17.09.2013 Views

over publieke waarden en marktwerking Samenvatting - NSOB

over publieke waarden en marktwerking Samenvatting - NSOB

over publieke waarden en marktwerking Samenvatting - NSOB

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VOORWOORD<br />

De atelieropdracht van de <strong>NSOB</strong>. Uit de historie begrijp<strong>en</strong> wij dat groep<strong>en</strong> hierdoor hecht<br />

word<strong>en</strong> of uit elkaar vall<strong>en</strong>. In ons geval bleek er ook e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>weg te bestaan. Natuurlijk gaat<br />

het niet vanzelf; zes person<strong>en</strong> met ieder e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> visie, werkwijze <strong>en</strong> tijdsbesef. Maar dan ligt<br />

er toch op tijd e<strong>en</strong> rapport, e<strong>en</strong> tastbaar resultaat van sam<strong>en</strong>werking.<br />

Onze oorspronkelijke opdracht luidde om onderzoek te do<strong>en</strong> naar participatie van private<br />

fonds<strong>en</strong> in sector<strong>en</strong> die tot voor kort uit <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gefinancierd. E<strong>en</strong> onderzoek<br />

gericht op financieringsconstructies, zegg<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> de realisatie van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />

Kortom, de weg van het geld. In de oriënter<strong>en</strong>de fase richtt<strong>en</strong> onze discussies zich op de<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in relatie tot <strong>marktwerking</strong>. Dit is ge<strong>en</strong> nieuw onderwerp; ook de WRR <strong>en</strong><br />

diverse onderzoekers - waaronder ook <strong>NSOB</strong> coryfeeën - hebb<strong>en</strong> zich hier<strong>over</strong> de afgelop<strong>en</strong><br />

jar<strong>en</strong> gebog<strong>en</strong>. Wij kreg<strong>en</strong> vanuit de studies <strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> echter ge<strong>en</strong> duidelijk gevoel bij de<br />

achterligg<strong>en</strong>de empirie. Voor ons red<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg om zelf voor <strong>en</strong>kele sector<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nadere<br />

verk<strong>en</strong>ning te do<strong>en</strong> naar de effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> op het realiser<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />

De <strong>en</strong>orme wereld die daarmee op<strong>en</strong> lag, hebb<strong>en</strong> we met graagte verk<strong>en</strong>d. We hebb<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />

kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> met interessante gesprekspartners, inspirer<strong>en</strong>de bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> bezocht <strong>en</strong><br />

doorwrochte literatuur tot ons g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Focus was uiteraard nodig om binn<strong>en</strong> de sector<strong>en</strong> de<br />

vrag<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de scherp <strong>en</strong> gedetailleerd te krijg<strong>en</strong>. Feedback van onze begeleider Willemijn<br />

Dicke <strong>en</strong> het tuss<strong>en</strong>tijdse comm<strong>en</strong>taar van Paul ’t Hart heeft hieraan bijgedrag<strong>en</strong>. Met name het<br />

legg<strong>en</strong> van de verbinding tuss<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> per sector heeft ons onderzoek verrijkt.<br />

Over <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de sturingsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (markt én bureaucratie) om ze te<br />

realiser<strong>en</strong> is naar onze m<strong>en</strong>ing niet snel te veel gezegd. Sterker nog, ons onderzoek vult e<strong>en</strong><br />

nieuwe dim<strong>en</strong>sie toe aan het debat. Al met al e<strong>en</strong> waardevolle ervaring, die wij graag met u als<br />

lezer <strong>en</strong> belangstell<strong>en</strong>de will<strong>en</strong> del<strong>en</strong>!<br />

Speciale dank gaat uit naar Willemijn Dicke, Associate Professor aan de TU Delft. Wij zijn haar<br />

dankbaar voor haar kritische, maar opbouw<strong>en</strong>de bijdrag<strong>en</strong>. Haar inbr<strong>en</strong>g is zeer waardevol<br />

geweest bij de totstandkoming van dit rapport.<br />

Sas Terpstra, Frederike Everts, Guido Derks, Emil Ev<strong>en</strong>huis, Remco Schimmel, Viktor<br />

Heitkamp<br />

5 juni 2009


INHOUDSOPGAVE<br />

1 Inleiding 4<br />

1.1 Aanleiding <strong>en</strong> afbak<strong>en</strong>ing 4<br />

1.2 Begripp<strong>en</strong> 5<br />

1.3 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong>, competing values <strong>en</strong> competing instrum<strong>en</strong>ts 6<br />

1.4 Verantwoording werkwijze <strong>en</strong> methodologie 8<br />

2 Sector Gezondheidszorg 10<br />

2.1 Algeme<strong>en</strong> 10<br />

2.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in de zorg 10<br />

2.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> 12<br />

2.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong> 13<br />

2.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> 16<br />

2.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 21<br />

2.7 Conclusies 27<br />

3 Sector Onderwijs 28<br />

3.1 Algeme<strong>en</strong> 28<br />

3.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in het onderwijs 28<br />

3.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> 32<br />

3.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong> 34<br />

3.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> 35<br />

3.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 39<br />

3.7 Conclusies 41<br />

4 Sector Energie 44<br />

4.1 Algeme<strong>en</strong> 44<br />

4.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in de <strong>en</strong>ergiesector 45<br />

4.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> 47<br />

4.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong> 47<br />

4.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> 48<br />

4.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 53<br />

4.7 Conclusies 57<br />

5 Tot slot: beschouwing sector<strong>en</strong> <strong>en</strong> conclusies 59


1 INLEIDING<br />

1.1 Aanleiding <strong>en</strong> afbak<strong>en</strong>ing<br />

Marktwerking bij <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing staat op dit mom<strong>en</strong>t in e<strong>en</strong> slecht daglicht. Dit is mede<br />

e<strong>en</strong> gevolg van de kredietcrisis, welke volg<strong>en</strong>s vel<strong>en</strong> is ontstaan door de ongebreidelde vrije<br />

markt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekort aan regelgeving <strong>en</strong> toezicht in de financiële sector. Maar ook al voor de<br />

kredietcrisis, was e<strong>en</strong> omslag in het debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> waarneembaar. Gepercipieerde<br />

problem<strong>en</strong> met <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (de teleurstell<strong>en</strong>de kwaliteit, <strong>over</strong>matige bureaucratie met e<strong>en</strong><br />

teveel aan managers; in bijvoorbeeld het hoger onderwijs, de zorg, de thuiszorg, de<br />

taxibranche, het lokaal OV, etc.) word<strong>en</strong> gewet<strong>en</strong> aan de introductie van meer <strong>marktwerking</strong> bij<br />

de uitvoering van die di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.<br />

Twee dec<strong>en</strong>nia eerder was de algem<strong>en</strong>e houding t<strong>en</strong> opzichte van <strong>marktwerking</strong> echter e<strong>en</strong><br />

geheel andere. Marktwerking werd gezi<strong>en</strong> als het middel om de vastgeroeste, weinig<br />

innovatieve, weinig klantvri<strong>en</strong>delijke <strong>en</strong> ‘geldslurp<strong>en</strong>de’ organisaties in de <strong>publieke</strong><br />

di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing t<strong>en</strong> goede te verander<strong>en</strong>.<br />

Het debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> (<strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> die daar vaak nauw mee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>, zoals<br />

liberalisering, privatisering <strong>en</strong> private bekostiging) ondergaat grote verschuiving<strong>en</strong>, waarbij<br />

vandaag de dag de teg<strong>en</strong>standers de wind in de zeil<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> actuele vraag is of<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in de <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing gerealiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met<br />

<strong>marktwerking</strong>. En welke combinatie van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (sturingsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) moet de<br />

<strong>over</strong>heid vanuit haar <strong>publieke</strong> taak <strong>en</strong> verantwoordelijkheid inzett<strong>en</strong> om de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

<strong>marktwerking</strong> in goede ban<strong>en</strong> te leid<strong>en</strong>? In dit rapport staat deze vraag c<strong>en</strong>traal voor drie<br />

sector<strong>en</strong> waar de laatste jar<strong>en</strong> sprake is geweest van e<strong>en</strong> ontwikkeling naar meer<br />

<strong>marktwerking</strong>: de zorg, het onderwijs <strong>en</strong> de <strong>en</strong>ergiesector.<br />

De c<strong>en</strong>trale probleemstelling in dit rapport luidt dan ook:<br />

Op welke wijze draagt (de introductie van) <strong>marktwerking</strong> bij aan de realisatie van<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>?<br />

Hiervan afgeleide deelvrag<strong>en</strong> zijn:<br />

• Wat zijn de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in e<strong>en</strong> specifieke sector?<br />

• Welke effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met (de introductie van) <strong>marktwerking</strong> in e<strong>en</strong> specifieke sector<br />

beoogd?<br />

• Welke beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij <strong>marktwerking</strong> ingezet om de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in<br />

e<strong>en</strong> specifieke sector te realiser<strong>en</strong>?<br />

• Welke discrepanties ontstaan er tuss<strong>en</strong> wat beoogd wordt <strong>en</strong> wat gerealiseerd wordt in e<strong>en</strong><br />

specifieke sector, bij de huidige inzet van <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>?<br />

• Welke alternatieve inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is nodig om de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in e<strong>en</strong><br />

specifieke sector beter te borg<strong>en</strong>?<br />

In dit inleid<strong>en</strong>de hoofdstuk staan we eerst stil bij <strong>en</strong>kele belangrijke begripp<strong>en</strong>, dan gaan we kort<br />

in op te onderscheid<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte beschrijv<strong>en</strong> we<br />

kort de werkwijze die we voor ons onderzoek hebb<strong>en</strong> gehanteerd.<br />

4


1.2 Begripp<strong>en</strong><br />

Hieronder definiër<strong>en</strong> wij eerst e<strong>en</strong> aantal belangrijke begripp<strong>en</strong>, welke in de rest van het rapport<br />

steeds terug zull<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>:<br />

Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> - Instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de <strong>over</strong>heid in kan zett<strong>en</strong> om haar beleidsdoel<strong>en</strong> te<br />

verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>. Mogelijke beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn: wet- <strong>en</strong> regelgeving, <strong>publieke</strong> organisatie,<br />

vergunning<strong>en</strong>, subsidies, prestatiebeloning, gebruik reputatiemechanisme (‘naming and<br />

shaming’), b<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong>, toezicht, zelfregulering, horizontale verantwoording (visitatie, externe<br />

toetsing, g<strong>over</strong>nancecodes, medezegg<strong>en</strong>schap, etc.), verl<strong>en</strong><strong>en</strong> concessies, opstell<strong>en</strong><br />

contract<strong>en</strong> & conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong>, publiek aandeelhouderschap.<br />

Bureaucratische sturing - E<strong>en</strong> vorm van sturing waarbij de <strong>over</strong>heid, primair via wet- <strong>en</strong><br />

regelgeving <strong>en</strong> secundair door middel van de <strong>over</strong>ige beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, relatief veel controle<br />

houdt op de voortbr<strong>en</strong>ging van <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. In de meest extreme variant is er sprake van<br />

<strong>publieke</strong> bekostiging <strong>en</strong> neemt de <strong>over</strong>heid de uitvoering van <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> zelf ter hand.<br />

Sturing door <strong>marktwerking</strong> - Het lat<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> van marktkracht<strong>en</strong> in de voortbr<strong>en</strong>ging van<br />

<strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, met name door middel van concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> meerdere aanbieders.<br />

Marktwerking kan gestalte krijg<strong>en</strong> middels keuzevrijheid voor afnemers (kiez<strong>en</strong> uit meerdere<br />

aanbieders), maar ook via aanbesteding van concessies (concurr<strong>en</strong>tie om de markt), of via<br />

maatstafconcurr<strong>en</strong>tie, waarbij beloning afhankelijk is van de prestaties in vergelijking met<br />

andere aanbieders.<br />

Liberalisering / deregulering - Het verminder<strong>en</strong> van de regelgeving <strong>en</strong> voorschrift<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

bepaalde sector, om actor<strong>en</strong> meer vrijheid <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid te gev<strong>en</strong>. Vaak<br />

gebeurt liberalisering met het oog op meer <strong>marktwerking</strong>.<br />

Private bekostiging - Betaling voor <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> door gebruikers (bijvoorbeeld tol,<br />

betaling voor water, gas, elektriciteit) <strong>en</strong> dus niet uit algem<strong>en</strong>e middel<strong>en</strong> (<strong>publieke</strong> bekostiging).<br />

Privatisering - Het <strong>over</strong>drag<strong>en</strong> van het eig<strong>en</strong>dom van e<strong>en</strong> organisatie van de <strong>over</strong>heid naar de<br />

private sector.<br />

Publieke product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> - Di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> waarvoor de <strong>over</strong>heid om uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> bijzondere verantwoordelijkheid heeft geaccepteerd.<br />

Publieke waarde / publiek belang - Het belang dat e<strong>en</strong> significant gedeelte van de<br />

maatschappij hecht aan e<strong>en</strong> bepaalde di<strong>en</strong>st. Het gaat dus niet om de di<strong>en</strong>st zelf (zoals bij e<strong>en</strong><br />

<strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st), maar om e<strong>en</strong> aspect van e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st. Voorbeeld<strong>en</strong> van deze aspect<strong>en</strong> zijn<br />

kwaliteit, betaalbaarheid, toegankelijkheid, maatwerk, innovatie, continuïteit <strong>en</strong><br />

betrouwbaarheid.<br />

Deze begripp<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal staan in de vier volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong>.<br />

5


1.3 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong>, competing values <strong>en</strong> competing instrum<strong>en</strong>ts<br />

Vorm<strong>en</strong> van private betrokk<strong>en</strong>heid bij de uitvoering van <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> het nodig<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> te expliciter<strong>en</strong>. Immers, wanneer <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd door<br />

de <strong>publieke</strong> sector zelf, is de veronderstelling - terecht of onterecht - dat <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

‘automatisch’ geborgd word<strong>en</strong>. Sinds <strong>en</strong>kele grootschalige operaties op het gebied van<br />

privatisering, deregulering, verzelfstandiging <strong>en</strong> <strong>marktwerking</strong> is er dan ook e<strong>en</strong> groot aantal<br />

verhandeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> handreiking<strong>en</strong> gepubliceerd <strong>over</strong> (het borg<strong>en</strong> van) <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. 1<br />

De <strong>over</strong>heid kan direct betrokk<strong>en</strong> zijn bij het realiser<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> door zelf <strong>publieke</strong><br />

di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>, door direct toezicht uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, door <strong>publieke</strong> bekostiging etc. Maar<br />

dit is niet persé noodzakelijk: via het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde ord<strong>en</strong>ing in e<strong>en</strong> sector, kan de<br />

<strong>over</strong>heid er voor zorg<strong>en</strong> dat bepaalde <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> min of meer ‘automatisch’ geborgd<br />

word<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid behoudt wel steeds e<strong>en</strong> ‘systeemverantwoordelijkheid’, wat inhoudt dat de<br />

<strong>over</strong>heid t<strong>en</strong>minste toeziet dat <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> geborgd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan ingrijp<strong>en</strong> als dat niet of<br />

onvoldo<strong>en</strong>de gebeurt.<br />

Deze gedachte komt ook tot uiting in de definitie die de Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het<br />

Regeringsbeleid (WRR) hanteert: ‘Er is sprake van publiek belang indi<strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid zich e<strong>en</strong><br />

maatschappelijk belang aantrekt omdat dit belang anders niet goed tot zijn recht komt’<br />

(opgemerkt wordt dat ‘publiek belang’ <strong>en</strong> ‘<strong>publieke</strong> waarde’ hier als synoniem<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>). Dicke 2<br />

vindt deze definitie ‘ouderwets’ <strong>en</strong> te ‘<strong>over</strong>heidsgericht’. Zij hanteert daarom e<strong>en</strong> meer<br />

pragmatische definitie: “E<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> waarde is e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> waarde wanneer iemand vindt dat<br />

het e<strong>en</strong> <strong>publieke</strong> waarde is of zou moet<strong>en</strong> zijn”. Deze definitie is minder normatief van karakter<br />

<strong>en</strong> besteedt meer aandacht aan het aspect ‘betek<strong>en</strong>isverl<strong>en</strong>ing’. Het belang van dit aspect moet<br />

gerelateerd word<strong>en</strong> aan het feit dat <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> met elkaar concurrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> er zal dus<br />

vaak e<strong>en</strong> afweging<strong>en</strong> (trade-off) gemaakt moet word<strong>en</strong> waarin de verschill<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

elkaar afgewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Ste<strong>en</strong>huis<strong>en</strong>, Dicke & de Bruijn 3 merk<strong>en</strong> hier<strong>over</strong> op:<br />

“The safeguard for one value pot<strong>en</strong>tially harms other values. We show the risks that concern the<br />

more ambiguous, less operationalized, ‘soft’ public values. To achieve the more ambiguous<br />

values under the fragm<strong>en</strong>ted conditions, we suggest a remedy that allows for ambiguity and fits<br />

the curr<strong>en</strong>t fragm<strong>en</strong>tation. The isolated safeguard for one value pot<strong>en</strong>tially damages other<br />

values. The multi-actor setting incites all stakeholders, including many new ones, to hard<strong>en</strong> their<br />

value, propagating their own single issue. This is differ<strong>en</strong>t from the situation in which the public<br />

monopolist was responsible for providing a trade off betwe<strong>en</strong> all public values. At pres<strong>en</strong>t, the<br />

<strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t inspection will propagate the value of sustainability; the economic regulator will<br />

push for a lower bill for the consumer. Values compete with each other and the trade off among<br />

them increasingly takes place in an inter-organizational setting. Trade offs become less<br />

managed in the new fragm<strong>en</strong>ted setting. Many new actors are particularly focused on a limited<br />

set of values and on the short term gain. More<strong>over</strong>, they are oft<strong>en</strong> not familiar with the informal<br />

trade-off practices that used to deal with the many interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>cies betwe<strong>en</strong> public values”.<br />

1<br />

Bek<strong>en</strong>de verhandeling<strong>en</strong> zijn WRR (april 2000): Het Borg<strong>en</strong> van Publiek Belang; Tweede Kamerstuk 27 018 nr. 1<br />

(februari 2000): Liberalisering <strong>en</strong> privatisering in Netwerksector<strong>en</strong>; <strong>en</strong> C. Teulings, L. Bov<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> H. van Dal<strong>en</strong> (juni<br />

2003): De Calculus van Publiek Belang.<br />

2<br />

W. Dicke, pres<strong>en</strong>tatie t<strong>en</strong> behoeve van de Waterkring: Borging van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in het waterbeheer, december<br />

2005.<br />

3<br />

B. Ste<strong>en</strong>huis<strong>en</strong>, W. Dicke & H. de Bruijn (mei 2009):”Soft” Public Values in Jeopardy: Reflecting on the Institutionally<br />

Fragm<strong>en</strong>ted Situation in Utility Sectors”; in: International Journal of Public Administration, Volume 32, Issue 6, pp. 491 –<br />

507.<br />

6


Dit vertoog maakt duidelijk dat er ‘harde <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>’ (bijv. ‘betaalbaarheid’) <strong>en</strong> zachte<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> (bijv. ‘duurzaamheid’) zijn. Ook maakt het duidelijk dat de ‘harde <strong>waard<strong>en</strong></strong>’ de<br />

neiging hebb<strong>en</strong> om de ‘zachte <strong>waard<strong>en</strong></strong>’ te verdring<strong>en</strong>. Daarin beslot<strong>en</strong> ligt de w<strong>en</strong>selijkheid om<br />

- bij het realiser<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> - meer uit te gaan van e<strong>en</strong> ‘procesb<strong>en</strong>adering’ dan van<br />

e<strong>en</strong> ‘projectb<strong>en</strong>adering’. Juist door meerdere actor<strong>en</strong> in te sluit<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> de ‘zachte <strong>waard<strong>en</strong></strong>’<br />

die anders veronachtzaamd zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, weer in beeld. Daardoor zoud<strong>en</strong> betere trade-offs<br />

gemaakt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Ste<strong>en</strong>huis<strong>en</strong>, Dicke & de Bruijn b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dus niet alle<strong>en</strong> de<br />

inhoudelijke kant van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>, maar ook het proces waarin <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> teg<strong>en</strong><br />

elkaar afgewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

De inrichting van e<strong>en</strong> veranderkundig traject om te kom<strong>en</strong> tot trade-offs t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> staat in dit rapport echter niet c<strong>en</strong>traal. Voorligg<strong>en</strong>d rapport beoogt veel<br />

eerder om vanuit de diverse posities in het maatschappelijk debat te verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> welke <strong>publieke</strong><br />

