over publieke waarden en marktwerking Samenvatting - NSOB
over publieke waarden en marktwerking Samenvatting - NSOB
over publieke waarden en marktwerking Samenvatting - NSOB
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VOORWOORD<br />
De atelieropdracht van de <strong>NSOB</strong>. Uit de historie begrijp<strong>en</strong> wij dat groep<strong>en</strong> hierdoor hecht<br />
word<strong>en</strong> of uit elkaar vall<strong>en</strong>. In ons geval bleek er ook e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>weg te bestaan. Natuurlijk gaat<br />
het niet vanzelf; zes person<strong>en</strong> met ieder e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> visie, werkwijze <strong>en</strong> tijdsbesef. Maar dan ligt<br />
er toch op tijd e<strong>en</strong> rapport, e<strong>en</strong> tastbaar resultaat van sam<strong>en</strong>werking.<br />
Onze oorspronkelijke opdracht luidde om onderzoek te do<strong>en</strong> naar participatie van private<br />
fonds<strong>en</strong> in sector<strong>en</strong> die tot voor kort uit <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gefinancierd. E<strong>en</strong> onderzoek<br />
gericht op financieringsconstructies, zegg<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> de realisatie van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />
Kortom, de weg van het geld. In de oriënter<strong>en</strong>de fase richtt<strong>en</strong> onze discussies zich op de<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in relatie tot <strong>marktwerking</strong>. Dit is ge<strong>en</strong> nieuw onderwerp; ook de WRR <strong>en</strong><br />
diverse onderzoekers - waaronder ook <strong>NSOB</strong> coryfeeën - hebb<strong>en</strong> zich hier<strong>over</strong> de afgelop<strong>en</strong><br />
jar<strong>en</strong> gebog<strong>en</strong>. Wij kreg<strong>en</strong> vanuit de studies <strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> echter ge<strong>en</strong> duidelijk gevoel bij de<br />
achterligg<strong>en</strong>de empirie. Voor ons red<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg om zelf voor <strong>en</strong>kele sector<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nadere<br />
verk<strong>en</strong>ning te do<strong>en</strong> naar de effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> op het realiser<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />
De <strong>en</strong>orme wereld die daarmee op<strong>en</strong> lag, hebb<strong>en</strong> we met graagte verk<strong>en</strong>d. We hebb<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />
kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> met interessante gesprekspartners, inspirer<strong>en</strong>de bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> bezocht <strong>en</strong><br />
doorwrochte literatuur tot ons g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Focus was uiteraard nodig om binn<strong>en</strong> de sector<strong>en</strong> de<br />
vrag<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de scherp <strong>en</strong> gedetailleerd te krijg<strong>en</strong>. Feedback van onze begeleider Willemijn<br />
Dicke <strong>en</strong> het tuss<strong>en</strong>tijdse comm<strong>en</strong>taar van Paul ’t Hart heeft hieraan bijgedrag<strong>en</strong>. Met name het<br />
legg<strong>en</strong> van de verbinding tuss<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> per sector heeft ons onderzoek verrijkt.<br />
Over <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de sturingsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (markt én bureaucratie) om ze te<br />
realiser<strong>en</strong> is naar onze m<strong>en</strong>ing niet snel te veel gezegd. Sterker nog, ons onderzoek vult e<strong>en</strong><br />
nieuwe dim<strong>en</strong>sie toe aan het debat. Al met al e<strong>en</strong> waardevolle ervaring, die wij graag met u als<br />
lezer <strong>en</strong> belangstell<strong>en</strong>de will<strong>en</strong> del<strong>en</strong>!<br />
Speciale dank gaat uit naar Willemijn Dicke, Associate Professor aan de TU Delft. Wij zijn haar<br />
dankbaar voor haar kritische, maar opbouw<strong>en</strong>de bijdrag<strong>en</strong>. Haar inbr<strong>en</strong>g is zeer waardevol<br />
geweest bij de totstandkoming van dit rapport.<br />
Sas Terpstra, Frederike Everts, Guido Derks, Emil Ev<strong>en</strong>huis, Remco Schimmel, Viktor<br />
Heitkamp<br />
5 juni 2009
INHOUDSOPGAVE<br />
1 Inleiding 4<br />
1.1 Aanleiding <strong>en</strong> afbak<strong>en</strong>ing 4<br />
1.2 Begripp<strong>en</strong> 5<br />
1.3 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong>, competing values <strong>en</strong> competing instrum<strong>en</strong>ts 6<br />
1.4 Verantwoording werkwijze <strong>en</strong> methodologie 8<br />
2 Sector Gezondheidszorg 10<br />
2.1 Algeme<strong>en</strong> 10<br />
2.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in de zorg 10<br />
2.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> 12<br />
2.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong> 13<br />
2.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> 16<br />
2.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 21<br />
2.7 Conclusies 27<br />
3 Sector Onderwijs 28<br />
3.1 Algeme<strong>en</strong> 28<br />
3.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in het onderwijs 28<br />
3.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> 32<br />
3.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong> 34<br />
3.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> 35<br />
3.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 39<br />
3.7 Conclusies 41<br />
4 Sector Energie 44<br />
4.1 Algeme<strong>en</strong> 44<br />
4.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in de <strong>en</strong>ergiesector 45<br />
4.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> 47<br />
4.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong> 47<br />
4.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> 48<br />
4.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 53<br />
4.7 Conclusies 57<br />
5 Tot slot: beschouwing sector<strong>en</strong> <strong>en</strong> conclusies 59
1 INLEIDING<br />
1.1 Aanleiding <strong>en</strong> afbak<strong>en</strong>ing<br />
Marktwerking bij <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing staat op dit mom<strong>en</strong>t in e<strong>en</strong> slecht daglicht. Dit is mede<br />
e<strong>en</strong> gevolg van de kredietcrisis, welke volg<strong>en</strong>s vel<strong>en</strong> is ontstaan door de ongebreidelde vrije<br />
markt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekort aan regelgeving <strong>en</strong> toezicht in de financiële sector. Maar ook al voor de<br />
kredietcrisis, was e<strong>en</strong> omslag in het debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> waarneembaar. Gepercipieerde<br />
problem<strong>en</strong> met <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (de teleurstell<strong>en</strong>de kwaliteit, <strong>over</strong>matige bureaucratie met e<strong>en</strong><br />
teveel aan managers; in bijvoorbeeld het hoger onderwijs, de zorg, de thuiszorg, de<br />
taxibranche, het lokaal OV, etc.) word<strong>en</strong> gewet<strong>en</strong> aan de introductie van meer <strong>marktwerking</strong> bij<br />
de uitvoering van die di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.<br />
Twee dec<strong>en</strong>nia eerder was de algem<strong>en</strong>e houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>marktwerking</strong> echter e<strong>en</strong><br />
geheel andere. Marktwerking werd gezi<strong>en</strong> als het middel om de vastgeroeste, weinig<br />
innovatieve, weinig klantvri<strong>en</strong>delijke <strong>en</strong> ‘geldslurp<strong>en</strong>de’ organisaties in de <strong>publieke</strong><br />
di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing t<strong>en</strong> goede te verander<strong>en</strong>.<br />
Het debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> (<strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> die daar vaak nauw mee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>, zoals<br />
liberalisering, privatisering <strong>en</strong> private bekostiging) ondergaat grote verschuiving<strong>en</strong>, waarbij<br />
vandaag de dag de teg<strong>en</strong>standers de wind in de zeil<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> actuele vraag is of<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in de <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing gerealiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met<br />
<strong>marktwerking</strong>. En welke combinatie van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (sturingsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) moet de<br />
<strong>over</strong>heid vanuit haar <strong>publieke</strong> taak <strong>en</strong> verantwoordelijkheid inzett<strong>en</strong> om de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
<strong>marktwerking</strong> in goede ban<strong>en</strong> te leid<strong>en</strong>? In dit rapport staat deze vraag c<strong>en</strong>traal voor drie<br />
sector<strong>en</strong> waar de laatste jar<strong>en</strong> sprake is geweest van e<strong>en</strong> ontwikkeling naar meer<br />
<strong>marktwerking</strong>: de zorg, het onderwijs <strong>en</strong> de <strong>en</strong>ergiesector.<br />
De c<strong>en</strong>trale probleemstelling in dit rapport luidt dan ook:<br />
Op welke wijze draagt (de introductie van) <strong>marktwerking</strong> bij aan de realisatie van<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>?<br />
Hiervan afgeleide deelvrag<strong>en</strong> zijn:<br />
• Wat zijn de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in e<strong>en</strong> specifieke sector?<br />
• Welke effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met (de introductie van) <strong>marktwerking</strong> in e<strong>en</strong> specifieke sector<br />
beoogd?<br />
• Welke beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij <strong>marktwerking</strong> ingezet om de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in<br />
e<strong>en</strong> specifieke sector te realiser<strong>en</strong>?<br />
• Welke discrepanties ontstaan er tuss<strong>en</strong> wat beoogd wordt <strong>en</strong> wat gerealiseerd wordt in e<strong>en</strong><br />
specifieke sector, bij de huidige inzet van <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>?<br />
• Welke alternatieve inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is nodig om de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in e<strong>en</strong><br />
specifieke sector beter te borg<strong>en</strong>?<br />
In dit inleid<strong>en</strong>de hoofdstuk staan we eerst stil bij <strong>en</strong>kele belangrijke begripp<strong>en</strong>, dan gaan we kort<br />
in op te onderscheid<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte beschrijv<strong>en</strong> we<br />
kort de werkwijze die we voor ons onderzoek hebb<strong>en</strong> gehanteerd.<br />
4
1.2 Begripp<strong>en</strong><br />
Hieronder definiër<strong>en</strong> wij eerst e<strong>en</strong> aantal belangrijke begripp<strong>en</strong>, welke in de rest van het rapport<br />
steeds terug zull<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>:<br />
Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> - Instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de <strong>over</strong>heid in kan zett<strong>en</strong> om haar beleidsdoel<strong>en</strong> te<br />
verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>. Mogelijke beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn: wet- <strong>en</strong> regelgeving, <strong>publieke</strong> organisatie,<br />
vergunning<strong>en</strong>, subsidies, prestatiebeloning, gebruik reputatiemechanisme (‘naming and<br />
shaming’), b<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong>, toezicht, zelfregulering, horizontale verantwoording (visitatie, externe<br />
toetsing, g<strong>over</strong>nancecodes, medezegg<strong>en</strong>schap, etc.), verl<strong>en</strong><strong>en</strong> concessies, opstell<strong>en</strong><br />
contract<strong>en</strong> & conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong>, publiek aandeelhouderschap.<br />
Bureaucratische sturing - E<strong>en</strong> vorm van sturing waarbij de <strong>over</strong>heid, primair via wet- <strong>en</strong><br />
regelgeving <strong>en</strong> secundair door middel van de <strong>over</strong>ige beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, relatief veel controle<br />
houdt op de voortbr<strong>en</strong>ging van <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. In de meest extreme variant is er sprake van<br />
<strong>publieke</strong> bekostiging <strong>en</strong> neemt de <strong>over</strong>heid de uitvoering van <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> zelf ter hand.<br />
Sturing door <strong>marktwerking</strong> - Het lat<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> van marktkracht<strong>en</strong> in de voortbr<strong>en</strong>ging van<br />
<strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, met name door middel van concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> meerdere aanbieders.<br />
Marktwerking kan gestalte krijg<strong>en</strong> middels keuzevrijheid voor afnemers (kiez<strong>en</strong> uit meerdere<br />
aanbieders), maar ook via aanbesteding van concessies (concurr<strong>en</strong>tie om de markt), of via<br />
maatstafconcurr<strong>en</strong>tie, waarbij beloning afhankelijk is van de prestaties in vergelijking met<br />
andere aanbieders.<br />
Liberalisering / deregulering - Het verminder<strong>en</strong> van de regelgeving <strong>en</strong> voorschrift<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
bepaalde sector, om actor<strong>en</strong> meer vrijheid <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid te gev<strong>en</strong>. Vaak<br />
gebeurt liberalisering met het oog op meer <strong>marktwerking</strong>.<br />
Private bekostiging - Betaling voor <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> door gebruikers (bijvoorbeeld tol,<br />
betaling voor water, gas, elektriciteit) <strong>en</strong> dus niet uit algem<strong>en</strong>e middel<strong>en</strong> (<strong>publieke</strong> bekostiging).<br />
Privatisering - Het <strong>over</strong>drag<strong>en</strong> van het eig<strong>en</strong>dom van e<strong>en</strong> organisatie van de <strong>over</strong>heid naar de<br />
private sector.<br />
Publieke product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> - Di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> waarvoor de <strong>over</strong>heid om uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> bijzondere verantwoordelijkheid heeft geaccepteerd.<br />
Publieke waarde / publiek belang - Het belang dat e<strong>en</strong> significant gedeelte van de<br />
maatschappij hecht aan e<strong>en</strong> bepaalde di<strong>en</strong>st. Het gaat dus niet om de di<strong>en</strong>st zelf (zoals bij e<strong>en</strong><br />
<strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st), maar om e<strong>en</strong> aspect van e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st. Voorbeeld<strong>en</strong> van deze aspect<strong>en</strong> zijn<br />
kwaliteit, betaalbaarheid, toegankelijkheid, maatwerk, innovatie, continuïteit <strong>en</strong><br />
betrouwbaarheid.<br />
Deze begripp<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal staan in de vier volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong>.<br />
5
1.3 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong>, competing values <strong>en</strong> competing instrum<strong>en</strong>ts<br />
Vorm<strong>en</strong> van private betrokk<strong>en</strong>heid bij de uitvoering van <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> het nodig<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> te expliciter<strong>en</strong>. Immers, wanneer <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd door<br />
de <strong>publieke</strong> sector zelf, is de veronderstelling - terecht of onterecht - dat <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
‘automatisch’ geborgd word<strong>en</strong>. Sinds <strong>en</strong>kele grootschalige operaties op het gebied van<br />
privatisering, deregulering, verzelfstandiging <strong>en</strong> <strong>marktwerking</strong> is er dan ook e<strong>en</strong> groot aantal<br />
verhandeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> handreiking<strong>en</strong> gepubliceerd <strong>over</strong> (het borg<strong>en</strong> van) <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. 1<br />
De <strong>over</strong>heid kan direct betrokk<strong>en</strong> zijn bij het realiser<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> door zelf <strong>publieke</strong><br />
di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>, door direct toezicht uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, door <strong>publieke</strong> bekostiging etc. Maar<br />
dit is niet persé noodzakelijk: via het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde ord<strong>en</strong>ing in e<strong>en</strong> sector, kan de<br />
<strong>over</strong>heid er voor zorg<strong>en</strong> dat bepaalde <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> min of meer ‘automatisch’ geborgd<br />
word<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid behoudt wel steeds e<strong>en</strong> ‘systeemverantwoordelijkheid’, wat inhoudt dat de<br />
<strong>over</strong>heid t<strong>en</strong>minste toeziet dat <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> geborgd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan ingrijp<strong>en</strong> als dat niet of<br />
onvoldo<strong>en</strong>de gebeurt.<br />
Deze gedachte komt ook tot uiting in de definitie die de Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het<br />
Regeringsbeleid (WRR) hanteert: ‘Er is sprake van publiek belang indi<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid zich e<strong>en</strong><br />
maatschappelijk belang aantrekt omdat dit belang anders niet goed tot zijn recht komt’<br />
(opgemerkt wordt dat ‘publiek belang’ <strong>en</strong> ‘<strong>publieke</strong> waarde’ hier als synoniem<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>). Dicke 2<br />
vindt deze definitie ‘ouderwets’ <strong>en</strong> te ‘<strong>over</strong>heidsgericht’. Zij hanteert daarom e<strong>en</strong> meer<br />
pragmatische definitie: “E<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> waarde is e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> waarde wanneer iemand vindt dat<br />
het e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> waarde is of zou moet<strong>en</strong> zijn”. Deze definitie is minder normatief van karakter<br />
<strong>en</strong> besteedt meer aandacht aan het aspect ‘betek<strong>en</strong>isverl<strong>en</strong>ing’. Het belang van dit aspect moet<br />
gerelateerd word<strong>en</strong> aan het feit dat <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> met elkaar concurrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> er zal dus<br />
vaak e<strong>en</strong> afweging<strong>en</strong> (trade-off) gemaakt moet word<strong>en</strong> waarin de verschill<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />
elkaar afgewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Ste<strong>en</strong>huis<strong>en</strong>, Dicke & de Bruijn 3 merk<strong>en</strong> hier<strong>over</strong> op:<br />
“The safeguard for one value pot<strong>en</strong>tially harms other values. We show the risks that concern the<br />
more ambiguous, less operationalized, ‘soft’ public values. To achieve the more ambiguous<br />
values under the fragm<strong>en</strong>ted conditions, we suggest a remedy that allows for ambiguity and fits<br />
the curr<strong>en</strong>t fragm<strong>en</strong>tation. The isolated safeguard for one value pot<strong>en</strong>tially damages other<br />
values. The multi-actor setting incites all stakeholders, including many new ones, to hard<strong>en</strong> their<br />
value, propagating their own single issue. This is differ<strong>en</strong>t from the situation in which the public<br />
monopolist was responsible for providing a trade off betwe<strong>en</strong> all public values. At pres<strong>en</strong>t, the<br />
<strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t inspection will propagate the value of sustainability; the economic regulator will<br />
push for a lower bill for the consumer. Values compete with each other and the trade off among<br />
them increasingly takes place in an inter-organizational setting. Trade offs become less<br />
managed in the new fragm<strong>en</strong>ted setting. Many new actors are particularly focused on a limited<br />
set of values and on the short term gain. More<strong>over</strong>, they are oft<strong>en</strong> not familiar with the informal<br />
trade-off practices that used to deal with the many interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>cies betwe<strong>en</strong> public values”.<br />
1<br />
Bek<strong>en</strong>de verhandeling<strong>en</strong> zijn WRR (april 2000): Het Borg<strong>en</strong> van Publiek Belang; Tweede Kamerstuk 27 018 nr. 1<br />
(februari 2000): Liberalisering <strong>en</strong> privatisering in Netwerksector<strong>en</strong>; <strong>en</strong> C. Teulings, L. Bov<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> H. van Dal<strong>en</strong> (juni<br />
2003): De Calculus van Publiek Belang.<br />
2<br />
W. Dicke, pres<strong>en</strong>tatie t<strong>en</strong> behoeve van de Waterkring: Borging van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in het waterbeheer, december<br />
2005.<br />
3<br />
B. Ste<strong>en</strong>huis<strong>en</strong>, W. Dicke & H. de Bruijn (mei 2009):”Soft” Public Values in Jeopardy: Reflecting on the Institutionally<br />
Fragm<strong>en</strong>ted Situation in Utility Sectors”; in: International Journal of Public Administration, Volume 32, Issue 6, pp. 491 –<br />
507.<br />
6
Dit vertoog maakt duidelijk dat er ‘harde <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>’ (bijv. ‘betaalbaarheid’) <strong>en</strong> zachte<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> (bijv. ‘duurzaamheid’) zijn. Ook maakt het duidelijk dat de ‘harde <strong>waard<strong>en</strong></strong>’ de<br />
neiging hebb<strong>en</strong> om de ‘zachte <strong>waard<strong>en</strong></strong>’ te verdring<strong>en</strong>. Daarin beslot<strong>en</strong> ligt de w<strong>en</strong>selijkheid om<br />
- bij het realiser<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> - meer uit te gaan van e<strong>en</strong> ‘procesb<strong>en</strong>adering’ dan van<br />
e<strong>en</strong> ‘projectb<strong>en</strong>adering’. Juist door meerdere actor<strong>en</strong> in te sluit<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> de ‘zachte <strong>waard<strong>en</strong></strong>’<br />
die anders veronachtzaamd zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, weer in beeld. Daardoor zoud<strong>en</strong> betere trade-offs<br />
gemaakt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Ste<strong>en</strong>huis<strong>en</strong>, Dicke & de Bruijn b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dus niet alle<strong>en</strong> de<br />
inhoudelijke kant van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>, maar ook het proces waarin <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> teg<strong>en</strong><br />
elkaar afgewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
De inrichting van e<strong>en</strong> veranderkundig traject om te kom<strong>en</strong> tot trade-offs t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> staat in dit rapport echter niet c<strong>en</strong>traal. Voorligg<strong>en</strong>d rapport beoogt veel<br />
eerder om vanuit de diverse posities in het maatschappelijk debat te verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> welke <strong>publieke</strong><br />
<strong>waard<strong>en</strong></strong> relevant zijn, maar het doet ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> <strong>over</strong> de prioriteit<strong>en</strong>stelling bij de realisatie<br />
van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. Daarnaast wordt er, red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>d vanuit e<strong>en</strong> tweetal archetyp<strong>en</strong> (‘de<br />
zuivere markt’ <strong>en</strong> ‘de zuivere bureaucratie’), getracht om e<strong>en</strong> mix van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> waarmee de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gerealiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het<br />
rapport beperkt zich tot e<strong>en</strong> dergelijk inhoudelijk advies <strong>en</strong> besteedt ge<strong>en</strong> verdere aandacht aan<br />
de implem<strong>en</strong>tatie ervan.<br />
Het perspectief dat we gebruikt hebb<strong>en</strong> in onze analyse is dat van ‘competing values’ <strong>en</strong><br />
‘competing instrum<strong>en</strong>ts’:<br />
Er is sprake van ‘competing values’ als er door het will<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong> of versterk<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e<br />
<strong>publieke</strong> waarde druk komt te staan op e<strong>en</strong> andere <strong>publieke</strong> waarde. Dit is e<strong>en</strong> belangrijk<br />
gegev<strong>en</strong> als wordt nagedacht <strong>over</strong> het tegelijkertijd realiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> borg<strong>en</strong> van meerdere <strong>publieke</strong><br />
<strong>waard<strong>en</strong></strong>. Het blijkt bijna onmogelijk om alle <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gezam<strong>en</strong>lijk te optimaliser<strong>en</strong>. Wij<br />
gaan in deze studie voor drie sector<strong>en</strong> na of er sprake is van concurrer<strong>en</strong>de <strong>waard<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> of (<strong>en</strong><br />
zo ja hoe) hiermee rek<strong>en</strong>ing kan word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> bij de keuze van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast kan er sprake zijn van ‘competing instrum<strong>en</strong>ts’: concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
bij het realiser<strong>en</strong> van één-<strong>en</strong>-dezelfde <strong>publieke</strong> waarde. Meer in het bijzonder duid<strong>en</strong> we op de<br />
concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bureaucratische grondslag <strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> oriëntatie op <strong>marktwerking</strong>. Marktwerking impliceert immers dat de <strong>over</strong>heid zich op<br />
bepaalde punt<strong>en</strong> terugtrekt, om ze de weg vrij te mak<strong>en</strong> voor ‘de markt’, in de vorm van<br />
meerdere aanbieders die met elkaar kunn<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid zou dan minder<br />
bureaucratisch stur<strong>en</strong>. Omdat er in de praktijk veelal sprake is van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm van<br />
‘bureaucratie’ <strong>en</strong> ‘<strong>marktwerking</strong>’, zijn deze twee sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in hun zuivere vorm ‘naast<br />
elkaar gezet’ (zie tabel 1.1). Met opzet is hier gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> puristische b<strong>en</strong>adering. Als de<br />
effect<strong>en</strong> van ‘zuivere compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’ niet b<strong>en</strong>oemd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, is het immers onmogelijk om<br />
op verantwoorde wijze te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> optimale mix van de beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
7
Tabel 1.1: Onderscheid bureaucratische sturing versus sturing door <strong>marktwerking</strong><br />
Bureaucratische sturing in zuivere vorm: Sturing door <strong>marktwerking</strong> in zuivere vorm:<br />
Aansturing binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hiërarchische relatie:<br />
product<strong>en</strong>/di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geleverd in opdracht<br />
van e<strong>en</strong> principaal (bij <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> doorgaans<br />
de <strong>over</strong>heid). Prijsvorming wordt gedicteerd door de<br />
principaal.<br />
1.4 Verantwoording werkwijze <strong>en</strong> methodologie<br />
Aansturing binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klant-leverancier-relatie:<br />
product<strong>en</strong>/di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verhandeld op e<strong>en</strong><br />
markt. Prijsvorming komt tot stand langs de wett<strong>en</strong><br />
van vraag <strong>en</strong> aanbod.<br />
Monopolievorming, ge<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie. Volledige concurr<strong>en</strong>tie in e<strong>en</strong> ongereguleerde markt<br />
zonder marktimperfecties (‘invisible hand’).<br />
Inputfinanciering, de principaal betaalt. Outputfinanciering, de klant betaalt.<br />
Regulering process<strong>en</strong>, inputkwaliteit <strong>en</strong><br />
outputkwaliteit m.b.v. wet- <strong>en</strong> regelgeving.<br />
Ontbrek<strong>en</strong> van wet- <strong>en</strong> regelgeving m.b.t.<br />
process<strong>en</strong>, inputkwaliteit <strong>en</strong> outputkwaliteit.<br />
Wij hebb<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> hoe <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> geborgd word<strong>en</strong> bij <strong>marktwerking</strong> in de<br />
gezondheidszorg, het onderwijs, <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie. Deze sector<strong>en</strong> zijn gekoz<strong>en</strong> omdat de discussie<br />
rond <strong>marktwerking</strong> in deze sector<strong>en</strong> zeer actueel is, <strong>en</strong> zich rec<strong>en</strong>telijk e<strong>en</strong> stelselwijziging heeft<br />
voltrokk<strong>en</strong> in deze sector<strong>en</strong> richting meer <strong>marktwerking</strong> (met name gezondheidszorg <strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>ergie). Binn<strong>en</strong> deze sector<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> wij ons dan ook met name op dat deel waar de kwesties<br />
met betrekking tot <strong>marktwerking</strong> het meest promin<strong>en</strong>t zijn.<br />
Voor elk van de drie sector<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> vergelijkbare werkwijze <strong>en</strong> opzet gehanteerd.<br />
Steeds hebb<strong>en</strong> we gebruik gemaakt van triangulatie: we hebb<strong>en</strong> literatuuronderzoek gedaan,<br />
interviews gehoud<strong>en</strong> met experts <strong>en</strong> sleutelfigur<strong>en</strong> in de sector<strong>en</strong>, <strong>en</strong> empirisch onderzoek van<br />
derd<strong>en</strong> (organisaties als de OESO, maar ook marktonderzoekers) bekek<strong>en</strong>. De opzet voor de<br />
analyse die we voor al de drie sector<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehanteerd is weergegev<strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>de<br />
figuur:<br />
8
Figuur 1.1: Onderzoeksopzet<br />
9
2 SECTOR GEZONDHEIDSZORG<br />
2.1 Algeme<strong>en</strong><br />
In deze casus staat de gezondheidszorg c<strong>en</strong>traal. Sinds de laatste stelselwijziging is het<br />
ziek<strong>en</strong>fonds afgeschaft <strong>en</strong> is aan de markt e<strong>en</strong> meer stur<strong>en</strong>de rol toegek<strong>en</strong>d. In deze casus ligt<br />
de focus op de ziek<strong>en</strong>huiszorg <strong>en</strong> op de wijze waarop de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> bij deze zorg<br />
gewaarborgd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De casus begint met e<strong>en</strong> omschrijving van de stelselwijziging <strong>en</strong><br />
gaat in op de beoogde verbetering<strong>en</strong> <strong>en</strong> de pot<strong>en</strong>tiële bedreiging<strong>en</strong> die <strong>marktwerking</strong> met zich<br />
mee kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Zij eindigt met e<strong>en</strong> omschrijving van maatregel<strong>en</strong> (‘het ideale<br />
sturingsarrangem<strong>en</strong>t c.q. mix van marktgeoriënteerde <strong>en</strong> bureaucratische instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’) die<br />
nodig zijn om de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> te realiser<strong>en</strong>.<br />
Wij hebb<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> met de volg<strong>en</strong>de experts:<br />
• mw. drs. M. (Marjanne) Sint, voorzitter raad van bestuur Isala-kliniek<strong>en</strong><br />
• dhr. E.G. (Evert) van Ankum, programmaleider ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> bij de Inspectie<br />
Gezondheidszorg<br />
• dhr. dr. L. (Loek) Winter, zorgondernemer (eig<strong>en</strong>aar IJsselmeerziek<strong>en</strong>huis <strong>en</strong> diagnostische<br />
c<strong>en</strong>tra) 4<br />
Daarnaast hebb<strong>en</strong> we relevante literatuur verzameld <strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. 5<br />
2.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in de zorg<br />
Spelers in de zorg<br />
De ziek<strong>en</strong>huiszorg k<strong>en</strong>t, naast de patiënt, de volg<strong>en</strong>de spelers: het Ministerie van Financiën, het<br />
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport (VWS), de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ,<br />
ressorter<strong>en</strong>d onder VWS), de zorgverzekeraars <strong>en</strong> de Nederlandse Zorg Autoriteit (voorhe<strong>en</strong> de<br />
Commissie Tariev<strong>en</strong> Gezondheidszorg).<br />
De rol van het Ministerie van Financiën is bescheid<strong>en</strong> in deze context: zij int de belasting<strong>en</strong><br />
waarmee onder andere de ABWZ-zorg (‘Algem<strong>en</strong>e Wet Bijzondere Ziektekost<strong>en</strong>’; betreft met<br />
name de financiering van langdurige zorg zoals psychiatrische zorg, gehandicapt<strong>en</strong>zorg etc.).<br />
De ABWZ kan gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> volksverzekering: de <strong>en</strong>ige <strong>over</strong>geblev<strong>en</strong> zorgverzekering<br />
na het aanschaff<strong>en</strong> van het ziek<strong>en</strong>fonds. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport<br />
(VWS) subsidieert e<strong>en</strong> aantal tak<strong>en</strong> van zorginstelling<strong>en</strong> rechtstreeks (de ‘systeemfunctie’).<br />
Daarnaast formuleert zij middels wet- <strong>en</strong> regelgeving het assortim<strong>en</strong>tsbeleid (= de verplicht te<br />
vergoed<strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> door de zorgverzekeraars), het fusiebeleid (koppel<strong>en</strong> fusies van<br />
zorginstelling<strong>en</strong> aan subsidieverstrekking) <strong>en</strong> het financieel beleid (de verhouding tuss<strong>en</strong> input-<br />
<strong>en</strong> outputfinanciering c.q. tuss<strong>en</strong> financiering door de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> markt).<br />
4 Loek Winter hebb<strong>en</strong> we gesprok<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> brainstormbije<strong>en</strong>komst met jong VWS.<br />
5 M. Berg (2004): E<strong>en</strong> zorgstelsel dat doelmatig hoge kwaliteit zorg produceert; F. van E<strong>en</strong><strong>en</strong>naam <strong>en</strong> M. Stout<strong>en</strong> (april<br />
2007): De toekomst van het Nederlandse Zorgstelsel: Opties <strong>en</strong> roll<strong>en</strong> van zorgverzekeraars, onderzoek in opdracht<br />
van het Ministerie van Financiën, J.L.T. Blank, R. Goudriaan & T.P. van Walderve<strong>en</strong> (maart 2002): Beheersing van de<br />
arbeidskost<strong>en</strong> in de zorgsector in Internationaal Perspectief; De Nederlandse Bank (december 2005): DNB<br />
Kwartaalbericht: Het nieuwe zorgstelsel internationaal vergelek<strong>en</strong>; A. Björnberg <strong>en</strong> M. Uhlir (2008): The Euro Health<br />
Consumer Index 2008; World Health Organization (2008): The World Health Report - Primary Health Care, Now More<br />
Than Ever; OECD (december 2008): The remuneration of g<strong>en</strong>eral practitioners and specialists in 14 OECD countries.<br />
10
Het ministerie beschikt naast het g<strong>en</strong>oemde subsidie-instrum<strong>en</strong>t <strong>over</strong> e<strong>en</strong> aantal andere<br />
beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zij kan, in sam<strong>en</strong>werking met de Ministeries van Onderwijs <strong>en</strong> Sociale<br />
Zak<strong>en</strong> & Werkgeleg<strong>en</strong>heid, het aanbod op de arbeidsmarkt reguler<strong>en</strong> (door het stell<strong>en</strong> van<br />
numeri fixi bij het opleid<strong>en</strong> van arts<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verstrekk<strong>en</strong> van werkvergunning<strong>en</strong> aan<br />
buit<strong>en</strong>landse arts<strong>en</strong> & verpleegkundig<strong>en</strong>). Daarnaast treedt zij op als opdrachtgever voor de<br />
Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) <strong>en</strong> de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA). De Inspectie<br />
Gezondheidszorg is verantwoordelijk voor het handhav<strong>en</strong> van het kwaliteitsbeleid. Zij heeft de<br />
bevoegdheid om bestuurlijke boetes op te legg<strong>en</strong>, vergunning<strong>en</strong> te verstrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vergunning<strong>en</strong> weer in te trekk<strong>en</strong>. De Nederlandse Zorg Autoriteit treedt op als marktmeester. Zij<br />
stelt per combinatie van diagnose <strong>en</strong> behandeling (‘DBC’) de maximum-prijs vast die e<strong>en</strong><br />
zorgverl<strong>en</strong>er mag vrag<strong>en</strong> voor haar product<strong>en</strong>. Zij reguleert daarmee vooral het gedrag van<br />
zorgverzekeraars <strong>en</strong> zorgverl<strong>en</strong>ers.<br />
De zorgverzekeraars (voorhe<strong>en</strong>: ook de ziek<strong>en</strong>fonds<strong>en</strong>) tred<strong>en</strong> op als intermediair tuss<strong>en</strong> de<br />
patiënt <strong>en</strong> de zorgverl<strong>en</strong>er. Zij mak<strong>en</strong> prijsafsprak<strong>en</strong> met de zorgverl<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> betal<strong>en</strong><br />
uiteindelijk ook de rek<strong>en</strong>ing voor de verle<strong>en</strong>de zorg (al dan niet door tuss<strong>en</strong>komst van de<br />
patiënt). De eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van zorgverzekeraars zijn <strong>over</strong> het algeme<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong>. De<br />
zorgverl<strong>en</strong>ers (ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>) zijn, vrijwel zonder uitzondering<strong>en</strong>, stichting<strong>en</strong>. Slechts e<strong>en</strong> zeer<br />
beperkt aantal instelling<strong>en</strong> (de IJsselmeerziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> het Slotervaartziek<strong>en</strong>huis) zijn<br />
volledig in private hand<strong>en</strong>. Er dan is sprake van e<strong>en</strong> BV of NV, zij het dat ook zij statutair ge<strong>en</strong><br />
winst mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> (vastgelegd in de Wet Toelating Zorginstelling<strong>en</strong>).<br />
De onderlinge verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deze partij<strong>en</strong> zijn weergegev<strong>en</strong> in onderstaande figuur:<br />
Figuur 2.1: Spelers <strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de zorg<br />
11
2.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong><br />
