Bijlage 2 Archeologisch onderzoek RAAP-notitie 3677

R A A P Archeologisch Adviesbureau 

datum: 25 januari 2011 

onskenmerk: 15782VOVB071280.doc 

behandeld door: Mevr. J.G. van de Laar 

uw brief van: 09-11-2010 

uw reference: n.v.t. 

bijlage(n): 2 

betreft: Verkennend archeologisch booronderzoek 

t.b.v. project herstel Voorsterbeek, gem. 

Voorst 

Geachte heer Neuteboom Spijker, 

Waterschap Veluwe 

de heer R.M.C.L. Neuteboom Spijker 

Postbus 4142 

7320 AC Apeldoorn 

Hierbij hebben wij het genoegen u drie exemplaren van de RAAP notitie 3677, Plangebied Voorster 

beek, gemeente Voorst; archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldondrzoek (verken 

nend booronderzoek) aan te bieden. 

Indien u op- en/of aanmerkingen op deze rapportage heeft, wordt u verzocht hierover binnen twee 

weken contact op te nemen met de projectleider van dit onderzoek, de heer ir. E.H. Boshoven. 

In het geval dat wij binnen deze periode niets van u vernemen, gaan wij ervan uit dat het onderzoek 

met de huidige rapportage als afgerond beschouwd kan worden. 

Conform onze Algemene Voorwaarden is hierbij de eindfactuur van dit project bijgevoegd. Wij 

verzoeken u vriendelijk er zorg voor te dragen dat dit bedrag binnen 30 dagen op onze rekening 

wordt bijgeschreven. 

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geTnformeerd. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u 

natuurlijk te aljen tijde contact met ons opnemen. 

n groet 

;- 

^vSvTr^ de L 

vafl 

Secretarial t 

Bijlagen Notitie 3677(3 ex.) 

RAAP Hoofdkantoor 

Leeuwenveldseweg 5b 

1382LVWeesp 

Postbus 5069 

1380GBWeesp 

www.raap.nl 

Eindfactuur 

T 0294 491 500 

F 0294 491 519 

E raap@raap.nl 

KvK 34137810 

ING 4895648 

ABNAMRO 540269581 

RAAP Noord-Nederland 

De Kiel 11 

9206 BG Drachlen 

T 0512 589 140 

F 0512 539 860 

E raapnnl@raap.nl 

RAAP Oost-Nederland 

POSlbuS 222 

7200 AE Zutphen 

T 0575 56 78 76 

F 0575 56 70 85 

E raaponl@raap.nl 

Nr 

Waterschap Veluwe 

26 JAN 2011 

RAAP Zuld-Nederland 

De S. Lohmanstraat 11 

6004 AM Weert 

T 0495 51 35 55 

F 0495 51 35 40 

E raapznl@raap.nl 

RAAP West-Nederland 

Postbus 4025 

2301 RA Leiden 

T071 576 81 18 

F 071 531 82 69 

E raapwnl@raap.nl 

5JO0 viw Chf,

RAAP-NOTITIE 3677 

Plangebied Voorsterbeek 

Gemeente Voorst 

Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend 

veldonderzoek (verkennend booronderzoek)

Colofon 

Opdrachtgever: Waterschap Veluwe 

Titel: Plangebied Voorsterbeek, gemeente Voorst; archeologisch vooronderzoek: een 

inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) 

Status: eindversie 

Datum: januari 2011 

Auteur: ir. E.H. Boshoven 

Projectcode: VOVB 

Bestandsnaam: N03677_VOVB 

Projectleider: ir. E.H. Boshoven 

Projectmedewerker: S. van der Veen Ma. 

ARCHlS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing 

ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing 

ARCHlS-onderzoeksmeldingsnummer; 44127 

Bewaarplaats documentatie: RAAP Oost-Nederland 

Autorisatie: drs. N.W. Willemse 

Bevoegd gezag: gemeente Voorst 

ISSN: 0925-6369 

RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. 

Leeuwenveldseweg 5b 

1382 LV Weesp 

Postbus 5069 

1380 GB Weesp 

telefoon: 0294-491 500 

telefax: 0294-491 519 

E-mail: raap@raap.nl 

© RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2011 

RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade 

voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. 

*

Plangebied Voorsterbeek, gemeente Voorst R A A P 

Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) • • 

Samenvatting 

In opdracht van Waterschap Veluwe heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in november 2010 

een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met geplande heraanleg 

van de Voorsterbeek in de gemeente Voorst. De basis voor het onderzoek vormde het door 

Jager in 2009 uitgevoerde bureauonderzoek. Doel van het veldonderzoek was het in kaart bren- 

gen van de ondergrond om zo de eerder opgestelde archeologische verwachting te verfijnen. Op 

basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen 

in het plangebied is vervolgens een advies met betrekking tot archeologisch vervolgonderzoek 

geformuleerd. 

Op basis van de onderzoeksresultaten (aanvullend bureauonderzoek en veldonderzoek) is vast- 

gesteld dat voor een groot deel van het plangebied geen dan wel een lage archeologische ver 

wachting geldt. Enkele zones kennen een middelmatige verwachting, terwijl voor een zone in het 

westelijk deel van deelgebied B een zeer hoge archeologische verwachting geldt op het aantref- 

fen van resten van de voormalige Nijenbeker watermolen. Ook aan de voormalige loop van de 

Voorsterbeek kan in de geulvullingen bijzondere archeologische resten als afvaldumps en houten 

constructies worden verwacht. 

Voor elk van de verwachtingszones is een advies geformuleerd, waarbij met name voor de loca- 

tie van de watermolen geadviseerd wordt geen bodemingrepen uit te voeren en deze locatie van- 

uit cultuurhistorisch oogpunt juist te versterken. 

RAAP-notitie 3677 / eindversie 25-01-2011 [3 ]



1 Inleiding 

1.1 Kader en doelstelling 

In opdracht van Waterschap Veluwe heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau op 24 november 

2010 een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met geplande bodemingrepen 

langs de Voorsterbeek te Voorst (gemeente Voorst). Dit onderzoek diende te worden uitgevoerd 

omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk 

aanwezige archeologische resten. Doel van het veldonderzoek was het in kaart brengen van de 

ondergrond om zo de eerder opgestelde archeologische verwachting (Jager, 2009) te verfijnen. 

Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingre 

pen is vervolgens in hoofdstuk 4 een advies geformuleerd met betrekking tot eventueel archeolo 

gisch vervolgonderzoek. 

1.2 Administratieve gegevens 

Het plangebied bevindt zich in de directe omgeving van de genormaliseerde Voorsterbeek te 

Voorst. In feite is het plangebied onder te verdelen in twee deelgebieden (figuur 1), te weten een 

deel ten westen van de Rijksstraatweg (deelgebied A) en een deelgebied ten oosten van de 

Rijksstraatweg (deelgebied B). Het gebied staat afgebeeld op kaartblad 33E van de topografi- 

sche kaart van Nederland (schaal 1:25.000). 

