17.09.2013 Views

Rol van Fossiele bronnen: rapport - Instituut Samenleving en ...

Rol van Fossiele bronnen: rapport - Instituut Samenleving en ...

Rol van Fossiele bronnen: rapport - Instituut Samenleving en ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

viWTA<br />

<strong>Rol</strong> <strong>van</strong> de fossiele<br />

<strong>bronn<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> uranium<br />

bij de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ingszekerheid<br />

Studie in opdracht <strong>van</strong><br />

viWTA – <strong>Sam<strong>en</strong>leving</strong> <strong>en</strong> technologie


© 2008 door het Vlaams <strong>Instituut</strong> voor Wet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> Technologisch Aspect<strong>en</strong>onderzoek<br />

(viWTA), Vlaams Parlem<strong>en</strong>t, 1011 Brussel<br />

Deze studie, met de daarin vervatte resultat<strong>en</strong>, conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>, is eig<strong>en</strong>dom <strong>van</strong><br />

het viWTA. Bij gebruik <strong>van</strong> gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> uit deze studie wordt e<strong>en</strong> correcte<br />

bronvermelding gevraagd.<br />

Het viWTA biedt dit <strong>rapport</strong> ongewijzigd aan zoals het geschrev<strong>en</strong> werd door de<br />

uitvoerders <strong>van</strong> het onderzoek. De opinies, conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> in dit <strong>rapport</strong><br />

zijn die <strong>van</strong> de auteurs <strong>en</strong> bind<strong>en</strong> het viWTA op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze. Voor informatie<br />

over het viWTA-standpunt over de behandelde onderwerp<strong>en</strong>, gelieve het viWTA te<br />

contacter<strong>en</strong>. Het viWTA heeft er nauwgezet op toegezi<strong>en</strong> dat het onderzoek voldoet<br />

aan de heers<strong>en</strong>de wet<strong>en</strong>schappelijke norm<strong>en</strong>.


CE<br />

CE<br />

Oplossing<strong>en</strong> voor<br />

Oplossing<strong>en</strong> milieu, economie voor<br />

milieu, <strong>en</strong> technologie<br />

economie<br />

<strong>en</strong> technologie<br />

Oude Delft 180<br />

Oude Delft 180<br />

2611 HH Delft<br />

2611 HH Delft<br />

tel:<br />

tel:<br />

015<br />

015<br />

2 150<br />

2 150<br />

150<br />

150<br />

fax: fax: 015 015 2 150 2 150 151 151<br />

e-mail: ce@ce.nl<br />

website: www.ce.nl<br />

website: www.ce.nl<br />

Beslot<strong>en</strong> V<strong>en</strong>nootschap<br />

Beslot<strong>en</strong><br />

KvK<br />

V<strong>en</strong>nootschap<br />

27251086<br />

KvK 27251086<br />

Rapport<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> analyse <strong>van</strong> de drijv<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong><br />

achter de beschikbaarheid <strong>van</strong><br />

<strong>en</strong>ergiedragers<br />

Delft, november 2007<br />

Olie, gas, kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> uranium<br />

Opgesteld door: J.H.B. (Jos) B<strong>en</strong>ner, CE<br />

A.F. (Aad) Correljé, CIEP *<br />

H.J. (Harry) Croez<strong>en</strong>, CE<br />

L.C. (Lucia) <strong>van</strong> Geuns, CIEP *<br />

S. (Stephan) Slingerland, CIEP *<br />

J.T.W. (Jan) Vroonhof, CE<br />

* Cling<strong>en</strong>dael International Energy Programme


Colofon<br />

Bibliotheekgegev<strong>en</strong>s <strong>rapport</strong>:<br />

J.H.B. (Jos) B<strong>en</strong>ner, H.J. (Harry) Croez<strong>en</strong>, J.T.W. (Jan) Vroonhof (CE)<br />

L.C. (Lucia) <strong>van</strong> Geuns, A.F. (Aad) Correljé, S. (Stephan) Slingerland (CIEP*)<br />

(met name hfdst. 3, 5, 6 & 9)<br />

* Cling<strong>en</strong>dael International Energy Programme<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>; E<strong>en</strong> analyse <strong>van</strong> de drijv<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> achter de beschikbaarheid<br />

<strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiedragers; Olie, gas, kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> uranium<br />

Delft, CE, 2007<br />

D<strong>en</strong> Haag, CIEP, 2007<br />

Uranium / <strong>Fossiele</strong> brandstoff<strong>en</strong> / Delfstoff<strong>en</strong>winning / Grondstoff<strong>en</strong> / Markt / Internationaal<br />

/ Analyse / Vraag / Capaciteit / Prognoses / Duurzaamheid<br />

VT: Vlaander<strong>en</strong><br />

Publicati<strong>en</strong>ummer: 07.3262.07<br />

Alle CE-publicaties zijn verkrijgbaar via www.ce.nl<br />

Alle CIEP publicaties zijn verkrijgbaar via www.cling<strong>en</strong>dael.nl/ciep<br />

Opdrachtgever: Vlaams <strong>Instituut</strong> voor Wet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> Technologisch<br />

Aspect<strong>en</strong>onderzoek (viWTA).<br />

Meer informatie over de studie is te verkrijg<strong>en</strong> bij de projectleider Jos B<strong>en</strong>ner.<br />

© copyright viWTA; IPR bij CE Delft <strong>en</strong> CIEP D<strong>en</strong> Haag<br />

CE<br />

Oplossing<strong>en</strong> voor milieu, economie <strong>en</strong> technologie<br />

CE is e<strong>en</strong> onafhankelijk onderzoeks- <strong>en</strong> adviesbureau, gespecialiseerd in het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>van</strong> structurele <strong>en</strong><br />

innovatieve oplossing<strong>en</strong> <strong>van</strong> milieuvraagstukk<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> CE-oplossing<strong>en</strong> zijn: beleidsmatig haalbaar,<br />

technisch onderbouwd, economisch verstandig maar ook maatschappelijk rechtvaardig.<br />

De meest actuele informatie <strong>van</strong> CE is te vind<strong>en</strong> op de website: www.ce.nl.


Voorwoord<br />

Het <strong>en</strong>ergiebeleid is e<strong>en</strong> fasciner<strong>en</strong>d <strong>en</strong> politiek actueel beleidsterrein. Belangrijke<br />

thema’s als de voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid, de verandering <strong>van</strong> het klimaat, duurzaamheid<br />

<strong>en</strong> de houdbaarheid <strong>en</strong> betaalbaarheid <strong>van</strong> onze welvaart kom<strong>en</strong> hier<br />

sam<strong>en</strong>.<br />

Ondanks het belang <strong>van</strong> het beleidsterrein bestaan hierop veel onduidelijkhed<strong>en</strong>,<br />

onzekerhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> misverstand<strong>en</strong>. Deze betreff<strong>en</strong> de hele <strong>en</strong>ergieket<strong>en</strong>, maar zijn<br />

wellicht het grootst met betrekking tot de winningaspect<strong>en</strong>. Dit laat zich deels verklar<strong>en</strong><br />

door de veelal grote afstand waarop de winning zich afspeelt, door de relatief<br />

geslot<strong>en</strong> wereld <strong>van</strong> betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet in het minst door de complexiteit<br />

<strong>van</strong> de materie <strong>en</strong> de specifieke vaktaal.<br />

Dit <strong>rapport</strong> geeft inzicht in de winning <strong>van</strong> kol<strong>en</strong>, olie, gas <strong>en</strong> uranium, aan het<br />

Vlaams Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> andere geïnteresseerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoogt de onduidelijkhed<strong>en</strong>,<br />

onzekerhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> misverstand<strong>en</strong> weg te nem<strong>en</strong> of te verminder<strong>en</strong>.<br />

CIEP <strong>en</strong> CE zijn dankbaar dat het Vlaams <strong>Instituut</strong> voor Wet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong><br />

Technologisch Aspect<strong>en</strong>onderzoek (viWTA) h<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> opdracht in staat heeft<br />

gesteld om dit inzicht te bied<strong>en</strong>.<br />

CIEP <strong>en</strong> CE dank<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> <strong>van</strong> de begeleidingscommissie, te wet<strong>en</strong> prof. dr.<br />

Harry Doust (VU Amsterdam), de heer ir. Piet <strong>van</strong> Luyt (voormalig directeur<br />

NOVEM), mevrouw Lizi Meuleman (federaal Ministerie <strong>van</strong> Economische Zak<strong>en</strong>)<br />

<strong>en</strong> ir. Laur<strong>en</strong>s de Vries M.A. als ver<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> prof.dr.ir. M.P.C. Weijn<strong>en</strong> (TU<br />

Delft), voor hun kritische <strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong>de kritiek gedur<strong>en</strong>de <strong>en</strong> rond de bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />

in het kader <strong>van</strong> het project.<br />

E<strong>en</strong> bijzonder woord <strong>van</strong> dank gaat uit naar ir. Donaat Cosaert <strong>van</strong> viWTA, die<br />

het project heeft begeleid <strong>en</strong> gestuurd via inspirer<strong>en</strong>de gedacht<strong>en</strong>, comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong>,<br />

bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> <strong>en</strong> hers<strong>en</strong>spinsels.<br />

Jos B<strong>en</strong>ner, CE Delft<br />

Lucia <strong>van</strong> Geuns, CIEP D<strong>en</strong> Haag


Inhoud<br />

Managem<strong>en</strong>tsam<strong>en</strong>vatting 1<br />

Managem<strong>en</strong>t summary 5<br />

Sectie A Hoe <strong>en</strong> waarom; het vertrekpunt 8<br />

1 Inleiding 10<br />

1.1 Aanleiding voor het onderzoek 10<br />

1.2 Energiegebruik in Vlaander<strong>en</strong> in breder perspectief 10<br />

2 De beschikbaarheid <strong>van</strong> de dragers 12<br />

2.1 Definities 12<br />

2.2 Kol<strong>en</strong> 14<br />

2.3 Olie 17<br />

2.4 Gas 21<br />

2.5 Uranium 23<br />

3 Analytisch kader voor toekomstverk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> 26<br />

3.1 De waardeket<strong>en</strong> 26<br />

3.2 Het aanbod <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie 30<br />

Sectie B Dynamische analyses 34<br />

4 Dynamische analyse <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> voor kol<strong>en</strong> 36<br />

4.1 De kol<strong>en</strong>waardeket<strong>en</strong> 36<br />

4.2 De organisatie <strong>van</strong> de kol<strong>en</strong>markt 37<br />

4.3 Kol<strong>en</strong>prijz<strong>en</strong>; vraag <strong>en</strong> aanbod 39<br />

4.4 Conclusie met betrekking tot de kol<strong>en</strong>markt 42<br />

5 Dynamische analyse <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> voor olie 44<br />

5.1 De oliewaardeket<strong>en</strong> 45<br />

5.2 De verander<strong>en</strong>de organisatie <strong>van</strong> de oliemarkt 47<br />

5.2.1 Pre 1959: The Sev<strong>en</strong> Sisters 51<br />

5.2.2 1959-1973: De Indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ts 52<br />

5.2.3 1973-1983: De oliecrises 53<br />

5.2.4 1983-2001: Overschot <strong>en</strong> onderinvestering<strong>en</strong> 56<br />

5.3 De huidige situatie op de wereldoliemarkt 62<br />

5.4 De nabije Toekomst 66<br />

5.5 Conclusies met betrekking tot het olieaanbod 71<br />

6 Dynamische analyse <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> voor gas 73<br />

6.1 De gaswaardeket<strong>en</strong> 75<br />

6.2 Coördinatie <strong>en</strong> marktord<strong>en</strong>ing 80<br />

6.3 Herstructurering <strong>van</strong> de gasmarkt<strong>en</strong> 84<br />

6.4 Conclusies met betrekking tot de gaswinning 96


7 Dynamische analyse <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> voor uranium 99<br />

7.1 De uraniumwaardeket<strong>en</strong> 99<br />

7.2 De organisatie <strong>van</strong> de uraniummarkt 101<br />

7.3 Uraniumprijz<strong>en</strong>; vraag <strong>en</strong> aanbod 102<br />

7.4 Conclusies met betrekking tot de uraniummarkt 104<br />

Sectie C E<strong>en</strong> blik in de toekomst 107<br />

8 Duurzaamheid als uitdaging 109<br />

8.1 Ruwe k<strong>en</strong>schets <strong>van</strong> de problematiek 109<br />

8.2 Financiële om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de schade aan gezondheid <strong>en</strong> milieu 111<br />

8.2.1 Externe effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kol<strong>en</strong>winning 111<br />

8.2.2 Externe effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de olie- <strong>en</strong> gaswinning 112<br />

8.2.3 Externe effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de uraniumwinning 113<br />

8.3 Bepaling <strong>van</strong> de gerelateerde kost<strong>en</strong> 113<br />

8.3.1 Het begrip externe kost<strong>en</strong> 113<br />

8.3.2 Hoe word<strong>en</strong> externe kost<strong>en</strong> bepaald? 114<br />

8.3.3 De ExternE methode 115<br />

8.4 Milieuschade door brandstofwinning voor Vlaander<strong>en</strong> 116<br />

8.5 De externe kost<strong>en</strong> voor Vlaander<strong>en</strong> 118<br />

8.6 Handelingsperspectiev<strong>en</strong> voor de Vlaamse overheid 120<br />

9 E<strong>en</strong> blik in de kristall<strong>en</strong> bol 121<br />

9.1 Situatie 1: dominantie <strong>van</strong> nieuw opkom<strong>en</strong>de economieën 121<br />

9.2 Situatie 2: snelle transformatie naar duurzaamheid 123<br />

9.3 De les uit de vergelijking <strong>van</strong> beide situaties 126<br />

Sectie D Betek<strong>en</strong>is voor NW Europa <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> 127<br />

10 Betek<strong>en</strong>is voor Noordwest-Europa <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> 129<br />

10.1 Eindigheid <strong>van</strong> de voorrad<strong>en</strong> 129<br />

10.2 Toegang tot de voorrad<strong>en</strong> 130<br />

10.3 Externe kost<strong>en</strong> 131<br />

10.4 Betek<strong>en</strong>is voor Vlaander<strong>en</strong> 132<br />

Sectie E Bijlag<strong>en</strong> 139<br />

A Begripp<strong>en</strong>lijst 141<br />

B De splijtstofcyclus toegelicht 151<br />

C Het Extern-E programma voor bepaling <strong>van</strong> externe kost<strong>en</strong> 157<br />

D Refer<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> bibliografie 169


Managem<strong>en</strong>tsam<strong>en</strong>vatting<br />

Afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is het besef dat de beschikbaarheid <strong>van</strong> fossiele <strong>en</strong>ergiedragers <strong>en</strong><br />

uranium beperkt is, sterker dan ooit actueel geword<strong>en</strong>. De oorzaak hier<strong>van</strong> ligt in<br />

fysieke, politieke <strong>en</strong> economische belemmering<strong>en</strong> gekoppeld aan e<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>de<br />

mondiale vraag. Het belang <strong>van</strong> deze problematiek kan de kom<strong>en</strong>de dec<strong>en</strong>nia alle<strong>en</strong><br />

verder to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

Doel <strong>en</strong> analysekader<br />

Dit <strong>rapport</strong> beoogt de led<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Vlaams Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> andere geïnteresseerd<strong>en</strong><br />

inzicht te gev<strong>en</strong> in het zgn. upstream-gedeelte <strong>van</strong> de markt voor fossiele <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong><br />

kern<strong>en</strong>ergie; het traject <strong>van</strong> het lokaliser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de voorrad<strong>en</strong> tot het mom<strong>en</strong>t <strong>van</strong><br />

ontginning.<br />

Het <strong>rapport</strong> geeft inzicht in de terminologie, de huidige reserves, de techniek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

marktactor<strong>en</strong>. Maar bov<strong>en</strong>al biedt het <strong>rapport</strong> e<strong>en</strong> analysekader om de kracht<strong>en</strong> die<br />

werk<strong>en</strong> op het zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers te kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>. De<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> in het upstream-gedeelte kunn<strong>en</strong> namelijk niet los word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

wat er verder in de <strong>en</strong>ergieket<strong>en</strong>s gebeurt. Het analysekader wordt in het <strong>rapport</strong><br />

toegepast op de historische ontwikkeling<strong>en</strong> in met name de olie- <strong>en</strong> de gasmarkt om<br />

daaruit de drijv<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> in de markt te duid<strong>en</strong> <strong>en</strong> toekomstverk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> mogelijk<br />

te mak<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast geeft het <strong>rapport</strong> inzicht in vijf aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de duurzaamheid <strong>van</strong> de exploratie<br />

<strong>en</strong> winning <strong>van</strong> olie, gas, kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> uranium <strong>en</strong> de mogelijkheid om hiermee<br />

op e<strong>en</strong> meer duurzame wijze om te gaan. Het <strong>rapport</strong> besluit met de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong><br />

het voorgaande voor de Noordwest-Europese sam<strong>en</strong>leving in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor<br />

die in Vlaander<strong>en</strong> in het bijzonder.<br />

Voorrad<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de, maar beschikbaarheid niet gegarandeerd<br />

De om<strong>van</strong>g <strong>en</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergievoorkom<strong>en</strong>s in de wereld is niet exact bek<strong>en</strong>d.<br />

E<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> wordt als reserve getypeerd wanneer de mate <strong>van</strong> waarschijnlijkheid<br />

<strong>van</strong> de aanwezigheid hoog g<strong>en</strong>oeg is <strong>en</strong> de ontginning er<strong>van</strong>, economisch gezi<strong>en</strong>,<br />

interessant is. Beide factor<strong>en</strong> evoluer<strong>en</strong> in de tijd, in relatie tot technische<br />

vooruitgang <strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> op de <strong>en</strong>ergiemarkt. Voorrad<strong>en</strong> zijn in de toekomst<br />

mogelijk commercieel winbaar, teg<strong>en</strong> de dan geld<strong>en</strong>de marktprijz<strong>en</strong>. Deze zijn in<br />

om<strong>van</strong>g minder goed bek<strong>en</strong>d dan de reserves.<br />

De informatie in dit <strong>rapport</strong> maakt duidelijk dat de winbare voorrad<strong>en</strong> aan kol<strong>en</strong>, olie,<br />

gas <strong>en</strong> uranium aanzi<strong>en</strong>lijk zijn <strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste toereik<strong>en</strong>d voor vele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>,<br />

zelfs bij e<strong>en</strong> sterk to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag wereldwijd. De additionele voorkom<strong>en</strong>s zijn nog<br />

veel groter.<br />

De aanwezigheid <strong>van</strong> grote voorrad<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t niet automatisch dat de kom<strong>en</strong>de<br />

ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> de gew<strong>en</strong>ste <strong>en</strong>ergiedragers beschikbaar zull<strong>en</strong> zijn.<br />

Op korte termijn is de beschikbare capaciteit <strong>van</strong> de aanwezige installaties e<strong>en</strong> vast<br />

gegev<strong>en</strong>. Het totale aanbod op deze termijn is vooral afhankelijk <strong>van</strong> besluit<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiemaatschappij<strong>en</strong> over de inzet <strong>van</strong> capaciteit. Daarnaast kunn<strong>en</strong><br />

zich door calamiteit<strong>en</strong>, politieke onrust of oorlog<strong>en</strong> tijdelijke onderbreking<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de productie voordo<strong>en</strong>.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

1


Op de middellange termijn wordt het aanbod bepaald door de investering<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>en</strong>ergiemaatschappij<strong>en</strong> in de productie <strong>van</strong> bek<strong>en</strong>de reserves, <strong>en</strong> in geologische<br />

studies, proefboring<strong>en</strong> <strong>en</strong> productieschatting<strong>en</strong> om nieuwe reserves te creër<strong>en</strong>. De<br />

expansie <strong>van</strong> de productiecapaciteit zal voor e<strong>en</strong> belangrijk deel afhang<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

investering<strong>en</strong> <strong>van</strong> de nationale oliebedrijv<strong>en</strong> (NOCs) in OPEC-land<strong>en</strong>. Sommige land<strong>en</strong>,<br />

zoals Saoedi-Arabië <strong>en</strong> Koeweit, zijn hiertoe in staat. Andere stat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

echter grote moeite om te invester<strong>en</strong>, omdat ze ge<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>lands kapitaal will<strong>en</strong> toelat<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ze hun inkomst<strong>en</strong> vaak sp<strong>en</strong>der<strong>en</strong> aan politiek ingegev<strong>en</strong> zak<strong>en</strong>, zoals lokale<br />

subsidies <strong>en</strong> wap<strong>en</strong>s.<br />

In veel (pot<strong>en</strong>tiële) productieland<strong>en</strong> bestaan er bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> grote lokale of algem<strong>en</strong>e<br />

weerstand<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> olie- <strong>en</strong> gasproductie, omdat er niet voldo<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong><br />

wordt met de belang<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bevolking.<br />

Op de lange termijn kunn<strong>en</strong> zowel de uiteindelijke beschikbaarheid <strong>van</strong> olie als de<br />

inzetbaarheid daar<strong>van</strong> e<strong>en</strong> echt probleem gaan vorm<strong>en</strong>, <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong><br />

de gevolg<strong>en</strong> voor duurzaamheid.<br />

Geopolitieke verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de reactie hierop<br />

Gegev<strong>en</strong> de zich ontwikkel<strong>en</strong>de vraag- <strong>en</strong> aanbodverhouding<strong>en</strong> gaan geopolitieke<br />

overweging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere rol spel<strong>en</strong>. Eén <strong>van</strong> de gevolg<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> is dat overhed<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>land<strong>en</strong> de voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie expliciet als doel<br />

gaan hanter<strong>en</strong>.<br />

Zowel met betrekking tot de zekerheid <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing, als met betrekking tot<br />

duurzaamheidaspect<strong>en</strong>, lijkt het niet voor de hand ligg<strong>en</strong>d dat via marktwerking alle<strong>en</strong><br />

de gew<strong>en</strong>ste situatie bereikt gaat word<strong>en</strong>, zonder duidelijke sturing door de<br />

overheid.<br />

Het aanbod, in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> de beschikbare <strong>en</strong> produceerbare reserves kol<strong>en</strong>, olie,<br />

gas <strong>en</strong> uranium, wordt vooral bepaald door de wijze waarop de industrie <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><br />

overhed<strong>en</strong> in staat zull<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> gebalanceerde waardeket<strong>en</strong> te creër<strong>en</strong>. De<br />

interactie tuss<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> marktfactor<strong>en</strong> is fundam<strong>en</strong>teel voor het toekomstige<br />

aanbod <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers.<br />

Naast e<strong>en</strong> fysieke compon<strong>en</strong>t, omvatt<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> adequate productie-, transport-, <strong>en</strong><br />

opslaginfrastructuur, vereist de ket<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de institutionele compon<strong>en</strong>t.<br />

Daarin moet<strong>en</strong> de financieel-economische verhouding<strong>en</strong> zodanig geregeld zijn dat er<br />

minimale (geo)politieke <strong>en</strong> sociale spanning<strong>en</strong> ontstaan, terwijl voldo<strong>en</strong>de zekerhed<strong>en</strong><br />

aanwezig zijn om de noodzakelijke investering<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>.<br />

Voor het <strong>en</strong>ergiebeleid <strong>van</strong> Noord-West Europese overhed<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dit dat het op<br />

de kortere termijn internationaal gezi<strong>en</strong> vooral <strong>van</strong> belang is maatregel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong><br />

die effectief zijn in het bevorder<strong>en</strong> het investeringsklimaat. Op termijn zull<strong>en</strong> de prijseffect<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de schaarste <strong>en</strong> afhankelijkheid <strong>van</strong>zelf meer drijv<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> gaan<br />

vorm<strong>en</strong>.<br />

Om op de midd<strong>en</strong>lange termijn de marktprikkels in de gew<strong>en</strong>ste richting uit te lat<strong>en</strong><br />

werk<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de mondiale <strong>en</strong> lokale milieu- <strong>en</strong> afhankelijkheidseffect<strong>en</strong> zichtbaar<br />

gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergie.<br />

E<strong>en</strong> voorname conclusie is dat te verwacht<strong>en</strong> marktontwikkeling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het juiste<br />

tijdsbestek beoordeeld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om adequaat beleid te kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>.<br />

2<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Duurzaamheid als uitdaging<br />

E<strong>en</strong> niet te verwaarloz<strong>en</strong> aspect <strong>van</strong> de winning <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers is dat deze<br />

consequ<strong>en</strong>ties heeft voor het milieu <strong>en</strong> voor de omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> de winninglocaties.<br />

Nadelige gevolg<strong>en</strong> zijn bijvoorbeeld de aantasting <strong>van</strong> het lokale milieu <strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

gezondheid <strong>van</strong> omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, de soms slechte arbeidsomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uitputting<br />

<strong>van</strong> de lokale grondstofvoorrad<strong>en</strong>.<br />

Duurzame ontwikkeling start met het zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> langetermijnev<strong>en</strong>wicht tuss<strong>en</strong><br />

milieu <strong>en</strong> economie <strong>en</strong> solidariteit met toekomstige g<strong>en</strong>eraties. Het beleidsmatig<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> duurzaamheid, gekoppeld aan de winning <strong>van</strong> kol<strong>en</strong>, olie, gas<br />

<strong>en</strong> uranium, vraagt niet alle<strong>en</strong> om het verbred<strong>en</strong> <strong>van</strong> de tijd- <strong>en</strong> ruimtehorizon, maar<br />

ook om zicht op de rechtvaardigheid <strong>van</strong> het <strong>en</strong>ergie- <strong>en</strong> milieubeleid.<br />

Via het begrip ‘externe kost<strong>en</strong>’ zijn in het <strong>rapport</strong> de externe effect<strong>en</strong> waar mogelijk<br />

uitgedrukt in economische term<strong>en</strong>. Hiervoor is het ExternE-programma gebruikt dat<br />

is ontwikkeld in opdracht <strong>van</strong> de Europese Commissie. De totale externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

het gebruik <strong>van</strong> fossiele <strong>en</strong>ergiedragers <strong>en</strong> uranium in Vlaander<strong>en</strong> bedrag<strong>en</strong> bijna €<br />

1 miljard per jaar. Bij de bepaling hier<strong>van</strong> is rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de om<strong>van</strong>g <strong>en</strong><br />

de herkomst <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiestrom<strong>en</strong>.<br />

Het overgrote deel <strong>van</strong> de kost<strong>en</strong> is gekoppeld aan het gebruik <strong>van</strong> olie. Deze kost<strong>en</strong><br />

ontstaan door het affakkel<strong>en</strong> <strong>van</strong> zuur geassocieerd gas bij de oliewinning in Rusland<br />

<strong>en</strong> de daarbij optred<strong>en</strong>de emissie <strong>van</strong> SO2.<br />

Op de tweede plaats volg<strong>en</strong> de externe kost<strong>en</strong> gerelateerd aan de upstream process<strong>en</strong><br />

in de ket<strong>en</strong> voor uranium. Deze houd<strong>en</strong> voornamelijk verband met blootstelling<br />

aan straling als gevolg <strong>van</strong> radonemissies uit opslagreservoirs <strong>van</strong> radioactief afval<br />

bij de mijn<strong>en</strong>.<br />

Betek<strong>en</strong>is voor Vlaander<strong>en</strong><br />

Voor de Vlaamse overheid zijn er op hoofdlijn twee beleidsterrein<strong>en</strong> waar keuz<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt <strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevorderd. Dat zijn de beschikbaarheid<br />

<strong>van</strong> voldo<strong>en</strong>de <strong>bronn<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> de meer duurzame ontwikkeling <strong>van</strong> de<br />

winninglocaties. Er zijn politieke keuz<strong>en</strong> vereist om op deze terrein<strong>en</strong> daadwerkelijke<br />

impact te bereik<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> <strong>van</strong> de belangrijkste conclusies die uit het onderzoek wordt getrokk<strong>en</strong> is dat er<br />

expliciet onderscheid gemaakt moet word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>, <strong>en</strong>erzijds, vraag- <strong>en</strong> aanbodaspect<strong>en</strong><br />

die vooral te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de huidige marktomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong>, anderzijds,<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> die pas op langere termijn echt rele<strong>van</strong>t zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Als deze<br />

analyse niet expliciet gemaakt wordt, kunn<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> negatief effect hebb<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>stapeling <strong>van</strong> ingrep<strong>en</strong> in de markt, zonder relatie met het echte probleem<br />

<strong>en</strong> het mom<strong>en</strong>t waarop het zich voordoet, kan serieuze consequ<strong>en</strong>ties voor de<br />

<strong>en</strong>ergiemarkt <strong>en</strong> de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing in bredere zin hebb<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast is de internationale <strong>en</strong> in België federale, compon<strong>en</strong>t <strong>van</strong> belang. Zekerheid<br />

<strong>van</strong> <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing is e<strong>en</strong> vitaal belang <strong>van</strong> de EU lidstat<strong>en</strong>. Als daar twijfel<br />

over bestaat of als er sprake is <strong>van</strong> asymmetrie tuss<strong>en</strong> land<strong>en</strong>, ontstaat er e<strong>en</strong> sterke<br />

neiging om unilateraal <strong>en</strong>ergiebeleid te implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Vanwege de Europese integratie<br />

<strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiemarkt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de liberalisering <strong>van</strong> deze markt<strong>en</strong> bestaan er echter<br />

steeds minder mogelijkhed<strong>en</strong> om nationaal effectief beleid te voer<strong>en</strong>.<br />

In algem<strong>en</strong>e zin is het <strong>van</strong> belang tot e<strong>en</strong> acceptabele balans te kom<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door middel <strong>van</strong> het aangaan <strong>van</strong> dialog<strong>en</strong> over bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde<br />

<strong>en</strong> andere aspect<strong>en</strong>, zoals de technologietransfer, ondersteuning bij het<br />

g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>van</strong> toegevoegde waarde, etc. Kaders voor het beleid op langere termijn<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

3


<strong>en</strong> op internationaal niveau zijn te vind<strong>en</strong> in de tekst over “geopolitieke verhouding<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de reactie hierop” hierbov<strong>en</strong>.<br />

Voor wat betreft de meer duurzame ontwikkeling op de winninglocaties is het in elk<br />

geval mogelijk de eig<strong>en</strong> lokale subsidies aan te pakk<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> die misstand<strong>en</strong> elders<br />

bevorder<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s zijn deze voor Vlaander<strong>en</strong> nog niet in kaart gebracht, zoals<br />

dit bijv. voor Nederland wel al is gebeurd.<br />

Het is niet e<strong>en</strong>voudig om <strong>van</strong>uit Vlaander<strong>en</strong> betere arbeidsomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> milieuzorg<br />

op de winninglocaties af te dwing<strong>en</strong>. Voor sommige dragers lijk<strong>en</strong> hiertoe wel<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> te bestaan. In het <strong>rapport</strong> word<strong>en</strong> diverse maatregel<strong>en</strong> gesuggereerd,<br />

zoals het stell<strong>en</strong> <strong>van</strong> eis<strong>en</strong> aan de herkomst <strong>van</strong> uranium <strong>en</strong> vergunningeis<strong>en</strong> voor<br />

de b<strong>en</strong>utting <strong>van</strong> biomassa.<br />

4<br />

Opbouw <strong>van</strong> de <strong>rapport</strong>age<br />

Het <strong>rapport</strong> heeft vijf secties. Sectie A bevat e<strong>en</strong> inleiding op de problematiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beschrijving<br />

<strong>van</strong> het analystische kader dat in het onderzoek is gehanteerd. Sectie B bevat de feitelijke resultat<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de toepassing <strong>van</strong> het analytische kader op de problematiek. Sectie C werpt e<strong>en</strong> blik op de toekomst,<br />

waarin de belangrijkste paradigima’s rond de voorrad<strong>en</strong> aan de orde kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> nadrukkelijk<br />

aandacht wordt besteed aan het aspect duurzame ontwikkeling. Sectie D focust op de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong><br />

de resultat<strong>en</strong> voor Noordwest-Europa <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> in het bijzonder. Sectie E, t<strong>en</strong>slotte, omvat e<strong>en</strong><br />

aantal bijlag<strong>en</strong>.<br />

De hoofdstukk<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de secties zijn zo opgezet dat deze in beginsel zelfstandig leesbaar zijn. De<br />

lezer die bijvoorbeeld alle<strong>en</strong> geïnteresseerd is in de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de bevinding<strong>en</strong> voor Vlaander<strong>en</strong><br />

kan direct hoofdstuk 10 ter hand nem<strong>en</strong>. Lezers die uitsluit<strong>en</strong>d geïnteresseerd zijn in de drijv<strong>en</strong>de<br />

kracht<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de markt <strong>van</strong> de exploratie <strong>en</strong> winning kunn<strong>en</strong> volstaan met hoofdstuk 3. Enzovoort.<br />

Het beste begrip ontstaat wanneer de gehele hoofdtekst wordt gelez<strong>en</strong>. Alles hangt immers sam<strong>en</strong>.<br />

Sectie E (de bijlag<strong>en</strong>) biedt de geïnteresseerde lezer specifieke toelichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> achtergrondinformatie,<br />

alsmede e<strong>en</strong> uitgebreide refer<strong>en</strong>tielijst <strong>en</strong> bibliografie.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Managem<strong>en</strong>t summary<br />

In rec<strong>en</strong>t years, the notion that the availability of fossil <strong>en</strong>ergy carriers and uranium is<br />

limited has become more topical than ever before. The cause of this lies in physical,<br />

political and economic limitations, in combination with a rise in global demand. The<br />

importance of these issues will only increase during the coming decades, according<br />

to the expectations.<br />

Aim and analysis framework<br />

This report int<strong>en</strong>ds to provide the Flemish parliam<strong>en</strong>t and other interested people<br />

with insight in the so-called upstream part of the markets for fossil fuels and uranium;<br />

the route from localising resources up to the mom<strong>en</strong>t of the actual winning. The<br />

report yields insight in the terminology, the curr<strong>en</strong>t reserves, the techniques and the<br />

market actors. But above all the report provides an analysis framework to explain the<br />

forces that work on the searching and winning of the <strong>en</strong>ergy carriers. After all, the<br />

developm<strong>en</strong>ts in the upstream part cannot be se<strong>en</strong> separately from what happ<strong>en</strong>s<br />

further in the <strong>en</strong>ergy chains. The analysis framework is applied in the report on the<br />

historical developm<strong>en</strong>ts, in most detail for the oil and the gas market, to indicate the<br />

driving forces that make future explorations possible.<br />

Moreover, the report gives insight in five aspects of the sustainability of the<br />

exploration and extraction of oil, gas, coal and uranium and in the possibilities to deal<br />

with these processes in a more sustainable way.<br />

The report concludes with the significance of the previous for the North-Western-<br />

European society in g<strong>en</strong>eral and for Flanders in particular.<br />

Resources suffici<strong>en</strong>t, but availability not guaranteed<br />

The volume and quality of the <strong>en</strong>ergy resources in the world is not exactly known.<br />

Resources are qualified as reserves as soon as the probability of their exist<strong>en</strong>ce is<br />

high <strong>en</strong>ough and winning is considered to be economically feasible. Both factors<br />

evolve over time, due to technical progress and to developm<strong>en</strong>ts on the <strong>en</strong>ergy<br />

market. Some resources will be commercially recoverable in the future, against the<br />

market prices th<strong>en</strong> applying. The volume of these resources is less well assessed<br />

than that of the reserves.<br />

The information in this report makes clear that the reserves for coal, oil, gas and<br />

uranium are substantial and that they will suffice for many decades to come, ev<strong>en</strong><br />

under a strongly increasing demand worldwide. The additional resources are ev<strong>en</strong><br />

much larger.<br />

However, the pres<strong>en</strong>ce of huge resources does not imply automatically that the<br />

desired <strong>en</strong>ergy carriers will be available in Flanders in the next decades.<br />

On the short term the production capacity of the pres<strong>en</strong>t installations is fixed and<br />

limited. Total supply dep<strong>en</strong>ds on decisions of governm<strong>en</strong>ts and <strong>en</strong>ergy companies on<br />

the allocation of capacity. On top of that, calamities may occur, as well as political<br />

disorder or wars, which lead to discontinuances in the production.<br />

On middle long term supply is determined by investm<strong>en</strong>ts of <strong>en</strong>ergy companies in the<br />

production of the known reserves and in geological studies, exploratory drilling and<br />

production assessm<strong>en</strong>ts to create new reserves. The expansion of the production<br />

capacity will dep<strong>en</strong>d strongly on the investm<strong>en</strong>ts of the national oil companies<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

5


(NOC’s) in OPEC countries. Some countries, like Saudi Arabia and Kuwait are<br />

capable of doing these. Other countries have problems to invest, since they do not let<br />

in foreign capital or sp<strong>en</strong>d their income on other, politically driv<strong>en</strong>, issues like local<br />

subsidies or weapons.<br />

Moreover, in many (pot<strong>en</strong>tial) production countries local or g<strong>en</strong>eral opposition exists<br />

against the production of coal, oil, gas and uranium, because insuffici<strong>en</strong>t care is<br />

tak<strong>en</strong> of the interest and health of the inhabitants.<br />

On the long term both the availability and use of the <strong>en</strong>ergy resources will become a<br />

real problem, with respect to the effect on sustainability.<br />

Geopolitical relations and responses<br />

As a consequ<strong>en</strong>ce of the developing t<strong>en</strong>sion betwe<strong>en</strong> demand and supply the role of<br />

geopolitical considerations will increase. One of the resulting effects will be that<br />

governm<strong>en</strong>ts of consumer countries will explicitly use the supply certainty of <strong>en</strong>ergy<br />

as an aim in their <strong>en</strong>ergy policy, where this was left to the market in the rec<strong>en</strong>t past.<br />

Both with respect to the certainty of <strong>en</strong>ergy supply and sustainability it does not seem<br />

obvious anymore that market forces alone will yield the desired situation.<br />

Governm<strong>en</strong>tal steering is required.<br />

Supply, in terms of available and producible reserves of coal, oil, gas and uranium, is<br />

especially determined by the way in which the industry and governm<strong>en</strong>ts will be able<br />

to create a balanced value chain. The interaction betwe<strong>en</strong> governm<strong>en</strong>ts and market<br />

actors is fundam<strong>en</strong>tal for the future supply of <strong>en</strong>ergy carriers.<br />

Beside a physical compon<strong>en</strong>t, including adequate production, transport and buffer<br />

capacity, the chain requires a coher<strong>en</strong>t institutional compon<strong>en</strong>t, in which the<br />

financial-economic mix is tak<strong>en</strong> care of in such a way that minimal (geo)political and<br />

social t<strong>en</strong>sions will arise, whereas suffici<strong>en</strong>t certainty exist to make the necessary<br />

investm<strong>en</strong>ts.<br />

For the <strong>en</strong>ergy policy of North West European governm<strong>en</strong>ts this means that it is<br />

important to take measures which are effective in stimulating the investm<strong>en</strong>t climate<br />

on the shorter term and on an international scale. Basic elem<strong>en</strong>ts are the mining and<br />

tax regimes, market regulations and market forces policy, <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>tal and other<br />

lic<strong>en</strong>ses and freedom of capital movem<strong>en</strong>t. In the long run price effects, related to<br />

shortages and dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce effects will automatically become stronger driving forces.<br />

To mould the market forces on the middle long term in the desired direction, mondial<br />

and local <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>tal <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>tal effects and dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce relationships must<br />

be made visible in the costs and prices of <strong>en</strong>ergy. An important conclusion is that the<br />

expected market developm<strong>en</strong>ts must be assessed within the correct time frame for<br />

an adequate policy reaction.<br />

Sustainability as a chall<strong>en</strong>ge<br />

An aspect not to be neglected is that the extraction of the <strong>en</strong>ergy carriers has<br />

consequ<strong>en</strong>ces for the <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t and for the people living in the vicinity of the<br />

extraction locations. Disad<strong>van</strong>tageous impacts for example are the pollution of the<br />

local <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t, emission with a negative health impact for the local people, but<br />

sometimes also bad working conditions and the exhaustion of the local resources.<br />

Sustainable developm<strong>en</strong>t starts with the search for a long term balance betwe<strong>en</strong> the<br />

<strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t, economy and solidarity with future g<strong>en</strong>erations. Policy thinking that<br />

links sustainability to the extraction of coal, oil, gas and uranium, does require a<br />

6<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


wid<strong>en</strong>ing of the traditional scope, both with respect to time and the area covered, and<br />

asks for insight in the justice of the <strong>en</strong>ergy and <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>tal policy.<br />

In the report the external impact of the curr<strong>en</strong>t Flemish <strong>en</strong>ergy policy has be<strong>en</strong><br />

expressed in economic terms by means of the concept of ‘external costs’. For this the<br />

Extern-E-programma was used, which has be<strong>en</strong> developed for the European<br />

Commission. The total external costs of the use of fossil <strong>en</strong>ergy carriers and uranium<br />

in Flanders amounts to almost € 1 billion per year. In the cost assessm<strong>en</strong>t the origin<br />

of the <strong>en</strong>ergy flows has be<strong>en</strong> tak<strong>en</strong> into account.<br />

The major part of the external costs is linked to the use of oil. These costs arise by<br />

the burning of acid gasses associated to the oil extraction in Russia and the related<br />

emission of SO2. On the second place the external costs related to the upstream<br />

processes in the chain for uranium follow. These are mainly caused by exhibition to<br />

radiation, as a consequ<strong>en</strong>ce of radon emissions from storage deposits for radioactive<br />

waste at the mining sites.<br />

Significance for Flanders<br />

For the Flemish governm<strong>en</strong>t there are in principle two policy areas where choices will<br />

have to be made and solutions can be promoted. These are the availability of<br />

suffici<strong>en</strong>t sources and the more sustainable developm<strong>en</strong>t of the extraction locations.<br />

Political choices are required to achieve effective impact in these areas.<br />

One of the most important conclusions drawn from the study is that an explicit<br />

distinction has to be made betwe<strong>en</strong>, on one hand, the demand - and supply aspects,<br />

which are related to the curr<strong>en</strong>t market circumstances and, on the other hand, the<br />

developm<strong>en</strong>ts which will become rele<strong>van</strong>t in the longer term. If this distinction is not<br />

made explicitly, wrong policy decisions, with really negative impacts are likely. The<br />

piling-up of market interv<strong>en</strong>tions that do not relate well to the real problems and to<br />

the term on which they occur, can have serious negative consequ<strong>en</strong>ces for the<br />

<strong>en</strong>ergy market and for the <strong>en</strong>ergy security of supply in broader s<strong>en</strong>se.<br />

On top of this, for Flanders the international and the federal policy compon<strong>en</strong>t are<br />

very important. Security of supply is of vital interest for all EU Member States. If any<br />

doubt arises in this area or asymmetry betwe<strong>en</strong> the countries, the t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>cy will grow<br />

to implem<strong>en</strong>t unilateral <strong>en</strong>ergy policies. However, because of the European<br />

integration of <strong>en</strong>ergy markets and the liberalisation of these markets, less and less<br />

possibilities exist to pursue effective national policy.<br />

In g<strong>en</strong>eral s<strong>en</strong>se it is important to create an acceptable balance betwe<strong>en</strong> producers<br />

and consumers by means of starting dialogues on aforesaid and other aspects, such<br />

as technology transfer, support in g<strong>en</strong>erating added value, etc. Frameworks for the<br />

policy in the longer term and at international level are described under the head<br />

"geopolitical relations and the responses to these" above.<br />

With regard to the more sustainable developm<strong>en</strong>t on the extraction locations it is<br />

possible for Flanders to stop own local subsidies, which promote wrong situations<br />

elsewhere. To start with these types of subsidies have to be mapped for Flanders,<br />

like as this for example was done for the Netherlands.<br />

It is not simple to <strong>en</strong>force better working conditions and <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>tal care from<br />

Flanders. However, for some carriers direct possibilities seem of existing. In the<br />

report several measures are suggested, such as making demands to the origin of<br />

uranium and lic<strong>en</strong>se requirem<strong>en</strong>ts for the exploitation of biomass.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

7


Sectie A Hoe <strong>en</strong> waarom; het vertrekpunt<br />

De eerste sectie <strong>van</strong> het <strong>rapport</strong> omvat e<strong>en</strong> inleiding op de problematiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beschrijving<br />

<strong>van</strong> het analystische kader dat in het onderzoek is gehanteerd.<br />

In de inleiding word<strong>en</strong> de vraagstelling <strong>en</strong> het doel <strong>van</strong> het onderzoek toegelicht.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt in de inleiding de context geschetst waarin deze zijn geplaatst, qua<br />

actueel <strong>en</strong>ergiegebruik, belangrijke huidige spelers <strong>en</strong> specifieke verwachting<strong>en</strong>.<br />

Het analytische kader beschrijft hoe het onderzoek door CIEP <strong>en</strong> CE is aangepakt,<br />

waarbij via de zgn. waardeket<strong>en</strong>systematiek de technologische, economische <strong>en</strong> institutionele<br />

aspect<strong>en</strong> met elkaar in verband word<strong>en</strong> gebracht.<br />

8<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

9


1 Inleiding<br />

1.1 Aanleiding voor het onderzoek<br />

Het Vlaams <strong>Instituut</strong> voor Wet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> Technologisch Aspect<strong>en</strong>onderzoek<br />

(viWTA) is e<strong>en</strong> autonome instelling verbond<strong>en</strong> aan het Vlaams Parlem<strong>en</strong>t. E<strong>en</strong><br />

belangrijk elem<strong>en</strong>t in de missie <strong>van</strong> het viWTA – <strong>Sam<strong>en</strong>leving</strong> & Technologie is e<strong>en</strong><br />

bijdrage te lever<strong>en</strong> aan het maatschappelijke debat over wet<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> technologie<br />

<strong>en</strong> het aanreik<strong>en</strong> <strong>van</strong> discussiemateriaal t<strong>en</strong> behoeve <strong>van</strong> de commissievergadering<strong>en</strong><br />

in het Vlaams Parlem<strong>en</strong>t.<br />

Afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is het besef dat de beschikbaarheid <strong>van</strong> fossiele <strong>en</strong>ergiedragers <strong>en</strong><br />

uranium beperkt is sterker dan ooit actueel geword<strong>en</strong>. De oorzaak hier<strong>van</strong> ligt in<br />

fysieke, politieke <strong>en</strong> economische belemmering<strong>en</strong> gekoppeld aan e<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>de mondiale<br />

vraag. De voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid <strong>van</strong> fossiele <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> kern<strong>en</strong>ergie is e<strong>en</strong><br />

prioritair thema geword<strong>en</strong> voor politieke leiders. Hoge prijz<strong>en</strong>, de stijg<strong>en</strong>de vraag<br />

wereldwijd, teruglop<strong>en</strong>de reserves <strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de afhankelijkheid <strong>van</strong> wispelturige<br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> de beeldvorming rond de fossiele <strong>en</strong>ergiemarkt. Het belang<br />

<strong>van</strong> deze problematiek zal de kom<strong>en</strong>de dec<strong>en</strong>nia naar verwachting verder to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

In dit licht acht viWTA het <strong>van</strong> belang het Vlaams Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> andere geïnteresseerd<strong>en</strong><br />

inzicht te gev<strong>en</strong> in deze materie. De focus daarbij ligt op het zgn. upstreamgedeelte<br />

<strong>van</strong> de markt voor fossiele <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> kern<strong>en</strong>ergie; het traject <strong>van</strong> ‘cradle to<br />

well’. Het traject <strong>van</strong> het lokaliser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de voorrad<strong>en</strong> tot het mom<strong>en</strong>t <strong>van</strong> ontginning<br />

<strong>van</strong> fossiele <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> uranium is complex <strong>en</strong> ondoorzichtig. De technologische<br />

process<strong>en</strong> zijn specifiek <strong>en</strong> vind<strong>en</strong> plaats op afgeleg<strong>en</strong> locaties, terwijl maar<br />

weinig partij<strong>en</strong> deze process<strong>en</strong> geheel overzi<strong>en</strong>. De markt wordt beheerst door e<strong>en</strong><br />

beperkt aantal actor<strong>en</strong>, met eig<strong>en</strong> economische logica <strong>en</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> jargon.<br />

ViWTA heeft CE in Delft <strong>en</strong> het Cling<strong>en</strong>dael International Energy Programme (CIEP)<br />

in D<strong>en</strong> Haag gevraagd de feit<strong>en</strong> (stand <strong>van</strong> zak<strong>en</strong>) zo helder mogelijk in beeld te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> op basis daar<strong>van</strong> de problematiek voor Vlaander<strong>en</strong> inzichtelijk te mak<strong>en</strong>.<br />

De medewerkers <strong>van</strong> CIEP zijn experts op het onderzoeksterrein, in het bijzonder<br />

voor olie <strong>en</strong> gas. CE heeft in sam<strong>en</strong>werking met CIEP het beeld gecompleteerd met<br />

k<strong>en</strong>nis rond ste<strong>en</strong>kool, kern<strong>en</strong>ergie, de <strong>en</strong>ergie-economie <strong>en</strong> de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing<br />

in het algeme<strong>en</strong>.<br />

1.2 Energiegebruik in Vlaander<strong>en</strong> in breder perspectief<br />

Figuur 1 geeft e<strong>en</strong> beeld <strong>van</strong> de verdeling <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> (incl. koolteer <strong>en</strong><br />

cokes), olie (ruwe aardolie <strong>en</strong> petroleumproduct<strong>en</strong>), aardgas <strong>en</strong> uranium ('nucleaire<br />

warmte').<br />

10<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Figuur 1 Energiegebruik Vlaander<strong>en</strong> (gebaseerd op Mira, 2005)<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

42%<br />

Energiegebruik Vlaander<strong>en</strong><br />

(totaal ca. 1600 PJ/jr)<br />

7%<br />

26%<br />

10%<br />

15%<br />

ste<strong>en</strong>kool<br />

uranium<br />

aardgas<br />

Het totale jaarlijkse <strong>en</strong>ergiegebruik in Vlaander<strong>en</strong> bedraagt minder dan e<strong>en</strong> halve<br />

proc<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de totale vraag naar <strong>en</strong>ergie in de wereld <strong>en</strong> ca. 2% <strong>van</strong> het totale <strong>en</strong>ergieverbruik<br />

in het contin<strong>en</strong>t Europa. Dat lijkt niet veel. Anderzijds betek<strong>en</strong>t deze<br />

vraag, uitgedrukt in vat<strong>en</strong> olie, dat jaarlijks in Vlaander<strong>en</strong> het equival<strong>en</strong>t <strong>van</strong> ruim 280<br />

miljo<strong>en</strong> vat<strong>en</strong> olie wordt ingevoerd, waarbij elk vat 159 liter aardolie bevat.<br />

België verbruikt circa 18 miljard m 3 aardgas 1 per jaar 2 . Het geleverde aardgas is<br />

voornamelijk afkomstig uit drie land<strong>en</strong> (Eurostat):<br />

per on shore pijpleiding circa 270 PJ (calorische bov<strong>en</strong>waarde) uit Nederland (ca.<br />

40%);<br />

per offshore pijpleiding circa 240 PJ (calorische bov<strong>en</strong>waarde) (ca. 40%) <strong>van</strong>af<br />

de Noorse Troll <strong>en</strong> Sleipner olie- <strong>en</strong> gasveld<strong>en</strong> op het Contin<strong>en</strong>taal Plat;<br />

als LNG circa 110 PJ (calorische bov<strong>en</strong>waarde) uit Algerije <strong>en</strong> Quatar.<br />

De ruim 34 Mton aan olie die jaarlijks in België wordt geïmporteerd is voornamelijk<br />

afkomstig uit Rusland (40%), het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong> (30%), Skandinavië <strong>en</strong> het Ver<strong>en</strong>igd<br />

Koninkrijk. De kol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vooral geïmporteerd uit Zuid-Afrika <strong>en</strong> Australië<br />

(beide ca. 20%), <strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> Rusland (beide ca. 15%). Uranium wordt<br />

voornamelijk geïmporteerd <strong>van</strong>uit Canada (30%) <strong>en</strong> Namibië <strong>en</strong> Australië (beide ca.<br />

20%). In totaal is er e<strong>en</strong> brede geografische spreiding.<br />

In vergelijking met de verdeling <strong>van</strong> de wereldvraag over de beschouwde dragers<br />

kom<strong>en</strong> de aandel<strong>en</strong> olie <strong>en</strong> gas in het totale Vlaamse <strong>en</strong>ergiegebruik vrijwel precies<br />

overe<strong>en</strong> met de gemiddelde waarde. Het aandeel kol<strong>en</strong> is kleiner dan gemiddeld <strong>en</strong><br />

het aandeel uranium nav<strong>en</strong>ant groter.<br />

1 1 m 3 aardgas ≈ 35 MJ.<br />

2 http://www.distrigas.be/cont<strong>en</strong>t/aboutus/distrigasprofile/distrigas_in_figures_nl.asp.<br />

olie<br />

overig<br />

11


2 De beschikbaarheid <strong>van</strong> de dragers<br />

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de beschikbaarheid <strong>van</strong> fossiele <strong>en</strong>ergie op de langere<br />

termijn. Twee perspectiev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> daarbij gehanteerd word<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong> het <strong>en</strong>e<br />

streeft naar het in beeld br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> de in theorie mogelijke, uiteindelijk winbare<br />

voorkom<strong>en</strong>s (de ultimately recoverable resources), terwijl het andere er<strong>van</strong> uitgaat<br />

dat e<strong>en</strong> dergelijke analyse weinig zinvol is. Natuurlijke voorkom<strong>en</strong>s <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiedragers<br />

kunn<strong>en</strong> immers pas als reserves beschouwd word<strong>en</strong> als er vraag naar bestaat<br />

<strong>en</strong> de geschikte technologie beschikbaar is om deze op te spor<strong>en</strong>, te producer<strong>en</strong>, te<br />

transporter<strong>en</strong> <strong>en</strong> om te zett<strong>en</strong> in bruikbare <strong>en</strong>ergievorm<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat het in<br />

principe noodzakelijk is om de hele aanbodket<strong>en</strong> in beschouwing te nem<strong>en</strong>, <strong>van</strong> het<br />

analyser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de geologie <strong>en</strong> de winning tot de aanw<strong>en</strong>ding <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers<br />

in specifieke toepassing<strong>en</strong>, zoals vervoer, communicatie, verwarming, etc. Naast het<br />

fysieke voorkom<strong>en</strong> <strong>van</strong> fossiele <strong>en</strong>ergie op e<strong>en</strong> specifieke locatie, zijn factor<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

technische, economische <strong>en</strong> geopolitieke aard ook doorslaggev<strong>en</strong>d of <strong>en</strong> wanneer ze<br />

geproduceerd <strong>en</strong> verbruikt zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De diepte <strong>van</strong> het water, de afstand tot de<br />

markt, de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> investering<strong>en</strong>, de wetgeving, de te verwacht<strong>en</strong> winst<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere<br />

aspect<strong>en</strong> zijn factor<strong>en</strong> <strong>van</strong> belang bij de beslissing tot winning. Echter, wanneer<br />

het gaat om het aggreger<strong>en</strong> <strong>van</strong> de voorkom<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> deze factor<strong>en</strong> vaak niet<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de analyse, of slechts als statische elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beschouwd, waardoor<br />

er - afhankelijk <strong>van</strong> de omstandighed<strong>en</strong> - e<strong>en</strong> overschatting dan wel e<strong>en</strong> onderschatting<br />

zal optred<strong>en</strong> <strong>van</strong> de reserves.<br />

2.1 Definities<br />

Er bestaan e<strong>en</strong> aantal term<strong>en</strong> die <strong>en</strong>ergievoorkom<strong>en</strong>s beschrijv<strong>en</strong>, terwijl verschill<strong>en</strong>de<br />

auteurs <strong>en</strong> instituties ook nog e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan<br />

dezelfde term. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> varieert de precieze betek<strong>en</strong>is voor verschill<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong>.<br />

De World Energy Council definieert voorkom<strong>en</strong>s (resources) als ‘the occurr<strong>en</strong>ces of<br />

material in recognizable form’ (WEC, 1998). Voor olie omvat dit de hoeveelheid olie<br />

in de aardkorst. De zog<strong>en</strong>aamde ‘reserves’ mak<strong>en</strong> daar e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> uit.<br />

Energiemaatschappij BP definieert bewez<strong>en</strong> ‘prov<strong>en</strong>’ reserves als: ‘g<strong>en</strong>erally tak<strong>en</strong> to<br />

be those quantities that geological and <strong>en</strong>gineering information indicates with<br />

reasonable certainty can be recovered in the future from known reservoirs under existing<br />

economic and operating conditions’ (BP, 1999).<br />

Andere veelgebruikte term<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> ‘probable reserves’, ‘indicated reserves’ <strong>en</strong><br />

‘inferred reserves’, die aanduid<strong>en</strong> dat er niet voldaan is aan de criteria voor bewez<strong>en</strong><br />

(prov<strong>en</strong>) reserves. Wanneer in dit <strong>rapport</strong> gesprok<strong>en</strong> wordt over reserves wordt<br />

steeds gedoeld op bewez<strong>en</strong> reserves.<br />

Uiteindelijk winbare voorkom<strong>en</strong>s zijn de som <strong>van</strong> reeds geproduceerde voorkom<strong>en</strong>s<br />

plus alle geïd<strong>en</strong>tificeerde winbare voorkom<strong>en</strong>s plus het mogelijk winbare aandeel<br />

<strong>van</strong> de (nog) niet ontdekte voorkom<strong>en</strong>s. Vervolg<strong>en</strong>s bestaat er e<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong><br />

conv<strong>en</strong>tionele voorkom<strong>en</strong>s <strong>en</strong> niet conv<strong>en</strong>tionele voorkom<strong>en</strong>s, die olie schalies, teer-<br />

12<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


zand<strong>en</strong>, coalbed methane, gas hydrat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> uranium in black shale of opgelost in<br />

zeewater omvatt<strong>en</strong>.<br />

De McKelvey box is e<strong>en</strong> veelgebruikte matrixopzet waarop voorkom<strong>en</strong>s getypeerd<br />

word<strong>en</strong> aan de hand <strong>van</strong> de geologische zekerheid dat ze aanwezig zijn <strong>en</strong> de economische<br />

winbaarheid. Deze opzet is ontwikkeld door het U.S. Bureau of Mines <strong>en</strong><br />

de U.S. Geological Survey (USGS, 1980) <strong>en</strong> ligt ook t<strong>en</strong> grondslag aan de door de<br />

Ver<strong>en</strong>igde Naties <strong>en</strong> SPE/WPC/AAPG 3 gehanteerde systematiek.<br />

In deze systematiek word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>s (resources) gezi<strong>en</strong> als conc<strong>en</strong>traties <strong>van</strong> in<br />

de aardkorst voorkom<strong>en</strong>de hoeveelhed<strong>en</strong> vast, vloeibaar of gasvormig materiaal (Zie<br />

Figuur 2). De geologische dim<strong>en</strong>sie maakt e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerde<br />

<strong>en</strong> nog niet ontdekte voorkom<strong>en</strong>s. Van geïd<strong>en</strong>tificeerde voorkom<strong>en</strong>s is locatie, het<br />

type, de kwaliteit <strong>en</strong> de hoeveelheid bek<strong>en</strong>d, of kan vastgesteld word<strong>en</strong>. Hierbij wordt<br />

onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> aangetoonde voorkom<strong>en</strong>s (gemet<strong>en</strong> <strong>en</strong> indicated) <strong>en</strong><br />

waarschijnlijke (inferred) voorkom<strong>en</strong>s om de onzekerhed<strong>en</strong> in de geologische analyse<br />

aan te gev<strong>en</strong>.<br />

Figuur 2 McKelvey box voor de classificatie <strong>van</strong> voorkom<strong>en</strong>s <strong>van</strong> koolwaterstoff<strong>en</strong><br />

3 SPE: Society of Petroleum Engineers; WPC: World Petroleum Congress; AAPG: American Association of<br />

Petroleum Geologists.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

13


2.2 Kol<strong>en</strong><br />

Reserves <strong>en</strong> resources<br />

Reserves zijn geïd<strong>en</strong>tificeerde voorkom<strong>en</strong>s die technisch <strong>en</strong> economische winbaar zijn op het mom<strong>en</strong>t<br />

<strong>van</strong> pres<strong>en</strong>tatie. ‘Nog niet ontdekte voorkom<strong>en</strong>s’ word<strong>en</strong> vermoed of verwacht, gegev<strong>en</strong> analoge<br />

geologische omstandighed<strong>en</strong>. ‘Andere’ voorkom<strong>en</strong>s (‘other occurr<strong>en</strong>ces’) zijn <strong>van</strong> te lage kwaliteit<br />

of kunn<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege specifieke technische of economische red<strong>en</strong><strong>en</strong> niet als winbaar beschouwd word<strong>en</strong>.<br />

Het grootste deel <strong>van</strong> de onconv<strong>en</strong>tionele voorkom<strong>en</strong>s (zware olie, teer zand<strong>en</strong>, olieschalies)<br />

bevindt zich in de categorie ‘other occurr<strong>en</strong>ces’.<br />

De scheidslijn tuss<strong>en</strong> reserves <strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>s (resources) is de teg<strong>en</strong>woordige of verwachte winstgev<strong>en</strong>dheid<br />

<strong>van</strong> de exploitatie, die bepaald wordt door de verkoopprijs <strong>en</strong> de winningskost<strong>en</strong>. Winningskost<strong>en</strong><br />

voor reserves zijn meestal onderbouwd door middel <strong>van</strong> daadwerkelijke analyses <strong>van</strong><br />

lokale productiekost<strong>en</strong>, terwijl die <strong>van</strong> resources vastgesteld word<strong>en</strong> aan de hand <strong>van</strong> ervaring met<br />

winning in vergelijkbare situaties, maar aangepast voor specifieke geologische <strong>en</strong> geografische omstandighed<strong>en</strong>.<br />

Technologie- <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nisontwikkeling vergrot<strong>en</strong> de operationele mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>daling<br />

tot gevolg, zodat eerder niet winbare voorkom<strong>en</strong>s nu wel als reserves geboekt kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>.<br />

Er kunn<strong>en</strong> meerdere soort<strong>en</strong> kol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> natuurlijk gevolg<br />

<strong>van</strong> het proces <strong>van</strong> kol<strong>en</strong>vorming uit afgestorv<strong>en</strong> vegetatie. In principe voltrekt<br />

zich dit proces vrijwel overal op aarde. De druk, temperatuur <strong>en</strong> ontstaansperiode<br />

verschill<strong>en</strong> echter per locatie waardoor diverse typ<strong>en</strong> kol<strong>en</strong> zijn ontstaan.<br />

In de literatuur word<strong>en</strong> veelal vier typ<strong>en</strong> kol<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Dit zijn ligniet of bruinkool,<br />

subbitumineuze kol<strong>en</strong>, bitumineuze kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> antraciet (ELC, 2005) <strong>en</strong> (WCI).<br />

Ligniet, of bruinkool, is geologisch gezi<strong>en</strong> de jongste soort, heeft het laagste koolstofgehalte<br />

(25% tot 35%), e<strong>en</strong> hoog vochtgehalte <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoog zwavel- <strong>en</strong> asgehalte.<br />

Ligniet wordt in de praktijk vooral dicht bij de winningplaats gebruikt <strong>en</strong> veelal voor<br />

elektriciteitsopwekking. De calorische waarde loopt op tot ruim 17 MJ/kg.<br />

Subbitumineuze kol<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> meer koolstof (35% tot 45%), zijn droger <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> lager zwavelgehalte dan ligniet. Deze kol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> veelal gebruikt voor elektriciteitsopwekking,<br />

cem<strong>en</strong>tproductie <strong>en</strong> andere industriële doeleind<strong>en</strong>. De calorische<br />

waarde ligt tuss<strong>en</strong> de 17 <strong>en</strong> 24 MJ/kg.<br />

Bitumineuze kol<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> koolstofgehalte tuss<strong>en</strong> de 45% <strong>en</strong> 86%. Bij dit type<br />

kol<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> subonderscheid gemaakt in thermal of steam coal <strong>en</strong> metallugical of<br />

coking coal. De thermal coal heeft hier<strong>van</strong> de laagste kwaliteit <strong>en</strong> wordt veelal voor<br />

dezelfde doeleind<strong>en</strong> gebruikt als de subbitumineuze kol<strong>en</strong>. De coking coal wordt<br />

vooral in de staalindustrie gebruikt. De calorische waarde <strong>van</strong> bitumineuze kol<strong>en</strong> ligt<br />

bov<strong>en</strong> de 24 MJ/kg.<br />

Antraciet heeft het hoogste koolstofgehalte (tuss<strong>en</strong> 86% <strong>en</strong> 98%) <strong>en</strong> daarmee de<br />

hoogste <strong>en</strong>ergetische inhoud. Antraciet wordt voor huishoudelijke <strong>en</strong> industriële<br />

doeleind<strong>en</strong> gebruikt.<br />

In Figuur 3 zijn de g<strong>en</strong>oemde kol<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> schema weergegev<strong>en</strong>. De g<strong>en</strong>oemde<br />

perc<strong>en</strong>tages gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indicatie <strong>van</strong> het aandeel <strong>van</strong> de diverse soort<strong>en</strong> in<br />

de totale wereldreserve aan kol<strong>en</strong>.<br />

14<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Figuur 3 Indeling kol<strong>en</strong> in diverse soort<strong>en</strong><br />

laag koolstof/<strong>en</strong>ergieinhoud hoog<br />

hoog vochtgehalte laag<br />

lignite<br />

(or brown coal)<br />

17%<br />

low quality coals<br />

47%<br />

vooral opwekking<br />

elektriciteit<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

sub-bituminous<br />

30%<br />

coal<br />

- opwekking elektriciteit<br />

- cem<strong>en</strong>tproductie<br />

- industrieel gebruik<br />

thermal<br />

steam coal<br />

bituminous<br />

52%<br />

hard coal<br />

53%<br />

metallurgical<br />

coking coal<br />

staalproductie<br />

anthracite<br />

1%<br />

huishoudelijk <strong>en</strong><br />

industrieel<br />

gebruik<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> de geologische process<strong>en</strong> die in de afgelop<strong>en</strong> honderdduiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tot<br />

miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> jar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> kol<strong>en</strong> nu op e<strong>en</strong> aantal plaats<strong>en</strong><br />

aangetroff<strong>en</strong> aan het aardoppervlak <strong>en</strong> op andere plaats<strong>en</strong> op diept<strong>en</strong> die oplop<strong>en</strong><br />

tot <strong>en</strong>kele kilometers. Circa 60% <strong>van</strong> de huidige kol<strong>en</strong>winning in de wereld vindt ondergronds<br />

plaats (The Coal resource: a compreh<strong>en</strong>sive overview of coal). In Australië<br />

is dit perc<strong>en</strong>tage 20% <strong>en</strong> in de USA 33%. In deze land<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> de kol<strong>en</strong>lag<strong>en</strong><br />

zich op relatief veel plaats<strong>en</strong> dichterbij het aardoppervlak.<br />

Er is goed zicht op grote del<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kol<strong>en</strong>voorkom<strong>en</strong>s, op grond <strong>van</strong> geologische<br />

prospectie (m.n. in bergachtig gebied, waar reeks<strong>en</strong> aardlag<strong>en</strong> zichtbaar zijn), seismisch<br />

onderzoek <strong>en</strong> andere geofysische opstporingsmethod<strong>en</strong> (o.a. gravimetrie <strong>en</strong><br />

magnetometrie). De bek<strong>en</strong>de voorkom<strong>en</strong>s zijn zo groot dat mom<strong>en</strong>teel weinig aanvull<strong>en</strong>de<br />

exploratie plaatsvindt specifiek voor ste<strong>en</strong>kool. Ste<strong>en</strong>kool wordt wel nog<br />

steeds ‘spontaan’ aangetroff<strong>en</strong> bij de zoektocht naar bijv. olie <strong>en</strong> gas.<br />

perc<strong>en</strong>tage<br />

wereld reserves<br />

15


Figuur 4 Bek<strong>en</strong>de kol<strong>en</strong>voorkom<strong>en</strong>s (eind 2005)<br />

Figuur 5 Winning <strong>en</strong> verbruik <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> in 1995 <strong>en</strong> 2005<br />

De verdeling <strong>van</strong> de bek<strong>en</strong>de kol<strong>en</strong>voorkom<strong>en</strong>s over de wereld is schematisch aangegev<strong>en</strong><br />

in Figuur 4, de winning <strong>en</strong> het verbuik zijn aangegev<strong>en</strong> in Figuur 5. Cijfers<br />

rond de reserves zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in Tabel 1.<br />

16<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Tabel 1 Reserves (winbare voorkom<strong>en</strong>s) <strong>van</strong> de vier kol<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> per contin<strong>en</strong>t; data 2005 (BP statistical review<br />

of World Energy 2006) in 109 tonn<strong>en</strong> (zie hoofdtekst voor de calorische waarde <strong>van</strong> elke kol<strong>en</strong>soort)<br />

2.3 Olie<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Bitumineus +<br />

antraciet<br />

[Gton]<br />

Subbitumineus +<br />

ligniet<br />

[Gton]<br />

Totaal<br />

[Gton]<br />

Noord-Amerika 116 139 254<br />

Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> 111 135<br />

Zuid-Amerika 7,7 12,1 20<br />

Colombia 6 0,4<br />

Europa + Eurazië 112 175 287<br />

Kazachstan 28 3<br />

Russ. federatie 49 108<br />

Oekraine 16 18<br />

Pol<strong>en</strong> 14 -<br />

Afrika <strong>en</strong> Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong> 51 0,2 51<br />

Zuid-Afrika 49 -<br />

Azië <strong>en</strong> Oceanië 193 104 297<br />

Australië 39 40<br />

China 62 52<br />

India 90 2<br />

TOTAAL 479 430 909<br />

In zowel in de figuur als de tabel valt op dat Afrika <strong>en</strong> Zuid-Amerika nauwelijks e<strong>en</strong><br />

rol spel<strong>en</strong> in het totaalbeeld. Dit komt voor e<strong>en</strong> belangrijk deel doordat deze contin<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

(wellicht met uitzondering <strong>van</strong> Zuid-Afrika <strong>en</strong> del<strong>en</strong> <strong>van</strong> Brazilië) nog ‘terra<br />

incognita’ zijn wat betreft de voorkom<strong>en</strong>s <strong>van</strong> fossiele dragers. Daarbuit<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong><br />

opgemerkt dat de kol<strong>en</strong>reserves redelijk gelijk zijn verdeeld over de contin<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> over de daarin te onderscheid<strong>en</strong> geopolitieke zones.<br />

Oliereserves zijn geconc<strong>en</strong>treerd in e<strong>en</strong> klein aantal land<strong>en</strong>. Meer dan 60% <strong>van</strong> de<br />

oliereserves bevindt zich in de regio rond de Perzische Golf. Aanzi<strong>en</strong>lijke voorkom<strong>en</strong>s<br />

zijn er voorts nog in Afrika, Zuid-Amerika <strong>en</strong> de voormalige Sovjet-Unie. De<br />

grote consumer<strong>en</strong>de regio’s (VS, EU, China <strong>en</strong> Japan) zijn voor de import <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie<br />

meer <strong>en</strong> meer afhankelijk <strong>van</strong> bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde exporter<strong>en</strong>de regio’s.<br />

De winzekerheid <strong>van</strong> olieveld<strong>en</strong> wordt bepaald door het volume olie in de grond, de<br />

olie eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, de aard <strong>van</strong> het reservoirgeste<strong>en</strong>te maar ook door technische<br />

<strong>en</strong> economische factor<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s de BP Statistical Review of World Energy 2004 is de originele ‘conv<strong>en</strong>tionele’<br />

‘bewez<strong>en</strong>’ olie mondiaal ongeveer 2.150 miljard vat<strong>en</strong> 4 , waar<strong>van</strong> ruim 1.000 (dus<br />

bijna de helft) is verbruikt. Deze schatting is gebaseerd op de gepubliceerde reserves<br />

door internationale <strong>en</strong> nationale oliebedrijv<strong>en</strong> (IOC’s <strong>en</strong> NOC’s) 5 (zie Figuur 6). Er<br />

word<strong>en</strong> ook veel hogere volumina g<strong>en</strong>oemd maar daarbij wordt uitgegaan <strong>van</strong> grootschalige<br />

productie <strong>van</strong> zware olie <strong>en</strong> teerzand<strong>en</strong>. Op het mom<strong>en</strong>t is de bijdrage <strong>van</strong><br />

deze <strong>bronn<strong>en</strong></strong> nog vrij klein.<br />

4<br />

E<strong>en</strong> vat is e<strong>en</strong> standaard inhoudsmaat voor ruwe aardolie <strong>en</strong> is gelijk aan 159 liter.<br />

5<br />

Gepubliceerde data <strong>van</strong> OPEC, Oil and Gas Journal, World Oil, etc.<br />

17


Exploratietechniek<strong>en</strong><br />

<strong>Fossiele</strong> <strong>en</strong>ergiedragers word<strong>en</strong> op de eerste plaats gezocht met behulp <strong>van</strong> geologische prospectie,<br />

met name daar waar op berghelling<strong>en</strong> of glooiing<strong>en</strong> in het landschap reeks<strong>en</strong> aardlag<strong>en</strong> zichtbaar zijn<br />

<strong>en</strong> geste<strong>en</strong>temonsters kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderzocht. Deze lag<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> over het al of niet<br />

aanwezig zijn <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers. Luchtfoto’s <strong>en</strong> satellietbeeld<strong>en</strong> zijn teg<strong>en</strong>woordig ook e<strong>en</strong> belang-<br />

rijke bron bij het verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>van</strong> de geologische gesteldheid <strong>van</strong> de bodem. In strek<strong>en</strong> waar ge<strong>en</strong> spor<strong>en</strong><br />

aan de oppervlakte kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor verder onderzoek wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong><br />

geofysische opsporingsmethod<strong>en</strong>, zoals gravimetrie, magnetometrie <strong>en</strong> seismiek.<br />

De gravimetrische methode is gebaseerd op het principe dat zwaartekracht aan de oppervlakte <strong>van</strong> de<br />

aarde verschilt als gevolg <strong>van</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> meer of minder zware rotslag<strong>en</strong> in de bodem. Daar<br />

waar dicht bij de oppervlakte e<strong>en</strong> omhoog gestuwde zware rotslaag voorkomt neemt de zwaartekracht<br />

toe. Door meerdere peiling<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ondergrondse formaties in kaart word<strong>en</strong> gebracht.<br />

Bij de magnetometrische methode wordt de kracht <strong>en</strong> richting <strong>van</strong> het magnetisch veld gemet<strong>en</strong>. Aard-<br />

lag<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> magnetische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> die afhang<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun sam<strong>en</strong>stelling. Doordat hierover in-<br />

middels veel k<strong>en</strong>nis bestaat kan bijvoorbeeld met behulp <strong>van</strong> e<strong>en</strong> boot of vliegtuig met e<strong>en</strong> magnetome-<br />

ter relatief snel e<strong>en</strong> kaart word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld <strong>van</strong> de opbouw <strong>van</strong> de rotslag<strong>en</strong>, ook op zee <strong>en</strong> in ge-<br />

bied<strong>en</strong> waar prospectie <strong>van</strong>af het aardoppervlak moeilijk is.<br />

De seismische methode gaat uit <strong>van</strong> de registratie <strong>van</strong> trilling<strong>en</strong> die in de aardkorst word<strong>en</strong> veroorzaakt<br />

door kunstmatig opgewekte explosies. De trilling<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> zich voort door de aarde <strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebro-<br />

k<strong>en</strong> <strong>en</strong> gereflecteerd op scheidingsvlakk<strong>en</strong> <strong>van</strong> geste<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Dit geeft weer e<strong>en</strong> beeld <strong>van</strong> de onder-<br />

grondse formaties. Zoals bijvoorbeeld getoond in de figuur.<br />

Specialistische expertise <strong>en</strong> ervaring<br />

zijn vereist voor e<strong>en</strong> goede<br />

interpretatie <strong>van</strong> de prospectieresulta-<br />

t<strong>en</strong>. Zelfs experts kunn<strong>en</strong> niet met<br />

zekerheid vaststell<strong>en</strong> uit welke<br />

geste<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de ondergrond bestaat <strong>en</strong><br />

of er fossiele <strong>en</strong>ergiedragers<br />

gevond<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Er moet<strong>en</strong><br />

aanvull<strong>en</strong>d exploratieboring<strong>en</strong><br />

plaatsvind<strong>en</strong> om duidelijkheid te<br />

verkrijg<strong>en</strong> over de aanwezigheid <strong>van</strong><br />

<strong>en</strong>ergiedragers <strong>en</strong> de kwaliteit<br />

daar<strong>van</strong>.<br />

Beeld <strong>van</strong> bodemlag<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong> seismisch onderzoek (Society of Exploration Geo physicists; Virtual geosci<strong>en</strong>ce<br />

c<strong>en</strong>ter)<br />

18<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Figuur 6 E<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> gepubliceerde Ultimately Recoverable Resources (URR) (BP Statistical review of<br />

reserves, 2006)<br />

De in de jar<strong>en</strong> ’60 bepaalde Ultimately Recoverable Resources (URR) werd<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong><br />

geaccepteerd als de aanwezige hoeveelheid voorkom<strong>en</strong>s, inclusief cumulatieve<br />

productie, bewez<strong>en</strong> reserves indertijd <strong>en</strong> nog the ontdekk<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>s. Figuur 7<br />

geeft e<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> gepubliceerde URR die e<strong>en</strong> variatie laat zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> 600 miljard<br />

vat<strong>en</strong> (Weeks, 1959) tot ruim 2.000 miljard vat<strong>en</strong> (USGS, 2000).<br />

De URR-discussie richt zich alle<strong>en</strong> op de voorkom<strong>en</strong>s <strong>van</strong> conv<strong>en</strong>tionele olie. Schalies,<br />

teerzand<strong>en</strong> <strong>en</strong> zware ruwe olie word<strong>en</strong> beschouwd als voorkom<strong>en</strong>s die niet met<br />

conv<strong>en</strong>tionele method<strong>en</strong> gewonn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, als gevolg <strong>van</strong> technische <strong>en</strong><br />

economische beperking<strong>en</strong> (zie Rogner, 1997; Gregory and Rogner, 1998). Deze<br />

voorkom<strong>en</strong>s vorm<strong>en</strong> echter e<strong>en</strong> aandeel <strong>van</strong> de hoeveelheid fossiele brandstoff<strong>en</strong> in<br />

de aardkorst, dat vrijwel ev<strong>en</strong> groot geacht wordt als de conv<strong>en</strong>tionele olievoorrad<strong>en</strong>.<br />

Deze voorkom<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> niet ontk<strong>en</strong>d door ‘fixed stock’ analyst<strong>en</strong>, maar er bestaat<br />

weinig vertrouw<strong>en</strong> in toekomstige technologie om deze voorkom<strong>en</strong>s naar de markt te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

19


Figuur 7 E<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> gepubliceerde Ultimately Recoverable Resources (URR)<br />

20<br />

USGS 5% 2000<br />

USGS Mean 2000<br />

USGS 95% 2000<br />

Campbell 1995<br />

Masters 1994<br />

Campbell 1992<br />

Bookout 1989<br />

Masters 1987<br />

Martin 1984<br />

Nehring 1982<br />

Halbouty 1981<br />

Meyerhoff 1979<br />

Nehring 1978<br />

Nelson 1977<br />

Folinsbee 1976<br />

Adams & Kirby 1975<br />

Lind<strong>en</strong> 1973<br />

Moody 1972<br />

Moody 1970<br />

Shell 1968<br />

Weeks 1959<br />

MacNaughton 1953<br />

Weeks 1948<br />

Pratt 1942<br />

Published Estimates of World Oil Ultimate Recovery<br />

0 0.5 1 1.5 2 2.5 3 3.5 4<br />

Source: DOE, USGS and Colin Campbell<br />

Trillions of Barrels<br />

Onzekerhed<strong>en</strong> rond oliereserves<br />

De manier <strong>van</strong> het berek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> oliereserves wordt niet door alle oliemaatschappij<strong>en</strong> op dezelfde<br />

wijze gedaan. Internationale oliemaatschappij<strong>en</strong> (IOC’s) gebruik<strong>en</strong> veelal statistische method<strong>en</strong> voor<br />

het berek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> reserves. Ze mak<strong>en</strong> gebruik <strong>van</strong> definities vastgesteld door de Society of Petroleum<br />

Engineers (SPE). Deze definieert de hoeveelheid olie die ‘met 90% zekerheid’ (P90) omhoog te hal<strong>en</strong><br />

is als ‘bewez<strong>en</strong>’ reserves. Voor de ‘waarschijnlijke’ reserves bedraagt die zekerheid maar 50% (P50),<br />

<strong>en</strong> de ‘mogelijke’ reserves hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> winkans <strong>van</strong> 10% (P10). De opgegev<strong>en</strong> oliereserves <strong>van</strong> de<br />

meeste staatsoliemaatschappij<strong>en</strong> (National Oil Companies, NOC’s) zijn niet altijd inzichtelijk, temeer<br />

daar deze bedrijv<strong>en</strong>, in teg<strong>en</strong>stelling tot IOCs, ge<strong>en</strong> verantwoording hoev<strong>en</strong> af te legg<strong>en</strong> over de geboekte<br />

reserves aan bijvoorbeeld de Amerikaanse beurswaakhond SEC. Verwarring is met name ontstaan<br />

midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> tachtig to<strong>en</strong> de Organisation of Petroleum Exporting Countries (OPEC) het quotasysteem<br />

aangepast heeft, hetge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>de dat naast de productie ook de reserves e<strong>en</strong> rol ging<strong>en</strong><br />

spel<strong>en</strong> bij het vaststell<strong>en</strong> <strong>van</strong> de productiequota. In die periode verdubbeld<strong>en</strong> de meeste OPEC-land<strong>en</strong><br />

de opgegev<strong>en</strong> reserves zonder dat aanwijsbare nieuwe veld<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ontdekt of tot ontwikkeling war<strong>en</strong><br />

gebracht. Toch valt, onder meer op basis <strong>van</strong> historische data <strong>en</strong> geologische profiel<strong>en</strong>, wel iets te<br />

zegg<strong>en</strong> over de waarschijnlijkheid <strong>van</strong> de gepres<strong>en</strong>teerde data. Deze data gev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> tot wez<strong>en</strong>lijke<br />

twijfel.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


2.4 Gas<br />

Kost<strong>en</strong>ontwikkeling <strong>van</strong> exploratie <strong>en</strong> productie<br />

Technologische ontwikkeling, zoals driedim<strong>en</strong>sionale seismiek <strong>en</strong> horizontale boortechniek<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong><br />

de winningsfactor <strong>van</strong> olie in bestaande reservoirs verhoogd <strong>en</strong> winstgev<strong>en</strong>de exploitatie mogelijk gemaakt<br />

<strong>van</strong> veld<strong>en</strong> die in eerste instantie niet als technisch of economisch winbaar beschouwd werd<strong>en</strong>,<br />

waarmee dus de reserves vergroot werd<strong>en</strong>.<br />

In het verled<strong>en</strong> heeft de ontwikkeling <strong>van</strong> technologie geleid tot aanzi<strong>en</strong>lijke kost<strong>en</strong> daling<strong>en</strong> in de exploratie,<br />

ontwikkeling <strong>en</strong> productie, terwijl de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de totale reserves bleef groei<strong>en</strong>. Deze ontwikkeling<br />

zal niet stil blijv<strong>en</strong> staan. T<strong>en</strong> dele zal deze kost<strong>en</strong>daling comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> voor het feit dat er in<br />

steeds meer afgeleg<strong>en</strong>, klimatologisch onvri<strong>en</strong>delijke gebied<strong>en</strong> naar kleinere voorkom<strong>en</strong>s gezocht zal<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Voor wat betreft de toegepaste technologie zal de off-shore productie aan belang winn<strong>en</strong> (diepere water<strong>en</strong>,<br />

Arctic), terwijl verbeterde winningstechniek<strong>en</strong> (EOR/EGR) zich verder zull<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>. Indicaties<br />

hier<strong>van</strong> zijn te vind<strong>en</strong> in de strategie <strong>van</strong> de majors, die zich zegg<strong>en</strong> te richt<strong>en</strong> op dit soort moeilijke<br />

‘frontier’ project<strong>en</strong>, bij gebrek aan toegang tot interessante, grootschalige project<strong>en</strong> in de traditionele<br />

gebied<strong>en</strong>. Daarnaast zal het exploratie onderzoek zich waarschijnlijk verder ontwikkel<strong>en</strong> in simulatie <strong>en</strong><br />

schattingstechniek<strong>en</strong>.<br />

Beschikbaarheid <strong>van</strong> olievoorkom<strong>en</strong>s als functie <strong>van</strong> de marktprijs<br />