In 2006 werd het hybride stelsel (ziek<strong>en</strong>fonds<strong>en</strong> + particuliere verzekering<strong>en</strong>) vervang<strong>en</strong> door<br />
e<strong>en</strong> stelsel van louter, particuliere verzekering<strong>en</strong>. Met deze stelselwijziging werd beoogd meer<br />
<strong>marktwerking</strong> (concurr<strong>en</strong>tie !), meer effici<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> meer keuzevrijheid voor de patiënt te<br />
introducer<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de zorg. Om de werking van dit stelsel te doorgrond<strong>en</strong> is het goed om de<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van beide stelsels op e<strong>en</strong> rijtje te zett<strong>en</strong>.<br />
Bij de vergelijking van het oude <strong>en</strong> het nieuwe stelsel, blijkt er zowel sprake te zijn van meer<br />
markt (de <strong>over</strong>heid treedt terug als zorgverzekeraar, er wordt ruimte gecreëerd voor<br />
concurr<strong>en</strong>tie) als van meer bureaucratie (introductie van verbod op risicodiscriminatie <strong>en</strong> van<br />
regels met betrekking tot assortim<strong>en</strong>t, acceptatieplicht & verzekeringsplicht etc.). Eig<strong>en</strong>lijk is er<br />
sinds de stelselwijziging sprake van e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>g gereguleerde markt, daar waar particuliere<br />
ziektekost<strong>en</strong>verzekeraars voorhe<strong>en</strong> aanmerkelijk meer vrijhed<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (zie tabel 2.1). Door<br />
het verbod om winst uit te ker<strong>en</strong>, de onmogelijkheid om slechte risico’s te weiger<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
afgedwong<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van kruissubsidiëring is er, in pot<strong>en</strong>tie, slechts beperkt <strong>marktwerking</strong><br />
mogelijk.<br />
Als deze gebod<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> echter verdwijn<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> de voordel<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong><br />
volledig tot hun recht kom<strong>en</strong> (maar ook de nadel<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> zull<strong>en</strong> pregnant zichtbaar<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>). Dit br<strong>en</strong>gt ons bij de kernvrag<strong>en</strong> van deze casus: Heeft de introductie van<br />
<strong>marktwerking</strong> geleid tot verbetering<strong>en</strong>? Word<strong>en</strong> alle <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gewaarborgd? Welke<br />
type interv<strong>en</strong>ties (meer bureaucratisch sturing of meer sturing door de markt) zijn nodig om de<br />
realisatie van deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> te verbeter<strong>en</strong>? Alvor<strong>en</strong>s deze vrag<strong>en</strong> te beantwoord<strong>en</strong>, is<br />
er eerst e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gemaakt.<br />
Tabel 2.1: Het oude <strong>en</strong> het nieuwe zorgstelsel met elkaar vergelek<strong>en</strong><br />
Eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> stelsel: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> oude stelsel: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> nieuwe stelsel:<br />
Type zorgverzekering: Combinatie van ziek<strong>en</strong>fonds<br />
(volksverzekering) <strong>en</strong> particuliere<br />
ziektekost<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong>,<br />
aangevuld met de ABWZ<br />
(volksverzekering voor bijzondere<br />
ziektekost<strong>en</strong>).<br />
Type financiering: C<strong>en</strong>traal vastgestelde budgett<strong>en</strong> op<br />
‘lump sum’ basis (vanaf begin jar<strong>en</strong><br />
’80) c.q. outputfinanciering op<br />
bureaucratische grondslag<strong>en</strong><br />
(tot/met eind jar<strong>en</strong> ’70).<br />
Eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong><br />
zorgverl<strong>en</strong>ingsinstelling<strong>en</strong>:<br />
Eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong><br />
m.b.t. door specialist<strong>en</strong><br />
geleverde zorg:<br />
Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> exclusief bij<br />
rijks<strong>over</strong>heid, geme<strong>en</strong>telijke<br />
<strong>over</strong>hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> particuliere<br />
stichting<strong>en</strong>. In klein aantal<br />
uitzonderingsgevall<strong>en</strong> bij<br />
aandeelhouders.<br />
Specialist<strong>en</strong> werkzaam in<br />
maatschapp<strong>en</strong> (met eig<strong>en</strong> winst-<br />
<strong>en</strong> verliesrek<strong>en</strong>ing), ziek<strong>en</strong>huis als<br />
bedrijv<strong>en</strong>terrein.<br />
Uitsluit<strong>en</strong>d particuliere<br />
ziektekost<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong>,<br />
aangevuld met de ABWZ<br />
(volksverzekering voor bijzondere<br />
ziektekost<strong>en</strong>).<br />
Combinatie van inputfinanciering<br />
(primair t.b.v. systeemfunctie<br />
zorginstelling<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />
outputfinanciering met<br />
<strong>marktwerking</strong> (per verrichte<br />
medische handeling).<br />
Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> exclusief bij<br />
particuliere stichting<strong>en</strong>. In klein<br />
aantal uitzonderingsgevall<strong>en</strong> bij<br />
aandeelhouders (BV/NV zonder<br />
winstoogmerk).<br />
Specialist<strong>en</strong> werkzaam in<br />
maatschapp<strong>en</strong> (met eig<strong>en</strong> winst-<br />
<strong>en</strong> verliesrek<strong>en</strong>ing), ziek<strong>en</strong>huis als<br />
bedrijv<strong>en</strong>terrein.<br />
12
Eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> stelsel: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> oude stelsel: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> nieuwe stelsel:<br />
Eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong><br />
zorgverzekeraars:<br />
Verzekeringsplicht<br />
zorgverzekeraars?:<br />
Acceptatieplicht<br />
zorgverzekeraars?<br />
Verbod op<br />
risicodiscriminatie<br />
zorgverzekeraars<br />
(differ<strong>en</strong>tiatie premie o.b.v.<br />
risicoprofiel)?<br />
Vereff<strong>en</strong>ingsfonds t.b.v.<br />
zorgverzekeraars (ter<br />
comp<strong>en</strong>satie slechte<br />
risico’s):<br />
Verbod op winstuitkering<br />
Zorgverl<strong>en</strong>ers?<br />
Kruissubsidiëring:<br />
Kinder<strong>en</strong> gratis<br />
meeverzekerd?<br />
Assortim<strong>en</strong>tsbeleid m.b.t.<br />
verplicht te verzeker<strong>en</strong><br />
zorg vastgesteld door<br />
<strong>over</strong>heid?<br />
2.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> exclusief bij<br />
<strong>over</strong>heid (ziek<strong>en</strong>fonds) of bij<br />
aandeelhouders dan wel<br />
stichting<strong>en</strong> (particuliere<br />
zorgverzekeraars).<br />
Nee Ja<br />
Alle<strong>en</strong> v.w.b. het ziek<strong>en</strong>fonds, niet<br />
v.w.b. particuliere<br />
ziektekost<strong>en</strong>verzekering.<br />
Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> bij<br />
aandeelhouders of stichting<strong>en</strong> (alle<br />
zorgverzekeraars).<br />
Ja<br />
Nee Ja<br />
Nee Ja<br />
Ja Ja<br />
Alle<strong>en</strong> v.w.b. het ziek<strong>en</strong>fonds, niet<br />
v.w.b. particuliere<br />
ziektekost<strong>en</strong>verzekering.<br />
Alle<strong>en</strong> v.w.b. het ziek<strong>en</strong>fonds, niet<br />
v.w.b. particuliere<br />
ziektekost<strong>en</strong>verzekering.<br />
Ja<br />
Basisassortim<strong>en</strong>t met alle<br />
noodzakelijke medische<br />
handeling<strong>en</strong> vastgesteld voor alle<br />
ziektekost<strong>en</strong>verzekeraars.<br />
Daarnaast mogelijkheid om alle<br />
<strong>over</strong>ige zak<strong>en</strong> vrijwillig bij te<br />
verzeker<strong>en</strong>.<br />
Na het bestuder<strong>en</strong> van de diverse opinies rondom de stelselwijziging, is e<strong>en</strong> achttal <strong>publieke</strong><br />
<strong>waard<strong>en</strong></strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd. Na het raadpleg<strong>en</strong> van opinieblad<strong>en</strong>, internet fora <strong>en</strong> e<strong>en</strong> klein aantal<br />
wet<strong>en</strong>schappelijke publicaties is geblek<strong>en</strong> dat met name deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> de voor- <strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> verdel<strong>en</strong>. De voorstanders zi<strong>en</strong> vooral kans<strong>en</strong> om de realisatie<br />
van deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> positief te beïnvloed<strong>en</strong>, terwijl de teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong><br />
vooral bedreiging<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de realisatie van deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> veinz<strong>en</strong>. In<br />
onderstaand <strong>over</strong>zicht is gepoogd de diverse spanningsveld<strong>en</strong> zichtbaar te mak<strong>en</strong>.<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘betaalbaarheid’ domineert het debat. De betaalbaarheid van de<br />
gezondheidszorg was de aanleiding om de eerder g<strong>en</strong>oemde stelselwijziging door te voer<strong>en</strong>.<br />
De m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>over</strong> de bijdrag<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> aan de realisatie van dit doel lop<strong>en</strong> echter<br />
sterk uite<strong>en</strong>.<br />
De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> betog<strong>en</strong> dat de markt ineffici<strong>en</strong>cy saneert. Zorgaanbieders<br />
met teveel <strong>over</strong>head c.q. te veel staf word<strong>en</strong> ‘uit de markt gedrukt’. Hetzelfde zou geld<strong>en</strong> voor<br />
13
zorgaanbieders met e<strong>en</strong> veel te lage arbeidsproductiviteit. Ook wijz<strong>en</strong> zij op de perverse<br />
prikkels die uitging<strong>en</strong> van het oude bekostigingssysteem. Het oude systeem (geënt op het<br />
financier<strong>en</strong> van de output teg<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal vastgestelde tariev<strong>en</strong>) zou <strong>over</strong>productie stimuler<strong>en</strong>,<br />
het zoek<strong>en</strong> naar oplossing<strong>en</strong> voor structurele kwaliteitsproblem<strong>en</strong> ontmoedig<strong>en</strong> (want ook<br />
symptoombestrijding wordt beloond, heropnames leverd<strong>en</strong> geld op) <strong>en</strong> de zorg voor chronisch<br />
ziek<strong>en</strong> verwaarloz<strong>en</strong> (want makkelijk behandelbare ziektebeeld<strong>en</strong> leverd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote bijdrage<br />
aan de productieomvang). Marktwerking in het nieuwe systeem zou dit moet<strong>en</strong> vermijd<strong>en</strong>.<br />
De teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> betwijfel<strong>en</strong> of het concept überhaupt van de grond komt. Zij<br />
wijz<strong>en</strong> op effect<strong>en</strong> als de geringe prijselasticiteit (het prijsmechanisme werkt niet want ‘m<strong>en</strong><br />
bezuinigt niet op zijn gezondheid’), dat wil zegg<strong>en</strong> op de onmogelijkheid om met prijsbeleid het<br />
gedrag van de zorgconsum<strong>en</strong>t te reguler<strong>en</strong> (er zijn ge<strong>en</strong> inc<strong>en</strong>tives om de zorgvraag te<br />
demp<strong>en</strong>). Ook wordt er gewez<strong>en</strong> op marktimperfecties (het ontbrek<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie in<br />
bepaalde regio’s, niet transparante prijs/kwaliteitsverhouding<strong>en</strong>). Ook vrez<strong>en</strong> zij dat het concept<br />
zichzelf te gronde zal richt<strong>en</strong>. De voortdur<strong>en</strong>de druk op kost<strong>en</strong>verlaging zal dan leid<strong>en</strong> tot fusies<br />
van zorginstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgverzekeraars waardoor oligopolies of zelfs monopolies zull<strong>en</strong><br />
ontstaan. T<strong>en</strong>slotte merk<strong>en</strong> zij op dat het probleem van de steeds duurder word<strong>en</strong>de zorg niet<br />
te wijt<strong>en</strong> is aan e<strong>en</strong> gebrek aan <strong>marktwerking</strong> maar aan exog<strong>en</strong>e factor<strong>en</strong> als de vergrijzing <strong>en</strong><br />
de introductie van nieuwe behandelmethod<strong>en</strong>. Hoogleraar Rick van der Ploeg (IUE) claimt zelfs<br />
dat 1/3 van de zorguitgav<strong>en</strong> voor rek<strong>en</strong>ing komt voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in hun laatste lev<strong>en</strong>sjaar (in de<br />
vorm van dure, lev<strong>en</strong>sverl<strong>en</strong>g<strong>en</strong>de operaties) ) 6 .<br />
Opvall<strong>en</strong>d is dat de teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> in de zorg, de financiering van de zorg<br />
formuler<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ‘zero sum game’. E<strong>en</strong> betere realisatie van (e<strong>en</strong> groter aantal) <strong>publieke</strong><br />
<strong>waard<strong>en</strong></strong> is dan alle<strong>en</strong> mogelijk als er meer geld wordt geïnvesteerd in de zorg. Als de macrouitgav<strong>en</strong><br />
in e<strong>en</strong> zorgsysteem gelijk blijv<strong>en</strong>, gaat e<strong>en</strong> verbetering van de <strong>en</strong>e <strong>publieke</strong> waarde<br />
altijd t<strong>en</strong> koste van e<strong>en</strong> andere waarde. De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> zi<strong>en</strong> vooral win-winsituaties<br />
ontstaan: door meer <strong>marktwerking</strong> toe te lat<strong>en</strong> ontstaan er inc<strong>en</strong>tives om de<br />
gerealiseerde waarde per geïnvesteerde euro te vergrot<strong>en</strong>. Aldus zou e<strong>en</strong> groter aantal<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gerealiseerd moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Het debat <strong>over</strong> de <strong>publieke</strong> waarde ‘betaalbaarheid’ gaat naadloos <strong>over</strong> in de discussie <strong>over</strong> de<br />
<strong>publieke</strong> waarde ‘toegankelijkheid’. Voorstanders van <strong>marktwerking</strong> noem<strong>en</strong> de mogelijkheid<br />
om extra risico’s te verzeker<strong>en</strong> (wie e<strong>en</strong> uitgebreidere dekking wil, betaalt meer premie) <strong>en</strong><br />
gruw<strong>en</strong> van de assortim<strong>en</strong>tsbeperking<strong>en</strong> in het zorgaanbod die de <strong>over</strong>heid oplegt.<br />
Teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> constater<strong>en</strong> dat het concept, in het meest gunstige geval, leidt<br />
tot e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de groot aanbod in de zorgsector dat ev<strong>en</strong>wel alle<strong>en</strong> toegankelijk is voor<br />
dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die het kunn<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> <strong>over</strong> ‘Amerikaanse toestand<strong>en</strong>’.<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘garantie van het aanbod in de zorg’ verdeelt de voor- <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>standers<br />
van <strong>marktwerking</strong> in sterke mate. De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> gev<strong>en</strong> aan dat budget<br />
ge<strong>en</strong> remm<strong>en</strong>de factor bij het vaststell<strong>en</strong> van het zorgaanbod meer zal zijn. Er ontstaat meer<br />
ruimte om zeld<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>de ziektebeeld<strong>en</strong> te behandel<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeer kostbare behandeling<strong>en</strong><br />
te bekostig<strong>en</strong> (‘Wie betaalt, bepaalt’). Maar ook gevolgkost<strong>en</strong> (bijv. omzetverlies door zieke<br />
werknemers) kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere rol gaan spel<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> werkgever meer wil betal<strong>en</strong> om de<br />
wachttijd van e<strong>en</strong> zieke werknemer te bekort<strong>en</strong>, dan zal de markt deze ruimte bied<strong>en</strong> (desnoods<br />
door deze patiënt voor behandeling naar het buit<strong>en</strong>land te stur<strong>en</strong>). Teg<strong>en</strong>standers van<br />
6 Rick van der Ploeg, 2005, INFinance, nr, 9 Zorgspecial: Nieuw zorgstelsel is gedoemd om te mislukk<strong>en</strong><br />
14
<strong>marktwerking</strong> vrez<strong>en</strong> echter vooral verdringingseffect<strong>en</strong>. De solidariteit tuss<strong>en</strong> ‘rijk’ <strong>en</strong> ‘arm’<br />
wordt dan aangetast door r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tscriteria (bijv. doordat prioriteit gegev<strong>en</strong> wordt aan<br />
patiënt<strong>en</strong> die meer kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> behandeling). Ook vrez<strong>en</strong> zij dat de markt<br />
‘de kr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de pap zal hal<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> niet lucratieve marktsegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> links zal lat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Het<br />
aanbod verschraalt dan, zeld<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>de of zeer kostbare behandeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet<br />
meer aangebod<strong>en</strong> c.q. zijn onverzekerbaar.<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘innovatie’ wordt vooral g<strong>en</strong>oemd door de voorstanders van <strong>marktwerking</strong>.<br />
Zij bered<strong>en</strong>er<strong>en</strong> dat de druk om tot kost<strong>en</strong>verlaging te kom<strong>en</strong> zal leid<strong>en</strong> tot procesinnovatie<br />
terwijl de druk op kwaliteitsverhoging zal leid<strong>en</strong> tot productinnovatie. De ontwikkeling van<br />
nieuwe behandelmethod<strong>en</strong> wordt dan niet meer gehinderd door bureaucratische mechanism<strong>en</strong><br />
(kortere ‘time-to-market’ bij introductie nieuwe behandelmethod<strong>en</strong>).<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘kwaliteit’ wordt door voor- <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> in het<br />
debat gebracht. De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> roem<strong>en</strong> de keuzevrijheid van de<br />
consum<strong>en</strong>t. Als gevolg van <strong>marktwerking</strong> gaan zorginstelling<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong> op kwaliteit. Door<br />
het publicer<strong>en</strong> van rankings op het internet met betrekking tot de kwaliteit van de geleverde zorg<br />
kan de zorgconsum<strong>en</strong>t dan e<strong>en</strong> keuze mak<strong>en</strong> voor het beste zorgaanbod. De teg<strong>en</strong>standers<br />
verwacht<strong>en</strong> vooral dat <strong>marktwerking</strong> zal leid<strong>en</strong> tot meer spreiding in de kwaliteit van de zorg. Er<br />
zull<strong>en</strong> dan eersterangs, tweederangs, derderangs <strong>en</strong> vierderangs zorginstelling<strong>en</strong> ontstaan.<br />
E<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerd aanbod gaat aldus t<strong>en</strong> koste van de solidariteit tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />
bevolkingsgroep<strong>en</strong> (‘rijk’ <strong>en</strong> ‘arm’).<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘acceptabele wachtlijst<strong>en</strong>’ heeft, sinds Pim Fortuyn zich hier <strong>over</strong> uitsprak<br />
in de ‘Puinhop<strong>en</strong> van Paars’, e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te plaats gekreg<strong>en</strong> in het debat. Daarbij is vooral<br />
betoogd dat de <strong>over</strong>maat aan regels <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gebrek aan aandacht voor de m<strong>en</strong>selijke maat het<br />
probleem van de wachtrij<strong>en</strong> onoplosbaar maakt<strong>en</strong>. Voorstanders van <strong>marktwerking</strong> betog<strong>en</strong> dat<br />
de markt deze vorm van ineffectiviteit zal saner<strong>en</strong>, terwijl teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong><br />
vooral betog<strong>en</strong> dat er meer geld in deze zorg geïnvesteerd zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het probleem<br />
de wachtrij<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>.<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘continuïteit in de sector’ is vooral geag<strong>en</strong>deerd door de Socialistische<br />
Partij. Zij betoogt dat <strong>marktwerking</strong> zal leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verloedering van de sector. Zij vreest<br />
vooral e<strong>en</strong> neerwaartse druk op de lon<strong>en</strong> van het verpleg<strong>en</strong>d personeel. Deze neerwaartse druk<br />
zal dan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> onaantrekkelijk arbeidsklimaat <strong>en</strong> uiteindelijk tot e<strong>en</strong> uitstroom van<br />
personeel uit de sector. De sector zal dan onderbemand rak<strong>en</strong> waardoor het zorgaanbod zal<br />
verschral<strong>en</strong>. De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> wijz<strong>en</strong> vooral op het niveller<strong>en</strong>de effect van<br />
CAO’s <strong>en</strong> andere, collectieve arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zij betog<strong>en</strong> dat exceller<strong>en</strong>de zorgprofessionals<br />
beter beloond zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omdat zij niet gezi<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>post, maar<br />
beoordeeld zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op hun bijdrage aan de kwaliteit & de productiviteit van het<br />
betreff<strong>en</strong>de zorgsysteem.<br />
Ook de <strong>publieke</strong> waarde ‘klant- c.q. m<strong>en</strong>sgerichtheid’ is geag<strong>en</strong>deerd door de Socialistische<br />
Partij. Zij vreest dat de druk op de lon<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van <strong>marktwerking</strong> ook zal leid<strong>en</strong> tot<br />
‘minder hand<strong>en</strong> aan het bed’ waardoor de patiënt de dupe zal word<strong>en</strong> van het strev<strong>en</strong> naar ‘kille<br />
effici<strong>en</strong>cy’. De beschikbare tijd om e<strong>en</strong> patiënt effectief te kunn<strong>en</strong> behandel<strong>en</strong> of verzorg<strong>en</strong> zal<br />
dan alle<strong>en</strong> maar afnem<strong>en</strong>, terwijl er voor persoonlijke aandacht (‘praatje pot’) al helemaal ge<strong>en</strong><br />
tijd meer zal zijn. De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> wijz<strong>en</strong> vooral op de kans<strong>en</strong> voor het<br />
individu. Wie extra luxe w<strong>en</strong>st tijd<strong>en</strong>s zijn behandeling bij e<strong>en</strong> zorginstelling, kan daarvoor<br />
15
gewoon betal<strong>en</strong>. Ook voorspell<strong>en</strong> zij dat zorgverzekeraars zich steeds meer manifester<strong>en</strong> als<br />
zorgmakelaars. Zij wijz<strong>en</strong> hun cliënt<strong>en</strong> de weg naar de snelste c.q. beste zorgaanbieder <strong>en</strong><br />
formuler<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor behandeling<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>land of e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis<br />
‘ver weg in Nederland’. De c<strong>en</strong>trale waarde in dit discours is de mogelijkheid om meer<br />
maatwerk te bied<strong>en</strong>.<br />
2.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
Competing instrum<strong>en</strong>ts. In paragraaf 2.4 bleek al dat <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> niet automatisch het<br />
beste zijn gewaarborgd door het introducer<strong>en</strong> van meer <strong>marktwerking</strong>. Wanneer economische<br />
theorieën <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> & <strong>publieke</strong> sturing word<strong>en</strong> geprojecteerd op de specifieke<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de zorgsector, is e<strong>en</strong> voorspelling te mak<strong>en</strong> van het mechanisme (bureaucratie<br />
of markt) waarmee de betreff<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> waarde het beste gerealiseerd kan word<strong>en</strong>.<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘betaalbaarheid van de gezondheidszorg’ kan, als het gaat om de<br />
microbetaalbaarheid (betaalbaarheid van individuele di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>), in theorie het beste word<strong>en</strong><br />
gerealiseerd met behulp van het marktmechanisme. Door ‘invisible hand’–mechanism<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />
te dure zorgaanbieders immers ‘de markt uitgedrukt’ word<strong>en</strong>. Zolang er sprake is van e<strong>en</strong> goed<br />
functioner<strong>en</strong>de markt, kunn<strong>en</strong> met behulp van dit mechanisme de beste prijs-kwaliteitverhouding<strong>en</strong><br />
gerealiseerd word<strong>en</strong>.<br />
Niet voor alle di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> in de gezondheidszorg bestaat er echter e<strong>en</strong> perfecte markt. Voor<br />
sommige marktsegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (lees: diagnoses-behandel-combinaties) is de markt te klein (lees: er<br />
is te weinig vraag) waardoor zij niet kost<strong>en</strong>effectief bedi<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In dergelijke<br />
gevall<strong>en</strong> zou het zorgaanbod verdwijn<strong>en</strong> als er sprake was van ‘zuivere <strong>marktwerking</strong>’. Omdat<br />
er kruissubsidiëring (subsidiër<strong>en</strong> van de levering van verliesgev<strong>en</strong>de product<strong>en</strong> met de<br />
verkoopopbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van winstgev<strong>en</strong>de product<strong>en</strong>) plaatsvindt, kan echter ook in de vraag naar<br />
deze verliesgev<strong>en</strong>de product<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Kruissubsidiëring is mogelijk omdat<br />
zorgconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet rechtstreeks inkop<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> zorgverl<strong>en</strong>er, maar premie betal<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />
zorgverzekeraar (die de zorg inkoopt voor al haar verzekerd<strong>en</strong>). Zorgverzekeraars hebb<strong>en</strong> er,<br />
zolang er ge<strong>en</strong> sprake is van monopolievorming, belang bij om de premie van hun<br />
verzekering<strong>en</strong> laag te houd<strong>en</strong>. Zij zull<strong>en</strong> kruissubsidiëring dan ook alle<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> als markt of<br />
<strong>over</strong>heid van marktpartij<strong>en</strong> verlang<strong>en</strong> dat zij e<strong>en</strong> compleet assortim<strong>en</strong>t voer<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong><br />
bureaucratische systeem is er in het geheel ge<strong>en</strong> inc<strong>en</strong>tive om de winstgev<strong>en</strong>dheid van e<strong>en</strong><br />
bepaald product te bepal<strong>en</strong>. Winstgev<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> immers ge<strong>en</strong> rol in e<strong>en</strong><br />
setting waarin <strong>marktwerking</strong> (= concurr<strong>en</strong>tie) ontbreekt. Uiteindelijk is de markt dan efficiënter:<br />
Of zij zorgt ervoor dat in e<strong>en</strong> bepaalde consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>vraag niet kan word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> (dit komt<br />
de macrobetaalbaarheid t<strong>en</strong> goede) of zij past de meest efficiënte vorm van kruissubsidiëring<br />
toe.<br />
De macrobetaalbaarheid (betaalbaarheid van het gezondheidszorgstelsel als geheel) is van<br />
belang als zorgcapaciteit schaars is. Ethische kwesties rondom het uitvoer<strong>en</strong> van<br />
lev<strong>en</strong>sduurverl<strong>en</strong>g<strong>en</strong>de operaties bij terminale patiënt<strong>en</strong>, het voorschrijv<strong>en</strong> van dure medicijn<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> beperkt effect, het stopp<strong>en</strong> met zinloze medische handeling<strong>en</strong> 7 <strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van<br />
kwaliteitsproblem<strong>en</strong> (‘voorkom<strong>en</strong> van fout<strong>en</strong> is beter dan ervan te g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>’) spel<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong><br />
grote rol. De markt houdt echter maar in beperkte mate rek<strong>en</strong>ing met ethiek <strong>en</strong> zal, in eerste<br />
7 Zinloze medische handeling<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> die handeling<strong>en</strong> waarvan het nut niet onomstotelijk vastgesteld kan word<strong>en</strong><br />
maar waarvoor desondanks wel e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>vraag bestaat.<br />
16
instantie, prober<strong>en</strong> in te spel<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaalde consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>vraag. Door ‘invisible hand<br />
mechanism<strong>en</strong>’ zal zij bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> om die vraag zo efficiënt mogelijk in te vull<strong>en</strong>. De<br />
markt k<strong>en</strong>t echter ge<strong>en</strong> natuurlijke mechanism<strong>en</strong> om tot vraagdemping te kom<strong>en</strong>. Uiteindelijk is<br />
de kans dan groot dat het stelsel, gelet op de geringe prijselasticiteit in de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>vraag,<br />
dan toch fors duurder wordt (maar de vraag is of dat erg is, de consum<strong>en</strong>t krijgt immers meer<br />
‘waarde’ voor zijn geld). Bureaucratische mechanism<strong>en</strong> zijn daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> minder efficiënt maar<br />
wel prima geschikt om, langs de weg van wet <strong>en</strong> regelgeving (in casu door het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van<br />
beperking<strong>en</strong> in het vergoeding<strong>en</strong>beleid), tot vraagdemping te kom<strong>en</strong>. Op het punt van de<br />
macrobetaalbaarheid scoort bureaucratische sturing dus beter.<br />
Voorlopige conclusie 1:<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘betaalbaarheid van de gezondheidszorg’ kan, als het gaat om de<br />
‘microbetaalbaarheid’, het beste gewaarborgd word<strong>en</strong> met behulp van marktmechanism<strong>en</strong>. Als<br />
het gaat om ‘macrobetaalbaarheid’ bied<strong>en</strong> bureaucratische mechanism<strong>en</strong> (regels!) echter meer<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> om de realisatie van deze <strong>publieke</strong> waarde te waarborg<strong>en</strong>.<br />
In het Nederlandse stelsel lijk<strong>en</strong> de beste eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van beide stuurinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>igd<br />
te zijn: de betaalbaarheid op micro niveau kan gereguleerd word<strong>en</strong> door <strong>marktwerking</strong>, terwijl<br />
de betaalbaarheid op macroniveau gewaarborgd kan word<strong>en</strong> door bureaucratische maatregel<strong>en</strong><br />
(assortim<strong>en</strong>tsbeleid waarin onnodig dure medische behandeling<strong>en</strong> niet in het basisassortim<strong>en</strong>t<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>). Deze <strong>publieke</strong> waarde lijkt, na de stelselwijziging, dan ook niet onder druk<br />
te staan.<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘toegankelijkheid van de gezondheidszorg’ lijkt in eerste instantie het<br />
beste gerealiseerd te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met behulp van bureaucratische sturing (regels <strong>over</strong><br />
welke groep<strong>en</strong> toegang hebb<strong>en</strong> tot welke typ<strong>en</strong> zorg). In dergelijke arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is het<br />
mogelijk om de toegang tot de zorg te verzeker<strong>en</strong> via inkom<strong>en</strong>safhankelijke, collectieve<br />
zorgverzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong> het uitvaardig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> discriminatieverbod (ge<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> om<br />
hetzij minder draagkrachtige patiënt<strong>en</strong>, hetzij patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> slecht risicoprofiel te wer<strong>en</strong>). Bij<br />
e<strong>en</strong> dergelijke collectieve zorgverzekeraar is er sprake van afgedwong<strong>en</strong> solidariteit. Relatief<br />
gezonde verzekerd<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> mee aan de zorg voor relatief ongezonde verzekerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> relatief<br />
rijke verzekerd<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> mee aan de zorg voor relatief arme verzekerd<strong>en</strong>. Aldus wordt bereikt<br />
dat iedere<strong>en</strong> in gelijke mate toegang heeft tot de zorg. Het nadeel van dergelijke arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
is dat de <strong>marktwerking</strong> verstoord wordt (zorg kan niet teg<strong>en</strong> de laagst mogelijke prijs word<strong>en</strong><br />
aangebod<strong>en</strong>), terwijl er ook sprake is van assortim<strong>en</strong>tsbeperking<strong>en</strong> (zorg die niet in de regels<br />
g<strong>en</strong>oemd wordt, wordt niet vergoed <strong>en</strong> meestal ook niet aangebod<strong>en</strong>).<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘garantie van het aanbod in de zorg’ lijkt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> het beste met<br />
behulp van e<strong>en</strong> marktmechanisme gerealiseerd te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij volledige <strong>marktwerking</strong><br />
word<strong>en</strong> immers ge<strong>en</strong> assortim<strong>en</strong>tsbeperking<strong>en</strong> opgeworp<strong>en</strong>. Zolang iemand bereid is om e<strong>en</strong><br />
bepaalde prijs te betal<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> ‘invisible hand’-mechanism<strong>en</strong> er voor zorg<strong>en</strong> dat er ook e<strong>en</strong><br />
aanbod is om in deze vraag te kunn<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Voor wie het kan betal<strong>en</strong>, zal er dus altijd<br />
voldo<strong>en</strong>de zorg zijn (al zal die zorg niet altijd dicht bij huis gevond<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, regionale<br />
markt<strong>en</strong> zijn soms te klein om efficiënt bedi<strong>en</strong>d te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de markt). Minder<br />
draagkrachtig<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>, bij e<strong>en</strong> volledig vrije markt, echter beperkt of zelfs helemaal ge<strong>en</strong><br />
toegang hebb<strong>en</strong> tot het zorgaanbod. Slechts in gevall<strong>en</strong> waar de zorgcapaciteit onbegr<strong>en</strong>sd is<br />
<strong>en</strong> arbeid in de zorg nag<strong>en</strong>oeg niets kost, kunn<strong>en</strong> aanbieders in de markt hun prijsbeleid<br />
afstemm<strong>en</strong> op de draagkracht van de patiënt. Aldus kan ook het laatste stukje omzet nog<br />
binn<strong>en</strong>gehaald word<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft iedere<strong>en</strong> toegang tot de zorg (aan dit tweetal condities werd,<br />
17
ironisch g<strong>en</strong>oeg, alle<strong>en</strong> in de voormalige Oostblokland<strong>en</strong> voldaan). De bureaucratie biedt<br />
daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> om de werking van het prijsmechanisme, middels wet- <strong>en</strong><br />
regelgeving of subsidies, te verstor<strong>en</strong> zodat minder draagkrachtig<strong>en</strong> toch nog toegang hebb<strong>en</strong><br />
tot noodzakelijke geachte zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />
Voorlopige conclusie 2:<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘toegankelijkheid van de gezondheidszorg’ <strong>en</strong> ‘garantie van het aanbod in<br />
de zorg’ kunn<strong>en</strong> met behulp van bureaucratische mechanism<strong>en</strong> beter gewaarborgd word<strong>en</strong> dan<br />
via marktmechanism<strong>en</strong> als het gaat om de levering van gestandaardiseerde product<strong>en</strong>. Zodra<br />
het gaat om zorg die niet in het standaard assortim<strong>en</strong>t voorkomt, biedt de markt meer<br />
mogelijkhed<strong>en</strong>. Verder blijk<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> ‘toegankelijkheid van de gezondheidszorg’<br />
<strong>en</strong> ‘prijs van de geleverde zorg’ competing values te zijn (de mogelijkhed<strong>en</strong> om de toegang tot<br />
de zorg te reguler<strong>en</strong> gaan t<strong>en</strong> koste van de prijsvorming, terwijl op geliberaliseerde markt<strong>en</strong> het<br />
ruime aanbod aan zorg voor bepaalde groep<strong>en</strong> onbetaalbaar dreigt te word<strong>en</strong>).<br />
In het Nederlandse stelsel lijk<strong>en</strong> de goede eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van beide stuurinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
ver<strong>en</strong>igd te zijn: De ‘toegankelijkheid’ <strong>en</strong> de ‘garantie van het aanbod’ word<strong>en</strong> gewaarborgd met<br />
behulp van bureaucratische sturinginstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (acceptatieplicht, verbod op risicodiscriminatie,<br />
breed basisassortim<strong>en</strong>t) terwijl het systeem toch nog prikkels bevat om e<strong>en</strong> zorgaanbod te<br />
g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> dat niet wordt afgedekt in het basisassortim<strong>en</strong>t (door de mogelijkheid te bied<strong>en</strong> om<br />
minder voorkom<strong>en</strong>de risico’s bij te verzeker<strong>en</strong>). Ook deze <strong>publieke</strong> waarde lijkt, na de<br />
stelselwijziging, niet onder druk te staan.<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘kwaliteit van het zorgaanbod’ kan in theorie het beste gerealiseerd<br />
word<strong>en</strong> met behulp van marktmechanism<strong>en</strong>. Kwalitatief goede zorg is bij dergelijke<br />
mechanism<strong>en</strong> altijd beschikbaar voor wie het kan betal<strong>en</strong>, terwijl kwalitatief ondermaats<br />
prester<strong>en</strong>de zorgaanbieders na verloop van tijd ‘vanzelf de markt uitgedrukt word<strong>en</strong>’. Aldus<br />
sanctioner<strong>en</strong> ‘invisible hand’ mechanism<strong>en</strong> het lever<strong>en</strong> van slechte kwaliteit. Bij e<strong>en</strong> lage<br />
discrepantietolerantie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van zorgkwaliteit (het lever<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> slechte kwaliteit is dan<br />
ook op de korte termijn onacceptabel), mag echter verondersteld word<strong>en</strong> dat vooraf<br />
maatregel<strong>en</strong> van bureaucratische aard geëist zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (kwaliteitsinspectie,<br />
kwaliteitsborging, certificering). Omdat e<strong>en</strong> goede gezondheid door m<strong>en</strong>ige<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> wordt als<br />
één van de belangrijkste zak<strong>en</strong> in het lev<strong>en</strong>, mag aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat deze<br />
discrepantietolerantie praktisch nihil is. Uiteindelijk zijn bureaucratische sturingsmiddel<strong>en</strong> dan<br />
superieur t<strong>en</strong> opzichte van marktmechanism<strong>en</strong> omdat zij de meeste zekerheid bied<strong>en</strong>.<br />
