17.09.2013 Views

VKW Monografie Ondernemer, onderneming en ... - Kauri

VKW Monografie Ondernemer, onderneming en ... - Kauri

VKW Monografie Ondernemer, onderneming en ... - Kauri

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

MONOGR AFIE nr 8 - ma art 2007<br />

Johan Van Overtveldt<br />

Méér dan broodbakkers<br />

<strong>Ondernemer</strong>, <strong>onderneming</strong> & maatschappelijk belang


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

Méér dan broodbakkers<br />

<strong>Ondernemer</strong>, <strong>onderneming</strong> & maatschappelijk belang<br />

Johan Van Overtveldt


Johan Van Overtveldt is algeme<strong>en</strong> directeur <strong>VKW</strong><br />

issn nummer 1780-9533<br />

Johan Van Overtveldt<br />

Méér dan broodbakkers. <strong>Ondernemer</strong>, <strong>onderneming</strong> & maatschappelijk belang<br />

<strong>Monografie</strong> nr. 8 / Maart 2007<br />

Wettelijk depot d/2007/10.346/3


Inhoudstafel<br />

Auteur<br />

vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

1. Inleiding 5<br />

2. <strong>Ondernemer</strong> <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> 10<br />

2.1 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de ondernemer 10<br />

2.2 Van ondernemer tot <strong>onderneming</strong> 19<br />

3. De maatschappelijke impact 26<br />

3.1 Welvaartscreatie 26<br />

3.2 Bron van welzijn 35<br />

3.3 De bredere relevantie 39<br />

4. Besluit 46<br />

Bijlage 1 48<br />

Bijlage 2 51<br />

Refer<strong>en</strong>ties 52


1. Inleiding<br />

vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

Er valt dezer dag<strong>en</strong> moeilijk naast te kijk<strong>en</strong>: de belangstelling voor het ondernemerschap<br />

zit de jongste jar<strong>en</strong> stevig in de lift. “Entrepr<strong>en</strong>eurship”, zo staat in e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t<br />

boek terzake te lez<strong>en</strong>, “staat bov<strong>en</strong>aan de sociale, politieke <strong>en</strong> economische ag<strong>en</strong>da” 1 .<br />

Met name binn<strong>en</strong> de politieke wereld staan de verwachting<strong>en</strong> blijkbaar hoog gespann<strong>en</strong><br />

inzake de bijdrage die de <strong>onderneming</strong>swereld moet gaan lever<strong>en</strong> aan de oplossing<strong>en</strong><br />

voor de grote uitdaging<strong>en</strong> welke op ons afkom<strong>en</strong>. Het volstaat hier te verwijz<strong>en</strong> naar<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> als de vergrijzing van de bevolking, de opkomst van nieuwe politieke<br />

<strong>en</strong> economische grootmacht<strong>en</strong> als China, India, Rusland <strong>en</strong> Brazilië <strong>en</strong> milieuproblem<strong>en</strong><br />

als de opwarming van de aarde.<br />

De verhoogde politieke belangstelling voor het ondernemerschap springt onmiddellijk<br />

in het oog als m<strong>en</strong> de jongste Belgische <strong>en</strong> Vlaamse regeringsverklaring<strong>en</strong> ter<br />

hand neemt. Zo stipuleerde het paarse regeerakkoord van 12 juli 2003 dat de topprioriteit<br />

van “tweehonderdduiz<strong>en</strong>d nieuwe ban<strong>en</strong>” op de eerste plaats zou moet<strong>en</strong> gerealiseerd<br />

word<strong>en</strong> via “meer zuurstof voor k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong>”. Het Vlaamse regeerakkoord<br />

voor de periode 2004-2009 nam als premisse: “Topprioriteit: meer ondernem<strong>en</strong>,<br />

meer werkgeleg<strong>en</strong>heid”. Meer bepaald di<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s dit Vlaamse regeerakkoord<br />

“Vlaander<strong>en</strong> te evoluer<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong>de, innover<strong>en</strong>de, ler<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />

creatieve sam<strong>en</strong>leving”.<br />

Ook internationaal klinkt de roep om meer <strong>en</strong> beter ondernemerschap steeds luider<br />

door. Het zog<strong>en</strong>aamde Kok-rapport dat e<strong>en</strong> evaluatie di<strong>en</strong>de op te mak<strong>en</strong> van de ondertuss<strong>en</strong><br />

beruchte Lissabon-strategie van de Europese Unie stelt dat voor e<strong>en</strong> competitieve<br />

Europese economie “het ondernemerschap van fundam<strong>en</strong>teel belang is …<br />

De Europese Unie biedt echter ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de attractieve ondernemersomgeving. Er<br />

zijn te veel obstakels voor ondernemers <strong>en</strong> daardoor mist Europa te veel opportuniteit<strong>en</strong><br />

voor groei <strong>en</strong> tewerkstelling” 2 . To<strong>en</strong>malig voorzitter van de Europese Commissie<br />

Romano Prodi zag hernieuwde aandacht voor het ondernemerschap als e<strong>en</strong> absoluut<br />

noodzakelijke voorwaarde om onze lev<strong>en</strong>sstandaard te kunn<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong>: “Steeds<br />

meer evid<strong>en</strong>tie wijst erop dat de sleutel inzake economische groei <strong>en</strong> verbetering van<br />

de productiviteit bij de ondernemerscapaciteit van e<strong>en</strong> economie zit” 3 . De Organisatie<br />

voor Economische Sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> Ontwikkeling (OESO) ziet het nog breder: “Het sti-<br />

1 Lynskey & Yonekura, 2002, p. 1.<br />

2 Groep Kok, 2004, p. 28.<br />

3 Prodi, 2002, p. 1.


muler<strong>en</strong> van ondernemerschap … levert voordel<strong>en</strong> op die de impact ervan op innovatie<br />

ver overstijg<strong>en</strong>” 4 . Arbeidseconoom Edward Lazear verbond<strong>en</strong> aan Stanford University<br />

vat het krachtig sam<strong>en</strong>: “De ondernemer is veruit de belangrijkste speler binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

moderne economie” 5 .<br />

De dag<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> blijkbaar definitief achter ons dat de politieke overhed<strong>en</strong> er van<br />

uitging<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> pro-actief monetair <strong>en</strong> budgettair beleid volstond om de nodige economische<br />

groei te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>. Er di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> deugdelijke monetaire <strong>en</strong> budgettaire omgeving<br />

te bestaan (om van het belang van de rechtszekerheid <strong>en</strong> de goeie infrastructuurinvulling<br />

nog te zwijg<strong>en</strong>) maar de pro-activiteit van de overhed<strong>en</strong> zette in het verled<strong>en</strong><br />

bitter weinig zod<strong>en</strong> aan de dijk. Integ<strong>en</strong>deel zelfs, perman<strong>en</strong>te inflatie <strong>en</strong> tor<strong>en</strong>hoge<br />

overheidsschuld vormd<strong>en</strong> de meest duurzame restant<strong>en</strong> van het actieve macro-economische<br />

stabilisatiebeleid van de overhed<strong>en</strong>. Ook de politieke wereld schijnt zich dus<br />

stilaan te realiser<strong>en</strong> dat welvaart- <strong>en</strong> welzijnscreatie op de allereerste plaats afhangt<br />

van de aanwezigheid van e<strong>en</strong> actieve, dynamische én omvangrijke ondernemersklasse<br />

binn<strong>en</strong> de maatschappij. Dit gezegd zijnde kan hier toch niet voorbijgegaan word<strong>en</strong><br />

aan het gegev<strong>en</strong> dat zowel op Vlaams <strong>en</strong> Belgisch als op internationaal niveau de concrete<br />

beleidsacties ter structurele stimulering van het ondernemerschap niet altijd<br />

e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>redige reflectie vorm<strong>en</strong> van de geuite bekommerniss<strong>en</strong> terzake.<br />

De veranderde wind binn<strong>en</strong> het politieke milieu staat niet op zich. Ook inzake economisch<br />

onderzoek keerde het tij de jongste jar<strong>en</strong> in belangrijke mate. Hoe merkwaardig<br />

dit ook moge klink<strong>en</strong>, er kan niet voorbijgegaan word<strong>en</strong> aan het feit dat dec<strong>en</strong>nialang<br />

“de ondernemer” uitblonk door afwezigheid in het economisch onderzoek 6 . Reeds veertig<br />

jaar terug wees econoom William Baumol erop dat de ondernemer tegelijk “één van<br />

de meest intriger<strong>en</strong>de én meest veronachtzaamde figur<strong>en</strong> uitmaakt binn<strong>en</strong> het economische<br />

onderzoek” 7 . Auteur George Gilder hernam ruim twintig jaar geled<strong>en</strong> hetzelfde<br />

thema als volgt: “De moderne economische wet<strong>en</strong>schap lijkt op e<strong>en</strong> geweldig wiskundig<br />

drama opgevoerd op e<strong>en</strong> prachtig theoretisch podium maar zonder e<strong>en</strong> protagonist<br />

om de opvoering lev<strong>en</strong> in te blaz<strong>en</strong>” 8 . Die protagonist is uiteraard de ondernemer <strong>en</strong><br />

zoals onder meer Baumol <strong>en</strong> Gilder reeds aangav<strong>en</strong>, blonk in de tweede helft van de 20 ste<br />

eeuw die ondernemer uit door afwezigheid in het economisch onderzoek 9 . Bijzonder<br />

4 OESO, 2003, Economic Outlook, hoofdstuk V, p. 23.<br />

5 Lazear, 2002, p. 1.<br />

6 De grote uitzondering hierop is de zg . Oost<strong>en</strong>rijkse School waar de ondernemer altijd c<strong>en</strong>traal stond in de analyse.<br />

Verderop in deze monografie zull<strong>en</strong> nog geregeld op deze Oost<strong>en</strong>rijkse School terugkom<strong>en</strong>. Voor typische voorbeeld<strong>en</strong><br />

van de Oost<strong>en</strong>rijkse aanpak, zie Mises, 1949 <strong>en</strong> Kirzner, 1973.<br />

7 Baumul, 1968, p. 64.<br />

8 Gilder, 1984, p. 15.<br />

9 Zie hieromtr<strong>en</strong>t ook Barreto, 1989 <strong>en</strong> Glancey & MCQuaid, 2000, vooral hoofdstuk 3.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

veel aandacht ging in die periode naar de schol<strong>en</strong>strijd in de macro-economie (keynesian<strong>en</strong>,<br />

monetarist<strong>en</strong>, nieuw-klassiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuw-keynesian<strong>en</strong>, …) waarbij nag<strong>en</strong>oeg<br />

alle protagonist<strong>en</strong> voorbij ging<strong>en</strong> aan de f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> ondernemer <strong>en</strong> ondernemerschap.<br />

Diezelfde ondernemer claimde de jongste jar<strong>en</strong> zijn plaats binn<strong>en</strong> het economisch onderzoek<br />

echter terug op. Rec<strong>en</strong>te titels als, bijvoorbeeld, Entrepr<strong>en</strong>eurial Economics,<br />

The Entrepr<strong>en</strong>eurial Mindset, Understanding the Entrepr<strong>en</strong>eur, Entrepr<strong>en</strong>eurship and<br />

Organisation <strong>en</strong> Entrepr<strong>en</strong>eurship and Economic Growth onderstrep<strong>en</strong> t<strong>en</strong> overvloede<br />

de hernieuwde academische belangstelling voor de ondernemer 10 .<br />

Zelfs e<strong>en</strong> absolute topper onder de schare van theoretische econom<strong>en</strong> als Gary<br />

Becker van de University of Chicago sluit zich volmondig aan bij de nieuwe interesse<br />

voor de ondernemer. Becker won de Nobelprijs Economie in 1992 <strong>en</strong> wordt algeme<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d<br />

als één der meest invloedrijke econom<strong>en</strong> van de voorbije halve eeuw. Gary Becker:<br />

“Wij econom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mea culpa slaan én tegelijkertijd e<strong>en</strong> stuk bescheid<strong>en</strong>er<br />

word<strong>en</strong>. Mea culpa, omdat we in nag<strong>en</strong>oeg al onze modell<strong>en</strong> van economische groei<br />

de ondernemer links hebb<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> terwijl er niet naast kan gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat<br />

net die ondernemer e<strong>en</strong> cruciale rol speelt in de economische ontwikkeling. Meer bescheid<strong>en</strong>heid,<br />

omdat onze flagrante veronachtzaming van de ondernemer eig<strong>en</strong>lijk<br />

e<strong>en</strong> technische red<strong>en</strong> heeft. De <strong>onderneming</strong>sfiguur laat zich immers niet makkelijk<br />

integrer<strong>en</strong> in onze theoretische modell<strong>en</strong>. Wie er in slaagt om op e<strong>en</strong> niet-triviale manier<br />

de ondernemer in te bouw<strong>en</strong> in onze modell<strong>en</strong> van economische groei mag zijn<br />

smoking voor de Nobelprijsviering in Stockholm al klaar hang<strong>en</strong>” 11 .<br />

En toch. Ondanks al het bov<strong>en</strong>gaande inzake de vernieuwde, positieve aandacht<br />

voor ondernemer <strong>en</strong> ondernemerschap – dé beziel<strong>en</strong>de drijv<strong>en</strong>de kracht van e<strong>en</strong> vrije<br />

markteconomie – blijft er ook veel teg<strong>en</strong>stand <strong>en</strong> negativisme. Telk<strong>en</strong>s zich onverkwikkelijke<br />

toestand<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong> als, bijvoorbeeld, Enron <strong>en</strong> WorldCom of, korter bij<br />

huis, Lernout & Hauspie gaan er stemm<strong>en</strong> op om de vrije markteconomie <strong>en</strong> het ondernemerschap<br />

behoorlijk tot vrij drastisch aan band<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong>. Hoge vergoeding<strong>en</strong><br />

voor topmanagers <strong>en</strong> zeker de exorbitante ontslagpakkett<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> aantal onder h<strong>en</strong><br />

in de wacht wet<strong>en</strong> te slep<strong>en</strong>, scherp<strong>en</strong> – in dit geval overig<strong>en</strong>s ook zeer begrijpelijk<br />

– die animositeit steevast verder aan. Gelijkaardige reacties borrel<strong>en</strong> op telk<strong>en</strong>s zich<br />

10 Glancey & McQuaid, 2000; McGrath & MacMillan, 2000; Kalantaradis, 2004; Lynskey & Yonekura, 2002 <strong>en</strong> Audretsch,<br />

Keilbach & Lehman, 2006.<br />

11 Gesprek met Gary Becker op 4 januari 2007.


e<strong>en</strong> zware sanering à la VW Vorst voordoet of wanneer het gevoel wortel schiet dat de<br />

<strong>onderneming</strong><strong>en</strong> al te exorbitante winst<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>hal<strong>en</strong>. Het anti-<strong>onderneming</strong>shek<br />

gaat vaak helemaal van de dam wanneer één of meerdere bedrijv<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><br />

rak<strong>en</strong> bij milieutoestand<strong>en</strong>. Voor vel<strong>en</strong> blijft Gordon Gekko, schitter<strong>en</strong>d neergezet<br />

door Michael Douglas, in Oliver Stone’s film Wall Street de verpersoonlijking van het<br />

moderne ondernemerschap.<br />

Er kan niet ontk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> dat <strong>onderneming</strong>sactiviteit regelmatig voor maatschappelijke<br />

overlast zorgt. Ev<strong>en</strong>min kan er zomaar aan voorbijgegaan word<strong>en</strong> dat ondernemers<br />

<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> het soms niet al te nauw nem<strong>en</strong> met het wettelijk kader binn<strong>en</strong><br />

hetwelk zij verondersteld word<strong>en</strong> te functioner<strong>en</strong>. Dat soort van onverkwikkelijke<br />

toestand<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> steevast tot exist<strong>en</strong>tiële vrag<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> ondernemer<br />

<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> als fundam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het sociaal-economische bestel. De int<strong>en</strong>siteit<br />

van die negatieve reactie valt des te meer op daar het voor elke objectieve waarnemer<br />

toch nogal evid<strong>en</strong>t zou moet<strong>en</strong> overkom<strong>en</strong> dat de voordel<strong>en</strong> méér dan opweg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

de nadel<strong>en</strong>. Dit besef zou des te acuter aanwezig moet<strong>en</strong> zijn daar de maatschappelijke<br />

experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot nu toe doorgevoerd op basis van modell<strong>en</strong> die het vrije ondernemerschap<br />

zeer sterk tot volkom<strong>en</strong> aan band<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>, finaal uitdraaid<strong>en</strong> op politieke dictatuur,<br />

economische kerkhov<strong>en</strong>, ecologische ramp<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale puinhop<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> parallel<br />

met andere institut<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de maatschappij dringt zich hier op. Stell<strong>en</strong> we de parlem<strong>en</strong>taire<br />

democratie in vraag ondanks de voortdur<strong>en</strong>de aanwezigheid van corruptie<br />

in het politieke milieu? Vrag<strong>en</strong> we om de afschaffing van de vakbond<strong>en</strong> wanneer blijkt<br />

dat ze over met zwart geld gespekte kassa’s beschikk<strong>en</strong>? Verbied<strong>en</strong> we het voetbal <strong>en</strong><br />

het wielr<strong>en</strong>n<strong>en</strong> omdat malafide praktijk<strong>en</strong> schering <strong>en</strong> inslag zijn? Nee toch.<br />

Het doel van deze monografie bestaat erin tot e<strong>en</strong> verdere maatschappelijke objectivering<br />

te kom<strong>en</strong> rond de f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> ondernemer <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong>. In e<strong>en</strong> eerste deel<br />

pog<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> meer onderbouwde typering te gev<strong>en</strong> van de specifieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> ondernemer. Wat maakt e<strong>en</strong> ondernemer tot e<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> specim<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

de maatschappij? Tev<strong>en</strong>s tracht<strong>en</strong> we de logica aan te gev<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s dewelke e<strong>en</strong> ondernemer<br />

bijna onvermijdelijk komt tot de vorming van e<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong>. Dit klinkt<br />

vandaag als e<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>tie maar verdi<strong>en</strong>t ons inzi<strong>en</strong>s toch de nodige aandacht binn<strong>en</strong> de<br />

voorligg<strong>en</strong>de discussie. In het tweede deel van deze monografie staat de maatschappelijke<br />

impact van ondernemer <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> c<strong>en</strong>traal. Niet <strong>en</strong>kel blijk<strong>en</strong> ze de fundam<strong>en</strong>tele<br />

creator van welvaart te zijn, ze drag<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s de middel<strong>en</strong> aan om het welzijn<br />

binn<strong>en</strong> de maatschappij naar hogere niveau’s te till<strong>en</strong>. <strong>Ondernemer</strong> <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><br />

mak<strong>en</strong> die welzijnscreatie waar zowel op e<strong>en</strong> indirect wijze, nl. door de welvaartsstaat<br />

van middel<strong>en</strong> te voorzi<strong>en</strong>, als op e<strong>en</strong> directe wijze, nl. door e<strong>en</strong> veelheid aan eig<strong>en</strong> initiatiev<strong>en</strong>.<br />

In het laatste gedeelte van dit tweede grote luik van deze monografie gaan


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

we nog e<strong>en</strong> stap verder door te argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> dat <strong>onderneming</strong> <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> ook<br />

onontbeerlijke bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong> democratische, tolerante <strong>en</strong> deugdelijke<br />

maatschappij te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> die ook in stand te houd<strong>en</strong>.


0<br />

2. <strong>Ondernemer</strong> <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><br />

2.1 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (Modus operandi) van de ondernemer<br />

“Innovatie wordt gereduceerd tot routine. Vooruitgang hangt in steeds grotere<br />

mate af van het werk van teams <strong>en</strong> hooggetrainde specialist<strong>en</strong> die creër<strong>en</strong> wat gevraagd<br />

wordt <strong>en</strong> alles op e<strong>en</strong> voorspelbare manier do<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. De romantiek van het vroegere<br />

ondernemersavontuur verdwijnt omdat steeds meer zak<strong>en</strong> die vroeger e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iale<br />

flits vereist<strong>en</strong> nu voortvloei<strong>en</strong> uit strikte calculatie”, zo voorspelde Joseph Schumpeter<br />

(1883-1950) in 1943 12 . Met het luid<strong>en</strong> van deze doodsklokk<strong>en</strong> over het individuele ondernemerschap<br />

nam de Oost<strong>en</strong>rijks-Amerikaanse econoom Schumpeter e<strong>en</strong> bocht van<br />

180°. In 1911 borstelde diezelfde Joseph Schumpeter in zijn Theorie der wirtschaftlich<strong>en</strong><br />

Entwickelung de individuele ondernemer immers nog als dé drijv<strong>en</strong>de kracht achter de<br />

materiële vooruitgang typer<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong> vrije markteconomie 13 .<br />

Anno 2007 blijkt dat de Schumpeter van 1911 <strong>en</strong> niet die van 1942 het bij het rechte<br />

eind had. De ondernemer blijkt vandaag immers méér dan ooit “very much alive and<br />

kicking”. Niet <strong>en</strong>kel komt de vooraanstaande rol van ondernemer <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> in<br />

de aangroei van welvaart <strong>en</strong> welzijn steeds meer (niet altijd beter!) op de voorgrond,<br />

ook de naambek<strong>en</strong>dheid van individuele ondernemers raakt alsmaar breder verspreid.<br />

Internationaal klink<strong>en</strong> de nam<strong>en</strong> van, pakweg, Bill Gates, Warr<strong>en</strong> Buffet, Richard Branson<br />

<strong>en</strong> de Mittal-familie al bijna ev<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d als die van Amerikaanse presid<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, rockleg<strong>en</strong>des<br />

à la Bruce Springste<strong>en</strong> of Madonna, sportheld<strong>en</strong> van het kaliber Ronaldinho of<br />

Michael Schumacher <strong>en</strong> filmsterr<strong>en</strong> als Robert de Niro of Meryl Streep. Op Belgisch niveau<br />

do<strong>en</strong> de nam<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> als, bijvoorbeeld, Albert Frère, Jan Callewaert, Philippe<br />

Vlerick <strong>en</strong> Thomas Leys<strong>en</strong> belletjes rinkel<strong>en</strong> tot ver buit<strong>en</strong> de klassieke ondernemerskring<strong>en</strong>.<br />

Maar wat maakt nu e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s tot e<strong>en</strong> ondernemer? Welke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong><br />

ondernemers van de rest van de burgers? 14 In de loop der tijd<strong>en</strong> manifesteerd<strong>en</strong><br />

zich diverse theorieën die trachtt<strong>en</strong> ondernemerschap te verklar<strong>en</strong> vanuit één <strong>en</strong>kele<br />

12 Schumpeter 1994, p. 132<br />

13 Schumpeter, 2000.<br />

14 We gaan in onze analyse voorbij aan het gegev<strong>en</strong> dat het geheel van de ondernemers ge<strong>en</strong> compleet e<strong>en</strong>vormig geheel<br />

van personaliteit<strong>en</strong> uitmaakt. M.a.w. dé ondernemer bestaat eig<strong>en</strong>lijk niet. Er bestaan wel vele types van ondernemers.<br />

T<strong>en</strong>einde binn<strong>en</strong> het bestek van deze monografie te blijv<strong>en</strong>, gaan we voorbij aan deze diversiteit. Zie hieromtr<strong>en</strong>t<br />

bijvoorbeeld Smith, 1967 die o.m. het onderscheid maakt tuss<strong>en</strong> de ambachtelijke ondernemer <strong>en</strong> de opportunistische<br />

ondernemer.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

drijfveer of omstandigheid. Zo id<strong>en</strong>tificeerde Max Weber ondernemerschap met de protestantse<br />

ethiek 15 . Manfred Kets de Vries koppelt ondernemerschap aan traumatische<br />

ervaring<strong>en</strong> in de jeugdjar<strong>en</strong> 16 <strong>en</strong> de Amerikaanse psycholoog David McClelland ziet ondernemers<br />

op de allereerste plaats als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> behept met e<strong>en</strong> onblusbare drang tot<br />

zelfrealisatie (“need for achievem<strong>en</strong>t”) 17 . In de loop der jar<strong>en</strong> kwam duidelijk naar vor<strong>en</strong><br />

dat dergelijke monocausale theorieën omtr<strong>en</strong>t het wez<strong>en</strong> van het ondernemerschap al<br />

te simplistisch zijn om overeind te kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />

Ine<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> heel stuk ruimer gaan comm<strong>en</strong>tator<strong>en</strong> als Michael Novak <strong>en</strong> Edwin Locke.<br />

Novak stelt drie bekwaamhed<strong>en</strong> voorop als belangwekk<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de ondernemer:<br />

creativiteit, het vermog<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schap op te bouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> praktisch<br />

gericht realisme 18 . Locke van zijn kant omschrijft ondernemers als “welvaartscheppers<br />

… die de maatschappij vooruithelp<strong>en</strong> door de kracht van hun creatieve verbeelding,<br />

hun <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> hun productieve capaciteit<strong>en</strong>” 19 . Valt er weinig af te ding<strong>en</strong> op deze<br />

omschrijving<strong>en</strong>, er valt ook weinig mee te do<strong>en</strong>. Het klinkt mooi maar de analytische<br />

meerwaarde ervan is zeer beperkt. Anders uitgedrukt: omschrijving<strong>en</strong> als die van<br />

