om<br />

over de sloten te kunnen springen.<br />

Naast kastelein en besteller<br />

was hij ook nog visser en poelier.<br />

Achter het huis was een<br />

kleine deel, waar hij de netten<br />

kon boeten. In de Vecht werden<br />

fuiken uitgezet, waartussen de<br />

visnetten werden gespannen.<br />

<strong>De</strong>ze netten konden als fuiken<br />

ingehaald worden. Als er een<br />

net achter een obstakel op de<br />

bodem <strong>van</strong> de Vecht bleef haken,<br />

schroomde hij niet om, al<br />

was het nog zo koud, het water<br />

in te gaan om het net los te maken.<br />

Ook is <strong>van</strong> hem bekend, dat hij<br />

eens een enorme zalm in de<br />

Vecht heeft ge<strong>van</strong>gen.<br />

Scheen was iemand die voor niets en<br />

niemand bang was. Als de bezoekers<br />

<strong>van</strong> het café vervelend werden,<br />

gooide hij ze zonder pardon de straat<br />

op.<br />

Dat hij niet bang uitgevallen was,<br />

blijkt uit een proces-verbaal <strong>van</strong> veldwachter<br />

Tempelman. Het zoontje <strong>van</strong><br />

de buren was huilend naar huis gekomen,<br />

omdat “kastelein Scheen hem<br />

een schop had gegeven”. Uit de verklaring<br />

<strong>van</strong> Scheen bleek, dat de<br />

buurjongen bezig was geweest om de<br />

eikels kapot te trappen en ook dat hij<br />

al diverse malen gewaarschuwd was.<br />

Scheen wilde de jongen een klap<br />

geven, maar deze wist hem te ontwijken,<br />

liep toen tegen de halve hectolitermaat<br />

aan en “ging daarna schreiend<br />

naar huis”. <strong>De</strong> buurman kwam<br />

daarop het café binnen met een koperen<br />

tabaksdoos in zijn hand om<br />

Scheen een klap te verkopen, maar<br />

Scheen greep de vijfkopsmaat en<br />

dreigde daarmee terug te slaan. <strong>De</strong><br />

buurman stak de tabaksdoos wijselijk<br />

weer in zijn zak. Daarna ontstond een<br />

hevige woordenwisseling, waarbij<br />

over en weer allerlei beschuldigingen<br />

werden geuit.<br />

▼<br />

A.L. Scheen (geboren 1839)<br />

Foto: coll. Historische Kring<br />

Van dit voorval is proces-verbaal opgemaakt.<br />

<strong>De</strong> buurman vond namelijk<br />

dat “zijn vrouw in haar eer en goede<br />

naam was aangerand”.<br />

Op 26 juli 1905 kon Scheen zijn huurhuis<br />

voor ƒ 1.000,- kopen <strong>van</strong> de<br />

familie Wolters uit Amsterdam. In<br />

1922 verkocht Scheen het huis aan<br />

het bestuur <strong>van</strong> de In- en Aankoop<br />

Vereniging te Dalfsen. Hij behield wel<br />

het recht <strong>van</strong> bewoning <strong>van</strong> een<br />

gedeelte <strong>van</strong> het huis gedurende zijn<br />

leven.<br />

Op 24 januari 1927 overleed Arnoldus<br />

Lambertus Scheen in Dalfsen. Zijn<br />

vrouw Jennigje <strong>van</strong> der Kamp was al<br />

op 28 mei 1911 overleden.<br />

Met dank aan:<br />

<strong>De</strong> heer Klaas Ruiters,<br />

die op 30-8-1998 is overleden<br />

Mevrouw Kamphuis-<strong>van</strong> Beinum<br />

<strong>De</strong> heer J. <strong>van</strong> der Kamp<br />

RONDOM DALFSEN 42 877


Tableau in <strong>Rechteren</strong><br />

Ds. K. Schaap<br />

In gesprekken met hoogbejaarden blijkt meestal dat ze zich nog<br />

heel wat kunnen herinneren uit hun kinderjaren. Het geheugen<br />

functioneert voor de dingen <strong>van</strong> het heden minder goed, maar<br />