Gemeente: Voorst 

Plaats: Voorst 

Plangebied: Plangebied Voorsterbeek 

Centrumcoordinaten: 207.137/465.858 

ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing 

ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing 

ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 44127 

1.3 Huidige situatie 

Het plangebied is momenteel grotendeels agrarisch in gebruik. In het centrale deel van deelge 

bied B bevindt zich een vijver, dat wordt omgeven door bos. 

1.4 Toekomstige situatie 

Met het oog op waterberging in het gebied zal een nieuwe loop van de Voorsterbeek worden 

aangelegd. De exacte locatie en diepte van deze beek is in dit planstadium nog niet bekend. 



Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) t—I 

1.5 Onderzoeksopzet en richtlijnen 

Het onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek. Het veldonderzoek 

bestond uit een verkennend booronderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de normen van 

de archeologische beroepsgroep (zie artikel 24 van het Besluit archeologische monumenten- 

zorg). De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2), beheerd door de Stichting 

Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl), geldt in de praktijk als richt- 

snoer. RAAP beschikt over een opgravingsvergunning, verleend door de Minister van Onderwijs, 

Cultuur en Wetenschap. 

Zie tabel 1 voor de dateringen van de in dit rapport genoemde archeologische perioden. Achter 

in dit rapport is een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen. 

RAAP-notitie 3677 / eindversie 25-01 -2011 [5 ]


Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) ^j 

2 Bureauonderzoek 

2.1 Samenvatting bureauonderzoek 

Voor het plangebied is reeds een bureauonderzoek uitgevoerd (Jager, 2009). Dit bureauonder 

zoek besloeg een zone van 250 m aan weerszijden van de Voorsterbeek. Het resultaat betrof 

een archeologische verwachtingskaart (figuur 2). Voor het overgrote deel van het plangebied is 

een lage verwachting aangegeven, terwijl voor de meest zuidelijke randzone van deelgebied A 

een hoge archeologische verwachting gold. Voor enkele verspreid liggende zones in deelgebied 

B gold een middelmatige verwachting, terwijl het meest westelijke deel van deelgebied B een 

verhoogde kans heeft op het aantreffen van voorlopers van Boerderij De Adelaar. 

2.2 Aanvullend bureauonderzoek 

De resultaten van het veldonderzoek vormden aanleiding om een aanvullend bureauonderzoek te 

verrichten in de vorm van een historisch onderzoek naar de natuurlijke loop van Voorsterbeek. 

Hiertoe zijn historische kaarten geraadpleegd, waarbij de kadastrale minuutplans uit ca. 1832 de 

belangrijkste waren. Deze kaart (vier kaarbladen) is gegeorefereerd en vervolgens is de beek- 

loop gedigitaliseerd (figuur 3). De beekloop lag ten zuiden van de huidige gekanaliseerde 

Voorsterbeek en is gedeeltelijk nog in het huidige landschap aanwezig in de vorm van een sloot 

(figuur 6). 

Bij de analyse van de historische kaarten bleek ter hoogte van de boerderij De Adelaar een 

watermolen ter plaatse van de beek aanwezig, de Nijenbeker molen (figuur 4). De molen is ge- 

bouwd in 1597 en is gesloopt in 1935. Echter, op dezelfde locatie heeft enkele eeuwen eerder 

ook al een molen gestaan. De oudst bekende vermelding van de molen dateert uit 1296 en deze 

zou rond 1372 zijn verwoest tijdens gevechten tussen de Stichtse bisschoppelijke troepen en de 

Bronkhorsten (Hagens,1998). 




3 Veldonderzoek 

3.1 Methoden 

Het inventariserend veldonderzoek (IVO) bestond uit een booronderzoek verkennende fase. De 

boringen zijn in een extensief boorgrid (gemiddeld 1 boring per hectare) uitgevoerd om de ver- 

schillende zones van de archeologische verwachtingskaart beter te begrenzen. Tevens dienden 

de boorgegevens om een indruk te krijgen van de intactheid van het bodemprofiel. 

De locaties van de boringen zijn bepaald aan de hand van een visuele terreininspectie, waarbi 

gelet is op hoogtes, laagtes, maar waar tevens perceelsvormen en beplanting soms bepalend 

waren voor de locatie van de te verrichten boringen. 

Tijdens het veldonderzoek zijn 22 boringen verricht, verspreid over het plangebied (figuur 7) 

is geboord tot maximaal 3 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm en een guts- 

boor met een diameter van 3 cm. De boringen zijn lithologisch conform NEN 5104 (Nederlands 

Normalisatie-instituut, 1989) beschreven en met GPS ingemeten (x- en y-waarden). Van alle 

boringen is de hoogte bepaald aan de hand van het AHN. Gezien het verkennende karakter van 

het veldonderzoek zijn geen monsters genomen. 

3.2 Resultaten 

Geologie en bodem 

De bodemopbouw in het plangebied varieert sterk. De relatief hooggelegen gronden tonen een 

andere opbouw dan de laaggelegen gronden. De gronden in het westelijke deel van het plan 

gebied wijken qua bodemopbouw ook weer af van die in het oostelijke deel. 

De hooggelegen gronden 

Ter plekke van de boringen 1, 2, 4, 7, 8, 10, 21 dagzoomt het dekzand. Deze locaties zijn relatief 

hooggelegen. De gemiddeld bovenste 30 cm van het profiel heeft een matig humeus karakter en 

kan worden gezien als de bouwvoor. Hieronder bevindt zich de C-horizont van het dekzand, be- 

staande uit matig tot sterk siltig, matig fijn zand. Enkele boringen bevatten tussen de bouwvoor 

en de C-horizont nog een sterk vlekkerige laag, het resultaat van diepploegen. 

Het beekdal 

Een groot aantal boringen (3, 5, 6, 9, 11, 12, 13, 14 en 21) is uitgevoerd in een relatief laaggele 

gen gebied waar beekafzettingen in de ondergrond zijn aangetroffen al dan niet met dekzandaf- 

zettingen in de diepere ondergrond. De beekafzettingen hebben een heterogeen karakter, maar 

kenmerken zich over het algemeen door uiterst siltig, matig fijn tot matig grof zand, waarin en 

kele leemlagen aangetroffen kunnen worden. Tevens zijn plantenresten aanwezig. 



Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) u 

In boring zijn 5 zijn geulafzettingen van de Voorsterbeek aangetroffen, terwijl in boring 9 op een 

diepte tussen 130 en 180 cm -Mv een pakket sterk kleiig veen aanwezig is. 

Het Ussellandschap 

Boringen 16-20 en 22 zijn uitgevoerd in een zone met afzettingen van de Ussel. Ter plaatse van 

boring 18 zijn geulafzettingen aangetroffen van een voormalige Usselloop. De restgeul van deze 

loop is momenteel nog aanwezig in de vorm van een sloot (ten oosten van boring 18). Op grotere 

afstand van de restgeul zijn oeverafzettingen aangetroffen (boringen 16, 17, 19 en 20). In boring 

17 bevindt zich op een diepte van 140 tot 170 cm -Mv een pakket crevasseafzettingen. Derge- 

lijke afzettingen zijn ook in boring 16 aangetroffen (150 tot 170 cm -Mv), evenals in boring 20 (70 

tot 120 cm -Mv). 