Novak <strong>en</strong> Locke gaan zo breed <strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> dat uiteindelijk veel meer dan <strong>en</strong>kel maar<br />

ondernemersgedrag er door gecapteerd wordt.<br />

Wie de zak<strong>en</strong>magazines in binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>land <strong>en</strong> de managem<strong>en</strong>tliteratuur er<br />

op naslaat, komt inzake de typische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ondernemer tot e<strong>en</strong> lijstje dat<br />

helemaal breed uitwaaiert. De volg<strong>en</strong>de ingrediënt<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> dan in de refer<strong>en</strong>tielijst<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>: zelfvertrouw<strong>en</strong>, bereidheid tot hard werk<strong>en</strong>, vastberad<strong>en</strong>heid,<br />

discipline, realisme, ambitie, doorzettingsvermog<strong>en</strong>, geldingsdrang, focus <strong>en</strong><br />

bereidheid tot het nem<strong>en</strong> van risico’s 20 . Na <strong>en</strong>ige reflectie dringt zich de conclusie op<br />

dat dit e<strong>en</strong> merkwaardig lijstje is omdat het geheel van de ingrediënt<strong>en</strong> die er op voorkom<strong>en</strong><br />

inderdaad wel van toepassing blijk<strong>en</strong> te zijn op e<strong>en</strong> grote meerderheid van de<br />

ondernemerspopulatie maar, op het laatst vermelde elem<strong>en</strong>t na misschi<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>wel<br />

ook geld<strong>en</strong> voor nogal wat andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun activiteit<strong>en</strong>. Novak <strong>en</strong> Locke verder<br />

uitvergroot, zo u wil.<br />

Nem<strong>en</strong> we ter illustratie het voorbeeld van topsporters. Zowat alle ingrediënt<strong>en</strong><br />

uit het bov<strong>en</strong>gaande lijstje van ondernemersk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook op h<strong>en</strong> toegepast<br />

15 Weber, 1930.<br />

16 Kets de Vries, 1977.<br />

17 McClelland, 1961.<br />

18 Novak, 1996, p. 117-133.<br />

19 Locke, 2000, P. 7.<br />

20 We kunn<strong>en</strong> in deze context verwijz<strong>en</strong> naar artikel<strong>en</strong> in Tr<strong>en</strong>ds, De Tijd, Forbes <strong>en</strong> Business Week. Zie ook bijvoorbeeld<br />

McDaniel, 2002, p. 68 e.v. <strong>en</strong> Georgescu, 2005.


word<strong>en</strong>. Nag<strong>en</strong>oeg dezelfde argum<strong>en</strong>tatie geldt voor de t<strong>en</strong>or<strong>en</strong> uit de kunstwereld<br />

of voor de academici die Nobelprijz<strong>en</strong> of andere prestigieuze onderscheiding<strong>en</strong> in de<br />

wacht kunn<strong>en</strong> slep<strong>en</strong>. En zelfs voor heel wat sporters, academici <strong>en</strong> kunst<strong>en</strong>aars die<br />

niet het topniveau hal<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor gewone m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die er dagelijks hard teg<strong>en</strong>aan gaan<br />

om hun lev<strong>en</strong> zinvol vorm te gev<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> met recht <strong>en</strong> red<strong>en</strong> claim<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> groot<br />

gedeelte van de lijst van k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van ondernemers ook voor h<strong>en</strong> kan geld<strong>en</strong>. Om tot<br />

e<strong>en</strong> echte omschrijving te kom<strong>en</strong> van de wez<strong>en</strong>lijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ondernemer<br />

lijkt het dan ook onvermijdelijk om de bov<strong>en</strong>gaande typeringslijst<strong>en</strong> te omschrijv<strong>en</strong><br />

als onbevredig<strong>en</strong>d want te ruim <strong>en</strong> te algeme<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> slaan de meeste van de<br />

opgesomde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> veeleer op onderdel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> werkwijze, van e<strong>en</strong> manier van<br />

do<strong>en</strong>. Het lijkt ons dan ook veel zinvoller <strong>en</strong> analytisch nuttiger om te tracht<strong>en</strong> door te<br />

dring<strong>en</strong> tot de ess<strong>en</strong>tie van het ondernemerschap via e<strong>en</strong> poging tot bepaling van het<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de van de acties welke e<strong>en</strong> ondernemer “onderneemt” <strong>en</strong> die hem/haar onderscheid<strong>en</strong><br />

van wat ander<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving uitricht<strong>en</strong>.<br />

Voortbouw<strong>en</strong>d op het onderzoek dat terzake reeds gebeurde, schuiv<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de<br />

omschrijving naar vor<strong>en</strong> inzake het wez<strong>en</strong>sk<strong>en</strong>merk van e<strong>en</strong> ondernemer 21 . Het<br />

gaat daarbij volg<strong>en</strong>s ons om het vermog<strong>en</strong> om binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> door onzekerheid gek<strong>en</strong>merkte<br />

omgeving tot oordeelkundige beslissing<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> inzake de opportuniteit<strong>en</strong> die zich vanuit<br />

die omgeving manifester<strong>en</strong>. Drie elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> staan c<strong>en</strong>traal in deze omschrijving:<br />

• de omgang met e<strong>en</strong> omgeving waarin onzekerheid primeert<br />

• het vermog<strong>en</strong> om op e<strong>en</strong> onderbouwde manier tot beslissing<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> 22<br />

• het kunn<strong>en</strong> waarnem<strong>en</strong> van <strong>en</strong> inspel<strong>en</strong> op opportuniteit<strong>en</strong> die zich voordo<strong>en</strong><br />

We hernem<strong>en</strong> elk van deze drie k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het ondernemerschap.<br />

Voorafgaandelijk dring<strong>en</strong> zich hier twee opmerking<strong>en</strong> op. T<strong>en</strong> eerste wijz<strong>en</strong> we er op<br />

dat we in onze analyse deze drie basisgegev<strong>en</strong>s strikt van elkaar scheid<strong>en</strong> terwijl ze in<br />

de realiteit natuurlijk gedeeltelijk overlapp<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>. Het is evid<strong>en</strong>t, bijvoorbeeld,<br />

dat e<strong>en</strong> sterk ontwikkeld beoordelingsvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevatte omgang met e<strong>en</strong> onzekere<br />

21 We steun<strong>en</strong> hier qua rec<strong>en</strong>te literatuur terzake vooral op Casson, 1990 <strong>en</strong> 2000; Glancey & McQuaid, 2000; McGrath &<br />

MacMillan, 2000; Novak, 1996; Roberts, 2004 <strong>en</strong> Schramm, 2006.<br />

22 Met e<strong>en</strong> nag<strong>en</strong>oeg onvertaalbare uitdrukking gewaagt Mark Casson hier van “judgem<strong>en</strong>tal decision-making”. Allicht<br />

komt de aloude Vlaamse uitdrukking omtr<strong>en</strong>t het “gezond boer<strong>en</strong>verstand” nog het dichtst in de buurt. Voor de refer<strong>en</strong>ties<br />

inzake Casson, zie voetnoot 21.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

omgeving twee karakteristiek<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> die naadloos in mekaar overlop<strong>en</strong> zonder<br />

strikte scheidingslijn.<br />

T<strong>en</strong> tweede, het kan verbazing wekk<strong>en</strong> dat het nastrev<strong>en</strong> van winst niet expliciet<br />

naar vor<strong>en</strong> komt als e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>sk<strong>en</strong>merk van e<strong>en</strong> ondernemer. De logica achter deze<br />

og<strong>en</strong>schijnlijke vergetelheid bestaat uit verschill<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zo is er allereerst e<strong>en</strong><br />

vrij uitgebreid pakket aan onderzoekswerk waaruit naar vor<strong>en</strong> komt dat de nastreving<br />

van winst, laat staan de vaak gepret<strong>en</strong>deerde maximalisatie van winst, lang niet altijd<br />

tot de primaire drijfver<strong>en</strong> van de ondernemer behoort. Als ondernemers opportuniteit<strong>en</strong><br />

onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dan tek<strong>en</strong>t zich daarbij vooral het verlang<strong>en</strong> <strong>en</strong> de impuls tot de<br />

creatie van meerwaarde af. Voorts beseff<strong>en</strong> ondernemers zeer snel – vaak zelfs vanaf<br />

de eerste minuut – dat het mak<strong>en</strong> van winst e<strong>en</strong> absolute noodzaak is om de continuïteit<br />

van het opgestarte initiatief te verzeker<strong>en</strong>. Winst wordt dan e<strong>en</strong> soort van afgeleid<br />

objectief. Omdat de realisatie van het idee, van het meerwaarde-concept continuïteit<br />

vereist <strong>en</strong> omdat die continuïteit perman<strong>en</strong>t in gevaar is als winst ontbreekt, sluipt<br />

winst mak<strong>en</strong> indirect in het schema van de ondernemer binn<strong>en</strong> 23 .<br />

Onzekerheid<br />

Het belang van de factor onzekerheid kwam reeds aan de orde bij de eerste auteur<br />

die expliciet de ondernemer als economisch ag<strong>en</strong>t onder de loep nam, nl. de Fransman<br />

Richard Cantillon (1680?-1734) 24 . Binn<strong>en</strong> de agrarische sam<strong>en</strong>leving van zijn tijd ziet<br />

Cantillon de landbouwer als e<strong>en</strong> “<strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eur” omdat hij “koopt aan e<strong>en</strong> vastgelegde<br />

prijs <strong>en</strong> moet verkop<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> onzekere prijs” <strong>en</strong> dus “zijn boerderij moet beher<strong>en</strong><br />

temidd<strong>en</strong> grote onzekerheid” 25 . In de analyse van Richard Cantillon domineert onzekerheid<br />

het dagelijkse maatschappelijke gebeur<strong>en</strong> in al zijn facett<strong>en</strong> <strong>en</strong> zij die daar het<br />

meest adequaat <strong>en</strong> doordacht mee omgaan zijn volg<strong>en</strong>s hem de “<strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eurs” 26 .<br />

Ook in het werk van 19 de eeuwse Duitse econom<strong>en</strong> als Johann Heinrich von Thün<strong>en</strong><br />

(1783-1850) <strong>en</strong> Hans Karl von Mangoldt (1824-1868) stond<strong>en</strong> de confrontatie met onzekerheid<br />

<strong>en</strong> de daarbij hor<strong>en</strong>de risico’s c<strong>en</strong>traal in hun inschatting van het wez<strong>en</strong>sk<strong>en</strong>merk<br />

van het ondernemerschap. E<strong>en</strong> gelijkaardig geluid weerklonk bij Carl M<strong>en</strong>ger (1840-1921)<br />

23 Hiermede is helemaal niet gesteld dat er ge<strong>en</strong> ondernemers zijn die expliciet het mak<strong>en</strong> van winst als hoofddoelstelling<br />

bij hun do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>. We will<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> niet de norm is wanneer het ondernemerslandschap<br />

ernstig geanalyseerd wordt.<br />

24 Zie bijlage 1 (“The Fr<strong>en</strong>ch Connection”) voor meer details inzake het werk van Cantillon <strong>en</strong> andere Franse bijdrag<strong>en</strong> aan<br />

het economisch onderzoek inzake het ondernemerschap.<br />

25 Cantillon, 1931, p. 51 <strong>en</strong> p. 49.<br />

26 Het is Richard Cantillon die, voor zover we kond<strong>en</strong> achterhal<strong>en</strong>, als allereerste effectief de term <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eur, als afgeleid<br />

van <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>dre, gebruikt.


<strong>en</strong> Friedrich von Wieser (1851-1926), de grondleggers van de Oost<strong>en</strong>rijkse School die zich<br />

tot op de dag van vandaag k<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> zeer grote aandacht voor de ondernemer<br />

in het sociaal-economisch ontwikkelingsproces 27 . Ludwig von Mises (1881-1972), e<strong>en</strong><br />

promin<strong>en</strong>t lid van deze Oost<strong>en</strong>rijkse School, stelt: “de term ondernemers … slaat op<br />

de actieve m<strong>en</strong>s exclusief gezi<strong>en</strong> vanuit het aspect van de onzekerheid eig<strong>en</strong> aan elke<br />

actie” 28 . De Oost<strong>en</strong>rijkse School besteedt ook veel aandacht aan het aspect onvolledige<br />

informatie 29 . Het spreekt voor zich dat onzekerheid <strong>en</strong> onvolledige informatie conceptueel<br />

én qua concrete gevolg<strong>en</strong> heel dicht bij elkaar aanleun<strong>en</strong>.<br />

Op belangrijke punt<strong>en</strong> steun<strong>en</strong>d op de Duitse <strong>en</strong> Oost<strong>en</strong>rijkse inbr<strong>en</strong>g hierbov<strong>en</strong><br />

kort aangeduid, kwam er e<strong>en</strong> pionier<strong>en</strong>de bijdrage inzake risico, onzekerheid <strong>en</strong> ondernemerschap<br />

van de Amerikaanse econoom Frank Knight (1885-1972), één van de grondleggers<br />

van de befaamde (of beruchte) Chicago School 30 . In zijn boek Risk, Uncertainty,<br />

and Profit plaatste Frank Knight onzekerheid c<strong>en</strong>traal inzake ondernemerschap 31 . Zijn<br />

grote bijdrage bestond erin e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verzekerbare risico’s <strong>en</strong><br />

niet-verzekerbare risico’s. Brand <strong>en</strong> diefstal vorm<strong>en</strong> typische voorbeeld<strong>en</strong> van verzekerbare<br />

risico’s <strong>en</strong> reducer<strong>en</strong> zich daardoor tot e<strong>en</strong> vaste kost hor<strong>en</strong>d bij de uitoef<strong>en</strong>ing<br />

van e<strong>en</strong> economische activiteit. De onzekerheid die c<strong>en</strong>traal staat in het optred<strong>en</strong><br />

van ondernemers bestaat uit niet-verzekerbare risico’s. Het meest typische voorbeeld<br />

van niet-verzekerbaar risico dat de ondernemer voortdur<strong>en</strong>d onder og<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te zi<strong>en</strong>,<br />

heeft betrekking op de evolutie van de vraag naar zijn product of di<strong>en</strong>st. De winst die<br />

e<strong>en</strong> ondernemer maakt, ziet Frank Knight als de vergoeding voor de acties die de ondernemer<br />

op het getouw zet om tot e<strong>en</strong> zo goed mogelijk beheersing van die niet-verzekerbare<br />

risico’s, zijnde onzekerheid, te kom<strong>en</strong> 32 .<br />

Ook onder rec<strong>en</strong>te auteurs blijft er e<strong>en</strong> duidelijke aandacht voor de factor onzekerheid<br />

als determiner<strong>en</strong>d voor de acties van ondernemers. Zo besluit<strong>en</strong> Rita Gunther<br />

McGrath <strong>en</strong> Ian McMillan hun onderzoek omtr<strong>en</strong>t de Entrepr<strong>en</strong>eurial Mindset met de<br />

conclusie dat het typer<strong>en</strong>d is voor goede ondernemers dat zij zinvol <strong>en</strong> constructief<br />

met onzekerheid kunn<strong>en</strong> omgaan: “Onzekerheid kan tot <strong>en</strong>orme opportuniteit<strong>en</strong> leid<strong>en</strong><br />

wanneer op de juiste manier b<strong>en</strong>aderd” 33 . E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te variante op de link tuss<strong>en</strong><br />

27 E<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>de historische typering van deze Oost<strong>en</strong>rijkse School is te vind<strong>en</strong> in Vaughn, 1994.<br />

28 von Mises, 1949, p. 254.<br />

29 Zie bijvoorbeeld Hayek, 1945 <strong>en</strong> ook Kirzner, 1973.<br />

30 Voor het volledige verhaal omtr<strong>en</strong>t deze Chicago School, zie Van Overtveldt, 2007.<br />

31 Knight, 1921.<br />

32 Frank Knight is typisch één van die acteurs die zich niet zomaar in onze driedeling “onzekerheid-beoordelingsvermog<strong>en</strong>-b<strong>en</strong>uttiging<br />

opportuniteit<strong>en</strong>” laat vang<strong>en</strong>. Naast het elem<strong>en</strong>t onzekerheid besteedt hij immers ook veel aandacht<br />

aan het aspect beoordelingsvermog<strong>en</strong> als typer<strong>en</strong>d voor de ondernemersklasse.<br />

33 McGrath & MacMillan, 2000, p. x.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

onzekerheid <strong>en</strong> ondernemerschap bestaat erin het optred<strong>en</strong> van ondernemers vast te<br />

klink<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> “ongewone tolerantie voor ambiguïteit” 34 .<br />

Hoog ontwikkeld beoordelingsvermog<strong>en</strong><br />

Mag Richard Cantillon de eer opeis<strong>en</strong> de eerste geweest te zijn die er op wees dat<br />

het typer<strong>en</strong>d is voor ondernemers dat zij op e<strong>en</strong> constructieve <strong>en</strong> creatieve manier met<br />

onzekerheid kunn<strong>en</strong> omgaan, dan mag e<strong>en</strong> ander Frans econoom, nl. Jean-Baptiste Say<br />

(1767-1832), zich de vader noem<strong>en</strong> van de vaststelling dat het vooral ondernemers zijn<br />

die in die onzekere omstandighed<strong>en</strong> tot onderbouwde beslissing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> 35 .<br />

Het echt k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de van e<strong>en</strong> ondernemer bestaat er volg<strong>en</strong>s Say in dat “hij behoeft<strong>en</strong><br />

kan inschatt<strong>en</strong> alsmede de manier<strong>en</strong> waarop aan die behoeft<strong>en</strong> voldaan kan word<strong>en</strong> …<br />

E<strong>en</strong> ondernemer moet dus vooral over e<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>d beoordelingsvermog<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>”<br />

36 . E<strong>en</strong> gelijkaardige inschatting vind<strong>en</strong> wij ook bij de peetvader van de neoklassieke<br />

economie, Alfred Marshall (1842-1924). Alhoewel Marshall ook de nodige aandacht<br />

besteedt aan onzekerheid <strong>en</strong> risicobeleving, stelt hij toch dat e<strong>en</strong> succesvol ondernemer<br />

vooral “bekwaam moet zijn om doordacht <strong>en</strong> voorzichtig te beoordel<strong>en</strong>” 37 .<br />

Het spreekt voor zich dat die uitmunt<strong>en</strong>dheid inzake beoordelingsvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> besluitvaardigheid<br />

zich beter kan lat<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> naarmate er meer onzekerheid heerst. E<strong>en</strong><br />

ondernemer drijft slechts in beperkte mate op routineuze werkwijzes. Oordeelkundige<br />

improvisatie op basis van onvolledige informatie k<strong>en</strong>merkt veel van zijn acties. Omwille<br />

van dit gegev<strong>en</strong> ervaart de ondernemer bepaalde situaties eerder als opportuniteit<strong>en</strong><br />

dan wel als bedreiging<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong> zich weerloos teg<strong>en</strong> voelt. Op de omgang met die<br />

opportuniteit<strong>en</strong> door ondernemers gaan in we in het hierna volg<strong>en</strong>de punt dieper in.<br />

Dat niet-ondernemers de acties van ondernemers vaak als bijzonder risicovol percipiër<strong>en</strong><br />

heeft ook veel te mak<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de bekwaamhed<strong>en</strong> op het vlak van beoordelingsvermog<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> improvisatie 38 . De leg<strong>en</strong>darische John Maynard Keynes (1883-1946)<br />

me<strong>en</strong>de in deze context eerder van instinctmatig gedrag (“animal spirits”) te kunn<strong>en</strong><br />

34 Bhidé, 2000, p. 361.<br />

35 Voor meer details rond Jean-Baptiste Say <strong>en</strong> zijn analyse van het ondernemerschap verwijz<strong>en</strong> we hier opnieuw naar<br />

bijlage 1.<br />

36 Say, 1845, p. 100.<br />

37 Marshall, 1961, p. 297. Er di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> op gewez<strong>en</strong> dat Marshall het nooit over de ondernemer of <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eur heeft<br />

maar wel over de “undertaker” of “superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t”.<br />

38 Omtr<strong>en</strong>t de subjectiviteit van risico-inschatting leverde vooral George Shackle baanbrek<strong>en</strong>d werk. Zie Shackle, 1979.


gewag<strong>en</strong>: “Individueel initiatief zal <strong>en</strong>kel tot resultat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> ser<strong>en</strong>e calculatie<br />

wordt aangevuld met <strong>en</strong> ondersteund door animal spirits, zodat de gedachte aan mogelijk<br />

verlies die pioniers soms doet terugschrikk<strong>en</strong>, opzijgeschov<strong>en</strong> wordt zoals e<strong>en</strong><br />

gezonde man de verwachting van overlijd<strong>en</strong> bant” 39 . Alhoewel “animal spirits” negatieve<br />

beeld<strong>en</strong> oproept – het m<strong>en</strong>selijke aspect inher<strong>en</strong>t aan goed ondernemerschap<br />

verdampt in zekere mate – zet dit beeld het instinctieve dat vaak nadrukkelijk deel<br />

uitmaakt van het beoordelingsvermog<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ondernemer goed in de verf.<br />

Onder de hed<strong>en</strong>daagse auteurs is het vooral Mark Casson, hoogleraar verbond<strong>en</strong><br />

aan de University of Reading, die het sterk ontwikkeld beoordelingsvermog<strong>en</strong> als hét<br />

wez<strong>en</strong>sk<strong>en</strong>merk van e<strong>en</strong> ondernemer naar vor<strong>en</strong> schuift 40 . In moderne managem<strong>en</strong>tterminologie<br />

gaat het er vaak over dat succesvolle ondernemers uitblink<strong>en</strong> in strategische<br />

besluitvaardigheid, wat eig<strong>en</strong>lijk op hetzelfde neerkomt komt als het hier behandelde<br />

thema van het hoogontwikkelde beoordelingsvermog<strong>en</strong>. Vermits het om beoordelingsvermog<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> omgeving gek<strong>en</strong>merkt door onzekerheid gaat, spreekt het<br />

voor zich dat er nag<strong>en</strong>oeg altijd ook e<strong>en</strong> kans op het mak<strong>en</strong> van foute beoordeling<strong>en</strong><br />

bestaat. Onlosmakelijk verbond<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> hoog ontwikkeld beoordelingsvermog<strong>en</strong><br />

blijft dus de mogelijkheid van e<strong>en</strong> fal<strong>en</strong>de inschatting.<br />

Opportuniteit<strong>en</strong> concretiser<strong>en</strong><br />

Aan de hand van hun sterk ontwikkeld beoordelingsvermog<strong>en</strong> slag<strong>en</strong> ondernemers<br />

er in om binn<strong>en</strong> de door grote onzekerheid gek<strong>en</strong>merkte omgeving opportuniteit<strong>en</strong> te<br />

ontwar<strong>en</strong>. Het waarmak<strong>en</strong> <strong>en</strong> concretiser<strong>en</strong> van die opportuniteit<strong>en</strong> vormt dan het<br />

finale object van het ondernemerschap 41 . E<strong>en</strong>s te meer di<strong>en</strong>t hier b<strong>en</strong>adrukt dat het<br />

onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opportuniteit e<strong>en</strong> subjectief gegev<strong>en</strong> uitmaakt zodat de kans op<br />

foute perceptie <strong>en</strong>/of onoordeelkundige uitwerking reëel blijft. Anders uitgedrukt: er<br />

blijft altijd e<strong>en</strong> kans op mislukk<strong>en</strong>, met alle gevolg<strong>en</strong> vandi<strong>en</strong> voor al dieg<strong>en</strong>e die geldelijk<br />

<strong>en</strong> andersweegs investeerd<strong>en</strong> in het project dat door de ondernemer als e<strong>en</strong> opportuniteit<br />

werd beschouwd 42 .<br />

De id<strong>en</strong>tificatie van het ondernemerschap met de ontwaring van opportuniteit<strong>en</strong><br />

komt veelvuldig voor in de literatuur. We do<strong>en</strong> e<strong>en</strong> greep uit het aanbod terzake. Voor<br />

iemand als Israel Kirzner, één van de meest vooraanstaande figur<strong>en</strong> van de naoorlogse<br />

39 Keynes, 1997, p. 162.<br />

40 Zie bijvoorbeeld Casson, 1990 <strong>en</strong> 2000.<br />

41 Wanneer Joseph Schumpeter het reeds in 1911 had over de ondernemer die voortdur<strong>en</strong>d op zoek gaat naar “nieuwe<br />

combinaties” dan mag geconcludeerd word<strong>en</strong> dat wat hij in gedacht<strong>en</strong> had zeer nauw aansluit bij wat wij hier omschrijv<strong>en</strong><br />

als “opportuniteit<strong>en</strong>”. Zie Schumpeter, 2000 (1911)<br />

42 Deze vaststelling br<strong>en</strong>gt sommig<strong>en</strong> er toe om te stell<strong>en</strong> dat niet zozeer de ondernemer dan wel zijn financier (“de kapitalist”)<br />

dieg<strong>en</strong>e is die echt het risico draagt bij nieuwe initiatiev<strong>en</strong>.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

g<strong>en</strong>eratie binn<strong>en</strong> de Oost<strong>en</strong>rijkse School, reduceert, in het zog van zijn leermeesters<br />

Friedrich Hayek <strong>en</strong> Ludwig von Mises, ondernemerschap zich tot de alertheid voor opportuniteit<strong>en</strong><br />

43 . Onderzoekers Howard Stev<strong>en</strong>son <strong>en</strong> Carlos Jarillo zi<strong>en</strong> ondernemerschap<br />

als “e<strong>en</strong> proces waarbij ondernemers – op zichzelf of in het kader van e<strong>en</strong> organisatie<br />