dingen uit het verleden staan hun vaak nog helder voor de geest.<br />

En als je geduld hebt, komen er soms mooie verhalen ...<br />

Zo hoorde ik eens een verhaal uit<br />

de mond <strong>van</strong> een oud inwoner <strong>van</strong><br />

Dalfsen. Het werd mij verteld tijdens<br />

een bezoek aan het verzorgingscentrum<br />

‘Oldenhaghen’ in Ommen.<br />

Toen ik daar in 1999 als invaller<br />

pastorale bezoeken bracht, ontmoette<br />

ik ook de heer Jan Scheen,<br />

geboren te Dalfsen in 1915. Jarenlang<br />

woonde hij in Wijhe, waar hij werkte<br />

bij de spoorwegen. Toen hij hoorde<br />

dat ik in Dalfsen woonde, kregen we<br />

in de kortste keren een gesprek over<br />

zijn jeugdjaren. Zijn vader, Arnoldus<br />

Lambertus Scheen (geboren 1882),<br />

was kolenschipper voor de baggervloot<br />

<strong>van</strong> de firma Prins Van Wijngaarden<br />

te Hasselt. Om dichter bij het<br />

werk te zijn woonde hij met zijn gezin<br />

een tijdlang op Terschelling. Vaak<br />

logeerden de kinderen bij grootvader<br />

Arnoldus Lambertus Scheen (geboren<br />

1839) in het grote huis aan de<br />

Vechtstraat 1. A.L. Scheen Sr. was visser,<br />

poelier en tapper, dit is zoveel als<br />

caféhouder. Jan Scheen vertelde, dat<br />

de kleinkinderen <strong>van</strong> opa ook weleens<br />

een slokje mochten proeven uit<br />

een glaasje met helder vocht.... Al<br />

pratend kwam het boekje ‘Dalfsen in<br />

oude ansichten’ (deel 1) te voorschijn.<br />

In zijn exemplaar waren ook nog een<br />

aantal originele foto’s geplakt. Op<br />

blz. 30 zien we daar in de Vechtstraat<br />

A.L. Scheen Sr. prominent op de voorgrond<br />

staan bij zijn woning. <strong>De</strong> toelichting<br />

bij de foto vermeldt dat<br />

Scheen ook nog bode op Zwolle was.<br />

Mij werd verteld dat hij daarvoor regelmatig<br />

met een hondenkar op en<br />

neer ging tussen Dalfsen en Zwolle<br />

met pakjes en boodschappen.<br />

Over deze grootvader vertelde Jan<br />

Scheen mij het volgende verhaal, dat<br />

hij weer <strong>van</strong> zijn vader had gehoord.<br />

Op zekere dag moest A.L. Scheen Sr.<br />

als bode naar Zwolle om daar een<br />

doodskist op te halen, die ergens in<br />

<strong>Rechteren</strong> afgeleverd moest worden.<br />

878 RONDOM DALFSEN 42<br />

<strong>De</strong> kist bleek te groot voor de kar om<br />

in de lengte te worden vervoerd. Hij<br />

werd dus overdwars neergezet, bovenop<br />

de lading. Op de terugweg<br />

reed Scheen op de Poppenallee een<br />

wandelaar achterop. <strong>De</strong> man vroeg of<br />

hij mocht meerijden, hij moest ook<br />

naar <strong>Rechteren</strong>. Scheen vond het best<br />

en de man klom op de kar en ging bovenop<br />

de kist zitten. Toen het even later<br />

begon te regenen zei Scheen tegen<br />

zijn passagier: ‘Kruip maar in die<br />

kist’. <strong>De</strong> man had geen<br />

regenkleding bij zich<br />

en de voerman had<br />

zich in zijn grote<br />

cape gehuld. Omdat<br />

het maar bleef regenen<br />

had Scheen wel<br />

zin in een hartversterking.<br />

Hij stopte<br />

bij de uitspanning<br />

‘Madrid’ aan de<br />

<strong>Rechteren</strong>sedijk tegenover<br />

het kasteel,<br />

sprong <strong>van</strong> de bok<br />

en klopte op de deur<br />

<strong>van</strong> het café. Toen de<br />

waard opendeed<br />

vroeg hij hem om<br />

een borrel. Daarop<br />

klonk uit de kist een<br />

stem: ‘Ik ook’,<br />

waarop de waard<br />

<strong>van</strong> ‘Madrid’ <strong>van</strong><br />

kleur verschoot en<br />

de deur dichtgooide.<br />

Tableau...!<br />

Hoe het verder afliep<br />

en hoelang deze<br />

gebeurtenis nu al geleden<br />

was, kon Jan<br />

Scheen mij niet vertellen.<br />

Hij kon ook niet voor de waarheid<br />

<strong>van</strong> het verhaal instaan. Waarom ik<br />

het dan toch doorgeef? Het leek me<br />

de moeite waard. En ... ‘si non è vero,<br />

è bene trovato’( als het niet waar is, is<br />

het toch goed gevonden).<br />

▼<br />

A.L. Scheen (geboren 1882), de vader <strong>van</strong><br />

de verteller <strong>van</strong> dit verhaal.<br />

Foto: coll. Historische Kring


Een oud Dalfser geslacht<br />

G.J. Wijnberger<br />

Enkele dagen voor 29 november 1711<br />

wordt de eerste Scheen in Dalfsen geboren:<br />

Abraham. Hij is de zoon <strong>van</strong><br />

Casparus Henricus Scheen en Aaltien<br />

Abrams (Hofstede).<br />

Casparus Henricus is afkomstig uit<br />

<strong>De</strong>venter en is de zoon <strong>van</strong> Jacobus<br />

Scheen en Anna Maria Pipardus, die<br />

vier kinderen hebben, waar<strong>van</strong> Casparus<br />

Henricus op 16 mei 1689 als<br />

eerste is geboren.<br />

Rond de geboorte <strong>van</strong> bovengenoemde<br />

Abraham speelt zich heel<br />

wat af. Aaltien en Casparus zijn nog<br />

niet getrouwd en willen dat doen,<br />

Casparus heeft haar dat beloofd,<br />

maar <strong>van</strong>uit <strong>De</strong>venter zijn daar bezwaren<br />

tegen. <strong>De</strong> kerkenraad en zelfs<br />

de drost komen eraan te pas, maar zover<br />

wij weten, wordt er in Dalfsen<br />

niet getrouwd.<br />

Abraham wordt bij zijn tante Jannigje<br />

Hofstede opgevoed met de achternaam<br />

Scheen.<br />

Het is waarschijnlijk, dat Casparus en<br />

Aaltien toch naar <strong>De</strong>venter zijn gegaan,<br />

hij was daar militair in het regiment<br />

Smissaert en wordt in 1732 dan<br />

benoemd tot ondermajoor <strong>van</strong> de<br />

stad <strong>De</strong>venter.<br />

Abraham wordt gedoopt op 29 november<br />

1712 te Dalfsen en trouwt met<br />

Geesien <strong>van</strong> der Scheer, het eerste <strong>van</strong><br />

hun zes kinderen. Abraham wordt<br />

gedoopt in Dalfsen op 23 april 1734.<br />

Hij wordt kleermaker <strong>van</strong> beroep.<br />

Een zoon Arnoldus wordt gedoopt in<br />

Dalfsen op 21 september 1738, ook hij<br />

is <strong>van</strong> beroep kleermaker. Hij trouwt<br />

omstreeks 1766 met Lamber(t)dina<br />

<strong>van</strong> der Bieshorst.. (of Lamber(t)dina<br />

Gerrits). Hun eerste kind wordt op 30<br />

augustus 1767 in Dalfsen gedoopt.<br />

Vier kinderen worden er geboren:<br />

drie meisjes en één jongen.<br />

<strong>De</strong>ze zoon, Abraham, werd geboren<br />

op 13 november 1774 te Dalfsen. Hij<br />

treedt in de voetsporen <strong>van</strong> zijn vader<br />

en wordt ook kleermaker. Hij trouwt<br />

met Jennigje Wesselink.<br />

Hun zeven kinderen worden in Dalfsen<br />

geboren, het eerste in 1794 en de<br />

enige zoon Hendrik op 11 november<br />

1803.<br />

Hendrik trouwt op 3 mei 1827 in Dalfsen<br />

met Alyda Sebilla <strong>van</strong> der Schaft,<br />

afkomstig uit Hoorn. Zij krijgen zes<br />

kinderen, twee meisjes en vier jongens.<br />

Ook Hendrik is kleermaker.<br />

Wij volgen zoon Arnoldus Lambertus,<br />

geboren op 10 januari 1839. Hij is<br />

een man die <strong>van</strong> vele markten thuis<br />

was. Ofschoon vier generaties voor<br />

hem het beroep <strong>van</strong> kleermaker uitoefenden,<br />

hield hij zich bezig met andere<br />

zaken: met de hondenkar naar<br />

Zwolle, poelier, tapper en visser. Hij<br />

trouwt op 5 september 1868 met Berendina<br />

Brogt, die op 29-jarige leeftijd<br />

in 1874 overlijdt. Zij krijgen 2 kinderen,<br />

een meisje en een jongen.<br />

Zoon Hendrik is in Dalfsen geboren<br />

op 20 oktober 1871. Hij werkt voor<br />

een baggermaatschappij op de Vecht<br />

en wordt later visser op deze rivier.<br />

Hij trouwt met Klazina Posthuma op<br />

21 november 1895 in Dalfsen; er worden<br />

vijf kinderen geboren, vier meisjes<br />

en één jongen. Reeds in 1908 overleed<br />

Klazina Posthuma op 34-jarige<br />

leeftijd .<br />

<strong>De</strong> derde dochter Arnolda Lamberta,<br />

geboren op 2 oktober 1901 te Ommen,<br />

trouwde met Gerrit Willem de Klerk<br />

op 25 mei 1930 te Dalfsen. Op 22 december<br />

1936 wordt Klazina (Ina) de<br />

Klerk in Haarlem geboren en zij<br />

trouwt met Gerrit Jan (Jan) Wijnberger.<br />

Nog even terug naar Arnoldus Lambertus<br />

Scheen. Wanneer zijn eerste<br />

vrouw Berendina Brogt overlijdt,<br />

trouwt hij voor de tweede keer met<br />

Jennigjen <strong>van</strong> der Kamp op 25 november<br />

1875 te Dalfsen. Zij krijgen samen<br />

16 kinderen. Zesde dochter Tonia,<br />

geboren op 27 februari 1889,<br />

trouwt met Johan Ruiters, de vader<br />

<strong>van</strong> Klaas Ruiters.<br />

Bronvermelding:<br />

Sylvia Scheen Oprechte Dalfser Courant 1990<br />

Doopboeken Dalfsen<br />

▼ Geheel links: Arnolda Lamberta Scheen in de Vechtstraat. (Geboren 2 oktober 1901 te Ommen).<br />

Moeder <strong>van</strong> Ina Wijnberger-de Klerk. Foto: coll. G.J. Wijnberger<br />

RONDOM DALFSEN 42 879


Gerrit Wienen – veeverloskundige en<br />

huisslachter<br />

W.J. Smidt<br />

Gerrit (roepnaam Gait) Wienen werd geboren op 27 september 1908 op een boerderij in de buurt<br />

<strong>van</strong> Zalk, in de gemeente Oldebroek. In 1909 verhuisde het gezin Wienen naar <strong>Rechteren</strong>, naar een<br />

boerderij die behoorde tot het kasteel <strong>Rechteren</strong>. <strong>De</strong> omschakeling <strong>van</strong> het boeren op de klei naar<br />

het werken op zandgrond leverde nogal wat problemen op. Dat was één <strong>van</strong> de redenen waarom<br />

vader Wienen besloot om als paardenknecht op het kasteel te gaan werken. Later werd het boerenwerk<br />

toch weer opgepakt en zo kwam de familie na verschillende verhuizingen binnen het landgoed<br />

uiteindelijk terecht op de boerderij Dalmsholterweg 1. Vanaf het kasteel is het de eerste boerderij links<br />

over het spoor. Daar is Gait Wienen, eerst met zijn vader, later zelfstandig, boer geweest.<br />