Voorlopige conclusie 3:<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘kwaliteit van het zorgaanbod’ kan met behulp van bureaucratische<br />
mechanism<strong>en</strong> beter gewaarborgd word<strong>en</strong> dan via marktmechanism<strong>en</strong> omdat zij op de korte<br />
termijn meer zekerheid bied<strong>en</strong>.<br />
Het Nederlandse stelsel wordt gek<strong>en</strong>merkt door <strong>marktwerking</strong> (onder meer gestimuleerd door<br />
het publicer<strong>en</strong> van de prestaties van zorginstelling<strong>en</strong> op internet) maar k<strong>en</strong>t, in de vorm van e<strong>en</strong><br />
Inspectie Volksgezondheid, wel e<strong>en</strong> aantal bureaucratische waarborg<strong>en</strong> om excess<strong>en</strong> te<br />
voorkom<strong>en</strong>. Ook deze <strong>publieke</strong> waarde lijkt niet onder druk te kom<strong>en</strong> te staan door de<br />
stelselwijziging.<br />
18
De <strong>publieke</strong> waarde ‘waarborging innovatie van behandelmethod<strong>en</strong> <strong>en</strong> -techniek<strong>en</strong>’ kan in<br />
theorie het beste gerealiseerd word<strong>en</strong> met behulp van marktmechanism<strong>en</strong>. Zolang er e<strong>en</strong><br />
‘business case’ (acceptabele terugverdi<strong>en</strong>tijd bij investering<strong>en</strong>) is, zal er op de markt kapitaal<br />
aangetrokk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om innovatie te financier<strong>en</strong>. Bij bureaucratische mechanism<strong>en</strong><br />
(subsidiër<strong>en</strong> van innovatie door de <strong>over</strong>heid) geldt dit niet zondermeer. De beperkte omvang<br />
van kasbudgett<strong>en</strong> kan er dan voor zorg<strong>en</strong> dat kansrijke investering<strong>en</strong> (lees: investering<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> hoog innovatiepot<strong>en</strong>tieel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> korter terugverdi<strong>en</strong>tijd) niet gedaan word<strong>en</strong>.<br />
Voorlopige conclusie 4:<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘waarborging innovatie van behandelmethod<strong>en</strong> <strong>en</strong> -techniek<strong>en</strong>’ kunn<strong>en</strong> met<br />
behulp van marktmechanism<strong>en</strong> beter gewaarborgd dan via bureaucratische mechanism<strong>en</strong><br />
omdat innovatie niet geremd wordt door beperking<strong>en</strong> in het beschikbare budget.<br />
Het Nederlandse stelsel k<strong>en</strong>t, na de stelselwijziging, ge<strong>en</strong> bureaucratische belemmering<strong>en</strong><br />
meer om innovatieve behandelmethod<strong>en</strong>- <strong>en</strong> techniek<strong>en</strong> te introducer<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />
zorgarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (door de mogelijkheid om innovatieve behandelmethod<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong> in<br />
e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de verzekering). De realisatie van deze <strong>publieke</strong> waarde zou dus juist verbeterd<br />
moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de stelselwijziging.<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘acceptabele omvang wachtlijst<strong>en</strong> in de zorg’ kan in theorie het beste<br />
gerealiseerd word<strong>en</strong> met behulp van marktmechanism<strong>en</strong>. Zolang te lange wachttijd<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot<br />
omzetderving (weglop<strong>en</strong> van klant<strong>en</strong> naar binn<strong>en</strong>- of buit<strong>en</strong>landse concurr<strong>en</strong>tie), zull<strong>en</strong><br />
‘invisible hand’-mechanism<strong>en</strong> er voor zorg<strong>en</strong> dat de wachttijd<strong>en</strong> beperkt blijv<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong><br />
bureaucratisch systeem vorm<strong>en</strong> de wachttijd<strong>en</strong> in de zorg de resultante van planmatige<br />
aannam<strong>en</strong> <strong>over</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> vraag naar <strong>en</strong> aanbod van zorgcapaciteit. Omdat het<br />
aanbod, door budgettaire begr<strong>en</strong>zing<strong>en</strong>, niet mee kan groei<strong>en</strong> met de vraag zull<strong>en</strong> de<br />
wachttijd<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> dergelijk systeem minder snel kunn<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>.<br />
Voorlopige conclusie 5:<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘acceptabele omvang wachtlijst<strong>en</strong> in de zorg’ kan met behulp van<br />
marktmechanism<strong>en</strong> beter gewaarborgd dan via bureaucratische mechanism<strong>en</strong> omdat het<br />
ev<strong>en</strong>wicht tuss<strong>en</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod naar zorg sneller hersteld kan word<strong>en</strong>.<br />
Het Nederlandse stelsel k<strong>en</strong>t, na de stelselwijziging, minder bureaucratische belemmering<strong>en</strong><br />
om het ev<strong>en</strong>wicht tuss<strong>en</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod naar zorg te herstell<strong>en</strong>. De realisatie van deze<br />
<strong>publieke</strong> waarde zou juist verbeterd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de stelselwijziging.<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘verzeker<strong>en</strong> continuïteit in de zorg c.q. het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
aantrekkelijk werkklimaat voor zorgprofessionals’ kan in theorie het beste gerealiseerd<br />
word<strong>en</strong> met behulp van marktmechanism<strong>en</strong>. De loonruimte van e<strong>en</strong> zorgprofessional wordt bij<br />
e<strong>en</strong> dergelijk mechanisme bepaald door zijn bijdrage aan de totale winst (hoe groter de<br />
bijdrage, hoe groter de loonruimte). In e<strong>en</strong> bureaucratisch systeem wordt de beschikbare<br />
zorgcapaciteit planmatig gefixeerd terwijl de loonruimte begr<strong>en</strong>sd wordt door het beschikbare<br />
budget van de zorgaanbieder. Omzetgroei wordt in e<strong>en</strong> dergelijk systeem begr<strong>en</strong>sd door de<br />
aanwezige zorgcapaciteit, waarbij er sprake kan zijn van omzetderving. Hierdoor kan de<br />
loonruimte van zorgprofessionals niet meegroei<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> stijging in de vraag naar zorg.<br />
19
Voor beide system<strong>en</strong> geldt <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s dat vraag <strong>en</strong> aanbod naar zorgcapaciteit niet alle<strong>en</strong><br />
bepaald wordt op de zorgmarkt zelf. Als het aanbod op de arbeidsmarkt van zorgprofessionals<br />
krap is, wordt de loonruimte voor zorgprofessionals bepaald door vraag <strong>en</strong> aanbod op deze<br />
markt.<br />
Voorlopige conclusie 6:<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘verzeker<strong>en</strong> continuïteit zorg & het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantrekkelijk<br />
werkklimaat voor zorgprofessionals’ zijn bij marktmechanism<strong>en</strong> beter gewaarborgd dan bij<br />
bureaucratische mechanism<strong>en</strong>, omdat de loonontwikkeling niet begr<strong>en</strong>sd wordt door<br />
gelimiteerde budgett<strong>en</strong> of gelimiteerde groeimogelijkhed<strong>en</strong>.<br />
Het Nederlandse stelsel k<strong>en</strong>t, na de stelselwijziging, niet minder bureaucratische<br />
belemmering<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong> ongeremde loonontwikkeling te kom<strong>en</strong> (omdat arbeidsvoor<strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
van het personeel nog steeds via CAO’s word<strong>en</strong> vastgesteld). Deze <strong>publieke</strong> waarde staat dus<br />
nog steeds onder druk.<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘m<strong>en</strong>sgericht c.q. klantgerichtheid in de zorg’ wordt het in theorie het<br />
minst goed gerealiseerd met bureaucratische mechanism<strong>en</strong>. Bij deze mechanism<strong>en</strong> hoeft de<br />
tijd die beschikbaar is voor persoonlijke aandacht voor patiënt<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze<br />
gerelateerd te zijn aan de output van het zorgsysteem (omzet !). Bij marktmechanism<strong>en</strong> zal er<br />
tijd geïnvesteerd word<strong>en</strong> in persoonlijke aandacht voor patiënt<strong>en</strong> als de patiënt daar extra voor<br />
wil betal<strong>en</strong> (d<strong>en</strong>k aan ‘kraamhotels’) of als deze tijdsbesteding e<strong>en</strong> gunstige invloed heeft op het<br />
ziekteverloop (c.q. op behandelkost<strong>en</strong> of gemiddelde verpleegduur). Daarbij zull<strong>en</strong> ‘invisible<br />
hand’-mechanism<strong>en</strong> er steeds voor zorg<strong>en</strong> dat er differ<strong>en</strong>tiatie in kwaliteits- <strong>en</strong> prijsniveaus<br />
ontstaat (de consum<strong>en</strong>t bepaalt zelf hoeveel hij voor kwaliteit wil betal<strong>en</strong>). Bij bureaucratische<br />
mechanism<strong>en</strong> zal het kwaliteitsniveau minder variaties k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> maar heeft de patiënt<br />
tegelijkertijd ook minder te kiez<strong>en</strong>.<br />
Voorlopige conclusie 7:<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘m<strong>en</strong>sgericht c.q. klantgerichtheid in de zorg’ kan met behulp van<br />
marktmechanism<strong>en</strong> het best gewaarborgd word<strong>en</strong> omdat ‘invisible hand’-mechanism<strong>en</strong> het<br />
ontstaan van diversiteit in de kwaliteit van de geleverde zorg (onder meer tot uiting kom<strong>en</strong>d in<br />
‘m<strong>en</strong>sgerichtheid’) bevorder<strong>en</strong>. De zorgconsum<strong>en</strong>t heeft in de markt meer keuzevrijheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
zelfbeschikkingsrecht dat in e<strong>en</strong> bureaucratisch systeem ontbreekt.<br />
Het Nederlandse stelsel k<strong>en</strong>t, na de stelselwijziging, minder beperking<strong>en</strong> om diversiteit in het<br />
zorgaanbod te creër<strong>en</strong> (door de mogelijkheid om extra w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de geleverde<br />
zorg op te nem<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de verzekering). De druk op deze <strong>publieke</strong> waarde zou dus<br />
moet<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>.<br />
Competing values. In de zorg lop<strong>en</strong> de meeste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> parallel. De <strong>publieke</strong><br />
<strong>waard<strong>en</strong></strong> ‘toegankelijkheid’, ‘garantie van het aanbod’, ‘kwaliteit’, ‘innovatie’, ‘korte wachtrij<strong>en</strong>’ <strong>en</strong><br />
‘m<strong>en</strong>sgerichtheid’ concurrer<strong>en</strong> niet met elkaar. Wel concurrer<strong>en</strong> zij allemaal met de <strong>publieke</strong><br />
waarde ‘betaalbaarheid’. Het optimaliser<strong>en</strong> van het zorgstelsel k<strong>en</strong>t dus vooral financiële<br />
beperking<strong>en</strong>; het is maar in beperkte mate mogelijk om de prestaties van e<strong>en</strong> zorgstelsel te<br />
vergrot<strong>en</strong> als de kost<strong>en</strong> van het zorgstelsel geminimaliseerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
20
Met behulp van deze analyse zijn de sterke <strong>en</strong> zwakke punt<strong>en</strong> van beide mechanism<strong>en</strong> in kaart<br />
gebracht zodat, na e<strong>en</strong> empirische toetsing van deze theorie, vastgesteld kan word<strong>en</strong> met<br />
welke mix van ‘<strong>marktwerking</strong>’ <strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsregulering de g<strong>en</strong>oemde <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> het beste<br />
gewaarborgd kan word<strong>en</strong>.<br />
2.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Uit de voorlopige conclusies blijkt dat de mogelijkhed<strong>en</strong> om <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> te realiser<strong>en</strong>, in<br />
theorie althans, door de stelselwijziging word<strong>en</strong> vergroot. Slechts bij de <strong>publieke</strong> waarde ‘het<br />
creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantrekkelijk werkklimaat voor zorgprofessionals’ wordt voorspeld dat de<br />
stelselwijzing noch tot verbetering<strong>en</strong>, noch tot verslechtering<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. In deze paragraaf<br />
word<strong>en</strong> deze voorspelling<strong>en</strong> getoetst aan de empirie, waarbij geïd<strong>en</strong>tificeerd zal word<strong>en</strong> welke<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> daadwerkelijk onder druk staan. In die gevall<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> alternatieve inzet van<br />
beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voorgesteld word<strong>en</strong>. De volg<strong>en</strong>de waarneming<strong>en</strong> zijn gedaan:<br />
Marktwerking: de scherpe kantjes zijn eraf gehaald. Door het voer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
verzekeringsplicht, het voer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> acceptatieplicht (onmogelijkheid wer<strong>en</strong> ‘slechte risico’s’),<br />
het toepass<strong>en</strong> van kruissubsidiëring <strong>en</strong> het verbod om winst uit te ker<strong>en</strong> door zorginstelling<strong>en</strong>,<br />
word<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> ‘toegankelijkheid van de zorg’ <strong>en</strong> ‘garantie van het aanbod in de<br />
zorg’ niet bedreigd in het Nederlandse stelsel. Door het opnem<strong>en</strong> van deze bureaucratische<br />
waarborg<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> aantal pot<strong>en</strong>tiële excess<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> al bij voorbaat voorkom<strong>en</strong>.<br />
Daarbij is het wel de vraag of het verminder<strong>en</strong> van schadelijke nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> niet t<strong>en</strong> koste is<br />
gegaan van de beoogde effect<strong>en</strong> (kost<strong>en</strong>verlaging<strong>en</strong>, meer keuzevrijheid, meer concurr<strong>en</strong>tie).<br />
Het stelsel is daardoor niet onbetaalbaar geword<strong>en</strong>. Van ‘Amerikaanse toestand<strong>en</strong>’ (ruim <strong>en</strong><br />
kwalitatief goed zorgaanbod, onbetaalbaar stelsel, ge<strong>en</strong> toegang voor grote groep<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>)<br />
is, door de hiervoor g<strong>en</strong>oemde maatregel<strong>en</strong>, in Nederland ge<strong>en</strong> sprake. Interessant in dit<br />
verband is de observatie van Marjanne Sint (voorzitter raad van bestuur Isala kliniek<strong>en</strong>). Zij stelt<br />
dat er in de VS sprake is van e<strong>en</strong> neerwaartse spiraal. Doordat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet verzekerd zijn,<br />
gaan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> als zij ernstig ziek zijn naar het ziek<strong>en</strong>huis. Hierdoor blijv<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de<br />
moeilijke c.q. kostbare ‘gevall<strong>en</strong>’ <strong>over</strong> waardoor de gemiddelde behandelkost<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>.<br />
Hierdoor word<strong>en</strong> de premies voor de zorgverzekering nog duurder, waardoor nog minder<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> toegang hebb<strong>en</strong> tot de zorg etc. Door de acceptatieplicht <strong>en</strong> de verzekeringsplicht in<br />
het Nederlandse stelsel, zal e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander hier echter niet snel voorkom<strong>en</strong>.<br />
Maar van echte <strong>marktwerking</strong> is nog nauwelijks sprake. De <strong>marktwerking</strong> in het<br />
Nederlandse zorgstelsel is niet alle<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ivelleerd door het weghal<strong>en</strong> van de eerder g<strong>en</strong>oemde<br />
‘scherpe kantjes’, maar ook door e<strong>en</strong> aantal inrichtingsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Zo is het mer<strong>en</strong>deel (90%)<br />
van de reguliere inkomst<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis niet afkomstig uit het onderhandelingsresultaat<br />
met de zorgverzekeraars (het ‘B-segm<strong>en</strong>t’), maar wordt het rechtstreeks bepaald door de<br />
<strong>over</strong>heid (het ‘A-segm<strong>en</strong>t’). In dit zog<strong>en</strong>aamde A-segm<strong>en</strong>t gaat het om de vergoeding die de<br />
zorginstelling ontvangt voor onder meer het aanhoud<strong>en</strong> van haar beschikbaarheidsfunctie, voor<br />
de eerste polikliniekbezoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het aantal verpleegdag<strong>en</strong> in het betreff<strong>en</strong>de ziek<strong>en</strong>huis.<br />
Dit deel van de inkomst<strong>en</strong>stroom wordt dus op bureaucratische grondslag<strong>en</strong> gefinancierd<br />
(inputfinanciering). In het B-segm<strong>en</strong>t (10%) waarin e<strong>en</strong> groot deel van de specialistische<br />
handeling<strong>en</strong> gefinancierd wordt, is er wel sprake van <strong>marktwerking</strong> (zij het dat de Nederlandse<br />
Zorg Autoriteit e<strong>en</strong> maximum prijs heeft vastgesteld voor iedere verrichting). Op basis van<br />
diagnose-behandel-combinaties (DBC’s) kunn<strong>en</strong> zorginstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgverzekeraars onderling<br />
21
e<strong>en</strong> prijs <strong>over</strong>e<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> is er bij e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis al gauw sprake van zo’n<br />
35.000 DBC’s waardoor het ondo<strong>en</strong>lijk is om tijdig, teg<strong>en</strong> lage transactiekost<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> prijs voor<br />
iedere DBC vast te stell<strong>en</strong>. Vaak word<strong>en</strong> deze prijz<strong>en</strong> daarom pas achteraf vastgesteld (soms 2<br />
jaar later!) terwijl zorginstelling<strong>en</strong> voorfinanciering toepass<strong>en</strong>. Anders gesteld: door e<strong>en</strong><br />
bureaucratische regel (‘iedere DBC moet geprijsd word<strong>en</strong>’) is het prijsmechanisme helemaal<br />
niet van invloed op de te verricht<strong>en</strong> transactie. 8 ].<br />
De markt blijkt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> panacee. Voor- <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>standers wijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong>sgezind op de<br />
onmogelijkheid om <strong>over</strong>al <strong>marktwerking</strong> te introducer<strong>en</strong>. Marktwerking is volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong><br />
nauwelijks mogelijk in dunbevolkte gebied<strong>en</strong>: het volume van e<strong>en</strong> aantal medische handeling<strong>en</strong><br />
is te klein om efficiënt door de markt bedi<strong>en</strong>d te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (volg<strong>en</strong>s zowel e<strong>en</strong><br />
zorgondernemer als e<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordiger van de gevestigde orde). Daarnaast blijkt de<br />
consum<strong>en</strong>t helemaal niet zoveel behoefte te hebb<strong>en</strong> aan keuzevrijheid, hij/zij geeft in de regel<br />
de voorkeur e<strong>en</strong> zorginstelling dichtbij hem/haar in de buurt (waarbij zorgverzekeraars<br />
nauwelijks beperking<strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de keuzevrijheid). Zorginstelling<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong><br />
zich, met hun ‘marketinginspanning<strong>en</strong>’, dan ook niet op de consum<strong>en</strong>t te richt<strong>en</strong> maar op de<br />
huisarts die hem doorverwijst naar e<strong>en</strong> specialist. Er is dus wel sprake van <strong>en</strong>ige <strong>marktwerking</strong>,<br />
maar het gedrag van de zorgconsum<strong>en</strong>t wordt er niet mee gestuurd. Zorgverzekeraars<br />
prober<strong>en</strong> hierop in te spel<strong>en</strong>, door het eig<strong>en</strong> risico kwijt te scheld<strong>en</strong> als hun verzekerd<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong><br />
voor e<strong>en</strong> door h<strong>en</strong> geselecteerde zorginstelling. 9<br />
En toch zijn de gevolg<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> wel merkbaar …. Ondanks de constatering dat<br />
er maar beperkt sprake is van <strong>marktwerking</strong>, blijkt er wel degelijk sprake te zijn van e<strong>en</strong><br />
significant effect op het gedrag van zorgverzekeraars <strong>en</strong> zorgaanbieders. Niet altijd komt dat<br />
effect tot uiting in de vorm van prijsconcurr<strong>en</strong>tie, maar ook in de vorm van concurr<strong>en</strong>tie op<br />
logistieke aspect<strong>en</strong> (wachttijd<strong>en</strong>, bereikbaarheid, doorlooptijd<strong>en</strong> in het behandelproces). Deze<br />
constatering is gebaseerd op de volg<strong>en</strong>de waarneming<strong>en</strong>. 10<br />
(1) Er is met name e<strong>en</strong> felle concurr<strong>en</strong>tie waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op de werkveld<strong>en</strong> waar van<br />
<strong>marktwerking</strong> het meeste verwacht mag word<strong>en</strong>, namelijk op het terrein van de diagnostische<br />
handeling<strong>en</strong> (bijv. radiodiagnostiek, laboratoriumonderzoek<strong>en</strong>). Dit marktsegm<strong>en</strong>t wordt<br />
gek<strong>en</strong>merkt door hoge volumina <strong>en</strong> veel gestandaardiseerde handeling<strong>en</strong> (<strong>en</strong> dus ook door<br />
weinig maatwerk dat per definitie kostbaar is). Private aanbieders richt<strong>en</strong> zich met name op dit<br />
segm<strong>en</strong>t. De gevestigde orde (<strong>publieke</strong> zorgverl<strong>en</strong>ers) reageert hier heftig op (‘wij lat<strong>en</strong> ons niet<br />
uit de markt drukk<strong>en</strong>’) <strong>en</strong> ontplooit vervolg<strong>en</strong>s initiatiev<strong>en</strong> om tot kost<strong>en</strong>verlaging te kom<strong>en</strong>.<br />
(2) Ook is er veel meer concurr<strong>en</strong>tie waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij de ‘geïsoleerde specialism<strong>en</strong>’ (= het<br />
medische circuit waarbij de behandeling van de patiënt ge<strong>en</strong> multidisciplinaire aanpak vergt,<br />
zoals dermatologie of oogheelkunde). Dit marktsegm<strong>en</strong>t is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ‘doelwit’ van<br />
nieuwkomers uit de private sfeer. Ook dit ontlokt reacties bij de gevestigde orde. Binn<strong>en</strong><br />
bestaande zorgverl<strong>en</strong>ingsinstelling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van deze specialism<strong>en</strong>, ‘bedrijfjes<br />
binn<strong>en</strong> het bedrijf’ gecreëerd (profitc<strong>en</strong>ters waarbinn<strong>en</strong> m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid<br />
voor de winst- <strong>en</strong> verliesrek<strong>en</strong>ing heeft). Deze interne verzelfstandiging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> onder meer<br />
geleid tot klantvri<strong>en</strong>delijker gedrag. Zo zijn de betreff<strong>en</strong>de polikliniek<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s<br />
kantoorur<strong>en</strong> geop<strong>en</strong>d maar ook in de avondur<strong>en</strong>. De zorgconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong> verlof<br />
8 Bron: Interviews met Marjanne Sint <strong>en</strong> Loek Winter.<br />
9 Bron: Interviews met Marjanne Sint, Loek Winter <strong>en</strong> Evert van Ankum.<br />
10 Bron: Interviews met Marjanne Sint <strong>en</strong> Loek Winter.<br />
22
meer op te nem<strong>en</strong> om de specialist te bezoek<strong>en</strong>, waardoor hun werkgevers minder<br />
productiviteitsverliez<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />
(3) Daar waar wel sprake is van e<strong>en</strong> multidisciplinaire aanpak bij de behandeling van e<strong>en</strong><br />
patiënt (in casu daar waar meerdere specialism<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn bij de behandeling van e<strong>en</strong><br />
patiënt), is er tev<strong>en</strong>s sprake van e<strong>en</strong> grote logistieke complexiteit (= het probleem van e<strong>en</strong> groot<br />
aantal wederzijdse afhankelijkhed<strong>en</strong> in de doorlooptijd van behandelprocess<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van<br />
e<strong>en</strong> beslag op geme<strong>en</strong>schappelijke capaciteitsbronn<strong>en</strong>). In deze situatie is e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />
aandacht voor vraagstukk<strong>en</strong> van logistieke beheersing waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> is gaan zoek<strong>en</strong> naar<br />
de bottl<strong>en</strong>ecks in het voortbr<strong>en</strong>gingsproces (veelal de OK-capaciteit of de capaciteit van e<strong>en</strong><br />
int<strong>en</strong>sive care unit) <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s naar mogelijkhed<strong>en</strong> om de capaciteit van zo’n bottl<strong>en</strong>eck te<br />
gaan verruim<strong>en</strong> (bijvoorbeeld e<strong>en</strong> operatiekamer die niet 5*8 maar 7*24 uur geop<strong>en</strong>d is). Ook<br />
zijn er, in de diagnostiek, ‘productiestrat<strong>en</strong>’ ingericht (= het groeper<strong>en</strong> van diagnostische<br />
capaciteit<strong>en</strong> rondom e<strong>en</strong> bepaalde categorie behandeling<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tiële kankerpatiënt zou<br />
hierdoor binn<strong>en</strong> 24 uur moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vernem<strong>en</strong> of hij/zij de gevreesde ziekte onder de led<strong>en</strong><br />
heeft. Door deze toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aandacht voor logistieke beheersing kunn<strong>en</strong> doorlooptijd<strong>en</strong><br />
verkort word<strong>en</strong>, wachttijd<strong>en</strong> verkleind word<strong>en</strong>, capaciteit<strong>en</strong> efficiënter b<strong>en</strong>ut word<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan de<br />
totale behandelcapaciteit opgevoerd word<strong>en</strong>. Aldus zijn er mogelijkhed<strong>en</strong> gecreëerd om tot<br />
kost<strong>en</strong>verlaging te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zorgaanbieders zich profiler<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantal logistieke<br />
dim<strong>en</strong>sies die voor de zorgconsum<strong>en</strong>t niet onbelangrijk zijn. 11<br />
(4) Ook blijkt de mix van bureaucratische <strong>en</strong> marktgerichte sturing (inputfinanciering door de<br />
<strong>over</strong>heid voor het A-segm<strong>en</strong>t, outputfinanciering door de markt voor het B-segm<strong>en</strong>t) niet<br />
ongunstig uit te pakk<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> constateert dat de financiering in het A-segm<strong>en</strong>t niet<br />
kost<strong>en</strong>dekk<strong>en</strong>d is <strong>en</strong> gebruikt de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> uit het ‘winstgev<strong>en</strong>de’ B-segm<strong>en</strong>t om de gat<strong>en</strong> in<br />
de financiering van het A-segm<strong>en</strong>t op te vull<strong>en</strong>. Alhoewel er maar beperkt sprake is van<br />
<strong>marktwerking</strong>, gaat er vanuit dat beperkte deel dus wel e<strong>en</strong> grote hefboomwerking uit. Dit blijkt<br />
onder meer uit de w<strong>en</strong>s van zorgaanbieders om het B-segm<strong>en</strong>t te vergrot<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van het<br />
A-segm<strong>en</strong>t (=e<strong>en</strong> feitelijk pleidooi om meer <strong>marktwerking</strong> te introducer<strong>en</strong>). Zorgaanbieders<br />
gaan aldus actief op zoek naar mogelijkhed<strong>en</strong> om tot kost<strong>en</strong>besparing in het B-segm<strong>en</strong>t te<br />
kom<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde hun totale begroting sluit<strong>en</strong>d te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />
(5) T<strong>en</strong>slotte blijk<strong>en</strong> zorgaanbieders zelfstandig op zoek te gaan naar mogelijkhed<strong>en</strong> om tot<br />
sam<strong>en</strong>werking of zelfs fusies te kom<strong>en</strong> (schaalvergroting door conc<strong>en</strong>tratie van<br />
geme<strong>en</strong>schappelijke capaciteit<strong>en</strong>, waardoor kost<strong>en</strong>verlaging<strong>en</strong> mogelijk moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>). Uit<br />
het feit dat deze beweging<strong>en</strong> niet meer door de <strong>over</strong>heid maar door de zorgaanbieders zelf<br />
geïnitieerd word<strong>en</strong>, kan opgemaakt word<strong>en</strong> dat zij zich meer als marktgerichte ondernemers<br />
gaan manifester<strong>en</strong>. Hierbij is het <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s maar de vraag of de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> op de lange<br />
termijn hiermee gedi<strong>en</strong>d zijn (teveel fusies leid<strong>en</strong> tot de vorming van oligopolies waardoor het<br />
prijsmechanisme zijn werk niet meer kan do<strong>en</strong>).<br />
Kwaliteitszorgrisico’s blijk<strong>en</strong> niet manifest. E<strong>en</strong> nadere bestudering van het functioner<strong>en</strong><br />
van de Inspectie Gezondheidszorg blijkt dat de Inspectie vooral vertrouwt op zelfregulering (in<br />
casu op kwaliteitsborgingsystem<strong>en</strong> bij de zorgaanbieders zelf). Slechts op e<strong>en</strong> beperkt aantal<br />
aspect<strong>en</strong> (zoals luchtbehandelingskwaliteit <strong>en</strong> minimum aantal verrichting<strong>en</strong> per arts per tijdvak)<br />
word<strong>en</strong> harde norm<strong>en</strong> door de Inspectie gecontroleerd. Deze situatie was voor de introductie<br />
van het nieuwe zorgstelsel niet anders (ook in de oude situatie was er dus weinig sprake van<br />
11 Bron: Interview met Marjanne Sint.<br />
23
ureaucratische interv<strong>en</strong>ties). Verder signaleert de Inspectie weinig kwaliteitszorgproblem<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />
gevolge van de introductie van <strong>marktwerking</strong>. Zelfs bij de bijna failliete ORBIS-groep<br />
(zorgaanbieder in Heerl<strong>en</strong> e.o.) zijn ge<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>swaardige kwaliteitszorgproblem<strong>en</strong><br />
gesignaleerd door de Inspectie. Daaruit mag opgemaakt word<strong>en</strong> dat de zelfregulering haar werk<br />
goed doet <strong>en</strong>/of dat de beroepscultuur grote kwaliteitszorgproblem<strong>en</strong> voorkomt (d<strong>en</strong>k aan<br />
professionaliteit & vakethiek c.q. aangeleerd gedrag in de opleiding & training van arts<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
verpleegkundig<strong>en</strong>). 12<br />
Verder is er e<strong>en</strong> andere factor die de aandacht voor kwaliteitszorg vergroot. Omdat er in<br />
to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate sprake is van e<strong>en</strong> claimcultuur, gaan verzekeraars van beroepsrisico’s<br />
(gevolg<strong>en</strong> van foutief handel<strong>en</strong>) steeds hogere eis<strong>en</strong> aan de zorg stell<strong>en</strong>. Elders (de VS) heeft<br />
dit al geleid tot str<strong>en</strong>ge protocoll<strong>en</strong> c.q. kwaliteitszorgvoorschrift<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> vorm van<br />
bureaucratisering die dus niet van de <strong>over</strong>heid maar uit de markt zelfs afkomstig is. Red<strong>en</strong> te<br />
meer om aan te nem<strong>en</strong> dat <strong>marktwerking</strong> niet hoeft te leid<strong>en</strong> tot kwalitatief minder goede zorg.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> doet Nederland het opvall<strong>en</strong>d goed in internationaal opzicht. Uit historische<br />
analyses (vergelijking prestaties in de zorgsector door de jar<strong>en</strong> he<strong>en</strong>) <strong>en</strong> internationaal,<br />
vergelijk<strong>en</strong>d onderzoek blijkt dat Nederland het opvall<strong>en</strong>d goed doet. In de rankings van de<br />
rapportages van het Health Consumer Powerhouse (e<strong>en</strong> Zweedse marktanalist die zorg belicht<br />
vanuit het consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>perspectief), behor<strong>en</strong> de prestaties van het Nederlandse zorgstelsel de<br />
afgelop<strong>en</strong> 4 jaar steevast tot de top-3 van Europa. In 2008 nam Nederland zelfs de eerste<br />
plaats in. Uit deze cijfers blijkt dat Nederland zeer goed scoort op ‘systeemeffectiviteit’ (onder<br />
meer blijk<strong>en</strong>d uit kindersterfte <strong>en</strong> gemiddelde lev<strong>en</strong>sduur), professionaliteit in de sector<br />
(voortgang met betrekking tot e-Health: elektronische patiënt<strong>en</strong> dossier, elektronische<br />
prescripties e.d.), patiënt<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> toegang tot <strong>en</strong> aanbod in de zorg. In hetzelfde rapport<br />
krijgt Nederland slechts kritiek op twee punt<strong>en</strong> (wachtrij<strong>en</strong>, toegang tot specialist<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> via<br />
huisarts). In West-Europa neemt Nederlands als het gaat om de betaalbaarheid van ons stelsel<br />
(uitgav<strong>en</strong> per hoofd van de bevolking), volg<strong>en</strong>s hetzelfde rapport, e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>positie in.<br />
Of toch e<strong>en</strong> nieuw systeem met oude kwal<strong>en</strong>? In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te publicatie constater<strong>en</strong> Maljers<br />
& Wansink 13 dat het huidige stelsel nog steeds e<strong>en</strong> aantal weeffout<strong>en</strong> bevat die in het oude<br />
systeem ook al voorkwam<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal van die weeffout<strong>en</strong> (het gildesysteem, ineffectieve<br />
bekostigingssystem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘astronomisch hoge’ specialist<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>s) heeft bijzondere<br />
relevantie voor e<strong>en</strong> aantal <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> wordt hier apart belicht.<br />
In de eerste plaats is er, bij de specialist<strong>en</strong>zorg, nog steeds sprake van het middeleeuwse<br />
gildestelsel (structuur: leerling/gezel/meester). In dit stelsel moet e<strong>en</strong> specialist in opleiding voor<br />
e<strong>en</strong> karig loon <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer hoge werkdruk (de arbeidstijd<strong>en</strong>wet wordt veelvuldig <strong>over</strong>schred<strong>en</strong>)<br />
werk<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de kliniek van e<strong>en</strong> specialist. Vervolg<strong>en</strong>s kan m<strong>en</strong>, na zich voor het vak<br />
gekwalificeerd te hebb<strong>en</strong>, in loondi<strong>en</strong>st kom<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> maatschap van specialist<strong>en</strong> (<strong>en</strong> ontvangt<br />
dan e<strong>en</strong> behoorlijk salaris). Pas daarna ontstaan meestal de mogelijkhed<strong>en</strong> om zich als<br />
zelfstandig specialist te vestig<strong>en</strong> (de specialist wordt dan vrij ondernemer <strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet dan e<strong>en</strong>,<br />
volg<strong>en</strong>s veler maatstav<strong>en</strong>, ‘astronomisch hoog’ inkom<strong>en</strong>). Onlangs signaleerde het<br />
televisieprogramma NOVA (op 21 mei 2009) dat jonge, Nederlandse aspirant-specialist<strong>en</strong> deze<br />
situatie niet meer zi<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> opleidingsplaats in Duitsland kiez<strong>en</strong> (waar de lon<strong>en</strong><br />
voor arts<strong>en</strong> in opleiding hoger zijn <strong>en</strong> de Europese arbeidstijd<strong>en</strong>wett<strong>en</strong> wel strikt gehandhaafd<br />
12 Bron: Interview met Evert van Ankum.<br />
13 J.F. Maljers & W.P.M. Wansink (2009): Alles is anders in de zorg. Bert Bakker.<br />
24
word<strong>en</strong>). De <strong>publieke</strong> waarde ‘continuïteit in de sector’ staat door dit stelselk<strong>en</strong>merk dus<br />
behoorlijk onder druk. Dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> (vrijwillig meewerk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> situatie van relatieve<br />
‘uitbuiting’ vanwege de lonk<strong>en</strong>de perspectiev<strong>en</strong> aan het eind) kan niet alle<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als<br />
e<strong>en</strong> negatief effect van <strong>marktwerking</strong>. Juist e<strong>en</strong> aantal bureaucratische maatregel<strong>en</strong> gericht op<br />
kwaliteitsborging (het verplicht stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kwalificatietraject voor specialist<strong>en</strong>, het belegg<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> opleidingsmonopolie bij gevestigde specialist<strong>en</strong>) mak<strong>en</strong> het in stand houd<strong>en</strong> van deze<br />
praktijk echter mogelijk.<br />
In de tweede plaats bevorder<strong>en</strong> de huidige kostprijsmethodiek<strong>en</strong> het ontstaan van<br />
sam<strong>en</strong>werking in de zorg niet. Zowel het ziek<strong>en</strong>huis dat faciliteit<strong>en</strong> biedt aan zelfstandig<br />
operer<strong>en</strong>de specialist<strong>en</strong> als deze specialist<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bedrijfseconomisch gezi<strong>en</strong> als<br />
verschill<strong>en</strong>de productiebedrijv<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> dat zij separate vergoeding<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> voor<br />
geleverde deelproduct<strong>en</strong> (er bestaat dus niet zoiets als e<strong>en</strong> integrale kostprijs per behandelde<br />
patiënt). In e<strong>en</strong> dergelijke situatie zijn ziek<strong>en</strong>huisdirecties bijzonder onmachtig teg<strong>en</strong><strong>over</strong> de<br />
specialist<strong>en</strong>. De mogelijkhed<strong>en</strong> om tot integrale sturing of tot e<strong>en</strong> verlaging van de integrale<br />
kost<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>, zijn daardoor beperkt.<br />
In de derde plaats zijn de salariss<strong>en</strong> van gevestigde Nederlandse specialist<strong>en</strong>, naar<br />
internationale maatstav<strong>en</strong>, extreem hoog. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t OESO-onderzoek 14 bedraagt het<br />
inkom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gevestigd specialist in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> 5,5 maal, in Engeland 3,9 maal, in<br />
Zwitserland 3,0 maal <strong>en</strong> in Nederland 7,5 maal het nationaal gemiddeld inkom<strong>en</strong>. De OESO wijt<br />
dit onder andere aan de relatieve schaarste aan specialist<strong>en</strong> in Nederland. Als schaarste<br />
inderdaad de oorzaak is van dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>, is er waarschijnlijk sprake van e<strong>en</strong> bureaucratisch<br />
fal<strong>en</strong> (het duurt minst<strong>en</strong>s 10 jaar om e<strong>en</strong> arts op te leid<strong>en</strong>, bij het vaststell<strong>en</strong> van numeri fixi voor<br />
medische faculteit<strong>en</strong> heeft m<strong>en</strong> waarschijnlijk verkeerde aannam<strong>en</strong> gehanteerd). Maar, als de<br />
logica van de (arbeids)markt gevolgd wordt, zijn er ook mogelijkhed<strong>en</strong> om de inkom<strong>en</strong>s van<br />
Nederlandse specialist<strong>en</strong> flink af te rom<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> specialist in Nederland verdi<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s de<br />