Bron: IEA, 2005<br />

Aardgas is e<strong>en</strong> schone, veelzijdige <strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig te controler<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiebron, die in<br />

huishoud<strong>en</strong>s, de industrie <strong>en</strong> de elektriciteitsopwekking in Europa, Noord- <strong>en</strong> Zuid-<br />

Amerika <strong>en</strong> Azië e<strong>en</strong> belangrijke plaats inneemt. Op dit mom<strong>en</strong>t voorziet gas in ongeveer<br />

e<strong>en</strong> kwart <strong>van</strong> de totale primaire <strong>en</strong>ergiebehoefte op wereldschaal. Verdere<br />

groei <strong>van</strong> de gasconsumptie wordt verwacht, als gevolg <strong>van</strong> de relatief lage CO2uitstoot,<br />

in vergelijking met kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> olieproduct<strong>en</strong>.<br />

In vergelijking met olie is er bij gas meer zekerheid over de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de reserves<br />

(Figuur 8) <strong>en</strong> over de toereik<strong>en</strong>dheid hier<strong>van</strong>. De hoeveelheid is vergelijkbaar, maar<br />

de huidige <strong>en</strong> cumulatieve consumptie ligt aanzi<strong>en</strong>lijk lager. De voornaamste uitdaging<br />

voor de ontwikkeling <strong>van</strong> gas is de noodzaak tot het aanlegg<strong>en</strong> <strong>van</strong> om<strong>van</strong>grijke<br />

transport- <strong>en</strong> distributiesystem<strong>en</strong>, naast de investering<strong>en</strong> in exploratie <strong>en</strong> winning.<br />

Gasvoorkom<strong>en</strong>s die te ver <strong>van</strong> c<strong>en</strong>tra <strong>van</strong> consumptie afligg<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> daarom tot<br />

voor kort niet interssant gevond<strong>en</strong> door de industrie <strong>en</strong> niet tot de reserves gerek<strong>en</strong>d.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

21


De huidige ontwikkeling <strong>van</strong> Liquified Natural Gas (LNG)-ket<strong>en</strong>s zou aan deze situatie<br />

e<strong>en</strong> einde kunn<strong>en</strong> gaan mak<strong>en</strong>.<br />

Figuur 8 Bek<strong>en</strong>de gasvoorkom<strong>en</strong>s wereldwijd<br />

E<strong>en</strong> belangrijk geografisch elem<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> de gasvoorzi<strong>en</strong>ing is de<br />

afstand waarover gas getransporteerd wordt <strong>van</strong> de winningslocatie naar de<br />

afnemers. Economische overweging<strong>en</strong> gaan er<strong>van</strong> uit dat de exploratie, de ontwikkeling<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> veld<strong>en</strong> <strong>en</strong> de winning zo dicht mogelijk bij de afnemers plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

Transport is duur, het vermindert de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> <strong>van</strong> het gas voor produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verbruikers <strong>en</strong> het reduceert de mogelijkhed<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> flexibele inzet <strong>van</strong> het gas, om<br />

dagelijkse <strong>en</strong> seizo<strong>en</strong>spatron<strong>en</strong> in afname te dekk<strong>en</strong>.<br />

Er wordt veel gas gewonn<strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>hang met olie. Deze zog<strong>en</strong>aamde jointproduction<br />

heeft traditioneel tot grote problem<strong>en</strong> geleid, bij het tegelijkertijd afstemm<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het aanbod <strong>van</strong> gas én olie op de vraag. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> was de verkoop <strong>van</strong> dit<br />

gas vaak niet winstgev<strong>en</strong>d, omdat het zover <strong>van</strong> pot<strong>en</strong>tiële klant<strong>en</strong> plaatsvond <strong>en</strong><br />

transport per pijpleiding te duur of onmogelijk was. Pas rec<strong>en</strong>telijk zijn de kost<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> Liquified Natural Gas (LNG)-systeem, inclusief het vloeibaar mak<strong>en</strong>, het transport<br />

<strong>en</strong> het weer in gasvormige toestand terugbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zover gedaald dat LNG e<strong>en</strong><br />

perspectief geword<strong>en</strong> is. Daarmee zull<strong>en</strong> geografische patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> gasvoorzi<strong>en</strong>ing<br />

zich radicaal gaan wijzig<strong>en</strong>.<br />

22<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


2.5 Uranium<br />

Belangrijke spelers op de exploratiemarkt<br />

De prospectie wordt uitgevoerd door of in opdracht <strong>van</strong> de grote internationale of nationale <strong>en</strong>ergie-<br />

maatschappij<strong>en</strong>. Zij schakel<strong>en</strong> hiervoor veelal gespecialiseerde bedrijv<strong>en</strong> in. De grootste op dit terrein<br />

wereldwijd zijn Halliburton (ca. 100.000 medewerkers), Schlumberger (ca. 70.000 medewerkers) <strong>en</strong><br />

Baker Hughes (ca. 35.000 medewerkers). Deze bedrijv<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> e<strong>en</strong> breed spectrum <strong>van</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aan<br />

de <strong>en</strong>ergiemaatschappij<strong>en</strong>. Zo lever<strong>en</strong> zij apparatuur, expertise <strong>en</strong> personeel voor exploratie- <strong>en</strong> exploi-<br />

tatieboring<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het beheer <strong>van</strong> de <strong>bronn<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> mijn<strong>en</strong>. De bedrijv<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong> ook weg<strong>en</strong>, platforms<br />

<strong>en</strong> pijpleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> medewerkers <strong>en</strong> voertuig<strong>en</strong> naar de winninglocatie. Van de g<strong>en</strong>oemde be-<br />

drijv<strong>en</strong> verricht Schlumberger het meeste prospectie-onderzoek, via haar maatschappij WesternGeco.<br />

Er zijn ook vele kleinere <strong>en</strong> meer gespecialiseerde bedrijv<strong>en</strong> op de markt <strong>van</strong> geologisch <strong>en</strong> geofysisch<br />

onderzoek, waar<strong>van</strong> dicht bij huis Fugro <strong>en</strong> Compagnie G<strong>en</strong>erale de Geophysique goede voorbeeld<strong>en</strong><br />

zijn. In deelsegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> deze bedrijv<strong>en</strong> tot de wereldtop.<br />

Uranium komt over de hele wereld voor in verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> geste<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />

rivier- <strong>en</strong> zeewater. In veel gevall<strong>en</strong> gaat het om zeer lage conc<strong>en</strong>traties die niet, of<br />

niet gemakkelijk gewonn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantal plaats<strong>en</strong> komt<br />

uranium in voldo<strong>en</strong>de conc<strong>en</strong>tratie voor om door middel <strong>van</strong> mijnbouw gewonn<strong>en</strong> te<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

De voorkom<strong>en</strong>s <strong>van</strong> uranium word<strong>en</strong> door de Nuclear Energy Ag<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> de International<br />

Atomic Energy Ag<strong>en</strong>cy in e<strong>en</strong> aantal categorieën ingedeeld (NEA & IAEA,<br />

2006). E<strong>en</strong> gangbare indeling is die naar kwaliteit (gehalte of ‘grade’ + hoeveelheid of<br />

‘tonnage’) <strong>van</strong> het erts:<br />

zeer hoge kwaliteit erts (> 10% U);<br />

hoge kwaliteit erts (‡ 2% U);<br />

lage kwaliteit erts (0,1% U).<br />

Ter vergelijking: de gemiddelde conc<strong>en</strong>tratie <strong>van</strong> uranium in de aardkorst (Clark<br />

Value) bedraagt 3 ppm of 3 gram/ton.<br />

Ook zijn er verschill<strong>en</strong>de locaties waarin uranium e<strong>en</strong> ‘bijproduct’ is in het erts dat<br />

wordt gewonn<strong>en</strong>. Voorrad<strong>en</strong> in Australië betreff<strong>en</strong> deels geassocieerd uranium in kopererts<strong>en</strong><br />

(Olympic Dam). Voorrad<strong>en</strong> in Zuid-Afrika zijn deels geassocieerd uranium<br />

in gouderts<strong>en</strong> (Witwatersrand).<br />

Uraniumwinning heeft specifieke <strong>en</strong> langjarige effect<strong>en</strong> op het milieu in de omgeving<br />

<strong>van</strong> de winninglocatie <strong>en</strong> op de gezondheid <strong>van</strong> de daar aanwezige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Deze<br />

effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> behandeld in het hoofdstuk duurzame ontwikkeling.<br />

Uranium komt wereldwijd op e<strong>en</strong> groot aantal plekk<strong>en</strong> voor, maar de conc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong><br />

winbaarheid hier<strong>van</strong> variër<strong>en</strong> sterk. Figuur 9 geeft e<strong>en</strong> indruk <strong>van</strong> het voorkom<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

uranium wereldwijd. Canada, Australië <strong>en</strong> Kazachstan herberg<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk meer<br />

dan de helft <strong>van</strong> de wereldvoorrad<strong>en</strong> uranium (NEA & IAEA, 2006).<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

23


Figuur 9 Uranium voorrad<strong>en</strong> wereldwijd<br />

Bron: http://japanfocus.org/products/details/1626.<br />

In Figuur 10 is de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de voorrad<strong>en</strong> per land gegev<strong>en</strong>. Daarbij is per land<br />

aangegev<strong>en</strong> welk deel <strong>van</strong> het totaal bestaat uit – qua hoeveelheid <strong>en</strong> uranium graad<br />

– precies(er) bek<strong>en</strong>de (RAR) <strong>en</strong> minder precies bek<strong>en</strong>de (IR) voorrad<strong>en</strong>. Ook is aangegev<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> welke prijs deze voorrad<strong>en</strong> (waarschijnlijk) winbaar zijn.<br />

Figuur 10 Voorrad<strong>en</strong> uranium in 2005 (uranium in erts)<br />

ton<br />

24<br />

1.400.000<br />

1.200.000<br />

1.000.000<br />

800.000<br />

600.000<br />

400.000<br />

200.000<br />

0<br />

Australie<br />

Kazakhstan<br />

Bron: NEA & IAEA, 2006.<br />

Canada<br />

USA<br />

Voorrad<strong>en</strong> uranium in 2005<br />

Zuid-Afrika<br />

Namibie<br />

IR 80-130<br />

IR


Door OECD <strong>en</strong> IAEA word<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de Engelstalige definities gegev<strong>en</strong>:<br />

‘Reasonably Assured Resources’ (RAR) have a high assurance of exist<strong>en</strong>ce<br />

according to the tonnages, grades, recoverability of the uranium and cost assessm<strong>en</strong>t.<br />

‘Inferred Resources’ (IR) (previously Estimated Additional Resources) are basically<br />

geometrically less known ext<strong>en</strong>sions (larger drilling patterns) of the previous (RAR) but<br />

are likely to have similar geological, technical and economic characteristics.<br />

Het betreft in beide gevall<strong>en</strong> ‘Id<strong>en</strong>tified Resources’: ‘Resources that are precisely<br />

positioned geographically (betwe<strong>en</strong> the meter to the hectometer scale or at the<br />

shovel scale)’.<br />

De algem<strong>en</strong>e verwachting is dat mede door de stijg<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ergievraag in India <strong>en</strong><br />

China ook het opgestelde vermog<strong>en</strong> aan kern<strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> daarmee de vraag naar<br />

uranium zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. De cumulatieve consumptie in de periode tot aan 2025 wordt<br />

geschat op 1,8 - 2,1 Mton, terwijl het verwachte aanbod in deze periode uit de mijnbouwsector,<br />

inclusief alle nieuwe mijnbouw project<strong>en</strong>, 1,6 Mton bedraagt. Er zal naar<br />

verwachting dus marktfrictie op gaan tred<strong>en</strong> (CIEP/CE, 2006).<br />

Uiteindelijk winbare voorkom<strong>en</strong>s<br />

Twee perspectiev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gehanteerd word<strong>en</strong> met betrekking tot de uiteindelijk winbare voorkom<strong>en</strong>s<br />

(de ultimately recoverable resources). De Peak oil beweging voorspelt dat de olieproductie - bijna - zijn<br />

hoogtepunt bereikt heeft <strong>en</strong> daarna alle<strong>en</strong> nog kan afnem<strong>en</strong>, terwijl de andere d<strong>en</strong>kschool olie reserves<br />

als e<strong>en</strong> dynamisch f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g bepaald wordt door vraag, aanbod <strong>en</strong><br />

technologische ontwikkeling. Deze school is optimistischer over de uiteindelijk produceerbare hoeveelhed<strong>en</strong><br />

olie <strong>en</strong> gas.<br />

Peak oil gaat uit <strong>van</strong> de gedachte dat er langzamerhand e<strong>en</strong> einde komt aan de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

olie-industrie om voldo<strong>en</strong>de olie te producer<strong>en</strong> om aan de vraag te voldo<strong>en</strong>. De in om<strong>van</strong>g belangrijkste<br />

voorkom<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> geacht inmiddels ontdekt <strong>en</strong> in productie g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te zijn. Toevoeging<strong>en</strong> aan het<br />

productiepot<strong>en</strong>tieel zull<strong>en</strong> daarom kleiner <strong>van</strong> om<strong>van</strong>g, e<strong>en</strong> kleinere capaciteit hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> duurder zijn,<br />

waardoor het steeds moeilijker is om aan de steeds verder stijg<strong>en</strong>de vraag te voldo<strong>en</strong>.<br />

Andere organisaties, waaronder het International Energy Ag<strong>en</strong>cy (IEA), stell<strong>en</strong> dat de sterke prijsstijging<br />

de oliemaatschappij<strong>en</strong> in OPEC <strong>en</strong> non-OPEC-gebied<strong>en</strong> ertoe aan zal zett<strong>en</strong> om te gaan invester<strong>en</strong>. De<br />

hogere olieprijs zou ook het zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> producer<strong>en</strong> <strong>van</strong> olie in diep water <strong>en</strong> verder afgeleg<strong>en</strong> gebied<strong>en</strong><br />

rechtvaardig<strong>en</strong>. Daarmee zal er op termijn voldo<strong>en</strong>de olie beschikbaar blijv<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere prijs<br />

dan in het verled<strong>en</strong>, maar wellicht onder de prijs <strong>van</strong> 2006 (in reële prijz<strong>en</strong>).<br />

Het statisch perspectief<br />

Lange tijd hebb<strong>en</strong> de wereld oliereserves e<strong>en</strong> kleine maar gestage groei gek<strong>en</strong>d, wat betek<strong>en</strong>de dat de<br />

ontdekking <strong>en</strong> waardering <strong>van</strong> nieuwe reserves in gelijke pas verliep met de winning <strong>van</strong> bestaande<br />

reserves. De meeste geolog<strong>en</strong> gaan uit <strong>van</strong> het concept <strong>van</strong> e<strong>en</strong> vrijwel vaste om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> voorkom<strong>en</strong>s<br />

<strong>van</strong> fossiele <strong>en</strong>ergie die afnem<strong>en</strong> zodra er winning plaatsvindt. Met betrekking tot olie wordt gesteld dat<br />

er maar weinig nieuwe veld<strong>en</strong> zijn ontdekt sinds het midd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> ‘70s <strong>en</strong> dat de meeste opwaardering<strong>en</strong><br />

in reserves het gevolg zijn <strong>van</strong> opwaardering <strong>en</strong> aanpassing <strong>van</strong> voordi<strong>en</strong> ondergewaardeerde<br />

bestaande reserves <strong>en</strong> verbeterde winningtechniek<strong>en</strong> (Hatfield, 1997; Campbell and Laherrere,<br />

1998).<br />

Het dynamisch perspectief<br />

Econom<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> olie <strong>en</strong> gasreserves als e<strong>en</strong> aandeel <strong>van</strong> het totale voorkom<strong>en</strong> aan fossiele <strong>en</strong>ergie in<br />

de aardkorst. Het volume <strong>van</strong> dat aandeel wordt bepaald door k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> technologie op het gebied <strong>van</strong><br />

exploratie, evaluatie <strong>van</strong> voorkom<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de productie <strong>en</strong> het transport <strong>van</strong> de olie <strong>en</strong> het gas <strong>en</strong> door de<br />

bereidheid te invester<strong>en</strong> in deze activiteit<strong>en</strong>. Deze bereidheid tot invester<strong>en</strong> vloeit voort uit het uitzicht<br />

op voldo<strong>en</strong>de winst<strong>en</strong>, gegev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaald kost<strong>en</strong>niveau <strong>en</strong> de zekerheid <strong>van</strong> voldo<strong>en</strong>de vraag op<br />

langere termijn.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

25


3 Analytisch kader voor toekomstverk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong><br />

Het doel <strong>van</strong> dit <strong>rapport</strong> is inzicht te verschaff<strong>en</strong> in de betrouwbaarheid inzake gegev<strong>en</strong>s<br />

m.b.t. de toekomstige beschikbaarheid <strong>van</strong> de fossiele <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong>, kol<strong>en</strong>,<br />

olie, gas <strong>en</strong> uranium. Hoe verloopt de exploratie <strong>en</strong> winning <strong>van</strong> deze <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong><br />

<strong>en</strong> wat zijn de consequ<strong>en</strong>ties daar<strong>van</strong> voor de beschikbaarheid? Deze vraagstelling<br />

richt zich primair op de aanbodzijde <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiemarkt <strong>en</strong> in het bijzonder de<br />

opsporing <strong>en</strong> de winning; de up-stream kant <strong>van</strong> de sector. Waar nodig wordt ook<br />

aandacht besteed aan de down-stream segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiemarkt <strong>en</strong> dus ook<br />

aan de vraagzijde.<br />

Zoals hieronder aangegev<strong>en</strong> wordt de beschikbaarheid <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers, kol<strong>en</strong>,<br />

olie <strong>en</strong> gas, voor e<strong>en</strong> belangrijk deel bepaald door de structuur <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong><br />

die in fysieke zin de opwaartse stroom <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers uit de aarde, via<br />

transport <strong>en</strong> conversie naar de eindgebruikers vorm geeft, <strong>en</strong> in economische zin de<br />

beloning voor investering<strong>en</strong> door de verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> in die ket<strong>en</strong> bepaald. Zowel<br />

de fysieke als de financieel economische strom<strong>en</strong>, door de ket<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in grote<br />

lijn<strong>en</strong> bepaald door instituties; regels die vorm krijg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> context <strong>van</strong> politieke<br />

doelstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> machtsverhouding<strong>en</strong>. Verder zijn ruimtelijke <strong>en</strong> geofysische patron<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> technische karakteristiek<strong>en</strong> <strong>van</strong> belang.<br />

3.1 De waardeket<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> geschikte manier om e<strong>en</strong> dergelijk systeem weer te gev<strong>en</strong> is de waardeket<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> waardeket<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> specifieke sector beschrijft de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

in het proces <strong>van</strong> het winn<strong>en</strong>, bewerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbruik<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ergievorm<strong>en</strong>.<br />

De mate <strong>van</strong> detail kan variër<strong>en</strong> per segm<strong>en</strong>t, afhankelijk <strong>van</strong> het doel <strong>van</strong><br />

de analyse, maar het is <strong>van</strong> belang dat de onderlinge afhankelijkheid in de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> deze segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> duidelijk gemaakt kan word<strong>en</strong>. Tegelijkertijd maakt het gebruik<br />

<strong>van</strong> het concept <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> het mogelijk om verschill<strong>en</strong>de ‘strom<strong>en</strong>’ in<br />

e<strong>en</strong> sector te onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> die met elkaar in verband te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Enerzijds is dat de fysieke stroom <strong>van</strong> de fossiele <strong>en</strong>ergie, bijvoorbeeld de voorkom<strong>en</strong>s<br />

aan ruwe olie, de winning daar<strong>van</strong>, het transport, de raffinage <strong>en</strong> de eindproduct<strong>en</strong><br />

die uiteindelijk in verschill<strong>en</strong>de markt<strong>en</strong> afgezet word<strong>en</strong>.<br />

Anderzijds bestaat er e<strong>en</strong> parallelle stroom <strong>van</strong> monetaire transacties tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De ess<strong>en</strong>tie hierbij is dat er in die verschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

toegevoegde waarde gecreëerd wordt door fysieke bewerking<strong>en</strong> of transport of opslag<br />

<strong>en</strong> uiteindelijk door de verkoop <strong>van</strong> de ‘<strong>en</strong>ergieproduct<strong>en</strong>’ aan afnemers die bereid<br />

zijn e<strong>en</strong> prijs te betal<strong>en</strong> die gerelateerd is aan het nut dat zij aan de uiteindelijke<br />

<strong>en</strong>ergiedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

26<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Figuur 11 Waardeket<strong>en</strong><br />

Manier <strong>van</strong> coördinatie <strong>en</strong> investering<strong>en</strong><br />

↓ ↓ ↓ ↓ ↓ ↓<br />

Opsporing → Winning → Bewerking → Transport<br />

Beloning<br />

uitvoerders<br />

← Grondstof<br />

Prijs<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

← Groothandels<br />

Prijs product<br />

→ Detailhandel → Verbruik<br />

← transport ← retailprijs ← ‘Nut’<br />

Verder zijn de investering<strong>en</strong> <strong>van</strong> belang, die nodig zijn om del<strong>en</strong> <strong>van</strong> het systeem in<br />

de loop <strong>van</strong> de tijd aan te pass<strong>en</strong> aan ontwikkeling<strong>en</strong> in vraag <strong>en</strong> aanbod. E<strong>en</strong> belangrijke<br />

driver voor deze investering<strong>en</strong> is de mate waarin bepaalde actor<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de toegevoegde waarde die in het systeem geg<strong>en</strong>ereerd is. Dit is niet alle<strong>en</strong><br />

- of zelfs maar in geringe mate - afhankelijk <strong>van</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de bewerkingsstapp<strong>en</strong>.<br />

Ook factor<strong>en</strong> als marktmacht, schaalvoordel<strong>en</strong>, innovatie, relatieve<br />

efficiëntie verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> (geo)politiek zijn in sterke mate bepal<strong>en</strong>d voor de verdeling<br />

<strong>van</strong> de toegevoegde waarde <strong>en</strong> de impact daar<strong>van</strong> op investeringsbeslissing<strong>en</strong>.<br />

Op termijn is het <strong>van</strong> belang dat er balans blijft bestaan tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong>, anders ontstaan er bottl<strong>en</strong>ecks <strong>en</strong> onderbezetting<br />

<strong>van</strong> die segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Dit vereist e<strong>en</strong> hoge mate <strong>van</strong> afstemming, of coördinatie, in de<br />

investering<strong>en</strong> in die segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijke vraag is hoe deze coördinatie tot<br />

stand gebracht wordt. Aan de <strong>en</strong>e kant kan ‘de markt’ daar zorg voor drag<strong>en</strong>, waarbij<br />

alle pot<strong>en</strong>tiële produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> naar te verwacht<strong>en</strong> winst<strong>en</strong> die voorvloei<strong>en</strong> uit<br />

schaarste aan product<strong>en</strong> of di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, om daar vervolg<strong>en</strong>s (al dan niet) in te invester<strong>en</strong>.<br />

Aan de andere kant kunn<strong>en</strong> markt<strong>en</strong> zodanig slecht functioner<strong>en</strong>, door kleine aantall<strong>en</strong><br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, door gebrek aan informatie, hoge investeringskost<strong>en</strong> <strong>en</strong> risico’s <strong>en</strong><br />

mogelijkhed<strong>en</strong> tot strategisch gedrag, dat er expliciete coördinatie moet plaatsvind<strong>en</strong><br />

om investering<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Deze coördinatie kan onder auspiciën <strong>van</strong> de<br />

overheid plaatsvind<strong>en</strong>, door regulering of publiek eig<strong>en</strong>dom, of door private partij<strong>en</strong><br />

georganiseerd word<strong>en</strong>, in kartels, vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> associaties of andere afsprak<strong>en</strong>. Bek<strong>en</strong>de<br />

voorbeeld<strong>en</strong> <strong>van</strong> private kartels zijn het Sev<strong>en</strong> Sisters kartel <strong>en</strong> OPEC in de<br />

olieindustrie.<br />

De structuur <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> is verschill<strong>en</strong>d voor kol<strong>en</strong>, olie, gas <strong>en</strong> uranium.<br />

Inzicht in deze specifieke structur<strong>en</strong> is ess<strong>en</strong>tieel om de ontwikkeling <strong>van</strong> deze system<strong>en</strong><br />

te kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> <strong>en</strong> om uitsprak<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over hun verdere ontwikkeling.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is duidelijk dat de structur<strong>en</strong> <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong>s verander<strong>en</strong><br />

door ontwikkeling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de ket<strong>en</strong>s, zoals de ontwikkeling <strong>van</strong> technologie, ruimtelijke<br />

verschuiving<strong>en</strong> <strong>van</strong> activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> schaalaspect<strong>en</strong>, maar ook door zak<strong>en</strong> die<br />

zich feitelijk buit<strong>en</strong> de ket<strong>en</strong> afspel<strong>en</strong>. Belangrijke f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn hier: economische<br />

groei, de interv<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> overhed<strong>en</strong>, geopolitiek, wederom technologische ontwikkeling,<br />

sociale <strong>en</strong> ideologische verschuiving<strong>en</strong>, etc.<br />

De vraag naar <strong>en</strong>ergie<br />

Bij het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> de markt<strong>en</strong> voor <strong>en</strong>ergieproduct<strong>en</strong> is het belangrijk om onderscheid<br />

te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de korte <strong>en</strong> de lange termijn (Zie Tabel 2). Op de langere<br />

termijn kunn<strong>en</strong> er, gestimuleerd via het prijsmechanisme <strong>en</strong> door technologische <strong>en</strong><br />

27


sociaal-economische ontwikkeling, allerlei aanpassing<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> in zowel de<br />

vraag als het aanbod. Op korte termijn - minder dan e<strong>en</strong> jaar - zijn veel <strong>van</strong> de factor<strong>en</strong><br />

die vraag- <strong>en</strong> aanbod bepal<strong>en</strong> statisch <strong>van</strong> aard, waardoor variaties in vraag <strong>en</strong><br />

aanbod vooral tot verandering<strong>en</strong> in de prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorrad<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Het is vooral op<br />

de kortere termijn dat we de effect<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> <strong>van</strong> conflict<strong>en</strong>, speculatieve beweging<strong>en</strong><br />

in prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderbreking<strong>en</strong> in het aanbod.<br />

Op de korte termijn leidt e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> de vraag, bij e<strong>en</strong> gelijkblijv<strong>en</strong>d of dal<strong>en</strong>d<br />

aanbod, tot e<strong>en</strong> prijsstijging. E<strong>en</strong> afname <strong>van</strong> de vraag of e<strong>en</strong> stijging <strong>van</strong> het aanbod<br />

leid<strong>en</strong> tot prijsdaling. Deze prijsverandering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de mate<br />

<strong>van</strong> invloed op de hoeveelhed<strong>en</strong> product<strong>en</strong> die door de diverse typ<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> begrip dat vaak wordt aangeduid met prijselasticiteit <strong>van</strong> de<br />

vraag. Sommige verbruikers, zoals de elektriciteitsproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zijn sterk gevoelig<br />

voor prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> pass<strong>en</strong> hun verbruik snel aan. Zij kunn<strong>en</strong>, bijvoorbeeld, onmiddellijk<br />

andere <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong>, bijvoorbeeld kol<strong>en</strong> of gas, in kunn<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> portfolio<br />

aan opwekkingse<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>, of hebb<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> voor dual-firing, waarbij olie <strong>en</strong><br />

gas in dezelfde installatie ingezet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij andere afnemers word<strong>en</strong> hun<br />

activiteit<strong>en</strong> zodanig onr<strong>en</strong>dabel bij hogere brandstofkost<strong>en</strong> dat zij stopp<strong>en</strong>, of hun<br />

activiteit<strong>en</strong> verplaats<strong>en</strong> naar land<strong>en</strong> met lagere <strong>en</strong>ergieprijz<strong>en</strong>. Weer andere consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

zijn minder prijsgevoelig <strong>en</strong> gaan door met verbruik<strong>en</strong>, ondanks de hogere<br />

kost<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> zijn te vind<strong>en</strong> in het transport sector, waar ge<strong>en</strong> realistische<br />

alternatiev<strong>en</strong> bestaan voor b<strong>en</strong>zine, diesel <strong>en</strong> LPG. In het theoretische model<br />

bied<strong>en</strong> de verbruikers teg<strong>en</strong> elkaar op met prijz<strong>en</strong> die de waarde weerspiegel<strong>en</strong> die<br />

de brandstof voor h<strong>en</strong> heeft. Uiteindelijk wordt de beschikbare olie verkocht aan die<br />

verbruikers die er relatief de hoogste prijz<strong>en</strong> voor over hebb<strong>en</strong>. Dit complexe spel In<br />

wordt in de praktijk gespeeld door oliemaatschappij<strong>en</strong>, handelar<strong>en</strong> <strong>en</strong> grootverbruikers.<br />

Kleinverbruikers zull<strong>en</strong> de prijs accepter<strong>en</strong> <strong>en</strong> brandstof aanschaff<strong>en</strong> of toch<br />

besluit<strong>en</strong> minder te consumer<strong>en</strong>.<br />

Op de langere termijn hebb<strong>en</strong> aanpassing<strong>en</strong>, <strong>en</strong>erzijds, het karakter <strong>van</strong> verschuiving<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> olieproduct<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong> (zie<br />

Figuur 12). Bij e<strong>en</strong> langdurig hoger niveau <strong>van</strong> de olieprijs zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong><br />

het gebruik <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> aardgas <strong>en</strong> <strong>van</strong> ‘alternatieve’ <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong>, zoals de<br />

wind <strong>en</strong> de zon. Hierbij wordt olie het eerst ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong> in toepassing<strong>en</strong> waarbij het<br />

minste belang wordt gehecht de specifieke voordel<strong>en</strong> <strong>van</strong> olieproduct<strong>en</strong>, namelijk de<br />

makkelijke vervoerbaarheid <strong>en</strong> opslag <strong>en</strong> de hoge <strong>en</strong>ergie-inhoud per e<strong>en</strong>heid<br />

gewicht of volume. De inzet <strong>van</strong> alternatiev<strong>en</strong> zal gestimuleerd word<strong>en</strong> door investering<strong>en</strong><br />

in onderzoek <strong>en</strong> ontwikkeling <strong>en</strong> door de versnelde toepassing. Anderzijds<br />

vind<strong>en</strong> er verandering<strong>en</strong> plaats in de <strong>en</strong>ergie-int<strong>en</strong>siteit <strong>van</strong> activiteit<strong>en</strong>: bij hoge<br />

<strong>en</strong>ergieprijz<strong>en</strong> is het winstgev<strong>en</strong>d om te invester<strong>en</strong> in de ontwikkeling <strong>en</strong> toepassing<br />

<strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiebespar<strong>en</strong>de technologie. Hoge olieprijz<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op termijn dus tot gevolg<br />

dat er steeds zuiniger met olie wordt omgegaan, waardoor de vraag afneemt.<br />

Lage olieprijz<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> hogere <strong>en</strong>ergie-int<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> het aandeel <strong>van</strong><br />

olie in de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Hieruit blijkt dat er e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk verschil<br />

kan bestaan tuss<strong>en</strong> de korte- <strong>en</strong> de lange-termijn prijselasticiteit <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergievraag<br />

(zie Brookes, 2000, 2004).<br />

28<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Figuur 12 Ontwikkeling inzet <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong> 1965-2005<br />

Mtoe<br />

12000,0<br />

10000,0<br />

8000,0<br />

6000,0<br />

4000,0<br />

2000,0<br />

0,0<br />

1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Oil Natural Gas Coal Hydro Nuclear<br />

Bron: Berek<strong>en</strong>d op basis <strong>van</strong> BP Statistical Review of World Energy 2005 (Web version).<br />

Tabel 2 Vraag <strong>en</strong> aanbod <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie op de korte <strong>en</strong> lange termijn.<br />

Vraag naar Energie Korte termijn factor<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

invloed<br />

- Activiteit<strong>en</strong> (soort, schaal) - Marktstructuur<br />

- Energiedragers<br />

- Prijsvorming <strong>en</strong> contract<strong>en</strong><br />

- Mogelijkheid tot substitutie - Variabele kost<strong>en</strong><br />

- Opslag<br />

- Beleid<br />

- Locatie<br />

- Belasting<strong>en</strong><br />

- Weer, etc.<br />

- Regulering<br />

Vraag naar Energie Lange termijn factor<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

invloed<br />

Investering<strong>en</strong> in:<br />

- Prijsrisico<br />

- Efficiëntie<br />

- Volume risico<br />

- Verandering<strong>en</strong> in consumptie- - Integrale kost<strong>en</strong><br />

patroon<br />

- Technologieontwikkeling<br />

- Substitutiemogelijkhed<strong>en</strong> - Ideologie, socio- <strong>en</strong> geo-<br />

- Opslag<br />

politieke verhouding<strong>en</strong><br />

- Verplaatsing<br />

- Stabiliteit<br />

Aanbod <strong>van</strong> Energie<br />

- Productie (soort,<br />

schaal)<br />

- Opslag<br />

- Transport<br />

- Conversie<br />

- Locatie<br />

- Rramp<strong>en</strong>, oorlog, etc.<br />

Aanbod <strong>van</strong> Energie<br />

- Investering<strong>en</strong> in:<br />

- Productie (soort,<br />

schaal)<br />

- Transport<br />

- Opslag<br />

- Conversie<br />

- Verplaatsing<br />

De prijs is echter niet de <strong>en</strong>ige vraagbepal<strong>en</strong>de factor. In algem<strong>en</strong>e zin wordt de behoefte<br />

aan <strong>en</strong>ergie bepaald door de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de economie <strong>en</strong> de structuur er<strong>van</strong>.<br />

Dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> wordt aangeduid met de inkom<strong>en</strong>selasticiteit <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergievraag. E<strong>en</strong><br />

hoog niveau aan activiteit<strong>en</strong> gaat meestal gepaard met e<strong>en</strong> grote <strong>en</strong>ergievraag.<br />

Landbouwgerichte economieën hebb<strong>en</strong> per hoofd <strong>van</strong> de bevolking vaak e<strong>en</strong> laag<br />

inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatief laag <strong>en</strong>ergiegebruik. In industrialiser<strong>en</strong>de economieën, zoals<br />

bijvoorbeeld in Zuid-Oost-Azië <strong>en</strong> China, stijg<strong>en</strong> het bruto nationale product <strong>en</strong> de<br />

<strong>en</strong>ergiebehoefte meestal in e<strong>en</strong> 1-op-1 verhouding door het <strong>en</strong>ergie-int<strong>en</strong>sieve<br />

karakter <strong>van</strong> veel industrietakk<strong>en</strong>. In de postindustriële, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>georiënteerde, eco-<br />

29


nomie <strong>van</strong> de meeste OECD-land<strong>en</strong> groeit de <strong>en</strong>ergiebehoefte relatief minder hard<br />

dan de economie. Hier wordt de <strong>en</strong>ergievraag voor e<strong>en</strong> groot deel bepaald door de<br />

om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het transport <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de stijg<strong>en</strong>de vraag naar elektriciteit<br />

in huishoud<strong>en</strong>s, door het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de bezit <strong>van</strong> comfortverhog<strong>en</strong>de apparat<strong>en</strong>,<br />

witgoed <strong>en</strong> communicatiemiddel<strong>en</strong>. Prijz<strong>en</strong> voor verschill<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ergiedragers<br />

hebb<strong>en</strong> in deze verhouding<strong>en</strong> vooral e<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>d effect voor de soort <strong>en</strong>ergiedrager<br />

die gebruikt wordt. Hier is sprake <strong>van</strong> de kruislingse elasticiteit, waarbij e<strong>en</strong> verandering<br />

in de prijs <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bepaalde <strong>en</strong>ergiedrager <strong>van</strong> invloed is op de vraag naar e<strong>en</strong><br />

andere (Schipper, 1992; Darmstadter, 1977)<br />

E<strong>en</strong> belangrijke overweging in dit verband is dat verhoging <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergie-efficiëntie<br />

<strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiedragers <strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> afname <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiebehoefte<br />

leidt in die specifieke toepassing<strong>en</strong>, maar ook tot e<strong>en</strong> grotere inzet <strong>van</strong> die<br />

toepassing<strong>en</strong>. Juist <strong>van</strong>wege de <strong>en</strong>ergiekost<strong>en</strong>verlaging neemt de populariteit toe.<br />

Dit staat bek<strong>en</strong>d als het zog<strong>en</strong>aamde rebound effect (zie Brookes, 2000, 2004).<br />

3.2 Het aanbod <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie<br />

Aan de vraagkant hebb<strong>en</strong> aanpassing<strong>en</strong> aan de marktomstandighed<strong>en</strong> betrekking op<br />

verandering<strong>en</strong> in het gedrag <strong>van</strong> miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> ontwikkelaars <strong>en</strong><br />

verkopers <strong>van</strong> apparat<strong>en</strong> <strong>en</strong> installaties. De aanbodkant <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiemarkt bestaat<br />

echter uit e<strong>en</strong> relatief klein aantal kol<strong>en</strong>, olie, gas <strong>en</strong> uranium gerelateerde onderneming<strong>en</strong>.<br />

Voor de toestemming voor het zoek<strong>en</strong> naar deze delfstoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> het winn<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de voorkom<strong>en</strong>s zijn deze onderneming<strong>en</strong> afhankelijk <strong>van</strong> de overhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

stat<strong>en</strong> waar de reserves zich bevind<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is in veel land<strong>en</strong> de winning geheel<br />

of gedeeltelijk in eig<strong>en</strong>dom <strong>van</strong> de staat, zodat de industrie rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong><br />

houd<strong>en</strong> met de nationale belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> de lokale politiek in productieland<strong>en</strong>.<br />

Op korte termijn zijn de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> ‘bewez<strong>en</strong>’ <strong>en</strong>ergievoorkom<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de beschikbare<br />

capaciteit <strong>en</strong> locatie <strong>van</strong> de installaties om ze uit de grond te hal<strong>en</strong> <strong>en</strong> te transporter<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> betrekkelijk vast gegev<strong>en</strong>. Op langere termijn kunn<strong>en</strong> olie- <strong>en</strong> gasreserves<br />

aangevuld word<strong>en</strong> door te zoek<strong>en</strong> naar voorkom<strong>en</strong>s door middel <strong>van</strong> geologische<br />

studies <strong>en</strong> het bestaan er<strong>van</strong> te bewijz<strong>en</strong> door middel <strong>van</strong> proefboring<strong>en</strong> <strong>en</strong> schatting<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de mogelijke winning <strong>en</strong> de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> daar<strong>van</strong>. De investering<strong>en</strong> die nodig<br />

zijn voor deze exploratieactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s voor het uit de grond hal<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

transporter<strong>en</strong> <strong>van</strong> ruwe olie, gas <strong>en</strong> kol<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong>orm. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is er nooit e<strong>en</strong> garantie<br />

op succes bij de exploratieboring<strong>en</strong>; slechts één op de ti<strong>en</strong> boring<strong>en</strong> is succesvol.<br />

Tegelijkertijd moet er e<strong>en</strong> zekerheid aan winstgev<strong>en</strong>de afzet teg<strong>en</strong>over staan.<br />

Dat maakt de winning <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie - het zog<strong>en</strong>aamde up-stream segm<strong>en</strong>t - e<strong>en</strong> relatief<br />

risicovolle onderneming, waarbij technische, economische, politieke <strong>en</strong> omgevingsrisico’s,<br />

e<strong>en</strong> belangrijke invloed hebb<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat de <strong>en</strong>ergieindustrie<br />

alle<strong>en</strong> maar investeert in exploratie <strong>en</strong> winning als daar e<strong>en</strong> grote zekerheid <strong>van</strong><br />

winstgev<strong>en</strong>de afzet teg<strong>en</strong>over staat, op het mom<strong>en</strong>t dat de winning aan<strong>van</strong>gt.<br />

Ook voor de down-stream installaties waarmee de ‘ruwe’ <strong>en</strong>ergie, olie, kol<strong>en</strong>, gas,<br />

uranium word<strong>en</strong> omgezet in de verschill<strong>en</strong>de ‘<strong>en</strong>ergie product<strong>en</strong>’, zoals b<strong>en</strong>zine, diesel,<br />

brikett<strong>en</strong>, gas, elektriciteit, etc., zijn grote investering<strong>en</strong> nodig.<br />

In het geval <strong>van</strong> olie zijn de voornaamste elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> het transport <strong>en</strong> de opslag <strong>van</strong><br />

ruwe olie, de raffinaderij<strong>en</strong> die bij de bron of bij de afzetmarkt kunn<strong>en</strong> staan, het<br />

grootschalige transport <strong>van</strong> product<strong>en</strong> naar lokale opslag-<strong>en</strong> distributiec<strong>en</strong>tra <strong>en</strong> de<br />

distributie naar de verkooppunt<strong>en</strong>, b<strong>en</strong>zinestations <strong>en</strong> grootverbruikers.<br />

30<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Bij aardgas gaat het om de behandelingsinstallaties die het gas reinig<strong>en</strong> nadat het<br />

gewonn<strong>en</strong> is. Vervolg<strong>en</strong>s voer<strong>en</strong> pijpleiding<strong>en</strong> het gas naar de afzetmarkt<strong>en</strong> waar het<br />

ev<strong>en</strong>tueel opgeslag<strong>en</strong> wordt in e<strong>en</strong> ondergrondse gasopslag, waarna het door de<br />

lokale distributi<strong>en</strong>ett<strong>en</strong> naar de verbruikers gevoerd wordt. Alternatief is het transport<br />

<strong>van</strong> aardgas dat onder hoge druk <strong>en</strong> lage temperatuur vloeibaar gemaakt bij de bron,<br />

om als Liquified Natural Gas (LNG) vervolg<strong>en</strong>s met tankers naar de afzetmarkt getransporteerd<br />

te word<strong>en</strong>, waar het weer gasvorming gemaakt wordt.<br />

In het geval <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> gaat het om de reiniging <strong>en</strong> de bewerking <strong>van</strong> de ruwe kool tot<br />

e<strong>en</strong> bruikbare vorm. Vervolg<strong>en</strong>s vorm<strong>en</strong> het grootschalige transport per tanker of<br />

trein naar de afzetmarkt, de grootschalige opslag <strong>en</strong> uiteindelijk de lokale opslag <strong>en</strong><br />

distributie de belangrijkste stapp<strong>en</strong> in de ket<strong>en</strong>.<br />

Ook uranium doorloopt e<strong>en</strong> complex transformatieproces nadat het gewonn<strong>en</strong> is <strong>en</strong><br />

voordat het in e<strong>en</strong> kernc<strong>en</strong>trale ingezet wordt.<br />

Duidelijk is dat deze ket<strong>en</strong>s hoge investering<strong>en</strong> verg<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lange bouwtijd k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

Het aantal locaties waar grootschalige olie- <strong>en</strong> kol<strong>en</strong>hav<strong>en</strong>s gevestigd kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> is beperkt, <strong>van</strong>wege de diepgang <strong>van</strong> de tankers <strong>en</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de complex<strong>en</strong>.<br />

Ook is het in de Westerse wereld steeds moeilijker om milieuvergunning<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> bedrijfsterrein<strong>en</strong> te verkrijg<strong>en</strong> voor dit soort activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> spel<strong>en</strong> veiligheidsafweging<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> steeds grotere rol.<br />

Het aanlegg<strong>en</strong> <strong>van</strong> gaspijpleiding<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> complex proces, waarbij recht <strong>van</strong> overpad<br />

bij grondeig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> geregeld moet word<strong>en</strong>, vergunning<strong>en</strong> <strong>van</strong> transit-land<strong>en</strong> onderhandeld<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> de passage <strong>van</strong> rivier<strong>en</strong> <strong>en</strong> bergket<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> grote barrière<br />

kan vorm<strong>en</strong>.<br />

Ook lokaal is de vestiging <strong>van</strong> opslag-, productie- <strong>en</strong> distributieactiviteit<strong>en</strong> voor de<br />

product<strong>en</strong> ingewikkeld <strong>en</strong> duur. Doorgaans geldt dan ook dat onderneming<strong>en</strong> in de<br />

<strong>en</strong>ergiesector op de korte termijn slechts kunn<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> over de inzet <strong>van</strong> de bestaande,<br />

beschikbare capaciteit. Uitbreiding kost tijd <strong>en</strong> kapitaal <strong>en</strong> zal pas plaatsvind<strong>en</strong><br />

als daar e<strong>en</strong> zekerheid <strong>van</strong> winstgev<strong>en</strong>de afzetteg<strong>en</strong>over staat.<br />

Aanpassing <strong>van</strong> de productie aan e<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>de vraag verloopt ook niet geleidelijk. In<br />

algem<strong>en</strong>e zin blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergieonderneming<strong>en</strong> producer<strong>en</strong> zolang de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> groter<br />

zijn dan de variabele kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de noodzakelijke process<strong>en</strong>. De vaste kost<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de investering<strong>en</strong> voor het zoek<strong>en</strong> naar delfstoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het aanlegg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

winnings- <strong>en</strong> verwerkingsinstallaties <strong>en</strong> de transport- <strong>en</strong> opslaginfrastructuur zijn zog<strong>en</strong>aamde<br />

verzonk<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>. Deze kost<strong>en</strong> zijn aangegaan <strong>en</strong> betaald <strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

daarom niet meer in beschouwing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij beslissing<strong>en</strong> over de inzet <strong>van</strong> bestaande<br />

capaciteit. Ondanks het feit dat de totale kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de individuele produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

niet meer gedekt word<strong>en</strong> door de lage prijz<strong>en</strong>, gaan ze dus toch door met<br />

producer<strong>en</strong>. Naarmate het aandeel vaste kost<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> proces hoger is zal dit effect<br />

sterker zijn. In de kol<strong>en</strong>industrie, waar arbeidskost<strong>en</strong> <strong>van</strong> veel groter belang zijn, is<br />

e<strong>en</strong> grotere neiging tot capaciteitsaanpassing.<br />

Aan de andere kant hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke vraag <strong>en</strong> hoge prijz<strong>en</strong> ook niet onmiddellijk<br />

effect <strong>van</strong>wege de lange constructietijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> onzekerhed<strong>en</strong> in hoeverre die situatie<br />

blijft voortbestaan op de langere termijn. Er is dus sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> vertraagde reactie<br />

<strong>van</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod op de prijs voor olie, gas <strong>en</strong> in mindere mate kol<strong>en</strong>. Econom<strong>en</strong><br />

stell<strong>en</strong> dan dat er sprake is <strong>van</strong> marktfal<strong>en</strong>; prijsignal<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> betrouwbare indicatie<br />

voor vraag <strong>en</strong> aanbod verhouding<strong>en</strong> (zie Ed<strong>en</strong>, 1992; Frankel, 1976).<br />

Hoewel de <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> situatie <strong>van</strong> overaanbod beter af zoud<strong>en</strong> zijn als<br />

ze allemaal iets minder zoud<strong>en</strong> producer<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> hogere prijz<strong>en</strong>, houd<strong>en</strong> ze het<br />

overaanbod <strong>en</strong> de lage prijz<strong>en</strong> zelf in stand door voluit te blijv<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>. Het is<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

31


namelijk zo dat de bedrijv<strong>en</strong> die wél zoud<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> minder te producer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> daling<br />

in inkomst<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong>, maar dat de concurr<strong>en</strong>tie grot<strong>en</strong>deels de vrucht<strong>en</strong><br />

plukt door de prijsstijging als gevolg <strong>van</strong> de aanbodvermindering. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de kost<strong>en</strong>structur<strong>en</strong>, zodat ze niet allemaal op<br />

dezelfde manier reager<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> situatie waarin alle aanbieders erin slag<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong><br />

te mak<strong>en</strong> loont het voor individuele aanbieders om de sam<strong>en</strong>werking te ontduik<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> (stiekem) meer te producer<strong>en</strong>, te raffiner<strong>en</strong> of te verkop<strong>en</strong>. Zoals hieronder<br />

duidelijk zal word<strong>en</strong> ligt deze situatie t<strong>en</strong> grondslag aan het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> OPEC<br />

op de oliemarkt. Daarvoor, tuss<strong>en</strong> 1927 <strong>en</strong> eind jar<strong>en</strong> ’50, werd de markt ‘geord<strong>en</strong>d’,<br />

ofwel gedomieerd door het kartel <strong>van</strong> de ‘Sev<strong>en</strong> Sisters’. Ook zijn er vele vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

marktord<strong>en</strong>ing bek<strong>en</strong>d in de kol<strong>en</strong>sector, waarbij zowel de industrie als overhed<strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong> zijn. In de gasindustrie zijn langetermijn contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> overheidsbetrokk<strong>en</strong>heid<br />

belangrijke stur<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> geweest. Ook de uraniumsector k<strong>en</strong>merkt zich<br />

door vele vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> monopolie <strong>en</strong> overheidsingrijp<strong>en</strong>.<br />

Op de langere termijn zijn de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiereserves, winningsinstallaties <strong>en</strong><br />

transport- <strong>en</strong> distributiesystem<strong>en</strong> wél variabel. In situaties <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aanhoud<strong>en</strong>d,<br />

structureel sterke vraag naar <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> de daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de hoge prijz<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> gaan invester<strong>en</strong> in het zoek<strong>en</strong> naar nieuwe voorkom<strong>en</strong>s, in het aanlegg<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> productiefaciliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> in het uitbreid<strong>en</strong> <strong>van</strong> de downstream ket<strong>en</strong>. Ook<br />

neerwaartse aanpassing<strong>en</strong> zijn mogelijk, maar wel minder voor de hand ligg<strong>en</strong>d,<br />

<strong>van</strong>wege de lange lev<strong>en</strong>sduur <strong>en</strong> hoge sluitingskost<strong>en</strong> <strong>van</strong> installaties. Olie- <strong>en</strong> gas<strong>bronn<strong>en</strong></strong><br />

word<strong>en</strong> pas afgeslot<strong>en</strong> als de variabele kost<strong>en</strong> om de olie eruit te hal<strong>en</strong> voor<br />

langere tijd hoger word<strong>en</strong> dan de opbr<strong>en</strong>gst. Raffinaderij<strong>en</strong> word<strong>en</strong> regelmatig voor<br />

e<strong>en</strong> laag bedrag verkocht aan nieuwe eig<strong>en</strong>aars die de installaties meestal niet uit<br />

productie nem<strong>en</strong>, maar teg<strong>en</strong> lage kost<strong>en</strong> door blijv<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>.<br />

In de kol<strong>en</strong>winning hebb<strong>en</strong> capaciteitsaanpassing<strong>en</strong> grote werkgeleg<strong>en</strong>heidseffect<strong>en</strong>.<br />

Hier spel<strong>en</strong> de sociale consequ<strong>en</strong>ties e<strong>en</strong> belangrijke rol, die tot gevolg hebb<strong>en</strong><br />

dat overhed<strong>en</strong> over gaan tot subsidiëring, het in eig<strong>en</strong>dom nem<strong>en</strong> <strong>van</strong> mijn<strong>en</strong>, of het<br />

garander<strong>en</strong> <strong>van</strong> afzet aan de lokale (elektriciteit)industrie.<br />

Bov<strong>en</strong>staande relaties hebb<strong>en</strong> tot gevolg gehad dat de <strong>en</strong>ergiemarkt altijd in beweging<br />

is geweest (zie Clarke, 1990; Yergin, 1991; Bohi, Toman, 1996). Afhankelijk <strong>van</strong><br />

interne <strong>en</strong> externe ontwikkeling<strong>en</strong> ontstond<strong>en</strong> er nieuwe situaties, met specifieke<br />

consequ<strong>en</strong>ties voor de verhouding<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> analyse <strong>van</strong> de verandering<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de period<strong>en</strong> is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in<br />

sectie B. Deze is illustratief voor de afhankelijkhed<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergie- <strong>en</strong> oliemarkt <strong>en</strong><br />

draagt bij aan e<strong>en</strong> beter begrip <strong>van</strong> de huidige situatie <strong>en</strong> de mogelijke ontwikkeling<strong>en</strong><br />

in de toekomst.<br />

32<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

33


Sectie B Dynamische analyses<br />

Sectie B bevat de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de toepassing <strong>van</strong> het analytische kader op de problematiek.<br />

In sectie A is de problematiek geschetst <strong>en</strong> de stand <strong>van</strong> zak<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> met betrekking<br />

tot het gebruik <strong>van</strong> kol<strong>en</strong>, olie, gas <strong>en</strong> uranium. Ook zijn <strong>en</strong>kele verwachtingsbeeld<strong>en</strong><br />

geschetst voor de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> <strong>en</strong> is het analytische kader voor het<br />

verdere onderzoek beschrev<strong>en</strong>.<br />

In deze sectie B wordt het analytische kader b<strong>en</strong>ut om via e<strong>en</strong> dynamische analyse<br />

<strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong>, gebaseerd op de ontwikkeling<strong>en</strong> in de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia, uitsprak<strong>en</strong><br />

te do<strong>en</strong> over de drijv<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> achter de ontwikkeling<strong>en</strong> aan de<br />

upstreamzijde <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiemarkt.<br />

34<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

35


4 Dynamische analyse <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> voor kol<strong>en</strong><br />

De historische ontwikkeling rond de markt <strong>van</strong> ste<strong>en</strong>kool vormt zo ongeveer het beste<br />

bewijs dat de problematiek <strong>van</strong> de voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid niet rec<strong>en</strong>t is opgekom<strong>en</strong>.<br />

Het garander<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ononderbrok<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> staal was het belangrijkste<br />

doel <strong>van</strong> de oprichting <strong>van</strong> de Europese Geme<strong>en</strong>schap voor Kol<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Staal in 1951/52. Deze EGKS was de eerste <strong>van</strong> de Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

heeft de weg gebaand voor verdere Europese integratie.<br />

Het belang <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> voor de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing was op het mom<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de oprichting<br />

<strong>van</strong> de EGKS groot. Dat dit belang in de afgelop<strong>en</strong> vijftig jaar duidelijk is gedaald<br />

blijkt uit het feit dat de EGKS in 2002, to<strong>en</strong> de overe<strong>en</strong>komst afliep, niet is verl<strong>en</strong>gd.<br />

De economische waarde <strong>van</strong> zowel kol<strong>en</strong> als staal, maar vooral die <strong>van</strong> kol<strong>en</strong>, was<br />

sterk verminderd.<br />

De geologische omstandighed<strong>en</strong> waaronder in Europa ste<strong>en</strong>kool wordt gewonn<strong>en</strong><br />

zijn relatief moeilijk. In combinatie met de kost<strong>en</strong> die verbond<strong>en</strong> zijn aan de in de<br />

Europese Unie gehanteerde norm<strong>en</strong> voor sociale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> liep<strong>en</strong> de productiekost<strong>en</strong><br />

op tot viermaal de prijs <strong>van</strong> ste<strong>en</strong>kool op de internationale markt.<br />

Voor België was ste<strong>en</strong>kool de <strong>en</strong>ige conv<strong>en</strong>tionele fossiele <strong>en</strong>ergiedrager met e<strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ige betek<strong>en</strong>is in eig<strong>en</strong> bodem. Net als in verschill<strong>en</strong>de andere<br />

West-Europese land<strong>en</strong> is hier echter beslot<strong>en</strong> de ste<strong>en</strong>kol<strong>en</strong>mijn<strong>en</strong> te sluit<strong>en</strong> in de<br />

zev<strong>en</strong>tiger <strong>en</strong> tachtiger jar<strong>en</strong> <strong>van</strong> de vorige eeuw.<br />

Inmiddels nem<strong>en</strong> zowel het strategische belang als de economische waarde <strong>van</strong> kol<strong>en</strong><br />

weer toe, <strong>van</strong>wege de grote om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de voorkom<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de – in geopolitiek<br />

opzicht – relatief gunstige geografische spreiding hier<strong>van</strong>.<br />

De uitbreiding <strong>van</strong> de Europese Unie met nieuwe lidstat<strong>en</strong> (Pol<strong>en</strong>, Tsjechische<br />

Republiek <strong>en</strong> in de toekomst Roem<strong>en</strong>ië) heeft grote reserves aan ste<strong>en</strong>kool <strong>en</strong><br />

ste<strong>en</strong>koolindustrie binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Unie gebracht. Vooralsnog ontbreekt<br />

het ook deze industrie aan concurr<strong>en</strong>tievermog<strong>en</strong> op de internationale markt.<br />

4.1 De kol<strong>en</strong>waardeket<strong>en</strong><br />

De kol<strong>en</strong>markt is e<strong>en</strong> wereldmarkt, die is opgebouwd uit e<strong>en</strong> aantal met elkaar<br />

verbond<strong>en</strong> regionale markt<strong>en</strong> voor de diverse soort<strong>en</strong> kol<strong>en</strong>. Voorin de waardeket<strong>en</strong><br />

bevind<strong>en</strong> zich de up-stream activiteit<strong>en</strong>; het zoek<strong>en</strong> naar <strong>en</strong> uit de grond hal<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

kol<strong>en</strong>. Achteraan in de ket<strong>en</strong> bevindt zich de verkoop <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> kol<strong>en</strong>;<br />

het down-stream segm<strong>en</strong>t. Voor de typ<strong>en</strong> kol<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage calorische waarde<br />

zitt<strong>en</strong> de kop <strong>en</strong> de staart <strong>van</strong> de ket<strong>en</strong> zeer dicht ope<strong>en</strong>. Transport <strong>van</strong> deze typ<strong>en</strong><br />

kol<strong>en</strong> zou te veel kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze word<strong>en</strong> dan ook direct bij de plaats <strong>van</strong> winning<br />

b<strong>en</strong>ut voor bijvoorbeeld elektriciteitsopwekking, cem<strong>en</strong>tproductie <strong>en</strong> andere industrië-<br />

36<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


le doeleind<strong>en</strong>. De typ<strong>en</strong> kol<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> hogere calorische waarde hebb<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getransporteerd<br />

over de gehele wereld, veelal per schip.<br />

De up-stream activiteit<strong>en</strong> beslaan e<strong>en</strong> heel traject dat weer in e<strong>en</strong> aantal fas<strong>en</strong> kan<br />

word<strong>en</strong> opgedeeld. De eerste fase omvat het geologische onderzoek <strong>van</strong> aardlag<strong>en</strong><br />

naar aanwijzing<strong>en</strong> voor kol<strong>en</strong>voorkom<strong>en</strong>s. Afhankelijk <strong>van</strong> de geologische process<strong>en</strong><br />

die in de afgelop<strong>en</strong> honderdduiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tot miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> jar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> kol<strong>en</strong> nu op e<strong>en</strong> aantal plaats<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> aan het aardoppervlak <strong>en</strong> op<br />

andere plaats<strong>en</strong> op diept<strong>en</strong> die oplop<strong>en</strong> tot <strong>en</strong>kele kilometers.<br />

Het onderzoek aan de aardlag<strong>en</strong> vindt plaats aan de hand <strong>van</strong> de analyse <strong>van</strong> geologische<br />

data <strong>en</strong> door bodemonderzoek. Daarop volgt het analyser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de voorkom<strong>en</strong>s<br />

<strong>en</strong> het beoordel<strong>en</strong> <strong>van</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> om tot productie over te gaan aan<br />

de hand <strong>van</strong> exploratieboring<strong>en</strong>. Als dat oordeel positief uitvalt, di<strong>en</strong><strong>en</strong> er mijn<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

andere faciliteit<strong>en</strong> aangelegd te word<strong>en</strong>.<br />

Figuur 13 geeft e<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> voor de kol<strong>en</strong>markt, <strong>van</strong> de opsporing<br />

<strong>van</strong> voorkom<strong>en</strong>s tot het eindverbruik.<br />

Figuur 13 Waardeket<strong>en</strong> kol<strong>en</strong>markt<br />

↓ ↓ ↓ ↓ ↓<br />

Opsporing<br />

voorkom<strong>en</strong>s<br />

Beloning<br />

uitvoerders<br />

→ Winning<br />

kol<strong>en</strong><br />

← Grondstof<br />

Prijs<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

→ Transport → Detailhandel<br />

kol<strong>en</strong>product<strong>en</strong><br />

← Transport<br />

fee<br />

→ Verbruik<br />

← Retailprijs ← ‘Nut’<br />

Bij de laag-calorische kol<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> de up- <strong>en</strong> downstream activiteit<strong>en</strong> in het productieproces<br />

veelal plaats op dezelfde geografische locatie aangezi<strong>en</strong> transport <strong>van</strong> deze<br />

kol<strong>en</strong> te kost<strong>en</strong>int<strong>en</strong>sief zou zijn. De kol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de directe omgeving <strong>van</strong> de<br />

mijn b<strong>en</strong>ut, zodat de transportstap in Figuur 13 ontbreekt. De hoog-calorische kol<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> over grote afstand<strong>en</strong> getransporteerd naar de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>markt<strong>en</strong>. De up-<br />

<strong>en</strong> downstream activiteit<strong>en</strong> zijn hier veelal volledig ontkoppeld.<br />

4.2 De organisatie <strong>van</strong> de kol<strong>en</strong>markt<br />

In de kol<strong>en</strong>markt is er vooral sprake <strong>van</strong> niet-geïntegreerde, vaak regionaal operer<strong>en</strong>de,<br />

onderneming<strong>en</strong> die zich in specifieke onderdel<strong>en</strong> <strong>van</strong> het proces specialiser<strong>en</strong>,<br />

bijvoorbeeld in de exploratie <strong>en</strong> productie <strong>van</strong> de kol<strong>en</strong> of in het transport. Met<br />

name aan de productiezijde zijn dit vooral staatsonderneming<strong>en</strong>. Voor specifieke<br />

winnings- <strong>en</strong> transportactiviteit<strong>en</strong> word<strong>en</strong> lokale sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong>.<br />

In de meeste land<strong>en</strong> met kol<strong>en</strong>voorkom<strong>en</strong>s werd <strong>en</strong> wordt de exploratie <strong>van</strong> overheidswege<br />

georganiseerd. In verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>, zoals V<strong>en</strong>ezuela, Colombia,<br />

Australië <strong>en</strong> Zuid-Afrika, zijn de exploratie <strong>en</strong> exploitatie in hand<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> <strong>van</strong> particuliere<br />

bedrijv<strong>en</strong>. De overheid heeft dan wel e<strong>en</strong> rol bij het in concessie gev<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

37


de kol<strong>en</strong>lag<strong>en</strong>. In Tabel 3 is aangegev<strong>en</strong> welke partij<strong>en</strong> in belangrijke kol<strong>en</strong>land<strong>en</strong> de<br />

exploratie <strong>en</strong> exploitatie verricht<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat de eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> zijn. Tev<strong>en</strong>s is<br />

kort aangegev<strong>en</strong> hoe in die land<strong>en</strong> de prijs <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> wordt bepaald.<br />

Tabel 3 Eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> in de belangrijke kol<strong>en</strong>producer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> (PWC, 2006)<br />

Eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong><br />

Kol<strong>en</strong>industrie<br />

Exploratie Opmerking<strong>en</strong><br />

Duitsland Winning door private bedrijv<strong>en</strong>, Vindt niet meer plaats Hard coal winning wordt<br />

overheid gecontroleerd<br />

sterk gesubsidieerd<br />

Griek<strong>en</strong>land Winning is in hand<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Vindt niet meer plaats De prijs voor kol<strong>en</strong> wordt<br />

staatsbedrijf PPC<br />

vastgesteld door PPC<br />

Spanje Het belang <strong>van</strong> de publieke sector<br />

is nu 20% <strong>en</strong> neemt verder af<br />

Vindt niet meer plaats Vrije marktprijs<br />

Turkije 90% <strong>van</strong> de kol<strong>en</strong>winning wordt Door staat Het staatsbedrijf bepaalt<br />

gecontroleerd door het staatsbedrijf<br />

de prijs<br />

UK Vanaf 1994 is de mijnbouw verkocht<br />

aan private onderneming<strong>en</strong>, overheid<br />

gecontroleerd<br />

Vindt niet meer plaats Vrije marktprijs<br />

Pol<strong>en</strong> De mijn<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong>dom <strong>van</strong> 7 door<br />

de staat gecontroleerde bedrijv<strong>en</strong><br />

Nauwelijks Vrije marktprijs<br />

Rusland Onder leiding <strong>van</strong> de door de staat<br />

opgerichte Coal Committee wordt de<br />

kol<strong>en</strong>industrie mom<strong>en</strong>teel geherstructureerd<br />

<strong>en</strong> geprivatiseerd<br />

Door staat Vrije marktprijs<br />

Oekraïne Hervorming vindt plaats. E<strong>en</strong> deel is Door staat De industrie is hopeloos<br />

nu in private hand<strong>en</strong><br />

verouderd: financiële<br />

injecties <strong>van</strong> de wereld<br />

bank<br />

Zuid-Afrika Industrie is in private hand<strong>en</strong>, deels<br />

<strong>van</strong> origine Zuid Afrikaans, overheid<br />

gecontroleerd<br />

Door private bedrijv<strong>en</strong> Vrije marktprijs<br />

Australië Industrie is in private hand<strong>en</strong>. De<br />

staat bezit reserves<br />

Door private bedrijv<strong>en</strong> Vrije marktprijs<br />

China Mijn<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong>dom <strong>van</strong> de c<strong>en</strong>tra- Door staat De prijs wordt door de<br />

le overheid, maar buit<strong>en</strong>landse investering<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> verwelkomd<br />

staat gecontroleerd<br />

India De mijnbouw is voornamelijk in Door staat Subsidies word<strong>en</strong> afge-<br />

staatshand<strong>en</strong>. Begonn<strong>en</strong> is met de<br />

bouwd, verder vrije<br />

privatisering <strong>van</strong> de industrie<br />

marktprijs<br />

VS De federale overheid bezit e<strong>en</strong> belangrijk<br />

deel <strong>van</strong> de voorrad<strong>en</strong>. De<br />

afzonderlijke stat<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong> concessies<br />

aan private bedrijv<strong>en</strong><br />

Door private bedrijv<strong>en</strong> Vrije marktprijs<br />

De grootste internationaal operer<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> exporteurs <strong>van</strong> hoog-calorische<br />

kol<strong>en</strong> (hard coal) in de wereld zijn vermeld in Tabel 4. Hierbij kan word<strong>en</strong> opgemerkt<br />

dan t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de totale export <strong>van</strong> hard coal wereldwijd ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel bedrijf<br />

meer dan 10% <strong>van</strong> de totale export in hand<strong>en</strong> heeft.<br />

38<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Tabel 4 Grootste exporteurs <strong>van</strong> hard coal (AME outlook)<br />

Productieland<strong>en</strong> (productie om<strong>van</strong>g in Mton) Export in Mton/jaar<br />

(gegev<strong>en</strong>s 2003)<br />

Xtrata Australië (54), Zuid-Afrika (16) 35<br />

BHP Billiton Australië (10), Zuid-Afrika (54), Colombia, Indonesië,<br />

VS (14)<br />

34,5<br />

Anglo American Australië (26), Zuid-Afrika (57), Zuid-Amerika (10) 30,5<br />

PT Bumi resources Indonesië (exporteert vrijwel alle<strong>en</strong> naar de regio) 27<br />

Sh<strong>en</strong>hua China (exporteert vrijwel alle<strong>en</strong> naar de regio) 25<br />

Rio Tinto Australië, VS 20<br />

4.3 Kol<strong>en</strong>prijz<strong>en</strong>; vraag <strong>en</strong> aanbod<br />

Aan de hand <strong>van</strong> de vraag- <strong>en</strong> aanbodverhouding<strong>en</strong> voor de diverse soort<strong>en</strong> kol<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong> de marktprijz<strong>en</strong> tot stand. Analyse <strong>van</strong> de historische prijsontwikkeling laat<br />

zi<strong>en</strong> dat kol<strong>en</strong>prijz<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zekere vertraging structurele verandering<strong>en</strong> in olieprijz<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>. Verder speelt de verhouding <strong>van</strong> de wisselkoers tuss<strong>en</strong> Euro <strong>en</strong> dollar<br />

e<strong>en</strong> belangrijke rol voor de kol<strong>en</strong>prijs in Europa. De prijs <strong>van</strong> ste<strong>en</strong>kool op de internationale<br />

markt vertoont daarbij e<strong>en</strong> grote stabiliteit t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de andere <strong>en</strong>ergiedragers.<br />

Figuur 14 toont de ontwikkeling <strong>van</strong> kol<strong>en</strong>productie <strong>van</strong>af 1980 per contin<strong>en</strong>t gegev<strong>en</strong>.<br />

Van 1960 tot 1980 was er sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> geleidelijke daling <strong>van</strong> de productie in<br />

West-Europa <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geleidelijke stijging in andere contin<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Vanaf 1970 begon<br />

de productie in Azië al sterk te stijg<strong>en</strong>.<br />

Figuur 14 Mondiale kol<strong>en</strong>productie per contin<strong>en</strong>t<br />

Mtonne kol<strong>en</strong><br />

3500<br />

3000<br />

2500<br />

2000<br />

1500<br />

1000<br />

500<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Mondiale kol<strong>en</strong>productie per contin<strong>en</strong>t<br />

0<br />

1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010<br />

noord amerika<br />

zuid amerika<br />

europa<br />

eurasie<br />

afrika<br />

azie & oceanie<br />

39


Uit dit figuur blijkt verder dat de productie in Azië <strong>en</strong> Oceanië (China, India <strong>en</strong> Australië)<br />

zeer sterk is gesteg<strong>en</strong>. Vanaf 2000 is de productie zelfs met bijna 50% toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

In Europa <strong>en</strong> Eurazië is de productie gedaald. In Europa zijn vooral in Oost-<br />

Europa (met name in Oost-Duitsland) na de val <strong>van</strong> de ‘muur’ veel mijn<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong>.<br />

Ook in Eurazië (vroegere Sovjet-Unie) is de productie na de val <strong>van</strong> de muur ingestort.<br />

De laatste jar<strong>en</strong> is er weer sprake <strong>van</strong> herstel.<br />

In Tabel 5 zijn de belangrijkste productieland<strong>en</strong> <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Tabel 5 Belangrijkste productieland<strong>en</strong> <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> (106 ton) cijfers 1999 (World Energy Council), tuss<strong>en</strong> { } cijfers<br />

voor 2004 <strong>van</strong> het World Coal institute<br />

Bituminous Subbituminous Lignite<br />

Productie Consumptie Productie Consumptie Productie Consumptie<br />

Zuid-Afrika 224 {230} 153 {170}<br />

Canada 37 24 24 27 12 10<br />

Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> 568 {950} 521 {900} 352 350 77 77<br />

Columbia 33 4<br />

China 985 {1950} 1.035 {1950} 45 45<br />

India 292 {390} 308 {410} 22 22<br />

Indonesië 71 {120} 17<br />

Kazachstan 56 {80} 42 2 2<br />

Noord Korea 60 62 {80} 22 22<br />

Duitsland 41 65 {70} 161 163<br />

Pol<strong>en</strong> 110 89 {100} 61 61<br />

Russische federatie 166 {230} 154 {170} 83 83<br />

Oekraïne 34 {70} 62 46 1 1<br />

Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk 37 56<br />

Australië 222 {250} 45 16 18 66 66<br />

Overige land<strong>en</strong> 75 456 78 105 265 265<br />

TOTAAL Wereld 3.011 3.093 538 522 795 795<br />

Cijfers <strong>van</strong> de World Energy Council voor 1999 <strong>en</strong> het World Coal Institute voor 2004<br />

gev<strong>en</strong> aan dat vooral in China de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> India de consumptie <strong>van</strong> kol<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong>af 1999 zeer sterk is gesteg<strong>en</strong>. Door de to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> de consumptie in deze<br />

land<strong>en</strong> lag in 2004 de consumptie op 4.600 Mton. Het World Coal Institute verwacht<br />

dat de totale productie in 2030 op ongeveer 7.000 Mton zal ligg<strong>en</strong>.<br />

Uit de tabel komt naar vor<strong>en</strong> dat wat import <strong>en</strong> export betreft het vrijwel uitsluit<strong>en</strong>d<br />

gaat om bituminous coal. Lignite <strong>en</strong> subbituminous coal word<strong>en</strong> vrijwel volledig in het<br />

land <strong>van</strong> winning gebruikt. Dit komt doordat transport in verband met het relatieve<br />

hoge vochtgehalte relatief duur is. Tev<strong>en</strong>s heeft bruinkool de neiging tot zelfontbranding<br />

hetge<strong>en</strong> bij het transport risico’s oplevert.<br />

De import- <strong>en</strong> exportstrom<strong>en</strong> <strong>van</strong> bituminous coal zijn relatief gering t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong><br />

de totale productie <strong>en</strong> consumptie <strong>van</strong> ste<strong>en</strong>kool. Volg<strong>en</strong>s het World Coal Institute<br />

werd in 2003 totaal 718 Mton (755 Mton in 2004) internationaal aan kol<strong>en</strong> verhandeld,<br />

wat 18% was <strong>van</strong> de consumptie in 2003 (16% in 2004). Grote productieland<strong>en</strong><br />

als China,<br />

Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> India exporter<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer geringe hoeveelheid <strong>van</strong> hun productie.<br />

China, Indonesië <strong>en</strong> India exporter<strong>en</strong> vrijwel niet naar Europa maar naar Japan<br />

<strong>en</strong> andere land<strong>en</strong> in de regio. De VS exporter<strong>en</strong> ook naar Europa. De consumptie<br />

40<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


vindt vrijwel volledig plaats in de thuismarkt. Door de sterke economische groei <strong>van</strong><br />

China neemt de export <strong>van</strong>uit China af.<br />

Figuur 15 toont de import/exportbalans <strong>van</strong>af 1980 per contin<strong>en</strong>t. In de zestiger jar<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de vorige eeuw was de handel vooral tuss<strong>en</strong> de vroegere Sovjet-Unie <strong>en</strong> Europa,<br />

tuss<strong>en</strong> de VS <strong>en</strong> Europa <strong>en</strong> de VS <strong>en</strong> Japan. In de 70-er jar<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> Taiwan <strong>en</strong><br />

Zuid-Korea belangrijke importer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>.<br />

Figuur 15 Import - exportbalans per contin<strong>en</strong>t <strong>van</strong>af 1980<br />

Mtonne kol<strong>en</strong><br />

150<br />

100<br />

50<br />

-100<br />

-150<br />

-200<br />

-250<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Import-exportbalans per contin<strong>en</strong>t<br />

0<br />

1975<br />

-50<br />

1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010<br />

noord amerika<br />

zuid amerika<br />

europa<br />

eurasie<br />

afrika<br />

azie & oceanie<br />

In Figuur 16 is de ontwikkeling <strong>van</strong> de kol<strong>en</strong>productie <strong>van</strong>af 1980 in de belangrijkste<br />

Europese kol<strong>en</strong>producer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong> voorafgaand aan 1980<br />

zijn in verschill<strong>en</strong>de West-Europese land<strong>en</strong>, zoals België, Frankrijk, UK, Nederland<br />

<strong>en</strong> West-Duitsland vele mijn<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong>.<br />

Figuur 16 Ontwikkeling kol<strong>en</strong>productie in Europa <strong>van</strong>af 1980<br />

Mtonne kol<strong>en</strong><br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

ontwikkeling kol<strong>en</strong>productie in Europa<br />

0<br />

1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010<br />

Bron: Int. Energy Annual 2004 of Energy Information Administration.<br />

tsjechie + slowakije<br />

duitsland<br />

pol<strong>en</strong><br />

UK<br />

griek<strong>en</strong>land<br />

overige<br />

41


Uit deze figuur blijkt dat de kol<strong>en</strong>productie in alle Europese land<strong>en</strong> (behalve in Griek<strong>en</strong>land)<br />

<strong>van</strong>af 1980 is afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In Duitsland is de afname het sterkst door de<br />

sluiting <strong>van</strong> veel mijn<strong>en</strong> in Oost-Duitsland in de jar<strong>en</strong> na de her<strong>en</strong>iging. Verwacht<br />

wordt dat de productie in Europa verder zal afnem<strong>en</strong> doordat de subsidies in land<strong>en</strong><br />

als Duitsland <strong>en</strong> Spanje zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgebouwd. Als gevolg daar<strong>van</strong> zull<strong>en</strong> onr<strong>en</strong>dabele<br />

mijn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong>. Door de verdere herstructurering <strong>van</strong> de mijnbouw in<br />

Pol<strong>en</strong> zal de productie daar verder afnem<strong>en</strong>. Europa importeert reeds e<strong>en</strong> belangrijk<br />

deel <strong>van</strong> haar kol<strong>en</strong> (hard coal) <strong>en</strong> deze import zal in de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> nog verder<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

Tabel 6 geeft e<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> de structuurk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, instituties e.d. in de kol<strong>en</strong>markt,<br />

op de wijze zoals die ook voor de andere dragers in dit <strong>rapport</strong> in beeld wordt<br />

gebracht.<br />

Tabel 6 Overzicht <strong>van</strong> de internationale kol<strong>en</strong>markt<br />

De internationale kol<strong>en</strong>markt<br />

Afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia Hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> toekomst<br />

Structuur<br />

Markt/<br />

eig<strong>en</strong>dom<br />

Pricing /<br />

Contracts<br />

42<br />

Niet-geïntegreerde <strong>en</strong> regionaal operer<strong>en</strong>de<br />

bedrijv<strong>en</strong>. In de meeste land<strong>en</strong><br />

staatsbedrijv<strong>en</strong><br />

Op<strong>en</strong> prijsvorming op e<strong>en</strong> wereldmarkt<br />

voor hoog-calorische kol<strong>en</strong><br />

Niet-geïntegreerde <strong>en</strong> regionaal operer<strong>en</strong>de<br />

bedrijv<strong>en</strong>. In de meeste land<strong>en</strong><br />

staatsbedrijv<strong>en</strong><br />

Op<strong>en</strong> prijsvorming op e<strong>en</strong> wereldmarkt<br />

voor hoog-calorische kol<strong>en</strong><br />

OECD<br />

Instituties EGKS tot 2002<br />

OECD<br />

Politieke Werkgeleg<strong>en</strong>heid in eig<strong>en</strong> regio Duurzaamheidsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kol<strong>en</strong>-<br />

issues<br />

winning<br />

Productie- Europa, Azië, VS <strong>en</strong> Canada Azië, Oceanië, VS, Canada, Europa <strong>en</strong><br />

locatie<br />

Afrika<br />

<strong>Rol</strong> <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> Toepassing in elektriciteits-productie, Met name toepassing in elektriciteitspro-<br />

in <strong>en</strong>ergie<br />

markt<br />

industrie <strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong>s<br />

ductie <strong>en</strong> in de industrie<br />

Origine aan- VS: Intern<br />

VS: Intern<br />

voer naar VS, EU: Intern, Rusland, Zuid-Afrika, EU: Rusland, Zuid-Afrika, Australië<br />

EU <strong>en</strong> Japan Australië<br />

Japan: Indonesië <strong>en</strong> Filippijn<strong>en</strong><br />

Japan: Indonesië <strong>en</strong> India<br />

Technologie Op<strong>en</strong> <strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> mijnbouw Op<strong>en</strong> <strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> mijnbouw<br />

Coal to liquids<br />

Vraag Aanbod Daling vraag. Daling aanbod Groei vraag Groei aanbod<br />

Capaciteit<br />

Groei reserves<br />

4.4 Conclusie met betrekking tot de kol<strong>en</strong>markt<br />

Uit dit hoofdstuk kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de conclusies word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> met betrekking<br />

tot de huidige situatie <strong>en</strong> de ontwikkeling<strong>en</strong> op de kol<strong>en</strong>markt:<br />

De economische waarde <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> is de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia sterk verminderd.<br />

De geologische omstandighed<strong>en</strong> waaronder in Europa ste<strong>en</strong>kool wordt gewonn<strong>en</strong><br />

zijn relatief moeilijk <strong>en</strong> de in Europa gehanteerde norm<strong>en</strong> voor sociale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

zijn strikt in vergelijking met andere del<strong>en</strong> <strong>van</strong> de wereld.<br />

Inmiddels nem<strong>en</strong> zowel het strategische belang als de economische waarde <strong>van</strong><br />

kol<strong>en</strong> weer toe. Dit zowel <strong>van</strong>wege de grote om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de voorkom<strong>en</strong>s als<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


<strong>van</strong>wege de – in geopolitiek opzicht – relatief gunstige geografische spreiding<br />

hier<strong>van</strong>.<br />

Laag-calorische kol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de directe omgeving <strong>van</strong> de mijn b<strong>en</strong>ut. Alle<strong>en</strong><br />

de hoog-calorische kol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over grote afstand<strong>en</strong> getransporteerd naar de<br />

consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>markt<strong>en</strong>. De up- <strong>en</strong> downstream activiteit<strong>en</strong> zijn dan veelal volledig<br />

ontkoppeld.<br />

De internationale handel in kol<strong>en</strong> is gering (minder dan 20%) t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de<br />

totale productie <strong>en</strong> consumptie <strong>van</strong> ste<strong>en</strong>kool.<br />

De grootste internationaal operer<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> exporteurs <strong>van</strong> hoogcalorische<br />

kol<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>van</strong> all<strong>en</strong> meer dan 10% <strong>van</strong> de totale internationale<br />

handel in kol<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong>.<br />

De marktprijz<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> tot stand aan de hand <strong>van</strong> de vraag- <strong>en</strong> aanbodverhouding<strong>en</strong><br />

voor de diverse soort<strong>en</strong> kol<strong>en</strong>. De kol<strong>en</strong>prijz<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> daarbij met e<strong>en</strong> zekere<br />

vertraging structurele verandering<strong>en</strong> in de olieprijz<strong>en</strong>, maar de prijs <strong>van</strong><br />

ste<strong>en</strong>kool op de internationale markt k<strong>en</strong>t daarbij e<strong>en</strong> grote stabiliteit, zeker in<br />

vergelijking met de andere <strong>en</strong>ergiedragers.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

43


5 Dynamische analyse <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> voor olie<br />

Sinds het begin <strong>van</strong> de 21 ste eeuw zijn de prijz<strong>en</strong> <strong>van</strong> ruwe olie <strong>en</strong> olieproduct<strong>en</strong> regelmatig<br />

voorpaginanieuws. Na e<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nium <strong>van</strong> relatieve rust op de oliemarkt<br />

begon de olieprijs in maart 1999 aan e<strong>en</strong> stijging die zich ev<strong>en</strong> leek te stabiliser<strong>en</strong>,<br />

op e<strong>en</strong> niveau <strong>van</strong> rond de 30 dollar per vat. Vanaf begin 2004 steeg olieprijs echter<br />

verder tot e<strong>en</strong> niveau rond de 90 dollar in 2007.<br />

De prijsverhoging<strong>en</strong> voor belangrijke brandstoff<strong>en</strong> als b<strong>en</strong>zine, dieselolie <strong>en</strong> kerosine<br />

leid<strong>en</strong> tot onrust bij de verbruikers. Voorspelling<strong>en</strong> over groei <strong>van</strong> de wereldeconomie<br />

werd<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> bijgesteld. Er word<strong>en</strong> discussies gevoerd over de oorzak<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de hoge olieprijz<strong>en</strong>, waarbij e<strong>en</strong> drietal visies in het oog spring<strong>en</strong> (zie ook<br />

Stev<strong>en</strong>s, 2005; Bielecki, 2000).<br />

De eerste lijn <strong>van</strong> argum<strong>en</strong>tatie verklaart de huidige situatie aan de hand <strong>van</strong> investeringscycli,<br />

waarbij achterblijv<strong>en</strong>de investering<strong>en</strong> in periodes <strong>van</strong> lage olieprijz<strong>en</strong> tot<br />

gevolg hebb<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> nieuwe productie- <strong>en</strong> raffinagecapaciteit gebouwd wordt,<br />

wat tot e<strong>en</strong> tijdelijke schaarste lijdt, waardoor de prijz<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> signaal<br />

voor nieuwe investering<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> vergroting <strong>van</strong> de productiecapaciteit mogelijk<br />

mak<strong>en</strong>, wat e<strong>en</strong> daling <strong>van</strong> prijz<strong>en</strong> tot gevolg heeft. Belangrijk aspect hierbij is de vertraging<br />

in het besluit nieuwe investering<strong>en</strong> te gaan do<strong>en</strong>. Deze vertraging lijkt sam<strong>en</strong><br />

te hang<strong>en</strong> met de uitzicht<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> stabiele hogere olieprijs in de toekomst. In het<br />

verled<strong>en</strong> is geconstateerd dat hierbij gedacht moet word<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> periode <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

jaar of drie voordat nieuwe capaciteit beschikbaar komt om reeds bek<strong>en</strong>de reserves<br />

te producer<strong>en</strong>, terwijl het zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> productief mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> nieuwe reserves na e<strong>en</strong><br />

jaar of zes vrucht<strong>en</strong> begint af te werp<strong>en</strong>.<br />