Op 3 juli 1994 is hij overleden.<br />

Als jongeman werd Gait opgeroepen<br />

voor militaire dienst en werd gelegerd<br />

in Kampen. Vermoedelijk is hij<br />

gedurende deze periode in contact<br />

gekomen met een veeverloskundige<br />

in Kampen en is zo de interesse voor<br />

het vak gewekt. Misschien was deze<br />

leermeester ook huisslachter en heeft<br />

hij op deze wijze ook dat werk onder<br />

de knie gekregen. In elk geval heeft<br />

hij in die tijd veel in de Mastenbroekerpolder,<br />

<strong>van</strong>ouds een veerijk ge-<br />

bied, rondgezworven. In 1932 heeft<br />

Gait Wienen een cursus verloskunde<br />

gevolgd in Genemuiden bij de heer<br />

Fr. Bosman, veeverloskundige aldaar.<br />

Het was in deze streken de gewoonte,<br />

dat een leerling gedurende ongeveer<br />

2 maanden bij een ervaren verloskundige<br />

in de kost kwam en met hem<br />

meeging om zo praktisch onderwijs<br />

te krijgen. Bij voorkomende gelegenheden<br />

werd ook wel eens een (dood)<br />

kalf gekocht, dat gebruikt werd voor<br />

▼<br />

Gerrit Wienen (links) met zijn vader Willem en de cursusleider Fr. Bosman bij een dood kalf in een fantoom; april 1932<br />

880 RONDOM DALFSEN 42<br />

ontleding. Zo werd voldoende theoretische<br />

en praktische kennis opgedaan<br />

onder leiding <strong>van</strong> de ervaren<br />

leermeester. <strong>De</strong>ze werd gestaafd met<br />

een door de leermeester verstrekt<br />

diploma, dat bij Wienen ook nog<br />

getekend is door de plaatselijke dierenarts.<br />

Van een dergelijke samenwerking<br />

zijn meer voorbeelden bekend.<br />

Waarschijnlijk had de dierenarts<br />

een toezichthoudende functie.


