LESMAP Indios no Brasil - KMKG

LESMAP Indios no Brasil - KMKG LESMAP Indios no Brasil - KMKG

18.09.2013 Views

de bereiding van maniok Meestal plant men bittere maniok omdat die de meeste voedingswaarde heeft, maar het sap van deze soort is zeer giftig. Om de wortel eetbaar te maken, moet hij worden gewassen, geschild en geraspt. Wat overblijft, is een puree die vervolgens door een tipiti*, een lange koker in riet, geduwd wordt. Eenmaal het gif verwijderd is, kan men er soep, saus, koeken (cassava), bloem (couac) of bier (cachiri) van maken. de jacht De Matis vertellen dat een van hen lang geleden zag hoe een harpij zijn klauwen in een bepaalde liaan zette voor hij zijn prooi aanviel. Wanneer de roofvogel zijn slachtoffer dan greep, stierf dat onmiddellijk. Zo leerde de koning van de vogels de mensen het gebruik van curare*. Mannen moeten jagen om de gemeenschap van eten te voorzien, maar ook van allerlei materialen. Zo worden veren, huiden, tanden, klauwen en botten verzameld. De Braziliaanse indianen gebruiken vooral pijl en boog. Die boog kan rond of ovaal zijn, er hol of net bol uitzien. De vorm van het wapen verraadt de identiteit van de jager. Afhankelijk van het dier dat je wilt vangen, gebruik je een ander soort pijl: pijlpunten in been of bamboe voor het jagen van klein en groot wild, stompe pijlpunten om vogels te vangen zonder hun verenkleed te beschadigen. Groepen die in het westen en noordwesten van het Amazonegebied wonen, zoals de Yanomami, gebruiken een blaaspijp. Deze houten koker van 2 tot 4 m lang is het ideale instrument om apen en vogels mee te vangen omdat dit geruisloos gebeurt. De Yanomami strijken hun pijltjes in met curare, een dodelijk gif uit verschillende lianen, dat kleine dieren onmiddellijk verdooft en doodt. De indianen onderhouden zeer nauwe banden met de dieren van het woud. Om de geesten te vriend te houden, jagen ze slechts het aantal dieren nodig om te overleven. > Wajãpi-indiaan schiet met pijl en boog © Mário Vilela de visvangst De Kayapó vertellen dat er lang geleden geen vissen in de rivieren leefden. In die tijd woonde er in het Kayapódorp een mooie jongeman die alle vrouwen van de groep verleidde. De andere mannen waren jaloers en vroegen aan de magiër om een vloek uit te spreken over de jongeling. De magiër was zeer machtig en veranderde de jongen in een tapir. Tijdens een jachtpartij doodden de mannen de tapir en boden het dier de vrouwen te eten aan. Verontrust 26 omdat ze de jongeman al een tijdje niet meer gezien hadden, vroegen ze de jagers net zolang uit tot ze de waarheid achterhaalden. Daarop gaven de vrouwen hun eten weer over en beschilderden hun lichaam met traditionele tekeningen. Ze dansten naar de rivier en gooiden zich erin. Toen ze het water raakten, veranderden ze in allerlei soorten vis. Hun schubben vertoonden de schilderingen die ze voordien op hun lichaam aangebracht hadden. Enkele wanhopige mannen probeerden de vrouwen nog te redden en sprongen ook in het water. Zij veranderden in roggen en sidderalen.

Omdat vis een goede bron van eiwitten is, loont de visvangst meer dan de jacht. Er zijn verschillende vistechnieken: visnetten en fuiken voor kleine vissen, pijl en boog en vishaken voor middelgrote exemplaren en harpoenen voor grote vissen. Soms wordt vergif gebruikt: men slaat met stukken liaan, timbo*, op het water om het giftige sap van de planten vrij te geven. Het water krijgt een melkachtige kleur en het zuurstofgehalte in de rivier daalt zodat de vissen stikken en komen bovendrijven. Het teveel aan vis of vlees wordt gerookt op een rooster van jong hout en bewaard. > Ingarikófuik © Denise Andrade het verzamelen Het verzamelen van zaden, vruchten, kleine dieren, insecten, larven en ander lekkers uit het woud is van levensbelang voor het dorp en wordt zowel door mannen als vrouwen gedaan. Ook bouwmateriaal, zoals hout en palmvezels, en materiaal voor het maken van gebruiksvoorwerpen worden uit het woud gehaald. Men maakt er huizen en bootjes van, maar ook wapens, textiel en vlechtwerk. Alle volkeren van het Amazonewoud zijn zeer bedreven in het maken van vlechtwerk. Er zijn talrijke technieken, vormen en versieringen mogelijk. Meestal zijn het de mannen die de stukken maken, maar de vrouwen die de spullen gebruiken. Sommige stukken vlechtwerk dienen als huisraad, om voedsel in te vervoeren en te bereiden of om de persoonlijke spullen van de familie in op te bergen. Andere worden gebruikt als sieraad of bepalen iemands identiteit. Om te vlechten gebruikt men plantaardig materiaal zoals hout, lianen, bladeren, stro, vezels, hars, zaden en riet. Soms wordt het voorwerp beschilderd met een plantaardige verf op basis van boomschors. De motieven die in de werkjes gevlochten worden, verraden de herkomst ervan. Meestal worden elementen uit de bovennatuurlijke wereld getoond. Zo weerspiegelen de manden van de Wayana het beschilderde lichaam van de mythische slang Tuluperê. > Ye’kuanamand © Denise Andrade > Aardewerken pot van de Asurini © Cesar Barreto. 27 Het aardewerk van de indianen is heel divers van vorm en decor en wordt zowel tijdens rites als in huis gebruikt. Het zijn de vrouwen die het maken. Hoe het precies gebeurt, wordt angstvallig geheim gehouden en alleen van moeder op dochter doorgegeven. De Asurini uit Xingu maken potten door ‘worstjes’ klei in elkaar te draaien tot het stuk de gewenste vorm heeft. Nadat de buitenkant glad werd gemaakt, wordt het voorwerp gebakken. Daarna kleuren de vrouwen de potten geel met gestampt pigment; met rode en zwarte pigmenten brengen ze geometrische patronen aan met een stukje katoen of met een veer van een wilde kalkoen. Deze tekeningen