De tweede lijn lijkt in zekere zin op de eerste, maar stelt dat de wereld door e<strong>en</strong> aantal<br />

fundam<strong>en</strong>tele verandering<strong>en</strong>, waaronder de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> afhankelijkheid <strong>van</strong> olie<br />

uit OPEC-lidstat<strong>en</strong>, de veranderde positie <strong>van</strong> de multinationale oliemaatschapppij<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de stijg<strong>en</strong>de vraag in e<strong>en</strong> structureel andere balans tuss<strong>en</strong> vraag, aanbod <strong>en</strong><br />

capaciteitsbezetting terecht gekom<strong>en</strong> is. Additionele factor<strong>en</strong> hierbij zijn de onzekerhed<strong>en</strong><br />

voorvloei<strong>en</strong>de uit verander<strong>en</strong>de geopolitieke verhouding<strong>en</strong> (Correljé, Van der<br />

Linde, 2006; Helm, 2002, 2005) <strong>en</strong> sociaal-politieke spanning<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>de<br />

land<strong>en</strong> die de olieprijs <strong>van</strong> rond de $ 20 per vat structureel op e<strong>en</strong> hoger niveau<br />

gebracht heeft <strong>van</strong> $ 40-60.<br />

De derde lijn, Peak oil, gaat uit <strong>van</strong> de gedachte dat er langzamerhand e<strong>en</strong> einde<br />

komt aan de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> de olieindustrie om voldo<strong>en</strong>de olie te producer<strong>en</strong> om<br />

aan de vraag te voldo<strong>en</strong>. De in om<strong>van</strong>g belangrijkste voorkom<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> geacht<br />

inmiddels ontdekt <strong>en</strong> in productie g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te zijn. Toevoeging<strong>en</strong> aan het productiepot<strong>en</strong>tieel<br />

zull<strong>en</strong> daarom kleiner <strong>van</strong> om<strong>van</strong>g, e<strong>en</strong> kleinere capaciteit hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

duurder zijn, waardoor het steeds moeilijker is om aan de steeds verder stijg<strong>en</strong>de<br />

vraag te voldo<strong>en</strong>. Deze lijn gaat er <strong>van</strong>uit dat de olieproductie - bijna - zijn hoogtepunt<br />

heeft bereikt <strong>en</strong> daarna alle<strong>en</strong> nog af kan nem<strong>en</strong>. Sommig<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> duurzame<br />

44<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


<strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong> dan de rol <strong>van</strong> olie innem<strong>en</strong>. Pessimist<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> echter e<strong>en</strong> ine<strong>en</strong>storting<br />

<strong>van</strong> de wereldeconomie <strong>en</strong> felle e<strong>en</strong> strijd om de nog beschikbare fossielle<br />

<strong>en</strong>ergie <strong>bronn<strong>en</strong></strong> (Klare, 2001).<br />

5.1 De oliewaardeket<strong>en</strong><br />

Dit hoofdstuk schetst e<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> de internationale oliemarkt.<br />

Het zal in grote lijn<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> hoe deze markt in elkaar zit <strong>en</strong> uitlegg<strong>en</strong> welke<br />

structurele verandering<strong>en</strong> er plaats gevond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Aan de hand <strong>van</strong> deze<br />

structuurverandering<strong>en</strong> kan vervolg<strong>en</strong>s aangegev<strong>en</strong> wat de consequ<strong>en</strong>ties daar<strong>van</strong><br />

geweest zijn voor de winning, het aanbod <strong>en</strong> de prijsvorming <strong>van</strong> ruwe olie <strong>en</strong> olieproduct<strong>en</strong>.<br />

De huidige oliemarkt bestaat in feite uit e<strong>en</strong> aantal met elkaar verbond<strong>en</strong> (deels<br />

regionale) markt<strong>en</strong> voor de diverse soort<strong>en</strong> ruwe olie <strong>en</strong> voor verschill<strong>en</strong>de olieproduct<strong>en</strong>,<br />

zoals b<strong>en</strong>zine, dieselolie, huisbrandolie, kerosine, etc. Binn<strong>en</strong> de waardeket<strong>en</strong><br />

vorm<strong>en</strong> deze markt<strong>en</strong> de aansluiting<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

productieproces in de olie-industrie. Bov<strong>en</strong>in de zog<strong>en</strong>aamde verticale bedrijfskolom<br />

bevind<strong>en</strong> zich de up-stream activiteit<strong>en</strong>; het zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit de grond hal<strong>en</strong> <strong>van</strong> ruwe<br />

olie. Onderin vind<strong>en</strong> we de raffinage <strong>van</strong> de ruwe olie <strong>en</strong> de verkoop <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

product<strong>en</strong>; het down-stream segm<strong>en</strong>t.<br />

De up-stream activiteit<strong>en</strong> beslaan e<strong>en</strong> heel traject dat weer in e<strong>en</strong> aantal fas<strong>en</strong> kan<br />

word<strong>en</strong> opgedeeld. De eerste fase omvat het geologische onderzoek <strong>van</strong> aardlag<strong>en</strong><br />

naar aanwijzing<strong>en</strong> voor olie <strong>en</strong>/of gasvoorkom<strong>en</strong>s. Deels vindt dit onderzoek plaats<br />

aan de hand <strong>van</strong> de analyse <strong>van</strong> geologische data, die ofwel reeds beschikbaar zijn<br />

of vergaard moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door middel <strong>van</strong> bodemonderzoek. Deze fase wordt gevolgd<br />

door het vaststell<strong>en</strong> <strong>en</strong> analyser<strong>en</strong> <strong>van</strong> die voorkom<strong>en</strong>s <strong>en</strong> het beoordel<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de mogelijkhed<strong>en</strong> om tot productie over te gaan aan de hand <strong>van</strong> exploratieboring<strong>en</strong>.<br />

Als dat oordeel positief uitvalt, di<strong>en</strong><strong>en</strong> er productieputt<strong>en</strong> geboord te word<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere<br />

faciliteit<strong>en</strong> aangelegd te word<strong>en</strong>, om bijvoorbeeld olie <strong>en</strong> gas te scheid<strong>en</strong>.<br />

Figuur 17 Waardeket<strong>en</strong> oliemarkt<br />

Manier <strong>van</strong> coördinatie <strong>en</strong> investering<strong>en</strong><br />

↓ ↓ ↓ ↓ ↓ ↓<br />

Opsporing<br />

voorkom<strong>en</strong>s<br />

Beloning<br />

uitvoerders<br />

→ Winning<br />

Ruwe olie<br />

← Grondstof<br />

Prijs<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

→ Raffinage<br />

Ruwe olie<br />

← Groothandels<br />

Prijs product<br />

→ Transport → Detailhandel<br />

olieproduct<strong>en</strong><br />

← Transport<br />

fee<br />

→ Verbruik<br />

← retailprijs ← ‘Nut’<br />

Het volg<strong>en</strong>de traject bestaat uit het transport <strong>van</strong> de ruwe olie <strong>en</strong> het gas naar de<br />

consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>markt<strong>en</strong>. Er moet e<strong>en</strong> transportsysteem aangelegd te word<strong>en</strong> om de<br />

olie naar de tankerterminals of naar lokale raffinaderij<strong>en</strong> te vervoer<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s het<br />

raffinageproces wordt de ruwe olie als het ware opgesplitst in e<strong>en</strong> groot aantal verschill<strong>en</strong>de<br />

product<strong>en</strong>, waaronder lichte brandstoff<strong>en</strong> als LPG <strong>en</strong> andere gass<strong>en</strong>, b<strong>en</strong>-<br />

45


zine <strong>en</strong> diesel- of huisbrandolie, kerosine <strong>en</strong> zware stookolie. Ook word<strong>en</strong> er allerlei<br />

stoff<strong>en</strong> geproduceerd die als halffabrikaat in de petrochemische industrie gebruikt<br />

word<strong>en</strong>, om bijvoorbeeld smeermiddel<strong>en</strong>, verf, plastics <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong> te<br />

mak<strong>en</strong>. Autobrandstoff<strong>en</strong> als b<strong>en</strong>zine, diesel of LPG word<strong>en</strong> met tankwag<strong>en</strong>s naar<br />

b<strong>en</strong>zinepomp<strong>en</strong> gebracht. Andere product<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in depots opgeslag<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna<br />

op verzoek bij klant<strong>en</strong> afgeleverd.<br />

De verschill<strong>en</strong>de up- <strong>en</strong> downstream activiteit<strong>en</strong> in het productieproces kunn<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

hetzelfde bedrijf word<strong>en</strong> uitgevoerd. Voorbeeld<strong>en</strong> <strong>van</strong> dergelijke geïntegreerde<br />

oliemaatschappij<strong>en</strong> die wereldwijd actief zijn in de hele bedrijfskolom, zijn Shell,<br />

Exxon-Mobil, BP, Total, Repsol <strong>en</strong> Texaco-Chevron; ook wel g<strong>en</strong>oemd de majors.<br />

Ondanks hun grote ‘zichtbaarheid’, in de publiciteit, langs de snelweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de<br />

beurs, controler<strong>en</strong> de majors maar ongeveer 14% <strong>van</strong> de totale bewez<strong>en</strong> reserves<br />

voor olie <strong>en</strong> gas in land<strong>en</strong> zonder staatoliemaatschappij<strong>en</strong> <strong>en</strong> 11% in land<strong>en</strong> met<br />

staatsoliemaatschappij<strong>en</strong>. 58% <strong>van</strong> de reserves wordt gecontroleerd door staatsoliemaatschappij<strong>en</strong><br />

zonder significante betrokk<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> private maatschappij<strong>en</strong>.<br />

Ongeveer 14% <strong>van</strong> de reserves is in hand<strong>en</strong> <strong>van</strong> Russiche bedrijv<strong>en</strong>, waarbij er <strong>en</strong>ige<br />

onzekerheid bestaat over de status (Marcel, 2006: 1).<br />

Daarnaast bestaat er e<strong>en</strong> groot aantal niet-geïntegreerde, vaak regionaal operer<strong>en</strong>de,<br />

onderneming<strong>en</strong> die zich in specifieke onderdel<strong>en</strong> <strong>van</strong> het proces specialiser<strong>en</strong>,<br />

bijvoorbeeld in de exploratie <strong>en</strong> productie <strong>van</strong> ruwe olie <strong>en</strong> gas, in de raffinage, <strong>en</strong> in<br />

de verkoop <strong>van</strong> olieproduct<strong>en</strong> <strong>en</strong> gas in de groot- <strong>en</strong>/of detailhandel. Deels zijn dit de<br />

staatsonderneming<strong>en</strong> <strong>van</strong> de olie-exporter<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>, bijvoorbeeld Saudi Aramco,<br />

de National Iranian Oil Company (NIOC) <strong>en</strong> Petróleos Mexicanos, maar ook bijvoorbeeld<br />

Gazprom, uit Rusland.<br />

Tuss<strong>en</strong> de niet-geïntegreerde bedrijv<strong>en</strong>, maar ook tuss<strong>en</strong> h<strong>en</strong> <strong>en</strong> de majors <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

de majors onderling, word<strong>en</strong> ruwe olie, halffabrikat<strong>en</strong> <strong>en</strong> allerlei olieproduct<strong>en</strong><br />

verhandeld. Wat door het <strong>en</strong>e bedrijf geproduceerd wordt is grondstof of handelswaar<br />

voor andere bedrijv<strong>en</strong> in de ket<strong>en</strong>. Ook de majors nem<strong>en</strong> deel aan deze handel,<br />

omdat er vrijwel nooit sprake is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> volledige balans tuss<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> productie<br />

<strong>en</strong> hun behoefte aan ruwe olie <strong>en</strong>/of product<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de stadia <strong>van</strong><br />

de productieket<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de locaties.<br />

Deze markt<strong>en</strong> zijn cruciaal voor de prijsvorming <strong>van</strong> ruwe olie <strong>en</strong> product<strong>en</strong>. Aan de<br />

hand <strong>van</strong> de vraag- <strong>en</strong> aanbodverhouding<strong>en</strong> voor de diverse soort<strong>en</strong> ruwe olie kom<strong>en</strong><br />

de prijz<strong>en</strong> daarvoor tot stand op de beurz<strong>en</strong> in Lond<strong>en</strong> <strong>en</strong> New York. Prijz<strong>en</strong><br />

voor product<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de regio’s kom<strong>en</strong> tot stand op lokale beurz<strong>en</strong>, of spotmarkets,<br />

bijvoorbeeld in Rotterdam (voor West-Europa), in G<strong>en</strong>ua (voor het Middellandse<br />

Zeegebied), in Singapore (voor het Verre Oost<strong>en</strong>) <strong>en</strong> in Houston (voor de<br />

Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>). De prijz<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de brandstoff<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, <strong>en</strong>erzijds,<br />

beïnvloed door vraag- <strong>en</strong> aanbodfactor<strong>en</strong> die specifiek zijn voor de productmarkt<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>, anderzijds, door de wereldmarktprijs <strong>van</strong> ruwe olie, als de voornaamste grondstof.<br />

46<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Figuur 18 Import <strong>en</strong> export <strong>van</strong> ruwe olie<br />

Bron: BP, Statistical Review of World Energy, 2006.<br />

5.2 De verander<strong>en</strong>de organisatie <strong>van</strong> de oliemarkt<br />

Olie wordt gewonn<strong>en</strong> over de hele wereld, zoals geïllustreerd wordt in Figuur 18. Deze<br />

situatie is het resultaat <strong>van</strong> e<strong>en</strong> langdurige ontwikkeling die feitelijk in het midd<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de 19 e eeuw begonn<strong>en</strong> is in de VS, zoals te zi<strong>en</strong> is in Figuur 19. Vervolg<strong>en</strong>s<br />

werd er op verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> olie gezocht <strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in Rusland<br />

<strong>en</strong> Roem<strong>en</strong>ië, <strong>en</strong> later in Indonesië <strong>en</strong> Mexico. Vanaf het begin <strong>van</strong> de 20 e eeuw<br />

kwam<strong>en</strong> langzamerhand de olievoorkom<strong>en</strong>s in het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong> <strong>en</strong> onder meer<br />

V<strong>en</strong>ezuela in beeld.<br />

Hieronder zal duidelijk word<strong>en</strong> dat de specifieke organisatie <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong>s<br />

voor olie <strong>en</strong> voor gas veranderd is in de loop der tijd. Tabel 7 biedt e<strong>en</strong> schematisch<br />

overzicht <strong>van</strong> de ontwikkeling in e<strong>en</strong> aantal structurele karakteristiek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de oliemarkt<br />

over de naoorlogse periode. In de eerste plaats zijn e<strong>en</strong> aantal period<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong><br />

op basis <strong>van</strong> de rele<strong>van</strong>te coördinatiemechanism<strong>en</strong>: pre-1959; 1959-<br />

1973; 1973-1983; 1983-2001 <strong>en</strong> post-2001 (zie ook Adelman, 2002).<br />

In de tweede plaats word<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal ess<strong>en</strong>tiële sectorkarakteristiek<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>,<br />

waarin variatie te zi<strong>en</strong> is tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de period<strong>en</strong>. Het belang <strong>en</strong> de rol<br />

<strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> olie- <strong>en</strong> gasmaatschappij<strong>en</strong> varieert in de tijd <strong>en</strong> ook de<br />

invloed <strong>van</strong> overhed<strong>en</strong> in de ket<strong>en</strong>s laat verschuiving<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Dat heeft belangrijke<br />

consequ<strong>en</strong>ties gehad voor het aanbod, de vraag <strong>en</strong> de prijs <strong>van</strong> olie <strong>en</strong> gas <strong>en</strong> voor<br />

de plaats<strong>en</strong> waar het geproduceerd werd. Tegelijkertijd, echter, zijn vraag, aanbod<br />

<strong>en</strong> prijs ontwikkeling<strong>en</strong> weer <strong>van</strong> invloed op de organisatie <strong>van</strong> de ket<strong>en</strong> <strong>en</strong> de belang<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> overhed<strong>en</strong>.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

47


Deze karakteritiek<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong> de marktstructuur, het soort <strong>van</strong> contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

mechanism<strong>en</strong> <strong>van</strong> prijsvorming, oliemarkt instituties, de politieke issues, de<br />

winningslocaties, de rol <strong>van</strong> olie in de <strong>en</strong>ergievraag, de origine <strong>van</strong> aanvoer naar<br />

de VS, Europa <strong>en</strong> Japan, technologische karakteristiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong><br />

winnings- <strong>en</strong> raffinagecapaciteit, aanbod <strong>en</strong> de vraag naar product<strong>en</strong>. Figuur 20<br />

geeft e<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> de consumptie <strong>van</strong> olie in de verschill<strong>en</strong>de regio’s <strong>en</strong> Figuur<br />

21 illustreert geografische verschuiving<strong>en</strong> in de productie.<br />

Figuur 19 Olieprijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> Marktontwikkeling<strong>en</strong><br />

Bron: BP, Statistical Review of World Energy, 2006.<br />

48<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Tabel 7 Crude production in selected years, by country<br />

Miljo<strong>en</strong> Ton 1901 1910 1920 1930 1939 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2005<br />

Total World 20,7 100 44 100 92,5 100 189,3 100 278 100 528 100 1.066 100 2.322 100 3.049 100 3.180 100 3613 100 3.895 100<br />

USA 9,3 44,9 28,1 63,9 59,5 64,3 120,5 63,7 168,7 60,7 274 51,9 357 33,5 488 21 436 14,3 417 13,1 353 9,8 310 8<br />

Russia 11,4 55,1 9,4 21,4 3,4 3,7 17 9 29,4 10,6 38 7,2 150 14,1 354 15,2 612 20,1 570 17,9 393 10,9 577 14,8<br />

Romania 1,3 3 1 1,1 5,6 3 6,1 2,2 4 0,8 12 1,1 14 0,6 12 0,4 8,1 0,3 6,3 0,2 5,4 0,1<br />

Mexico 21,1 22,8 5,3 2,8 5,7 2,1 10 1,9 14 1,3 25 1,1 98 3,2 147 4,6 171 4,7 187 4,8<br />

Iran* 1,6 1,7 6,1 3,2 10,4 3,7 32 6,1 54 5,1 194 8,4 84 2,8 161 5,1 189 5,2 200 5,1<br />

V<strong>en</strong>ezuela* 18,3 9,7 27,5 9,9 78 14,8 145 13,6 188 8,1 110 3,6 116 3,6 167,3 4,6 154,7 4<br />

Colombia 2,7 1,4 3,2 1,2 0,2 0,1 11,2 0,5 6 0,2 23 0,7 35 1 27 0,7<br />

Iraq* 4,1 1,5 6 1,1 49 4,6 79 3,4 84 2,8 105 3,3 127 3,5 89,5 2,3<br />

Saudi Arabia* 26 4,9 63 5,9 180 7,8 490 16,1 341 10,7 457,6 12,7 526,2 13,5<br />

Canada 4 0,8 26 2,4 64 2,8 72 2,4 92 2,9 126,9 3,5 145 3,7<br />

Indonesia* 7 1,3 21 2 43 1,9 80 2,6 72 2,3 71,5 2 55,9 1,4<br />

Algeria* 1 0,2 9 0,8 52 2,2 58 1,9 57,5 1,8 66,8 1,8 83,6 2,1<br />

Kuwait* 17 3,2 83 7,8 138 5,9 71 2,3 62 1,9 103,9 2,9 122,5 3,1<br />

China 3 0,3 20 0,9 107 3,5 138 4,3 162,6 4,5 174,1 4,5<br />

Nigeria* 1 0,1 55 2,4 105 3,4 89,8 2,8 105,4 2,9 121,9 3,1<br />

Libia* 168 7,2 93 3,1 69 2,2 69,3 1,9 75,8 1,9<br />

UAR* 39 1,7 87 2,9 105 3,3 123,3 3,4 124,7 3,2<br />

Egypt 16,4 0,7 30 1 45 1,4 38,8 1,1 33,9 0,9<br />

UK 0,2 0 80 2,6 92 2,9 216,2 6 84,7 2,2<br />

Brunei 6,8 0,3 25 0,8 7 0,2 9,4 0,3 10,1 0,3<br />

Arg<strong>en</strong>tia 20 0,9 25,7 0,8 25,9 0,8 40 1,1 36,2 0,9<br />

Brazil 8,3 0,4 9,4 0,3 32,6 1 63,2 1,7 84,7 2,2<br />

Oman 16,4 0,7 14,4 0,5 34,4 1,1 47,6 1,3 38,5 1<br />

Qatar* 17,4 0,7 22,4 0,7 20,4 0,6 38,7 1,1 48,8 1,3<br />

Syria 4,2 0,2 7,9 0,3 20,2 0,6 27,3 0,8 23,3 0,6<br />

Angola 5,1 0,2 7,7 0,3 23,4 0,7 36,9 1 61,2 1,6<br />

Australia 8,2 0,4 19,2 0,6 28,8 0,9 35,3 1 23,3 0,6<br />

India 6,8 0,3 9,4 0,3 34,8 1,1 36,1 1 36,2 0,9<br />

Malaysia 0,9 0 13,2 0,4 13,2 0,4 34,3 0,9 36,8 0,9<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

49


Miljo<strong>en</strong> Ton 1901 1910 1920 1930 1939 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2005<br />

Total World 20,7 100 44 100 92,5 100 189,3 100 278 100 528 100 1.066 100 2.322 100 3.049 100 3.180 100 3.613 100 3.895 100<br />

Norway 25,8 0,8 82 2,6 160,2 4,4 138,2 3,5<br />

Congo 3,2 0,1 8 0,3 14,2 0,4 13,1 0,3<br />

Gabon 8,9 0,3 13,5 0,4 16,4 0,5 11,7 0,3<br />

D<strong>en</strong>mark 0,3 0 9 0,3 17,7 0,5 18,4 0,5<br />

Ecuador 10,6 0,3 14,9 0,5 20,9 0,6 27,6 0,7<br />

Vietnam 2,7 0,1 16,2 0,4 19,1 0,5<br />

Yem<strong>en</strong> 8,7 0,3 21,3 0,6 20,1 0,5<br />

Thailand 2,7 0,1 6,6 0,2 11,2 0,3<br />

Eq. Guinea 5,8 0,2 17,6 0,5<br />

Sudan 8,6 0,2 18,7 0,5<br />

Chad 9,1 0,2<br />

Bron: 1901-1960: Clark 1990; 1970-2005: BP International Statistics of Trade, Webversion 2006.<br />

Noot: * betek<strong>en</strong>t OPEC lid<br />

50


Figuur 20 Consumptie <strong>van</strong> olie<br />

Miljo<strong>en</strong> Ton<br />

4000<br />

3500<br />

3000<br />

2500<br />

2000<br />

1500<br />

1000<br />

500<br />

0<br />

1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Noord Amerika Zuid Amerika EU Ander Europa FSU Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong> Afrika Azië/Pacific<br />

Bron: BP, Statistical Review of World Energy, 2005.<br />

5.2.1 Pre 1959: The Sev<strong>en</strong> Sisters<br />

In de periode voor 1959 werd de olie markt feitelijk gecoördineerd door zev<strong>en</strong> grote<br />

multinationale oliemaatschappij<strong>en</strong> (MNOC’s): Standard Oil of New Jersey (Exxon),<br />

British Petroleum, Shell, Gulf, Texaco, Socal <strong>en</strong> Mobil. Daarnaast speelde het Franse<br />

CFP e<strong>en</strong> kleinere rol. De Sev<strong>en</strong> Sisters oef<strong>en</strong>d<strong>en</strong> controle uit over de hele olie waardeket<strong>en</strong>,<br />

<strong>van</strong> put tot pomp, in vrijwel de gehele niet-communistische wereld. Dit was<br />

ook mogelijk door de veelal koloniale verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Europa als hun voornaamste<br />

afnemer <strong>en</strong> de productieland<strong>en</strong>. Tabel 7 toont de origine <strong>van</strong> de ruwe olie<br />

<strong>en</strong> laat zi<strong>en</strong> dat de er slechts e<strong>en</strong> beperkt aantal produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. De VS war<strong>en</strong><br />

als grootste (rond 60% <strong>van</strong> het totaal) nog in belangrijke mate zelfvoorzi<strong>en</strong><strong>en</strong>d, terwijl<br />

ook de Sovjet-Unie (ca. 10%) voor de eig<strong>en</strong> behoefte produceerde. E<strong>en</strong> belangrijk<br />

exportland was V<strong>en</strong>ezuela (15%), terwijl ook Iran, Saudi-Arabië <strong>en</strong> Koeweit in het<br />

Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong> langzaam hun bijdrage (rond de 4% ieder) begonn<strong>en</strong> te lever<strong>en</strong>.<br />

Door hun controle war<strong>en</strong> MNOCs war<strong>en</strong> in staat prijz<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong>, vraag <strong>en</strong> aanbod<br />

af te stemm<strong>en</strong> <strong>en</strong> investering<strong>en</strong> in productie, raffinage <strong>en</strong> marktontwikkeling te coördiner<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast speelde de politieke controle <strong>van</strong> coloniale mog<strong>en</strong>dhed<strong>en</strong>, zoals<br />

Engeland <strong>en</strong> Frankrijk, over productieland<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol (zie Blair, 1978; Jacoby,<br />

1974; Odell, 1983; Tug<strong>en</strong>dhat, Hamilton, 1975; Yergin, 1991).<br />

51


5.2.2 1959-1973: De Indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ts<br />

Na 1959 werd de dominantie <strong>van</strong> MNOC’s betwist door e<strong>en</strong> aantal nieuwe bedrijv<strong>en</strong>.<br />

Dit war<strong>en</strong> kleinere, onafhankelijke Amerikaanse maatschappij<strong>en</strong> <strong>en</strong> Europese (nationale)<br />

oliemaatschappij<strong>en</strong> (de NOC’s). Deze bedrijv<strong>en</strong> begonn<strong>en</strong> in de snel groei<strong>en</strong>de<br />

markt de Sev<strong>en</strong> Sisters the beconcurrer<strong>en</strong>. Hieraan lag<strong>en</strong> drie ontwikkeling<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

grondslag. T<strong>en</strong> eerste war<strong>en</strong> deze bedrijv<strong>en</strong> in staat om oliewinningsconcessies te<br />

verkrijg<strong>en</strong> in nieuwe gebied<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in Libie <strong>en</strong> Algerije, veelal <strong>van</strong>uit wrevel<br />

teg<strong>en</strong> de dominante multinationals. T<strong>en</strong> tweede beslot<strong>en</strong> de VS quota te stell<strong>en</strong> aan<br />

de import <strong>van</strong> ruwe olie om de interne olie-industrie te bescherm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de afhankelijkheid<br />

<strong>van</strong> import<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>. De Amerikaanse indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ts zag<strong>en</strong> de beoogde<br />

afzetmarkt plots geblokkeerd <strong>en</strong> moest<strong>en</strong> elders hun afzetmarkt<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong>. T<strong>en</strong><br />

derde vond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal Europese land<strong>en</strong>, onder meer Italië <strong>en</strong> Spanje, dat zij ook<br />

minder afhankelijk <strong>van</strong> de MNOC’s zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> daartoe richtt<strong>en</strong> zij<br />

hun eig<strong>en</strong> oliemaatschappij<strong>en</strong> op die ook concessies toegewez<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong>.<br />

Figuur 21 <strong>en</strong> Tabel 7 gev<strong>en</strong> aan dat er e<strong>en</strong> verschuiving plaatsvond in het relatieve<br />

belang <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de regio’s, onder meer door de activiteit<strong>en</strong> <strong>van</strong> de nieuwe<br />

maatschappij<strong>en</strong> die toegang kreg<strong>en</strong> tot concessies. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> was er e<strong>en</strong> sterke<br />

uitbreiding <strong>van</strong> het aantal producer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>. Deze ontwikkeling, waarbij de beschikbaarheid<br />

<strong>van</strong> olie ge<strong>en</strong> gelijke tred meer hield met de ontwikkeling <strong>van</strong> de<br />

vraag, had e<strong>en</strong> geleidelijke erosie <strong>van</strong> crude <strong>en</strong> product<strong>en</strong>prijz<strong>en</strong> tot gevolg die, in<br />

combinatie met de snel groei<strong>en</strong>de wereldeconomie, e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme to<strong>en</strong>ame in de consumptie<br />

<strong>van</strong> olie stimuleerde. Tegelijkertijd, echter, had het tot gevolg dat er weinig<br />

meer geïnvesteerd werd in exploratie <strong>en</strong> winning door de grote oliemaatschappij<strong>en</strong> in<br />

de meest veelbelov<strong>en</strong>de gebied<strong>en</strong>.<br />

Figuur 21 Productie <strong>van</strong> olie<br />

Miljo<strong>en</strong> Ton<br />

52<br />

4000<br />

3500<br />

3000<br />

2500<br />

2000<br />

1500<br />

1000<br />

500<br />

0<br />

1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005<br />

Noord Amerika Zuid Amerika Europa FSU Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong> Afrika Azië/Pacific<br />

Bron: BP, Statistical Review of World Energy, 2006.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Daarnaast leidd<strong>en</strong> de dal<strong>en</strong>de inkomst<strong>en</strong> <strong>en</strong> koopkracht voor de olieproducer<strong>en</strong>de<br />

land<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de onvrede gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> ’60. Immers het loskoppel<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de dollar <strong>van</strong> de goudprijs had e<strong>en</strong> sterke waardedaling <strong>van</strong> de dollar tot gevolg.<br />

In 1960 richtt<strong>en</strong> V<strong>en</strong>ezuela, Iran, Irak, Saoedi-Arabië <strong>en</strong> Kuweit de Organisation of<br />

the Petroleum Exporting Countries (OPEC) op, uit onvrede met het lage 10% staatsaandeel<br />

in de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> <strong>van</strong> de olie die de grote oliemaatschappij<strong>en</strong>, de Sev<strong>en</strong><br />

Sisters, in deze land<strong>en</strong> produceerd<strong>en</strong>. Later voegd<strong>en</strong> Indonesië (1962), Libië (1962),<br />

Qatar (1961), de Ver<strong>en</strong>igde Arabische Emirat<strong>en</strong> (1967), Algerije (1969) <strong>en</strong> Nigeria<br />

(1971) zich bij de organisatie. Gegev<strong>en</strong> de context werd de rol <strong>van</strong> OPEC steeds<br />

meer erk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> begin jar<strong>en</strong> ’70 ded<strong>en</strong> zich in Libië de eerste op<strong>en</strong>lijke conflict<strong>en</strong><br />

voor met de oliemaatschappij<strong>en</strong> Occid<strong>en</strong>tal, Marathon <strong>en</strong> Contin<strong>en</strong>tal (zie Odell,<br />

1983, 2001, 2002; Sampson, 1985, Adelman, 1972; Hamilton, 1986; Yergin, 1991,<br />

Van der Linde,1991; Parra, 2005; Hammer, 1988; Roncaglia, 1985, V<strong>en</strong>n, 2002).<br />

5.2.3 1973-1983: De oliecrises<br />

Eind 1973 kwam het ong<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> echte eruptie tijd<strong>en</strong>s de eerste oliecrisis,<br />

waarbij het conflict tuss<strong>en</strong> Israël <strong>en</strong> de Arabische buurstat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke katalyser<strong>en</strong>de<br />

rol speelde. Als gevolg reële afname <strong>van</strong> de productie <strong>en</strong> de politieke onrust<br />

schot<strong>en</strong> de prijz<strong>en</strong> omhoog, <strong>van</strong> e<strong>en</strong> niveau <strong>van</strong> minder dan $ 2 per vat naar $ 12.<br />

Na deze crisis, versche<strong>en</strong> OPEC als nieuw mechanisme <strong>van</strong> marktcoördinatie.<br />

De marktstructuur wijzigde zich radicaal to<strong>en</strong> de meeste producer<strong>en</strong>de land de upstream<br />

winningsactiviteit<strong>en</strong> <strong>van</strong> de MNOC’s <strong>en</strong> de indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ts nationaliseerd<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

hun eig<strong>en</strong> nationale productiemaatschappij<strong>en</strong> oprichtt<strong>en</strong> (NOC’s). De zo verkreg<strong>en</strong><br />

zegg<strong>en</strong>schap over hun eig<strong>en</strong> olieproductie stelde de OPEC-regering<strong>en</strong> in staat<br />

regelmatig onderling overleg te voer<strong>en</strong> over hun productiebeleid. Prijz<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

bepaald tijd<strong>en</strong>s vergadering<strong>en</strong> door de overhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> de OPEC-lidstat<strong>en</strong>. State-tostate<br />

contract<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> terwijl er<br />

langzamerhand e<strong>en</strong> spot-market tot ontwikkeling kwam, omdat de verticale integratie<br />

gebrok<strong>en</strong> was <strong>en</strong> er in belangrijke land<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong> expliciete scheiding tuss<strong>en</strong> olieproducer<strong>en</strong>de<br />

nationale maatschappij<strong>en</strong> <strong>en</strong> down-stream raffinage <strong>en</strong> verkoopbedrijv<strong>en</strong><br />

bestond.<br />

Het belangrijkste langere termijn effect <strong>van</strong> de crisis aan de aanbodzijde was het feit<br />

dat de consumer<strong>en</strong>de naties besef kreg<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun afhankelijkheid <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> olie <strong>en</strong> dat de land<strong>en</strong> die deel uitmaakt<strong>en</strong> <strong>van</strong> het ‘machtige’ OPEC-kartel daarin<br />

e<strong>en</strong> sleutelrol speeld<strong>en</strong>. Het International Energy Ag<strong>en</strong>cy (IEA) werd opgericht om<br />

maatregel<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> te coördiner<strong>en</strong> voor de herverdeling <strong>van</strong> olie bij aanvoeronderbreking<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast bleek het idee dat er e<strong>en</strong> einde gekom<strong>en</strong> was aan<br />

beschikking over (te) goedkope olie e<strong>en</strong> sterke stimulans voor investering<strong>en</strong> in alternatiev<strong>en</strong><br />

voor oliegebruik, op e<strong>en</strong> drietal verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong>. In algem<strong>en</strong>e zin,<br />

echter, was de wereld zich niet bewust dat de olieschaarste die tot de prijsstijging<br />

aanleiding had niet veroorzaakt werd door de definitieve uitputting <strong>van</strong> olievoorkom<strong>en</strong>s,<br />

maar dat de oorzaak lag in de achterblijv<strong>en</strong>de investering<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> eerste zett<strong>en</strong> veel land<strong>en</strong> in op <strong>en</strong>ergiebesparing <strong>en</strong> vergroting <strong>van</strong> de efficiëntie.<br />

T<strong>en</strong> tweede, werd er ook door oliemaatschappij<strong>en</strong> geïnvesteerd in de ver<strong>van</strong>ging<br />

<strong>van</strong> olieproduct<strong>en</strong> door andere vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie, zoals kern<strong>en</strong>ergie, aardgas, kol<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> waterkracht <strong>en</strong> ‘alternatieve’ zonne, wind <strong>en</strong> biomassa <strong>en</strong>ergie. Ook de grote<br />

oliemaatschappij<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld Exxon, investeerd<strong>en</strong> in de kol<strong>en</strong>industrie <strong>en</strong><br />

andere <strong>en</strong>ergievorm<strong>en</strong>.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

53


T<strong>en</strong> derde werd er krachtig geïnvesteerd in de ontwikkeling <strong>van</strong> de olieproductie in<br />

e<strong>en</strong> aantal Non-OPEC regio’s, zoals Alaska, Canada, V<strong>en</strong>ezula <strong>en</strong> Mexico, <strong>en</strong> offshore<br />

in de Noordzee, de Zuid Chinese Zee, de Bar<strong>en</strong>tszee (zie Tabel 7). De betrokk<strong>en</strong><br />

MNOC’s tracht<strong>en</strong> op deze wijze het verlies <strong>van</strong> hun up-stream assets aan OPEC<br />

te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Grote hoeveelhed<strong>en</strong> bewez<strong>en</strong> reserves werd<strong>en</strong> toegevoegd, waardoor<br />

de verhouding tuss<strong>en</strong> de reserves <strong>en</strong> het jaarlijkse verbruik weer to<strong>en</strong>am tot<br />

rond de 40 jaar (zie Figuur 22 <strong>en</strong> Figuur 23). Deze olie zou teg<strong>en</strong> veel hogere kost<strong>en</strong><br />

gewonn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dan in de traditionele OPEC-gebied<strong>en</strong>. In deze gebied<strong>en</strong> was bek<strong>en</strong>d<br />

dat er significante reserves aanwezig zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn. Vanwege de hoge<br />

kost<strong>en</strong> veroorzaakt door, onder meer, de onvri<strong>en</strong>delijke natuurlijke omgeving, loonkost<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de relatief scherpe royalty voorwaard<strong>en</strong> in Europa war<strong>en</strong> oliemaatschappij<strong>en</strong><br />

terughoud<strong>en</strong>d geweest. De te verwacht<strong>en</strong> reserves werd<strong>en</strong> in eerste instantie<br />

dan ook niet hoog geschat, in teg<strong>en</strong>stelling tot de latere resultat<strong>en</strong>.<br />

In algem<strong>en</strong>e zin kan gesteld word<strong>en</strong> dat, onder invloed <strong>van</strong> e<strong>en</strong> grote diversiteit aan<br />

omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>, er e<strong>en</strong> grote varieteit aan strategie<strong>en</strong> ontstond. Er bestond<br />

ge<strong>en</strong> gecoördineerde, uniforme b<strong>en</strong>adering (zie bijvoorbeeld V<strong>en</strong>n 2002: 113-<br />

143; Clark 1990: 323-329).<br />

Teg<strong>en</strong> het einde <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> ’70 begon deze olie de markt te bereik<strong>en</strong> op grote<br />

schaal. Al vrij snel werd gestreefd naar het handhav<strong>en</strong> <strong>van</strong> hoge olieprijz<strong>en</strong>, door<br />

middel <strong>van</strong> het beïnvloed<strong>en</strong> <strong>van</strong> het totale olieaanbod, door de beperking <strong>van</strong> de<br />

productie door de OPEC-led<strong>en</strong>, met name Saoedi Arabië. Uiteindelijk leidde dit midd<strong>en</strong><br />

jar<strong>en</strong> ’80 tot e<strong>en</strong> situatie waarin OPEC niet meer in staat was de markt te beheers<strong>en</strong>.<br />

Ook als gevolg <strong>van</strong> de teruglop<strong>en</strong>de vraag naar olie door de substitutie <strong>van</strong><br />

gas, kern<strong>en</strong>ergie, kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> efficiëntie <strong>en</strong> door de wereldwijde recessie ontstond er<br />

e<strong>en</strong> surplus aan productie <strong>en</strong> capaciteit (zie Odell, 1983, 2001, 2002; Sampson,<br />

1985, Grayson, 1981; Adelman, 1982, 1996; Hamilton, 1986; Yergin, 1991, Van der<br />

Linde, 1991; Claes, 2001; Hartshorn, 1993; Luciani, 1984; Roncaglia, 1985; V<strong>en</strong>n,<br />

2002).<br />

Figuur 22 Lange termijn reserve/productie ratio<br />

Bron: UNDP, World Energy Assessm<strong>en</strong>t, 2000, p.148.<br />

In 1979/80 vond er e<strong>en</strong> tweede olieprijsschok plaats doordat de productie <strong>van</strong> Iran <strong>en</strong><br />

Irak wegviel, als gevolg <strong>van</strong> de Iraanse revolutie teg<strong>en</strong> het regime <strong>van</strong> de Sjah <strong>en</strong><br />

vervolg<strong>en</strong>s de oorlog tuss<strong>en</strong> beide land<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> speelde e<strong>en</strong> rol in de<br />

54<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


olieprijsstijging <strong>van</strong> $ 12.70 in december 1978, tot teg<strong>en</strong> de $ 40, op het hoogtepunt<br />

<strong>van</strong> de crisis.<br />

T<strong>en</strong> eerste was de consumptie <strong>van</strong> olie weer gaan to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de 1978 <strong>en</strong><br />

verdere groei werd voorzi<strong>en</strong>. De productie dekte de vraag, maar extra vraag als<br />

gevolg <strong>van</strong> de noodzaak tot het aanvull<strong>en</strong> <strong>van</strong> opslag veroorzaakte competitie om<br />

beschikbare aanvoer. IEA-beleid was niet erg effectief aangezi<strong>en</strong> de aanbodmaatregel<strong>en</strong><br />

niet gericht war<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> prijs crisis maar op korte termijn fysieke onderbreking<strong>en</strong>.<br />

In de tweede plaats veroorzaakt<strong>en</strong> de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in Iran grote angst <strong>en</strong> onzekerheid<br />

onder consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die nog steeds afhankelijk war<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Midd<strong>en</strong>-<br />

Oost<strong>en</strong>. Dit resulteerde in paniek aankop<strong>en</strong> <strong>van</strong> ruwe olie om voorrad<strong>en</strong> aan te<br />

vull<strong>en</strong> <strong>en</strong> speculatieve handel, die de ‘echte’ vraag ver te bov<strong>en</strong> ging<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> derde factor betrof het feit dat andere produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> weigerd<strong>en</strong> hun productie te<br />

verhog<strong>en</strong> om aan de vraag te voldo<strong>en</strong>. In het bijzonder to<strong>en</strong> Saoedi-Arabië niet wilde<br />

bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> productieverhoging om Iraanse productie te ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong> explodeerd<strong>en</strong><br />

de spot-prijz<strong>en</strong> (Adelman, 2002: 175).<br />

E<strong>en</strong> vierde aspect was het feit dat OPEC-produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> steeds meer olie op de zich<br />

ontwikkel<strong>en</strong>de spot-markt ging<strong>en</strong> verkop<strong>en</strong>, in plaats <strong>van</strong> via lager geprijsde langere<br />

termijn contract<strong>en</strong>, om te profiter<strong>en</strong> <strong>van</strong> de hoge spot-prijz<strong>en</strong>. Dit dwong steeds meer<br />

consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> olie aan te schaff<strong>en</strong> op de spotmarkt, zodo<strong>en</strong>de nog meer opwaartse<br />

prijsdruk g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>d. De steeds wijdere kloof tuss<strong>en</strong> posted <strong>en</strong> spotprijz<strong>en</strong> motiveerde<br />

de meeste OPEC-led<strong>en</strong> tot het zett<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> premie op hun posted prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

OPEC, uiteindelijk, tot het verhog<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ‘officiele’ prijz<strong>en</strong>. De gerealiseerde markt<br />

prijz<strong>en</strong> (spot <strong>en</strong> contract plus premie) war<strong>en</strong> meestal hoger dan de OPEC posted<br />

prijs (zie V<strong>en</strong>n, 2002: 24-27).<br />

E<strong>en</strong> vijfde k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> de tweede crisis is dat het e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t stimuleerde<br />

<strong>van</strong> concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

geconfronteerd met e<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate complexe oliemarkt met meervoudige<br />

prijssystem<strong>en</strong>. OPEC werd beschuldigd <strong>van</strong> het verhog<strong>en</strong> <strong>van</strong> prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

concurreerd<strong>en</strong> met andere consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om in hun behoefte te voorzi<strong>en</strong>. De variëteit<br />

in markt <strong>en</strong> prijsstrategieën <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> droeg bij aan de<br />

onzekerheid <strong>en</strong> introduceerde politieke <strong>en</strong> diplomatie off<strong>en</strong>siev<strong>en</strong> om voordelige state-to-state<br />

contract<strong>en</strong> af te sluit<strong>en</strong>. De onzekere situatie werd nog versterkt door de<br />

Iraanse gijzelaarscrisis, met e<strong>en</strong> mislukte interv<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> de VS <strong>en</strong> de Sovjet invasie<br />

<strong>van</strong> Afghanistan.<br />

In ess<strong>en</strong>tie, in de context <strong>van</strong> de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde market fundam<strong>en</strong>tals, was de<br />

voornaamste oorzaak <strong>van</strong> de tweede crisis de totale afwezigheid <strong>van</strong> geslaagde<br />

collectieve actie door oliemaatschappij<strong>en</strong> <strong>en</strong> regering, <strong>van</strong> zowel produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als<br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> land<strong>en</strong>. Concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>land<strong>en</strong>, gedrev<strong>en</strong> door de<br />

perceptie <strong>van</strong> schaarste <strong>en</strong> conflicter<strong>en</strong>de ideeën over olieprijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> state-to-state<br />

contract<strong>en</strong> verlamde e<strong>en</strong> effectief beleid binn<strong>en</strong> OPEC <strong>en</strong> het IEA (zie Clark, 1990:<br />

323-329). Daarnaast ontbrak betrouwbare informatie over de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de bek<strong>en</strong>de<br />

reserves in verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>, de productie, de consumptie, opslag, etc.<br />

In 1981 brak er oorlog uit tuss<strong>en</strong> Irak <strong>en</strong> naburig Iran. Tot dan toe was het Perzische<br />

leger dominant geweest in de Golf-regio, maar na de Iraanse revolutie probeerde<br />

Irak de geleg<strong>en</strong>heid te baat nem<strong>en</strong> om controle te krijg<strong>en</strong> over de gr<strong>en</strong>srivier Shattal-Arab.<br />

De daaruit voorvloei<strong>en</strong>de oorlog duurde 7 jaar <strong>en</strong> beperkte de olieproductie<br />

ernstig in beide land<strong>en</strong>. Deze tweede olieshock droeg bij aan het idee dat olie<br />

schaars aan het word<strong>en</strong> was <strong>en</strong> dat de reserves snel aan het oprak<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. De<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

55


vrees bestond dat de Straat <strong>van</strong> Hormuz als gevolg <strong>van</strong> het conflict geblokkeerd zou<br />

word<strong>en</strong>, wat vooral het transport <strong>van</strong>uit Koeweit zou belemmer<strong>en</strong> (zie Claes, 2001:<br />

101-107).<br />

De uiteindelijke consequ<strong>en</strong>ties <strong>van</strong> dit conflict war<strong>en</strong> echter minimaal. In de eerste<br />

plaats was de vraag naar olie aan het afnem<strong>en</strong>, als gevolg <strong>van</strong> de wereldwijde<br />

recessie, begin jar<strong>en</strong> tachtig. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> was in de daaraan voorafgaande periode<br />

e<strong>en</strong> grote hoeveelheid olie opgeslag<strong>en</strong>, als gevolg <strong>van</strong> de onzekerheid rond de<br />

Iraanse revolutie. De IEA verzocht haar led<strong>en</strong> deze voorrad<strong>en</strong> aan te sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> beroep te do<strong>en</strong> op de spotmarkt. Daarnaast vergroott<strong>en</strong> andere produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

buit<strong>en</strong> de Golf, hun productie. Deze drie factor<strong>en</strong> veroorzaakt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> snelle daling<br />

<strong>van</strong> de olieprijs. Tot midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> ’80, echter, bleef de Iraanse <strong>en</strong> Iraakse productie<br />

achter bij het oorspronkelijke niveau.<br />

Deze episode illustreert dat zelfs e<strong>en</strong> groot conflict in het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong> niet tot<br />

aanvoerproblem<strong>en</strong> hoeft te leid<strong>en</strong>, zolang er ge<strong>en</strong> sprake is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> gespann<strong>en</strong><br />

vraag situatie, door consumptie of het aanvull<strong>en</strong> <strong>van</strong> voorrad<strong>en</strong>. Belangrijk was wel<br />

dat er begin jar<strong>en</strong> ’80 e<strong>en</strong> echte markt aan het ontstaan was waarin olie verhandeld<br />

werd via term, spot <strong>en</strong> future contract<strong>en</strong> op beurz<strong>en</strong>. Adelman (2002: 176) stelde dat<br />

deze markt<strong>en</strong> efficiënt war<strong>en</strong> in price discovery, maar dat OPEC de productie <strong>en</strong> de<br />

prijz<strong>en</strong> bepaalde. Anders dan voorhe<strong>en</strong>, stelde dit verkopers <strong>en</strong> kopers in staat handel<br />

te drijv<strong>en</strong> zonder dat daar verdere lange termijn contract<strong>en</strong> mee gemoeid war<strong>en</strong>.<br />

Hoewel OPEC streefde naar het comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de waardedaling <strong>van</strong> de dollar<br />

door prijsverhoging, zett<strong>en</strong> de daling <strong>van</strong> de consumptie <strong>van</strong> olie <strong>en</strong> <strong>van</strong> het aandeel<br />

<strong>van</strong> OPEC in de voorzi<strong>en</strong>ing onverminderd door na de crisis. De westerse oliemaatschappij<strong>en</strong>,<br />

die hun olieveld<strong>en</strong> in de OPEC-stat<strong>en</strong> kwijt war<strong>en</strong> geraakt, hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>orme voortvar<strong>en</strong>dheid aan de dag gelegd bij het opspor<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong> <strong>van</strong> olie op<br />

nieuwe plaats<strong>en</strong>, zoals in de Noordzee <strong>en</strong> in Alaska.<br />

5.2.4 1983-2001: Overschot <strong>en</strong> onderinvestering<strong>en</strong><br />

Vanaf maart 1983 zag OPEC zich g<strong>en</strong>oodzaakt ruwe olie productie quota in te stell<strong>en</strong><br />

voor haar lidstat<strong>en</strong>. Prijz<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> bepaald door vraag <strong>en</strong> aanbod op de beurz<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> New York, Rotterdam <strong>en</strong> Singapore. Saoedi-Arabië kreeg de rol als swing producer<br />

<strong>en</strong> bewaarde de balans tuss<strong>en</strong> de wereld vraag naar olie, de aanvoer uit non<br />

OPEC-land<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ‘vaste’ OPEC-productie. Teg<strong>en</strong> het midd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> ’80<br />

bleek dit steeds moeilijker omdat Saoedi-Arabië zijn productie steeds verder terug<br />

moest br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zonder prijsstabiliteit te kunn<strong>en</strong> bewerkstellig<strong>en</strong>; de olieprijs bleef dal<strong>en</strong>.<br />

In 1985 weigerde het koninkrijk deze rol verder te vervull<strong>en</strong>, ook al omdat andere<br />

OPEC-led<strong>en</strong> weigerd<strong>en</strong> hun productie ook terug te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Dit veroorzaakte e<strong>en</strong><br />

vrije val <strong>van</strong> de olieprijz<strong>en</strong>. Vanaf dat mom<strong>en</strong>t was de coördinatie <strong>van</strong> de markt e<strong>en</strong><br />

functie <strong>van</strong> de mate waarin OPEC, als ‘clumsy’ cartel, in staat was haar productie<br />

controler<strong>en</strong> (Adelman, 1980).<br />

56<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Figuur 23 Bewez<strong>en</strong> oliereserves<br />

Miljard barrels<br />

1400<br />

1200<br />

1000<br />

800<br />

600<br />

400<br />

200<br />

0<br />

1980 1985 1990 1995 2000 2005<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Noord Amerika Zuid Amerika FSU <strong>en</strong> Oost Europa EU Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong> Afrika Azië/Pacific<br />

Bron: BP, Statistical Review of World Energy, 2006.<br />

Gedur<strong>en</strong>de deze periode vond<strong>en</strong> er buit<strong>en</strong> OPEC ook grote verandering<strong>en</strong> plaats. In<br />

reactie op de nationalisaties <strong>en</strong>ige tijd daarvoor <strong>en</strong> de lage olieprijs zag<strong>en</strong> de ‘majors’<br />

zich g<strong>en</strong>oodzaakt te fuser<strong>en</strong> om kost<strong>en</strong>daling te bewerkstellig<strong>en</strong>. De Amerikaanse<br />

major Gulf werd in 1984 overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door Chevron dat in 2001 met Texaco fuseerde<br />

<strong>en</strong> in 2005 Unocal overnam. E<strong>en</strong> andere major, Mobil Oil, fuseerde in 1999 met<br />

Exxon. In 1998 vond e<strong>en</strong> fusie plaats tuss<strong>en</strong> Total <strong>en</strong> PetroFina, tot TotalFina, dat in<br />

1999 met Elf fuseerde tot TotalFinaElf. In 2003 werd de Groep TotalFinaElf omgedoopt<br />

tot Total. E<strong>en</strong> groot aantal staatsoliemaatschappij<strong>en</strong> in OECD-land<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

geprivatiseerd, ook in reactie op de algem<strong>en</strong>e t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s tot liberalisering. Voorbeeld<strong>en</strong><br />

zijn de British National Oil Company (BNOC), British Petrol (BP), Repsol uit Spanje,<br />

ENI uit Italië <strong>en</strong> Neste uit Finland. Van steeds groter belang in de prijsvorming was<br />

het ontstaan <strong>van</strong> e<strong>en</strong> papier<strong>en</strong> contractmarkt met allerlei variant<strong>en</strong>, gericht op het<br />

afdekk<strong>en</strong> <strong>van</strong> prijsrisico’s <strong>en</strong> speculatie. Hiermee werd de oliemarkt in haar prijsvorming<br />

steeds meer liquide <strong>en</strong> steeds gevoeliger voor zowel gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> als verwachting<strong>en</strong>.<br />

In het aanbod <strong>van</strong> olie wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> olie afkomstig uit de<br />

OPEC-lidstat<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zog<strong>en</strong>aamde non-OPEC olie, afkomstig uit Noord-Amerika,<br />

Mexico, Noorweg<strong>en</strong>, Groot-Brittannië, Rusland, China, etc. Er bestaat e<strong>en</strong> belangrijk<br />

verschil tuss<strong>en</strong> het gedrag <strong>van</strong> OPEC <strong>en</strong> non-OPEC olieproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De non-OPEC<br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> olie uit de grond hal<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het hierbov<strong>en</strong> geschetste patroon;<br />

zolang de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> de variabele kost<strong>en</strong> dekk<strong>en</strong> wordt er uit bestaande<br />

<strong>bronn<strong>en</strong></strong> olie gewonn<strong>en</strong>. Als de middellange termijn uitzicht geeft op e<strong>en</strong> redelijke<br />

olieprijs wordt er geïnvesteerd in het zoek<strong>en</strong> naar nieuwe oliereserves <strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

bek<strong>en</strong>de reserves productief gemaakt door het plaats<strong>en</strong> <strong>van</strong> installaties voor de win-<br />

57


ning. Traditioneel werd hiervoor richtprijs <strong>van</strong> ongeveer 15 dollar per vat gehanteerd,<br />

teg<strong>en</strong>woordig ligt dat bedrag rond de 20 dollar.<br />

OPEC streefde er echter naar om door middel <strong>van</strong> volumebeleid de prijs op e<strong>en</strong> bepaald<br />

niveau te houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> tuss<strong>en</strong> de 22 <strong>en</strong> 25 dollar per vat. Dat betek<strong>en</strong>de dat<br />

OPEC constant moet blijv<strong>en</strong> schatt<strong>en</strong> of - bij e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> vraag - het eig<strong>en</strong> productievolume<br />

plus het non-OPEC-aanbod tot de gew<strong>en</strong>ste olieprijs leidt. OPEC di<strong>en</strong>t<br />

daarbij rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de lange- <strong>en</strong> kortetermijnontwikkeling<strong>en</strong> in de vraag<br />

naar olie <strong>en</strong> in de non-OPEC-productie <strong>en</strong> met kortetermijnfluctuaties in de eig<strong>en</strong><br />

productie. De geschied<strong>en</strong>is laat zi<strong>en</strong> dat OPEC grote moeite heeft met het juist<br />

schatt<strong>en</strong> <strong>van</strong> vraag- <strong>en</strong> aanbodontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> steeds geplaagd wordt door incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

op de oliemarkt, die tot korte termijn verstoring<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong><br />

relatief hoge olieprijz<strong>en</strong> het zoek<strong>en</strong> naar <strong>en</strong> de productie <strong>van</strong> non-OPEC-olie,<br />

waarmee productiebeperking nog moeilijker wordt.<br />

E<strong>en</strong> structureel probleem was bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat de eig<strong>en</strong> led<strong>en</strong> (met name V<strong>en</strong>ezuela<br />

<strong>en</strong> Qatar) de overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> productiequota ontduik<strong>en</strong> <strong>en</strong> in het geheim meer olie<br />

verkop<strong>en</strong>; het zog<strong>en</strong>aamde free rider-gedrag, ofwel cheat<strong>en</strong>. Hierdoor gaat het prijsopdrijv<strong>en</strong>de<br />

effect <strong>van</strong> de gezam<strong>en</strong>lijke productiebeperking verlor<strong>en</strong>. Ook heeft<br />

OPEC grote moeite om de sterk uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong> <strong>van</strong> de grote <strong>en</strong> kleine produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

onder haar led<strong>en</strong> op één lijn te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De kleinere of dichtbevolkte produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

met beperkte reserves, de zog<strong>en</strong>aamde havik<strong>en</strong> (Algerije, Libië <strong>en</strong> Iran),<br />

strev<strong>en</strong> vooral naar relatief hoge prijz<strong>en</strong> om op korte termijn de vrucht<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun<br />

olieproductie te plukk<strong>en</strong>. De grote produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zoals Saoedi Arabië, Koeweit <strong>en</strong> de<br />

Ver<strong>en</strong>igde Arabische Republiek<strong>en</strong>, hecht<strong>en</strong> echter meer belang aan het handhav<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de rol <strong>van</strong> olie op de wereld<strong>en</strong>ergiemarkt door middel <strong>van</strong> e<strong>en</strong> stabiele gematigde<br />

olieprijs. Dit verzekert immers dat er op de lange termijn e<strong>en</strong> markt voor hun<br />

gigantische reserves blijft bestaan <strong>en</strong> dat alternatieve brandstoff<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> al te grote<br />

rol gaan spel<strong>en</strong> (zie Odell, 2001, 2002; Adelman, 1996, 1990; Yergin, 1991, Van der<br />

Linde, 1991, 2000; Claes, 2001; Hartshorn, 1993; Verleger, 1990; Parra, 2005;<br />

Nor<strong>en</strong>g, 2002).<br />

Gedrev<strong>en</strong> door de economische boom in de VS, Azië <strong>en</strong> de EU begon de vraag naar<br />

olie vervolg<strong>en</strong>s weer te stijg<strong>en</strong> (zie Figuur 25), wat e<strong>en</strong> opwaartse druk op de prijs<br />

veroorzaakte. OPEC onderschatte in november 1997 echter de vraaguitval als gevolg<br />

<strong>van</strong> de inmiddels op gang kom<strong>en</strong>de Aziatische crisis <strong>en</strong> verhoogde haar productie<br />

met ongeveer 10%. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> was Irak weer gaan producer<strong>en</strong>. De combinatie<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> ruim aanbod, e<strong>en</strong> beperkte vraag <strong>en</strong> de milde winter op het Noordelijk halfrond<br />

leidde tot e<strong>en</strong> sterke prijsdaling (zie Figuur 25).<br />

58<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Figuur 24 Consumptie <strong>van</strong> olie<br />

Miljo<strong>en</strong> Ton<br />

1200<br />

1000<br />

800<br />

600<br />

400<br />

200<br />

0<br />

1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005<br />

Noord Amerika Zuid Amerika EU Ander Europa FSU Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong> Afrika Azië/Pacific<br />

Bron: BP, Statistical Review of World Energy, 2006.<br />

Figuur 25 Prijs <strong>van</strong> ruwe olie (Wereld Gemiddelde)<br />

dollars per barrel<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

1/3/1997<br />

4/3/1997<br />

7/3/1997<br />

10/3/1997<br />

1/3/1998<br />

4/3/1998<br />

7/3/1998<br />

10/3/1998<br />

1/3/1999<br />

Bron: DOE, EIA, Nov. 2005.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

4/3/1999<br />

7/3/1999<br />

10/3/1999<br />

1/3/2000<br />

4/3/2000<br />

7/3/2000<br />

10/3/2000<br />

1/3/2001<br />

4/3/2001<br />

7/3/2001<br />

10/3/2001<br />

1/3/2002<br />

4/3/2002<br />

7/3/2002<br />

10/3/2002<br />

1/3/2003<br />

4/3/2003<br />

7/3/2003<br />

10/3/2003<br />

1/3/2004<br />

4/3/2004<br />

7/3/2004<br />

10/3/2004<br />

1/3/2005<br />

4/3/2005<br />

7/3/2005<br />

10/3/2005<br />

59


De ine<strong>en</strong>storting <strong>van</strong> de olieprijz<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> ’90 veroorzaakte e<strong>en</strong> sterke<br />

daling <strong>van</strong> inkomst<strong>en</strong> voor de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. In februari 1998 daalde de prijs tot $ 10<br />

per vat <strong>en</strong> OPEC zag zich g<strong>en</strong>oodzaakt tot nieuwe onderhandeling<strong>en</strong> om de productie<br />

af te do<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijk psychologisch aspect was dat de ‘markt’ niet<br />

geloofde dat OPEC in staat zou zijn om tot e<strong>en</strong> effectieve productiebeperking te kom<strong>en</strong><br />

(Mabro, 2001). Verschill<strong>en</strong>de OPEC-led<strong>en</strong> hield<strong>en</strong> zich niet aan quota <strong>en</strong> de<br />

bijdrage <strong>van</strong> de Irakese productie was onzeker als gevolg <strong>van</strong> onduidelijkheid over<br />

de voortduring <strong>van</strong> de VN-sancties. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> belev<strong>en</strong> de voorrad<strong>en</strong> ruwe olie groot,<br />

gedur<strong>en</strong>de 1998. OPEC kon de prijsdaling dan ook pas na drie rond<strong>en</strong> <strong>van</strong> productiebeperking,<br />

in maart <strong>en</strong> juni 1998, <strong>en</strong> in maart 1999, tot stilstand br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Deze<br />

productievermindering werd ook gerespecteerd door verschill<strong>en</strong>de non-OPECproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

zoals Noorweg<strong>en</strong>, Egypte, Rusland, Mexico <strong>en</strong> Colombia, die hun productie<br />

niet verhoogd<strong>en</strong>. Immers, ook deze produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn voor e<strong>en</strong> groot gedeelte<br />

<strong>van</strong> olie- <strong>en</strong> gasinkomst<strong>en</strong> afhankelijk <strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> ernstig te lijd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de lage prijz<strong>en</strong>.<br />

De olieprijs begon weer te stijg<strong>en</strong>. Eind 1999 begonn<strong>en</strong> olie-importer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong><br />

druk op OPEC uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> om de productie te verhog<strong>en</strong>, omdat de prijs naar bov<strong>en</strong><br />

doorschoot. OPEC vond het to<strong>en</strong> nog te vroeg, onder meer omdat het de aangehoud<strong>en</strong><br />

olievoorrad<strong>en</strong> bijzonder hoog vond. Echter, het gebruik <strong>van</strong> olie uit opgeslag<strong>en</strong><br />

gedur<strong>en</strong>de 1999 <strong>en</strong> de noodzaak die voorrad<strong>en</strong> weer aan te vull<strong>en</strong> voor het<br />

winterseizo<strong>en</strong>, gevoegd bij de afnem<strong>en</strong>de Irakese productie <strong>en</strong> de vrees voor e<strong>en</strong><br />

mill<strong>en</strong>niumcrisis, hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke druk op de olieprijs tot gevolg. De koude winter<br />

<strong>en</strong> de voordur<strong>en</strong>de afname <strong>van</strong> de voorrad<strong>en</strong> versterkte dit nog.<br />

In maart 2000 beslot<strong>en</strong> OPEC <strong>en</strong> Non-OPEC wel tot e<strong>en</strong> hogere productie wat tijdelijk<br />

tot e<strong>en</strong> prijsdaling leidde. In juli <strong>en</strong> september bleek e<strong>en</strong> tweede <strong>en</strong> e<strong>en</strong> derde<br />

productieverhoging noodzakelijk om de prijs niet te hoog te lat<strong>en</strong> oplop<strong>en</strong>. In september<br />

2000 besloot de Amerikaanse Presid<strong>en</strong>t Clinton om 30 miljo<strong>en</strong> vat<strong>en</strong> olie uit<br />

de Strategic Petroleum Reserve (SPR) te verkop<strong>en</strong> om de prijs te drukk<strong>en</strong> (Horsnell,<br />

2000). Tijd<strong>en</strong>s de winter 2000/2001 had de productieto<strong>en</strong>ame weinig effect omdat de<br />

verwachting<strong>en</strong> <strong>van</strong> de wintervraag hoog war<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> was e<strong>en</strong> groot deel <strong>van</strong><br />

de OPEC-surpluscapaciteit inmiddels in gebruik g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, met uitzondering <strong>van</strong> de<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> in Saoedi Arabië. Ook was de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> voorrad<strong>en</strong> bij raffinaderij<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> hav<strong>en</strong>s afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door consumptie. In de tuss<strong>en</strong>tijd had ge<strong>en</strong> aanvulling plaatsgevond<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong>wege de hoge prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachte lagere prijs in de toekomst<br />

(Correljé, 2001). Kort daarop begonn<strong>en</strong> de prijz<strong>en</strong> te dal<strong>en</strong>, in eerste instantie als gevolg<br />

<strong>van</strong> de zwakke vraag door economische recessie in Azië <strong>en</strong> de VS, overproductie<br />

door OPEC <strong>en</strong> door het op de markt br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> strategische reserves. In reactie<br />

verlaagde OPEC in januari, maart <strong>en</strong> juli 2001 haar productie om de prijz<strong>en</strong> in stand<br />

te houd<strong>en</strong>. Daarbij bleef de situatie in Irak <strong>en</strong> de discussie over het oil-for-food programme<br />

e<strong>en</strong> ongewisse factor, zeker in de context <strong>van</strong> e<strong>en</strong> economische recessie<br />

aanzi<strong>en</strong>lijk voorrad<strong>en</strong>. Deze situatie kwam nog meer op scherp te staan door de<br />

aanslag<strong>en</strong> 11 september 2001, die de economische groei terug ded<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>. In november<br />

werd<strong>en</strong> verdere reducties in de productie aangekondigd <strong>van</strong>af januari. Bijkom<strong>en</strong>d<br />

probleem was snelle expansie <strong>van</strong> de Russische productie <strong>en</strong> export. Uiteindelijk<br />

volgd<strong>en</strong> de belangrijkste Non-OPEC produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> OPEC door hun productie<br />

te reducer<strong>en</strong> tot het niveau dat de prijs in de afgesprok<strong>en</strong> band zou houd<strong>en</strong> (zie Kohl,<br />

2002).<br />

60<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Tabel 8 De Internationale Oliemarkt<br />

Structuur Markt/<br />

eig<strong>en</strong>dom<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Pre-1959 1959-1973 1973-1983 1983-2001<br />

Multinationals (MNOCs) MNOCs, nationale bedrijv<strong>en</strong> (NOCs)<br />

<strong>en</strong> indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ts (VSind) uit de VS<br />

Pricing / Contracts Posted prices <strong>en</strong> verticale <strong>en</strong> Posted prices (MNOC’s) <strong>en</strong> to<strong>en</strong>e-<br />

horizontale coördinatie<br />

m<strong>en</strong>de prijs-competitie<br />

Instituties Afsprak<strong>en</strong> MNOCS Afsprak<strong>en</strong> MNOCS <strong>en</strong> groei <strong>van</strong><br />

OPEC<br />

Politieke issues Sam<strong>en</strong>werking Multinationals Strijd tuss<strong>en</strong> OPEC <strong>en</strong> multinatio-<br />

OECD<br />

nals<br />

Multinationals <strong>en</strong> monopolie gedrag<br />

Productie- locatie VS, Latijns Amerika (LA), Midd<strong>en</strong> VS, LA, MO,<br />

Oost<strong>en</strong> (MO)<br />

USSR voor eig<strong>en</strong> gebruik Noord-<br />

USSR voor eig<strong>en</strong> gebruik<br />

Afrika<br />

<strong>Rol</strong> <strong>van</strong> olie in <strong>en</strong>ergie Transport. Goedkope stook- <strong>en</strong> Transport. Subsitutie <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> door<br />

markt<br />

huisbrandolie concurrer<strong>en</strong> met goedkope stook- <strong>en</strong> huisbrandolie in<br />

kol<strong>en</strong> in huishoud<strong>en</strong>s, elektriciteit huishoud<strong>en</strong>s, elektriciteit <strong>en</strong> indu-<br />

<strong>en</strong> industrie<br />

strie<br />

Origine aanvoer naar US, US: Intern (I), Latijns Amerika (LA) US: I+ LA<br />

EU <strong>en</strong> Japan<br />

EU: Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong> (MO)<br />

EU: MO<br />

Japan: MO<br />

Technologie E<strong>en</strong>voudige seismiek, vertikaal Gea<strong>van</strong>ceerder boorgat meting<strong>en</strong>,<br />

bor<strong>en</strong><br />

diepere boring<strong>en</strong><br />

Vraag aanbod<br />

capaciteit<br />

Groei reserves, vraag <strong>en</strong> aanbod;<br />

Controle surplus<br />

Groei reserves, vraag <strong>en</strong> aanbod;<br />

Daling surplus<br />

MNOCs, NOCs (OPEC, OAPEC,<br />

NOPEC, OECD), VSind<br />

Conc<strong>en</strong>tratie MNOCs, NOCs<br />

(OPEC, OAPEC, Non-OPEC).<br />

Privatisering bij OECD <strong>en</strong> NO-<br />

PEC<br />

Fysieke <strong>en</strong> papier<strong>en</strong><br />

spot-markt<br />

Posted prices (OPEC), state-tostate<br />

contr <strong>en</strong> spot-market<br />

OPEC <strong>en</strong> nieuw IEA Markt <strong>en</strong> zwak OPEC<br />

Strijd tuss<strong>en</strong> OPEC / OECD<br />

Strijd OPEC tuss<strong>en</strong> ‘havik<strong>en</strong>’ <strong>en</strong><br />

‘duiv<strong>en</strong>’<br />

VS, LA, MO, USSR voor eig<strong>en</strong><br />

gebruik, Noord-Afrika (NAF),<br />

Noordzee<br />

Transport. Substitutie <strong>van</strong> stook<strong>en</strong><br />

huisbrandolie door kern<strong>en</strong>ergie,<br />

aardgas <strong>en</strong> efficiëntie in<br />

non-transport<br />

US: I+ LA + MO<br />

EU: MO<br />

Japan: MO<br />

Gea<strong>van</strong>ceerder exploratie (start<br />

3D seismiek), offshore <strong>en</strong> schuin<br />

bor<strong>en</strong><br />

Daling reserves, Afname vraag,<br />

Controle aanbod,<br />

Groei surplus<br />

Strijd tuss<strong>en</strong> OPEC, Non-OPEC<br />

<strong>en</strong> free-riders.<br />

Verbond VS <strong>en</strong> Saoedi Arabië<br />

VS, LA, MO,<br />

FSU export, NAF, Noordzee,<br />

Alaska<br />

Transport. Substitutie <strong>van</strong> stook<strong>en</strong><br />

huisbrandolie door aardgas in<br />

non-transport, ook door milieu<br />

aspect<strong>en</strong><br />

US: I + LA + MO<br />

EU: I + MO<br />

Japan: MO<br />

3D seismiek, horizontaal bor<strong>en</strong>,<br />

gea<strong>van</strong>ceerde boorgat meting<strong>en</strong>,<br />

diepwater technologie<br />

Daling reserves, Groei vraag<br />

Controle aanbod<br />

Variatie in control surplus<br />

61


5.3 De huidige situatie op de wereldoliemarkt<br />

Vanaf begin 2002 begon e<strong>en</strong> olie prijsstijging die pas midd<strong>en</strong> 2006 tot stilstand lijkt<br />

gekom<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> niveau <strong>van</strong> rond de 60 dollar. Deze ontwikkeling heeft tot veel verwarring<br />

geleid <strong>van</strong>wege de snelle ope<strong>en</strong>volging <strong>van</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vele pot<strong>en</strong>tiële<br />

verklaring<strong>en</strong> <strong>van</strong> de stijging. In eerste instantie werd de verklaring gezocht in<br />

productiebeperking door OPEC- <strong>en</strong> non-OPEC-produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, in combinatie met de<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de spanning<strong>en</strong> in het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verwachting <strong>van</strong> nieuwe interv<strong>en</strong>ties<br />

in Irak. Hierbij kwam<strong>en</strong> de politieke onrust in V<strong>en</strong>ezuela <strong>en</strong> e<strong>en</strong> koude winter<br />

in de VS, die tot e<strong>en</strong> sterke afname <strong>van</strong> de handelsvoorrad<strong>en</strong> aanleiding gav<strong>en</strong>. Na<br />

het begin <strong>van</strong> militaire acties in Irak op 19 maart 2003 blek<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> olieveld<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong><br />

te zijn <strong>en</strong> daalde de prijs ev<strong>en</strong>. Daarna besloot OPEC tot e<strong>en</strong> verlaging <strong>van</strong><br />

haar productieplafond, begin 2004, om e<strong>en</strong> verdere prijsdaling teg<strong>en</strong> te gaan. Dit was<br />

echter niet nodig want in de daaropvolg<strong>en</strong>de periode verdubbel<strong>en</strong> de prijz<strong>en</strong> tot teg<strong>en</strong><br />

de 70 dollar (Zie Figuur 26). Als belangrijke factor wordt hierbij de zog<strong>en</strong>aamde<br />

‘fear premium’ gezi<strong>en</strong>, waarbij de olieprijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> $ 10 tot $ 15 hoger zoud<strong>en</strong> zijn, als<br />

gevolg <strong>van</strong> de vrees voor aanbodonderbreking<strong>en</strong> door politieke instabiliteit of terroristische<br />

aanslag<strong>en</strong> op cruciale installaties of de belemmering <strong>van</strong> transport routes.<br />

Figuur 26 Surplus ruwe olieproductiecapaciteit in OPEC lidstat<strong>en</strong>, 1970 - 2004<br />

Bron: BP, Statistical Review of World Energy, IMF.<br />

Deze nieuwe situatie op de oliemarkt is het gevolg <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong><br />

die op zich niet gerelateerd zijn, maar elkaar wel versterk<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> eerste fundam<strong>en</strong>tele ontwikkeling is dat de grote surplus productiecapaciteit<br />

voor ruwe olieproductie, die <strong>van</strong>af begin jar<strong>en</strong> tachtig door OPEC gebruikt werd om<br />

vraag <strong>en</strong> aanbod te balancer<strong>en</strong> ‘verdampt’ is, door de voortgaande groei in de wereldolievraag<br />

<strong>en</strong> achterblijv<strong>en</strong>de investering in nieuwe capaciteit, zowel in de OPECregio,<br />

als in non-OPEC-productie (zie Figuur 26). Het wat onverwacht snelle succes<br />

<strong>van</strong> de Chinese <strong>en</strong> de Indiase economieën was debet aan de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag.<br />

Het gebrek aan investering<strong>en</strong> vindt zijn verklaring in, <strong>en</strong>erzijds, de geringere g<strong>en</strong>eigdheid<br />

<strong>van</strong> de internationale oliemaatschappij<strong>en</strong> om te invester<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> onzeke-<br />

62<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


e situatie, waarbij niet duidelijk was of er nu e<strong>en</strong> tijdelijk of e<strong>en</strong> structureel capaciteitstekort<br />

zou bestaan, terwijl zij zich in sterke mate op het zeker stell<strong>en</strong> <strong>van</strong> korte<br />

termijn shareholder value di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te richt<strong>en</strong>, onder druk <strong>van</strong> de financiële markt<strong>en</strong><br />

(zie Skinner, 2006; Stev<strong>en</strong>s, 2005).<br />

E<strong>en</strong> tweede ontwikkeling is het feit dat ook de raffinagecapaciteit in de wereld op e<strong>en</strong><br />

zeer hoog doorzetniveau opereert (zie Figuur 27). Bij e<strong>en</strong> sterk groei<strong>en</strong>de vraag naar<br />

lichte product<strong>en</strong>, zoals b<strong>en</strong>zine, dieselolie <strong>en</strong> kerosine, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte mogelijkheid<br />

bij de meeste raffinaderij<strong>en</strong> om deze product<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> uit de beschikbare ruwe<br />

olie, heeft dit prijsverhoging<strong>en</strong> <strong>van</strong> lichte product<strong>en</strong> tot gevolg. Dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> wordt<br />

versterkt door, <strong>en</strong>erzijds, milieuwetgeving die het zwavel gehalte in product<strong>en</strong> naar<br />

b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> bijstelt <strong>en</strong> anderzijds, e<strong>en</strong> groter aanbod <strong>van</strong> zwavelhoud<strong>en</strong>de ruwe olie,<br />

terwijl ook in dit geval de raffinaderij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte ontzwavelingscapaciteit hebb<strong>en</strong>.<br />

Ook hier speelt e<strong>en</strong> investeringsprobleem. Na jar<strong>en</strong> <strong>van</strong> overcapaciteit <strong>en</strong> zeer<br />

geringe marges in de raffinage zijn oliemaatschappij<strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>d met het uitbreid<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de capaciteit <strong>van</strong> installaties, bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn in West-Europa <strong>en</strong> de VS<br />

milieuregels verzwaard.<br />

Figuur 27 Raffinage Capaciteit, Doorzet <strong>en</strong> Ruwe Olieproductie, per jaar, 1965 - 2005<br />

Vat<strong>en</strong> per dag<br />

90000<br />

80000<br />

70000<br />

60000<br />

50000<br />

40000<br />

30000<br />

20000<br />

10000<br />

0<br />

1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005<br />

Bron: BP, Statistical Review of World Energy, 2006.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Productie Consumptie Raffinagecapaciteit<br />

Daarnaast zijn er politieke problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> onzekerheid over het investeringsklimaat in<br />

belangrijk pot<strong>en</strong>tiële non-OPEC-productieland<strong>en</strong>, zoals in voormalige Sovjet-Unie <strong>en</strong><br />

Mexico. E<strong>en</strong> belangrijke factor hierbij is dat de internationale oliemaatschappij<strong>en</strong><br />

maar zeer beperkt toegang hebb<strong>en</strong> tot olieresources <strong>en</strong> reserves. E<strong>en</strong> groot deel <strong>van</strong><br />

de totale resources wordt gecontroleerd door staatsonderneming<strong>en</strong> in de producer<strong>en</strong>de<br />

land<strong>en</strong>.<br />

63


Aan OPEC-zijde spel<strong>en</strong> er aantal zak<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste hebb<strong>en</strong> veel OPEC-lidstat<strong>en</strong><br />

grote moeite om te invester<strong>en</strong> in nieuwe capaciteit omdat ze vaak ge<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>lands<br />

kapitaal will<strong>en</strong> toelat<strong>en</strong> in hun olie-industrie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> speder<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> groot deel<br />

<strong>van</strong> hun inkomst<strong>en</strong> aan uitgav<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve <strong>van</strong> de bevolking, wap<strong>en</strong>s <strong>en</strong> andere<br />

weinig productieve, maar politiek belangrijke aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>. Ook is het e<strong>en</strong> feit<br />

dat Irak ge<strong>en</strong> significante rol op de markt kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> zolang het niet stabiliseert.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is ook duidelijk dat de relatie tuss<strong>en</strong> de VS <strong>en</strong> Saoedi-Arabië, maar ook<br />

tuss<strong>en</strong> OPEC <strong>en</strong> de consumer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>, zodanig veranderd lijkt na de interv<strong>en</strong>tie<br />

in Irak in 2003, dat er weinig g<strong>en</strong>eigdheid lijkt te bestaan om tot lagere olieprijz<strong>en</strong> te<br />

kom<strong>en</strong> (Marcel, Mitchell, 2003; Morse, Jaffe, 2001; Morse, Richard, 2002; Soligo,<br />

Jaffe, 1999). Net als in 1973/74 <strong>en</strong> in het begin <strong>van</strong> jar<strong>en</strong> tachtig profiter<strong>en</strong> de olieproducer<strong>en</strong>de<br />

land<strong>en</strong> simpelweg <strong>van</strong> de betrekkelijk toevallig ontstane situatie <strong>van</strong><br />

hoge volatiele prijz<strong>en</strong> die op ieder incid<strong>en</strong>t reager<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> zijn de gevolg<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal orkan<strong>en</strong> in de Golf <strong>van</strong> Mexico (I<strong>van</strong>, Rita, Katrina), staking<strong>en</strong><br />

in de Noorse olie-industrie, etc. (Jaffe, Soligo, 2002).<br />

Duidelijk is dat de olie - <strong>en</strong> gas - producer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> bevreesd zijn opnieuw e<strong>en</strong><br />

situatie <strong>van</strong> overaanbod te lat<strong>en</strong> ontstaan, zoals in de jar<strong>en</strong> ’80. Te meer omdat in<br />

deze periode OPEC niet in staat bleek zijn eig<strong>en</strong> capaciteit te beheers<strong>en</strong> <strong>en</strong> de markt<strong>en</strong><br />

te stabiliser<strong>en</strong>, zoals hierbov<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> is.<br />

De peak oil beweging staat op het standpunt dat de wereldolieproductie aan zijn<br />

hoogtepunt aan het kom<strong>en</strong> is. Alle grote olievoorkom<strong>en</strong>s zijn in de optiek <strong>van</strong> deze<br />

beweging gevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat er nog rest zijn kleine, dure reserves op moeilijk bereikbare<br />

plaats<strong>en</strong>. De voorspelling <strong>van</strong> peak-oil luidt dan ook dat er steeds minder olie<br />

beschikbaar zal zijn wat tot e<strong>en</strong> nog sterkere stijging <strong>van</strong> de prijz<strong>en</strong> zal leid<strong>en</strong>.<br />

Andere organisaties, waaronder het IEA, stell<strong>en</strong> dat de sterke prijsstijging de oliemaatschappij<strong>en</strong><br />

in OPEC <strong>en</strong> non-OPEC-gebied<strong>en</strong> ertoe aan zal zett<strong>en</strong> om te gaan<br />

invester<strong>en</strong>. De hogere olieprijs zou ook het zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> producer<strong>en</strong> <strong>van</strong> olie in diep<br />

water <strong>en</strong> verder afgeleg<strong>en</strong> gebied<strong>en</strong> rechtvaardig<strong>en</strong>. Daarmee zal er op termijn voldo<strong>en</strong>de<br />

olie beschikbaar blijv<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere prijs dan in het verled<strong>en</strong>, maar onder<br />

het huidige niveau (zie ook Bielecki, 2000; Shell, 2005). In principe g<strong>en</strong>ereert e<strong>en</strong><br />

significante vraag teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge prijs investering<strong>en</strong>. Dat is ook te zi<strong>en</strong> in Figuur 28<br />

die de inzet <strong>van</strong> boorplatforms in verschill<strong>en</strong>de regio’s toont <strong>en</strong> e<strong>en</strong> afspiegeling<br />

vormt <strong>van</strong> de activiteit in de exploratie <strong>en</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe winningscapaciteit.<br />

Het probleem ligt echter in de geopolitieke verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

olieconsumer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> -producer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> in het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de instabiele<br />

politieke situatie in aanzi<strong>en</strong>lijke del<strong>en</strong> <strong>van</strong> de wereld (Rusland <strong>en</strong> de Kaspische Zeestat<strong>en</strong>,<br />

V<strong>en</strong>ezuela, Nigeria <strong>en</strong> ander Afrikaanse land<strong>en</strong>). Hierbij speelt het beleid <strong>van</strong><br />

de huidige Amerikaanse regering <strong>en</strong> de relatief zwakke politieke positie <strong>van</strong> de EU<br />

natuurlijk ook e<strong>en</strong> rol <strong>van</strong> belang. Het is maar zeer de vraag in hoeverre de huidige<br />

situatie zich le<strong>en</strong>t voor e<strong>en</strong> investeringsklimaat waarin de b<strong>en</strong>odigde investering<strong>en</strong> in<br />

capaciteitsuitbreiding inderdaad gedaan word<strong>en</strong>.<br />

Figuur 28 Inzet <strong>van</strong> boorplatforms, per maand, januari 1982 - June 2006<br />

64<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

1-1-1982<br />

1-1-1983<br />

1-1-1984<br />

1-1-1985<br />

1-1-1986<br />

1-1-1987<br />

Bron: Baker Hughes, Inc.<br />

1-1-1988<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

1-1-1989<br />

1-1-1990<br />

1-1-1991<br />

1-1-1992<br />

1-1-1993<br />

1-1-1994<br />

1-1-1995<br />

Europe Middle East Africa Latin America Asia Pacific<br />

Uiteindelijk zal deze situatie <strong>van</strong> schaarste waarschijnlijk tot aanpassing<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong>erzijds omdat de hoge prijz<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> relatieve vermindering <strong>van</strong> de economische<br />

groei <strong>en</strong> de consumptie <strong>van</strong> olie zull<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Daarnaast stimuler<strong>en</strong> hoge productprijz<strong>en</strong><br />

investering<strong>en</strong> in de constructie <strong>van</strong> nieuwe productie- <strong>en</strong> raffinagecapaciteit.<br />