<strong>De</strong> veeartsenijkunde werd vroeger<br />

door mensen met een heel verschillende<br />

achtergrond uitgeoefend.<br />

Meestal werd de kennis door overlevering<br />

verkregen. Er waren ook<br />

handboeken die vaak stoelden op<br />

oude Griekse, Romeinse of Arabische<br />

verhandelingen.<br />

Bovendien beïnvloedden de kennis<br />

<strong>van</strong> geneeskunde <strong>van</strong> de mens en die<br />

<strong>van</strong> het dier elkaar. Sommige artsen<br />

bekwaamden zich ook in de diergeneeskunde.<br />

Zo was de eerste directeur<br />

<strong>van</strong> de in 1821 opgerichte Veeartsenijschool,<br />

professor Alexander<br />

Numan, een arts uit Hoogezand. <strong>De</strong><br />

aanduiding veeartsenijkunde is in de<br />

eerste helft <strong>van</strong> de negentiende eeuw<br />

veranderd in diergeneeskunde, mede<br />

onder invloed <strong>van</strong> de duidelijker<br />

plaats die de zorg voor de kleine gezelschapsdieren<br />

zoals honden en katten<br />

kreeg.<br />

Het spreekt <strong>van</strong>zelf dat beide groepen,<br />

gestudeerde- en niet gestudeerde<br />

beoefenaars <strong>van</strong> de veeartsenijkunde<br />

nog lange tijd naast elkaar<br />

werkten. Voor beide groepen gold,<br />

dat de verloskunde een belangrijk<br />

onderdeel <strong>van</strong> de beroepsuitoefening<br />

was. Toen in 1874 de wet op de uitoefening<br />

<strong>van</strong> de veeartsenijkunde<br />

verscheen, werd daarin het dierge-<br />

neeskundig handelen aan de dierenarts<br />

toevertrouwd met uitzondering<br />

<strong>van</strong> de verloskunde en heelkundige<br />

operaties op gezond vee. Inenten<br />

daarentegen mocht weer alleen de<br />

dierenarts doen. In de praktijk betekende<br />

dit dat naast de dierenarts de<br />

veeverloskundige als zelfstandig beroep<br />

bleef bestaan. <strong>De</strong> concurrentie<br />

tussen beide groepen leidde soms tot<br />

gespannen verhoudingen. In Dalfsen<br />

was dat niet het geval. Zo leerde de<br />

Dalfser dierenarts S. de Haan aan<br />

Wienen bij verlossingen als glijmiddel<br />

in plaats <strong>van</strong> lijnzaadmeel een<br />

handzamer fabrieksmiddel, een gel,<br />

te gebruiken en zorgde ervoor dat hij<br />

dit kreeg. En als Wienen <strong>van</strong> zijn kant<br />

tot de conclusie kwam dat een kalfnaar<br />

verhouding te groot was om normaal<br />

ter wereld te komen, schoor hij<br />

ten behoeve <strong>van</strong> de dierenarts alvast<br />

bij de koe de aangewezen plaats voor<br />

de keizersnede. Maar toen waren we<br />

reeds aangeland in de periode waarin<br />

voor de opleiding tot veeverloskundige<br />

en castreur een speciaal diploma<br />

werd voorbereid. In 1956 werd die<br />

wettelijke regeling <strong>van</strong> kracht.<br />

<strong>De</strong> werktijden <strong>van</strong> de veeverloskundige<br />

zijn uiteraard zeer onregelmatig.<br />

Bij nacht en ontij kan zijn hulp worden<br />

ingeroepen. En dat gebeurde heel<br />

persoonlijk. Weinig mensen hadden<br />

in die tijd een telefoon. Meestal kwam<br />

men dus op de fiets de boodschap<br />

brengen en op de fiets ging ook Gait<br />

Wienen naar de betreffende boerderij.<br />

Zijn werkgebied strekte zich bezuiden<br />

de Vecht uit <strong>van</strong> Vilsteren tot en<br />

met de Marshoek en omvatte de omgeving<br />

<strong>van</strong> Dalfsen (Ankum en Oosterdalfsen).<br />

<strong>De</strong> onregelmatigheid <strong>van</strong><br />

het werk uitte zich ook in het seizoengebonden<br />

zijn. Vroeger werden<br />

de kalveren hoofdzakelijk gedurende<br />

de eerste maanden <strong>van</strong> het jaar geboren.<br />

Dan was het hoogseizoen voor de<br />

verloskundige. Voor Wienen was het<br />

een bijverdienste, zij het een belangrijke<br />

bijverdienste. Na de oorlog 1940-<br />

1945 waren de prijzen als volgt:<br />

<strong>De</strong> verlossing <strong>van</strong> een levend kalf met<br />

RONDOM DALFSEN 42 881


ijvoorbeeld een verkeerde ligging<br />

kostte ƒ 4,- à ƒ 5,-. Als de geboorte<br />

halverwege stokte doordat het achterstel<br />

te groot was om de geboorteweg<br />

te passeren (kruis op kruisverlossing)<br />

vroeg hij ƒ 8,- tot ƒ 12,-. <strong>De</strong><br />

verlossing <strong>van</strong> een kalf dat in zijn geheel<br />

te groot was kostte ± ƒ 20,-. Het<br />

gewone werk, in dit geval het veehouderijbedrijf,<br />

moest ook doorgaan.<br />

En daarvoor kwam dan de familie,<br />

vrouw en kinderen, in touw.<br />

<strong>De</strong> oorlogstijd bracht nog een speciale<br />

moeilijkheid met zich mee. Op een<br />

gegeven ogenblik werd de spertijd ingesteld.<br />

Dat betekende, dat mensen<br />

na 8 uur ’s avonds tot de volgende<br />

morgen niet meer op straat mochten<br />

verschijnen. Wienen was één <strong>van</strong> de<br />

mensen die ontheffing <strong>van</strong> deze regel<br />

kon krijgen. <strong>De</strong> Duitser die hem deze<br />

vergunning bracht liet merken dat hij<br />

een tegenprestatie verwachtte en had<br />

het daarbij over Schnaps. Wienen begreep<br />

wel het gebaar, niet het woord.<br />

Toen de familie met een pot inge-<br />

maakte pruimen aankwam,<br />

bleek ook dat<br />

voldoende te zijn.<br />

Als een kalf niet op normale<br />

wijze geboren kon<br />

worden, werd het opgeofferd<br />

en in gedeelten<br />

naar buiten gehaald.<br />

Dat vereiste een<br />

grote zorgvuldigheid,<br />

omdat bij deze handeling<br />

de baarmoeder gemakkelijk<br />

beschadigd<br />

kon worden met vaak<br />

de dood <strong>van</strong> het moederdier<br />

als gevolg.<br />

Daarvoor was een methode<br />

ontwikkeld,<br />

waarbij de lichaamsdelen<br />

<strong>van</strong> het kalf onder<br />

de huid werden losgemaakt.<br />

Om de vereiste<br />

vaardigheid te krijgen<br />

werd deze methode<br />

nog tot ver na de<br />

tweede wereldoorlog<br />

aan de faculteit voor diergeneeskunde<br />

beoefend. Zoiets ziet men ook<br />

op de afgedrukte foto, waar een dood<br />

kalf in een fantoom, een kunstbaarmoeder<br />

ligt. Wienen heeft één <strong>van</strong> de<br />

daarbij gebruikte instrumenten in de<br />

hand: een spatel, waarmee de huid<br />

los werd gemaakt <strong>van</strong> het onderliggende<br />

weefsel. Daarna werden de lichaamsdelen<br />

met vingermesjes losgesneden.<br />

Gait Wienen was hier zeer<br />

bedreven in.<br />

<strong>De</strong> keizersnede, waarbij een naar verhouding<br />

te groot kalf operatief levend<br />

ter wereld wordt gebracht, was in<br />

deze tijd reeds lang bekend. <strong>De</strong> eerste<br />

beschrijvingen dateren uit het Romeinse<br />

tijdperk, maar toen werd de<br />

ingreep vermoedelijk alleen toegepast<br />

bij een pas gestorven moederdier.<br />

<strong>De</strong> keizersnede bij een levend<br />

rund is voor het eerst beschreven in<br />

1813. <strong>De</strong> koe stierf echter aan de gevolgen<br />

<strong>van</strong> de operatie. Toen men in<br />

de loop <strong>van</strong> de negentiende eeuw<br />

kennis kreeg <strong>van</strong> verdoving en voor-<br />

882 RONDOM DALFSEN 42<br />

koming <strong>van</strong> besmettingen kreeg de<br />

keizersnede meer bekendheid. Maar<br />

door het hoge sterftepercentage bij<br />

het rund werd het in de praktijk zelden<br />

toegepast. Dit veranderde toen<br />

het gebruik <strong>van</strong> antibiotica algemeen<br />

werd. In de jaren tussen 1950 en 1970<br />

werd de verlossing door middel <strong>van</strong><br />

de keizersnede bij het rund een veel<br />

toegepaste ingreep. In dezelfde periode<br />

stegen de prijzen <strong>van</strong> kalveren,<br />

met name <strong>van</strong> stierkalveren, enorm.<br />

Een goed stierkalf kon meer dan<br />

ƒ 500,- opbrengen. <strong>De</strong>ze hoge prijzen<br />

hingen weer samen met het feit, dat in<br />

deze jaren de opkomst <strong>van</strong> de kalvermesterijen<br />

een hoge vlucht nam. Voor<br />

de boeren was het daarom belangrijk<br />

dat een kalf levend geboren werd en<br />

zij hadden er een naar verhouding<br />

dure ingreep als een keizersnede voor<br />

over. Voor Wienen betekende dat een<br />

duidelijke vermindering <strong>van</strong> het aantal<br />

verlossingen. Het was hem welkom,<br />

want de verloskunde begon<br />

hem zwaar te vallen. <strong>De</strong> jaren gingen<br />

tellen. In 1982 verliet hij de boerderij,<br />

waar toen zijn jongste zoon kwam te<br />

wonen.<br />

Behalve boer was Wienen in de eerste<br />

plaats veeverloskundige, maar ook<br />

als huisslachter trad hij op. Het slachten<br />

<strong>van</strong> een dier kon op de boerderij,<br />

bij een slager of, sinds het einde <strong>van</strong><br />

de negentiende eeuw, in een slachthuis<br />

gebeuren. In 1922 verscheen de<br />

vleeskeuringswet, waarin bepaald<br />

werd dat in al deze gevallen een keuring<br />

verplicht was. Na de tweede wereldoorlog<br />

werd hiervoor in de gemeente<br />

Dalfsen als keurmeester de<br />

heer S. Wijmenga aangesteld, die<br />

werkte onder verantwoordelijkheid<br />

<strong>van</strong> het hoofd <strong>van</strong> de vleeskeuringsdienst<br />

alhier, in die periode dierenarts<br />

S. de Haan.<br />

Ook het slachten was seizoenwerk.<br />

Meestal gebeurde dat in november,<br />

de slachtmaand. Gezien de verschillende<br />

werkpieken was het een goede<br />

combinatie met de veeverloskundige<br />

arbeid.