– opportuniteit<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> waar te mak<strong>en</strong>, ongeacht de middel<strong>en</strong> waarover ze vandaag<br />

beschikk<strong>en</strong>” 44 . Managem<strong>en</strong>texcell<strong>en</strong>tie Peter Drucker stelt: “E<strong>en</strong> ondernemer is iemand<br />

die zoekt naar verandering, er op reageert <strong>en</strong> exploiteert als e<strong>en</strong> opportuniteit” 45 .<br />

Professor bedrijfskunde James Fiet concludeert dat “wat ondernemers onderscheidt<br />

is dat zij ontdekking<strong>en</strong> do<strong>en</strong> … Entrepr<strong>en</strong>eurial ontdekking<strong>en</strong> zijn onverwachte maar<br />

economisch waardevolle opportuniteit<strong>en</strong>” 46 . De OESO besluit haar analyse van ondernemerschap<br />

met de stelling dat “ondernemers niet <strong>en</strong>kel tracht<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel winstgev<strong>en</strong>de<br />

economische opportuniteit<strong>en</strong> op te zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> maar tev<strong>en</strong>s de<br />

risico’s will<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> om te achterhal<strong>en</strong> of ze het bij het rechte eind hebb<strong>en</strong>” 47 .<br />

Conceptueel kunn<strong>en</strong> we de opportuniteit<strong>en</strong> welke ondernemers onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

aangrijp<strong>en</strong> om tot actie over te gaan, opdel<strong>en</strong> in twee brede categorieën, nl. de herschikking<br />

van bestaande middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> structur<strong>en</strong> (“asset (re)allocation”) <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong><br />

innovaties in de zin van nieuwe product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> anderzijds. Het gaat dus niet<br />

op ondernemerschap volledig te reducer<strong>en</strong> tot het vermog<strong>en</strong> om nieuwe product<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te lancer<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vernauwing die in het maatschappelijke debat omtr<strong>en</strong>t ondernem<strong>en</strong><br />

maar al te vaak opduikt. Opnieuw dringt zich hier de opmerking op dat, alhoewel<br />

zinvol vanuit analytisch standpunt, bov<strong>en</strong>gaande tweedeling van het gamma<br />

aan opportuniteit<strong>en</strong> dat ondernemers m<strong>en</strong><strong>en</strong> te ontwar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ietwat artificieel karakter<br />

heeft daar de scheidingslijn tuss<strong>en</strong> beide types soms heel flou wordt.<br />

Bijna e<strong>en</strong> halve eeuw geled<strong>en</strong> stelde de vermaarde bedrijfshistoricus Alfred Chandler<br />

dat “<strong>onderneming</strong>sbeslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> –acties altijd slaan op de allocatie van middel<strong>en</strong>” 48 .<br />

T<strong>en</strong> gronde gaat het hier om verbetering<strong>en</strong> die aangebracht word<strong>en</strong> aan de bestaande<br />

manier van do<strong>en</strong>. De uiting<strong>en</strong> van dit type van ondernemerschap kunn<strong>en</strong> bijzonder<br />

diverse vorm<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>. Zo kan het bijvoorbeeld gaan om rationalisering<strong>en</strong> in het<br />

productieproces die de kost<strong>en</strong> verlag<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of de output verhog<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> gelijke inzet<br />

van middel<strong>en</strong>. Organisatorische verandering<strong>en</strong> <strong>en</strong> administratieve vere<strong>en</strong>voudiging<strong>en</strong><br />

hor<strong>en</strong> ook thuis in deze categorie. Idem dito voor vernieuwing<strong>en</strong> op het vlak van marketingtechniek<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> verkoopsbeleid (zoals bijvoorbeeld het aanbor<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nieuwe<br />

43 Kirzner, 1973.<br />

44 Stev<strong>en</strong>son & Jarillo, 1990, p. 23.<br />

45 Drucker, 1985, p.25.<br />

46 Fiet, 2002, p. 1,2.<br />

47 OESO, 1998, p. 11<br />

48 Chandler, 1962, p. 11.


geografische markt). Als e<strong>en</strong> ondernemer er in slaagt, op welke manier dan ook, om<br />

zijn tijd <strong>en</strong>/of die van zijn medewerkers productiever te gebruik<strong>en</strong>, dan hor<strong>en</strong> deze ingrep<strong>en</strong><br />

ook thuis onder de hier besprok<strong>en</strong> hoofding. Kortom, het gaat bij dit eerste type<br />

van opportuniteit<strong>en</strong> voor ondernemers om alles wat binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bestaande <strong>en</strong>titeit tot<br />

e<strong>en</strong> efficiënter gebruik van de beschikbare middel<strong>en</strong> leidt.<br />

De tweede grote groep van opportuniteit<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> ondernemer kan aangrijp<strong>en</strong>,<br />

situeert zich op het niveau van de introductie van nieuwe product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. We<br />

kunn<strong>en</strong> voor onze opdeling van de opportuniteit<strong>en</strong> terugvall<strong>en</strong> op Joseph Schumpeter’s<br />

analyse van het economische ontwikkelingsproces. Telk<strong>en</strong>s aangedrev<strong>en</strong> door de acties<br />

van ondernemers onderscheidt Schumpeter vijf vorm<strong>en</strong> van “nieuwe combinaties”<br />

die dit ontwikkelingsproces concreet vorm gev<strong>en</strong> 49 :<br />

• de introductie van nieuwe product<strong>en</strong>,<br />

• de introductie van nieuwe productiemethodes,<br />

• de op<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> nieuwe markt,<br />

• de ontdekking van e<strong>en</strong> nieuwe grond- of hulpstof, <strong>en</strong><br />

• nieuwe organisatievorm<strong>en</strong><br />

Het eerste alsmede, gedeeltelijk, het tweede punt van Schumpeter’s vijftal hoort<br />

thuis in onze tweede groep van opportuniteit<strong>en</strong>. De gangbare term terzake is uiteraard<br />

innovatie. Dit aspect van het ondernemerschap kreeg veel aandacht in de analyses van<br />

de Duitse Historische School <strong>en</strong> meer bepaald in de geschrift<strong>en</strong> van Gustav Schmöller<br />

(1838-1917), Werner Sombart (1863-1941) <strong>en</strong> Max Weber (1864-1920) 50 . Het valt te argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong><br />

dat de reeds diverse mal<strong>en</strong> geciteerde Joseph Schumpeter behoorlijk wat van<br />

zijn mosterd bij de promin<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van deze Duitse Historische School haalde.<br />

Diezelfde Schumpeter b<strong>en</strong>adrukte sterk dat k<strong>en</strong>nis op zich niet volstaat om tot vooruitgang<br />

te kom<strong>en</strong>. Er is behoefte aan de actie van de ondernemer om die k<strong>en</strong>nis om te<br />

zett<strong>en</strong> in maatschappelijk relevante meerwaarde via nieuwe product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.<br />

<strong>Ondernemer</strong>s doorbrek<strong>en</strong> alzo continu het economische status quo <strong>en</strong> do<strong>en</strong> daarbij vaak<br />

aan creatieve destructie. Wanneer William Baumol in één van de meest relevante boek<strong>en</strong><br />

terzake van het voorbije dec<strong>en</strong>nium schrijft over de “free-market innovation machine”<br />

49 Schumpeter, 2000, p. 66.<br />

50 Waarmede niet gezegd is dat <strong>en</strong>kel deze Duitse Historische School aandacht besteedt aan het aspect innovatie in de betek<strong>en</strong>is<br />

zoals hier door ons gebruikt. Wel is het zo dat onder de econom<strong>en</strong> thuishor<strong>en</strong>d in deze school op e<strong>en</strong> systematische<br />

manier aandacht besteed werd aan het grote belang van innovatie voor de sociaal-economische ontwikkeling <strong>en</strong><br />

aan de cruciale rol te vervull<strong>en</strong> door de ondernemers in het hele innovatieverhaal.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

dan gaat dat op de allereerste plaats over het merkwaardige vermog<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vrije<br />

markteconomie om “e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de stroom aan uitvinding<strong>en</strong> te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> alsmede<br />

hun omzetting via het innovatieproces in directe contributies aan de groei van productiviteit<br />

<strong>en</strong> output” 51 . De ondernemer vervult e<strong>en</strong> absoluut c<strong>en</strong>trale rol in deze dynamiek<br />

die uiteindelijk aan de basis ligt van niet <strong>en</strong>kel onze materiële welvaart maar ook van<br />

de pot aan middel<strong>en</strong> waaruit, hetzij door de overheid, hetzij door de privé-sector, kan<br />

geput word<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong> breed uitgesmeerde to<strong>en</strong>ame van het welzijn te kom<strong>en</strong>. In<br />

het tweede deel van deze monografie gaan we dieper in op deze thematiek.<br />

William Baumol reserveert in zijn analyse van de “free-market innovation machine”<br />

niet <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> belangrijke plaats voor de individuele ondernemer maar ook voor<br />

het moderne grootbedrijf dat via “de routinematige aanpak van innovatie” e<strong>en</strong> belangwekk<strong>en</strong>de<br />

bijdrage levert aan de moderne Westerse welstand <strong>en</strong> welzijn 52 . Deze<br />

vaststelling br<strong>en</strong>gt ons naadloos bij de volg<strong>en</strong>de stap in onze verk<strong>en</strong>ning van de relatie<br />

tuss<strong>en</strong> ondernemer, <strong>onderneming</strong> <strong>en</strong> het maatschappelijk belang, nl. de stap van<br />

ondernemer tot <strong>onderneming</strong>.<br />

2.2 Van ondernemer tot <strong>onderneming</strong><br />

T<strong>en</strong>zij in specifieke gevall<strong>en</strong> van fraude of andere onaang<strong>en</strong>ame calamiteit<strong>en</strong> krijgt<br />

“de ondernemer” zeld<strong>en</strong> rechtstreeks kritiek. Integ<strong>en</strong>deel, vooral het hoge Robin Hoodgehalte<br />

dat in nogal wat media aan de kleine ondernemer toegedicht wordt, maakt hem<br />

of haar zelf geregeld tot e<strong>en</strong> geliefde figuur die in brede kring<strong>en</strong> van de maatschappij op<br />

méér dan oppervlakkige sympathie mag rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dat geldt zeker voor het lokale niveau<br />

waar de burgers zich vaak zeer goed bewust zijn van de cruciale rol die lokale <strong>onderneming</strong><strong>en</strong><br />

in het geme<strong>en</strong>schapslev<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong> 53 . De kritiek die nog steeds regelmatig<br />

weerklinkt op het ondernemerschap slaat veelal op het do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> van de grotere<br />

<strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> dan zeker de multinationaal operer<strong>en</strong>de concerns 54 .<br />

Het is ev<strong>en</strong>wel intellectueel oneerlijk de concept<strong>en</strong> “ondernemer” <strong>en</strong> “<strong>onderneming</strong>”<br />

los te koppel<strong>en</strong> van elkaar. Niet elk ondernemersinitiatief hoeft per se uit te<br />

mond<strong>en</strong> in de creatie van e<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> maar aan de logica om die stap effectief te<br />

zett<strong>en</strong>, valt in vele gevall<strong>en</strong> niet te ontkom<strong>en</strong> zo m<strong>en</strong> het g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ondernemersinitiatief<br />

op e<strong>en</strong> succesvolle manier wil uitbouw<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> persoon die het pad van het onderne-<br />

51 Baumol, 2002, p. 247. E<strong>en</strong> gelijkaardige argum<strong>en</strong>tatie komt aan de orde in Warsh, 2006.<br />

52<br />

53 Talrijk zijn de dorp<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> waar één of <strong>en</strong>kele lokale ondernemers niet <strong>en</strong>kel de voetbalploeg <strong>en</strong> de wielertoerist<strong>en</strong>groep<br />

financier<strong>en</strong> maar ook nog wat middel<strong>en</strong> ter beschikking stell<strong>en</strong> van, bijvoorbeeld, de jeugdgroepering<strong>en</strong>,<br />

de ouderling<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>iging <strong>en</strong> de toneelgroep van het dorp.<br />

54 Typische voorbeeld<strong>en</strong> van die vaak striem<strong>en</strong>de kritiek zijn Mokhiber & Weissman, 1999 ; Hertz, 2001; Mitchell, 2002 <strong>en</strong><br />

Bakan, 2004.


0<br />

merschap inslaat, kan immers, op e<strong>en</strong> paar uitzondering<strong>en</strong> na, niet louter individueel<br />

werk<strong>en</strong>. De ondernemer heeft immers niet <strong>en</strong>kel behoefte aan klant<strong>en</strong> <strong>en</strong> leveranciers<br />

maar ook aan medewerkers om het project dat zijn ondernemerschap concreet vorm<br />

moet gev<strong>en</strong>, ook effectief mee te schrag<strong>en</strong>. Deze vaststelling mag ev<strong>en</strong>wel niet do<strong>en</strong><br />

besluit<strong>en</strong> dat het hier om e<strong>en</strong> evid<strong>en</strong>te <strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige onvermijdelijkheid gaat.<br />

De relatie ondernemer-<strong>onderneming</strong> baadt in e<strong>en</strong> aantal belangrijke subtiliteit<strong>en</strong><br />

maar vooraleer daar verder op in te gaan lijkt het ons zinvol om, gegev<strong>en</strong> de hierbov<strong>en</strong><br />

ontwikkelde definitie van ondernemer <strong>en</strong> ondernemerschap, ev<strong>en</strong> stil te staan bij e<strong>en</strong><br />

verdere explicitering van het begrip ondernemer. Meer bepaald gebiedt de realiteit ons<br />

om onder og<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> dat er niet één monoliet type van ondernemer bestaat maar dat<br />

ondernemerschap zeker binn<strong>en</strong> de organisatie van e<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> op diverse manier<strong>en</strong><br />

aan de oppervlakte komt.<br />

Het bijgaande schema 1 werkt via e<strong>en</strong> dubbel onderscheid. In de rij<strong>en</strong> gaat het om<br />

het onderscheid tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eurial <strong>en</strong> managerial. Met het eerste id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> we<br />

acties die sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> met <strong>en</strong> voortvloei<strong>en</strong> uit de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van ondernemersoptred<strong>en</strong><br />

zoals hierbov<strong>en</strong> vastgelegd.<br />

Zelfstandig Tewerkgesteld<br />

Entrepr<strong>en</strong>eurial Schumpeteriaanse Intrapr<strong>en</strong>eur<br />

ondernemer<br />

Managerial Managerial Uitvoer<strong>en</strong>d manager<br />

Schema 1:<br />

Typologie ondernemer<br />

Bron: W<strong>en</strong>nek<strong>en</strong>s & Thurik<br />

Bij managerial activiteit<strong>en</strong> gaat het om tuss<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> die gericht zijn op organisatie<br />

<strong>en</strong> coördinatie binn<strong>en</strong> de <strong>onderneming</strong>. In de kolomm<strong>en</strong> van schema 1 ligt de<br />

nadruk op het onderscheid tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> operer<strong>en</strong>d als zelfstandige dan wel als tewerkgestelde.<br />

Van de vier types die uit deze conceptuele opdeling<strong>en</strong> voortkom<strong>en</strong>, ho-


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

r<strong>en</strong> er drie thuis in de categorie “ondernemers”. Links bov<strong>en</strong>aan gaat het om de ondernemers<br />

pur sang, nl. de zelfstandig operer<strong>en</strong>de individu<strong>en</strong> wi<strong>en</strong>s optred<strong>en</strong> in het<br />

tek<strong>en</strong> staat van ons trio aan k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van ondernemersoptred<strong>en</strong>, nl. onzekerheid,<br />

beoordelingsvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> opportuniteit<strong>en</strong>. Rechts bov<strong>en</strong> staat de intrapr<strong>en</strong>eur wi<strong>en</strong>s<br />

acties ook de stempel van die ondernemersk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> draagt maar in e<strong>en</strong> tewerkstellingsverband<br />

tot de realisatie ervan tracht te kom<strong>en</strong>. Links onderaan vind<strong>en</strong> we de managerial<br />

eig<strong>en</strong>aar die, ofwel vanuit zijn natuur ofwel door de noodw<strong>en</strong>dighed<strong>en</strong> van<br />

de omstandighed<strong>en</strong>, de meeste van zijn/haar aandacht besteedt aan organisatie <strong>en</strong><br />

coördinatie. Rechts onderaan vind<strong>en</strong> we de manager in de <strong>en</strong>ge zin van het woord, de<br />

man of vrouw die zich puur richt op organsiatie <strong>en</strong> coördinatie binn<strong>en</strong> de bestaande<br />

<strong>onderneming</strong>sstructuur.<br />

De opdeling vervat in schema 1 heeft <strong>en</strong>kel waarde als conceptueel d<strong>en</strong>kkader. In<br />

de realiteit lop<strong>en</strong> de vier neergezette types in min of meerdere mate door elkaar. Het<br />

was er ons hier bij de overgang in de analyse van ondernemer naar <strong>onderneming</strong>, <strong>en</strong>kel<br />

om te do<strong>en</strong> aan te gev<strong>en</strong> dat het begrip ondernemer ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig, ondubbelzinnig<br />

begrip uitmaakt.<br />

Nu e<strong>en</strong>s binn<strong>en</strong>, dan weer buit<strong>en</strong><br />

Zev<strong>en</strong>tig jaar geled<strong>en</strong> publiceerde Ronald Coase, winnaar van de Nobelprijs Economie<br />

in 1991, omtr<strong>en</strong>t de problematiek van ondernemer <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> e<strong>en</strong> artikel dat geleidelijk<br />

uitgroeide tot één van de absolute klassiekers uit de economische literatuur.<br />

In “The Nature of the Firm” gaat Coase uit van de volg<strong>en</strong>de vraag: indi<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> overgrote<br />

meerderheid van alle econom<strong>en</strong> met grote stelligheid beweert, de vrije markt<br />

zoveel efficiënter werkt dan de planmatige aanpak, waarom ontstaan er dan <strong>onderneming</strong><strong>en</strong>?<br />

Anders uitgedrukt: waarom richt<strong>en</strong> ondernemers <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> op binn<strong>en</strong><br />

dewelke de planmatige aanpak van de onderlinge relaties in de plaats treedt van<br />

de marktrelatie tuss<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>?<br />

Ondanks verdi<strong>en</strong>stelijke poging<strong>en</strong> om het bestaan van e<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> te analyser<strong>en</strong><br />

vanuit de invalshoek van e<strong>en</strong> netwerk van contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> van bekwaamhed<strong>en</strong>,<br />

staat vandaag het antwoord dat Coase gaf op bov<strong>en</strong>gaande vraag vandaag nog altijd<br />

grot<strong>en</strong>deels overeind 55 . Onderneming<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> als organisaties tot stand, zo luidt dat<br />

antwoord, omdat aan het afhandel<strong>en</strong> van transacties op de vrije markt kost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong><br />

zijn. In de loop der tijd kreg<strong>en</strong> deze kost<strong>en</strong> de omschrijving van transactiekost<strong>en</strong><br />

55 Zie bijvoorbeeld de bespreking in Roberts, 2004 waarin ook de tekortkoming<strong>en</strong> van de Coasiaanse analyse aan bod kom<strong>en</strong>.


mee 56 . Het gaat bij deze transactiekost<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> zeer divers pallet aan kost<strong>en</strong>, nl. die<br />

verbond<strong>en</strong> aan het zoek<strong>en</strong> naar de gew<strong>en</strong>ste partners <strong>en</strong> aan de voortdur<strong>en</strong>de negociaties<br />

noodzakelijk bij marktactiviteit<strong>en</strong>, de inspectie- <strong>en</strong> contractkost<strong>en</strong> <strong>en</strong> vooral “de<br />

kost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan de voortdur<strong>en</strong>de zoektocht naar prijsvergelijking<strong>en</strong>” 57 . E<strong>en</strong>s het<br />

om meer gesofisticeerde transacties gaat waarbij vele partij<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> rak<strong>en</strong>, tred<strong>en</strong><br />

er belangwekk<strong>en</strong>de coördinatiekost<strong>en</strong> op die ook bij de transactiekost<strong>en</strong> thuishor<strong>en</strong>.<br />

Uiteraard zijn er aan organisatie van activiteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>onderneming</strong> ook kost<strong>en</strong><br />

verbond<strong>en</strong>. Vaak wordt naar die kost<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong> als “hiërarchische kost<strong>en</strong>”. Binn<strong>en</strong><br />

de <strong>onderneming</strong> zelf di<strong>en</strong><strong>en</strong> contract<strong>en</strong> g<strong>en</strong>egocieerd te word<strong>en</strong>, motivatie- <strong>en</strong> coördinatiestructur<strong>en</strong><br />

te word<strong>en</strong> opgezet, etc. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dreigt binn<strong>en</strong> het kader van e<strong>en</strong><br />

bestaande organisatiestructuur voortdur<strong>en</strong>d het spook van de verlamm<strong>en</strong>de bureaucratisering<br />

daar waar bij markttransacties door de concurr<strong>en</strong>tiële druk e<strong>en</strong> dergelijke<br />

t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s veel minder aan bod kan kom<strong>en</strong>. De vergelijking van de kost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan<br />

het internaliser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> activiteit of di<strong>en</strong>st met de kost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan het externaliser<strong>en</strong><br />

ervan (d.i.: betrekk<strong>en</strong> vanuit de markt) leidt tot de beslissing om die activiteit<br />

of di<strong>en</strong>st al dan niet binn<strong>en</strong> de <strong>onderneming</strong> te organiser<strong>en</strong>.<br />

Tijd<strong>en</strong>s zijn Nobellezing eind 1991 vatte Ronald Coase zijn argum<strong>en</strong>tatie uit 1937 als<br />

volgt sam<strong>en</strong>: “E<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong>, zijnde die kleine planmatige geme<strong>en</strong>schap, kan <strong>en</strong>kel<br />

blijv<strong>en</strong> bestaan indi<strong>en</strong> het haar coördiner<strong>en</strong>de rol teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lagere kost kan waarmak<strong>en</strong><br />

dan indi<strong>en</strong> die coördinatie via transacties op de vrije markt tot stand zou gebracht<br />

word<strong>en</strong>. Om te kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> bestaan, moet e<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> deze coördiner<strong>en</strong>de rol<br />

ook efficiënter t<strong>en</strong> uitvoer br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dan andere <strong>onderneming</strong><strong>en</strong>” 58 . Gegev<strong>en</strong> de voortdur<strong>en</strong>de<br />

verandering<strong>en</strong> in het economische landschap in de brede zin van het woord,<br />

zal het uitzicht van <strong>en</strong> de omvang van <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d wijzig<strong>en</strong>. Er zal<br />

door ondernemers <strong>en</strong> managers immers continu afgewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> welke activiteit<strong>en</strong><br />

beter binn<strong>en</strong> de <strong>onderneming</strong> kunn<strong>en</strong> georganiseerd word<strong>en</strong> dan wel via transacties<br />

op de vrije markt tot stand gebracht word<strong>en</strong>.<br />

Het vandaag veelbesprok<strong>en</strong> concept van de outsourcing past perfect binn<strong>en</strong> de analyse<br />

neergezet door Ronald Coase. Op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t kan het voor bedrijv<strong>en</strong> immers<br />

interessant word<strong>en</strong> om bepaalde activiteit<strong>en</strong> (boekhouding, klant<strong>en</strong>beheer, logistiek,<br />

onderhoud, schoonmaak …) niet langer door di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> georganiseerd binn<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong><br />

<strong>onderneming</strong>sstructuur te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> maar wel via externe contract<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>.<br />

Het spreekt voor zich dat technologische ontwikkeling<strong>en</strong> inzake, bijvoorbeeld,<br />

56 Voor e<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>de bespreking van transactiekost<strong>en</strong>, zie Milgrom & Roberts, 1992.<br />

57 Coase, 1937, p. 40.<br />

58 Coase, 1991, p. 8.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

communicatie <strong>en</strong> informatica, e<strong>en</strong> belangrijke impact hebb<strong>en</strong> op de kost<strong>en</strong>afweging<br />

tuss<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing in dan wel externe aantrekking van bepaalde di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.<br />

Meer in het algeme<strong>en</strong> kan gesteld word<strong>en</strong> dat naarmate de transactiekost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong><br />

aan het van buit<strong>en</strong> de <strong>onderneming</strong> aantrekk<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> verklein<strong>en</strong>, de<br />

aantrekkelijkheid van die vrije markttransacties ook to<strong>en</strong>eemt. De ervaring leert dat<br />

meer markttransparantie er toe leidt dat transactiekost<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>: m<strong>en</strong> krijgt dan immers<br />

e<strong>en</strong> beter zicht op de verschill<strong>en</strong>de prijz<strong>en</strong> in de markt, monitoring <strong>en</strong> controle<br />

verlop<strong>en</strong> sneller <strong>en</strong> efficiënter, etc. Vermits de moderne communicatiemiddel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

alles wat met Internet sam<strong>en</strong>hangt, tezam<strong>en</strong> met de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de globalisering van<br />

het economische gebeur<strong>en</strong>, tot e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme to<strong>en</strong>ame van de markttransparantie geleid<br />

heeft, zou m<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> dat dit globaal g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bedrijfsgebeur<strong>en</strong><br />

aanleiding geeft tot e<strong>en</strong> sterke to<strong>en</strong>ame van vrije markttransacties teg<strong>en</strong>over de interne<br />

organisaties van die di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Dat is exact wat we de jongste jar<strong>en</strong> massaal zi<strong>en</strong><br />

gebeur<strong>en</strong> in de vrije markteconomieën van deze wereld via de vele facett<strong>en</strong> van het<br />

f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> outsourcing.<br />

De proliferatie van méér <strong>en</strong> kleinere <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> die sterke performanties neerzett<strong>en</strong>,<br />

kreeg de jongste jar<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> stevige wind in de rug vanuit de grotere op<strong>en</strong>heid<br />