<strong>waard<strong>en</strong></strong> relevant zijn, maar het doet ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> <strong>over</strong> de prioriteit<strong>en</strong>stelling bij de realisatie<br />

van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. Daarnaast wordt er, red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>d vanuit e<strong>en</strong> tweetal archetyp<strong>en</strong> (‘de<br />

zuivere markt’ <strong>en</strong> ‘de zuivere bureaucratie’), getracht om e<strong>en</strong> mix van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> waarmee de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gerealiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het<br />

rapport beperkt zich tot e<strong>en</strong> dergelijk inhoudelijk advies <strong>en</strong> besteedt ge<strong>en</strong> verdere aandacht aan<br />

de implem<strong>en</strong>tatie ervan.<br />

Het perspectief dat we gebruikt hebb<strong>en</strong> in onze analyse is dat van ‘competing values’ <strong>en</strong><br />

‘competing instrum<strong>en</strong>ts’:<br />

Er is sprake van ‘competing values’ als er door het will<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong> of versterk<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>e<br />

<strong>publieke</strong> waarde druk komt te staan op e<strong>en</strong> andere <strong>publieke</strong> waarde. Dit is e<strong>en</strong> belangrijk<br />

gegev<strong>en</strong> als wordt nagedacht <strong>over</strong> het tegelijkertijd realiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> borg<strong>en</strong> van meerdere <strong>publieke</strong><br />

<strong>waard<strong>en</strong></strong>. Het blijkt bijna onmogelijk om alle <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gezam<strong>en</strong>lijk te optimaliser<strong>en</strong>. Wij<br />

gaan in deze studie voor drie sector<strong>en</strong> na of er sprake is van concurrer<strong>en</strong>de <strong>waard<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> of (<strong>en</strong><br />

zo ja hoe) hiermee rek<strong>en</strong>ing kan word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> bij de keuze van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast kan er sprake zijn van ‘competing instrum<strong>en</strong>ts’: concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

bij het realiser<strong>en</strong> van één-<strong>en</strong>-dezelfde <strong>publieke</strong> waarde. Meer in het bijzonder duid<strong>en</strong> we op de<br />

concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bureaucratische grondslag <strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> oriëntatie op <strong>marktwerking</strong>. Marktwerking impliceert immers dat de <strong>over</strong>heid zich op<br />

bepaalde punt<strong>en</strong> terugtrekt, om ze de weg vrij te mak<strong>en</strong> voor ‘de markt’, in de vorm van<br />

meerdere aanbieders die met elkaar kunn<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>. De <strong>over</strong>heid zou dan minder<br />

bureaucratisch stur<strong>en</strong>. Omdat er in de praktijk veelal sprake is van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gvorm van<br />

‘bureaucratie’ <strong>en</strong> ‘<strong>marktwerking</strong>’, zijn deze twee sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in hun zuivere vorm ‘naast<br />

elkaar gezet’ (zie tabel 1.1). Met opzet is hier gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> puristische b<strong>en</strong>adering. Als de<br />

effect<strong>en</strong> van ‘zuivere compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’ niet b<strong>en</strong>oemd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, is het immers onmogelijk om<br />

op verantwoorde wijze te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> optimale mix van de beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

7


Tabel 1.1: Onderscheid bureaucratische sturing versus sturing door <strong>marktwerking</strong><br />

Bureaucratische sturing in zuivere vorm: Sturing door <strong>marktwerking</strong> in zuivere vorm:<br />

Aansturing binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hiërarchische relatie:<br />

product<strong>en</strong>/di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geleverd in opdracht<br />

van e<strong>en</strong> principaal (bij <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> doorgaans<br />

de <strong>over</strong>heid). Prijsvorming wordt gedicteerd door de<br />

principaal.<br />

1.4 Verantwoording werkwijze <strong>en</strong> methodologie<br />

Aansturing binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klant-leverancier-relatie:<br />

product<strong>en</strong>/di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verhandeld op e<strong>en</strong><br />

markt. Prijsvorming komt tot stand langs de wett<strong>en</strong><br />

van vraag <strong>en</strong> aanbod.<br />

Monopolievorming, ge<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tie. Volledige concurr<strong>en</strong>tie in e<strong>en</strong> ongereguleerde markt<br />

zonder marktimperfecties (‘invisible hand’).<br />

Inputfinanciering, de principaal betaalt. Outputfinanciering, de klant betaalt.<br />

Regulering process<strong>en</strong>, inputkwaliteit <strong>en</strong><br />

outputkwaliteit m.b.v. wet- <strong>en</strong> regelgeving.<br />

Ontbrek<strong>en</strong> van wet- <strong>en</strong> regelgeving m.b.t.<br />

process<strong>en</strong>, inputkwaliteit <strong>en</strong> outputkwaliteit.<br />

Wij hebb<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> hoe <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> geborgd word<strong>en</strong> bij <strong>marktwerking</strong> in de<br />

gezondheidszorg, het onderwijs, <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie. Deze sector<strong>en</strong> zijn gekoz<strong>en</strong> omdat de discussie<br />

rond <strong>marktwerking</strong> in deze sector<strong>en</strong> zeer actueel is, <strong>en</strong> zich rec<strong>en</strong>telijk e<strong>en</strong> stelselwijziging heeft<br />

voltrokk<strong>en</strong> in deze sector<strong>en</strong> richting meer <strong>marktwerking</strong> (met name gezondheidszorg <strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>ergie). Binn<strong>en</strong> deze sector<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> wij ons dan ook met name op dat deel waar de kwesties<br />

met betrekking tot <strong>marktwerking</strong> het meest promin<strong>en</strong>t zijn.<br />

Voor elk van de drie sector<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> vergelijkbare werkwijze <strong>en</strong> opzet gehanteerd.<br />

Steeds hebb<strong>en</strong> we gebruik gemaakt van triangulatie: we hebb<strong>en</strong> literatuuronderzoek gedaan,<br />

interviews gehoud<strong>en</strong> met experts <strong>en</strong> sleutelfigur<strong>en</strong> in de sector<strong>en</strong>, <strong>en</strong> empirisch onderzoek van<br />

derd<strong>en</strong> (organisaties als de OESO, maar ook marktonderzoekers) bekek<strong>en</strong>. De opzet voor de<br />

analyse die we voor al de drie sector<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehanteerd is weergegev<strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>de<br />

figuur:<br />

8


Figuur 1.1: Onderzoeksopzet<br />

9


2 SECTOR GEZONDHEIDSZORG<br />

2.1 Algeme<strong>en</strong><br />

In deze casus staat de gezondheidszorg c<strong>en</strong>traal. Sinds de laatste stelselwijziging is het<br />

ziek<strong>en</strong>fonds afgeschaft <strong>en</strong> is aan de markt e<strong>en</strong> meer stur<strong>en</strong>de rol toegek<strong>en</strong>d. In deze casus ligt<br />

de focus op de ziek<strong>en</strong>huiszorg <strong>en</strong> op de wijze waarop de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> bij deze zorg<br />

gewaarborgd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De casus begint met e<strong>en</strong> omschrijving van de stelselwijziging <strong>en</strong><br />

gaat in op de beoogde verbetering<strong>en</strong> <strong>en</strong> de pot<strong>en</strong>tiële bedreiging<strong>en</strong> die <strong>marktwerking</strong> met zich<br />

mee kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Zij eindigt met e<strong>en</strong> omschrijving van maatregel<strong>en</strong> (‘het ideale<br />

sturingsarrangem<strong>en</strong>t c.q. mix van marktgeoriënteerde <strong>en</strong> bureaucratische instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’) die<br />

nodig zijn om de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> te realiser<strong>en</strong>.<br />

Wij hebb<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> met de volg<strong>en</strong>de experts:<br />

• mw. drs. M. (Marjanne) Sint, voorzitter raad van bestuur Isala-kliniek<strong>en</strong><br />

• dhr. E.G. (Evert) van Ankum, programmaleider ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> bij de Inspectie<br />

Gezondheidszorg<br />

• dhr. dr. L. (Loek) Winter, zorgondernemer (eig<strong>en</strong>aar IJsselmeerziek<strong>en</strong>huis <strong>en</strong> diagnostische<br />

c<strong>en</strong>tra) 4<br />

Daarnaast hebb<strong>en</strong> we relevante literatuur verzameld <strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. 5<br />

2.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in de zorg<br />

Spelers in de zorg<br />

De ziek<strong>en</strong>huiszorg k<strong>en</strong>t, naast de patiënt, de volg<strong>en</strong>de spelers: het Ministerie van Financiën, het<br />

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport (VWS), de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ,<br />

ressorter<strong>en</strong>d onder VWS), de zorgverzekeraars <strong>en</strong> de Nederlandse Zorg Autoriteit (voorhe<strong>en</strong> de<br />

Commissie Tariev<strong>en</strong> Gezondheidszorg).<br />

De rol van het Ministerie van Financiën is bescheid<strong>en</strong> in deze context: zij int de belasting<strong>en</strong><br />

waarmee onder andere de ABWZ-zorg (‘Algem<strong>en</strong>e Wet Bijzondere Ziektekost<strong>en</strong>’; betreft met<br />

name de financiering van langdurige zorg zoals psychiatrische zorg, gehandicapt<strong>en</strong>zorg etc.).<br />

De ABWZ kan gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> volksverzekering: de <strong>en</strong>ige <strong>over</strong>geblev<strong>en</strong> zorgverzekering<br />

na het aanschaff<strong>en</strong> van het ziek<strong>en</strong>fonds. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport<br />

(VWS) subsidieert e<strong>en</strong> aantal tak<strong>en</strong> van zorginstelling<strong>en</strong> rechtstreeks (de ‘systeemfunctie’).<br />

Daarnaast formuleert zij middels wet- <strong>en</strong> regelgeving het assortim<strong>en</strong>tsbeleid (= de verplicht te<br />

vergoed<strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> door de zorgverzekeraars), het fusiebeleid (koppel<strong>en</strong> fusies van<br />

zorginstelling<strong>en</strong> aan subsidieverstrekking) <strong>en</strong> het financieel beleid (de verhouding tuss<strong>en</strong> input-<br />

<strong>en</strong> outputfinanciering c.q. tuss<strong>en</strong> financiering door de <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> markt).<br />

4 Loek Winter hebb<strong>en</strong> we gesprok<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> brainstormbije<strong>en</strong>komst met jong VWS.<br />

5 M. Berg (2004): E<strong>en</strong> zorgstelsel dat doelmatig hoge kwaliteit zorg produceert; F. van E<strong>en</strong><strong>en</strong>naam <strong>en</strong> M. Stout<strong>en</strong> (april<br />

2007): De toekomst van het Nederlandse Zorgstelsel: Opties <strong>en</strong> roll<strong>en</strong> van zorgverzekeraars, onderzoek in opdracht<br />

van het Ministerie van Financiën, J.L.T. Blank, R. Goudriaan & T.P. van Walderve<strong>en</strong> (maart 2002): Beheersing van de<br />

arbeidskost<strong>en</strong> in de zorgsector in Internationaal Perspectief; De Nederlandse Bank (december 2005): DNB<br />

Kwartaalbericht: Het nieuwe zorgstelsel internationaal vergelek<strong>en</strong>; A. Björnberg <strong>en</strong> M. Uhlir (2008): The Euro Health<br />

Consumer Index 2008; World Health Organization (2008): The World Health Report - Primary Health Care, Now More<br />

Than Ever; OECD (december 2008): The remuneration of g<strong>en</strong>eral practitioners and specialists in 14 OECD countries.<br />

10


Het ministerie beschikt naast het g<strong>en</strong>oemde subsidie-instrum<strong>en</strong>t <strong>over</strong> e<strong>en</strong> aantal andere<br />

beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zij kan, in sam<strong>en</strong>werking met de Ministeries van Onderwijs <strong>en</strong> Sociale<br />

Zak<strong>en</strong> & Werkgeleg<strong>en</strong>heid, het aanbod op de arbeidsmarkt reguler<strong>en</strong> (door het stell<strong>en</strong> van<br />

numeri fixi bij het opleid<strong>en</strong> van arts<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verstrekk<strong>en</strong> van werkvergunning<strong>en</strong> aan<br />

buit<strong>en</strong>landse arts<strong>en</strong> & verpleegkundig<strong>en</strong>). Daarnaast treedt zij op als opdrachtgever voor de<br />

Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) <strong>en</strong> de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA). De Inspectie<br />

Gezondheidszorg is verantwoordelijk voor het handhav<strong>en</strong> van het kwaliteitsbeleid. Zij heeft de<br />

bevoegdheid om bestuurlijke boetes op te legg<strong>en</strong>, vergunning<strong>en</strong> te verstrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vergunning<strong>en</strong> weer in te trekk<strong>en</strong>. De Nederlandse Zorg Autoriteit treedt op als marktmeester. Zij<br />

stelt per combinatie van diagnose <strong>en</strong> behandeling (‘DBC’) de maximum-prijs vast die e<strong>en</strong><br />

zorgverl<strong>en</strong>er mag vrag<strong>en</strong> voor haar product<strong>en</strong>. Zij reguleert daarmee vooral het gedrag van<br />

zorgverzekeraars <strong>en</strong> zorgverl<strong>en</strong>ers.<br />

De zorgverzekeraars (voorhe<strong>en</strong>: ook de ziek<strong>en</strong>fonds<strong>en</strong>) tred<strong>en</strong> op als intermediair tuss<strong>en</strong> de<br />

patiënt <strong>en</strong> de zorgverl<strong>en</strong>er. Zij mak<strong>en</strong> prijsafsprak<strong>en</strong> met de zorgverl<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> betal<strong>en</strong><br />

uiteindelijk ook de rek<strong>en</strong>ing voor de verle<strong>en</strong>de zorg (al dan niet door tuss<strong>en</strong>komst van de<br />

patiënt). De eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van zorgverzekeraars zijn <strong>over</strong> het algeme<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong>. De<br />

zorgverl<strong>en</strong>ers (ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>) zijn, vrijwel zonder uitzondering<strong>en</strong>, stichting<strong>en</strong>. Slechts e<strong>en</strong> zeer<br />

beperkt aantal instelling<strong>en</strong> (de IJsselmeerziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> het Slotervaartziek<strong>en</strong>huis) zijn<br />

volledig in private hand<strong>en</strong>. Er dan is sprake van e<strong>en</strong> BV of NV, zij het dat ook zij statutair ge<strong>en</strong><br />

winst mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> (vastgelegd in de Wet Toelating Zorginstelling<strong>en</strong>).<br />

De onderlinge verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deze partij<strong>en</strong> zijn weergegev<strong>en</strong> in onderstaande figuur:<br />

Figuur 2.1: Spelers <strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de zorg<br />

11


2.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong><br />

In 2006 werd het hybride stelsel (ziek<strong>en</strong>fonds<strong>en</strong> + particuliere verzekering<strong>en</strong>) vervang<strong>en</strong> door<br />

e<strong>en</strong> stelsel van louter, particuliere verzekering<strong>en</strong>. Met deze stelselwijziging werd beoogd meer<br />

<strong>marktwerking</strong> (concurr<strong>en</strong>tie !), meer effici<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> meer keuzevrijheid voor de patiënt te<br />

introducer<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de zorg. Om de werking van dit stelsel te doorgrond<strong>en</strong> is het goed om de<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van beide stelsels op e<strong>en</strong> rijtje te zett<strong>en</strong>.<br />

Bij de vergelijking van het oude <strong>en</strong> het nieuwe stelsel, blijkt er zowel sprake te zijn van meer<br />

markt (de <strong>over</strong>heid treedt terug als zorgverzekeraar, er wordt ruimte gecreëerd voor<br />

concurr<strong>en</strong>tie) als van meer bureaucratie (introductie van verbod op risicodiscriminatie <strong>en</strong> van<br />

regels met betrekking tot assortim<strong>en</strong>t, acceptatieplicht & verzekeringsplicht etc.). Eig<strong>en</strong>lijk is er<br />

sinds de stelselwijziging sprake van e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>g gereguleerde markt, daar waar particuliere<br />

ziektekost<strong>en</strong>verzekeraars voorhe<strong>en</strong> aanmerkelijk meer vrijhed<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (zie tabel 2.1). Door<br />

het verbod om winst uit te ker<strong>en</strong>, de onmogelijkheid om slechte risico’s te weiger<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

afgedwong<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van kruissubsidiëring is er, in pot<strong>en</strong>tie, slechts beperkt <strong>marktwerking</strong><br />

mogelijk.<br />

Als deze gebod<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> echter verdwijn<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> de voordel<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong><br />

volledig tot hun recht kom<strong>en</strong> (maar ook de nadel<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> zull<strong>en</strong> pregnant zichtbaar<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>). Dit br<strong>en</strong>gt ons bij de kernvrag<strong>en</strong> van deze casus: Heeft de introductie van<br />

<strong>marktwerking</strong> geleid tot verbetering<strong>en</strong>? Word<strong>en</strong> alle <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gewaarborgd? Welke<br />

type interv<strong>en</strong>ties (meer bureaucratisch sturing of meer sturing door de markt) zijn nodig om de<br />

realisatie van deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> te verbeter<strong>en</strong>? Alvor<strong>en</strong>s deze vrag<strong>en</strong> te beantwoord<strong>en</strong>, is<br />

er eerst e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gemaakt.<br />

Tabel 2.1: Het oude <strong>en</strong> het nieuwe zorgstelsel met elkaar vergelek<strong>en</strong><br />

Eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> stelsel: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> oude stelsel: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> nieuwe stelsel:<br />

Type zorgverzekering: Combinatie van ziek<strong>en</strong>fonds<br />

(volksverzekering) <strong>en</strong> particuliere<br />

ziektekost<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong>,<br />

aangevuld met de ABWZ<br />

(volksverzekering voor bijzondere<br />

ziektekost<strong>en</strong>).<br />

Type financiering: C<strong>en</strong>traal vastgestelde budgett<strong>en</strong> op<br />

‘lump sum’ basis (vanaf begin jar<strong>en</strong><br />

’80) c.q. outputfinanciering op<br />

bureaucratische grondslag<strong>en</strong><br />

(tot/met eind jar<strong>en</strong> ’70).<br />

Eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong><br />

zorgverl<strong>en</strong>ingsinstelling<strong>en</strong>:<br />

Eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong><br />

m.b.t. door specialist<strong>en</strong><br />

geleverde zorg:<br />

Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> exclusief bij<br />

rijks<strong>over</strong>heid, geme<strong>en</strong>telijke<br />

<strong>over</strong>hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> particuliere<br />

stichting<strong>en</strong>. In klein aantal<br />

uitzonderingsgevall<strong>en</strong> bij<br />

aandeelhouders.<br />

Specialist<strong>en</strong> werkzaam in<br />

maatschapp<strong>en</strong> (met eig<strong>en</strong> winst-<br />

<strong>en</strong> verliesrek<strong>en</strong>ing), ziek<strong>en</strong>huis als<br />

bedrijv<strong>en</strong>terrein.<br />

Uitsluit<strong>en</strong>d particuliere<br />

ziektekost<strong>en</strong>verzekering<strong>en</strong>,<br />

aangevuld met de ABWZ<br />

(volksverzekering voor bijzondere<br />

ziektekost<strong>en</strong>).<br />

Combinatie van inputfinanciering<br />

(primair t.b.v. systeemfunctie<br />

zorginstelling<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

outputfinanciering met<br />

<strong>marktwerking</strong> (per verrichte<br />

medische handeling).<br />

Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> exclusief bij<br />

particuliere stichting<strong>en</strong>. In klein<br />

aantal uitzonderingsgevall<strong>en</strong> bij<br />

aandeelhouders (BV/NV zonder<br />

winstoogmerk).<br />

Specialist<strong>en</strong> werkzaam in<br />

maatschapp<strong>en</strong> (met eig<strong>en</strong> winst-<br />

<strong>en</strong> verliesrek<strong>en</strong>ing), ziek<strong>en</strong>huis als<br />

bedrijv<strong>en</strong>terrein.<br />

12


Eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> stelsel: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> oude stelsel: K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> nieuwe stelsel:<br />