Archeologie 

Het veldonderzoek had niet tot doel archeologische indicatoren op te sporen, maar op basis van 

de boorresultaten te kunnen komen tot een verfijning van het archeologische verwachtingsmodel. 

Op basis van de boorgegevens en de visuele inspectie van het plangebied is het plangebied in 

een aantal zones onder te verdelen (figuur 8), waaraan een bepaalde archeologische verwach 

ting kan worden gekoppeld (figuur 9). 

Dekzandruggen 

Aan de rand van deelgebied A bevindt zich een smalle strook van een dekzandrug. De bodem 

bestaat uit een A/C-profiel waarbij de bouwvoor een kleiig karakter heeft. Dit betekent dat de top 

van het bodemprofiel verstoord is. De kans op het aantreffen van dieper gelegen archeologische 

resten als grondsporen is niet uit te sluiten, vandaar dat aan deze zone een middelmatige ver 

wachting kan worden toegekend. 

Dekzandwelvingen 

In zowel deelgebied A als B liggen enkele zones met dekzandwelvingen. De bodem bestaat 

eveneens uit een AC-profiel waarbij de bouwvoor een kleiig karakter heeft. Dit betekent dat de 

top van het bodemprofiel verstoord is. Gezien de ligging van de dekzandwelvingen nabij de Voor 

sterbeek stonden deze zones relatief vaak onder water, en waren deze zones niet geschikt voor 

bewoning. Vandaar dat aan deze zone een lage verwachting kan worden toegekend 

Dekzandvlaktes 

In deelgebied B bevinden zich zones met dekzandvlaktes. De oostelijke vlaktes zijn afgedekt met 

een kleilaag afkomstig van een voormalige Usselloop. De vlaktes zijn relatief laaggelegen zones 

waar zich onder de bouwvoor direct de C-horizont bevindt (AC-profiel). Deze zones waren in het 

verleden niet geschikt voor bewoning en derhalve kan aan deze eenheid een lage archeologi 

sche verwachting worden toegekend. 




Beekdalbodem 

Zowel in deelgebied A en B bevindt zich aan weerszijden van de natuurlijke loop van de Voor 

sterbeek een zone dat kan worden gekarakteriseerd als beekdalbodem. Hoewel deze zones te 

nat waren voor bewoning zijn in dit gebied archeologisch interessante resten te verwachten. 

Hierbij moet men denken aan afvaldumps, depotvondsten, maar ook venige beekvullingen. 

Oeverwal van de Ussel en Restgeul 

In het oostelijke deel van deelgebied B bevinden zich twee zones met oeverwallen met een 

restgeul van een voormalige Usselloop. De exacte ouderdom van de loop is onbekend, maar is 

vermoedelijk in de Vroege Middeleeuwen te dateren (Cohen e.a., 2009). Op de oeverafzettingen 

is een verhoogde kans op het aantreffen van archeologische resten uit met name de Vroege 

Middeleeuwen, terwijl de vulling van de restgeul mogelijk meer duidelijkheid kan geven over de 

ouderdom van deze geul. Eveneens geldt voor de restgeul een verhoogde kans op het aantreffen 

van afvaldumps en ander watergerelateerde zaken. 

Locatie Nijenbeker watermolen 

Voor de locatie van de Nijenbeker watermolen, inclusief een buffer met straal van 25 m geldt een 

zeer hoge verwachting voor watermolens. Van de locatie is bekend dat er een watermolen heeft 

gestaan uit de 17e eeuw, welke in de Late Middeleeuwen een voorganger heeft gehad. Ter 

plaatse van deze zone zijn dan ook archeologische resten te verwachten die samenhangen met 

de watermolen, zoals de funderingen van het feitelijke gebouw, maar ook constructies die in de 

beek zijn aangelegd en functioneel samenhangen met de watermolen zelf. 

Reeds verstoorde gebieden 

Verspreid in het plangebied is een aantal zones aangeduid waar als gevolg van bodemversto- 

ringen geen archeologische verwachting geldt. Het betreft zones waar de bodem is afgegraven/ 

geegaliseerd, een zone waar een dekzandrug is vergraven om een laagte mee op te vullen, 

evenals de zone van de huidige gegraven loop van de Voorsterbeek en een vijver in het centrale 

deel van deelgebied B. 




4 Conclusies en aanbevelingen 

4.1 Conclusies 

Op basis van de onderzoeksresultaten wordt de tijdens het eerder verrichte bureauonderzoek 

opgestelde verwachting in grote lijnen bevestigd. Voor enkele zones geldt een hogere verwach 

ting dan tijdens het bureauonderzoek is opgesteld (waaronder de locatie van de Nijenbeker 

watermolen), terwijl voor andere zones de verwachting naar beneden is bijgesteld als gevolg van 

een reeds verstoord bodemprofiel dan wel recente ouderdom van de afzettingen. 

Bijzondere aandacht geldt voor de voormalige geul en oevers van de Voorsterbeek. Hoewel de 

archeologische verwachting op het aantreffen van nederzettingsterreinen nagenoeg is uitge- 

sloten, kunnen in deze zone bijzondere archeologische resten worden verwacht in de vorm van 

bijvoorbeeld afvaldumps en houten constructies. Tevens dient te worden geconcludeerd dat de 

locatie van de Nijenbeker watermolen niet alleen archeologisch van belang is, maar dat deze 

locatie, in samenhang met de ligging van de voormalige Voorsterbeek, vanuit cultuurhistorisch 

oogpunt van groot belang is. 

4.2 Aanbevelingen 

Op basis van de resultaten van dit onderzoek zijn aan de verschillende verwachtingszones (zie 

ook figuur 9) de volgende aanbevelingen te geven. 

Voor de zones zonder archeologische verwachting dan wel met een lage archeologische 

verwachting, waar de bodem verstoord is ofwel van geringe ouderdom is, wordt in het plangebied 

in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbe- 

volen. Deze zones kunnen archeologisch vrij worden gegeven. 

De zones met een lage archeologische verwachting met specifiek geulvullingen geldt dat bodem 

ingrepen dieper dan 30 cm -Mv vermeden dienen te worden. Indien bodemingrepen dieper dan 

30 cm -Mv plaatsvinden, dan dienen deze ingrepen archeologisch te worden begeleid. Archeolo 

gische begeleiding houdt in dat tijdens of direct voorafgaand aan de grondwerkzaamheden ar 

cheologische waarnemingen worden verricht. Dit betekent dat eventuele archeologische sporen 

worden gedocumenteerd zonder dat de werkzaamheden worden vertraagd. Een archeologische 

begeleiding behoort plaats te vinden op basis van een Programma van Eisen (PvE). Dit PvE 

dient voor aanvang van het onderzoek te worden opgesteld door een senior-archeoloog. De kos- 

ten voor het opstellen van een PvE wordt geschat op ca. € 1.300,- excl. BTW. De kosten van de 

uitvoering van de archeologische begeleiding is afhankelijk van de snelheid van het civieltech- 

nisch werk en is als zodanig niet op voorhand uit te rekenen. 