<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie op de geld- <strong>en</strong> kapitaalmarkt<strong>en</strong>. Deze t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s leidde er niet <strong>en</strong>kel<br />

toe dat rec<strong>en</strong>t meer fonds<strong>en</strong> ter beschikking kwam<strong>en</strong> van kleinere <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

nieuwe ondernemers <strong>en</strong> hun project<strong>en</strong> maar tev<strong>en</strong>s ook dat binn<strong>en</strong> grote <strong>onderneming</strong><strong>en</strong><br />

de interne kapitaalvoorzi<strong>en</strong>ing op e<strong>en</strong> veel striktere basis plaatsgrijpt. Anders uitgedrukt:<br />

daar waar grote <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> voorhe<strong>en</strong> via de interne financieringskanal<strong>en</strong><br />

minder of zelfs niet r<strong>en</strong>dabele project<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> in stand houd<strong>en</strong>, kwam dat rec<strong>en</strong>t<br />

met de veel grotere transparantie van de markt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stuk moeilijker te ligg<strong>en</strong>. Deze<br />

evolutie verplichtte vooral grotere <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> tot het opdoek<strong>en</strong> van die minder<br />

goede tot slechte project<strong>en</strong> <strong>en</strong> het outsourc<strong>en</strong> van activiteit<strong>en</strong>. Alzo ontstond<strong>en</strong> nieuwe<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> voor ondernemers. “Corporate downsizing”, zo besluit<strong>en</strong> Raghuram<br />

Rajan <strong>en</strong> Luigi Zingales, “is ge<strong>en</strong> brute machtsuitoef<strong>en</strong>ing van de eig<strong>en</strong>aars van grote<br />

<strong>onderneming</strong><strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> reflectie van hun verlies aan macht <strong>en</strong> controle” 59 .<br />

E<strong>en</strong> kwestie van leiderschap<br />

Ondanks de hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> ontwikkeling naar verhoogde graad van attractiviteit<br />

of rationaliteit inzake de organisatie van bedrijfsfuncties via transacties op de<br />

vrije markt blijft het natuurlijk e<strong>en</strong> feit dat het gros van de economische activiteit<strong>en</strong><br />

59 Rajan & Zingales, 2003, p. 91


zich afspeelt binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong>sstructuur. Joseph Schumpeter wees er als één<br />

der eerst<strong>en</strong> op dat de logica van de organisatie binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong>sgegev<strong>en</strong> onvermijdelijk<br />

zou uitmond<strong>en</strong> in bureaucratie <strong>en</strong> doding van het individuele <strong>onderneming</strong>sinitiatief<br />

60 . Ook Alfred Chandler ontwaarde e<strong>en</strong> onver<strong>en</strong>igbaarheid tuss<strong>en</strong> ondernemer<br />

<strong>en</strong> managem<strong>en</strong>t 61 . Maar reeds in 1977 merkte Harold Livesay op dat “bureaucratisering<br />

niet noodzakelijk hoeft uit te mond<strong>en</strong> in de knechting van de <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eurial<br />

spirit … Wanneer oordeelkundig gestuurd, wordt (bureaucratie) e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t dat<br />

toelaat goed om te gaan met de complexiteit van het zak<strong>en</strong>do<strong>en</strong> in de moderne wereld.<br />

Bureaucratie hoeft dus niet onvermijdelijk de vijand te word<strong>en</strong> van de ondernemer;<br />

het wordt veeleer e<strong>en</strong> noodzakelijk instrum<strong>en</strong>t voor hem” 62 .<br />

De interactie tuss<strong>en</strong> ondernemer <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> kreeg de voorbije dec<strong>en</strong>nia vanuit<br />

de onderzoekswereld reeds heel wat aandacht. Eén van de meest boei<strong>en</strong>de analyses<br />

terzake komt van Eric Flamholtz die vier fas<strong>en</strong> onderscheidt in het groeiproces van<br />

e<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> 63 . De eerste twee van deze vier fases drag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zware <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eurial<br />

stempel, nl. de onderk<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> opportuniteit die zich voordoet <strong>en</strong> het initiële<br />

sam<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de productiefactor<strong>en</strong> nodig om het goed of de di<strong>en</strong>st voort te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Fase drie omschrijft Flamholtz als het begin van de professionalisering van<br />

de organisatie die dan in de laatste fase uitmondt in de boetsering van e<strong>en</strong> op <strong>en</strong> top<br />

professioneel geleide organisatie waarin c<strong>en</strong>traal staat de creatie van e<strong>en</strong> bedrijfscultuur<br />

die moet toelat<strong>en</strong> de grotere omvang van de <strong>onderneming</strong> op e<strong>en</strong> efficiënte manier<br />

te “behapp<strong>en</strong>”. Concept<strong>en</strong> als intrapr<strong>en</strong>eurship <strong>en</strong> corporate <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eurship kom<strong>en</strong><br />

nadrukkelijk aan de oppervlakte in die latere fases van de organisatorische <strong>en</strong> strategische<br />

ontwikkeling van de <strong>onderneming</strong> <strong>en</strong> van haar structur<strong>en</strong> <strong>en</strong> beslissingsmodell<strong>en</strong>.<br />

De Flamholtz-typologie sluit alzo ook direct aan bij de types van ondernemer<br />

zoals vastgelegd in schema 1.<br />

E<strong>en</strong>s ondergedompeld in het gegev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> uitdein<strong>en</strong>de organisatie als gevolg<br />

van de succesrijke uitbouw van de <strong>onderneming</strong>, di<strong>en</strong>t de ondernemer e<strong>en</strong> andere rol<br />

te gaan spel<strong>en</strong> dan die welke hij of zij in de initiële fase van de <strong>onderneming</strong>sontwikkeling<br />

di<strong>en</strong>de op te nem<strong>en</strong>. Zoals onder meer academicus <strong>en</strong> consultant John Roberts<br />

van de Stanford Business School onderlijnt, vereist die nieuwe realiteit hoe dan ook bepaalde<br />

managem<strong>en</strong>tkwaliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> vooral leiderschap vanwege de ondernemer. In de<br />

realiteit vertal<strong>en</strong> deze vereist<strong>en</strong> zich in de vaststelling dat succesvolle ondernemers<br />

60 Schumpeter 1994.<br />

61 Chandler, 1962.<br />

62 Livesay, 1977, p. 443.<br />

63 Flamholtz, 1986.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

vaak reeds ervaring binn<strong>en</strong> grote organisaties kond<strong>en</strong> opdo<strong>en</strong> <strong>en</strong> over opmerkelijke<br />

communicatievaardighed<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te beschikk<strong>en</strong> 64 .<br />

Succesvolle <strong>onderneming</strong><strong>en</strong>, aldus Roberts, k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zich door het feit dat zij er<br />

niet <strong>en</strong>kel in slag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> “winn<strong>en</strong>de strategie” <strong>en</strong> e<strong>en</strong> “effectieve organisatie” neer te<br />

zett<strong>en</strong> maar tev<strong>en</strong>s onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat er tuss<strong>en</strong> strategie <strong>en</strong> organisatie “simultaniëteit”<br />

<strong>en</strong> “vele interacties” bestaan. “Maar uiteindelijk”, zo besluit John Roberts, “zijn<br />

de basisgedacht<strong>en</strong> inzake strategie <strong>en</strong> organisatorische design e<strong>en</strong> kwestie van leiderschap.<br />

De leiders moet<strong>en</strong> de visie inzake strategie <strong>en</strong> organisatie aanreik<strong>en</strong>, de onderligg<strong>en</strong>de<br />

principes duidelijk mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> hoe afweging<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> gemaakt te<br />

word<strong>en</strong>. Zij moet<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s het model op e<strong>en</strong> duidelijke <strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>de wijze communicer<strong>en</strong><br />

zodanig dat de ander<strong>en</strong> het verstaan, er zich in terugvind<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich zodo<strong>en</strong>de<br />

gemotiveerd voel<strong>en</strong> om het ook bij hun verantwoordelijkhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de organisatie<br />

toe te pass<strong>en</strong>” 65 .<br />

De ondernemer, zo kunn<strong>en</strong> we het eerste deel van deze monografie besluit<strong>en</strong>, kreeg<br />

in de economische wet<strong>en</strong>schap lang niet altijd de aandacht die hij/zij verdi<strong>en</strong>t op basis<br />

van haar effectieve rol in het proces van de economische <strong>en</strong> maatschappelijke ontwikkeling.<br />

Als lid van de maatschappij neemt de ondernemer toch wel e<strong>en</strong> opmerkelijke<br />

plaats in <strong>en</strong> dit vooral omwille van zijn/haar vermog<strong>en</strong> om binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> door onzekerheid<br />

gek<strong>en</strong>merkte omgeving tot oordeelkundige beslissing<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> inzake de opportuniteit<strong>en</strong><br />

die zich vanuit die omgeving manifester<strong>en</strong>. Diezelfde basisk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> de<br />

ondernemer ook toe om e<strong>en</strong> specifieke rol te spel<strong>en</strong> bij de opstap van ondernemer tot<br />

<strong>onderneming</strong> <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s ook bij de verdere uitbouw van de <strong>onderneming</strong>sorganisatie.<br />

Vooral de kwaliteit<strong>en</strong> van leiderschap bij de simultane vormgeving van strategie <strong>en</strong><br />

organisatie bepal<strong>en</strong> in hoge mate mee het verdere succes van de <strong>onderneming</strong>.<br />

Voor de maatschappij als geheel vormt de aanwezigheid van e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de grote<br />

groep van succesvolle <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> conditio sine qua non om tot e<strong>en</strong> duurzame<br />

<strong>en</strong> breed uitgesmeerde uitbouw van welvaart <strong>en</strong> welzijn te kom<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> straalt<br />

economisch succes ook positief af op andere maatschappelijke bekommerniss<strong>en</strong> zoals<br />

bijvoorbeeld democratie <strong>en</strong> tolerantie. Op al deze gevolg<strong>en</strong> van het optred<strong>en</strong> van<br />

ondernemers <strong>en</strong> de vorming van <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> gaan we in het tweede deel van deze<br />

monografie dieper in.<br />

64 John Kotter, verbond<strong>en</strong> aan de Harvard Business School <strong>en</strong> zowat hét boegbeeld van het onderzoek inzake veranderingsmanagem<strong>en</strong>t,<br />

omschrijft het vermog<strong>en</strong> van leiders om complexe situaties te vatt<strong>en</strong> in simpele verhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> die verhal<strong>en</strong><br />

ook op e<strong>en</strong> adequate manier te communicer<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> absolute vereiste voor effectief leiderschap. Hij schreef hieromtr<strong>en</strong>t<br />

e<strong>en</strong> schitter<strong>en</strong>d, in parabelvorm opgesteld boek. Zie Kotter & Rathgeber, 2006.<br />

65 Roberts, 2004, p. 282-284.


3. De maatschappelijke impact<br />

3.1. Welvaartscreatie<br />

Van Robert Lucas, winnaar van de Nobelprijs Economie in 1995, kom<strong>en</strong> de gevleugelde<br />

woord<strong>en</strong> dat “e<strong>en</strong>s je over economische groei <strong>en</strong> ontwikkeling begint na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>,<br />

het moeilijk wordt om nog over iets anders na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>” 66 . Alhoewel in bepaalde<br />

kring<strong>en</strong> de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s overheerst om erg smal<strong>en</strong>d <strong>en</strong> negatief te do<strong>en</strong> over economische<br />

groei staat de argum<strong>en</strong>tatie dat het zonder voldo<strong>en</strong>de economische groei uitgeslot<strong>en</strong><br />

is om niet <strong>en</strong>kel inzake materiële welvaart maar ook met betrekking tot welzijn in het<br />

algeme<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>swaardig bestaan te kom<strong>en</strong> nog altijd stevig overeind. De vrije<br />

markteconomie met e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale plaats daarin voor ondernemers <strong>en</strong> ondernemerschap<br />

vormt, voor zover de m<strong>en</strong>sheid tot nu toe kon achterhal<strong>en</strong>, de <strong>en</strong>ige maatschappelijke<br />

organisatievorm die de intrinsieke mogelijkhed<strong>en</strong> om tot langdurige periodes<br />

van economische groei te kom<strong>en</strong> ook effectief omzet in realiteit. Deze vaststelling<br />

doet overig<strong>en</strong>s niet af aan de mogelijkheid <strong>en</strong> de w<strong>en</strong>selijkheid om via verstandige sociale<br />

<strong>en</strong> ecologische bijsturing van het vrije marktmechanisme tot maatschappelijk<br />

meer hoogstaande resultat<strong>en</strong> van het economische groeiproces te kom<strong>en</strong>. In dit eerste<br />

luik beperk<strong>en</strong> we onze beschouwing<strong>en</strong> tot de aspect<strong>en</strong> van materiële welvaart. In<br />

het tweede luik gaan we dieper in op welzijn <strong>en</strong> in het derde onderdeel van dit tweede<br />

hoofdstuk kom<strong>en</strong> nog andere <strong>en</strong> ruimere maatschappelijke bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong>, te koppel<strong>en</strong><br />

aan economische groei, aan de orde.<br />

De (lange) weg naar de ondernemerseconomie<br />

Dat ondernemerschap e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale plaats inneemt in het proces van economische<br />

groei klinkt vandaag vrij evid<strong>en</strong>t maar in e<strong>en</strong> nog niet zover verled<strong>en</strong> lag<strong>en</strong> er in het<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> rond economische groei heel andere acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zonder hier e<strong>en</strong> exhaustief overzicht<br />

te kunn<strong>en</strong> neerschrijv<strong>en</strong> van dit d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> rond economische groei 67 lijkt e<strong>en</strong> kort<br />

overzicht ons toch bijzonder relevant. We del<strong>en</strong> de naoorlogse periode daarvoor op in<br />

drie deelperiodes 68 . De eerste van deze drie deelperiodes situeert zich grosso modo<br />

van het begin van de jar<strong>en</strong> 1950 tot het begin van de jar<strong>en</strong> 1980 <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we typer<strong>en</strong><br />

als die van de kapitaaleconomie. Vooral gebaseerd op het werk van Robert Solow, winnaar<br />

van de Nobelprijs Economie in 1987, kwam<strong>en</strong> econom<strong>en</strong> tot de conclusie dat eco-<br />

66 Lucas, 1988, p. 5.<br />

67 Voor e<strong>en</strong> zeer goed <strong>en</strong> erg toegankelijk overzicht terzake, zie Helpman, 2004.<br />

68 We volg<strong>en</strong> hier de analyse van Audretsch, Keilbach & Lehmann, 2006, vooral de hoofdstukk<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3. Het feit dat we<br />

ons hier beperk<strong>en</strong> tot de naoorlogse periode houdt ge<strong>en</strong>szins in dat we er van uitgaan dat er zich voordi<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> interessante<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> rond economische groei voorded<strong>en</strong>, wel integ<strong>en</strong>deel. We voer<strong>en</strong> deze tijdslimiet<br />

gewoon in om het overzicht binn<strong>en</strong> de perk<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> van wat de context van deze monografie oplegt.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

nomische groei in eerste instantie voortvloeit uit technologische vooruitgang maar<br />

dat de determinant<strong>en</strong> van de ontwikkeling van het technologisch kunn<strong>en</strong> zich in hoge<br />

mate buit<strong>en</strong> het economische systeem bevind<strong>en</strong>. In het econom<strong>en</strong>jargon heet het dan<br />

dat technologie zich exoge<strong>en</strong> aan het economisch systeem ontwikkelt. Technologische<br />

vooruitgang hangt af van de vooruitgang die geboekt wordt in biologie, chemie, material<strong>en</strong>leer,<br />

fysica <strong>en</strong> andere wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

Vanuit beleidsstandpunt kon economische groei dan ook best aangezw<strong>en</strong>geld word<strong>en</strong><br />

door stimulering van de investering<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde alzo de productiviteit van arbeid<br />

<strong>en</strong> kapitaal te verhog<strong>en</strong>. Zo speelde m<strong>en</strong> in op de determinant<strong>en</strong> van de economische<br />

groei naast de technologische vooruitgang. Productie-efficiëntie via e<strong>en</strong> sterk uitgebouwde<br />

kapitaalvoorraad haalde het in de afweging<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t economische vooruitgang<br />

van inv<strong>en</strong>tiviteit <strong>en</strong> innovatie. In brede lag<strong>en</strong> van de economische intellig<strong>en</strong>tsia<br />

leidde deze aandacht voor kapitaal <strong>en</strong> investering<strong>en</strong> tot het geloof dat de economische<br />

toekomst vooral bij de grote <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> lag. Typische uiting<strong>en</strong> daarvan war<strong>en</strong> de<br />

meeslep<strong>en</strong>d geschrev<strong>en</strong> maar nogal krakkemikkig onderbouwde verhal<strong>en</strong> van John<br />

K<strong>en</strong>neth Galbraith <strong>en</strong> de veel beklijv<strong>en</strong>der analyses van Alfred Chandler 69 .<br />

De reeds vermelde Robert Lucas zorgde in het begin van de jar<strong>en</strong> 1980 sam<strong>en</strong> met<br />

Paul Romer voor e<strong>en</strong> omw<strong>en</strong>teling inzake het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> rond economische groei 70 . Op<br />

basis van hun eig<strong>en</strong> onderzoek verwierp<strong>en</strong> Lucas <strong>en</strong> Romer de basishypothese van de<br />

kapitaaleconomie, nl. het exog<strong>en</strong>e karakter van de technologische vooruitgang 71 . Zij<br />

introduceerd<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>niseconomie waarin, naast de klassieke productiefactor<strong>en</strong> arbeid<br />

<strong>en</strong> kapitaal, de productiefactor k<strong>en</strong>nis e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale plaats kreeg. Technologische<br />

vooruitgang werd alzo <strong>en</strong>doge<strong>en</strong> aan het economische systeem vermits investering<strong>en</strong><br />

in k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk kapitaal de technologie naar e<strong>en</strong> steeds hoger peil zoud<strong>en</strong> drijv<strong>en</strong><br />

72 . Ook absoluut c<strong>en</strong>traal in de inzicht<strong>en</strong> ontwikkeld door de d<strong>en</strong>kers rond k<strong>en</strong>niseconomie<br />

was het thema van de k<strong>en</strong>nis-spill over welke automatisch voortvloeit uit<br />

het feit dat het gebruik van k<strong>en</strong>nis die circuleert niet kan ingeperkt word<strong>en</strong> 73 . Deze<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nisproductie leidde Lucas, Romer <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> tot de conclusie dat<br />

er zich in de productie wel e<strong>en</strong>s positieve schaalvoordel<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong>,<br />

69 Zie bijvoorbeeld Galbraith, 1956 <strong>en</strong> Chandler, 1977. Schumpeter, 1994 (1943) was e<strong>en</strong> vroege uiting van dit d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> rond<br />

de onvermijdelijkheid van de totaal-dominantie van de grote concerns.<br />

70 Robert Lucas was in die dag<strong>en</strong> als professor verbond<strong>en</strong> aan de University of Chicago waar Paul Romer als doctoraal stud<strong>en</strong>t<br />

rondhing. Voor beide vormde het werk van Gary Becker van diezelfde University of Chicago e<strong>en</strong> seminale bron van<br />

inspiratie. Dat geldt zeker voor het baanbrek<strong>en</strong>de onderzoek dat Becker leverde inzake human capital. Zie voor dit alles<br />

Van Overtveldt, 2007.<br />

71 Zie Lucas, 1988 <strong>en</strong> Romer, 1986.<br />

72 Voor e<strong>en</strong> uitgebreid overzicht van de zog<strong>en</strong>aamde <strong>en</strong>dog<strong>en</strong>e groeitheorie, zie Aghion & Howitt, 1998.<br />

73 De basisanalyse in dit verband blijft Arrow, 1962. Ook Jacobs, 1969 blijft e<strong>en</strong> erg boei<strong>en</strong>de bijdrage.


d.w.z. hoe meer k<strong>en</strong>nis ontwikkeld wordt, hoe sterker de verdere aangroei van die k<strong>en</strong>nis<br />

zal verlop<strong>en</strong> 74 .<br />

Wat nauwelijks veranderde t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de analyse in de kapitaaleconomie was<br />

dat vanuit de gegev<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>niseconomie ook minst<strong>en</strong>s impliciet e<strong>en</strong> prefer<strong>en</strong>tie<br />

voor de grotere <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> volgde vermits zij beter in staat zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

zijn om die belangrijke k<strong>en</strong>nisinvestering<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te <strong>en</strong> gerichte wijze te<br />

verricht<strong>en</strong>. Zeker in e<strong>en</strong> snel globaliser<strong>en</strong>de wereldeconomie vormt, zo luidde de cons<strong>en</strong>sus<br />

in de jar<strong>en</strong> 1990, e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de grote schaal e<strong>en</strong> conditio sine qua non om op<br />

e<strong>en</strong> competitieve wijze te kunn<strong>en</strong> meespel<strong>en</strong> in die k<strong>en</strong>niseconomie 75 .<br />

Vanaf de tweede helft van de jar<strong>en</strong> 1990 begon steeds meer empirisch bewijsmateriaal<br />

op te borrel<strong>en</strong> dat het belang van de individuele ondernemer <strong>en</strong> de kleine <strong>onderneming</strong><br />

niet daalde, zoals zowel vanuit de theorieën van de kapitaaleconomie als<br />

uit die van de k<strong>en</strong>niseconomie kon verwacht word<strong>en</strong>, maar wel gestaag to<strong>en</strong>am 76 . De<br />

verwachte totaaldominantie van de mammoet<strong>onderneming</strong><strong>en</strong> kwam er helemaal<br />

niet, wel in teg<strong>en</strong>deel. In de door k<strong>en</strong>nis, technologische vooruitgang <strong>en</strong> globalisering<br />

gedrag<strong>en</strong> wereldeconomie kwam de <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eur plots weer aanzett<strong>en</strong>, niet als e<strong>en</strong><br />

sympathieke randfiguur maar als e<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>de hoofdrolspeler. In het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t<br />

economische groei di<strong>en</strong>de de k<strong>en</strong>niseconomie ruimte te mak<strong>en</strong> voor de ondernemerseconomie.<br />

Alhoewel zeker nog niet alles dominer<strong>en</strong>d in het academische onderzoek<br />

rond economische groei klom de ondernemer het voorbije dec<strong>en</strong>nium uit de vergeetput<br />

van de anonimiteit.<br />

Ontstopping van de k<strong>en</strong>nisfilter<br />

C<strong>en</strong>traal in de analyse van de ondernemerseconomie staat het gegev<strong>en</strong> dat de massale<br />

investering<strong>en</strong> die vandaag in k<strong>en</strong>nisontwikkeling plaatsgrijp<strong>en</strong>, resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

alsmaar aanzwell<strong>en</strong>de stroom van nieuwe ideë<strong>en</strong>. De reële economische waarde van<br />

elk van die ideë<strong>en</strong> is onderhevig aan heel wat onzekerhed<strong>en</strong> waardoor de evaluatie van<br />

e<strong>en</strong> bepaald idee heel verschill<strong>en</strong>d kan uitvall<strong>en</strong> al naargelang door wie <strong>en</strong> in welke<br />

74 Grote 17 de eeuwse geleerd<strong>en</strong> als Francis Bacon <strong>en</strong> R<strong>en</strong>é Descartes gav<strong>en</strong> ook reeds aan te beseff<strong>en</strong> dat er in de ontwikkeling<br />

van k<strong>en</strong>nis wel e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> multiplicator-effect zou kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>. Zie hieromtr<strong>en</strong>t bijvoorbeeld Nisbet, 1980.<br />

75 We kunn<strong>en</strong> inzake deze argum<strong>en</strong>tatie opnieuw verwijz<strong>en</strong> naar Alfred Chandler. Zie Chandler, 1990.<br />