De resultat<strong>en</strong> daar<strong>van</strong> zull<strong>en</strong> zeker merkbaar word<strong>en</strong> op de markt. Figuur 29 geeft<br />

inzicht in de ontwikkeling <strong>van</strong> de ratio <strong>van</strong> de bewez<strong>en</strong> reserves, gedeeld door<br />

productie in de verschill<strong>en</strong>de regio’s; de RP-ratio. De ratio geeft in wez<strong>en</strong>, op ieder<br />

mom<strong>en</strong>t in de tijd, het aantal jar<strong>en</strong> weer dat er nog geproduceerd kan word<strong>en</strong>, gev<strong>en</strong><br />

de bewez<strong>en</strong> voorrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> de productie <strong>van</strong> dat mom<strong>en</strong>t. Hieruit komt e<strong>en</strong> beeld naar<br />

vor<strong>en</strong> dat er op wereldschaal e<strong>en</strong> betrekkelijk stabiele verhouding bestaat tuss<strong>en</strong> de<br />

productie <strong>en</strong> het toevoeg<strong>en</strong> <strong>van</strong> nieuwe reserves; op ieder mom<strong>en</strong>t zijn er nog bewez<strong>en</strong><br />

reserves die voldo<strong>en</strong>de zijn voor zeker 40 jaar productie. De dynamiek is vooral<br />

terug te vind<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de regio’s. Zo is te zi<strong>en</strong> dat in Noord Amerika <strong>en</strong> Azië<br />

gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> ’90 de RP-ration terug gelop<strong>en</strong> is tot rond de twaalf jaar, als gevolg<br />

<strong>van</strong> afnem<strong>en</strong>de reserves.<br />

Ook, in Europa daalt het het niveau sinds de jar<strong>en</strong> ’80 langzaam maar zeker naar<br />

rond de ti<strong>en</strong> jaar. In Zuid-Amerika ligt het niveau vrij constant op ongeveer 40 jaar,<br />

sinds midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> ’80, terwijl in de voormalige Sovjet-Unie <strong>en</strong> Afrika e<strong>en</strong> stijging<br />

heeft plaastgevond<strong>en</strong> sinds 1990. In het eerste geval is dat het gevolg <strong>van</strong> e<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>de<br />

productie; in het tweede speelt e<strong>en</strong> vergroting <strong>van</strong> de reserves e<strong>en</strong> rol. In het<br />

Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong> is sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> afname <strong>van</strong> de ratio, door e<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>de productie<br />

bij gelijkblijv<strong>en</strong>de reserves.<br />

1-1-1996<br />

1-1-1997<br />

1-1-1998<br />

1-1-1999<br />

1-1-2000<br />

1-1-2001<br />

1-1-2002<br />

1-1-2003<br />

1-1-2004<br />

1-1-2005<br />

1-1-2006<br />

65


Figuur 29 Reserves Production Ratio 1980- 2005<br />

66<br />

ratio reserves/productie (jaar)<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

1980<br />

1985<br />

1990<br />

Noord Amerika Zuid Amerika FSU <strong>en</strong> Oost Europa Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong><br />

Azië <strong>en</strong> Pacific Afrika EU 25 Wereld<br />

Bron: BP, Statistical Review of World Energy, 2006.<br />

5.4 De nabije Toekomst<br />

Belangrijke factor<strong>en</strong> met betrekking tot de ontwikkeling <strong>van</strong> de olieindustrie zijn sam<strong>en</strong>gevat<br />

in Tabel 9. In het voorafgaande is aangegev<strong>en</strong> hoe verschuiving<strong>en</strong> in deze<br />

factor<strong>en</strong> <strong>van</strong> invloed geweest zijn in het verled<strong>en</strong>. Met betrekking tot de situatie in de<br />

toekomst kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal min of meer waarschijnlijke ontwikkeling<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>.<br />

Met betrekking tot de marktstructuur <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> is het duidelijk<br />

dat er verschuiving<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> in de rol <strong>van</strong> de majors <strong>en</strong> de nationale onderneming<strong>en</strong><br />

in productieland<strong>en</strong> (NOC’s). Gegev<strong>en</strong> de beperkte toegang <strong>van</strong> de majors tot<br />

e<strong>en</strong> groot deel <strong>van</strong> de bewez<strong>en</strong> reserves lijkt het voor de hand ligg<strong>en</strong>d dat hun aandeel<br />

in de oliewinning verder zal afnem<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> het aandeel <strong>van</strong> de<br />

NOC’s. Daarnaast lijkt het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> zich voor te do<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> aantal gespecialiseerde<br />

sub-contractors e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de rol speelt in de ontwikkeling <strong>van</strong> allerlei technologie<br />

<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die aan de zowel de majors <strong>en</strong> de NOC’s aangebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Naarmate technologie complexer <strong>en</strong> duurder wordt is het voor de hand ligg<strong>en</strong>d meer<br />

gebruik te mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> schaalvoordel<strong>en</strong> in de ontwikkeling <strong>en</strong> bij de toepassing gebruik<br />

te mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de door deze subcontractors gebundelde ervaring<strong>en</strong> <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

oliemaatschappij<strong>en</strong>. Daarnaast lijkt er e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d te bestaan waarbij consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

land<strong>en</strong> ook staatsonderneming<strong>en</strong>, of ‘national champions’ inzett<strong>en</strong> voor de<br />

verwerving <strong>van</strong> olie <strong>en</strong> gas voor hun thuismarkt<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> zijn te vind<strong>en</strong> in<br />

China <strong>en</strong> India, die actief zijn in verscheid<strong>en</strong>e Afrikaanse land<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in Europa in<br />

Spanje (Repsol), Italie (ENI), Duitsland (Eon-Ruhrgas), Frankrijk (Edf <strong>en</strong> Total).<br />

1995<br />

2000<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

2005


E<strong>en</strong> tweede aspect omvat de prijsvorming <strong>en</strong> de contract<strong>en</strong> waarbij, in sam<strong>en</strong>hang<br />

met het voorgaande, gespeculeerd kan word<strong>en</strong> over het weer aangaan <strong>van</strong><br />

langetermijn contract<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>land<strong>en</strong>. Naarmate e<strong>en</strong><br />

groter deel <strong>van</strong> de handel in olie buit<strong>en</strong> de markt om plaatsvindt, neemt het risico toe<br />

voor de deelnemers, wat als zodanig weer verticale integratie of langere termijn contract<strong>en</strong><br />

stimuleert. Ook de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> volatiliteit, als gevolg <strong>van</strong> het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

surpluscapaciteit in de winning <strong>en</strong> de raffinage, zal mogelijk leid<strong>en</strong> tot het aangaan<br />

<strong>van</strong> dergelijke contract<strong>en</strong>, zowel <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als de<br />

afnemers. E<strong>en</strong> laatste argum<strong>en</strong>t betreft de afnem<strong>en</strong>de beschikbaarheid <strong>van</strong> lichte,<br />

hoogkwalitatieve ruwe olie die e<strong>en</strong> goede product balans oplevert in de huidige raffinaderij<strong>en</strong>.<br />

Dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> zou ertoe kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat bedrijv<strong>en</strong> het risico will<strong>en</strong> vermijd<strong>en</strong><br />

dat hun oliedieet niet meer via de markt aan kunn<strong>en</strong> schaff<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarom<br />

overgaan op langere termijncontract<strong>en</strong>.<br />

Met betrekking tot het derde aspect, de rele<strong>van</strong>te instituties, lijk<strong>en</strong> de terugkeer <strong>van</strong><br />

NOC’s <strong>en</strong> meer rigide contractvorm<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> politisering <strong>van</strong> de markt aanleiding te<br />

gev<strong>en</strong>, waardoor allerlei secundaire geopolitieke <strong>en</strong> sociaal-economische factor<strong>en</strong><br />

weer e<strong>en</strong> grotere rol kunn<strong>en</strong> gaan spel<strong>en</strong> in de commerciële verhouding<strong>en</strong>. Dit wordt<br />

ook versterkt door het groei<strong>en</strong>de belang <strong>van</strong> milieuaspect<strong>en</strong> <strong>en</strong> de noodzaak tot het<br />

terugdring<strong>en</strong> <strong>van</strong> CO2, NOx <strong>en</strong> zwavel uitstoot. Anderzijds, zal dit meer aanleiding<br />

gev<strong>en</strong> tot coördinatie <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking, rond leveringszekerheid <strong>en</strong> crises in de<br />

<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing (Van der Linde, 2005; Correljé, Van der Linde, 2006).<br />

De politieke issues <strong>van</strong> belang zull<strong>en</strong> zich waarschijnlijk toespits<strong>en</strong> op, t<strong>en</strong> eerste,<br />

belang<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rond toegang<br />

tot olie- <strong>en</strong> gasvoorkom<strong>en</strong>s; t<strong>en</strong> tweede, de middel<strong>en</strong> die zij daartoe inzett<strong>en</strong> (NOC’s,<br />

contractuele verhouding<strong>en</strong>, belastingheffing <strong>en</strong> subsidies, etc.); t<strong>en</strong> derde, kooldioxide<br />

reductiemaatregel<strong>en</strong>; t<strong>en</strong> vierde, het gebruik <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiepolitiek voor algem<strong>en</strong>e<br />

geopolitieke doelstelling<strong>en</strong>. Afhankelijk <strong>van</strong> de bredere context <strong>van</strong> de wereldpolitiek,<br />

waarbij de claim voor meer zegg<strong>en</strong>schap door snel groeid<strong>en</strong>de economieën, zoals<br />

China, India <strong>en</strong> Rusland, <strong>en</strong> ideologische teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de VS, Europa,<br />

Latijns-Amerika <strong>en</strong> Azië e<strong>en</strong> belangrijke rol speelt, zull<strong>en</strong> deze teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> tot<br />

serieuze conflict<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> (zie ook Correljé, Van der Linde 2006).<br />

Voor wat betreft de winningslocaties is duidelijk dat er verschuiving<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

plaatsvind<strong>en</strong> <strong>van</strong> Europa <strong>en</strong> de VS, waar de reserves uitgeput aan het rak<strong>en</strong> zijn,<br />

naar het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong> <strong>en</strong> Afrika. Daarnaast zou, ook als gevolg <strong>van</strong> technologische<br />

ontwikkeling <strong>en</strong> on-shore politieke instabiliteit, de off-shore winning <strong>van</strong> nieuwe<br />

reserves to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Hier ligt nog e<strong>en</strong> belangrijke rol voor de majors.<br />

De rol <strong>van</strong> olie in de <strong>en</strong>ergiemarkt zal nog meer toegespitst rak<strong>en</strong> op transport,<br />

aangezi<strong>en</strong> andere sector<strong>en</strong> relatief makkelijk alternatiev<strong>en</strong> als kol<strong>en</strong>, gas, kern<strong>en</strong>ergie<br />

<strong>en</strong> duurzame vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie kunn<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong>. Daarnaast zal ook de efficiëntie<br />

<strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>, onder invloed <strong>van</strong> hoge prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> technologische<br />

ontwikkeling.<br />

De origine <strong>van</strong> de aangevoerde olie zal waarschijnlijk licht verschuiv<strong>en</strong>, waarbij de<br />

VS zich op Latijns-Amerika, het Noord<strong>en</strong> <strong>van</strong> Amerika <strong>en</strong> West-Afrika zull<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>,<br />

terwijl Europa zich nog sterker met Rusland <strong>en</strong> Noord-Afrika zal verbind<strong>en</strong>. Azië zal<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

67


zich sterk op het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Pacific blijv<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>, maar mogelijk zal Rusland<br />

hier ook e<strong>en</strong> rol gaan spel<strong>en</strong>.<br />

Voor wat betreft de toegepaste technologie zal de off-shore productie aan belang<br />

winn<strong>en</strong>, terwijl <strong>en</strong>hanced recovery techniek<strong>en</strong> zich verder zull<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>. Indicaties<br />

hier<strong>van</strong> zijn te vind<strong>en</strong> in de strategie <strong>van</strong> de majors, die zich zegg<strong>en</strong> te richt<strong>en</strong> op<br />

dit soort moeilijke ‘frontier’ project<strong>en</strong>, bij gebrek aan toegang tot interessante, grootschalige<br />

project<strong>en</strong> in de traditionele gebied<strong>en</strong>. Daarnaast zal het exploratie onderzoek<br />

zich waarschijnlijk verder ontwikkel<strong>en</strong> in simulatie <strong>en</strong> schattingstechniek<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

andere vorm <strong>van</strong> technologieontwikkeling zal te vind<strong>en</strong> zijn in de raffinage waar de<br />

noodzaak tot het vergrot<strong>en</strong> <strong>van</strong> de opbr<strong>en</strong>gst aan lichte brandstoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> het krak<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de residu<strong>en</strong> steeds urg<strong>en</strong>ter wordt, door zowel de ontwikkeling <strong>van</strong> de vraag<br />

naar lichte product<strong>en</strong> <strong>en</strong> het dal<strong>en</strong>de aanbod <strong>van</strong> geschikte ruwe olie. In sam<strong>en</strong>hang<br />

hiermee zal ook de ontwikkeling <strong>van</strong> gecompliceerdere process<strong>en</strong>, mogelijk in sam<strong>en</strong>hang<br />

met multifuel <strong>en</strong> vergassingstechniek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijkere rol gaan spel<strong>en</strong>,<br />

waarmee de flexibiliteit aan de vraagkant vergroot kan word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> olie, residu<strong>en</strong>, kol<strong>en</strong>,<br />

biofuels <strong>en</strong> gass<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bredere inzet kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>.<br />

De balans in vraag, aanbod <strong>en</strong> capaciteit is sterk afhankelijk <strong>van</strong> de economische<br />

voorspoed in de verschill<strong>en</strong>de regio’s. Duidelijk is dat zich niet zomaar weer e<strong>en</strong> surplus<br />

winnings- <strong>en</strong> raffinagecapaciteit zal ontwikkel<strong>en</strong>, zonder dat e<strong>en</strong> economische<br />

teruggang de vraag naar <strong>en</strong>ergie weer zal do<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>. Als zich dat niet voordoet, zal<br />

de industrie alle zeil<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bijzett<strong>en</strong> om voldo<strong>en</strong>de te invester<strong>en</strong> om de vraag bij<br />

te houd<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>ergiemarkt zal daardoor gevoelig blijv<strong>en</strong> voor vraag-<strong>en</strong> aanbodfluctuaties<br />

<strong>en</strong> prijsvolatiliteit. Deze instabiliteit zal mogelijk e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> zijn voor meer<br />

sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> coördinatie tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, waardoor de<br />

huidige tr<strong>en</strong>d richting meer marktwerking omgebog<strong>en</strong> wordt in meer coördinatie door<br />

internationale sam<strong>en</strong>werking. Met betrekking tot de ontwikkeling <strong>van</strong> bewez<strong>en</strong> reserves<br />

licht het in de lijn der verwachting dat er rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> hoge mate <strong>van</strong> just-in-time. Gezi<strong>en</strong> de grote investeringsbehoefte, in e<strong>en</strong> wereld<br />

die in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate op korte-termijnresultaat gericht is, zull<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> de<br />

financiele ruimte niet hebb<strong>en</strong> om voor lange tijd vooruit exploratie te ondernem<strong>en</strong>.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is er ook e<strong>en</strong> gebrek aan capaciteit <strong>en</strong> m<strong>en</strong>skracht in de exploratie <strong>en</strong><br />

winning.<br />

68<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Tabel 9 De Internationale Oliemarkt: De toekomst<br />

Structuur Markt<br />

Eig<strong>en</strong>dom<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

2001-2005 2005><br />

Conc<strong>en</strong>tratie MNOCs, NOCs (OPEC,<br />

OAPEC, Non-OPEC). Privatisering bij<br />

OECD <strong>en</strong> NOPEC<br />

Verandering rol MNOCs<br />

Belangrijkere rol NOCs (OPEC, OAPEC, Non-OPEC)<br />

De-privatisering bij OECD <strong>en</strong> NOPEC<br />

Kleinere oliemaatschappij<strong>en</strong> met andere doel<strong>en</strong> dan MNOCs<br />

Belangrijke rol <strong>van</strong> sub-contractors, suppliers, consultants, etc.<br />

Pricing / Contracts Fysieke <strong>en</strong> papier<strong>en</strong> spot-markt Meer lange termijn contract<strong>en</strong>, naast markt, volatiliteit<br />

Instituties Markt Stat<strong>en</strong>, NOCs <strong>en</strong> Markt<br />

Politieke issues Verwijdering tuss<strong>en</strong> OAPEC, OPEC <strong>en</strong><br />

OECD.<br />

Int. terrorisme.<br />

Unilaterale VS koers<br />

Productie- locatie VS, LA, MO<br />

FSU export, NAF, Noordzee, Alaska, West-<br />

Africa<br />

<strong>Rol</strong> <strong>van</strong> olie in<br />

<strong>en</strong>ergie markt<br />

Transport<br />

Ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> olie in non-transport, ook<br />

door milieu aspect<strong>en</strong><br />

Technologie Aan<strong>van</strong>g Enhanced recovery (EOR), diepzee,<br />

flexibele techiek<strong>en</strong> voor mature area’s<br />

Origine aanvoer<br />

naar US, EU <strong>en</strong><br />

Japan<br />

Vraag; Aanbod;<br />

Capaciteit<br />

US: I + LA + MO<br />

EU: MO + EU + NAF<br />

Japan: ME<br />

Stijging reserves; Groei in vraag; Groei in<br />

aanbod; Verdwijning <strong>van</strong> Surplus<br />

Verwijdering tuss<strong>en</strong> OAPEC, OPEC <strong>en</strong> OECD<br />

Internationaal terrorisme<br />

Verzwakte positie VS als dominante mog<strong>en</strong>dheid<br />

Poging<strong>en</strong> <strong>van</strong> China <strong>en</strong> andere consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om politieke grip te krijg<strong>en</strong> op aanbod<br />

Internationale belang<strong>en</strong>conflict<strong>en</strong> rond post-Kyoto project<br />

VS, LA, MO<br />

FSU export, NAF, Noordzee, Alaska, West-Afrika<br />

Transport; Substitutie <strong>van</strong> fossiele olie in non-transport, ook door milieu aspect<strong>en</strong><br />

Diepzee, teerzand<strong>en</strong>, <strong>en</strong>hanced recovery <strong>van</strong> grote <strong>en</strong> kleine veld<strong>en</strong>, flexibilisering inputs (olie, kool,<br />

gas, bio) <strong>en</strong> outputs <strong>van</strong> conversieprocess<strong>en</strong> (syn-fuels <strong>en</strong> bi- <strong>en</strong>-trig<strong>en</strong>eration), vergroting <strong>van</strong> efficiëntie<br />

in hele ket<strong>en</strong>. CO2-opslag<br />

US: I + LA + MO<br />

EU: MO + EU + FSU<br />

Japan: ME<br />

Stijging reserves, Groei in vraag, Groei in aanbod<br />

69


5.5 Conclusies met betrekking tot het olieaanbod<br />

Duidelijk is dat de markt voor ruwe olie <strong>en</strong> olieproduct<strong>en</strong> altijd in beweging is geweest<br />

<strong>en</strong> altijd in beweging zal blijv<strong>en</strong>. Zowel de vraag als het aanbod <strong>van</strong> ruwe olie <strong>en</strong><br />

product<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vertraging op verandering<strong>en</strong> in de markt, zoals hierbov<strong>en</strong><br />

is uitgelegd. Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> korte tijd kunn<strong>en</strong> er daarom overschott<strong>en</strong> of tekort<strong>en</strong><br />

ontstaan die, <strong>van</strong>wege het belang <strong>van</strong> olie als bron <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie, tot sterke prijsbeweging<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Deze fluctuaties word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig nog versterkt door het<br />

feit dat zowel de ruwe olie - als de productmarkt<strong>en</strong> elektronische on-line-markt<strong>en</strong><br />

geword<strong>en</strong> zijn, terwijl er e<strong>en</strong> stortvloed aan korte termijn detailinformatie over vraag<br />

<strong>en</strong> aanbod beschikbaar gemaakt wordt door gespecialiseerde informatiedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> op<br />

internet.<br />

Paradoxaal g<strong>en</strong>oeg leidt deze overvloed aan informatie niet tot verbeterde inzicht<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> voorspelling<strong>en</strong>. Hoewel in grote lijn<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d is welke verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

invloed zijn op de marktontwikkeling<strong>en</strong>, is het onmogelijk om te voorspell<strong>en</strong> hoe deze<br />

economische <strong>en</strong> politieke factor<strong>en</strong> zich precies zull<strong>en</strong> gaan ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe ze<br />

zull<strong>en</strong> gaan sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> (zie Lynch, 2002). Bij gebrek aan deze inzicht<strong>en</strong>, die voor<br />

OPEC <strong>en</strong> voor andere overhed<strong>en</strong> noodzakelijk zijn om ‘de markt’ succesvol te kunn<strong>en</strong><br />

stur<strong>en</strong> - maar ook als gevolg <strong>van</strong> politiek opportunisme - wordt de olie-industrie<br />

al bijna e<strong>en</strong> eeuw lang gek<strong>en</strong>merkt door fal<strong>en</strong>de overhed<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> fal<strong>en</strong>de markt <strong>en</strong><br />

de daarbij behor<strong>en</strong>de prijsinstabiliteit, zoals geïllustreerd wordt in Figuur 19 (Bohi<br />

Toman, 1996; Kolstad, 2000).<br />

Daarnaast kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal g<strong>en</strong>erieke conclusies getrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met betrekking<br />

tot de ontwikkeling <strong>van</strong> de oliemarkt:<br />

1 Olie is niet primair gezocht, gevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> geproduceerd waar dat het goedkoopste<br />

is. Geopolitieke factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> toeval hebb<strong>en</strong> altijd e<strong>en</strong> belangrijke rol gespeeld<br />

in het zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> produceerbaar mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> voorkom<strong>en</strong>s, resources <strong>en</strong><br />

prov<strong>en</strong> reserves.<br />

2 De vraag naar <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> olieproduct<strong>en</strong> is op de korte termijn niet sterk elastisch.<br />

Prijsontwikkeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperkte invloed. Economische groei heeft e<strong>en</strong><br />

belangrijke impact op de <strong>en</strong>ergievraag <strong>en</strong> vooral ook op de vraag naar olieproduct<strong>en</strong><br />

voor transport.<br />

3 Op de langere termijn zijn prijsontwikkeling<strong>en</strong> wel <strong>van</strong> belang <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ze substitutie-effect<strong>en</strong><br />

tot gevolg, tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong>, tuss<strong>en</strong> kapitaalinvestering<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiegebruik <strong>en</strong> in ruimtelijke zin, door verplaatsing <strong>van</strong> de<br />

productie naar gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lager algeme<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>niveau.<br />

4 Verschuiving<strong>en</strong> in de verhouding tuss<strong>en</strong> de olie-industrie <strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> producer<strong>en</strong>de<br />

<strong>en</strong> consumer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> zijn cruciaal voor het begrijp<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod.<br />

5 De MNOC’s verander<strong>en</strong> in de tijd <strong>en</strong> pass<strong>en</strong> zich aan, naar gelang hun positie in<br />

het geheel <strong>en</strong> de ruimte die gebod<strong>en</strong> wordt. Ze bevind<strong>en</strong> zich in e<strong>en</strong> delicate balans<br />

tuss<strong>en</strong> de belang<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun aandeelhouders, overhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> olieproducer<strong>en</strong>de<br />

land<strong>en</strong>, de inwoners <strong>van</strong> die land<strong>en</strong> <strong>en</strong> de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de overhed<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> OECD-land<strong>en</strong> die belasting heff<strong>en</strong> <strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> voor wat duurzaamheid<br />

stell<strong>en</strong>.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

71


6 Er is e<strong>en</strong> redelijk grote flexibiliteit in patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> consumptie, productie, marketing,<br />

etc. De gemiddelde overgang duurt ongeveer 6 à 7 jaar, dat wil zegg<strong>en</strong> de<br />

periode <strong>van</strong> e<strong>en</strong> lange investerings-lead time.<br />

7 Patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> nieuwe investering<strong>en</strong> in olieproductie <strong>en</strong> raffinage <strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>dheid<br />

daarin zijn duidelijk zichtbaar in de industriecycli, die zich k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

door hoge <strong>en</strong> lage prijz<strong>en</strong> voor olie <strong>en</strong> product<strong>en</strong>. Hoge prijz<strong>en</strong> stimuleerd<strong>en</strong><br />

nieuwe investering<strong>en</strong>, lage prijz<strong>en</strong> dwong<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s rationalisering <strong>en</strong><br />

efficiëntie af.<br />

8 Overgang<strong>en</strong> <strong>van</strong> het <strong>en</strong>e patroon naar het andere zijn vrij g<strong>en</strong>eriek <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

betrekking op vrijwel de hele industrie.<br />

9 Technologie ontwikkelt zich uiterst snel, als daar vraag <strong>en</strong> stimulans voor bestaat.<br />

In het verled<strong>en</strong> is geblek<strong>en</strong> dat er in de productie altijd verschill<strong>en</strong>de fracties, om<br />

verschill<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong>, <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing verschild<strong>en</strong> met elkaar <strong>en</strong> met diverse groep<strong>en</strong><br />

consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (MNOC’s, Non-OPEC, OPEC, Latijns-Amerika, Europa, VS, lokale<br />

maatschappij<strong>en</strong>, etc.). Dat bood altijd geleg<strong>en</strong>heid tot zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> producer<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> olie, met de daaruit voortvloei<strong>en</strong>de productiviteit- <strong>en</strong> effectiviteitsgroei.<br />

72<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


6 Dynamische analyse <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> voor gas<br />

Op dit mom<strong>en</strong>t voorziet gas in ongeveer e<strong>en</strong> kwart <strong>van</strong> de totale primaire <strong>en</strong>ergie<br />

behoefte op wereldschaal. Verdere groei <strong>van</strong> de gasconsumptie wordt verwacht, als<br />

gevolg <strong>van</strong> de relatief lage CO2-uitstoot, in vergelijking met kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> olieproduct<strong>en</strong>.<br />

Gas wordt dan ook vaak beschouwd als de ‘brug’ naar de toekomstige duurzame<br />

system<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing in de tweede helft <strong>van</strong> de 21 ste eeuw.<br />

Voortgaande groei <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> aardgas in huishoud<strong>en</strong>s, de industrie <strong>en</strong> de<br />

elektriciteitsopwekking in Europa, Noord- <strong>en</strong> Zuid-Amerika <strong>en</strong> Azië heeft aardgas tot<br />

de belangrijkste <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong> gemaakt (zie Figuur 30). Belangrijke drijv<strong>en</strong>de<br />

kracht<strong>en</strong> daarbij zijn de technische <strong>en</strong> economische voordel<strong>en</strong> <strong>van</strong> gas, als schone,<br />

veelzijdige <strong>en</strong> makkelijk te controler<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiedrager. E<strong>en</strong> grote uitdaging ligt echter<br />

in het coördiner<strong>en</strong> <strong>van</strong> de gasmarkt. Dit hoofdstuk zal aangegev<strong>en</strong> hoe gasmarkt<strong>en</strong><br />

in het verled<strong>en</strong> tot stand gekom<strong>en</strong> zijn, als e<strong>en</strong> resultante <strong>van</strong> economische, technische<br />

<strong>en</strong> institutionele aspect<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe ze teg<strong>en</strong>woordig aan het verander<strong>en</strong> zijn.<br />

Daarbij wordt aandacht geschonk<strong>en</strong> aan het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze markt<strong>en</strong> onder<br />

invloed <strong>van</strong> karakteristiek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de productie <strong>en</strong> de transmissie <strong>en</strong> distributie system<strong>en</strong><br />

(zie ook Adelman, 1962).<br />

Het gebruik <strong>van</strong> aardgas op grote schaal is e<strong>en</strong> relatief rec<strong>en</strong>t, twintigste eeuws,<br />

f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Daarvoor, echter, werd er al wel zog<strong>en</strong>aamd stadsgas gebruikt. Dit gas<br />

werd grot<strong>en</strong>deels geproduceerd door de destillatie <strong>van</strong> kol<strong>en</strong> in geme<strong>en</strong>telijke gasfabriek<strong>en</strong>.<br />

Hierbij werd<strong>en</strong> gas <strong>en</strong> cokes gevormd. Soms ook werd gas dat vrijkwam bij<br />

de cokesproductie voor hoogov<strong>en</strong>s verkocht aan geme<strong>en</strong>telijke gasbedrijv<strong>en</strong>. Daarnaast<br />

werd er ook op aardgas ingezet dat gewonn<strong>en</strong> werd uit kleine gasvoorkom<strong>en</strong>s<br />

in de nabijheid <strong>van</strong> sted<strong>en</strong>. In de VS werd voor het eerst aardgas gebruikt in 1821, in<br />

Fredonia bij New York. In Rusland werd voor het eerst aardgas gebruikt in de Bakoe,<br />

waar het beschikbaar kwam als bijproduct <strong>van</strong> de plaatselijke oliewinning, in 1871.<br />

Pas rond 1920 maakte de ontwikkeling <strong>van</strong> de lastechniek het mogelijk dat er stal<strong>en</strong><br />

pijp<strong>en</strong> gemaakt kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> die bestand war<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de hoge druk <strong>van</strong> grootschalige<br />

gasvoorkom<strong>en</strong>s. Dit maakte de ontwikkeling <strong>van</strong> system<strong>en</strong> mogelijk op e<strong>en</strong><br />

veel groter schaalniveau, waarbij verschill<strong>en</strong>de putt<strong>en</strong> <strong>en</strong> veld<strong>en</strong> met elkaar <strong>en</strong> met<br />

diverse verafgeleg<strong>en</strong> lokale distributiesystem<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Leeggeproduceerde<br />

veld<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> dan ook ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door nieuw aangeboorde<br />

reserves. In de VS vond de ontwikkeling <strong>van</strong> dit ‘lange-afstandsgas’ plaats <strong>van</strong>af<br />

1925. Elders zou dat nog tot de jar<strong>en</strong> vijftig dur<strong>en</strong>. In Europa marker<strong>en</strong> de gasvondst<strong>en</strong><br />

in Groning<strong>en</strong> in Nederland in 1959 de start <strong>van</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> e<strong>en</strong> contin<strong>en</strong>taal<br />

systeem dat zich uitstrekte over Duitsland, België, Frankrijk, Italië <strong>en</strong> Zwitserland.<br />

Iets later, <strong>van</strong>af 1967, werd ook het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk <strong>van</strong> e<strong>en</strong> nationaal systeem<br />

voorzi<strong>en</strong> nadat er aardgas onder het Noordzeebekk<strong>en</strong> was aangetroff<strong>en</strong>. Tot in<br />

de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig functioneerde het Engelse systeem vrijwel gescheid<strong>en</strong> <strong>van</strong> de rest<br />

<strong>van</strong> Europa. Ook in de Sovjet-Unie vond de ontwikkeling <strong>van</strong> grootschalige system<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong>af de jar<strong>en</strong> vijftig plaats (Peebles, 1980).<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

73


Figuur 30 Gasverbruik per capita 2005<br />

Bron: BP Statistical Review of World Energy 2005 (Web version).<br />

Anders dan olie, olieproduct<strong>en</strong> <strong>en</strong> kol<strong>en</strong> wordt gas niet verhandeld op e<strong>en</strong> echte<br />

wereldmarkt. Dat komt omdat, tot nu toe, gas aan de verbruikers geleverd werd via<br />

productiesystem<strong>en</strong> <strong>en</strong> pijpleiding<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> sterk regionaal bereik hadd<strong>en</strong>. De geografische<br />

karakteristiek<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze system<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tiële parameters voor de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod op lokale markt<strong>en</strong>. Als gevolg <strong>van</strong> deze karakteristiek<strong>en</strong><br />

heeft zich e<strong>en</strong> variëteit aan contractuele <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> ontwikkeld,<br />

tuss<strong>en</strong> gas produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, transporteurs <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Door middel <strong>van</strong> deze<br />

arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> prijs <strong>en</strong> volume risico’s gereduceerd <strong>en</strong> verdeeld over de<br />

verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong>. Daarnaast bod<strong>en</strong> deze institutionele structur<strong>en</strong> de mogelijkheid<br />

om informatie over vraag <strong>en</strong> aanbod ontwikkeling<strong>en</strong> te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

verspreid<strong>en</strong> over rele<strong>van</strong>te partij<strong>en</strong> zodat er langere termijn zekerheid <strong>en</strong> stabiliteit<br />

gebod<strong>en</strong> werd voor betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>. Veelal kwam<strong>en</strong> er sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

joint-v<strong>en</strong>tures tot stand tuss<strong>en</strong> publieke <strong>en</strong> private <strong>en</strong>titeit<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de<br />

segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> de system<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>. Belangrijk<br />

doel was de risico’s te beperk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het best<strong>en</strong>dig<strong>en</strong> <strong>van</strong> langere termijn<br />

commerciële relaties, zodanig dat noch de belang<strong>en</strong> <strong>van</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, noch die <strong>van</strong><br />

consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het gedrang kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

daadwerkelijk regionale gas markt<strong>en</strong> in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, contin<strong>en</strong>taal Europa,<br />

Het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk, Japan, de voormalige Sovjet-Unie <strong>en</strong> de Latijns-<br />

Amerikaanse markt<strong>en</strong>; iedere markt met zijn eig<strong>en</strong> structuur <strong>en</strong> institutionele kader,<br />

met specifieke roll<strong>en</strong> voor nationale <strong>en</strong> lokale overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bedrijfslev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de uitkomst<strong>en</strong> voor wat betreft economische karakteristiek<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vraag- <strong>en</strong> aanbodverhouding<strong>en</strong>.<br />

In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> bestond er strikte regulering <strong>van</strong>uit de stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> de federale<br />

overheid om de private gasindustrie te stabiliser<strong>en</strong>. In Europa ontstond er e<strong>en</strong> variëteit<br />

aan nationale arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> international Europees systeem<br />

gecoördineerd werd<strong>en</strong> via lange termijn contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> coöperatieve publiek/private<br />

74<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong>. Hierin speeld<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> gasproducer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkt aantal gas producer<strong>en</strong>de oliemaatschappij<strong>en</strong> hoofdroll<strong>en</strong>. In Groot-<br />

Brittannië had e<strong>en</strong> publiek distributiebedrijf, British Gas, had het alle<strong>en</strong>recht op de<br />

afname <strong>van</strong> alle gas <strong>van</strong> publieke <strong>en</strong> private off shore produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> leverde dat<br />

direct aan de eindverbruikers. In Japan werd vloeibaar aardgas (Liquified Natural<br />

Gas of LNG) geïmporteerd via lange termijn contract<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> consortia <strong>van</strong> distributiebedrijv<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> elektriciteitsproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de buit<strong>en</strong>landse produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die vaak<br />

staatsbedrijv<strong>en</strong> uit OPEC-land<strong>en</strong> of internationale oliemaatschappij<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. In de<br />

Sovjet-Unie werd de hele markt gereguleerd <strong>en</strong> gestuurd door c<strong>en</strong>trale planning <strong>van</strong>uit<br />

het ministerie. In Latijns-Amerika, werd<strong>en</strong> lokale markt<strong>en</strong>, in Arg<strong>en</strong>tinië, Chili <strong>en</strong><br />

V<strong>en</strong>ezuela, door de staat gereguleerd <strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> staatsbedrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol,<br />

soms naast private produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (Davis, 1984). Hieronder zal nader ingegaan word<strong>en</strong><br />

op de ontwikkeling<strong>en</strong> in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, Europa <strong>en</strong> Azië, als voornaamste consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> aardgas.<br />

Gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> tachtig vond er e<strong>en</strong> geleidelijke verschuiving plaats in het<br />

economisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, waarbij de rol <strong>van</strong> overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de interv<strong>en</strong>tie in markt<strong>en</strong> ter<br />

discussie werd gesteld. Gesteld werd dat ‘de staat’ nooit bij machte zou zijn de economie<br />

beter te coördiner<strong>en</strong> dan de markt <strong>van</strong>wege gebrek aan informatie, belang<strong>en</strong>conflict<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> politieke grillighed<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zou er e<strong>en</strong> groot risico bestaan dat het<br />

beleid <strong>van</strong> stat<strong>en</strong> t<strong>en</strong> prooi zoud<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> aan specifieke belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>, of aan<br />

politieke besluiteloosheid. De argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor herstructurering <strong>en</strong> e<strong>en</strong> terugtred<strong>en</strong>de<br />

overheid werd<strong>en</strong> versterkt door economische theorieën over internationale handel,<br />

die steld<strong>en</strong> dat integratie <strong>van</strong> nationale <strong>en</strong> regionale markt<strong>en</strong> voor goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> sterke welvaartsverhoging zoud<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, als gevolg <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

efficiëntere internationale arbeidsdeling tuss<strong>en</strong> land<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> land<strong>en</strong> sterk verschill<strong>en</strong><br />

in hun toegang tot <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong> zoud<strong>en</strong> nationale <strong>en</strong>ergiemarkt<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

integrer<strong>en</strong>, zodanig dat de productie <strong>en</strong> handel in <strong>en</strong>ergiedragers niet langer beperkt<br />

bleef tot het nationale territorium. Daartoe zoud<strong>en</strong> nationale handelsregimes de bestaande<br />

institutionele barrières moet<strong>en</strong> verwijder<strong>en</strong> terwijl verbetering <strong>van</strong> de fysieke<br />

infrastructuur meer efficiënt transport <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> land<strong>en</strong> mogelijk<br />

zou moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> (Yergin, Stanislaw, 1998).<br />

Voorzichtig werd<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de gasmarkt<strong>en</strong> process<strong>en</strong> <strong>van</strong> herstructurering<br />

<strong>en</strong> aanpassing <strong>van</strong> de regulering in gang gezet. Ook hierbij war<strong>en</strong> lokale economische,<br />

(geo)politieke <strong>en</strong> fysieke factor<strong>en</strong> <strong>van</strong> groot belang in het verloop <strong>van</strong> deze<br />

process<strong>en</strong>. Dat kwam tot uiting in de urg<strong>en</strong>tie waarmee de herstructurering ingezet<br />

werd, het tempo waarin maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de keuze voor het herstructureringsmodel<br />

om tot e<strong>en</strong> daadwerkelijk ‘markt’ voor gas te kom<strong>en</strong>.<br />

6.1 De gaswaardeket<strong>en</strong><br />

Over het algeme<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de gassystem<strong>en</strong> opgedeeld word<strong>en</strong> in aantal segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />

de up-stream productie <strong>van</strong> gas, (lange-afstands) pijpleidingtransmissie, de downstream<br />

distributi<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de handel <strong>en</strong> levering. Het productiesegm<strong>en</strong>t omvat<br />

de exploratie, het bor<strong>en</strong>, de productie zelf <strong>en</strong> het verzamel<strong>en</strong> <strong>van</strong> het gas <strong>van</strong> de<br />

verschill<strong>en</strong>de veld<strong>en</strong>, voordat het naar de transmissieleiding<strong>en</strong> gaat. De gasindustrie<br />

is nauw gelieerd is aan de olieindustrie, juist waar het de up-stream activiteit <strong>van</strong> exploratie<br />

<strong>en</strong> productie betreft die over het algeme<strong>en</strong> door ‘olie’- maatschappij<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

uitgevoerd.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

75


Daarna echter, wordt het gas na reiniging direct naar de down-stream afnemers getransporteerd;<br />

er is ge<strong>en</strong> sprake <strong>van</strong> raffinage. Gas wordt door transmissiepijpleiding<strong>en</strong><br />

of, in vloeibare vorm als LNG (Liquified Natural Gas), in tankers naar de markt<strong>en</strong><br />

gebracht. Gastransmissie omvat, meestal, lange, hogedruk pijpleiding<strong>en</strong> die het gas<br />

<strong>van</strong> de productiegebied<strong>en</strong> naar de verbruikersmarkt<strong>en</strong> voert. Vloeibaar aardgas,<br />

LNG, di<strong>en</strong>t na aankomst op de ont<strong>van</strong>gstterminal, eerst weer gasvorming gemaakt te<br />

word<strong>en</strong> in gasification plants. Als het aardgas in de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>markt<strong>en</strong> aangekom<strong>en</strong><br />

is wordt over het algeme<strong>en</strong> verder naar de afnemers getransporteerd via lokale<br />

distributi<strong>en</strong>ett<strong>en</strong>. De lokale gasdistributie omvat het lagedruktransport naar de kleinverbruikers,<br />

de levering, het met<strong>en</strong> <strong>van</strong> het verbruik <strong>en</strong> marketing activiteit<strong>en</strong> gericht<br />

op de verschill<strong>en</strong>de verbruikers. De handel heeft betrekking op de verkoop <strong>van</strong> het<br />

gas door de up-stream produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, aan groothandelsbedrijv<strong>en</strong> die het gas weer<br />

verder verkop<strong>en</strong> naar de retailhandel; vaak grote afnemers in de industrie <strong>en</strong> elektriciteitsopwekking<br />

<strong>en</strong> lokale gasdistributiebedrijv<strong>en</strong> die aan kleinverbruikers lever<strong>en</strong>.<br />

Ook down-stream, in de consumptie, zijn er verband<strong>en</strong> waar gas <strong>en</strong> olieproduct<strong>en</strong><br />

substitut<strong>en</strong> voor elkaar kunn<strong>en</strong> zijn. Er zijn echter belangrijke verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> beide<br />

industrieën die aanleiding gegev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> tot sterk afwijk<strong>en</strong>de ontwikkelingspad<strong>en</strong>.<br />

Pas rec<strong>en</strong>telijk, met de groei <strong>van</strong> vloeibaar aardgas als alternatieve vorm <strong>van</strong><br />

gasvoorzi<strong>en</strong>ing, lijk<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> aantal overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> te ontstaan in de structuur <strong>van</strong><br />

de waardeket<strong>en</strong>s voor beide <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong>.<br />

Figuur 31 Gas waardeket<strong>en</strong><br />

Manier <strong>van</strong> coördinatie <strong>en</strong> investering<strong>en</strong><br />

↓ ↓ ↓<br />

↓<br />

Opsporing → Winning → Langeafstandstransport<br />

Distributie<br />

Beloning<br />

uitvoerders<br />

76<br />

← Groothandels<br />

Prijs product<br />

↓ ↓<br />

→ Detailhandel → Verbruik<br />

← transport fee ← retailprijs ← ‘Nut’<br />

Zoals gesteld, is het opzett<strong>en</strong>, beher<strong>en</strong> <strong>en</strong> exploiter<strong>en</strong> <strong>van</strong> dergelijke grootschalige,<br />

sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de productie, transport <strong>en</strong> distributiesystem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> complexe aangeleg<strong>en</strong>heid;<br />

ondermee <strong>van</strong>wege de grote investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> grote risico’s <strong>en</strong> onzekerhed<strong>en</strong><br />

(Correljé, 2004). Enorme investering<strong>en</strong> zijn nodig in installaties <strong>en</strong> pijpleiding<strong>en</strong><br />

die - e<strong>en</strong>maal gebouwd - slecht één doel <strong>en</strong> bestemming hebb<strong>en</strong>: gasproductie <strong>en</strong><br />

het transport <strong>van</strong> de produc<strong>en</strong>t in A naar de verbruikers in B. Als de noodzaak of behoefte<br />

aan het gas, of het transport daar<strong>van</strong>, weg zou vall<strong>en</strong> werd de investering<br />

waardeloos. Als de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> overgaan op andere brandstoff<strong>en</strong>, <strong>van</strong>wege de<br />

lagere prijs daar<strong>van</strong> of anderszins, of als de produc<strong>en</strong>t besluit te stopp<strong>en</strong> met de<br />

levering <strong>van</strong> gas of hogere prijz<strong>en</strong> gaat vrag<strong>en</strong>, staan de andere partij<strong>en</strong> met lege<br />

hand<strong>en</strong>. Zodo<strong>en</strong>de zijn de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, transporteurs <strong>en</strong> verbruikers, door hun verbond<strong>en</strong>heid<br />

via pijpleiding<strong>en</strong>, veroordeeld tot e<strong>en</strong> sterke afhankelijkheid <strong>van</strong> elkaar.<br />

Zowel produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn onderhevig aan volume- <strong>en</strong> prijsrisico. Het<br />

kapitaal vastgelegd in exploratie, productie <strong>en</strong> transport faciliteit<strong>en</strong> verliest zijn waarde<br />

als deze faciliteit<strong>en</strong> niet - met e<strong>en</strong> minimum opbr<strong>en</strong>gst - in voldo<strong>en</strong>de mate b<strong>en</strong>ut<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


word<strong>en</strong>. Voor de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geldt dat zij zich door investering<strong>en</strong> in apparat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

toepassing<strong>en</strong> vastlegg<strong>en</strong> aan het verbruik <strong>van</strong> gas <strong>en</strong> niet geconfronteerd will<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> met sterke prijsverhoging<strong>en</strong>. Vanwege de wederzijdse afhankelijkheid zijn<br />

alle partij<strong>en</strong> in principe in staat elkaar onder druk te zett<strong>en</strong>, wat leidt tot e<strong>en</strong> initiële<br />

terughoud<strong>en</strong>dheid in het aangaan <strong>van</strong> relaties <strong>en</strong> transacties. Dit laatste is juist wat<br />

voorkom<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> omdat de system<strong>en</strong> anders niet tot stand kom<strong>en</strong>, door middel<br />

<strong>van</strong> de contractuele inbedding <strong>van</strong> de transacties. Aangezi<strong>en</strong> het veelal om<br />

gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de system<strong>en</strong> gaat spel<strong>en</strong> internationale politieke verhouding<strong>en</strong><br />

hierbij vaak e<strong>en</strong> belangrijke rol.<br />

E<strong>en</strong> cruciaal aspect <strong>van</strong> de exploitatie <strong>van</strong> dergelijke grootschalige infrastructur<strong>en</strong> is<br />

dat de beschikbare capaciteit maximaal gebruikt wordt <strong>en</strong> dat de inkomst<strong>en</strong> de totale<br />

kost<strong>en</strong> dekk<strong>en</strong> - <strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> de variabele of marginale kost<strong>en</strong> - plus e<strong>en</strong> redelijke<br />

beloning voor het gelop<strong>en</strong> risico. Vaste kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> kapitaalsinvestering<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> het<br />

leeuw<strong>en</strong>deel uit <strong>van</strong> het kost<strong>en</strong>patroon <strong>van</strong> e<strong>en</strong> gassysteem. In e<strong>en</strong> situatie <strong>van</strong> ‘echte’<br />

concurr<strong>en</strong>tie, echter, zull<strong>en</strong> de marktprijz<strong>en</strong> de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s verton<strong>en</strong> te dal<strong>en</strong> tot het<br />

niveau <strong>van</strong> de zeer lage marginale kost<strong>en</strong>, of daaronder bij e<strong>en</strong> overaanbod, waardoor<br />

de kapitaalslast<strong>en</strong> niet meer gedekt word<strong>en</strong>. Deze situatie <strong>van</strong> concurr<strong>en</strong>tie is<br />

natuurlijk voordelig voor de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die dan met e<strong>en</strong> minimale prijs geconfronteerd<br />

word<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiedrager die voor h<strong>en</strong> waarschijnlijk e<strong>en</strong> veel grotere<br />

waarde zal hebb<strong>en</strong>. Op langere termijn echter, zal het ook betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong><br />

investering<strong>en</strong> meer gedaan word<strong>en</strong> in het zoek<strong>en</strong> naar ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong>de gasveld<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />

nieuwe infrastructuur, ter ver<strong>van</strong>ging of <strong>van</strong>wege uitbreiding <strong>van</strong> het systeem. Er bestaat<br />

e<strong>en</strong> aantal mogelijkhed<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong> balans te kom<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> korte <strong>en</strong> lange<br />

termijn belang<strong>en</strong> <strong>van</strong> de industrie <strong>en</strong> de verbruikers.<br />

E<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t <strong>van</strong> groot belang is het leveringsportfolio, dat e<strong>en</strong> dynamische balans<br />

moet verton<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de levering<strong>en</strong> <strong>van</strong> gas aan de verschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

verbruikers in verschill<strong>en</strong>de (deelmarkt<strong>en</strong>). De belangrijkste deelmarkt<strong>en</strong> zijn de<br />

kleinverbruikers, als huishoud<strong>en</strong>s, de kleinzakelijke markt <strong>en</strong> overheidsgebouw<strong>en</strong>, de<br />

middelgrote industrie <strong>en</strong> glastuinbouw, de grote industrie <strong>en</strong> de elektriciteitsproductie.<br />

Belangrijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hier in zijn de prijz<strong>en</strong> die verbruikers in deze deelmarkt<strong>en</strong><br />

maximaal bereid zijn te betal<strong>en</strong> voor hun gasleveranties. In de <strong>en</strong>ergiemarkt, moet<br />

gas concurrer<strong>en</strong> met andere <strong>en</strong>ergiedragers. Afhankelijk <strong>van</strong> het soort afnemer zijn<br />

kol<strong>en</strong>, kern<strong>en</strong>ergie, stookolie, dieselolie, elektriciteit, biofuels, of stadsgas alternatiev<strong>en</strong><br />

voor aardgas. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn sommige afnemers in staat om onmiddellijk, al bij<br />

e<strong>en</strong> klein prijsverschil, te switch<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> andere <strong>en</strong>ergiedrager, omdat ze daarvoor<br />

de installaties hebb<strong>en</strong>. Bij andere afnemers moet er sprake zijn <strong>van</strong> (uitzicht op)<br />

e<strong>en</strong> prijsverschil <strong>van</strong> voldo<strong>en</strong>de om<strong>van</strong>g over e<strong>en</strong> langere periode, om investering<strong>en</strong><br />

in nieuwe apparatuur <strong>en</strong> installaties te rechtvaardig<strong>en</strong>.<br />

In ieder <strong>van</strong> bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde sector<strong>en</strong> leidt het gebruik <strong>van</strong> gas, voor behoeft<strong>en</strong> als<br />

ruimte verwarming, kok<strong>en</strong>, warmwater voorzi<strong>en</strong>ing, ketelondervuring, of als grondstof,<br />

tot specifieke gebruikspatron<strong>en</strong> per seizo<strong>en</strong>, per week <strong>en</strong> per dag. Deze patron<strong>en</strong><br />

vertal<strong>en</strong> zich in e<strong>en</strong> geaggregeerde ‘load factor’ die varieert in de tijd. Gas voor<br />

de verwarming <strong>van</strong> huishoud<strong>en</strong>s <strong>en</strong> andere faciliteit<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk zich door e<strong>en</strong> sterk<br />

variabel seizo<strong>en</strong>sgebond<strong>en</strong> verbruikspatroon, terwijl er op korte termijn weinig alternatiev<strong>en</strong><br />

zijn. De elektriciteitssector is e<strong>en</strong> dynamische markt met veel mogelijkhed<strong>en</strong><br />

voor het op korte termijn ‘switch<strong>en</strong>’ tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiedragers binn<strong>en</strong> opwekkingse<strong>en</strong>hed<strong>en</strong><br />

of daartuss<strong>en</strong>. Veel industrieën k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> seizo<strong>en</strong>sdynamiek <strong>en</strong> soms<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> tot uitstel <strong>van</strong> het gasverbruik.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

77


Figuur 32 Cyclische patron<strong>en</strong> in gasverbruik, productie, import<strong>en</strong> <strong>en</strong> gasopslag in OECD-Europa 1984-2004<br />

-80000<br />

1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002<br />

78<br />

80000<br />

60000<br />

40000<br />

20000<br />

0<br />

-20000<br />

-40000<br />

-60000<br />

Bron: CIEP, 2006.<br />

Consumption Ind. Production Net Imports Contribution Stocks +/- Season Stock Change<br />

Deze cyclische patron<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong> grote invloed op de exploitatie <strong>van</strong> gassystem<strong>en</strong>,<br />

waar vaak e<strong>en</strong> constante, maximale b<strong>en</strong>uttingsgraad in de productie of het transport<br />

gew<strong>en</strong>st is, <strong>van</strong>wege geologische, technische <strong>en</strong> economische red<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daarnaast<br />

zijn deze patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> groot belang voor de langere termijnplanning <strong>van</strong> investering<strong>en</strong><br />

in de expansie <strong>van</strong> deze system<strong>en</strong>, zodanig dat er ge<strong>en</strong> capaciteitstekort<strong>en</strong>,<br />

maar ook ge<strong>en</strong> dure overcapaciteit ontstaat. Feitelijk word<strong>en</strong> er strikte eis<strong>en</strong> gesteld<br />

aan de coördinatie <strong>van</strong> marketing, productie <strong>en</strong> investering<strong>en</strong> in productie, transport<br />

<strong>en</strong> opslagfaciliteit<strong>en</strong> (zie Figuur 32). Afhankelijk <strong>van</strong> de dynamiek in de specifieke<br />

regionale omstandighed<strong>en</strong> is deze coördinatie meer of minder rele<strong>van</strong>t, maar in algem<strong>en</strong>e<br />

zin bestaat er e<strong>en</strong> grote invloed op de mate <strong>van</strong> risico <strong>van</strong> investering<strong>en</strong><br />

door consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> belangrijk ruimtelijk elem<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> de gasvoorzi<strong>en</strong>ing in de<br />

tweede helft <strong>van</strong> de 20ste eeuw, is het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat, over het algeme<strong>en</strong>, de afstand<br />

waarover gas getransporteerd wordt <strong>van</strong> de productielocatie naar de afnemers, to<strong>en</strong>eemt.<br />

De economische theorie veronderstelt dat de exploratie, de ontwikkeling<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> veld<strong>en</strong> <strong>en</strong> de productie zo dicht mogelijk bij de afnemers plaatsvind<strong>en</strong>. Transport<br />

is duur, het vermindert de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> <strong>van</strong> het gas voor produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbruikers<br />

<strong>en</strong> het reduceert de mogelijkhed<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> flexibele inzet <strong>van</strong> het gas, om dagelijkse<br />

<strong>en</strong> seizo<strong>en</strong>spatron<strong>en</strong> in afname te dekk<strong>en</strong>. Dus, in e<strong>en</strong> gestileerd model, zou de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> nieuwe gasveld<strong>en</strong> zich in conc<strong>en</strong>trische ring<strong>en</strong> rond de zwaartepunt<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> consumptie moet<strong>en</strong> voltrekk<strong>en</strong> (zie Boots, 2004; Golombek, 1995, 1998; OME,<br />

2002).<br />

Dit patroon doet zich in de werkelijkheid niet altijd voor. Gasveld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet op<br />

bestelling ontdekt <strong>en</strong> in productie g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Sommige oudere veld<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>,<br />

omdat ze erg groot, omdat technologische ontwikkeling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘second life’<br />

mogelijk mak<strong>en</strong>, of omdat de productie uitgesteld is met het oog op het beheer <strong>van</strong><br />

nationale bodemschatt<strong>en</strong>. Net als bij olie speelt de factor geluk daar e<strong>en</strong> rol in. In<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


veel gevall<strong>en</strong> wordt gas gevond<strong>en</strong> in “associatie” met olie, dan bevind<strong>en</strong> beide zich in<br />

het zelfde reservoir <strong>en</strong> is het onmogelijk het e<strong>en</strong> zonder het ander te producer<strong>en</strong>. Er<br />

wordt dan ook veel gas geproduceerd in sam<strong>en</strong>hang met olie. Deze zog<strong>en</strong>aamde<br />

joint-production leidt traditioneel tot problem<strong>en</strong> bij het tegelijkertijd afstemm<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

het aanbod <strong>van</strong> gas én olie op de vraag. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> was de verkoop <strong>van</strong> dit gas vaak<br />

niet winstgev<strong>en</strong>d, omdat het zover <strong>van</strong> pot<strong>en</strong>tiële klant<strong>en</strong> plaatsvond <strong>en</strong> transport per<br />

pijpleiding te duur of onmogelijk was (Adelman, 1962; Odell, 2002). Dus werd het<br />

aardgas afgefakkeld <strong>en</strong> de olie per tanker afgevoerd. Pas rec<strong>en</strong>telijk zijn de kost<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> Liquified Natural Gas (LNG) systeem, inclusief het vloeibaar mak<strong>en</strong>, het<br />

transport <strong>en</strong> het weer in gasvormige toestand terugbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zover gedaald dat LNG<br />

e<strong>en</strong> perspectief geword<strong>en</strong> is. Daarmee zull<strong>en</strong> geografische patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> gasvoorzi<strong>en</strong>ing<br />

zich radicaal gaan wijzig<strong>en</strong>.<br />

Figuur 33 Patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> Internationaal Gastransport 2005<br />

Bron: BP Statistical Review of World Energy 2005 (Web version).<br />

E<strong>en</strong> tweede belangrijke consequ<strong>en</strong>tie is het feit dat de wereld gasreserves sterk<br />

kunn<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Immers gas dat vroeger wel bestond als voorkom<strong>en</strong>, maar niet<br />

teg<strong>en</strong> economisch aantrekkelijke voorwaard<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> markt getransporteerd kon<br />

word<strong>en</strong> kon niet als produceerbare reserve gerek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Er was ge<strong>en</strong> vraag,<br />

dus ge<strong>en</strong> commercieel verhandelbare <strong>en</strong> produceerbare hoeveelheid gas. Met het<br />

dal<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> LNG-ket<strong>en</strong>s neemt de wereld gasreserve dus <strong>en</strong>orm toe,<br />

omdat het gas binn<strong>en</strong> het economisch te rechtvaardig<strong>en</strong> bereik <strong>van</strong> de afnemers<br />

komt. Dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> moet natuurlijk ook beschouwd word<strong>en</strong> in het licht <strong>van</strong> de huidige<br />

hoge olieprijz<strong>en</strong>. Olieproduct<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> alternatief of e<strong>en</strong> prijsindicator voor<br />

aardgas <strong>en</strong> trekk<strong>en</strong> dus de marktprijs voor gas omhoog. Daardoor kan er nog steeds<br />

e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke winst gemaakt word<strong>en</strong> op relatief duur gas, zoals LNG, terwijl de<br />

winst<strong>en</strong> op grote veld<strong>en</strong> in buurt <strong>en</strong>orm zijn (J<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, 2003, 2004).<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

79


Figuur 34 Ontwikkeling bewez<strong>en</strong> gasreserves 1980-2005<br />

80<br />

Triljo<strong>en</strong> Kubieke meter<br />

200<br />

180<br />

160<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

1980<br />

1985<br />

1990<br />

Noord Amerika Zuid Amerika FSU <strong>en</strong> Oost Europa Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong> Azië <strong>en</strong> Pacific Afrika EU 25<br />

Bron: BP Statistical Review of World Energy 2005 (Web version).<br />

6.2 Coördinatie <strong>en</strong> marktord<strong>en</strong>ing<br />

Als gevolg <strong>van</strong> deze karakteristiek<strong>en</strong> heeft zich e<strong>en</strong> variëteit aan contractuele <strong>en</strong><br />

eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> ontwikkeld, tuss<strong>en</strong> gasproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, transporteurs <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Door middel <strong>van</strong> deze arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> prijs <strong>en</strong> volume risico’s<br />

gereduceerd <strong>en</strong> verdeeld over de verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong>. Daarnaast bod<strong>en</strong> deze institutionele<br />

structur<strong>en</strong> de mogelijkheid om informatie over vraag <strong>en</strong> aanbod ontwikkeling<strong>en</strong><br />

te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verspreid<strong>en</strong> over rele<strong>van</strong>te partij<strong>en</strong> zodat er langere termijn<br />

zekerheid <strong>en</strong> stabiliteit gebod<strong>en</strong> werd voor betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>. Veelal kwam<strong>en</strong> er sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> joint-v<strong>en</strong>tures tot stand tuss<strong>en</strong> publieke <strong>en</strong> private <strong>en</strong>titeit<strong>en</strong> in<br />

de verschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> de system<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>.<br />

Deze institutionele ontwikkeling heeft geleid tot daadwerkelijk regionale<br />

gasmarkt<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> structuur <strong>en</strong> institutionele kaders <strong>en</strong> specifieke<br />

roll<strong>en</strong> voor de overheid <strong>en</strong> het bedrijfslev<strong>en</strong>.<br />

De Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong><br />

De gasindustrie in de VS is de grootste ter wereld <strong>en</strong> omvat e<strong>en</strong> groot aantal veld<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> grote variatie in om<strong>van</strong>g. In eerste instantie was gebruik <strong>van</strong> gas e<strong>en</strong> lokale<br />

aangeleg<strong>en</strong>heid met e<strong>en</strong> betrekkelijk willekeurige verspreiding over het land. In deze<br />

periode was er zeer beperkt toezicht, waarbij vooral geme<strong>en</strong>tes betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. De<br />

Natural Gas Act of 1938 vestigde de basis voor de latere regulering <strong>van</strong> gasprijz<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> <strong>van</strong> de activiteit<strong>en</strong> <strong>van</strong> de onderneming<strong>en</strong>. In de daaropvolg<strong>en</strong>de periode vond<br />

e<strong>en</strong> snelle groei plaats <strong>van</strong> de industrie <strong>en</strong> <strong>van</strong> het reguleringskader. Interstate<br />

transacties, tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de stat<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> gereguleerd door de<br />

Federal Energy Regulatory Commission (FERC), zoals die later ging het<strong>en</strong>.<br />

1995<br />

2000<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

2005


Intrastate transacties, binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> staat ward<strong>en</strong> gereguleerd door state public utility<br />

commissions (PUC). De industrie was verticaal opgesplitst in de productiebedrijv<strong>en</strong>,<br />

pijpleiding<strong>en</strong> voor het transport <strong>en</strong> de lokale distributiebedrijv<strong>en</strong>. Alle transacties war<strong>en</strong><br />

gereguleerd <strong>en</strong> vond<strong>en</strong> plaats onder langetermijncontract<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de interstate <strong>en</strong> intrastate transportbedrijv<strong>en</strong>, die het weer doorverkocht<strong>en</strong> aan de<br />

lokale distributiebedrijv<strong>en</strong>, zodat de industrie feitelijk wel verticaal geïntegreerd was.<br />

Poging<strong>en</strong> om de wellhead prijz<strong>en</strong>, de inkomst<strong>en</strong> voor de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, op e<strong>en</strong> laag<br />

niveau te houd<strong>en</strong> ontmoedigd<strong>en</strong> investering<strong>en</strong> in exploratie <strong>en</strong> productie. De transport-<br />

<strong>en</strong> distributiesystem<strong>en</strong>, als private monopolies, berek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> hoge kost<strong>en</strong> door<br />

aan de verbruikers. In de jar<strong>en</strong> ’70 vertraagde dit de groei <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> gas<br />

aanzi<strong>en</strong>lijk, terwijl in die periode de ontwikkeling <strong>van</strong> binn<strong>en</strong>landse <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong><br />

<strong>van</strong> het grootste belang geacht werd. Het gebrek aan gas aan het eind <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong><br />

’70, bracht het Congress ertoe over te gaan tot hervorming <strong>van</strong> de gasindustrie. In<br />

1978, werd de Natural Gas Policy Act aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> waarmee de Federal Energy<br />

Regulatory Commission (FERC) in staat was om tot liberalisering <strong>van</strong> de interstate<br />

gasmarkt over te gaan (MacAvoy 2000).<br />

Europa<br />

Ess<strong>en</strong>tieel voor de ontwikkeling <strong>van</strong> het Europese systeem - <strong>en</strong> in afwijking <strong>van</strong> de<br />

situatie elders - was de mogelijkheid om zeer flexibel gas te producer<strong>en</strong> uit het<br />

Groning<strong>en</strong>veld in Nederland. Vanwege de geologische structuur <strong>van</strong> het veld <strong>en</strong> de<br />

grote investering<strong>en</strong> in de dagelijkse productiecapaciteit, met e<strong>en</strong> totaal <strong>van</strong> circa<br />

100 bcm per jaar, kon het veld e<strong>en</strong> piekproductie lever<strong>en</strong> die voldo<strong>en</strong>de was om de<br />

hele Noordwest Europese markt <strong>van</strong> gas te voorzi<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> lag het veld c<strong>en</strong>traal<br />

in de regio. Op deze basis ontwikkelde zich gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> ’60 e<strong>en</strong> systeem<br />

waarbij Nederland gas ging lever<strong>en</strong> aan, in eerste instantie, Duitsland, België <strong>en</strong><br />

Frankrijk (Correljé, 1998; Correljé, 2003; Correljé, Verbong, 2004).<br />

Gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> ’70 dok<strong>en</strong> er nieuwe produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op, aangetrokk<strong>en</strong> door de<br />

hoge inkomst<strong>en</strong> uit de gasverkoop in Europa. Deze produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, vaak oliemaatschappij<strong>en</strong>,<br />

in Nederland, Noorweg<strong>en</strong>, Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie <strong>en</strong> Algerije<br />

ondernam<strong>en</strong> exploratieactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> investeerd<strong>en</strong> in productiefaciliteit<strong>en</strong>, waarna het<br />

gas verplicht verkocht werd aan (semi-) publieke gasinkoopbedrijv<strong>en</strong>, zoals Gasunie<br />

in Nederland, British Gas, GFU in Noorweg<strong>en</strong>, de voorloper <strong>van</strong> Gazprom in de<br />

Sovjet-Unie <strong>en</strong> Sonatrach in Algerije. Deze bedrijv<strong>en</strong> verkocht<strong>en</strong> het gas bij hun nationale<br />

gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan transportbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of groothandelsonderneming<strong>en</strong>, die het gas<br />

verder Europa in voerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> verkocht<strong>en</strong> aan lokale of nationale distributiebedrijv<strong>en</strong>,<br />

elektriciteitsproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> industriële grootverbruikers. Met uitzondering <strong>van</strong><br />

Duitsland, had ieder land e<strong>en</strong> transmissiebedrijf dat het nationale hogedruktransportsyteem<br />

beheerde. De locale, geme<strong>en</strong>telijke distributie bedrijv<strong>en</strong> beheerd<strong>en</strong> de lagedrukdistributi<strong>en</strong>ett<strong>en</strong>,<br />

waarmee het gas naar de verbruikers werd gevoerd. De kleinverbruikers<br />

hadd<strong>en</strong> exclusieve leveringscontract<strong>en</strong> met hun lokale distributiebedrijv<strong>en</strong>.<br />

Overal in Europa war<strong>en</strong> de transmissie bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> distributiebedrijv<strong>en</strong> locale<br />

monopolies (Mabro Wybrew Bond, 1999).<br />

Aan de hand <strong>van</strong> de afzet <strong>van</strong> gas in de verschill<strong>en</strong>de deelmarkt<strong>en</strong> coördineerd<strong>en</strong> de<br />

gasinkoopbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> transporteurs/groothandels de investering<strong>en</strong> in de exploratie,<br />

productie <strong>en</strong> transportsystem<strong>en</strong>. De producers leverd<strong>en</strong> hun gas via langetermijncontract<strong>en</strong>,<br />

voor 15 tot 20 jaar, aan de transmissiebedrijv<strong>en</strong>. Die hadd<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>langetermijncontract<strong>en</strong>,<br />

1 tot 5 jaar, met de locale distributiebedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> grootverbruikers.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

81


Door middel <strong>van</strong> concessies, gedeeld eig<strong>en</strong>dom, indicatieve planning, cost plus <strong>en</strong><br />

oliegerelateerde prijz<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, transporteurs <strong>en</strong> distributeurs in staat<br />

de aanschaf <strong>en</strong> verkoop <strong>van</strong> gas te coördiner<strong>en</strong>. Door deze contractuele voorwaard<strong>en</strong><br />

was het risico in de financiering <strong>van</strong> dure productie <strong>en</strong> transportfaciliteit<strong>en</strong> beperkt.<br />

Dit stimuleerde de <strong>en</strong>orme investering die nodig war<strong>en</strong> voor de expansie <strong>van</strong><br />

het gassysteem.<br />

Daarbij war<strong>en</strong> drie elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> cruciaal. T<strong>en</strong> eerste war<strong>en</strong> er de zog<strong>en</strong>aamde take-<br />

or-pay condities, die distributeurs <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verplicht<strong>en</strong> tot betaling <strong>van</strong> het<br />

gecontracteerde gas, ook wanner dat gas niet afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> was, bijvoorbeeld door<br />

achterblijv<strong>en</strong>de ontwikkeling <strong>van</strong> de vraag. Het tweede elem<strong>en</strong>t betrof de prijs. De<br />

belangrijkste concurr<strong>en</strong>tie voor gas bestond eruit dat verbruikers voor andere <strong>en</strong>ergiedragers<br />

zoud<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>, waarbij olie het meest voor de hand ligg<strong>en</strong>de alternatief<br />

was. De eindgebruikersprijz<strong>en</strong> voor gas werd<strong>en</strong> daarom zodanig vastgesteld dat ze<br />

net iets voordeliger war<strong>en</strong> dan olieproduct<strong>en</strong>; de olieprijskoppeling. Het derde<br />

elem<strong>en</strong>t vormde de verplichting om gas te lever<strong>en</strong> op de plaats waarvoor het gecontracteerd<br />

was <strong>en</strong> het niet door te verkop<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong> hogere of lagere prijz<strong>en</strong>. De<br />

inkomst<strong>en</strong> <strong>van</strong> de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong> dus afhankelijk <strong>van</strong> de prijz<strong>en</strong> voor de olieproduct<strong>en</strong><br />

die het alternatief vormd<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> verbruikers; dit heet<br />

het ‘netback principe’. Transporteurs <strong>en</strong> distributiebedrijv<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> beloond via het<br />

cost-plus principe, waarbij de ‘plus’ afhankelijk was <strong>van</strong> de onderhandelingspositie<br />

<strong>van</strong> de operator, die meestal e<strong>en</strong> monopolie positie had (zie Correljé, 2003; Estrada,<br />

1995).<br />

Figuur 35 Ontwikkeling gasverbruik per regio 1965-2005<br />

82<br />

Mtoe<br />

2500,0<br />

2000,0<br />

1500,0<br />

1000,0<br />

500,0<br />

0,0<br />

1965<br />

1966<br />

1967<br />

1968<br />

1969<br />

1970<br />

1971<br />

1972<br />

1973<br />

1974<br />

1975<br />

1976<br />

1977<br />

1978<br />

1979<br />

1980<br />

1981<br />

1982<br />

1983<br />

1984<br />

1985<br />

1986<br />

1987<br />

1988<br />

1989<br />

1990<br />

1991<br />

1992<br />

1993<br />

1994<br />

1995<br />

1996<br />

1997<br />

1998<br />

1999<br />

Noord Amerika Europa Zuid Amerika FSU <strong>en</strong> Oost Europa Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong> Azië <strong>en</strong> Pacific Afrika<br />

Bron: BP Statistical Review of World Energy 2005 (Web version).<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

2000<br />

2001<br />

2002<br />

2003<br />

2004<br />

2005


Azië <strong>en</strong> de Pacific<br />

Anders dan in de VS <strong>en</strong> Europa die voorzi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door middel <strong>van</strong> pijpleiding<strong>en</strong><br />

zijn de Aziatische markt<strong>en</strong> in ess<strong>en</strong>tie LNG-markt<strong>en</strong>. Japan, Korea <strong>en</strong> Taiwan importer<strong>en</strong><br />

het grootste deel <strong>van</strong> hun LNG-behoefte onder lange-termijn contract<strong>en</strong>. Dit<br />

gas wordt grot<strong>en</strong>deels gebruikt in de elektriciteitsopwekking. In vergelijking met de<br />

VS <strong>en</strong> Europa is het aandeel <strong>van</strong> de industrie <strong>en</strong> kleinverbruikers veel kleiner.<br />

Traditioneel is het gebruik <strong>van</strong> pijpleiding<strong>en</strong> in Azië e<strong>en</strong> probleem, als gevolg <strong>van</strong> politieke<br />

spanning<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, afnemers <strong>en</strong> (pot<strong>en</strong>tiële) transitland<strong>en</strong>, terwijl<br />

ook de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de marktvraag <strong>en</strong> de relatief lage prijz<strong>en</strong> voor alternatieve<br />

brandstoff<strong>en</strong> e<strong>en</strong> probleem vorm<strong>en</strong>. Daarom bestaat de regio feitelijk uit e<strong>en</strong><br />

aantal deelmarkt<strong>en</strong>, ieder met zijn eig<strong>en</strong> dynamiek, economische verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

institutionele kader.<br />

Figuur 36 Ontwikkeling gasproductie per regio 1970-2005<br />

Mtoe<br />

3000,0<br />

2500,0<br />

2000,0<br />

1500,0<br />

1000,0<br />

500,0<br />

0,0<br />

1970<br />

1971<br />

1972<br />

1973<br />

1974<br />

1975<br />

1976<br />

1977<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

1978<br />

1979<br />

1980<br />

1981<br />

1982<br />

1983<br />

1984<br />

1985<br />

1986<br />

1987<br />

1988<br />

Noord Amerika Europa Zuid Amerika FSU <strong>en</strong> Oost Europa Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong> Azië <strong>en</strong> Pacific Afrika<br />

Bron: BP Statistical Review of World Energy 2005 (Web version).<br />

De nationale markt<strong>en</strong> <strong>van</strong> Japan, India, China, Taiwan, Korea zijn sterk gereguleerd.<br />

Nieuw-Zeeland <strong>en</strong> Australië daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> radicaal geliberaliseerde markt<strong>en</strong><br />

naar Anglo-Saksisch model. In e<strong>en</strong> aantal land<strong>en</strong> wordt het gasgebruik sterk gesubsidieerd;<br />

in andere wordt het teg<strong>en</strong> kostprijs geleverd. Beide situaties kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong><br />

tot e<strong>en</strong> achterblijv<strong>en</strong>de consumptie. Subsidiering betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> financiële last voor de<br />

betrokk<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> hoge kostprijs kan echter moeilijk concurrer<strong>en</strong> met goedkopere<br />

substitut<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong> kan gesteld word<strong>en</strong> dat de Aziatische markt e<strong>en</strong><br />

grote pot<strong>en</strong>tiële vraag k<strong>en</strong>t <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aanbod mogelijk zou mak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

1989<br />

1990<br />

1991<br />

1992<br />

1993<br />

1994<br />

1995<br />

1996<br />

1997<br />

1998<br />

1999<br />

2000<br />

2001<br />

2002<br />

2003<br />

2004<br />

2005<br />

83


veelheid <strong>van</strong> regio specifieke (geo)politieke <strong>en</strong> economische problem<strong>en</strong>, echter,<br />

houdt die ontwikkeling teg<strong>en</strong> (Wybrew Bond, 2002).<br />

6.3 Herstructurering <strong>van</strong> de gasmarkt<strong>en</strong><br />

In algem<strong>en</strong>e zin kan gesteld word<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> hoofddoelstelling <strong>van</strong> het introducer<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> marktwerking in gasmarkt<strong>en</strong> het strev<strong>en</strong> naar prijsverlaging is. Daarnaast speeld<strong>en</strong><br />

nog andere doel<strong>en</strong>, zoals verbetering <strong>van</strong> de efficiëntie in het gebruik <strong>van</strong> de<br />

infrastructuur, vergroting <strong>van</strong> met marktaandeel <strong>van</strong> gas <strong>en</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

nieuwe geografische markt<strong>en</strong>.<br />

Door handelar<strong>en</strong> <strong>en</strong> afnemers de keus te gev<strong>en</strong> bij welke produc<strong>en</strong>t, respectievelijk<br />

leverancier, zij hun gas aanschaff<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke contract<strong>en</strong> zij preferer<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> zij<br />

die leveranciers selecter<strong>en</strong> die teg<strong>en</strong> de beste <strong>en</strong> voordeligste condities lever<strong>en</strong>.<br />

Daarbij wordt er<strong>van</strong> uitgegaan dat die produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> leveranciers zull<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong><br />

hun marktaandeel te bescherm<strong>en</strong>, of te vergrot<strong>en</strong>, door prijs <strong>en</strong> leveringscondities te<br />

vergrot<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde groothandelar<strong>en</strong> <strong>en</strong> distributiebedrijv<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> nieuwe<br />

strategieën <strong>en</strong> contract<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun organisatie aanpass<strong>en</strong>. Zij verliez<strong>en</strong><br />

immers hun gegarandeerde markt<strong>en</strong>, terwijl de integratie <strong>en</strong> coördinatie tuss<strong>en</strong><br />

de verschill<strong>en</strong>de schakels <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong> gaat. De bedrijv<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

hun structuur <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong> door middel <strong>van</strong> fusies <strong>en</strong> overnames, zodanig<br />

dat hun om<strong>van</strong>g <strong>en</strong> de spreiding <strong>van</strong> hun risico’s overe<strong>en</strong>stemming met de uitdaging<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>de markt.<br />

Volg<strong>en</strong>s moderne economische theorie kan competitie in gasmarkt<strong>en</strong> tot stand<br />

gebracht word<strong>en</strong> door de structuur <strong>van</strong> de markt aan te pass<strong>en</strong>. Het traditionele perspectief<br />

wees de mogelijkheid <strong>van</strong> concurr<strong>en</strong>tie af, <strong>van</strong>wege de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde<br />

risico’s <strong>en</strong> de noodzaak tot integratie <strong>en</strong> coördinatie <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong>. De voorstanders<br />

<strong>van</strong> herstructurering ging<strong>en</strong> uit <strong>van</strong> het idee dat concurr<strong>en</strong>tie mogelijk was<br />

in bepaalde segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat dit het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> het hele<br />

voorzi<strong>en</strong>ingssysteem zou verbeter<strong>en</strong>. Slechts het lange-afstandspijpleidingtransport<br />

<strong>en</strong> het lokale distributiesysteem werd<strong>en</strong> geaccepteerd als natuurlijk monopolie, <strong>van</strong>wege<br />

de bek<strong>en</strong>de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Andere segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zoals de productie, de groothandel<br />

<strong>en</strong> de retailverkoop werd<strong>en</strong> echter als pot<strong>en</strong>tieel concurrer<strong>en</strong>de markt<strong>en</strong><br />

beschouwd. Door het herstructurer<strong>en</strong> <strong>van</strong> de eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> zou dus concurr<strong>en</strong>tie<br />

tot stand gebracht kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Daarbij kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal modell<strong>en</strong><br />

toegepast word<strong>en</strong> (Juris, 1998a,b; Newbery, 2001).<br />

Het meest simpele model br<strong>en</strong>gt concurr<strong>en</strong>tie teweeg tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

in de verkoop <strong>van</strong> hun gas aan e<strong>en</strong> nationaal, regionaal of lokaal gasbedrijf,<br />

dat het verder verkoopt aan de afnemers. De transacties tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> gasbedrijv<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot de ontwikkeling <strong>van</strong> e<strong>en</strong> groothandelsmarkt.<br />

Regulering is nodig om de marktmacht <strong>van</strong> de gasbedrijv<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in goede ban<strong>en</strong> te leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> om eindverbruikersprijz<strong>en</strong> te<br />

bepal<strong>en</strong>. De groothandelsprijz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bepaald door de op<strong>en</strong>bare aanbesteding<br />

<strong>van</strong> leveringscontract<strong>en</strong> met het gasbedrijf.<br />

E<strong>en</strong> ambitieuzer model introduceert zog<strong>en</strong>aamde ‘Third Party Access’ tot de pijpleiding<strong>en</strong>,<br />

zodat produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, handelar<strong>en</strong>, grootverbruikers <strong>en</strong> gasbedrijv<strong>en</strong> onderling<br />

gas kunn<strong>en</strong> verhandel<strong>en</strong>. De gasbedrijv<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> de leveranciers voor kleinverbruikers<br />

<strong>en</strong> verzorg<strong>en</strong> de distributie daar<strong>van</strong>. Daarnaast moet e<strong>en</strong> ander bedrijf het<br />

transport verzorg<strong>en</strong> naar de gasbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar grote afnemers, die hun gas zelf<br />

aanschaff<strong>en</strong>. Deze marktvorm voorziet competitie in de groothandels <strong>en</strong> groot-<br />

84<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


afnemersmarkt. Dit is e<strong>en</strong> voordeel voor produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, omdat het e<strong>en</strong> vergroting betek<strong>en</strong>t<br />

<strong>van</strong> het aantal pot<strong>en</strong>tiële afnemers. De variatie in afnemers zal e<strong>en</strong> grotere<br />

keuze aan contractvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> leveranciers tot gevolg hebb<strong>en</strong>. De hoge transactiekost<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het handel<strong>en</strong> in de gasmarkt voor afnemers leidt tot het ontstaan <strong>van</strong><br />

echte gashandelar<strong>en</strong>, die vraag <strong>en</strong> aanbod kunn<strong>en</strong> aggreger<strong>en</strong> <strong>en</strong> transportdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />

regel<strong>en</strong> <strong>en</strong> contracter<strong>en</strong> om het gas te kunn<strong>en</strong> lever<strong>en</strong>. In dit model di<strong>en</strong><strong>en</strong> kleinverbruikers<br />

nog steeds beschermd te word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de monopoliepositie <strong>van</strong> de gasbedrijv<strong>en</strong>.<br />

Prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> toegangscondities voor gastransport zijn e<strong>en</strong> cruciale factor in dit<br />

model <strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> daarom ook aan e<strong>en</strong> zekere vorm <strong>van</strong> regulering of toezicht onderworp<strong>en</strong><br />

te zijn.<br />

Het derde model scheidt het transport <strong>en</strong> de distributie af <strong>van</strong> de productie, de groothandel<br />

<strong>en</strong> de detailhandel <strong>en</strong> introduceert concurr<strong>en</strong>tie in de laatste drie segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

De zog<strong>en</strong>aamde ‘unbundling’ wordt geacht e<strong>en</strong> gelijke positie voor allerlei partij<strong>en</strong> op<br />

de markt te creër<strong>en</strong>, die met elkaar zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong> om de<br />

afnemers. Concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zou hoge marges op de productie do<strong>en</strong><br />

afnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s dwing<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>daling<strong>en</strong> door te gev<strong>en</strong> aan de eindgebruikers.<br />

Dit zou de noodzaak tot prijsregulering in de groot- <strong>en</strong> detailhandel wegnem<strong>en</strong>.<br />

Het model voorziet het ontstaan <strong>van</strong> nieuwe contractvorm<strong>en</strong> voor de korte <strong>en</strong><br />

langere termijn levering, vergelijkbaar met die in de olieindustrie, om vraag <strong>en</strong> aanbod<br />

te balancer<strong>en</strong>. Liquide spotmarkt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geacht te ontstaan op plaats<strong>en</strong> waar<br />

pijpleiding<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de productie- <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>regio’s bij elkaar kom<strong>en</strong>,<br />

Hier zoud<strong>en</strong> de prijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> constante reflectie vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> de marktwaarde <strong>van</strong> het<br />

gas.<br />

De theoretische voordel<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze markt<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> echter afgewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

nadel<strong>en</strong>, in de vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> hoge transactiekost<strong>en</strong>, hoge risico’s <strong>en</strong> volatiliteit in<br />

prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> volumes <strong>en</strong> gebrekkige coördinatie <strong>van</strong> het gedrag <strong>van</strong> bedrijv<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de<br />

de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong>. Dit veroorzaakt onzekerhed<strong>en</strong> in de<br />

vraag naar gas <strong>en</strong> transportdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, in relatie tot de beschikbare capaciteit<strong>en</strong>. Deels<br />

kan dit opgelost word<strong>en</strong> door middel <strong>van</strong> contract<strong>en</strong> die gegarandeerde of afschakelbare<br />

transport, opslag <strong>en</strong> conversiedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong> <strong>en</strong> door mogelijkhed<strong>en</strong> aan<br />

de vraagkant, om gasgebruik uit te stell<strong>en</strong> of te tijdelijk te verminder<strong>en</strong> (CIEP, 2003;<br />

CIEP/IGU, 2006).<br />

Duidelijk is dat herstructurering <strong>van</strong> de gasmarkt om concurr<strong>en</strong>tie te introducer<strong>en</strong><br />

complexe organisaties <strong>en</strong> administratieve systeem vergt om de transacties uit te voer<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast is strikt <strong>en</strong> onafhankelijk toezicht noodzakelijk t<strong>en</strong>einde de verschill<strong>en</strong>de<br />

partij<strong>en</strong> er<strong>van</strong> te weerhoud<strong>en</strong> hun marktmacht te misbruik<strong>en</strong>. Immers de transportsystem<strong>en</strong><br />

blijv<strong>en</strong> natuurlijke monopolies die di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> verzorg<strong>en</strong> die ess<strong>en</strong>tieel<br />

zijn voor de verschill<strong>en</strong>de andere partij<strong>en</strong> in het systeem (Correljé, 2005).<br />

De Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong><br />

In 1978, werd door het Congres de Natural Gas Policy Act aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> waarmee de<br />

Federal Energy Regulatory Commission (FERC) in staat was om tot liberalisering<br />

<strong>van</strong> de interstate gasmarkt over te gaan. Aangezi<strong>en</strong> de belangrijkste productie- <strong>en</strong><br />

consumptiegebied<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de stat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> had deze wet e<strong>en</strong> belangrijke impact<br />

in het functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Amerikaanse gasindustrie. Gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> ‘80<br />

<strong>en</strong> ’90 construeerde de FERC, stap voor stap e<strong>en</strong> kader voor marktwerking in de<br />

sector.<br />

Door middel <strong>van</strong> Order No. 436, introduceerde FERC e<strong>en</strong> Third Party Access (TPA)<br />

regime voor het zog<strong>en</strong>aamde interstate gastransport. Dit regime stelde lokale distri-<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

85


utiebedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> grootverbruikers in staat direct met produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te onderhandel<strong>en</strong>,<br />

om zodo<strong>en</strong>de de groothandelsbedrijv<strong>en</strong> die ook de pijpleiding<strong>en</strong> exploiteerd<strong>en</strong> te<br />

omzeil<strong>en</strong> - althans de handelsdivisies daar<strong>van</strong>. Hoewel het TPA regime vrijwillig kon<br />

word<strong>en</strong> ingevoerd door de transporteurs werd het vrij breed ingevoerd, omdat het<br />

h<strong>en</strong> in staat stelde de bezettingsgraad <strong>van</strong> de pijpleiding te vergrot<strong>en</strong>. Echte grootschalige<br />

implem<strong>en</strong>tatie vond echter pas plaats nadat de FERC het zog<strong>en</strong>aamde<br />

‘stranded cost’ probleem opgelost had. Aangezi<strong>en</strong> afnemers de mogelijkheid hadd<strong>en</strong><br />

gekreg<strong>en</strong> om onder lange-termijn leveringscontract<strong>en</strong> met de groothandelsbedrijv<strong>en</strong><br />

uit te kom<strong>en</strong> blev<strong>en</strong> die zitt<strong>en</strong> met grote ‘take-or-pay’ verplichting<strong>en</strong> naar de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

FERC Order No. 500 stond het vervolg<strong>en</strong>s toe dat deze ‘overgangskost<strong>en</strong>’<br />

verdeeld werd<strong>en</strong> over de afnemers; de gasbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> eindgebruikers. Vervolg<strong>en</strong>s<br />

regelde de Wellhead Decontrol Act <strong>van</strong> 1989 de deregulering <strong>van</strong> de prijz<strong>en</strong> voor de<br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in alle interstate transactie, waarmee concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

in de groothandels markt e<strong>en</strong> feit werd.<br />

Order No. 636 verplichtte de transportbedrijv<strong>en</strong> om hun handelsactiviteit<strong>en</strong> af te splits<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het transport <strong>en</strong> die in aparte onderneming<strong>en</strong> onder te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Hiermee<br />

werd<strong>en</strong> veel nieuwe handelsbedrijv<strong>en</strong> aangetrokk<strong>en</strong> die in felle concurr<strong>en</strong>tie met<br />

elkaar ging<strong>en</strong> om de afnemers te bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Order No. 636 paste ook de regulering<br />

<strong>van</strong> het interstate pijpleidingtransport aan <strong>en</strong> maakte de zog<strong>en</strong>aamde ‘secondary<br />

transportation market’ mogelijk, waarop de shippers hun met de het transportbedrijf<br />

gecontracteerde transport recht<strong>en</strong> met andere partij<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> verhandel<strong>en</strong>.<br />

Zodo<strong>en</strong>de werd<strong>en</strong> tijdelijke tekort<strong>en</strong> <strong>en</strong> overschott<strong>en</strong> aan transportmogelijkhed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

de verschill<strong>en</strong>de shippers opgelost, waarmee e<strong>en</strong> efficiënter gebruik <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

hogere b<strong>en</strong>uttingsgraad <strong>van</strong> het hele transportsysteem bereikt werd.<br />

Daaropvolg<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> war<strong>en</strong> gericht op het vergrot<strong>en</strong> <strong>van</strong> transparantie <strong>en</strong><br />

flexibiliteit. Korte-termijn transfers <strong>van</strong> capaciteit op het systeem, vrijheid in de keuze<br />

<strong>van</strong> de locatie <strong>van</strong> levering, de standaardisering <strong>van</strong> contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> toegangscondities<br />

operatie <strong>en</strong> de introductie <strong>van</strong> afschakelbare contract<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> transporteurs <strong>en</strong><br />

handelar<strong>en</strong> maakte e<strong>en</strong> steeds meer liquide handel mogelijk.<br />

Teg<strong>en</strong> het einde <strong>van</strong> de 20ste eeuw, echter, rez<strong>en</strong> er steeds vrag<strong>en</strong> over de toekomstige<br />

gas - <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie - markt in de VS. De vrees ontstond dat er te weinig, extra,<br />

nieuwe gas aangebod<strong>en</strong> zou word<strong>en</strong> uit de binn<strong>en</strong>landse <strong>en</strong> importproductie om aan<br />

de langzaam maar zeker stijg<strong>en</strong>de vraag naar gas te voldo<strong>en</strong>. Lage prijz<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong><br />

context <strong>van</strong> e<strong>en</strong> competitieve markt, e<strong>en</strong> weinig aantrekkelijk fiscaal klimaat, disput<strong>en</strong><br />

over de constructie <strong>van</strong> pijpleiding<strong>en</strong>, gasopslagfaciliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> LNG-terminals<br />

drag<strong>en</strong> bij tot terughoud<strong>en</strong>dheid in investering<strong>en</strong> in gasproductie. De import <strong>van</strong> gas,<br />

via LNG, is e<strong>en</strong> optie, maar ook daar zijn grootschalige investering<strong>en</strong> nodig. Deze<br />

situatie - in de context <strong>van</strong> e<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>de olieprijs - heeft tot e<strong>en</strong> sterke stijging <strong>van</strong> de<br />

Amerikaanse gasprijz<strong>en</strong> geleid.<br />

86<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Figuur 37 Verhouding regionale productie <strong>en</strong> gasafname 1970-2005<br />

ratio production/consumption<br />

3,500<br />

3,000<br />

2,500<br />

2,000<br />

1,500<br />

1,000<br />

0,500<br />

0,000<br />

1970<br />

1971<br />

1972<br />

1973<br />

1974<br />

1975<br />

1976<br />

1977<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

1978<br />

1979<br />

1980<br />

1981<br />

1982<br />

1983<br />

1984<br />

1985<br />

1986<br />

1987<br />

Noord Amerika Europa Zuid Amerika FSU <strong>en</strong> Oost Europa Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong> Azië <strong>en</strong> Pacific Afrika EU 25<br />

Bron: Berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong> BP Statistical Review of World Energy 2005 (Web version).<br />

De problem<strong>en</strong> in de langere termijn voorzi<strong>en</strong>ing op de Amerikaanse markt lijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

uitvloeisel te zijn <strong>van</strong> het feit dat surplus-capaciteit in de productie, transport <strong>en</strong> opslagfaciliteit<strong>en</strong><br />

‘verdampt’ is door voortgaande groei <strong>van</strong> de vraag, terwijl er (nog) niet<br />

grootschalig geïnvesteerd werd in nieuwe capaciteit, zoals ook werd geïllustreerd<br />

door e<strong>en</strong> aantal locale <strong>en</strong> regionale ‘<strong>en</strong>ergy’ crises in de VS. Marktwerking <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

scherper beursgeoriënteerde bedrijfsstrategie hebb<strong>en</strong> de industrie ertoe aangezet<br />

terughoud<strong>en</strong>d te zijn in het do<strong>en</strong> <strong>van</strong> investering<strong>en</strong>. De belangrijke vraag is of, <strong>en</strong><br />

aan de hand <strong>van</strong> welke signal<strong>en</strong>, de industrie wél tot invester<strong>en</strong> zal besliss<strong>en</strong>, of dat<br />

de marktgedrev<strong>en</strong> gassector in de VS simpelweg niet in staat is tot e<strong>en</strong> gebalanceerde<br />

langere termijn ontwikkeling.<br />

Europa<br />

In Europa is de situatie minder kritiek dan in de VS. Er zijn nog ge<strong>en</strong> tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

onmiddellijke capaciteitstekort<strong>en</strong> in de gasindustrie, met uitzondering <strong>van</strong> Groot-<br />

Brittannië. Daar, echter, lijkt e<strong>en</strong> snelle to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> de importcapaciteit de oplossing<br />

te bied<strong>en</strong>. De grootste zorg <strong>van</strong> de EU Commissie is de voortgang <strong>van</strong> het liberaliseringproject<br />

in de Europese gasindustrie, zoals ook de Groot-Brittannië wordt aangegev<strong>en</strong>.<br />

Gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> ’80 rees de gedachte dat de Europese land<strong>en</strong> veel beter<br />

af zoud<strong>en</strong> zijn als hun economieën geïntegreerd zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tot één markt voor<br />

goeder<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, kapitaal <strong>en</strong> arbeid. Europa werd geconfronteerd in de internationale<br />

markt<strong>en</strong> met concurr<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> grote sterke multinationals uit de VS <strong>en</strong> Japan,<br />

terwijl de Europese bedrijv<strong>en</strong> hun product<strong>en</strong> voornamelijk verkocht<strong>en</strong> in hun relatief<br />

kleine <strong>en</strong> vaak beschermde thuismarkt<strong>en</strong>. Dit leidde er in 1985 toe dat Jacques<br />

Delors, de voorzitter v<strong>en</strong> de Europese Commissie, gesteund door de Europese industrie<br />

leiders, het Single European Market initiatief kon lancer<strong>en</strong>. De bedoeling was tot<br />

1988<br />

1989<br />

1990<br />

1991<br />

1992<br />

1993<br />

1994<br />

1995<br />

1996<br />

1997<br />

1998<br />

1999<br />

2000<br />

2001<br />

2002<br />

2003<br />

2004<br />

2005<br />

87


e<strong>en</strong> Europese vrijmarkt te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle bestaande belemmering<strong>en</strong> in het vrije handelsverkeer<br />

te slecht<strong>en</strong>. In eerste instantie bleef de <strong>en</strong>ergie- <strong>en</strong> vooral de gassector -<br />

<strong>en</strong>igszins buit<strong>en</strong> deze ontwikkeling, als e<strong>en</strong> sterk door overhed<strong>en</strong> gedomineerde industrie<br />

<strong>van</strong> strategisch belang. Na verloop <strong>van</strong> tijd, echter werd<strong>en</strong> toch, weliswaar<br />

schoorvoet<strong>en</strong>d, de elektriciteit- <strong>en</strong> de gassector betrokk<strong>en</strong> in het herstructureringsproces.<br />

Om dit mogelijk te mak<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er twee belangrijke stapp<strong>en</strong> nodig. T<strong>en</strong> eerste,<br />

moest<strong>en</strong> de Lidstat<strong>en</strong> hun productiewetgeving zodanig aanpass<strong>en</strong> dat de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

niet langer verplicht war<strong>en</strong> hun gas te verkop<strong>en</strong> aan de nationale groothandelsmonopolies.<br />

Het EU Hydro-carbons Directive, in 1994, bepaalde dat produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> het<br />

recht verkreg<strong>en</strong> hun gas te verkop<strong>en</strong> aan ieder die daartoe interesse had, inclusief<br />

grootverbruikers, tuss<strong>en</strong>handelar<strong>en</strong> <strong>en</strong> kleinverbruikers. Overhed<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong><br />

depletiebeleid voer<strong>en</strong>, maar dit moest non-discriminatoir zijn t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

De tweede stap was gericht op de down-stream activiteit<strong>en</strong> in de waardeket<strong>en</strong>. De<br />

verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> toegang krijg<strong>en</strong> tot de transport- <strong>en</strong> distributi<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong><br />

door middel <strong>van</strong> het contracter<strong>en</strong> <strong>van</strong> capaciteit in deze system<strong>en</strong>, om hun gas<br />

naar de afnemers te voer<strong>en</strong>. Het eerste EU Gas Directief (98/30/EC) beval dat de<br />

lidstat<strong>en</strong> de organisatie <strong>en</strong> regulering <strong>van</strong> de nationale gasindustrie zodanig di<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

aan te pass<strong>en</strong> dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> het recht kreg<strong>en</strong> zelf te kiez<strong>en</strong> <strong>van</strong> wie ze hun gas<br />

zoud<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>. Dit had fundam<strong>en</strong>tele consequ<strong>en</strong>ties voor de structuur <strong>en</strong> de<br />

operaties <strong>van</strong> de bestaande gasindustrie. Om te beginn<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> de lidstat<strong>en</strong> de<br />

mogelijkheid verschaff<strong>en</strong> tot gereguleerde of onderhandelde toegang (TPA) tot de<br />

nationale transmissie <strong>en</strong> lokale distributie netwerk<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede moest<strong>en</strong>, stapsgewijs,<br />

groep<strong>en</strong> afnemers de vrij keuze krijg<strong>en</strong> om hun leverancier te kiez<strong>en</strong>; te beginn<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> eerste tranche <strong>van</strong> 20% <strong>van</strong> de nationale markt<strong>en</strong> die veelal de<br />

grootverbruikers omvatte. In navolg<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> de middelgrote afnemers,<br />

zo’n 35% <strong>van</strong> de markt <strong>en</strong> de rester<strong>en</strong>de kleinverbruikers toegang moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>.<br />

Het derde belangrijke elem<strong>en</strong>t was de scheiding in de bedrijfsvoering <strong>van</strong> de productie,<br />

transmissie, distributie <strong>en</strong> handels activiteit<strong>en</strong>.<br />

Voortgang in de implem<strong>en</strong>tatie in de Lidstat<strong>en</strong> varieerde sterk <strong>en</strong> daarom werd op<br />

26 juni 2003 door het Europese Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de Raad e<strong>en</strong> nieuwe Richtlijn aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

De nieuwe Richtlijn (2003/55/EC) was explicieter <strong>en</strong> string<strong>en</strong>ter <strong>en</strong> beperkte<br />

de vrijheid <strong>van</strong> de Lidstat<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste vereiste het TPA voor transmissie <strong>en</strong> distributie<br />

netwerk<strong>en</strong> op basis gepubliceerde of gereguleerde tariev<strong>en</strong>, in plaats <strong>van</strong><br />

onderhandelde tariev<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede voorzag het in het recht voor alle afnemers om<br />

hun leveranciers te kiez<strong>en</strong> <strong>van</strong>af 1 juli 2007. T<strong>en</strong> derde vereiste het, in plaats <strong>van</strong><br />

slechts het bijhoud<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> boekhouding, e<strong>en</strong> wettelijke splitsing <strong>van</strong><br />

de bedrijfsvoering <strong>van</strong> de transmissie <strong>en</strong> grotere distributie onderneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun<br />

handelsactiviteit<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> vierde, nieuwe, elem<strong>en</strong>t was dat Lidstat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> toezichthouder<br />

- of regulator - moest<strong>en</strong> instell<strong>en</strong> met omschrev<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> vijfde<br />

werd bepaald dat toegang tot opslag <strong>en</strong> LNG faciliteit<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

op onderhandelde of gereguleerde basis. Vervolg<strong>en</strong>s publiceerde de Commissie<br />

e<strong>en</strong> serie <strong>van</strong> verklar<strong>en</strong>de notities hoe deze voorzi<strong>en</strong>ing geïmplem<strong>en</strong>teerd di<strong>en</strong>de te<br />

word<strong>en</strong> (DG TREN, 2004).<br />

DG TREN volgde de nationale implem<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> de Richtlijn <strong>en</strong>, in maart 2004,<br />

werd geconcludeerd dat: ‘For gas, it would seem that further progress is dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t<br />

on improved conditions for cross border exchanges and the developm<strong>en</strong>t of a<br />

coher<strong>en</strong>t tarification and capacity allocation regime at EU level. The implem<strong>en</strong>tation<br />

88<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


of the Madrid Guidelines and their developm<strong>en</strong>t through the process set out in the<br />

Commission’s proposal for a Regulation will allow such improvem<strong>en</strong>ts to be made’<br />

(CEC, 2004). De docum<strong>en</strong>tatie rond de consultatie rond<strong>en</strong> in het European Gas Regulatory<br />

Forum in Madrid geeft e<strong>en</strong> duidelijk beeld <strong>van</strong> de manier waarop regulering<br />

<strong>en</strong> guidelines (CEC, 2003) ontwikkeld word<strong>en</strong>.<br />

Deze documnetatie geeft <strong>en</strong>ig inzicht in hoe verschill<strong>en</strong>de belanggroep<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong><br />

aan dit proces <strong>en</strong> hoe zijn hun belang<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong>. De variatie in de implem<strong>en</strong>tatie<br />

door de verschill<strong>en</strong>de lidstat<strong>en</strong> kwam vooral voort uit hun vrijheid om de eerste Richtlijn<br />

te implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> dit kader war<strong>en</strong> de Lidstat<strong>en</strong> vrij om de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de vorm <strong>van</strong> toezicht zelf te kiez<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal Lidstat<strong>en</strong>, zoals Groot-Brittannie,<br />

Nederland, Spanje, Oost<strong>en</strong>rijk <strong>en</strong> D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong> liep<strong>en</strong> hiermee vooruit. In latere instantie<br />

werd<strong>en</strong> er ook handelsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ontwikkeld door de industrie (Ar<strong>en</strong>ts<strong>en</strong>,<br />

Künneke, 2003).<br />

Andere land<strong>en</strong>, zoals Duitsland, Frankrijk, België <strong>en</strong> Italië lop<strong>en</strong> echter achter in de<br />

implem<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> de Richtlijn. Dit geeft aanleiding tot e<strong>en</strong> sterke variatie in de verschill<strong>en</strong>de<br />

vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> toegangsregulering <strong>en</strong> netwerk-unbundling. Ook zijn er grote<br />

verschill<strong>en</strong> in de posities <strong>van</strong> de voormalige inkoop <strong>en</strong> verkoopmonopolies <strong>en</strong> de<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> voor nieuwe toetreders in de sector<strong>en</strong>. Sommige land<strong>en</strong> handhav<strong>en</strong>,<br />

of versterk<strong>en</strong>, de posities <strong>van</strong> deze bedrijv<strong>en</strong>, terwijl andere nadrukkelijk strev<strong>en</strong> naar<br />

concurr<strong>en</strong>tie in de sector. E<strong>en</strong> belangrijke factor, in dit verband, zijn de verschill<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de perspectiev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Lidstat<strong>en</strong> met betrekking tot hun security of supply<br />

(European Commission, 2000) De afhankelijkheid <strong>van</strong> externe leveranciers, in Europa<br />

of daarbuit<strong>en</strong>, de toegang tot alternatieve <strong>en</strong>ergiedragers, <strong>en</strong> hun relaties met die<br />

leveranciers zijn belangrijke factor<strong>en</strong> die bepal<strong>en</strong> wat voor positie land<strong>en</strong> in kunn<strong>en</strong><br />

nem<strong>en</strong>. Daarnaast zijn er de belang<strong>en</strong> <strong>van</strong> gasproducer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> Europa,<br />

zoals Nederland, Noorweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> het VK vis a vis de consumer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

89


Tabel 10 De Europese gasmarkt<br />

Pre-1959:<br />

1959-1975:<br />

Stadsgas<br />

Groning<strong>en</strong><br />

Structuur Markt/ Lokale geme<strong>en</strong>telijke gasbe- Private produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, Gas-<br />

eig<strong>en</strong>dom<br />

drijv<strong>en</strong>unie<br />

(50/50 staat-<br />

Shell/Exxon), publike/private<br />

transmissie, publieke<br />

distributie bedrijv<strong>en</strong><br />

Pricing / Contracts Cost plus Langetermijncontract<strong>en</strong>,<br />

oliepariteit, bestemmingsclausule<br />

Instituties Geme<strong>en</strong>telijke di<strong>en</strong>st Olie pariteit, bestemmingsclausules,<br />

staats controleerde<br />

depletie<br />

Politieke issues Discussie over prijsaanpassing<strong>en</strong><br />

in Nederlandse<br />

exportcontract<strong>en</strong><br />

Productie- locatie Lokaal, Geimporteerde kol<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> LPG<br />

<strong>Rol</strong> <strong>van</strong> gas in<br />

<strong>en</strong>ergie markt<br />

Vraag Aanbod<br />

Capaciteit<br />

90<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Warmwatervoorzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong><br />

fornuiz<strong>en</strong> in huishoud<strong>en</strong>s<br />

Beperkte capaciteit <strong>van</strong><br />

stadsgas system<strong>en</strong>, t.o.v.<br />

pot<strong>en</strong>tiele vraag<br />

Nederland on-shore <strong>en</strong><br />

kleinschalige lokale productie<br />

Warmwatervoorzi<strong>en</strong>ing,<br />

fornuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwarming in<br />

huishoud<strong>en</strong>s. Hoogwaardige<br />

industriële toepassing<br />

Sterke groei reserves,<br />

vraag <strong>en</strong> aanbod coördinatie<br />

1975-1998:<br />

De EU gasmarkt<br />

Private produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

Staatsmonopolies, publieke/private<br />

transmissie, publieke<br />

distributie bedrijv<strong>en</strong><br />

Langetermijncontract<strong>en</strong>,<br />

oliepariteit, bestemmingsclausule<br />

Olie pariteit, bestemmingsclausules,<br />

staats controleerde<br />

depletie<br />

Discussie over Russische<br />

gaslevering<strong>en</strong>, prijsaanpassing<strong>en</strong><br />

Nederland on shore,<br />

Noordzee, Noorweg<strong>en</strong>,<br />

USSR, Algerije<br />

Warmwatervoorzi<strong>en</strong>ing,<br />

fornuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwarming in<br />

huishoud<strong>en</strong>s. Algem<strong>en</strong>e<br />

industriële toepassing <strong>en</strong><br />

elektriciteits opwekking<br />

Sterke groei reserves,<br />

vraag <strong>en</strong> aanbod coördinatie<br />

1998-2005:<br />

Liberalisering<br />

Private produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, unbundling<br />

handel, transmissie<br />

<strong>en</strong> distributie<br />

Flexibele Langetermijncontract<strong>en</strong>,<br />

kleine spotmarkt<br />

EU Commissie, nationale<br />

regulators, hubs, Gaspec<br />

Strijd tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> EU over deregulering,<br />

Strijd tuss<strong>en</strong> export <strong>en</strong><br />

transit land<strong>en</strong>, implem<strong>en</strong>tatie<br />

Gas directiev<strong>en</strong><br />

Nederland on shore,<br />

Noordzee, Noorweg<strong>en</strong>,<br />

USSR, Algerije, LNGimport<br />

Warmwatervoorzi<strong>en</strong>ing,<br />

fornuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwarming in<br />

huishoud<strong>en</strong>s. Algem<strong>en</strong>e<br />

industriële toepassing <strong>en</strong><br />

elektriciteits opwekking<br />

Sterke groei reserves<br />

Sterke groei vraag<br />

2005><br />

Internationaliseri<strong>en</strong>g<br />

Private produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, unbundling<br />

handel, transmissie<br />

<strong>en</strong> distributie, verticale<br />

<strong>en</strong> horizontale integratie<br />

Afname lange termijn contract<strong>en</strong>,<br />

grotere spotmarkt<br />

Internationale Markt via<br />

LNG, EU Commissie,<br />

nationale regulators, hubs,<br />

Gaspec<br />

Strijd tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> afnemers over r<strong>en</strong>ts,<br />

strijd tuss<strong>en</strong> export <strong>en</strong><br />

transit land<strong>en</strong><br />

Nederland on shore,<br />

Noordzee, Noorweg<strong>en</strong>,<br />

USSR, Algerije, to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

LNG-import<br />

Warmwatervoorzi<strong>en</strong>ing,<br />

fornuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwarming in<br />

huishoud<strong>en</strong>s. Algem<strong>en</strong>e<br />

industriële toepassing <strong>en</strong><br />

elektriciteits opwekking,<br />

transport?<br />

Tragere groei reserves,<br />

Sterke groei vraag, Problem<strong>en</strong><br />

met aanbod coördinatie


De toekomst <strong>van</strong> aardgas in Europa na 2005: Nieuwe vraag- <strong>en</strong> aanbodpatron<strong>en</strong><br />

T<strong>en</strong>zij er in Europa e<strong>en</strong> aantal radicale verandering<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> in de positie<br />

voor wat betreft kern<strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergieefficiëntie, lijkt e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de afhankelijkheid<br />

<strong>van</strong> aardgas voor de hand ligg<strong>en</strong>d in de nabije toekomst. Hierbij kan het<br />

aandeel <strong>van</strong> gas tot ongeveer 30% <strong>van</strong> de primaire <strong>en</strong>ergiebehoefte to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

In principe, is er g<strong>en</strong>oeg gas in de nabijheid <strong>van</strong> Europa om aan deze additionele<br />

vraag te voldo<strong>en</strong>. Er kunn<strong>en</strong> echter vrag<strong>en</strong> gesteld word<strong>en</strong> bij de vraag in hoeverre<br />

het <strong>en</strong>ergiebeleid in de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>land<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houdt met de voorwaard<strong>en</strong><br />

waaronder dit gas geproduceerd kan word<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar Europa verscheept<br />

zal word<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> cruciaal elem<strong>en</strong>t in de beantwoording <strong>van</strong> deze vraag heeft te mak<strong>en</strong> met de<br />

om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de b<strong>en</strong>odigde investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> de timing er<strong>van</strong>. De hoeveelhed<strong>en</strong><br />

gas die geproduceerd <strong>en</strong> getransporteerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zijn zo groot dat het de<br />

vraag is of de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> Europa zich aan deze investering<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

committer<strong>en</strong> zonder dat daarvoor de geschikte randvoorwaard<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> Europa<br />

geschap<strong>en</strong> zijn.<br />

E<strong>en</strong> belangrijk aspect hierbij is de zekerheid dat dit gas afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt, als het<br />

geproduceerd is. Hiertoe is het noodzakelijk dat er e<strong>en</strong> zekere coördinatie plaatsvindt<br />

<strong>van</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod <strong>en</strong> de constructie <strong>van</strong> infrastructuur.<br />

Daarnaast moet de winst die de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> op de verkoop<br />

<strong>van</strong> dat gas, gegev<strong>en</strong> de investering<strong>en</strong>, aantrekkelijk g<strong>en</strong>oeg zijn.<br />

Zoals hierbov<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> is, heeft de gasindustrie sinds de jar<strong>en</strong> ’60 aan de<br />

aanbodkant zekerhed<strong>en</strong> gecreëerd door middel <strong>van</strong> langetermijnleveringscontract<strong>en</strong><br />

met take-or-pay <strong>en</strong> bestemmingsclausules <strong>en</strong> olieprijsindexatie voor<br />

specifieke markt<strong>en</strong>. Zoals ook is aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> deze institutionele randvoorwaard<strong>en</strong><br />

ontmanteld, terwijl e<strong>en</strong> nieuw systeem wordt opgebouwd dat is<br />

gebaseerd op marktwerking <strong>en</strong> gereguleerd infrastructuurbeheer. De nadruk<br />

binn<strong>en</strong> dit systeem ligt op de korte termijn efficiëntie; noch de markt, noch de reguleringskaders<br />

grijp<strong>en</strong> aan op de langere termijn dynamiek in de <strong>en</strong>ergie- <strong>en</strong><br />

gasmarkt.<br />

Dit leidt tot e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke onzekerheid met betrekking tot de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

zowel de markt als het investeringsklimaat. Gas producer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>, zoals<br />

Rusland, Algerije <strong>en</strong> Noorweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de grotere oliemaatschappij<strong>en</strong> <strong>en</strong> financiers<br />

lat<strong>en</strong> hun zorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontevred<strong>en</strong>heid over deze ontwikkeling<strong>en</strong> - niet altijd<br />

ev<strong>en</strong> duidelijk - blijk<strong>en</strong>, zoals op de Confer<strong>en</strong>ties <strong>van</strong> Algiers, in mei <strong>en</strong> september<br />

2002, waar duidelijk stelling werd g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de consequ<strong>en</strong>ties <strong>van</strong> liberalisering<br />

<strong>en</strong> poging<strong>en</strong> marktwerking ‘te exporter<strong>en</strong>’ naar de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

91


Figuur 38 Verhouding tuss<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong> in productie 1965-2005<br />

92<br />

Mtoe<br />

12000,0<br />

10000,0<br />

8000,0<br />

6000,0<br />

4000,0<br />

2000,0<br />

0,0<br />

1965<br />

1966<br />

1967<br />

1968<br />

1969<br />

1970<br />

1971<br />

1972<br />

1973<br />

1974<br />

1975<br />

1976<br />

1977<br />

1978<br />

1979<br />

1980<br />

1981<br />

Oil Natural Gas Coal Hydro Nuclear<br />

1982<br />

1983<br />

1984<br />

1985<br />

1986<br />

1987<br />

1988<br />

1989<br />

1990<br />

1991<br />

1992<br />

1993<br />

1994<br />

1995<br />

1996<br />

1997<br />

1998<br />

1999<br />

2000<br />

2001<br />

2002<br />

2003<br />

2004<br />

2005<br />

Bron: Berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong> BP Statistical Review of World Energy 2005 (Web version).<br />

In de huidige gasmarkt kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal belangrijke ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraagstukk<strong>en</strong><br />

aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:<br />

De consumptie <strong>van</strong> gas is sterk gesteg<strong>en</strong> de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> <strong>en</strong> het valt te<br />

verwacht<strong>en</strong> dat gas de fuel of choice zal blijv<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege technische, milieu<br />

<strong>en</strong> - in mindere mate - economische red<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Over middellange tot lange termijn uitzicht<strong>en</strong> voor gas bestaat verschil <strong>van</strong><br />

m<strong>en</strong>ing. Fundam<strong>en</strong>tele onzekerhed<strong>en</strong> met betrekking tot de vraag <strong>en</strong> het<br />

aanbod <strong>van</strong> gas vertal<strong>en</strong> zich in onzekere relatieve prijsverhouding<strong>en</strong> voor<br />

gas, in relatie met andere brandstoff<strong>en</strong>. Deze onzekerhed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de<br />

korte termijn het effect dat beslissing<strong>en</strong> over de inzet <strong>van</strong> gas in de elektriciteitsproductie<br />

niet g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of uitgesteld word<strong>en</strong>. Hierdoor wordt ook<br />

de korte termijn vraag voor gas beïnvloed, terwijl projecties <strong>van</strong> de productie<br />

<strong>van</strong> gas in de toekomst uiterst onzeker word<strong>en</strong>. Deze vraag- <strong>en</strong> aanbod patron<strong>en</strong><br />

zijn opgebouwd uit seizo<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> dagelijkse patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> prijs-, kruis <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>selasticiteit, waardoor de uiteindelijke<br />

gasvraag slecht te voorspell<strong>en</strong> valt (IEA, 2003, 2004).<br />

Het groei<strong>en</strong>de aandeel <strong>van</strong> gas in de elektriciteitsopwekking heeft onbek<strong>en</strong>de<br />

consequ<strong>en</strong>ties voor de balans tuss<strong>en</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod in de EU<strong>en</strong>ergiemarkt<br />

waar<strong>van</strong> nog niet zeker is hoe vraag <strong>en</strong> aanbod zull<strong>en</strong><br />

match<strong>en</strong>. De huidige beweging suggereert nog e<strong>en</strong> voortgang <strong>van</strong> het herstructureringsproces,<br />

waarbij de prijsvorming in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate door korte<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


termijn vraag <strong>en</strong> aanbodpatron<strong>en</strong> bepaald zal word<strong>en</strong>. Tegelijkertijd kan, met<br />

de huidige druk op de <strong>en</strong>ergiemarkt<strong>en</strong>, niet word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong> dat andere<br />

vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> marktord<strong>en</strong>ing gekoz<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, die tot andere prijsstrategieën<br />

aanleiding zull<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />

Figuur 39 Ratio <strong>van</strong> reserves <strong>en</strong> productie 1980-2005<br />

ratio reserves/productie (jaar)<br />

700<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

1980<br />

1981<br />

1982<br />

1983<br />

1984<br />

1985<br />

1986<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

1987<br />

1988<br />

1989<br />

1990<br />

1991<br />

1992<br />

1993<br />

Noord Amerika Zuid Amerika FSU <strong>en</strong> Oost Europa Midd<strong>en</strong> Oost<strong>en</strong> Azië <strong>en</strong> Pacific Afrika EU 25<br />

Bron: Berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong> BP Statistical Review of World Energy 2005 (Web version).<br />

De drie grote consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>markt<strong>en</strong>, in de VS, Europa <strong>en</strong> Azië, word<strong>en</strong><br />

geconfronteerd met de noodzaak steeds grotere hoeveel hed<strong>en</strong> gas te importer<strong>en</strong><br />

uit het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong>, Rusland <strong>en</strong> Afrika. De daaruit voortvloei<strong>en</strong>de<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> afhankelijkheid tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in combinatie<br />

met principiële belang<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> kan leid<strong>en</strong> tot conflict<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

politisering <strong>van</strong> de gasmarkt. Dit heeft consequ<strong>en</strong>ties voor de mate <strong>van</strong> coördinatie<br />

tuss<strong>en</strong> vraag- <strong>en</strong> aanbodontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aanleg <strong>en</strong> het beheer<br />

<strong>van</strong> infrastructur<strong>en</strong> (Correljé, Van der Linde, 2006).<br />

Opgemerkt is dat voor wat betreft olie de internationale oliemaatschappij<strong>en</strong><br />

toegang hebb<strong>en</strong> tot ongeveer e<strong>en</strong> derde <strong>van</strong> de bek<strong>en</strong>de olievoorkom<strong>en</strong>s. In<br />

het geval <strong>van</strong> gas is deze verhouding ongeveer gelijk. Het grootste deel <strong>van</strong><br />

de gasreserves wordt beheerd door overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> publieke gas- <strong>en</strong> oliemaatschappij<strong>en</strong>.<br />

1994<br />

1995<br />

1996<br />

1997<br />

1998<br />

1999<br />

2000<br />

2001<br />

2002<br />

2003<br />

2004<br />

2005<br />

93


Figuur 40 Bewez<strong>en</strong> reserves in 2005<br />

Bron: BP Statistical Review of World Energy 2005 (Web version).<br />

94<br />

Gegev<strong>en</strong> de zich ontwikkel<strong>en</strong>de vraag- <strong>en</strong> aanbodverhouding<strong>en</strong> zal het<br />

(weer) mogelijk zijn dat geopolitieke overweging<strong>en</strong> weer e<strong>en</strong> rol <strong>van</strong> belang<br />

gaan spel<strong>en</strong>. Dit kan de vorm krijg<strong>en</strong> <strong>van</strong> geopolitieke acties gericht op de<br />

controle over <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> transportsystem<strong>en</strong>. Daarnaast kan de controle<br />

over <strong>en</strong>ergie als ‘instrum<strong>en</strong>t’ gebruikt word<strong>en</strong> in internationale conflict<strong>en</strong>.<br />

Eén <strong>van</strong> de gevolg<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> is dat overhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>land<strong>en</strong> opnieuw<br />

de veiligheid <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie expliciet als doel hanter<strong>en</strong>, <strong>en</strong> op zoek gaan<br />

garanties voor de toegang tot gas. Dit geeft aanleiding tot e<strong>en</strong> situatie waarin<br />

afnemers in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate met elkaar concurrer<strong>en</strong> rond dezelfde gasvoorkom<strong>en</strong>s<br />

(Perner, Seeliger 2004).<br />

De vraag rijst in hoeverre deze (geo)politieke ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>van</strong> invloed zull<strong>en</strong><br />

zijn op de exploratie- <strong>en</strong> productieregimes <strong>en</strong> wat de consequ<strong>en</strong>tie daar<strong>van</strong><br />

zal zijn voor investering<strong>en</strong> in nieuwe productiefaciliteit<strong>en</strong>. De verdeling<br />

<strong>van</strong> investering<strong>en</strong>, winst<strong>en</strong>, <strong>en</strong> risico over de hele waardeket<strong>en</strong> is <strong>van</strong> fundam<strong>en</strong>teel<br />

belang voor het tot stand kom<strong>en</strong> <strong>van</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod, waarbij geopolitieke<br />

<strong>en</strong> lokale sociaal-economische verhouding<strong>en</strong> cruciaal zijn (CIEP,<br />

2006; Stern, 1999, 2001; Van der Linde, Stern, 2005).<br />

Naast exploratie <strong>en</strong> productie <strong>van</strong> gas is het lange-afstandstransport <strong>van</strong> gas<br />

in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> complexe aangeleg<strong>en</strong>heid. Zowel in het geval <strong>van</strong> de VS<br />

als in Europa is groei<strong>en</strong>d aantal land<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> bij het transport <strong>van</strong> gas<br />

<strong>van</strong> de productiegebied<strong>en</strong> naar de afnemers, via pijpleiding<strong>en</strong> of LNG (Opitz,<br />

Von Hirschhaus<strong>en</strong>, 2001).<br />

Kom<strong>en</strong>de <strong>van</strong>uit e<strong>en</strong> situatie <strong>van</strong> regionale markt<strong>en</strong>, zoals hierbov<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>,<br />

transformer<strong>en</strong> de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de LNG-strom<strong>en</strong> de regionale markt<strong>en</strong> in<br />

de VS, Europa <strong>en</strong> Azië geleidelijk in e<strong>en</strong> wereld gasmarkt, waarin arbitrage<br />

de regionale vraag <strong>en</strong> aanbodbalans<strong>en</strong> zal gaan beïnvloed<strong>en</strong>.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Tot slot moet dit effect financieel gewaardeerd word<strong>en</strong>. Bij schade aan bouwmaterial<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> landbouwgewass<strong>en</strong> gaat het om directe economische schades.<br />

In deze studie word<strong>en</strong> emissies <strong>van</strong> zware metal<strong>en</strong> <strong>en</strong> kankerverwekk<strong>en</strong>de koolwaterstoff<strong>en</strong><br />

niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> omdat voor deze stoff<strong>en</strong> de inv<strong>en</strong>tarisatie <strong>van</strong><br />

emissies per kWh lastig is. De specifieke emissies zijn namelijk zeer afhankelijk<br />

<strong>van</strong> precieze geïnstalleerde technologie <strong>en</strong> brandstofsam<strong>en</strong>stelling.<br />

Schade aan ecosystem<strong>en</strong><br />

Bij verzuring <strong>en</strong> vermesting (als gevolg <strong>van</strong> emissie <strong>van</strong> SO2, NOx, NH3) wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

ExternE (2005) de schade aan ecosystem<strong>en</strong> gewaardeerd via prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong>. Deze zijn afgeleid<br />

uit Europese doelstelling<strong>en</strong>, met name de NEC-richtlijn. Op dit mom<strong>en</strong>t zijn hieruit echter<br />

nog ge<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong> per e<strong>en</strong>heid emissie afgeleid; de aanbevol<strong>en</strong> monetarisering is € 100<br />

per hectare waar de ‘critical load’ wordt overschred<strong>en</strong>. Voor deze studie is dit niet hanteerbaar.<br />

In principe zoud<strong>en</strong> we hiervoor de voor Nederland bepaalde prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong> voor verzuring <strong>en</strong><br />

vermesting kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> (CE, 2002). De vraag is echter ook in hoeverre er bij gebruik <strong>van</strong><br />

prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong> sprake zou zijn <strong>van</strong> dubbeltelling, omdat bij het stell<strong>en</strong> <strong>van</strong> de beleiddoel<strong>en</strong> zeer<br />

waarschijnlijk ook rek<strong>en</strong>ing is gehoud<strong>en</strong> met gezondheid- <strong>en</strong> gewasschade.<br />

Tabel 23 Aanpak voor bepaling externe kost<strong>en</strong> luchtvervuiling<br />

Inv<strong>en</strong>tarisatie NOx, SO2, PM10, VOS<br />

CO, NH3, HCl, HF (ge<strong>en</strong> schadekost<strong>en</strong> voorhand<strong>en</strong>)<br />

Effectbepaling Gemiddeld (EU) voor rest <strong>van</strong> de ket<strong>en</strong> ExternE implem<strong>en</strong>taties<br />

Schaduwprijs € 50.000 / € 75.000 per verlor<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sjaar<br />

Diverse kost<strong>en</strong> voor morbiditeit<br />

Economische schade voor landbouwgewas <strong>en</strong> bouwmateraal<br />

Gevoeligheid? € 18.000/€ 27.000 (onder) <strong>en</strong> € 150.000/€ 225.000 (bov<strong>en</strong>) Niet<br />

toegepast<br />

De schoorste<strong>en</strong>hoogte is <strong>van</strong> invloed op de verspreiding <strong>van</strong> emissies <strong>en</strong> daardoor<br />

op de schades. Omdat de effectbepaling in deze studie niet lokaal, maar<br />

regionaal is, blijkt dit in praktijk hooguit 1% verschil te mak<strong>en</strong> in de resultat<strong>en</strong>.<br />

Voor effect<strong>en</strong> op zeer lokale schaal is er waarschijnlijk e<strong>en</strong> groter effect<br />

C.4 Radioactieve straling<br />

Radioactieve straling (radiologische emissies) treedt behalve in de nucleaire<br />

ket<strong>en</strong> ook in alle fossiele brandstofket<strong>en</strong>s op, maar in de fossiele ket<strong>en</strong>s zijn de<br />

effect<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> verwaarloosbaar. In de nucleaire ket<strong>en</strong> is het de belangrijkste<br />

bron <strong>van</strong> externe kost<strong>en</strong>. De emissie-naar-schade berek<strong>en</strong>ing is voor<br />

radioactieve stoff<strong>en</strong> anders dan voor de andere stoff<strong>en</strong>.<br />

De schade wordt uitgedrukt in dodelijke <strong>en</strong> niet-dodelijke kankergevall<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

erfelijke afwijking<strong>en</strong>. Deze word<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s aan de hand <strong>van</strong> de VPF (zie<br />

paragraaf 2.2.1) in geld uitgedrukt. In NewExt is ge<strong>en</strong> update gemaakt <strong>van</strong> de<br />

methodiek die in ExternE (1995) is vastgelegd. Wel is e<strong>en</strong> nieuwe bepaling <strong>van</strong><br />

de VPF gemaakt.<br />

160<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Figuur 41 Import <strong>van</strong> gas via pijpleiding <strong>en</strong> LNG in EU 2005<br />

Australia<br />

Malaysia<br />

UAE<br />

Trinidad & Tobago<br />

Libya<br />

Turkm<strong>en</strong>istan<br />

Oman<br />

Ukraine<br />

other Europe & Eurasia<br />

Iran<br />

Belgium<br />

Libya<br />

Qatar<br />

Egypt<br />

D<strong>en</strong>mark<br />

UK<br />

Nigeria<br />

Germany<br />

Netherlands<br />

Algeria<br />

Norway<br />

Russian Fed.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

0 20 40 60 80 100 120 140 160<br />

Pipeline gas LNG<br />

Bron: Berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op basis <strong>van</strong> BP Statistical Review of World Energy 2005 (Web versie).<br />

Daarnaast is e<strong>en</strong> belangrijke vraag hoe de transitland<strong>en</strong> land<strong>en</strong> beloond word<strong>en</strong><br />

voor het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> toestemming tot het aanlegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de pijpleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel LNG-installaties. In dit verband is zowel het<br />

aantal betrokk<strong>en</strong> transitland<strong>en</strong> <strong>van</strong> belang, als het bestaan <strong>van</strong> alternatieve<br />

routes <strong>en</strong> leveranciers. Deze factor<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> in sterke mate de strategische<br />

positie <strong>van</strong> transitland<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mate waarin deze in staat zijn hoge beloning<strong>en</strong><br />

te beding<strong>en</strong> voor het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> transitrecht<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> ander aspect <strong>van</strong> belang is de coher<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de transitregimes<br />

in e<strong>en</strong> waardeket<strong>en</strong>. Hierbij speelt het korte-termijn coördinatievraagstuk<br />

e<strong>en</strong> rol, waarbij het contracter<strong>en</strong> <strong>van</strong> transportfaciliteit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ongestoord<br />

transito door verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> mogelijk moet mak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> twee<br />

punt <strong>van</strong> aandacht is de vraag in hoeverre de regulering <strong>en</strong> organisatie <strong>van</strong><br />

internationale transitbeweging<strong>en</strong> op dezelfde voet kan geschied<strong>en</strong> als de regimes<br />

voor lokaal gastransport.<br />

De aanvoer <strong>van</strong> gas over lange afstand<strong>en</strong>, via pijpleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> LNG, betek<strong>en</strong>t<br />

over het algeme<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> hoge b<strong>en</strong>uttingsgraad wordt nagestreefd voor<br />

de infrastructuur. Gegev<strong>en</strong> de grote impact <strong>van</strong> dagelijkse, wekelijkse <strong>en</strong><br />

seizo<strong>en</strong>spatron<strong>en</strong> in de vraag naar gas, betek<strong>en</strong>d dit dat het aanbod gemoduleerd<br />

moet word<strong>en</strong> door middel <strong>van</strong> locale opslag <strong>en</strong> ander vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

flexibiliteit.<br />

95


Figuur 42 Netto ontrekking <strong>van</strong> gas aan opslag in EU<br />

96<br />

Storage Withdrawals (BCM)<br />

Bron: CIEP, 2006.<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

1984/1985<br />

1987/1988<br />

1990/1991<br />

1993/1994<br />

E<strong>en</strong> punt <strong>van</strong> aandacht is de aanleg <strong>van</strong> nieuwe voorzi<strong>en</strong>ingsystem<strong>en</strong> in de<br />

VS <strong>en</strong> Europa. Dit betreft LNG terminals, ondergrondse gasopslag <strong>en</strong> conversieinstallaties.<br />

De ‘vrije’ gasmarkt ontbeert mechanism<strong>en</strong> om de timing <strong>en</strong><br />

de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> investering<strong>en</strong> in infrastructuur te coördiner<strong>en</strong>, anders dan<br />

door prijsvorming. Gegev<strong>en</strong> het gereguleerde monopoliekarakter <strong>van</strong> deze infrastructur<strong>en</strong><br />

zal de systematiek <strong>van</strong> de regulering e<strong>en</strong> belangrijke rol te spel<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> tijdige efficiënte ontwikkeling er<strong>van</strong>.<br />

De vraag is hier welke partij<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> invester<strong>en</strong> in deze system<strong>en</strong> <strong>en</strong> wie ze<br />

zull<strong>en</strong> beher<strong>en</strong>. De voornaamste discussie betreft hier de vraag hoe <strong>en</strong> of deze<br />

(del<strong>en</strong> <strong>van</strong>) system<strong>en</strong> gereguleerd zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, of dat ze vrijgesteld<br />

word<strong>en</strong> <strong>van</strong> regulering. De voornaamste uitdaging bestaat hier uit het vind<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> balans tuss<strong>en</strong> de aantrekkelijkheid voor invester<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong>, het<br />

vermijd<strong>en</strong> <strong>van</strong> het misbruik <strong>van</strong> economische machtsposities <strong>en</strong> het efficiënte<br />

inzett<strong>en</strong> <strong>van</strong> de aanwezige infrastructuur.<br />

6.4 Conclusies met betrekking tot de gaswinning<br />

De hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiehuishouding stell<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong><br />

bij het huidige marktgedomineerde sturingsparadigma. Dit is ook aangegev<strong>en</strong> in<br />

Correljé (2005), Helm (2005), Van der Linde (2005), AER (2005) <strong>en</strong> bijvoorbeeld<br />

de rec<strong>en</strong>te Shell sc<strong>en</strong>ario’s (2005). Zowel met betrekking tot de zekerheid <strong>van</strong><br />

<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing, als met betrekking tot duurzaamheidaspect<strong>en</strong>, lijkt het niet<br />

voor de hand ligg<strong>en</strong>d dat via marktwerking alle<strong>en</strong> de gew<strong>en</strong>ste situatie bereikt<br />

gaat word<strong>en</strong>, zonder duidelijke sturing door overhed<strong>en</strong> (zie ook Correljé, 2004;<br />

Van der Linde, 2006). Hoewel deze heroverweging slechts zeer aarzel<strong>en</strong>d<br />

plaatsvindt wordt langzamerhand toch duidelijk dat het noodzakelijk is om tot<br />

nieuwe b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> <strong>en</strong> modell<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> voor de interactie tuss<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> marktactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun respectievelijke roll<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> in de<br />

waardeket<strong>en</strong>.<br />

1996/1997<br />

1999/2000<br />

2002/2003<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


De rol <strong>van</strong> overhed<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> gassector <strong>en</strong> hun sam<strong>en</strong>werking<br />

met private actor<strong>en</strong> in de ket<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale kracht<strong>en</strong> rond die ket<strong>en</strong> is<br />

fundam<strong>en</strong>teel voor de toekomstige ontwikkeling <strong>van</strong> de gasmarkt <strong>en</strong> het aanbod<br />

<strong>van</strong> gas. Het aanbod <strong>van</strong> gas, in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> de beschikbare <strong>en</strong> produceerbare<br />

reserves, is e<strong>en</strong> functie <strong>van</strong> de manier waarop de industrie <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong><br />

in staat zijn e<strong>en</strong> ononderbrok<strong>en</strong> waardeket<strong>en</strong> te creër<strong>en</strong>. Naast e<strong>en</strong> fysieke<br />

compon<strong>en</strong>t, omvatt<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> adequate productie-, transport-, <strong>en</strong> opslaginfrastructuur,<br />

vereist de ket<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de institutionele compon<strong>en</strong>t, waarin financieel-economische<br />

verhouding zodanig geregeld zijn dat er minimale (geo)politieke<br />

<strong>en</strong> sociale spanning<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontstaan in de betrokk<strong>en</strong> land<strong>en</strong>, terwijl bedrijv<strong>en</strong><br />

belang blijv<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> in het do<strong>en</strong> <strong>van</strong> noodzakelijke investering<strong>en</strong>. Als die ket<strong>en</strong><br />

niet geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> in balans is zal er weliswaar gas geproduceerd <strong>en</strong> geleverd word<strong>en</strong><br />

via de bestaande infrastructuur, maar zal ge<strong>en</strong> uitbreiding of vernieuwing<br />

<strong>van</strong> het systeem plaatsvind<strong>en</strong>. Zonder zekerheid <strong>van</strong> afzet <strong>en</strong> transport <strong>en</strong> uitzicht<br />

op voldo<strong>en</strong>de inkomst<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> up-stream activiteit<strong>en</strong> stagner<strong>en</strong>, terwijl de<br />

vraagkant het gebruik <strong>van</strong> gas zal mijd<strong>en</strong> als daar e<strong>en</strong> onzekere, prijsvolatiele,<br />

afhankelijkheid uit voortvloeit.<br />

Hoewel aardgas inher<strong>en</strong>te voordel<strong>en</strong> heeft, in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> gemak, veelzijdigheid<br />

<strong>en</strong> milieuaspect<strong>en</strong>, spel<strong>en</strong> er ook e<strong>en</strong> aantal gevoelighed<strong>en</strong> met betrekking tot<br />

technische, financiële, politieke <strong>en</strong> marktrisico’s. In het verled<strong>en</strong>, zoals geïllustreerd,<br />

hebb<strong>en</strong> die in de groeimarkt<strong>en</strong> <strong>van</strong> de VS, Europa <strong>en</strong> Azië, aanleiding<br />

gegev<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> strakke coördinatie <strong>van</strong> de economische, technische <strong>en</strong> institutionele<br />

compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze system<strong>en</strong>. Gedur<strong>en</strong>de laatste twee dec<strong>en</strong>nia <strong>van</strong><br />

de vorige eeuw werd gesteld dat de wereld aan het verander<strong>en</strong> was <strong>en</strong> dat de<br />

staat ge<strong>en</strong> partij mee moest zijn. Rec<strong>en</strong>te ervaring<strong>en</strong>, echter, lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> om de dergelijke grootschalige complexe system<strong>en</strong> door de markt<br />

te lat<strong>en</strong> manag<strong>en</strong> beperkt zijn.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

97


98<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


7 Dynamische analyse <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> voor uranium<br />

De uraniummarkt is e<strong>en</strong> bijzondere markt t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de andere markt<strong>en</strong><br />

die in deze <strong>rapport</strong>age word<strong>en</strong> beschouwd. De uraniummijnbouw vertoont sterke<br />

overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met de kol<strong>en</strong>mijnbouw, maar daar houdt de vergelijking ook op.<br />

Uranium wordt vrijwel uitsluit<strong>en</strong>d toegepast als brandstof in kernc<strong>en</strong>trales voor<br />

elektriciteitopwekking. Andere toepassing<strong>en</strong> (m.n. voor kernwap<strong>en</strong>s <strong>en</strong> medische<br />

toepassing<strong>en</strong>) drag<strong>en</strong> nauwelijks bij aan de totale vraag naar uranium. De vraag<br />

naar uranium is dan ook direct gerelateerd aan de rol <strong>van</strong> kern<strong>en</strong>ergie in de elektriciteitmarkt.<br />

Vanwege de toepasbaarheid <strong>van</strong> uranium in kernwap<strong>en</strong>s is er e<strong>en</strong> strikt toezicht<br />

op de winning <strong>van</strong> <strong>en</strong> de handel in uranium, hetge<strong>en</strong> onder meer is geregeld in<br />

diverse non-proliferatieverdrag<strong>en</strong>. Er is dan ook ge<strong>en</strong> vrije handel in uranium. Er<br />

bestaan vrij directe relaties tuss<strong>en</strong> de uiteindelijke gebruikers <strong>en</strong> de bedrijv<strong>en</strong> die<br />

het uranium winn<strong>en</strong>.<br />

Bijzonder aan de uraniummarkt is verder dat de grondstof die wordt gewonn<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> groot aantal bewerking<strong>en</strong> moet ondergaan om als <strong>en</strong>ergiedrager te kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> ingezet. Hierbij wordt gemiddeld 4.500 maal zoveel grondstof verzet als<br />

uiteindelijk wordt b<strong>en</strong>ut, waar<strong>van</strong> het grootste deel als verontreinigde afvalstof<br />

achterblijft op de winninglocatie. E<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> deze bewerking<strong>en</strong> wordt op of nabij<br />

de winninglocatie uitgevoerd door, of onder auspiciën <strong>van</strong> het winningbedrijf.<br />

Andere bewerking<strong>en</strong>, zoals de verrijking <strong>van</strong> het materiaal, word<strong>en</strong> uitgevoerd in<br />

opdracht <strong>van</strong> de eindgebruiker.<br />

7.1 De uraniumwaardeket<strong>en</strong><br />

Voor de opwekking <strong>van</strong> elektriciteit door kernc<strong>en</strong>trales is e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong> <strong>van</strong> process<strong>en</strong><br />

nodig. Die begint met de winning <strong>van</strong> uranium <strong>en</strong> eindigt met de langdurige<br />

opberging of recyclage <strong>van</strong> afvalstoff<strong>en</strong>. Deze ket<strong>en</strong> wordt ook wel aangeduid als<br />

de ‘splijtstofcyclus’ (Figuur 43).<br />

Uranium wordt gewonn<strong>en</strong> als hoofdproduct <strong>van</strong> mijnbouw, maar ook als nev<strong>en</strong>product<br />

<strong>van</strong> andere metal<strong>en</strong>. Dat laatste geldt voor zo’n 10% <strong>van</strong> de wereldproductie<br />

<strong>van</strong> uranium.<br />

De winning <strong>van</strong> uranium via dagbouw of ondergrondse mijnbouw wijkt niet af <strong>van</strong><br />

andere erts<strong>en</strong> die op deze manier gewonn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In beide gevall<strong>en</strong> wordt<br />

erts dat ‘rijk’ is aan uranium afgegrav<strong>en</strong> <strong>en</strong> afgescheid<strong>en</strong> <strong>van</strong> het moedergeste<strong>en</strong>te.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

99


Na de mijnbouw wordt het uranium onttrokk<strong>en</strong> aan het erts via extractieprocess<strong>en</strong>.<br />

Daarbij ontstaat e<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>traat <strong>van</strong> uraniumoxide (U3O8) dat ook wel<br />

‘yellowcake’ wordt g<strong>en</strong>oemd. Het conc<strong>en</strong>traat wordt verder gebruikt in de ket<strong>en</strong>.<br />

Het restproduct <strong>van</strong> het verwerkte erts moet als mijnbouwafval word<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong>.<br />

Figuur 43 De kern<strong>en</strong>ergieket<strong>en</strong><br />

Om het gehalte 235 U te kunn<strong>en</strong> verhog<strong>en</strong> wordt de yellowcake verrijkt. De verrijkte<br />

fractie wordt verwerkt tot brandstofstav<strong>en</strong>. Deze word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> kernreactor<br />

gebruikt om elektriciteit op te wekk<strong>en</strong>. De verarmde fractie blijft over als afval.<br />

Figuur 44 geeft e<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> voor de uraniummarkt, <strong>van</strong> de<br />

opsporing <strong>van</strong> voorkom<strong>en</strong>s tot het eindverbruik.<br />

Figuur 44 Waardeket<strong>en</strong> uraniummarkt<br />

↓ ↓ ↓ ↓ ↓ ↓ ↓<br />

Opsporing<br />

voorkom<strong>en</strong>s<br />

Beloning<br />

uitvoerders<br />

100<br />

→ Winning<br />

uranium<br />

← Grondstof<br />

Prijs<br />

→ Conversie → Handel &<br />

transport<br />

← Product<br />

Prijs<br />

← Marktprijs ← Verrijkingskost<strong>en</strong><br />

→ Verrijking → Verbruik → Opslag<br />

afval<br />

← ‘Nut’ ← Opslag<br />

kost<strong>en</strong><br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


De geschetste waardeket<strong>en</strong> is al relatief ingewikkeld t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> die bij de<br />

andere beschouwde <strong>en</strong>ergiedragers, terwijl het feitelijk nog e<strong>en</strong> sterk vere<strong>en</strong>voudigde<br />

weergave is. In de praktijk is de marktsituatie minder complex omdat er<br />

e<strong>en</strong> strikt toezicht bestaat op de winning <strong>van</strong> <strong>en</strong> de handel in uranium <strong>en</strong> er, mede<br />

als gevolg daar<strong>van</strong>, vrij directe relaties bestaan binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte groep<br />

<strong>van</strong> actor<strong>en</strong>.<br />

De scheiding tuss<strong>en</strong> wat kan word<strong>en</strong> aangeduid als het upstream-gedeelte <strong>van</strong><br />

de waardeket<strong>en</strong> <strong>en</strong> het downstreamtraject ligt precies in het midd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de geschetste<br />

ket<strong>en</strong>, bij de handel. Daar treff<strong>en</strong> aanbieders <strong>en</strong> afnemers elkaar, waarbij<br />

op deze markt in de regel sprake is <strong>van</strong> langjarige <strong>en</strong> stabiele handelsrelaties.<br />

7.2 De organisatie <strong>van</strong> de uraniummarkt<br />

Zoals hierbov<strong>en</strong> al is aangegev<strong>en</strong> is de organisatie <strong>van</strong> de uraniummarkt relatief<br />

e<strong>en</strong>voudig, in die zin dat er e<strong>en</strong> vrij directe relatie bestaat tuss<strong>en</strong> de uiteindelijke<br />

gebruikers (m.n. exploitant<strong>en</strong> <strong>van</strong> kernc<strong>en</strong>trales) <strong>en</strong> de bedrijv<strong>en</strong> die het uranium<br />

winn<strong>en</strong>.<br />

Acht grote mijnbouwconcerns zijn verantwoordelijk voor ruim 80% <strong>van</strong> de<br />

uraniumproductie in de wereld (WNA, 2006). Dit zijn zowel overheidsbedrijv<strong>en</strong> als<br />

onafhankelijke bedrijv<strong>en</strong>, zoals blijkt uit het overzicht <strong>van</strong> de organisaties in Tabel<br />

11.<br />

Tabel 11 Organisaties met e<strong>en</strong> jaarproductie <strong>van</strong> meer dan 1.000 ton uranium<br />

Organisatie Land Onafhankelijk of overheidsbedrijf? Tonn<strong>en</strong> U<br />

(in erts)<br />

Cameco Canada Onafhankelijk 8.038<br />

Cogema(nu AREVA NC) Frankrijk Overheidsbedrijf 5.317<br />

ERA Australië Onafhankelijk (dochter <strong>van</strong> Rio Tinto) 4.356<br />

KazAtomProm Kazachstan Overheidsbedrijf 3.718<br />

BHP Billiton Groot-Brittannië Onafhankelijk 3.706<br />

Rossing Namibië Onafhankelijk (dochter <strong>van</strong> Rio Tinto) 3.038<br />

Priargunsky Rusland Overheidsbedrijf 3.000<br />

Navoi Oezbekistan Overheidsbedrijf 2.050<br />

Bron: WNA, 2006<br />

De transacties tuss<strong>en</strong> de aanbieders <strong>en</strong> vragers <strong>van</strong> uranium lop<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong><br />

(meer dan 85%) via lange-termijncontract<strong>en</strong>. Deze contract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> looptijd tot ti<strong>en</strong> jaar hebb<strong>en</strong>, maar lop<strong>en</strong> meestal <strong>van</strong> 3 tot 5 jaar. Vaak hebb<strong>en</strong><br />

deze contract<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekere mate <strong>van</strong> flexibiliteit, om aanpassing<strong>en</strong> aan de<br />

marktontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk te mak<strong>en</strong>. Ook bestaan spotmarktcontract<strong>en</strong>, die<br />

bestaan uit één levering teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> prijs rond de prijs die op dat mom<strong>en</strong>t op de<br />

spotmarkt geldt.<br />

Op de markt wordt toezicht gehoud<strong>en</strong> door onder meer het International Atomic<br />

Energy Ag<strong>en</strong>cy (IAEA).<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

101


7.3 Uraniumprijz<strong>en</strong>; vraag <strong>en</strong> aanbod<br />

De afgelop<strong>en</strong> twintig jaar is erg weinig exploratie verricht naar nieuwe voorrad<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> uranium, waardoor de bek<strong>en</strong>de <strong>en</strong> afgeleide voorrad<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> beperkt zijn<br />

veranderd. Sinds 2001 zijn de uitgav<strong>en</strong> voor exploratie weer aan het stijg<strong>en</strong>. De<br />

verwachting is dat e<strong>en</strong> hogere inspanning <strong>van</strong> exploratie de economische winbare<br />

voorrad<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk zal do<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>, vergelijkbaar met bijvoorbeeld<br />

goudwinning, waar aantrekk<strong>en</strong>de prijz<strong>en</strong> geleid hebb<strong>en</strong> tot het zoek<strong>en</strong> naar, <strong>en</strong><br />

vind<strong>en</strong> <strong>van</strong>, nieuwe voorrad<strong>en</strong>. Ook de technische ontwikkeling <strong>van</strong> exploratieinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

zal de voorraad in conv<strong>en</strong>tionele ertsvoorrad<strong>en</strong> in de toekomst lat<strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

Duidelijk is dat, wanneer alle nu in aanbouw zijnde kernreactor<strong>en</strong> gereed zijn <strong>en</strong><br />

de geplande reactor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gerealiseerd, de vraag naar uranium sterk zal<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> (zie figuur 45). Op basis <strong>van</strong> de projecties <strong>van</strong> de vraag naar kern<strong>en</strong>ergie<br />

gemaakt door de WNA (Figuur 45), komt deze organisatie tot e<strong>en</strong> uraniumvraag<br />

tuss<strong>en</strong> 50 <strong>en</strong> 160 kton uranium per jaar in 2030.<br />

Figuur 45 Prognoses <strong>van</strong> de vraag naar uranium in de kom<strong>en</strong>de 25 jaar (uranium als in erts)<br />

Bron: Gitzel, 2005.<br />

De vraag naar uranium is afhankelijk <strong>van</strong> e<strong>en</strong> groot aantal factor<strong>en</strong>, waaronder<br />

de ontwikkeling<strong>en</strong> bij met name gas, kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> hernieuwbare <strong>en</strong>ergie, het aantal<br />

draai<strong>en</strong>de kernreactor<strong>en</strong> wereldwijd, technologische ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de beschikbaarheid<br />

<strong>van</strong> andere <strong>bronn<strong>en</strong></strong> dan primair uranium. Er zijn, zoals opgemerkt,<br />

meerdere reactor<strong>en</strong> in aanbouw, met name in China <strong>en</strong> India, <strong>en</strong> er zijn<br />

wereldwijd plann<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> nog groter aantal reactor<strong>en</strong>. De vraag naar uranium<br />

zal hierdoor in ieder geval op korte termijn stijg<strong>en</strong>, maar of deze groei <strong>van</strong> de<br />

vraag ook op langere termijn doorzet is nog onzeker.<br />

102<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Het aanbod <strong>van</strong> uranium wordt in de huidige marktomstandighed<strong>en</strong> mede bepaald<br />

door de beschikbaarheid <strong>van</strong> zog<strong>en</strong>oemde secundaire voorrad<strong>en</strong>, zoals uit<br />

opwerking, kernwap<strong>en</strong>s, civiele voorrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> verarmd uranium. Deze gaan naar<br />

verwachting tot circa 2015 mee.<br />

De prijs <strong>van</strong> uranium op de spotmarkt varieert sterk (Figuur 46). In het verled<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> <strong>van</strong> minder dan 10$/kg tot meer dan 40$/kg betaald. Eind jar<strong>en</strong><br />

zev<strong>en</strong>tig was de prijs hoog door e<strong>en</strong> verwachte sterke stijging <strong>van</strong> de vraag. In<br />

de jar<strong>en</strong> ‘80 <strong>en</strong> ‘90 daalde de prijs sterk omdat veel land<strong>en</strong> na het ongeluk in<br />

Tsjernobyl ge<strong>en</strong> toekomst meer zag<strong>en</strong> voor kern<strong>en</strong>ergie. De laatste jar<strong>en</strong> loopt<br />

de prijs <strong>van</strong> uranium weer op door e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>de houding t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong><br />

kern<strong>en</strong>ergie in Europa <strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de aanbouw <strong>van</strong> nieuwe<br />

c<strong>en</strong>trales in onder andere China <strong>en</strong> India.<br />

Figuur 46 Prijz<strong>en</strong> <strong>van</strong> uranium op de spotmarkt 1972 - 2005<br />

Bron: WNA, 2006.<br />

De uraniumprijz<strong>en</strong> in lange-termijncontract<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk bov<strong>en</strong> die <strong>van</strong> de<br />

spotmarkt.<br />

Bij stijg<strong>en</strong>de vraag <strong>en</strong> continuering <strong>van</strong> de huidige productiecapaciteit zal mogelijk<br />

rond 2015 e<strong>en</strong> gat ontstaan tuss<strong>en</strong> productiecapaciteit <strong>en</strong> vraag, met hogere<br />

uraniumprijz<strong>en</strong> tot gevolg. In het uiterste geval ontstaat dan e<strong>en</strong> gat tuss<strong>en</strong> vraag<br />

<strong>en</strong> aanbod. Gelet op de mogelijke to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> de vraag naar uranium wereldwijd<br />

<strong>en</strong> de wet<strong>en</strong>schap dat het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>van</strong> nieuwe mijn<strong>en</strong> (<strong>en</strong> zelfs het herop<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> geslot<strong>en</strong> mijn<strong>en</strong>) veel tijd kost, <strong>van</strong>wege de daaraan gekoppelde<br />

procedures, is e<strong>en</strong> dergelijk tekort niet ond<strong>en</strong>kbaar. Wanneer de gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de schaarste beperkt blijv<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> hogere uraniumprijs zull<strong>en</strong> deze ge<strong>en</strong><br />

belemmer<strong>en</strong>de factor vorm<strong>en</strong> voor de inzet <strong>van</strong> kern<strong>en</strong>ergie, aangezi<strong>en</strong> de<br />

uraniumprijs maar e<strong>en</strong> klein deel uitmaakt <strong>van</strong> de totale kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> kern<strong>en</strong>ergie.<br />

Wel is het aantal land<strong>en</strong> met grote aangetoonde voorrad<strong>en</strong> net als bij olie <strong>en</strong> gas<br />

beperkt, zodat bij to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de schaarste e<strong>en</strong> afhankelijkheid zal kunn<strong>en</strong> ontstaan<br />

<strong>van</strong> de grote leveranciers. Dat zijn met name Canada, Kazachstan <strong>en</strong><br />

Australië.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

103


Tabel 12 geeft e<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> de structuurk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, instituties, e.d. in de<br />

uraniummarkt, op de wijze zoals die ook voor de andere dragers in dit <strong>rapport</strong> in<br />

beeld wordt gebracht.<br />

Tabel 12 Overzicht <strong>van</strong> de internationale uraniummarkt<br />

De internationale uraniummarkt<br />

Afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia Hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> toekomst<br />

Structuur Beperkt aantal grote mijnbouwcon- Beperkt aantal grote mijnbouwcon-<br />

Markt/<br />

cerns (in overheidshand<strong>en</strong> <strong>en</strong> pricerns (in overheidshand<strong>en</strong> <strong>en</strong> privaat).<br />

eig<strong>en</strong>dom vaat). Directe relaties tuss<strong>en</strong> de Directe relaties tuss<strong>en</strong> de aanbieders<br />

aanbieders <strong>en</strong> afnemers<br />

<strong>en</strong> afnemers<br />

Pricing / Con- Grot<strong>en</strong>deels via lange termijncon- Prijz<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> naar verwachting sterk<br />

tractstract<strong>en</strong><br />

gaan stijg<strong>en</strong> a.g.v. marktschaarste<br />

rond 2015<br />

Instituties IAEA IAEA<br />

Politieke Non-proliferatie, reactorveiligheid In to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate aandacht voor<br />

issues<br />

<strong>en</strong> afvalberging<br />

voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid <strong>en</strong> afvalproblematiek<br />

bij de winning<br />

Productie- Australië, Kazachstan <strong>en</strong> Canada. Australië, Kazachstan <strong>en</strong> Canada.<br />

locatie<br />

Sluiting <strong>van</strong> kleinere sites<br />

Herop<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> kleinere sites?<br />

<strong>Rol</strong> <strong>van</strong> Met name toepassing in elektrici- Met name toepassing in elektriciteits-<br />

uranium in<br />

<strong>en</strong>ergiemarkt<br />

teitsproductie <strong>en</strong> in de industrie productie <strong>en</strong> in de industrie<br />

Origine aan- VS: Intern, Canada<br />

VS: Intern, Canada<br />

voer naar VS, EU: Canada, Australië, Kazachstan EU: Canada, Australië, Kazachstan<br />

EU <strong>en</strong> Japan Japan: Australië<br />

Japan: Australië<br />

Technologie Traditionele mijnbouw <strong>en</strong> oplos- Als in het verled<strong>en</strong>, met meer aansingsmijnbouw,<br />

specifieke converdacht voor de langjarige berging <strong>van</strong><br />

sie- <strong>en</strong> verrijkingsprocess<strong>en</strong> afval dat vrijkomt bij de winning<br />

Vraag Aanbod Daling vraag. Daling aanbod. Over- Groei vraag. Trage groei <strong>van</strong> het aan-<br />

Capaciteit capaciteitbod.<br />

Marktschaarste rond 2015?<br />

7.4 Conclusies met betrekking tot de uraniummarkt<br />

Uit dit hoofdstuk kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de conclusies word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> met betrekking<br />

tot de huidige situatie <strong>en</strong> de ontwikkeling<strong>en</strong> op de uraniummarkt:<br />

Uranium wordt vrijwel uitsluit<strong>en</strong>d toegepast als brandstof in kernc<strong>en</strong>trales<br />

voor elektriciteitopwekking. De vraag naar uranium is direct gerelateerd aan<br />

de rol <strong>van</strong> kern<strong>en</strong>ergie in de elektriciteitmarkt.<br />

Vanwege de toepasbaarheid <strong>van</strong> uranium in kernwap<strong>en</strong>s is er e<strong>en</strong> strikt toezicht<br />

op de winning <strong>van</strong> <strong>en</strong> de handel in uranium. Er is ge<strong>en</strong> vrije handel in<br />

uranium. Er bestaan directe relaties tuss<strong>en</strong> de uiteindelijke gebruikers <strong>en</strong> de<br />

bedrijv<strong>en</strong> die het uranium winn<strong>en</strong>.<br />

Acht grote mijnbouwconcerns zijn verantwoordelijk voor ruim 80% <strong>van</strong> de<br />

uraniumproductie in de wereld (WNA, 2006). Dit zijn zowel overheidsbedrijv<strong>en</strong><br />

als onafhankelijke bedrijv<strong>en</strong>.<br />

De transacties tuss<strong>en</strong> de aanbieders <strong>en</strong> vragers <strong>van</strong> uranium verlop<strong>en</strong> over<br />

het algeme<strong>en</strong> via lange-termijncontract<strong>en</strong>.<br />

De afgelop<strong>en</strong> twintig jaar is weinig exploratie verricht naar nieuwe voorrad<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> uranium, waardoor de voorrad<strong>en</strong> slechts beperkt zijn veranderd. De verwachting<br />

is dat e<strong>en</strong> hogere inspanning <strong>van</strong> exploratie <strong>en</strong> technische ontwik-<br />

104<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


keling <strong>van</strong> de exploratie-instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de voorraad op termijn zal do<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

De vraag naar uranium zal in ieder geval op korte termijn stijg<strong>en</strong>, maar of deze<br />

groei <strong>van</strong> de vraag ook op langere termijn doorzet is onduidelijk.<br />

Bij stijg<strong>en</strong>de vraag <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte/trage groei <strong>van</strong> de huidige productiecapaciteit<br />

zal mogelijk rond 2015 e<strong>en</strong> gat ontstaan tuss<strong>en</strong> productiecapaciteit <strong>en</strong><br />

vraag.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

105


106<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Sectie C E<strong>en</strong> blik in de toekomst<br />

Naast voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid speelt bij de politiek beleidsmatige besluitvorming<br />

over de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing ook het aspect duurzame ontwikkeling e<strong>en</strong> rol, onder<br />

meer in het kader <strong>van</strong> de internationale Ag<strong>en</strong>da 21.<br />

In deze sectie wordt de duurzaamheidsproblematiek geschetst <strong>en</strong> waar mogelijk<br />

ook via kwantificatie in beeld gebracht in relatie tot de Vlaamse <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

107


108<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


8 Duurzaamheid als uitdaging<br />

De winning <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiedragers heeft consequ<strong>en</strong>ties voor het milieu <strong>en</strong> voor de<br />

omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> de winninglocaties. Deze gevolg<strong>en</strong> zijn deels positief, als het<br />

gaat om de aanleg <strong>van</strong> infrastructuur, om werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> om economische<br />

ontwikkeling. De consequ<strong>en</strong>ties zijn minder positief wanneer wordt gedacht aan<br />

de aantasting <strong>van</strong> het lokale milieu <strong>en</strong> <strong>van</strong> de gezondheid <strong>van</strong> omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, aan<br />

de soms slechte arbeidsomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de uitputting <strong>van</strong> de lokale<br />

grondstofvoorrad<strong>en</strong>. Deze gevolg<strong>en</strong> staan de duurzame ontwikkeling in de weg.<br />

In 1992 hebb<strong>en</strong> regeringsleiders <strong>en</strong> milieuministers in de verklaring <strong>van</strong> Rio de<br />

Janeiro zich verbond<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> wereldwijde duurzame ontwikkelingsstrategie:<br />

Ag<strong>en</strong>da 21. Hierin is vastgelegd dat milieubescherming <strong>en</strong> e<strong>en</strong> rechtvaardige<br />

verdeling <strong>van</strong> inkom<strong>en</strong>s <strong>en</strong> milieurisico’s integrale bestanddel<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

deze duurzame ontwikkeling. Dit hoofdstuk gaat in op de duurzaamheidsproblematiek,<br />

in relatie tot de winning <strong>van</strong> kol<strong>en</strong>, olie, gas <strong>en</strong> uranium. Daarbij wordt<br />

eerst beknopt de problematiek in de breedte gek<strong>en</strong>schetst. Vervolg<strong>en</strong>s wordt met<br />

name aan de schade voor de gezondheid <strong>en</strong> voor het milieu, via diverse internationaal<br />

geaccepteerde method<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> financiële waarde gekoppeld. Dit zijn de<br />

zog<strong>en</strong>oemde externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de winning. Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de herkomst<br />

<strong>van</strong> de in Vlaander<strong>en</strong> gebruikte <strong>en</strong>ergiedragers word<strong>en</strong> de externe kost<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de Vlaamse <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing ingeschat. Nagegaan wordt wat het zou betek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

voor bijvoorbeeld de <strong>en</strong>ergieprijs, wanneer de externe kost<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong> door de eindgebruiker. Ook wordt beschouwd welke invloed de<br />

Vlaamse eindgebruikers <strong>en</strong> overheid hebb<strong>en</strong> op de herkomst <strong>van</strong> de dragers <strong>en</strong><br />

of comp<strong>en</strong>satie voor de externe kost<strong>en</strong> überhaupt mogelijk zou zijn.<br />

Van belang is hierbij te realiser<strong>en</strong> dat de externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de fossiele brandstofdragers<br />

vooral tot uiting kom<strong>en</strong> aan de downstreamkant <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong>,<br />

die in dit <strong>rapport</strong> niet in beschouwing wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Voor kol<strong>en</strong>, olie <strong>en</strong> gas zijn<br />

de externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de upstreamprocess<strong>en</strong> relatief klein t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> die<br />

in de rest <strong>van</strong> de ket<strong>en</strong>. Voor uranium is dat niet het geval.<br />

8.1 Ruwe k<strong>en</strong>schets <strong>van</strong> de problematiek<br />

Duurzame ontwikkeling start met het zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> langetermijnev<strong>en</strong>wicht tuss<strong>en</strong><br />

milieu <strong>en</strong> economie <strong>en</strong> solidariteit met toekomstige g<strong>en</strong>eraties. Duurzame<br />

ontwikkeling kan <strong>en</strong>erzijds word<strong>en</strong> opgevat als het vermijd<strong>en</strong> <strong>van</strong> toekomstige<br />

problem<strong>en</strong> als de uitputting <strong>van</strong> niet-vernieuwbare voorrad<strong>en</strong>, het pleg<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

roofbouw op vernieuwbare natuurlijke hulp<strong>bronn<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> accumulatie <strong>van</strong> stoff<strong>en</strong> in<br />

bodem, water, voedselket<strong>en</strong>s <strong>en</strong> atmosfeer. Anderzijds zal e<strong>en</strong> duurzame ontwikkeling<br />

ook aandacht moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan gezondheidsaspect<strong>en</strong>, arbeidsomstandighed<strong>en</strong><br />

(incl. kinderarbeid) <strong>en</strong> andere maatschappelijke aspect<strong>en</strong>, gekoppeld<br />

aan ongelijkheid, onvrijheid of het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> solidariteit.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

109


De ontwikkelingsaspect<strong>en</strong> die spel<strong>en</strong> bij de winning <strong>van</strong> kol<strong>en</strong>, olie, gas <strong>en</strong><br />

uranium zijn relatief onzichtbaar in de Westerse wereld omdat ze zich voordo<strong>en</strong><br />

in andere del<strong>en</strong> <strong>van</strong> de wereld of pas optred<strong>en</strong> na jar<strong>en</strong>lange uitputting <strong>van</strong> de<br />

buffercapaciteit <strong>van</strong> system<strong>en</strong>. Mede in het licht <strong>van</strong> Ag<strong>en</strong>da 21 di<strong>en</strong><strong>en</strong> ze wel in<br />

beschouwing te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Het beleidsmatig d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> duurzaamheid, gekoppeld aan de winning<br />

<strong>van</strong> kol<strong>en</strong>, olie, gas <strong>en</strong> uranium, vraagt niet alle<strong>en</strong> om het verbred<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

tijd- <strong>en</strong> ruimtehorizon, maar ook om e<strong>en</strong> visie op de rechtvaardigheid <strong>van</strong> het<br />

<strong>en</strong>ergie- <strong>en</strong> milieubeleid.<br />

Het uitwerk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het beleid vergt derhalve primair politieke keuz<strong>en</strong> rond de doel<strong>en</strong><br />

die met dit beleid beoogd word<strong>en</strong>. Daarbij kan onder meer word<strong>en</strong> gedacht<br />

aan natuurwaarde, gezondheid, inkom<strong>en</strong>sgelijkheid of veiligheid. Daarop aansluit<strong>en</strong>d<br />

zull<strong>en</strong> beleidskeuz<strong>en</strong> gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over de k<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> waarop de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> de duurzaamheid kan word<strong>en</strong> gevolgd <strong>en</strong> beoordeeld. Daarbij<br />

kan word<strong>en</strong> gedacht aan conc<strong>en</strong>traties <strong>en</strong> emissies, maar ook aan sociale factor<strong>en</strong><br />

als kindersterfte, analfabetisme <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sverdeling in de land<strong>en</strong> <strong>van</strong> herkomst<br />

<strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers.<br />

De politieke keuzes die gemaakt word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bijvoorbeeld economische continuïteit,<br />

ecologische stabiliteit <strong>en</strong> sociale rechtvaardigheid zull<strong>en</strong> verschuiv<strong>en</strong> in<br />

de loop <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong>. Dat is ook zichtbaar in het rec<strong>en</strong>te verled<strong>en</strong>. Daarbij lijkt<br />

met name de sociale verdeling <strong>van</strong> milieurisico’s e<strong>en</strong> echt aandachtspunt te word<strong>en</strong>,<br />

ev<strong>en</strong>als de mate waarin buit<strong>en</strong>landse investering<strong>en</strong>, internationale handel,<br />

toerisme <strong>en</strong> ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking invloed hebb<strong>en</strong> op duurzame ontwikkeling.<br />

De keuzeprocess<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bemoeilijkt door het feit dat de integrale duurzaamheidsproblematiek<br />

diverse ongelijksoortige aspect<strong>en</strong> omvat, waarvoor niet<br />

één maat bestaat. Zo kunn<strong>en</strong> natuurwaard<strong>en</strong>, gezondheidsrisico’s, arbeidsomstandighed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de beleving <strong>van</strong> omgevingskwaliteit niet zonder e<strong>en</strong> subjectieve<br />

weging bij elkaar word<strong>en</strong> opgeteld. E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d probleem is hoe in e<strong>en</strong> liberaliser<strong>en</strong>de<br />

<strong>en</strong> globaliser<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>leving, met e<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>de rol <strong>van</strong> nationale<br />

overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de invloed <strong>van</strong> multinationaal operer<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>,<br />

duurzaamheid door overhed<strong>en</strong> bevorderd kan word<strong>en</strong>.<br />

Om de problematiek zo tastbaar mogelijk te mak<strong>en</strong> wordt in de rest <strong>van</strong> dit hoofdstuk<br />

e<strong>en</strong> financiële waarde gekoppeld aan de schade <strong>van</strong> de winningprocess<strong>en</strong><br />

voor de gezondheid <strong>van</strong> omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het milieu, via diverse internationaal<br />

geaccepteerde method<strong>en</strong>. Op grond hier<strong>van</strong> word<strong>en</strong> de externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de Vlaamse <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing ingeschat, waarbij rek<strong>en</strong>ing wordt gehoud<strong>en</strong> met<br />

de herkomst <strong>van</strong> de in Vlaander<strong>en</strong> gebruikte <strong>en</strong>ergiedragers.<br />

Uitgedrukt in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gesteld dat voor de fossiele<br />

<strong>en</strong>ergedragers 80 à 90 % <strong>van</strong> de externe gezondheids- <strong>en</strong> milieueffect<strong>en</strong> betrekking<br />

heeft op de verbruiksstap, downstream, die in dit <strong>rapport</strong> niet in beschouwing<br />

wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Voor uranium is het aandeel aan de upstreamzijde,<br />

met name <strong>van</strong> de winning, juist aanzi<strong>en</strong>lijk, <strong>van</strong>wege de grote hoeveelheid radonemitter<strong>en</strong>d<br />

afvalmateriaal die daar achterblijft.<br />

110<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


8.2 Financiële om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de schade aan gezondheid <strong>en</strong> milieu<br />