RAAP-notitie 3677 / eindversie 25-01-2011 [10]


Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) ^ j 

Voor zones met een middelmatige archeologische verwachting wordt aanbevolen om bij geplan- 

de bodemingrepen dieper dan 30 cm -Mv nader archeologisch onderzoek uit te voeren in de 

vorm van een karterend booronderzoek. Langs de voormalige Usselgeul zijn met name resten uit 

de Middeleeuwen en Nieuwe tijd te verwachten, terwijl in de overige zones resten uit alle perio- 

den te verwachten zijn. Doel van een dergelijk onderzoek is het opsporen van archeologische 

resten. De indicatieve kosten van een karterend booronderzoek in de zone langs de voormalige 

Usselgeul (boordichtheid 10 boringen per ha) bedragen ca. € 1.500,- excl. BTW per ha. Voor de 

andere zones met een middelmatige verwachting geldt een karterend booronderzoek met een 

dichtheid van 20 boringen per hectare. De indicatieve kosten van een dergelijk onderzoek bedra 

gen ca. € 2.500,- excl. BTW per ha. 

Voor de zone met een zeer hoge archeologische verwachting, de molenbiotoop van de Nijen 

beker watermolen, wordt geadviseerd geen bodemingrepen uit te voeren. De omgeving van de 

Nijenbeker watermolen bevindt zich in een cultuurhistorisch rijk gebied. Op historische kaarten 

zijn verschillende functionele elementen van een molenbiotoop te onderscheiden, zoals het 

molengebouw (met stuw en waterraderen), een (opgeleide?) aanvoerbeek en de molenkolk. De 

historische situatie is als gevolg van de normalisatie nu niet goed meer herkenbaar en de histori 

sche zeggingskracht laag. Op nationaal niveau zijn deze cultuurhistorische gebieden relatief 

zeldzaam. Nieuwe ontwikkelingen kunnen echter worden gebruikt om (primair) de resterende 

cultuurhistorische waarden in stand te houden dan wel te versterken. De cultuurhistorische 

aspecten van, in dit geval, de molenbiotoop, met name cultuurlandschappelijke, zijn dan leidend 

in de afweging. 

Molenbiotoop? 

De molenbiotoop is de omgeving van een molen, voor zover die van invloed is (was) op het 

functioneren van de molen als maalwerktuig en als monument. Het omringende natuurlijke 

landschap werd benut en waar nodig afgestemd op de watermolen. Naast een bedrijfsgebouw 

waren ook een molenstuw, molenkolk, overlaatsluis, dijken en beekovergangen aanwezig. 

Het is aan te raden de exacte locatie van de watermolen door middel van nader archeologisch 

onderzoek vast te stellen en om de (nog) zichtbare elementen te behouden en de landschap- 

pelijke structuur mogelijk zelfs te versterken. Dit wil zeggen dat getracht moet worden nieuwe 

ontwikkelingen zoveel mogelijk te laten aansluiten op de historische situatie. Zo kan bijvoorbeeld 

de oude molenkolk in ere hersteld worden en fungeren als retentievijver. Ter plaatse van de 

oude molenstuw kan gedacht worden aan een kunstwerk. Het plaatsen van oude molenstenen 

nabij de locatie van de verdwenen watermolen refereert dan naar het eeuwenoude gebruik van 

deze locatie. Bij werkzaamheden die gepaard gaan met (deels) civieltechnische werken kunnen 

ook niet aan het oppervlak zichtbare cultuurhistorische resten vernield worden. Omdat behoud 

voorop staat, wordt derhalve aanbevolen de graafwerkzaamheden tot een minimum te beperken. 

Ten aanzien van de locaties waar graafwerkzaamheden gaan plaatsvinden, wordt dan ook ver- 

volgonderzoek aanbevolen. De indicatieve kosten van onderzoek ter plaatse van de molenbio 

toop zijn in dit stadium niet aan te geven. Deze zijn afhankelijk van de omvang en diepte van de 

RAAP-notitie 3677 / eindversie 25-01-2011 [11]



geplande bodemingrepen. Tevens is op dit moment nog onduidelijk in hoeverre nog sporen van 

de molen in de ondergrond aanwezig zijn, wat de omvang hiervan is, en in welke mate de sporen 

geconserveerd zijn. 

Algemeen 

Voor de delen van het plangebied waar in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen 

archeologisch vervolgonderzoek wordt aanbevolen, blijft de volgende beperking van kracht: in- 

dien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden 

aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) 

aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Weten- 

schap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). 

Op basis van de bevindingen van dit onderzoek neemt de gemeente Voorst een selectiebesluit. 

RAAP-notitie 3677 / eindversie 25-01 -2011 [12]



Literatuur 

Hagens, H., 1998. Op kracht van stromend water: negen eeuwen watermolens op de Veluwe. 

Smit van 1876, Hengelo. 

Jager, S.W., 2009. Gemeente Voorst: een archeologisch bureauonderzoek met AMZ-gerela- 

teerde adviezen ten behoeve van de herinrichting van A-watergangen. RAAP-rapport 

1824. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam. 

Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van 

onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft. 

Gebruikte afkortingen 

AHN Actueel Hoogtebestand Nederland 

ARCHIS ARCHeologisch Informatie Systeem 

IVO Inventariserend VeldOnderzoek 

KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 

-Mv beneden maaiveld 

PvE Programma van Eisen 

SIKB Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer 

Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen 

Figuur 1. Ligging van het plangebied (rood omlijnd); inzet: ligging in Nederland (ster). 

Figuur 2. Uitsnede van de verwachtingskaart uit het onderzoek van Jager (2009). 

Figuur 3. Watergerelateerde situatie van de Voorsterbeek rond 1832. 

Figuur 4. Uitsnede van de kadastrale minuutplan van de locatie van de Nijenbeker watermolen. 

Figuur 5. Hoogtekaart op basis van het Actueel Hoogtebestand Nederland. 

Figuur 6. Foto van een restant van de Voorsterbeek. 

Figuur 7. Boorpuntenkaart. 

Figuur 8. Landschappelijke eenhedenkaart op basis van de resultaten van het veldonderzoek. 

Figuur 9. Archeologische verwachtingskaart op basis van de resultaten van het veldonderzoek. 

Figuur 10. Stappenplan archeologische consequenties A-watergangen. 

Tabel 1. Archeologische tijdschaal. 

Bijlage 1. Boorbeschrijvingen. 

RAAP-notitie 3677 / eindversie 25-01 -2011 [13]

•OJ ?:• '• 208 ?.!0 

• ^~ 

• N 71 ~ 

He; w i psch K 

i ID 

., - 

s :f 

:• 

• • •, *- 

•. 