Eig<strong>en</strong>domsverhouding<strong>en</strong><br />

zorgverzekeraars:<br />

Verzekeringsplicht<br />

zorgverzekeraars?:<br />

Acceptatieplicht<br />

zorgverzekeraars?<br />

Verbod op<br />

risicodiscriminatie<br />

zorgverzekeraars<br />

(differ<strong>en</strong>tiatie premie o.b.v.<br />

risicoprofiel)?<br />

Vereff<strong>en</strong>ingsfonds t.b.v.<br />

zorgverzekeraars (ter<br />

comp<strong>en</strong>satie slechte<br />

risico’s):<br />

Verbod op winstuitkering<br />

Zorgverl<strong>en</strong>ers?<br />

Kruissubsidiëring:<br />

Kinder<strong>en</strong> gratis<br />

meeverzekerd?<br />

Assortim<strong>en</strong>tsbeleid m.b.t.<br />

verplicht te verzeker<strong>en</strong><br />

zorg vastgesteld door<br />

<strong>over</strong>heid?<br />

2.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> exclusief bij<br />

<strong>over</strong>heid (ziek<strong>en</strong>fonds) of bij<br />

aandeelhouders dan wel<br />

stichting<strong>en</strong> (particuliere<br />

zorgverzekeraars).<br />

Nee Ja<br />

Alle<strong>en</strong> v.w.b. het ziek<strong>en</strong>fonds, niet<br />

v.w.b. particuliere<br />

ziektekost<strong>en</strong>verzekering.<br />

Eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> bij<br />

aandeelhouders of stichting<strong>en</strong> (alle<br />

zorgverzekeraars).<br />

Ja<br />

Nee Ja<br />

Nee Ja<br />

Ja Ja<br />

Alle<strong>en</strong> v.w.b. het ziek<strong>en</strong>fonds, niet<br />

v.w.b. particuliere<br />

ziektekost<strong>en</strong>verzekering.<br />

Alle<strong>en</strong> v.w.b. het ziek<strong>en</strong>fonds, niet<br />

v.w.b. particuliere<br />

ziektekost<strong>en</strong>verzekering.<br />

Ja<br />

Basisassortim<strong>en</strong>t met alle<br />

noodzakelijke medische<br />

handeling<strong>en</strong> vastgesteld voor alle<br />

ziektekost<strong>en</strong>verzekeraars.<br />

Daarnaast mogelijkheid om alle<br />

<strong>over</strong>ige zak<strong>en</strong> vrijwillig bij te<br />

verzeker<strong>en</strong>.<br />

Na het bestuder<strong>en</strong> van de diverse opinies rondom de stelselwijziging, is e<strong>en</strong> achttal <strong>publieke</strong><br />

<strong>waard<strong>en</strong></strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd. Na het raadpleg<strong>en</strong> van opinieblad<strong>en</strong>, internet fora <strong>en</strong> e<strong>en</strong> klein aantal<br />

wet<strong>en</strong>schappelijke publicaties is geblek<strong>en</strong> dat met name deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> de voor- <strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> verdel<strong>en</strong>. De voorstanders zi<strong>en</strong> vooral kans<strong>en</strong> om de realisatie<br />

van deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> positief te beïnvloed<strong>en</strong>, terwijl de teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong><br />

vooral bedreiging<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de realisatie van deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> veinz<strong>en</strong>. In<br />

onderstaand <strong>over</strong>zicht is gepoogd de diverse spanningsveld<strong>en</strong> zichtbaar te mak<strong>en</strong>.<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘betaalbaarheid’ domineert het debat. De betaalbaarheid van de<br />

gezondheidszorg was de aanleiding om de eerder g<strong>en</strong>oemde stelselwijziging door te voer<strong>en</strong>.<br />

De m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>over</strong> de bijdrag<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> aan de realisatie van dit doel lop<strong>en</strong> echter<br />

sterk uite<strong>en</strong>.<br />

De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> betog<strong>en</strong> dat de markt ineffici<strong>en</strong>cy saneert. Zorgaanbieders<br />

met teveel <strong>over</strong>head c.q. te veel staf word<strong>en</strong> ‘uit de markt gedrukt’. Hetzelfde zou geld<strong>en</strong> voor<br />

13


zorgaanbieders met e<strong>en</strong> veel te lage arbeidsproductiviteit. Ook wijz<strong>en</strong> zij op de perverse<br />

prikkels die uitging<strong>en</strong> van het oude bekostigingssysteem. Het oude systeem (geënt op het<br />

financier<strong>en</strong> van de output teg<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal vastgestelde tariev<strong>en</strong>) zou <strong>over</strong>productie stimuler<strong>en</strong>,<br />

het zoek<strong>en</strong> naar oplossing<strong>en</strong> voor structurele kwaliteitsproblem<strong>en</strong> ontmoedig<strong>en</strong> (want ook<br />

symptoombestrijding wordt beloond, heropnames leverd<strong>en</strong> geld op) <strong>en</strong> de zorg voor chronisch<br />

ziek<strong>en</strong> verwaarloz<strong>en</strong> (want makkelijk behandelbare ziektebeeld<strong>en</strong> leverd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote bijdrage<br />

aan de productieomvang). Marktwerking in het nieuwe systeem zou dit moet<strong>en</strong> vermijd<strong>en</strong>.<br />

De teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> betwijfel<strong>en</strong> of het concept überhaupt van de grond komt. Zij<br />

wijz<strong>en</strong> op effect<strong>en</strong> als de geringe prijselasticiteit (het prijsmechanisme werkt niet want ‘m<strong>en</strong><br />

bezuinigt niet op zijn gezondheid’), dat wil zegg<strong>en</strong> op de onmogelijkheid om met prijsbeleid het<br />

gedrag van de zorgconsum<strong>en</strong>t te reguler<strong>en</strong> (er zijn ge<strong>en</strong> inc<strong>en</strong>tives om de zorgvraag te<br />

demp<strong>en</strong>). Ook wordt er gewez<strong>en</strong> op marktimperfecties (het ontbrek<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>tie in<br />

bepaalde regio’s, niet transparante prijs/kwaliteitsverhouding<strong>en</strong>). Ook vrez<strong>en</strong> zij dat het concept<br />

zichzelf te gronde zal richt<strong>en</strong>. De voortdur<strong>en</strong>de druk op kost<strong>en</strong>verlaging zal dan leid<strong>en</strong> tot fusies<br />

van zorginstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgverzekeraars waardoor oligopolies of zelfs monopolies zull<strong>en</strong><br />

ontstaan. T<strong>en</strong>slotte merk<strong>en</strong> zij op dat het probleem van de steeds duurder word<strong>en</strong>de zorg niet<br />

te wijt<strong>en</strong> is aan e<strong>en</strong> gebrek aan <strong>marktwerking</strong> maar aan exog<strong>en</strong>e factor<strong>en</strong> als de vergrijzing <strong>en</strong><br />

de introductie van nieuwe behandelmethod<strong>en</strong>. Hoogleraar Rick van der Ploeg (IUE) claimt zelfs<br />

dat 1/3 van de zorguitgav<strong>en</strong> voor rek<strong>en</strong>ing komt voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in hun laatste lev<strong>en</strong>sjaar (in de<br />

vorm van dure, lev<strong>en</strong>sverl<strong>en</strong>g<strong>en</strong>de operaties) ) 6 .<br />

Opvall<strong>en</strong>d is dat de teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> in de zorg, de financiering van de zorg<br />

formuler<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ‘zero sum game’. E<strong>en</strong> betere realisatie van (e<strong>en</strong> groter aantal) <strong>publieke</strong><br />

<strong>waard<strong>en</strong></strong> is dan alle<strong>en</strong> mogelijk als er meer geld wordt geïnvesteerd in de zorg. Als de macrouitgav<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> zorgsysteem gelijk blijv<strong>en</strong>, gaat e<strong>en</strong> verbetering van de <strong>en</strong>e <strong>publieke</strong> waarde<br />

altijd t<strong>en</strong> koste van e<strong>en</strong> andere waarde. De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> zi<strong>en</strong> vooral win-winsituaties<br />

ontstaan: door meer <strong>marktwerking</strong> toe te lat<strong>en</strong> ontstaan er inc<strong>en</strong>tives om de<br />

gerealiseerde waarde per geïnvesteerde euro te vergrot<strong>en</strong>. Aldus zou e<strong>en</strong> groter aantal<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gerealiseerd moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Het debat <strong>over</strong> de <strong>publieke</strong> waarde ‘betaalbaarheid’ gaat naadloos <strong>over</strong> in de discussie <strong>over</strong> de<br />

<strong>publieke</strong> waarde ‘toegankelijkheid’. Voorstanders van <strong>marktwerking</strong> noem<strong>en</strong> de mogelijkheid<br />

om extra risico’s te verzeker<strong>en</strong> (wie e<strong>en</strong> uitgebreidere dekking wil, betaalt meer premie) <strong>en</strong><br />

gruw<strong>en</strong> van de assortim<strong>en</strong>tsbeperking<strong>en</strong> in het zorgaanbod die de <strong>over</strong>heid oplegt.<br />

Teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> constater<strong>en</strong> dat het concept, in het meest gunstige geval, leidt<br />

tot e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de groot aanbod in de zorgsector dat ev<strong>en</strong>wel alle<strong>en</strong> toegankelijk is voor<br />

dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die het kunn<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> <strong>over</strong> ‘Amerikaanse toestand<strong>en</strong>’.<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘garantie van het aanbod in de zorg’ verdeelt de voor- <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>standers<br />

van <strong>marktwerking</strong> in sterke mate. De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> gev<strong>en</strong> aan dat budget<br />

ge<strong>en</strong> remm<strong>en</strong>de factor bij het vaststell<strong>en</strong> van het zorgaanbod meer zal zijn. Er ontstaat meer<br />

ruimte om zeld<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>de ziektebeeld<strong>en</strong> te behandel<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeer kostbare behandeling<strong>en</strong><br />

te bekostig<strong>en</strong> (‘Wie betaalt, bepaalt’). Maar ook gevolgkost<strong>en</strong> (bijv. omzetverlies door zieke<br />

werknemers) kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere rol gaan spel<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> werkgever meer wil betal<strong>en</strong> om de<br />

wachttijd van e<strong>en</strong> zieke werknemer te bekort<strong>en</strong>, dan zal de markt deze ruimte bied<strong>en</strong> (desnoods<br />

door deze patiënt voor behandeling naar het buit<strong>en</strong>land te stur<strong>en</strong>). Teg<strong>en</strong>standers van<br />

6 Rick van der Ploeg, 2005, INFinance, nr, 9 Zorgspecial: Nieuw zorgstelsel is gedoemd om te mislukk<strong>en</strong><br />

14


<strong>marktwerking</strong> vrez<strong>en</strong> echter vooral verdringingseffect<strong>en</strong>. De solidariteit tuss<strong>en</strong> ‘rijk’ <strong>en</strong> ‘arm’<br />

wordt dan aangetast door r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tscriteria (bijv. doordat prioriteit gegev<strong>en</strong> wordt aan<br />

patiënt<strong>en</strong> die meer kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> behandeling). Ook vrez<strong>en</strong> zij dat de markt<br />

‘de kr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de pap zal hal<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> niet lucratieve marktsegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> links zal lat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Het<br />

aanbod verschraalt dan, zeld<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>de of zeer kostbare behandeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet<br />

meer aangebod<strong>en</strong> c.q. zijn onverzekerbaar.<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘innovatie’ wordt vooral g<strong>en</strong>oemd door de voorstanders van <strong>marktwerking</strong>.<br />

Zij bered<strong>en</strong>er<strong>en</strong> dat de druk om tot kost<strong>en</strong>verlaging te kom<strong>en</strong> zal leid<strong>en</strong> tot procesinnovatie<br />

terwijl de druk op kwaliteitsverhoging zal leid<strong>en</strong> tot productinnovatie. De ontwikkeling van<br />

nieuwe behandelmethod<strong>en</strong> wordt dan niet meer gehinderd door bureaucratische mechanism<strong>en</strong><br />

(kortere ‘time-to-market’ bij introductie nieuwe behandelmethod<strong>en</strong>).<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘kwaliteit’ wordt door voor- <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> in het<br />

debat gebracht. De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> roem<strong>en</strong> de keuzevrijheid van de<br />

consum<strong>en</strong>t. Als gevolg van <strong>marktwerking</strong> gaan zorginstelling<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong> op kwaliteit. Door<br />

het publicer<strong>en</strong> van rankings op het internet met betrekking tot de kwaliteit van de geleverde zorg<br />

kan de zorgconsum<strong>en</strong>t dan e<strong>en</strong> keuze mak<strong>en</strong> voor het beste zorgaanbod. De teg<strong>en</strong>standers<br />

verwacht<strong>en</strong> vooral dat <strong>marktwerking</strong> zal leid<strong>en</strong> tot meer spreiding in de kwaliteit van de zorg. Er<br />

zull<strong>en</strong> dan eersterangs, tweederangs, derderangs <strong>en</strong> vierderangs zorginstelling<strong>en</strong> ontstaan.<br />

E<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerd aanbod gaat aldus t<strong>en</strong> koste van de solidariteit tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

bevolkingsgroep<strong>en</strong> (‘rijk’ <strong>en</strong> ‘arm’).<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘acceptabele wachtlijst<strong>en</strong>’ heeft, sinds Pim Fortuyn zich hier <strong>over</strong> uitsprak<br />

in de ‘Puinhop<strong>en</strong> van Paars’, e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te plaats gekreg<strong>en</strong> in het debat. Daarbij is vooral<br />

betoogd dat de <strong>over</strong>maat aan regels <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gebrek aan aandacht voor de m<strong>en</strong>selijke maat het<br />

probleem van de wachtrij<strong>en</strong> onoplosbaar maakt<strong>en</strong>. Voorstanders van <strong>marktwerking</strong> betog<strong>en</strong> dat<br />

de markt deze vorm van ineffectiviteit zal saner<strong>en</strong>, terwijl teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong><br />

vooral betog<strong>en</strong> dat er meer geld in deze zorg geïnvesteerd zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het probleem<br />

de wachtrij<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>.<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘continuïteit in de sector’ is vooral geag<strong>en</strong>deerd door de Socialistische<br />

Partij. Zij betoogt dat <strong>marktwerking</strong> zal leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verloedering van de sector. Zij vreest<br />

vooral e<strong>en</strong> neerwaartse druk op de lon<strong>en</strong> van het verpleg<strong>en</strong>d personeel. Deze neerwaartse druk<br />

zal dan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> onaantrekkelijk arbeidsklimaat <strong>en</strong> uiteindelijk tot e<strong>en</strong> uitstroom van<br />

personeel uit de sector. De sector zal dan onderbemand rak<strong>en</strong> waardoor het zorgaanbod zal<br />

verschral<strong>en</strong>. De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> wijz<strong>en</strong> vooral op het niveller<strong>en</strong>de effect van<br />

CAO’s <strong>en</strong> andere, collectieve arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zij betog<strong>en</strong> dat exceller<strong>en</strong>de zorgprofessionals<br />

beter beloond zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omdat zij niet gezi<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>post, maar<br />

beoordeeld zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op hun bijdrage aan de kwaliteit & de productiviteit van het<br />

betreff<strong>en</strong>de zorgsysteem.<br />

Ook de <strong>publieke</strong> waarde ‘klant- c.q. m<strong>en</strong>sgerichtheid’ is geag<strong>en</strong>deerd door de Socialistische<br />

Partij. Zij vreest dat de druk op de lon<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van <strong>marktwerking</strong> ook zal leid<strong>en</strong> tot<br />

‘minder hand<strong>en</strong> aan het bed’ waardoor de patiënt de dupe zal word<strong>en</strong> van het strev<strong>en</strong> naar ‘kille<br />

effici<strong>en</strong>cy’. De beschikbare tijd om e<strong>en</strong> patiënt effectief te kunn<strong>en</strong> behandel<strong>en</strong> of verzorg<strong>en</strong> zal<br />

dan alle<strong>en</strong> maar afnem<strong>en</strong>, terwijl er voor persoonlijke aandacht (‘praatje pot’) al helemaal ge<strong>en</strong><br />

tijd meer zal zijn. De voorstanders van <strong>marktwerking</strong> wijz<strong>en</strong> vooral op de kans<strong>en</strong> voor het<br />

individu. Wie extra luxe w<strong>en</strong>st tijd<strong>en</strong>s zijn behandeling bij e<strong>en</strong> zorginstelling, kan daarvoor<br />

15


gewoon betal<strong>en</strong>. Ook voorspell<strong>en</strong> zij dat zorgverzekeraars zich steeds meer manifester<strong>en</strong> als<br />

zorgmakelaars. Zij wijz<strong>en</strong> hun cliënt<strong>en</strong> de weg naar de snelste c.q. beste zorgaanbieder <strong>en</strong><br />

formuler<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor behandeling<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>land of e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis<br />

‘ver weg in Nederland’. De c<strong>en</strong>trale waarde in dit discours is de mogelijkheid om meer<br />

maatwerk te bied<strong>en</strong>.<br />

2.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

Competing instrum<strong>en</strong>ts. In paragraaf 2.4 bleek al dat <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> niet automatisch het<br />

beste zijn gewaarborgd door het introducer<strong>en</strong> van meer <strong>marktwerking</strong>. Wanneer economische<br />

theorieën <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> & <strong>publieke</strong> sturing word<strong>en</strong> geprojecteerd op de specifieke<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de zorgsector, is e<strong>en</strong> voorspelling te mak<strong>en</strong> van het mechanisme (bureaucratie<br />

of markt) waarmee de betreff<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> waarde het beste gerealiseerd kan word<strong>en</strong>.<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘betaalbaarheid van de gezondheidszorg’ kan, als het gaat om de<br />

microbetaalbaarheid (betaalbaarheid van individuele di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>), in theorie het beste word<strong>en</strong><br />

gerealiseerd met behulp van het marktmechanisme. Door ‘invisible hand’–mechanism<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

te dure zorgaanbieders immers ‘de markt uitgedrukt’ word<strong>en</strong>. Zolang er sprake is van e<strong>en</strong> goed<br />

functioner<strong>en</strong>de markt, kunn<strong>en</strong> met behulp van dit mechanisme de beste prijs-kwaliteitverhouding<strong>en</strong><br />

gerealiseerd word<strong>en</strong>.<br />

Niet voor alle di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> in de gezondheidszorg bestaat er echter e<strong>en</strong> perfecte markt. Voor<br />

sommige marktsegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (lees: diagnoses-behandel-combinaties) is de markt te klein (lees: er<br />

is te weinig vraag) waardoor zij niet kost<strong>en</strong>effectief bedi<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In dergelijke<br />

gevall<strong>en</strong> zou het zorgaanbod verdwijn<strong>en</strong> als er sprake was van ‘zuivere <strong>marktwerking</strong>’. Omdat<br />

er kruissubsidiëring (subsidiër<strong>en</strong> van de levering van verliesgev<strong>en</strong>de product<strong>en</strong> met de<br />

verkoopopbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van winstgev<strong>en</strong>de product<strong>en</strong>) plaatsvindt, kan echter ook in de vraag naar<br />

deze verliesgev<strong>en</strong>de product<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Kruissubsidiëring is mogelijk omdat<br />

zorgconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet rechtstreeks inkop<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> zorgverl<strong>en</strong>er, maar premie betal<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />

zorgverzekeraar (die de zorg inkoopt voor al haar verzekerd<strong>en</strong>). Zorgverzekeraars hebb<strong>en</strong> er,<br />

zolang er ge<strong>en</strong> sprake is van monopolievorming, belang bij om de premie van hun<br />

verzekering<strong>en</strong> laag te houd<strong>en</strong>. Zij zull<strong>en</strong> kruissubsidiëring dan ook alle<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> als markt of<br />

<strong>over</strong>heid van marktpartij<strong>en</strong> verlang<strong>en</strong> dat zij e<strong>en</strong> compleet assortim<strong>en</strong>t voer<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong><br />

bureaucratische systeem is er in het geheel ge<strong>en</strong> inc<strong>en</strong>tive om de winstgev<strong>en</strong>dheid van e<strong>en</strong><br />

bepaald product te bepal<strong>en</strong>. Winstgev<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> immers ge<strong>en</strong> rol in e<strong>en</strong><br />

setting waarin <strong>marktwerking</strong> (= concurr<strong>en</strong>tie) ontbreekt. Uiteindelijk is de markt dan efficiënter:<br />

Of zij zorgt ervoor dat in e<strong>en</strong> bepaalde consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>vraag niet kan word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> (dit komt<br />

de macrobetaalbaarheid t<strong>en</strong> goede) of zij past de meest efficiënte vorm van kruissubsidiëring<br />

toe.<br />

De macrobetaalbaarheid (betaalbaarheid van het gezondheidszorgstelsel als geheel) is van<br />

belang als zorgcapaciteit schaars is. Ethische kwesties rondom het uitvoer<strong>en</strong> van<br />

lev<strong>en</strong>sduurverl<strong>en</strong>g<strong>en</strong>de operaties bij terminale patiënt<strong>en</strong>, het voorschrijv<strong>en</strong> van dure medicijn<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> beperkt effect, het stopp<strong>en</strong> met zinloze medische handeling<strong>en</strong> 7 <strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van<br />

kwaliteitsproblem<strong>en</strong> (‘voorkom<strong>en</strong> van fout<strong>en</strong> is beter dan ervan te g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong>’) spel<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong><br />

grote rol. De markt houdt echter maar in beperkte mate rek<strong>en</strong>ing met ethiek <strong>en</strong> zal, in eerste<br />

7 Zinloze medische handeling<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> die handeling<strong>en</strong> waarvan het nut niet onomstotelijk vastgesteld kan word<strong>en</strong><br />

maar waarvoor desondanks wel e<strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>vraag bestaat.<br />