OESO ruimt 2 keer zoveel als e<strong>en</strong> specialist in het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk, de Europese nr. 2).<br />
Zelfs als de inkom<strong>en</strong>s met bureaucratische maatregel<strong>en</strong> gehalveerd word<strong>en</strong> (bijvoorbeeld door<br />
aanpassing van de DBC-tariev<strong>en</strong>), zull<strong>en</strong> specialist<strong>en</strong> de Nederlandse arbeidsmarkt immers niet<br />
snel verlat<strong>en</strong>. Er zijn dus ook simpele maatregel<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar om de kost<strong>en</strong> in de<br />
Gezondheidszorg te reducer<strong>en</strong>.<br />
De analyse van Maljers & Wansink geeft aan dat ook het nieuwe stelsel nog niet perfect is. Op<br />
sommige punt<strong>en</strong> zijn zelfs ingrijp<strong>en</strong>de stelselhervorming<strong>en</strong> (afschaff<strong>en</strong> gildestelsel, invoer<strong>en</strong><br />
integrale kostprijs, afrom<strong>en</strong> specialist<strong>en</strong> salariss<strong>en</strong>) nodig om de realisatie van <strong>en</strong> aantal<br />
<strong>publieke</strong> waarde vergaand te verbeter<strong>en</strong>.<br />
Key-issues.<br />
Op basis van de hiervoor gedane observaties mag geconstateerd word<strong>en</strong> dat de realisatie van<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel mom<strong>en</strong>t bedreigd is door de stelselwijziging. De acceptatieplicht<br />
(verbod op risicodiscriminatie), de verzekeringsplicht <strong>en</strong> het verbod op uitkering van winst<strong>en</strong> zijn<br />
effectieve waarborg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de pot<strong>en</strong>tiële excess<strong>en</strong> van de markt geblek<strong>en</strong>. Ook is geblek<strong>en</strong><br />
dat de stelselwijziging heeft geleid tot significante, positieve effect<strong>en</strong>. Het <strong>en</strong>ige rester<strong>en</strong>de<br />
issue is dan ook of het pot<strong>en</strong>tieel van de markt wel volledig b<strong>en</strong>ut wordt binn<strong>en</strong> het huidige<br />
stelsel. Er zijn twee factor<strong>en</strong> die lijk<strong>en</strong> aan te gev<strong>en</strong> dat dit nog niet het geval is. De eerste factor<br />
betreft de ongunstige vehouding tuss<strong>en</strong> de A- <strong>en</strong> het B-segm<strong>en</strong>t (relatief weinig output-<br />
14 OESO (december 2009): The remuneration of g<strong>en</strong>eral practitioners and specialists in 14 OECD countries.<br />
25
financiering). En de tweede factor betreft het <strong>en</strong>orme aantal DBC’s (leidt tot hoge<br />
transactiekost<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ‘achter de feit<strong>en</strong> aanholl<strong>en</strong>’). Op deze punt<strong>en</strong> zal er dus nog wat<br />
moet<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> om tot optimalisatie te kom<strong>en</strong>. Voor verdergaande optimalisatie (wegwerk<strong>en</strong><br />
geme<strong>en</strong>schappelijke tekortkoming<strong>en</strong> oude <strong>en</strong> nieuwe stelsel, zie Maljers & Wansink) is e<strong>en</strong><br />
aantal besluit<strong>en</strong> nodig die meer bestuurlijke moed verg<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer veranderkundige risico’s met<br />
zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Om tot beperkte optimalisatie te kom<strong>en</strong> kan de <strong>over</strong>heid twee instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong>. Allereerst<br />
kan zij de omvang van het zog<strong>en</strong>aamde ‘A-segm<strong>en</strong>t’ beperk<strong>en</strong> (door alle<strong>en</strong> de zuivere<br />
beschikbaarheidscompon<strong>en</strong>t te financier<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vergoeding<strong>en</strong> voor het eerste<br />
polikliniekbezoek <strong>en</strong> het aantal ligdag<strong>en</strong> te schrapp<strong>en</strong>). Deze vergoeding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
<strong>over</strong>geheveld word<strong>en</strong> naar het B-segm<strong>en</strong>t (waarin sprake is van outputfinanciering, de<br />
vergoeding<strong>en</strong> voor ligdag<strong>en</strong> <strong>en</strong> polikliniekbezoek word<strong>en</strong> dan verdisconteerd in de kostprijs van<br />
e<strong>en</strong> behandeling). In de tweede plaats zou zij het stelsel van DBC’s alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong><br />
op de medische handeling<strong>en</strong> met het grootste omzetvolume (volg<strong>en</strong>s Maljers <strong>en</strong> Wansink<br />
veroorzaakt 20% van de DBC’s 80% van de kost<strong>en</strong> in de zorg, de suggestie is dan om het<br />
DBC-systeem alle<strong>en</strong> op deze 20% toe te pass<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor de <strong>over</strong>ige 80% e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger<br />
declaratiesystematiek te ontwerp<strong>en</strong>). Hierdoor vervalt, in theorie, de grip die de zorgautoriteit<br />
had op de prijsvorming op het microniveau (= niveau van <strong>en</strong>kelvoudige behandeling<strong>en</strong>). Omdat<br />
de NZA deze grip nog nooit heeft kunn<strong>en</strong> effectuer<strong>en</strong>, mag dit <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s niet gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als<br />
e<strong>en</strong> grote ‘aderlating’, temeer daar de kostprijz<strong>en</strong> van de macrovolumina wel beter beheersbaar<br />
word<strong>en</strong>. De netto-effect<strong>en</strong> van deze maatregel<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> verlaging van<br />
belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> subsidies aan zorginstelling<strong>en</strong>, anderzijds e<strong>en</strong> verhoging van de premies voor<br />
de zorgverzekering<strong>en</strong> (zie figuur 2.2)<br />
Verdergaande optimalisatie vergt maatregel<strong>en</strong> van meer bureaucratische aard (afschaff<strong>en</strong><br />
gildestelsel, invoer<strong>en</strong> integrale kostprijs, afrom<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>s specialist<strong>en</strong>), maar de<br />
implem<strong>en</strong>tatie van deze maatregel<strong>en</strong> zal zeker weerstand<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de sector. De<br />
verhouding tuss<strong>en</strong> implem<strong>en</strong>tatie-inspanning <strong>en</strong> implem<strong>en</strong>tatieopbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> is echter het<br />
gunstigst bij de maatregel ‘afrom<strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong> specialist<strong>en</strong>’. De markt geeft de bureaucratie hier<br />
e<strong>en</strong> ‘steuntje in de rug’: de markt zal immers voorkom<strong>en</strong> dat de specialist<strong>en</strong> weglop<strong>en</strong> (er zijn<br />
immers ge<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> om elders meer te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>!). Het gedur<strong>en</strong>de 10 jaar afrom<strong>en</strong> van<br />
de specialist<strong>en</strong>inkomst<strong>en</strong> (5% per jaar) is daarom e<strong>en</strong> reële optie.<br />
26
Figuur 2.2 Aangrijpingspunt<strong>en</strong> van voorgestelde beleidswijziging<strong>en</strong><br />
2.7 Conclusies<br />
T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de introductie van <strong>marktwerking</strong> binn<strong>en</strong> de zorg kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de<br />
conclusies getrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:<br />
(1) Het nieuwe zorgstelsel voorziet maar in beperkte mate in <strong>marktwerking</strong> (er is nog e<strong>en</strong><br />
groeipot<strong>en</strong>tieel), leidt eerder tot concurr<strong>en</strong>tie op aspect<strong>en</strong> als ‘kwaliteit’ & ‘logistiek’ dan tot<br />
prijsconcurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> heeft bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> weinig invloed op de relatie patiënt – zorgverl<strong>en</strong>er. Van<br />
<strong>marktwerking</strong> gaat nauwelijks e<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>de werking richting het gedrag van de zorgconsum<strong>en</strong>t<br />
uit.<br />
(2) De <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> zijn in voldo<strong>en</strong>de mate gewaarborgd binn<strong>en</strong> het huidige stelsel <strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze bedreigd door de introductie van <strong>marktwerking</strong>. De kans daarop<br />
is, binn<strong>en</strong> het huidige stelsel, buit<strong>en</strong>gewoon gering (zelf niet als de regelknopp<strong>en</strong>, in casu de<br />
verhouding tuss<strong>en</strong> input-financiering <strong>en</strong> output-financiering, ‘vol op<strong>en</strong> gezet word<strong>en</strong>’).<br />
(3) Om betere prestaties te bewerkstellig<strong>en</strong> bij het realiser<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> is meer<br />
<strong>marktwerking</strong> vereist. Dit kan bijna volledig binn<strong>en</strong> de kaders van het huidige stelsel<br />
gerealiseerd word<strong>en</strong>. Hiervoor zijn twee maatregel<strong>en</strong> nodig: het verklein<strong>en</strong> van het A-segm<strong>en</strong>t<br />
t<strong>en</strong> gunste van het B-segm<strong>en</strong>t (= introductie van meer outputfinanciering) <strong>en</strong> het<br />
ontbureaucratiser<strong>en</strong> van het prijsvormingsproces (vervanging van DBC-systeem door e<strong>en</strong> meer<br />
categorale b<strong>en</strong>adering).<br />
(4) Nog betere prestaties kunn<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de kaders van het huidige stelsel gerealiseerd<br />
word<strong>en</strong>. De maatregel<strong>en</strong> (afschaff<strong>en</strong> gildesysteem, invoer<strong>en</strong> integraal kostprijsmodel, afrom<strong>en</strong><br />
inkom<strong>en</strong>s specialist<strong>en</strong>) die hiervoor nodig zijn, zull<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantrekkelijker<br />
werkklimaat <strong>en</strong> e<strong>en</strong> dramatisch betere macrobetaalbaarheid, maar zull<strong>en</strong> ook op meer<br />
weerstand binn<strong>en</strong> de sector stuit<strong>en</strong>.<br />
27
3 SECTOR ONDERWIJS<br />
3.1 Algeme<strong>en</strong><br />
Anders dan in de zorgsector wordt het onderwijs nog <strong>over</strong>weg<strong>en</strong>d door de <strong>over</strong>heid bekostigd.<br />
Van oudsher is het (bijzonder) onderwijs echter wel hoofdzakelijk in private rechtsperson<strong>en</strong><br />
georganiseerd. Diverse private initiatiev<strong>en</strong> om nieuwe onderwijsvorm<strong>en</strong> te organiser<strong>en</strong>, leid<strong>en</strong><br />
tot <strong>en</strong>ige <strong>marktwerking</strong> in het onderwijs, anders dan de <strong>marktwerking</strong> die reeds bestond tuss<strong>en</strong><br />
de verschill<strong>en</strong>de onderwijssoort<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het reguliere (door de <strong>over</strong>heid bekostigde)<br />
onderwijssysteem. Wij richt<strong>en</strong> ons in dit onderzoek specifiek op het primair onderwijs <strong>en</strong> op de<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> die mogelijk onder druk kom<strong>en</strong> te staan bij meer <strong>marktwerking</strong> of die juist<br />
gebaat zijn bij e<strong>en</strong> geringere invloed van de <strong>over</strong>heid. De <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> die aan de orde zijn<br />
in het onderwijs kom<strong>en</strong> relatief het sterkst naar vor<strong>en</strong> bij de scholing <strong>en</strong> vorming van jonge<br />
kinder<strong>en</strong> in de basisschoolleeftijd. Ook kijk<strong>en</strong> we naar de vraag hoe <strong>publieke</strong> verantwoording <strong>en</strong><br />
transparantie zich ontwikkel<strong>en</strong> als bekostiging <strong>en</strong> toezicht niet (primair) vanuit de <strong>over</strong>heid<br />
kom<strong>en</strong>.<br />
Wij hebb<strong>en</strong> het onderzoeksveld op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd. Naast het bestuder<strong>en</strong> van<br />
theoretische literatuur <strong>en</strong> rapport<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wij <strong>en</strong>kele cases in het bijzonder bestudeerd zoals<br />
Iederwijs <strong>en</strong> Flor<strong>en</strong>cius. In interviews met experts <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> (markt)partij<strong>en</strong> (ouders,<br />
leerling<strong>en</strong>, initiatiefnemers in het private domein <strong>en</strong> schoolbestuurders in het reguliere primair<br />
onderwijs) hebb<strong>en</strong> wij de effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> op deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> besprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />
de literatuur getoetst aan de praktijk. Ook komt naar vor<strong>en</strong> welke <strong>waard<strong>en</strong></strong> met elkaar op<br />
gespann<strong>en</strong> voet staan (competing values).<br />
De experts-judgem<strong>en</strong>ts zijn van:<br />
• mw. mr. drs. K. (Kete) Kervezee: voorzitter PO-Raad, voormalig Inspecteur-G<strong>en</strong>eraal<br />
Onderwijs<br />
• dhr. prof. dr. R. (Roel) J. in ’t Veld: voormalig staatssecretaris OCW, voormalig DG Hoger<br />
Onderwijs<br />
• dhr. drs. W. (Walter) Etty: v<strong>en</strong>noot Andersson Elffers Felix (financieringsvraagstukk<strong>en</strong>),<br />
voormalig wethouder Amsterdam<br />
• dhr. drs. H. (Harry) Starr<strong>en</strong>: directeur De Baak (faciliteert Iederwijs-onderwijs)<br />
• dhr. drs. C. (Cees) van Baak: Inspecteur Primair Onderwijs.<br />
3.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in het onderwijs<br />
Hierna word<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> op e<strong>en</strong> aantal <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> onderzocht.<br />
Daarbij wordt bijvoorbeeld het effect van <strong>marktwerking</strong> op de waarde van “keuzevrijheid”<br />
bestudeerd. Het is hierbij belangrijk eerst k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal actuele<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> in het primair onderwijs, die mogelijk van invloed zijn op deze relatie. Tev<strong>en</strong>s<br />
wordt het instrum<strong>en</strong>tarium dat de <strong>over</strong>heid tot zijn beschikking heeft om negatieve effect<strong>en</strong> te<br />
verklein<strong>en</strong> <strong>en</strong> positieve effect<strong>en</strong> te stimuler<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezet.<br />
28
In Nederland bestaat vrijheid van onderwijs. Die vrijheid slaat op het sticht<strong>en</strong> van schol<strong>en</strong>, maar<br />
werkt ook door in de schoolkeuze van ouders voor hun kinder<strong>en</strong>. De Wet op het Onderwijs<br />
Toezicht (WOT) voorziet voor de reguliere, door de <strong>over</strong>heid bekostigde schol<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
uitgewerkt systeem van kwaliteitscontrole. Daarin spel<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> grote rol, naast de<br />
Inspectie voor het Onderwijs. Ongeveer e<strong>en</strong>derde van alle kinder<strong>en</strong> gaat naar e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare<br />
school 15 . Deze schol<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> niet vanuit e<strong>en</strong> bepaalde godsdi<strong>en</strong>st of lev<strong>en</strong>s<strong>over</strong>tuiging. E<strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>bare school wordt bestuurd door het geme<strong>en</strong>tebestuur of door e<strong>en</strong> bestuurscommissie die<br />
de geme<strong>en</strong>te heeft ingesteld. Als gevolg van schaalvergroting vall<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig vaak meer<br />
schol<strong>en</strong> onder één bestuur. Het mer<strong>en</strong>deel van de kinder<strong>en</strong> in Nederland gaat naar e<strong>en</strong><br />
bijzondere school, waarvan allerlei soort<strong>en</strong> bestaan. De meeste bijzondere schol<strong>en</strong> zijn roomskatholiek<br />
of protestants-christelijk. Verder zijn er joodse, islamitische, hindoeïstische,<br />
humanistische <strong>en</strong> vrije schol<strong>en</strong>. Ook zijn er algeme<strong>en</strong> bijzondere schol<strong>en</strong>, die niet uitgaan van<br />
e<strong>en</strong> speciale lev<strong>en</strong>sbeschouwing. T<strong>en</strong>slotte zijn er bijzondere schol<strong>en</strong> die lev<strong>en</strong>sbeschouwing<br />
combiner<strong>en</strong> met bepaalde opvoedings- <strong>en</strong> onderwijsmethod<strong>en</strong>, zoals Montessori, J<strong>en</strong>aplan,<br />
Dalton <strong>en</strong> Freinet. Bijzondere schol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bestuurd door e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging – waarvan ouders<br />
lid kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> – of door e<strong>en</strong> stichting.<br />
Ontwikkeling<strong>en</strong> in het primair onderwijs in relatie tot <strong>marktwerking</strong><br />
Er is e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de autonomie voor schoolbestur<strong>en</strong>. In theorie kunn<strong>en</strong> ook schol<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />
het reguliere onderwijssysteem hiermee ‘ondernem<strong>en</strong>der’ word<strong>en</strong>. Mogelijk wordt dit nog<br />
versterkt als het wetvoorstel Maatschappelijke Onderneming kracht van wet krijgt.<br />
Tegelijkertijd is er e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de politieke <strong>en</strong> maatschappelijke bemoei<strong>en</strong>is met het (primair)<br />
onderwijsveld. Zo wordt door het wetsvoorstel Goed Onderwijs, Goed bestuur, de eig<strong>en</strong><br />
verantwoordelijkheid van schoolbestur<strong>en</strong> weer ingeperkt <strong>en</strong> wordt geregeld dat schol<strong>en</strong><br />
horizontaal verantwoording aflegg<strong>en</strong> aan hun omgeving. Ouders word<strong>en</strong> kritischer met<br />
betrekking tot de kwaliteit van onderwijs. Dit wordt gevoed door bek<strong>en</strong>dmaking van<br />
inspectierapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwaliteitsmeting<strong>en</strong> van schol<strong>en</strong>. Hierbij is veel aandacht ontstaan voor de<br />
rol van de professional, de leerkracht die voor de klas staat <strong>en</strong> van groot belang is voor de<br />
kwaliteit van het onderwijs.<br />
Ook de sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> pluriformiteit van de sam<strong>en</strong>leving stelt nieuwe eis<strong>en</strong> aan de<br />
onderwijsinhoud <strong>en</strong> -organisatie. Het onderwijs krijgt nieuwe tak<strong>en</strong> zoals Buit<strong>en</strong>schoolse<br />
Opvang, de zorg voor e<strong>en</strong> veilige (leer)omgeving, gezonde voeding, <strong>en</strong> signalering van<br />
misstand<strong>en</strong> in het gezin. De roep om maatwerk <strong>en</strong> behoud of terugkeer van de ‘m<strong>en</strong>selijke<br />
maat’ is de aanleiding tot e<strong>en</strong> debat <strong>over</strong> vraagsturing in het onderwijs. Er heeft zich rec<strong>en</strong>t e<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>tering voorgedaan van verplichte schaalvergroting naar e<strong>en</strong> verbod op fusies. Tot slot zal de<br />
wetgeving <strong>over</strong> Pass<strong>en</strong>d Onderwijs die in voorbereiding is voor 2011, van grote invloed zijn op<br />
het primair onderwijs. Basisschol<strong>en</strong> zijn dan verplicht pass<strong>en</strong>d onderwijs te bied<strong>en</strong> aan alle<br />
kinder<strong>en</strong>, ook aan leerling<strong>en</strong> die extra zorg nodig hebb<strong>en</strong>.<br />
Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Wet- <strong>en</strong> regelgeving, erk<strong>en</strong>ning<br />
In artikel 8 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) word<strong>en</strong> de uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
doelstelling van het primair onderwijs geregeld.<br />
15 Bron: Website Ministerie Onderwijs, Cultuur <strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schap.<br />
29
Daarin staat onder andere:<br />
1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ononderbrok<strong>en</strong><br />
ontwikkelingsproces kunn<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>. Het wordt afgestemd op de voortgang in de<br />
ontwikkeling van de leerling<strong>en</strong>.<br />
2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele <strong>en</strong> de verstandelijke ontwikkeling, <strong>en</strong><br />
op het ontwikkel<strong>en</strong> van creativiteit, op het verwerv<strong>en</strong> van noodzakelijke k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> van<br />
sociale, culturele <strong>en</strong> lichamelijke vaardighed<strong>en</strong>.<br />
3. Het onderwijs:<br />
a. gaat er mede van uit dat leerling<strong>en</strong> opgroei<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> pluriforme sam<strong>en</strong>leving,<br />
b. is mede gericht op het bevorder<strong>en</strong> van actief burgerschap <strong>en</strong> sociale integratie,<br />
c. is er mede op gericht dat leerling<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> van <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nismak<strong>en</strong> met<br />
verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> cultur<strong>en</strong> van leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.<br />
Particuliere basisschol<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> officieel word<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d voordat ze onderwijs mog<strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />
aan leerplichtige leerling<strong>en</strong>. Deze erk<strong>en</strong>ning gebeurt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur<br />
<strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schap (OCW) in sam<strong>en</strong>werking met de Inspectie van het Onderwijs <strong>en</strong> de<br />
leerplichtambt<strong>en</strong>aar van de geme<strong>en</strong>te.<br />
Toezicht, g<strong>over</strong>nance, transparantie <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>schap<br />
Op basis van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) houdt de Inspectie van het Onderwijs<br />
toezicht op de kwaliteit van het onderwijs op alle door het Ministerie erk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> door de<br />
<strong>over</strong>heid bekostigde schol<strong>en</strong>. Zij doet dit o.a. door het uitvoer<strong>en</strong> van vierjaarlijkse periodieke<br />
kwaliteitsonderzoek<strong>en</strong>. Als schol<strong>en</strong> onder de maat prester<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze onder verscherpt<br />
toezicht word<strong>en</strong> geplaatst. Als de prestaties niet verbeter<strong>en</strong>, kan de minister uiteindelijk de<br />
bekostiging stak<strong>en</strong>. Deze ‘stok achter de deur’ heeft de minister niet bij particuliere schol<strong>en</strong>,<br />
zoals Iederwijs <strong>en</strong> Flor<strong>en</strong>cius, die immers vooralsnog door de ouders zelf word<strong>en</strong> betaald. Daar<br />
kan de <strong>over</strong>heid alle<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong> via de leerplichtambt<strong>en</strong>aar van de geme<strong>en</strong>te die toezicht houdt<br />
op particuliere schol<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> particuliere school niet aan de regels voldoet, is er feitelijk ge<strong>en</strong><br />
sprake van onderwijs. De ‘leerling<strong>en</strong>’ voldo<strong>en</strong> dan niet aan de Leerplichtwet. Inmiddels is er<br />
echter ook e<strong>en</strong> ‘Toezichtkader 2008 Niet bekostigd primair onderwijs’ 16 vastgesteld, aan de<br />
hand waarvan ook particuliere onderwijsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in het primair onderwijs word<strong>en</strong><br />
beoordeeld.<br />
Om als <strong>over</strong>heid toezicht te houd<strong>en</strong> op het bestuur van schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> uiteindelijke daarmee op de<br />
continuïteit <strong>en</strong> kwaliteit van het onderwijs is onlangs het wetsvoorstel Goed Onderwijs, Goed<br />
Bestuur gepubliceerd. Het wetsvoorstel geeft de minister de mogelijkheid slagvaardig in te<br />
grijp<strong>en</strong> bij ernstige of langdurig tekortschiet<strong>en</strong>de onderwijskwaliteit of bij bestuurlijk wanbeheer.<br />
Daarnaast word<strong>en</strong> de principes van ‘goed bestuur’ vastgelegd <strong>en</strong> word<strong>en</strong> de codes voor goed<br />
bestuur die in de verschill<strong>en</strong>de onderwijssector<strong>en</strong> zijn ontwikkeld, in de wet verankerd.<br />
(Mede)zegg<strong>en</strong>schap<br />
De medezegg<strong>en</strong>schap in het primair onderwijs is bij wet geregeld in de Wet Medezegg<strong>en</strong>schap<br />
op Schol<strong>en</strong> (WMS, 2006) <strong>en</strong> garandeert medezegg<strong>en</strong>schap door middel van instemmings- of<br />
adviesbevoegdhed<strong>en</strong> van ouders, medewerkers <strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> op veel onderwerp<strong>en</strong>. Bij<br />
particuliere initiatiev<strong>en</strong> is dit niet wettelijk geregeld, behalve dan wanneer e<strong>en</strong> dergelijke<br />
‘onderneming’ moet voldo<strong>en</strong> aan de Wet op de Ondernemingsrad<strong>en</strong>. Daarin is de inspraak van<br />
ouders of leerling<strong>en</strong> echter niet geregeld.<br />
16 Bron: Website Inspectie van het Onderwijs<br />
30
B<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong><br />
De facto wordt op dit mom<strong>en</strong>t ook bij <strong>over</strong>heidsgefinancierd onderwijs ge<strong>en</strong> string<strong>en</strong>t<br />
b<strong>en</strong>oemingsbeleid gehanteerd, anders dan nu zijn weerslag gaat krijg<strong>en</strong> in het wetsvoorstel<br />
Goed Onderwijs, Goed Bestuur. E<strong>en</strong> uitzondering hierop is het Op<strong>en</strong>baar Onderwijs, waar op<br />
grond van het wetsvoorstel de geme<strong>en</strong>teraad doorslaggev<strong>en</strong>de invloed krijgt op de<br />
sam<strong>en</strong>stelling van de raad van toezicht. In de Wet Medezegg<strong>en</strong>schap in Schol<strong>en</strong> (WMS) is<br />
inspraak van personeel <strong>en</strong> ouders bij b<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong> geregeld. Bij particuliere schol<strong>en</strong> is dit<br />
afhankelijk van de persoonlijke visie van e<strong>en</strong> directie.<br />
Wetsvoorstel maatschappelijke onderneming<br />
Het kabinet wil e<strong>en</strong> nieuwe rechtsvorm voor instelling<strong>en</strong> in de semi-<strong>publieke</strong> sector invoer<strong>en</strong>: de<br />
maatschappelijke onderneming. Deze nieuwe rechtsvorm moet aansluit<strong>en</strong> bij de ontwikkeling<br />
van zorginstelling<strong>en</strong>, woningcorporaties <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> van kleinschalige instelling<strong>en</strong> die word<strong>en</strong><br />
bestuurd door vrijwilligers, tot grote, professioneel geleide organisaties. De maatschappelijke<br />
onderneming heeft e<strong>en</strong> bestuur, e<strong>en</strong> raad van toezicht <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>verteg<strong>en</strong>woordiging. De belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>verteg<strong>en</strong>woordiging kan bij e<strong>en</strong><br />
basisschool bijvoorbeeld bestaan uit ouders, vervolgonderwijs, jeugdzorginstelling<strong>en</strong>.<br />
Maatschappelijke onderneming<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onder voor<strong>waard<strong>en</strong></strong> privaat kapitaal aantrekk<strong>en</strong>,<br />
zonder dat de investeerders de koers van de onderneming kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Wel kunn<strong>en</strong> de<br />
investeerders e<strong>en</strong> aandeel in de winst van hun investering krijg<strong>en</strong>. 17<br />
Subsidies, vouchers<br />
Om aanspraak te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> op <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t erk<strong>en</strong>ning door de Minister van<br />
OC&W plaats te vind<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> aantal Iederwijs-schol<strong>en</strong> is dit onlangs gebeurd. De oprichter<br />
van Flor<strong>en</strong>cius kiest er bewust voor om ge<strong>en</strong> gebruik te mak<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> omdat dit<br />
volg<strong>en</strong>s hem te veel beperking<strong>en</strong> oplegt.<br />
Voor introductie van <strong>marktwerking</strong> mét blijv<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> bekostiging, kan e<strong>en</strong> systeem van<br />
‘vouchers’ word<strong>en</strong> geïntroduceerd. Dit zijn participatiebudgett<strong>en</strong> die direct aan ouders/leerling<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> uitgekeerd. Ze kunn<strong>en</strong> deze op de onderwijsmarkt bested<strong>en</strong> naar eig<strong>en</strong> inzicht.<br />
Conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong><br />
In Nederland <strong>en</strong> specifiek in het onderwijs zijn conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong> e<strong>en</strong> populair beleidsinstrum<strong>en</strong>t.<br />
Hoewel de juridische status niet geheel duidelijk is, word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> conv<strong>en</strong>ant de afsprak<strong>en</strong><br />
vastgelegd die voortkom<strong>en</strong> uit <strong>over</strong>leg tuss<strong>en</strong> <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke actor<strong>en</strong>, gericht<br />
op het bereik<strong>en</strong> van beleidsdoel<strong>en</strong> die door alle partij<strong>en</strong> als zinvol <strong>en</strong> kansrijk word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>.<br />
De schriftelijke vastlegging b<strong>en</strong>adrukt vooral de int<strong>en</strong>tie van alle betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> om tot uitvoering<br />
van de afsprak<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>te voorbeeld<strong>en</strong> zijn het Conv<strong>en</strong>ant Aktieplan Leerkracht<br />
(2008), Conv<strong>en</strong>ant Kinderopvang (2006) <strong>en</strong> regionale conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong> Arbeidsmarktbeleid.<br />
17 Bron: www.regering.nl<br />
31
Lumpsum<br />
Bekostiging<br />
(personeel,materieel,<br />
arbeidsmarktbeleid)<br />
Schoolbegeleiding<br />
Achterstandsbeleid<br />
Huisvesting<br />
Ministerie OC&W<br />
School<br />
(bestuur)<br />
Geme<strong>en</strong>te<br />
Vrijwillige<br />
ouderbijdrage<br />
Toezicht<br />
Ouders/leerling<strong>en</strong><br />
Figuur 3.1: Spelers <strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het Primair Onderijs<br />
3.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong><br />
Volledige<br />
bekostiging<br />
Bank<strong>en</strong>/<br />
Investeerders<br />
Privaat bekostigde<br />
school<br />
Onderwijsinspectie<br />
Leerplichtambt<strong>en</strong>aar<br />
(geme<strong>en</strong>te)<br />
Onder <strong>marktwerking</strong> in het primair onderwijs wordt hier verstaan: meer vraagsturing <strong>en</strong>/of meer<br />
ruimte voor private initiatiev<strong>en</strong> c.q. private bekostiging.<br />
Private initiatiev<strong>en</strong> in het onderwijs, onafhankelijk van bekostiging door de <strong>over</strong>heid, hebb<strong>en</strong> in<br />
Nederland geleid tot felle maatschappelijke <strong>en</strong> politieke debatt<strong>en</strong>. Onder andere <strong>over</strong> gestage<br />
groei van het aantal Iederwijs-schol<strong>en</strong>. Iederwijs is e<strong>en</strong> vernieuw<strong>en</strong>d onderwijssysteem –<br />
waarbij leerling<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> leerweg vormgev<strong>en</strong> – dat op e<strong>en</strong> aantal particuliere schol<strong>en</strong> wordt<br />
toegepast. De eerste begon in 2000, inmiddels zijn het er <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong>. De schol<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
door ouders zelf bekostigd. In de Volkskrant spreekt CDA Kamerlid De Vries de vrees uit dat<br />
honderd<strong>en</strong>, straks mogelijk duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> door gebrekkig onderwijs uit de boot dreig<strong>en</strong> te<br />
vall<strong>en</strong>: “Dat kunn<strong>en</strong> we niet op zijn beloop lat<strong>en</strong>”.<br />
Meer vergaande variant<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> we inmiddels ook, zoals het Flor<strong>en</strong>cius initiatief. Flor<strong>en</strong>cius<br />
begint in e<strong>en</strong> wijkc<strong>en</strong>trum in Bussum, maar de school moet uiteindelijk uitgroei<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />
landelijke ket<strong>en</strong> van privaat gefinancierde basisschol<strong>en</strong>. Op Flor<strong>en</strong>cius is de intake str<strong>en</strong>g.<br />
Kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gedragsstoornis bijvoorbeeld word<strong>en</strong> niet toegelat<strong>en</strong>. Ouders betal<strong>en</strong><br />
€12.500 per kind per jaar. Voor de aanloopkost<strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> investeringsmaatschappij die er geld<br />
in steekt. Ook de privaat gefinancierde Flor<strong>en</strong>cius school leidt tot e<strong>en</strong> heftig politiek debat. SP<br />
Kamerlid Nathalie de Rooij zegt t<strong>en</strong> tijde van de op<strong>en</strong>ing van de eerste school: “Door particulier<br />
onderwijs toe te staan <strong>en</strong> het <strong>publieke</strong> onderwijs te verwaarloz<strong>en</strong>, gaan we naar steeds grotere<br />
tweedeling in het onderwijs”.<br />
32
Rode draad bij de verschill<strong>en</strong>de initiatiev<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> is e<strong>en</strong> roep naar meer<br />
“vraagsturing”. Ouders will<strong>en</strong> door deze initiatiev<strong>en</strong> het heft in hand<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer kwaliteit<br />
afdwing<strong>en</strong> voor het onderwijs aan hun kinder<strong>en</strong>. De Onderwijsraad signaleert e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />
maatschappelijke tr<strong>en</strong>d om activiteit<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid <strong>over</strong> te hevel<strong>en</strong> naar de markt, vanuit<br />
teleurstelling (bijvoorbeeld <strong>over</strong> de beperkte maakbaarheid van de sam<strong>en</strong>leving), maar ook als<br />
positieve keuze (vanwege kost<strong>en</strong>beheersing <strong>en</strong> invloed van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).<br />
Walter Etty: “het onderwijs zou e<strong>en</strong> voorbeeld moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> aan de rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong> in<br />
de zorgsector. De introductie van <strong>marktwerking</strong> is daar voortvar<strong>en</strong>d opgepakt. Overig<strong>en</strong>s<br />
betek<strong>en</strong>t <strong>marktwerking</strong> voor mij vooral vraagsturing. Dit levert meer eig<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>schap voor<br />
burgers, e<strong>en</strong> goedkoper systeem, minder <strong>over</strong>heidsbemoei<strong>en</strong>is <strong>en</strong> meer kans<strong>en</strong> op kwaliteit<br />
doordat prestatiesturing zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. De bevoogd<strong>en</strong>de rol van de <strong>over</strong>heid is na 100 jaar<br />
emancipatie achterhaald.”<br />
Ook door de politiek word<strong>en</strong> andere vorm<strong>en</strong> van vraagsturing met e<strong>en</strong> meer privaat karakter<br />
bestudeerd <strong>en</strong> uitgedrag<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld is e<strong>en</strong> “vouchersysteem“ voor het onderwijs. Dit zou<br />
vorm krijg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> persoonsgebond<strong>en</strong> budget, bijvoorbeeld voor specifieke groep<strong>en</strong>, met name<br />
achterstandsleerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> die extra zorg behoev<strong>en</strong>. De invulling zal per<br />
onderwijssector verschill<strong>en</strong>, de systematiek is hetzelfde. Doelstelling is daarbij om de schol<strong>en</strong> -<br />
meer dan met de huidige bekostigingsvorm het geval is - onder druk te zett<strong>en</strong> om<br />
vraaggestuurd te werk<strong>en</strong>.<br />
Aanleiding voor het onderzoek<strong>en</strong> van alternatieve financieringswijz<strong>en</strong> door de politiek zijn zowel<br />
de geluid<strong>en</strong> uit de sam<strong>en</strong>leving als de vraag vanuit de <strong>over</strong>heid hoe de onderwijssector het<br />
beste georganiseerd kan word<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke sturing(sinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) het beste resultaat oplevert.<br />
De vraag hierbij is of de politiek weerstand kan bied<strong>en</strong> aan de ‘totalitaire verleiding’ 18 . De<br />
WRR 19 gaat ervan uit dat de <strong>over</strong>heid bepaalt wat het <strong>publieke</strong> belang is. Private initiatiev<strong>en</strong> in<br />
het onderwijs zijn voor hun bekostiging niet afhankelijk van de <strong>over</strong>heid. Idealiter zou de<br />
<strong>over</strong>heid daar moet<strong>en</strong> bijstur<strong>en</strong> door het zelfreinig<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> de intrinsieke ethiek van de<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die werkzaam zijn binn<strong>en</strong> het domein te stimuler<strong>en</strong>. Op deze wijze blijft e<strong>en</strong> domein<br />
zich verbond<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> met <strong>en</strong> verantwoordelijk voel<strong>en</strong> voor de eig<strong>en</strong> intrinsieke <strong>publieke</strong><br />
<strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />
Kete Kervezee: “De signaalwerking van private initiatiev<strong>en</strong> als Iederwijs <strong>en</strong> Flor<strong>en</strong>tius binn<strong>en</strong> het<br />
primair onderwijs is belangrijk. We moet<strong>en</strong> ons afvrag<strong>en</strong> voor welk ong<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> dit signaal staat.<br />
Ik kijk naar deze initiatiev<strong>en</strong> als feedback op ons reguliere onderwijsaanbod <strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong><br />
alternatief daarvoor. E<strong>en</strong> signaal is volg<strong>en</strong>s mij dat de vrijheid van onderwijs is gebruikt als<br />
vergoelijking voor de slechte kwaliteit van sommige schol<strong>en</strong>. We moet<strong>en</strong> durv<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat<br />
ding<strong>en</strong> niet acceptabel zijn, maar <strong>marktwerking</strong> is in het onderwijs niet de oplossing. Juist in het<br />
onderwijs <strong>en</strong> de zorg zijn individu<strong>en</strong> te kwetsbaar om ze <strong>over</strong> te lat<strong>en</strong> aan de markt.”<br />
Naast meer <strong>marktwerking</strong> zijn er tot slot ook t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van meer bureaucratische sturing te<br />
zi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t voorbeeld is te zi<strong>en</strong> in de geme<strong>en</strong>te Nijmeg<strong>en</strong>. In Nijmeg<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ouders<br />
hun kind voortaan bij e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal meldingspunt aanmeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet meer bij de basisschool<br />