8.2.1 Externe effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kol<strong>en</strong>winning<br />

Bij de kol<strong>en</strong>winning tred<strong>en</strong> relatief veel ongelukk<strong>en</strong> op met dodelijke afloop. In de<br />

westerse land<strong>en</strong> is het aantal ongelukk<strong>en</strong> met dodelijke afloop in de loop der jar<strong>en</strong><br />

sterk afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In China is het aantal ongelukk<strong>en</strong> met dodelijke afloop ook<br />

afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> maar ligt nog e<strong>en</strong> factor 100 hoger per ton gewonn<strong>en</strong> kol<strong>en</strong> dan in de<br />

Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> factor 30 hoger dan in Zuid-Afrika. In Tabel 13 word<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele cijfers gepres<strong>en</strong>teerd.<br />

Tabel 13 Aantal omgekom<strong>en</strong> person<strong>en</strong> bij de kol<strong>en</strong>winning per Mton gewonn<strong>en</strong> kol<strong>en</strong> (US departm<strong>en</strong>t of<br />

labour, State Administration of Work Safety)<br />

1980 1990 2000 2005<br />

Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> 0,18 0,071 0,039 0,028<br />

China 4,9 3,1<br />

Zuid-Afrika 0,11 0,09<br />

De productie per mijnwerker in de USA is in 2003 ongeveer 9.500 ton per jaar, in<br />

China ongeveer 321 ton <strong>en</strong> in Zuid-Afrika ongeveer 1.200 ton (Global mining;<br />

China Daily Nov. 2004).<br />

Kol<strong>en</strong>winning heeft ook negatieve milieueffect<strong>en</strong>. De belangrijkste zijn:<br />

acid mine drainage;<br />

verspreiding <strong>van</strong> stof;<br />

bij oppervlakte mijnbouw erosie <strong>en</strong> verlies aan habitat;<br />

emissies <strong>van</strong> methaan.<br />

Acid mine drainage ontstaat wanneer het mineraal pyrite, dat veelal aanwezig is<br />

in de rots<strong>en</strong> die gelijk met de kol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gewonn<strong>en</strong>, aan lucht <strong>en</strong> water wordt<br />

blootgesteld. De st<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> aarde die <strong>van</strong> de kol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> na het<br />

delv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op hop<strong>en</strong> of in tailings gestort. Wanneer neerslag op deze hop<strong>en</strong><br />

of tailings valt, ontstaan zwavelzuur <strong>en</strong> ijzerhydroxide. Door dit zwavelzuur kunn<strong>en</strong><br />

gebond<strong>en</strong> zware metal<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> <strong>en</strong> het grondwater of oppervlaktewater<br />

verontreinig<strong>en</strong>. De hoeveelheid afval die bij kol<strong>en</strong>winning ontstaat is sterk afhankelijk<br />

<strong>van</strong> de locatie <strong>en</strong> of het dagbouw of mijnbouw is. Bronn<strong>en</strong> meld<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

typisch getal <strong>van</strong> 15% afval, dat ook bij mijnbouw grot<strong>en</strong>deels bov<strong>en</strong> de grond<br />

wordt opgeslag<strong>en</strong>.<br />

Bij de transport<strong>en</strong>, de verwerking, opslag <strong>en</strong> overslag <strong>van</strong> de kol<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> stofemissies<br />

op. De stofemissies kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gereduceerd door de kol<strong>en</strong> vochtig<br />

te houd<strong>en</strong>.<br />

Bij oppervlaktemijnbouw wordt de bov<strong>en</strong>ste grondlaag verwijderd. Dit geeft verlies<br />

aan habitat <strong>en</strong> kan aanleiding gev<strong>en</strong> tot erosie. Teg<strong>en</strong>woordig wordt veelal<br />

de eis gesteld dat het mijngebied wanneer de mijn is uitgeput, weer met e<strong>en</strong> leeflaag<br />

wordt bedekt <strong>en</strong> weer begroeiing wordt aangeplant.<br />

Emissies <strong>van</strong> methaan ontstaan door het ontsnapp<strong>en</strong> <strong>van</strong> het methaan dat in de<br />

kol<strong>en</strong>lag<strong>en</strong> (Coal Bed Methane) aanwezig is. Volg<strong>en</strong>s EPA was in 2001 de<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

111


kol<strong>en</strong>winning in de VS verantwoordelijk voor 10% <strong>van</strong> de totale methaanemissies.<br />

E<strong>en</strong> kilo methaan draagt ruim twintigmaal zo sterk bij aan het broeikaseffect<br />

als e<strong>en</strong> kilo CO2. Door sterke v<strong>en</strong>tilatie in de mijnschacht<strong>en</strong> wordt het methaan<br />

uit de mijn<strong>en</strong> afgevoerd. Coal bed Methane wordt steeds vaker onttrokk<strong>en</strong> om te<br />

gebruik<strong>en</strong> als <strong>en</strong>ergiebron. De kol<strong>en</strong>laag wordt dan aangeboord <strong>en</strong> in situ gebrok<strong>en</strong>.<br />

Het ontsnapp<strong>en</strong>de methaan wordt dan opge<strong>van</strong>g<strong>en</strong>.<br />

8.2.2 Externe effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de olie- <strong>en</strong> gaswinning<br />

Er zijn ongeveer 40,000 olieveld<strong>en</strong> in de wereld. Daar wordt met steeds gecompliceerdere<br />

process<strong>en</strong> olie gezocht <strong>en</strong> gewonn<strong>en</strong> met effect<strong>en</strong> voor het milieu, de<br />

lokale cultuur <strong>en</strong> de gezondheid. Gemiddeld komt per jaar ruim 35.000 ton olie<br />

per jaar in het milieu terecht komt door lekkages bij de winning of het eerste<br />

transport. De aantasting <strong>van</strong> het milieu door de exploratie <strong>en</strong> winning is echter<br />

groter. De effect<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong> ontbossing, aantasting <strong>van</strong> het lokale ecosysteem,<br />

chemische vervuiling <strong>van</strong> land <strong>en</strong> water, schade aan flora <strong>en</strong> fauna, schade aan<br />

de m<strong>en</strong>selijke gezondheid <strong>en</strong> veiligheidsrisico’s voor arbeiders <strong>en</strong> nabijgeleg<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> verstoring <strong>van</strong> inheemse geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

Exploratie vereist het toepass<strong>en</strong> <strong>van</strong> zware apparatuur in afgeleg<strong>en</strong> gebied<strong>en</strong>.<br />

Mobiele platforms voor tijdelijke winning kunn<strong>en</strong> 1000 ton weg<strong>en</strong>. Het vrijmak<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> land voor weg<strong>en</strong> <strong>en</strong> platforms kan leid<strong>en</strong> tot ontbossing <strong>en</strong> erosie.<br />

De grootste vervuiler is het zgn. productiewater, dat met de olie uit de grond naar<br />

bov<strong>en</strong> komt <strong>en</strong> giftig <strong>en</strong> schadelijk is. Dit water wordt voor het grootste deel (90<br />

%) teruggepompt in de ondergrond, mede om de druk daar te verhog<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer<br />

olie te kunn<strong>en</strong> winn<strong>en</strong>. Productiewater dat niet wordt teruggepompt wordt geloosd<br />

in het oppervlaktewater. Dit water is t<strong>en</strong>minste vier maal zouter dan oceaanwater<br />

<strong>en</strong> bevat vaak toxische stoff<strong>en</strong> als b<strong>en</strong>ze<strong>en</strong>, xyle<strong>en</strong>, tolue<strong>en</strong> <strong>en</strong> ethylb<strong>en</strong>ze<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> zware metal<strong>en</strong> als barium, arse<strong>en</strong>, cadmium, chroom <strong>en</strong> kwik. Productiewater<br />

kan radioactief zijn, soms zelfs radioactiever dan het afval <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

kernc<strong>en</strong>trale. Dit water heeft effect<strong>en</strong> op zee <strong>en</strong> op land.<br />

Bij het bor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> oliën <strong>en</strong> chemicaliën gebruikt om de boorkop te koel<strong>en</strong>, de<br />

boorwand<strong>en</strong> te stabiliser<strong>en</strong> e.d. Deze stoff<strong>en</strong> accumuler<strong>en</strong> in grote hoeveelhed<strong>en</strong><br />

gedur<strong>en</strong>de het winningproces <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> op de winninglocatie aanwezig. De olieexploratie<br />

<strong>en</strong> -winning kan leid<strong>en</strong> tot acute <strong>en</strong> chronische gezondheidseffect<strong>en</strong> bij<br />

arbeiders <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Daarnaast is het risico <strong>van</strong> explosies bij<br />

olie- <strong>en</strong> gaswinning relatief hoog.<br />

T<strong>en</strong>slotte heeft de exploratie <strong>en</strong> winning <strong>van</strong> olie <strong>en</strong> gas op meerdere plaats<strong>en</strong> in<br />

de wereld invloed op de leefomgeving <strong>van</strong> inheemse groep<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong><br />

daar<strong>van</strong> zijn in Zuid-Amerika de Tagaeri <strong>en</strong> Huaorani in Ecuador, de Mascho-<br />

Piro, Nahua <strong>en</strong> Kugapakori in Peru <strong>en</strong> de Nukak <strong>en</strong> U’Wa in Columbia. In C<strong>en</strong>traal-Afrika<br />

betreft het onder meer de Baka, Bakoli <strong>en</strong> Ogoni, in Birma de Tavoyan<strong>en</strong>,<br />

Mon <strong>en</strong> Kzijnn, in Siberië de Khanty <strong>en</strong> in Alaska de Gwich’in. Deze volker<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> soms voor de winning <strong>van</strong> hun oorspronkelijke leefomgeving verdrong<strong>en</strong>.<br />

Mom<strong>en</strong>teel zijn er alternatiev<strong>en</strong> voor de klassieke oliewinning in ontwikkeling,<br />

zoals de ontginning <strong>van</strong> teerzand<strong>en</strong> in Canada <strong>en</strong> V<strong>en</strong>ezuela. Aan deze vorm<br />

<strong>van</strong> oliewinning kleeft specifieke milieuproblematiek, <strong>van</strong>wege de <strong>en</strong>orme hoeveelheid<br />

water die nodig is om de olie uit te spoel<strong>en</strong>. In Canada (Alberta) dreigt<br />

112<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


het betreff<strong>en</strong>de watergebruik de lokale watervoorzi<strong>en</strong>ing voor de oorspronkelijke<br />

bewoners in gevaar te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

8.2.3 Externe effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de uraniumwinning<br />

Afval uit de uraniummijnbouw bevat hoge conc<strong>en</strong>traties zware metal<strong>en</strong>. Ook tred<strong>en</strong><br />

door het mijnbouwafval emissies op <strong>van</strong> de vervalproduct<strong>en</strong> <strong>van</strong> uranium,<br />

waaronder radon. Afdekking beperkt deze emissies. Als de ’tailings’ niet word<strong>en</strong><br />

afgedekt, kunn<strong>en</strong> deze ook verstuiv<strong>en</strong> <strong>en</strong> afspoel<strong>en</strong> waardoor dit materiaal in de<br />

omgeving wordt verspreid <strong>en</strong> daarmee ook de zware metal<strong>en</strong> <strong>en</strong> radioactieve<br />

stoff<strong>en</strong> die zich daarin bevind<strong>en</strong>. Dit kan zorg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de belasting<br />

<strong>van</strong> de omgeving in de vorm <strong>van</strong> lokaal verhoogd stralingniveau <strong>en</strong> verspreiding<br />

<strong>van</strong> (radioactief) stof <strong>en</strong> radon. Bij mijn<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong> heeft deze afdekking<br />

niet plaatsgevond<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong>woordig word<strong>en</strong> bij zorgvuldige mijnbouw de ‘tailings’<br />

wel afgedekt <strong>en</strong> wordt het landschap na beëindig<strong>en</strong> <strong>van</strong> de mijnbouwactiviteit<br />

hersteld. Onduidelijk is of dit ook bij alle mijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> in alle land<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> nauwkeurig<br />

gebeurt.<br />

Blootstelling aan conc<strong>en</strong>traties zware metal<strong>en</strong>, radioactieve stof <strong>en</strong> radon die<br />

vrijkom<strong>en</strong> uit de bov<strong>en</strong>gronds opgeslag<strong>en</strong> ‘tailings’ <strong>en</strong> ander mijnafval’, heeft<br />

nadelige effect<strong>en</strong> op de gezondheid, ev<strong>en</strong>als de blootstelling (op locatie) aan de<br />

ioniser<strong>en</strong>de straling <strong>van</strong> uit de opgeslag<strong>en</strong> afvalstoff<strong>en</strong>. Vanwege de lange halfwaardetijd<br />

<strong>van</strong> uranium blijft e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de risico’s bestaan tot ti<strong>en</strong>duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

jar<strong>en</strong> na sluiting <strong>van</strong> de uraniummijn.<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> het type mijnbouw, dagbouw, ondergrondse mijnbouw of oplossingsmijnbouw<br />

bedraagt bij uraniumwinning de hoeveelheid geproduceerd afval<br />

per ton gewonn<strong>en</strong> uranium maximaal 5.000 ton voor dagbouw. Bij oplossingsmijnbouw<br />

wordt de kleinste hoeveelheid afval geproduceerd. Bij oplossingsmijnbouw<br />

met e<strong>en</strong> goede nazorg, na beëindiging <strong>van</strong> de activiteit, zijn de milieueffect<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> daarmee de gezondheidseffect<strong>en</strong> het geringst.<br />

Bij to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de schaarste <strong>van</strong> uranium in de toekomst zull<strong>en</strong> de milieueffect<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de uraniumwinning to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>, doordat de hoeveelheid te verwerk<strong>en</strong> materiaal<br />

to<strong>en</strong>eemt <strong>en</strong> het (fossiele) <strong>en</strong>ergieverbruik voor winning zal stijg<strong>en</strong>. Door dat<br />

laatste nem<strong>en</strong> ook CO2-emissies in de kern<strong>en</strong>ergieket<strong>en</strong> toe.<br />

8.3 Bepaling <strong>van</strong> de gerelateerde kost<strong>en</strong><br />

8.3.1 Het begrip externe kost<strong>en</strong><br />

Via het begrip ‘externe kost<strong>en</strong>’ wordt e<strong>en</strong> poging gedaan de externe effect<strong>en</strong> uit<br />

te drukk<strong>en</strong> in economische term<strong>en</strong>. Dat kan bijvoorbeeld door de schade in te<br />

schatt<strong>en</strong> die door de externe effect<strong>en</strong> wordt aangericht of door de kost<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong><br />

die gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om de effect<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>.<br />

De huidige praktijk is dat het overgrote deel <strong>van</strong> de externe kost<strong>en</strong> niet in de<br />

marktprijz<strong>en</strong> verdisconteerd is. E<strong>en</strong> gevolg hier<strong>van</strong> is dat consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> feitelijk<br />

ge<strong>en</strong> maatschappelijke optimale keuzes mak<strong>en</strong>. Omdat de externe kost<strong>en</strong> voor<br />

rek<strong>en</strong>ing kom<strong>en</strong> <strong>van</strong> de maatschappij <strong>en</strong> deze niet in rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gebracht<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

113


ij de veroorzaker beschouw<strong>en</strong> sommig<strong>en</strong> het drag<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze kost<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

soort subsidie (EEA, 2004).<br />

Soms wordt het ‘subsidiebedrag’ door overhed<strong>en</strong> nog verhoogd doordat zij de<br />

activiteit<strong>en</strong> actief stimuler<strong>en</strong>, bijvoorbeeld met het oog op behoud <strong>van</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heid,<br />

met als keerzijde dat het milieu onev<strong>en</strong>redig wordt belast (CE, 2003).<br />

Dit betreft bijvoorbeeld subsidies voor kol<strong>en</strong>winning in Duitsland <strong>en</strong> Spanje.<br />

De externe kost<strong>en</strong> die noodgedwong<strong>en</strong> voor rek<strong>en</strong>ing kom<strong>en</strong> <strong>van</strong> de maatschappij<br />

word<strong>en</strong> wel aangeduid als ‘off budget’-kost<strong>en</strong>. De bewuste subsidies <strong>van</strong> de<br />

overheid die activiteit<strong>en</strong> met externe effect<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong> als ‘on budget’. Tabel 14<br />

geeft e<strong>en</strong> indruk <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de marktverstor<strong>en</strong>de externe kost<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

subsidies (EEA, 2004) voor de <strong>en</strong>ergiesector in de EU15.<br />

Tabel 14 Externe kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘subsidies’ <strong>en</strong>ergiesector in EU15 in 2001 in miljard<strong>en</strong> Euro’s<br />

Vaste Olie, gas Nucleair Hernieuw- Totaal<br />

brandstoff<strong>en</strong><br />

baar<br />

On budget > 6,4 > 0,2 > 1,0 > 0,6 > 8,2<br />

Off budget > 6,6 > 8,5 > 1,2 > 4,7 > 21<br />

Totaal > 13 > 8,7 > 2,2 > 5,3 > 29<br />

Externe kost<strong>en</strong><br />

(schatting totaal, EEA, 2004)<br />

Bron: EEA, 2004.<br />

114<br />

25,6-46,2 12,0-21,4 2,7-2,7 2,0-2,7 41-73<br />

Dit voorbeeld laat zi<strong>en</strong> dat de onbetaalde rek<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie in<br />

de EU15 jaarlijks tuss<strong>en</strong> de € 41 <strong>en</strong> € 73 miljard bedraagt. Dit komt overe<strong>en</strong> met<br />

ongeveer 0,5 - 0,8% <strong>van</strong> het BNP <strong>van</strong> de EU15 in 2005.<br />

In dit hoofdstuk wordt verder alle<strong>en</strong> ingegaan op de ‘off-budget’-kost<strong>en</strong>, omdat de<br />

on-budget kost<strong>en</strong> al vrij nauwkeurig bek<strong>en</strong>d zijn.<br />

8.3.2 Hoe word<strong>en</strong> externe kost<strong>en</strong> bepaald?<br />

Er zijn diverse manier<strong>en</strong> om externe kost<strong>en</strong> te kwantificer<strong>en</strong>. Omdat de externe<br />

kost<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de gewone markt vall<strong>en</strong> gaan alle werkwijz<strong>en</strong> uit <strong>van</strong> de bepaling<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>oemde schaduwprijs. Dit is de prijs die zou bestaan als er e<strong>en</strong><br />

echte markt bestond voor het betreff<strong>en</strong>de milieu- of gezondheidseffect. De werkwijz<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> twee hoofdb<strong>en</strong>adering<strong>en</strong>: schade- <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong>.<br />

Schadekost<strong>en</strong><br />

In deze methode word<strong>en</strong> alle effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> emissie helemaal doorgerek<strong>en</strong>d tot de verschill<strong>en</strong>de<br />

schades die kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> (aan gezondheid, natuur, landbouwgewass<strong>en</strong>, etc.). Hier<strong>van</strong><br />

wordt vervolg<strong>en</strong>s bepaald wat de kost<strong>en</strong> zijn. Dit kunn<strong>en</strong> directe economische schadekost<strong>en</strong><br />

zijn, bijvoorbeeld <strong>van</strong> ziek<strong>en</strong>huisopname, maar ook meer indirecte kost<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld bij de<br />

hinder die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong> <strong>van</strong> geluid is niet altijd te zegg<strong>en</strong> dat er economische schade<br />

optreedt. Toch hebb<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> er extra geld voor over om op e<strong>en</strong> rustige plek te won<strong>en</strong>; uit<br />

huisprijz<strong>en</strong> kan dus word<strong>en</strong> afgeleid wat m<strong>en</strong> er voor over heeft om het geluidniveau te verlag<strong>en</strong>.<br />

Deze methode wordt ‘hedonische beprijzing’ g<strong>en</strong>oemd. E<strong>en</strong> meer subjectieve manier is om<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> direct te vrag<strong>en</strong> wat ze ervoor over zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om bijvoorbeeld ge<strong>en</strong> ongeluk te<br />

krijg<strong>en</strong> (‘willingness to pay’, WTP) of hoeveel ze betaald zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> om toch in de<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


uurt <strong>van</strong> Schiphol te won<strong>en</strong> (‘willingness to accept’, WTA). Schadekost<strong>en</strong> zijn tot op zekere<br />

hoogte absoluut <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij beleidvorming. Daarbij moet wel in gedacht<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> dat veel schades nog niet bek<strong>en</strong>d zijn <strong>en</strong> dat berek<strong>en</strong>de schadekost<strong>en</strong> dus<br />

waarschijnlijk e<strong>en</strong> ondergr<strong>en</strong>s weergev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de werkelijke schade.<br />

Prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong> 6<br />

In dit geval wordt gekek<strong>en</strong> naar de huidige doelstelling<strong>en</strong> (<strong>van</strong> beleid of mogelijk wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

bepaalde duurzaamheiddoel<strong>en</strong>) voor reductie <strong>van</strong> e<strong>en</strong> emissie <strong>en</strong> hoe duur het zal zijn om<br />

deze doelstelling<strong>en</strong> te hal<strong>en</strong>. Hieruit wordt afgeleid hoeveel het mag kost<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> kg emissie<br />

te voorkom<strong>en</strong>. De maatschappij kiest er k<strong>en</strong>nelijk voor om die prijs voor reductie over te hebb<strong>en</strong>;<br />

hoe hoger de prijs voor e<strong>en</strong> bepaalde stof, hoe erger de maatschappij het vindt dat deze stof<br />

nog wordt geëmitteerd. De prijs is daarom e<strong>en</strong> maat voor de externe kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> in zekere zin e<strong>en</strong><br />

soort WTP op maatschappelijk niveau in plaats <strong>van</strong> individueel. Er is echter ge<strong>en</strong> expliciete relatie<br />

tuss<strong>en</strong> reële schadekost<strong>en</strong> <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong>. Prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong> zijn beleidvolg<strong>en</strong>d <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij implem<strong>en</strong>tatie (kost<strong>en</strong>effectiviteit).<br />

In beide werkwijz<strong>en</strong> is het uiteindelijke doel om de marginale externe kost<strong>en</strong> te<br />

bepal<strong>en</strong>. Voor schadekost<strong>en</strong> wil dat zegg<strong>en</strong> dat precies die extra kost<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

berek<strong>en</strong>d die het gevolg zijn <strong>van</strong> de kilogram extra emissie. In de meeste gevall<strong>en</strong><br />

wordt er - soms bij gebrek aan betere k<strong>en</strong>nis - <strong>van</strong>uit gegaan dat effect<strong>en</strong><br />

lineair zijn. In dat geval zijn de marginale externe kost<strong>en</strong> gewoon gelijk aan de<br />

gemiddelde externe kost<strong>en</strong>. Voor prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t marginaal dat de prijs<br />

wordt bepaald aan de hand <strong>van</strong> de duurste maatregel die nog nodig is om het<br />

beleidsdoel te hal<strong>en</strong>. De prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong> zijn - zo blijkt uit empirische waarneming<br />

- vrijwel nooit lineair.<br />

E<strong>en</strong> belangrijk discussiepunt bij externe kost<strong>en</strong>bepaling<strong>en</strong> is de discontovoet,<br />

waarmee de kost<strong>en</strong>, die in de toekomst gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, netto contant<br />

gemaakt word<strong>en</strong>. Het idee is dat toekomstige schades minder zwaar meetell<strong>en</strong><br />

omdat je er nu al voor kunt ‘spar<strong>en</strong>’. Afhankelijk <strong>van</strong> de r<strong>en</strong>te hoeft er nu minder<br />

opzij gezet te word<strong>en</strong> dan er straks nodig is. Dit speelt vooral bij de schadekost<strong>en</strong><br />

methode, omdat sommige schades tot ver in de toekomst kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.<br />

Met e<strong>en</strong> discontovoet <strong>van</strong> 0% kan (op dit aspect) e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>gr<strong>en</strong>s <strong>van</strong> de schadekost<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> bepaald.<br />

8.3.3 De ExternE methode<br />

In opdracht <strong>van</strong> de Europese Commissie is de ExternE methodiek ontwikkeld om<br />

de externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiegebruik in de EU te bepal<strong>en</strong>, ter ondersteuning <strong>van</strong><br />

beleidbeslissing<strong>en</strong>. In dit <strong>rapport</strong> wordt deze methodiek gehanteerd (m.n. de versie<br />

uit 2005; update <strong>van</strong> het NewExt programma). In ExternE word<strong>en</strong> voornamelijk<br />

schadekost<strong>en</strong> gebruikt om de externe kost<strong>en</strong> te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> ExternE<br />

word<strong>en</strong> de basisberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> gemaakt met e<strong>en</strong> discontovoet <strong>van</strong> 3%, behalve<br />

voor schade door blootstelling aan straling.<br />

In Tabel 15 zijn de schaduwprijz<strong>en</strong> per kilo voor emissie kost<strong>en</strong>.<br />

Tabel 15 Schaduwprijz<strong>en</strong> gebruikt voor de basisvergelijking (prijz<strong>en</strong> 2005)<br />

Emissies (€/kg)<br />

6 Ook wel vermijdingskost<strong>en</strong> (avoidance costs) g<strong>en</strong>oemd.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Upstreamprocess<strong>en</strong><br />

115


CO2<br />

0.019<br />

CH4<br />

0.437<br />

N2O 5.624<br />

SO2<br />

3.3<br />

NOx<br />

3.2<br />

NH3<br />

6.6<br />

PM10<br />

10<br />

VOC<br />

Radiologische emissies<br />

0.9<br />

€/man Sievert 90.000<br />

Deze schaduwprijz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in ExternE <strong>en</strong>kel gehanteerd voor de process<strong>en</strong> bij<br />

bereidstelling <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers, bij mijnbouw, bewerking, transport <strong>en</strong> andere<br />

process<strong>en</strong> voorafgaand aan consumptie. Voor consumptie in bijvoorbeeld<br />

e<strong>en</strong> elektriciteitc<strong>en</strong>trale, of transformatie <strong>van</strong> de ruwe grondstoff<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> raffinaderij,<br />

word<strong>en</strong> in ExternE weer andere, locatiespecifieke set <strong>van</strong> schaduwprijz<strong>en</strong><br />

gehanteerd, maar deze zijn voor dit <strong>rapport</strong> niet <strong>van</strong> belang.<br />

Meer informatie over de bepaling <strong>van</strong> de hoogte <strong>van</strong> de set schaduwprijz<strong>en</strong> is te<br />

vind<strong>en</strong> in de bijlag<strong>en</strong> (Bijlage C).<br />

8.4 Milieuschade door brandstofwinning voor Vlaander<strong>en</strong><br />

Op basis <strong>van</strong> EcoInv<strong>en</strong>t 7 <strong>en</strong> bij de onderzoekers beschikbare data is e<strong>en</strong> schatting<br />

gemaakt <strong>van</strong> de aan de winning <strong>en</strong> verdere bewerking <strong>van</strong> olie, aardgas,<br />

ste<strong>en</strong>kool <strong>en</strong> uranium gerelateerde milieubelasting. Daarbij is zo goed mogelijk<br />

rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de herkomst <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers <strong>en</strong> de locatie waar<br />

bewerking<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Bij aardgas is ook rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de vorm<br />

waarin het wordt getransporteerd (LNG of gasvormig).<br />

Tabel 16 Beschouwde process<strong>en</strong> voor het schatt<strong>en</strong> <strong>van</strong> de aan upstream process<strong>en</strong> bij het bereidstell<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>en</strong>ergiedragers voor Vlaander<strong>en</strong> gerelateerde externe kost<strong>en</strong><br />

Energiedrager Analyse stopt bij Stapp<strong>en</strong><br />

Aardolie Raffinaderij Winning<br />

Aardgas Nationaal distributiesysteem - Winning<br />

- Processing (cond<strong>en</strong>saat afscheiding, drog<strong>en</strong>,<br />

ev<strong>en</strong>tueel aanpass<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stelling)<br />

- Transmissie per pijpleiding of omzetting in<br />

<strong>en</strong> transport <strong>van</strong> LNG<br />

Ste<strong>en</strong>kool Afname door <strong>en</strong>ergiebedrijf of<br />

cokesproduc<strong>en</strong>t<br />

116<br />

- Winning<br />

- Fysische voorbewerking<br />

- Transport<strong>en</strong><br />

Uranium Kernc<strong>en</strong>trale - Winning erts<br />

- Extractie U3O8<br />

- Conversie<br />

- Verrijking<br />

- Brandstof productie<br />

7 EcoInv<strong>en</strong>t is e<strong>en</strong> uitgebreide database met milieuk<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> voor productie <strong>en</strong> winning <strong>van</strong> brandstoff<strong>en</strong>,<br />

chemische grondstoff<strong>en</strong>, landbouwproduct<strong>en</strong>, metal<strong>en</strong>, eindproduct<strong>en</strong>, etc. De database is door de Eidg<strong>en</strong>össische<br />

Technische Hochschule in Bern, Zwitserland ontwikkeld voor het Zwitserse ministerie voor<br />

milieu <strong>en</strong> natuur (BUWAL = Bundesamt für Umwelt, Walt und Luft).<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Tabel 17 Overzicht herkomst <strong>van</strong> de in België geconsumeerde <strong>en</strong>ergiedragers (Eurostat, OECD/IEA)<br />

Olie (Mton) Gas (PJ HHV) Kol<strong>en</strong> (Mton) Uranium (ton),<br />

via ESA<br />

D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong> 1,9 5%<br />

Nederland 283 42%<br />

Noorweg<strong>en</strong> 2,9 9% 252 37%<br />

UK 3,1 9%<br />

Pol<strong>en</strong> 0,3 3%<br />

Rusland 14,0 41% 1,3 13%<br />

Algerije, Libië 114 17%<br />

Iran 4,6 13%<br />

Saoedi-Arabië 5,4 16%<br />

Zuid-Afrika 3,1 32%<br />

C<strong>en</strong>traal-Afrika, aardolie/gas<br />

Namibië, Niger 270 20%<br />

Australië 2,6 27% 236 18%<br />

Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> 1,7 17%<br />

Canada 0,4 4% 405 30%<br />

HEU <strong>en</strong> andere sec. <strong>bronn<strong>en</strong></strong> 135 10%<br />

Rest 2,5 7% 29 4% 0,4 4% 304 23%<br />

34,4 677 9,8 1.350<br />

De milieubelasting voor winning <strong>en</strong> bewerking varieert in de praktijk zeer sterk<br />

tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>. Om dit te illustrer<strong>en</strong> hieronder <strong>en</strong>kele voorbeeld<strong>en</strong>:<br />

Uraniummijnbouw in Niger <strong>en</strong> Namibië gaat gepaard met vervuiling <strong>van</strong> het<br />

om de mijn ligg<strong>en</strong>de gebied met radioactieve stoff<strong>en</strong>, terwijl mijnbouw in<br />

Australië kan plaatsvind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> natuurgebied zonder dat dit gebied meetbaar<br />

wordt belast (Rangermijn).<br />

Transport <strong>van</strong> Siberisch gas per pijpleiding naar Europa (afstand <strong>van</strong> ruim<br />

6.000 km) vergt e<strong>en</strong> hoeveelheid <strong>en</strong>ergie vergelijkbaar met het gebruik <strong>van</strong><br />

10% <strong>van</strong> het gewonn<strong>en</strong> gas, terwijl daarnaast 1% als lekverlies verlor<strong>en</strong> gaat.<br />

Transport <strong>van</strong> Noors gas (afstand <strong>van</strong> 600 – 800 km voor gas <strong>van</strong>af Noordzee)<br />

vergt slechts 1,2% <strong>van</strong> het gewonn<strong>en</strong> gas <strong>en</strong> lekverliez<strong>en</strong> bedrag<strong>en</strong><br />

slechts 0,02%.<br />

Er is in de berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte set aan emissiecijfers gehanteerd, voornamelijk<br />

cijfers voor verbrandingsemissies <strong>en</strong> andere procesemissies naar lucht.<br />

Daarnaast is voor uranium blootstelling aan radioactieve stoff<strong>en</strong> verdisconteerd<br />

<strong>en</strong> zijn het aantal dodelijke slachtoffers als gevolg <strong>van</strong> blootstelling bij de burgerbevolking<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Van de toxische emissies zijn alle<strong>en</strong> emissies <strong>van</strong> CO,<br />

fijn stof <strong>en</strong> VOC beschouwd, waarbij voor VOS ge<strong>en</strong> onderscheid is gemaakt<br />

naar de precieze aard <strong>van</strong> de geëmitteerde koolwaterstoff<strong>en</strong>. Emissies naar water<br />

naar lucht zijn niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Over de emissies naar water zijn onvoldo<strong>en</strong>de<br />

gegev<strong>en</strong>s bek<strong>en</strong>d. Deze emissies zijn zo verschill<strong>en</strong>d per mijn of veld,<br />

dat het onmogelijk is om zinvolle gemiddelde waard<strong>en</strong>, zelfs voor e<strong>en</strong> land of regio,<br />

te bied<strong>en</strong>.<br />

Ook grondgebruik, uitputting <strong>van</strong> grondstoff<strong>en</strong>, geluid, stank, visuele hinder, sociale<br />

misstand<strong>en</strong> <strong>en</strong> aantasting <strong>van</strong> ecoystem<strong>en</strong> <strong>en</strong> biodiversiteit kond<strong>en</strong> niet in<br />

de kwantiatieve beschouwing word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze effect<strong>en</strong> zijn daarvoor<br />

onvoldo<strong>en</strong>de gedocum<strong>en</strong>teerd. Dit is e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> probleem voor dit type <strong>van</strong><br />

analyses <strong>en</strong> voor goede beschouwing<strong>en</strong> <strong>van</strong> echte duurzaamheid. Doordat deze<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

117


effect<strong>en</strong> in de schadekost<strong>en</strong> niet zijn meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vormt de hier gegev<strong>en</strong> analyse<br />

e<strong>en</strong> onderschatting <strong>van</strong> de daadwerkelijke externe kost<strong>en</strong>.<br />

8.5 De externe kost<strong>en</strong> voor Vlaander<strong>en</strong><br />

Op basis <strong>van</strong> de actuele importgegev<strong>en</strong>s voor Vlaander<strong>en</strong> resulteert het volg<strong>en</strong>de<br />

globale overzicht <strong>van</strong> milieubelasting per e<strong>en</strong>heid <strong>en</strong>ergiedrager zoals gegev<strong>en</strong><br />

in Tabel 18. De achtergronddata per land <strong>van</strong> herkomst <strong>en</strong> per <strong>en</strong>ergiedrager<br />

zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de bijlag<strong>en</strong>.<br />

Tabel 18 Overzicht gemiddelde milieubelasting per ton of per GJ <strong>en</strong>ergiedrager voor Vlaamse afnemers<br />

gerelateerd aan de upstream process<strong>en</strong> (mijnbouw, bewerking, transport)<br />

118<br />

Ste<strong>en</strong>kool<br />

(ton)<br />

Olie (ton) Aardgas (GJ) Uranium in<br />

brandstof (ton)<br />

Broeikasgass<strong>en</strong><br />

CO2 36,9 120,9 2,6 158.257,7<br />

CH4 2,8 0,01 0,03 113,8<br />

N2O<br />

verzur<strong>en</strong>de emissies<br />

0,0 0,003 0,9<br />

SO2 0,1 4,9 0,004 295,6<br />

NOx<br />

NH3<br />

HCl<br />

HF<br />

Toxische emissies<br />

0,2 0,9 0,01 345,3<br />

CO 0,1 0,3 88,1<br />

PM10 0,02 0,1 32,0<br />

VOS 1,8<br />

Straling (€ man·Sievert) 1,1<br />

De emissies per ton uranium zijn hoog vergelek<strong>en</strong> met de emissies per e<strong>en</strong>heid<br />

aardgas, aardolie <strong>en</strong> ste<strong>en</strong>kool. E<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> hiervoor is dat <strong>van</strong> het bij<br />

mijnbouw gedolv<strong>en</strong> erts uiteindelijk maar e<strong>en</strong> klein deel in Vlaander<strong>en</strong> bij de<br />

kernc<strong>en</strong>trales komt. Voor één ton uranium brandstof is ruim 10 ton uranium in<br />

erts <strong>en</strong> bijna 4.500 ton erts nodig. Het hanter<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> <strong>van</strong> zulke grote<br />

hoeveelhed<strong>en</strong> materiaal per e<strong>en</strong>heid eindproduct betek<strong>en</strong>t dat <strong>en</strong>ergiegebruik<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> emissies in de ‘upstream process<strong>en</strong>’ word<strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldigd met grote factor<strong>en</strong><br />

wanneer uitgedrukt per ton brandstof.<br />

De combinatie <strong>van</strong> de emissiek<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> uit Tabel 18 met de schaduwprijz<strong>en</strong> uit<br />

Tabel 19 geeft de schaduwprijs per ton of GJ <strong>en</strong>ergiedrager.<br />

Tabel 19 Schaduwprijs per ton of GJ <strong>en</strong>ergiedrager gerelateerd aan bereidstelling (mijnbouw, bewerking,<br />

transport)<br />

Ste<strong>en</strong>kool (ton) Olie (ton) Aardgas Uranium in<br />

(GJ) brandstof (ton)<br />

Schaduwprijs per e<strong>en</strong>heid 3,8 36,7 0,1 100.149,4<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Uranium scoort hier in vergelijking met de andere <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong> wederom hoog<br />

<strong>van</strong>wege de <strong>en</strong>ergie-int<strong>en</strong>sieve mijnbouw. De schaduwprijs voor aardolie wordt<br />

vooral bepaald door de emissie <strong>van</strong> SO2 als gevolg <strong>van</strong> het affakkel<strong>en</strong> <strong>van</strong> zuur<br />

geassocieerd gas bij oliewinning in Rusland – bijna 5 kg/ton ruwe olie (zie Tabel<br />

18).<br />

De externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de fossiele brandstofdragers kom<strong>en</strong> vooral tot uiting aan<br />

de downstreamkant die in dit <strong>rapport</strong> niet in beschouwing wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Voor<br />

kol<strong>en</strong>, olie <strong>en</strong> gas zijn de externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de upstreamprocess<strong>en</strong> relatief klein<br />

t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> die in de rest <strong>van</strong> de ket<strong>en</strong>. Voor uranium is dat niet het geval.<br />

De oorzaak hier<strong>van</strong> is dat in het downstreamdeel voor uranium de te hanter<strong>en</strong><br />

hoeveelhed<strong>en</strong> zeer gering zijn t.o.v. die in het upstreamtraject. Gemiddeld wordt<br />

voor iedere kilo verrijkt uranium, die wordt ingezet in kernc<strong>en</strong>trales, 1400 kilo erts<br />

verzet op de winninglocatie. Het erts dat achterblijft op of nabij de winninglocatie<br />

bevat zware metal<strong>en</strong> <strong>en</strong> emitteert radon.<br />

De combinatie <strong>van</strong> de schaduwprijz<strong>en</strong> per e<strong>en</strong>heid <strong>en</strong>ergiedrager met de geconsumeerde<br />

hoeveelhed<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie geeft de totale externe kost<strong>en</strong> gerelateerd aan<br />

het <strong>en</strong>ergiegebruik in Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Tabel 20 Jaarlijkse externe kost<strong>en</strong> gerelateerd aan consumptie <strong>van</strong> aardolie, ste<strong>en</strong>kool, aardgas <strong>en</strong> uranium<br />

in Vlaander<strong>en</strong><br />

Ste<strong>en</strong>kool Olie Aardgas Nucleair<br />

Vlaams gebruik 6,5 22,4 434,9 691,5<br />

Mton Mton PJ ton<br />

Schaduwprijs per e<strong>en</strong>heid 3,8 36,7 0,1 100.149,4<br />

Product 25 822 55 72 972 miljo<strong>en</strong> €/jaar<br />

Vanwege de in vergelijking met de andere <strong>en</strong>ergiedragers grote hoeveelheid geimporteerde<br />

aardolie <strong>en</strong> de in vergelijking met ste<strong>en</strong>kool <strong>en</strong> aardgas hoge schaduwprijs<br />

per e<strong>en</strong>heid aardolie wordt de totale hoogte <strong>van</strong> de aan het gebruik <strong>van</strong><br />

<strong>en</strong>ergiedragers in Vlaander<strong>en</strong> gerelateerde externe kost<strong>en</strong> feitelijk bepaald door<br />

de externe kost<strong>en</strong> gerelateerd aan toevoer <strong>van</strong> aardolie. En deze word<strong>en</strong> weer<br />

voornamelijk bepaald door affakkel<strong>en</strong> <strong>van</strong> zuur geassocieerd gas bij oliewinning<br />

in Rusland <strong>en</strong> de daarbij optred<strong>en</strong>de emissie <strong>van</strong> SO2.<br />

De externe kost<strong>en</strong> gerelateerd aan de upstream process<strong>en</strong> in de ket<strong>en</strong> voor uranium<br />

houd<strong>en</strong> voornamelijk verband met blootstelling aan straling als gevolg <strong>van</strong><br />

radon emissies uit de tailing opslag. De resulter<strong>en</strong>de collectieve dosis gerelateerd<br />

aan de winning <strong>en</strong> bewerking <strong>van</strong> 690 ton natuurlijk uranium bedraagt iets<br />

meer dan 1 man·Sv per ton uranium. Omdat e<strong>en</strong> collectieve dosis <strong>van</strong> 1 man·Sv<br />

leidt tot gemiddeld 0,05 dod<strong>en</strong> als gevolg <strong>van</strong> door de blootstelling aan radioactieve<br />

straling veroorzaakte kanker leidt de productie <strong>en</strong> verwerking <strong>van</strong> 690 ton<br />

uranium tot 35 – 40 dod<strong>en</strong>. Dit overig<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> periode <strong>van</strong> 100.000 jaar <strong>en</strong> in<br />

gebied met e<strong>en</strong> straal <strong>van</strong> 2.000 km.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

119


8.6 Handelingsperspectiev<strong>en</strong> voor de Vlaamse overheid<br />

Voor de Vlaamse overheid zijn er twee hoofdopties om meer duurzame ontwikkeling<br />

op de winninglocaties te bevorder<strong>en</strong>:<br />

a Het aanpakk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de milieuschadelijke subsidies in eig<strong>en</strong> land (de ‘onbudget’<br />

externe kost<strong>en</strong>).<br />

b Het <strong>van</strong>uit Vlaander<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> <strong>van</strong> betere arbeidsomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

milieuzorg op de winninglocaties.<br />

Het aanpakk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de milieuschadelijke subsidies (de ‘on-budget’ externe kost<strong>en</strong>)<br />

is iets dat de Vlaamse overheid volledig zelf in de hand heeft. Voor zover<br />

bek<strong>en</strong>d is echter in Vlaander<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> onderzoek verricht naar de huidige<br />

om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> deze subsidies, zoals dat bijvoorbeeld wel in Nederland in kaart is<br />

gebracht (CE, 2005). Daarnaast is het w<strong>en</strong>selijk beleid te formuler<strong>en</strong> om nieuwe<br />

gevall<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>, bijvoorbeeld rond de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de import <strong>van</strong> biomassa.<br />

Het bijdrag<strong>en</strong> aan betere arbeidsomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> betere milieuzorg op de<br />

winninglocaties, <strong>van</strong>uit Vlaander<strong>en</strong>, is ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige zaak, alle<strong>en</strong> al omdat de<br />

herkomst <strong>van</strong> de dragers in veel gevall<strong>en</strong> gewoonweg niet bek<strong>en</strong>d is <strong>en</strong> deze<br />

voornamelijk wordt bepaald door marktactor<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> geliberaliseerde <strong>en</strong>ergiemarkt.<br />

Toch kan de Vlaamse overheid meer do<strong>en</strong> dan het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> morele<br />

druk op de marktactor<strong>en</strong>.<br />

Zo is bij de import <strong>van</strong> uranium het land <strong>van</strong> herkomst redelijk te bepal<strong>en</strong>, doordat<br />

de afnemers het uranium min of meer direct bestell<strong>en</strong> bij de mijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eis<strong>en</strong><br />

die word<strong>en</strong> gesteld in het kader <strong>van</strong> non-proliferatie. Hierdoor is het <strong>van</strong>uit de<br />

overheid mogelijk, om bijvoorbeeld via vergunningeis<strong>en</strong>, voorwaard<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong><br />

aan het land <strong>van</strong> herkomst voor het uranium. Dat kan e<strong>en</strong> groot verschil mak<strong>en</strong><br />

voor wat betreft duurzaamheid. Zulke eis<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op dit mom<strong>en</strong>t ook in Nederland<br />

overwog<strong>en</strong>. Bij aardgas <strong>en</strong> aardolie is de herkomst <strong>van</strong> de dragers, via de<br />

loop <strong>van</strong> pijpleiding<strong>en</strong>, beperkt vast te stell<strong>en</strong>, maar is het stell<strong>en</strong> <strong>van</strong> eis<strong>en</strong> veel<br />

lastiger. In wez<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> de <strong>en</strong>ergiestrom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecertificeerd of<br />

gelabeld om dit mogelijk te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> het is om verschill<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> niet realistisch<br />

om te veronderstell<strong>en</strong> dat dit op afzi<strong>en</strong>bare termijn haalbaar zal zijn. Dit is<br />

dus e<strong>en</strong> aspect waar Vlaander<strong>en</strong> zich alle<strong>en</strong> in internationaal kader sterk voor<br />

zou kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> laatste handelingsperspectief voor dit type <strong>van</strong> dragers zou zijn in eig<strong>en</strong> land<br />

extra belasting te heff<strong>en</strong> op het gebruik <strong>van</strong> fossiele dragers <strong>en</strong> met deze middel<strong>en</strong><br />

zelf gerichte actie te nem<strong>en</strong> naar waarschijnlijke land<strong>en</strong> <strong>van</strong> herkomst, om<br />

daar de leefomstandighed<strong>en</strong> te verbeter<strong>en</strong> <strong>en</strong> milieueffect<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong>. Of dit<br />

dan één op één gekoppeld is aan het <strong>en</strong>ergieverbruik in Vlaander<strong>en</strong> of niet kan<br />

daarbij dan als <strong>van</strong> secundair belang word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

120<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


9 E<strong>en</strong> blik in de kristall<strong>en</strong> bol<br />

Het in dit <strong>rapport</strong> beschrev<strong>en</strong> kader biedt de mogelijkheid om de toekomstige<br />

<strong>en</strong>ergiemarkt in e<strong>en</strong> breder perspectief te plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> na te gaan wat de consequ<strong>en</strong>ties<br />

kunn<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong> specifieke ontwikkeling<strong>en</strong> daarin. De voornaamste factor<strong>en</strong><br />

met betrekking tot de ontwikkeling <strong>van</strong> de olie-industrie <strong>en</strong> de <strong>en</strong>ergiemarkt<br />

zijn geschetst, <strong>en</strong> er is aangegev<strong>en</strong> hoe verschuiving<strong>en</strong> in deze factor<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

invloed geweest zijn in het verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe de ontwikkeling<strong>en</strong> op de midd<strong>en</strong>lange<br />

termijn eruit zou kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />

Hieronder wordt dit kader gebruikt om kort aan te gev<strong>en</strong> wat zich voor zou kunn<strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> tweetal situaties rond het jaar 2030. Dit zou t<strong>en</strong> eerste e<strong>en</strong> situatie<br />

kunn<strong>en</strong> zijn waarin zich mom<strong>en</strong>teel snel ontwikkel<strong>en</strong>de economieën, zoals<br />

China <strong>en</strong> India e<strong>en</strong> dominante positie hebb<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiemarkt<strong>en</strong>. In<br />

e<strong>en</strong> tweede situatie heeft de wereld<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing zich snel getransformeerd<br />

naar e<strong>en</strong> sterk duurzaam georiënteerd systeem, als gevolg <strong>van</strong> het terugdring<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de CO2-uitstoot.<br />

Het is daarbij niet de bedoeling toekomstvoorspelling<strong>en</strong> te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>. Wel kan zo<br />

aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat op basis <strong>van</strong> de onderscheid<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote variatie mogelijk<br />

is in het belang <strong>en</strong> de rol <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiemaatschappij<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de invloed <strong>van</strong> overhed<strong>en</strong> in de ket<strong>en</strong>s. Dat heeft in het verled<strong>en</strong> belangrijke<br />

consequ<strong>en</strong>ties gehad voor het aanbod, de vraag <strong>en</strong> de prijs <strong>van</strong> olie <strong>en</strong> gas <strong>en</strong><br />

andere <strong>en</strong>ergievorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor de plaats<strong>en</strong> waar het geproduceerd <strong>en</strong> geconsumeerd<br />

werd. Vergelijkbare verschuiving<strong>en</strong> zijn niet ond<strong>en</strong>kbaar in de toekomst <strong>en</strong><br />

gev<strong>en</strong> daarmee e<strong>en</strong> indruk <strong>van</strong> de “speelruimte”. Anders dan de lineaire extrapolaties<br />

die vaak voor voorspelling<strong>en</strong> doorgaan, gev<strong>en</strong> deze exercities e<strong>en</strong> veel<br />

bredere kijk op de toekomst. De blik op het verled<strong>en</strong>, hierbov<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd,<br />

geeft aan dat e<strong>en</strong> dergelijke speelruimte niet d<strong>en</strong>kbeeldig is. Het bestuder<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de toekomstvisies uit de OECD <strong>en</strong>ergie<strong>rapport</strong><strong>en</strong> uit de jar<strong>en</strong> ’50, ’60 <strong>en</strong> ‘70 <strong>en</strong><br />

de vergelijking daar<strong>van</strong> met de huidige situatie ondersteunt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de keuze<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> brede kijk, die e<strong>en</strong> hoop ruimte laat voor verandering (zie ook Correljé,<br />

2004).<br />

9.1 Situatie 1: dominantie <strong>van</strong> nieuw opkom<strong>en</strong>de economieën<br />

De rol <strong>van</strong> olie <strong>en</strong> gas in de <strong>en</strong>ergiemarkt, mom<strong>en</strong>teel ongeveer 60% <strong>van</strong> het<br />

totale verbruik, zal gelijk blijv<strong>en</strong> in de eerste helft <strong>van</strong> de 21 e eeuw. Echter, de<br />

totale om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de vraag zal sterk gesteg<strong>en</strong> zijn door de <strong>en</strong>ergiebehoefte <strong>van</strong><br />

de snel groei<strong>en</strong>de economiën in Azië. E<strong>en</strong> groter deel <strong>van</strong> deze <strong>en</strong>ergievraag zal<br />

door aardgas ingevuld word<strong>en</strong>.<br />

Voor wat betreft de winningslocaties <strong>en</strong> de origine <strong>van</strong> de aangevoerde olie is<br />

duidelijk dat er e<strong>en</strong> verdere verschuiving plaatsvindt <strong>van</strong> Europa <strong>en</strong> de VS, waar<br />

de reserves uitgeput aan het rak<strong>en</strong> zijn, naar niet-OECD-land<strong>en</strong> in het Midd<strong>en</strong>-<br />

Oost<strong>en</strong> <strong>en</strong> Afrika <strong>en</strong> de voormalige Sovjet-Unie. De non-conv<strong>en</strong>tionele olie <strong>en</strong><br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

121


gasvoorrad<strong>en</strong> in toegankelijke OECD-land<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> steeds meer aangesprok<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege hun politieke <strong>en</strong> economische aantrekkelijkheid.<br />

Voor wat betreft de technologie zal de off-shore productie aan belang winn<strong>en</strong>,<br />

terwijl <strong>en</strong>hanced recovery <strong>en</strong> non conv<strong>en</strong>tional techniek<strong>en</strong> zich verder zull<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> steeds efficiënter zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Daarnaast zal het exploratieonderzoek<br />

zich verder ontwikkel<strong>en</strong> in waarnemingsmethodiek<strong>en</strong>, de simulatie <strong>van</strong> veld<br />

gedrag <strong>en</strong> schattingstechniek<strong>en</strong>.<br />

Met betrekking tot de marktstructuur <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> is het duidelijk<br />

dat er e<strong>en</strong> verschuiving optreedt in de rol <strong>van</strong> de majors <strong>en</strong> de nationale onderneming<strong>en</strong><br />

in productieland<strong>en</strong> (NOC’s). Gegev<strong>en</strong> de beperkte toegang <strong>van</strong> de<br />

majors tot e<strong>en</strong> groot deel <strong>van</strong> de bewez<strong>en</strong> reserves lijkt het voor de hand ligg<strong>en</strong>d<br />

dat hun aandeel in de conv<strong>en</strong>tionele oliewinning verder zal afnem<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> voordele<br />

<strong>van</strong> het aandeel <strong>van</strong> de NOC’s. Daarnaast zull<strong>en</strong> gespecialiseerde subcontractors<br />

e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de rol spel<strong>en</strong> in de ontwikkeling <strong>van</strong> allerlei technologie<br />

<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, die aan zowel de majors als de NOC’s aangebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

De grootse rol <strong>van</strong> de majors is geleg<strong>en</strong> in hun exploitatie <strong>van</strong> de commerciële<br />

downstream netwerk<strong>en</strong>, die zowel olieproduct<strong>en</strong>, als gas, elektriciteit <strong>en</strong> hybride<br />

product<strong>en</strong> verkop<strong>en</strong>. Daarnaast zijn hoogwaardige activiteit<strong>en</strong> in de multichemische<br />

industrie <strong>van</strong> belang geword<strong>en</strong>, waarbij m<strong>en</strong> <strong>van</strong> olie <strong>en</strong> gas als voornaamste<br />

grondstof overgegaan is op e<strong>en</strong> veelheid <strong>van</strong> inputs (kol<strong>en</strong>, biomassa,<br />

verschill<strong>en</strong>de gass<strong>en</strong>, etc.).<br />

Met betrekking tot de rele<strong>van</strong>te instituties, is er sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> UN International<br />

Energy Organisation, om <strong>en</strong>ergievraagstukk<strong>en</strong> gecoördineerd aan te pakk<strong>en</strong>.<br />

Deze organisatie wordt in sterke mate gestuurd <strong>van</strong>uit de uiterst machtige Organisation<br />

of Petroleum Exporting Countries, die de belang<strong>en</strong> <strong>van</strong> haar led<strong>en</strong> behartigt<br />

in de oliemarkt. Deze UNIEO is echter niet volledig almachtig, <strong>van</strong>wege de<br />

belangrijke rol <strong>van</strong> aardgas. In de gasmarkt zal er teg<strong>en</strong> 2020 sprake zijn <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> geord<strong>en</strong>de gasmarkt. De Greater European Strategic Gas Authority coördineert<br />

de gigantische gasreserves in Rusland, het Kaspische Zeegebied, het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong>,<br />

Noord-Afrika <strong>en</strong> Noorweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Bar<strong>en</strong>tszzee.<br />

De balans in vraag, aanbod <strong>en</strong> capaciteit is sterk afhankelijk <strong>van</strong> de economische<br />

voorspoed in de verschill<strong>en</strong>de regio’s. Er ontwikkelt zich ge<strong>en</strong> surplus in<br />

winning- <strong>en</strong> raffinagecapaciteit meer. Economische teruggang <strong>en</strong> daling <strong>van</strong> de<br />

<strong>en</strong>ergievraag war<strong>en</strong> nooit structureel. De <strong>en</strong>ergiemarkt bleef gevoelig blijv<strong>en</strong> voor<br />

vraag- <strong>en</strong> aanbodfluctuaties <strong>en</strong> prijsvolatiliteit, <strong>van</strong>daar het ontstaan <strong>van</strong> internationale<br />

sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> coördinatie tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Hoge<br />

prijz<strong>en</strong> zijn het gevolg. Gezi<strong>en</strong> de grote algem<strong>en</strong>e behoefte aan kapitaal, capaciteit<br />

<strong>en</strong> m<strong>en</strong>skracht in e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de wereld vind<strong>en</strong> exploratie <strong>en</strong> winning gecoördineerd<br />

plaats. De ontwikkeling <strong>van</strong> bewez<strong>en</strong> reserves verloopt relatief just-intime,<br />

aangezi<strong>en</strong> er weinig megaveld<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, maar wel e<strong>en</strong> grote<br />

hoeveelheid kleinere <strong>en</strong> middelgrote voorkom<strong>en</strong>s.<br />

Voor wat betreft de prijsvorming <strong>en</strong> de contract<strong>en</strong> zal het huidige paradigma,<br />

gebaseerd op liberalisering, globalisering <strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie ingewisseld word<strong>en</strong><br />

122<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


voor e<strong>en</strong> geord<strong>en</strong>de olie- <strong>en</strong> gasmarkt. Langere termijn contract<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong>lijk deel <strong>van</strong> de totale levering omvatt<strong>en</strong>. Spotmarkt<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> vooral korte<br />

termijn fluctuaties op<strong>van</strong>g<strong>en</strong>. De hoogte <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergieprijz<strong>en</strong> reflecteert de kost<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> langere termijn ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> transportsystem<strong>en</strong>,<br />

inclusief e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de externe milieueffect<strong>en</strong>.<br />

De politieke issues <strong>van</strong> belang spitst<strong>en</strong> zich in eerste instantie toe op belang<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rond toegang tot<br />

olie- <strong>en</strong> gasvoorkom<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> die zij daartoe inzett<strong>en</strong> (NOC’s, contractuele<br />

verhouding<strong>en</strong>, belastingheffing <strong>en</strong> subsidies, participatie <strong>van</strong> MNOC’s, etc.).<br />

Het inruil<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ongelimiteerde ‘markt’ <strong>en</strong> competitie als instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om de<br />

uitkomst <strong>van</strong> transacties te beïnvloed<strong>en</strong> voor coördinatie <strong>en</strong> overleg, waarbij e<strong>en</strong><br />

balans tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong> nagestreefd werd, had tot gevolg dat<br />

security of supply <strong>en</strong> security of demand als onderdel<strong>en</strong> <strong>van</strong> hetzelfde doel werd<strong>en</strong><br />

gezi<strong>en</strong>, namelijk het wijs omgaan met beschikbare <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong>.<br />

In de bredere context <strong>van</strong> de wereldpolitiek, waarbij de rol <strong>van</strong> snel groei<strong>en</strong>de<br />

economieën, zoals China, India <strong>en</strong> Rusland, de ideologische overmacht <strong>van</strong> de<br />

VS balanceert, ontstaat e<strong>en</strong> multipolaire wereld. Wissel<strong>en</strong>de coalities ontstaan<br />

rond verschill<strong>en</strong>de issues tuss<strong>en</strong> land<strong>en</strong> in Europa, Latijns-Amerika, het Midd<strong>en</strong>-<br />

Oost<strong>en</strong>, Azië <strong>en</strong> de VS. Echte problem<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zich vooral voor als gevolg <strong>van</strong><br />

lokale politieke ongeregeldhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> opstand<strong>en</strong>, die vooral gericht zijn teg<strong>en</strong><br />

lokale machthebbers die onvoldo<strong>en</strong>de oog hebb<strong>en</strong> voor hun bevolking.<br />

9.2 Situatie 2: snelle transformatie naar duurzaamheid<br />

E<strong>en</strong> snelle transformatie richting duurzaamheid zou vergelijkbaar kunn<strong>en</strong> zijn met<br />

de ontwikkeling <strong>van</strong> de regulering <strong>en</strong> coördinatie <strong>van</strong> arbeidsverhouding<strong>en</strong>,<br />

tuss<strong>en</strong> werkgevers <strong>en</strong> werknemers <strong>van</strong>af het einde <strong>van</strong> de 19 e eeuw. De belangrijkste<br />

drijfveer was to<strong>en</strong> dat conflict<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> beide groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> de politieke<br />

gevolg<strong>en</strong> daar<strong>van</strong> e<strong>en</strong> bedreiging ging<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> voor de ontwikkeling <strong>van</strong> de<br />

industrialiser<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> in West-Europa <strong>en</strong> de Anglo-Saksische koloniën. Vanuit<br />

gedeelde belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit noodzaak tot overlev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de to<strong>en</strong>malige maatschappij<br />

ontstond het inzicht dat wederzijdse verantwoordelijkheid <strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ing<br />

<strong>van</strong> arbeidsverhouding<strong>en</strong> de <strong>en</strong>ige uitweg bod<strong>en</strong> naar vooruitgang.<br />

In plaats hier<strong>van</strong> kwam e<strong>en</strong> rationele geïnstitutionaliseerde onderhandelingsrelatie.<br />

In de huidige context spel<strong>en</strong> bedreiging<strong>en</strong> als het broeikaseffect, lokale gevolg<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>en</strong>ergieproductie <strong>en</strong> -verbruik <strong>en</strong> geopolitieke verdelingsconflict<strong>en</strong>.<br />

Het lijkt er op dat er e<strong>en</strong> proces op gang gekom<strong>en</strong> is wet uiteindelijk tot e<strong>en</strong> vergelijkbare<br />

verandering in het omgaan met <strong>en</strong>ergie zou kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Daarmee<br />

verliest mogelijk ook de religieus, ideologisch gedrev<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

regio’s zijn splijt<strong>en</strong>de werking. Dit sc<strong>en</strong>ario gaat daar <strong>van</strong> uit.<br />

De rol <strong>van</strong> olie <strong>en</strong> gas in de <strong>en</strong>ergiemarkt, mom<strong>en</strong>teel ongeveer 60% het totale<br />

verbruik, zal afnem<strong>en</strong> in de eerste helft <strong>van</strong> deze eeuw. Daarna kan het aandeel<br />

stabiel blijv<strong>en</strong> rond de 40% teg<strong>en</strong> 2100. De olie-industrie zal dan 50/50 gebaseerd<br />

zijn op conv<strong>en</strong>tionele <strong>en</strong> niet-conv<strong>en</strong>tionele olie. Aardgas zal gedur<strong>en</strong>de<br />

het eerste kwart <strong>van</strong> de 21 ste eeuw de belangrijkste <strong>en</strong>ergiedrager word<strong>en</strong>. Het<br />

gebruik <strong>van</strong> olie zal zeer sterk toegespitst rak<strong>en</strong> op luchttransport <strong>en</strong> de gespeci-<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

123


aliseerde chemie. Andere sector<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong> als aardgas, schone kol<strong>en</strong>,<br />

kern<strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> duurzame vorm<strong>en</strong>, zoals tweede g<strong>en</strong>eratie bio-<strong>en</strong>ergie <strong>en</strong><br />

zonne-<strong>en</strong>ergie, kunn<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong>. Daarnaast zal ook de efficiëntie <strong>van</strong> het gebruik<br />

<strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie zeer sterk to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>, onder invloed <strong>van</strong> prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> technologische<br />

ontwikkeling. Ook word<strong>en</strong> in China <strong>en</strong> India allerlei nieuwe technologieën gelijk<br />

geïmplem<strong>en</strong>teerd.<br />

Voor wat betreft de winningslocaties <strong>en</strong> de origine <strong>van</strong> de aangevoerde olie<br />

zal er e<strong>en</strong> verdere verschuiving plaatsvindt <strong>van</strong> Europa <strong>en</strong> de VS, waar de reserves<br />

uitgeput aan het rak<strong>en</strong> zijn, naar niet-OECD-land<strong>en</strong> in het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Afrika <strong>en</strong> de voormalige Sovjet-Unie <strong>en</strong> naar nieuwe gebied<strong>en</strong> waar nietconv<strong>en</strong>tionele<br />

voorkom<strong>en</strong>s <strong>van</strong> olie <strong>en</strong> gas gevond<strong>en</strong> zijn. Daarnaast krijg<strong>en</strong> de<br />

overhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> producer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> e<strong>en</strong> steeds directere invloed, via eig<strong>en</strong>dom<br />

<strong>en</strong> regulering <strong>van</strong> de exploratie, de winning <strong>en</strong> de raffinage. In land<strong>en</strong> als China,<br />

India <strong>en</strong> Latijns-Amerika <strong>en</strong> vele OECD-land<strong>en</strong> ziet de overheid security of<br />

supply liever in hand<strong>en</strong> <strong>van</strong> national champions <strong>en</strong> staatsonderneming<strong>en</strong>.<br />

De leveranciers <strong>van</strong> grondstoff<strong>en</strong> voor tweede g<strong>en</strong>eratie biobrandstoff<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

ook e<strong>en</strong> rol <strong>van</strong> groot belang gekreg<strong>en</strong>. Hun besluitvorming rond het toestaan<br />

<strong>van</strong> biomassaproductie op voormalige landbouwgrond<strong>en</strong> of nieuw te ontwikkel<strong>en</strong><br />

grond<strong>en</strong> domineert de beschikbaarheid <strong>van</strong> biomassa <strong>en</strong> het grondgebruik voor<br />

voedselgewass<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>tie hier<strong>van</strong> dat er e<strong>en</strong> relatie ontstaat tuss<strong>en</strong><br />

prijsvorming op de <strong>en</strong>ergiemarkt <strong>en</strong> die in bepaalde segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> de voedselproductie.<br />

Voor wat betreft de technologie zal de off-shore productie aan belang winn<strong>en</strong>,<br />

terwijl <strong>en</strong>hanced recovery techniek<strong>en</strong> zich verder zull<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>. Daarnaast<br />

zal het exploratieonderzoek zich waarschijnlijk verder ontwikkel<strong>en</strong> in waarnemingsmethodiek<strong>en</strong>,<br />

de simulatie <strong>van</strong> veldgedrag <strong>en</strong> schattingstechniek<strong>en</strong>.<br />

Andere vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> technologieontwikkeling zijn te vind<strong>en</strong> zijn in de raffinagesector,<br />

<strong>van</strong>wege de noodzaak tot het vergrot<strong>en</strong> <strong>van</strong> de opbr<strong>en</strong>gst aan lichte brandstoff<strong>en</strong>.<br />

Het krak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de zware residu<strong>en</strong> werd steeds urg<strong>en</strong>ter, ook door het<br />

dal<strong>en</strong>de aanbod <strong>van</strong> geschikte ruwe olie. In sam<strong>en</strong>hang hiermee is ook de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> gecompliceerdere destillatieprocess<strong>en</strong>, in sam<strong>en</strong>hang met multifuel<br />

<strong>en</strong> vergassingstechniek<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> stroomversnelling gekom<strong>en</strong>. Hierdoor is de<br />

flexibiliteit aan de vraagkant vergroot <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ruwe olie, zware residuën, kol<strong>en</strong>,<br />

biofuels <strong>en</strong> gass<strong>en</strong> e<strong>en</strong> brede complem<strong>en</strong>taire inzet krijg<strong>en</strong>. Hierbij wordt<br />

aardgas ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> elektriciteit opgewekt, terwijl er kans<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> om traditionele<br />

fossiele grondstoff<strong>en</strong> te ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong>. Deze oplossing<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> ook mogelijkhed<strong>en</strong><br />

voor het af<strong>van</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> CO2.<br />

Met betrekking tot de marktstructuur <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong> is het duidelijk<br />

dat er e<strong>en</strong> verschuiving optreedt in de rol <strong>van</strong> de majors <strong>en</strong> de nationale onderneming<strong>en</strong><br />

in productieland<strong>en</strong> (NOC’s). Als gevolg <strong>van</strong> de beperkte toegang<br />

<strong>van</strong> de majors tot e<strong>en</strong> groot deel <strong>van</strong> de bewez<strong>en</strong> reserves is hun aandeel in de<br />

oliewinning verder afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> voordele <strong>van</strong> het aandeel <strong>van</strong> de NOC’s.<br />

Daarnaast spel<strong>en</strong> gespecialiseerde sub-contractors zoals Schlumberger <strong>en</strong><br />

Halliburton e<strong>en</strong> cruciale rol in de ontwikkeling <strong>van</strong> allerlei technologie <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>,<br />

die aan zowel de majors als de NOC’s aangebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het wegvall<strong>en</strong><br />

124<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


<strong>van</strong> de ‘majors’ als dominante partij<strong>en</strong>, zowel up- als down-stream, heeft e<strong>en</strong> belangrijke<br />

invloed op het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing in de OECD-land<strong>en</strong>. Aspect<strong>en</strong><br />

als publieke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing, gepolitiek <strong>en</strong> nationaal belang, anders dan<br />

shareholder-value, bepal<strong>en</strong> nu het nieuwe beeld <strong>van</strong> de publiek-private industrie.<br />

De grootse rol <strong>van</strong> de majors is geleg<strong>en</strong> in de exploitatie <strong>van</strong> hun commerciële<br />

downstream netwerk<strong>en</strong>, die zowel olieproduct<strong>en</strong>, als gas, elektriciteit <strong>en</strong> hybride<br />

product<strong>en</strong> verkop<strong>en</strong>. Daarnaast zijn zij e<strong>en</strong> hoofdrol gaan spel<strong>en</strong> in innovatieve<br />

activiteit<strong>en</strong> in de multi-chemische industrie, waarbij m<strong>en</strong> <strong>van</strong> petroleum als<br />

grondstof overgegaan is op e<strong>en</strong> veelheid <strong>van</strong> inputs, zoals kol<strong>en</strong>, biomassa, gass<strong>en</strong>,<br />

etc.<br />

Met betrekking tot de rele<strong>van</strong>te instituties, is er sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> UN International<br />

Energy Organisation, om <strong>en</strong>ergievraagstukk<strong>en</strong> gecoördineerd aan te pakk<strong>en</strong>,<br />

in sam<strong>en</strong>hang met landbouw <strong>en</strong> voedselvoorzi<strong>en</strong>ing, technologieuitwisseling <strong>en</strong><br />

emissiehandel. De coördiner<strong>en</strong>de rol <strong>van</strong> de Greater European Strategic Gas<br />

Authority in de gasmarkt <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de infrastructur<strong>en</strong>, waarbij gasproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in overleg handel<strong>en</strong> bleek e<strong>en</strong> voorbeeld voor vergelijkbare<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> elders in de wereld. De regionale gasmarkt<strong>en</strong> in Latijns-Amerika,<br />

Zuid-Afrika, Zuidoost-Azië <strong>en</strong> het West Pacific Rim ontwikkel<strong>en</strong> zich dan ook gestaag.<br />

De prijsvorming <strong>en</strong> de contract<strong>en</strong>. Het huidige paradigma, gebaseerd op liberalisering,<br />

globalisering <strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie zal tijd<strong>en</strong>s de eerste dec<strong>en</strong>nia ingewisseld<br />

word<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> geord<strong>en</strong>de oliemarkt, waarbij belang<strong>en</strong> <strong>van</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> min of meer in ev<strong>en</strong>wicht gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De red<strong>en</strong> hiervoor<br />

is dat de afhankelijkheid <strong>van</strong> speculatie <strong>en</strong> vrije markt prijz<strong>en</strong> (NYMEX, IPE) tot<br />

e<strong>en</strong> chaotische prijsvorming aanleiding heeft gegev<strong>en</strong>, die onacceptabel werd<br />

voor consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> uiterst negatieve consequ<strong>en</strong>ties had voor<br />

de ontwikkel<strong>en</strong>de wereld.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is, als gevolg <strong>van</strong> het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de gebruik <strong>van</strong> biomassa e<strong>en</strong> verband<br />

met voedselproductie <strong>en</strong> landbouw tot stand gekom<strong>en</strong>. Het werd politiek onhoudbaar<br />

om beide markt<strong>en</strong> aan de prijsfluctuaties bloot te stell<strong>en</strong> die het gevolg<br />

war<strong>en</strong> <strong>van</strong> de koppeling tuss<strong>en</strong> deze sector<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> internationale organisatie<br />

houdt toezicht op de <strong>en</strong>ergiemarkt <strong>en</strong> maakt via onder meer het monitor<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

door overhed<strong>en</strong> ondersteunde langetermijncontract<strong>en</strong> de investering<strong>en</strong> mogelijk<br />

die noodzakelijk zijn om in de vraag te kunn<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Deze ingreep is voldo<strong>en</strong>de<br />

om de landbouwmarkt<strong>en</strong> op acceptable wijze te balancer<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

houdt deze organisatie toezicht op de handel in emissierecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> de controle<br />

<strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> CO2-strom<strong>en</strong>.<br />

De balans in vraag, aanbod <strong>en</strong> capaciteit is sterk afhankelijk <strong>van</strong> de economische<br />

voorspoed in de verschill<strong>en</strong>de regio’s. Er ontwikkelde zich ge<strong>en</strong> surplus in<br />

winnings- <strong>en</strong> raffinagecapaciteit meer. Economische ontwikkeling <strong>en</strong> e<strong>en</strong> daling<br />

<strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergievraag blek<strong>en</strong> toch mogelijk. De <strong>en</strong>ergiemarkt bleef gevoelig voor<br />

vraag- <strong>en</strong> aanbodfluctuaties <strong>en</strong> prijsvolatiliteit, <strong>van</strong>daar het ontstaan <strong>van</strong> internationale<br />

sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> coördinatie tuss<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong><br />

de grote algem<strong>en</strong>e behoefte aan kapitaal, nieuwe innovatieve capaciteit vind<strong>en</strong><br />

exploratie <strong>en</strong> winning gecoördineerd plaats. Er word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> megaveld<strong>en</strong><br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

125


gevond<strong>en</strong>, maar wel e<strong>en</strong> grote hoeveelheid kleinere <strong>en</strong> middelgrote voorkom<strong>en</strong>s.<br />

Daarnaast is er e<strong>en</strong> zekere vorm <strong>van</strong> coördinatie waar het de inzet <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiedragers<br />

<strong>en</strong> de lokale financieel economische verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> stabiliteit betreft.<br />

De sterkste <strong>en</strong> stabielste schouders drag<strong>en</strong> meestal de zwaarste last<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebied<strong>en</strong><br />

aan het begin <strong>van</strong> hun ontwikkeling krijg<strong>en</strong> de beschikking over de daarbij<br />

meest gepaste c<strong>en</strong>trale dan wel dec<strong>en</strong>trale vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing.<br />

De politieke issues <strong>van</strong> belang spitst<strong>en</strong> zich in eerste instantie toe op belang<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rond toegang tot<br />

verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> voedingsgewass<strong>en</strong> <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> die zij<br />

daartoe inzett<strong>en</strong> (NOC’s, contractuele verhouding<strong>en</strong>, belastingheffing <strong>en</strong> subsidies,<br />

douaneheffing<strong>en</strong>, participatie <strong>van</strong> MNOC’s, etc.). Ongelimiteerde ‘markt’ <strong>en</strong><br />

competitie als instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor coördinatie <strong>en</strong> overleg zijn uit. Hierdoor ontstond<br />

e<strong>en</strong> balans tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong>, waarbij verdelingsvraagstukk<strong>en</strong><br />

tot op zekere hoogte opgelost kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Hierdoor werd<strong>en</strong> security<br />

of supply <strong>en</strong> security of demand <strong>en</strong> duurzaamheid als facett<strong>en</strong> <strong>van</strong> hetzelfde doel<br />

werd<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>, namelijk het wijs omgaan met beschikbare <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong>.<br />

Natuurlijk blijv<strong>en</strong> er conflict<strong>en</strong> bestaan rond de uitvoering <strong>van</strong> kooldioxide reductiemaatregel<strong>en</strong>,<br />

landbouwpolitiek <strong>en</strong> het gebruik <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiepolitiek voor algem<strong>en</strong>e<br />

geopolitieke doelstelling<strong>en</strong>. In de bredere context <strong>van</strong> de wereldpolitiek,<br />

waarbij de rol <strong>van</strong> snel groei<strong>en</strong>de economieën, zoals China, India <strong>en</strong> Rusland, de<br />

ideologische overmacht <strong>van</strong> de VS balanceert, ontstaat e<strong>en</strong> multipolaire wereld.<br />

Wissel<strong>en</strong>de coalities ontstaan rond verschill<strong>en</strong>de issues tuss<strong>en</strong> land<strong>en</strong> in Europa,<br />

Latijns-Amerika, het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong>, Azië <strong>en</strong> de VS. Echte problem<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zich<br />

vooral voor als gevolg <strong>van</strong> lokale politieke ongeregeldhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> opstand<strong>en</strong>, die<br />

vooral gericht zijn teg<strong>en</strong> lokale machthebbers die onvoldo<strong>en</strong>de oog hebb<strong>en</strong> voor<br />

hun bevolking.<br />

9.3 De les uit de vergelijking <strong>van</strong> beide situaties<br />

De belangrijkste les uit de vergelijking <strong>van</strong> de twee beschrev<strong>en</strong> – op zich teg<strong>en</strong>gesteld<br />

extreme - situaties is dat opvall<strong>en</strong>d veel ontwikkeling<strong>en</strong> in beide situaties<br />

id<strong>en</strong>tiek zijn. Het staat dan ook vrijwel vast dat deze ontwikkeling<strong>en</strong> op zull<strong>en</strong> tred<strong>en</strong>.<br />

Het gaat daarbij o.m. om de to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> het belang <strong>van</strong> aardgas als <strong>en</strong>ergiedrager,<br />

het nog zwaardere leun<strong>en</strong> op productie <strong>van</strong> olie in e<strong>en</strong> handvol gebied<strong>en</strong>,<br />

de ontwikkeling <strong>van</strong> verbeterde winningtechniek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verschuiving <strong>van</strong><br />

macht <strong>van</strong> de internationale <strong>en</strong>ergiemaatschappij<strong>en</strong> naar nationale <strong>en</strong>ergiemaatschappij<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> belangrijk verschil zit in de mate waarin afhankelijkheid ontstaat <strong>van</strong> het explorer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> exploiter<strong>en</strong> <strong>van</strong> nieuwe olie- <strong>en</strong> gas<strong>bronn<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> uraniummijn<strong>en</strong>, maar<br />

ook die <strong>van</strong> bijv. biomassa <strong>en</strong> <strong>van</strong> de verwerkingscapaciteit verder in de waardeket<strong>en</strong>.<br />

De spanning in de markt is in situatie 2, in dat opzicht, veel minder groot<br />

dan die in situatie 1.<br />

126<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Sectie D Betek<strong>en</strong>is voor NW Europa <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong><br />

Deze sectie gaat in op de invloed <strong>van</strong> de geconstateerde feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> de marktkracht<strong>en</strong><br />

op de upstreamzijde <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiemarkt <strong>en</strong> op de betek<strong>en</strong>is hier<strong>van</strong><br />

voor Noordwest-Europa in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor Vlaander<strong>en</strong> in het bijzonder.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

127


128<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


10 Betek<strong>en</strong>is voor Noordwest-Europa <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong><br />

10.1 Eindigheid <strong>van</strong> de voorrad<strong>en</strong><br />

Het aanbod, in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> de beschikbare <strong>en</strong> produceerbare reserves kol<strong>en</strong>,<br />

olie, gas <strong>en</strong> uranium, wordt vooral bepaald door de wijze waarop de industrie <strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> in staat zull<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> gebalanceerde waardeket<strong>en</strong> te creer<strong>en</strong>.<br />

De interactie tuss<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> marktfactor<strong>en</strong> is fundam<strong>en</strong>teel voor het<br />

toekomstige aanbod <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers.<br />

Naast e<strong>en</strong> fysieke compon<strong>en</strong>t, omvatt<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> adequate productie-, transport-,<br />

<strong>en</strong> opslaginfrastructuur, vereist de ket<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de institutionele compon<strong>en</strong>t,<br />

waarin financieel-economische verhouding zodanig geregeld zijn dat er<br />

minimale (geo)politieke <strong>en</strong> sociale spanning<strong>en</strong> ontstaan, terwijl voldo<strong>en</strong>de zekerhed<strong>en</strong><br />

aanwezig zijn om de noodzakelijke investering<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> statisch perspectief op het aanbod gaat uit <strong>van</strong> winbaarheid gegev<strong>en</strong> de<br />

huidige olieprijs <strong>en</strong> techniek. In de visie <strong>van</strong> de peak oil aanhangers zal de wereldolieproductie<br />

binn<strong>en</strong>kort haar piek bereik<strong>en</strong>, omdat alle grote olievoorkom<strong>en</strong>s<br />

reeds gevond<strong>en</strong> zijn. Wat nog rest zijn kleine, dure reserves op moeilijk bereikbare<br />

plaats<strong>en</strong>. Hierdoor zull<strong>en</strong> de prijz<strong>en</strong> sterk stijg<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> dynamische interpretatie gaat uit <strong>van</strong> e<strong>en</strong> autonome technologieontwikkeling,<br />

als gevolg <strong>van</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de ervaring met het exploratie- <strong>en</strong> productieproces.<br />

Deze interpretatie leidt tot veel hogere reserveschatting<strong>en</strong>, waarbij ook grootschalige<br />

productie <strong>van</strong> reserves in de diepzeebodem <strong>en</strong> <strong>van</strong> (onconv<strong>en</strong>tionele)<br />

zware olie <strong>en</strong> teerzand<strong>en</strong> wordt ingecalculeerd.<br />

Op de langere termijn is het onmogelijk om te voorspell<strong>en</strong> hoe technische, economische<br />

<strong>en</strong> politieke factor<strong>en</strong> elkaar zull<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>. Bij gebrek aan deze<br />

inzicht<strong>en</strong>, lijkt het belangrijk ernaar te strev<strong>en</strong> dat beleid <strong>en</strong> strategie op de kortere<br />

termijn consist<strong>en</strong>t zijn met de doel<strong>en</strong> <strong>van</strong> het mom<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de midd<strong>en</strong>lange termijn.<br />

Het lijkt verstandig niet direct op langere termijn uitdaging<strong>en</strong>, zoals ondermeer<br />

peak oil, te reager<strong>en</strong>.<br />

Uit de historische ontwikkeling<strong>en</strong> valt af te leid<strong>en</strong> dat de reserve/productieverhouding<br />

(R/P-ratio) altijd met <strong>en</strong>ige vertraging reageert op de verhoging <strong>van</strong><br />

de prijs. Op grond daar<strong>van</strong> moet word<strong>en</strong> verwacht dat de rec<strong>en</strong>te prijsstijging<strong>en</strong><br />

(2000-2006) ook zull<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> vernieuwde zoektocht naar nieuwe<br />

voorrad<strong>en</strong>. Daarbij resteert de vraag of deze nieuwe voorrad<strong>en</strong> er wel zijn. Dat<br />

hangt mede af <strong>van</strong> de prijsontwikkeling<strong>en</strong>. Als de prijs hoog g<strong>en</strong>oeg is dan kom<strong>en</strong><br />

ook marginale <strong>bronn<strong>en</strong></strong>, zoals teerzandolie, binn<strong>en</strong> bereik <strong>van</strong> economisch<br />

aantrekkelijke exploitatie. Volg<strong>en</strong>s IEA (2005) bevatt<strong>en</strong> de Canadese teerzand<strong>en</strong><br />

alle<strong>en</strong> al meer olie dan alle nu bek<strong>en</strong>de reserves. Er zijn ook om<strong>van</strong>grijke teerzandreserves<br />

in andere werelddel<strong>en</strong> zoals de Baltische Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> Rusland. E<strong>en</strong><br />

vergelijkbaar beeld gaat op voor de andere dragers. Er zijn echter nog grote onzekerhed<strong>en</strong><br />

rond deze opties, <strong>van</strong>wege de grote investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> technologische<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

129


problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong>wege de politieke <strong>en</strong> economische factor<strong>en</strong> die de toegang tot<br />

deze reserves bepal<strong>en</strong>.<br />

Op korte termijn zijn de beschikbare capaciteit <strong>van</strong> de aanwezige installaties e<strong>en</strong><br />

vast gegev<strong>en</strong>. Variaties in vraag <strong>en</strong> aanbod leid<strong>en</strong> vooral tot verandering<strong>en</strong> in de<br />

prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorrad<strong>en</strong>.<br />

Het totale aanbod op korte termijn is vooral afhankelijk <strong>van</strong> besluit<strong>en</strong> <strong>van</strong> overhed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiemaatschappij<strong>en</strong> over de inzet <strong>van</strong> capaciteit. Daarnaast kunn<strong>en</strong><br />

zich door calamiteit<strong>en</strong>, politieke onrust of oorlog<strong>en</strong> tijdelijke onderbreking<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de productie voordo<strong>en</strong>. Ontspanning kan dan alle<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> door afname<br />

<strong>van</strong> de vraag <strong>en</strong> door de inzet <strong>van</strong> alternatieve brandstoff<strong>en</strong>, met name in de<br />

elektriciteitsproductie.<br />

Op de middellange termijn wordt het aanbod bepaald door de investering<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>en</strong>ergiemaatschappij<strong>en</strong> in de productie <strong>van</strong> bek<strong>en</strong>de reserves, <strong>en</strong> in geologische<br />

studies, proefboring<strong>en</strong> <strong>en</strong> productieschatting<strong>en</strong> om nieuwe reserves te creër<strong>en</strong>.<br />

Voor e<strong>en</strong> deel di<strong>en</strong><strong>en</strong> deze investering<strong>en</strong> ter ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> uitgeputte veld<strong>en</strong>.<br />