In de genoemde periode, waarin dierenarts<br />

de Haan hoofd <strong>van</strong> de vleeskeuringsdienst<br />

was, gebeurde het dat<br />

hij bij een koe met verschijnselen <strong>van</strong><br />

kopziekte in de buurtschap Emmen<br />

geroepen werd. Toen hij daar kwam,<br />

was de koe reeds aan de ziekte bezweken<br />

en de eigenaar had het dier<br />

laten verbloeden. Tijdens zijn bezoek<br />

liet de eigenaar zich ontvallen, dat hij<br />

er een huisslachting <strong>van</strong> wilde maken.<br />

<strong>De</strong> Haan wees hem erop, dat hij een<br />

onder deze omstandigheden gestorven<br />

dier naar de<br />

noodslachtplaats<br />

moest brengen. <strong>De</strong><br />

boer vroeg Wienen<br />

de koe verder te<br />

slachten. Dat gebeurde,<br />

maar het<br />

zou onvoorziene gevolgen<br />

krijgen. <strong>De</strong><br />

volgende morgen<br />

moest Wienen een<br />

verlossing verrichten<br />

bij een koe <strong>van</strong><br />

Van Leussen op de<br />

Aalshorst. Onderzoek<br />

<strong>van</strong> de koe<br />

leerde dat deze tijdens<br />

het geboorteproces<br />

een gat in de<br />

baarmoeder had gekregen,<br />

ten gevolge<br />

waar<strong>van</strong> ook dit<br />

dier geslacht moest<br />

worden. Het duurde<br />

vrij lang voor de<br />

veeauto verscheen<br />

en voor de noodslachtplaats<br />

bereikt<br />

was, was de koe<br />

dood. Bij de keuring<br />

ontdekte dierenarts<br />

de Haan heftige ontstekingsverschijnselen.<br />

<strong>De</strong> koe was aan<br />

miltvuur doodgegaan,<br />

een voor mens<br />

en dier buitengewoon<br />

besmettelijke<br />

ziekte. Een aantal<br />

dagen later ont-<br />

moette de Haan Wienen die hem een<br />

drietal karbonkels op de arm liet zien.<br />

Hij was ermee naar dokter <strong>van</strong> der<br />

Pot gegaan, die hem gezegd had dat<br />

hij daar voorzichtig mee moest zijn.<br />

Wienen voegde er aan toe, dat hij drie<br />

dagen na de verlossing bij <strong>van</strong> Leussen<br />

zo ziek was geweest en zelfs gedeeltelijk<br />

buiten bewustzijn was geraakt.<br />

Het ziekteverloop was nu duidelijk.<br />

<strong>De</strong> koe met kopziekteverschijnselen<br />

was aan miltvuur of een combinatie<br />

<strong>van</strong> beide ziekten doodgegaan. Bij het<br />

slachten had Wienen een huidbesmetting<br />

– waar hij erg gevoelig voor<br />

was – opgelopen. Zo had hij bij het<br />

onderzoek <strong>van</strong> de koe met geboorteproblemen<br />

deze koe besmet. Hoe gevaarlijk<br />

miltvuur is en hoe snel de<br />

ziekte kan verlopen bleek wel uit het<br />

feit, dat deze koe reeds een halve dag<br />

na de besmetting aan de ziekte was<br />

bezweken. Ook bij Wienen kwam na<br />

de huidbesmetting het algemene<br />

ziektebeeld, gepaard gaande met<br />

hoge koortsen, naar voren. Hij had<br />

geen dokter gewaarschuwd, om de<br />

eigenaar <strong>van</strong> de met<br />

kopziekteverschijnselen<br />

gestorven koe niet in<br />

moeilijkheden te brengen.<br />

Toen de Haan de<br />

toedracht gehoord had<br />

kon hij zijn collega <strong>van</strong><br />

der Pot verwittigen <strong>van</strong><br />

het feit, dat hij die morgen<br />

miltvuurpuisten<br />

had gezien, iets zeer uitzonderlijks.<br />

En Wienen<br />

mocht <strong>van</strong> geluk spreken<br />

dat hij het er levend<br />

<strong>van</strong>af had gebracht.<br />

Ik dank mevrouw S. de<br />

Vries - Wienen en de<br />

onlangs overleden heer<br />

S. de Haan voor hun<br />

medewerking bij het tot<br />

stand komen <strong>van</strong> dit<br />

artikel.<br />

Foto’s en illustraties:<br />

Coll. mevrouw S. de Vries-<br />

Wienen<br />

▼<br />

▼<br />

Gerrit Wienen heeft een<br />

varken geslacht en op een<br />

ladder gebonden.<br />

Hierna werd het door de<br />

keurmeester gekeurd en<br />

voorzien <strong>van</strong> een stempel.<br />

Foto Middenpagina:<br />

Wintergezicht op de oude<br />

Vechtbrug <strong>van</strong>af de oostzijde<br />

genomen<br />

Coll. G.J. Wijnberger<br />

RONDOM DALFSEN 42 883


<strong>De</strong> Openbare Lagere School te Ankum en<br />

de heer J. Vink waren bijna een kwart<br />

eeuw met elkaar verbonden<br />

M.A. <strong>van</strong> der Kamp<br />

Kort na de oorlog, in 1947,<br />

werd de heer J. Vink benoemd<br />

tot hoofd <strong>van</strong> de Openbare<br />

Lagere School in Ankum.<br />

Geboren in de Betuwe in een<br />

tuindersmilieu, haalde hij<br />

behalve de hoofdakte ook de<br />

tuinbouwakte.<br />

Voordat hij solliciteerde in<br />

Ankum naar de functie<br />

<strong>van</strong> onderwijzer, was hij<br />

<strong>van</strong>af 1934 werkzaam te<br />

IJzendoorn. Hij was toen nog<br />

vrijgezel. Daarom ging hij in<br />

de kost bij de familie Schrijver<br />

in de Broekhuizen en in die<br />

tijd reisde hij in de weekends<br />

op zijn motor naar de Betuwe<br />

waar zijn ouders en verloofde<br />

woonden. Na zijn huwelijk<br />

betrok hij met zijn vrouw de<br />

onderwijzerswoning naast<br />

de school.<br />

Ankum was in die tijd nog niet de<br />

gezellige buurtschap <strong>van</strong> nu. <strong>De</strong><br />

Vossersteeg was een onverharde weg,<br />

die in de winter haast onbegaanbaar<br />

was. Er stonden geen burgerwoningen,<br />

maar slechts boerderijtjes, enkele<br />

rondom de school en de overige verstrooid<br />

in het land, verbonden door<br />

hobbelige, holle, smalle weggetjes,<br />

die bij slecht weer veranderden in<br />

modderpoelen. En de onderwijzerswoning<br />

was weliswaar schilderachtig,<br />

maar verre <strong>van</strong> geriefelijk: tochtig,<br />

vochtig en ’s winters koud.<br />

<strong>De</strong> school was ronduit verwaarloosd,<br />

maar de tuin was al gauw een paradijsje<br />

dankzij het vakmanschap <strong>van</strong><br />

de heer Vink en de mest die jaarlijks<br />

werd geleverd door een lid <strong>van</strong> de<br />

oudercommissie.<br />

Ik maakte kennis met de familie Vink<br />

toen ik in mei 1950 werd benoemd tot<br />

opvolgster <strong>van</strong> juffrouw <strong>van</strong> der<br />

Voort, die in hetzelfde jaar waarin de<br />

heer Vink kwam, <strong>van</strong>uit Oudleusen<br />

886 RONDOM DALFSEN 42<br />

▼<br />

Meester Vink voor de klas.<br />

▼ Voormalige onderwijzerswoning aan de<br />

Vossersteeg te Ankum.<br />

naar Ankum was overgeplaatst.<br />

Omdat ze vaak ziek was, nam ze ontslag,<br />

aangezien de vele wisselingen<br />

in verband met ver<strong>van</strong>gingen de<br />

school geen goed deden. Daardoor<br />

kon voor het eerst weer een vaste<br />

leerkracht worden benoemd. Dat was<br />

het begin <strong>van</strong> een tienjarige samenwerking.