76 Voor e<strong>en</strong> overzicht terzake, zie Audretsch, Keilbach & Lehmann, 2006, p. 23-27.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

context de evaluatie gebeurt. Zeker bij grotere <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> gaat m<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> selectieve<br />

wijze om met de nieuwe ideë<strong>en</strong> die vanuit de organisatie of gelieerde institut<strong>en</strong><br />

opborrel<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan als bedrijf nu e<strong>en</strong>maal niet overgaan tot commercialisering<br />

van elk nieuw idee of concept dat zich aanmeldt. Deze onvermijdelijke selectiviteit<br />

creëert mogelijkhed<strong>en</strong> voor zij die er e<strong>en</strong> andere evaluatie op nahoud<strong>en</strong> dan dieg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

die in eerste instantie kunn<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> tot commercialisering of niet. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong>, zoals eerder al aangestipt, in de huidige omgeving ideë<strong>en</strong> veel moeilijker afgeschermd<br />

word<strong>en</strong> van de buit<strong>en</strong>wereld. Last but not least is er het gegev<strong>en</strong> dat in de<br />

moderne ondernemerseconomie het onderzoeksritme dat moet volgehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

om mee voorop te blijv<strong>en</strong> in de k<strong>en</strong>nisontwikkeling wel hand<strong>en</strong>vol geld kost maar dat,<br />

gegev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de hoog niveau aan m<strong>en</strong>selijk kapitaal dat m<strong>en</strong> rond zich verzamelt,<br />

de kapitaalsdrempel om e<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> van de grond te till<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stuk lager<br />

ligt dan in de kapitaaleconomie het geval was. De investering<strong>en</strong> nodig om e<strong>en</strong> staalfabriek<br />

op te zett<strong>en</strong> war<strong>en</strong> vele mal<strong>en</strong> groter dan die om e<strong>en</strong> softwarebureau uit de<br />

startblokk<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong> 77 .<br />

Deze continue ideë<strong>en</strong>stroom op e<strong>en</strong> adequate wijze uitfilter<strong>en</strong>, levert e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> continue<br />

stroom aan <strong>onderneming</strong>sopportuniteit<strong>en</strong> op voor dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die zich buit<strong>en</strong> de<br />

initiër<strong>en</strong>de organisatie bevind<strong>en</strong>: “Entrepr<strong>en</strong>eurship levert e<strong>en</strong> unieke bijdrage aan de<br />

economische groei door het op<strong>en</strong>trekk<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>nisfilter <strong>en</strong> door de commercialisatie<br />

van ideë<strong>en</strong> die anders onb<strong>en</strong>ut zoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>” 78 . We hernem<strong>en</strong> hier de basisk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

van de ondernemer ontwikkeld onder punt 2.1: het vermog<strong>en</strong> om binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> door<br />

onzekerheid gek<strong>en</strong>merkte omgeving tot oordeelkundige beslissing<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> inzake de opportuniteit<strong>en</strong><br />

die zich vanuit die omgeving manifester<strong>en</strong>. Het lijkt voor de hand ligg<strong>en</strong>d te<br />

stell<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die aan deze omschrijving voldo<strong>en</strong>, het perfecte profiel hebb<strong>en</strong> om<br />

binn<strong>en</strong> de moderne k<strong>en</strong>niseconomie de k<strong>en</strong>nisfilter op e<strong>en</strong> adequate wijze te bedi<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> alzo continu nieuwe opportuniteit<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong>. Hoe paradoxaal dit in eerste instantie<br />

ook moge klink<strong>en</strong>, de groei<strong>en</strong>de graad van sofisticatie van de moderne k<strong>en</strong>niseconomie<br />

alsmede de <strong>en</strong>orme investering<strong>en</strong> vereist om in de eerste lijn in deze k<strong>en</strong>niseconomie<br />

te kunn<strong>en</strong> meestrijd<strong>en</strong>, creëer<strong>en</strong> aan de lop<strong>en</strong>de band opportuniteit<strong>en</strong> voor ondernemers<br />

<strong>en</strong> kleinere <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> om vanuit hun specifieke b<strong>en</strong>adering product<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> vorm te gev<strong>en</strong> die aanslaan <strong>en</strong> e<strong>en</strong> soms spectaculaire groei van de eig<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><br />

mogelijk mak<strong>en</strong>.<br />

Daar waar het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> rond de k<strong>en</strong>niseconomie tot het inzicht leidde dat de ontwikkeling<br />

van k<strong>en</strong>nis tot belangrijke spill over-effect<strong>en</strong> leidt, ontbrak in die analyses<br />

veelal <strong>en</strong>ig inzicht over de manier waarop die spill over concreet tot stand komt. Met<br />

77 Deze zog<strong>en</strong>aamde diseconomies of scale kwam voor het eerst uitgebreid aan de orde in Piore & Sabel, 1984.<br />

78 Audretsch, Keilbach & Lehmann, 2006, p. 188-189.


0<br />

het optred<strong>en</strong> van ondernemers reikt het onderzoeksprogramma van de ondernemerseconomie<br />

deze ontbrek<strong>en</strong>de schakel aan, nl. de ondernemer <strong>en</strong> dan vooral die van het<br />

pur sang-type (zie schema 1). Merk ook op dat hier e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d ronddraai<strong>en</strong>d mechanisme<br />

aan het werk is. Grotere <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> do<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nisinvestering<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong><br />

niet van alle resultat<strong>en</strong> daarvan commercieel gebruik <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> daardoor aan att<strong>en</strong>te<br />

ondernemers de geleg<strong>en</strong>heid om zak<strong>en</strong> op te rap<strong>en</strong>. Van de alzo opgestarte <strong>onderneming</strong><strong>en</strong><br />

zal e<strong>en</strong> (klein) perc<strong>en</strong>tage doorgroei<strong>en</strong> tot grote <strong>onderneming</strong> die op haar beurt<br />

door de marktdruk zal verplicht word<strong>en</strong> om zwaar in k<strong>en</strong>nis te invester<strong>en</strong> <strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de<br />

“materiaal” zal lever<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de tsunami van ondernemerschap 79 . Deze dynamiek<br />

is ook het antwoord op het vooruitgangspessimisme dat met de regelmaat van<br />

e<strong>en</strong> klok de kop opsteekt binn<strong>en</strong>, bijvoorbeeld, de groep van ecologische activist<strong>en</strong>. De<br />

reeds vermelde Paul Romer stelt di<strong>en</strong>aangaande dat “elke g<strong>en</strong>eratie heeft gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan<br />

de groei m<strong>en</strong><strong>en</strong> te onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> als gevolg van eindige middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>ste nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong>.<br />

En elke g<strong>en</strong>eratie onderschat schromelijk het pot<strong>en</strong>tieel om nieuwe ideë<strong>en</strong><br />

te ontwikkel<strong>en</strong>. We slag<strong>en</strong> er maar niet in om ons e<strong>en</strong> betrouwbaar idee te vorm<strong>en</strong> van<br />

wat er nog allemaal te ontdekk<strong>en</strong> valt” 80 .<br />

Hun optred<strong>en</strong> als filter voor herk<strong>en</strong>ning van nieuwe k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ideë<strong>en</strong> als opportuniteit<strong>en</strong><br />

voor bijkom<strong>en</strong>de <strong>onderneming</strong>sinitiatiev<strong>en</strong> bestaat naast, <strong>en</strong> vaak voor e<strong>en</strong><br />

stuk parallel met, de roeping van ondernemers <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> om winstgev<strong>en</strong>de<br />

activiteit<strong>en</strong> van andere <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> te gaan beconcurrer<strong>en</strong>. De dynamiek van de<br />

vrije markteconomie zorgt ervoor dat riante winstcijfers van <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> onvermijdelijk<br />

de concurr<strong>en</strong>tie voor die <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> zal aanwakker<strong>en</strong>. Deze dynamiek<br />

zorgt in die activiteit<strong>en</strong> voor aanpassing<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschuiving<strong>en</strong> die de performantie<br />

van het gehele economische systeem t<strong>en</strong> goede kom<strong>en</strong>. Door het bekamp<strong>en</strong> van mooie<br />

winstposities zorgt ondernemerschap ervoor dat de economische prestaties van het<br />

ganse systeem er in term<strong>en</strong> van behoeftebevrediging op vooruit gaat. Het eig<strong>en</strong>e van<br />

e<strong>en</strong> vrije markteconomie is niet, zoals nogal e<strong>en</strong>s geponeerd wordt in bepaalde kring<strong>en</strong>,<br />

dat er blijv<strong>en</strong>d hoge winst<strong>en</strong> tot stand kom<strong>en</strong> maar net dat de zichtbaarheid van<br />

die winst<strong>en</strong> mechanism<strong>en</strong> in gang zet die tot ondermijning van diezelfde hoge winst<strong>en</strong><br />

leidt. Absoluut c<strong>en</strong>traal in die “mechanism<strong>en</strong>” staat de ondernemer.<br />

Suprematie van de context<br />

Bijgaand schema 2 vat één <strong>en</strong> ander sam<strong>en</strong>. <strong>Ondernemer</strong>s zi<strong>en</strong> opportuniteit<strong>en</strong> tot<br />

stand kom<strong>en</strong> in de concrete marktontwikkeling rondom h<strong>en</strong> (het voorbeeld van de erg<br />

winstgev<strong>en</strong>de concullega’s) <strong>en</strong> in de k<strong>en</strong>nispot die dezer dag<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> versneld tempo<br />

via vooral grotere <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> researchc<strong>en</strong>tra allerhande opgevuld wordt. Om<br />

79 Voor de interactie tuss<strong>en</strong> ondernemer, kleine <strong>onderneming</strong> <strong>en</strong> grote <strong>onderneming</strong>, zie ook Baumol, 2002.<br />

80 Romer, 2006, p. 2.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

die opportuniteit<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> omzett<strong>en</strong> in concrete product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

ondernemers kapitaal, arbeid <strong>en</strong> bestaande technologie in de gew<strong>en</strong>ste verhouding<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong> 81 . De maatschappelijke context <strong>en</strong> het persoonlijke <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t van de ondernemer<br />

bepal<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s in hoge mate of de <strong>onderneming</strong>sactiviteit maatschappelijk<br />

productief dan wel eerder maatschappelijk contraproductief zal uitdraai<strong>en</strong>. Immers,<br />

heel wat maatschappelijk nefaste activiteit<strong>en</strong> vereis<strong>en</strong> van de opzetters ervan vaardighed<strong>en</strong><br />

die vaak ook tot de vaardighed<strong>en</strong> van bona fide <strong>en</strong> maatschappelijk erg constructieve<br />

ondernemers behor<strong>en</strong>. Zo vergt het opzett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> internationale drugtrafiek<br />

niet te onderschatt<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> inzake logistiek, transport <strong>en</strong> verkoopsorganisatie.<br />

Valsmunters di<strong>en</strong><strong>en</strong> over méér dan doordeweekse bekwaamhed<strong>en</strong> inzake<br />

informatica <strong>en</strong> druktechnologie te beschikk<strong>en</strong>. Maffiabonz<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d<br />

alert zijn om over-bureaucratisering van hun operaties teg<strong>en</strong> te gaan. Grootschalige<br />

misdaders in het algeme<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> méér dan oppervlakkige kaas geget<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> van<br />

de moderne financiële technologie.<br />

Het belang van het persoonlijke <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t van de ondernemer inzake de finale<br />

uitkomst van de ondernemersactiviteit ligt voor de hand. Gewet<strong>en</strong>loze ondernemers<br />

zull<strong>en</strong> vaker vervall<strong>en</strong> in maatschappelijk verwerpelijke activiteit<strong>en</strong> dan ondernemers<br />

die er e<strong>en</strong> ethisch hoogstaande gedragscode op nahoud<strong>en</strong>. In deze verschilt de analyse<br />

echter niet voor andere spelers in het maatschappelijke gebeur<strong>en</strong>. Onder, bijvoorbeeld,<br />

politici, vakbondsafgevaardigd<strong>en</strong>, sportlui, kunst<strong>en</strong>aars <strong>en</strong> andere groep<strong>en</strong> van<br />

de sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich, zo leert e<strong>en</strong> blik op de geschied<strong>en</strong>is én de dagelijkse<br />

realiteit, ook gewet<strong>en</strong>loze individu<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong> maatschappelijk zeer onproductieve<br />

wijze tewerk gaan. Vel<strong>en</strong> slag<strong>en</strong> er in om het di<strong>en</strong><strong>en</strong> van het belang van e<strong>en</strong> beperkte<br />

groep binn<strong>en</strong> de maatschappij of zelfs van het strikte eig<strong>en</strong>belang te lat<strong>en</strong> slikk<strong>en</strong> door<br />

grote del<strong>en</strong> van de bevolking als e<strong>en</strong> opkom<strong>en</strong> voor het algeme<strong>en</strong> belang. Vandaar dat<br />

het vreemd overkomt, zoals vandaag zéér in is, om het <strong>en</strong>kel over “maatschappelijk<br />

verantwoord ondernem<strong>en</strong>” te hebb<strong>en</strong>. Di<strong>en</strong><strong>en</strong> de zonet g<strong>en</strong>oemde <strong>en</strong> ook nog andere<br />

groep<strong>en</strong> ook niet te word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> op hun maatschappelijk al dan niet verantwoord<br />

gedrag. Bij politici, vakbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeker ecologist<strong>en</strong>, om het maar bij die drie<br />

groep<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>, gaat m<strong>en</strong> er klaarblijkelijk van uit dat zij sowieso het maatschappelijk<br />

belang di<strong>en</strong><strong>en</strong>. Wie ev<strong>en</strong> aandachtig om zich he<strong>en</strong> kijkt, merkt onmiddellijk dat<br />

er terzake iets fundam<strong>en</strong>teels fout zit.<br />

81 In teg<strong>en</strong>stelling tot wat vaak gedacht wordt, is er voor één bepaalde productie niet één maar meerdere combinaties<br />

van productiefactor<strong>en</strong> mogelijk. Hoge arbeidskost<strong>en</strong> in verhouding tot de arbeidsproductiviteit zal aanleiding gev<strong>en</strong><br />

tot e<strong>en</strong> eerder kapitaalint<strong>en</strong>sieve productie. Gaan de overhed<strong>en</strong> kapitaalvorming extra belast<strong>en</strong> dan zull<strong>en</strong> de ondernemers<br />

zich verplicht zi<strong>en</strong> om eerder voor e<strong>en</strong> arbeidsint<strong>en</strong>sieve productie-organisatie te kiez<strong>en</strong>. Werkloosheid is dan<br />

ook in hoge mate het gevolg van het institutionele kader binn<strong>en</strong> hetwelk ondernemers <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> hun activiteit<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> uitvoer br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.


Persoonlijk<br />

<strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t<br />

Maatschappelijk<br />

Productief<br />

Economische groei<br />

•Welvaart •<br />

•Welzijn •<br />

•Bredere • impact<br />

Schema 2:<br />

Context van het ondernemerschap.<br />

Opportuniteit<strong>en</strong><br />

•K<strong>en</strong>nis •<br />

•Marktontwikkeling<br />

•<br />

<strong>Ondernemer</strong><br />

-----<br />

Onderneming<br />

-----<br />

<strong>Ondernemer</strong><br />

Maatschappelijk<br />

Contraproductief<br />

•Zwarte • economie<br />

• Kapitaal<br />

• Arbeid<br />

• Technologie<br />

Context<br />

•Institutioneel<br />

•Cultureel<br />

•Kleine • <strong>en</strong> grote criminaliteit


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

De maatschappelijke context binn<strong>en</strong> dewelke ondernemerschap zich moet ontwikkel<strong>en</strong><br />

bestaat t<strong>en</strong> gronde uit twee elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het eerste betreft de manier waarop ondernem<strong>en</strong><br />

in de brede cultuur van de maatschappij ingebakk<strong>en</strong> zit. Anders uitgedrukt:<br />

hoe kijkt m<strong>en</strong> vanuit de maatschappij in haar geheel teg<strong>en</strong> ondernemers <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong><br />

aan? In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> bijvoorbeeld draagt e<strong>en</strong> grote meerderheid binn<strong>en</strong><br />

de bevolking de ondernemersgilde e<strong>en</strong> warm hart toe. Onverkwikkelijke zak<strong>en</strong> als<br />

Enron, Worldcom <strong>en</strong> andere <strong>onderneming</strong>sschandal<strong>en</strong> bezorg<strong>en</strong> deze reputatie wel e<strong>en</strong><br />

deuk maar ge<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de schade aan het koetswerk. Ook in de vroegere communistische<br />

land<strong>en</strong> overheerst in het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eerder positieve houding t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />

ondernemer <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong>. In West Europa daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> is veeleer e<strong>en</strong> kritische tot<br />

soms zelfs ronduit negatieve houding aan de orde. Het spreekt voor zich dat wanneer<br />

vanuit de brede cultuur van de maatschappij e<strong>en</strong> positieve houding t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />

ondernemerschap domineert, het naar de oppervlakte kom<strong>en</strong> van <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eurial tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

de neiging vertoont spontaner <strong>en</strong> sneller te verlop<strong>en</strong> 82 .<br />

Het tweede onderdeel van de maatschappelijke context voor ondernemersacties<br />

bestaat uit het zog<strong>en</strong>aamde institutionele kader. Hiermede bedoel<strong>en</strong> we het geheel<br />

van instituties <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong>, ook de informele, binn<strong>en</strong> dewelke ondernemers di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

te beweg<strong>en</strong>. Eén van de allerbelangrijkste terzake is de rechtszekerheid, meer bepaald<br />

de bescherming van eig<strong>en</strong>doms- <strong>en</strong> contractrecht<strong>en</strong>. Ook de verantwoordelijkheid<br />

van de overhed<strong>en</strong> om niet om de haverklap de spelregels inzake vergunning<strong>en</strong>, fiscaliteit,<br />

reglem<strong>en</strong>tering<strong>en</strong> <strong>en</strong> dies meer door elkaar te hal<strong>en</strong>, vormt e<strong>en</strong> onderdeel van<br />

het principe van de rechtszekerheid. E<strong>en</strong> stevige rechtszekerheid zal ondernemers er<br />

toe aanzett<strong>en</strong> om de <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op langere termijn niet te schuw<strong>en</strong> daar m<strong>en</strong> zich<br />

beschermd weet. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> versterkt e<strong>en</strong> degelijk rechtssysteem het persoonlijke<br />

<strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t van de ondernemers om op e<strong>en</strong> ethisch hoogstaande wijze zijn/haar bekwaamhed<strong>en</strong><br />

te ontplooi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gebrek aan rechtszekerheid geeft carte blanche aan<br />

malafide elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die het maatschappelijk belang aan hun laars zull<strong>en</strong> lapp<strong>en</strong> (niet<br />

in het minst omdat die maatschappij, zelfs bij andersoortig gedrag van hunn<strong>en</strong>twege,<br />

h<strong>en</strong> ook ge<strong>en</strong> bescherming biedt). Voor e<strong>en</strong> uitgebreidere bespreking van het institutionele<br />

kader verwijz<strong>en</strong> we naar de literatuur terzake 83 .<br />

Als slot van onze analyse omtr<strong>en</strong>t materiële vooruitgang <strong>en</strong> de rol van ondernemers<br />

<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> daarin moet<strong>en</strong> we nog ev<strong>en</strong> ingaan op het nirvana-beeld. Daarmede<br />

bedoel<strong>en</strong> we de idee dat m<strong>en</strong>selijke vooruitgang eig<strong>en</strong>lijk van e<strong>en</strong> dergelijke kwaliteit<br />

82 In de terminologie van de economische sociologie gaat het hierbij om de maatschappelijke inbedding van het ondernemersgebeur<strong>en</strong>.<br />

Zie Granovetter, 1985.<br />

83 De basisrefer<strong>en</strong>tie in dit verband blijft North, 1990. Voor e<strong>en</strong> goed overzicht van het meer rec<strong>en</strong>te onderzoek inzake het<br />

institutionele kader, zie hoofdstuk 7 in Helpman, 2004.


zou moet<strong>en</strong> zijn dat er <strong>en</strong>kel maar positieve kant<strong>en</strong> aanzitt<strong>en</strong>. Omdat de m<strong>en</strong>s nu e<strong>en</strong>maal<br />

de m<strong>en</strong>s is <strong>en</strong> omdat de gegev<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van de omgeving nu e<strong>en</strong>maal zijn wat ze<br />

zijn, behoort e<strong>en</strong> dergelijke zi<strong>en</strong>swijze tot de volstrekte utopie (waarmede overig<strong>en</strong>s<br />

helemaal niet gezegd is dat er niet gestreefd di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> naar continue verbetering<br />

van het bestaande systeem). We conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> ons voor deze argum<strong>en</strong>tatie op het<br />

sociale <strong>en</strong> het ecologische. Ook in e<strong>en</strong> maatschappij die er als geheel sterk op vooruit<br />

gaat, zull<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> failliet gaan <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun job verliez<strong>en</strong>.<br />

Zelfs in e<strong>en</strong> dynamische omgeving met vele jobopportuniteit<strong>en</strong> kan dit e<strong>en</strong> pijnlijke<br />

zaak zijn daar het opnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nieuwe job soms niet anders kan dan via e<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sinlevering.<br />

De maatschappij, waar dus ondernemer <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> integraal<br />

toe behor<strong>en</strong>, moet tracht<strong>en</strong> die individuele pechposities te verzacht<strong>en</strong> maar het feit dat<br />

die onfortuinlijke omstandighed<strong>en</strong> zich regelmatig manifester<strong>en</strong>, doet niets af aan de<br />

maatschappelijke verdi<strong>en</strong>ste van het vrije marktsysteem.<br />

E<strong>en</strong> economisch systeem dat volstrekt niet vervuilt, is ond<strong>en</strong>kbaar t<strong>en</strong>zij m<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sverliez<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> zeer hoge orde als weinig significant beschouwt. In het verled<strong>en</strong><br />

bleek trouw<strong>en</strong>s telk<strong>en</strong>s opnieuw hoe economische ord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die zich teg<strong>en</strong> de<br />

vrije markt afzett<strong>en</strong>, systematisch méér vervuil<strong>en</strong> dan door het systeem van de vrije<br />

markteconomie gebeurt. Het komt er echter op aan om, primo, vervuiling die onherstelbare<br />

schade toebr<strong>en</strong>gt te bann<strong>en</strong> <strong>en</strong>, secundo, de meer “verteerbare” vorm<strong>en</strong> van<br />

vervuiling zodanig toe te wijz<strong>en</strong> dat er het kleinst mogelijke inkom<strong>en</strong>sverlies voor het<br />

geheel van de maatschappij mee sam<strong>en</strong>hangt. Dit laatste argum<strong>en</strong>t anders uitgedrukt<br />

luidt dat m<strong>en</strong> vervuiling moet tracht<strong>en</strong> te eliminer<strong>en</strong>, niet met blinde verbods- <strong>en</strong> gebodsbepaling<strong>en</strong><br />

maar met e<strong>en</strong> selectiviteit die de economisch het goedkoopst te eliminer<strong>en</strong><br />

vervuiling eerst aanpakt.<br />

Joseph Schumpeter schreef in 1942: “De grote realisatie van het kapitalisme bestaat<br />

er niet zozeer in dat er meer zijd<strong>en</strong> kous<strong>en</strong> ter beschikking kwam<strong>en</strong> van de koninginn<strong>en</strong><br />

maar dat de aanschaf van die zijd<strong>en</strong> sokk<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het bereik van steeds meer<br />

fabrieksmeisjes kwam<strong>en</strong> ondanks het feit dat die steeds minder ur<strong>en</strong> di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>”<br />

84 . Méér <strong>en</strong> beter producer<strong>en</strong> niet <strong>en</strong>kel voor de elite maar ook voor e<strong>en</strong> steeds hoger<br />

perc<strong>en</strong>tage van de globale bevolking: daar is de door ondernemers <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong><br />

gedrag<strong>en</strong> vrije markteconomie zeer sterk in. In deze startjar<strong>en</strong> van de 21 ste eeuw kan<br />

deze vaststelling echter niet langer volstaan. Deirdre McCloskey vat het als volgt sam<strong>en</strong>:<br />

“Als we e<strong>en</strong> betere materiële welvaart verwierv<strong>en</strong> met twee auto’s in de garage <strong>en</strong> lekkere,<br />

met spinazie gevulde deep-dish pizza op tafel maar tegelijk onze ziel verlor<strong>en</strong>,<br />

84 Schumpeter, 1994, p. 67.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

dan zou ik absoluut ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>thousiasme kunn<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> voor die realisatie” 85 . Vooraleer<br />

ons op het aspect ziel <strong>en</strong> andere aspect<strong>en</strong> van de bredere maatschappelijke relevantie<br />

van ondernemerschap te stort<strong>en</strong>, nem<strong>en</strong> we eerst nog ev<strong>en</strong> de financiële bijdrage van<br />

de <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> aan het maatschappelijk welzijn onder de loep.<br />

3.2. Bron van welzijn<br />

<strong>Ondernemer</strong>s <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> spel<strong>en</strong> als c<strong>en</strong>trale actor<strong>en</strong> in het economische<br />

groeiproces e<strong>en</strong> doorslaggev<strong>en</strong>de rol in de creatie van materiële welvaart. Hun impact<br />

op de maatschappij reikt echter veel verder dan <strong>en</strong>kel deze vaststelling. Steeds meer<br />

<strong>onderneming</strong><strong>en</strong> ton<strong>en</strong> zich actief in zak<strong>en</strong> die niet direct met hun <strong>onderneming</strong>smissie<br />

in de strikte zin van het woord te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. In het moderne jargon heet het<br />

dan dat deze <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> zich actief ton<strong>en</strong> op het vlak van het maatschappelijk verantwoord<br />

ondernem<strong>en</strong> (MVO). Aan e<strong>en</strong> ondubbelzinnige definitie van MVO zijn we nog<br />

niet echt toe maar het heeft alvast te mak<strong>en</strong> met het overstijg<strong>en</strong> van de doelstelling<br />

om ook op korte termijn de <strong>onderneming</strong>swinst te maximaliser<strong>en</strong>. Dat nogal wat ondernemers<br />

hier ge<strong>en</strong> probleem mee hebb<strong>en</strong>, hangt logisch sam<strong>en</strong> met onze definitie<br />

van het wez<strong>en</strong>lijke van ondernemerschap. Het MVO-activisme kan vele vorm<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong><br />

(milieu, geme<strong>en</strong>schapslev<strong>en</strong>, sport <strong>en</strong> cultuur, noord-zuid, ...) <strong>en</strong> we verwijz<strong>en</strong><br />

voor overzicht<strong>en</strong> daarvan naar <strong>en</strong>kele rec<strong>en</strong>te publicaties terzake 86 .<br />

Naast de activiteit<strong>en</strong> welke ondernemers <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> in het kader van de<br />