16


instantie, prober<strong>en</strong> in te spel<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaalde consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>vraag. Door ‘invisible hand<br />

mechanism<strong>en</strong>’ zal zij bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> om die vraag zo efficiënt mogelijk in te vull<strong>en</strong>. De<br />

markt k<strong>en</strong>t echter ge<strong>en</strong> natuurlijke mechanism<strong>en</strong> om tot vraagdemping te kom<strong>en</strong>. Uiteindelijk is<br />

de kans dan groot dat het stelsel, gelet op de geringe prijselasticiteit in de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>vraag,<br />

dan toch fors duurder wordt (maar de vraag is of dat erg is, de consum<strong>en</strong>t krijgt immers meer<br />

‘waarde’ voor zijn geld). Bureaucratische mechanism<strong>en</strong> zijn daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> minder efficiënt maar<br />

wel prima geschikt om, langs de weg van wet <strong>en</strong> regelgeving (in casu door het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van<br />

beperking<strong>en</strong> in het vergoeding<strong>en</strong>beleid), tot vraagdemping te kom<strong>en</strong>. Op het punt van de<br />

macrobetaalbaarheid scoort bureaucratische sturing dus beter.<br />

Voorlopige conclusie 1:<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘betaalbaarheid van de gezondheidszorg’ kan, als het gaat om de<br />

‘microbetaalbaarheid’, het beste gewaarborgd word<strong>en</strong> met behulp van marktmechanism<strong>en</strong>. Als<br />

het gaat om ‘macrobetaalbaarheid’ bied<strong>en</strong> bureaucratische mechanism<strong>en</strong> (regels!) echter meer<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> om de realisatie van deze <strong>publieke</strong> waarde te waarborg<strong>en</strong>.<br />

In het Nederlandse stelsel lijk<strong>en</strong> de beste eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van beide stuurinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>igd<br />

te zijn: de betaalbaarheid op micro niveau kan gereguleerd word<strong>en</strong> door <strong>marktwerking</strong>, terwijl<br />

de betaalbaarheid op macroniveau gewaarborgd kan word<strong>en</strong> door bureaucratische maatregel<strong>en</strong><br />

(assortim<strong>en</strong>tsbeleid waarin onnodig dure medische behandeling<strong>en</strong> niet in het basisassortim<strong>en</strong>t<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>). Deze <strong>publieke</strong> waarde lijkt, na de stelselwijziging, dan ook niet onder druk<br />

te staan.<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘toegankelijkheid van de gezondheidszorg’ lijkt in eerste instantie het<br />

beste gerealiseerd te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met behulp van bureaucratische sturing (regels <strong>over</strong><br />

welke groep<strong>en</strong> toegang hebb<strong>en</strong> tot welke typ<strong>en</strong> zorg). In dergelijke arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is het<br />

mogelijk om de toegang tot de zorg te verzeker<strong>en</strong> via inkom<strong>en</strong>safhankelijke, collectieve<br />

zorgverzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong> het uitvaardig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> discriminatieverbod (ge<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> om<br />

hetzij minder draagkrachtige patiënt<strong>en</strong>, hetzij patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> slecht risicoprofiel te wer<strong>en</strong>). Bij<br />

e<strong>en</strong> dergelijke collectieve zorgverzekeraar is er sprake van afgedwong<strong>en</strong> solidariteit. Relatief<br />

gezonde verzekerd<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> mee aan de zorg voor relatief ongezonde verzekerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> relatief<br />

rijke verzekerd<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> mee aan de zorg voor relatief arme verzekerd<strong>en</strong>. Aldus wordt bereikt<br />

dat iedere<strong>en</strong> in gelijke mate toegang heeft tot de zorg. Het nadeel van dergelijke arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

is dat de <strong>marktwerking</strong> verstoord wordt (zorg kan niet teg<strong>en</strong> de laagst mogelijke prijs word<strong>en</strong><br />

aangebod<strong>en</strong>), terwijl er ook sprake is van assortim<strong>en</strong>tsbeperking<strong>en</strong> (zorg die niet in de regels<br />

g<strong>en</strong>oemd wordt, wordt niet vergoed <strong>en</strong> meestal ook niet aangebod<strong>en</strong>).<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘garantie van het aanbod in de zorg’ lijkt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> het beste met<br />

behulp van e<strong>en</strong> marktmechanisme gerealiseerd te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij volledige <strong>marktwerking</strong><br />

word<strong>en</strong> immers ge<strong>en</strong> assortim<strong>en</strong>tsbeperking<strong>en</strong> opgeworp<strong>en</strong>. Zolang iemand bereid is om e<strong>en</strong><br />

bepaalde prijs te betal<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> ‘invisible hand’-mechanism<strong>en</strong> er voor zorg<strong>en</strong> dat er ook e<strong>en</strong><br />

aanbod is om in deze vraag te kunn<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Voor wie het kan betal<strong>en</strong>, zal er dus altijd<br />

voldo<strong>en</strong>de zorg zijn (al zal die zorg niet altijd dicht bij huis gevond<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, regionale<br />

markt<strong>en</strong> zijn soms te klein om efficiënt bedi<strong>en</strong>d te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de markt). Minder<br />

draagkrachtig<strong>en</strong> zull<strong>en</strong>, bij e<strong>en</strong> volledig vrije markt, echter beperkt of zelfs helemaal ge<strong>en</strong><br />

toegang hebb<strong>en</strong> tot het zorgaanbod. Slechts in gevall<strong>en</strong> waar de zorgcapaciteit onbegr<strong>en</strong>sd is<br />

<strong>en</strong> arbeid in de zorg nag<strong>en</strong>oeg niets kost, kunn<strong>en</strong> aanbieders in de markt hun prijsbeleid<br />

afstemm<strong>en</strong> op de draagkracht van de patiënt. Aldus kan ook het laatste stukje omzet nog<br />

binn<strong>en</strong>gehaald word<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft iedere<strong>en</strong> toegang tot de zorg (aan dit tweetal condities werd,<br />

17


ironisch g<strong>en</strong>oeg, alle<strong>en</strong> in de voormalige Oostblokland<strong>en</strong> voldaan). De bureaucratie biedt<br />

daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> om de werking van het prijsmechanisme, middels wet- <strong>en</strong><br />

regelgeving of subsidies, te verstor<strong>en</strong> zodat minder draagkrachtig<strong>en</strong> toch nog toegang hebb<strong>en</strong><br />

tot noodzakelijke geachte zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Voorlopige conclusie 2:<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘toegankelijkheid van de gezondheidszorg’ <strong>en</strong> ‘garantie van het aanbod in<br />

de zorg’ kunn<strong>en</strong> met behulp van bureaucratische mechanism<strong>en</strong> beter gewaarborgd word<strong>en</strong> dan<br />

via marktmechanism<strong>en</strong> als het gaat om de levering van gestandaardiseerde product<strong>en</strong>. Zodra<br />

het gaat om zorg die niet in het standaard assortim<strong>en</strong>t voorkomt, biedt de markt meer<br />

mogelijkhed<strong>en</strong>. Verder blijk<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> ‘toegankelijkheid van de gezondheidszorg’<br />

<strong>en</strong> ‘prijs van de geleverde zorg’ competing values te zijn (de mogelijkhed<strong>en</strong> om de toegang tot<br />

de zorg te reguler<strong>en</strong> gaan t<strong>en</strong> koste van de prijsvorming, terwijl op geliberaliseerde markt<strong>en</strong> het<br />

ruime aanbod aan zorg voor bepaalde groep<strong>en</strong> onbetaalbaar dreigt te word<strong>en</strong>).<br />

In het Nederlandse stelsel lijk<strong>en</strong> de goede eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van beide stuurinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

ver<strong>en</strong>igd te zijn: De ‘toegankelijkheid’ <strong>en</strong> de ‘garantie van het aanbod’ word<strong>en</strong> gewaarborgd met<br />

behulp van bureaucratische sturinginstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (acceptatieplicht, verbod op risicodiscriminatie,<br />

breed basisassortim<strong>en</strong>t) terwijl het systeem toch nog prikkels bevat om e<strong>en</strong> zorgaanbod te<br />

g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> dat niet wordt afgedekt in het basisassortim<strong>en</strong>t (door de mogelijkheid te bied<strong>en</strong> om<br />

minder voorkom<strong>en</strong>de risico’s bij te verzeker<strong>en</strong>). Ook deze <strong>publieke</strong> waarde lijkt, na de<br />

stelselwijziging, niet onder druk te staan.<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘kwaliteit van het zorgaanbod’ kan in theorie het beste gerealiseerd<br />

word<strong>en</strong> met behulp van marktmechanism<strong>en</strong>. Kwalitatief goede zorg is bij dergelijke<br />

mechanism<strong>en</strong> altijd beschikbaar voor wie het kan betal<strong>en</strong>, terwijl kwalitatief ondermaats<br />

prester<strong>en</strong>de zorgaanbieders na verloop van tijd ‘vanzelf de markt uitgedrukt word<strong>en</strong>’. Aldus<br />

sanctioner<strong>en</strong> ‘invisible hand’ mechanism<strong>en</strong> het lever<strong>en</strong> van slechte kwaliteit. Bij e<strong>en</strong> lage<br />

discrepantietolerantie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van zorgkwaliteit (het lever<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> slechte kwaliteit is dan<br />

ook op de korte termijn onacceptabel), mag echter verondersteld word<strong>en</strong> dat vooraf<br />

maatregel<strong>en</strong> van bureaucratische aard geëist zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (kwaliteitsinspectie,<br />

kwaliteitsborging, certificering). Omdat e<strong>en</strong> goede gezondheid door m<strong>en</strong>ige<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> wordt als<br />

één van de belangrijkste zak<strong>en</strong> in het lev<strong>en</strong>, mag aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat deze<br />

discrepantietolerantie praktisch nihil is. Uiteindelijk zijn bureaucratische sturingsmiddel<strong>en</strong> dan<br />

superieur t<strong>en</strong> opzichte van marktmechanism<strong>en</strong> omdat zij de meeste zekerheid bied<strong>en</strong>.<br />

Voorlopige conclusie 3:<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘kwaliteit van het zorgaanbod’ kan met behulp van bureaucratische<br />

mechanism<strong>en</strong> beter gewaarborgd word<strong>en</strong> dan via marktmechanism<strong>en</strong> omdat zij op de korte<br />

termijn meer zekerheid bied<strong>en</strong>.<br />

Het Nederlandse stelsel wordt gek<strong>en</strong>merkt door <strong>marktwerking</strong> (onder meer gestimuleerd door<br />

het publicer<strong>en</strong> van de prestaties van zorginstelling<strong>en</strong> op internet) maar k<strong>en</strong>t, in de vorm van e<strong>en</strong><br />

Inspectie Volksgezondheid, wel e<strong>en</strong> aantal bureaucratische waarborg<strong>en</strong> om excess<strong>en</strong> te<br />

voorkom<strong>en</strong>. Ook deze <strong>publieke</strong> waarde lijkt niet onder druk te kom<strong>en</strong> te staan door de<br />

stelselwijziging.<br />

18


De <strong>publieke</strong> waarde ‘waarborging innovatie van behandelmethod<strong>en</strong> <strong>en</strong> -techniek<strong>en</strong>’ kan in<br />

theorie het beste gerealiseerd word<strong>en</strong> met behulp van marktmechanism<strong>en</strong>. Zolang er e<strong>en</strong><br />

‘business case’ (acceptabele terugverdi<strong>en</strong>tijd bij investering<strong>en</strong>) is, zal er op de markt kapitaal<br />

aangetrokk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om innovatie te financier<strong>en</strong>. Bij bureaucratische mechanism<strong>en</strong><br />

(subsidiër<strong>en</strong> van innovatie door de <strong>over</strong>heid) geldt dit niet zondermeer. De beperkte omvang<br />

van kasbudgett<strong>en</strong> kan er dan voor zorg<strong>en</strong> dat kansrijke investering<strong>en</strong> (lees: investering<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> hoog innovatiepot<strong>en</strong>tieel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> korter terugverdi<strong>en</strong>tijd) niet gedaan word<strong>en</strong>.<br />

Voorlopige conclusie 4:<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘waarborging innovatie van behandelmethod<strong>en</strong> <strong>en</strong> -techniek<strong>en</strong>’ kunn<strong>en</strong> met<br />

behulp van marktmechanism<strong>en</strong> beter gewaarborgd dan via bureaucratische mechanism<strong>en</strong><br />

omdat innovatie niet geremd wordt door beperking<strong>en</strong> in het beschikbare budget.<br />

Het Nederlandse stelsel k<strong>en</strong>t, na de stelselwijziging, ge<strong>en</strong> bureaucratische belemmering<strong>en</strong><br />

meer om innovatieve behandelmethod<strong>en</strong>- <strong>en</strong> techniek<strong>en</strong> te introducer<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

zorgarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (door de mogelijkheid om innovatieve behandelmethod<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de verzekering). De realisatie van deze <strong>publieke</strong> waarde zou dus juist verbeterd<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de stelselwijziging.<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘acceptabele omvang wachtlijst<strong>en</strong> in de zorg’ kan in theorie het beste<br />

gerealiseerd word<strong>en</strong> met behulp van marktmechanism<strong>en</strong>. Zolang te lange wachttijd<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot<br />

omzetderving (weglop<strong>en</strong> van klant<strong>en</strong> naar binn<strong>en</strong>- of buit<strong>en</strong>landse concurr<strong>en</strong>tie), zull<strong>en</strong><br />

‘invisible hand’-mechanism<strong>en</strong> er voor zorg<strong>en</strong> dat de wachttijd<strong>en</strong> beperkt blijv<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong><br />

bureaucratisch systeem vorm<strong>en</strong> de wachttijd<strong>en</strong> in de zorg de resultante van planmatige<br />

aannam<strong>en</strong> <strong>over</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> vraag naar <strong>en</strong> aanbod van zorgcapaciteit. Omdat het<br />

aanbod, door budgettaire begr<strong>en</strong>zing<strong>en</strong>, niet mee kan groei<strong>en</strong> met de vraag zull<strong>en</strong> de<br />

wachttijd<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> dergelijk systeem minder snel kunn<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>.<br />

Voorlopige conclusie 5:<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘acceptabele omvang wachtlijst<strong>en</strong> in de zorg’ kan met behulp van<br />

marktmechanism<strong>en</strong> beter gewaarborgd dan via bureaucratische mechanism<strong>en</strong> omdat het<br />

ev<strong>en</strong>wicht tuss<strong>en</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod naar zorg sneller hersteld kan word<strong>en</strong>.<br />

Het Nederlandse stelsel k<strong>en</strong>t, na de stelselwijziging, minder bureaucratische belemmering<strong>en</strong><br />

om het ev<strong>en</strong>wicht tuss<strong>en</strong> vraag <strong>en</strong> aanbod naar zorg te herstell<strong>en</strong>. De realisatie van deze<br />

<strong>publieke</strong> waarde zou juist verbeterd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de stelselwijziging.<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘verzeker<strong>en</strong> continuïteit in de zorg c.q. het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

aantrekkelijk werkklimaat voor zorgprofessionals’ kan in theorie het beste gerealiseerd<br />

word<strong>en</strong> met behulp van marktmechanism<strong>en</strong>. De loonruimte van e<strong>en</strong> zorgprofessional wordt bij<br />

e<strong>en</strong> dergelijk mechanisme bepaald door zijn bijdrage aan de totale winst (hoe groter de<br />

bijdrage, hoe groter de loonruimte). In e<strong>en</strong> bureaucratisch systeem wordt de beschikbare<br />

zorgcapaciteit planmatig gefixeerd terwijl de loonruimte begr<strong>en</strong>sd wordt door het beschikbare<br />

budget van de zorgaanbieder. Omzetgroei wordt in e<strong>en</strong> dergelijk systeem begr<strong>en</strong>sd door de<br />

aanwezige zorgcapaciteit, waarbij er sprake kan zijn van omzetderving. Hierdoor kan de<br />

loonruimte van zorgprofessionals niet meegroei<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> stijging in de vraag naar zorg.<br />

19


Voor beide system<strong>en</strong> geldt <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s dat vraag <strong>en</strong> aanbod naar zorgcapaciteit niet alle<strong>en</strong><br />

bepaald wordt op de zorgmarkt zelf. Als het aanbod op de arbeidsmarkt van zorgprofessionals<br />

krap is, wordt de loonruimte voor zorgprofessionals bepaald door vraag <strong>en</strong> aanbod op deze<br />

markt.<br />

Voorlopige conclusie 6:<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘verzeker<strong>en</strong> continuïteit zorg & het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantrekkelijk<br />

werkklimaat voor zorgprofessionals’ zijn bij marktmechanism<strong>en</strong> beter gewaarborgd dan bij<br />

bureaucratische mechanism<strong>en</strong>, omdat de loonontwikkeling niet begr<strong>en</strong>sd wordt door<br />

gelimiteerde budgett<strong>en</strong> of gelimiteerde groeimogelijkhed<strong>en</strong>.<br />

Het Nederlandse stelsel k<strong>en</strong>t, na de stelselwijziging, niet minder bureaucratische<br />

belemmering<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong> ongeremde loonontwikkeling te kom<strong>en</strong> (omdat arbeidsvoor<strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

van het personeel nog steeds via CAO’s word<strong>en</strong> vastgesteld). Deze <strong>publieke</strong> waarde staat dus<br />

nog steeds onder druk.<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘m<strong>en</strong>sgericht c.q. klantgerichtheid in de zorg’ wordt het in theorie het<br />

minst goed gerealiseerd met bureaucratische mechanism<strong>en</strong>. Bij deze mechanism<strong>en</strong> hoeft de<br />

tijd die beschikbaar is voor persoonlijke aandacht voor patiënt<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze<br />

gerelateerd te zijn aan de output van het zorgsysteem (omzet !). Bij marktmechanism<strong>en</strong> zal er<br />

tijd geïnvesteerd word<strong>en</strong> in persoonlijke aandacht voor patiënt<strong>en</strong> als de patiënt daar extra voor<br />

wil betal<strong>en</strong> (d<strong>en</strong>k aan ‘kraamhotels’) of als deze tijdsbesteding e<strong>en</strong> gunstige invloed heeft op het<br />

ziekteverloop (c.q. op behandelkost<strong>en</strong> of gemiddelde verpleegduur). Daarbij zull<strong>en</strong> ‘invisible<br />

hand’-mechanism<strong>en</strong> er steeds voor zorg<strong>en</strong> dat er differ<strong>en</strong>tiatie in kwaliteits- <strong>en</strong> prijsniveaus<br />

ontstaat (de consum<strong>en</strong>t bepaalt zelf hoeveel hij voor kwaliteit wil betal<strong>en</strong>). Bij bureaucratische<br />

mechanism<strong>en</strong> zal het kwaliteitsniveau minder variaties k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> maar heeft de patiënt<br />

tegelijkertijd ook minder te kiez<strong>en</strong>.<br />

Voorlopige conclusie 7:<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘m<strong>en</strong>sgericht c.q. klantgerichtheid in de zorg’ kan met behulp van<br />

marktmechanism<strong>en</strong> het best gewaarborgd word<strong>en</strong> omdat ‘invisible hand’-mechanism<strong>en</strong> het<br />

ontstaan van diversiteit in de kwaliteit van de geleverde zorg (onder meer tot uiting kom<strong>en</strong>d in<br />

‘m<strong>en</strong>sgerichtheid’) bevorder<strong>en</strong>. De zorgconsum<strong>en</strong>t heeft in de markt meer keuzevrijheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

zelfbeschikkingsrecht dat in e<strong>en</strong> bureaucratisch systeem ontbreekt.<br />

Het Nederlandse stelsel k<strong>en</strong>t, na de stelselwijziging, minder beperking<strong>en</strong> om diversiteit in het<br />

zorgaanbod te creër<strong>en</strong> (door de mogelijkheid om extra w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de geleverde<br />

zorg op te nem<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de verzekering). De druk op deze <strong>publieke</strong> waarde zou dus<br />

moet<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>.<br />

Competing values. In de zorg lop<strong>en</strong> de meeste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> parallel. De <strong>publieke</strong><br />

<strong>waard<strong>en</strong></strong> ‘toegankelijkheid’, ‘garantie van het aanbod’, ‘kwaliteit’, ‘innovatie’, ‘korte wachtrij<strong>en</strong>’ <strong>en</strong><br />

‘m<strong>en</strong>sgerichtheid’ concurrer<strong>en</strong> niet met elkaar. Wel concurrer<strong>en</strong> zij allemaal met de <strong>publieke</strong><br />

waarde ‘betaalbaarheid’. Het optimaliser<strong>en</strong> van het zorgstelsel k<strong>en</strong>t dus vooral financiële<br />

beperking<strong>en</strong>; het is maar in beperkte mate mogelijk om de prestaties van e<strong>en</strong> zorgstelsel te<br />

vergrot<strong>en</strong> als de kost<strong>en</strong> van het zorgstelsel geminimaliseerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