Op e<strong>en</strong> termijn <strong>van</strong> 10 tot 25 jaar zal de wereld waarschijnlijk steeds afhankelijker<br />

word<strong>en</strong> <strong>van</strong> olie <strong>en</strong> gas uit e<strong>en</strong> beperkt aantal land<strong>en</strong>. De expansie <strong>van</strong> de productiecapaciteit<br />

zal daarom voor e<strong>en</strong> belangrijk deel afhang<strong>en</strong> <strong>van</strong> de investering<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de NOCs in OPEC-land<strong>en</strong>. Sommige land<strong>en</strong>, zoals Saoedi-Arabië <strong>en</strong><br />

Koeweit, zijn hiertoe in staat. Andere stat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> echter grote moeite om te<br />

invester<strong>en</strong>, omdat ze ge<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>lands kapitaal will<strong>en</strong> toelat<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze hun inkomst<strong>en</strong><br />

vaak sp<strong>en</strong>der<strong>en</strong> aan weinig productieve maar politiek gevoelige aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>,<br />

zoals subsidies voor de bevolking <strong>en</strong> wap<strong>en</strong>s.<br />

In veel (pot<strong>en</strong>tiële) productieland<strong>en</strong> bestaan er bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> grote lokale of algem<strong>en</strong>e<br />

weerstand<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> olie- <strong>en</strong> gasproductie, omdat er niet voldo<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>ing<br />

gehoud<strong>en</strong> wordt met de belang<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bevolking <strong>en</strong> de noodzakelijke legitimiteit<br />

<strong>van</strong> grondstoff<strong>en</strong>winning door buit<strong>en</strong>landse bedrijv<strong>en</strong>.<br />

Op de lange termijn kunn<strong>en</strong> zowel de uiteindelijke beschikbaarheid <strong>van</strong> olie als<br />

de inzetbaarheid daar<strong>van</strong>, <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> duurzaamheid, e<strong>en</strong> echt<br />

probleem gaan vorm<strong>en</strong>. Op deze termijn wordt het aanbod <strong>van</strong> olie bepaald door<br />

de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de reserves. De winzekerheid <strong>van</strong> olieveld<strong>en</strong> wordt door geologische,<br />

technische <strong>en</strong> economische factor<strong>en</strong> bepaald.<br />

10.2 Toegang tot de voorrad<strong>en</strong><br />

Het feit dat er nog zeer grote reserves bestaan <strong>van</strong> de fossiele <strong>en</strong>ergiedragers <strong>en</strong><br />

uranium houdt niet automatisch in dat de kom<strong>en</strong>de ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> de gew<strong>en</strong>ste<br />

<strong>en</strong>ergiedragers voor Noordwest-Europa <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> beschikbaar zull<strong>en</strong> zijn.<br />

Het probleem ligt <strong>en</strong>erzijds in de winnings- <strong>en</strong> verwerkingscapaciteit <strong>en</strong> anderzijds<br />

in de geopolitieke verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de olieconsumer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> -producer<strong>en</strong>de<br />

land<strong>en</strong>.<br />

De specifieke organisatie <strong>van</strong> de waardeket<strong>en</strong>s voor primaire <strong>en</strong>ergie dragers,<br />

m.n. olie <strong>en</strong> gas is veranderd in de loop der tijd. Het belang <strong>en</strong> de rol <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

typ<strong>en</strong> olie- <strong>en</strong> gasmaatschappij<strong>en</strong> varieert in de tijd <strong>en</strong> ook de invloed<br />

130<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


<strong>van</strong> overhed<strong>en</strong> in de ket<strong>en</strong>s laat verschuiving<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Dat heeft belangrijke consequ<strong>en</strong>ties<br />

gehad voor het aanbod, de vraag <strong>en</strong> de prijs <strong>van</strong> olie <strong>en</strong> gas <strong>en</strong> voor<br />

de plaats<strong>en</strong> waar het geproduceerd werd. Tegelijkertijd zijn vraag, aanbod <strong>en</strong><br />

prijs ontwikkeling<strong>en</strong> weer <strong>van</strong> invloed op de organisatie <strong>van</strong> de ket<strong>en</strong> <strong>en</strong> de belang<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> overhed<strong>en</strong>.<br />

Hoge olieprijz<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>de vraag, de perceptie <strong>van</strong> teruglop<strong>en</strong>de oliereserves<br />

<strong>en</strong> uitputting <strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de afhankelijkheid <strong>van</strong> instabiele produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

bepal<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>teel de beeldvorming rond de <strong>en</strong>ergiemarkt.<br />

Gegev<strong>en</strong> de zich ontwikkel<strong>en</strong>de vraag- <strong>en</strong> aanbodverhouding<strong>en</strong> gaan geopolitieke<br />

overweging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere rol spel<strong>en</strong>. Eén <strong>van</strong> de gevolg<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> is dat<br />

overhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>land<strong>en</strong> de voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie expliciet<br />

als doel gaan hanter<strong>en</strong>.<br />

Zowel met betrekking tot de zekerheid <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing, als met betrekking<br />

tot duurzaamheidaspect<strong>en</strong>, lijkt het niet voor de hand ligg<strong>en</strong>d dat via marktwerking<br />

alle<strong>en</strong> de gew<strong>en</strong>ste situatie bereikt gaat word<strong>en</strong>, zonder duidelijke sturing<br />

door overhed<strong>en</strong>.<br />

Er bestaat e<strong>en</strong> grote mate <strong>van</strong> afhankelijkheid <strong>van</strong> de EU <strong>van</strong> gas geïmporteerd<br />

via pijpleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> er zijn weinig alternatiev<strong>en</strong>. Strategisch <strong>en</strong> economisch gezi<strong>en</strong><br />

is het onw<strong>en</strong>selijk om afhankelijk te zijn <strong>van</strong> <strong>en</strong>kele exporteurs, <strong>en</strong>erzijds,<br />

<strong>van</strong>wege het gevaar <strong>van</strong> onderbreking <strong>van</strong> de aanvoer <strong>en</strong>, anderzijds, <strong>van</strong>wege<br />

de mogelijkhed<strong>en</strong> voor het misbruik<strong>en</strong> <strong>van</strong> marktmacht om de <strong>en</strong>ergieprijz<strong>en</strong> op<br />

te drijv<strong>en</strong>.<br />

De groei<strong>en</strong>de capaciteit in LNG-terminals biedt <strong>en</strong>ig soulaas de mogelijkhed<strong>en</strong><br />

daar zijn ook beperkt. Voortgaande ontwikkeling <strong>van</strong> deze optie hangt sam<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> geschikt investeringsklimaat voor terminals <strong>en</strong> transito pijpleiding<strong>en</strong>,<br />

waarbij de reguleringssystematiek e<strong>en</strong> factor <strong>van</strong> groot belang is.<br />

Voor het <strong>en</strong>ergiebeleid <strong>van</strong> Noordwest-Europese overhed<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dit dat het<br />

op de kortere termijn internationaal gezi<strong>en</strong> vooral <strong>van</strong> belang is maatregel<strong>en</strong> te<br />

treff<strong>en</strong> die effectief zijn in het bevorder<strong>en</strong> het investeringsklimaat. Basiselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

hierin zijn het mijnbouw- <strong>en</strong> belastingsregime, marktregulering <strong>en</strong> marktwerkingbeleid,<br />

milieu- <strong>en</strong> andere vergunning<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrijheid <strong>van</strong> kapitaalverkeer. Op<br />

termijn zull<strong>en</strong> de prijseffect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de schaarste <strong>en</strong> afhankelijkheid <strong>van</strong>zelf meer<br />

drijv<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> gaan vorm<strong>en</strong>.<br />

Om op de midd<strong>en</strong>lange termijn de marktprikkels in de gew<strong>en</strong>ste richting uit te<br />

lat<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de mondiale <strong>en</strong> lokale milieu- <strong>en</strong> afhankelijkheidseffect<strong>en</strong><br />

zichtbaar gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergie.<br />

E<strong>en</strong> voorname conclusie is dat te verwacht<strong>en</strong> marktontwikkeling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het<br />

juiste tijdsbestek beoordeeld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om adequaat beleid te kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>.<br />

10.3 Externe kost<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> ander aspect <strong>van</strong> de winning <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers is dat deze consequ<strong>en</strong>ties<br />

heeft voor het milieu <strong>en</strong> voor de omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> de winninglocaties. Nade-<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

131


lige gevolg<strong>en</strong> zijn bijvoorbeeld de aantasting <strong>van</strong> het lokale milieu <strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

gezondheid <strong>van</strong> omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uitputting <strong>van</strong> de lokale grondstofvoorrad<strong>en</strong>.<br />

Via het begrip ‘externe kost<strong>en</strong>’ zijn in het <strong>rapport</strong> de externe effect<strong>en</strong> uitgedrukt in<br />

economische term<strong>en</strong>. Hiervoor is het ExternE- programma gebruikt dat is ontwikkeld<br />

in opdracht <strong>van</strong> de Europese Commissie. De totale externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

gebruik <strong>van</strong> fossiele <strong>en</strong>ergiedragers <strong>en</strong> uranium in Vlaander<strong>en</strong> bedrag<strong>en</strong> bijna<br />

€ 1 miljard per jaar. Bij de bepaling hier<strong>van</strong> is rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de om<strong>van</strong>g<br />

<strong>en</strong> de herkomst <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiestrom<strong>en</strong>.<br />

Het overgrote deel <strong>van</strong> de kost<strong>en</strong> is gekoppeld aan het gebruik <strong>van</strong> olie. Deze<br />

kost<strong>en</strong> ontstaan door het affakkel<strong>en</strong> <strong>van</strong> zuur geassocieerd gas bij de oliewinning<br />

in Rusland <strong>en</strong> de daarbij optred<strong>en</strong>de emissie <strong>van</strong> SO2.<br />

Op de tweede plaats volg<strong>en</strong> de externe kost<strong>en</strong> gerelateerd aan de upstream process<strong>en</strong><br />

in de ket<strong>en</strong> voor uranium. Deze houd<strong>en</strong> voornamelijk verband met blootstelling<br />

aan straling als gevolg <strong>van</strong> radonemissies uit opslagreservoirs <strong>van</strong> radioactief<br />

afval bij de mijn<strong>en</strong>.<br />

De g<strong>en</strong>oemde kost<strong>en</strong> zijn de kost<strong>en</strong> die noodgedwong<strong>en</strong> voor rek<strong>en</strong>ing kom<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de maatschappij, ook wel aangeduid als ‘off budget’-kost<strong>en</strong>. Er zijn ook bewuste<br />

subsidies <strong>van</strong> de overheid die activiteit<strong>en</strong> met externe effect<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> zo de effect<strong>en</strong> vererger<strong>en</strong>. Deze kost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangeduid als ‘on budget’.<br />

Europees onderzoek toont aan dat vooral bij kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> uranium de ‘on budget’kost<strong>en</strong><br />

nag<strong>en</strong>oeg dezelfde om<strong>van</strong>g hebb<strong>en</strong> als de ‘off budget’-kost<strong>en</strong>.<br />

10.4 Betek<strong>en</strong>is voor Vlaander<strong>en</strong><br />

De hiervoor beschrev<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> voor Noordwest-Europa zijn zonder uitzondering<br />

<strong>van</strong> toepassing op Vlaander<strong>en</strong>. De winbare voorkom<strong>en</strong>s voor kol<strong>en</strong>, olie, gas<br />

<strong>en</strong> uranium zijn aanzi<strong>en</strong>lijk, maar er zijn ook onzekerhed<strong>en</strong>.<br />

Belangrijk is dat het bestaan <strong>van</strong> om<strong>van</strong>grijke reserves niet automatisch betek<strong>en</strong>t<br />

dat de kom<strong>en</strong>de ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> de gew<strong>en</strong>ste <strong>en</strong>ergiedragers beschikbaar<br />

zull<strong>en</strong> zijn. Het probleem ligt <strong>en</strong>erzijds in de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de winning-<br />

<strong>en</strong> verwerkingscapaciteit <strong>en</strong> anderzijds in de geopolitieke verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

de olieconsumer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> -producer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>. Daar ligg<strong>en</strong> de grootste onzekerhed<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast heeft de winning <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers consequ<strong>en</strong>ties voor het milieu<br />

<strong>en</strong> voor de omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> de winninglocaties. Uitgedrukt in economische term<strong>en</strong><br />

kost<strong>en</strong> de externe effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> fossiele <strong>en</strong>ergiedragers <strong>en</strong><br />

uranium in Vlaander<strong>en</strong> bijna € 1 miljard per jaar. Deze kost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet door<br />

de Vlaamse geme<strong>en</strong>schap betaald. Daarnaast zijn er ‘milieuschadelijke’ subsidies,<br />

waarvoor wel wordt betaald maar die de negatieve effect<strong>en</strong> juist vererger<strong>en</strong>.<br />

Naar de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> deze subsidies in Vlaander<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> onderzoek verricht.<br />

Voor de Vlaamse overheid zijn er op hoofdlijn twee beleidsterrein<strong>en</strong> waar keuz<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt <strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevorderd. Dat zijn de<br />

beschikbaarheid <strong>van</strong> voldo<strong>en</strong>de dragers <strong>en</strong> de meer duurzame ontwikkeling <strong>van</strong><br />

de winninglocaties.<br />

132<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid<br />

Op het terrein <strong>van</strong> de voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid <strong>van</strong> de dragers zijn er feitelijk twee<br />

hoofdspor<strong>en</strong>:<br />

a Verminder<strong>en</strong> <strong>van</strong> de eig<strong>en</strong> afhankelijkheid <strong>van</strong> fossiele <strong>en</strong>ergiedragers <strong>en</strong><br />

uranium.<br />

b Bijdrag<strong>en</strong> aan internationale initiatiev<strong>en</strong> om de waardeket<strong>en</strong>s beter in balans<br />

te krijg<strong>en</strong>.<br />

Er zijn politieke keuz<strong>en</strong> vereist om op deze terrein<strong>en</strong> daadwerkelijke impact te<br />

bereik<strong>en</strong>. De afhankelijkheid <strong>van</strong> Vlaander<strong>en</strong> is immers groot (in olieterm<strong>en</strong> ruim<br />

280 miljo<strong>en</strong> vat<strong>en</strong> per jaar) <strong>en</strong> de relatieve inbr<strong>en</strong>g op wereldschaal gering<br />

(0,4%). Op beide vlakk<strong>en</strong> zijn er echter zeker mogelijkhed<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> <strong>van</strong> de belangrijkste conclusies die uit het onderzoek wordt getrokk<strong>en</strong> is dat<br />

er expliciet onderscheid gemaakt moet word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>, <strong>en</strong>erzijds, vraag- <strong>en</strong> aanbodaspect<strong>en</strong><br />

die vooral te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de huidige marktomstandighed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>, anderzijds, ontwikkeling<strong>en</strong> die pas op langere termijn echt rele<strong>van</strong>t zull<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Als deze analyse niet expliciet gemaakt wordt, kunn<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

negatief effect hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>stapeling <strong>van</strong> ingrep<strong>en</strong> in de markt, zonder<br />

heldere relatie met het probleem <strong>en</strong> het mom<strong>en</strong>t waarop het zich voordoet, kan<br />

serieuze consequ<strong>en</strong>ties hebb<strong>en</strong> voor de oliemarkt <strong>en</strong> de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing in<br />

bredere zin.<br />

Daarnaast is de internationale <strong>en</strong> in België federale, compon<strong>en</strong>t <strong>van</strong> belang. Zekerheid<br />

<strong>van</strong> <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing is e<strong>en</strong> vitaal belang <strong>van</strong> de EU-lidstat<strong>en</strong>. Als daar<br />

onzekerheid over bestaat of als er sprake is <strong>van</strong> asymmetrie tuss<strong>en</strong> land<strong>en</strong>, ontstaat<br />

er e<strong>en</strong> sterke neiging om unilateraal <strong>en</strong>ergiebeleid te implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Vanwege<br />

de Europese integratie <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiemarkt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de liberalisering <strong>van</strong> deze<br />

markt<strong>en</strong> bestaan er echter steeds minder mogelijkhed<strong>en</strong> om nationaal effectief<br />

beleid te voer<strong>en</strong>.<br />

Nationale strategieën op het gebied <strong>van</strong> prefer<strong>en</strong>tiële buit<strong>en</strong>landse betrekking<strong>en</strong><br />

met produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of met betrekking tot de reservering <strong>van</strong> brandstoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> capaciteit<br />

voor eig<strong>en</strong> gebruik kunn<strong>en</strong> tot gevolg hebb<strong>en</strong> dat EU-beleid ineffectief<br />

wordt. Tegelijkertijd betek<strong>en</strong>t dat de EU moet strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> coher<strong>en</strong>t beleid<br />

voor veiligheid <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing, dat rek<strong>en</strong>ing houdt met de asymmetrie in<br />

de mate waarin lidstat<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door onderbreking<strong>en</strong> in de<br />

<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing.<br />

In algem<strong>en</strong>e zin is het <strong>van</strong> belang tot e<strong>en</strong> acceptabele balans te kom<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door middel <strong>van</strong> het aangaan <strong>van</strong> dialog<strong>en</strong> over<br />

bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde <strong>en</strong> andere aspect<strong>en</strong>, zoals de technologietransfer, ondersteuning<br />

bij het g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>van</strong> toegevoegde waarde, etc.<br />

Daarbij is hier uitgegaan <strong>van</strong> twee toekomstsc<strong>en</strong>ario’s. In het eerste sc<strong>en</strong>ario<br />

mondialiseert <strong>en</strong> integreert de wereldeconomie steeds verder <strong>en</strong> is vrijhandel -<br />

ook voor <strong>en</strong>ergie - het motto (de economisch gedrev<strong>en</strong> wereld). Hierbij zull<strong>en</strong> de<br />

<strong>en</strong>ergiestrom<strong>en</strong> via marktwerking hun weg vind<strong>en</strong> naar de consum<strong>en</strong>t <strong>en</strong> zal de<br />

rol <strong>van</strong> overhed<strong>en</strong> relatief beperkt <strong>en</strong> faciliter<strong>en</strong>d <strong>van</strong> aard zijn.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

133


In het tweede sc<strong>en</strong>ario operer<strong>en</strong> land<strong>en</strong>, <strong>van</strong>uit hun nationale belang<strong>en</strong>, meer<br />

politiek-strategisch. Energiestrom<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in dit sc<strong>en</strong>ario gepolitiseerd word<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> de <strong>en</strong>ergiehandel vooral tot stand kom<strong>en</strong> via overheidshandel<strong>en</strong> (de politiek<br />

gedrev<strong>en</strong> wereld). De uiteindelijke beslissing<strong>en</strong> over belangrijke kwesties omtr<strong>en</strong>t<br />

de <strong>en</strong>ergiestrom<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> in dit sc<strong>en</strong>ario bij de overheid.<br />

Het Vlaamse <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ingszekerheidbeleid zal effectief <strong>en</strong> robuust moet<strong>en</strong><br />

zijn voor beide sc<strong>en</strong>ario’s, omdat het nog onduidelijk is welk sc<strong>en</strong>ario dominant<br />

zal blijk<strong>en</strong> te zijn.<br />

Duurzame ontwikkeling<br />

Voor wat betreft de meer duurzame ontwikkeling op de winninglocaties zijn er<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s twee hoofdspor<strong>en</strong>:<br />

a Het aanpakk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de milieuschadelijke subsidies in eig<strong>en</strong> land, die misstand<strong>en</strong><br />

elders bevorder<strong>en</strong>.<br />

b Het <strong>van</strong>uit Vlaander<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> <strong>van</strong> betere arbeidsomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

milieuzorg op de winninglocaties.<br />

Het aanpakk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de milieuschadelijke subsidies (de ‘on-budget’ externe kost<strong>en</strong>)<br />

is iets dat de Vlaamse overheid in eig<strong>en</strong> hand heeft. Voor zover bek<strong>en</strong>d is<br />

echter in Vlaander<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> onderzoek verricht naar de huidige om<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />

deze subsidies, zoals dat bijvoorbeeld wel in Nederland in kaart is gebracht (CE,<br />

2005). Daarnaast is het w<strong>en</strong>selijk beleid te formuler<strong>en</strong> om nieuwe gevall<strong>en</strong> te<br />

voorkom<strong>en</strong>, bijvoorbeeld rond de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de import <strong>van</strong> biomassa.<br />

De noodzaak tot e<strong>en</strong> duurzamere <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing zal op deze termijn e<strong>en</strong><br />

factor <strong>van</strong> belang gaan vorm<strong>en</strong>. Het mondiale broeikaseffect, lokale milieueffect<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong>wege de productie <strong>en</strong> consumptie <strong>van</strong> steeds grotere hoeveelhed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> de voortgaande ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergietechnologieën <strong>en</strong> material<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> druk uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de toepassing <strong>van</strong> nieuwe system<strong>en</strong> <strong>en</strong> toepassing<strong>en</strong><br />

waarbij duurzaamheid <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie-efficiëntie e<strong>en</strong> steeds grotere rol kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>.<br />

Op termijn zull<strong>en</strong> de prijseffect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de schaarste <strong>en</strong> afhankelijkheid <strong>van</strong>zelf<br />

e<strong>en</strong> drijv<strong>en</strong>de kracht gaan vorm<strong>en</strong>. Daarnaast zal het noodzakelijk zijn om de<br />

mondiale <strong>en</strong> lokale milieu- <strong>en</strong> afhankelijkheidseffect<strong>en</strong> zichtbaar te mak<strong>en</strong> in kost<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> voor de betrokk<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie.<br />

Het bijdrag<strong>en</strong> aan betere arbeidsomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> betere milieuzorg op de<br />

winninglocaties, <strong>van</strong>uit Vlaander<strong>en</strong>, is ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige zaak, alle<strong>en</strong> al omdat de<br />

herkomst <strong>van</strong> de dragers in veel gevall<strong>en</strong> gewoonweg niet bek<strong>en</strong>d is <strong>en</strong> deze<br />

voornamelijk wordt bepaald door marktactor<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> geliberaliseerde <strong>en</strong>ergiemarkt.<br />

Toch kan de Vlaamse overheid meer do<strong>en</strong> dan het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> morele<br />

druk op de marktactor<strong>en</strong>.<br />

Zo is bij de import <strong>van</strong> uranium het land <strong>van</strong> herkomst redelijk te bepal<strong>en</strong>, doordat<br />

de afnemers het uranium min of meer direct bestell<strong>en</strong> bij de mijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eis<strong>en</strong><br />

die word<strong>en</strong> gesteld in het kader <strong>van</strong> non-proliferatie. Hierdoor is het <strong>van</strong>uit de<br />

overheid mogelijk, om bijvoorbeeld via vergunningeis<strong>en</strong>, voorwaard<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong><br />

aan het land <strong>van</strong> herkomst voor het uranium. Dat kan e<strong>en</strong> groot verschil mak<strong>en</strong><br />

134<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


voor wat betreft duurzaamheid. Zulke eis<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op dit mom<strong>en</strong>t ook in Nederland<br />

overwog<strong>en</strong>. Bij aardgas <strong>en</strong> t<strong>en</strong> dele ook voor aardolie is de herkomst <strong>van</strong> de<br />

dragers, via de loop <strong>van</strong> pijpleiding<strong>en</strong>, beperkt vast te stell<strong>en</strong>, maar is het stell<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> eis<strong>en</strong> veel lastiger. In wez<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> de <strong>en</strong>ergiestrom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecertificeerd<br />

of gelabeld om dit mogelijk te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> het is om verschill<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

niet realistisch om te veronderstell<strong>en</strong> dat dit op afzi<strong>en</strong>bare termijn haalbaar<br />

zal zijn. Dit is dus e<strong>en</strong> aspect waar Vlaander<strong>en</strong> zich alle<strong>en</strong> in internationaal<br />

kader sterk voor zou kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> laatste handelingsperspectief voor dit type <strong>van</strong> dragers zou zijn in eig<strong>en</strong> land<br />

extra belasting te heff<strong>en</strong> op het gebruik <strong>van</strong> fossiele dragers <strong>en</strong> met deze middel<strong>en</strong><br />

zelf gerichte actie te nem<strong>en</strong> naar waarschijnlijke land<strong>en</strong> <strong>van</strong> herkomst, om<br />

daar de leefomstandighed<strong>en</strong> te verbeter<strong>en</strong> <strong>en</strong> milieueffect<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong>. Of dit<br />

dan één op één gekoppeld is aan het <strong>en</strong>ergieverbruik in Vlaander<strong>en</strong> of niet kan<br />

daarbij dan als <strong>van</strong> secundair belang word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

135


136<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


CE CE<br />

Oplossing<strong>en</strong> Oplossing<strong>en</strong> voor voor<br />

milieu, economie economie<br />

<strong>en</strong> <strong>en</strong> technologie<br />

Oude Delft 180<br />

2611 Oude HH Delft Delft 180<br />

tel: 015 2611 2 150 HH 150 Delft<br />

fax: tel: 015 015 2 150 2 150 151150<br />

e-mail: ce@ce.nl<br />

fax: 015 2 150 151<br />

website: www.ce.nl<br />

Beslot<strong>en</strong> e-mail: V<strong>en</strong>nootschap ce@ce.nl<br />

website: KvK 27251086<br />

www.ce.nl<br />

Beslot<strong>en</strong> V<strong>en</strong>nootschap<br />

KvK 27251086<br />

Rapport<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> analyse <strong>van</strong> de drijv<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> achter<br />

de beschikbaarheid <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiedragers<br />

Delft, juli 2007<br />

Olie, gas, kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> uranium<br />

Bijlag<strong>en</strong><br />

Opgesteld door: J.H.B. (Jos) B<strong>en</strong>ner, CE<br />

A.F. (Aad) Correljé, CIEP *<br />

H.J. (Harry) Croez<strong>en</strong>, CE<br />

L.C. (Lucia) <strong>van</strong> Geuns, CIEP *<br />

S. (Stephan) Slingerland, CIEP *<br />

J.T.W. (Jan) Vroonhof, CE<br />

* Cling<strong>en</strong>dael International Energy Programme<br />

137


138<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Sectie E Bijlag<strong>en</strong><br />

Deze sectie omvat e<strong>en</strong> aantal bijlag<strong>en</strong>, die de geïnterresseerde lezer specifieke<br />

toelichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> achtergrondinformatie bied<strong>en</strong>, alsmede e<strong>en</strong> uitgebreide refer<strong>en</strong>tielijst<br />

<strong>en</strong> bibliografie.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

139


140<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


A Begripp<strong>en</strong>lijst<br />

Deze bijlage bevat e<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>lijst met de belangrijkste begripp<strong>en</strong> rond de winning<br />

<strong>van</strong> kol<strong>en</strong>, olie, gas <strong>en</strong> uranium. De begripp<strong>en</strong> uit de eerste drie sector<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong> in hoge mate overe<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn in één blok sam<strong>en</strong>gevoegd. Voor de uraniumwinning<br />

bestaan sectorspecifieke begripp<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> separaat blok zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Omdat de markt internationaal is word<strong>en</strong> hiervoor in vele land<strong>en</strong> dezelfde Engelse<br />

term<strong>en</strong> gehanteerd <strong>en</strong> Engelse omschrijving<strong>en</strong> <strong>van</strong> de betek<strong>en</strong>is. De woord<strong>en</strong>lijst<br />

gaat dan ook primair uit <strong>van</strong> deze Engelse begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong>. Bij<br />

elke term is ook getracht hieraan e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de Nederlandse aanduiding te koppel<strong>en</strong>.<br />

A.1 Kol<strong>en</strong>-, olie- <strong>en</strong> gaswinning<br />

1P<br />

Equival<strong>en</strong>t to Proved Reserves<br />

2P<br />

The Sum of Proved Reserves plus Probable Reserves<br />

3P<br />

The Sum of Proved Reserves plus Probable Reserves plus Possible Reserves<br />

Accumulation – verzameling / ope<strong>en</strong>hoping<br />

Earth formation containing conc<strong>en</strong>trated quantities of coal, oil or gas.<br />

Barrel - Vat<br />

A unit of measure for oil and petroleum products that is equival<strong>en</strong>t to 42 U.S.<br />

gallons.<br />

Carrier - drager<br />

Coal, oil and gas are referred to as <strong>en</strong>ergy-carriers. Sometimes the term fuel<br />

carrier is also used for e.g. rock or tarsands, which contains substantial quantities<br />

of coal, oil or gas.<br />

Coalbed Methane – Ste<strong>en</strong>koolgebond<strong>en</strong> methaan<br />

Natural gas contained in coal deposits, whether or not stored in gaseous phase.<br />

Coalbed methane, though usually mostly methane, may be produced with<br />

variable amounts of inert or ev<strong>en</strong> non-inert gases.<br />

Conting<strong>en</strong>t Resources – Voorwaardelijke voorrad<strong>en</strong><br />

Those quantities of coal, oil or gas which are estimated, on a giv<strong>en</strong> date, to be<br />

pot<strong>en</strong>tially recoverable from known accumulations but which are not curr<strong>en</strong>tly<br />

considered to be commercially recoverable.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

141


Crude Oil Equival<strong>en</strong>t – Equival<strong>en</strong>t <strong>van</strong> ruwe olie<br />

Converting coal, oil or gas volumes to the crude oil equival<strong>en</strong>t is customarily<br />

done on the basis of the heating cont<strong>en</strong>t or calorific value of the fuel. Industry gas<br />

conversion factors usually range betwe<strong>en</strong> 1.0 barrel of oil equival<strong>en</strong>t (boe) = 180<br />

to 200 standard m 3 gas. Coal ore quality is too differ<strong>en</strong>t to provide such a range.<br />

Developed Reserves – Ontwikkelde reserves<br />

Developed reserves are expected to be recovered from existing wells including<br />

reserves behind pipe. Improved recovery reserves are considered developed<br />

only after the necessary equipm<strong>en</strong>t has be<strong>en</strong> installed, or wh<strong>en</strong> the costs to do<br />

so are relatively minor. Developed reserves may be sub-categorized as<br />

producing or non-producing.<br />

Discovered - Blootgelegd<br />

The term applied to a coal, oil or gas resource whose exist<strong>en</strong>ce has be<strong>en</strong><br />

determined by its actual p<strong>en</strong>etration by a well or shaft, which has also clearly<br />

demonstrated the exist<strong>en</strong>ce of moveable fuel carrier or at least some recovery of<br />

a sample of the carrier. Log and/or core data may suffice for proof of exist<strong>en</strong>ce<br />

of fuel if an analogous reservoir is available for comparison.<br />

Discovered Fuel-initially-in-place – Oorspronkelijk aanwezige brandstof<br />

That quantity of coal, oil or gas which is estimated, on a giv<strong>en</strong> date, to be<br />

contained in known accumulations, plus those quantities already produced<br />

therefrom. Discovered Fuel-initially-in-place may be subdivided into Commercial<br />

and Sub-commercial categories, with the estimated pot<strong>en</strong>tially recoverable portion<br />

being classified as Reserves and Conting<strong>en</strong>t Resources respectively.<br />

Downhole - Boorgat<br />

A term used to describe tools, equipm<strong>en</strong>t, and instrum<strong>en</strong>ts used in the wellbore<br />

or the shaft or conditions or techniques applying to those.<br />

Downstream – Het finale deel <strong>van</strong> het productie- <strong>en</strong> marktproces<br />

Wh<strong>en</strong> referring to the oil and gas industry, this term indicates the refining and<br />

marketing sectors of the industry. More g<strong>en</strong>erically, the term can be used to refer<br />

to any step further along in the process than the exploration and production.<br />

E&P - Exploratie <strong>en</strong> productie<br />

Exploration and production. The "upstream" sector of the coil, oil and gas<br />

industry.<br />

Enhanced recovery (ER) – Verhoogde winning<br />

Refers to a variety of processes to increase the amount of coal, oil or gas<br />

removed from a reservoir, e.g. by injecting a liquid (e.g., water, surfactant) or gas<br />

(e.g., nitrog<strong>en</strong>, carbon dioxide).<br />

142<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Estimated Ultimate Recovery – Geschatte uiterste winning<br />

Those quantities of coal, oil or gas which are estimated, on a giv<strong>en</strong> date, to be<br />

pot<strong>en</strong>tially recoverable from an accumulation, plus those quantities already<br />

produced therefrom.<br />

Exploration - Exploratie<br />

Prospecting for undiscovered petroleum.<br />

Injection - Inbr<strong>en</strong>ging<br />

The forcing or pumping of substances into a porous and permeable subsurface<br />

rock formation. Examples of injected substances can include either gases or<br />

liquids.<br />

Low/Best/High Estimates – Laagste/beste/hoogste schatting<strong>en</strong><br />

The range of uncertainty reflects a reasonable range of estimated pot<strong>en</strong>tially<br />

recoverable volumes for an individual accumulation or a project. In the case of<br />

reserves, and where appropriate, this range of uncertainty can be reflected in<br />

estimates for proved reserves (1P), proved plus probable reserves (2P), and<br />

proved plus probable plus possible reserves (3P) sc<strong>en</strong>arios. For other resource<br />

categorisations, the equival<strong>en</strong>t terms Low Estimate, Best Estimate, and High<br />

Estimate are used.<br />

Non-producing Reserves – Niet geproduceerde voorrad<strong>en</strong><br />

Reserves subcategorized as non-producing include shut-in and behind-pipe<br />

reserves. Shut-in reserves are expected to be recovered from (1) completion<br />

intervals which are op<strong>en</strong> at the time of the estimate, but which have not started<br />

producing, (2) wells or mines which were shut-in for market conditions or pipeline<br />

connections, or (3) wells or mines not capable of production for mechanical<br />

reasons. Behind-pipe reserves are expected to be recovered from zones in<br />

existing wells, which will require additional completion work or future<br />

recompletion prior to the start of production.<br />

Planned for Developm<strong>en</strong>t – Gepland voor ontwikkeling<br />

Satisfies all the criteria for reserves, and there is a firm int<strong>en</strong>t to develop, but<br />

detailed developm<strong>en</strong>t planning and/or necessary approvals/contracts have yet to<br />

be finalized.<br />

Possible Reserves – Mogelijke voorrad<strong>en</strong><br />

Possible reserves are those unproved reserves which analysis of geological and<br />

<strong>en</strong>gineering data suggests are less likely to be recoverable than probable<br />

reserves. In this context, wh<strong>en</strong> probabilistic methods are used, there should be at<br />

least a 10% probability that the quantities actually recovered will equal or exceed<br />

the sum of estimated proved, plus probable, plus possible reserves. In g<strong>en</strong>eral,<br />

possible reserves may include (1) reserves which, based on geological<br />

interpretations, could possibly exist beyond areas classified as probable, (2)<br />

reserves in formations that appear to be petroleum bearing, based on log and<br />

core analysis but may not be productive at commercial rates, (3) increm<strong>en</strong>tal<br />

reserves attributed to infill drilling that are subject to technical uncertainty, (4)<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

143


eserves attributed to improved recovery methods wh<strong>en</strong> (a) a project or pilot is<br />

planned, but not in operation and (b) rock, fluid, and reservoir characteristics are<br />

such that a reasonable doubt exists that the project will be commercial, and (5)<br />

reserves in an area of the formation that appears to be separated from the<br />

proved area by faulting and geological interpretation indicates the subject area is<br />

structurally lower than the proved area. Oft<strong>en</strong> referred to as 3P.<br />

Mate <strong>van</strong> zekerheid (in %)<br />

Probable Reserves – Waarschijnlijke reserves<br />

Probable reserves are those unproved reserves which analysis of geological and<br />

<strong>en</strong>gineering data suggests are more likely than not to be recoverable. In this<br />

context, wh<strong>en</strong> probabilistic methods are used, there should be at least a 50%<br />

probability that the quantities actually recovered will equal or exceed the sum of<br />

estimated proved plus probable reserves. In g<strong>en</strong>eral, probable reserves may include<br />

(1) reserves anticipated to be proved by normal step-out drilling where subsurface<br />

control is inadequate to classify these reserves as proved, (2) reserves in<br />

formations that appear to be productive, based on well log characteristics, but<br />

lack core data or definitive tests and which are not analogous to producing or<br />

proved reservoirs in the area, (3) increm<strong>en</strong>tal reserves attributable to infill drilling<br />

that could have be<strong>en</strong> classified as proved if closer statutory spacing had be<strong>en</strong><br />

approved at the time of the estimate, (4) reserves attributable to improved<br />

recovery methods that have be<strong>en</strong> established by repeated commercially<br />

successful applications wh<strong>en</strong> (a) a project or pilot is planned, but not in operation<br />

and (b) rock, fluid, and reservoir characteristics appear favorable for commercial<br />

application, (5) reserves in an area of the formation that appears to be separated<br />

from the proved area by faulting and the geologic interpretation indicates the<br />

subject area is structurally higher than the proved area, (6) reserves attributable<br />

to a future workover, treatm<strong>en</strong>t, re-treatm<strong>en</strong>t, change of equipm<strong>en</strong>t, or other<br />

mechanical procedures, where such procedure has not be<strong>en</strong> proved successful<br />

in wells which exhibit similar behavior in analogous reservoirs, and (7)<br />

increm<strong>en</strong>tal reserves in proved reservoirs where an alternative interpretation of<br />

performance or volumetric data indicates more reserves than can be classified as<br />

proved. Oft<strong>en</strong> referred to as 2P.<br />

144<br />

90%<br />

50%<br />

10%<br />

totale voorraad<br />

totale bek<strong>en</strong>de voorraad<br />

totale reserves<br />

bewez<strong>en</strong> reserves<br />

waarschijnlijke reserves niet winbaar geacht onbek<strong>en</strong>de voorraad<br />

mogelijke reserves<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Producing Reserves – Producer<strong>en</strong>de reserves<br />

Reserves subcategorized as producing are expected to be recovered from<br />

intervals which are op<strong>en</strong> and producing at the time of the estimate. Improved<br />

recovery is considered producing only after the improved recovery project is in<br />

operation.<br />

Production - Productie<br />

Exploration, drilling, production, and the collection of coal, oil or gas.<br />

Prospect – Mogelijke vindplaats<br />

Pot<strong>en</strong>tial accumulation that is suffici<strong>en</strong>tly well defined to repres<strong>en</strong>t a viable drilling<br />

target.<br />

Proved Developed Reserves – Aangetoonde ontwikkelde reserves<br />

Proved Developed Reserves are those Proved Reserves that can be expected to<br />

be recovered through existing wells and facilities and by existing operating<br />

methods. Improved recovery reserves can be considered as Proved Developed<br />

Reserves only after an improved recovery project has be<strong>en</strong> installed and<br />

favorable response has occurred or is expected with a reasonable degree of<br />

certainty. Developed reserves are expected to be recovered from existing wells or mines,<br />

including reserves behind pipe. Improved recovery reserves are considered<br />

developed only after the necessary equipm<strong>en</strong>t has be<strong>en</strong> installed, or wh<strong>en</strong> the<br />

costs to do so are relatively minor.<br />

Proved Reserves – Aangetoonde reserves<br />

Proved reserves are those quantities of coal, oil or gas which, by analysis of<br />

geological and <strong>en</strong>gineering data, can be estimated with reasonable certainty to<br />

be commercially recoverable, from a giv<strong>en</strong> date forward, from known reservoirs<br />

and under curr<strong>en</strong>t economic conditions, operating methods, and governm<strong>en</strong>t<br />

regulations. Proved reserves can be categorized as developm<strong>en</strong>t or<br />

undeveloped.<br />

If deterministic methods are used, the term reasonable certainty is int<strong>en</strong>ded to<br />

express a high degree of confid<strong>en</strong>ce that the quantities will be recovered. If<br />

probabilistic methods are used, there should be at least a 90% probability that<br />

the quantities actually recovered will equal or exceed the estimate. Oft<strong>en</strong> referred<br />

to as 1P, sometimes referred to as “prov<strong>en</strong>”.<br />

Proved Undeveloped Reserves – Aangetoonde onontwikkelde reserves<br />

Proved Undeveloped Reserves are those Proved Reserves that are expected to<br />

be recovered from future wells and facilities, including future improved recovery<br />

projects which are anticipated with a high degree of certainty in reservoirs which<br />

have previously shown favorable response to improved recovery projects.<br />

Recoverable Resources – Winbare olie<strong>bronn<strong>en</strong></strong><br />

Those quantities of hydrocarbons which are estimated to be producible from<br />

accumulations, either discovered or undiscovered.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

145


Reserves – Reserves<br />

Reserves are those quantities of hydrocarbons which are anticipated to be<br />

commercially recovered from known accumulations from a giv<strong>en</strong> date forward.<br />

Reservoir<br />

A subsurface rock formation containing one or more individual and separate<br />

natural accumulations of coal, oil or gas.<br />

Resource Uncertainty Categories<br />

– Indeling <strong>van</strong> voorkom<strong>en</strong>s in categorieën <strong>van</strong> onzekerheid<br />

Any estimation of resource quantities for an accumulation or group of<br />

accumulations is subject to uncertainty and should, in g<strong>en</strong>eral, be expressed as a<br />

range. The function of the three primary categories of reserves (proved,<br />

probable, possible) is to illustrate the range of uncertainty in the estimate of the<br />

pot<strong>en</strong>tially recoverable volume of coal, oil or gas from a known accumulation.<br />

Such estimates, which are done initially for each well or reservoir, may be made<br />

deterministically or probabilistically and are th<strong>en</strong> aggregated for the<br />

accumulation/project as a whole. Provided a similar logic is applied for all<br />

volumetric estimates (including conting<strong>en</strong>t and prospective resources), the<br />

estimate of uncertainty for each accumulation can be tracked over time from<br />

exploration through discovery, developm<strong>en</strong>t, and production. This approach<br />

provides an extremely effective basis for evaluating the validity of the<br />

methodology used for the estimate of pot<strong>en</strong>tially recoverable volumes. The range<br />

of uncertainty reflects a reasonable range of estimated pot<strong>en</strong>tially recoverable<br />

volumes for an individual accumulation or a project. In the case of reserves, and<br />

where appropriate, this range of uncertainty can be reflected in estimates for<br />

proved reserves (1P), proved, plus probable reserves (2P), and proved, plus<br />

probable, plus possible reserves (3P) sc<strong>en</strong>arios.<br />

Total Fuel Initially-in-place<br />

The <strong>en</strong>tire resource base (Total Fuel-initially-in-place) includes all estimated<br />

quantities of coal, oil or gas, as well as those quantities already produced.<br />

Undeveloped Reserves – Niet ontwikkelde reserves<br />

Undeveloped reserves are expected to be recovered: (1) from new wells on<br />

undrilled acreage, (2) from deep<strong>en</strong>ing existing wells to a differ<strong>en</strong>t reservoir, or (3)<br />

where a relatively large exp<strong>en</strong>diture is required to (a) recomplete an existing well<br />

or (b) install production or transportation facilities for primary or improved<br />

recovery projects.<br />

Unproved Reserves – Niet aangetoonde reserves<br />

Unproved reserves are based on geologic and/or <strong>en</strong>gineering data similar to that<br />

used in estimates of proved reserves; but technical, contractual, economic, or<br />

regulatory uncertainties preclude such reserves being classified as proved.<br />

Unproved reserves may be further classified as probable reserves and possible<br />

reserves. Unproved reserves may be estimated assuming future economic<br />

conditions differ<strong>en</strong>t from those prevailing at the time of the estimate. The effect of<br />

possible future improvem<strong>en</strong>ts in economic conditions and technological<br />

146<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


developm<strong>en</strong>ts can be expressed by allocating appropriate quantities of reserves<br />

to the probable and possible classifications.<br />

Unrecoverable Resources<br />

– Voorkom<strong>en</strong>s waar ge<strong>en</strong> winning plaats kan vind<strong>en</strong><br />

The portion of discovered or undiscovered petroleum-initially-in-place quantities<br />

not curr<strong>en</strong>tly considered to be recoverable. A portion of these quantities may<br />

become recoverable in the future as commercial circumstances change,<br />

technological developm<strong>en</strong>ts occur, or addition data is acquired.<br />

Upstream<br />

The exploration and production portions of the coal, oil and gas industry.<br />

A.2 Glossary uranium mining<br />

Activity – Activiteit<br />

The number of disintegrations per unit time inside a radioactive source.<br />

Expressed in becquerels.<br />

ALARA<br />

As Low As Reasonably Achievable, economic and social factors being tak<strong>en</strong> into<br />

account. This is the optimisation principle of radiation protection.<br />

Background radiation – Achtergrondstraling<br />

The naturally occurring ionising radiation which every person is exposed to,<br />

arising from the earth's crust (including radon) and from cosmic radiation.<br />

Becquerel<br />

The SI unit of intrinsic radioactivity in a material. One Bq measures one<br />

disintegration per second and is thus the activity of a quantity of radioactive<br />

material which averages one decay per second (in practice, GBq or TBq are the<br />

common units).<br />

Decay – Verval<br />

Disintegration of atomic nuclei resulting in the emission of alpha or beta particles<br />

(usually with gamma radiation). Also the expon<strong>en</strong>tial decrease in radioactivity of<br />

a material as nuclear disintegrations take place and more stable nuclei are<br />

formed.<br />

Enriched uranium – Verrijkt uranium<br />

Uranium in which the proportion of U-235 (to U-238) has be<strong>en</strong> increased above<br />

the natural 0.7%. Reactor-grade uranium is usually <strong>en</strong>riched to about 3.5%<br />

U-235, weapons-grade uranium is more than 90% U-235.<br />

Half-life – Halfwaardetijd<br />

The period required for half of the atoms of a particular radioactive isotope to<br />

decay and become an isotope of another elem<strong>en</strong>t.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

147


In situ leaching (ISL)<br />

The recovery by chemical leaching of minerals from porous orebodies without<br />

physical excavation. Also known as solution mining.<br />

Ionising radiation – Ioniser<strong>en</strong>de straling<br />

Radiation (including alpha particles) capable of breaking chemical bonds, thus<br />

causing ionisation of the matter through which it passes and damage to living.<br />

Mixed oxide fuel (MOX)<br />

Reactor fuel which consists of both uranium and plutonium oxides, usually about<br />

5% Pu, which is the main fissile compon<strong>en</strong>t.<br />

Natural uranium<br />

Uranium with an isotopic composition as found in nature, containing 99.3%<br />

U-238, 0.7% U-235 and a trace of U-234. Can be used as fuel in heavy<br />

water-moderated reactors.<br />

Oxide fuels – Oxide brandstof<br />

Enriched or natural uranium in the form of the oxide UO2, used in many types of<br />

reactor.<br />

Radioactivity - Radioactiviteit<br />

The spontaneous decay of an unstable atomic nucleus, giving rise to the<br />

emission of radiation.<br />

Radiotoxicity – Radiotoxiciteit<br />

The adverse health effect of a radionucleide due to its radioactivity.<br />

Radium<br />

A radioactive decay product of uranium oft<strong>en</strong> found in uranium ore. It has several<br />

radioactive isotopes. Radium-226 decays to radon-222.<br />

Radon (Rn)<br />

A heavy radioactive gas giv<strong>en</strong> off by rocks containing radium (or thorium).<br />

Rn-222 is the main isotope.<br />

Separative Work Unit (SWU) – Gescheid<strong>en</strong> werke<strong>en</strong>heid<br />

This is a complex unit which is a function of the amount of uranium processed<br />

and the degree to which it is <strong>en</strong>riched, ie the ext<strong>en</strong>t of increase in the<br />

conc<strong>en</strong>tration of the U-235 isotope relative to the remainder. The unit is strictly:<br />

Kilogram Separative Work Unit, and it measures the quantity of separative work<br />

(indicative of <strong>en</strong>ergy used in <strong>en</strong>richm<strong>en</strong>t) wh<strong>en</strong> feed and product quantities are<br />

expressed in kilograms.<br />

Sievert (Sv)<br />

Unit indicating the biological damage caused by radiation. One Joule of beta or<br />

gamma radiation absorbed per kilogram of tissue has 1 Sv of biological effect; 1<br />

J/kg of alpha radiation has 20 Sv effect and 1 J/kg of neutrons has 10 Sv effect.<br />

148<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Uranium (U)<br />

A mildly radioactive elem<strong>en</strong>t with two isotopes which are fissile (U-235 and<br />

U-233) and two which are fertile (U-238 and U-234). Uranium is the basic fuel of<br />

nuclear <strong>en</strong>ergy.<br />

Uranium hexafluoride (UF6)<br />

A compound of uranium which is a gas above 56 o C and is thus a suitable form in<br />

which to <strong>en</strong>rich the uranium.<br />

Uranium oxide conc<strong>en</strong>trate (U3O8)<br />

The mixture of uranium oxides produced after milling uranium ore from a mine.<br />

Sometimes loosely called yellowcake. It is khaki in colour and is usually<br />

repres<strong>en</strong>ted by the empirical formula U3O8. Uranium is sold in this form.<br />

Yellowcake<br />

Ammonium diuranate, the p<strong>en</strong>ultimate uranium compound in U3O8 production,<br />

but the form in which mine product was sold until about 1970. See also Uranium<br />

oxide conc<strong>en</strong>trate.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

149


150<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


B De splijtstofcyclus toegelicht<br />

De bewerkingscyclus/waardeket<strong>en</strong> voor uranium is dermate complex <strong>en</strong> specifiek<br />

dat deze hieronder in <strong>en</strong>ig detail wordt toegelicht.<br />

B.1 Exploratie<br />

Regio’s waar uranium voorrad<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong> zijn word<strong>en</strong> geselecteerd aan de<br />

hand <strong>van</strong> zog<strong>en</strong>aamde ‘deposit models’ geologische modell<strong>en</strong> <strong>van</strong> de geologische<br />

geschied<strong>en</strong>is het geste<strong>en</strong>te in e<strong>en</strong> regio. Voor opsporing <strong>van</strong> uraniumvoorrad<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> luchtmobiele elektromagnetische meting<strong>en</strong> <strong>en</strong> graviteitmeting<strong>en</strong><br />

toegepast. Bij elektromagnetische meting<strong>en</strong> wordt de weerstand <strong>van</strong> het geste<strong>en</strong>te<br />

bij gravitatiemeting<strong>en</strong> de dichtheid (a.h.v. zwaartekracht). Het preciezer<br />

bepal<strong>en</strong> <strong>van</strong> locatie <strong>en</strong> structuur <strong>en</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de voorraad gebeurt middels<br />

seismische meting<strong>en</strong>.<br />

De technologie voor exploratie wordt continu verbeterd. Zo kan m<strong>en</strong> met elektromagnetische<br />

meting<strong>en</strong> steeds dieper doordring<strong>en</strong> in de bodem (nu tot 1.000<br />

meter) <strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> meetgegev<strong>en</strong>s steeds beter intepreter<strong>en</strong>. De geologische<br />

modell<strong>en</strong> word<strong>en</strong> steeds beter <strong>en</strong> seismische techniek<strong>en</strong> steeds goedkoper.<br />

Mijnbouwbedrijv<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat in e<strong>en</strong> aantal land<strong>en</strong> de overheid exploratie<br />

naar uranium voorrad<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>houdt. Daarnaast signaleert de sector dat in met<br />

name Australië <strong>en</strong> Canada vergunningsprocedures voor mijnbouw <strong>en</strong> extractie<br />

project<strong>en</strong> moeizaam verlop<strong>en</strong> <strong>en</strong> veel tijd verg<strong>en</strong>. Mede daardoor ligt tuss<strong>en</strong> tijdstip<br />

<strong>van</strong> ontdekking <strong>van</strong> e<strong>en</strong> economisch r<strong>en</strong>dabele voorraad <strong>en</strong> het begin <strong>van</strong> de<br />

exploitatie daar<strong>van</strong> in deze land<strong>en</strong> e<strong>en</strong> periode <strong>van</strong> 10, soms 30 jaar.<br />

Voor uraniumertswinning word<strong>en</strong> voornamelijk drie mijnbouwmethod<strong>en</strong> gebruikt:<br />

dagbouw;<br />

ondergrondse mijnbouw;<br />

oplossingsmijnbouw (in het Engels: ‘in situ leaching’ of ‘solution mining’).<br />

B.2 Dagbouw <strong>en</strong> ondergrondse mijnbouw<br />

Dagbouw <strong>en</strong> ondergrondse mijnbouw zijn gangbare vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> mijnbouw voor<br />

elk mineraal of vaste brandstof (zoals bijvoorbeeld turf, bruinkool <strong>en</strong> ste<strong>en</strong>kool).<br />

De winning <strong>van</strong> uranium via dagbouw of ondergrondse mijnbouw wijkt niet af <strong>van</strong><br />

andere erts<strong>en</strong> die op deze manier gewonn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In beide gevall<strong>en</strong> wordt<br />

erts dat ‘rijk’ is aan uranium afgegrav<strong>en</strong> <strong>en</strong> afgescheid<strong>en</strong> <strong>van</strong> het moedergeste<strong>en</strong>te.<br />

Het niet gebruikte deel <strong>van</strong> het afgegrav<strong>en</strong> moedergeste<strong>en</strong>te wordt als<br />

‘waste rock’ gestort op hop<strong>en</strong>.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

151


Gewonn<strong>en</strong> erts wordt vervolg<strong>en</strong>s fijn gemal<strong>en</strong>, waarna 90% - 95% <strong>van</strong> het uranium<br />

wordt opgelost in zwavelzuur of e<strong>en</strong> oplossing <strong>van</strong> natriumcarbonaat <strong>en</strong><br />

natriumbicarbonaat in water. De aard <strong>van</strong> het geste<strong>en</strong>te (met name de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> carbonaat) waarin het uranium aanwezig is, bepaalt welk oplosmiddel<br />

wordt toegepast.<br />

Bij gebruik <strong>van</strong> zwavelzuur word<strong>en</strong> ook andere elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opgelost zoals nikkel<br />

<strong>en</strong> arse<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s komt het edelgas radon, e<strong>en</strong> vervalproduct <strong>van</strong> uranium, vrij.<br />

Om die red<strong>en</strong> wordt uranium in deze route eerst uit de zwavelzuur oplossing geextraheerd<br />

door het op te loss<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> organisch oplosmiddel waaruit het weer<br />

geïsoleerd kan word<strong>en</strong> via ion<strong>en</strong>wisseling of door het e<strong>en</strong> derde maal op te loss<strong>en</strong><br />

in weer e<strong>en</strong> oplosmiddel - ditmaal e<strong>en</strong> zoute oplossing. Uranium wordt vervolg<strong>en</strong>s<br />

in vaste vorm gebracht door het te lat<strong>en</strong> neerslaan met ammoniak of<br />

loog. De neerslag wordt afgefilterd, gec<strong>en</strong>trifugeerd <strong>en</strong> thermisch gedroogd. De<br />

zwavelzuuroplossing wordt g<strong>en</strong>eutraliseerd met kalk <strong>en</strong> barium (om radon te bind<strong>en</strong>)<br />

<strong>en</strong> gestort in het zog<strong>en</strong>oemde ‘tailing reservoir’. Bij extractie met natriumcarbonaat<br />

(in carbonaatrijke erts<strong>en</strong>) wordt uranium geëxtraheerd <strong>en</strong> kan het uranium<br />

direct <strong>van</strong>uit de oplossing word<strong>en</strong> neergeslag<strong>en</strong>.<br />

Het restproduct <strong>van</strong> de extractie - de ‘tailings’ - word<strong>en</strong> in het ‘tailing’ reservoir<br />

opgeslag<strong>en</strong>. De tailings bevatt<strong>en</strong> nog zo’n 70% <strong>van</strong> de radioactiviteit <strong>van</strong> het oorspronkelijke<br />

erts in de vorm <strong>van</strong> radioactieve elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> - met name thorium,<br />

radium <strong>en</strong> radon. Om emissies <strong>van</strong> gasvormige radon <strong>en</strong> verwaaiing <strong>van</strong> radioactief<br />

stof naar de omgeving te voorkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de tailings tijd<strong>en</strong>s het vull<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

het reservoir met e<strong>en</strong> laag water afgedekt. Nadat het reservoir in de loop <strong>van</strong><br />

jar<strong>en</strong> of dec<strong>en</strong>nia is gevuld wordt het, bij zorgvuldige verwerking, afgedekt met<br />

klei <strong>en</strong> aarde. Door middel <strong>van</strong> boring<strong>en</strong> rondom wordt de kwaliteit <strong>van</strong> het<br />

grondwater dan gemonitord om vroegtijdig lekkages op te spor<strong>en</strong>.<br />

B.3 Oplossingsmijnbouw<br />

Bij oplossingsmijnbouw wordt e<strong>en</strong> aantal gat<strong>en</strong> geboord naar de aardlaag waarin<br />

zich het uranium bevindt. Door deze boorgat<strong>en</strong> wordt zwavelzuur of e<strong>en</strong> oplossing<br />

<strong>van</strong> natriumcarbonaat <strong>en</strong> natriumbicarbonaat in water in de ondergrond<br />

gepompt. De rijke oplossing wordt opgepompt, waarna het uranium net als bij<br />

dagbouw <strong>en</strong> ondergrondse mijnbouw uit de oplossing wordt geïsoleerd.<br />

152<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Figuur 47 Schematisch overzicht <strong>van</strong> oplossingsmijnbouw<br />

Bron: http://www.world-nuclear.org/info/inf27.html.<br />

Anders dan bij dagbouw <strong>en</strong> ondergrondse mijnbouw ontstaan bij oplossingsmijnbouw<br />

ge<strong>en</strong> tailings <strong>en</strong> waste rock. Er ontstaat wel slib <strong>en</strong> vervuilde oplossing. De<br />

oplossing wordt in de diepe ondergrond gepompt, vaak in diepligg<strong>en</strong>de aquifers.<br />

Slib wordt bov<strong>en</strong>gronds opgeslag<strong>en</strong> in bescheid<strong>en</strong> tailing reservoirs.<br />

Oplossingsmijnbouw is ge<strong>en</strong> ongebruikelijke mijnbouwtechniek. Het wordt met<br />

name toegepast voor de winning <strong>van</strong> goed oplosbare mineral<strong>en</strong>, bijvoorbeeld<br />

voor bepaalde oplosbare erts<strong>en</strong> <strong>van</strong> koper, zink <strong>en</strong> lood.<br />

Oplossingsmijnbouw is alle<strong>en</strong> mogelijk wanneer het uranium zich in waterdoorlat<strong>en</strong>de<br />

(sub-)horizontale aardlag<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee waterafsluit<strong>en</strong>de lag<strong>en</strong> bevindt.<br />

Deze techniek maakt het mogelijk om ook armere ertslag<strong>en</strong> economisch r<strong>en</strong>dabel<br />

te winn<strong>en</strong>.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

153


B.4 Conversie<br />

Figuur 48 De kern<strong>en</strong>ergieket<strong>en</strong><br />

Na de mijnbouw wordt het uranium gewonn<strong>en</strong> uit het erts via extractieprocess<strong>en</strong><br />

(‘milling’). Daarbij ontstaat e<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>traat <strong>van</strong> uraniumoxide (U3O8) dat ook wel<br />

‘yellowcake’ g<strong>en</strong>oemd wordt. Dit conc<strong>en</strong>traat wordt verder gebruikt in de ket<strong>en</strong>.<br />

Het restproduct <strong>van</strong> het verwerkte erts (‘tailings’) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> het nev<strong>en</strong>geste<strong>en</strong>te<br />

(‘waste rock’) moet als mijnbouwafval word<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong>. Het bevat lage<br />

conc<strong>en</strong>traties radioactieve elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook zware metal<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet geïsoleerd<br />

word<strong>en</strong> <strong>van</strong> de omgeving.<br />

Uranium bevat <strong>van</strong> nature 0,7% <strong>van</strong> het isotoop U-235 (ook wel geschrev<strong>en</strong> als<br />

235 U) <strong>en</strong> bestaat verder vooral uit U-238 ( 238 U) met kleine perc<strong>en</strong>tages aan andere<br />

isotop<strong>en</strong> (zie voor meer informatie de bijlag<strong>en</strong>). Alle<strong>en</strong> 235 U wordt gebruikt voor<br />

elektriciteitsopwekking in de meest gangbare typ<strong>en</strong> kernc<strong>en</strong>trales. Voor e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de<br />

grote warmteontwikkeling per kilo uranium moet het perc<strong>en</strong>tage 235 U in<br />

het in de kernc<strong>en</strong>trale gebruikte uranium over het algeme<strong>en</strong> hoger zijn dan de<br />

natuurlijke conc<strong>en</strong>tratie - minst<strong>en</strong>s 3%. Om het gehalte 235 U te kunn<strong>en</strong> verhog<strong>en</strong><br />

wordt yellowcake omgezet in e<strong>en</strong> verbinding die al bij lage temperatur<strong>en</strong> gasvormig<br />

is, uraniumhexafluoride (UF6). Verhoging <strong>van</strong> het gehalte aan 235 U - verrijking<br />

- is alle<strong>en</strong> mogelijk in de gasfase.<br />

Bij conversie naar UF6 wordt de uranium in de yellowcake in 8 stapp<strong>en</strong> omgezet<br />

in het beoogde product UF6. Om e<strong>en</strong> indruk te gev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de complexiteit <strong>van</strong> het<br />

proces <strong>en</strong> de veelheid aan b<strong>en</strong>odigde chemicaliën hieronder e<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong><br />

deze stapp<strong>en</strong>:<br />

de in yellowcake aanwezige uraniumverbinding<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgelost in e<strong>en</strong><br />

warme salpeterzuur oplossing;<br />

154<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


uranium wordt <strong>van</strong> andere opgeloste verbinding<strong>en</strong> uit de yellowcake gescheid<strong>en</strong><br />

door het selectief op te loss<strong>en</strong> uit de salpeterzuur oplossing in tributylfosfaat;<br />

hieruit wordt het weer geïsoleerd door het weer op te loss<strong>en</strong> in verdund warm<br />

salpeterzuur;<br />

hieruit wordt het geïsoleerd door het te lat<strong>en</strong> neerslaan (als uranylnitraat);<br />

uranylnitraat wordt omgezet in UO3;<br />

UO3 wordt gereduceerd tot UO2;<br />

UO2 wordt met waterstoffluoride omgezet in UF4;<br />

UF4 laat m<strong>en</strong> met fluor gas (F2) reager<strong>en</strong> tot UF6.<br />

Het geproduceerde UF6 wordt tot slot in stal<strong>en</strong> containers naar het verrijkingsbedrijf<br />

getransporteerd.<br />

Bij conversie tred<strong>en</strong> emissies naar lucht <strong>en</strong> water <strong>van</strong> toxische stoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> radioactieve<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op. Emissies word<strong>en</strong> beperkt door gasreiniging. Er ontstaat<br />

toxisch radioactief slib door afscheiding <strong>van</strong> de niet-uranium verbinding<strong>en</strong> in de<br />

yellowcake.<br />

B.5 Verrijking<br />

Het bij conversie gevormde UF6 wordt in deze stap gescheid<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> fractie rijk<br />

aan 235 U <strong>en</strong> e<strong>en</strong> fractie verarmd aan 235 U. Dit wordt gedaan door gasdiffusie door<br />

e<strong>en</strong> membraan of door c<strong>en</strong>trifuger<strong>en</strong>. In beide gevall<strong>en</strong> wordt gebruik gemaakt<br />

<strong>van</strong> het gegev<strong>en</strong> dat 235 U lichter is <strong>en</strong> als gas sneller kan beweg<strong>en</strong> dan het<br />

zwaardere 238 U. Het verschil tuss<strong>en</strong> beide isotop<strong>en</strong> is echter zo klein dat het<br />

scheidingsproces heel vaak moet word<strong>en</strong> herhaald voordat de conc<strong>en</strong>tratie 235 U<br />

in de verrijkte fractie 3% - 5% bedraagt. Gasdiffusie kost aanzi<strong>en</strong>lijk meer <strong>en</strong>ergie<br />

dan gasc<strong>en</strong>trifuge. Deze techniek wordt daarom wereldwijd steeds minder gebruikt.<br />

Het overblijv<strong>en</strong>de verarmde uranium bevat 0,25% ± 0,05% 235 U <strong>en</strong> is dus nog<br />

steeds radioactief. Het moet als laag radioactief afval word<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong>.<br />

De verrijkte fractie wordt weer omgezet in UO2, dat wordt verwerkt tot brandstofstav<strong>en</strong>.<br />

Deze word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> kernreactor gebruikt om elektriciteit op te wekk<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de gebruikte brandstof kan na elektriciteitsproductie in de reactor<br />

weer word<strong>en</strong> opgewerkt tot nieuwe brandstof <strong>en</strong> komt opnieuw in de ket<strong>en</strong> terecht.<br />

E<strong>en</strong> ander deel moet langdurig als hoogradioactief afval word<strong>en</strong> opgeborg<strong>en</strong>.<br />

B.6 Productie brandstofstav<strong>en</strong> <strong>en</strong> elektriciteitsproductie<br />

Verrijkt UF6 wordt via e<strong>en</strong> tweetal chemische reacties omgezet in UO2. Het gevormde<br />

UO2 wordt in tablett<strong>en</strong> geperst welke vervolg<strong>en</strong>s bij hoge temperatuur<br />

(1.400°C) word<strong>en</strong> gesinterd. De gesinterde tablett<strong>en</strong> word<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte in e<strong>en</strong> metal<strong>en</strong><br />

buis <strong>van</strong> standaard afmeting<strong>en</strong> - de brandstofstaaf - geperst, waarna de<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

155


uis wordt dichtgelast. De brandstofstav<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> kernc<strong>en</strong>trale gebruikt<br />

voor elektriciteitsproductie.<br />

Dit hoofdstuk gaat in op de belangrijkste chemische, fysische <strong>en</strong> geologische<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiedragers <strong>en</strong> <strong>van</strong> hun vindplaats<strong>en</strong>. Aan de orde kom<strong>en</strong><br />

de cijfers over de huidige reserves aan kol<strong>en</strong>, olie, gas <strong>en</strong> uranium die circuler<strong>en</strong><br />

op de markt <strong>en</strong> in de media. We gev<strong>en</strong> aan <strong>van</strong> wie deze cijfers afkomstig zijn <strong>en</strong><br />

welke onzekerhed<strong>en</strong> eraan zijn gekoppeld. Ook legg<strong>en</strong> we de cijfers naast de<br />

huidige <strong>en</strong> de te verwacht<strong>en</strong> vraag naar de dragers.<br />

Tabel 21 illustreert de splijtstofcyclus nogmaals aan de hand <strong>van</strong> de massabalans<br />

voor e<strong>en</strong> bepaald type 1.000 MWe kernc<strong>en</strong>trale. Uit 20.000 ton uraniumerts<br />

met e<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratiegraad <strong>van</strong> 1% ontstaan 230 ton uraniumoxide-conc<strong>en</strong>traat<br />

<strong>en</strong> 19.770 ton ertsafval. Dit wordt verrijkt tot 35 ton UF6, waarbij 253 ton UF6 met<br />

e<strong>en</strong> laag gehalte aan 235 U overblijft. De brandstofstav<strong>en</strong> producer<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s<br />

7.000 GWh aan elektriciteit. Er blijft 27 ton gebruikte brandstof over, die vooral<br />

bestaat uit uranium met e<strong>en</strong> laag 235 U-gehalte <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> klein deel uit<br />

plutonium <strong>en</strong> splijtingsproduct<strong>en</strong>.<br />

Tabel 21 Voorbeeld <strong>van</strong> e<strong>en</strong> massabalans <strong>van</strong> de splijtstofcyclus voor e<strong>en</strong> 1.000 ME c<strong>en</strong>trale <strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

opwerking <strong>van</strong> gebruikte splijtstof<br />

Delv<strong>en</strong> 20.000 ton erts met 1% uraniumgehalte<br />

Bewerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> extractie 230 ton uraniumoxide conc<strong>en</strong>traat met 195 t U)<br />

Conversie 288 ton UF6 (met 195 t U)<br />

Verrijking 35 ton UF6 (met 24 t verrijkt U) - balans is verarmd uranium<br />

Brandstoffabricage 27 ton UO2 (met 24 t verrijkt U)<br />

Reactorbedrijf 7.000 miljo<strong>en</strong> kWh elektrisch vermog<strong>en</strong><br />

Gebruikte brandstof<br />

27 ton, <strong>en</strong> bevat 240 kg plutonium, 23 t uranium (0,8% 235 U), 720<br />

kg splijtingsproduct<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook actinid<strong>en</strong>.<br />

156<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


C Het Extern-E programma voor bepaling <strong>van</strong> externe<br />

kost<strong>en</strong><br />

In opdracht <strong>van</strong> de Europese Commissie is de ExternE methodiek ontwikkeld om<br />

de externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiegebruik in de EU te bepal<strong>en</strong>, ter ondersteuning <strong>van</strong><br />

beleidbeslissing<strong>en</strong>. Deze bijlage beschrijft hoeft in de Extern systematiek wordt<br />

omgegaan met de diverse exter<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de winning <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiedragers.<br />

C.1 Waardering gezondheideffect<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterfgevall<strong>en</strong><br />

Veel stoff<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot gezondheideffect<strong>en</strong>, voornamelijk doordat ze ingeademd<br />

word<strong>en</strong> (luchtvervuiling). Er wordt in ExternE onderscheid gemaakt<br />

naar twee soort<strong>en</strong> gezondheideffect 8 :<br />

Mortaliteit. Hierbij gaat het om ziekte die daadwerkelijk tot voortijdig overlijd<strong>en</strong><br />

lijdt; dit kan acuut zijn of op termijn (‘chronisch’).<br />

Morbiditeit. Hierbij gaat het om langdurige ziekte die het functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> welbevind<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de zieke beïnvloedt.<br />

Het eerste effect wordt uitgedrukt in verlor<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sjar<strong>en</strong> (YOLL) met e<strong>en</strong> daarbij<br />

behor<strong>en</strong>de ‘value of life year’ (VOLY). De aanbevol<strong>en</strong> waarde is € 50.000 of<br />

€ 75.000 voor acute sterfgevall<strong>en</strong>. Deze waard<strong>en</strong> zijn afgeleid uit WTP bepaling<strong>en</strong>.<br />

Voor morbiditeit word<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal verschill<strong>en</strong>de kost<strong>en</strong>post<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

In grote lijn gaat het om:<br />

resource costs: ziektekost<strong>en</strong>, al dan niet door verzekering betaald, <strong>en</strong> andere<br />

directe kost<strong>en</strong>, op basis <strong>van</strong> marktprijz<strong>en</strong>;<br />

opportunity costs: schade <strong>van</strong> verminderde productiviteit <strong>en</strong> vrijetijdbesteding,<br />

op basis <strong>van</strong> marktprijz<strong>en</strong>;<br />

disutility costs: schade door pijn, zorg<strong>en</strong>, trauma <strong>van</strong> betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, op basis<br />

<strong>van</strong> WTP/WTA.<br />

In ExternE (2005) wordt e<strong>en</strong> gedetailleerde lijst gegev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

externe kost<strong>en</strong> per effect (ziek<strong>en</strong>huisbezoek, beperkte activiteit, etc.) die word<strong>en</strong><br />

aanbevol<strong>en</strong>.<br />

Voor sterfgevall<strong>en</strong> als gevolg <strong>van</strong> dodelijke ongelukk<strong>en</strong> wordt niet uitgegaan <strong>van</strong><br />

verlor<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sjar<strong>en</strong> maar <strong>van</strong> e<strong>en</strong> waarde voor het lev<strong>en</strong> zelf, de zog<strong>en</strong>oemde<br />

‘value of statistical life’ of ‘value of prev<strong>en</strong>ted fatality’ (VSL of VPF). De aanbevol<strong>en</strong><br />

waarde hiervoor is € 1.000.000 (WTP-bepaling).<br />

8 In praktijk met name hart-longziekt<strong>en</strong> <strong>en</strong> kanker.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

157


C.2 Klimaatverandering<br />

Klimaatverandering is het milieueffect dat wordt veroorzaakt door de emissie <strong>van</strong><br />

broeikasgass<strong>en</strong>. Hoewel dit milieuthema op dit mom<strong>en</strong>t zeer veel aandacht krijgt<br />

in zowel wet<strong>en</strong>schap als beleid blijkt het nog heel lastig om de schade die met de<br />

emissie <strong>van</strong> e<strong>en</strong> kilogram broeikasgas gepaard gaat te bepal<strong>en</strong>.<br />

De eerste stapp<strong>en</strong> <strong>van</strong> de berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn wel makkelijk, omdat broeikasgass<strong>en</strong><br />

zich heel snel door te hele atmosfeer verspreid<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor e<strong>en</strong> ‘globaal’<br />

effect veroorzak<strong>en</strong>: het maakt helemaal niets uit waar de emissie optreedt, het<br />

effect is altijd hetzelfde. Dit geldt zeker voor het belangrijkste gas, CO2. Het bepal<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het impact pot<strong>en</strong>tieel, in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> infrarood-absorptie in<br />

de atmosfeer, is daarom relatief simpel. Wat de bepaling bemoeilijkt is het feit dat<br />

de broeikasgass<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lange lev<strong>en</strong>sduur hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> het effect<br />

daarom over honderd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> kan blijv<strong>en</strong> bestaan. Er wordt daarom e<strong>en</strong> tijdhorizon<br />

aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor de effectbepaling <strong>van</strong> in het algeme<strong>en</strong> 100 jaar. De<br />

effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> broeikasgass<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgedrukt in CO2-equival<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Hoe dit impact pot<strong>en</strong>tieel zich vertaalt naar daadwerkelijk impacts is met grote<br />

onzekerheid omgev<strong>en</strong>. Wat wordt de gemiddelde temperatuurstijging, hoe<br />

beïnvloedt dit weerextrem<strong>en</strong>, zeespiegelniveau <strong>en</strong> de verspreiding <strong>van</strong> ziektes?<br />

Welke schades <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hiermee gemoeid zijn? Zijn dod<strong>en</strong> bij overstroming<strong>en</strong><br />

in Bangladesh goedkoper dan dod<strong>en</strong> bij overstroming<strong>en</strong> in Nederland?<br />

De bepaling<strong>en</strong> <strong>van</strong> schadekost<strong>en</strong> per ton CO2 lop<strong>en</strong> dan ook uite<strong>en</strong> <strong>van</strong> € 0,5 tot<br />

zo’n € 90 (Tol, 2005). In de eerste versie <strong>van</strong> ExternE werd dan ook aangerad<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> range aan schadekost<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. In ExternE 2005 (hoofdstuk 8 daarin)<br />

word<strong>en</strong> schadekost<strong>en</strong> <strong>van</strong> € 9/ton CO2 berek<strong>en</strong>d, maar hier word<strong>en</strong> terecht<br />

diverse vraagtek<strong>en</strong>s bij gezet. De aanbevol<strong>en</strong> prijs voor CO2 is € 19/ton, met onder-<br />

<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>waarde voor ev<strong>en</strong>tuele gevoeligheidanalyse € 9/ton <strong>en</strong> € 50/ton.<br />

Deze waard<strong>en</strong> zijn deels gebaseerd op prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong>, naast schadekost<strong>en</strong>.<br />

Dat wil zegg<strong>en</strong> dat beleiddoelstelling<strong>en</strong> als leidraad zijn g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De externe<br />

kost<strong>en</strong>bepaling<strong>en</strong> voor klimaatverandering zijn daarom intrinsiek anders dan die<br />

voor andere milieueffect<strong>en</strong> <strong>en</strong> het is niet te zegg<strong>en</strong> welke schades wel <strong>en</strong> niet<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn in de prijs. Rechtvaardiging hiervoor ligt in het feit dat het effect<br />

zelf ook intrinsiek anders is dan de andere <strong>en</strong> dat door ontbrek<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nis<br />

de schadekost<strong>en</strong>berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op dit mom<strong>en</strong>t waarschijnlijk systematisch te lage<br />

uitkomst<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 22 Aanpak voor bepaling externe kost<strong>en</strong> broeikasgass<strong>en</strong><br />

Inv<strong>en</strong>tarisatie CO2, CH4, N2O<br />

Effectbepaling Globaal voor alle <strong>bronn<strong>en</strong></strong>,<br />

tijdhorizon 100 jaar<br />

Waarde GWP100 volg<strong>en</strong>s IPCC, 2001<br />

Schaduwprijs € 19/ton CO2-equival<strong>en</strong>t C<strong>en</strong>trale waarde <strong>van</strong> schadekost<strong>en</strong>,<br />

prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong> <strong>en</strong> emissiehandelprijs<br />

Gevoeligheid? € 9/ton tot € 50/ton Beperkte schadebepaling / prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong> NL<br />

158<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Aan het eind <strong>van</strong> dit hoofdstuk wordt nog uitgebreider ingegaan op b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong><br />

om de externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> broeikasgass<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong>.<br />

C.3 Luchtvervuiling<br />

Met de term luchtvervuiling wordt e<strong>en</strong> groot aantal emissies aangeduid. Deze<br />

emissies hebb<strong>en</strong> niet allemaal dezelfde effect<strong>en</strong>; het kan gaan om verzur<strong>en</strong>de,<br />

vermest<strong>en</strong>de of toxische stoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> diverse stoff<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> meerdere effect<strong>en</strong>,<br />

deels doordat ze chemische reacties veroorzak<strong>en</strong> waarbij weer andere stoff<strong>en</strong><br />

ontstaan.<br />

De belangrijkste industriële emissies in deze categorie zijn:<br />

NOx: stikstofoxid<strong>en</strong>, effect<strong>en</strong> verzuring, vermesting, smogvorming (via ozon)<br />

<strong>en</strong> hart-longstoorniss<strong>en</strong> (via nitrat<strong>en</strong>).<br />

SO2: zwaveldioxide, effect<strong>en</strong> verzuring <strong>en</strong> hart-longstoorniss<strong>en</strong> (via sulfat<strong>en</strong>).<br />

PM: de verzameling ‘deeltjes’ (particulate matter), effect<strong>en</strong> ademwegstoorniss<strong>en</strong>,<br />

aantasting bouwmaterial<strong>en</strong> (TSP).<br />

VOS: de verzameling vluchtige organische stoff<strong>en</strong>, effect<strong>en</strong> smogvorming (via<br />

ozon) met als gevolg ademwegstoorniss<strong>en</strong> <strong>en</strong> schade aan landbouwgewass<strong>en</strong>.<br />

Voor deze vier stoff<strong>en</strong> geldt dat de effect<strong>en</strong> e<strong>en</strong> complex geheel vorm<strong>en</strong> met<br />

deels onderlinge invloed<strong>en</strong>: het effect <strong>van</strong> VOS emissies is bijvoorbeeld afhankelijk<br />

<strong>van</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> NOx.<br />

Binn<strong>en</strong> ExternE wordt ook e<strong>en</strong> aantal andere emissies meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, waarvoor<br />

de oorzaak-gevolg ket<strong>en</strong> wat minder complex is:<br />

CO: koolmonoxide, effect hartstoorniss<strong>en</strong>.<br />

PAK, etc.: kankerverwekk<strong>en</strong>de koolwaterstoff<strong>en</strong>.<br />

Kankerverwekk<strong>en</strong>de zware metal<strong>en</strong> (As, Cd, Cr, Ni).<br />

Zware metal<strong>en</strong> met neuro-toxicologische effect<strong>en</strong> (Pb).<br />

Voor elke emissie wordt t<strong>en</strong> eerste gekek<strong>en</strong> naar de verspreiding. Hoe ver <strong>van</strong><br />

de bron kunn<strong>en</strong> de stoff<strong>en</strong> nog voorkom<strong>en</strong>, waar slaan ze neer, tot welke conc<strong>en</strong>tratieverandering<strong>en</strong><br />

leidt dit? Sommige stoff<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> zeer lokaal<br />

effect, andere regionaal. Weersomstandighed<strong>en</strong> zijn hierbij e<strong>en</strong> belangrijke<br />

factor, want windrichting, UV-straling <strong>en</strong> neerslag kunn<strong>en</strong> de verspreiding beïnvloed<strong>en</strong>.<br />

De locatie <strong>van</strong> emissie is hier dus al <strong>van</strong> belang, want op verschill<strong>en</strong>de<br />

locaties zijn de gemiddelde weersomstandighed<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s wordt gekek<strong>en</strong> naar de blootstelling. Tred<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratieverandering<strong>en</strong><br />

op in dichtbevolkte gebied<strong>en</strong> (voor gezondheidseffect<strong>en</strong>) of in landbouwgebied<strong>en</strong><br />

(voor gewasschade)? Hoeveel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, of oppervlakte, word<strong>en</strong> blootgesteld<br />

aan de stof? De locatie <strong>van</strong> emissie is hier met name <strong>van</strong> belang, in verband<br />

met afstand tot (dicht)bevolkte <strong>en</strong>/of landbouw gebied<strong>en</strong> .Vervolg<strong>en</strong>s wordt<br />

e<strong>en</strong> dosis-effect relatie toegepast. Wat is het gezondheidseffect bij blootstelling<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s aan e<strong>en</strong> bepaalde (extra) dosis? Hoeveel gewasverlies (winst)<br />

treedt op bij blootstelling <strong>van</strong> e<strong>en</strong> hectare aan e<strong>en</strong> bepaalde (extra) dosis?<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

159


Dit betek<strong>en</strong>t dat de volg<strong>en</strong>de schadekost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt:<br />

dodelijke kankergevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> erfelijke afwijking<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gewaardeerd met de<br />

VPF, dat wil zegg<strong>en</strong> € 1.000.000 per geval;<br />

voor niet-dodelijke kankergevall<strong>en</strong> wordt in ExternE (1995) e<strong>en</strong> schade <strong>van</strong><br />

0,25 MECU per geval gehanteerd. Dit is ongeveer 10% <strong>van</strong> de daarin gebruikte<br />

VPF. In deze studie hanter<strong>en</strong> we daarom € 100.000 per geval.<br />

Nog meer dan voor klimaatverandering is de gebruikte tijdhorizon <strong>van</strong> groot belang.<br />

Omdat radioactieve stoff<strong>en</strong> nog vele tot honderd<strong>en</strong> duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />

bestaan <strong>en</strong> dus effect blijv<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>, wordt vaak e<strong>en</strong> tijdhorizon <strong>van</strong><br />

100.000 jaar gehanteerd. Met e<strong>en</strong> discontovoet <strong>van</strong> 3% (zie hoofdstuk 1) zou dit<br />

echter helemaal ge<strong>en</strong> zin hebb<strong>en</strong> omdat de schadewaardering daarmee op veel<br />

kortere termijn al naar nul gaat. Het is daarom niet ongebruikelijk om voor effect<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> radiologische emissies ge<strong>en</strong> discontovoet te gebruik<strong>en</strong> (0%) temeer omdat<br />

er op dergelijke termijn<strong>en</strong> sowieso niets te zegg<strong>en</strong> is over e<strong>en</strong> realistische<br />

hoogte.<br />

Tabel 24 Aanpak voor bepaling externe kost<strong>en</strong> radiologische emissies<br />

Inv<strong>en</strong>tarisatie ExternE UK e.a.<br />

Effectbepaling manSievert naar kankergevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> erfelijke afwijking<br />

Tijdhorizon 100.000 jaar<br />

Schaduwprijs Dodelijke kanker/erfelijke afwijking € 1.000.000 per geval<br />

Niet-dodelijke kanker € 100.000 per geval<br />

Discontovoet 0%<br />

Gevoeligheid? Tijdhorizon?<br />

C.5 Ongevall<strong>en</strong><br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

Volg<strong>en</strong>s ExternE<br />

UK e.a.<br />

In alle brandstofket<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> ernstige ongevall<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. De meest bek<strong>en</strong>de<br />

voorbeeld<strong>en</strong> zijn waarschijnlijk die in kernc<strong>en</strong>trales <strong>en</strong> kol<strong>en</strong>mijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij<br />

oliebrand<strong>en</strong> of gasexplosies. Ook hernieuwbare <strong>en</strong>ergie<strong>bronn<strong>en</strong></strong> zijn er echter<br />

niet vrij <strong>van</strong>, d<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aan het instort<strong>en</strong> <strong>van</strong> stuwmeerdamm<strong>en</strong>.<br />

Energiegerelateerde ongelukk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in databestand<strong>en</strong> bijgehoud<strong>en</strong>. Op<br />

basis hier<strong>van</strong> is statistische gezi<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d hoe groot kans<strong>en</strong> op ongelukk<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> bepaalde om<strong>van</strong>g (i.e. aantal dod<strong>en</strong> / gewond<strong>en</strong>) zijn. Deze kans<strong>en</strong> zijn belangrijk<br />

in de bepaling <strong>van</strong> het risico. De gehanteerde risicomaat, om de impact<br />

per kWh (per jaar) te kunn<strong>en</strong> uitdrukk<strong>en</strong>, is technisch ofwel risiconeutraal:<br />

risico = kans x om<strong>van</strong>g<br />

Voor werkgerelateerde ongevall<strong>en</strong> (dat wil zegg<strong>en</strong>, de getroff<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn alle<strong>en</strong><br />

werknemers <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> publiek) hanteert ExternE (2005) voor schadewaardering<br />

in principe de VPF-waarde. E<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de externe kost<strong>en</strong> is in dit<br />

geval echter geïnternaliseerd, bijvoorbeeld via verzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong> hogere lon<strong>en</strong>.<br />