Openbare Lagere School Ankum ± 1956<br />

1<br />

2<br />

19<br />

36<br />

1. Meester Vink<br />

2. Leida <strong>van</strong> de<br />

Velde Harsenhorst<br />

3. <strong>De</strong>rk Westerhof<br />

4. Henk <strong>van</strong> Marle<br />

5. Henk Lindeboom<br />

6. Henk Onderdijk<br />

7. Ap Lindeboom<br />

8. Ap Kleinlugtenbeld<br />

9. Frits Everts<br />

10. Tonnie Knopert<br />

11. Stien Pannen -<br />

Kleinlugtenbeld<br />

12. Annie Ponsteen -<br />

Onderdijk<br />

13. Jentje Knotters<br />

14. Anneke Wolters<br />

15. Hennie Seinen<br />

16. Jan <strong>van</strong> Marle<br />

17. Gerrit Jan <strong>van</strong> de Kolk<br />

3<br />

20 21<br />

37<br />

4 5<br />

38<br />

22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33<br />

39<br />

6<br />

40<br />

7<br />

41<br />

42<br />

8<br />

43<br />

9 10 11 12 13<br />

44<br />

45<br />

46<br />

18. Juf <strong>van</strong> der Kamp<br />

19. Marrie Solleveld<br />

20. Jan Keizer<br />

21. Arend Jan Schouten<br />

22. Hendrik Jan Borger<br />

23. Coba Schroten<br />

24. Aartje Vink<br />

25. ? Zwiep<br />

26. Dinie <strong>van</strong> Ankum<br />

27. Hennie Holsappel -<br />

Ruitenberg<br />

28. Dinie Schaarsbergen<br />

29. Geertje Bruins -<br />

Woestmaat<br />

30. Willie Pannen - Gerritsen<br />

31. Hennie Knotters<br />

32. Betsie Nijkamp<br />

33. Gerrie Bremmer<br />

34. Jennie Zielman<br />

47<br />

14<br />

48<br />

34 35<br />

35. Marietje Kleinlugtenbeld -<br />

Woestmaat<br />

36. Tonnie <strong>van</strong> Veen<br />

37. Henk Schouten<br />

38. Jan Zielman<br />

39. Johan Woestmaat<br />

40. Jan Tinus Hendriks<br />

41. Herman Knotters<br />

42. Henk Everts<br />

43. Klaske Bremmer<br />

44. Wim Kleinlugtenbeld<br />

45. Berta <strong>van</strong> Eerbeek -<br />

Kleinlugtenbeld<br />

46. Hermien Seinen<br />

47. Gerrie Nijboer - Knopert<br />

48. Truus Oogjes - Knopert<br />

49. Jan Knopert<br />

50. Mina Borger - Lindeboom<br />

51. Gerrit Jan Knotters<br />

RONDOM DALFSEN 42 887<br />

15<br />

49<br />

16 17<br />

50<br />

51<br />

18


In die periode hebben we met veel enthousiasme<br />

samen aan de school gewerkt<br />

en elkaar goed leren kennen.<br />

Aan deze periode en aan het gezin<br />

Vink (voor mijn komst was juist dochter<br />

Aartje geboren) denk ik met veel<br />

plezier terug. Nadat ik in 1960 was<br />

vertrokken, heeft het echtpaar de 12<br />

jaar tot het pensioen <strong>van</strong> de heer Vink<br />

in Ankum vol gemaakt.<br />

Vanaf het begin moest er gevochten<br />

worden voor de school. <strong>De</strong> heer Vink<br />

was als belijdend lidmaat <strong>van</strong> de Hervormde<br />

Kerk een vurig voorstander<br />

<strong>van</strong> openbaar onderwijs en als zodanig<br />

lid <strong>van</strong> de Vereniging voor Christelijke<br />

Onderwijzers bij het Openbaar<br />

Onderwijs. Dat kwam goed uit, want<br />

veel gezinnen kozen wel voor openbaar<br />

onderwijs, maar waren tevens<br />

kerkelijk, zodat de leerlingen ’s zondags<br />

grotendeels de zondagsschool<br />

bezochten, eveneens geleid door het<br />

echtpaar Vink.<br />

Het geringe aantal leerlingen en de<br />

achterstandspositie maakten het werken<br />

niet altijd gemakkelijk. Bij ieder<br />

bezoek <strong>van</strong> de inspecteur wist de heer<br />

Vink deze te bewegen bij de gemeente<br />

te pleiten voor verbeteringen ten aanzien<br />

<strong>van</strong> banken, kaarten, schilderwerk<br />

enzovoort. Ondanks die verbeteringen<br />

was de school eigenlijk<br />

hoognodig aan vernieuwing toe. Er<br />

waren al plannen in 1950. Toen ik solliciteerde<br />

werd me dat verteld, maar<br />

10 jaar later, net nadat ik was vertrokken,<br />

werd begonnen met de bouw<br />

<strong>van</strong> het nieuwe schoolgebouw, zodat<br />

ik de ingebruikname niet kon meemaken.<br />

Gelukkig heeft de familie<br />

Vink hier nog <strong>van</strong> kunnen genieten,<br />

evenals <strong>van</strong> de nieuwe onderwijzerswoning.<br />

In slechte en goede tijden, de tien jaren<br />

die ik in Ankum was en ook<br />

daarna, was de schoolgemeenschap<br />

onder leiding <strong>van</strong> de heer Vink een<br />

centrum <strong>van</strong> activiteiten, waarbij hij<br />

en zijn vrouw, ouders en leerlingen<br />

samenwerkten.<br />

Wat het lesgeven betreft leefden we in<br />

1950 op de grens <strong>van</strong> de intredende<br />

onderwijsvernieuwing. Zo werd nog<br />

veel aandacht besteed aan schoonschrijven,<br />

hoofdrekenen, zuiver<br />

schrijven en stellen en het niet projectmatige<br />

onderwijs in aardrijkskunde<br />

en geschiedenis. Tafels werden<br />

nog klassikaal opgedreund, er werd<br />

nog schuinschrift onderwezen,<br />

wandkaarten en platen hingen nog<br />

aan de muren ter lering en vermaak.<br />

Maar jaarlijks in de herfst ontstond in<br />

Ankum één heel groot project rond<br />

het sinterklaasfeest. Het schoolgebouw<br />

was voor het eigenlijke feest te<br />

klein, zodat werd uitgeweken naar<br />

een zaaltje in “Het Roode Hert” bij<br />

Massier. Veel lessen stonden in het<br />

teken <strong>van</strong> de voorbereidingen, want<br />

een bezoek <strong>van</strong> Sinterklaas werd gekoppeld<br />

aan een grote toneelavond,<br />

waaraan zowel de lagere als de hoogste<br />

klassen een bijdrage leverden.<br />

Stukken moesten worden ingestudeerd<br />

en in de maand december werden<br />

door de leerlingen schitterende,<br />

in schoonschrift geschreven verslagen<br />

gemaakt <strong>van</strong> deze activiteiten.<br />

Het zou me niet verbazen als hier of<br />

daar nog zo’n verslag bewaard gebleven<br />

is.<br />

Ook aan de jaarlijkse schoolreis werd<br />

in de lessen uitgebreid aandacht besteed.<br />

Alle leerlingen gingen mee, samen<br />

met belangstellende ouders en<br />

888 RONDOM DALFSEN 42<br />

▼<br />

Korfballen op het schoolplein.<br />

▼<br />

Meester Vink december 1961.<br />

dat waren er heel wat. <strong>De</strong> leerlingen<br />

maakten verslagen en tekeningen.<br />

Handenarbeid en andere bezigheden<br />

deden in die tijd hun intrede in de<br />

school. Het was vooral mevrouw (juffrouw)<br />

Vink die haar talenten hier ten<br />

dienste <strong>van</strong> de school inzette. Jaren<br />

lang had zij een leerlingenkoor in Ankum,<br />

waarmee ook werd gevolksdanst.


Vooral de volksdansgroep trad regelmatig<br />

in Dalfsen op en nog zijn er<br />

leerlingen die daar met veel genoegen<br />

aan terugdenken.<br />

<strong>De</strong> heer Vink liet zijn leerlingen ook<br />

meeprofiteren <strong>van</strong> zijn tuinbouwakte<br />

en <strong>van</strong> zijn tuin. Vaak mochten ze helpen<br />

en zelf een stukje tuin bewerken,<br />

maar vooral mochten ze ook genieten<br />

<strong>van</strong> de rijke opbrengst <strong>van</strong> onder andere<br />

aardbeien en bramen, want de<br />

tuin leverde zoveel op, dat menig gezin<br />

en menige buur <strong>van</strong> de producten<br />

heeft genoten. Mevrouw Vink zal dat<br />

wel fijn hebben gevonden, want het<br />

was ’s zomers bijna haar levenswerk<br />

om jam en sappen te produceren,<br />

soms meer dan ze aankon en zeker<br />

meer dan het gezin zelf kon consumeren.<br />

Hoewel de accommodatie nul<br />

komma nul was waren we op het gebied<br />

<strong>van</strong> sport best actief, de heer<br />

Vink vooral wat korfbal betreft, één<br />

<strong>van</strong> het geringe aantal sporten dat<br />

Kerststal getekend door<br />

W.A.C.J. Clifford<br />

▼<br />

nog min of meer mogelijk was. Toen<br />

er een grasveldje beschikbaar kwam<br />

naast de onderwijzerswoning kon er<br />

ook gevoetbald worden, al waren de<br />

leeftijden in het elftal wel heel gevarieerd<br />

in verband met het lage aantal<br />

leerlingen.<br />

Dit aantal was trouwens een voortdurende<br />

bron <strong>van</strong> zorg. Volgens mij<br />

schommelde het vaak tussen de 30 en<br />

40. Maar toen in huize Gerner een<br />

kindertehuis werd gevestigd, steeg<br />

het aantal leerlingen en op een foto<br />

uit 1956 blijkt dat er aanmerkelijk<br />

meer leerlingen waren. Ze hebben<br />

ongetwijfeld prettige herinneringen<br />

overgehouden aan hun schooltijd in<br />

Ankum.<br />

Een apart hoofdstuk is de zondagsschool.<br />

In 1972 waren de heer en mevrouw<br />

Vink 25 jaar verbonden aan de<br />

Nederlandse Zondagsschoolvereniging.<br />

<strong>De</strong> jaren in Ankum betekenden<br />

naast het gewone onderwijzerswerk<br />

ook nog een onderwijsrol op zondag.<br />

Ik herinner me nog de voorbereidingen<br />

daar<strong>van</strong>, want het werk beperkte<br />

zich niet tot dat zondagsschooluurtje.<br />

Een hoogtepunt hierbij was het kerstfeest,<br />

dat jaren werd gevierd tussen<br />

de koeien op de boerderij <strong>van</strong> Kasper<br />

(Hofwijk). In de stal werd het kerste<strong>van</strong>gelie<br />

gelezen, er werd een kerstverhaal<br />

verteld en er werden natuurlijk<br />

kerstliederen gezongen. In de<br />

pauze was er chocolademelk met een<br />

krentenbol. Men verliet de boerderij<br />

met een boekje <strong>van</strong> W.G. <strong>van</strong> der<br />

Hulst. Voldaan en onder de indruk<br />

<strong>van</strong> het feest ging men in de donkere<br />

avond en soms in de sneeuw terug<br />

naar huis.<br />

Maar na de viering <strong>van</strong> zijn 25-jarige<br />

jubileum beëindigde het echtpaar de<br />

activiteiten voor de zondagsschool en<br />

kort daarna kwam er een einde aan<br />

een onderwijzersloopbaan.<br />

Foto’s: coll. Historische Kring<br />

RONDOM DALFSEN 42 889


<strong>De</strong> klomp een halve eeuw geleden<br />

A. Goutbeek<br />

Een paar kledingstukken die zo’n vijftig jaar geleden nauw verbonden waren met het leven op het<br />