20


Met behulp van deze analyse zijn de sterke <strong>en</strong> zwakke punt<strong>en</strong> van beide mechanism<strong>en</strong> in kaart<br />

gebracht zodat, na e<strong>en</strong> empirische toetsing van deze theorie, vastgesteld kan word<strong>en</strong> met<br />

welke mix van ‘<strong>marktwerking</strong>’ <strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsregulering de g<strong>en</strong>oemde <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> het beste<br />

gewaarborgd kan word<strong>en</strong>.<br />

2.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Uit de voorlopige conclusies blijkt dat de mogelijkhed<strong>en</strong> om <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> te realiser<strong>en</strong>, in<br />

theorie althans, door de stelselwijziging word<strong>en</strong> vergroot. Slechts bij de <strong>publieke</strong> waarde ‘het<br />

creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantrekkelijk werkklimaat voor zorgprofessionals’ wordt voorspeld dat de<br />

stelselwijzing noch tot verbetering<strong>en</strong>, noch tot verslechtering<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. In deze paragraaf<br />

word<strong>en</strong> deze voorspelling<strong>en</strong> getoetst aan de empirie, waarbij geïd<strong>en</strong>tificeerd zal word<strong>en</strong> welke<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> daadwerkelijk onder druk staan. In die gevall<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> alternatieve inzet van<br />

beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voorgesteld word<strong>en</strong>. De volg<strong>en</strong>de waarneming<strong>en</strong> zijn gedaan:<br />

Marktwerking: de scherpe kantjes zijn eraf gehaald. Door het voer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

verzekeringsplicht, het voer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> acceptatieplicht (onmogelijkheid wer<strong>en</strong> ‘slechte risico’s’),<br />

het toepass<strong>en</strong> van kruissubsidiëring <strong>en</strong> het verbod om winst uit te ker<strong>en</strong> door zorginstelling<strong>en</strong>,<br />

word<strong>en</strong> de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> ‘toegankelijkheid van de zorg’ <strong>en</strong> ‘garantie van het aanbod in de<br />

zorg’ niet bedreigd in het Nederlandse stelsel. Door het opnem<strong>en</strong> van deze bureaucratische<br />

waarborg<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> aantal pot<strong>en</strong>tiële excess<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> al bij voorbaat voorkom<strong>en</strong>.<br />

Daarbij is het wel de vraag of het verminder<strong>en</strong> van schadelijke nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> niet t<strong>en</strong> koste is<br />

gegaan van de beoogde effect<strong>en</strong> (kost<strong>en</strong>verlaging<strong>en</strong>, meer keuzevrijheid, meer concurr<strong>en</strong>tie).<br />

Het stelsel is daardoor niet onbetaalbaar geword<strong>en</strong>. Van ‘Amerikaanse toestand<strong>en</strong>’ (ruim <strong>en</strong><br />

kwalitatief goed zorgaanbod, onbetaalbaar stelsel, ge<strong>en</strong> toegang voor grote groep<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>)<br />

is, door de hiervoor g<strong>en</strong>oemde maatregel<strong>en</strong>, in Nederland ge<strong>en</strong> sprake. Interessant in dit<br />

verband is de observatie van Marjanne Sint (voorzitter raad van bestuur Isala kliniek<strong>en</strong>). Zij stelt<br />

dat er in de VS sprake is van e<strong>en</strong> neerwaartse spiraal. Doordat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet verzekerd zijn,<br />

gaan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> als zij ernstig ziek zijn naar het ziek<strong>en</strong>huis. Hierdoor blijv<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de<br />

moeilijke c.q. kostbare ‘gevall<strong>en</strong>’ <strong>over</strong> waardoor de gemiddelde behandelkost<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>.<br />

Hierdoor word<strong>en</strong> de premies voor de zorgverzekering nog duurder, waardoor nog minder<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> toegang hebb<strong>en</strong> tot de zorg etc. Door de acceptatieplicht <strong>en</strong> de verzekeringsplicht in<br />

het Nederlandse stelsel, zal e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander hier echter niet snel voorkom<strong>en</strong>.<br />

Maar van echte <strong>marktwerking</strong> is nog nauwelijks sprake. De <strong>marktwerking</strong> in het<br />

Nederlandse zorgstelsel is niet alle<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ivelleerd door het weghal<strong>en</strong> van de eerder g<strong>en</strong>oemde<br />

‘scherpe kantjes’, maar ook door e<strong>en</strong> aantal inrichtingsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Zo is het mer<strong>en</strong>deel (90%)<br />

van de reguliere inkomst<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis niet afkomstig uit het onderhandelingsresultaat<br />

met de zorgverzekeraars (het ‘B-segm<strong>en</strong>t’), maar wordt het rechtstreeks bepaald door de<br />

<strong>over</strong>heid (het ‘A-segm<strong>en</strong>t’). In dit zog<strong>en</strong>aamde A-segm<strong>en</strong>t gaat het om de vergoeding die de<br />

zorginstelling ontvangt voor onder meer het aanhoud<strong>en</strong> van haar beschikbaarheidsfunctie, voor<br />

de eerste polikliniekbezoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor het aantal verpleegdag<strong>en</strong> in het betreff<strong>en</strong>de ziek<strong>en</strong>huis.<br />

Dit deel van de inkomst<strong>en</strong>stroom wordt dus op bureaucratische grondslag<strong>en</strong> gefinancierd<br />

(inputfinanciering). In het B-segm<strong>en</strong>t (10%) waarin e<strong>en</strong> groot deel van de specialistische<br />

handeling<strong>en</strong> gefinancierd wordt, is er wel sprake van <strong>marktwerking</strong> (zij het dat de Nederlandse<br />

Zorg Autoriteit e<strong>en</strong> maximum prijs heeft vastgesteld voor iedere verrichting). Op basis van<br />

diagnose-behandel-combinaties (DBC’s) kunn<strong>en</strong> zorginstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgverzekeraars onderling<br />

21


e<strong>en</strong> prijs <strong>over</strong>e<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> is er bij e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis al gauw sprake van zo’n<br />

35.000 DBC’s waardoor het ondo<strong>en</strong>lijk is om tijdig, teg<strong>en</strong> lage transactiekost<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> prijs voor<br />

iedere DBC vast te stell<strong>en</strong>. Vaak word<strong>en</strong> deze prijz<strong>en</strong> daarom pas achteraf vastgesteld (soms 2<br />

jaar later!) terwijl zorginstelling<strong>en</strong> voorfinanciering toepass<strong>en</strong>. Anders gesteld: door e<strong>en</strong><br />

bureaucratische regel (‘iedere DBC moet geprijsd word<strong>en</strong>’) is het prijsmechanisme helemaal<br />

niet van invloed op de te verricht<strong>en</strong> transactie. 8 ].<br />

De markt blijkt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> panacee. Voor- <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>standers wijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong>sgezind op de<br />

onmogelijkheid om <strong>over</strong>al <strong>marktwerking</strong> te introducer<strong>en</strong>. Marktwerking is volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong><br />

nauwelijks mogelijk in dunbevolkte gebied<strong>en</strong>: het volume van e<strong>en</strong> aantal medische handeling<strong>en</strong><br />

is te klein om efficiënt door de markt bedi<strong>en</strong>d te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (volg<strong>en</strong>s zowel e<strong>en</strong><br />

zorgondernemer als e<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordiger van de gevestigde orde). Daarnaast blijkt de<br />

consum<strong>en</strong>t helemaal niet zoveel behoefte te hebb<strong>en</strong> aan keuzevrijheid, hij/zij geeft in de regel<br />

de voorkeur e<strong>en</strong> zorginstelling dichtbij hem/haar in de buurt (waarbij zorgverzekeraars<br />

nauwelijks beperking<strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de keuzevrijheid). Zorginstelling<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong><br />

zich, met hun ‘marketinginspanning<strong>en</strong>’, dan ook niet op de consum<strong>en</strong>t te richt<strong>en</strong> maar op de<br />

huisarts die hem doorverwijst naar e<strong>en</strong> specialist. Er is dus wel sprake van <strong>en</strong>ige <strong>marktwerking</strong>,<br />

maar het gedrag van de zorgconsum<strong>en</strong>t wordt er niet mee gestuurd. Zorgverzekeraars<br />

prober<strong>en</strong> hierop in te spel<strong>en</strong>, door het eig<strong>en</strong> risico kwijt te scheld<strong>en</strong> als hun verzekerd<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> door h<strong>en</strong> geselecteerde zorginstelling. 9<br />

En toch zijn de gevolg<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> wel merkbaar …. Ondanks de constatering dat<br />

er maar beperkt sprake is van <strong>marktwerking</strong>, blijkt er wel degelijk sprake te zijn van e<strong>en</strong><br />

significant effect op het gedrag van zorgverzekeraars <strong>en</strong> zorgaanbieders. Niet altijd komt dat<br />

effect tot uiting in de vorm van prijsconcurr<strong>en</strong>tie, maar ook in de vorm van concurr<strong>en</strong>tie op<br />

logistieke aspect<strong>en</strong> (wachttijd<strong>en</strong>, bereikbaarheid, doorlooptijd<strong>en</strong> in het behandelproces). Deze<br />

constatering is gebaseerd op de volg<strong>en</strong>de waarneming<strong>en</strong>. 10<br />

(1) Er is met name e<strong>en</strong> felle concurr<strong>en</strong>tie waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op de werkveld<strong>en</strong> waar van<br />

<strong>marktwerking</strong> het meeste verwacht mag word<strong>en</strong>, namelijk op het terrein van de diagnostische<br />

handeling<strong>en</strong> (bijv. radiodiagnostiek, laboratoriumonderzoek<strong>en</strong>). Dit marktsegm<strong>en</strong>t wordt<br />

gek<strong>en</strong>merkt door hoge volumina <strong>en</strong> veel gestandaardiseerde handeling<strong>en</strong> (<strong>en</strong> dus ook door<br />

weinig maatwerk dat per definitie kostbaar is). Private aanbieders richt<strong>en</strong> zich met name op dit<br />

segm<strong>en</strong>t. De gevestigde orde (<strong>publieke</strong> zorgverl<strong>en</strong>ers) reageert hier heftig op (‘wij lat<strong>en</strong> ons niet<br />

uit de markt drukk<strong>en</strong>’) <strong>en</strong> ontplooit vervolg<strong>en</strong>s initiatiev<strong>en</strong> om tot kost<strong>en</strong>verlaging te kom<strong>en</strong>.<br />

(2) Ook is er veel meer concurr<strong>en</strong>tie waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij de ‘geïsoleerde specialism<strong>en</strong>’ (= het<br />

medische circuit waarbij de behandeling van de patiënt ge<strong>en</strong> multidisciplinaire aanpak vergt,<br />

zoals dermatologie of oogheelkunde). Dit marktsegm<strong>en</strong>t is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ‘doelwit’ van<br />

nieuwkomers uit de private sfeer. Ook dit ontlokt reacties bij de gevestigde orde. Binn<strong>en</strong><br />

bestaande zorgverl<strong>en</strong>ingsinstelling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van deze specialism<strong>en</strong>, ‘bedrijfjes<br />

binn<strong>en</strong> het bedrijf’ gecreëerd (profitc<strong>en</strong>ters waarbinn<strong>en</strong> m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid<br />

voor de winst- <strong>en</strong> verliesrek<strong>en</strong>ing heeft). Deze interne verzelfstandiging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> onder meer<br />

geleid tot klantvri<strong>en</strong>delijker gedrag. Zo zijn de betreff<strong>en</strong>de polikliniek<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s<br />

kantoorur<strong>en</strong> geop<strong>en</strong>d maar ook in de avondur<strong>en</strong>. De zorgconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong> verlof<br />

8 Bron: Interviews met Marjanne Sint <strong>en</strong> Loek Winter.<br />

9 Bron: Interviews met Marjanne Sint, Loek Winter <strong>en</strong> Evert van Ankum.<br />

10 Bron: Interviews met Marjanne Sint <strong>en</strong> Loek Winter.<br />

22


meer op te nem<strong>en</strong> om de specialist te bezoek<strong>en</strong>, waardoor hun werkgevers minder<br />

productiviteitsverliez<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

(3) Daar waar wel sprake is van e<strong>en</strong> multidisciplinaire aanpak bij de behandeling van e<strong>en</strong><br />

patiënt (in casu daar waar meerdere specialism<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn bij de behandeling van e<strong>en</strong><br />

patiënt), is er tev<strong>en</strong>s sprake van e<strong>en</strong> grote logistieke complexiteit (= het probleem van e<strong>en</strong> groot<br />

aantal wederzijdse afhankelijkhed<strong>en</strong> in de doorlooptijd van behandelprocess<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van<br />

e<strong>en</strong> beslag op geme<strong>en</strong>schappelijke capaciteitsbronn<strong>en</strong>). In deze situatie is e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

aandacht voor vraagstukk<strong>en</strong> van logistieke beheersing waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> is gaan zoek<strong>en</strong> naar<br />

de bottl<strong>en</strong>ecks in het voortbr<strong>en</strong>gingsproces (veelal de OK-capaciteit of de capaciteit van e<strong>en</strong><br />

int<strong>en</strong>sive care unit) <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s naar mogelijkhed<strong>en</strong> om de capaciteit van zo’n bottl<strong>en</strong>eck te<br />

gaan verruim<strong>en</strong> (bijvoorbeeld e<strong>en</strong> operatiekamer die niet 5*8 maar 7*24 uur geop<strong>en</strong>d is). Ook<br />

zijn er, in de diagnostiek, ‘productiestrat<strong>en</strong>’ ingericht (= het groeper<strong>en</strong> van diagnostische<br />

capaciteit<strong>en</strong> rondom e<strong>en</strong> bepaalde categorie behandeling<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tiële kankerpatiënt zou<br />

hierdoor binn<strong>en</strong> 24 uur moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vernem<strong>en</strong> of hij/zij de gevreesde ziekte onder de led<strong>en</strong><br />

heeft. Door deze toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aandacht voor logistieke beheersing kunn<strong>en</strong> doorlooptijd<strong>en</strong><br />

verkort word<strong>en</strong>, wachttijd<strong>en</strong> verkleind word<strong>en</strong>, capaciteit<strong>en</strong> efficiënter b<strong>en</strong>ut word<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan de<br />

totale behandelcapaciteit opgevoerd word<strong>en</strong>. Aldus zijn er mogelijkhed<strong>en</strong> gecreëerd om tot<br />

kost<strong>en</strong>verlaging te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zorgaanbieders zich profiler<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantal logistieke<br />

dim<strong>en</strong>sies die voor de zorgconsum<strong>en</strong>t niet onbelangrijk zijn. 11<br />

(4) Ook blijkt de mix van bureaucratische <strong>en</strong> marktgerichte sturing (inputfinanciering door de<br />

<strong>over</strong>heid voor het A-segm<strong>en</strong>t, outputfinanciering door de markt voor het B-segm<strong>en</strong>t) niet<br />

ongunstig uit te pakk<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> constateert dat de financiering in het A-segm<strong>en</strong>t niet<br />

kost<strong>en</strong>dekk<strong>en</strong>d is <strong>en</strong> gebruikt de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> uit het ‘winstgev<strong>en</strong>de’ B-segm<strong>en</strong>t om de gat<strong>en</strong> in<br />

de financiering van het A-segm<strong>en</strong>t op te vull<strong>en</strong>. Alhoewel er maar beperkt sprake is van<br />

<strong>marktwerking</strong>, gaat er vanuit dat beperkte deel dus wel e<strong>en</strong> grote hefboomwerking uit. Dit blijkt<br />

onder meer uit de w<strong>en</strong>s van zorgaanbieders om het B-segm<strong>en</strong>t te vergrot<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste van het<br />

A-segm<strong>en</strong>t (=e<strong>en</strong> feitelijk pleidooi om meer <strong>marktwerking</strong> te introducer<strong>en</strong>). Zorgaanbieders<br />

gaan aldus actief op zoek naar mogelijkhed<strong>en</strong> om tot kost<strong>en</strong>besparing in het B-segm<strong>en</strong>t te<br />

kom<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde hun totale begroting sluit<strong>en</strong>d te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

(5) T<strong>en</strong>slotte blijk<strong>en</strong> zorgaanbieders zelfstandig op zoek te gaan naar mogelijkhed<strong>en</strong> om tot<br />

sam<strong>en</strong>werking of zelfs fusies te kom<strong>en</strong> (schaalvergroting door conc<strong>en</strong>tratie van<br />

geme<strong>en</strong>schappelijke capaciteit<strong>en</strong>, waardoor kost<strong>en</strong>verlaging<strong>en</strong> mogelijk moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>). Uit<br />

het feit dat deze beweging<strong>en</strong> niet meer door de <strong>over</strong>heid maar door de zorgaanbieders zelf<br />

geïnitieerd word<strong>en</strong>, kan opgemaakt word<strong>en</strong> dat zij zich meer als marktgerichte ondernemers<br />

gaan manifester<strong>en</strong>. Hierbij is het <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s maar de vraag of de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> op de lange<br />

termijn hiermee gedi<strong>en</strong>d zijn (teveel fusies leid<strong>en</strong> tot de vorming van oligopolies waardoor het<br />

prijsmechanisme zijn werk niet meer kan do<strong>en</strong>).<br />

Kwaliteitszorgrisico’s blijk<strong>en</strong> niet manifest. E<strong>en</strong> nadere bestudering van het functioner<strong>en</strong><br />

van de Inspectie Gezondheidszorg blijkt dat de Inspectie vooral vertrouwt op zelfregulering (in<br />

casu op kwaliteitsborgingsystem<strong>en</strong> bij de zorgaanbieders zelf). Slechts op e<strong>en</strong> beperkt aantal<br />

aspect<strong>en</strong> (zoals luchtbehandelingskwaliteit <strong>en</strong> minimum aantal verrichting<strong>en</strong> per arts per tijdvak)<br />

word<strong>en</strong> harde norm<strong>en</strong> door de Inspectie gecontroleerd. Deze situatie was voor de introductie<br />

van het nieuwe zorgstelsel niet anders (ook in de oude situatie was er dus weinig sprake van<br />

11 Bron: Interview met Marjanne Sint.<br />

23


ureaucratische interv<strong>en</strong>ties). Verder signaleert de Inspectie weinig kwaliteitszorgproblem<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

gevolge van de introductie van <strong>marktwerking</strong>. Zelfs bij de bijna failliete ORBIS-groep<br />

(zorgaanbieder in Heerl<strong>en</strong> e.o.) zijn ge<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>swaardige kwaliteitszorgproblem<strong>en</strong><br />

gesignaleerd door de Inspectie. Daaruit mag opgemaakt word<strong>en</strong> dat de zelfregulering haar werk<br />

goed doet <strong>en</strong>/of dat de beroepscultuur grote kwaliteitszorgproblem<strong>en</strong> voorkomt (d<strong>en</strong>k aan<br />

professionaliteit & vakethiek c.q. aangeleerd gedrag in de opleiding & training van arts<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verpleegkundig<strong>en</strong>). 12<br />

Verder is er e<strong>en</strong> andere factor die de aandacht voor kwaliteitszorg vergroot. Omdat er in<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate sprake is van e<strong>en</strong> claimcultuur, gaan verzekeraars van beroepsrisico’s<br />

(gevolg<strong>en</strong> van foutief handel<strong>en</strong>) steeds hogere eis<strong>en</strong> aan de zorg stell<strong>en</strong>. Elders (de VS) heeft<br />

dit al geleid tot str<strong>en</strong>ge protocoll<strong>en</strong> c.q. kwaliteitszorgvoorschrift<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> vorm van<br />

bureaucratisering die dus niet van de <strong>over</strong>heid maar uit de markt zelfs afkomstig is. Red<strong>en</strong> te<br />

meer om aan te nem<strong>en</strong> dat <strong>marktwerking</strong> niet hoeft te leid<strong>en</strong> tot kwalitatief minder goede zorg.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> doet Nederland het opvall<strong>en</strong>d goed in internationaal opzicht. Uit historische<br />

analyses (vergelijking prestaties in de zorgsector door de jar<strong>en</strong> he<strong>en</strong>) <strong>en</strong> internationaal,<br />

vergelijk<strong>en</strong>d onderzoek blijkt dat Nederland het opvall<strong>en</strong>d goed doet. In de rankings van de<br />

rapportages van het Health Consumer Powerhouse (e<strong>en</strong> Zweedse marktanalist die zorg belicht<br />

vanuit het consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>perspectief), behor<strong>en</strong> de prestaties van het Nederlandse zorgstelsel de<br />

afgelop<strong>en</strong> 4 jaar steevast tot de top-3 van Europa. In 2008 nam Nederland zelfs de eerste<br />

plaats in. Uit deze cijfers blijkt dat Nederland zeer goed scoort op ‘systeemeffectiviteit’ (onder<br />

meer blijk<strong>en</strong>d uit kindersterfte <strong>en</strong> gemiddelde lev<strong>en</strong>sduur), professionaliteit in de sector<br />