'..v. '-' P>- K 

- , I •:• 

.• Mm :K 

* 

Ir X >'; IJ s 

Breftle X 

Deven: DL .".- 

.* 

.•^\ 

v ff - 

H 

•4 

? 4 -. i 

•.5 ; £ 

>. B + V d 

.-• 

Bus 

BeK*n '• 

n 

fi 

- e, K ark o n 

\ H.-l 

^ "^ 

4 We:,j 

•: 

,•; 

* 

f da 

. 

G-H i 

Ull6 ti **•• 

sr 

r 

H 

/ 

R, 

/ 

-,- 

V- 

, : v 

• •; '• 

• 

L- 

.' 

• 

& 

\ :. 

\ I 

• •a \ 

\ 

» •v ; 

.- &V*; 

" 

P" -. A- •*•; 

s 

• ^ 

• ~- .'i e Voo 

Vg < Kiel 

a » 

ij.WE.rt 

.' il 

LI 

J • 

£ -bo, -;i t 

a 

*c •- •A V 

I H 

r pe ' 

1 

5H*=! L 

j •. 

.• - 

.- • 

.- 

B! A « 

> e» s. •d 

Bi •* 

• :,• 

3 c ~ r ^ ^ 

. i f 

Di :; p f 

i 

•' ':'.'J 

D.i 

,".- ftl 

,.: .,--» C e 

i. z 

?V ?06 208 

v _ 

# 

'.!:! 

3 

£ 

• 

i 

Figuur 1. Ligging van het plangebied (rood omlijnd); inzet: ligging in Nederland (ster).

. 

: 

:< 

466000 i 465500 CL 

rl 

.: 

[ 

d> 

T3 

0> 

c 

CO 

« 

r> 

CNi 

k. 

a 

s 

.P) 

DC 

§ -:

466000 465500 

« 

Z 

o 

o 

o 

o 

;< 

§ -• 

+ 

'• 

[ 

00099P 

B 

IJ 

•-': 

I 

.g> | 

B 

o 

•V 

C3 '. qO 

V 

c 

Jj 

CNl I 

\ 

S 

~ a 

-a 

co 2 

"C5 

c 

» CD 

o' a> 

CD 

z 

Q0S99> 

TD 

c 

8 

« 

Q) 

206500 

206600 

206700 

V **-• 

'• 

? w 

BY )$fc '• 7 • 

2 

' 

-t — 

'". ?v- 

/ 

; 

V V 

j.. 

i 

•- 

»" 

JXJ 

/ 

: 

.-*- 

\ 

. 

c 

J 

-/ P 

•-* 

«•..• 

\ 

\ri 

^ 

^r IM> 

r 

f 

+ 

* 

-*— 

+ 

^ 

, 

i 

legenda 

r — 

grens plangebied 

o 

\ 

axn E 

lEttmUgi 

I 206500 206600 

N 

I 

100 

1:2.000 

^ 

^ 

^ 

zota 

206703 

\ 

•/ 

. 

£A P 

F/gt/t/r 4. Uitsnede van de kadastrale minuutplan van de locatie van de Nijenbeker watermolen. 

C

S 

M 

~* 

466000 46550G 

i 

fr 

•. 

i' 

V Oi 

^ •. 

< w « / T. 

I . ,.T1 ^ 

*.**.< ^ 

i 

r 

» 

I iv 

I 

•> t- 

.I •* 

•*. q r K § 

•» a » R 

c 

» ^ 

V 

3 

+ *. 

b 

a. 

i 

> 

s 

E i 

ca .s , 

T3 

: 

CD I 

SI 

•^ 

•= 

* 

y 

.* 

.» 

s 

, 

t, 

§ 

00099fr 

I 

'».' 

V 

t 

1 

K 

• 

-. 

: ,- 

_ 

009991tj 

c 

CO 

t: 

£ m 

i> Ta 

CD 

z 

Q TJ 

C 

a 

CO 

1 CD 

•Q 

& 

:• s 

'. 1 O) 

• 

£ 

o 

1 

CD 

^ 

:.'• 

^ 

CD 

-C 

c 

CO 

:> 

•S3 

CO 

co 

-Q 

Q. 

O 

tr 

ca 

CO 

•ac 

s 

a 

o 

O 

I 

CO 

'• k. 

3 

•5> 

LL 

•

; 

9 m 7 

' 

^-7 - 

ffi 

,/ 

'•"• 

j 

' 

; 

r 

^ 

% 

.'•. 

,': 

a 

-. 

i 

- 

, 

• 

• 

i: 

H 

VV 

- | v •VI: 

F&uw 6. Foto van een restant van de Voorsterbeek. 

& 

• 

;\ 

• 

« 

fe s 

s 

'" " ¥ "

§ 466000 

/; __! 

465500 

K 

^ 

! 

L J 

9 

\ 

:• 

\ t 

< 

k 

\ 

- \\ + a 

s 

1 

i 

J 

! 

c 

2 

CM 

QC :- 

I 

§ 

S 

,-: I 

I o 

I 

a 

s J 

/ 

/ 

h i 

«. 

/ 

o \ 

• 

LI 

s 

E? 3 

S " 

-o 

ca 

e 

O) 

(D 

© 

00099t> 

" : \( 

E£J •--) L ti 

CO 

CO 

-*: 

c 

£ 

* 

c 

3 

a 

~.\ c 

o 

O 

CQ 

K 

k. 

=5 

a 

y 2> 

0Q9S9fr 

DC 

§ 

:

466000 

:._. 

465500 a. 

H 

o 

,; 

c 

¥ Q. 

a. 

T-; 

CO 

a> £ c 

i : 'l; ~::i U 

2 I =i 

3 

:•' & 

Q0Q99fr 009S9fr 

LL

466000 465500 

,; 

s g 

'-"-'. 

m 

§ 

m 

;- E 

Si 

[ 

S 

+ 

1 

:• 

Jfi 

§ 

tJ 

CD 

"O 

c 

o 

5 

•o 

> 

CD 

- ffl y 

! 

'.; 

+ 

• 

< 

o 

K^ 

'© 

!.: 

• 

_. 

«3 

y 

n 

rS 

tf 

? 

•2» 1 

5 

o 

I 

-^ 

t 

• 

s 

?' 

g i I I f 

3 1 l i I 

5 3 ra a> j. 

l i l t ? 