platteland, waren de pet, de overall en de klomp. Het weer en de terreinomstandigheden gaven<br />

aanleiding tot de keus <strong>van</strong> deze praktische kledingstukken, in tegenstelling tot de omstandigheden<br />

in het dorp of in de stad. <strong>De</strong> herinnering aan de klomp wil ik in dit artikel even bij u oproepen en<br />

weer laten ‘voelen’.<br />

Al 800 jaar lang wist de mens het<br />

warme en droge hout te gebruiken als<br />

bescherming voor de voeten tegen<br />

vocht en harde en scherpe voorwerpen,<br />

waarmee de wegen geplaveid<br />

waren. Zodra men kon lopen werden<br />

er al <strong>van</strong> deze houten ‘levensgezellen’<br />

om de voeten geschoven. Voor peuters<br />

waren dat de zogenaamde dopjes,<br />

waarin een voetmaat paste <strong>van</strong> 12<br />

tot 15,5 cm inclusief het sokje. <strong>De</strong> maten<br />

16 tot en met 20 cm binnenwerks<br />

werden de halven genoemd; daarop<br />

volgden de drielingen in de maten 21<br />

tot en met 23,5 cm. <strong>De</strong> vrouwenmaat<br />

overspande 24 tot 26,5 cm inclusief de<br />

gebreide sokken. <strong>De</strong> zogenaamde<br />

mansmaten spanden de kroon met 27<br />

tot 31 cm voetlengte.<br />

Omdat elke klompenmakerij zijn eigen<br />

pasvorm had, werden de klom-<br />

pen <strong>van</strong> verschillende klompenmakerijen<br />

betrokken, om zoveel mogelijk<br />

voeten <strong>van</strong> de juiste pasvorm te kunnen<br />

voorzien. <strong>De</strong> klompen met de gemakkelijkste<br />

pasvorm kwamen <strong>van</strong><br />

de Firma A.J. Veldhoen & Zonen uit<br />

Twello, de Firma <strong>van</strong> Olst uit Wezep<br />

en <strong>van</strong> de Gebr. <strong>van</strong> Vilsteren uit<br />

Zwollerkerspel.<br />

Toch waren er mensen met afwijkende<br />

voetvormen, waarvoor klompen<br />

werden betrokken <strong>van</strong> firma’s uit<br />

Hengelo, Ommen, Vorden, Enter en<br />

Hattem. Het leeuwendeel <strong>van</strong> deze<br />

klompen werd gemaakt <strong>van</strong> peppelhout,<br />

hout <strong>van</strong> de populier. Dit was<br />

een waterdichte niet te zware houtsoort.<br />

Soms werden ze <strong>van</strong> het taaiere<br />

en meer slijtagebestendige wilgenhout<br />

gemaakt; ze waren ook beter<br />

waterdicht, maar daarentegen zwaar-<br />

890 RONDOM DALFSEN 42<br />

▼ ▼<br />

Inkoopprijslijst 1946.<br />

Ab Goutbeek op zijn “halfjes” (1943).<br />

der aan de voet. <strong>De</strong> meest gebruikte<br />

klomp was de hoge klomp, maar<br />

soms had men zo’n hoge wreef, dat<br />

bij het passen voor de lengte de<br />

klomp ter plekke met een mes bijgewerkt<br />

moest worden. Van de onderkant<br />

<strong>van</strong> de kap <strong>van</strong> de klomp werd<br />

hout afgesneden om zodoende de instap<br />

te vergemakkelijken. Men kon<br />

ook nog kiezen uit modellen met<br />

ronde of spitse neuzen. Ook kende<br />

men de lage klomp, de zogenaamde<br />

trip- of leertjesklomp, die maar een<br />

half kapje halverwege over de voet


had. <strong>De</strong> kap over de wreef werd ver<strong>van</strong>gen<br />

door een leertje <strong>van</strong> ± 2 cm<br />

breed. Dit werd met twee korte dikke<br />

spijkers met platte brede kop vastgezet<br />

op de zijkant <strong>van</strong> de klomp bij de<br />

zool. Het was een prettig te dragen<br />

lichte klomp en de pasvorm kon met<br />

het leertje bijgesteld worden, vooral<br />

voor mensen met een kleine smalle<br />

voet of een hoge wreef. Daarom werden<br />

er 2 leertjes en 4 spijkers los bijgeleverd.<br />

Wanneer echter tijdens hard<br />

lopen de spijker en het leertje losschoten,<br />

drukte de rand <strong>van</strong> het korte<br />

kapje scherp op de voet, wat erg pijnlijk<br />

was. <strong>De</strong> klompen waren steeds als<br />

paar aan elkaar gebonden door middel<br />

<strong>van</strong> een touwtje, dat door een<br />

gaatje gestoken werd, dat zich ± 2 cm<br />

onder de binnenrand <strong>van</strong> elke klomp<br />

bevond. Vanuit de klompenmakerij<br />

waren steeds 10 paar tot één bos samengebonden<br />

met een touw en twee<br />

vierkante houtjes <strong>van</strong> ± 20 cm lang.<br />

In de oorlogsjaren moest men een<br />

vergunning hebben om klompen te<br />

kunnen verkopen. Ook het kopen <strong>van</strong><br />

klompen was aan regels gebonden. Er<br />

was een distributiesysteem met bonnen,<br />

zodat ieder op zijn tijd een paar<br />

klompen kon kopen. <strong>De</strong> winkelier<br />

kon door inleveren <strong>van</strong> deze bonnen<br />

weer toewijzingen krijgen <strong>van</strong> het<br />

distributiekantoor voor nieuwe inkopen.<br />

Dit ging ook nog een tijdje door<br />

na de oorlog.<br />

Het telefoonverkeer was destijds nog<br />

beperkt. Men kon alleen schriftelijk<br />

bestellen. Daarop werd echter traag<br />

gereageerd, omdat men de vraag niet<br />

aankon. Het was nog beter per bakfiets<br />

<strong>van</strong> Dalfsen naar de leverancier<br />

in Twello bij <strong>De</strong>venter te rijden om de<br />

bestelling op te halen. Dit gaf het<br />

beste resultaat. <strong>De</strong> inkoopprijs <strong>van</strong><br />

een paar klompen, bijvoorbeeld maat<br />

27, was in de oorlogsjaren ƒ 0,80.<br />

Hiervoor kreeg men een paar witte,<br />

dat wil zeggen ongeschilderde, ongeschuurde<br />

klompen. Geschilderd<br />

kostten ze ƒ 0,15 per paar meer. In het<br />

begin schilderden we ze zelf en als<br />

achtjarige zoon moest ik ook meehelpen.<br />

In het schuurtje stond een paal<br />

met een uitsparing erin, waartegen<br />

de klomp klem gedrukt werd. Omdat<br />

de schuurband met beide handen<br />

over de klomp getrokken moest worden,<br />

moest je de klomp klem zetten in<br />

het kuiltje net onder je borstbeen en<br />

de uitsparing in de paal. Als soms de<br />

klomp dan losschoot was dat erg onaangenaam.<br />

Daarna werden ze gegrondverfd,<br />

gedroogd, weer geverfd,<br />

geschuurd en werden er zwarte lijnen<br />

op gezet met een zware verchroomde<br />

pen met een wieltje, dat zo groot was<br />

als een dubbeltje en gevuld met<br />

zwarte lak. Vervolgens moest alles<br />

drogen en daarna werden er met<br />

bruine verf door middel <strong>van</strong> de vingertop<br />

schubsgewijs rondjes en vlakjes<br />

op aangebracht. Ook werden de<br />

damesklompen wel eens <strong>van</strong> plakplaatjes<br />

met bloemen of iets dergelijks<br />

voorzien. Tot slot werden de klompen<br />

dan gelakt met vernis. Dit alles gebeurde<br />

voor een prijs <strong>van</strong> 7 1 /2 cent<br />

per klomp inclusief de verf. <strong>De</strong> verkoopprijs<br />

<strong>van</strong> een paar geschilderde<br />