(voortgang met betrekking tot e-Health: elektronische patiënt<strong>en</strong> dossier, elektronische<br />

prescripties e.d.), patiënt<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> toegang tot <strong>en</strong> aanbod in de zorg. In hetzelfde rapport<br />

krijgt Nederland slechts kritiek op twee punt<strong>en</strong> (wachtrij<strong>en</strong>, toegang tot specialist<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> via<br />

huisarts). In West-Europa neemt Nederlands als het gaat om de betaalbaarheid van ons stelsel<br />

(uitgav<strong>en</strong> per hoofd van de bevolking), volg<strong>en</strong>s hetzelfde rapport, e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>positie in.<br />

Of toch e<strong>en</strong> nieuw systeem met oude kwal<strong>en</strong>? In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te publicatie constater<strong>en</strong> Maljers<br />

& Wansink 13 dat het huidige stelsel nog steeds e<strong>en</strong> aantal weeffout<strong>en</strong> bevat die in het oude<br />

systeem ook al voorkwam<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal van die weeffout<strong>en</strong> (het gildesysteem, ineffectieve<br />

bekostigingssystem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘astronomisch hoge’ specialist<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>s) heeft bijzondere<br />

relevantie voor e<strong>en</strong> aantal <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> wordt hier apart belicht.<br />

In de eerste plaats is er, bij de specialist<strong>en</strong>zorg, nog steeds sprake van het middeleeuwse<br />

gildestelsel (structuur: leerling/gezel/meester). In dit stelsel moet e<strong>en</strong> specialist in opleiding voor<br />

e<strong>en</strong> karig loon <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer hoge werkdruk (de arbeidstijd<strong>en</strong>wet wordt veelvuldig <strong>over</strong>schred<strong>en</strong>)<br />

werk<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de kliniek van e<strong>en</strong> specialist. Vervolg<strong>en</strong>s kan m<strong>en</strong>, na zich voor het vak<br />

gekwalificeerd te hebb<strong>en</strong>, in loondi<strong>en</strong>st kom<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> maatschap van specialist<strong>en</strong> (<strong>en</strong> ontvangt<br />

dan e<strong>en</strong> behoorlijk salaris). Pas daarna ontstaan meestal de mogelijkhed<strong>en</strong> om zich als<br />

zelfstandig specialist te vestig<strong>en</strong> (de specialist wordt dan vrij ondernemer <strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet dan e<strong>en</strong>,<br />

volg<strong>en</strong>s veler maatstav<strong>en</strong>, ‘astronomisch hoog’ inkom<strong>en</strong>). Onlangs signaleerde het<br />

televisieprogramma NOVA (op 21 mei 2009) dat jonge, Nederlandse aspirant-specialist<strong>en</strong> deze<br />

situatie niet meer zi<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> opleidingsplaats in Duitsland kiez<strong>en</strong> (waar de lon<strong>en</strong><br />

voor arts<strong>en</strong> in opleiding hoger zijn <strong>en</strong> de Europese arbeidstijd<strong>en</strong>wett<strong>en</strong> wel strikt gehandhaafd<br />

12 Bron: Interview met Evert van Ankum.<br />

13 J.F. Maljers & W.P.M. Wansink (2009): Alles is anders in de zorg. Bert Bakker.<br />

24


word<strong>en</strong>). De <strong>publieke</strong> waarde ‘continuïteit in de sector’ staat door dit stelselk<strong>en</strong>merk dus<br />

behoorlijk onder druk. Dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> (vrijwillig meewerk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> situatie van relatieve<br />

‘uitbuiting’ vanwege de lonk<strong>en</strong>de perspectiev<strong>en</strong> aan het eind) kan niet alle<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als<br />

e<strong>en</strong> negatief effect van <strong>marktwerking</strong>. Juist e<strong>en</strong> aantal bureaucratische maatregel<strong>en</strong> gericht op<br />

kwaliteitsborging (het verplicht stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kwalificatietraject voor specialist<strong>en</strong>, het belegg<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> opleidingsmonopolie bij gevestigde specialist<strong>en</strong>) mak<strong>en</strong> het in stand houd<strong>en</strong> van deze<br />

praktijk echter mogelijk.<br />

In de tweede plaats bevorder<strong>en</strong> de huidige kostprijsmethodiek<strong>en</strong> het ontstaan van<br />

sam<strong>en</strong>werking in de zorg niet. Zowel het ziek<strong>en</strong>huis dat faciliteit<strong>en</strong> biedt aan zelfstandig<br />

operer<strong>en</strong>de specialist<strong>en</strong> als deze specialist<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bedrijfseconomisch gezi<strong>en</strong> als<br />

verschill<strong>en</strong>de productiebedrijv<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> dat zij separate vergoeding<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> voor<br />

geleverde deelproduct<strong>en</strong> (er bestaat dus niet zoiets als e<strong>en</strong> integrale kostprijs per behandelde<br />

patiënt). In e<strong>en</strong> dergelijke situatie zijn ziek<strong>en</strong>huisdirecties bijzonder onmachtig teg<strong>en</strong><strong>over</strong> de<br />

specialist<strong>en</strong>. De mogelijkhed<strong>en</strong> om tot integrale sturing of tot e<strong>en</strong> verlaging van de integrale<br />

kost<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>, zijn daardoor beperkt.<br />

In de derde plaats zijn de salariss<strong>en</strong> van gevestigde Nederlandse specialist<strong>en</strong>, naar<br />

internationale maatstav<strong>en</strong>, extreem hoog. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t OESO-onderzoek 14 bedraagt het<br />

inkom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gevestigd specialist in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> 5,5 maal, in Engeland 3,9 maal, in<br />

Zwitserland 3,0 maal <strong>en</strong> in Nederland 7,5 maal het nationaal gemiddeld inkom<strong>en</strong>. De OESO wijt<br />

dit onder andere aan de relatieve schaarste aan specialist<strong>en</strong> in Nederland. Als schaarste<br />

inderdaad de oorzaak is van dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>, is er waarschijnlijk sprake van e<strong>en</strong> bureaucratisch<br />

fal<strong>en</strong> (het duurt minst<strong>en</strong>s 10 jaar om e<strong>en</strong> arts op te leid<strong>en</strong>, bij het vaststell<strong>en</strong> van numeri fixi voor<br />

medische faculteit<strong>en</strong> heeft m<strong>en</strong> waarschijnlijk verkeerde aannam<strong>en</strong> gehanteerd). Maar, als de<br />

logica van de (arbeids)markt gevolgd wordt, zijn er ook mogelijkhed<strong>en</strong> om de inkom<strong>en</strong>s van<br />

Nederlandse specialist<strong>en</strong> flink af te rom<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> specialist in Nederland verdi<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s de<br />

OESO ruimt 2 keer zoveel als e<strong>en</strong> specialist in het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk, de Europese nr. 2).<br />

Zelfs als de inkom<strong>en</strong>s met bureaucratische maatregel<strong>en</strong> gehalveerd word<strong>en</strong> (bijvoorbeeld door<br />

aanpassing van de DBC-tariev<strong>en</strong>), zull<strong>en</strong> specialist<strong>en</strong> de Nederlandse arbeidsmarkt immers niet<br />

snel verlat<strong>en</strong>. Er zijn dus ook simpele maatregel<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar om de kost<strong>en</strong> in de<br />

Gezondheidszorg te reducer<strong>en</strong>.<br />

De analyse van Maljers & Wansink geeft aan dat ook het nieuwe stelsel nog niet perfect is. Op<br />

sommige punt<strong>en</strong> zijn zelfs ingrijp<strong>en</strong>de stelselhervorming<strong>en</strong> (afschaff<strong>en</strong> gildestelsel, invoer<strong>en</strong><br />

integrale kostprijs, afrom<strong>en</strong> specialist<strong>en</strong> salariss<strong>en</strong>) nodig om de realisatie van <strong>en</strong> aantal<br />

<strong>publieke</strong> waarde vergaand te verbeter<strong>en</strong>.<br />

Key-issues.<br />

Op basis van de hiervoor gedane observaties mag geconstateerd word<strong>en</strong> dat de realisatie van<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel mom<strong>en</strong>t bedreigd is door de stelselwijziging. De acceptatieplicht<br />

(verbod op risicodiscriminatie), de verzekeringsplicht <strong>en</strong> het verbod op uitkering van winst<strong>en</strong> zijn<br />

effectieve waarborg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de pot<strong>en</strong>tiële excess<strong>en</strong> van de markt geblek<strong>en</strong>. Ook is geblek<strong>en</strong><br />

dat de stelselwijziging heeft geleid tot significante, positieve effect<strong>en</strong>. Het <strong>en</strong>ige rester<strong>en</strong>de<br />

issue is dan ook of het pot<strong>en</strong>tieel van de markt wel volledig b<strong>en</strong>ut wordt binn<strong>en</strong> het huidige<br />

stelsel. Er zijn twee factor<strong>en</strong> die lijk<strong>en</strong> aan te gev<strong>en</strong> dat dit nog niet het geval is. De eerste factor<br />

betreft de ongunstige vehouding tuss<strong>en</strong> de A- <strong>en</strong> het B-segm<strong>en</strong>t (relatief weinig output-<br />

14 OESO (december 2009): The remuneration of g<strong>en</strong>eral practitioners and specialists in 14 OECD countries.<br />

25


financiering). En de tweede factor betreft het <strong>en</strong>orme aantal DBC’s (leidt tot hoge<br />

transactiekost<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ‘achter de feit<strong>en</strong> aanholl<strong>en</strong>’). Op deze punt<strong>en</strong> zal er dus nog wat<br />

moet<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> om tot optimalisatie te kom<strong>en</strong>. Voor verdergaande optimalisatie (wegwerk<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>schappelijke tekortkoming<strong>en</strong> oude <strong>en</strong> nieuwe stelsel, zie Maljers & Wansink) is e<strong>en</strong><br />

aantal besluit<strong>en</strong> nodig die meer bestuurlijke moed verg<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer veranderkundige risico’s met<br />

zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Om tot beperkte optimalisatie te kom<strong>en</strong> kan de <strong>over</strong>heid twee instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong>. Allereerst<br />

kan zij de omvang van het zog<strong>en</strong>aamde ‘A-segm<strong>en</strong>t’ beperk<strong>en</strong> (door alle<strong>en</strong> de zuivere<br />

beschikbaarheidscompon<strong>en</strong>t te financier<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vergoeding<strong>en</strong> voor het eerste<br />

polikliniekbezoek <strong>en</strong> het aantal ligdag<strong>en</strong> te schrapp<strong>en</strong>). Deze vergoeding<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

<strong>over</strong>geheveld word<strong>en</strong> naar het B-segm<strong>en</strong>t (waarin sprake is van outputfinanciering, de<br />

vergoeding<strong>en</strong> voor ligdag<strong>en</strong> <strong>en</strong> polikliniekbezoek word<strong>en</strong> dan verdisconteerd in de kostprijs van<br />

e<strong>en</strong> behandeling). In de tweede plaats zou zij het stelsel van DBC’s alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong><br />

op de medische handeling<strong>en</strong> met het grootste omzetvolume (volg<strong>en</strong>s Maljers <strong>en</strong> Wansink<br />

veroorzaakt 20% van de DBC’s 80% van de kost<strong>en</strong> in de zorg, de suggestie is dan om het<br />

DBC-systeem alle<strong>en</strong> op deze 20% toe te pass<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor de <strong>over</strong>ige 80% e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger<br />

declaratiesystematiek te ontwerp<strong>en</strong>). Hierdoor vervalt, in theorie, de grip die de zorgautoriteit<br />

had op de prijsvorming op het microniveau (= niveau van <strong>en</strong>kelvoudige behandeling<strong>en</strong>). Omdat<br />

de NZA deze grip nog nooit heeft kunn<strong>en</strong> effectuer<strong>en</strong>, mag dit <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s niet gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als<br />

e<strong>en</strong> grote ‘aderlating’, temeer daar de kostprijz<strong>en</strong> van de macrovolumina wel beter beheersbaar<br />

word<strong>en</strong>. De netto-effect<strong>en</strong> van deze maatregel<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> verlaging van<br />

belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong> subsidies aan zorginstelling<strong>en</strong>, anderzijds e<strong>en</strong> verhoging van de premies voor<br />

de zorgverzekering<strong>en</strong> (zie figuur 2.2)<br />

Verdergaande optimalisatie vergt maatregel<strong>en</strong> van meer bureaucratische aard (afschaff<strong>en</strong><br />

gildestelsel, invoer<strong>en</strong> integrale kostprijs, afrom<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>s specialist<strong>en</strong>), maar de<br />

implem<strong>en</strong>tatie van deze maatregel<strong>en</strong> zal zeker weerstand<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de sector. De<br />

verhouding tuss<strong>en</strong> implem<strong>en</strong>tatie-inspanning <strong>en</strong> implem<strong>en</strong>tatieopbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> is echter het<br />

gunstigst bij de maatregel ‘afrom<strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong> specialist<strong>en</strong>’. De markt geeft de bureaucratie hier<br />

e<strong>en</strong> ‘steuntje in de rug’: de markt zal immers voorkom<strong>en</strong> dat de specialist<strong>en</strong> weglop<strong>en</strong> (er zijn<br />

immers ge<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> om elders meer te verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>!). Het gedur<strong>en</strong>de 10 jaar afrom<strong>en</strong> van<br />

de specialist<strong>en</strong>inkomst<strong>en</strong> (5% per jaar) is daarom e<strong>en</strong> reële optie.<br />

26


Figuur 2.2 Aangrijpingspunt<strong>en</strong> van voorgestelde beleidswijziging<strong>en</strong><br />

2.7 Conclusies<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de introductie van <strong>marktwerking</strong> binn<strong>en</strong> de zorg kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de<br />

conclusies getrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:<br />

(1) Het nieuwe zorgstelsel voorziet maar in beperkte mate in <strong>marktwerking</strong> (er is nog e<strong>en</strong><br />

groeipot<strong>en</strong>tieel), leidt eerder tot concurr<strong>en</strong>tie op aspect<strong>en</strong> als ‘kwaliteit’ & ‘logistiek’ dan tot<br />

prijsconcurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> heeft bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> weinig invloed op de relatie patiënt – zorgverl<strong>en</strong>er. Van<br />

<strong>marktwerking</strong> gaat nauwelijks e<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>de werking richting het gedrag van de zorgconsum<strong>en</strong>t<br />

uit.<br />

(2) De <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> zijn in voldo<strong>en</strong>de mate gewaarborgd binn<strong>en</strong> het huidige stelsel <strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze bedreigd door de introductie van <strong>marktwerking</strong>. De kans daarop<br />

is, binn<strong>en</strong> het huidige stelsel, buit<strong>en</strong>gewoon gering (zelf niet als de regelknopp<strong>en</strong>, in casu de<br />

verhouding tuss<strong>en</strong> input-financiering <strong>en</strong> output-financiering, ‘vol op<strong>en</strong> gezet word<strong>en</strong>’).<br />

(3) Om betere prestaties te bewerkstellig<strong>en</strong> bij het realiser<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> is meer<br />

<strong>marktwerking</strong> vereist. Dit kan bijna volledig binn<strong>en</strong> de kaders van het huidige stelsel<br />

gerealiseerd word<strong>en</strong>. Hiervoor zijn twee maatregel<strong>en</strong> nodig: het verklein<strong>en</strong> van het A-segm<strong>en</strong>t<br />

t<strong>en</strong> gunste van het B-segm<strong>en</strong>t (= introductie van meer outputfinanciering) <strong>en</strong> het<br />

ontbureaucratiser<strong>en</strong> van het prijsvormingsproces (vervanging van DBC-systeem door e<strong>en</strong> meer<br />

categorale b<strong>en</strong>adering).<br />

(4) Nog betere prestaties kunn<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de kaders van het huidige stelsel gerealiseerd<br />

word<strong>en</strong>. De maatregel<strong>en</strong> (afschaff<strong>en</strong> gildesysteem, invoer<strong>en</strong> integraal kostprijsmodel, afrom<strong>en</strong><br />

inkom<strong>en</strong>s specialist<strong>en</strong>) die hiervoor nodig zijn, zull<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantrekkelijker<br />

werkklimaat <strong>en</strong> e<strong>en</strong> dramatisch betere macrobetaalbaarheid, maar zull<strong>en</strong> ook op meer<br />

weerstand binn<strong>en</strong> de sector stuit<strong>en</strong>.<br />

27


3 SECTOR ONDERWIJS<br />

3.1 Algeme<strong>en</strong><br />

Anders dan in de zorgsector wordt het onderwijs nog <strong>over</strong>weg<strong>en</strong>d door de <strong>over</strong>heid bekostigd.<br />

Van oudsher is het (bijzonder) onderwijs echter wel hoofdzakelijk in private rechtsperson<strong>en</strong><br />

georganiseerd. Diverse private initiatiev<strong>en</strong> om nieuwe onderwijsvorm<strong>en</strong> te organiser<strong>en</strong>, leid<strong>en</strong><br />

tot <strong>en</strong>ige <strong>marktwerking</strong> in het onderwijs, anders dan de <strong>marktwerking</strong> die reeds bestond tuss<strong>en</strong><br />

de verschill<strong>en</strong>de onderwijssoort<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het reguliere (door de <strong>over</strong>heid bekostigde)<br />

onderwijssysteem. Wij richt<strong>en</strong> ons in dit onderzoek specifiek op het primair onderwijs <strong>en</strong> op de<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> die mogelijk onder druk kom<strong>en</strong> te staan bij meer <strong>marktwerking</strong> of die juist<br />

gebaat zijn bij e<strong>en</strong> geringere invloed van de <strong>over</strong>heid. De <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> die aan de orde zijn<br />

in het onderwijs kom<strong>en</strong> relatief het sterkst naar vor<strong>en</strong> bij de scholing <strong>en</strong> vorming van jonge<br />

kinder<strong>en</strong> in de basisschoolleeftijd. Ook kijk<strong>en</strong> we naar de vraag hoe <strong>publieke</strong> verantwoording <strong>en</strong><br />

transparantie zich ontwikkel<strong>en</strong> als bekostiging <strong>en</strong> toezicht niet (primair) vanuit de <strong>over</strong>heid<br />

kom<strong>en</strong>.<br />

Wij hebb<strong>en</strong> het onderzoeksveld op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd. Naast het bestuder<strong>en</strong> van<br />

theoretische literatuur <strong>en</strong> rapport<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wij <strong>en</strong>kele cases in het bijzonder bestudeerd zoals<br />

Iederwijs <strong>en</strong> Flor<strong>en</strong>cius. In interviews met experts <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> (markt)partij<strong>en</strong> (ouders,<br />

leerling<strong>en</strong>, initiatiefnemers in het private domein <strong>en</strong> schoolbestuurders in het reguliere primair<br />

onderwijs) hebb<strong>en</strong> wij de effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> op deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> besprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />

de literatuur getoetst aan de praktijk. Ook komt naar vor<strong>en</strong> welke <strong>waard<strong>en</strong></strong> met elkaar op<br />

gespann<strong>en</strong> voet staan (competing values).<br />

De experts-judgem<strong>en</strong>ts zijn van:<br />

• mw. mr. drs. K. (Kete) Kervezee: voorzitter PO-Raad, voormalig Inspecteur-G<strong>en</strong>eraal<br />

Onderwijs<br />

• dhr. prof. dr. R. (Roel) J. in ’t Veld: voormalig staatssecretaris OCW, voormalig DG Hoger<br />

Onderwijs<br />

• dhr. drs. W. (Walter) Etty: v<strong>en</strong>noot Andersson Elffers Felix (financieringsvraagstukk<strong>en</strong>),<br />

voormalig wethouder Amsterdam<br />

• dhr. drs. H. (Harry) Starr<strong>en</strong>: directeur De Baak (faciliteert Iederwijs-onderwijs)<br />

• dhr. drs. C. (Cees) van Baak: Inspecteur Primair Onderwijs.<br />

3.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in het onderwijs<br />

Hierna word<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> op e<strong>en</strong> aantal <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> onderzocht.<br />

Daarbij wordt bijvoorbeeld het effect van <strong>marktwerking</strong> op de waarde van “keuzevrijheid”<br />

bestudeerd. Het is hierbij belangrijk eerst k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal actuele<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> in het primair onderwijs, die mogelijk van invloed zijn op deze relatie. Tev<strong>en</strong>s<br />

wordt het instrum<strong>en</strong>tarium dat de <strong>over</strong>heid tot zijn beschikking heeft om negatieve effect<strong>en</strong> te<br />

verklein<strong>en</strong> <strong>en</strong> positieve effect<strong>en</strong> te stimuler<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezet.<br />

28


In Nederland bestaat vrijheid van onderwijs. Die vrijheid slaat op het sticht<strong>en</strong> van schol<strong>en</strong>, maar<br />

werkt ook door in de schoolkeuze van ouders voor hun kinder<strong>en</strong>. De Wet op het Onderwijs<br />

Toezicht (WOT) voorziet voor de reguliere, door de <strong>over</strong>heid bekostigde schol<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

uitgewerkt systeem van kwaliteitscontrole. Daarin spel<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> grote rol, naast de<br />