Aanname is dat in OESO-land<strong>en</strong> 80% is geïnternaliseerd <strong>en</strong> daarbuit<strong>en</strong> 50%.<br />

Voor niet-werkgerelateerde ongevall<strong>en</strong> waarbij publieke slachtoffers vall<strong>en</strong> wordt<br />

dezelfde VPF gehanteerd, maar de mate <strong>van</strong> internalisering is voor publieke on-<br />

161


gevall<strong>en</strong> kleiner. ExternE geeft 50% (OESO) <strong>en</strong> 20% (niet-OESO) als c<strong>en</strong>trale<br />

waard<strong>en</strong>.<br />

Andere schadekost<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn die voor gewond<strong>en</strong>, trauma,<br />

het opruim<strong>en</strong> <strong>van</strong> vervuild landoppervlak, economische schade <strong>van</strong> bijvoorbeeld<br />

landvervuiling (voedselban), kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> evacuatie.<br />

Als het gaat om e<strong>en</strong> ongeval in de nucleaire ket<strong>en</strong> waarbij radioactieve straling<br />

vrijkomt dan gaat het om dezelfde kost<strong>en</strong>post<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> zijn de effect<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus<br />

schades waarschijnlijk groter. Daarbov<strong>en</strong>op zijn er de gezondheidseffect<strong>en</strong>; bij<br />

e<strong>en</strong> kernongeval gaat het immers niet alle<strong>en</strong> om directe dod<strong>en</strong> <strong>en</strong> gewond<strong>en</strong>,<br />

ook op lange tot zeer lange termijn zull<strong>en</strong> er ziekte- <strong>en</strong> sterfgevall<strong>en</strong> zijn. De mate<br />

<strong>van</strong> internalisering <strong>van</strong> deze radiologische schades, met name de laat optred<strong>en</strong>de,<br />

ligt waarschijnlijk veel lager dan de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde perc<strong>en</strong>tages. Zoals<br />

de dec<strong>en</strong>nia sinds het ongeval in Tschernobyl hebb<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> zijn er types<br />

kanker die pas na vele jar<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> toe te nem<strong>en</strong>; rec<strong>en</strong>te schatting<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

aantal dod<strong>en</strong> als gevolg <strong>van</strong> dit ongeval lop<strong>en</strong> <strong>van</strong> 4.000 in totaal tot rond de<br />

100.000 tot nu toe (Ver<strong>en</strong>igde Naties, 2005, Gre<strong>en</strong>peace, 2006). Het Zwitserse<br />

Paul Scherrer Institut, dat de ENSAD 9 beheert, gaat voor het totaal aantal dod<strong>en</strong><br />

(‘lat<strong>en</strong>t fatalities’) als gevolg <strong>van</strong> het ongeval in Tschernobyl uit <strong>van</strong> e<strong>en</strong> range<br />

<strong>van</strong> zo’n 9.000 tot ruim 30.000 (Hirschberg <strong>en</strong> Burgherr, 2004).<br />

In dit <strong>rapport</strong> word<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>ties <strong>van</strong> ongevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> resulter<strong>en</strong>de externe kost<strong>en</strong><br />

in de verschill<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ergieket<strong>en</strong>s overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> uit Hirschberg <strong>en</strong> Burgherr<br />

(2004) <strong>en</strong> Burgherr <strong>en</strong> Hirschberg (2004). Het betreft hier alle<strong>en</strong> ongevall<strong>en</strong> met<br />

5 of meer dodelijke slachtoffers, omdat dit e<strong>en</strong> goede vergelijkbaarheid geeft tuss<strong>en</strong><br />

ket<strong>en</strong>s. Er wordt onderscheid gemaakt naar OESO <strong>en</strong> niet-OESO-land<strong>en</strong>,<br />

omdat vooral in de olie- <strong>en</strong> kol<strong>en</strong>ket<strong>en</strong>s grote verschill<strong>en</strong> zijn in zowel aantall<strong>en</strong><br />

ongevall<strong>en</strong> als in aantall<strong>en</strong> slachtoffers.<br />

In Tabel 25 word<strong>en</strong> de slachtoffers voor de grootste ramp<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de<br />

<strong>en</strong>ergieket<strong>en</strong>s gegev<strong>en</strong>s als eerste illustratie. Terwijl in de kol<strong>en</strong>- <strong>en</strong> olieket<strong>en</strong>s<br />

verreweg de meeste slachtoffers word<strong>en</strong> gemaakt, is de grootste ramp wat betreft<br />

directe dodelijke slachtoffers het instort<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> stuwdam voor waterkracht<br />

in China in 1975.<br />

Tabel 25 Aantal dodelijke slachtoffers in grootste ramp in betreff<strong>en</strong>de ket<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1969 <strong>en</strong> 2000<br />

OESO Niet-OESO<br />

Kol<strong>en</strong> 272 434<br />

Olie 577 4.375<br />

Gas 109 100<br />

LPG 498 600<br />

Nucleair ~30 (~30.000) Tuss<strong>en</strong> haakjes ‘lat<strong>en</strong>te dod<strong>en</strong>’<br />

Waterkracht ~15 26.000<br />

Bron: Burgherr <strong>en</strong> Hirschberg 2004, Hirschberg <strong>en</strong> Burgherr, 2000.<br />

9 Energy-related Severe Accid<strong>en</strong>t Database.<br />

162<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


C.5.1 Risicomaat<br />

Het is de vraag of voor met name niet-werkgerelateerde ongevall<strong>en</strong> de technische<br />

risicomaat kan word<strong>en</strong> gebruikt. In ExternE (2005) is de discussie deels opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

(hoofdstuk 9 daarin). Vaak wordt in deze discussie gesuggereerd dat<br />

de red<strong>en</strong> dat het publiek technische gelijke risico’s toch heel verschill<strong>en</strong>d inschat<br />

voornamelijk emotioneel is. Ook in ExternE wordt ‘misperceptie’ g<strong>en</strong>oemd.<br />

Hoewel hier e<strong>en</strong> kern <strong>van</strong> waarheid in zal zitt<strong>en</strong>, zijn er ook rationele red<strong>en</strong><strong>en</strong> om<br />

e<strong>en</strong> niet-technische risicomaat te hanter<strong>en</strong>:<br />

Het risico is voor het publiek grot<strong>en</strong>deels onvrijwillig, dit blijkt in praktijk de<br />

waarde die aan e<strong>en</strong> risico wordt toegek<strong>en</strong>d (willingness to pay) sterk te verhog<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dit heeft deels te mak<strong>en</strong> met marktinefficiënties.<br />

T<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> werkgerelateerde ongelukk<strong>en</strong> gaat het meestal om risico’s<br />

met (veel) kleinere kans maar (veel) groter gevolg, ook wel Damocles risico<br />

g<strong>en</strong>oemd. Dit geldt met name voor nucleaire ongevall<strong>en</strong>. Als gekek<strong>en</strong> wordt<br />

naar verzekering<strong>en</strong> dan blijkt dat voor dergelijke risico’s hogere premies word<strong>en</strong><br />

betaald ook al is het risico in technisch opzicht ev<strong>en</strong> groot als e<strong>en</strong> ander<br />

risico. Red<strong>en</strong> hiervoor is dat de meeste economische spelers risico avers zijn<br />

<strong>en</strong> dat de hoge gevolg<strong>en</strong> (financiële schade) moeilijker te drag<strong>en</strong> zijn áls ze<br />

e<strong>en</strong>maal optred<strong>en</strong>.<br />

Er wordt veel onderzoek gedaan naar risicomat<strong>en</strong> die deze risicoaversie beter<br />

kwantificer<strong>en</strong> (zie bijv. Jonkman, 2003). In de bepaling <strong>van</strong> de schadekost<strong>en</strong> voor<br />

kern<strong>en</strong>ergie wordt gekek<strong>en</strong> naar het effect dat het gebruik <strong>van</strong> zo’n risico-averse<br />

maat daarop zou kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. In ExternE Volume 5 (1995) wordt hier al kort<br />

naar verwez<strong>en</strong>, waarbij gezegd wordt dat auteurs met andere schadeb<strong>en</strong>adering<br />

tot zo’n 35 maal hoger uitkom<strong>en</strong> dan de hoogste waarde die in ExternE wordt<br />

afgeleidt (0,1 mECU per kWh). In Jonkman (2003) wordt echter besprok<strong>en</strong> dat<br />

e<strong>en</strong> mogelijke risico-averse maat kan bestaan uit verwachtingswaarde + standaarddeviatie.<br />

De verwachtingswaarde (simpel gezegd kans x gevolg) is de neutrale<br />

risicomaat. De standaarddeviatie geeft invulling aan het idee dat hoe minder<br />

voorspelbaar de gevolg<strong>en</strong> zijn waar je ‘morg<strong>en</strong>’ mee geconfronteerd zult word<strong>en</strong>,<br />

hoe zwaarder ze mee moet<strong>en</strong> tell<strong>en</strong>.<br />

Als we aannem<strong>en</strong> dat we niet te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kansverdeling <strong>van</strong><br />

risico’s maar met één type ongeval met kans P (<strong>en</strong> dus kans 1-P dat er niks<br />

gebeurt) dan wordt de factor tuss<strong>en</strong> risico-neutrale <strong>en</strong> risico-averse maat weergegev<strong>en</strong><br />

in Tabel 26.<br />

Tabel 26 Verschilfactor tuss<strong>en</strong> risico-neutrale <strong>en</strong> risico-averse maat (bij <strong>en</strong>kel risico)<br />

Kans Factor<br />

1 1<br />

0.1 4<br />

0.01 11<br />

0.001 33<br />

1.00E-04 101<br />

1.00E-05 317<br />

1.00E-06 1001<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

163


E<strong>en</strong> ongeval met dezelfde gevolg<strong>en</strong> (bijv. aantal dod<strong>en</strong>) maar e<strong>en</strong> kans <strong>van</strong> 1 op<br />

10.000 in plaats <strong>van</strong> 1 op 100 zou dus niet 100 maal minder mee moet<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>,<br />

maar slechts 10 maal minder.<br />

In praktijk hebb<strong>en</strong> we natuurlijk in het algeme<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met kansverdeling<strong>en</strong>,<br />

waarbij op elk ongeval <strong>van</strong> bepaalde om<strong>van</strong>g e<strong>en</strong> kans bestaat. Zeker voor ongelukk<strong>en</strong><br />

in de kol<strong>en</strong>ket<strong>en</strong>, met name mijnbouw, zijn hier ook empirische gegev<strong>en</strong>s<br />

voor voorhand<strong>en</strong> (ENSAD, zie Burgherr <strong>en</strong> Hirschberg, 2004, Hirschberg <strong>en</strong><br />

Burgherr, 2004) maar voor kern<strong>en</strong>ergie is dit niet het geval omdat het aantal ongelukk<strong>en</strong><br />

met directe dodelijke gevolg<strong>en</strong> nog klein is.<br />

Tabel 27 Aanpak voor bepaling externe kost<strong>en</strong> ongevall<strong>en</strong><br />

Inv<strong>en</strong>tarisatie Gegev<strong>en</strong>s PSI / ENSAD<br />

Voor kern<strong>en</strong>ergie ook ExternE<br />

Effectbepaling Risicomaat = [kans op ongeval] x [om<strong>van</strong>g gevolg<strong>en</strong>]<br />

(risico)<br />

Schaduwprijs € 1.000.000 per direct sterfgeval (WTP)<br />

(aanpassing t.o.v. PSI waarde voor VSL <strong>van</strong> € 1.045.000)<br />

Voor kern<strong>en</strong>ergie ook andere gevolg<strong>en</strong><br />

Gevoeligheid? Wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur: risicoaversie in plaats <strong>van</strong><br />

risiconeutraal bij ongevall<strong>en</strong> met kleine kans<br />

C.6 Buit<strong>en</strong> beeld<br />

164<br />

Niet specifiek<br />

voor NL<br />

Deels geïnternaliseerd<br />

Het is onmogelijk om alle ingrep<strong>en</strong>, effect<strong>en</strong> <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> mee te nem<strong>en</strong> in de beschouwing.<br />

We volg<strong>en</strong> in deze studie de ExternE methode 10 , omdat dit de in de<br />

EU geaccepteerde methode voor de beoordeling <strong>van</strong> externe kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergiegebruik<br />

is, maar deze methode is uiteraard ook niet compleet.<br />

We gev<strong>en</strong> hier e<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> wat in de studie niet wordt meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Bij de<br />

bespreking <strong>van</strong> de inv<strong>en</strong>tarisatie <strong>van</strong> ingrep<strong>en</strong> per type c<strong>en</strong>trale in hoofdstuk 3 <strong>en</strong><br />

bijlag<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> inschatting <strong>van</strong> (de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong>) de belangrijkste omissies<br />

voor dat type.<br />

Wat betreft ingrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> niet gekwantificeerd:<br />

Landgebruik; de inv<strong>en</strong>tarisatie hiervoor kan word<strong>en</strong> gemaakt, maar de externe<br />

kost<strong>en</strong> hiervoor zijn niet te kwantificer<strong>en</strong>. Het zou deels gaan om externe<br />

kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> verlies aan biodiversiteit of andere schade aan ecosystem<strong>en</strong> (zie<br />

onder).<br />

Grondstofgebruik; hiervoor geldt ook dat externe kost<strong>en</strong> moeilijk te kwantificer<strong>en</strong><br />

zijn. De uitputting <strong>van</strong> grondstoff<strong>en</strong> kan allerlei negatieve economische <strong>en</strong><br />

milieueffect<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit is dus in ieder geval e<strong>en</strong> post die<br />

in het voordeel <strong>van</strong> hernieuwbare (waaronder biotische) <strong>en</strong>ergie is.<br />

Diverse toxische emissies; de focus in deze studie is op de ‘grote’ vervuilers<br />

NOx, SO2, PM <strong>en</strong> VOS, maar er zijn nog vele andere luchtemissies met voornamelijk<br />

toxische effect<strong>en</strong>.<br />

10 We wijk<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> paar punt<strong>en</strong> af: niet-radiologische emissies in de splijtstofket<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wel meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,<br />

andere risicobeoordeling bij grootschalige ongevall<strong>en</strong> met kleine kans <strong>en</strong> schade aan ecosystem<strong>en</strong>.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Geluid <strong>en</strong> visuele vervuiling; in de ExternE studie word<strong>en</strong> deze twee onderwerp<strong>en</strong><br />

bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de kost<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> verwaarloosbaar. Het<br />

thema visuele vervuiling, zoals bijvoorbeeld door hoogspanningslijn<strong>en</strong>, speelt<br />

in Europa minder dan bijvoorbeeld in de VS <strong>en</strong> zou bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> voor verschill<strong>en</strong>de<br />

brandstofket<strong>en</strong>s min of meer gelijke effect<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Emissies naar water (behalve radiologisch) <strong>en</strong> grond; deze effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze<br />

emissies zijn hoogst waarschijnlijk niet verwaarloosbaar, zeker niet in het<br />

mijnbouwstadium voor de verschill<strong>en</strong>de ket<strong>en</strong>s, maar er zijn ge<strong>en</strong> schadekost<strong>en</strong>bepaling<strong>en</strong><br />

voorhand<strong>en</strong>.<br />

Koelwatergebruik; het loz<strong>en</strong> <strong>van</strong> koelwater dat warmer is dan het omgevingswater<br />

kan milieubelasting met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, maar er zijn norm<strong>en</strong><br />

voor maximale temperatuur(verschill<strong>en</strong>) <strong>van</strong> geloosd water. Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is<br />

dat daarmee schade verwaarloosbaar is; ook hiervoor bestaan overig<strong>en</strong>s<br />

ge<strong>en</strong> schadekost<strong>en</strong>bepaling<strong>en</strong>.<br />

Ingrep<strong>en</strong> <strong>van</strong> ‘hogere orde’; in deze ket<strong>en</strong>analyse richt<strong>en</strong> we ons op de zogehet<strong>en</strong><br />

eerste orde ket<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat alle<strong>en</strong> de emissies die optred<strong>en</strong> bij<br />

productieprocess<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar niet die <strong>van</strong> de bouw <strong>en</strong><br />

ontmanteling <strong>van</strong> c<strong>en</strong>trales (hierover wel e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander in hoofdstuk 3), <strong>van</strong><br />

woon-werk verkeer <strong>van</strong> werknemers, <strong>van</strong> constructie of reparatie <strong>van</strong> mijnbouwmachines,<br />

et cetera.<br />

Wat betreft effect<strong>en</strong> <strong>en</strong> schadekost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> niet gekwantificeerd:<br />

Sociale misstand<strong>en</strong>.<br />

Schade aan ecosystem<strong>en</strong>; er wordt in ExternE (2005) wel e<strong>en</strong> methode voor<br />

de financiële waardering hier<strong>van</strong> besprok<strong>en</strong> maar deze is nog niet beschikbaar<br />

in voor onze studie bruikbare vorm. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan het gebruik <strong>van</strong> prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong><br />

naast schadekost<strong>en</strong> (voor dezelfde stoff<strong>en</strong>) leid<strong>en</strong> tot dubbeltelling.<br />

Afname <strong>van</strong> biodiversiteit; hieraan wordt gewerkt binn<strong>en</strong> het ‘NEEDS’ project.<br />

Doel is om biodiversiteitverlies als gevolg <strong>van</strong> verzuring, vermesting <strong>en</strong> landgebruik<br />

financieel te kunn<strong>en</strong> waard<strong>en</strong>.<br />

Economische externe kost<strong>en</strong>; in e<strong>en</strong> <strong>rapport</strong> <strong>van</strong> de NEA (OESO, 2003) word<strong>en</strong><br />

o.a. voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid <strong>en</strong> prijsstabiliteit als externe effect<strong>en</strong> (positief<br />

in het geval <strong>van</strong> kern<strong>en</strong>ergie) g<strong>en</strong>oemd. Voor voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid is dit<br />

waarschijnlijk correct, maar prijsstabiliteit is e<strong>en</strong> volledig geïnternaliseerd<br />

effect. Dergelijke effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in deze studie niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar<br />

voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid kan uiteraard e<strong>en</strong> (extra) argum<strong>en</strong>t vorm<strong>en</strong> voor o.a.<br />

multifuel c<strong>en</strong>trales.<br />

C.7 Klimaatverandering<br />

De ExternE methodiek gebruikt e<strong>en</strong> mix <strong>van</strong> schade/prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong>.<br />

Hier besprek<strong>en</strong>: prev<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong> duurzaamheid (€ 91/ton) uit Gre<strong>en</strong>Calc <strong>en</strong> het<br />

gebruik <strong>van</strong> emissiehandelprijs in windmol<strong>en</strong>stuk <strong>van</strong> CPB.<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

165


Daarnaast word<strong>en</strong> op dit mom<strong>en</strong>t al concrete adaptatiekost<strong>en</strong> gemaakt. Hieronder<br />

volgt e<strong>en</strong> korte beschrijving <strong>van</strong> de adaptatiekost<strong>en</strong> <strong>van</strong> klimaatverandering<br />

voor:<br />

Nederland;<br />

Europa;<br />

ontwikkelingsland<strong>en</strong>.<br />

C.8 Adaptatiekost<strong>en</strong> Nederland<br />

Adaptatiekost<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk onderdeel uit <strong>van</strong> de totale kost<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

klimaatbeleid. De schatting <strong>van</strong> adaptatiekost<strong>en</strong> is erg onzeker, wat weer zijn<br />

oorzaak vindt in de onzekerheid <strong>van</strong> de klimaatmodell<strong>en</strong>. Uitgaande <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

mondiale temperatuurstijging <strong>van</strong> 2°C <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeespiegelstijging <strong>van</strong> 60 cm in<br />

2100 zijn de belangrijkste kost<strong>en</strong>post<strong>en</strong> <strong>van</strong> het adaptatiebeleid voor Nederland<br />

waterbeheer <strong>en</strong> landbouw. De kost<strong>en</strong>post<strong>en</strong> voor waterbeheer bestaan uit aanpassing<br />

<strong>van</strong> regionale watersystem<strong>en</strong>, aanpassing<strong>en</strong> in rivier<strong>en</strong>, IJsselmeer <strong>en</strong><br />

dijk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kustverdediging.<br />

De kost<strong>en</strong>post<strong>en</strong> voor de landbouw bestaan voornamelijk uit kost<strong>en</strong> voor verdroging.<br />

Regionale watersystem<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast om de grotere seizo<strong>en</strong>svariaties<br />

<strong>en</strong> extrem<strong>en</strong> op te kunn<strong>en</strong> <strong>van</strong>g<strong>en</strong>. De zeespiegelstijging maakt<br />

zandsuppletie <strong>en</strong> dijkverhoging<strong>en</strong> noodzakelijk. De kom<strong>en</strong>de vijftig jaar zull<strong>en</strong> de<br />

extra kost<strong>en</strong> voor waterbeheer maximaal 0,13% <strong>van</strong> het BBP bedrag<strong>en</strong> (CE,<br />

Klimaatverandering, klimaatbeleid, september 2004). Na 2050 zal de zeespiegel<br />

verder stijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> ook verder oplop<strong>en</strong>. Deze kost<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> bov<strong>en</strong><br />

de huidige uitgav<strong>en</strong> aan waterbeheer. Bij deze schatting is ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing<br />

gehoud<strong>en</strong> met ramp<strong>en</strong> zoals overstroming<strong>en</strong> <strong>en</strong> dijkdoorbrak<strong>en</strong>. Die kunn<strong>en</strong> aanleiding<br />

gev<strong>en</strong> tot <strong>en</strong>orme kost<strong>en</strong>. De geschatte ver<strong>van</strong>gingswaarde <strong>van</strong> investering<strong>en</strong><br />

in Nederland beschermd door waterkering<strong>en</strong> bedraagt meer dan € 4.000<br />

miljard, bijna neg<strong>en</strong> maal het BBP <strong>van</strong> 2004. De landbouw maakt nu al <strong>en</strong>orme<br />

kost<strong>en</strong> om de gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong> verdroging teg<strong>en</strong> te gaan. Die zull<strong>en</strong> de kom<strong>en</strong>de<br />

jar<strong>en</strong> verder oplop<strong>en</strong>. Omdat de economische betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de agrarische sector<br />

echter afneemt, blijv<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> voor de Nederlandse economie beperkt tot<br />

ongeveer 0,1% <strong>van</strong> het BBP.<br />

Voor andere aanpassing<strong>en</strong> aan klimaatverandering word<strong>en</strong> thans de eerste concrete<br />

beleidstapp<strong>en</strong> in gang gezet. E<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de b<strong>en</strong>odigde investering<strong>en</strong> vall<strong>en</strong><br />

onder normale sectorale investeringsontwikkeling<strong>en</strong>. Om het hoofd te bied<strong>en</strong><br />

aan klimaatverandering is in concreto e<strong>en</strong> bedrag <strong>van</strong> ruim € 2 miljard in de<br />

periode tot 2015 ingeboekt voor waterafvoer in het rivier<strong>en</strong>gebied (zie tekstkader<br />

hieronder).<br />

166<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


PKB Ruimte voor de Rivier<br />

De Tweede Kamer heeft de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier op vrijdag 7 juli<br />

vastgesteld. Daarmee heeft de Kamer gro<strong>en</strong> licht gegev<strong>en</strong> voor de investering <strong>van</strong> ruim € 2 miljard<br />

om het rivier<strong>en</strong>gebied beter teg<strong>en</strong> overstroming<strong>en</strong> te beveilig<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ruimtelijke kwaliteit in<br />

het gebied te verbeter<strong>en</strong>.<br />

Wanneer ook de Eerste Kamer met de PKB instemt, is de PKB <strong>van</strong> kracht <strong>en</strong> kan de verdere<br />

uitwerking start<strong>en</strong> <strong>van</strong> de in de PKB opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> aantal in de PKB opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

maatregel<strong>en</strong> die de status <strong>van</strong> koploperproject hebb<strong>en</strong>, is deze verdere uitwerking overig<strong>en</strong>s<br />

al eerder begonn<strong>en</strong>.<br />

De PKB is e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk initiatief <strong>van</strong> V<strong>en</strong>W, LNV <strong>en</strong> VROM. De PKB bestaat uit ongeveer 40<br />

maatregel<strong>en</strong> langs de IJssel, de Neder-Rijn, Lek, Waal <strong>en</strong> het b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>stroomse deel <strong>van</strong> de<br />

Maas. Voor deze maatregel<strong>en</strong> zijn locatie <strong>en</strong> het soort maatregel (dijkverlegging, ontpoldering of<br />

uiterwaardvergraving) vastgelegd. Waar voorhe<strong>en</strong> sprake was <strong>van</strong> dijkversterking om het rivier<strong>en</strong>gebied<br />

teg<strong>en</strong> overstroming<strong>en</strong> te bescherm<strong>en</strong>, wordt nu gekoz<strong>en</strong> voor rivierverruiming <strong>en</strong> dijkversterking<br />

waar dit niet mogelijk is.<br />

In de PKB zijn onder meer de volg<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: langs de Waal zijn de dijkteruglegging<br />

L<strong>en</strong>t bij Nijmeg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de dijkverlegging Buit<strong>en</strong>polder het Munnik<strong>en</strong>land in de nabijheid<br />

<strong>van</strong> Gorinchem voorzi<strong>en</strong>. Langs de Merwede is gekoz<strong>en</strong> voor het ontpolder<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Noordwaard<br />

in combinatie met de uiterwaardvergraving Aveling<strong>en</strong> in de omgeving <strong>van</strong> Gorinchem.<br />

Langs de Bergsche Maas wordt de Overdiepsche Polder in de omgeving <strong>van</strong> Waalwijk ontpolderd.<br />

Het pakket langs de Neder-Rijn/Lek bestaat uit ingrep<strong>en</strong> in zes uiterwaard<strong>en</strong> waaronder: Vian<strong>en</strong>-Hagestein,<br />

Doorwerth <strong>en</strong> Meinerswijk (Arnhem). Langs de IJssel is gekoz<strong>en</strong> voor de aanleg<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> hoogwatergeul bij Veess<strong>en</strong>-Wap<strong>en</strong>veld aan te legg<strong>en</strong> in combinatie met drie dijkverlegging<strong>en</strong><br />

(Cort<strong>en</strong>oever, Voorster Klei <strong>en</strong> West<strong>en</strong>holte).<br />

De maatregel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uiterlijk in 2015 zijn uitgevoerd. Als gevolg <strong>van</strong> klimaatverandering zull<strong>en</strong><br />

naar verwachting ook daarna investering<strong>en</strong> nodig blijv<strong>en</strong>. Het kabinet heeft daarom in de<br />

PKB reeds <strong>en</strong>kele gebied<strong>en</strong> gereserveerd om ook in de toekomst rivierverruiming mogelijk te<br />

mak<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> dat nodig mocht zijn.<br />

Bron: www.ruimtevoorwater.nl<br />

C.9 Adaptatiekost<strong>en</strong> Europa<br />

De gebied<strong>en</strong> die het meeste risico lop<strong>en</strong> zijn getijd<strong>en</strong>delta's, kustvlakt<strong>en</strong>, zandstrand<strong>en</strong>,<br />

eiland<strong>en</strong>, water- <strong>en</strong> moerasgebied<strong>en</strong> langs de kust <strong>en</strong> estuaria. In<br />

Europa lop<strong>en</strong> de kuststrok<strong>en</strong> in Nederland, Duitsland, de Baltische stat<strong>en</strong>,<br />

Oekraïne, Rusland <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal delta's rond de Middellandse Zee de grootste<br />

risico's (IPCC, 1997). In 1990 woond<strong>en</strong> in Europa ongeveer 30 miljo<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

onder het niveau met e<strong>en</strong> stormvloedkans <strong>van</strong> 1 maal per 1.000 jaar; e<strong>en</strong> zeespiegelstijging<br />

<strong>van</strong> 1 meter zou dit aantal tot ongeveer 40 miljo<strong>en</strong> do<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong><br />

(IPCC, 1997).<br />

Behalve door de stijging <strong>van</strong> de zeespiegel kunn<strong>en</strong> kustgebied<strong>en</strong> ook op andere<br />

manier<strong>en</strong> met klimaatverandering te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. In Nederland bijvoorbeeld<br />

zou e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> 10% in de kracht <strong>van</strong> storm<strong>en</strong>, waarbij de maximumkracht<br />

het belangrijkst is, gepaard met verandering<strong>en</strong> in de windrichting, meer schade<br />

kunn<strong>en</strong> aanricht<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> zeespiegelstijging <strong>van</strong> 60 cm (Bijlsma, 1996; Peerbolte,<br />

1991).<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

167


Mogelijke reacties op de dreiging <strong>van</strong> e<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>de zeespiegel zijn:<br />

gecontroleerde terugtrekking: land <strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong> <strong>en</strong> landinwaarts<br />

verhuiz<strong>en</strong>;<br />

aanpassing: zich aanpass<strong>en</strong> aan de dreiging maar de gebied<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>;<br />

bescherming: kwetsbare gebied<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong>.<br />

De kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> aanpassing <strong>en</strong> bescherming teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeespiegelstijging <strong>van</strong> één<br />

meter zijn voor Nederland geschat op 12.300 miljo<strong>en</strong> US-dollar, voor Pol<strong>en</strong> op<br />

1.400 miljo<strong>en</strong> US-dollar <strong>en</strong> voor Duitsland op 23.500 miljo<strong>en</strong> US-dollar (allemaal<br />

in dollarwaarde <strong>van</strong> 1990) (Bijlsma, 1996).<br />

C.10 Adaptatiekost<strong>en</strong> ontwikkelingsland<strong>en</strong><br />

Adaptatie mag dan in Nederland <strong>en</strong> andere delta’s in rijke westerse land<strong>en</strong> wel<br />

financierbaar zijn, volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t <strong>rapport</strong> <strong>van</strong> de Wereldbank (5) kunn<strong>en</strong> de<br />

adaptatiekost<strong>en</strong> als gevolg <strong>van</strong> e<strong>en</strong> mondiale temperatuurstijging <strong>van</strong> 2-3°C voor<br />

ontwikkelingsland<strong>en</strong> deze eeuw oplop<strong>en</strong> tot $ 40 miljard per jaar. De schatting<strong>en</strong><br />

variër<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>kele miljard<strong>en</strong> tot $ 100 miljard per jaar. De financiële consequ<strong>en</strong>tie<br />

voor veel ontwikkelingsland<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> reductie <strong>van</strong> het Bruto Nationaal Product<br />

met 5-10%. Er bestaan ge<strong>en</strong> schatting<strong>en</strong> <strong>van</strong> de totale adaptatiekost<strong>en</strong> aan<br />

klimaatverandering. In de praktijk betek<strong>en</strong>t dit dat e<strong>en</strong> boer in Bangladesh zal<br />

moet<strong>en</strong> verhuiz<strong>en</strong> als de zeespiegel verder stijgt; er is ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele donor bereid<br />

dergelijke bedrag<strong>en</strong> op tafel te legg<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de boer in Bangladesh niet<br />

in staat te verhuiz<strong>en</strong> door de <strong>en</strong>orme bevolkingsdichtheid <strong>en</strong> de slechte economische<br />

situatie. Dit geldt niet alle<strong>en</strong> voor de delta in Bangladesh (meer dan 17<br />

miljo<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>), maar voor de deltagebied<strong>en</strong> in vrijwel alle ontwikkelingsland<strong>en</strong>.<br />

168<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


D Refer<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> bibliografie<br />

De refer<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> bibliografie zijn t<strong>en</strong> behoeve <strong>van</strong> de toegankelijkheid opgesplitst<br />

in e<strong>en</strong> vijftal rubriek<strong>en</strong>: reserves, kol<strong>en</strong>, olie, gas <strong>en</strong> uranium.<br />

D.1 Reserves<br />

Arnott, 2004<br />

R. Arnott<br />

Oil and Gas Reserves: Communication with the Financial Sector<br />

Briefing Paper SDP BP 04/02, Chatham House/ The Oxford Institute for Energy<br />

Studies<br />

October, 2004<br />

Adelman, 2004<br />

M.A. Adelman<br />

The Real Oil problem, Regulation<br />

Spring, 2004<br />

Bardi, 2005<br />

U. Bardi<br />

The Mineral Economy<br />

In : Energy policy 33, Elsevier 2005<br />

B<strong>en</strong>tly, 2006<br />

R.W. B<strong>en</strong>tley<br />

Global Oil and Gas Depletion - A letter to the Energy Modelling Community<br />

In : IAEE Newsletter, 2 nd Quarter 2006, pp. 6-14<br />

Campbell, 1997<br />

C.J. Campbell<br />

The Coming Oil Crisis<br />

Multi-Sci<strong>en</strong>ce Publishing Company, 1997<br />

Campbell, 1998<br />

C.J. Campbell, J.H. Laherrere<br />

The End of Cheap Oil<br />

In : Sci<strong>en</strong>tific American, March 1998<br />

Cairns, 2001<br />

R.D. Cairns, A.D. Graham<br />

Adelmans Rule and the Petroleum Firm<br />

In : The Energy Journal, 2001<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

169


CERA, 2005<br />

CERA<br />

Worldwide Liquids Capacity Outlook to 2010<br />

Cambridge Energy Research Associates, 2005<br />

Correljé, A.F., 2004<br />

De toekomstige beschikbaarheid <strong>van</strong> <strong>en</strong>ergie voor Nederland’ (The Future<br />

Availability of Energy to the Netherlands)<br />

Reeks: WRR Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> no. 5, Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor<br />

Regereringsbeleid (WRR), D<strong>en</strong> Haag/ Amsterdam University Press, pp. 25-33,<br />

ISBN 90-5356-730-5<br />

European Union, 2005a<br />

Gre<strong>en</strong> paper: Toward a European Strategy for the Security of Energy Supply<br />

Office for Official Publications of the European Communities, 2005a<br />

http://europa.eu.int/comm/<strong>en</strong>ergy_transport/<strong>en</strong>/lpi_lv_<strong>en</strong>1.html<br />

Exxon, 2004a<br />

Energy Outlook to 2030<br />

Internet : www.Exxonmobile.com, 2004<br />

Exxon, 2004b<br />

Gasoline: A Global Market Meets Your Needs<br />

Internet : www.Exxonmobile.com, 2004<br />

Exxon, 2003<br />

Energy Beyond 2020<br />

Internet : www.Exxonmobile.com, 2003<br />

Exxon, 2002<br />

The Future of the Oil and Gas Industry<br />

Internet : www.Exxonmobile.com, 2002<br />

Geuns, 2005<br />

L. <strong>van</strong> Geuns, L. Gro<strong>en</strong><br />

Fossil Fuels Reserves and Alternatives – a sci<strong>en</strong>tific approach<br />

Royal Netherlands Academy of Arts and Sci<strong>en</strong>ces, 2005<br />

Gordon, 2005<br />

R.L. Gordon<br />

Viewing Energy Prospects Book review<br />

In : The Energy Journal 26.3, 2005<br />

Featherstone, 2005<br />

C. Featherstone<br />

The Myth of ‘Peak oil’<br />

Commodities Now, 19 October 2005<br />

http://www.mises.org/fullstory.aspx?Id=1717<br />

170<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


IEA, 1995<br />

International Energy Ag<strong>en</strong>cy<br />

Supply Outlook 1995<br />

OECD/IEA, 1995<br />

IEA, several years<br />

International Energy Ag<strong>en</strong>cy<br />

World Energy Outlook<br />

OECD/IEA, (several years)<br />

IEA, 2003a<br />

International Energy Ag<strong>en</strong>cy<br />

Energy to 2050<br />

OECD/IEA, 2003<br />

http://www.iea.org/textbase/nppdf/free/2000/2050_2003.pdf<br />

Kaufmann, 1993<br />

G.M. Kaufmann<br />

Statistical issues in the assessm<strong>en</strong>t of undiscovered Oil and Gas Resources<br />

In : The Energy Journal, Volume 14 Number 1, 1993<br />

Kemp, 2005<br />

A.G. Kemp, A.S. Kasim<br />

Are decline rates really expon<strong>en</strong>tial?<br />

In : The Energy Journal Vol. 26 No. 1, 2005<br />

Kemp, 2003<br />

A.G. Kemp, A.S. Kasim<br />

An econometric model of oil and gas exploration developm<strong>en</strong>t and production in<br />

the UK contin<strong>en</strong>tal shelf: A system approach<br />

In : The Energy Journal vol 24 no.2., 2003<br />

Klett, 2004<br />

T.R. Klett, D.L. Gautier<br />

Reserves growth in oil fields of the North Sea<br />

In : Petroleum Geosci<strong>en</strong>ce PG620, 2004<br />

Lynch, 1992<br />

M.C. Lynch<br />

The fog of commerce: the failure of long-term oil market forecasting<br />

MIT, 1992<br />

Lynch, 2004<br />

M.C. Lynch<br />

A review of Expectations for long term <strong>en</strong>ergy<br />

In : The Journal of Energy Literature 2004<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

171


Lynch, 1996<br />

M.C. Lynch<br />

The long term petroleum outlook<br />

Testimony to the Subcommittee on Energy and Environm<strong>en</strong>t of the Committee on<br />

Sci<strong>en</strong>ce U.S. House of Repres<strong>en</strong>tatives ,March 14 1996<br />

http://www.house.gov/sci<strong>en</strong>ce/michael_lynch.htm<br />

Mitchell, 2004<br />

J. Mitchell<br />

Petroleum Reserves in Question<br />

Briefing Paper SDP BP 04/03, Chatham House/ The Oxford Institute for Energy<br />

Studies, October 2004<br />

Nicol, 2004<br />

P. Nicol, B. Rhodes, A. Crouch<br />

The Value of Oil and gas Reserves<br />

Oxford Energy Forum, August 2004, pp. 13-18<br />

Odell,<br />

P.R. Odell<br />

A guide to oil reserves and resources<br />

http://archive.gre<strong>en</strong>peace.org/climate/arctic99/reports/odell317.html<br />

Odell, 2004<br />

P.R. Odell<br />

World oil resources, reserves and production<br />

In : The Energy Journal Special issue, 1994<br />

Perrine, 2004<br />

C.H. Perrine<br />

A Second look at the real oil problem<br />

In : Regulation fall, pp 3-4<br />

Goldemberg, 2000<br />

J. Goldemberg (Ed)<br />

Energy and the chall<strong>en</strong>ge of sustainability<br />

World Energy Assessm<strong>en</strong>t, United Nations, 2000<br />

UNFC, 2001<br />

UN Economic and social council<br />

Key for the classification of reserves/resources<br />

Internet : http://www.natural-resources.org/minerals/CD/docs/regional/unece/<br />

misc/<strong>en</strong>ergy_2001_11.pdf<br />

Salehi-Isfahami, 1995<br />

D. Salehi-Isfahami<br />

Models of the oil market revisited<br />

In : The Journal of Energy Literature I.1, 1995<br />

172<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


D.2 Kol<strong>en</strong><br />

Tilton, 2003<br />

J.E. Tilton<br />

On borrowed time? Assessing the Threat of Mineral Depletion<br />

RFF press, 2003<br />

WEC, 2001<br />

World Energy Council<br />

Survey of <strong>en</strong>ergy resources<br />

Internet :<br />

http://www.world<strong>en</strong>ergy.org/wec-geis/publications/reports/ser/overview .asp<br />

WEC, 2000<br />

World Energy Council<br />

Energy for tomorrows world<br />

Internet : http://www.world<strong>en</strong>ergy.org/wec-geis/publications/reports/etwan/policy_<br />

actions/policy_actions.asp<br />

BP, 2006<br />

BP<br />

Statistical review of World Energy<br />

2006<br />

EIA, 2004<br />

Energy Information Administration<br />

Internet : http://www.eia.doe.gov/fuelcoal.html<br />

ELC, 2005<br />

Environm<strong>en</strong>tal Literacy Council<br />

Internet : www.<strong>en</strong>viroliteracy.org, December 2005<br />

IEA, 2006<br />

International Energy Ag<strong>en</strong>cy<br />

World Energy Outlook 2006<br />

IEA, 2006<br />

International Energy Ag<strong>en</strong>cy<br />

Key World Energy Statistics 2006<br />

Thomas, 2002<br />

Larry Thomas<br />

Coal Geology<br />

ISBN 0-471-48531-4; Chichester UK, 2002<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

173


D.3 Olie<br />

PWC, 2006<br />

Price Waterhouse Coopers<br />

The b<strong>en</strong>efits and defici<strong>en</strong>cies of <strong>en</strong>ergy sector liberalization<br />

In : World<strong>en</strong>ergy; February 2006<br />

World coal institute, 2005<br />

World coal institute<br />

The coal resource: a compreh<strong>en</strong>sive overview of coal<br />

Internet : http://www.worldcoal.org/assets_cm/files/PDF/thecoalresource.pdf<br />

World coal institute<br />

Internet : www.worldcoal.org<br />

World Energy Council<br />

Internet :<br />

http://www.world<strong>en</strong>ergy.org/wec-geis/publications/reports/ser/coal/coal.asp<br />

Adelman, 1982<br />

M. Adelman<br />

OPEC as a cartel<br />

In : J.M. Griffin, D.J. Teece<br />

OPEC Behavior and World Oil Prices<br />

Boston : All<strong>en</strong> and Unwin, 1982<br />

Adelman, 1990<br />

M.A. Adelman<br />

The 1990 Oil Shock is Like the Others<br />

In : The Energy Journal, Vol. 11, No. 4, pp 1-13<br />

Adelman, 1996<br />

M.A. Adelman<br />

The G<strong>en</strong>ie out of the Bottle: World Oil since 1970<br />

In : The MIT Pres, Cambridge, Massachusetts, London England, 1996<br />

Adelman, 2002<br />

M.A. Adelman<br />

World oil production & prices 1947-2000<br />

In : The Quarterly Review of Economics and Finance, Vol. 42, pp 169-191, 2002<br />

AER, 2005<br />

Algem<strong>en</strong>e Nederlandse Energieraad<br />

Gas voor Morg<strong>en</strong><br />

D<strong>en</strong> Haag : Algem<strong>en</strong>e Nederlandse Energieraad, 2005<br />

174<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Bielecki, 2000<br />

J. Bielecki<br />

Energy security: is the wolf at the door?<br />

In : The Quarterly Review of Economics and Finance 42, p. 235-250<br />

London : Elsevier Sci<strong>en</strong>ce, 2000<br />

Blair, 1978<br />

J.M. Blair<br />

The Control of Oil<br />

New York : Vintage books, 1978<br />

Bohi, 1996<br />

D.R. Bohi, M.A. Toman<br />

The economics of <strong>en</strong>ergy security<br />

Kluwer Academic Publishers<br />

Boston, Dordrecht, London : 1996<br />

BP, 1973-2006<br />

BP<br />

Statistical Review of World Energy<br />

1973, 1980, 1990, 1999, 2000, 2002, 2003, 2006<br />

Brookes, 2000a<br />

Brookes<br />

Energy effici<strong>en</strong>cy fallacies revisited<br />

In : Energy Policy, 28, 255-366, 2000<br />

Brookes, 2000b<br />

Brookes<br />

Energy effici<strong>en</strong>cy fallacies revisited - a postscript<br />

In : Energy Policy, 32, 945-947, 2000<br />

Claes, 2001<br />

D.H. Claes<br />

The Politics of oil-producer cooperation<br />

Boulder, Colorado : Westview Press, 2001<br />

Clark, 1997<br />

I. Clark<br />

Globalisation and Fragm<strong>en</strong>tation: International Relations in the Tw<strong>en</strong>tieth<br />

C<strong>en</strong>tury<br />

Oxford : Oxford University Press, 1997<br />

Clarke, 1990<br />

J.G. Clarke<br />

The Political Economy of World Energy: A Tw<strong>en</strong>tieth C<strong>en</strong>tury Perspective<br />

Wheatsheaf: Harvester, 1990<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

175


Correljé, 1994<br />

A.F. Correljé<br />

The Spanish Oil Industry: Structural Change and Modernization<br />

Amsterdam : Thesis Publishers, 1994 [PhD thesis]<br />

Correljé, 2003<br />

A. Correljé<br />

Cost B<strong>en</strong>efit Analysis of Security of Supply: Part1a: Definition of concepts and<br />

historical analysis<br />

Delft : Working paper Sectie Economie <strong>van</strong> Infrastructur<strong>en</strong>, Fac. TBM, TU Delft,<br />

August 2003<br />

Correljé, 2003<br />

A. Correljé, C. <strong>van</strong> der Linde, T. Westerwoudt<br />

Natural gas in the Netherlands, from Cooperation to Competition?<br />

Amsterdam/The Hague : Oranje-Nassau Groep/ CIEP, 2003<br />

Correljé, 2006a<br />

A. Correljé, C. <strong>van</strong> der Linde<br />

Energy supply security and geopolitics: A European perspective<br />

In : Energy Policy, 34 (2006) 532–543, 2006<br />

Correljé, 2006b<br />

A. Correljé, L. <strong>van</strong> Geuns<br />

Signal<strong>en</strong> uit de oliemarkt: de juiste strategie op het juiste mom<strong>en</strong>t<br />

In : Internationale Spectator, 60, nr. 4 april 2006, 171-174, 2006<br />

Darmstadter, 1997<br />

J. Darmstadter, J. Dunkerley, J. Alterman<br />

How Industrial Societies Use Energy<br />

Baltimore/London : John Hopkins University Press, 1997<br />

Grayson, 1981<br />

L.E. Grayson<br />

National Oil Companies<br />

Chichester : John Wiley and Sons, 1981<br />

Gre<strong>en</strong>e, 1998<br />

D.L. Gre<strong>en</strong>e, D.W. Jones, P.N. Leiby<br />

The Outlook for US Oil Dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce<br />

In : Energy Policy, Vol. 26, no. 1, 1998<br />

Hamilton, 1986<br />

A. Hamilton<br />

Oil, The Price of Power<br />

London : Michael Joseph/Rainbird, 1986<br />

176<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Hammer, 1988<br />

A. Hammer<br />

Hammer, Witness to History<br />

London : Coronet, 1988<br />

Hans<strong>en</strong>, 2003<br />

S. Hans<strong>en</strong><br />

Pipeline Politics; the Struggle for Control of the Eurasian Energy Resources<br />

The Hague : CIEP, 2003<br />

Hartshorn, 1993<br />

J.E. Hartshorn<br />

Oil Trade, Politics and Prospects<br />

Cambridge : Cambridge University Press, 1993<br />

Harvey, 1988<br />

D. Harvey<br />

The Condition of Postmodernity: an Enquiry into the Origins of Cultural Change<br />

Oxford : Blackwell, 1988<br />

Hellema, 1998<br />

D. Hellema, C. Wiebes, T. Witte<br />

Doelwit Rotterdam: Nederland <strong>en</strong> de oliecrisis 1973-1974<br />

D<strong>en</strong> Haag : Sdu Uitgevers, 1998<br />

Helm, 1989<br />

D. Helm<br />

The Economic Borders of the State<br />

In : D. Helm (ed.)<br />

The Economic Borders of the State<br />

Oxford : Clar<strong>en</strong>don/OUP, 1989<br />

Helm, 2002<br />

D. Helm<br />

Energy policy: security of supply, sustainability and competition<br />

In : Energy Policy 30, pp. 173-184, 2002<br />

Helm, 2003<br />

D. Helm<br />

Energy, the State, and the Market: British Energy Policy since 1979<br />

Oxford University Press, 2003<br />

Jacoby. 1974<br />

N.H. Jacoby<br />

Multinational Oil, A Study in Industrial Dynamics<br />

New York : Macmillan Publishing Co., 1974<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

177


Jaffe, 2002<br />

A.M. Jaffe, R. Soligo<br />

The role of inv<strong>en</strong>tories in oil market stability<br />

The Quarterly Review of Economics and Finance, Vol. 42, p. 401-415, 2002<br />

Keohane, 1996<br />

R.O. Keohane<br />

The Theory of hegemonic Stability and Changes in International Economic<br />

Regimes, 1967-1977<br />

In : C. Roe Goddard, J.T. Passe-Smith, J.G. Conklin (eds.)<br />

International Political Economy, State-Market Relations in the Changing Global<br />

Order<br />

Boulder/London : Lynne Ri<strong>en</strong>ner Publishers, 1996<br />

Klare, 2001<br />

M.T. Klare<br />

Resource Wars – The New Landscape of Global Conflict<br />

Markham, Ontario : Metropolitan Books, 2001<br />

Kohl, 2002<br />

W.L. Kohl<br />

OPEC Behaviour, 1998-2001<br />

In : The Quarterly Review of Economics and Finance, Vol. 42, (2002), pp 209-<br />

233, 2002<br />

Kolstad, 2000<br />

Charles D. Kolstad<br />

Energy and Depletable Resources: Economics and Polic, 1973-1998<br />

In : Journal of Environm<strong>en</strong>tal Economics and Managem<strong>en</strong>t 39, 282-305, 2000<br />

Lefeber, 1987<br />

R. Lefeber, J.G. <strong>van</strong> der Linde<br />

Europese integratie vergt e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie(k) beleid<br />

In : Sociaal-Economische Wetgeving, Vol. 35, June 1987<br />

Luciani, 1984<br />

G. Luciani<br />

The Oil Companies and The Arab World<br />

London : Croom Helm, 1984<br />

Lynch, 2002<br />

M.C. Lynch<br />

Forecasting oil supply: theory and practice<br />

In : The Quarterly Review of Economics and Finance 42, pp. 373-389, 2002<br />

178<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Marcel, 2003<br />

V. Marcel, J.V. Mitchell<br />

Iraq’s Oil Tomorrow<br />

RIIA Paper, April 2003<br />

Morse, 1999<br />

E.L. Morse<br />

A New Economy of Oil?<br />

In : Journal of International Affairs, Vol. 53, no. 1, 1999<br />

Morse, 2001<br />

E.L. Morse, A.M. Jaffe<br />

Strategic Energy Policy Chall<strong>en</strong>ges for the 21st C<strong>en</strong>tury<br />

New York : Council on Foreign Relations, 2001<br />

Morse, 2002<br />

E.L. Morse, J. Richard<br />

The Battle for Energy Dominance’<br />

In : Foreign Affairs, Vol. 81, no. 2, 2002<br />

Nor<strong>en</strong>g, 2002<br />

O. Nor<strong>en</strong>g<br />

Crude Power, Politics and the Oil market<br />

London/New York : I.B. Tauris Publishers, 2002<br />

Odell, 1978<br />

P.R. Odell, L. Vall<strong>en</strong>illa<br />

The Pressures of Oil, a Strategy for Economic Survival<br />

In : London: Harper Row, 1978<br />

Odell, 1983<br />

P. Odell<br />

Oil and World Power<br />

Harmondsworth : P<strong>en</strong>guin Books, 1983<br />

Odell, 1997<br />

P.R. Odell<br />

The Global Oil Industry: The Location of Production – Middle East Domination or<br />

Regionalization<br />

In : Regional Studies, Vol. 31, 3, pp. 311-322, 1997<br />

Odell, 2001<br />

P.R. Odell<br />

Oil and Gas: Crisis and Controversies 1961-2000, Volume 1: Global Issues<br />

Br<strong>en</strong>twood : England: Multi Sci<strong>en</strong>ce Publishing Company Ltd., 2001<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

179


Odell, 2002<br />

P.R. Odell<br />

Oil and Gas: Crisis and Controversies 1961-2000, Volume 2: Europe’s<br />

Entanglem<strong>en</strong>t<br />

Br<strong>en</strong>twood, England : Multi Sci<strong>en</strong>ce Publishing Company Ltd., 2002<br />

Odell, 2006<br />

P.R. Odell<br />

The Response on the occasion of his acceptance of The Bi<strong>en</strong>nial OPEC Award –<br />

2006<br />

The Third OPEC International Seminar, Vi<strong>en</strong>na, Austria, September 12-15, 2006<br />

OPEC, 1997<br />

OPEC Annual Statistical Bulletin<br />

Parra (2003) Oil Politics: a modern history of petroleum, I.B. Taurus, London,<br />

1997<br />

Roncaglia, 1985<br />

A. Roncaglia<br />

The International Oil Market, a case of Trilateral Oligopoly<br />

Basingstoke : Macmillan, 1985<br />

Sampson, 1985<br />

A. Sampson<br />

The Sev<strong>en</strong> Sisters, the greatest companies and the world they made<br />

London : Coronet, 1985<br />

Schipper, 1992<br />

L. Schipper, S. Meyers<br />

Energy Effici<strong>en</strong>cy and Human Activity: Past Tr<strong>en</strong>ds, Future Prospects<br />

Cambridge : Cambridge University Press, 1992<br />

Schurr, 1984<br />

S.H. Schurr<br />

Energy Use, Technical Change, and Productive Effici<strong>en</strong>cy: An Economic-Historical<br />

Approach<br />

In : Annual Review of Energy, Vol. 9, 1984<br />

Shell, 2001<br />

Shell<br />

Energy Needs, Choices and Possibilities: Sc<strong>en</strong>arios to 2050<br />

Global Business Environm<strong>en</strong>t, Shell International, 2001<br />

Shell, 2005<br />

Shell International Limited<br />

Shell Global Sc<strong>en</strong>arios to 2025. The future business <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t: tr<strong>en</strong>ds, tradeoffs<br />

and choices<br />

Shell International Limited, London, 2005<br />

180<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Sinclair, 1984<br />

S. Sinclair<br />

The World Petroleum Industry, The Market for Petroleum and Petroleum<br />

Products in the 1980s<br />

London : Euromonitor Publications, 1984<br />

Skinner, 2006<br />

R. Skinner<br />

Strategies for Greater Energy Security and Resource Security, Background<br />

Notes<br />

Oxford : Oxford Institute for Energy Studies, June 2006<br />

Soligo, 1999<br />

R. Soligo, A.M. Jaffe<br />

China’s Growing Energy Dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce: The Costs and Policy Implications of<br />

Supply Alternatives<br />

Baker Institute Working Paper, April 1999<br />

Stern, 2001<br />

J. Stern<br />

Traditionalists versus the new economy: Competing Ag<strong>en</strong>das for European Gas<br />

Markets to 2020<br />

In : Briefing Paper No. 26, 2001, Royal Institute of International Affairs, 2001<br />

Stern, 2002<br />

J. Stern<br />

The Security of European Natural Gas Supplies<br />

London : The Royal Institute for International Affairs, 2002<br />

Stev<strong>en</strong>s, 2005<br />

P. Stev<strong>en</strong>s<br />

Oil Markets<br />

In : Oxford Review of Economic Policy, Vol. 21, no. 1, pp. 19-42, 2005<br />

Stork, 1975<br />

J. Stork<br />

Middle East Oil and the Energy Crisis<br />

New York : Monthly Review Press, 1975<br />

Tug<strong>en</strong>dhat, 1975<br />

C. Tug<strong>en</strong>dhat, A. Hamilton<br />

Oil, the biggest business<br />

London : Eyre Methu<strong>en</strong>, 1975<br />

Turner, 1983<br />

L. Turner<br />

Oil Companies in the International System<br />

London : George All<strong>en</strong> & Unwin, 1983<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

181


Van der Linde, 1988<br />

J.G. <strong>van</strong> der Linde, R. Lefeber<br />

International Energy Ag<strong>en</strong>cy Captures the Developm<strong>en</strong>t of European Community<br />

Energy Law<br />

In : Journal of World Trade, Vol. 22, no. 5, 1988<br />

Van der Linde, 1991<br />

C. <strong>van</strong> der Linde<br />

Dynamic International Oil Markets, (dissertation)<br />

Amsterdam : University of Amsterdam, 1991<br />

Van der Linde, 1995<br />

C. <strong>van</strong> der Linde, P. <strong>van</strong> Bergeijk<br />

Economic Alliances, Cartel Instability, and the Future of OPEC<br />

In : Acta Politica, July 1995<br />

Van der Linde, 1999<br />

C. <strong>van</strong> der Linde<br />

Van Zwart Goud naar Zwart Zaad<br />

In : Internationale Spectator, April 1999<br />

Van der Linde, 2000<br />

C. <strong>van</strong> der Linde<br />

The State and the International Oil Market, Competition and the Changing<br />

Ownership of Crude Oil Assets<br />

Boston, Dordrecht, London : Kluwer Academic Publishers, 2000<br />

Van der Linde, 2001<br />

C. <strong>van</strong> der Linde<br />

Bakkelei<strong>en</strong> om Olie<br />

The Hague : Cling<strong>en</strong>dael, 2001<br />

Van der Linde, 2003<br />

C. <strong>van</strong> der Linde<br />

Is Iraq a ‘Game Changer’?<br />

In : A. <strong>van</strong> Stad<strong>en</strong>, J. Rood, H. Labohm (eds.)<br />

Canons and Cannons, Cling<strong>en</strong>dael Views of Global and Regional Politics<br />

Ass<strong>en</strong> : Van Gorcum, forthcoming 2003<br />

V<strong>en</strong>n, 2002<br />

F. V<strong>en</strong>n<br />

The Oil Crisis<br />

London : Longman, 2002<br />

Verleger, 1990<br />

P.K. Verleger<br />

Understanding the 1990 Oil Crisis<br />

In : The Energy Journal, Vol. 11. No. 4, pp 15-33, 1990<br />

182<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


D.4 Gas<br />

Victor, 2003<br />

D.G. Victor, N.M. Victor<br />

Axis of Oil?<br />

In : Foreign Affairs, Vol. 82, no. 2, 2003<br />

Yergin, 1998<br />

D. Yergin, J. Stanislaw<br />

Commanding Heights, The Battle Betwe<strong>en</strong> Governm<strong>en</strong>t And The Marketplace<br />

That Is Remaking The Modern World<br />

New York : Touchstone, 1998<br />

Yergin, 1991<br />

D. Yergin<br />

The Prize<br />

New York : Simon & Schuster, 1991<br />

Zweiffel, 1995<br />

P. Zweiffel, S. Bonomo<br />

Energy security, coping with multiple risks<br />

In : Energy Economics, vol. 17, no. 3, p.179-183. London: Elsevier Sci<strong>en</strong>ce, 1995<br />

Adelman, 1962<br />

M.A. Adelman<br />

The Supply and Price of Natural Gas. Supplem<strong>en</strong>t to the Journal of Industrial<br />

Economics<br />

Oxford : Basil Blackwell, 1962<br />

Ar<strong>en</strong>ts<strong>en</strong>, 2003<br />

M.J. Ar<strong>en</strong>ts<strong>en</strong>, R.W. Künneke<br />

National reforms in Eureopean Gas<br />

Amsterdam : Elsevier, Amsterdam, 2003<br />

Boot, 2004<br />

M.G. Boot, F.A.M.Rijkers, B.F. Hobbs<br />

Trading in the.Downstream European Gas Market: A Successive Oligopoly<br />

Approach<br />

In : The Energy Journal, 25(3): 73-102, 2004<br />

BP, 2003<br />

BP<br />

Statistical Review of World Energy, June 2003: A consist<strong>en</strong>t and objective series<br />

of historical <strong>en</strong>ergy data<br />

London : BP (BP.com), 2003<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

183


CIEP, 2003<br />

CIEP<br />

The case for gas is not self-fulfilling<br />

The Hague : CIEP 01/2003, Cling<strong>en</strong>dael International Energy Programme,<br />

January 2003<br />

Chollet, 2001<br />

A. Chollet<br />

Russische Gasexporte für Westeuropa<br />

Berlin : Master Thesis at Free University, 2001<br />

Correljé, 1996<br />

A.F. Correljé, P.R. Odell<br />

The politics of European Gas: Dutch play for a return to C<strong>en</strong>tre-Stage<br />

In : Geopolitics of Energy, Issue 18, number 9, September, 1996, pp. 7-10,<br />

Calgary: The Canadian Energy Research Institute, 1996<br />

Energy Policy, 1997<br />

Energiebeleid, H. 13<br />

In : Aanpassing onder druk: Nederland <strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

internationalisering [Adjustm<strong>en</strong>t under pressure: The Netherlands and the<br />

consequ<strong>en</strong>ces of globalization], (ed. W. Hout, M. Sie Dhian Ho), Ass<strong>en</strong> : Van<br />

Gorcum, pp. 165-178, 1997<br />

Correljé, 2001<br />

A.F. Correljé, P.R. Odell<br />

Four Decades of Groning<strong>en</strong> Production and Pricing Policies<br />

In : Netherlands Journal of Geosci<strong>en</strong>ces: Geologie <strong>en</strong> Mijnbouw, Vol. 80, (1),<br />

April 2001, pp. 137- 144<br />

Rogg<strong>en</strong>kamp, 2001<br />

M. M. Rogg<strong>en</strong>kamp, J.A.M. Bos, (Eds.)<br />

Dutch Natural Gas in Europe: Towards a competitive market?<br />

In : Energieliberalisatie in Nederland, Inters<strong>en</strong>tia Rechtswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Antwerp<strong>en</strong>/Groning<strong>en</strong>,<br />

pp. 1-14, 2001<br />

Correljé, 2003<br />

A.F. Correljé, D. de Jong, J.G. <strong>van</strong> der Linde, C. Thönjes, T. Westerwoudt<br />

The case for gas is not self-fulfilling<br />

The Hague : CIEP 01/2003, Cling<strong>en</strong>dael International Energy Programme,<br />

January 2003<br />

Correljé, 1998<br />

A.F. Correljé<br />

Hollands Welvar<strong>en</strong>: De geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> Nederlandse bodemschat<br />

Hilversum : Teleac/Not, 1998<br />

184<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


Correljé, 2000<br />

A.F. Correljé, P.R. Odell<br />

Four Decades of Groning<strong>en</strong> Production and Pricing Policies and a View to the<br />

Future<br />

In : Energy Policy, 28, (1) pp. 19-27, 2000<br />

Correljé, 2003<br />

A.F. Correljé, J.C. <strong>van</strong> Der Linde, T. Westerwoudt<br />

Natural Gas in the Netherlands: From cooperation to competition?<br />

The Hague : CIEP, Cling<strong>en</strong>dael International Energy Programme/Oranje Nassau,<br />

CIEP, 2003<br />

Correljé, 2004<br />

A.F. Correljé, G. Verbong<br />

The Transition to Gas in the Netherlands, Break on through to the other side:<br />

Technological transitions to sustainability through system innovation (eds. Boelie<br />

Elz<strong>en</strong>, Frank Geels, K<strong>en</strong> Gre<strong>en</strong>)<br />

Chelt<strong>en</strong>ham UK : Edward Elgar, 2004<br />

Correljé, 2004<br />

A.F. Correljé<br />

Markets for Natural Gas<br />

In : Encyclopedia of Energy Volume 3. (ed. Cutler Cleveland), Academic Press<br />

Refer<strong>en</strong>ce Series, Elsevier Sci<strong>en</strong>ce, pp. 799-808, 2004<br />

Correljé, 2005<br />

A.F. Correljé<br />

Dilemmas in Network Regulation: The Dutch Gas Industry<br />

In : R. Künneke, J. Gro<strong>en</strong>eweg<strong>en</strong>, A. Correljé (eds.) Innovations in liberalized<br />

network industries: Betwe<strong>en</strong> private initiatives and public interest, Edward Elgar<br />

‘Adempauze biedt kans<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> veel beter Gasgebouw’, Het Financieel Dagblad,<br />

Energie: De gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Vrije Markt, Special Edition with Universiteit<br />

Ny<strong>en</strong>rode, 15 januari 2003, nr 295, pp. 19-20<br />

Davis, 1984<br />

J.D. Davis<br />

Blue Gold: The Political Economy of Natural Gas. World Industries Studies 3.<br />

London : George All<strong>en</strong> & Unwin, 1984<br />

Estrada, 1995<br />

J. Estrada, A. Moe, K.D. Martins<strong>en</strong><br />

The Developm<strong>en</strong>t of European Gas Markets: Environm<strong>en</strong>tal, Economic and<br />

Political Perspectives<br />

Chichester : John Wily & Sons, 1995<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

185


EC, 2000a<br />

European Commission<br />

Gre<strong>en</strong> Paper - Towards a European Strategy for the Security of Energy Supply<br />

Luxembourg : Commission Docum<strong>en</strong>t COM (2000) 769 final, 2000<br />

EC, 2000b<br />

Energy Supply<br />

Luxembourg : Commission Docum<strong>en</strong>t COM (2000) 769 final, 2000<br />

Golombek, 1995<br />

R. Golombek, E. Gjelsvik, K.E. Ros<strong>en</strong>dahl<br />

Effects of Liberalizing the Natural Gas Markets in Western Europe<br />

In : The Energy Journal, 16(1): 85-111, 1995<br />

Golombek, 1998<br />

R. Golombek, E. Gjelsvik, K.E. Ros<strong>en</strong>dahl<br />

Increased Competition on the Supply Side of the Western European Natural Gas<br />

Market<br />

In : The Energy Journal 19(3): 1-18, 1998<br />

Grais, 1996<br />

W. Grais, K. Zh<strong>en</strong>g<br />

Strategic Interdep<strong>en</strong>dance in European East-West Gas Trade: A Hierarchical<br />

Stackelberg Game Approach<br />

In : The Energy Journal 17(3): 61-84, 1996<br />

Greer, 1982<br />

B.I. Greer, J.L. Russel<br />

European Reliance on Soviet Gas Exports: The Yamburg-Ur<strong>en</strong>goi Natural Gas<br />

Project<br />

In : The Energy Journal 3(3): 15-37, 1982<br />

Helm, 2005a<br />

D. Helm<br />

The assessm<strong>en</strong>t: The new <strong>en</strong>ergy paradigm<br />

In : Oxford Review of Economic Policy, Vol. 21, no. 1, pp. 1-13, 2005<br />

Helm, 2005b<br />

D. Helm<br />

European Energy Policy: Securing supplies and meeting the chall<strong>en</strong>ge of climate<br />

change<br />

Oxford : Paper prepared for the UK Presid<strong>en</strong>cy of the UK, 25 th of October 2005<br />

Hubert, 2004<br />

F. Hubert, S. Ikonnikova<br />

Strategic Investm<strong>en</strong>t and Bargaining Power in Supply Chains: A Shapley Value<br />

Analysis of the Eurasian Gas Market<br />

Berlin/Moscow : Discussion Paper, 2004<br />

186<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


IEA, 2002<br />

International Energy Ag<strong>en</strong>cy<br />

Russia Energy Survey<br />

Paris : OECD, 2002<br />

IEA/OECD, 2002<br />

International Energy Ag<strong>en</strong>cy/Organization for Economic Co-operation and<br />

Developm<strong>en</strong>t (various issues)<br />

Energy Prices and Taxes<br />

Paris : IEA/OECD, 2002<br />

OMdL, 2002<br />

Observatoire Méditerrané<strong>en</strong> de l’Energie<br />

Assessm<strong>en</strong>t of Internal and External Gas Supply Options for the EU, Executive<br />

Summary<br />

Sophia-Antipolis : Study for the European Union, 2002<br />

J<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, 2003<br />

J.T. J<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

The LNG Revolution<br />

The Energy Journal 24 (2): 1-45, 2003<br />

J<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, 2004<br />

J.T. J<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

U.S. reliance on international liquefied natural gas supply : a policy paper<br />

prepared for the national commission on <strong>en</strong>ergy policy<br />

February, 2004, J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Associates<br />

Juris, 1998a<br />

A. Juris<br />

The Emerg<strong>en</strong>ce of Markets in the Natural Gas Industry, Policy Research Working<br />

Paper 1895<br />

Washington : The World Bank, Private Sector Developm<strong>en</strong>t Departm<strong>en</strong>t, Private<br />

Participation in Infrastructure Group, 1998<br />

Juris, 1998b<br />

A. Juris<br />

Developm<strong>en</strong>t of Natural Gas and Pipeline Capacity Markets in the United States,<br />

Policy Research Working Paper 1897<br />

Washington : The World Bank, Private Sector Developm<strong>en</strong>t Departm<strong>en</strong>t, Private<br />

Participation in Infrastructure Group, 1998<br />

Mabro, 1999<br />

R. Mabro, I. Wybrew-Bond (eds.)<br />

Gas to Europe: The strategies of the Four Major Suppliers<br />

Oxford : Oxford University Press, 1999<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

187


MacAvoy, 2000<br />

P.W. MacAvoy<br />

The natural Gas market: Sixty years of regulation and deregulation<br />

New Hav<strong>en</strong>, London : Yale University Press, 2000<br />

Newbery, 2001<br />

D.M. Newbery<br />

Privatization, Restructuring and regulation of Network Utilities<br />

Cambridge MA : The MIT Press, 2001<br />

Odell, 2001<br />

P.R. Odell<br />

Oil and Gas: Crises and Controversies 1961–2000<br />

In : Vol. 1 Global Issues, Br<strong>en</strong>twood England: Multi Sci<strong>en</strong>ce Publishing Company<br />

Ltd., 2001<br />

Odell, 2002<br />

P.R. Odell<br />

Oil and Gas: Crises and Controversies 1961–2000<br />

In : Vol. 2 Europe’s Entanglem<strong>en</strong>t. Br<strong>en</strong>twood England: Multi Sci<strong>en</strong>ce Publishing<br />

Company Ltd., 2002<br />

Opitz, 2001<br />

P. Opitz, C. von Hirschhaus<strong>en</strong><br />

Ukraine as the Gas Bridge to Europe? Economic and Geopolitical Considerations<br />

In : Hoffmann, Lutz; Möllers, Felicitas (eds.): ‘Ukraine on the Road to Europe.’<br />

Heidelberg, New York: Springer, 149-165, 2001<br />

Peebles, 1980<br />

M.W.H. Peebles<br />

Evolution of the Gas Industry<br />

London : The MacMillan Press Ltd., 1980<br />

Perner, 2004<br />

J. Perner, A. Seeliger<br />

Impact of a Gas Cartel on the European Market - Selected Results from the<br />

Supply Model EUGAS<br />

In : Utilities Policy 12(4), 2004<br />

Stern, 1999<br />

J.P. Stern<br />

Soviet and Russian Gas: The Origins and Evolution of Gazprom’s Export<br />

Strategy<br />

In : R. Mabro; I. Wybrew-Bond (eds.)<br />

Gas to Europe: The Strategies of Four Major Suppliers<br />

Oxford : Oxford University Press, 135-200, 1999<br />

188<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


D.5 Uranium<br />

Stern, 2001<br />

J.P. Stern<br />

Traditionalists versus the New Economy: Competing ag<strong>en</strong>das for European gas<br />

markets to 2020<br />

London : Briefing Paper No. 26, November, Royal Institute of International<br />

Affairs, Energy and Environm<strong>en</strong>tal Programme, London, 2001<br />

Van der Linde, 2005<br />

C. <strong>van</strong> der Linde<br />

Energy in a Changing World, Eurasiagroup, Managing Strategic Surprise<br />

New York : September 2005<br />

Van der Linde, 2006<br />

C. <strong>van</strong> der Linde, A. Correljé, J. de Jong, C. Tönjes<br />

The paradigm change in international natural gas markets and the impact on<br />

regulation<br />

D<strong>en</strong> Haag : International Gas Union / Cling<strong>en</strong>dael International Energy<br />

Programme, CIEP 02/2006<br />

We<strong>en</strong>ink, 1999<br />

A. We<strong>en</strong>ink, A.F. Correljé<br />

The state and the <strong>en</strong>ergy sector in Russia’s transformation<br />

In : K. <strong>van</strong> Kersberg<strong>en</strong>, R.H. Lieshout, G. Lock (eds)<br />

Expansion and Fragm<strong>en</strong>tation: Internationalisation, Political Change and the<br />

Transformation of the Nation-State<br />

Amsterdam : Amsterdam University Press, pp. 145-160<br />

Weybrew-Bond, 2002<br />

I. Wybrew-Bond, J. Stern (eds.)<br />

Natural Gas in Asia: The Chall<strong>en</strong>ges of Growth in China, India, Japan and Korea<br />

Oxford : Oxford University Press, 2002<br />

Borssele, 2005<br />

Kernc<strong>en</strong>trale Borssele na 2013<br />

ECN-C- -05-094/NRG 21264/05.69766/C, November 2005<br />

Bs, 2002<br />

Besluit stralingbescherming<br />

In : Staatsblad 81, 2002<br />

CIEP, 2006<br />

Cling<strong>en</strong>dael International Energy Programme<br />

Uraniumwinning; Voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid, milieu- <strong>en</strong> gezondheidseffect<strong>en</strong> <strong>en</strong> rele<strong>van</strong>tie<br />

voor Nederland<br />

D<strong>en</strong> Haag : Cling<strong>en</strong>dael International Energy Programme, 2006<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

189


Diehl, 2006<br />

P. Diehl<br />

Reichweite der Uran-Vorräte der Welt<br />

Berlijn : Rapport voor Gre<strong>en</strong>peace Duitsland, Berlijn, januari 2006<br />

ECOINVENT, 2006<br />

Internet : http://www.ecoinv<strong>en</strong>t.ch<br />

EIA, 2006<br />

Energy Information Administration<br />

International Energy Outlook 2006<br />

Internet :<br />

http://www.eia.doe.gov/oiaf/ieo/pdf/electricity.pdf#search=%22iea%20electricity%<br />

20outlook%22<br />

EXTERNE, 2000<br />

Internet : http://externe.jrc.es/<br />

Gitzel, 2005<br />

T. Gitzel<br />

Chall<strong>en</strong>ging or Easy? Natural Uranium Availability to fuel a Nuclear R<strong>en</strong>aissance<br />

London : World Nuclear Association Nuclear Symposium, London, 7-9<br />

September 2005<br />

Maeda, 2006<br />

H. Maeda<br />

The Global Nuclear Fuel Market - Supply and Demand 2005 to 2030<br />

World Nuclear Association 2006<br />

Internet : http://www.world-nuclear.org/sym/2005/pdf/Maeda.pdf<br />

IAEA, 1993<br />

Uranium Extraction Technology<br />

W<strong>en</strong><strong>en</strong> : IAEA Technical Report Series No. 359, W<strong>en</strong><strong>en</strong>, 1993<br />

MIT, 2003<br />

Massachusetts Institute of Technology (MIT)<br />

The Future of Nuclear Power<br />

Cambridge : Massachusetts, Mudd, 2003<br />

IAEA, 2003<br />

Uranium Mining in Australia: Environm<strong>en</strong>tal impact, radiation releases and<br />

rehabilitation<br />

Page 179 of the proceedings of ‘Protection of the Environm<strong>en</strong>t from Ionizing<br />

Radiation: the Developm<strong>en</strong>t and Application of a System of Radiation Protection<br />

for the Environm<strong>en</strong>t<br />

W<strong>en</strong><strong>en</strong> : IAEA-CSP-17, IAEA, W<strong>en</strong><strong>en</strong>, May 2003<br />

190<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


NEA, 2000<br />

Radiological Impacts of Sp<strong>en</strong>t Nuclear Fuel Managem<strong>en</strong>t Options<br />

OECD/NEA, OECD, ISBN 92-64-17657-8 (2000)<br />

NEA, 2001<br />

OECD/NEA Expert Group on Tr<strong>en</strong>ds in the Nuclear Fuel Cycle<br />

Tr<strong>en</strong>ds in the Nuclear Fuel Cycle: Economic Environm<strong>en</strong>tal and Social<br />

Considerations<br />

OECD, 2001<br />

NEA, 2001<br />

Tr<strong>en</strong>ds in the nuclear fuel cycle : Economic, Environm<strong>en</strong>tal and Social Aspects<br />

Parijs : 2001<br />

NEA/IAEA, 2002<br />

Environm<strong>en</strong>tal Remediation of Uranium Production Facilities:<br />

A joint report by the OECD/NEA and the IAEA, OECD 2002<br />

NORM, 1997<br />

Radioactivity of combustion residues from coal fired power stations (VGB<br />

Duitsland <strong>en</strong> Saar Universiteit): Contribution to the proceedings of the<br />

International symposium on radiological problems with natural radioactivity in the<br />

Non-Nuclear Industry<br />

Amsterdam : September 1997<br />

NORM IV, 2004<br />

Bijdrage op bladzijde 512 <strong>van</strong> de proceedings <strong>van</strong> de ‘Naturally Occurring Radioactive<br />

Materials (NORM IV)<br />

Poland : May 2004, IAEA-TECDOC-1472<br />

NEA, 2006<br />

Nuclear Energy Ag<strong>en</strong>cy (NEA)<br />

Forty Years of Uranium Resources, Production and Demand in Perspective<br />

Parijs : 2006<br />

NEA/IAEA, 2006<br />

Nuclear Energy Ag<strong>en</strong>cy and International Atomic Energy Ag<strong>en</strong>cy<br />

Uranium 2005: Resources, Production and Demand<br />

Parijs : 2006<br />

SENES, 1998<br />

D.B. Chambers, L.M. Lowe, R.H. Stager<br />

Long-term population due to Radon from Uranium Mill Tailings<br />

www.world-nuclear.org/sym/1998/chambe.htm<br />

UNSCEAR, 2000<br />

http://www.unscear.org/docs/reports/annexc.pdf<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong><br />

191


WISE Uranium project, 2006<br />

http://www.wise-uranium.org<br />

World Nuclear Association, 2006<br />

Information briefs<br />

http://www.world-nuclear.org/info/printable_information_papers<br />

UIC 1999<br />

Uranium institute Information C<strong>en</strong>tre, 1999<br />

UNSCEAR, 2000<br />

Report of the United Nations Sci<strong>en</strong>tific Committee on the Effects of Atomic<br />

Radiation to the G<strong>en</strong>eral Assembly, 2000<br />

WNA, 2006<br />

World Nuclear Association, 2006, Information briefs<br />

http://www.world-nuclear.org/info/printable_information_papers<br />

192<br />

Zoek<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> winn<strong>en</strong>


CE Oplossing<strong>en</strong> voor milieu, economie <strong>en</strong> technologie<br />

CE Delft<br />

CE Delft is e<strong>en</strong> onafhankelijk onderzoeks- <strong>en</strong> adviesbureau, gespecialiseerd in het<br />

ontwikkel<strong>en</strong> <strong>van</strong> innovatieve oplossing<strong>en</strong> <strong>van</strong> milieuvraagstukk<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

oplossing<strong>en</strong>: beleidsmatig haalbaar, technisch onderbouwd, economisch verstandig, maar<br />

ook maatschappelijk rechtvaardig.<br />

De circa 35 gespecialiseerde ing<strong>en</strong>ieurs, econom<strong>en</strong>, filosof<strong>en</strong> <strong>en</strong> milieukundig<strong>en</strong> will<strong>en</strong> graag<br />

dat hun werk werkelijk resulteert in verandering. Dat vereist professionaliteit, creativiteit én<br />

de durf om problem<strong>en</strong> onorthodox te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>. Financiële resultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> volledig<br />

geïnvesteerd in vergroting <strong>van</strong> de eig<strong>en</strong> deskundigheid. Inhoudelijke resultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij<br />

voorkeur op<strong>en</strong>baar gemaakt. CE Delft wil zijn k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> graag del<strong>en</strong>.<br />

Thema’s waarop CE Delft onderzoek uitvoert zijn onder meer productie <strong>van</strong> elektriciteit &<br />

warmte, efficiënt <strong>en</strong>ergiegebruik, bio-<strong>en</strong>ergie, klimaatbeleid, biobrandstoff<strong>en</strong>, verkeer &<br />

Klimaat <strong>en</strong> luchtkwaliteit.<br />

CE Delft is goed ingevoerd in zowel de inhoudelijke thema's als in de rele<strong>van</strong>te<br />

beleidsnetwerk<strong>en</strong> <strong>van</strong> bedrijv<strong>en</strong>, overhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke organisaties. E<strong>en</strong> breed<br />

scala aan opdrachtgevers (overhed<strong>en</strong>, bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke organisaties, zowel<br />

Nederlandse als internationale) weet de weg naar CE Delft te vind<strong>en</strong>.<br />

Cling<strong>en</strong>dael International Energy Programme (CIEP)<br />

Het Cling<strong>en</strong>dael International Energy Programme (CIEP) is aangeslot<strong>en</strong> bij het Nederlands<br />

<strong>Instituut</strong> voor Internationale Betrekking<strong>en</strong> Cling<strong>en</strong>dael. Het CIEP opereert als onafhankelijk<br />

forum voor overhed<strong>en</strong>, NGO's, bedrijv<strong>en</strong>, de private sector, media, politici <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> met<br />

interesse in verandering<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergie sector. CIEP organiseert<br />

seminars, confer<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> ronde tafel gesprekk<strong>en</strong>. De onderzoeks- <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong>ag<strong>en</strong>da <strong>van</strong><br />

het CIEP conc<strong>en</strong>treert zich op drie thema’s:<br />

De regulering <strong>van</strong> de <strong>en</strong>ergiemarkt<strong>en</strong> (olie, gas, elektriciteit) in de Europese Unie;<br />

De internationale economische <strong>en</strong> geo-politieke aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> de olie- <strong>en</strong> gasmarkt<strong>en</strong>, in<br />

het bijzonder met betrekking tot de Europese voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid;<br />

Energie <strong>en</strong> duurzame ontwikkeling.<br />

De medewerkers <strong>van</strong> het CIEP gev<strong>en</strong> lezing<strong>en</strong> over verschill<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

veelheid aan cursuss<strong>en</strong> <strong>en</strong> trainingsprogramma’s.


Vlaams <strong>Instituut</strong> voor Wet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> Technologisch Aspect<strong>en</strong>onderzoek<br />

Het Vlaams <strong>Instituut</strong> voor Wet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> Technologisch Aspect<strong>en</strong>onderzoek is e<strong>en</strong><br />

onafhankelijke <strong>en</strong> autonome instelling verbond<strong>en</strong> aan het Vlaams Parlem<strong>en</strong>t, die de<br />

maatschappelijke aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke <strong>en</strong> technologische ontwikkeling<strong>en</strong> onderzoekt.<br />

Dit gebeurt op basis <strong>van</strong> studie, analyse <strong>en</strong> het structurer<strong>en</strong> <strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong> <strong>van</strong> het maatschappelijk<br />

debat. Het viWTA observeert wet<strong>en</strong>schappelijke <strong>en</strong> technologische ontwikkeling<strong>en</strong> in binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong>land <strong>en</strong> verricht prospectief onderzoek over deze ontwikkeling<strong>en</strong>. Op basis <strong>van</strong> deze<br />

activiteit<strong>en</strong> informeert het viWTA doelgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> verle<strong>en</strong>t het advies aan het Vlaams Parlem<strong>en</strong>t.<br />

Op die manier wil het viWTA bijdrag<strong>en</strong> tot het verhog<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> het maatschappelijk<br />

debat <strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beter onderbouwd besluitvormingsproces.<br />

De heer Robert Voorhamme is voorzitter <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> Bestuur <strong>van</strong> het viWTA. De heer Jean-<br />

Jacques Cassiman is ondervoorzitter.<br />

De Raad <strong>van</strong> Bestuur <strong>van</strong> het viWTA bestaat uit:<br />

De heer Jaak Gabriels;<br />

De heer Eloi Glorieux;<br />

Mevrouw Kathle<strong>en</strong> Hels<strong>en</strong>;<br />

De heer Jan Peumans;<br />

De heer Erik Tack;<br />

Mevrouw Monica Van Kerrebroeck;<br />

Mevrouw Marle<strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Eynde;<br />

De heer Robert Voorhamme<br />

als Vlaams Volksverteg<strong>en</strong>woordigers;<br />

De heer Paul Berckmans;<br />

De heer Jean-Jacques Cassiman;<br />

De heer Stefan Gijssels;<br />

Mevrouw Ilse Loots;<br />

De heer Harry Mart<strong>en</strong>s;<br />

De heer Freddy Mortier;<br />

De heer Nicolas <strong>van</strong> Larebeke-Arschodt;<br />

Mevrouw Irèna Veret<strong>en</strong>nicoff<br />

als verteg<strong>en</strong>woordigers <strong>van</strong> de Vlaamse wet<strong>en</strong>schappelijke <strong>en</strong> technologische wereld<br />

Vlaams <strong>Instituut</strong> voor Wet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> Technologisch Aspect<strong>en</strong>onderzoek - viWTA<br />

Directeur: Robby Berloznik.<br />

Vlaams Parlem<strong>en</strong>t<br />

B-1011 Brussel<br />

Belgium<br />

Tel: +32 (0)2 552 40 50<br />

Fax: +32 (0)2 552 44 50<br />

viwta@vlaamsparlem<strong>en</strong>t.be<br />

website: www.viwta.be<br />

Verantwoordelijke uitgever: Robby Berloznik – viWTA – Vlaams Parlem<strong>en</strong>t – 1011 Brussel

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!