naar hun keuze. De bedoeling is achterstandsleerling<strong>en</strong> beter te spreid<strong>en</strong>.<br />
18 P. Friss<strong>en</strong> (2007): De staat van het verschil: e<strong>en</strong> kritiek van de gelijkheid. Van G<strong>en</strong>nep.<br />
19 WRR (2000): Het borg<strong>en</strong> van publiek belang.<br />
33
Nijmeg<strong>en</strong> is daarmee de eerste geme<strong>en</strong>te die dwing<strong>en</strong>d optreedt bij de schoolkeuze voor<br />
kansarme <strong>en</strong> kwetsbare kinder<strong>en</strong> 20 .<br />
3.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
Ook in deze casusbeschrijving van het primair onderwijs word<strong>en</strong> eerst de belangrijkste <strong>publieke</strong><br />
<strong>waard<strong>en</strong></strong> geschetst die aan de orde zijn in deze onderwijssector. Ook wordt aangegev<strong>en</strong> waar<br />
zich risico’s <strong>en</strong> kans<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong> bij meer <strong>marktwerking</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s wordt in beeld gebracht<br />
wat de pot<strong>en</strong>tiële impact van <strong>marktwerking</strong> is op de realisatie van deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />
Keuzevrijheid <strong>en</strong> maatwerk<br />
Kans<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> zijn meer mogelijkhed<strong>en</strong> voor differ<strong>en</strong>tiatie <strong>en</strong> optimaal maatwerk<br />
voor verschill<strong>en</strong>de doelgroep<strong>en</strong>. Dit leidt tot e<strong>en</strong> betere vraagsturing: aanbod volgt vraag in<br />
plaats van subsidiestroom. Risico’s zijn dat e<strong>en</strong> warboel aan verschill<strong>en</strong>de onderwijsvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
initiatiev<strong>en</strong> ontstaat, waardoor kiez<strong>en</strong> steeds moeilijker wordt. Ook kan <strong>marktwerking</strong> leid<strong>en</strong> tot<br />
het verdwijn<strong>en</strong> van niet r<strong>en</strong>dabele onderwijsvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus tot minder keuzemogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
maatwerk.<br />
Het onderwijs di<strong>en</strong>t betaalbaar te zijn<br />
Met <strong>marktwerking</strong> ontstaat de kans dat meerdere belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (bedrijfslev<strong>en</strong>, werkgevers,<br />
sponsoring) financieel gaan participer<strong>en</strong>. Onderwijs k<strong>en</strong>t daarmee meerdere<br />
financieringsbronn<strong>en</strong> dan alle<strong>en</strong> ‘belastinggeld’, e<strong>en</strong> verlichting voor de staatskas of e<strong>en</strong> grotere<br />
kapitaalskracht voor onderwijs. Efficiëntere organisatie kan tot lagere kost<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
consum<strong>en</strong>t krijgt <strong>en</strong> ervaart meer waar voor zijn geld. Risico is dat onderwijs ook duurder kan<br />
word<strong>en</strong> als gevolg van <strong>marktwerking</strong>. Bijvoorbeeld omdat meer tuss<strong>en</strong>person<strong>en</strong> in de ‘handel<br />
van onderwijs’ betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, die daar ook aan moet<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> (marketeers, wervers, ..).<br />
Het onderwijs moet in e<strong>en</strong> veilige omgeving aangebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
De kans doet zich voor dat <strong>marktwerking</strong> meer financiële mogelijkhed<strong>en</strong> doet ontstaan voor de<br />
inhuur van beveiligingsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Risico is dat veiligheid e<strong>en</strong> keuze wordt, ge<strong>en</strong> garantie.<br />
Kwaliteit van onderwijs is gegarandeerd<br />
Kans<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> zijn geleg<strong>en</strong> in (vraag)specialisatie, betere aansluiting op<br />
vervolgonderwijs, e<strong>en</strong> hoger r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t, meer ruimte voor de ontwikkeling van excell<strong>en</strong>tie <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> grotere betrokk<strong>en</strong>heid van ouders <strong>en</strong> leerling bij het onderwijs. Risico’s zijn dat e<strong>en</strong>duidig<br />
toezicht op de kwaliteit moeilijker wordt <strong>en</strong> er grotere kwaliteitsverschill<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in<br />
onderwijsaanbod. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan concurr<strong>en</strong>tie op prijs de kwaliteitszorg onder druk zett<strong>en</strong>.<br />
Primair onderwijs di<strong>en</strong>t naast e<strong>en</strong> cognitieve basis ook e<strong>en</strong> opvoedkundige basis te<br />
legg<strong>en</strong> voor het functioner<strong>en</strong> in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving<br />
E<strong>en</strong> kans van <strong>marktwerking</strong> is het ontstaan van nieuwe onderwijsrichting<strong>en</strong> die zich juist meer<br />
richt op de opvoedkundige basis van onderwijs. Risico’s zijn er ook: er ontstaan ‘geslot<strong>en</strong>’<br />
system<strong>en</strong> van onderwijs, doelgroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> niet meer in contact met<br />
elkaars wereld<strong>en</strong>, segregatie neemt toe. Fundam<strong>en</strong>tele onderwijsstroming<strong>en</strong> waarbij andere<br />
doelgroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> meer ruimte. Bov<strong>en</strong>matige aandacht voor de<br />
‘vraagkant’ (<strong>en</strong> meer zegg<strong>en</strong>schap van ouders) kan bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste gaan van het<br />
professionele gezag, hetge<strong>en</strong> niet altijd in het belang van het kind is.<br />
20 http://www.nrc.nl/binn<strong>en</strong>land/article2149141.ece/Nijmeg<strong>en</strong>_gaat_leerling<strong>en</strong>_beter_spreid<strong>en</strong><br />
34
Er vindt voldo<strong>en</strong>de innovatie plaats in het onderwijs<br />
Marktwerking biedt kans<strong>en</strong> voor innovatie: ontwikkeling van niche product<strong>en</strong> (bijv. nieuwe<br />
lesmethod<strong>en</strong>) binn<strong>en</strong> het onderwijs. Risico is dat innovatie juist achterblijft omdat dit te duur is.<br />
Continuïteit in het onderwijs is gegarandeerd, door e<strong>en</strong> aantrekkelijk werkklimaat <strong>en</strong><br />
maatschappelijke erk<strong>en</strong>ning blijv<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> voor het onderwijs om de<br />
kwaliteit <strong>en</strong> continuïteit te kunn<strong>en</strong> waarborg<strong>en</strong>.<br />
Kans<strong>en</strong> zijn dat er meer gevarieerde werkgeleg<strong>en</strong>heid ontstaan met meer kans<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
werkvreugde voor doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> risico is dat onderwijs “handel” wordt, met meer acc<strong>en</strong>t op<br />
winst in plaats van realisatie van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de sam<strong>en</strong>hang in het<br />
onderwijsveld (doorlop<strong>en</strong>de leerlijn<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> afgebrok<strong>en</strong>.<br />
Democratische verantwoording <strong>en</strong> transparantie in besluitvorming, functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />
Kans<strong>en</strong> bij <strong>marktwerking</strong>: ouders word<strong>en</strong> door eig<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> prijsbewust <strong>en</strong> kritischer op het<br />
r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t van onderwijs. M<strong>en</strong> gaat zelf op allerlei manier<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan de verbetering van<br />
onderwijs (reflectie, participatie, zelfbestuur) <strong>en</strong> er ontstaat e<strong>en</strong> hernieuwd maatschappelijk<br />
collectiviteitbesef. Risico’s zijn dat de consum<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> heldere <strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige informatie <strong>over</strong><br />
kwaliteit krijgt. Daarmee ontstaat ge<strong>en</strong> transparante prijs/kwaliteit verhouding.<br />
Medezegg<strong>en</strong>schap van ouders/leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> medewerkers is bij <strong>marktwerking</strong> niet wettelijk<br />
geregeld. Dit laat ruimte voor willekeur <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>zinnig gedrag van directies of bestuurders.<br />
Primair onderwijs di<strong>en</strong>t voor iedere<strong>en</strong> in gelijke mate toegankelijk te zijn<br />
Bij deze waarde do<strong>en</strong> zich met name risico’s voor: bij meer <strong>marktwerking</strong> is deze waarde in het<br />
geding omdat niet iedere particuliere school voor iedere<strong>en</strong> betaalbaar zal zijn of<br />
toelatingscriteria hanteert waardoor de toegankelijkheid belemmerd wordt. Dit heeft effect op<br />
andere <strong>waard<strong>en</strong></strong>, zoals we hierna zull<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />
3.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
Eerder zijn de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in het kader van het primair onderwijs besprok<strong>en</strong>.<br />
Wij beschrijv<strong>en</strong> hier de effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> op deze kern<strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />
Het primair onderwijs di<strong>en</strong>t betaalbaar te zijn<br />
In theorie wordt de waarde van betaalbaarheid van onderwijs het beste gedi<strong>en</strong>d met<br />
<strong>marktwerking</strong>. Uitgangspunt is dan dat er sprake is van r<strong>en</strong>dabele of winstgev<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>.<br />
Zonder de inzet van <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> is dit in het primair onderwijs vaak niet het geval. Voor<br />
introductie van <strong>marktwerking</strong> mét blijv<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> bekostiging wordt e<strong>en</strong> systeem van<br />
‘vouchers’ gesuggereerd 21 . Hierbij wordt <strong>over</strong>heidsfinanciering in de vorm van<br />
participatiebudgett<strong>en</strong> direct in hand<strong>en</strong> van de klant (ouder/leerling) gegev<strong>en</strong>. Dit leidt tot<br />
betaalbaarheid in combinatie met keuzevrijheid.<br />
Echter, de rationaliteit van keuze wordt in diverse interviews bestred<strong>en</strong> (zie keuzevrijheid).<br />
21 Interviews met Roel in ’t Veld <strong>en</strong> Walter Etty.<br />
35
Roel in ’t Veld: “het vouchersysteem gaat uit van het realiser<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> binn<strong>en</strong> het<br />
reguliere onderwijssysteem. Voor hoger onderwijs zou dit de vraagsturing kunn<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong><br />
omdat daar vouchers kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besteed aan gediffer<strong>en</strong>tieerde opleiding<strong>en</strong> met<br />
verschill<strong>en</strong>de prijz<strong>en</strong> waarbij de stud<strong>en</strong>t het surplus zelf betaalt. Bij het primair onderwijs b<strong>en</strong> ik<br />
ge<strong>en</strong> voorstander van die vorm van differ<strong>en</strong>tiatie. Daar bestaat par<strong>en</strong>tal choice; de ouders kunn<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> school kiez<strong>en</strong>.”<br />
Voorlopige conclusie 1:<br />
Voor betaalbaarheid heeft <strong>marktwerking</strong> e<strong>en</strong> gunstig effect voor z<strong>over</strong> het economisch<br />
r<strong>en</strong>dabele activiteit<strong>en</strong> betreft. Introductie van <strong>marktwerking</strong> met blijv<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> bekostiging<br />
kan door e<strong>en</strong> systeem van ‘vouchers’ (participatiebudget). Met deze interv<strong>en</strong>tie kunn<strong>en</strong> ook ‘niet<br />
r<strong>en</strong>dabele’ onderwijsactiviteit<strong>en</strong> tot <strong>marktwerking</strong> <strong>over</strong>gaan. De impact hiervan op de realisatie<br />
van <strong>over</strong>ige <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> komt later aan bod.<br />
Kwaliteit van onderwijs is gegarandeerd<br />
De <strong>publieke</strong> waarde ‘kwaliteit’ zou gedi<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> zijn bij meer <strong>marktwerking</strong>. Bij <strong>marktwerking</strong><br />
zijn er grotere drijfver<strong>en</strong> voor ‘excell<strong>en</strong>te’ variant<strong>en</strong> van onderwijs waardoor aan de bov<strong>en</strong>kant<br />
beter gescoord wordt. Tegelijkertijd zal aan de onderkant de concurr<strong>en</strong>tieslag verlor<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
door slecht prester<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong>. Deze zull<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>.<br />
Kwaliteit (onderwijsoutcome) is echter niet alle<strong>en</strong> afhankelijk van de kwaliteit van het aanbod 22 .<br />
Voor de kwaliteit van onderwijsoutcome blijkt de omgeving (de klasg<strong>en</strong>oot) minst<strong>en</strong>s zo<br />
bepal<strong>en</strong>d. Aan <strong>marktwerking</strong> is onlosmakelijk segregatie van doelgroep<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>. De<br />
initiatiev<strong>en</strong> die er nu al zijn ton<strong>en</strong> dit ook aan. Dit betek<strong>en</strong>t, dat waar <strong>marktwerking</strong> de kans<strong>en</strong> op<br />
kwaliteitsverhog<strong>en</strong>d onderwijs voor de één vergroot, de kans op kwalitatief goed onderwijs voor<br />
de ander wordt verkleind. De ‘kansrijke’ raakt uit het zicht van de ‘kansarme’. In het onderwijs is<br />
de betere leerling mede bepal<strong>en</strong>d voor de kwaliteit van onderwijs van de minder goede leerling.<br />
30% zwakke leerling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> klas word<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> hoger niveau getild door 70% sterke<br />
leerling<strong>en</strong>. Voorbij deze verhouding ontstaat e<strong>en</strong> zichzelf versterk<strong>en</strong>de negatieve spiraal<br />
waardoor op meta-niveau de gemiddelde kwaliteit van onderwijs daalt.<br />
Kete Kervezee: “Primair Onderwijs is meer dan k<strong>en</strong>nisvermeerdering. Het gaat om lol <strong>en</strong> ler<strong>en</strong>,<br />
sociale vaardighed<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> toerust<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> speler te word<strong>en</strong> in de democratie. Daarvoor is<br />
het nodig situaties te creër<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> elkaar ontmoet<strong>en</strong> <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong>. Dus niet<br />
voorselecter<strong>en</strong>. Ruimte bied<strong>en</strong> aan privaat gefinancierde initiatiev<strong>en</strong> zou dit onderscheid alle<strong>en</strong><br />
maar do<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Ik d<strong>en</strong>k het effect op lange termijn dramatisch zou zijn. Juist in onderwijs is<br />
variëteit <strong>en</strong> daarmee solidariteit van lev<strong>en</strong>sbelang.”<br />
Voorlopige conclusie 2<br />
Waar in theorie de kwaliteit van onderwijs gedi<strong>en</strong>d is bij <strong>marktwerking</strong> blijkt dit wel degelijk<br />
negatieve effect<strong>en</strong> voor dezelfde waarde te hebb<strong>en</strong>. Hier stuit<strong>en</strong> we dan ook op competing<br />
values (binn<strong>en</strong> de waarde kwaliteit). Variëteit in doelgroep <strong>en</strong> solidariteit zijn medebepal<strong>en</strong>d<br />
voor de kwaliteit van onderwijsoutcome. Voor de kwalitatieve kans<strong>en</strong> van het individu positief,<br />
echter op metaniveau - voor de gehele sector – negatief. Beperkt toelat<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong><br />
geeft druk in het systeem <strong>en</strong> houdt daarmee het systeem scherp. Indirect kan dit wel leid<strong>en</strong><br />
tot kwaliteitsverbetering.<br />
22 interviews Kete Kervezee <strong>en</strong> Roel in ’t Veld.<br />
36
Primair onderwijs di<strong>en</strong>t voor iedere<strong>en</strong> in gelijke mate toegankelijk te zijn<br />
In het discours van <strong>marktwerking</strong> in het onderwijs speelt de waarde van ‘toegankelijkheid’ e<strong>en</strong><br />
belangrijke rol. Daarbij wordt deze gekoppeld aan de waarde ‘kwaliteit’ die hiervoor aan de orde<br />
is geweest. Iedere<strong>en</strong> zou in gelijke mate toegang moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> tot het kwalitatief<br />
hoogwaardig onderwijs. Marktwerking veronderstelt meer verschil in aanbod alsook verschil in<br />
prijsvorming <strong>en</strong> daarmee toetredingsmogelijkhed<strong>en</strong>. Bureaucratische mechanism<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
derhalve e<strong>en</strong> beter effect als het gaat om deze combinatie van <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />
Wederom stuit<strong>en</strong> we hier op het verschil tuss<strong>en</strong> theorie <strong>en</strong> empirie.<br />
Kete Kervezee: “Financiële <strong>en</strong> andere barrières bij vorm<strong>en</strong> van particulier onderwijs zorg<strong>en</strong><br />
ervoor dat je niet meer <strong>over</strong>al kunt binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. In onze democratie strev<strong>en</strong> wij juist naar e<strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving. E<strong>en</strong> initiatief als Iederwijs is begrijpelijk als signaal <strong>en</strong> kan inhoudelijk goed<br />
zijn, maar het is slecht voor het totale systeem omdat het de solidariteit verbreekt.”<br />
Voorlopige conclusie 3<br />
Bij het borg<strong>en</strong> van het <strong>publieke</strong> belang ‘toegankelijkheid van primair onderwijs’ zijn<br />
bureaucratische mechanism<strong>en</strong> effectiever dan marktmechanism<strong>en</strong>. Zeker als we deze koppel<strong>en</strong><br />
aan de waarde van ‘kwalitatief hoogwaardig onderwijs’.<br />
Keuzevrijheid van onderwijs<br />
In het huidige systeem van primair onderwijs is e<strong>en</strong> ieder vrij om zelf de schoolkeuze te<br />
bepal<strong>en</strong>. Eind januari 2009 adviseerde de Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid<br />
(WRR) de <strong>over</strong>heid om achterstandsleerling<strong>en</strong> beter te spreid<strong>en</strong>. De WRR stelde to<strong>en</strong> voor<br />
schol<strong>en</strong> met veel kansrijke leerling<strong>en</strong> te dwing<strong>en</strong> ook kwetsbare leerling<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong> 23 . Het<br />
voorbeeld van Nijmeg<strong>en</strong> laat zi<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s is tot meer bureaucratische sturing op dit<br />
aspect. Overig<strong>en</strong>s biedt de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) in artikel 8 concrete<br />
aanknopingspunt<strong>en</strong> op dit gebied (zie onder wet- <strong>en</strong> regelgeving). De Wet Pass<strong>en</strong>d Onderwijs<br />
zal dit alle<strong>en</strong> nog maar versterk<strong>en</strong>.<br />
In de hiërarchie van <strong>waard<strong>en</strong></strong> blijkt keuzevrijheid van onderwijs <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s alle<strong>en</strong> te word<strong>en</strong><br />
voorgestaan zolang de kwaliteit van onderwijs gewaarborgd is.<br />
De Onderwijsraad wil dat er nader onderzoek wordt gedaan naar de effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong>,<br />
maar signaleert wel invloed op de keuzevrijheid (het gevaar van grotere ondoorzichtigheid) <strong>en</strong><br />
gelijkheid (bedreiging van de toegankelijkheid, die <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s pas optreedt bij flinke verhoging<strong>en</strong><br />
van de eig<strong>en</strong> bijdrage).<br />
Voor wat betreft de waarde keuzevrijheid is er ook e<strong>en</strong> andere kant van de medaille.<br />
Verdergaande <strong>marktwerking</strong> kan er toe leid<strong>en</strong> dat bepaalde segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het<br />
onderwijsaanbod verdwijn<strong>en</strong>. In dat geval is er per saldo minder keuzemogelijkheid voor de<br />
klant. Echter aan de ‘vrijheid’ van keuze doet dit niets af.<br />
Voorlopige conclusie 4<br />
Juist op de waarde van keuzevrijheid zijn voorbeeld<strong>en</strong> van meer bureaucratische sturing te zi<strong>en</strong>.<br />
Als reactie op het ontstaan van schol<strong>en</strong> met <strong>over</strong>weg<strong>en</strong>d ‘kansarme’ leerling<strong>en</strong> wordt meer<br />
<strong>over</strong>heidssturing voorgesteld <strong>en</strong> ook reeds toegepast.<br />
23 WRR (januari 2009): Vertrouw<strong>en</strong> in de school (r83).<br />
37
Dit is in zekere zin e<strong>en</strong> beperking van de keuzevrijheid. Geconcludeerd kan word<strong>en</strong> dat hier e<strong>en</strong><br />
dilemma ontstaat bij de realisatie van de <strong>publieke</strong> waarde ‘keuzevrijheid’. In principe komt<br />
<strong>marktwerking</strong> meer tegemoet aan mogelijkhed<strong>en</strong> voor vraagsturing <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> keuzebepaling.<br />
E<strong>en</strong> gegarandeerd breed aanbod (meer keuzemogelijkheid) is echter (vooral op de langere<br />
termijn) gebaat bij meer bureaucratische sturing.<br />
Het onderwijs voorziet in maatwerk<br />
Voor de <strong>waard<strong>en</strong></strong> van ‘maatwerk’ <strong>en</strong> ‘innovatie’ (zie hierna) wordt het huidige reguliere systeem<br />
van bekostiging als grootste barrière beschouwd. E<strong>en</strong> nadere bestudering van de bekostiging<br />
van het primair onderwijs levert e<strong>en</strong> beeld van vaste kaders <strong>en</strong> strikte sturing. De<br />
geïnterviewd<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong> dit beeld <strong>en</strong> bestempel<strong>en</strong> dit als ingewikkeld, inflexibel <strong>en</strong><br />
beperk<strong>en</strong>d. De waarde van maatwerk, voorzi<strong>en</strong> in individuele behoeft<strong>en</strong>, wordt gezi<strong>en</strong> als de<br />
belangrijkste drijfveer voor rec<strong>en</strong>te initiatiev<strong>en</strong> als Iederwijs <strong>en</strong> Flor<strong>en</strong>cius.<br />
Voorlopige conclusie 5<br />
Geconcludeerd wordt dat maatwerk de belangrijkste drijfveer is achter private initiatiev<strong>en</strong> in het<br />
primair onderwijs. Marktmechanism<strong>en</strong> zijn voor het borg<strong>en</strong> van deze waarde dan ook beter dan<br />
bureaucratische mechanism<strong>en</strong>. In het reguliere systeem is de bekostigingssystematiek e<strong>en</strong><br />
grote barrière voor het voorzi<strong>en</strong> in individuele behoeft<strong>en</strong>. Wellicht verandert dit met de Wet<br />
Pass<strong>en</strong>d Onderwijs (bureaucratische sturing).<br />
Er vindt voldo<strong>en</strong>de innovatie plaats in het onderwijs<br />
Belangrijkste drempel voor innovatief vermog<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het reguliere systeem is de<br />
bekostigingssystematiek. Hoewel innovatie door de <strong>over</strong>heid wordt geëntameerd blijk<strong>en</strong> de<br />
instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (tijdelijke doelsubsidies) hun doel niet te bereik<strong>en</strong>. Marktwerking zal e<strong>en</strong> positieve<br />
bijdrage hebb<strong>en</strong> aan het innovatief vermog<strong>en</strong> van het onderwijs.<br />
Harry Starr<strong>en</strong>: ”Het is ess<strong>en</strong>tieel om variëteit uit te lokk<strong>en</strong>, die maakt de kans op innovatie groter.<br />
Daartoe zoud<strong>en</strong> nieuwe onderwijsvorm<strong>en</strong> tijdelijk extra financiering moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> om zodo<strong>en</strong>de<br />
vanuit het aanbod te inn<strong>over</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> niet (alle<strong>en</strong>) vanuit de vraag.”<br />
Voorlopige conclusie 6<br />
Marktmechanism<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> meer adaptief <strong>en</strong> innovatief vermog<strong>en</strong> dan bureaucratische<br />
mechanism<strong>en</strong>. Mits variëteit blijv<strong>en</strong>d wordt uitgelokt. Markt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook leid<strong>en</strong> tot<br />
e<strong>en</strong>vormigheid.<br />
Tot slot<br />
De <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> ‘betaalbaarheid, maatwerk <strong>en</strong> innovatie’ van primair onderwijs zijn<br />
gedi<strong>en</strong>d bij meer <strong>marktwerking</strong>. De waarde ‘kwaliteit’ is in zichzelf e<strong>en</strong> competing value. Wat<br />
goed is voor het individu, is nadelig voor het gehele systeem.<br />
Het PISA-onderzoek 24 toont aan dat Nederland redelijk tot goed scoort voor de gemiddelde<br />
leerling, matig voor de excell<strong>en</strong>te leerling <strong>en</strong> slecht voor de zwakke leerling. Marktwerking zou<br />
de excell<strong>en</strong>te leerling waarschijnlijk beter bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zou zelfs voor de zwakke leerling e<strong>en</strong><br />
verbetering kunn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de grote midd<strong>en</strong>groep zull<strong>en</strong> er nadelige gevolg<strong>en</strong> zijn.<br />
Ook de waarde ’keuzevrijheid’ geeft e<strong>en</strong> dilemma weer. Marktwerking geeft ruimte voor<br />
vraagsturing, echter kan t<strong>en</strong> koste gaan van e<strong>en</strong> gegarandeerd breed aanbod.<br />
24 OESO (2006): Programme for International Stud<strong>en</strong>t Assessm<strong>en</strong>t.<br />
38
Bij het borg<strong>en</strong> van het <strong>publieke</strong> belang ‘toegankelijkheid van primair onderwijs’ zijn<br />
bureaucratische mechanism<strong>en</strong> effectiever dan marktmechanism<strong>en</strong>.<br />
3.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Op dit mom<strong>en</strong>t wordt vooral geleund op wet- <strong>en</strong> regelgeving om <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in het primair<br />
onderwijs te borg<strong>en</strong>. Uit de voorlopige conclusies blijkt dat sommige <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gebaat<br />
zijn bij het versterk<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> in het onderwijs. Andere <strong>waard<strong>en</strong></strong> echter kom<strong>en</strong> in<br />
gevaar bij meer <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> soms is er sprake van competing values. De vraag is aan de<br />
orde welke (beleids)instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet om <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> die onder druk<br />
kom<strong>en</strong> te staan toch te realiser<strong>en</strong> of positieve effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> te vergrot<strong>en</strong>.<br />
Kwaliteit <strong>en</strong> toegankelijkheid<br />
Kwaliteit <strong>en</strong> toegankelijkheid blijk<strong>en</strong> de meest dominante <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> binn<strong>en</strong> het primair<br />
onderwijs. Iedere<strong>en</strong> zou in gelijke mate toegang moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> tot kwalitatief hoogwaardig<br />
primair onderwijs. Deze <strong>waard<strong>en</strong></strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> t<strong>en</strong> minste gewaarborgd te zijn. Beide <strong>waard<strong>en</strong></strong> blijk<strong>en</strong><br />
onder druk te staan als het gaat om verdere <strong>marktwerking</strong> in het primair onderwijs. Kwaliteit van<br />
onderwijs is daarbij meer dan emotionele <strong>en</strong> verstandelijke ontwikkeling. In de wet is immers de<br />
integrale opgave vastgelegd, die tev<strong>en</strong>s behelst het verwerv<strong>en</strong> van sociale, culturele <strong>en</strong><br />
lichamelijke vaardighed<strong>en</strong>, het opgroei<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> pluriforme sam<strong>en</strong>leving, actief burgerschap <strong>en</strong><br />
sociale integratie <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> van <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nismak<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
cultur<strong>en</strong> van leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.<br />
De code ‘Goed Onderwijs, Goed Bestuur’ richt zich vooral op het borg<strong>en</strong> van de kwaliteit van<br />
het onderwijs door middel van goed bestuur <strong>en</strong> het aflegg<strong>en</strong> van horizontale verantwoording.<br />
K<strong>en</strong>nis van de mogelijke effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> op de kwaliteit <strong>en</strong> toegankelijkheid van<br />
onderwijs is daarmee cruciaal. In theorie is de kwaliteit van onderwijs gedi<strong>en</strong>d bij <strong>marktwerking</strong>.<br />
Bij <strong>marktwerking</strong> zijn er grotere drijfver<strong>en</strong> voor ‘excell<strong>en</strong>tie’ van onderwijs waardoor aan de<br />
bov<strong>en</strong>kant beter gescoord wordt. Tegelijkertijd zal aan de onderkant de concurr<strong>en</strong>tieslag<br />
verlor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door slecht prester<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong>. Ook geeft het beperkt toelat<strong>en</strong> van<br />
<strong>marktwerking</strong> druk in het systeem <strong>en</strong> houdt daarmee het systeem scherp. Indirect kan dit leid<strong>en</strong><br />
tot kwaliteitsverbetering.<br />
Echter het onbedoelde nev<strong>en</strong>effect van segregatie van doelgroep<strong>en</strong> kan groot zijn. Variëteit in<br />
doelgroep <strong>en</strong> solidariteit zijn medebepal<strong>en</strong>d voor de kwaliteit van onderwijsoutcome.<br />
Bureaucratische mechanism<strong>en</strong> zoals de Wet Pass<strong>en</strong>d Onderwijs, e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal aanmeldpunt <strong>en</strong><br />
quota voor achterstandsleerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de segregatie van doelgroep<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gaan.<br />
Interv<strong>en</strong>ties met vouchers, subsidies, fonds<strong>en</strong> <strong>en</strong> beurz<strong>en</strong><br />
Marktwerking met <strong>publieke</strong> bekostiging kan in de vorm van e<strong>en</strong> vouchersysteem. In theorie<br />
maakt dit meer vraagsturing mogelijk. De vraag is echter of e<strong>en</strong> vouchersysteem tegemoet komt<br />
aan de kwaliteitsproblem<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> aan de roep om meer vraagsturing.<br />
Introductie van e<strong>en</strong> vouchersysteem garandeert niet dat er voldo<strong>en</strong>de kwaliteit <strong>en</strong> capaciteit in<br />
het primair onderwijs beschikbaar is of komt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> onbedoelde nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> van<br />
e<strong>en</strong> dergelijk systeem niet word<strong>en</strong> onderschat. Ervaring leert dat persoonsgebond<strong>en</strong> budgett<strong>en</strong><br />
veel uitvoeringsproblem<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Per saldo gaat het om miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> individuele<br />
subsidiestrom<strong>en</strong> met alle consequ<strong>en</strong>ties van fraudegevoeligheid <strong>en</strong> foutmarges die daarbij<br />
hor<strong>en</strong>.<br />
39
Andere combinatievorm<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> met (gedeeltelijke) bekostiging van <strong>publieke</strong><br />
belang<strong>en</strong> zijn subsidies <strong>en</strong> fonds<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld om bij e<strong>en</strong> privaat initiatief segregatie teg<strong>en</strong> te<br />
gaan. Dit zou zelfs gepaard kunn<strong>en</strong> gaan met subsidiëring die afhankelijk is van ‘quota’ van<br />
verschill<strong>en</strong>de economische doelgroep<strong>en</strong>. Flor<strong>en</strong>cius werkt aan e<strong>en</strong> systeem van beurz<strong>en</strong> die<br />
door bedrijv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verstrekt. De vraag blijft dan wel welke criteria hiervoor geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> of het<br />
effect (positief of negatief) van ‘naming and shaming’ daarmee wordt ondervang<strong>en</strong>. Beurz<strong>en</strong><br />
zoud<strong>en</strong> <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s ook binn<strong>en</strong> het regulier onderwijs (meer) kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast om extra<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>.<br />
Harry Starr<strong>en</strong>:”Og<strong>en</strong>schijnlijk vrijwillige bijdrag<strong>en</strong> van ouders in het primair onderwijs zijn in<br />
pot<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> perverse prikkel. Wat zich voordoet als vrijwillig, wordt verplicht door naming and<br />
shaming van ouders die de bijdrag<strong>en</strong> niet (kunn<strong>en</strong>) betal<strong>en</strong>. Segregatie <strong>en</strong> stigmatisering ligg<strong>en</strong><br />
op de loer. Fonds<strong>en</strong> <strong>en</strong> fellowships zoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oplossing kunn<strong>en</strong> zijn. Maar ook fonds<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> vergelijkbare uitwerking hebb<strong>en</strong>.”<br />
Toezicht, g<strong>over</strong>nance, transparantie<br />
Naast het toepass<strong>en</strong> van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) <strong>en</strong> het doorvoer<strong>en</strong> van de<br />
gevolg<strong>en</strong> van het wetsvoorstel “Goed Onderwijs, Goed Bestuur”, zoud<strong>en</strong> andere<br />
beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn: de creatie van e<strong>en</strong> perman<strong>en</strong>t <strong>over</strong>legcircuit met<br />
verteg<strong>en</strong>woordigers van <strong>over</strong>heid, gebruikers <strong>en</strong> maatschappelijke organisaties of het in staat<br />
stell<strong>en</strong> van maatschappelijke organisaties om aandel<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong>. Het wetsvoorstel<br />
Maatschappelijke Onderneming stuurt in die richting.<br />
Kete Kervezee, n reactie op het wetsvoorstel ‘goed onderwijs, goed bestuur’ (g<strong>over</strong>nance): “Wij<br />
vind<strong>en</strong> het e<strong>en</strong> goede zaak dat de bestur<strong>en</strong> in het onderwijs word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> op hun<br />
onderwijsresultat<strong>en</strong>. Maar in dit wetsvoorstel vind<strong>en</strong> we de balans e<strong>en</strong>zijdig doorslaan naar<br />
ingrijp<strong>en</strong> bij ontoereik<strong>en</strong>de kwaliteit. In plaats van stimuler<strong>en</strong>d toezicht krijgt de Inspectie e<strong>en</strong><br />
controler<strong>en</strong>de taak. Er spreekt weinig vertrouw<strong>en</strong> uit in het onderwijsveld <strong>en</strong> de professionalisering<br />
van het bestuur. Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die werk<strong>en</strong> zijn: b<strong>en</strong>chmarking (op onderwijsresultat<strong>en</strong>),<br />
leerresultat<strong>en</strong> met<strong>en</strong> <strong>en</strong> hierop reager<strong>en</strong>, nabije feedback, bijvoorbeeld van ouders, toelever<strong>en</strong>de<br />
schol<strong>en</strong> of vervolgonderwijs. De Inspectie is e<strong>en</strong> laatste instrum<strong>en</strong>t.”<br />
Schoolbestur<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> verantwoording af aan het Ministerie (jaarverslag), de<br />
Onderwijsinspectie (periodiek kwaliteitsonderzoek), ouders, leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> personeel (via de<br />
medezegg<strong>en</strong>schapsraad). Het particulier onderwijs heeft zijn eig<strong>en</strong> organisaties opgericht om<br />
de kwaliteit te bewak<strong>en</strong> of verbeter<strong>en</strong>. Het Platform van aangewez<strong>en</strong>/erk<strong>en</strong>de<br />
onderwijsinstelling<strong>en</strong> in Nederland (PAEPON) stelt zich als doel de kwaliteit van het particulier<br />
onderwijs inzichtelijker te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kwaliteit te bevorder<strong>en</strong>.<br />
Publiek aandeelhouderschap<br />
Publiek aandeelhouderschap lijkt e<strong>en</strong> voor de hand ligg<strong>en</strong>de vorm om inspraak <strong>en</strong> transparantie<br />
te regel<strong>en</strong> bij private bekostiging, waar ouders daadwerkelijk zelf het onderwijs aan hun kind<br />
bekostig<strong>en</strong>. Ook bij het regulier primair onderwijs krijgt dit instrum<strong>en</strong>t feitelijk vorm, hoewel het<br />
anders heet. Zowel via de WMS als via de horizontale verantwoording die wordt geregeld in het<br />
wetsvoorstel Goed Onderwijs, Goed Bestuur, word<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> andere stakeholders uit de<br />
schoolomgeving steeds meer in de rol van aandeelhouders geplaatst <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zij invloed op<br />
het beleid dat door de school wordt gevoerd.<br />
40
3.7 Conclusies<br />
Competing values<br />
Meer <strong>marktwerking</strong> in het primair onderwijs is ge<strong>en</strong> onschuldige keuze. Het onderzoek naar de<br />
effect<strong>en</strong> op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> toont aan dat er sprake is van concurrer<strong>en</strong>de <strong>waard<strong>en</strong></strong>. Soms is<br />
er zelfs sprake van concurr<strong>en</strong>tie binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> waarde. Zo is bij de <strong>publieke</strong> waarde kwaliteit e<strong>en</strong><br />
verschil in het individueel belang versus het algeme<strong>en</strong> belang. De juiste mix van <strong>marktwerking</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsregulering kan bijdrag<strong>en</strong> aan het waarborg<strong>en</strong> van belangrijke <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />
Interv<strong>en</strong>ties<br />
De <strong>waard<strong>en</strong></strong> kwaliteit, keuzevrijheid <strong>en</strong> toegankelijkheid kom<strong>en</strong> onder druk te staan bij meer<br />
<strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> om beleidsinterv<strong>en</strong>ties. Hiertoe zijn diverse mogelijkhed<strong>en</strong>. Voor<br />
<strong>marktwerking</strong> met (gedeeltelijke) bekostiging van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld<br />
vouchers ingezet word<strong>en</strong> of subsidies <strong>en</strong> fonds<strong>en</strong>. Met fonds<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> privaat initiatief kan<br />
segregatie teg<strong>en</strong> gegaan word<strong>en</strong>, waardoor niet alle<strong>en</strong> voor kansrijk<strong>en</strong>, maar voor de gehele<br />
populatie verbetering<strong>en</strong> gerealiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dit zou gepaard kunn<strong>en</strong> gaan met<br />
subsidiëring die afhankelijk is van ‘quota’ van verschill<strong>en</strong>de economische doelgroep<strong>en</strong> per<br />
school. Ook deze (combinatie van) interv<strong>en</strong>ties kunn<strong>en</strong> <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s tot onbedoelde nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong><br />
leid<strong>en</strong> (bijv. stigmatisering).<br />
Vrijwel alle beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ondersteund of versterkt door de inzet van<br />
conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong>. Deze do<strong>en</strong> vooral e<strong>en</strong> beroep op betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> expliciter<strong>en</strong> de gezam<strong>en</strong>lijke<br />