Inspectie voor het Onderwijs. Ongeveer e<strong>en</strong>derde van alle kinder<strong>en</strong> gaat naar e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare<br />

school 15 . Deze schol<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> niet vanuit e<strong>en</strong> bepaalde godsdi<strong>en</strong>st of lev<strong>en</strong>s<strong>over</strong>tuiging. E<strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>bare school wordt bestuurd door het geme<strong>en</strong>tebestuur of door e<strong>en</strong> bestuurscommissie die<br />

de geme<strong>en</strong>te heeft ingesteld. Als gevolg van schaalvergroting vall<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig vaak meer<br />

schol<strong>en</strong> onder één bestuur. Het mer<strong>en</strong>deel van de kinder<strong>en</strong> in Nederland gaat naar e<strong>en</strong><br />

bijzondere school, waarvan allerlei soort<strong>en</strong> bestaan. De meeste bijzondere schol<strong>en</strong> zijn roomskatholiek<br />

of protestants-christelijk. Verder zijn er joodse, islamitische, hindoeïstische,<br />

humanistische <strong>en</strong> vrije schol<strong>en</strong>. Ook zijn er algeme<strong>en</strong> bijzondere schol<strong>en</strong>, die niet uitgaan van<br />

e<strong>en</strong> speciale lev<strong>en</strong>sbeschouwing. T<strong>en</strong>slotte zijn er bijzondere schol<strong>en</strong> die lev<strong>en</strong>sbeschouwing<br />

combiner<strong>en</strong> met bepaalde opvoedings- <strong>en</strong> onderwijsmethod<strong>en</strong>, zoals Montessori, J<strong>en</strong>aplan,<br />

Dalton <strong>en</strong> Freinet. Bijzondere schol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bestuurd door e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging – waarvan ouders<br />

lid kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> – of door e<strong>en</strong> stichting.<br />

Ontwikkeling<strong>en</strong> in het primair onderwijs in relatie tot <strong>marktwerking</strong><br />

Er is e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de autonomie voor schoolbestur<strong>en</strong>. In theorie kunn<strong>en</strong> ook schol<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

het reguliere onderwijssysteem hiermee ‘ondernem<strong>en</strong>der’ word<strong>en</strong>. Mogelijk wordt dit nog<br />

versterkt als het wetvoorstel Maatschappelijke Onderneming kracht van wet krijgt.<br />

Tegelijkertijd is er e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de politieke <strong>en</strong> maatschappelijke bemoei<strong>en</strong>is met het (primair)<br />

onderwijsveld. Zo wordt door het wetsvoorstel Goed Onderwijs, Goed bestuur, de eig<strong>en</strong><br />

verantwoordelijkheid van schoolbestur<strong>en</strong> weer ingeperkt <strong>en</strong> wordt geregeld dat schol<strong>en</strong><br />

horizontaal verantwoording aflegg<strong>en</strong> aan hun omgeving. Ouders word<strong>en</strong> kritischer met<br />

betrekking tot de kwaliteit van onderwijs. Dit wordt gevoed door bek<strong>en</strong>dmaking van<br />

inspectierapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwaliteitsmeting<strong>en</strong> van schol<strong>en</strong>. Hierbij is veel aandacht ontstaan voor de<br />

rol van de professional, de leerkracht die voor de klas staat <strong>en</strong> van groot belang is voor de<br />

kwaliteit van het onderwijs.<br />

Ook de sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> pluriformiteit van de sam<strong>en</strong>leving stelt nieuwe eis<strong>en</strong> aan de<br />

onderwijsinhoud <strong>en</strong> -organisatie. Het onderwijs krijgt nieuwe tak<strong>en</strong> zoals Buit<strong>en</strong>schoolse<br />

Opvang, de zorg voor e<strong>en</strong> veilige (leer)omgeving, gezonde voeding, <strong>en</strong> signalering van<br />

misstand<strong>en</strong> in het gezin. De roep om maatwerk <strong>en</strong> behoud of terugkeer van de ‘m<strong>en</strong>selijke<br />

maat’ is de aanleiding tot e<strong>en</strong> debat <strong>over</strong> vraagsturing in het onderwijs. Er heeft zich rec<strong>en</strong>t e<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>tering voorgedaan van verplichte schaalvergroting naar e<strong>en</strong> verbod op fusies. Tot slot zal de<br />

wetgeving <strong>over</strong> Pass<strong>en</strong>d Onderwijs die in voorbereiding is voor 2011, van grote invloed zijn op<br />

het primair onderwijs. Basisschol<strong>en</strong> zijn dan verplicht pass<strong>en</strong>d onderwijs te bied<strong>en</strong> aan alle<br />

kinder<strong>en</strong>, ook aan leerling<strong>en</strong> die extra zorg nodig hebb<strong>en</strong>.<br />

Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Wet- <strong>en</strong> regelgeving, erk<strong>en</strong>ning<br />

In artikel 8 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) word<strong>en</strong> de uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

doelstelling van het primair onderwijs geregeld.<br />

15 Bron: Website Ministerie Onderwijs, Cultuur <strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schap.<br />

29


Daarin staat onder andere:<br />

1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ononderbrok<strong>en</strong><br />

ontwikkelingsproces kunn<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>. Het wordt afgestemd op de voortgang in de<br />

ontwikkeling van de leerling<strong>en</strong>.<br />

2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele <strong>en</strong> de verstandelijke ontwikkeling, <strong>en</strong><br />

op het ontwikkel<strong>en</strong> van creativiteit, op het verwerv<strong>en</strong> van noodzakelijke k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> van<br />

sociale, culturele <strong>en</strong> lichamelijke vaardighed<strong>en</strong>.<br />

3. Het onderwijs:<br />

a. gaat er mede van uit dat leerling<strong>en</strong> opgroei<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> pluriforme sam<strong>en</strong>leving,<br />

b. is mede gericht op het bevorder<strong>en</strong> van actief burgerschap <strong>en</strong> sociale integratie,<br />

c. is er mede op gericht dat leerling<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> van <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nismak<strong>en</strong> met<br />

verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> cultur<strong>en</strong> van leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.<br />

Particuliere basisschol<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> officieel word<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d voordat ze onderwijs mog<strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />

aan leerplichtige leerling<strong>en</strong>. Deze erk<strong>en</strong>ning gebeurt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur<br />

<strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schap (OCW) in sam<strong>en</strong>werking met de Inspectie van het Onderwijs <strong>en</strong> de<br />

leerplichtambt<strong>en</strong>aar van de geme<strong>en</strong>te.<br />

Toezicht, g<strong>over</strong>nance, transparantie <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>schap<br />

Op basis van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) houdt de Inspectie van het Onderwijs<br />

toezicht op de kwaliteit van het onderwijs op alle door het Ministerie erk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> door de<br />

<strong>over</strong>heid bekostigde schol<strong>en</strong>. Zij doet dit o.a. door het uitvoer<strong>en</strong> van vierjaarlijkse periodieke<br />

kwaliteitsonderzoek<strong>en</strong>. Als schol<strong>en</strong> onder de maat prester<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze onder verscherpt<br />

toezicht word<strong>en</strong> geplaatst. Als de prestaties niet verbeter<strong>en</strong>, kan de minister uiteindelijk de<br />

bekostiging stak<strong>en</strong>. Deze ‘stok achter de deur’ heeft de minister niet bij particuliere schol<strong>en</strong>,<br />

zoals Iederwijs <strong>en</strong> Flor<strong>en</strong>cius, die immers vooralsnog door de ouders zelf word<strong>en</strong> betaald. Daar<br />

kan de <strong>over</strong>heid alle<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong> via de leerplichtambt<strong>en</strong>aar van de geme<strong>en</strong>te die toezicht houdt<br />

op particuliere schol<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> particuliere school niet aan de regels voldoet, is er feitelijk ge<strong>en</strong><br />

sprake van onderwijs. De ‘leerling<strong>en</strong>’ voldo<strong>en</strong> dan niet aan de Leerplichtwet. Inmiddels is er<br />

echter ook e<strong>en</strong> ‘Toezichtkader 2008 Niet bekostigd primair onderwijs’ 16 vastgesteld, aan de<br />

hand waarvan ook particuliere onderwijsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in het primair onderwijs word<strong>en</strong><br />

beoordeeld.<br />

Om als <strong>over</strong>heid toezicht te houd<strong>en</strong> op het bestuur van schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> uiteindelijke daarmee op de<br />

continuïteit <strong>en</strong> kwaliteit van het onderwijs is onlangs het wetsvoorstel Goed Onderwijs, Goed<br />

Bestuur gepubliceerd. Het wetsvoorstel geeft de minister de mogelijkheid slagvaardig in te<br />

grijp<strong>en</strong> bij ernstige of langdurig tekortschiet<strong>en</strong>de onderwijskwaliteit of bij bestuurlijk wanbeheer.<br />

Daarnaast word<strong>en</strong> de principes van ‘goed bestuur’ vastgelegd <strong>en</strong> word<strong>en</strong> de codes voor goed<br />

bestuur die in de verschill<strong>en</strong>de onderwijssector<strong>en</strong> zijn ontwikkeld, in de wet verankerd.<br />

(Mede)zegg<strong>en</strong>schap<br />

De medezegg<strong>en</strong>schap in het primair onderwijs is bij wet geregeld in de Wet Medezegg<strong>en</strong>schap<br />

op Schol<strong>en</strong> (WMS, 2006) <strong>en</strong> garandeert medezegg<strong>en</strong>schap door middel van instemmings- of<br />

adviesbevoegdhed<strong>en</strong> van ouders, medewerkers <strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> op veel onderwerp<strong>en</strong>. Bij<br />

particuliere initiatiev<strong>en</strong> is dit niet wettelijk geregeld, behalve dan wanneer e<strong>en</strong> dergelijke<br />

‘onderneming’ moet voldo<strong>en</strong> aan de Wet op de Ondernemingsrad<strong>en</strong>. Daarin is de inspraak van<br />

ouders of leerling<strong>en</strong> echter niet geregeld.<br />

16 Bron: Website Inspectie van het Onderwijs<br />

30


B<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong><br />

De facto wordt op dit mom<strong>en</strong>t ook bij <strong>over</strong>heidsgefinancierd onderwijs ge<strong>en</strong> string<strong>en</strong>t<br />

b<strong>en</strong>oemingsbeleid gehanteerd, anders dan nu zijn weerslag gaat krijg<strong>en</strong> in het wetsvoorstel<br />

Goed Onderwijs, Goed Bestuur. E<strong>en</strong> uitzondering hierop is het Op<strong>en</strong>baar Onderwijs, waar op<br />

grond van het wetsvoorstel de geme<strong>en</strong>teraad doorslaggev<strong>en</strong>de invloed krijgt op de<br />

sam<strong>en</strong>stelling van de raad van toezicht. In de Wet Medezegg<strong>en</strong>schap in Schol<strong>en</strong> (WMS) is<br />

inspraak van personeel <strong>en</strong> ouders bij b<strong>en</strong>oeming<strong>en</strong> geregeld. Bij particuliere schol<strong>en</strong> is dit<br />

afhankelijk van de persoonlijke visie van e<strong>en</strong> directie.<br />

Wetsvoorstel maatschappelijke onderneming<br />

Het kabinet wil e<strong>en</strong> nieuwe rechtsvorm voor instelling<strong>en</strong> in de semi-<strong>publieke</strong> sector invoer<strong>en</strong>: de<br />

maatschappelijke onderneming. Deze nieuwe rechtsvorm moet aansluit<strong>en</strong> bij de ontwikkeling<br />

van zorginstelling<strong>en</strong>, woningcorporaties <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> van kleinschalige instelling<strong>en</strong> die word<strong>en</strong><br />

bestuurd door vrijwilligers, tot grote, professioneel geleide organisaties. De maatschappelijke<br />

onderneming heeft e<strong>en</strong> bestuur, e<strong>en</strong> raad van toezicht <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>verteg<strong>en</strong>woordiging. De belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>verteg<strong>en</strong>woordiging kan bij e<strong>en</strong><br />

basisschool bijvoorbeeld bestaan uit ouders, vervolgonderwijs, jeugdzorginstelling<strong>en</strong>.<br />

Maatschappelijke onderneming<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onder voor<strong>waard<strong>en</strong></strong> privaat kapitaal aantrekk<strong>en</strong>,<br />

zonder dat de investeerders de koers van de onderneming kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Wel kunn<strong>en</strong> de<br />

investeerders e<strong>en</strong> aandeel in de winst van hun investering krijg<strong>en</strong>. 17<br />

Subsidies, vouchers<br />

Om aanspraak te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> op <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t erk<strong>en</strong>ning door de Minister van<br />

OC&W plaats te vind<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> aantal Iederwijs-schol<strong>en</strong> is dit onlangs gebeurd. De oprichter<br />

van Flor<strong>en</strong>cius kiest er bewust voor om ge<strong>en</strong> gebruik te mak<strong>en</strong> van <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> omdat dit<br />

volg<strong>en</strong>s hem te veel beperking<strong>en</strong> oplegt.<br />

Voor introductie van <strong>marktwerking</strong> mét blijv<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> bekostiging, kan e<strong>en</strong> systeem van<br />

‘vouchers’ word<strong>en</strong> geïntroduceerd. Dit zijn participatiebudgett<strong>en</strong> die direct aan ouders/leerling<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> uitgekeerd. Ze kunn<strong>en</strong> deze op de onderwijsmarkt bested<strong>en</strong> naar eig<strong>en</strong> inzicht.<br />

Conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong><br />

In Nederland <strong>en</strong> specifiek in het onderwijs zijn conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong> e<strong>en</strong> populair beleidsinstrum<strong>en</strong>t.<br />

Hoewel de juridische status niet geheel duidelijk is, word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> conv<strong>en</strong>ant de afsprak<strong>en</strong><br />

vastgelegd die voortkom<strong>en</strong> uit <strong>over</strong>leg tuss<strong>en</strong> <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke actor<strong>en</strong>, gericht<br />

op het bereik<strong>en</strong> van beleidsdoel<strong>en</strong> die door alle partij<strong>en</strong> als zinvol <strong>en</strong> kansrijk word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>.<br />

De schriftelijke vastlegging b<strong>en</strong>adrukt vooral de int<strong>en</strong>tie van alle betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> om tot uitvoering<br />

van de afsprak<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>te voorbeeld<strong>en</strong> zijn het Conv<strong>en</strong>ant Aktieplan Leerkracht<br />

(2008), Conv<strong>en</strong>ant Kinderopvang (2006) <strong>en</strong> regionale conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong> Arbeidsmarktbeleid.<br />

17 Bron: www.regering.nl<br />

31


Lumpsum<br />

Bekostiging<br />

(personeel,materieel,<br />

arbeidsmarktbeleid)<br />

Schoolbegeleiding<br />

Achterstandsbeleid<br />

Huisvesting<br />

Ministerie OC&W<br />

School<br />

(bestuur)<br />

Geme<strong>en</strong>te<br />

Vrijwillige<br />

ouderbijdrage<br />

Toezicht<br />

Ouders/leerling<strong>en</strong><br />

Figuur 3.1: Spelers <strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het Primair Onderijs<br />

3.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong><br />

Volledige<br />

bekostiging<br />

Bank<strong>en</strong>/<br />

Investeerders<br />

Privaat bekostigde<br />

school<br />

Onderwijsinspectie<br />

Leerplichtambt<strong>en</strong>aar<br />

(geme<strong>en</strong>te)<br />

Onder <strong>marktwerking</strong> in het primair onderwijs wordt hier verstaan: meer vraagsturing <strong>en</strong>/of meer<br />

ruimte voor private initiatiev<strong>en</strong> c.q. private bekostiging.<br />

Private initiatiev<strong>en</strong> in het onderwijs, onafhankelijk van bekostiging door de <strong>over</strong>heid, hebb<strong>en</strong> in<br />

Nederland geleid tot felle maatschappelijke <strong>en</strong> politieke debatt<strong>en</strong>. Onder andere <strong>over</strong> gestage<br />

groei van het aantal Iederwijs-schol<strong>en</strong>. Iederwijs is e<strong>en</strong> vernieuw<strong>en</strong>d onderwijssysteem –<br />

waarbij leerling<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> leerweg vormgev<strong>en</strong> – dat op e<strong>en</strong> aantal particuliere schol<strong>en</strong> wordt<br />

toegepast. De eerste begon in 2000, inmiddels zijn het er <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong>. De schol<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

door ouders zelf bekostigd. In de Volkskrant spreekt CDA Kamerlid De Vries de vrees uit dat<br />

honderd<strong>en</strong>, straks mogelijk duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> door gebrekkig onderwijs uit de boot dreig<strong>en</strong> te<br />

vall<strong>en</strong>: “Dat kunn<strong>en</strong> we niet op zijn beloop lat<strong>en</strong>”.<br />

Meer vergaande variant<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> we inmiddels ook, zoals het Flor<strong>en</strong>cius initiatief. Flor<strong>en</strong>cius<br />

begint in e<strong>en</strong> wijkc<strong>en</strong>trum in Bussum, maar de school moet uiteindelijk uitgroei<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />

landelijke ket<strong>en</strong> van privaat gefinancierde basisschol<strong>en</strong>. Op Flor<strong>en</strong>cius is de intake str<strong>en</strong>g.<br />

Kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gedragsstoornis bijvoorbeeld word<strong>en</strong> niet toegelat<strong>en</strong>. Ouders betal<strong>en</strong><br />

€12.500 per kind per jaar. Voor de aanloopkost<strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> investeringsmaatschappij die er geld<br />

in steekt. Ook de privaat gefinancierde Flor<strong>en</strong>cius school leidt tot e<strong>en</strong> heftig politiek debat. SP<br />

Kamerlid Nathalie de Rooij zegt t<strong>en</strong> tijde van de op<strong>en</strong>ing van de eerste school: “Door particulier<br />

onderwijs toe te staan <strong>en</strong> het <strong>publieke</strong> onderwijs te verwaarloz<strong>en</strong>, gaan we naar steeds grotere<br />

tweedeling in het onderwijs”.<br />

32


Rode draad bij de verschill<strong>en</strong>de initiatiev<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> is e<strong>en</strong> roep naar meer<br />

“vraagsturing”. Ouders will<strong>en</strong> door deze initiatiev<strong>en</strong> het heft in hand<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer kwaliteit<br />

afdwing<strong>en</strong> voor het onderwijs aan hun kinder<strong>en</strong>. De Onderwijsraad signaleert e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

maatschappelijke tr<strong>en</strong>d om activiteit<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid <strong>over</strong> te hevel<strong>en</strong> naar de markt, vanuit<br />

teleurstelling (bijvoorbeeld <strong>over</strong> de beperkte maakbaarheid van de sam<strong>en</strong>leving), maar ook als<br />

positieve keuze (vanwege kost<strong>en</strong>beheersing <strong>en</strong> invloed van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).<br />

Walter Etty: “het onderwijs zou e<strong>en</strong> voorbeeld moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> aan de rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong> in<br />

de zorgsector. De introductie van <strong>marktwerking</strong> is daar voortvar<strong>en</strong>d opgepakt. Overig<strong>en</strong>s<br />

betek<strong>en</strong>t <strong>marktwerking</strong> voor mij vooral vraagsturing. Dit levert meer eig<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>schap voor<br />

burgers, e<strong>en</strong> goedkoper systeem, minder <strong>over</strong>heidsbemoei<strong>en</strong>is <strong>en</strong> meer kans<strong>en</strong> op kwaliteit<br />

doordat prestatiesturing zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. De bevoogd<strong>en</strong>de rol van de <strong>over</strong>heid is na 100 jaar<br />

emancipatie achterhaald.”<br />

Ook door de politiek word<strong>en</strong> andere vorm<strong>en</strong> van vraagsturing met e<strong>en</strong> meer privaat karakter<br />

bestudeerd <strong>en</strong> uitgedrag<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld is e<strong>en</strong> “vouchersysteem“ voor het onderwijs. Dit zou<br />

vorm krijg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> persoonsgebond<strong>en</strong> budget, bijvoorbeeld voor specifieke groep<strong>en</strong>, met name<br />

achterstandsleerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> die extra zorg behoev<strong>en</strong>. De invulling zal per<br />

onderwijssector verschill<strong>en</strong>, de systematiek is hetzelfde. Doelstelling is daarbij om de schol<strong>en</strong> -<br />

meer dan met de huidige bekostigingsvorm het geval is - onder druk te zett<strong>en</strong> om<br />

vraaggestuurd te werk<strong>en</strong>.<br />

Aanleiding voor het onderzoek<strong>en</strong> van alternatieve financieringswijz<strong>en</strong> door de politiek zijn zowel<br />

de geluid<strong>en</strong> uit de sam<strong>en</strong>leving als de vraag vanuit de <strong>over</strong>heid hoe de onderwijssector het<br />

beste georganiseerd kan word<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke sturing(sinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) het beste resultaat oplevert.<br />