-Ill I I 

•C 

c 

CO 

> 

c 

a 

.2 

"3 

CO 

e 

CD 

"O 

c 

CO 

> 

a 

CO 

CO 

-Q 

Q. 

o 

t: 

CO 

CO 

•^ 

CO 

O) 

c 

35 

« 

O 

CO 

S 

^ 

> 

m 

-C 

o 

a 

Q) 

5 

o 

en 

4= 

e 

^ 

- 

3 

::; 

en 

LL

Stappenplan Archeologische consequenties A-watergangen 

0) 

I 

o 

> 

1 

I 

a 

I 

c 

J 

a 

CD 

•o 

c 

ca 

CO 

i 

8 

> 

Archeologische monumenten Verwachtingswaarde HOOG Verwachtingswaarde MIDDEL Verwachtingswaarde LAAG 

Waafoerend onderzoek 

Geen; 

ntaven 

Plan- 

MOMta 

slatus 

begetedmg 

Opgraven 

CMMW] 

Eerste besluitvorming op basis van bureaustudie 

Stapstenon Corridors 

verkennend 

v.:: 

onderzoek 

t 

Karterend 

xaonderzoek 

Geen; 

wfoiwi 

Temm*1 

kennend 

onderzoek* 

boringen 

Geen; 

/w»ologiscne\^ 

SêgetekSry^ begeleiding 

Vervokj \^ / Vervolg 

onderzoek /^ \ onderzoek 

f Naar 

•:.\:r 

Waarderend 

Karterend boor 

V onderzoek onderzoek :) 

Stapstenen I Corridors 

Verkennend 

booronderzoek 

Geen, 

vrtotven 

Terreirverkennend 

onderzoeM 

boringen 

Geen; 

.^niieotogischeN. v 1 na < 1 ha 

VMimnd 

boorondnait 

Geen; 

vrfgeven 

\ begefeidhg s*~ 

Vavok; 

/ tear 

I Karterend boory 

onoczoek 3 

Geen 

archeologiscne 

H 

bemoeienisin 

IntpeciM M 

.i*yo«inri-

Archeologische perioden 

Tijdperk 

Nieuwstetijd (=Nieuwe tijd C) 

Nieuwe tijd 

Middeleeuwen 

Romeinse tijd 

Uzertijd 

Bronstijd 

Neolithicum 

(Nieuwe Sleentijd) 

Mesolithicum 

(Midden Steentijd) 

Paleolithicum 

(Oude Sleentijd) 

labdLVandasdJtrdMolopscfiJlAAPJffllO 

Tabel 1. Archeologische tijdschaal. 

B 

A 

Laat 

Vol 

S 

o 

> 

Laat 

Midden 

Vroeg 

Laat 

Midden 

Vroeg 

Laat 

Midden 

Vroeg 

Laat 

Midden 

Vroeg 

Laat 

Midden 

Vroeg 

Laat 

Jong B 

Jong A 

Midden 

Oud 

Ottoons 

Karolingisch 

Merovingisch laat 

Merovingisch vroeg 

Datering 

-1795 

-1650 

-1500 

-1250 

-1050 

-900 

-725 

-525 

-450 

•270 

- 70 na Chr. 

-15 voor Chr. 

•250 

-500 

•800 

-1100 

-1800 

-2000 

•2850 

-4200 

-4900/5300 

•6450 

-8640 

-9700 

-12.500 

-16.000 

-35.000 

-250.000


Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) i__i 

Bijlage 1. Boorbeschrijvingen 

RAAP-notitie 3677 / eindversie 25-01-2011

RAAP 

boring: VOVB-1 

beschrijver: EB, datum: 24-11-2010, X: 206.324, Y: 465.644, precisie locatie: 1 m, coordinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 33E, hoogte: 7.60, precisie hoogte: 1 

dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning landgebruik: grasland, 

vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Voorst, plaatsnaam: Voorst, opdrachtgever: waterschap veluwe, urtvoerden RAAP Oost 

•Mvav 

0 cm -Mv / 7,60 m +NAP 

Lithologie: zand, sterk siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn 

iiî^ 

CT 

Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor 

35 cm -Mv / 7,25 m +NAP 

1S5 

Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, bruin, matig fijn 

Bodemkundig: verploegd tot in C-horizont 

.*.v.v.v\Vr 

60 cm -Mv / 7,00 m +NAP 

'****** VA1 'v* if 

******* 

Lithologie: zand, sterk siltig, zwak grindig, lichtgeelgrijs, matig fijn 

• 4.., • ,..» .\-r-- , . JlJ, A 

Opmerking: iets vlekkerig 

100cm-Mv/6,60m+NAP 

Lithologie: zand, sterk siltig, matig grindig, lichtbruingrijs, matig fijn 

Einde boring op 120 cm -Mv / 6,40 m +NAP 


beschrijver: EB, datum: 24-11-2010, X: 206.242, Y: 465.546, precisie locatie: 1 m, coordinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 33E, hoogte: 7,58, precisie hoogte: 1 

dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, 

vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Voorst, plaatsnaam. Voorst, opdrachtgever: waterschap veluwe, uitvoerder: RAAP Oost 

!•!•!•!•!•!•!•! oE 

.V.W.'.V V\ 

Vl'l'lVl 

.v.v.v.v.tv' ;^ 

******** ........ .\ /\ 

t********\ 

>:*>:•:•;•:*£: ******** 

******** *\ 

********

R A A P 




vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Voorst, plaatsnaam: Voorst, opdrachtgever: waterschap veluwe, uitvoerder RAAP Oost 

+ * • * • •* ,"Q~ 0 cm -Mv / 7,20 m +NAP 

******* 

.v***v*vv= 

\ — 

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn 

******* x — 


+ ••4*4 *y\ — 30 cm -Mv / 6,90 m +NAP 

vrr-rn v.v.r\\= 

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, lichtbruingeel, matig fijn 

v.v.\\= 

Bodemkundig: C-horizont 

':':':';';';' ^ 

3S = 

Opmerking: iets vlekkerig 

X 

60 cm -Mv / 6,60 m +NAP 

Lithologie. zand, sterk siltig, matig humeus, lichtbruingeel, matig fijn 


90 cm -Mv / 6,30 m +NAP 

Lithologie: zand, sterk siltig, matig humeus, lichtgeelgrijs, matig fijn 


Einde boring op 110 cm -Mv/6,10 m +NAP 



dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling. AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, 


"v 

% 

>*«V.V«V V\ sl 

,;,v,v.v\\'( 

i ***** * \\ f 

.w.v.v-Os} 

.w.v.vsV, 

.W.V.V sVf 

.V.V.WVs-S 

.*.*.*.*. W Vs ', 

•***•*•*•*•%* \S v 

.*.*.*.*•*.*.' \\ 7 

&&:&§:> 

•W.V.V S\ i 

m m ^;< 

»+««*** v\v 

vvv>Hv\= 

• 4***4+ ^« — 

0 cm -Mv / 6,07 m +NAP 

Lrthologie: klei, sterk zandig, lichtbruingrijs 

Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont 

"l4cm-Mv/5,93m+NAP 

Lithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingeel 

Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 

"50 cm -Mv / 5,57 m +NAP 

Lithologie: zand, sterk siltig, zwak grindig, lichtbruingrijs, veel dunne zandlagen, matig fijn 

200 cm -Mv / 4,07 m +NAP 

Lrthologie: zand, matig siltig, zwak humeus, lichtgrijs, veel dunne humuslagen, matig fijn, interpretatie: beddingafzettingen 

250 cm -Mv / 3,57 m +NAP 

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig fijn, interpretatie: dekzand 





dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling. AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, 


....... \\ - 

* * * « « 

+ * * * * 

• **.•.• * 4* \\ - 

m a m 

******** I\\ 

********* .A 

***•**•+ »/N 

*****••+ *,/> 

'•••••••WW X 

>********x 

******** *\ 

******** v > 

********* \. 

******** i\ 

»* ******** + * + ****\ \\ 

• ******** •** + •*• *> «/N 

••••*.w.*.vN 

• 444*44**\ 

**•*•*»• v\ 

»***+**+*\ 

• ••••*+* »N 

'•••••••*«*.*.v N 

IvK\\vKv 

0 cm -Mv / 5,79 m +NAP 

Lithologie: zand, sterk siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, matig fijn 

Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont 


Lrthologie: zand, sterk siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, matig fijn 

Bodemkundig: verploegd tot in C-horizont, interpretatie: verstoord 

Opmerking: vlekkerig 

50 cm -Mv / 5,29 m +NAP 

Lrthologie: klei, sterk siltig, matig humeus, donkergrijszwart, veel plantenresten 

80 cm -Mv / 4,99 m +NAP 

Lrthologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen 


90 cm -Mv / 4,89 m +NAP 

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeelbruin, matig fijn, interpretatie: dekzand 


Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig fijn, interpretatie: dekzand 

Opmerking: dz/? 