MVO-spirit ontplooi<strong>en</strong>, drag<strong>en</strong> zij echter nog op e<strong>en</strong> heel andere maar ook zeer wez<strong>en</strong>lijke<br />

wijze bij tot het welzijn binn<strong>en</strong> de maatschappij. Meer bepaald doel<strong>en</strong> we hier<br />

op de acties die vanuit e<strong>en</strong> geciviliseerde maatschappij mog<strong>en</strong> verwacht word<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> van de minderbedeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zwakker<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> die maatschappij. Concreet<br />

gaat het hier dan om de zorg voor, bijvoorbeeld, gehandicapt<strong>en</strong>, minder begaafd<strong>en</strong>,<br />

chronisch ziek<strong>en</strong>, structureel werkloz<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere kansarm<strong>en</strong>. Alhoewel zeker niet<br />

onderworp<strong>en</strong> aan de onvermijdelijkheid die vel<strong>en</strong> m<strong>en</strong><strong>en</strong> te zi<strong>en</strong>, behoort het tot de<br />

geplog<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van de moderne Europese sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong> dat vooral de overhed<strong>en</strong> die<br />

zorg voor de minderbedeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zwakker<strong>en</strong> op zich nem<strong>en</strong>. Wanneer het in het<br />

maatschappelijk discours over de moderne welvaartsstaat gaat die op grootschalige<br />

wijze aan inkom<strong>en</strong>sherverdeling doet, dan betreft het veelal thema’s die onder deze<br />

hoofding thuishor<strong>en</strong>.<br />

Wanneer de overheid haar verantwoordelijkheid voor minderbedeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> zwakker<strong>en</strong><br />

opneemt, dan behoeft ze daarvoor, naast vele m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van goede wil <strong>en</strong> goede int<strong>en</strong>-<br />

85 McCloskey, 2006, p. 22.<br />

86 Zie vooral Carbonnez, 2006 <strong>en</strong> de vele refer<strong>en</strong>ties daarin terug te vind<strong>en</strong>.


ties, degelijke analist<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> uittek<strong>en</strong><strong>en</strong> hoe de sowieso schaarse middel<strong>en</strong> op de<br />

maatschappelijk meest efficiënte <strong>en</strong> effectieve manier kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>uttigd word<strong>en</strong>. Met<br />

efficiënt bedoel<strong>en</strong> we dat er zo weinig mogelijk verspilling van middel<strong>en</strong> mag plaatsgrijp<strong>en</strong>.<br />

Bij de beoordeling van de effectiviteit van de opgezette overheidsinterv<strong>en</strong>ties<br />

gaat het om de concrete resultat<strong>en</strong> op het vlak van de indijking van de wantoestand<strong>en</strong><br />

die m<strong>en</strong> wil bestrijd<strong>en</strong>. Met veel goeie wil <strong>en</strong> briljante inzicht<strong>en</strong> komt m<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> heel<br />

eind. Met nog e<strong>en</strong> flinke smak geld daar bov<strong>en</strong>op komt m<strong>en</strong> echter nog m<strong>en</strong>ige straat<br />

verder. Welnu, het geld dat het geheel van de Belgische overhed<strong>en</strong> bested<strong>en</strong>, komt in<br />

belangrijke mate van de ondernemers <strong>en</strong> de <strong>onderneming</strong><strong>en</strong>. Meer specifiek is het e<strong>en</strong><br />

naakte realiteit dat die ondernemers <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> tweederde van alle financiële<br />

middel<strong>en</strong> van alle Belgische overhed<strong>en</strong> in het laatje br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Rek<strong>en</strong>t u ev<strong>en</strong> mee.<br />

Kipp<strong>en</strong> met goud<strong>en</strong> eier<strong>en</strong><br />

We start<strong>en</strong> onze berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de bruto toegevoegde waarde van de <strong>onderneming</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de zelfstandig<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Belgische economie 87 . De bruto toegevoegde waarde<br />

is het surplus dat <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> creëer<strong>en</strong>, meer bepaald datg<strong>en</strong>e wat aan saldo<br />

rest binn<strong>en</strong> de <strong>onderneming</strong> e<strong>en</strong>s alle leveranciers van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> betaald<br />

zijn. We tracht<strong>en</strong> te achterhal<strong>en</strong> waar deze bruto toegevoegde waarde naartoe gaat <strong>en</strong><br />

dit meer specifiek met de bedoeling te detecter<strong>en</strong> hoeveel van deze bruto toegevoegde<br />

waarde finaal in hand<strong>en</strong> komt van de overheid. Bijgaande tabel zet de basiscijfers<br />

voor 2005 op e<strong>en</strong> rij. In bijlage 2 gev<strong>en</strong> we het gedetailleerde overzicht van deze cijfers<br />

<strong>en</strong> dit voor het geheel van de periode 1996-2005. Het spreekt voor zich dat bij deze berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele vere<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong>de hypothes<strong>en</strong> di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> ingebouwd. De<br />

lezer kan er zichzelf van overtuig<strong>en</strong> dat we daarbij systematisch het principe van de<br />

voorzichtigheid hebb<strong>en</strong> toegepast, d.w.z. dat we er systematisch voor opteerd<strong>en</strong> om<br />

zulkdanige parameters <strong>en</strong> verdeelsleutels te hanter<strong>en</strong> dat het aandeel van de <strong>onderneming</strong><strong>en</strong><br />

eerder zal onderschat dan wel overschat word<strong>en</strong>.<br />

De bruto toegevoegde waarde gecreëerd door het geheel van de <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> in<br />

de Belgische economie beliep 197,5 miljard euro in 2005. We tracht<strong>en</strong> nu in kaart te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> hoeveel van deze bruto toegevoegde waarde naar de overheid vloeide. De belangrijkste<br />

post<strong>en</strong> in dit verband gaan dan als volgt:<br />

87 Deze analyse steunt sterk op die in Van Overtveldt, 2005. Voor de actualisering <strong>en</strong> verfijning van de berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> is de<br />

auteur veel dank verschuldigd aan Geert Janss<strong>en</strong>s, projectmanager bij <strong>VKW</strong> Met<strong>en</strong>a. Bij de aanlevering <strong>en</strong> de interpretatie<br />

van de data waarop we ons baser<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> we belangrijke steun vanuit de studiedi<strong>en</strong>st van de Nationale Bank.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

• De sociale zekerheidsbijdrag<strong>en</strong> betaald door werkgevers: 28,1 miljard euro;<br />

• De v<strong>en</strong>nootschapsbelasting, de belasting op divid<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> winstuitkering<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

aanverwante taxaties: 10,9 miljard euro;<br />

• De directe belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sociale zekerheidsbijdrag<strong>en</strong> van de werkgevers afgehoud<strong>en</strong><br />

van het brutoloon: 32,9 miljard euro. Hier hebb<strong>en</strong> we met de bek<strong>en</strong>de belastings-<br />

<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong>gegev<strong>en</strong>s én het voorzichtigheidsgegev<strong>en</strong> als leidraad gewerkt<br />

met de hypothese dat globaal g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> 40% van de brutoloonmassa afgeroomd<br />

wordt door de overhed<strong>en</strong> 88 ;<br />

• De BTW betaald door dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die hun loon trekk<strong>en</strong> vanuit de bruto toegevoegde<br />

waarde van <strong>onderneming</strong><strong>en</strong>: 7,3 miljard euro. Hier di<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> cumul aan hypothes<strong>en</strong><br />

te word<strong>en</strong> ingebouwd. Van het brutoloon trekk<strong>en</strong> we eerst de hierbov<strong>en</strong><br />

vermelde 40% afdracht<strong>en</strong> aan de staat af. Vervolg<strong>en</strong>s corriger<strong>en</strong> we de rester<strong>en</strong>de<br />

loonmassa met de bek<strong>en</strong>de spaarquote van de gezinn<strong>en</strong>, nl. 12,8% van het beschikbare<br />

inkom<strong>en</strong> in 2005. Voor wat er dan nog aan besteedbaar inkom<strong>en</strong> overblijft,<br />

nem<strong>en</strong> we als uitgangspunt dat 15% buit<strong>en</strong> het officiële, aan de BTW onderhevige<br />

circuit wordt gesp<strong>en</strong>deerd <strong>en</strong> dat het BTW-tarief e<strong>en</strong>vormig 20% bedraagt;<br />

• Tot slot trekk<strong>en</strong> we het geheel van de ontvang<strong>en</strong> subsidies af: 3 miljard euro 89 .<br />

Voor het geheel van de Belgische <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> levert het bov<strong>en</strong>gaande voor 2005<br />

e<strong>en</strong> totale bijdrage aan de staatskas van 76,1 miljard euro op. Vermits het geheel van<br />

de fiscale <strong>en</strong> parafiscale ontvangst<strong>en</strong> van de overhed<strong>en</strong> in ons land 133,9 miljard euro<br />

bedroeg in 2005, volgt dat de <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> via hun bruto toegevoegde waarde voor<br />

56,9% van het geheel van de fiscale <strong>en</strong> parafiscale ontvangst<strong>en</strong> zorgd<strong>en</strong>.<br />

Om het beeld te vervolledig<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> nog twee bijkom<strong>en</strong>de oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te gebeur<strong>en</strong>.<br />

Eerst tracht<strong>en</strong> we te achterhal<strong>en</strong> wat de zelfstandig<strong>en</strong> in dit land bijdrag<strong>en</strong> aan<br />

de staatskas <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s pog<strong>en</strong> we te doorgrond<strong>en</strong> hoeveel van de accijnz<strong>en</strong> betaald<br />

word<strong>en</strong> vanuit de bruto toegevoegde waarde gecreëerd door <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong>.<br />

Wat de zelfstandig<strong>en</strong> betreft, kom<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de post<strong>en</strong> aan de orde:<br />

88 Het zijn uiteraard de werknemers die de directe belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sociale zekerheidsbijdrag<strong>en</strong> afdrag<strong>en</strong>. Zonder hun<br />

arbeid, ge<strong>en</strong> afdracht<strong>en</strong>. Minst<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> sterk geldt echter dat er zonder ondernemers <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> ge<strong>en</strong> sprake<br />

zou zijn van de pot aan bruto toegevoegde waarde die de fonds<strong>en</strong> voor de afdracht<strong>en</strong> vrijmaakt.<br />

89 Dit is e<strong>en</strong> correctie die het gevolg is van het feit dat sommige gesubsidieerde organisaties, ook wel quasi-v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oemd, in de statistiek<strong>en</strong> van de nationale rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als privé-v<strong>en</strong>nootschapp<strong>en</strong>.<br />

Het betreft hier de NMBS, de NMBS Holding, Infrabel, De Post <strong>en</strong> Aquafin.


Bruto Toegevoegde Waarde <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong> 197,54<br />

Bijdrage <strong>onderneming</strong><strong>en</strong><br />

Sociale zekerheidsbijdrag<strong>en</strong> werkgevers 28,09<br />

V<strong>en</strong>nootschapsbelasting (<strong>en</strong> aanverwant<strong>en</strong>) 10,85<br />

Directe belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zekerheidsbijdrag<strong>en</strong> werknemers 32,92<br />

BTW loontrekk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> 7,32<br />

Subsidies -2,97<br />

Totaal 76,20<br />

Bijdrage zelfstandig<strong>en</strong><br />

Netto sociale premies 1,65<br />

Directe belasting<strong>en</strong> (*) 4,66<br />

BTW zelfstandig<strong>en</strong> 1,08<br />

Totaal 7,39<br />

Accijnz<strong>en</strong> 4,04<br />

Algeme<strong>en</strong> totaal (I) 87,56<br />

Fiscale <strong>en</strong> prafiscale ontvangst<strong>en</strong> van de overheid (II) 133,89<br />

(I) als % van (II) 65,40<br />

Tabel 1:<br />

Bijdrage van <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong> tot de staatskas (in miljard euro, 2005).<br />

(*): inkom<strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong> voor 2005 geschat op basis van tr<strong>en</strong>d.<br />

Bron: NBB, INR, RSVZ<br />

• De betaalde sociale premies: 1,6 miljard euro. Het gaat hier om de effectief betaalde<br />

premies, zijnde 2,5 miljard euro, g<strong>en</strong>et voor het feit dat zij meestal in mindering<br />

van de fiscale aangift<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> 90 ;<br />

• De afgedrag<strong>en</strong> directe belasting<strong>en</strong>: 4,7 miljard euro. Dit bedrag bekom<strong>en</strong> we door<br />

de gemiddelde inkom<strong>en</strong>s te corriger<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> aanslagvoet van 35% <strong>en</strong> voor de<br />

bek<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s inzake de spaarquote 91 ;<br />

• De BTW betaald op de finale besteding<strong>en</strong>: 1,1 miljard euro. Hier werd dezelfde redering<br />

toegepast als bij de loontrekk<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />

Voor het geheel van de zelfstandig<strong>en</strong> in België levert dit voor 2005 e<strong>en</strong> globale bijdrage<br />

aan de fiscale <strong>en</strong> parafiscale ontvangst<strong>en</strong> van de overhed<strong>en</strong> op a rato van 7,4 miljard<br />

euro of 5,5% van de totale fiscale <strong>en</strong> parafiscale ontvangst<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong> met de hierbov<strong>en</strong><br />

gereconstrueerde 76,1 miljard euro kom<strong>en</strong> we op e<strong>en</strong> totaal van 83,5 miljard<br />

euro of 62,4 % van de totale fiscale <strong>en</strong> parafiscale ontvangst<strong>en</strong>.<br />

90 Ook hier zit er weer e<strong>en</strong> onderschatting van de bijdrage aan de overheidspot vermits méér dan waarschijnlijk niet alle<br />

sociale premies betaald door zelfstandig<strong>en</strong> fiscaal afgetrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

91 Over deze hypothes<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> lange discussie opgezet word<strong>en</strong>. Verificatie met diverse specialist<strong>en</strong> terzake leert ons<br />

ev<strong>en</strong>wel dat we hier, wederom, nag<strong>en</strong>oeg zeker e<strong>en</strong> onderschatting inbouw<strong>en</strong> van de reële fiscale bijdrage van de zelfstandig<strong>en</strong>.<br />

2005


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

Voor de overige productgebond<strong>en</strong> belasting<strong>en</strong>, d.i. accijnz<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbruiksbelasting<strong>en</strong><br />

excl. BTW, pass<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong>ering toe. Het geheel van deze ontvangst<strong>en</strong><br />

beliep in 2005 12,2 miljard euro. Om tot e<strong>en</strong> opsplitsing van dit bedrag te kom<strong>en</strong>, berek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

we eerst het aandeel van de loontrekk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zelfstandig<strong>en</strong> in de totale bevolking,<br />

zijnde 33%. Dit perc<strong>en</strong>tage toegepast op de vermelde 12,2 miljard euro levert<br />

4 miljard euro. De kans is zeer reëel dat we met dit cijfer ons vastpinn<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> stevige<br />

onderschatting van het aandeel van de accijnz<strong>en</strong> betaald vanuit de bruto toegevoegde<br />

waarde van de <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> vanuit de hoek van de zelfstandig<strong>en</strong>. Loontrekk<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> immers haast zeker e<strong>en</strong> grote aandeel van de accijnz<strong>en</strong> dan<br />

hun aandeel in de totale bevolking aangeeft. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> staan er ge<strong>en</strong> duidelijke gegev<strong>en</strong>s<br />

ter beschikking over de accijnz<strong>en</strong> die <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> zelf betal<strong>en</strong>.<br />

Voeg<strong>en</strong> we de net berek<strong>en</strong>de 4 miljard euro bij de eerder bekom<strong>en</strong> 83,5 miljard euro<br />

dan kunn<strong>en</strong> we voor 2005 afklokk<strong>en</strong> op 87,5 miljard euro of 65,4% van de totale fiscale<br />

<strong>en</strong> parafiscale ontvangst<strong>en</strong> van het geheel van de Belgische overhed<strong>en</strong>. Hiermede kom<strong>en</strong><br />

we tot e<strong>en</strong> conservatieve want haast zeker onderschatte inkleuring van datg<strong>en</strong>e<br />

wat de <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> de zelfstandig<strong>en</strong> in dit land bijdrag<strong>en</strong> aan de staatskas. De<br />

gegev<strong>en</strong>s vervat in bijlage 2 gev<strong>en</strong> aan dat dit perc<strong>en</strong>tage ook merkwaardig constant<br />

blijft in de tijd. Over de ti<strong>en</strong> jaar tuss<strong>en</strong> 1996 <strong>en</strong> 2005 zag<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> piek van 67,9% in<br />

2001 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> dal van 65,4% in 2005.<br />

E<strong>en</strong> korte maar krachtige conclusie kan hier volstaan. <strong>Ondernemer</strong>s <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong><br />

meld<strong>en</strong> zich niet <strong>en</strong>kel als de belangrijkste creator<strong>en</strong> van materiële welvaart<br />

maar lever<strong>en</strong> ook het gros van de middel<strong>en</strong> waarmede de overheid kan werk<strong>en</strong>, onder<br />

meer om de zwakst<strong>en</strong> <strong>en</strong> minstbedeeld<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving te help<strong>en</strong>. Het welzijnswerk<br />

binn<strong>en</strong> de maatschappij verricht door de overhed<strong>en</strong> hangt voor zijn financiering<br />

in hoge mate af van het ondernem<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t van de sam<strong>en</strong>leving. Zonder<br />

ondernemers <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> zou er zelfs nauwelijks sprake kunn<strong>en</strong> zijn van e<strong>en</strong><br />

werk<strong>en</strong>d overheidsapparaat. Het blijkt niet altijd uit het gevoerde beleid maar de <strong>onderneming</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de zelfstandig<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> dus wel degelijk voor de overheid de kipp<strong>en</strong><br />

met de goud<strong>en</strong> eier<strong>en</strong>.<br />

3.3 De bredere relevantie<br />

Met soms zware emotionele gelad<strong>en</strong>heid v<strong>en</strong>tiler<strong>en</strong> medem<strong>en</strong>s<strong>en</strong> – van Jan Modaaltypes<br />

tot hooggeleerde professor<strong>en</strong> – dezer dag<strong>en</strong> geregeld nostalgische geluid<strong>en</strong> inzake<br />

het verlor<strong>en</strong> gegane paradijs van de “goeie ouwe tijd”. Meer specifiek gaat het daarbij<br />

dan om het tijdsvak dat zich situeert voor de periode dat de economische groei doorstootte<br />

naar e<strong>en</strong> structureel hoger niveau. In de woord<strong>en</strong> van de Franse romanticus


0<br />

Jean Jacques Rousseau: de periode van de “sauvage noble” die e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> ervoer dat “het<br />

beste bood wat de m<strong>en</strong>s kan overkom<strong>en</strong>”. Wat nadi<strong>en</strong> volgde, kwam volg<strong>en</strong>s dezelfde<br />

Rousseau neer op “perman<strong>en</strong>te uitbuiting … slavernij <strong>en</strong> ontwrichting” 92 . Volg<strong>en</strong>s James<br />

Boyd White, professor recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur aan de University of Michigan, di<strong>en</strong>t de periode<br />

van hogere economische groei beschouwd te word<strong>en</strong> als “e<strong>en</strong> soort van pletwals die<br />

de natuurlijke <strong>en</strong> sociale wereld steeds verder uitholt” 93 . Onder de hed<strong>en</strong>daagse antiglobalist<strong>en</strong><br />

weerklink<strong>en</strong> soortgelijke aantijging<strong>en</strong>, vaak nog scherper zelfs.<br />

De mythe van de “goeie ouwe tijd”<br />

De eerste gebied<strong>en</strong> waar de structurele to<strong>en</strong>ame van de economische groei <strong>en</strong> van<br />

het BBP per capita zich doorzette, war<strong>en</strong> de land<strong>en</strong> van West Europa, te beginn<strong>en</strong> met<br />

Engeland in de 19 de eeuw. Het beeld dat de nostalgische reflecties inzake de goeie ouwe<br />

tijd van voordi<strong>en</strong> oproept, is dat van geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die ondanks e<strong>en</strong><br />

erg bescheid<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> het naar moderne norm<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong> van de meest elem<strong>en</strong>taire<br />

vorm<strong>en</strong> van lev<strong>en</strong>scomfort, toch knus bij elkaar zat<strong>en</strong> om te g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van<br />

het weinige dat het bestaan h<strong>en</strong> te bied<strong>en</strong> had. Net omdat het aardse lev<strong>en</strong> h<strong>en</strong> zo<br />

weinig kon bied<strong>en</strong>, g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> zij des te meer van het schaarse dat h<strong>en</strong> te beurt viel <strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> ze veel dankbaarder, medem<strong>en</strong>selijker <strong>en</strong> dus g<strong>en</strong>ietbaarder dan de moderne<br />

m<strong>en</strong>s wi<strong>en</strong>s ontevred<strong>en</strong>heid, nog steeds volg<strong>en</strong>s de mythe van de goeie ouwe tijd, alle<strong>en</strong><br />

maar lijkt toe te nem<strong>en</strong> met de omvang van zijn materiële welstand. Will<strong>en</strong> we<br />

de moderne tijd qua zinvolheid van het bestaan (terug) naar e<strong>en</strong> hoger niveau till<strong>en</strong>,<br />

dan zoud<strong>en</strong> we ons eig<strong>en</strong>lijk terug beter e<strong>en</strong> aantal elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het bestaan in die<br />

goeie ouwe tijd eig<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

Het gaat inzake de goeie ouwe tijd inderdaad om e<strong>en</strong> mythe <strong>en</strong> meer bepaald één<br />

die zich afspeelt op twee niveaus. Het eerste niveau betreft het fysieke gegev<strong>en</strong> van<br />

het lev<strong>en</strong> op zich in die periode. Meer bepaald doel<strong>en</strong> we hier op het feit dat die goeie<br />

ouwe tijd zich k<strong>en</strong>merkte door hoge kindersterfte <strong>en</strong> lage gemiddelde lev<strong>en</strong>sduur. Zo<br />

het dus al waar zou geweest zijn – wat manifest niet zo was, zoals we zo dadelijk zull<strong>en</strong><br />

argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> – dat de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich vroeger veel “m<strong>en</strong>selijker” gedroeg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hun<br />

beperkte bestaan, dan kond<strong>en</strong> daar in ieder geval verhoudingsgewijs veel minder m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

van “g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>” dan dat dit hed<strong>en</strong> t<strong>en</strong> dage het geval is. Anders uitgedrukt: de basis-<br />

92 Rousseau zoals geciteerd in Friedman, 2005, p. 30.<br />

93 White, 1990, p. 71.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

gegev<strong>en</strong>s van het bestaan in de goeie ouwe tijd maakt<strong>en</strong> dat slechts e<strong>en</strong> beperkte groep<br />

van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> er in slaagde om tot e<strong>en</strong> min of meer volwaardig lev<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong><br />

grote groep van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> was er slechts sprake van lev<strong>en</strong> in de heel kortstondige zin.<br />

Het tweede niveau van mythevorming rond de goeie ouwe tijd slaat op de kwaliteit<br />

van het lev<strong>en</strong>. De rozige sc<strong>en</strong>ario’s inzake de goeie ouwe tijd wekk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeld op<br />

van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die verdraagzaam, vredeliev<strong>en</strong>d, bekommer<strong>en</strong>d <strong>en</strong> tactvol met elkaar<br />

omgaan binn<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> van de geografisch beperkte lev<strong>en</strong>sgeme<strong>en</strong>schap.<br />

Nauwgezettere historische verificatie levert echter e<strong>en</strong> heel ander beeld op, nl. één van<br />

brute agressie, onverbiddelijke toepassing van de wet van de sterkste, intolerantie, afgunst<br />

<strong>en</strong> a-sociaal gedrag. De t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s tot wat we vandaag als psychopatisch <strong>en</strong> misdadig<br />

gedrag zoud<strong>en</strong> bestempel<strong>en</strong>, was in de goeie ouwe tijd relatief gezi<strong>en</strong> veel breder<br />

binn<strong>en</strong> de maatschappij verspreid dan hed<strong>en</strong> t<strong>en</strong> dage in de ontwikkelde wereld. Om<br />

het met de woord<strong>en</strong> van historica Deirde McCloskey te zegg<strong>en</strong>: “De cons<strong>en</strong>sus onder<br />

anti-kapitalist<strong>en</strong> is nu reeds anderhalve eeuw dat we door het kapitalisme e<strong>en</strong> wereld<br />

verlor<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> die meer dan de moeite was om intact te houd<strong>en</strong>. Maar sedert 1900<br />

werd door sociale historici overweldig<strong>en</strong>de evid<strong>en</strong>tie bij elkaar gebracht die aangeeft<br />

dat het hele concept van de Duitse romantiek van e<strong>en</strong> Zwarte Woud-thuisland tot e<strong>en</strong><br />

nobele plattelandsbevolking op e<strong>en</strong> fictie berust” 94 . Diezelfde McCloskey beperkt zich<br />

in haar boek The Bourgeois Virtues niet <strong>en</strong>kel tot Duitsland maar reikt inzake het bed<strong>en</strong>kelijke<br />

waarheidsgehalte van het concept “goeie ouwe tijd” soortgelijke evid<strong>en</strong>tie<br />

aan voor, onder meer, Engeland, de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> Vietnam 95 .<br />