verantwoordelijkheid voor het bereik<strong>en</strong> van bepaalde resultat<strong>en</strong>. Daarmee kan dit instrum<strong>en</strong>t<br />
e<strong>en</strong> bedrage lever<strong>en</strong> aan het verzacht<strong>en</strong> van mogelijke negatieve effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong>.<br />
E<strong>en</strong> hiërarchie in <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
Naast ‘competing values’ ontstaat ook e<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> hiërarchie in <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. Meer<br />
keuzevrijheid wordt bijvoorbeeld alle<strong>en</strong> voorgestaan mits de kwaliteit van onderwijs<br />
gegarandeerd is. In die zin is de waarde ‘kwaliteit’ dus dominant. Het onderzoek laat meer van<br />
dergelijke verhouding<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. Constante is dat veel afgemet<strong>en</strong> wordt aan<br />
borging van de kwaliteit van onderwijs, waarbij ‘toegankelijkheid’ als e<strong>en</strong> ‘conditio sine qua non’<br />
wordt beschouwd.<br />
De rationaliteit van keuze<br />
E<strong>en</strong> belangrijk motief voor meer <strong>marktwerking</strong> in het primair onderwijs is de waarde<br />
‘keuzevrijheid’. Ook hier doet zich e<strong>en</strong> dilemma voor. Marktwerking geeft ruimte voor<br />
vraagsturing maar kan t<strong>en</strong> koste gaan van e<strong>en</strong> gegarandeerd breed aanbod.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het onderscheid tuss<strong>en</strong> de drijfver<strong>en</strong> van de markt <strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid niet altijd zo<br />
groot als op het eerste gezicht lijkt. Markt<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> niet altijd tot concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
gevarieerder aanbod <strong>en</strong> private onderneming<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> niet altijd slecht op maatschappelijke<br />
verantwoordelijkheid.<br />
Harry Starr<strong>en</strong>: “Ook markt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> t<strong>en</strong>der<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong>vormigheid door het imiter<strong>en</strong> van<br />
success<strong>en</strong>. Niet zeld<strong>en</strong> ontstaat er e<strong>en</strong> gelijkvormigheid met concurr<strong>en</strong>tie op trivialiteit<strong>en</strong>.<br />
Paradoxaal aan ons d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> de markt droomt iedere ondernemer van e<strong>en</strong> monopolie <strong>en</strong><br />
streeft dus in wez<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de markt.”<br />
41
Ook wordt de rationaliteit van complexe keuzes ernstig gerelativeerd. In ’t Veld wijst op de<br />
‘hidd<strong>en</strong> blueprint’ 25 . Aangetoond is dat sociaal economisch zwakker<strong>en</strong> gemiddeld meer kiez<strong>en</strong><br />
voor ‘lagere’ verwijzing<strong>en</strong>, onafhankelijk van intellig<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>iveau. Starr<strong>en</strong> verwijst naar de<br />
relativiteit van de bereidheid <strong>en</strong> objectiviteit van keuzes. Hij beschrijft de keuzestrategie van<br />
‘satisficing’. 26 Hierbij wordt door ‘de klant’ niet zo zeer gestreefd naar e<strong>en</strong> optimale keuze als<br />
wel naar e<strong>en</strong> intuïtief gevoel e<strong>en</strong> goede keuze te mak<strong>en</strong>.<br />
Harry Starr<strong>en</strong>: “De rationaliteit van keuze bestaat niet. Uit onderzoek blijkt dat wij complexe<br />
keuzes intuïtief mak<strong>en</strong>. Als je m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vraagt naar de beste viswinkel hebb<strong>en</strong> ze hun antwoord<br />
mete<strong>en</strong> klaar, terwijl ze feitelijk maar één viswinkel k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus niet rationeel kunn<strong>en</strong><br />
vergelijk<strong>en</strong>. Dit relativeert de waarde van vrijheid van keuze.”<br />
E<strong>en</strong> alternatief…<br />
Bij het onderzoek<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> in het primair onderwijs kan ook gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar<br />
e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> kernactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor<strong>waard<strong>en</strong></strong>schepp<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>. Juist in de<br />
randvoorwaardelijke sfeer zou <strong>marktwerking</strong> e<strong>en</strong> kwaliteitsverhog<strong>en</strong>d effect kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. In<br />
de sector wordt al gekek<strong>en</strong> naar mogelijkhed<strong>en</strong> voor <strong>marktwerking</strong> als het gaat om<br />
ondersteun<strong>en</strong>de functies (schoonmaak, huisvesting, veiligheid, ICT).<br />
De Onderwijsraad zegt in haar rapport ’Marktwerking onder voor<strong>waard<strong>en</strong></strong>’: “Verplichte onderdel<strong>en</strong><br />
van het primair <strong>en</strong> voortgezet onderwijs di<strong>en</strong><strong>en</strong> door de <strong>over</strong>heid gefinancierd te word<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
private financiering moet volg<strong>en</strong>s de Raad zoveel mogelijk word<strong>en</strong> ingezet voor 'niet-<br />
kernactiviteit<strong>en</strong>' zoals tijdelijke project<strong>en</strong> (in plaats van vaste tak<strong>en</strong>) <strong>en</strong> onderwijsondersteuning (in<br />
plaats van onderwijs-inhoudelijke invloed). Opvall<strong>en</strong>d g<strong>en</strong>oeg zegg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> apart deelonderzoek<br />
ook externe geldschieters dat ze zich liefst niet bemoei<strong>en</strong> met andere dan extra tak<strong>en</strong>.”<br />
“Marktwerking vergroot effect<strong>en</strong> van uitsluiting, de opgave is insluiting”<br />
Het primair onderwijs staat onder druk. In januari 2009 zijn er 108 zeer zwakke schol<strong>en</strong> in<br />
Nederland. Er zijn meer dan één miljo<strong>en</strong> functionele analfabet<strong>en</strong>. Interv<strong>en</strong>tie richting e<strong>en</strong><br />
grotere kwaliteit van onderwijs wordt vooralsnog gepleegd door e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>ger toezicht door de<br />
Onderwijsinspectie <strong>en</strong> extra inzet door schoolbestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De mogelijke bijdrage<br />
van <strong>marktwerking</strong> aan kwalitatief beter primair onderwijs moet serieus bezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Harry Starr<strong>en</strong>: “Onderwijs heeft de kracht van insluiting maar de verleiding van uitsluiting. E<strong>en</strong><br />
hoog selectief onderwijssysteem vermindert de som van de opbr<strong>en</strong>gst. Profijtelijk voor individuele<br />
groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> schadelijk voor de sam<strong>en</strong>leving als geheel. Het huidige onderwijssysteem is e<strong>en</strong><br />
uitsluitingsdrama, mede als gevolg van de continue beoordelingscultus. Onderzoek van Rob<br />
Mart<strong>en</strong>s wijst uit dat Nederlanders tot hun 40ste lev<strong>en</strong>sjaar zo’n 4000 keer word<strong>en</strong> beoordeeld.<br />
Het huidige reguliere primair onderwijs zet hiervoor de toon <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t dus e<strong>en</strong> terechte<br />
problematiek. Marktwerking zal al snel leid<strong>en</strong> tot meer segregatie van doelgroep<strong>en</strong>. Meer kans<br />
voor topontwikkeling <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> in eig<strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong>. Echter ook de effect<strong>en</strong> van uitsluiting zull<strong>en</strong><br />
vergoot word<strong>en</strong>. Dit terwijl de grote opgave van het onderwijsveld “insluiting” is van scholier<strong>en</strong> die<br />
de boot dreig<strong>en</strong> te miss<strong>en</strong>. Dit verhoudt zich moeizaam met <strong>marktwerking</strong>.”<br />
Als het gaat om de bekostiging van het primair onderwijs door de <strong>over</strong>heid, de waarde<br />
‘betaalbaarheid’ voor de sam<strong>en</strong>leving, moet word<strong>en</strong> bedacht dat ‘return on investm<strong>en</strong>t’ wordt<br />
bepaald aan de voorkant, niet aan de achterkant. Het kost vele mal<strong>en</strong> meer e<strong>en</strong> leerling die<br />
25 interview Roel in ’t Veld.<br />
26 interview Harry Starr<strong>en</strong>.<br />
42
voortijdig uitvalt of onderpresteert weer erbov<strong>en</strong> op te help<strong>en</strong>, dan om e<strong>en</strong> leerling ‘bij de les’ te<br />
houd<strong>en</strong> door (extra) inspanning voordat dit gebeurt. E<strong>en</strong> maatschappij kan zich dus ook van uit<br />
economisch oogpunt ge<strong>en</strong> kwalitatief ondermaats primair onderwijs veroorlov<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede<br />
basis voor zo veel mogelijk m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> is maatschappelijk meer waard (outcome) dan e<strong>en</strong><br />
(mogelijk) betere basis voor e<strong>en</strong> kleiner deel van de doelgroep.<br />
Slot<strong>over</strong>weging<br />
Dat er verbetering<strong>en</strong> mogelijk <strong>en</strong> nodig zijn in het primair onderwijs is duidelijk. Marktwerking<br />
kan hierbij op onderdel<strong>en</strong> zeker e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Echter, meer <strong>marktwerking</strong> in het primair<br />
onderwijs kan grote consequ<strong>en</strong>ties hebb<strong>en</strong> voor de borging van e<strong>en</strong> aantal <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />
Consequ<strong>en</strong>ties die slechts t<strong>en</strong> dele zijn weg te nem<strong>en</strong> met de inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de <strong>en</strong>e interv<strong>en</strong>tie, weer e<strong>en</strong> andere uitlokk<strong>en</strong> (prothese), wat weer kan<br />
dit leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> cumulatie van beleid <strong>en</strong> regelgeving. De paradox doet zich voor dat<br />
<strong>marktwerking</strong> wel e<strong>en</strong>s tot meer bureaucratie kan leid<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig<br />
bureaucratisch vormgegev<strong>en</strong> primair onderwijsveld.<br />
Dit leidt tot e<strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>de conclusie naar aanleiding van de onderzoeksvraag.<br />
Marktwerking kan t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van voor<strong>waard<strong>en</strong></strong>schepp<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke<br />
bijdrage lever<strong>en</strong> aan het primair onderwijs. Voor het onderwijs zelf kan <strong>marktwerking</strong><br />
leid<strong>en</strong> tot scherpte <strong>en</strong> innovatie binn<strong>en</strong> het systeem in de rol van ‘nichespeler’.<br />
Marktwerking op e<strong>en</strong> groter schaalniveau k<strong>en</strong>t veel meer hak<strong>en</strong> <strong>en</strong> og<strong>en</strong>. Zelfs ferv<strong>en</strong>te<br />
marktd<strong>en</strong>kers zijn deze m<strong>en</strong>ing toegedaan als het gaat om het primair onderwijs.<br />
43
4 SECTOR ENERGIE<br />
4.1 Algeme<strong>en</strong><br />
Winning<br />
brandstoff<strong>en</strong><br />
In de <strong>en</strong>ergiesector doet zich e<strong>en</strong> aantal <strong>en</strong>orme uitdaging<strong>en</strong> voor. De kom<strong>en</strong>de 25 jaar zal de<br />
mondiale <strong>en</strong>ergievraag met meer dan 50% groei<strong>en</strong>. Opkom<strong>en</strong>de economieën zoals China,<br />
India, Rusland <strong>en</strong> Brazilië nem<strong>en</strong> meer dan driekwart van deze groei voor hun rek<strong>en</strong>ing.<br />
Fossiele <strong>en</strong>ergiebronn<strong>en</strong> (aardolie, aardgas <strong>en</strong> ste<strong>en</strong>kool) zull<strong>en</strong> ook in 2030 naar verwachting<br />
nog voor minst<strong>en</strong>s 80% voorzi<strong>en</strong> in de mondiale <strong>en</strong>ergievraag. Het grootste deel van de olie- <strong>en</strong><br />
gasvoorrad<strong>en</strong> bevindt zich bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in land<strong>en</strong> waarmee het lastig is om stabiele relaties te<br />
onderhoud<strong>en</strong>.<br />
Er wordt inmiddels breed ingezet op e<strong>en</strong> transitie naar e<strong>en</strong> meer duurzame <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing.<br />
Echter hiervoor zijn grote investering<strong>en</strong> nodig; met name voor de ontwikkeling van nieuwe<br />
technologieën die winning van <strong>en</strong>ergie uit duurzame bronn<strong>en</strong> (zon, wind, biomassa,<br />
aardwarmte, getijd<strong>en</strong>beweging<strong>en</strong> ,etc.) r<strong>en</strong>dabel moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />
Tegelijkertijd is sinds midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> 90 ingezet op liberalisering van de <strong>en</strong>ergiesector in geheel<br />
Europa. Dit heeft e<strong>en</strong> aantal <strong>en</strong>orme verandering<strong>en</strong> veroorzaakt in de sector. In Nederland zijn<br />
deze verandering<strong>en</strong> voorlopig geculmineerd in de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>over</strong>name van Ess<strong>en</strong>t door het<br />
Duitse RWE <strong>en</strong> de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>over</strong>name van Nuon door het Zweedse Vatt<strong>en</strong>fall. Naar<br />
aanleiding hiervan heeft er e<strong>en</strong> hevig debat plaatsgevond<strong>en</strong> in Nederland: is het wel verstandig<br />
om zulke belangrijke spelers in e<strong>en</strong> strategisch belangrijke sector <strong>over</strong> te lat<strong>en</strong> gaan in<br />
buit<strong>en</strong>landse hand<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zijn de ambities op het gebied van duurzaamheid op deze manier wel<br />
goed te realiser<strong>en</strong>?<br />
In dit hoofdstuk beschouw<strong>en</strong> wij <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> de borging van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in de<br />
<strong>en</strong>ergiesector, meer specifiek de elektriciteitssector. 27<br />
In de onderstaande figuur is de ket<strong>en</strong> in de sector weergegev<strong>en</strong>.<br />
Energieproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Energiehandel<br />
Figuur 4.1: Ket<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector.<br />
Energieleveranciers<br />
Netbeheer<br />
- landelijk (T<strong>en</strong>neT)<br />
- regionaal/lokaal<br />
Wat betreft de introductie van <strong>marktwerking</strong> richt<strong>en</strong> wij ons met name op de productie <strong>en</strong><br />
levering van elektriciteit. Door <strong>marktwerking</strong> is er ook <strong>en</strong>ergiehandel ontstaan tuss<strong>en</strong><br />
produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> leveranciers. Netbeheer (het distributi<strong>en</strong>etwerk) beschouw<strong>en</strong> we in dit<br />
onderzoek alle<strong>en</strong> voor z<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in het geding zijn in relatie tot productie <strong>en</strong><br />
levering. De winning van brandstoff<strong>en</strong> (gas, olie, kol<strong>en</strong>, etc.) <strong>en</strong> het transport van deze<br />
brandstoff<strong>en</strong> (door schep<strong>en</strong>, pijpleiding<strong>en</strong>, etc.) is slechts van belang als externe factor,<br />
aangezi<strong>en</strong> deze plaatsvind<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> mondiale schaal.<br />
27 De gassector - ook onderdeel van de <strong>en</strong>ergiesector - lat<strong>en</strong> we verder buit<strong>en</strong> beschouwing.<br />
44<br />
Klant<strong>en</strong>/afnemers<br />
- kleinverbruikers<br />
- bedrijv<strong>en</strong>
Door middel van literatuuronderzoek, het bijwon<strong>en</strong> van bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> 28 <strong>en</strong> interviews zijn we<br />
nagegaan hoe de rec<strong>en</strong>te verandering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> uitgepakt voor <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in de<br />
<strong>en</strong>ergiesector.<br />
We hebb<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> met de volg<strong>en</strong>de experts:<br />
• dhr. R. (Rob) van Rees, directeur Gre<strong>en</strong>choice<br />
• dhr. P. (Peter) Aubert, secretaris Energieraad<br />
• dhr. T. (Tim) Jongbloed, bestuursassist<strong>en</strong>t <strong>en</strong> mw. ing. M.J.E. (Marja) de Hart MPA,<br />
programmamanager Publiek aandeelhouderschap, provincie Noord-Brabant<br />
• dhr. dr. ir. L. (Laur<strong>en</strong>s) de Vries, associate professor wholesale electricity market TU Delft.<br />
In het vervolg van dit hoofdstuk gaan we eerst gaan in op het beleid in de sector sinds midd<strong>en</strong><br />
jar<strong>en</strong> 90, gericht op e<strong>en</strong> proces van liberalisering <strong>en</strong> meer <strong>marktwerking</strong>. Dan staan we stil bij<br />
de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in de <strong>en</strong>ergiesector. Vervolg<strong>en</strong>s behandel<strong>en</strong> we de effect<strong>en</strong><br />
van <strong>marktwerking</strong> op deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>, waarna we aangev<strong>en</strong> hoe de Nederlandse<br />
<strong>over</strong>heid zou kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> tot sturingsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> beter<br />
waarborg<strong>en</strong> in de sector. We sluit<strong>en</strong> het hoofdstuk af met e<strong>en</strong> korte conclusie.<br />
4.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in de <strong>en</strong>ergiesector<br />
Europese doelstelling<strong>en</strong><br />
Vanuit de Europese Unie is midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> 90 e<strong>en</strong> proces van liberalisering van de <strong>en</strong>ergiesector<br />
in gang gezet. Het doel hiervan was te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> goedwerk<strong>en</strong>de markt voor <strong>en</strong>ergie op<br />
Europese schaal om op lange termijn e<strong>en</strong> betrouwbare <strong>en</strong> betaalbare <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing zeker<br />
te stell<strong>en</strong>.<br />
Er wordt daarnaast ingezet op de ontvlechting van de netwerk<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van productie <strong>en</strong><br />
levering. Onafhankelijk netwerkbeheer leidt tot eerlijker concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> op<br />
het gebied van levering (immers, nieuwe toetreders zijn dan niet langer afhankelijk van het<br />
netwerk van concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).<br />
Tegelijkertijd moet het concurr<strong>en</strong>tietoezicht goed georganiseerd word<strong>en</strong> (via toezichthouders/<br />
mededingingsautoriteit<strong>en</strong>) <strong>en</strong> zal het nodig zijn om toezicht steeds meer gr<strong>en</strong>s<strong>over</strong>schrijd<strong>en</strong>d te<br />
lat<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>, want er ontstaan spelers die <strong>over</strong> heel Europa actief zijn.<br />
Nederlandse wet- <strong>en</strong> regelgeving<br />
In Nederland is het Europese beleid <strong>over</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de Elektriciteitswet (1998) <strong>en</strong> de Gaswet<br />
(2000). Per 2004 is de <strong>en</strong>ergiemarkt geheel geliberaliseerd: consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vanaf dat<br />
mom<strong>en</strong>t vrije keuze tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de leveranciers.<br />
In de Wet Onafhankelijk Netbeheer (ook wel bek<strong>en</strong>d als de Splitsingswet, 2006) is bepaald dat<br />
de <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> per 2011 hun activiteit<strong>en</strong> op het gebied van netbeheer moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
afgesplitst.<br />
Publiek aandeelhouderschap<br />
De grootste <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> in Nederland (Ess<strong>en</strong>t, Nuon, Eneco <strong>en</strong> Delta) zijn op dit mom<strong>en</strong>t<br />
nog in hand<strong>en</strong> van provincies <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zodra de splitsing tuss<strong>en</strong> netbeheer <strong>en</strong> productie<br />
& levering voltooid is, zal het netwerkbedrijf verplicht in <strong>publieke</strong> hand<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Provincies <strong>en</strong><br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn echter vrij om te bepal<strong>en</strong> of zij hun aandel<strong>en</strong> in het productie- <strong>en</strong> leveringsbedrijf<br />
28 Debat Private initiatiev<strong>en</strong> in het <strong>publieke</strong> domein, 29 januari 2009 (De Publieke Zaak <strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging voor<br />
Bestuurskunde), Alumnidag MPA, 17 april 2009 (<strong>NSOB</strong>), Discussie <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong>, 20 mei 2009 (Next G<strong>en</strong>eration<br />
Infrastructures), Landelijk Congres der Bestuurskunde, 25 mei 2009 (Ver<strong>en</strong>iging voor Bestuurskunde)<br />
45
Provincies,<br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Provincies,<br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
houd<strong>en</strong> of verkop<strong>en</strong>. Ess<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Nuon zull<strong>en</strong> waarschijnlijk binn<strong>en</strong>kort verkocht word<strong>en</strong> aan<br />
respectievelijk het Duitse RWE <strong>en</strong> het Zweedse Vatt<strong>en</strong>fall. E<strong>en</strong> belangrijke <strong>over</strong>weging voor de<br />
betrokk<strong>en</strong> provincies <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hierbij is, dat bij verdergaande concurr<strong>en</strong>tie op de<br />
<strong>en</strong>ergiemarkt<strong>en</strong> de commerciële <strong>en</strong> financiële risico’s to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Dit maakt het<br />
aandeelhouderschap minder aantrekkelijk.<br />
T<strong>en</strong> opzichte van productie <strong>en</strong> levering is het belangrijk om te constater<strong>en</strong> dat het<br />
netwerkbeheer/het <strong>en</strong>ergietransport ge<strong>en</strong> vrije markt k<strong>en</strong>t, maar (<strong>publieke</strong>) monopolist<strong>en</strong>.<br />
In de figuur hieronder is weergegev<strong>en</strong> welke <strong>over</strong>heidspartij<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn bij de<br />
<strong>en</strong>ergiesector, <strong>en</strong> welke beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zij inzett<strong>en</strong>.<br />
Leveranciers<br />
fossiele grondstoff<strong>en</strong><br />
Energieproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Energiemarkt<br />
Netbeheerder<br />
- landelijk (T<strong>en</strong>neT)<br />
Klant<strong>en</strong>/afnemers<br />
- kleinverbruikers<br />
- bedrijv<strong>en</strong><br />
CO 2<br />
Energieleveranciers<br />
Publiek<br />
aandeelhouderschap<br />
Netbeheerders<br />
Publiek - regionaal/lokaal<br />
aandeelhouderschap<br />
emissierecht<strong>en</strong><br />
Subsidies<br />
duurzaamheid<br />
Beoordeling<br />
nut <strong>en</strong> noodzaak<br />
investering<strong>en</strong><br />
Vergunning<strong>en</strong><br />
betrouwbaarheid<br />
Beoordeling<br />
kwaliteit<br />
efficiëntie<br />
Beoordeling<br />
kwaliteit<br />
efficiëntie<br />
Figuur 4.2: Spelers <strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector<br />
Energiekamer<br />
(toezichthouder)<br />
Bepal<strong>en</strong> emissi<strong>en</strong>orm<strong>en</strong><br />
Toezichthouder<br />
S<strong>en</strong>ter Novem<br />
46<br />
Nedl. Emissieautoriteit<br />
Ministerie<br />
VROM<br />
Ministerie EZ<br />
Beleidsacc<strong>en</strong>t duurzaamheid<br />
Duurzaamheid krijgt e<strong>en</strong> steeds promin<strong>en</strong>tere plaats in het beleid. De Europese Commissie<br />
heeft als doel gesteld de uitstoot van CO2 in 2020 met 20% gereduceerd te hebb<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte<br />
van 1990. Ook moet 20% van de gebruikte <strong>en</strong>ergie uit duurzame bronn<strong>en</strong> (wind, water, zon <strong>en</strong><br />
biomassa) kom<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> vervuil<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> te betal<strong>en</strong> voor emissierecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong><br />
lidstat<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>de doelstelling<strong>en</strong> om het aandeel duurzame <strong>en</strong>ergie te vergrot<strong>en</strong> <strong>en</strong> de CO2emissies<br />
te reducer<strong>en</strong> 29 .<br />
Op 1 januari 2005 is in de EU e<strong>en</strong> systeem van CO2-emissiehandel van start gegaan. Bedrijv<strong>en</strong><br />
krijg<strong>en</strong> emissierecht<strong>en</strong> voor hun CO2-emissies toebedeeld; wanneer hun CO2-uitstoot bov<strong>en</strong><br />
29 Europese Commissie (2007): Gro<strong>en</strong>boek ‘Naar e<strong>en</strong> duurzaam, competitief <strong>en</strong> zeker Europees <strong>en</strong>ergiebeleid’
deze norm uitkomt, moet<strong>en</strong> zij extra recht<strong>en</strong> kop<strong>en</strong> van andere bedrijv<strong>en</strong> of van de <strong>over</strong>heid. Dit<br />
instrum<strong>en</strong>t is bedoeld om negatieve externe effect<strong>en</strong> (milieuvervuiling) te internaliser<strong>en</strong>.<br />
In het Energierapport 2008 word<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiebesparing <strong>en</strong> duurzame <strong>en</strong>ergie door het kabinet<br />
c<strong>en</strong>traal gesteld vanwege de bijdrage aan e<strong>en</strong> schone <strong>en</strong> betrouwbare <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing. Met<br />
de regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE, budget in 2009 is ruim 2,5 miljard euro) wordt<br />
aan investeerders in duurzame <strong>en</strong>ergie voor e<strong>en</strong> langjarige periode het verschil vergoed tuss<strong>en</strong><br />
de kostprijs van 'reguliere' <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> duurzame <strong>en</strong>ergie. Gro<strong>en</strong>e <strong>en</strong>ergieleveranciers zoals<br />
Gre<strong>en</strong>choice faciliter<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (bedrijv<strong>en</strong>, maar ook particuliere investeerders) om gebruik<br />
te mak<strong>en</strong> van deze subsidie. Door de subsidie is gro<strong>en</strong>e stroom ondanks de hogere<br />
productiekost<strong>en</strong> op de inkoopmarkt ev<strong>en</strong> duur als ‘grijze’ stroom. Voor opties die niet schoon<br />
zijn, maar wél bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> betrouwbare <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> mitiger<strong>en</strong>de<br />
maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zoals de afvang <strong>en</strong> opslag van CO2.<br />
Ook op het gebied van netwerkbeheer werk<strong>en</strong> deze duurzaamheidsregels door. In Nederland<br />
zull<strong>en</strong> de Elektriciteitswet <strong>en</strong> de Gaswet zodanig word<strong>en</strong> aangepast dat netbeheerders word<strong>en</strong><br />
verplicht om duurzaam opgewekte elektriciteit met voorrang <strong>over</strong> de nett<strong>en</strong> te transporter<strong>en</strong>.<br />
4.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong><br />
Het doel van de introductie van <strong>marktwerking</strong> op Europese schaal was het zekerstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
betrouwbare <strong>en</strong> betaalbare <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing op lange termijn. Betaalbaarheid zou positief<br />
word<strong>en</strong> beïnvloed door de onderlinge concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de daardoor optred<strong>en</strong>de efficiëntie.<br />
Grotere betrouwbaarheid zou ontstaan doordat <strong>en</strong>ergie door meerdere partij<strong>en</strong> wordt geleverd;<br />
afhankelijkheid van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele speler zou hiermee kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Doel<strong>en</strong> op het<br />
gebied van duurzaamheid war<strong>en</strong> bij de introductie van <strong>marktwerking</strong> ge<strong>en</strong> <strong>over</strong>weging.<br />
4.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
Het Energierapport 2008 van het ministerie van Economische Zak<strong>en</strong> spreekt van de drie<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> betrouwbaar, betaalbaar <strong>en</strong> schoon. Wij sprek<strong>en</strong> liever van:<br />
1. Betaalbaarheid<br />
Onder betaalbaarheid wordt verstaan e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing die economisch efficiënt is; zo<br />
laag mogelijke kost<strong>en</strong>, nu <strong>en</strong> op de langere termijn door de best mogelijke inzet van<br />
verschill<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ergiebronn<strong>en</strong>. Ook concurr<strong>en</strong>tiekracht is e<strong>en</strong> belangrijk begrip; het<br />
concurrer<strong>en</strong>d speelveld voor bedrijv<strong>en</strong> moet gelijk zijn voor alle partij<strong>en</strong>. Voor<br />
<strong>en</strong>ergieconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> staat de koopkracht c<strong>en</strong>traal; de <strong>en</strong>ergierek<strong>en</strong>ing moet voor iedere<strong>en</strong><br />
betaalbaar blijv<strong>en</strong>. Betaalbaarheid is het resultaat van efficiëntie <strong>en</strong> vertaalt zich in term<strong>en</strong> van<br />
transactiekost<strong>en</strong>; er is sprake van betaalbare <strong>en</strong>ergie zowel aan de productiekant als aan de<br />
gebruikerskant.<br />
2. Betrouwbaarheid <strong>en</strong> resili<strong>en</strong>ce<br />
Het <strong>en</strong>ergieaanbod di<strong>en</strong>t zeker te zijn. Dit betreft in de allereerste plaats leveringszekerheid, de<br />
mate waarin afnemers onder voorzi<strong>en</strong>bare omstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op <strong>en</strong>ergielevering<br />
(het aanbod moet de wissel<strong>en</strong>de vraag voortdur<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>). Daarnaast is ook de<br />
voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid van belang: de beschikbaarheid van <strong>en</strong>ergiebronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de omvang van<br />
<strong>en</strong>ergiereserves in relatie tot de productiecapaciteit, verbruik <strong>en</strong> geografische spreiding. Wij<br />
47
voeg<strong>en</strong> hieraan toe het aspect van resili<strong>en</strong>ce (veerkracht) om ook in de toekomst - onder<br />
verander<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> crises (“Rusland draait de gaskraan dicht”) - de levering te<br />
kunn<strong>en</strong> garander<strong>en</strong>. Daartoe is van belang dat het netwerk op orde is, maar ook dat<br />
leveringsgaranties bestaan (meer aanbieders <strong>en</strong> betrouwbare aanbieders).<br />
3. Duurzaamheid<br />
Onder schoon wordt verstaan e<strong>en</strong> zo hoog mogelijke milieukwaliteit (of e<strong>en</strong> zo laag mogelijke<br />
uitstoot van CO2, andere broeikasgass<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>over</strong>ige afvalstoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo weinig mogelijk<br />
negatieve effect<strong>en</strong> op landschap, biodiversiteit <strong>en</strong> dergelijke). De waarde ‘duurzaamheid’ gaat<br />
volg<strong>en</strong>s ons verder dan de huidige definitie van ‘schoon’. Met duurzaamheid wordt bedoeld<br />
<strong>en</strong>ergie uit hernieuwbare 'onuitputtelijke' bronn<strong>en</strong>. Om tot transitie naar duurzaamheid te kom<strong>en</strong><br />
is de waarborging van innovatievermog<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke <strong>publieke</strong> waarde.<br />
Overig<br />
Daarnaast geld<strong>en</strong> ook voor de <strong>en</strong>ergiesector diverse andere <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>, zoals universele<br />
di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing, toegankelijkheid, kwaliteitsaspect<strong>en</strong> (milieu, volksgezondheid, veiligheid),<br />
transparantie <strong>en</strong> democratische verantwoording. Deze <strong>waard<strong>en</strong></strong> lat<strong>en</strong> wij buit<strong>en</strong> beschouwing,<br />
omdat zij in relatie tot de huidige grote vraagstukk<strong>en</strong> nauwelijks e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>.<br />
4.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
Het beeld dat uit de interviews, bijgewoonde bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> de literatuur opkomt, is dat de<br />
verandering<strong>en</strong> in de sector nog niet hebb<strong>en</strong> geleid tot e<strong>en</strong> goed werk<strong>en</strong>de Europese<br />
<strong>en</strong>ergiemarkt. De gedachte was dat liberalisering <strong>en</strong> meer <strong>marktwerking</strong> e<strong>en</strong> duidelijk eindpunt<br />
zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, namelijk e<strong>en</strong> situatie met concurrer<strong>en</strong>de productie- <strong>en</strong> leveringsbedrijv<strong>en</strong>,<br />
waarbij de <strong>over</strong>heid optreedt als marktmeester <strong>en</strong> toezicht houdt op e<strong>en</strong> aantal<br />
randvoor<strong>waard<strong>en</strong></strong>. In de praktijk zijn er echter voortdur<strong>en</strong>d beweging<strong>en</strong> die nieuwe interv<strong>en</strong>ties<br />
door de <strong>over</strong>heid nodig mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> die er toe leid<strong>en</strong> dat de marktord<strong>en</strong>ing in de <strong>en</strong>ergiesector<br />
nooit ‘af’ is. Sterker nog, er is sprake van e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de dynamiek die zich niet laat<br />
voorspell<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> belangrijke oorzaak van deze dynamiek is geleg<strong>en</strong> in het feit dat de liberalisering van de<br />
<strong>en</strong>ergiesector door de Europese lidstat<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d wordt vormgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
verschill<strong>en</strong>d tempo plaatsvindt. De Nederlandse <strong>over</strong>heid is zeer voortvar<strong>en</strong>d geweest in het<br />
doorvoer<strong>en</strong> van het EU-beleid <strong>en</strong> loopt met het implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> splitsing tuss<strong>en</strong><br />
leverings- <strong>en</strong> netwerkbedrijv<strong>en</strong> zelfs vooruit op Europese verplichting<strong>en</strong>. De Nederlandse markt<br />
is daardoor relatief op<strong>en</strong> <strong>en</strong> biedt veel mogelijkhed<strong>en</strong> voor buit<strong>en</strong>landse <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong>. Veel<br />
andere land<strong>en</strong> zijn echter minder zuiver in de leer <strong>en</strong> stur<strong>en</strong> er op aan om voor hun<br />
<strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> zoveel mogelijk strategisch voordeel te hal<strong>en</strong> in de nieuwe pan-Europese<br />
markt. Het gevolg is dat er nog beslist ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> Europees ‘level playing field’.<br />
De ambitie om tot e<strong>en</strong> Europese vrije markt te kom<strong>en</strong> wordt verder belemmerd door<br />
beperking<strong>en</strong> in het <strong>en</strong>ergi<strong>en</strong>etwerk. Niet de Europese gr<strong>en</strong>s, maar de netwerkbarrières zijn in<br />
de huidige situatie de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de handelsgebied<strong>en</strong>. Dit wordt veroorzaakt doordat de<br />
<strong>en</strong>ergie-infrastructuur vanaf het lokale niveau is opgebouwd. Hierdoor is sprake van e<strong>en</strong><br />
48
mozaïek van verschill<strong>en</strong>de praktijk<strong>en</strong>, technische standaard<strong>en</strong>, economische organisatie <strong>en</strong><br />
regulering 30 .<br />
Door deze onvolkom<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> in de Europese <strong>en</strong>ergiemarkt heeft liberalisering <strong>en</strong> <strong>marktwerking</strong><br />
in Nederland e<strong>en</strong> andere uitwerking dan vooraf werd gedacht. Hieronder werk<strong>en</strong> we de effect<strong>en</strong><br />
van liberalisering <strong>en</strong> meer <strong>marktwerking</strong> uit op de drie kern<strong>waard<strong>en</strong></strong>, zoals we die b<strong>en</strong>oemd<br />
hebb<strong>en</strong> in paragraaf 4.3.<br />
Betaalbaarheid<br />
Liberalisering <strong>en</strong> <strong>marktwerking</strong> zijn vooral ingezet t<strong>en</strong> behoeve van de betaalbaarheid: in theorie<br />
komt er door meer concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> nieuwe toetreders druk op de prijs <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong><br />
efficiënter word<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer invester<strong>en</strong> in (kost<strong>en</strong>bespar<strong>en</strong>de) innovaties. In de Nederlandse<br />
<strong>en</strong>ergiesector zijn er inderdaad veel nieuwe partij<strong>en</strong> toegetred<strong>en</strong>, zowel in de productie als de<br />
levering. Buit<strong>en</strong>landse spelers zoals RWE, E.on, Gas de France Suez, Interg<strong>en</strong>, Dong, etc.<br />
hebb<strong>en</strong> nu <strong>en</strong>ergiec<strong>en</strong>trales in Nederland. Oxxio, Gre<strong>en</strong>choice, Energie:Direct zijn <strong>en</strong>kele van<br />
de nieuw toegetred<strong>en</strong> leveranciers.<br />
Uit het Onderzoek Marktwerkingbeleid (2008) van het Ministerie van Economische Zak<strong>en</strong> 31 blijkt<br />
dat meer <strong>marktwerking</strong> inderdaad heeft geleid tot meer efficiëntie. De productie van elektriciteit<br />
is efficiënter geword<strong>en</strong>, met name doordat de <strong>over</strong>capaciteit is afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> sinds bedrijv<strong>en</strong> zelf<br />
risico-inschatting<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de risico’s kunn<strong>en</strong> diversifiër<strong>en</strong> door slimme inkoop (nieuwe<br />
product<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe institutionele arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, bijvoorbeeld de <strong>en</strong>ergiebeurz<strong>en</strong> APX <strong>en</strong><br />
Endex). Onduidelijk is echter of deze doelmatigheidswinst<strong>en</strong> doorgegev<strong>en</strong> zijn aan de<br />
gebruikers. Doordat de Nederlandse markt gek<strong>en</strong>merkt wordt door e<strong>en</strong> beperkt aantal grote<br />
spelers, is het mogelijk dat deze efficiëntiewinst<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> belangrijk deel t<strong>en</strong> goede zijn<br />
gekom<strong>en</strong> aan de productie- <strong>en</strong> leveringsbedrijv<strong>en</strong> zelf.<br />
Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat tariefregulering van de netwerk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duidelijk positieve<br />
invloed heeft gehad op transportkost<strong>en</strong> 32 .<br />
E<strong>en</strong> risico wat betreft de betaalbaarheid op de langere termijn is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de verdergaande<br />
schaalvergroting in de sector. Op Europees niveau blijk<strong>en</strong> inmiddels <strong>en</strong>kele zeer grote bedrijv<strong>en</strong><br />