2

R A A P 




vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Voorst, plaatsnaam: Voorst, opdrachtgever. waterschap veluwe. uitvoerder RAAP Oost 

» « * . «t« » v 

4 4 4 4 + 4 

%•••••••••.' VS 

****** &£ 

• *•** + •* ^V 

i i + » i » * • 

• 4****4 I 

0 cm -Mv / 6,53 m +NAP 

Lrthologie: zand, sterk siltig, zwak humeus, bruin, matig fijn 

Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 

30 cm -Mv / 6,23 m +NAP 

Lithologie: zand, sterk siltig, lichtbruin, matig fijn 

1. 50 cm -Mv / 6,03 m +NAP 

". 

- . 

Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtbruin, matig fijn 

Opmerking: vlek met klei 

80 cm -Mv / 5,73 m +NAP 

Lithologie: leem, sterk zandig, lichtbruin 

Opmerking: vlek met klei 






.WV.'.V 


Lithologie: zand, uiterst siltig, bruin, matig fijn 

I 

v.v.v.v 


n 

50 cm -Mv / 5,68 m +NAP 

'? 

Lrthologie: klei, zwak zandig, lichtbruin 

^ £ 

65 cm -Mv / 5,53 m +NAP 

?« 

Lithologie: klei, sterk zandig, lichtbruin 

• + *****4 . \ 


V.V.V..V. X 

90 cm -Mv / 5,28 m +NAP 

Lithologie: zand, sterk siltig. lichtgrijs, matig grof 






'/, — Ocm -Mv/5,51 m +NAP 

2î 

Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruin 

/ 

"25 cm -Mv / 5,26 m +NAP 

^^F 

t*#* • »+* *^* 

Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, grijs 

+ 4444444 ^\ "50 cm -Mv / 5,01 m +NAP 

> >••••••••••••••.. * **** • So * \> Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, matig fijn 

» V'V'V*V' *** * >> * * • • Opmerking: \N bovenin iets kleuug 

mzm$ 

110 cm-Mv/4,41 m+NAP 

Algemeen: aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) 

Lithologie: zand, uiterst siltig, grijs, humusvlekken, matig fijn 

Opmerking: bovenin iets kleuug 

v "130 cm -Mv/4,21 m+NAP 

* 4 4 1 4 1 4 *"•< Algemeen: aard bovengrens: drffuus (3-10 cm) 

• « + *•**** > 

Lrthologie: veen, sterk kleiig, donkerbruin, veen (niet gedifferentieerd), interpretatie: beekafzettingen 

«*****«*«> 180 cm-Mv/3,71 m+NAP 

>•* + •••*• \ 

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, uiterst grof 

******+*4» 


********* N 

• *••*•••*. 

'******4*4***.*.*4^ 

>*V*V*V*V S 

v*+****X****\ v 

•>t%*M*M*>4 J 

********* \ 

3





vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Voorst, plaatsnaam: Voorst, opdrachtgever: waterschap veluwe, uitvoerder. RAAP Oost 

[•V-.V.V-1VS 

***** * *0N* — 

• *•**• *Os — 

,.v.v.*.-.X = 

::::::::::::::^| 

v.v.v.wN 

&•:•:•:•:•:•:• • '•"•'*"•"•'•"*• \ 0s 

******** *N 

»****+***\ 

0 cm -Mv / 6,64 m +NAP 

Algemeen: aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) 

Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruin, matig fijn 

50 cm -Mv / 6,14 m +NAP 

Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm) 

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, matig fijn 

80 cm -Mv / 5,84 m +NAP 

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruingeel, matig fijn, interpretatie: dekzand 


Opmerking: geen klei bijmenging 






• 

m 

K 

Cx 

m 

.v.v.v 2S 

********* 

N 

x 

:**;:j:;:':jC< 

• •••***• »> 

»••.•••••*••••••' •••••••••v.v \\ N 

** + ****4 -\ 

*******4 #:Wa v\ 

»••••••• \"\ 

x 

0 cm -Mv / 5,52 m +NAP 

Lithologie: klei, sterk siltig, lichtbruin 


30 cm -Mv / 5,22 m +NAP 

Lithologie: klei, matig siltig, lichtgrijs 

Bodemkundig: enkele Fe- en Mn-vlekken 

60 cm -Mv / 4,92 m +NAP 

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijsbruin, matig grof 


85 cm -Mv / 4,67 m +NAP 

Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgeel, matig grof 



Lithologie: leem, sterk zandig, lichtgeelgrijs 

Einde boring op 150 cm -Mv /4,02 m +NAP 


beschrijver EB, datum: 24-11-2010, X: 207.106, Y: 465.850, precisie locatie: 1 m, coordinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 33E, hoogte: 5,51, precisie hoogte: 1 



R A A P 





M 

I 

\ 

x 

:\ 

s 

> 

N 

Wffii 

• ••••* + • «N 

0 cm -Mv / 5,54 m +NAP 

Lithologie: klei, uiterst siltig, bruin 

Opmerking: zandigbijm 

30 cm -Mv / 5,24 m +NAP 

Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruin 

Opmerking: zandigbijm 

70 cm -Mv / 4,84 m +NAP 

Lithologie: klei, matig siltig, grijs 

Bodemkundig: veel Fe-vlekken 

90 cm -Mv / 4,64 m +NAP 

Lrthologie: klei, matig siltig, lichtgrijs 



Lithologie: klei, sterk zandig, lichtgrijs 



Lrthologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig grof 




beschrijver: EB, datum: 24-11-2010, X: 206.890, Y: 465.784, precisie locatie: 1 m, co6rdinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 33E, hoogte: 5,94, precisie hoogte: 1 


vondstzichtbaarheid: geen. provincie: Gelderland, gemeente: Voorst, plaatsnaam: Voorst, opdrachtgever: waterschap veluwe. uitvoerder RAAP Oost 

******** *\ 

******** ,\ 

t*******4\ 

»*******4\ 

******** .\ v> 

• ********4\. 