De vaststelling dat het geloof in de goeie ouwe tijd eerder op drijfzand dan op<br />

solide evid<strong>en</strong>tie berust, houdt in dat we zeker in het ontwikkelde West<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong><br />

wat weinig oog hebb<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> aantal positieve k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de moderne tijd. De<br />

stijging van de materiële welvaart vormt in deze context e<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong>heid die door<br />

rationele m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moeilijk te ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> valt. E<strong>en</strong> blik op gegev<strong>en</strong>s als, bijvoorbeeld,<br />

de evolutie van de gemiddelde lev<strong>en</strong>sduur, van de kindersterfte, van het BBP per capita<br />

<strong>en</strong> van de human developm<strong>en</strong>t index leert dat die stijging zich op <strong>en</strong>kele geïsoleerde<br />

94 McCloskey, 2006, p. 141.<br />

95 Ibid., p. 141 e.v.


uitzondering<strong>en</strong> na 96 wereldwijd voordeed 97 . Maar ging die materiële vooruitgang niet<br />

gepaard met e<strong>en</strong> ecologisch drama? Zag<strong>en</strong> we het ethische bewustzijn <strong>en</strong> gedrag van<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet afkalv<strong>en</strong> als gevolg van welstand <strong>en</strong> markteconomie? Kwam<strong>en</strong> primaire<br />

maatschappelijke waard<strong>en</strong> als democratie, opporuniteit <strong>en</strong> tolerantie niet onder<br />

druk als gevolg van het <strong>onderneming</strong>sgedrag<strong>en</strong> economisme? Kortom, de vraag di<strong>en</strong>t<br />

gesteld in welke mate de welvaartsverdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van economische vooruitgang nog<br />

opweg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de geregeld naar vor<strong>en</strong> gebrachte nadel<strong>en</strong> ervan inzake de bredere<br />

maatschappelijke ontwikkeling, zeker indi<strong>en</strong> we daarbij ook in rek<strong>en</strong>ing br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat<br />

vanuit de bruto toegevoegde waarde gecreëerd door <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong><br />

ruim tweederde van het totaal van de fiscale <strong>en</strong> parafiscale ontvangst<strong>en</strong> van de Belgische<br />

overhed<strong>en</strong> 98 .<br />

In deze discussie ligt e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige argum<strong>en</strong>tatie voor het rap<strong>en</strong>. Zowel inzake<br />

ecologisch bewustzijn als inzake de bredere maatschappelijke waard<strong>en</strong> als democratie,<br />

gelijkheid inzake opportuniteit<strong>en</strong>, tolerantie <strong>en</strong> interm<strong>en</strong>selijke warmte zett<strong>en</strong><br />

de communistisch georganiseerde maatschappij<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong> prestaties neer die<br />

ver achterblev<strong>en</strong> bij wat zelfs in de meest kritische rapportering overeind blijft van het<br />

Westerse model. De nog <strong>en</strong>kele rester<strong>en</strong>de regimes van het communistische of nauw<br />

verwante slag bevestig<strong>en</strong> ook anno 2007 nog elke dag opnieuw dit treurige verhaal. Eén<br />

van de meest elem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van communistische regimes is<br />

dat zij privaat initiatief <strong>en</strong> ondernemerschap bann<strong>en</strong>. Deze vaststelling vereist onmiddellijk<br />

nuancering: verwijz<strong>en</strong>d naar schema 2 dat eerder in deze monografie aan de<br />

orde kwam, bann<strong>en</strong> zij ondernemerschap van het maatschappelijk productieve type.<br />

Aansluit<strong>en</strong>d op de argum<strong>en</strong>tatie ontwikkeld rond schema 2 ontbreekt in e<strong>en</strong> communistisch<br />

georganiseerde maatschappij haast per definitie het institutionele kader dat<br />

positief georiënteerd ondernemerschap stimuleert. Ook persoonlijk <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t tot<br />

maatschappelijk verantwoord optred<strong>en</strong> brandt in e<strong>en</strong> dergelijke ord<strong>en</strong>ing op e<strong>en</strong> erg<br />

96 We kunn<strong>en</strong> hier inzake BBP per capita <strong>en</strong> HDI-index onder meer verwijz<strong>en</strong> naar de verarming die zich in Afghanistan<br />

onder de Taliban <strong>en</strong> in Zimbabwe tijd<strong>en</strong>s de jongste jar<strong>en</strong> van het bewind van Robert Mugabe voordeed. Wat de gemiddelde<br />

lev<strong>en</strong>sduur betreft, deed er zich onder Russische mann<strong>en</strong> in het rec<strong>en</strong>te verled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> opmerkelijke ommekeer<br />

voor, in belangrijke mate te wijt<strong>en</strong> aan het breed verspreide alcoholisme.<br />

97 Met deze stelling wordt helemaal niet beweerd dat die to<strong>en</strong>ame van de materiële welvaart zich ook op e<strong>en</strong> gelijkmatige<br />

wijze voordeed. De wereldwijde inkom<strong>en</strong>sverschill<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> inderdaad vooral in de loop van de 20 ste eeuw op e<strong>en</strong> erg<br />

spectaculaire wijze toe. Voor de voorbije twee dec<strong>en</strong>nia di<strong>en</strong>t terzake e<strong>en</strong> zeer g<strong>en</strong>uanceerd betoog gehoud<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>.<br />

Wat zeker niet klopt, is dat de inkom<strong>en</strong>sverschill<strong>en</strong> op wereldvlak blev<strong>en</strong> escaler<strong>en</strong>. Zie hieromtr<strong>en</strong>t de bijdrage<br />

van Van Overtveldt in Glaeser, Devooght & Van Overtveldt, 2006.<br />

98 De argum<strong>en</strong>tatie die hier volgt, stoelt in belangrijke mate op Friedman, 2005 <strong>en</strong> McCloskey, 2006. Alhoewel er talrijke<br />

parallell<strong>en</strong> te noter<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> in de argum<strong>en</strong>taties van beide academici, valt het op dat zij zich toch behoorlijk<br />

verschill<strong>en</strong>d politiek profiler<strong>en</strong>. B<strong>en</strong>jamin Friedman – helemaal niet verwant met Milton Friedman – ziet zichzelf als<br />

“e<strong>en</strong> Europees sociaal-democraat van het conservatieve type”. Deirdre McCloskey, die elk jaar drie tot zes maand<strong>en</strong><br />

in Amsterdan doorbr<strong>en</strong>gt <strong>en</strong> dus zeer goed de Europese gegev<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> met de Amerikaanse kan vergelijk<strong>en</strong>, rek<strong>en</strong>t<br />

zichzelf “in de Europese terminologie bij de rechts liberal<strong>en</strong>”. Gesprek met Friedman op 14 december 2005 <strong>en</strong> met<br />

McCloskey op 5 januari 2007.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

laag pitje 99 . Maar vermits e<strong>en</strong> communistisch systeem, hoe int<strong>en</strong>s de repressie ook<br />

doorgevoerd wordt, de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> persoon tot ondernemer mak<strong>en</strong> niet kan<br />

wegbrand<strong>en</strong>, zal die ondernemers<strong>en</strong>ergie toch bov<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> drijv<strong>en</strong>. Onvermijdelijk<br />

zal het alzo gestuurde ondernemerschap echter vooral tot uiting kom<strong>en</strong> via maatschappelijk<br />

gezi<strong>en</strong> eerder onproductieve activiteit<strong>en</strong>.<br />

Verzacht ondernem<strong>en</strong> de zed<strong>en</strong>?<br />

Bov<strong>en</strong>gaande vaststelling<strong>en</strong> inzake de negatieve k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van communistisch georganiseerde<br />

maatschappij<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> echter niet volstaan om over te gaan tot de argum<strong>en</strong>tatie<br />

dat e<strong>en</strong> systeem waarin vrij ondernemerschap c<strong>en</strong>traal staat als hoofdmotor<br />

van de economische ontwikkeling wel tot maatschappelijk voordelige ontwikkeling<strong>en</strong><br />

leidt die het economische <strong>en</strong> de aspect<strong>en</strong> van de materiële welvaart in de strikte zin<br />

van het woord (ver) overstijg<strong>en</strong>. Of moet<strong>en</strong> we toch maar akkoord gaan met John Gray,<br />

de politieke filosoof verbond<strong>en</strong> aan de London School of Economics, die op het einde van<br />

de 20 ste eeuw argum<strong>en</strong>teerde dat de revival die de principes van de vrije markteconomie<br />

<strong>en</strong> van het vrije ondernemerschap in de laatste twee dec<strong>en</strong>nia van die 20 ste eeuw<br />

k<strong>en</strong>de, “niet kon voorkom<strong>en</strong> dat als onbedoelde gevolg<strong>en</strong> van de politiek van het vrijmak<strong>en</strong><br />

van markt<strong>en</strong>, geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> verscheurd werd<strong>en</strong> <strong>en</strong> ethos <strong>en</strong> onderling vertrouw<strong>en</strong><br />

uitgehold werd<strong>en</strong>” 100 .<br />

Voorafgaandelijk will<strong>en</strong> we hier nog e<strong>en</strong>s in alle duidelijkheid stell<strong>en</strong> dat de begripp<strong>en</strong><br />

vrije markteconomie, ondernemerschap, economische groei <strong>en</strong> globalisering onverbrekelijk<br />

bij elkaar hor<strong>en</strong>. De logica achter deze id<strong>en</strong>tificatie vormt allicht dé rode<br />

draad uit wat we tot nu toe argum<strong>en</strong>teerd<strong>en</strong>. Zeer bondig sam<strong>en</strong>gevat klinkt deze argum<strong>en</strong>tatie<br />

als volgt. <strong>Ondernemer</strong>s <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> staan c<strong>en</strong>traal in het aanzw<strong>en</strong>gel<strong>en</strong><br />

van de economische groei. E<strong>en</strong> goed georganiseerde vrije markteconomie met duidelijke<br />

<strong>en</strong> niet geringe functies op te nem<strong>en</strong> door de overhed<strong>en</strong> vormt de ideale biotoop<br />

om de hoogst mogelijke maatschappelijke meerwaarde te hal<strong>en</strong> uit de activiteit<strong>en</strong> van<br />

ondernemers <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong>. Verstandig georganiseerde globalisering zorgt ervoor<br />

dat ondernemers wereldwijd hun vleugels kunn<strong>en</strong> uitslaan <strong>en</strong> de welvaartscreatie ook<br />

in de armere gebied<strong>en</strong> van de wereld (eindelijk) op gang kunn<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong>.<br />

99 Zie hieromtr<strong>en</strong>t bijvoorbeeld Todorov, 2000 <strong>en</strong> Courtois et al., 1997.<br />

100 Gray, 1998, p. 36.


In zijn boek The Moral Consequ<strong>en</strong>ces of Economic Growth stelt B<strong>en</strong>jamin Friedman, professor<br />

economie aan Harvard University 101 , dat e<strong>en</strong> moreel hoogstaande maatschappij als<br />

ess<strong>en</strong>tiële k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> heeft: “opportuniteit<strong>en</strong> voor iedere<strong>en</strong>, tolerantie, economische<br />

<strong>en</strong> sociale mobiliteit, rechtvaardigheid <strong>en</strong> democratie” 102 . Op basis van e<strong>en</strong> minutieuze<br />

historische analyse van wat zich de voorbije eeuw<strong>en</strong> afspeelde in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>,<br />

Duitsland, Frankrijk, Groot Brittannië <strong>en</strong> diverse ontwikkelingsland<strong>en</strong> komt Friedman<br />

tot het inzicht dat “economische groei – zijnde e<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>de lev<strong>en</strong>sstandaard voor e<strong>en</strong><br />

grote meerderheid van de burgers – meestal ook leidt tot meer <strong>en</strong> betere opportuniteit<strong>en</strong>,<br />

tolerantie voor diversiteit, sociale mobiliteit, verdediging van de rechtvaardigheidsprincipes<br />

<strong>en</strong> respect voor democratie … Wanneer de lev<strong>en</strong>sstandaard daalt<br />

of stagneert mak<strong>en</strong> de meeste maatschappij<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vooruitgang op het vlak van deze<br />

doelstelling<strong>en</strong>, erger nog: ze gaan er dan meestal substantieel op achteruit” 103 . John<br />

Micklethwait <strong>en</strong> Adrian Wooldridge vull<strong>en</strong> aan: “Het aantal <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> in e<strong>en</strong> land<br />

vormt e<strong>en</strong> vrij goede graadmeter voor de mate van politieke vrijheid in dat land” 104 .<br />

Voor de vele, vaak subtiele mechanism<strong>en</strong> via dewelke de wisselwerking tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds<br />

economische groei zoals vooral teweeggebracht door de acties van ondernemers<br />

<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds morele aspect<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de maatschappij<br />

verwijz<strong>en</strong> we graag naar B<strong>en</strong>jamin Friedman’s erg lez<strong>en</strong>swaardig <strong>en</strong> informatief<br />

boek. Voor deze auteur kan er ge<strong>en</strong> twijfel over bestaan: “De traditionele afweging<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> welvaartsvoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> op moreel vlak wanneer we het over economische<br />

groei hebb<strong>en</strong>, stell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vals probleem … Groei is niet <strong>en</strong>kel waardevol voor de<br />

verbetering van onze lev<strong>en</strong>sstandaard maar ook voor de positieve invloed die er van<br />

uit gaat op onze sociale houding <strong>en</strong> op onze politieke instituties, of, korter gezegd, op<br />

het morele karakter van onze sam<strong>en</strong>leving 105 ”. Deze vaststelling<strong>en</strong>, aldus Friedman,<br />

vorm<strong>en</strong> niets meer, maar zeker ook niets minder, dan bevestiging<strong>en</strong> van de erf<strong>en</strong>is van<br />

de Verlichting. Om het in de woord<strong>en</strong> van Montesquieu te zegg<strong>en</strong>: “Overal waar ondernem<strong>en</strong><br />

heerst, zi<strong>en</strong> we zachte zed<strong>en</strong>” 106 . Deze historische uitlating ligt heel dicht bij de<br />

rec<strong>en</strong>te van Jonathan Sacks, de belangrijkste rabbi van Groot Brittannië: “De vrije markt<br />

is niet <strong>en</strong>kel het beste mechanisme dat we tot op hed<strong>en</strong> ontdekt<strong>en</strong> om de armoede te<br />

verminder<strong>en</strong> … (maar ook) … voor de schepping van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijke omgeving waarin<br />

onafhankelijkheid, waardigheid <strong>en</strong> creativiteit c<strong>en</strong>traal staan” 107 .<br />

101 Zie ook voetnoot 98.<br />

102 Friedman, 2005, p. ix.<br />

103 Ibid., p. 4.<br />

104 Micklethwait & Wooldrige, 2003, p. xx. De positieve band tuss<strong>en</strong> vrije markteconomie <strong>en</strong> globalisering <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong><br />

democratie anderzijds komt duidelijk naar vor<strong>en</strong> in Eich<strong>en</strong>gre<strong>en</strong> & Leblang, 2006.<br />

105 Friedman, 2005, p. 4,15.<br />

106 Zoals geciteerd in Friedman, 2005, p. 19.<br />

107 Sacks, 2002, p. 22-14


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

Deirdre McCloskey vat haar argum<strong>en</strong>tatie aan daar waar die van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> als<br />

B<strong>en</strong>jamin Friedman <strong>en</strong> rabbi Sacks stopt. Zij schuift de provocer<strong>en</strong>de stelling naar vor<strong>en</strong><br />

dat bov<strong>en</strong>op al hetge<strong>en</strong> we tot nu reeds t<strong>en</strong> voordele van de door ondernemers <strong>en</strong><br />

<strong>onderneming</strong><strong>en</strong> gedrev<strong>en</strong> vrije markteconomie kond<strong>en</strong> registrer<strong>en</strong> ook nog e<strong>en</strong>s de<br />

deugd<strong>en</strong> van het m<strong>en</strong>selijk bestaan positieve impuls<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> vanuit deze hoek. De<br />

zev<strong>en</strong> bourgeois virtues van McCloskey zijn hoop, geloof, liefde, gerechtigheid, moed,<br />

bedachtzaamheid <strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>dheid. Haar pleidooi om wat wij hier omschrijv<strong>en</strong><br />

als de brede maatschappelijke relevantie van het ondernemersgebeur<strong>en</strong> op<strong>en</strong> te trekk<strong>en</strong><br />

tot de positieve stimulering van die zev<strong>en</strong> deugd<strong>en</strong>, is ev<strong>en</strong> indrukwekk<strong>en</strong>d als<br />

dat het controversieel zal zijn. Hopelijk geldt voor haar boek niet de wet van Stigler 108 .<br />

In de moderne maatschappij ker<strong>en</strong> vele lezers van argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> pro vrije markteconomie<br />

<strong>en</strong> ondernemerschap zich spontaan teg<strong>en</strong> deze argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Die afkeuring, aldus<br />

de wet van Stigler, gebeurt meestal nog scherper door zij die de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong>s<br />

gelez<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

108 George Stigler (1911-1991) was één van de meest vooraanstaande econom<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan de beruchte University of<br />

Chicago. Het was Sam Peltzman die de wet van Stigler onder de aandacht van de auteur bracht. Zie Van Overtveldt,<br />

2007.


4. Besluit<br />

Wie deze monografie interpreteert als e<strong>en</strong> onvoorwaardelijke eed van trouw voor het<br />

altaar van het onversned<strong>en</strong>, willekeurig zijn zin do<strong>en</strong>d vrije ondernemerschap, heeft,<br />

zo durv<strong>en</strong> we tot slot bewer<strong>en</strong>, niet aandachtig gelez<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong>de vrije<br />

markteconomie vereist niet <strong>en</strong>kel ondernemers maar ook e<strong>en</strong> att<strong>en</strong>te <strong>en</strong> krachtdadige<br />

overheid. Mag de geme<strong>en</strong>schap van ondernemers e<strong>en</strong> ethisch <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t vrag<strong>en</strong> dan<br />

draagt de overheid de verantwoordelijkheid voor de creatie van e<strong>en</strong> omgeving waarin<br />

ondernemerschap tot de hoogst mogelijke maatschappelijke meerwaarde leidt. E<strong>en</strong><br />

foute context doet ondernemerschap in maatschappelijke minwaarde uitmond<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> maatschappelijk productieve vrije markteconomie heeft maar weinig te mak<strong>en</strong><br />

met cowboy capitalism.<br />

Maar zelfs binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>d georganiseerde vrije markteconomie gebeur<strong>en</strong><br />

foute ding<strong>en</strong>. Er kan ge<strong>en</strong> twijfel over bestaan dat ook ondernemers zich bij mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

schuldig mak<strong>en</strong> aan laakbare feit<strong>en</strong>. Soms gaat het om dagelijkse zond<strong>en</strong>, soms<br />

om veel ergere ding<strong>en</strong>. Het merkwaardige is dat binn<strong>en</strong> bepaalde groep<strong>en</strong> in de maatschappij<br />

het laakbare segm<strong>en</strong>t van de ondernemerspopulatie wordt gezi<strong>en</strong> als de norm<br />

voor deze groep binn<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving. Zonder in twijfel te trekk<strong>en</strong> dat er inderdaad<br />

mistoestand<strong>en</strong> bestaan <strong>en</strong> dat die mistoestand<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> bestred<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>, kan<br />

m<strong>en</strong> zulk e<strong>en</strong> visie bezwaarlijk als correct beschouw<strong>en</strong>. Omdat er inderdaad e<strong>en</strong> aantal<br />

wegpirat<strong>en</strong> over onze weg<strong>en</strong> snorr<strong>en</strong>, gaan we toch niet alle automobilist<strong>en</strong> als onverantwoorde<br />

bestuurders beschouw<strong>en</strong>?<br />

De hamvraag luidt of de vaststelling van het feit dat er in e<strong>en</strong> bepaald systeem<br />

slechte ding<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> ook tot de conclusie mag <strong>en</strong> moet leid<strong>en</strong> dat het systeem<br />

op zich slecht is. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> democratische ord<strong>en</strong>ing met e<strong>en</strong><br />

vrije markteconomie, bijvoorbeeld, hun hebzucht binn<strong>en</strong> zekere gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> de vrije loop<br />

lat<strong>en</strong>. De geschied<strong>en</strong>is leert ons ev<strong>en</strong>wel dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere ord<strong>en</strong>ing (strak collectivistisch,<br />

zwaar bijgestuurde sociaal democratie, rechts fascisme, …) e<strong>en</strong> ander<br />

soort van hebzuchtig gedrag t<strong>en</strong> toon spreid<strong>en</strong>. Gaat het dan om iets typisch voor de<br />

m<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> bepaald systeem of voor de m<strong>en</strong>s tout court?<br />

<strong>Ondernemer</strong>s <strong>en</strong> de vrije markteconomie die h<strong>en</strong> het beste biotoop voor de ontplooiïng<br />

van hun tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> biedt, behoev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> standbeeld. Zij verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> echter ook


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

niet de verdomhoek waarin sommig<strong>en</strong> h<strong>en</strong> al te graag in neerplant<strong>en</strong>. Nuchtere analyse<br />

<strong>en</strong> ser<strong>en</strong>e observatie geeft aan welke aanzi<strong>en</strong>lijke maatschappelijke meerwaard<strong>en</strong> zij<br />

voortbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> als systeem. Zij zijn niet <strong>en</strong>kel de broodbakkers van onze maatschappij<br />

maar zorg<strong>en</strong>, zoals uitgebreid gedocum<strong>en</strong>teerd in deze monografie, ook voor veel meer<br />

dan <strong>en</strong>kel maar brood op de plank.<br />

Of om te besluit<strong>en</strong> met Deirdre McCloskey: “We mog<strong>en</strong> nooit toegev<strong>en</strong> aan slecht<br />

gedrag. Maar in onze moraliser<strong>en</strong>de mijmering<strong>en</strong> of betog<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> we het m<strong>en</strong>selijke<br />

fal<strong>en</strong> niet verwarr<strong>en</strong> met het fal<strong>en</strong> van het kapitalistisch systeem. Elke vorm van<br />

slechtheid toeschrijv<strong>en</strong> aan het systeem is zoals alles wat fout loopt, toeschrijv<strong>en</strong> aan<br />

het weer. Dat is niet verstandig <strong>en</strong> ook niet zinvol” 109 .<br />

109 McCloskey, 2006, p. 29.


Bijlage 1<br />

The Fr<strong>en</strong>ch Connection<br />

De ontdekking van de <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eur<br />

Iedere<strong>en</strong> die <strong>en</strong>ige significante vertrouwdheid met de geschied<strong>en</strong>is van het economisch<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wil pret<strong>en</strong>der<strong>en</strong>, zou niet direct van zijn/haar stoel mog<strong>en</strong> vall<strong>en</strong><br />

wanneer de nam<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> van, pakweg, Johann Heinrich von Thün<strong>en</strong>, Léon Walras, Carl<br />

M<strong>en</strong>ger, Knut Wicksell, Vilfredo Pareto, Ludwig von Mises, Jan Tinberg<strong>en</strong>, Simon Kuznets<br />

of Leonid Kantorovich. Ondanks deze manifest niet-Angelsaksische nam<strong>en</strong> staat het<br />

ev<strong>en</strong> goed buit<strong>en</strong> kuif dat het vooral Britt<strong>en</strong> <strong>en</strong> Amerikan<strong>en</strong> geweest zijn die in de<br />

voorbije twee eeuw<strong>en</strong> de economische literatuur vorm gav<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> losse greep uit<br />

de Angelsaksische grabbelton levert nam<strong>en</strong> op als Adam Smith, David Ricardo, William<br />

Jevons, Alfred Marshall, Irving Fisher, John Maynard Keynes, John Hicks, Paul Samuelson,<br />

James Tobin, Milton Friedman <strong>en</strong> Gary Becker.<br />

Het zal de aandachtige lezer opvall<strong>en</strong> dat in beide bov<strong>en</strong>gaande lijstjes Franse nam<strong>en</strong><br />

ontbrek<strong>en</strong> 110 . Dit is ge<strong>en</strong> toeval: e<strong>en</strong> opleiding tot e<strong>en</strong> op alle vlakk<strong>en</strong> stevig geschoolde<br />

econoom kan zo goed als perfect zonder dat m<strong>en</strong> zich in bijdrag<strong>en</strong> van Franse econom<strong>en</strong><br />

zou moet<strong>en</strong> gaan verdiep<strong>en</strong>. Do<strong>en</strong> we met deze stelling e<strong>en</strong> klein beetje onrecht aan<br />

de bijdrag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> Antoine Augustin Cournot, van e<strong>en</strong> Jules Dupuit <strong>en</strong> heel misschi<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> Edmond Malinvaud, dan moet<strong>en</strong> we ze echt t<strong>en</strong> gronde nuancer<strong>en</strong> inzake de<br />

bijdrag<strong>en</strong> van Franse econom<strong>en</strong> aan het onderzoek rond de f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> ondernemer<br />

<strong>en</strong> ondernemerschap. We beperk<strong>en</strong> ons tot wat we vanuit analytisch standpunt de vier<br />

belangrijkste Franse bijdrag<strong>en</strong> aan voorligg<strong>en</strong>d thema beschouw<strong>en</strong>, nl. die van Richard<br />

Cantillon, Nicolas Baudeau, Anne-Robert Jacques Turgot <strong>en</strong> Jean-Baptiste Say.<br />

De eerste die hier de revue di<strong>en</strong>t te passer<strong>en</strong>, is Richard Cantillon, één van de meest<br />

markante figur<strong>en</strong> uit de geschied<strong>en</strong>is van het economisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Over zijn geboortedatum<br />

in Ierland bestaat nog altijd onzekerheid maar het moet wel erg<strong>en</strong>s in de buurt van<br />