de bereiding van maniok<br />

Meestal plant men bittere maniok<br />

omdat die de meeste voedingswaarde<br />

heeft, maar het sap van deze soort is<br />

zeer giftig. Om de wortel eetbaar te<br />

maken, moet hij worden gewassen,<br />

geschild en geraspt. Wat overblijft,<br />

is een puree die vervolgens door een<br />

tipiti*, een lange koker in riet, geduwd<br />

wordt. Eenmaal het gif verwijderd<br />

is, kan men er soep, saus, koeken<br />

(cassava), bloem (couac) of bier<br />

(cachiri) van maken.<br />

de jacht<br />

De Matis vertellen dat een van hen lang<br />

geleden zag hoe een harpij zijn klauwen<br />

in een bepaalde liaan zette voor hij zijn<br />

prooi aanviel. Wanneer de roofvogel<br />

zijn slachtoffer dan greep, stierf dat<br />

onmiddellijk. Zo leerde de koning van<br />

de vogels de mensen het gebruik van<br />

curare*.<br />

Mannen moeten jagen om de<br />

gemeenschap van eten te voorzien, maar<br />

ook van allerlei materialen. Zo worden<br />

veren, huiden, tanden, klauwen en botten<br />

verzameld. De Braziliaanse indianen<br />

gebruiken vooral pijl en boog. Die boog<br />

kan rond of ovaal zijn, er hol of net bol<br />

uitzien. De vorm van het wapen verraadt<br />

de identiteit van de jager.<br />

Afhankelijk van het dier dat je wilt<br />

vangen, gebruik je een ander soort pijl:<br />

pijlpunten in been of bamboe voor het<br />

jagen van klein en groot wild, stompe<br />

pijlpunten om vogels te vangen zonder<br />

hun verenkleed te beschadigen.<br />

Groepen die in het westen en<br />

<strong>no</strong>ordwesten van het Amazonegebied<br />

wonen, zoals de Ya<strong>no</strong>mami, gebruiken<br />

een blaaspijp. Deze houten koker van 2<br />

tot 4 m lang is het ideale instrument om<br />

apen en vogels mee te vangen omdat dit<br />

geruisloos gebeurt. De Ya<strong>no</strong>mami strijken<br />

hun pijltjes in met curare, een dodelijk gif<br />

uit verschillende lianen, dat kleine dieren<br />

onmiddellijk verdooft en doodt.<br />

De indianen onderhouden zeer nauwe<br />

banden met de dieren van het woud. Om<br />

de geesten te vriend te houden, jagen<br />

ze slechts het aantal dieren <strong>no</strong>dig om te<br />

overleven.<br />

> Wajãpi-indiaan schiet met pijl en boog<br />

© Mário Vilela<br />

de visvangst<br />

De Kayapó vertellen dat er lang geleden<br />

geen vissen in de rivieren leefden. In<br />

die tijd woonde er in het Kayapódorp<br />

een mooie jongeman die alle vrouwen<br />

van de groep verleidde. De andere<br />

mannen waren jaloers en vroegen aan<br />

de magiër om een vloek uit te spreken<br />

over de jongeling. De magiër was zeer<br />

machtig en veranderde de jongen in een<br />

tapir. Tijdens een jachtpartij doodden<br />

de mannen de tapir en boden het dier<br />

de vrouwen te eten aan. Verontrust<br />

26<br />

omdat ze de jongeman al een tijdje<br />

niet meer gezien hadden, vroegen<br />

ze de jagers net zolang uit tot ze de<br />

waarheid achterhaalden. Daarop<br />

gaven de vrouwen hun eten weer over<br />

en beschilderden hun lichaam met<br />

traditionele tekeningen. Ze dansten<br />

naar de rivier en gooiden zich erin. Toen<br />

ze het water raakten, veranderden ze<br />

in allerlei soorten vis. Hun schubben<br />

vertoonden de schilderingen die ze<br />

voordien op hun lichaam aangebracht<br />

hadden. Enkele wanhopige mannen<br />

probeerden de vrouwen <strong>no</strong>g te redden<br />

en sprongen ook in het water. Zij<br />

veranderden in roggen en sidderalen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!