te ontstaan die in meerdere land<strong>en</strong> actief zijn <strong>en</strong> vaak de gehele ket<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> (productie,<br />
transport <strong>en</strong> levering). Deze bedrijv<strong>en</strong> zijn vaak (grot<strong>en</strong>deels) in <strong>publieke</strong> hand<strong>en</strong>, bezitt<strong>en</strong><br />
veelal nog hun eig<strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekkelijk weinig concurr<strong>en</strong>tie te ducht<strong>en</strong> op hun<br />
thuismarkt<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> gevolg van het feit dat liberalisering in veel Europese land<strong>en</strong> nog niet<br />
volledig is doorgevoerd, <strong>en</strong> er dus nog ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> level playing field. “Nederland is<br />
bezig met het importer<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong>landse oligopolies 33 ”.<br />
Bij verdere schaalvergroting <strong>en</strong> verdere integratie in de <strong>en</strong>ergieket<strong>en</strong> (productie, transport,<br />
levering <strong>en</strong> mogelijk ook grondstofwinning - olie, gas, ste<strong>en</strong>kol<strong>en</strong>, etc.) wordt de machtspositie<br />
van deze partij<strong>en</strong> nog groter. Effectief mededingingsbeleid door de Nederlandse <strong>over</strong>heid zal<br />
dan lastiger of zelfs ontoereik<strong>en</strong>d zijn; hoe moet de nationale <strong>over</strong>heid immers kaders stell<strong>en</strong><br />
30 M.P.C. Weijn<strong>en</strong> & L.J. de Vries (december 2004) : Future infrastructural provisions for Europe, Report of Workshop 4<br />
of the confer<strong>en</strong>ce Pres<strong>en</strong>t Needs, Future Options – Issues and topics for transnational foresight, D<strong>en</strong> Haag.<br />
31 Ministerie van Economische Zak<strong>en</strong> (februari 2008): Onderzoek Marktwerkingsbeleid,.<br />
32 De Energiekamer (pres<strong>en</strong>tatie de heer Plug (directeur Energiekamer) tijd<strong>en</strong>s Nationaal Energie Forum, 29 november<br />
2008) heeft berek<strong>en</strong>d dat doelmatig netbeheer als gevolg van regulering in 2010 tot EUR 6 miljard cumulatieve<br />
tariefsverlaging zal hebb<strong>en</strong> geleid. Overig<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> de prijz<strong>en</strong> nog verder dal<strong>en</strong> (tot zo’n EUR 30 miljo<strong>en</strong> op jaarbasis)<br />
als de buit<strong>en</strong>landverbinding<strong>en</strong> efficiënter word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut (NMa (2007): Monitor Energiemarkt<strong>en</strong> 2007).<br />
33 Interview Laur<strong>en</strong>s de Vries<br />
49
aan internationale, grote <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong>? Des te belangrijker is dat toezicht op Europese<br />
schaal vorm krijgt <strong>en</strong> is geharmoniseerd.<br />
De betaalbaarheid van elektriciteit is echter niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> functie van efficiëntie in de ket<strong>en</strong>,<br />
maar vooral ook van verschuiving<strong>en</strong> in vraag <strong>en</strong> aanbod op de mondiale markt voor brandstoff<strong>en</strong>. In<br />
de jar<strong>en</strong> 2004-2008 zijn de prijz<strong>en</strong> van met name olie <strong>en</strong> gas buit<strong>en</strong>gewoon hoog geweest, wat in<br />
deze periode uiteindelijk e<strong>en</strong> sterk negatief effect heeft gehad op de <strong>over</strong>all betaalbaarheid.<br />
Verwacht wordt dat de vraag naar fossiele brandstoff<strong>en</strong> in de kom<strong>en</strong>de periode aan zal trekk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> tot zeker 2030 aanhoud<strong>en</strong>d hoog zal zijn als gevolg van de economische groei die land<strong>en</strong><br />
als China, India, Rusland <strong>en</strong> Brazilië zull<strong>en</strong> doormak<strong>en</strong>. Het aanbod zal ge<strong>en</strong> gelijke tred<br />
kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat de betaalbaarheid van elektriciteit door deze externe factor<strong>en</strong><br />
op (middel)lange termijn onder druk zal kom<strong>en</strong> te staan, ondanks de efficiëntievoordel<strong>en</strong> als<br />
gevolg van <strong>marktwerking</strong>.<br />
Voorlopige conclusie 1:<br />
T<strong>en</strong> opzichte van de oude situatie van bureaucratische sturing is sinds de introductie van<br />
<strong>marktwerking</strong> de efficiëntie van productie, transport <strong>en</strong> levering van <strong>en</strong>ergie sterk verbeterd.<br />
Dit heeft e<strong>en</strong> gunstig effect op de betaalbaarheid.<br />
Bij verdere schaalvergroting <strong>en</strong> ket<strong>en</strong>integratie (to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de marktmacht van <strong>en</strong>kele grote<br />
marktpartij<strong>en</strong>, oligopolies) kan de betaalbaarheid echter onder druk kom<strong>en</strong> te staan. De<br />
betaalbaarheid is - bij afhankelijkheid van fossiele brandstoff<strong>en</strong> - bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> sterk afhankelijk<br />
van vraag <strong>en</strong> aanbod op de wereldmarkt voor brandstoff<strong>en</strong>. De efficiëntieverbetering<strong>en</strong> als<br />
gevolg van <strong>marktwerking</strong> zull<strong>en</strong> dus maar beperkt doorwerk<strong>en</strong> op de betaalbaarheid.<br />
Betrouwbaarheid <strong>en</strong> resili<strong>en</strong>ce<br />
De <strong>en</strong>ergi<strong>en</strong>ett<strong>en</strong> zijn na de liberalisering onverminderd betrouwbaar geblev<strong>en</strong>; de gemiddelde<br />
uitvalduur per jaar voor e<strong>en</strong> afnemer is niet gesteg<strong>en</strong> 34 . Door het ontstaan van e<strong>en</strong> Europese<br />
markt <strong>en</strong> de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> interconnectie-capaciteit van de <strong>en</strong>ergi<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Europese<br />
land<strong>en</strong> zijn er meer mogelijkhed<strong>en</strong> om elektriciteit te importer<strong>en</strong> (<strong>en</strong> exporter<strong>en</strong>). Gebruikers zijn<br />
niet langer afhankelijk van levering door het regionale <strong>en</strong>ergiebedrijf; er valt iets te kiez<strong>en</strong>, maar<br />
bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> meerdere partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere leveringszekerheid. Op basis van de rec<strong>en</strong>te<br />
geschied<strong>en</strong>is kan dan ook word<strong>en</strong> geconcludeerd dat <strong>marktwerking</strong> niet t<strong>en</strong> koste is gegaan<br />
van de leveringszekerheid <strong>en</strong> wellicht zelfs iets verbeterd is.<br />
Daarbij wordt de kanttek<strong>en</strong>ing geplaatst dat in de netwerk<strong>en</strong> nog veel investering<strong>en</strong> nodig zijn:<br />
voor betere netwerkverbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Europese stat<strong>en</strong> om daadwerkelijk e<strong>en</strong><br />
elektriciteitsmarkt op Europese schaal mogelijk te mak<strong>en</strong>, maar ook om de <strong>en</strong>ergielevering<br />
meer betrouwbaar <strong>en</strong> robuust te mak<strong>en</strong> (waarbij juist ook dec<strong>en</strong>trale <strong>en</strong>ergieopwekking moet<br />
kunn<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> op het netwerk).<br />
Voor netwerkbedrijv<strong>en</strong> is het daarom nodig om voldo<strong>en</strong>de investeringsvermog<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>.<br />
Veel aandacht gaat om die red<strong>en</strong> uit naar de verdeling van de schuld<strong>en</strong> bij splitsing van<br />
<strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong>. Zo wordt in het geval van Nuon bijna 90 proc<strong>en</strong>t van de langetermijnschuld<strong>en</strong><br />
op de balans van het netwerkbedrijf bijgeschrev<strong>en</strong>. “Dat komt doordat het productie- <strong>en</strong><br />
leveringsbedrijf al e<strong>en</strong> aantal jaar ge<strong>en</strong> nieuwe grote c<strong>en</strong>trales heeft gebouwd. De<br />
kapitaalint<strong>en</strong>sieve activiteit<strong>en</strong> van het netwerkbedrijf k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatief vlakker<br />
investeringspatroon. Het financieringsniveau is daarop afgestemd”, verklaart de woordvoerder<br />
34 Ministerie van Economische Zak<strong>en</strong> (februari 2008): Onderzoek Marktwerkingsbeleid.<br />
50
van Nuon 35 . Inmiddels is bij de goedkeuring van het splitsingsplan van Nuon door het ministerie<br />
van EZ e<strong>en</strong> regeling getroff<strong>en</strong> waarbij <strong>en</strong>kele honderd<strong>en</strong> miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> euro word<strong>en</strong> geïnvesteerd in<br />
het netwerkbedrijf Alliander.<br />
De voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid is voorlopig vooral afhankelijk van de betrouwbare levering <strong>en</strong><br />
aanvoer van brandstoff<strong>en</strong>. Dit impliceert zo veel mogelijk strategische onafhankelijkheid van<br />
Nederland <strong>en</strong> Europa op het gebied van <strong>en</strong>ergie t<strong>en</strong> opzichte van de belangrijkste olie- <strong>en</strong><br />
gasproducer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>. Op dit bestaat de zorg dat door de met <strong>marktwerking</strong> gepaard gaande<br />
privatisering van productie- <strong>en</strong> leveringsbedrijv<strong>en</strong>, bedrijv<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> van<br />
staatsbedrijv<strong>en</strong> (of aan de staat gelieerde bedrijv<strong>en</strong>) uit juist deze olie- <strong>en</strong> gasexporter<strong>en</strong>de<br />
land<strong>en</strong>, waardoor de strategische afhankelijkheid eerder to<strong>en</strong>eemt dan afneemt. Het is<br />
bijvoorbeeld voorstelbaar dat Gazprom of Saudi Aramco, op termijn RWE - de nieuwe eig<strong>en</strong>aar<br />
van Ess<strong>en</strong>t - <strong>over</strong>neemt. Effectieve regulering <strong>en</strong> mededingingsbeleid (zie ook Betaalbaarheid<br />
hierbov<strong>en</strong>) zou echter voldo<strong>en</strong>de moet<strong>en</strong> zijn om ongew<strong>en</strong>ste politieke invloed <strong>en</strong> strategische<br />
afhankelijkheid teg<strong>en</strong> te gaan.<br />
Op langere termijn bestaat het risico dat <strong>marktwerking</strong> e<strong>en</strong> negatief effect heeft op de resili<strong>en</strong>ce.<br />
De Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid 36 wijst er bijvoorbeeld op dat de<br />
doelmatigheidsprikkels als gevolg van concurr<strong>en</strong>tie ertoe kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong><br />
gaan bezuinig<strong>en</strong> op het aanlegg<strong>en</strong> van (brandstof <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie) reserves. Daardoor kunn<strong>en</strong><br />
vraagpiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> crises mogelijk niet word<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong>.<br />
Voorlopige conclusie 2:<br />
Door <strong>marktwerking</strong> op het gebied van productie <strong>en</strong> levering zijn afnemers niet langer afhankelijk<br />
van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele leverancier. Dit leidt tot e<strong>en</strong> positief effect op betrouwbaarheid (met name<br />
leveringszekerheid). Door de nadruk op doelmatigheid kan <strong>marktwerking</strong> op het punt van<br />
resili<strong>en</strong>ce echter negatief uitpakk<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van bureaucratische sturing omdat er minder<br />
red<strong>en</strong> is om reserves aan te legg<strong>en</strong> voor mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van crises <strong>en</strong> vraagpiek<strong>en</strong>.<br />
De voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid (betrouwbare aanvoer <strong>en</strong> levering van brandstoff<strong>en</strong>) <strong>en</strong> strategische<br />
onafhankelijkheid zou niet of nauwelijks geraakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door <strong>marktwerking</strong>, mits het op<br />
Europees niveau lukt om e<strong>en</strong> effectief mededingingsbeleid te ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed toezicht te<br />
organiser<strong>en</strong>.<br />
Betrouwbaarheid is in belangrijke mate afhankelijk van het netwerk. Het netwerkbeheer k<strong>en</strong>t<br />
bureaucratische sturing met monopolies (landelijk netwerk <strong>en</strong> de regionale netwerk<strong>en</strong>) <strong>en</strong> kan<br />
bijdrag<strong>en</strong> aan de voorzi<strong>en</strong>ings- <strong>en</strong> leveringszekerheid.<br />
Duurzaamheid<br />
De duurzaamheidstransitie in de <strong>en</strong>ergiesector is die van e<strong>en</strong> <strong>over</strong>weg<strong>en</strong>de productie in gas- <strong>en</strong><br />
kol<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trales naar e<strong>en</strong> productie op basis van wind, zon, biomassa, getijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> osmose. Dit<br />
zijn de zog<strong>en</strong>aamde duurzame vorm<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ergieproductie. Immers, de bronn<strong>en</strong> zijn oneindig.<br />
Deze transitie vraagt om investering<strong>en</strong> in nieuwe technologieën, zodat ze ook op e<strong>en</strong><br />
doelmatige schaal kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gerealiseerd. Dit op zich is al e<strong>en</strong> grote opgave. Hier<strong>over</strong><br />
zegt de commissie Kist 37 : ‘Om de duurzaamheidsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong> grote<br />
investering<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die (nog) niet r<strong>en</strong>dabel zijn. Om deze investering<strong>en</strong> van de grond te<br />
krijg<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> coher<strong>en</strong>t <strong>en</strong> consist<strong>en</strong>t stimuleringsbeleid nodig dat voldo<strong>en</strong>de zekerheid biedt<br />
voor investeerders.’<br />
35 In FEM Business, jaargang 11, nummer 40, 4 oktober 2008.<br />
36 WRR (Juni 2008), Infrastructures: Time to Invest.<br />
37 Commissie Kist (2008): Publiek Aandeelhouderschap Energiebedrijv<strong>en</strong>.<br />
51
In de praktijk blijkt dan ook dat onder de huidige marktomstandighed<strong>en</strong> het structureel<br />
invester<strong>en</strong> in duurzaamheid zonder inzet van <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> moeilijk van de grond komt.<br />
Grote <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> zijn niet bereid om als eerste grootschalig te invester<strong>en</strong>, omdat dit<br />
prijsverhog<strong>en</strong>d werkt <strong>en</strong> daarmee de eig<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tiepositie verzwakt. E<strong>en</strong> effect van<br />
<strong>marktwerking</strong> is wel dat ‘duurzaamheid’ e<strong>en</strong> criterium is geword<strong>en</strong> op basis waarvan<br />
leveranciers zich kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Er zijn dan ook inmiddels bedrijv<strong>en</strong> ontstaan die zich<br />
uitsluit<strong>en</strong>d richt<strong>en</strong> op duurzame <strong>en</strong>ergie. Echter ook voor deze bedrijv<strong>en</strong> geldt dat ze alle<strong>en</strong><br />
effectief de concurr<strong>en</strong>tie aan kunn<strong>en</strong> gaan bij de gratie van subsidiëring op duurzame<br />
<strong>en</strong>ergieproductie door de <strong>over</strong>heid.<br />
De transitie naar e<strong>en</strong> meer duurzame <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing zal niet alle<strong>en</strong> afhankelijk zijn van<br />
investering<strong>en</strong> in nieuwe technologieën. Ook moet<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van dec<strong>en</strong>trale <strong>en</strong>ergieopwekking<br />
geaccommodeerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> individuele ondernemer of burger kan dan zelf <strong>en</strong>ergie<br />
opwekk<strong>en</strong> door middel van zonnepanel<strong>en</strong>, microwindturbines <strong>en</strong> warmtepomp<strong>en</strong>. Deze<br />
duurzame vorm<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ergieopwekking leid<strong>en</strong> er toe dat lokaal <strong>en</strong>ergie kan word<strong>en</strong><br />
geproduceerd <strong>en</strong> gedistribueerd. Het huidige netwerk (vooral op lokaal niveau) zal daar dus<br />
geschikt voor moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt: het huidige netwerk zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omgebouwd<br />
tot smart grids 38 . De accommodatie van deze nieuwe vorm<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ergie zal niet kunn<strong>en</strong><br />
zonder aanpassing<strong>en</strong> aan het netwerk <strong>en</strong> de medewerking van de huidige <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
netwerkbedrijv<strong>en</strong>. Commerciële partij<strong>en</strong> die grote investering<strong>en</strong> gedaan hebb<strong>en</strong> in<br />
<strong>en</strong>ergiec<strong>en</strong>trales gebaseerd op traditionele technologieën, zull<strong>en</strong> echter niet zonder meer<br />
meewerk<strong>en</strong>.<br />
Voorlopige conclusie 3:<br />
Alle<strong>en</strong> <strong>marktwerking</strong> biedt ge<strong>en</strong> goede prikkels voor partij<strong>en</strong> om te invester<strong>en</strong> in duurzame<br />
technologieën <strong>en</strong> om de ontwikkeling naar meer dec<strong>en</strong>trale <strong>en</strong>ergieopwekking te faciliter<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
stimuler<strong>en</strong>. Met bureaucratische sturing zoud<strong>en</strong> investering<strong>en</strong> in duurzaamheid in theorie af te<br />
dwing<strong>en</strong> zijn. In e<strong>en</strong> marktomgeving zijn innovaties echter beter ‘uit te lokk<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> vooral<br />
kost<strong>en</strong>effectiever te realiser<strong>en</strong>. De opgave voor de <strong>over</strong>heid is dus vooral om de juiste prikkels<br />
te creër<strong>en</strong>. Middel<strong>en</strong> vanuit de <strong>over</strong>heid zijn nodig om duurzame <strong>en</strong>ergie betaalbaar te mak<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de investering<strong>en</strong> in nieuwe technologieën te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />
Sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> (competing values)<br />
Uit het bov<strong>en</strong>staande blijkt dat er met name op de korte termijn spanning<strong>en</strong> bestaan tuss<strong>en</strong> de<br />
drie <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> (betaalbaarheid, betrouwbaarheid <strong>en</strong> resili<strong>en</strong>ce, duurzaamheid).<br />
Marktwerking in de <strong>en</strong>ergiesector is vooral t<strong>en</strong> goede gekom<strong>en</strong> van de korte termijn<br />
betaalbaarheid. Lange termijn betaalbaarheid is in het geding, omdat effectieve concurr<strong>en</strong>tie<br />
ondermijnd wordt door verdere schaalvergroting <strong>en</strong> ket<strong>en</strong>integratie. Daarnaast wordt de<br />
betaalbaarheid vooral ook bepaald door ontwikkeling<strong>en</strong> op de mondiale markt voor fossiele<br />
brandstoff<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gaat e<strong>en</strong> te grote nadruk op effici<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> betaalbaarheid op de korte<br />
termijn t<strong>en</strong> koste van de lange termijn <strong>waard<strong>en</strong></strong> resili<strong>en</strong>ce <strong>en</strong> duurzaamheid.<br />
Op lange termijn lop<strong>en</strong> de drie <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> echter volledig parallel. E<strong>en</strong> meer duurzame<br />
<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing zal e<strong>en</strong> positief effect hebb<strong>en</strong> op de resili<strong>en</strong>ce in de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong><br />
de betaalbaarheid: meer dec<strong>en</strong>trale opwekking betek<strong>en</strong>t minder gevoeligheid voor grote<br />
storing<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de afhankelijkheid van ontwikkeling<strong>en</strong> op de markt van fossiele brandstoff<strong>en</strong><br />
zal afnem<strong>en</strong>. Met de transitie naar meer duurzaamheid zal ook de marktmacht van de huidige<br />
grote <strong>en</strong>ergieproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> -leveranciers verkleind word<strong>en</strong> 39 .<br />
38 Zie Jeremy Rifkin (2007): Leading the Way to the Third Industrial Revolution.<br />
39 Al is het waarschijnlijk dat er nieuwe mededingingsvraagstukk<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ontstaan, die nu nog niet goed te voorzi<strong>en</strong><br />
zijn.<br />
52
4.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Handel <strong>over</strong>tollige<br />
elektriciteit<br />
Verkoop <strong>over</strong>tollige<br />
elektriciteit<br />
Provincies,<br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Overtollige<br />
elektriciteit<br />
Provincies,<br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Dec<strong>en</strong>trale<br />
<strong>en</strong>ergieopwekking<br />
Wij noem<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de belangrijke noties voordat we de inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
behandel<strong>en</strong>:<br />
• De <strong>en</strong>ergiesector k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> gemankeerde markt; door beperking<strong>en</strong> in het netwerk <strong>en</strong> door<br />
verschill<strong>en</strong>de invoering van de <strong>marktwerking</strong> tuss<strong>en</strong> lidstat<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vrije<br />
Europese markt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> Europees level playing field.<br />
• De <strong>en</strong>ergiesector zit in e<strong>en</strong> transitiefase. “Geef de sector de tijd om <strong>marktwerking</strong> te<br />
implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>” 40 .<br />
• “E<strong>en</strong> goed werk<strong>en</strong>de vrije markt vraagt om e<strong>en</strong> stevige <strong>over</strong>heid” 41 .<br />
In figuur 4.3 is aangegev<strong>en</strong> op welke punt<strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ingezet moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om<br />
de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> van betaalbaarheid, betrouwbaarheid & resili<strong>en</strong>ce <strong>en</strong> duurzaamheid te<br />
kunn<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong>.<br />
Leveranciers<br />
fossiele grondstoff<strong>en</strong><br />
Energieproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Energiemarkt<br />
Energieleveranciers<br />
Netbeheerder<br />
- landelijk (T<strong>en</strong>neT)<br />
Netbeheerders<br />
- regionaal/lokaal<br />
Publiek<br />
aandeelhouderschap<br />
Klant<strong>en</strong>/afnemers<br />
- kleinverbruikers<br />
- bedrijv<strong>en</strong><br />
CO 2<br />
emissierecht<strong>en</strong><br />
Toegang<br />
dec<strong>en</strong>trale<br />
produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Extra belasting<br />
bij gebruik<br />
bov<strong>en</strong> de norm<br />
Toegang<br />
dec<strong>en</strong>trale<br />
produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Sam<strong>en</strong>werking<br />
dec<strong>en</strong>trale<br />
produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Emissi<strong>en</strong>orm<br />
oplop<strong>en</strong>de prijs,<br />
afnem<strong>en</strong>d volume<br />
Subsidies<br />
Duurzame <strong>en</strong>ergie<br />
S<strong>en</strong>ter Novem<br />
Europese<br />
afstemming<br />
Energiekamer<br />
(toezichthouder)<br />
Toezicht op<br />
investering<strong>en</strong> in<br />
interconnectie<br />
Toezicht op<br />
investering<strong>en</strong> in<br />
smart grids<br />
Subsidies<br />
Duurzame <strong>en</strong>ergie<br />
Stimuler<strong>en</strong><br />
duurzame<br />
<strong>en</strong>ergie<br />
Figuur 4.3: Voorgestelde inzet beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de realisatie van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
40<br />
Dick Jonker (Manager Energiesector, Beleid <strong>en</strong> Advies bij Eneco Energie) tijd<strong>en</strong>s het debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong>, 20<br />
mei 2009.<br />
41<br />
Mark Frequin (DG Energie <strong>en</strong> Telecom, Ministerie EZ) tijd<strong>en</strong>s het debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong>, 20 mei 2009.<br />
53<br />
Nedl. Emissieautoriteit<br />
Mitiger<strong>en</strong><br />
negatieve<br />
effect<strong>en</strong><br />
fossiele <strong>en</strong>ergie<br />
Ministerie<br />
VROM<br />
Consist<strong>en</strong>t beleid<br />
Ministerie EZ<br />
Belastingvoordeel<br />
Duurzame<br />
<strong>en</strong>ergie<br />
Stimuler<strong>en</strong><br />
Energiebesparing
Volg<strong>en</strong>s ons moet<strong>en</strong> op sommige punt<strong>en</strong> de huidige beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangescherpt<br />
<strong>en</strong> op andere punt<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> juist nieuwe beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet. Van belang is<br />
vooral de combinatie van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Die moet, meer dan nu het geval is, e<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d kader oplever<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg zekerheid, g<strong>en</strong>oeg prikkels <strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>oeg middel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om de investering<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> die nodig zijn. Daarnaast is het van<br />
belang e<strong>en</strong> zekere mate van ‘redundantie’ in beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te bewerkstellig<strong>en</strong>: meerdere<br />
instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die steeds werk<strong>en</strong> op meerdere niveaus, zodat de totale effectiviteit groter wordt.<br />
Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s gaan we in op de volg<strong>en</strong>de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die volg<strong>en</strong>s ons naast elkaar<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet voor e<strong>en</strong> betere b<strong>en</strong>utting <strong>en</strong> begeleiding van <strong>marktwerking</strong> in de<br />
<strong>en</strong>ergiesector:<br />
1. Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op economische grondslag<br />
2. Nationale regelgeving<br />
3. Publiek aandeelhouderschap<br />
4. Betrekk<strong>en</strong> van civil society<br />
5. Europese afstemming<br />
1. Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op economische grondslag<br />
Met <strong>marktwerking</strong> zijn er voor actor<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector prikkels ontstaan die in sommige<br />
gevall<strong>en</strong> t<strong>en</strong> goede kom<strong>en</strong> aan de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> (zoals prikkels voor e<strong>en</strong> grotere efficiëntie<br />
<strong>en</strong> slimmere inkoop) <strong>en</strong> in andere gevall<strong>en</strong> juist t<strong>en</strong> koste gaan van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> (zoals<br />
prikkels om te bezuinig<strong>en</strong> op investering<strong>en</strong> in betrouwbaarheid). Met beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op<br />
economische grondslag kan de <strong>over</strong>heid bestaande positieve prikkels versterk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
perverse prikkels ombuig<strong>en</strong>. 42 Voorbeeld<strong>en</strong> van dergelijke instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn belasting<strong>en</strong>,<br />
subsidies, vergoeding<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhandelbare recht<strong>en</strong>. Deze instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> in op<br />
prijssignal<strong>en</strong> doordat ze bijvoorbeeld zorg<strong>en</strong> dat externe kost<strong>en</strong> (als gevolg van met name<br />
emissies) geïnternaliseerd word<strong>en</strong>. Daarnaast kunn<strong>en</strong> deze instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ingezet word<strong>en</strong> om<br />
investering<strong>en</strong> in de ontwikkeling van nieuwe, duurzame technologieën te stimuler<strong>en</strong>.<br />
Op dit mom<strong>en</strong>t wordt er al veel gebruik gemaakt van dergelijke beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de<br />
<strong>en</strong>ergiesector. Zo is met de huidige CO2-emissiehandel e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t geïntroduceerd<br />
waarmee maatschappelijke <strong>en</strong> milieukost<strong>en</strong> van niet-duurzame productie zijn geïnternaliseerd 43 .<br />
De emissierecht<strong>en</strong> per bedrijf zull<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in de loop van de tijd afnem<strong>en</strong> (str<strong>en</strong>gere<br />
norm<strong>en</strong>), waardoor de kost<strong>en</strong> extra zwaar zull<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>. Via belasting<strong>en</strong> op grijze stroom <strong>en</strong><br />
subsidies op gro<strong>en</strong>e stroom (zoals in de huidige regeling Stimulering Duurzame Energie)<br />
kunn<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> prikkels word<strong>en</strong> versterkt voor consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> om gro<strong>en</strong>e stroom<br />
af te nem<strong>en</strong>.<br />
Deze prikkels moet<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> voor betere afweging<strong>en</strong> in de keuzes van actor<strong>en</strong> in de<br />
<strong>en</strong>ergiesector, maar vooral ook tot meer investering<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> in de ontwikkeling van nieuwe<br />
technologieën <strong>en</strong> productiemiddel<strong>en</strong> voor het opwekk<strong>en</strong> van duurzame <strong>en</strong>ergie (windmol<strong>en</strong>s,<br />
zonnepanel<strong>en</strong>, biomassac<strong>en</strong>trales etc.). De <strong>over</strong>heid kan deze investering<strong>en</strong> verder faciliter<strong>en</strong><br />
42 In het Gro<strong>en</strong>boek <strong>over</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op economische grondslag voor milieu- <strong>en</strong> gerelateerde<br />
beleidsdoelstelling<strong>en</strong> (Europese Commissie, 2007) word<strong>en</strong> als voordel<strong>en</strong> van dergelijke instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd dat ze<br />
prijssignal<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>, speelruimte bied<strong>en</strong> aan marktpartij<strong>en</strong> om nalevingskost<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong>, technologische<br />
innovatie stimuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heid ondersteun<strong>en</strong>.<br />
43 Het Regieorgaan Energietransitie Nederland (Duurzame <strong>en</strong>ergie in e<strong>en</strong> nieuwe economische orde, 2008) beveelt e<strong>en</strong><br />
systeem aan waarbij de maatschappelijke <strong>en</strong> milieukost<strong>en</strong> meer <strong>en</strong> meer in de <strong>en</strong>ergieprijz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verwerkt. Op<br />
basis van e<strong>en</strong> prijs-kwaliteitverhouding waarin ondermeer het gehalte aan geëmitteerde CO2 meeweegt, kunn<strong>en</strong><br />
marktpartij<strong>en</strong> zelf de voor h<strong>en</strong> optimale investering<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt hernieuwbare <strong>en</strong>ergie sneller concurrer<strong>en</strong>d met<br />
<strong>en</strong>ergie uit fossiele brandstoff<strong>en</strong>.<br />
54
door middel van gerichte subsidies, maar vooral ook door het wegnem<strong>en</strong> van onzekerhed<strong>en</strong>.<br />
Juist op dit laatste punt schiet het beleid vooralsnog tekort. In de door ons gevoerde gesprekk<strong>en</strong><br />
is er op gewez<strong>en</strong> dat het ontbreekt aan continuïteit <strong>en</strong> zekerheid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de<br />
beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op economische grondslag. Bedrijv<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er van op aan kunn<strong>en</strong> (of<br />
e<strong>en</strong> afgewog<strong>en</strong> risico kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>) dat de investering wordt terugverdi<strong>en</strong>d. 44<br />
Op dit mom<strong>en</strong>t is er voor bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> particulier<strong>en</strong> vaak nog te weinig zekerheid of e<strong>en</strong> regeling<br />
wel lang g<strong>en</strong>oeg wordt gecontinueerd (zoals de subsidieregeling voor zonne-<strong>en</strong>ergie die in 2003<br />
plotseling werd afgeschaft 45 ). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> nev<strong>en</strong>effect van het systeem van emissiehandel<br />
dat prijz<strong>en</strong> van emissierecht<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> fluctuer<strong>en</strong>, waardoor er steeds onzekerheid bestaat voor<br />
bedrijv<strong>en</strong> <strong>over</strong> de waarde van hun investering<strong>en</strong> in <strong>en</strong>ergiebesparing<strong>en</strong> <strong>en</strong> duurzame<br />
<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing. 46 E<strong>en</strong> systeem met garantieprijz<strong>en</strong> (zoals in Duitsland bestaat voor<br />
elektriciteit die is opgewekt uit duurzame bronn<strong>en</strong> 47 ) of belasting<strong>en</strong> op niet-duurzame <strong>en</strong>ergie<br />
welke langzaam oploopt, zou effectiever zijn.<br />
2. Nationale regelgeving<br />
Met name de netwerkbedrijv<strong>en</strong> (<strong>en</strong> de <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> die daarin als aandeelhouder participer<strong>en</strong>)<br />
moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> bij de betrouwbaarheid <strong>en</strong> resili<strong>en</strong>ce. De Energiekamer 48<br />
constateert dat aanpassing van het reguleringskader t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de netwerkbedrijv<strong>en</strong><br />
w<strong>en</strong>selijk is op punt<strong>en</strong> zoals:<br />
• Tijdigheid van investering<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> systeem van maatstafconcurr<strong>en</strong>tie<br />
• Inpassing van (duurzame) productie binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> systeem van maatstafconcurr<strong>en</strong>tie<br />
Het is inderdaad w<strong>en</strong>selijk om investering<strong>en</strong> op te legg<strong>en</strong> aan netwerkbedrijv<strong>en</strong>. Dit zou naast<br />
e<strong>en</strong> systeem van maatstafconcurr<strong>en</strong>tie vooral ook kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />
meerjar<strong>en</strong>programma waarin netbeheerders verplicht word<strong>en</strong> tijdig bepaalde investering<strong>en</strong> te<br />
pleg<strong>en</strong>. Grote investering<strong>en</strong> in de nett<strong>en</strong> zijn namelijk nodig. Om betrouwbaarheid <strong>en</strong> resili<strong>en</strong>ce<br />
ook op lange termijn zeker te stell<strong>en</strong>, maar daarnaast ook omdat dec<strong>en</strong>trale <strong>en</strong>ergieopwekking<br />
<strong>en</strong> grootschalige hernieuwbare <strong>en</strong>ergie (d<strong>en</strong>k aan windmol<strong>en</strong>park<strong>en</strong> op de Noordzee)<br />
afhankelijk zijn van e<strong>en</strong> flexibel <strong>en</strong> toekomstbest<strong>en</strong>dig netwerk. Investering<strong>en</strong> zijn bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
nodig om meer verbinding<strong>en</strong> met nett<strong>en</strong> in andere Europese land<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>: ook dit draagt<br />
bij aan de betrouwbaarheid doordat dan ook gebruik kan word<strong>en</strong> gemaakt van <strong>en</strong>ergie die<br />
afkomstig is uit omring<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de betaalbaarheid omdat de vrije Europese markt<br />
gefaciliteerd wordt.<br />
Daarnaast zou e<strong>en</strong> reguleringskader opgesteld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat duidelijkheid verschaft <strong>over</strong><br />
wie verantwoordelijk is voor welke investering. Is de netbeheerder verantwoordelijk voor het<br />
realiser<strong>en</strong> van de aansluiting op het netwerk van e<strong>en</strong> nieuw windmol<strong>en</strong>park, of is de<br />
<strong>en</strong>ergiec<strong>en</strong>trale daarvoor verantwoordelijk.<br />
44<br />
Dit sluit aan bij de conclusies van de commissie Kist: “Om de duurzaamheidsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong><br />
grote investering<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die (nog) niet r<strong>en</strong>dabel zijn. Om deze investering<strong>en</strong> van de grond te krijg<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong><br />
coher<strong>en</strong>t <strong>en</strong> consist<strong>en</strong>t stimuleringsbeleid nodig dat voldo<strong>en</strong>de zekerheid biedt voor investeerders” (Publiek<br />
aandeelhouderschap Energiebedrijv<strong>en</strong>, 2008). Ook het Regieorgaan Energietransitie Nederland stelt dat marktpartij<strong>en</strong><br />
gebaat zijn bij heldere keuzes van de <strong>over</strong>heid om zo de juiste investeringsbeslissing<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Zie<br />
Regieorgaan Energietransitie Nederland (2008): Duurzame <strong>en</strong>ergie in e<strong>en</strong> nieuwe economische orde.<br />
45<br />
Maar inmiddels weer bestaat als onderdeel van de SDE.<br />
46<br />
Interview Laur<strong>en</strong>s de Vries.<br />
47<br />
Via de “Erneuerbare-Energi<strong>en</strong>-Gesetz”.<br />
48<br />
Pres<strong>en</strong>tatie de heer Plug, directeur Energiekamer tijd<strong>en</strong>s Nationaal Energie Forum, 29 november 2008.<br />
55
3. Publiek aandeelhouderschap<br />
De vraag is gerechtvaardigd in welke mate van publiek aandeelhouderschap e<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>de<br />
werking uitgaat. Overhed<strong>en</strong> zijn vaak al dec<strong>en</strong>nia lang (groot)aandeelhouder van<br />
<strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> 49 <strong>en</strong> toch heeft dit niet geleid tot structurele investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> innovaties in<br />
duurzaamheid. Bewustwording <strong>over</strong> publiek aandeelhouderschap is pas rec<strong>en</strong>t op gang<br />
gekom<strong>en</strong> (onder andere met het rapport van de commissie Kist in 2008).<br />
Enkele <strong>en</strong>ergieproductie- <strong>en</strong> leveringsbedrijv<strong>en</strong> (Delta, Eneco) blijv<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> van de huidige<br />
<strong>publieke</strong> aandeelhouders (provincies <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>). Ook de netwerkbedrijv<strong>en</strong> zijn (blijv<strong>en</strong>d) in<br />
hand<strong>en</strong> van de nationale <strong>over</strong>heid (T<strong>en</strong>neT) <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> (Enexis, Stedin,<br />
Alliander). Op basis van de gesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur constater<strong>en</strong> wij dat actieve <strong>en</strong> strategische<br />
inzet van publiek aandeelhouderschap nog grot<strong>en</strong>deels onb<strong>en</strong>ut is, maar wel degelijk kans<strong>en</strong><br />