klompen kwam op ƒ 1,74 en een blank<br />

paar op ƒ 1,49.<br />

Elke dag <strong>van</strong> de week werden de<br />

klompen gedragen, behalve op zon-<br />

▼ ▼<br />

Trip- of leertjesklomp.<br />

Bos klompen.<br />

dag, wanneer de schoenen tevoorschijn<br />

gehaald werden voor de kerkgang.<br />

Ook naar school had iedereen<br />

klompen aan. Wanneer je het fluitje<br />

<strong>van</strong> de meester hoorde, moest je in de<br />

rij gaan staan en werd je klas voor<br />

klas in ’t gelid naar binnen gelaten. Ieder<br />

kind hing z’n jas en broodzak aan<br />

de kapstok, voorzien <strong>van</strong> een nummer<br />

met daaronder je klompen. Door<br />

belhamels werden ze soms verwisseld.<br />

In de klas liep je op kousenvoeten.<br />

’s Winters wanneer er sneeuw<br />

lag, konden klompen nogal eens pijn<br />

veroorzaken; <strong>van</strong> laarzen kon je alleen<br />

maar dromen. Sneeuw plakt<br />

sterk aan klompen en in de kortst mogelijke<br />

tijd werd het lopen onmogelijk.<br />

Bij elk paaltje of boom was je genoodzaakt<br />

je klompen te ontdoen <strong>van</strong><br />

hoge ronde bonken sneeuw om niet je<br />

enkels te verzwikken. Om je voeten in<br />

de winter warm te houden vlocht je<br />

een stromatje, een wis, om in je klompen<br />

te leggen. In het voorjaar, wanneer<br />

je kievitseieren ging zoeken,<br />

moest je vaak op je tenen lopen <strong>van</strong>-<br />

RONDOM DALFSEN 42 891


wege alle plassen die er in het weiland<br />

lagen. <strong>De</strong>ed je dat niet, dan liep<br />

het water naar binnen door de gaatjes<br />

die in de zijkant <strong>van</strong> de klompen<br />

zaten. Dan moest je op zoek naar dor<br />

gras om eerst je klompen droog te maken<br />

en ze daarna voorzien <strong>van</strong> een<br />

laagje gras om je kousen droog te krijgen.<br />

Als je klompen in de zomer versleten<br />

waren en er een gat in zat werd<br />

er uit zuinigheid een kartonnen zooltje<br />

ingelegd. Afgesleten klompen liepen<br />

zo heerlijk licht en zaten zo prettig,<br />

omdat ze helemaal naar je voeten<br />

waren gaan staan. Later kwam de<br />

klompsok in gebruik. Dit was een<br />

zwart leren slof, die pijnlijk strak om<br />

je voet moest passen, omdat hij nog<br />

uitliep en dat werd dan in de klomp<br />

geperst. <strong>De</strong> eerste tijd was dat verre<br />

<strong>van</strong> prettig door alle stikzomen in dat<br />

stugge leer, maar na verloop <strong>van</strong> tijd<br />

was dat gestroomlijnd en heerlijk<br />

warm. Ook werden uit zuinigheid de<br />

klompen gebald. Er werd dan een<br />

stuk rubber onder gespijkerd <strong>van</strong> een<br />

autoband of iets dergelijks om slijtage<br />

te voorkomen. Soms brak je letterlijk<br />

de klomp, plotseling barstte dan de<br />

kap eraf, waarna er provisorisch een<br />

touwtje om gebonden werd om die<br />

dag alles op z’n plaats te houden. Later<br />

werd hij gerepareerd door de neus<br />

met een spijkertje vast te zetten. Vervolgens<br />

werd er een ondiep gleufje<br />

gezaagd, terwijl aan beide zijden bij<br />

de zool een paar spijkertjes geslagen<br />

werden, waarna met een strak gespannen<br />

ijzerdraadje de delen weer<br />

aan elkaar werden getrokken. Ook<br />

gebruikte men wel brede ijzeren<br />

bandjes <strong>van</strong> 1 of 2 cm, waaruit<br />

scherpe driehoekjes waren gestanst,<br />

die men dan over de klomp vastsloeg.<br />

<strong>De</strong> klomp werd verder gebruikt als<br />

slag- of gooiwapen. Menige ruzie is<br />

ermee beslecht. Verder werd de<br />

klomp in diverse figuurlijke betekenissen<br />

gebruikt zoals:<br />

• nu breekt mijn klomp: ik sta<br />

perplex (de klomp is <strong>van</strong><br />

schrik gebarsten)<br />

• dat kun je op je klompen<br />

aanvoelen: dat ligt voor de hand<br />

• met de klompen op het ijs komen<br />

of niet goed beslagen ten ijs komen:<br />

onvoorbereid of onvoorzichtig<br />

handelen<br />

• op zijn klomp spelen:<br />

driftig worden, uitvaren<br />

• op een klomp en een schoen<br />

aankomen: berooid en arm je<br />

ergens vestigen.<br />

892 RONDOM DALFSEN 42<br />

Het mooiste <strong>van</strong> een oude klomp was<br />

echter dat je er een bootje <strong>van</strong> kon maken<br />

door de kap eraf te slaan en er een<br />

mast en een zeiltje op te maken. Zo<br />

kon je een hele middag in een boerensloot<br />

bezig zijn om ten slotte met water<br />

in de klompen thuis te komen.<br />

Foto’s, tekeningen en illustraties:<br />

coll. A. Goutbeek.<br />

▼ ▼<br />

▼<br />

Klomp met strowis.<br />

Hieronder:<br />

Klomp gerepareerd met een ijzeren draadje<br />

Geheel onder:<br />

Klomp gerepareerd met een ijzeren bandje


Opnieuw in beeld<br />

▼<br />

Openbare Lagere School Ankum ± 1948<br />

Foto: Coll. Historische Kring<br />

1. Aaltje Snel<br />

2. Eef Schutte<br />

3. Gerrit Willem <strong>van</strong> de<br />

Velde Harsenhorst<br />

4. Herman Westerhof<br />

5. Gerrit Jan Everts<br />

6. Gerrit Willem Keizer<br />

7. Jan <strong>van</strong> de Kamp<br />

8. Bertus Kleinlugtenbeld<br />

9. Jennie Jonkman -<br />

<strong>van</strong> Eerbeek<br />

10. Annie Bremmer<br />

11. Meester Jan Vink<br />

12. Hendrikje <strong>van</strong> de<br />

Velde Harsenhorst<br />

13. Gerrie Ruitenberg<br />

14. Henna <strong>van</strong> Ankum<br />

15. Hennie Schrijver<br />

16. Juffrouw <strong>van</strong> der Voort<br />

17. Hennie Konstapel -<br />

Kleinlugtenbeld<br />

18. Jan Bos<br />

19. Albert Jan <strong>van</strong> Ankum<br />

18<br />

27<br />

1<br />

19<br />

28<br />

2<br />

9<br />

20<br />

20. Jan Borger<br />

21. Annie Ponsteen -<br />

Onderdijk<br />

22. Stien Pannen -<br />

Kleinlugtenbeld<br />

23. Jentje Knotters<br />

24. Berta Everts<br />

25. Jennie Westerhof<br />

26. Corrie Westerhof<br />

3 4<br />

11 5<br />

29<br />

10<br />

6 7 8<br />

12<br />

27. Marten <strong>van</strong> Veen<br />

28. Marten Mulder<br />

29. <strong>De</strong>rk Schuurman<br />

30. Diderik <strong>van</strong> de<br />

Velde Harsenhorst<br />

31. Hendrik Jan Knotters<br />

32. Gerrit Jan <strong>van</strong> de Kolk<br />

33. Thijs Knotters<br />

34. Jan Kleinlugtenbeld<br />

RONDOM DALFSEN 42 893<br />

13<br />

21 22 23 24<br />

30<br />

31<br />

32<br />

14<br />

33<br />

15<br />

16<br />

25 26<br />

34<br />

17


Verleden en heden<br />

▲ <strong>De</strong> Schoolstraat voor 1950 (naar het noordoosten gezien)<br />

Foto: coll. Historische Kring<br />

Schoolstraat<br />

894 RONDOM DALFSEN 42<br />

▼ <strong>De</strong> Schoolstraat 2001<br />

Foto: coll. Historische Kring

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!