*******+\ 

•:•:•:•:•:•:•;•:•£ 

******** i> 

• ****•***> 

mm& 

UUHU r^ 

0 cm -Mv / 5,94 m +NAP 

Lithologie: zand, matig siltig, bruin, matig fijn 

~30 cm -Mv / 5,64 m +NAP 

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, matig fijn 

70 cm -Mv / 5,24 m +NAP 

Lithologie: zand, matig siltig, lichtblauw, matig grof 

Einde boring op 180 cm -Mv /4,14 m +NAP 

•********x ***************** ^ 

• ••••**• •••*•** » > l\ 

»******+*\ 

:%•>»! vX x 

******** , »> \ 

;.v.v.v.v\ 

»*4 + »****\ 

boring: ****** • •*•*•** * * VOVB-15 . 4 \ \ 

beschrijver ' .*••.*.*• ' '.*.•.'.*•*.• W.*.V 

EB, datum: A. 24-11-2010, X: 206.778, Y: 465 808, precisie locatie: 1 m, coordinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 33E, hoogte: 5,42, precisie hoogte: 1 

dm, 

******** 

referentievlak: 

i\ 

Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, 

vondstzichtbaarheid: 

:::::::::::::::::^ 

geen, provincie: Gelderland, gemeente: Voorst, plaatsnaam: Voorst, opdrachtgever: waterschap veluwe, uitvoerder RAAP Oost 

< m 

* •i 4 

m 

W




dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methods hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, 


0 cm -Mv / 6,32 m +NAP 

Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, donkerbruingrijs 

30 cm -Mv / 6,02 m +NAP 

Lithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, bruin 

9 

Opmerking: brokkig 


Lithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, bruin, schelpengruis, spoor plantenresten 


Opmerking: brokkig 


._. 

Lithologie: zand, sterk siltig, lichtbruin, matig fijn 

m 

> * 

m 


* * 

I * *** • 4 + 4 W Lrthologie: zand, sterk siltig, lichtbruin, veel dunne kleilagen, matig fijn 

******** • .\ 270 cm -Mv / 3,62 m +NAP 

•• v.w.v. X; 

* * §S^ * * * 

Lithologie: zand, sterk siltig, lichtbruin, veel dunne kleilagen, matig fijn, spoor plantenresten 

******** -N \\ Einde boring op 300 cm -Mv / 3,32 m +NAP 

-v- 

«***4*44 "> S. V 

. . . . - 

,••••••••••••••' v\ 

-^ 




vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Voorst, plaatsnaam: Voorst, opdrachtgever. waterschap veluwe, uitvoerder RAAP Oost 

t~*—*—*—*—*— SI 

' 

:•:•:•:•:•:•;; §J 

+ 444 

:•?•!»!•!•!•!•! \ 

M 

'i *i 'i u u '* u *K \ 

%!•**%*•*•!•* \N 

'tYtYf.V; v.;,v.;.v^ £ 

• - 

f;YtY:Y* 

:•:•:•:•:•:•:$§= 

i£ = 

0 cm -Mv / 5,95 m +NAP 

Lithologie: zand, uiterst siltig, zwak humeus, bruin, matig fijn 

"30 cm -Mv / 5,65 m +NAP 


"80cm-Mv/5,15m+NAP 

Lithologie. klei, zwak zandig, donkerbruin 


Lithologie: zand, sterk siltig, bruin, matig fijn 


Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruin, matig grof, interpretatie: oeverwaldoorbraak-/crevasseafzettingen 


Lithologie: zand. sterk siltig, zwak humeus, bruin, matig grof 

Opmerking: slecht gesorteerd 





vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Voorst, plaatsnaam: Voorst, opdrachtgever waterschap veluwe, uitvoerder. RAAP Oost 

0 cm -Mv / 5,44 m +NAP 

9 

Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, bruin 


\ 

N 

40 cm -Mv / 5,04 m +NAP 

\N 

:\ Algemeen: aard ondergrens: abrupt (



beschrijver: EB, datum: 24-11-2010, X: 207.870, Y: 465.930, precisie locatie: 1 m, coordinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 33E, hoogte: 6.07, precisie hoogte: 1 

dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning landgebruik: grasland, 

vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Voorst, plaatsnaam: Voorst, opdrachtgever waterschap veluwe, uitvoerder RAAP Oost 

0 cm -Mv / 6,07 m +NAP 

Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, grijs 

Y •-• 30 cm -Mv / 5,77 m +NAP 

Lithologie: klei, zwak zandig, bruin 

m 

* * 

w 

* * 

m 

* 

•••v 

. • vXy^\ •* 

70 cm -Mv / 5,37 m +NAP 



Lithologie: klei, sterk siltig, grijs, enkele zandlagen 

1 


m 





m 

«! 

m± 

M 

;•:• 

t? 

% 

/:- 

N 

.••*• v.v.v.v s 

.• •»• • • • • ^ 

0 cm -Mv / 6,01 m +NAP 

Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, donkergrijs 


30 cm -Mv / 5,71 m +NAP 

Lithologie: klei, zwak zandig, bruin 

70 cm -Mv / 5,31 m +NAP 

Lithologie: klei, sterk zandig, grijs, interpretatie. oeverwaldoorbraak-Zcrevasseafzettingen 

Opmerking: vlekkerig 

120 cm-Mv/4,81 m+NAP 

Lrthologie: klei, uiterst siltig, lichtbruin, enkele zandlagen 

170 cm-Mv/4,31 m+NAP 

Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, enkele zandlagen, matig grof 






> * * * * •** \\ — 

'l Wl*4*l* r ~ 

|.;.;.;.;.;.;,;,;^x 

>.....*.«\ 

• •***•*• .\ 

t >***•••*s ********\ — 

******** ,N 

. ******** X 

0 cm -Mv / 6,21 m +NAP 

Lithologie: zand, sterk siltig, matig humeus, bruin, matig fijn 


40 cm -Mv / 5,81 m +NAP 

Lithologie: zand, sterk siltig, bruin, matig fijn 


70 cm -Mv / 5,51 m +NAP 

Lithologie: zand, matig siltig, bruin, matig grof 


90 cm -Mv / 5,31 m +NAP 

Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruin, matig fijn 



7




dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik. grasland, 


Va 

i 

1 :-: 

m Ya± 

* * * * 4 * * + \~X~ 

• •*•*•*• W 

• *** + 444 V X 

• ****444 v\ 

:\%vX\v\\ 

******** \\ 

******** < X 

; •. 

****** 44 X^N 

********* \. 

******** \\ 

'•••••••V*%M N 

******** >w\ 

:\vX\\v\ 

• * • • * * * + \/\ 

111 

0 cm -Mv / 5,89 m +NAP 

Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, bruin 


"30 cm -Mv / 5,59 m +NAP 

Lithologie: klei, uiterst siltig, bruin 


"70cm-Mv/5,19m+NAP 

Lithologie: klei, sterk zandig, lichtbruin 


Lithologie: zand, sterk siltig, lichtbruingrijs, veel dunne kleilagen, matig fijn 

230 cm -Mv / 3,59 m +NAP 

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, matig grof 


8

Bijlage 2 Archeologisch onderzoek RAAP-notitie 3677

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?