1680 geweest zijn. Cantillon bracht het grootste gedeelte van zijn lev<strong>en</strong> in Frankrijk door<br />

<strong>en</strong> nam ook al snel de Franse nationaliteit aan. Na betrokk<strong>en</strong> geweest te zijn bij diverse<br />

110 Léon Walras was e<strong>en</strong> franstalige Zwitser.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

grootschalige financiële operaties die niet altijd ev<strong>en</strong> zuiver op de graat war<strong>en</strong> (o.m. het<br />

fameuze Mississippi Scheme van John Law), werd Richard Cantillon in 1735 in Lond<strong>en</strong><br />

vermoord door e<strong>en</strong> ontslag<strong>en</strong> kok die in één keer ook Cantillon’s huis in brand stak. Zijn<br />

<strong>en</strong>ige boekwerk dat deze brand overleefde, was het Essai sur la nature du commerce <strong>en</strong><br />

général dat trouw<strong>en</strong>s pas e<strong>en</strong> kwarteeuw na het overlijd<strong>en</strong> van de auteur boeksgewijs<br />

het lev<strong>en</strong>slicht zag 111 . Qua kracht van de argum<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> zeker qua vernieuwingsgehalte<br />

is het niet helemaal gek om het Essai van Richard Cantillon te zi<strong>en</strong> als aardig in<br />

de buurt kom<strong>en</strong>d van allicht het belangrijkste boek uit de geschied<strong>en</strong>is van het economisch<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, nl. The Wealth of Nations van Adam Smith gepubliceerd in 1776.<br />

Zoals reeds aangestipt in de hoofdtekst van deze monografie zag Richard Cantillon<br />

de ondernemer (“l’<strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eur”) als e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale figuur in het maatschappelijke gebeur<strong>en</strong>,<br />

meer bepaald als dieg<strong>en</strong>e die het best kan omgaan met <strong>en</strong> handel<strong>en</strong> in functie van<br />

de onzekerheid die het m<strong>en</strong>selijke lev<strong>en</strong> zo nadrukkelijk beheerst. In het voetspoor van<br />

Cantillon trad Abbé Nicolas Baudeau (1730-1792), e<strong>en</strong> Franse geestelijke. Net als Cantillon<br />

b<strong>en</strong>adrukte Baudeau het vermog<strong>en</strong> tot constructieve omgang met e<strong>en</strong> onzekere omgeving<br />

als typer<strong>en</strong>d voor ondernemers 112 . Hij voegde er echter nog e<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t aan toe:<br />

op zoek naar hogere winst<strong>en</strong> zal de ondernemer niet <strong>en</strong>kel voortdur<strong>en</strong>d prober<strong>en</strong> zijn<br />

kost<strong>en</strong> te verlag<strong>en</strong> maar tev<strong>en</strong>s nieuwe ding<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>. In moderne terminologie gesteld,<br />

b<strong>en</strong>adrukte Nicolas Baudeau dus ook het innovatieve karakter van ondernemerschap.<br />

Nag<strong>en</strong>oeg gelijktijdig met de analyse van Baudeau kwam Anne-Robert Jacques<br />

Turgot (1727-1781) inzake ondernemerschap tot de conclusie dat de ondernemer meer<br />

de verschaffer van kapitaal is die toelaat om e<strong>en</strong> productie op gang te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> waar<br />

dan vervolg<strong>en</strong>s ook de arbeiders kunn<strong>en</strong> van g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> 113 . Turgot was alzo de eerste die<br />

de ondernemer id<strong>en</strong>tificeerde met wat later de kapitalist zou word<strong>en</strong>.<br />

De vierde Franse econoom die reeds vroeg in de industriële ontwikkeling van het<br />

West<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke bijdrage leverde aan de analyse van het ondernemerschap,<br />

was Jean-Baptiste Say (1767-1823) die binn<strong>en</strong> de economische wet<strong>en</strong>schap vooral geassocieerd<br />

wordt met de omstred<strong>en</strong> “wet van Say” die stelt dat elk aanbod van goeder<strong>en</strong><br />

ook haar eig<strong>en</strong> vraag creëert. Say toonde zich zelf e<strong>en</strong> actief ondernemer want gedur<strong>en</strong>de<br />

e<strong>en</strong> groot gedeelte van zijn lev<strong>en</strong> runde hij e<strong>en</strong> spinnerij in Noord Frankrijk.<br />

Mede vanuit deze eig<strong>en</strong> ervaring als <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eur b<strong>en</strong>adrukte Jean-Baptiste Say zeer<br />

sterk de omgevingsfactor<strong>en</strong> die van belang zijn om het ondernemerschap te stimuler<strong>en</strong>.<br />

Meer specifiek zag Say “het recht op eig<strong>en</strong>dom als de meest krachtige aansporing<br />

om tot e<strong>en</strong> verhoging van de rijkdom te kom<strong>en</strong>” 114 .<br />

111 Cantillon, 1931.<br />

112 Baudeau, 1910.<br />

113 Diverse bijdrag<strong>en</strong> in Turgot, 1913-1923.<br />

114 Say, 1845, p. 127.


0<br />

Voor Say vormde de ondernemer de cruciale katalysator in de m<strong>en</strong>selijke ontwikkeling<br />

waarin Say telk<strong>en</strong>s weer drie belangrijke fas<strong>en</strong> ziet ontroll<strong>en</strong>. De eerste fase<br />

bestaat uit de wet<strong>en</strong>schappelijke ontdekking die meestal op zich g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong><br />

vooruitgang inhoudt voor de geme<strong>en</strong>schap. De tweede fase voltrekt zich door de bemoei<strong>en</strong>is<br />

van de ondernemer die het op zich neemt om bruikbare toepassing<strong>en</strong> van die<br />

wet<strong>en</strong>schappelijke ontdekking te ontwikkel<strong>en</strong>. De laatste fase is de concrete productie<br />

van de bruikbare toepassing van de ontdekking. Ook in deze laatste fase speelt de<br />

ondernemer vaak e<strong>en</strong> belangrijke rol wat Jean-Baptiste Say dan uiteindelijk ook tot de<br />

conclusie br<strong>en</strong>gt dat vaak de scheidingslijn tuss<strong>en</strong> de activiteit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ondernemer<br />

<strong>en</strong> het managem<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> <strong>onderneming</strong> nog zeer moeilijk te trekk<strong>en</strong> valt.<br />

Deze laatste vaststelling van Say onderlijnt t<strong>en</strong> voet<strong>en</strong> uit wat uit de overige inzicht<strong>en</strong><br />

van deze vier Franse pioniers inzake ondernemerschap ook al sterk naar vor<strong>en</strong><br />

kwam: hun analyses mog<strong>en</strong> dan al aan hun, pakweg, 200 ste verjaardag toe zijn, de<br />

vervaldag ervan inzake versheid is lang nog niet overschred<strong>en</strong>.


Bijlage 2<br />

1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005<br />

Bruto Toegevoegde Waarde <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong> 139,66 146,63 152,40 157,73 167,53 172,76 177,70 182,18 193,19 197,54<br />

Bijdrage <strong>onderneming</strong><strong>en</strong><br />

Sociale zekerheidsbijdrag<strong>en</strong> werkgevers 19,66 20,80 22,04 23,00 23,53 25,10 26,62 26,99 27,59 28,09<br />

V<strong>en</strong>nootschapsbelasting (<strong>en</strong> aanverwant<strong>en</strong>) 5,78 6,54 8,06 8,00 8,36 8,37 8,45 8,21 9,59 10,85<br />

Directe belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zekerheidsbijdrag<strong>en</strong> werknemers 23,51 24,46 25,24 26,74 28,36 30,00 30,48 30,79 31,75 32,92<br />

BTW loontrekk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> 4,89 5,13 5,34 5,64 6,12 6,39 6,54 6,73 7,06 7,32<br />

Subsidies -2,10 -1,93 -1,98 -2,09 -1,95 -2,09 -2,03 -2,47 -1,96 -2,97<br />

Totaal 51,73 55,00 58,70 61,29 64,41 67,77 70,06 70,25 74,03 76,20<br />

Bijdrage zelfstandig<strong>en</strong><br />

Netto sociale premies 1,29 1,32 1,34 1,35 1,39 1,43 1,50 1,53 1,60 1,65<br />

Directe belasting<strong>en</strong> (*) 3,37 3,48 3,54 3,71 3,72 3,95 3,98 4,20 4,45 4,66<br />

BTW zelfstandig<strong>en</strong> 0,73 0,76 0,79 0,82 0,84 0,88 0,90 0,96 1,04 1,08<br />

Totaal 5,40 5,56 5,67 5,88 5,95 6,27 6,38 6,69 7,10 7,39<br />

Accijnz<strong>en</strong> 2,60 2,76 2,96 3,11 3,27 3,29 3,38 3,51 3,79 4,04<br />

Algeme<strong>en</strong> totaal (I) 60,58 64,52 68,39 71,27 74,45 78,15 80,37 81,04 85,32 87,56<br />

Fiscale <strong>en</strong> prafiscale ontvangst<strong>en</strong> van de overheid (II) 91,95 97,32 102,45 106,59 111,76 115,06 119,52 121,43 128,53 133,89<br />

(I) als % van (II) 65,88 66,30 66,75 66,87 66,61 67,92 67,25 66,74 66,39 65,40<br />

vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

Bijdrage van <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong> tot de staatskas (in miljard euro,1996- 2005).<br />

(*): inkom<strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong> voor 2003, 2004 <strong>en</strong> 2005 geschat op basis van tr<strong>en</strong>d.<br />

Bron: NBB, INR, RSVZ


Refer<strong>en</strong>ties<br />

Aghion, P., Howitt, P. (1998). Endog<strong>en</strong>ous Growth Theory, Cambridge, Mass.: MIT<br />

Press.<br />

Arrow, K. (1962). Economic Welfare and the Allocation of Resources for Inv<strong>en</strong>tion. In:<br />

The Rate of Return and Direction of Inv<strong>en</strong>tive Activity. NBER Special Confer<strong>en</strong>ce Series;<br />

vol. 13. Princeton, NJ: Princeton University Press.<br />

Audretsch, D., Keilbach, M., Lehmann, E. (2006). Entrepr<strong>en</strong>eurship and Economic<br />

Growth, Oxford: Oxford University Press.<br />

Bakan, J. (2004). The Corporation. The Pathological Pursuit of Profit and Power. Lond<strong>en</strong>:<br />

Constable & Robinson.<br />

Barreto, H. (1989). The Entrepr<strong>en</strong>eur in Microeconomic Theory. Lond<strong>en</strong>: Routledge.<br />

Baudeau, N. (1910). Première introduction à la philosophie économique. Parijs : A.<br />

Dubois (origineel versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1767).<br />

Baumol, W. (1968). Entrepr<strong>en</strong>eurship in Economic Theory. AEA Papers and Proceedings;<br />

58/2.<br />

Baumol, W. (2002). The Free-Market Innovation. Analyzing the Growth Miracle of<br />

Capitalism. Princeton, NJ: Princeton University Press.<br />

Bhide, A. (2000). The Origin and Evolution of New Businesses. Oxford: Oxford<br />

University Press.<br />

Cantillon, R. (1931). Essai sur la nature du commerce <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eral. Lond<strong>en</strong> : Macmillan<br />

Press (origineel versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1755).<br />

Carbonnez, X. (2006). Maatschappelijk Verantwoord Ondernem<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Beleidsnota; nr. 15 (november). Wilrijk : <strong>VKW</strong> D<strong>en</strong>ktank.<br />

Casson, M. (1990). Entrepr<strong>en</strong>eurship. Aldershot, UK: Edward Algar.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

Casson, M. (2000). An Entrepr<strong>en</strong>eurial Theory of the Firm. In: Foss, N., Mahnke, V.,<br />

eds. Compet<strong>en</strong>ce, Governance and Entrepr<strong>en</strong>eurship: Advances in Economic Strategy<br />

Research. Oxford: Oxford University Press.<br />

Chandler, A. (1962). Strategy and Structure: Chapters in the History of the Industrial<br />

Enterprise. Cambridge, Mass.: MIT Press.<br />

Chandler, A. (1977). The Visible Hand: The Managerial Revolution in American<br />

Business. Cambridge, Mass.: The Belknap Press of Harvard University Press.<br />

Chandler, A. (1990). Scale and Scope. The Dynamics of Industrial Capitalism.<br />

Cambridge, Mass.: Harvard University Press.<br />

Coase, R. (1937). The Nature of the Firm. Zoals in: Estrin, S., Marin, A. (1995). Ess<strong>en</strong>tial<br />

Readings in Economics,.Lond<strong>en</strong>: Macmillan Press.<br />

Coase, R. (1991). The Institutional Structure of Production. Zoals in Coase, R. (1994).<br />

Essays on Economics and Economists. Chicago: University of Chicago Press.<br />

Courtois, S. et al. (1997). Le livre noir du Communisme: Crimes, terreur, répression.<br />

Parijs: Editions Robert Laffont.<br />

Drucker, P. (1985). Entrepr<strong>en</strong>eurship and Innovation. Lond<strong>en</strong>: Heinemann.<br />

Eich<strong>en</strong>gre<strong>en</strong>, B., leblang, D. (2006). Democracy and Globalisation. BIS Working Papers;<br />

no. 219.<br />

Fiet, J. (2002). The Systematic Search for <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eurial Discoveries. Lond<strong>en</strong>: Quorum<br />

Books.<br />

Flamholtz, E. (1986). How to Make the Transition from Entrepr<strong>en</strong>eurship to a<br />

Professionally Managed Firm. San Francisco: Jossey Bass.<br />

Friedman, B. (2005). The Moral Consequ<strong>en</strong>ces of Economic Growth. New York: Alfred<br />

A. Knopf.<br />

Galbraith, J. (1956). American Capitalism. Boston: Houghton Mifflin.<br />

Georgescu, P. (2005). The Sources of Success. San Francisco: Jossey-Bass.<br />

Gilder, G. (1984). The Spirit of Enterprise. New York: Simon and Schuster.


Glaeser, E., Devooght, K., Van Overtveldt, J. (2006). Ongelijkheid. Nieuwe Spor<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> Vastgeroest Debat. Cahier; no. 1. Wilrijk: <strong>VKW</strong> D<strong>en</strong>ktank.<br />

Glancey, K., McQuaid, R. (2000). Entrepr<strong>en</strong>eurial Economics. Lond<strong>en</strong>: Macmillan<br />

Press.<br />

Granovetter, M. (1985). Economic Action and Social Structure: The Problem of embeddedness.<br />

American Journal of Sociology; 91(3).<br />

Gray, J. (1998). False Dawn: The Delusions of Global Capitalism. New York: New<br />

Press.<br />

Groep Kok. (2004). Facing the Chall<strong>en</strong>ge. The Lisbon Strategy for Growth and<br />

Employm<strong>en</strong>t. Brussel: Europese Unie.<br />

Hayek, F. (1945). The Use of Knowledge in Society. American Economic Review;<br />

September.<br />

Helpman, E. (2004). The Mystery of Economic Growth. Cambridge, Mass.: The Belknap<br />

Press of Harvard University Press.<br />

Hertz, N. (2001). The Sil<strong>en</strong>t Takeover. Global Capitalism and the Death of Democracy.<br />

Lond<strong>en</strong>: Arrow Books.<br />

Jacobs, J. (1969). The Economy of Cities. New York: Vintage Books.<br />

Kalantardis, C. (2004). Understanding the Entrepr<strong>en</strong>eur. Aldershot, UK: Ashgate<br />

Publishing.<br />

Kets de Vries, M. (1977). The <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eurial personality: A person at the crossroads.<br />

Journal of Managem<strong>en</strong>t Studies; vol. 14.<br />

Keynes, J.M. (1936). The G<strong>en</strong>eral Theory of Employm<strong>en</strong>t, Interest, and Money. New<br />

York: Prometheus Books (ed. 1997).<br />

Kirzner, I. (1973). Competition and Entrepr<strong>en</strong>eurship. Chicago: University of Chicago<br />

Pres.<br />

Knight, F. (1921). Risk, Uncertainty, and Profit. Boston: Houghton Mifflin.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

Kotter, J., Rathgeber, H. (2006). Onze ijsberg smelt !. Brussel: Business Contact.<br />

Lazear, E. (2002). Entrepr<strong>en</strong>eurship. NBER working paper W9190; August.<br />

Livesay, H. (1977). Entrepr<strong>en</strong>eurial Persist<strong>en</strong>ce through the Bureaucratic Age. Business<br />

History Review; 51/4.<br />

Locke, E. (2000). Prime Movers. Traits of the Great Wealth Creators. New York: American<br />

Managem<strong>en</strong>t Association.<br />

Lomborg, B. (2001). The Sceptical Environm<strong>en</strong>talist. Cambridge, UK: Cambridge<br />

University Press.<br />

Lucas, R. (1988). On the Mechanics of Economic Growth. Journal of Monetary Economics;<br />

July.<br />

Lynskey, M., Yonekura, S. (2002). Entrepr<strong>en</strong>eurship and Organization. Oxford: Oxford<br />

University Press.<br />

Marshall, A. (1961). Principles of Economics. Lond<strong>en</strong>: Macmillan (origineel versch<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

in 1890).<br />

McClelland, D. (1961). The Achieving Society. Princeton, NJ: D. Van Nostrand<br />

Company.<br />

McCloskey, D. (2006). The Bourgeois Virtues. Ethics for An Age of Commerce. Chicago:<br />

University of Chicago Press.<br />

McDaniel, B. (2002). Entrepr<strong>en</strong>eurship and Innovation. An Economic Approach. New<br />

York: M.E. Sharpe.<br />

McGrath, R., MacMillan. (2000). The Entrepr<strong>en</strong>eurial Mindset. Boston: Harvard<br />

Business School Press.<br />

Micklethwait, J., Wooldridge, A. (2003). The Company. A Short History of a<br />

Revolutionary Idea, New York, The Modern Library.<br />

Milgrom, P., Roberts, J. (1992). Economics of Organization and Managem<strong>en</strong>t.<br />

Englewood Cliffs, NJ: Pr<strong>en</strong>tice-Hall.


Mises, L. (1949). Human Action: A Treatise on Economics. New Hav<strong>en</strong>, Conn.: Yale<br />

University Press.<br />

Mitchell, L. (2002). Corporate Irresponsability: America’s Newest Export, New Hav<strong>en</strong>:<br />

Conn., Yale University Press.<br />

Mokhiber, R., Weismann, R. (1999). Corporate Predators: The Hunt for Mega-Profits<br />

and the Attack on Democracy. Monroe, Maine: Common Courage Press.<br />

Nisbet, R. (1980). History of Idea of Progress. New York: Basic Books.<br />

North, D. (1990). Institutions, Institutional Change, and Economic Performance.<br />

Cambridge, UK: Cambridge University Press.<br />

Novak, M. (1996). Business As A Calling. Work and the Examined Life. New York: The<br />

Free Press.<br />

OESO. (1998). Fostering Entrepr<strong>en</strong>eurship. Parijs: OESO.<br />

Piore, M., Sabel, C. (1984). The Second Industrial Divide: Possibilities for Prosperity.<br />

New York: Basic Books.<br />

Prodi, R. (2002). For A New European Entrepr<strong>en</strong>eurship. Madrid: Instituto de<br />

Empresa.<br />

Rajan, R., Zingales, L. (2003). Saving Capitalism from the Capitalists. Unleashing the<br />

Power of Financial Markets to Create Wealth and Spread Opportunities. New York:<br />

Random House.<br />

Roberts, J. (2004). The Modern Firm. Organizational Design for Performance and<br />

Growth. Oxford: Oxford University Press.<br />

Romer, P. (1986). Increasing Returns and Long-Run Growth. Journal of Political Economy;<br />

oktober.<br />

Romer, P. (2006). Economic Growth. mimeo beschikbaar op de website van de auteur.<br />

Sacks, J. (2002). The Dignity of Differ<strong>en</strong>ce: How to Avoid the Clash of Civilizations.<br />

Lond<strong>en</strong>: Continuum.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

Say, J.B. (1845). A Treatise on Political Economy. Philadelphia: Grigg & Elliott (origineel<br />

versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1803).<br />

Schramm, C. (2006). The Entrepr<strong>en</strong>eurial Imperative. New York: HarperCollins.<br />

Schumpeter, J. (1994). Capitalism, Socialism and Democracy. Lond<strong>en</strong>: Routledge (origineel<br />

versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1943).<br />

Schumpeter, J. (2000). The Theory of Economic Developm<strong>en</strong>t. New Brunswick, NJ:<br />

Transaction Publishers (origineel versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1911).<br />

Smith, N.R. (1967). The Entrepr<strong>en</strong>eur and his Firm: The Relationship betwe<strong>en</strong> Type of<br />

Man and Type of Company. East Lansing: Michigan State University Press.<br />

Shackle, G. (1979). Imagination and the Nature of Choice. Edinburgh: Edinburgh<br />

University Press.<br />

Stev<strong>en</strong>son, H., Jarillo, C. (1990). A Paradigm of Entrepr<strong>en</strong>eurship: Entrepr<strong>en</strong>eurial<br />

Managem<strong>en</strong>t. Strategic Managem<strong>en</strong>t Journal; 11 (special edition).<br />

Todorov, T. (2000). Mémoire du mal. T<strong>en</strong>tation du bi<strong>en</strong>. Enquête sur le siècle. Parijs:<br />

Editions Robert Laffont.<br />

Turgot, A.R.J. (1913-23). Oeuvres de Turgot et docum<strong>en</strong>ts le concernant, 5 vols. Parijs:<br />

Alcan.<br />

Van Overtveldt, J. (2005). De <strong>onderneming</strong>, bron van welvaart <strong>en</strong> welzijn. In: Duyck, R.,<br />

Van Tilborgh, C., e.a. Managem<strong>en</strong>t Jaarboek 2005. Kalmthout: Pimms NV & Vlaamse<br />

Managem<strong>en</strong>t Associatie.<br />

Van Overtveldt, J. (2007). The Chicago School. How the University of Chicago<br />

Assembled the Thinkers Who Revolutionized Economics and Business. Chicago: Agate<br />

Publishing.<br />

Vaughn, K. (1994). Austrian Economics in America. The Migration of a Tradition.<br />

Cambridge, UK: Cambridge University Press.<br />

Warsh, D. (2006). Knowledge and the Wealth of Nations. A Story of Economic Discovery.<br />

New York: W.W. Norton & Company.


Weber, M. (1930). The Protestant Ethic and the Spirit of Capitalism. Lond<strong>en</strong>: All<strong>en</strong><br />

and Unwin.<br />

W<strong>en</strong>nekers, S., Thurik, R. (1999). Linking <strong>en</strong>trepr<strong>en</strong>eurship and Economic Growth.<br />

Small Business Economics; 13: 1.<br />

White, J.B. (1990). Justice as Translation: An Essay in Cultural and Legal Criticism.<br />

Chicago: University of Chicago Press.


vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007


voorhe<strong>en</strong> reeds versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in de reeks monografie:<br />

1. De economische toekomst van Europa<br />

door Olivier Blanchard<br />

vkw Met<strong>en</strong>a maart 2007<br />

2. De houdbaarheid van de welvaartstaat. De onmogelijkheid van het<br />

noodzakelijke<br />

door Mark Eysk<strong>en</strong>s<br />

3. Het Bush-debacle<br />

door Johan Van Overtveldt<br />

4. Spiritualiteit, bedrijfsethiek <strong>en</strong> ondernemerschap<br />

door Luk Bouckaert<br />

5. A Brave New World. De verzweg<strong>en</strong> waarhed<strong>en</strong> rond de Belgische economie<br />

door Johan Van Overtveldt <strong>en</strong> Geert Janss<strong>en</strong>s<br />

6. David & Goliath. <strong>Ondernemer</strong>schap, innovatie <strong>en</strong> groei<br />

door William J. Baumol<br />

7. 1776, “annus mirabilis”. Turbo-impuls voor de huidige wereldeconomie<br />

door Johan Van Overtveldt


Met deze monografie geeft Johan Van Overtveldt<br />

ondernemers <strong>en</strong> <strong>onderneming</strong><strong>en</strong> de plaats die h<strong>en</strong><br />

rechtmatig toekomt in het maatschappelijk debat.<br />

Aangetoond wordt dat ook ondernemerschap maar<br />

naar waarde kan geschat word<strong>en</strong> wanneer m<strong>en</strong> begrijpt<br />

wat het is, hoe het ontstaat <strong>en</strong> welke bijdrage er gele-<br />

verd wordt tot welvaart <strong>en</strong> welzijn. De inbr<strong>en</strong>g van het<br />

bedrijfslev<strong>en</strong> is dermate groot dat het misk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ervan<br />

zelf e<strong>en</strong> uiting van onverantwoord gedrag wordt.<br />

anders durv<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong><br />

vkw Met<strong>en</strong>a<br />

Vertrekk<strong>en</strong>d vanuit e<strong>en</strong><br />

economische oriëntatie<br />

doet vkw Met<strong>en</strong>a aan on-<br />

derzoekswerk dat betrek-<br />

king heeft op brede maat-<br />

schappelijke problem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

discussies.<br />

verantwoordelijke uitgever<br />

vkw Met<strong>en</strong>a<br />

Sneeuwbeslaan 20<br />

2610 Wilrijk<br />

www.vkwmet<strong>en</strong>a.be<br />

info@vkwmet<strong>en</strong>a.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!