biedt als één van de sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Dit is zeker het geval bij de netwerkbedrijv<strong>en</strong>. Door middel van publiek aandeelhouderschap<br />
kunn<strong>en</strong> provincies <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de rad<strong>en</strong> van bestuur afrek<strong>en</strong><strong>en</strong> op duurzaamheids- <strong>en</strong><br />
betrouwbaarheidsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan gestuurd word<strong>en</strong> op het tijdig do<strong>en</strong> van de noodzakelijke<br />
investering<strong>en</strong>. Publieke aandeelhouders zoud<strong>en</strong> er bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> voor moet<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> dat<br />
netwerkbedrijv<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> barrières opwerp<strong>en</strong> voor dec<strong>en</strong>trale opwekking (waar ze mogelijk toe<br />
g<strong>en</strong>eigd zijn vanwege de investering<strong>en</strong> die ze moet<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> om dit mogelijk te mak<strong>en</strong>), maar<br />
dec<strong>en</strong>trale opwekking juist zoveel mogelijk faciliter<strong>en</strong> <strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>.<br />
4. Betrekk<strong>en</strong> van civil society<br />
“De markt is niet de <strong>en</strong>ige dim<strong>en</strong>sie waarbinn<strong>en</strong> het <strong>en</strong>ergievraagstuk plaatsvindt; het zal altijd<br />
moet<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> in de driehoek Markt, Overheid <strong>en</strong> Civil society 50 ”.<br />
Ook in de gesprekk<strong>en</strong> met Van Rees (Gre<strong>en</strong>choice) <strong>en</strong> Jongbloed <strong>en</strong> De Hart (provincie Noord-<br />
Brabant) werd e<strong>en</strong> zwaar acc<strong>en</strong>t gelegd op het bewustzijn van de consum<strong>en</strong>t t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />
duurzaamheid. Duurzaamheid wordt belangrijk gevond<strong>en</strong> in de <strong>publieke</strong> opinie, maar als<br />
consum<strong>en</strong>t kiest m<strong>en</strong> het laagste <strong>en</strong>ergietarief. Het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld kan e<strong>en</strong><br />
belangrijke rol spel<strong>en</strong> om hier verandering in te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Maatschappelijke organisaties kunn<strong>en</strong><br />
bijvoorbeeld bijdrag<strong>en</strong> aan het verander<strong>en</strong> van de mindset van de consum<strong>en</strong>t richting<br />
duurzaamheid <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> misstand<strong>en</strong> wat betreft duurzaamheid aankaart<strong>en</strong> (door te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />
hoe vervuil<strong>en</strong>d bepaalde bedrijv<strong>en</strong> zijn).<br />
5. Europese afstemming<br />
Europese afstemming is op meerdere gebied<strong>en</strong> nodig voor e<strong>en</strong> betere <strong>marktwerking</strong> in de<br />
<strong>en</strong>ergiesector.<br />
Toezicht<br />
Sam<strong>en</strong>werking van de toezichthouders met de Europese commissie <strong>en</strong> toezichthouders uit<br />
andere lidstat<strong>en</strong> is gew<strong>en</strong>st, zodat de consum<strong>en</strong>t zoveel mogelijk kan profiter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vrije<br />
<strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> Europese interne markt. 51 Harmonisatie <strong>en</strong> aanscherping van<br />
bevoegdhed<strong>en</strong> van nationale toezichthouders versterkt de effectiviteit van toezichthouders met<br />
name bij gr<strong>en</strong>s<strong>over</strong>schrijd<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong>. 52<br />
49<br />
interview Tim Jongbloed <strong>en</strong> Marja de Hart. In 1914 start de provincie Noord-Brabant het <strong>en</strong>ergiebedrijf PNEM met als<br />
doel om elektrificatie in Brabant te bevorder<strong>en</strong>. In 2009 wordt het <strong>en</strong>ergiebedrijf (inmiddels Ess<strong>en</strong>t) verkocht.<br />
50<br />
Jouke de Vries ( hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit Leid<strong>en</strong>) tijd<strong>en</strong>s het debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong>, 20 mei<br />
2009.<br />
51<br />
Bron: http://www.sci<strong>en</strong>ceguide.nl/article.asp?articleid=101434<br />
52<br />
Europese Commissie (september 2007): Derde liberaliseringpakket voor de interne markt voor gas <strong>en</strong> elektriciteit.<br />
56
Interoperabiliteit<br />
Betrouwbaarheid (met name het aspect voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid) is moeilijk op het niveau van<br />
e<strong>en</strong> lidstaat te regel<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> Europese aanpak ontbreekt nog. Voortgaande marktintegratie<br />
in Europa vraagt om to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de internationale coördinatie, bijvoorbeeld tuss<strong>en</strong> netbeheerders,<br />
<strong>en</strong> om nadere harmonisatie van (e<strong>en</strong> deel van de) technische regels 53 . De connectiviteit tuss<strong>en</strong><br />
Europese land<strong>en</strong> vraagt om verbetering<strong>en</strong> in het netwerk.<br />
Level playing field<br />
Op politiek-bestuurlijk niveau zull<strong>en</strong> Europese lidstat<strong>en</strong> tot meer <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemming <strong>en</strong><br />
afstemming moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>over</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> markt <strong>en</strong> <strong>over</strong>heid. De scheve<br />
verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> land<strong>en</strong> blijkt bijvoorbeeld zeer pregnant uit de verschill<strong>en</strong> in de mate<br />
waarin <strong>en</strong> wijze waarop de netwerkbedrijv<strong>en</strong> zijn gesplitst van de leverings- <strong>en</strong><br />
productiebedrijv<strong>en</strong>.<br />
4.7 Conclusies<br />
De <strong>en</strong>ergiesector; <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> regulering<br />
Marktwerking is op e<strong>en</strong> deel van de <strong>en</strong>ergiesector van toepassing. Productie- <strong>en</strong><br />
leveringsbedrijv<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich in e<strong>en</strong> vrije markt, Netwerkbedrijv<strong>en</strong> operer<strong>en</strong> als <strong>publieke</strong><br />
monopolies in e<strong>en</strong> gereguleerde omgeving.<br />
Marktwerking in relatie tot <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
Sinds de introductie van <strong>marktwerking</strong> zijn <strong>en</strong>kele effect<strong>en</strong> zichtbaar. Zo is door concurr<strong>en</strong>tie de<br />
efficiëntie toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dit garandeert echter niet dat de betaalbaarheid voor de consum<strong>en</strong>t<br />
geborgd is; hiervoor is de afhankelijkheid van het mondiale speelveld (de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag<br />
naar fossiele brandstoff<strong>en</strong>) te groot. Overig<strong>en</strong>s zijn op het punt van betaalbaarheid ook de<br />
sturingsmogelijkhed<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid - juist door de afhankelijkheid van de mondiale markt -<br />
beperkt. Wel kan de <strong>over</strong>heid kan door e<strong>en</strong> adequaat <strong>en</strong> toekomstgericht netwerkbeheer de<br />
condities faciliter<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> vrije markt.<br />
Wat betreft de betrouwbaarheid is er sinds de <strong>marktwerking</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector ge<strong>en</strong> sprake<br />
van e<strong>en</strong> verminderde leveringszekerheid. Het netwerkbeheer, e<strong>en</strong> belangrijke voorwaarde voor<br />
leveringszekerheid in de toekomst, staat nog wel voor e<strong>en</strong> grote opgave. Niet alle<strong>en</strong> om de<br />
zekerheid voor de toekomst veilig te stell<strong>en</strong> (‘onderhoud’), maar juist ook om verandering<strong>en</strong> in<br />
de sector te faciliter<strong>en</strong> (‘smart grids’ om dec<strong>en</strong>trale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plek te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
flexibel netwerk dat onderlinge uitwisseling mogelijk maakt) <strong>en</strong> om daadwerkelijk e<strong>en</strong> vrije<br />
Europese markt te creër<strong>en</strong> (opheff<strong>en</strong> van de netwerkcongestie <strong>en</strong> netwerkbarrières op<br />
internationaal niveau). De <strong>over</strong>heid (op verschill<strong>en</strong>de niveaus eig<strong>en</strong>aar van de landelijke,<br />
regionale <strong>en</strong> lokale <strong>en</strong>ergie-infrastructuur) staat hiervoor aan de lat.<br />
De grootste opgave is de transitie naar duurzaamheid. Op lange termijn zijn ook de<br />
betaalbaarheid <strong>en</strong> betrouwbaarheid gedi<strong>en</strong>d bij e<strong>en</strong> succesvolle transitie naar e<strong>en</strong> duurzame<br />
<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing, ”Er is maar één weg naar betrouwbaarheid <strong>en</strong> betaalbaarheid <strong>en</strong> dat is via<br />
duurzaamheid”. 54 Marktwerking is nodig voor e<strong>en</strong> doelmatige ontwikkeling <strong>en</strong> toepassing van<br />
duurzaamheid, maar met uitsluit<strong>en</strong>d <strong>marktwerking</strong> kan niet word<strong>en</strong> volstaan. Aanvull<strong>en</strong>de inzet<br />
van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door de <strong>over</strong>heid is nodig om te markt hiertoe te prikkel<strong>en</strong>.<br />
53 A. Knops (2008): A Functional Legal Design for Reliable Electricity Supply: How Technology Affects Law.<br />
54 Tweede Kamerlid Diederik Samson tijd<strong>en</strong>s het spoeddebat op 14 mei 2009 <strong>over</strong> de verkoop van Ess<strong>en</strong>t.<br />
57
Marktwerking nu <strong>en</strong> in te toekomst<br />
Wat betreft <strong>marktwerking</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector is duidelijk dat er realistisch gesprok<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> weg<br />
terug meer is <strong>en</strong> dat bureaucratische sturing (in de vorm van <strong>publieke</strong> uitvoering) ge<strong>en</strong><br />
alternatief is. De aanpak van de grote uitdaging<strong>en</strong> die zich voordo<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector zal hoe<br />
dan ook moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> situatie met <strong>marktwerking</strong>.<br />
Dit neemt niet weg dat betrekkelijk veel <strong>en</strong> grootschalige <strong>over</strong>heidsinterv<strong>en</strong>ties noodzakelijk zijn<br />
om <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> veilig te stell<strong>en</strong>. Van belang is om met de inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d kader te creër<strong>en</strong> waarin partij<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de prikkels, middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> zekerheid<br />
hebb<strong>en</strong> om de investering<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> die nodig zijn. Gezi<strong>en</strong> de grote dynamiek die de sector<br />
k<strong>en</strong>merkt, zal er sprake zijn van steeds nieuwe sturingsvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal de inzet van<br />
beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ook steeds moet<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> meebeweg<strong>en</strong>. Naast de reguler<strong>en</strong>de functie van<br />
de (Europese) <strong>over</strong>heid is er e<strong>en</strong> belangrijke faciliter<strong>en</strong>de taak voor de <strong>over</strong>heid weggelegd. Dit<br />
heeft met name betrekking op het netwerkbeheer.<br />
58
5 TOT SLOT: BESCHOUWING<br />
SECTOREN EN CONCLUSIES<br />
We sluit<strong>en</strong> dit rapport <strong>over</strong> de invloed van <strong>marktwerking</strong> op de realisatie van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />
af met e<strong>en</strong> ‘cross cases analysis’. In deze analyse signaler<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal ‘rode drad<strong>en</strong>’<br />
tuss<strong>en</strong> de drie cases, om vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal algem<strong>en</strong>e conclusies te trekk<strong>en</strong> <strong>over</strong> de<br />
verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ‘markt’ <strong>en</strong> ‘bureaucratie’ met betrekking tot de realisatie van <strong>publieke</strong><br />
<strong>waard<strong>en</strong></strong>. Dit heeft geleid tot de volg<strong>en</strong>de conclusies.<br />
1. Terugker<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. In de eerste plaats nem<strong>en</strong> we waar dat de sector<strong>en</strong><br />
onderwijs, zorg <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie op punt<strong>en</strong> sterk van elkaar verschill<strong>en</strong>. Zo zi<strong>en</strong> we dat er in de zorg<br />
<strong>en</strong> het onderwijs sprake is van bureaucratisering <strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ing op nationaal niveau. In de sector<br />
<strong>en</strong>ergie (levering <strong>en</strong> productie) is er vooral sprake van ord<strong>en</strong>ing van de markt op Europees<br />
niveau. Ook zi<strong>en</strong> we dat de vraag om meer <strong>marktwerking</strong> in het onderwijs vooral ‘van onderaf’<br />
komt, terwijl de <strong>marktwerking</strong> in de sector<strong>en</strong> gezondheidszorg <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie vooral ‘van bov<strong>en</strong>af’<br />
opgelegd lijkt te word<strong>en</strong>. In het onderwijs blijk<strong>en</strong> de behoeft<strong>en</strong> aan maatwerk c.q. flexibiliteit de<br />
drijvers achter de vraag naar meer <strong>marktwerking</strong> te zijn. In de sector<strong>en</strong> gezondheidszorg <strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>ergie vormt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> vooral de w<strong>en</strong>s om tot kost<strong>en</strong>reducties te kom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke<br />
drijver.<br />
Ondanks het feit dat deze drie sector<strong>en</strong> inhoudelijk sterk van elkaar verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
van <strong>marktwerking</strong> in meer of mindere mate sprake is, blijk<strong>en</strong> zij toch e<strong>en</strong> belangrijk aantal<br />
<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> met elkaar geme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Steeds staan de betaalbaarheid, de<br />
toegankelijkheid, de continuïteit (betrouwbaarheid) <strong>en</strong> de kwaliteit (bijv. duurzaamheid) van de<br />
di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing c<strong>en</strong>traal. Op deze aspect<strong>en</strong> zijn de drie sector<strong>en</strong> vergelijkbaar.<br />
2. Diversiteit door <strong>marktwerking</strong>. We nem<strong>en</strong> waar dat de markt in de <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing<br />
t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de aspect<strong>en</strong> keuzevrijheid <strong>en</strong> maatwerk goede resultat<strong>en</strong> behaalt. Door het<br />
toelat<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> ontstaat er meer diversiteit in het aanbod <strong>en</strong> meer keuzevrijheid. In<br />
het primair onderwijs (e<strong>en</strong> sector die al gek<strong>en</strong>merkt werd door veel pluriformiteit) <strong>en</strong> in de zorg<br />
(differ<strong>en</strong>tiatie op logistieke aspect<strong>en</strong>, introductie van nieuwe zorgvorm<strong>en</strong>) maar ook in de<br />
<strong>en</strong>ergiesector (maatwerkcontract<strong>en</strong>, hoge <strong>en</strong> lage tariev<strong>en</strong>, gro<strong>en</strong>e <strong>en</strong> grijze stroom) kan de<br />
consum<strong>en</strong>t keuzes mak<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> groot palet aan leveringsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
3. M<strong>en</strong>gvorm<strong>en</strong> in plaats van zuiverheid. Ook concluder<strong>en</strong> wij dat, in alle drie de sector<strong>en</strong>,<br />
e<strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong> van de sector gebaat is bij e<strong>en</strong> mix van bureaucratische <strong>en</strong><br />
marktgerichte sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het is dus niet ‘het één of het ander’ maar juist ‘het één<br />
met het ander’. De weg naar e<strong>en</strong> ‘optimale mix’ verschilt in de drie sector<strong>en</strong>. De zorg is gebaat<br />
bij meer markt <strong>en</strong> minder regels. De <strong>en</strong>ergiesector is juist gebaat bij e<strong>en</strong> markt die, op Europees<br />
niveau, strakker gereguleerd wordt. Het beeld in de onderwijssector is diffuus: de <strong>en</strong>e <strong>publieke</strong><br />
waarde (maatwerk) is gebaat bij meer <strong>marktwerking</strong>, de andere <strong>publieke</strong> waarde<br />
(toegankelijkheid) is juist gebaat bij meer bureaucratische interv<strong>en</strong>ties.<br />
In de zorg ontstaat e<strong>en</strong> effectief stelsel doordat bureaucratische maatregel<strong>en</strong> (acceptatieplicht<br />
door zorgverzekeraars, verzekeringsplicht voor zorgconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, aanwijzing basisassortim<strong>en</strong>t,<br />
verbod op risicodiscriminatie) gecombineerd word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verruiming van de rol van de<br />
59
markt (meer outputfinanciering, concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> zorgverzekeraars, concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong><br />
zorgverl<strong>en</strong>ers).<br />
In het onderwijs kunn<strong>en</strong> private initiatiev<strong>en</strong> meer tegemoet kom<strong>en</strong> aan de roep om vraagsturing<br />
<strong>en</strong> vernieuwing. Voor het teg<strong>en</strong>gaan van negatieve effect<strong>en</strong> op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> zijn echter<br />
bureaucratische interv<strong>en</strong>ties nodig. E<strong>en</strong> mix van instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (bijv. fonds<strong>en</strong>, beurz<strong>en</strong>, quota om<br />
ook de ‘minder bedeeld<strong>en</strong>’ toegang te verschaff<strong>en</strong> tot privaat onderwijs) kan de gevolg<strong>en</strong> van<br />
sociale segregatie bestrijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee de kwaliteit van onderwijs waarborg<strong>en</strong>. Immers,<br />
variëteit in doelgroep <strong>en</strong> solidariteit zijn mede bepal<strong>en</strong>d voor kwaliteit van onderwijsoutcome<br />
In de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing zorgt <strong>marktwerking</strong> wel voor prijsconcurr<strong>en</strong>tie, maar niet voor<br />
bescherming van de <strong>publieke</strong> waarde ‘duurzaamheid’. Ook op ‘betrouwbaarheid’ volstaat alle<strong>en</strong><br />
<strong>marktwerking</strong> niet. Om duurzaamheid <strong>en</strong> betrouwbaarheid te kunn<strong>en</strong> borg<strong>en</strong>, zijn juist meer<br />
<strong>over</strong>heidsinterv<strong>en</strong>ties (regels <strong>en</strong> prikkels) – vooral op Europees niveau - nodig. Voor het<br />
(<strong>publieke</strong>) netwerkbeheer kan het onderschatte instrum<strong>en</strong>t van publiek aandeelhouderschap<br />
word<strong>en</strong> ingezet, gecombineerd met investeringsverplichting<strong>en</strong>. Voor productie <strong>en</strong> levering van<br />
<strong>en</strong>ergie moet<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> met name marktprikkels (normstelling<strong>en</strong>, belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
subsidies) leid<strong>en</strong> tot ontwikkeling van de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />
Zo zi<strong>en</strong> we ook dat de <strong>en</strong>e sector (zorg) op dit mom<strong>en</strong>t gebaat is bij meer <strong>marktwerking</strong>, terwijl<br />
de andere sector (<strong>en</strong>ergie) voor de toekomst vooral baat heeft bij meer regels. In de sector die<br />
het meest vijandig staat teg<strong>en</strong><strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> (onderwijs) wordt wel degelijk de hygiënische<br />
rol van de markt onderk<strong>en</strong>d; de dreiging van de markt houdt de <strong>publieke</strong> sector scherp.<br />
‘Markt’ <strong>en</strong> ‘bureaucratie’ hebb<strong>en</strong> elkaar dus nodig; zij moet<strong>en</strong> elkaar niet bestrijd<strong>en</strong>, maar<br />
versterk<strong>en</strong>.<br />
4. Exist<strong>en</strong>tiële contradicties, impact op micro- <strong>en</strong> macroniveau <strong>en</strong> op korte <strong>en</strong> lange<br />
termijn. De w<strong>en</strong>selijkheid om maatwerk c.q. keuzevrijheid te bied<strong>en</strong> op het microniveau (=<br />
niveau ‘consum<strong>en</strong>t’) is vaak e<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> om <strong>marktwerking</strong> te introducer<strong>en</strong>.<br />
Tegelijkertijd zi<strong>en</strong> we op het niveau van de maatschappij dat e<strong>en</strong> sterke mate van differ<strong>en</strong>tiatie<br />
in het aanbod e<strong>en</strong> negatief effect heeft op de werking van het betreff<strong>en</strong>de sociale systeem in<br />
zijn geheel. In de zorg hebb<strong>en</strong> we gezi<strong>en</strong> dat ongereguleerde <strong>marktwerking</strong> kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />
mate van differ<strong>en</strong>tiatie in aanbod <strong>en</strong> kwaliteit, die het systeem voor grote groep<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
onbetaalbaar maakt. Als perc<strong>en</strong>tage van het BNP gev<strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> het meest aan<br />
gezondheidszorg uit in de wereld, terwijl de toegankelijkheid van de zorg dramatisch slechter is<br />
dan in West-Europa. In Nederland kond<strong>en</strong> deze Amerikaanse toestand<strong>en</strong> tot dusverre<br />
voorkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door juist e<strong>en</strong> aantal bureaucratische maatregel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong>. In het primair<br />
onderwijs dreigt <strong>marktwerking</strong> tot sociale segregatie te leid<strong>en</strong>. Kansarme kinder<strong>en</strong> gaan dan<br />
naar ‘arme schol<strong>en</strong>’ terwijl kansrijke kinder<strong>en</strong> naar ‘rijke schol<strong>en</strong>’ gaan (‘Engelse toestand<strong>en</strong>’).<br />
Hierdoor verdwijnt niet alle<strong>en</strong> de sociale cohesie, maar ook de mogelijkhed<strong>en</strong> tot ‘groepsler<strong>en</strong>’;<br />
kansarme kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich niet meer optrekk<strong>en</strong> aan het niveau van de kansrijke kinder<strong>en</strong>.<br />
In het gunstigste geval wordt de spreiding in de onderwijsprestaties van de gehele populatie<br />
(lees: ‘alle kinder<strong>en</strong> in het primair onderwijs’) substantieel groter én in het ongunstigste geval<br />
wordt deze spreidingsto<strong>en</strong>ame gekoppeld aan e<strong>en</strong> daling van de onderwijsprestaties van de<br />
populatie als geheel. Kortom: de introductie van <strong>marktwerking</strong> kan leid<strong>en</strong> tot positieve<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> op microniveau maar tegelijkertijd negatieve gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op het<br />
macroniveau.<br />
60
Met name in de <strong>en</strong>ergiesector speelt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk onderscheid naar lange termijn<br />
<strong>en</strong> korte termijn. Waar op korte termijn betaalbaarheid zich niet goed verhoudt tot duurzaamheid<br />
<strong>en</strong> betrouwbaarheid, is er op lange termijn betaalbaarheid alle<strong>en</strong> via duurzaamheid <strong>en</strong><br />
betrouwbaarheid te garander<strong>en</strong>.<br />
5. Fictief belang keuzevrijheid. Uit onderzoek blijkt dat de <strong>publieke</strong> waarde ‘keuzevrijheid’ in<br />
het debat sterk wordt <strong>over</strong>schat. ’Keuzevrijheid’ veronderstelt dat m<strong>en</strong> ook daadwerkelijk iets te<br />
kiez<strong>en</strong> heeft. Voor onderwijs <strong>en</strong> zorg is dat wellicht in de grote sted<strong>en</strong> het geval, maar op het<br />
platteland is er vaak maar één school <strong>en</strong> één streekziek<strong>en</strong>huis. Daarnaast zag<strong>en</strong> we dat de<br />
stelselwijziging in de zorg veel effect<strong>en</strong> sorteert, maar ook dat het keuzegedrag van de<br />
consum<strong>en</strong>t er nauwelijks door beïnvloed werd. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis dicht in de<br />
buurt <strong>en</strong>/of volg<strong>en</strong> het advies van hun huisarts op. In het onderwijs zi<strong>en</strong> we soortgelijke effect<strong>en</strong>;<br />
m<strong>en</strong> kiest vooral voor e<strong>en</strong> school in de buurt <strong>en</strong> veel minder op basis van (verme<strong>en</strong>de) kwaliteit<br />
of (lev<strong>en</strong>s)<strong>over</strong>tuiging. Ook de keuzevrijheid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ergieleveranciers heeft er niet<br />
voor gezorgd dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op grote schaal switch<strong>en</strong>. Complexe keuzes word<strong>en</strong> vooral intuïtief<br />
gemaakt! Het belang van ‘keuzevrijheid’ als waarde op zichzelf moet dus ernstig gerelativeerd<br />
word<strong>en</strong>. Keuzevrijheid is vooral van belang vanwege de concurr<strong>en</strong>tieprikkels die op die manier<br />
geïntroduceerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
6. De derde weg, intrinsieke motivatie. In het debat <strong>over</strong> ‘bureaucratie versus markt’ wordt de<br />
werking van e<strong>en</strong> derde coördinatiemechanisme, namelijk de bedrijfs- of beroepscultuur, sterk<br />
onderschat. In de zorg blek<strong>en</strong> bijna failliete ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> (<strong>marktwerking</strong>!) toch nog kwalitatief<br />
goed te functioner<strong>en</strong>. In het onderwijs blijk<strong>en</strong> veel schol<strong>en</strong>, ondanks e<strong>en</strong> <strong>over</strong>maat aan Haagse<br />
regels (bureaucratie!) toch nog goed te functioner<strong>en</strong>. In beide gevall<strong>en</strong> zou het feit dat de<br />
beroepsgroep sterk intrinsiek gemotiveerd is wel e<strong>en</strong>s meer impact kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dan de<br />
markt of de bureaucratie kunn<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>.<br />
7. Deregulering of <strong>marktwerking</strong>? De roep om <strong>marktwerking</strong> klinkt op nationaal niveau het<br />
sterkst door in sector<strong>en</strong> die verregaand geperverteerd zijn door regelgeving. In het primair<br />
onderwijs heeft juist de aversie teg<strong>en</strong> bureaucratische regels geleid tot e<strong>en</strong> aantal private<br />
initiatiev<strong>en</strong>. In de zorg zi<strong>en</strong> we dat bureaucratische maatregel<strong>en</strong> (<strong>en</strong>orme aantall<strong>en</strong> DBC’s) één<br />
van de beoogde effect<strong>en</strong> van stelselwijziging (namelijk kost<strong>en</strong>verlaging) juist t<strong>en</strong>iet doet. Wij<br />
zi<strong>en</strong> hierin het onbedoelde optred<strong>en</strong> van de ‘wet van de beleidsaccumulatie’. Door het strev<strong>en</strong><br />
om e<strong>en</strong> zo groot mogelijk aantal <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> te realiser<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> er steeds meer regels<br />
geformuleerd waardoor het systeem perverteert <strong>en</strong> uiteindelijk in crisis raakt. Hierbij ontstaat de<br />
vraag of de oplossing ligt in het introducer<strong>en</strong> van meer <strong>marktwerking</strong> of in deregulering.<br />
Duidelijk is wel dat e<strong>en</strong> markt met veel regels slecht kan functioner<strong>en</strong> (casus gezondheidszorg)<br />
én dat e<strong>en</strong> bureaucratie met beduid<strong>en</strong>d minder regels ook nog goed kan functioner<strong>en</strong> (casus<br />
onderwijs: als de eindkwaliteit goed toetsbaar is, vervalt de noodzaak om ingewikkelde regels<br />
met betrekking tot de verstrekking van budgett<strong>en</strong> te verzinn<strong>en</strong>). In alle gevall<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wij<br />
deregulering als één van de belangrijkste maatregel<strong>en</strong>, maar het is maar de vraag of<br />
deregulering één-op-één gekoppeld mag word<strong>en</strong> aan <strong>marktwerking</strong>. Alle<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector<br />
zi<strong>en</strong> we dat <strong>marktwerking</strong> niet is ingezet om e<strong>en</strong> teveel aan regels <strong>en</strong> bureaucratie te<br />
doorbrek<strong>en</strong>, maar dat deregulering vooral e<strong>en</strong> gevolg was van de ambitie om e<strong>en</strong> markt op<br />
Europese schaal vorm te gev<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s is opvall<strong>en</strong>d dat het netwerkbeheer weer sterker<br />
gereguleerd wordt vormgegev<strong>en</strong> door middel van regionale <strong>en</strong> nationale monopolies in <strong>publieke</strong><br />
hand<strong>en</strong>.<br />
61
8. Overheid of <strong>over</strong>head, het zichtbaar word<strong>en</strong> van de kost<strong>en</strong> van de bureaucratie. In de<br />
gezondheidszorg zi<strong>en</strong> we dat de introductie van <strong>marktwerking</strong> gepaard gaat met fors hogere<br />
transactiekost<strong>en</strong> (bijv. het gebruik van DBC’s). Het toepass<strong>en</strong> van outputfinanciering, het<br />
verrek<strong>en</strong><strong>en</strong> van levering<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong> <strong>en</strong> het toezicht op het functioner<strong>en</strong> van de<br />
markt heeft geleid tot e<strong>en</strong> substantiële to<strong>en</strong>ame van de werkgeleg<strong>en</strong>heid bij marktpartij<strong>en</strong> (meer<br />
<strong>over</strong>head) <strong>en</strong> bij toezichthouders (meer <strong>over</strong>heid). De vraag of deze hogere transactiekost<strong>en</strong><br />
opweg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de beoogde kost<strong>en</strong>reducties is niet volledig beantwoord. Vooralsnog zijn we<br />
echter g<strong>en</strong>eigd om aan te nem<strong>en</strong> dat de introductie van <strong>marktwerking</strong> als voordeel heeft dat het<br />
de kost<strong>en</strong> van de ‘oude bureaucratie’ t<strong>en</strong>minste zichtbaar maakt. In de zorg bestond er<br />
bijvoorbeeld al e<strong>en</strong> uitgebreid <strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerd tariefstelsel, terwijl de marktmeester (de<br />
Nederlandse Zorg Autoriteit) in deze sector al e<strong>en</strong> voorloper in de vorm van het COTG<br />
(C<strong>en</strong>traal Orgaan Tariev<strong>en</strong> Gezondheidszorg) k<strong>en</strong>de. In de sector <strong>en</strong>ergie zull<strong>en</strong> soortgelijke<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> (met de splitsing van de productie- <strong>en</strong> leveringsbedrijv<strong>en</strong> van de<br />
netwerkbedrijv<strong>en</strong>, waarbij de netwerkbedrijv<strong>en</strong> in <strong>publieke</strong> hand<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>), terwijl het primair<br />
onderwijs vooral laat zi<strong>en</strong> dat deregulering leidt tot minder ‘Haagse bureaucratie’ <strong>en</strong> iets meer<br />
<strong>over</strong>head in de sector zelf. .<br />
9. Debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> is vertroebeld. Ook hebb<strong>en</strong> we geconstateerd dat het debat <strong>over</strong><br />
<strong>marktwerking</strong> versus bureaucratie in de <strong>publieke</strong> sector vertroebeld wordt door exog<strong>en</strong>e<br />
ontwikkeling<strong>en</strong>. Zo kunn<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>stijging<strong>en</strong> in de zorg niet zondermeer toegeschrev<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> fal<strong>en</strong>de markt of e<strong>en</strong> fal<strong>en</strong>de bureaucratie. De kost<strong>en</strong> van vergrijzing (meer<br />
vraag!) <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van nieuwe behandelmethod<strong>en</strong> (innovatie!) kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld e<strong>en</strong> veel<br />
groter effect hebb<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> wijziging in de mix van bureaucratische <strong>en</strong> marktgeoriënteerde<br />
sturingsmiddel<strong>en</strong>.<br />
Hetzelfde geldt voor de <strong>en</strong>ergiesector waar moeilijk is vast te stell<strong>en</strong> welke effect<strong>en</strong> de invoering<br />
van <strong>marktwerking</strong> heeft veroorzaakt. De invloed van de gesteg<strong>en</strong> brandstofprijz<strong>en</strong> op de<br />
mondiale markt lijkt de efficiëntievoordel<strong>en</strong> als gevolg van <strong>marktwerking</strong> te <strong>over</strong>schaduw<strong>en</strong>.<br />
Zonder e<strong>en</strong> deugdelijke correctie voor dit type autonome ontwikkeling<strong>en</strong>, kan de invloed van de<br />
introductie van <strong>marktwerking</strong> nooit op e<strong>en</strong> verantwoorde wijze geëvalueerd word<strong>en</strong>.<br />
10. Competing values versus competing instrum<strong>en</strong>ts. E<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong> de drie cases<br />
levert ook op dat er sprake is van e<strong>en</strong> terugker<strong>en</strong>d conflict rond twee <strong>waard<strong>en</strong></strong> (‘competing<br />
values’); <strong>en</strong>erzijds is er (in diverse verschijningsvorm<strong>en</strong>) de <strong>publieke</strong> waarde ‘betaalbaarheid’ <strong>en</strong><br />
anderzijds is er (in diverse verschijningsvorm<strong>en</strong>) de <strong>publieke</strong> waarde ‘kwaliteit’. Steeds lijkt dit<br />
tweetal <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> op gespann<strong>en</strong> voet met elkaar te staan.<br />
Opvall<strong>en</strong>d daarbij is dat de teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> steeds red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> vanuit het<br />
paradigma dat meer kwaliteit of e<strong>en</strong> hoger voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>peil per definitie ook meer geld moet<br />
kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus t<strong>en</strong> koste moet gaan van de macrobetaalbaarheid. Zij b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> het bestaan<br />
van ‘competing values’ <strong>en</strong> ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> daarmee de mogelijkheid om met behulp van<br />
schaalvoordel<strong>en</strong>, scopevoordel<strong>en</strong> (minder coördinatieverliez<strong>en</strong> in ket<strong>en</strong>s door e<strong>en</strong> betere<br />
wederzijdse afstemming) <strong>en</strong> procesinnovatie ‘meer waar voor hetzelfde geld’ te bied<strong>en</strong>. Hun<br />
red<strong>en</strong>ering luidt dan ook steeds ‘als we betere voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> will<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> we daar<br />
meer voor <strong>over</strong> hebb<strong>en</strong>’.<br />
Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de voorstanders van <strong>marktwerking</strong> vaak maar weinig oog voor de<br />
condities waarin de markt kan florer<strong>en</strong>. Het feit dat <strong>marktwerking</strong> in bepaalde dunbevolkte<br />
regio’s bijna volledig ontbreekt omdat er te weinig aanbod is, wordt g<strong>en</strong>egeerd. Ook het feit dat<br />
<strong>marktwerking</strong> op de lange termijn effect<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong> die ‘markttechnisch gezond zijn’ maar<br />
daarom nog niet door iedere<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>st zijn (bijv. het verdwijn<strong>en</strong> van bepaalde typ<strong>en</strong> aanbod)<br />
62
wordt gebagatelliseerd. Verder wordt de noodzaak om ‘transparante markt<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘level<br />
playing field’ te creër<strong>en</strong> niet zeld<strong>en</strong> veronachtzaamd. De vraag of het ontstaan van markt- of<br />
k<strong>en</strong>nismonopolies de beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> t<strong>en</strong>iet kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, komt niet aan<br />
bod. Het paradigma is ‘de markt is goed voor de <strong>publieke</strong> sector, schaf die bureaucratie nu<br />
maar e<strong>en</strong>s af’. Daarmee wordt vooral het bestaan van de ‘competing instrum<strong>en</strong>ts’ van de markt<br />
<strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de bureaucratie anderzijds b<strong>en</strong>adrukt.<br />
Omdat het bij ‘<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>’ bijna vanzelfsprek<strong>en</strong>d ook gaat om ‘politieke <strong>waard<strong>en</strong></strong>’, krijg<strong>en</strong><br />
discussies <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratische sturing vaak e<strong>en</strong> nogal ééndim<strong>en</strong>sionaal<br />
karakter. Het gaat, in de term<strong>en</strong> van dit rapport, om ‘competing values’ of om ‘competing<br />
instrum<strong>en</strong>ts’. Bijna altijd wordt er impliciet gesprok<strong>en</strong> <strong>over</strong> deze begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet zeld<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> deze begripp<strong>en</strong> verhaspeld in de retoriek die het debat eig<strong>en</strong> is. Wij zijn van m<strong>en</strong>ing dat<br />
er niet alle<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> meerdim<strong>en</strong>sionale werkelijkheid, maar ook dat dit discours<br />
gebaat is bij het erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van dit karakter. De ontwikkeling<strong>en</strong> in de zorg kunn<strong>en</strong> deze<br />
stellingname onderstrep<strong>en</strong>. In deze sector is dec<strong>en</strong>nia lang geworsteld met stelselherzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> lijkt nu toch e<strong>en</strong> redelijk effectieve oplossing gevond<strong>en</strong> te zijn die als k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> heeft ‘meer<br />
markt én meer <strong>over</strong>heid’.In het onderwijs kan meer ruimte (minder <strong>over</strong>heid) de negatieve<br />
effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> teg<strong>en</strong>gaan, doordat er meer differ<strong>en</strong>tiatie binn<strong>en</strong> het systeem<br />
mogelijk wordt. Daar is dus e<strong>en</strong> oplossing te vind<strong>en</strong> bij ‘minder <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> minder markt’.<br />
Noch de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>, noch het beleidsinstrum<strong>en</strong>t di<strong>en</strong><strong>en</strong> dus verabsoluteerd te word<strong>en</strong>.<br />
Bij de realisatie van og<strong>en</strong>schijnlijke ‘competing values’ di<strong>en</strong><strong>en</strong> juist de mogelijkhed<strong>en</strong> om te<br />
deconflicter<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal te staan. Met behulp van e<strong>en</strong> selectieve, contextafhankelijke toepassing<br />
van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet dit proces van deconflictering gestalte kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>.<br />
63