De vraag hierbij is of de politiek weerstand kan bied<strong>en</strong> aan de ‘totalitaire verleiding’ 18 . De<br />

WRR 19 gaat ervan uit dat de <strong>over</strong>heid bepaalt wat het <strong>publieke</strong> belang is. Private initiatiev<strong>en</strong> in<br />

het onderwijs zijn voor hun bekostiging niet afhankelijk van de <strong>over</strong>heid. Idealiter zou de<br />

<strong>over</strong>heid daar moet<strong>en</strong> bijstur<strong>en</strong> door het zelfreinig<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> de intrinsieke ethiek van de<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die werkzaam zijn binn<strong>en</strong> het domein te stimuler<strong>en</strong>. Op deze wijze blijft e<strong>en</strong> domein<br />

zich verbond<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> met <strong>en</strong> verantwoordelijk voel<strong>en</strong> voor de eig<strong>en</strong> intrinsieke <strong>publieke</strong><br />

<strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />

Kete Kervezee: “De signaalwerking van private initiatiev<strong>en</strong> als Iederwijs <strong>en</strong> Flor<strong>en</strong>tius binn<strong>en</strong> het<br />

primair onderwijs is belangrijk. We moet<strong>en</strong> ons afvrag<strong>en</strong> voor welk ong<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> dit signaal staat.<br />

Ik kijk naar deze initiatiev<strong>en</strong> als feedback op ons reguliere onderwijsaanbod <strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong><br />

alternatief daarvoor. E<strong>en</strong> signaal is volg<strong>en</strong>s mij dat de vrijheid van onderwijs is gebruikt als<br />

vergoelijking voor de slechte kwaliteit van sommige schol<strong>en</strong>. We moet<strong>en</strong> durv<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat<br />

ding<strong>en</strong> niet acceptabel zijn, maar <strong>marktwerking</strong> is in het onderwijs niet de oplossing. Juist in het<br />

onderwijs <strong>en</strong> de zorg zijn individu<strong>en</strong> te kwetsbaar om ze <strong>over</strong> te lat<strong>en</strong> aan de markt.”<br />

Naast meer <strong>marktwerking</strong> zijn er tot slot ook t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van meer bureaucratische sturing te<br />

zi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t voorbeeld is te zi<strong>en</strong> in de geme<strong>en</strong>te Nijmeg<strong>en</strong>. In Nijmeg<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ouders<br />

hun kind voortaan bij e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal meldingspunt aanmeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet meer bij de basisschool<br />

naar hun keuze. De bedoeling is achterstandsleerling<strong>en</strong> beter te spreid<strong>en</strong>.<br />

18 P. Friss<strong>en</strong> (2007): De staat van het verschil: e<strong>en</strong> kritiek van de gelijkheid. Van G<strong>en</strong>nep.<br />

19 WRR (2000): Het borg<strong>en</strong> van publiek belang.<br />

33


Nijmeg<strong>en</strong> is daarmee de eerste geme<strong>en</strong>te die dwing<strong>en</strong>d optreedt bij de schoolkeuze voor<br />

kansarme <strong>en</strong> kwetsbare kinder<strong>en</strong> 20 .<br />

3.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

Ook in deze casusbeschrijving van het primair onderwijs word<strong>en</strong> eerst de belangrijkste <strong>publieke</strong><br />

<strong>waard<strong>en</strong></strong> geschetst die aan de orde zijn in deze onderwijssector. Ook wordt aangegev<strong>en</strong> waar<br />

zich risico’s <strong>en</strong> kans<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong> bij meer <strong>marktwerking</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s wordt in beeld gebracht<br />

wat de pot<strong>en</strong>tiële impact van <strong>marktwerking</strong> is op de realisatie van deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />

Keuzevrijheid <strong>en</strong> maatwerk<br />

Kans<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> zijn meer mogelijkhed<strong>en</strong> voor differ<strong>en</strong>tiatie <strong>en</strong> optimaal maatwerk<br />

voor verschill<strong>en</strong>de doelgroep<strong>en</strong>. Dit leidt tot e<strong>en</strong> betere vraagsturing: aanbod volgt vraag in<br />

plaats van subsidiestroom. Risico’s zijn dat e<strong>en</strong> warboel aan verschill<strong>en</strong>de onderwijsvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

initiatiev<strong>en</strong> ontstaat, waardoor kiez<strong>en</strong> steeds moeilijker wordt. Ook kan <strong>marktwerking</strong> leid<strong>en</strong> tot<br />

het verdwijn<strong>en</strong> van niet r<strong>en</strong>dabele onderwijsvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus tot minder keuzemogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

maatwerk.<br />

Het onderwijs di<strong>en</strong>t betaalbaar te zijn<br />

Met <strong>marktwerking</strong> ontstaat de kans dat meerdere belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (bedrijfslev<strong>en</strong>, werkgevers,<br />

sponsoring) financieel gaan participer<strong>en</strong>. Onderwijs k<strong>en</strong>t daarmee meerdere<br />

financieringsbronn<strong>en</strong> dan alle<strong>en</strong> ‘belastinggeld’, e<strong>en</strong> verlichting voor de staatskas of e<strong>en</strong> grotere<br />

kapitaalskracht voor onderwijs. Efficiëntere organisatie kan tot lagere kost<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

consum<strong>en</strong>t krijgt <strong>en</strong> ervaart meer waar voor zijn geld. Risico is dat onderwijs ook duurder kan<br />

word<strong>en</strong> als gevolg van <strong>marktwerking</strong>. Bijvoorbeeld omdat meer tuss<strong>en</strong>person<strong>en</strong> in de ‘handel<br />

van onderwijs’ betrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, die daar ook aan moet<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> (marketeers, wervers, ..).<br />

Het onderwijs moet in e<strong>en</strong> veilige omgeving aangebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

De kans doet zich voor dat <strong>marktwerking</strong> meer financiële mogelijkhed<strong>en</strong> doet ontstaan voor de<br />

inhuur van beveiligingsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Risico is dat veiligheid e<strong>en</strong> keuze wordt, ge<strong>en</strong> garantie.<br />

Kwaliteit van onderwijs is gegarandeerd<br />

Kans<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> zijn geleg<strong>en</strong> in (vraag)specialisatie, betere aansluiting op<br />

vervolgonderwijs, e<strong>en</strong> hoger r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t, meer ruimte voor de ontwikkeling van excell<strong>en</strong>tie <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> grotere betrokk<strong>en</strong>heid van ouders <strong>en</strong> leerling bij het onderwijs. Risico’s zijn dat e<strong>en</strong>duidig<br />

toezicht op de kwaliteit moeilijker wordt <strong>en</strong> er grotere kwaliteitsverschill<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in<br />

onderwijsaanbod. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan concurr<strong>en</strong>tie op prijs de kwaliteitszorg onder druk zett<strong>en</strong>.<br />

Primair onderwijs di<strong>en</strong>t naast e<strong>en</strong> cognitieve basis ook e<strong>en</strong> opvoedkundige basis te<br />

legg<strong>en</strong> voor het functioner<strong>en</strong> in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving<br />

E<strong>en</strong> kans van <strong>marktwerking</strong> is het ontstaan van nieuwe onderwijsrichting<strong>en</strong> die zich juist meer<br />

richt op de opvoedkundige basis van onderwijs. Risico’s zijn er ook: er ontstaan ‘geslot<strong>en</strong>’<br />

system<strong>en</strong> van onderwijs, doelgroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> niet meer in contact met<br />

elkaars wereld<strong>en</strong>, segregatie neemt toe. Fundam<strong>en</strong>tele onderwijsstroming<strong>en</strong> waarbij andere<br />

doelgroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> meer ruimte. Bov<strong>en</strong>matige aandacht voor de<br />

‘vraagkant’ (<strong>en</strong> meer zegg<strong>en</strong>schap van ouders) kan bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> t<strong>en</strong> koste gaan van het<br />

professionele gezag, hetge<strong>en</strong> niet altijd in het belang van het kind is.<br />

20 http://www.nrc.nl/binn<strong>en</strong>land/article2149141.ece/Nijmeg<strong>en</strong>_gaat_leerling<strong>en</strong>_beter_spreid<strong>en</strong><br />

34


Er vindt voldo<strong>en</strong>de innovatie plaats in het onderwijs<br />

Marktwerking biedt kans<strong>en</strong> voor innovatie: ontwikkeling van niche product<strong>en</strong> (bijv. nieuwe<br />

lesmethod<strong>en</strong>) binn<strong>en</strong> het onderwijs. Risico is dat innovatie juist achterblijft omdat dit te duur is.<br />

Continuïteit in het onderwijs is gegarandeerd, door e<strong>en</strong> aantrekkelijk werkklimaat <strong>en</strong><br />

maatschappelijke erk<strong>en</strong>ning blijv<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> voor het onderwijs om de<br />

kwaliteit <strong>en</strong> continuïteit te kunn<strong>en</strong> waarborg<strong>en</strong>.<br />

Kans<strong>en</strong> zijn dat er meer gevarieerde werkgeleg<strong>en</strong>heid ontstaan met meer kans<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

werkvreugde voor doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> risico is dat onderwijs “handel” wordt, met meer acc<strong>en</strong>t op<br />

winst in plaats van realisatie van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de sam<strong>en</strong>hang in het<br />

onderwijsveld (doorlop<strong>en</strong>de leerlijn<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> afgebrok<strong>en</strong>.<br />

Democratische verantwoording <strong>en</strong> transparantie in besluitvorming, functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verantwoordelijkhed<strong>en</strong><br />

Kans<strong>en</strong> bij <strong>marktwerking</strong>: ouders word<strong>en</strong> door eig<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> prijsbewust <strong>en</strong> kritischer op het<br />

r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t van onderwijs. M<strong>en</strong> gaat zelf op allerlei manier<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan de verbetering van<br />

onderwijs (reflectie, participatie, zelfbestuur) <strong>en</strong> er ontstaat e<strong>en</strong> hernieuwd maatschappelijk<br />

collectiviteitbesef. Risico’s zijn dat de consum<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> heldere <strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige informatie <strong>over</strong><br />

kwaliteit krijgt. Daarmee ontstaat ge<strong>en</strong> transparante prijs/kwaliteit verhouding.<br />

Medezegg<strong>en</strong>schap van ouders/leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> medewerkers is bij <strong>marktwerking</strong> niet wettelijk<br />

geregeld. Dit laat ruimte voor willekeur <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>zinnig gedrag van directies of bestuurders.<br />

Primair onderwijs di<strong>en</strong>t voor iedere<strong>en</strong> in gelijke mate toegankelijk te zijn<br />

Bij deze waarde do<strong>en</strong> zich met name risico’s voor: bij meer <strong>marktwerking</strong> is deze waarde in het<br />

geding omdat niet iedere particuliere school voor iedere<strong>en</strong> betaalbaar zal zijn of<br />

toelatingscriteria hanteert waardoor de toegankelijkheid belemmerd wordt. Dit heeft effect op<br />

andere <strong>waard<strong>en</strong></strong>, zoals we hierna zull<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />

3.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

Eerder zijn de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in het kader van het primair onderwijs besprok<strong>en</strong>.<br />

Wij beschrijv<strong>en</strong> hier de effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> op deze kern<strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />

Het primair onderwijs di<strong>en</strong>t betaalbaar te zijn<br />

In theorie wordt de waarde van betaalbaarheid van onderwijs het beste gedi<strong>en</strong>d met<br />

<strong>marktwerking</strong>. Uitgangspunt is dan dat er sprake is van r<strong>en</strong>dabele of winstgev<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>.<br />

Zonder de inzet van <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> is dit in het primair onderwijs vaak niet het geval. Voor<br />

introductie van <strong>marktwerking</strong> mét blijv<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> bekostiging wordt e<strong>en</strong> systeem van<br />

‘vouchers’ gesuggereerd 21 . Hierbij wordt <strong>over</strong>heidsfinanciering in de vorm van<br />

participatiebudgett<strong>en</strong> direct in hand<strong>en</strong> van de klant (ouder/leerling) gegev<strong>en</strong>. Dit leidt tot<br />

betaalbaarheid in combinatie met keuzevrijheid.<br />

Echter, de rationaliteit van keuze wordt in diverse interviews bestred<strong>en</strong> (zie keuzevrijheid).<br />

21 Interviews met Roel in ’t Veld <strong>en</strong> Walter Etty.<br />

35


Roel in ’t Veld: “het vouchersysteem gaat uit van het realiser<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> binn<strong>en</strong> het<br />

reguliere onderwijssysteem. Voor hoger onderwijs zou dit de vraagsturing kunn<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong><br />

omdat daar vouchers kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besteed aan gediffer<strong>en</strong>tieerde opleiding<strong>en</strong> met<br />

verschill<strong>en</strong>de prijz<strong>en</strong> waarbij de stud<strong>en</strong>t het surplus zelf betaalt. Bij het primair onderwijs b<strong>en</strong> ik<br />

ge<strong>en</strong> voorstander van die vorm van differ<strong>en</strong>tiatie. Daar bestaat par<strong>en</strong>tal choice; de ouders kunn<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> school kiez<strong>en</strong>.”<br />

Voorlopige conclusie 1:<br />

Voor betaalbaarheid heeft <strong>marktwerking</strong> e<strong>en</strong> gunstig effect voor z<strong>over</strong> het economisch<br />

r<strong>en</strong>dabele activiteit<strong>en</strong> betreft. Introductie van <strong>marktwerking</strong> met blijv<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> bekostiging<br />

kan door e<strong>en</strong> systeem van ‘vouchers’ (participatiebudget). Met deze interv<strong>en</strong>tie kunn<strong>en</strong> ook ‘niet<br />

r<strong>en</strong>dabele’ onderwijsactiviteit<strong>en</strong> tot <strong>marktwerking</strong> <strong>over</strong>gaan. De impact hiervan op de realisatie<br />

van <strong>over</strong>ige <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> komt later aan bod.<br />

Kwaliteit van onderwijs is gegarandeerd<br />

De <strong>publieke</strong> waarde ‘kwaliteit’ zou gedi<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> zijn bij meer <strong>marktwerking</strong>. Bij <strong>marktwerking</strong><br />

zijn er grotere drijfver<strong>en</strong> voor ‘excell<strong>en</strong>te’ variant<strong>en</strong> van onderwijs waardoor aan de bov<strong>en</strong>kant<br />

beter gescoord wordt. Tegelijkertijd zal aan de onderkant de concurr<strong>en</strong>tieslag verlor<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

door slecht prester<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong>. Deze zull<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>.<br />

Kwaliteit (onderwijsoutcome) is echter niet alle<strong>en</strong> afhankelijk van de kwaliteit van het aanbod 22 .<br />

Voor de kwaliteit van onderwijsoutcome blijkt de omgeving (de klasg<strong>en</strong>oot) minst<strong>en</strong>s zo<br />

bepal<strong>en</strong>d. Aan <strong>marktwerking</strong> is onlosmakelijk segregatie van doelgroep<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>. De<br />

initiatiev<strong>en</strong> die er nu al zijn ton<strong>en</strong> dit ook aan. Dit betek<strong>en</strong>t, dat waar <strong>marktwerking</strong> de kans<strong>en</strong> op<br />

kwaliteitsverhog<strong>en</strong>d onderwijs voor de één vergroot, de kans op kwalitatief goed onderwijs voor<br />

de ander wordt verkleind. De ‘kansrijke’ raakt uit het zicht van de ‘kansarme’. In het onderwijs is<br />

de betere leerling mede bepal<strong>en</strong>d voor de kwaliteit van onderwijs van de minder goede leerling.<br />

30% zwakke leerling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> klas word<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> hoger niveau getild door 70% sterke<br />

leerling<strong>en</strong>. Voorbij deze verhouding ontstaat e<strong>en</strong> zichzelf versterk<strong>en</strong>de negatieve spiraal<br />

waardoor op meta-niveau de gemiddelde kwaliteit van onderwijs daalt.<br />

Kete Kervezee: “Primair Onderwijs is meer dan k<strong>en</strong>nisvermeerdering. Het gaat om lol <strong>en</strong> ler<strong>en</strong>,<br />

sociale vaardighed<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> toerust<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> speler te word<strong>en</strong> in de democratie. Daarvoor is<br />

het nodig situaties te creër<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> elkaar ontmoet<strong>en</strong> <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong>. Dus niet<br />

voorselecter<strong>en</strong>. Ruimte bied<strong>en</strong> aan privaat gefinancierde initiatiev<strong>en</strong> zou dit onderscheid alle<strong>en</strong><br />

maar do<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Ik d<strong>en</strong>k het effect op lange termijn dramatisch zou zijn. Juist in onderwijs is<br />

variëteit <strong>en</strong> daarmee solidariteit van lev<strong>en</strong>sbelang.”<br />

Voorlopige conclusie 2<br />

Waar in theorie de kwaliteit van onderwijs gedi<strong>en</strong>d is bij <strong>marktwerking</strong> blijkt dit wel degelijk<br />

negatieve effect<strong>en</strong> voor dezelfde waarde te hebb<strong>en</strong>. Hier stuit<strong>en</strong> we dan ook op competing<br />

values (binn<strong>en</strong> de waarde kwaliteit). Variëteit in doelgroep <strong>en</strong> solidariteit zijn medebepal<strong>en</strong>d<br />

voor de kwaliteit van onderwijsoutcome. Voor de kwalitatieve kans<strong>en</strong> van het individu positief,<br />

echter op metaniveau - voor de gehele sector – negatief. Beperkt toelat<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong><br />

geeft druk in het systeem <strong>en</strong> houdt daarmee het systeem scherp. Indirect kan dit wel leid<strong>en</strong><br />

tot kwaliteitsverbetering.<br />

22 interviews Kete Kervezee <strong>en</strong> Roel in ’t Veld.<br />

36


Primair onderwijs di<strong>en</strong>t voor iedere<strong>en</strong> in gelijke mate toegankelijk te zijn<br />

In het discours van <strong>marktwerking</strong> in het onderwijs speelt de waarde van ‘toegankelijkheid’ e<strong>en</strong><br />

belangrijke rol. Daarbij wordt deze gekoppeld aan de waarde ‘kwaliteit’ die hiervoor aan de orde<br />

is geweest. Iedere<strong>en</strong> zou in gelijke mate toegang moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> tot het kwalitatief<br />

hoogwaardig onderwijs. Marktwerking veronderstelt meer verschil in aanbod alsook verschil in<br />

prijsvorming <strong>en</strong> daarmee toetredingsmogelijkhed<strong>en</strong>. Bureaucratische mechanism<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

derhalve e<strong>en</strong> beter effect als het gaat om deze combinatie van <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />

Wederom stuit<strong>en</strong> we hier op het verschil tuss<strong>en</strong> theorie <strong>en</strong> empirie.<br />

Kete Kervezee: “Financiële <strong>en</strong> andere barrières bij vorm<strong>en</strong> van particulier onderwijs zorg<strong>en</strong><br />

ervoor dat je niet meer <strong>over</strong>al kunt binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. In onze democratie strev<strong>en</strong> wij juist naar e<strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving. E<strong>en</strong> initiatief als Iederwijs is begrijpelijk als signaal <strong>en</strong> kan inhoudelijk goed<br />

zijn, maar het is slecht voor het totale systeem omdat het de solidariteit verbreekt.”<br />

Voorlopige conclusie 3<br />

Bij het borg<strong>en</strong> van het <strong>publieke</strong> belang ‘toegankelijkheid van primair onderwijs’ zijn<br />

bureaucratische mechanism<strong>en</strong> effectiever dan marktmechanism<strong>en</strong>. Zeker als we deze koppel<strong>en</strong><br />

aan de waarde van ‘kwalitatief hoogwaardig onderwijs’.<br />

Keuzevrijheid van onderwijs<br />

In het huidige systeem van primair onderwijs is e<strong>en</strong> ieder vrij om zelf de schoolkeuze te<br />

bepal<strong>en</strong>. Eind januari 2009 adviseerde de Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid<br />

(WRR) de <strong>over</strong>heid om achterstandsleerling<strong>en</strong> beter te spreid<strong>en</strong>. De WRR stelde to<strong>en</strong> voor<br />

schol<strong>en</strong> met veel kansrijke leerling<strong>en</strong> te dwing<strong>en</strong> ook kwetsbare leerling<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong> 23 . Het<br />

voorbeeld van Nijmeg<strong>en</strong> laat zi<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s is tot meer bureaucratische sturing op dit<br />

aspect. Overig<strong>en</strong>s biedt de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) in artikel 8 concrete<br />

aanknopingspunt<strong>en</strong> op dit gebied (zie onder wet- <strong>en</strong> regelgeving). De Wet Pass<strong>en</strong>d Onderwijs<br />

zal dit alle<strong>en</strong> nog maar versterk<strong>en</strong>.<br />

In de hiërarchie van <strong>waard<strong>en</strong></strong> blijkt keuzevrijheid van onderwijs <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s alle<strong>en</strong> te word<strong>en</strong><br />

voorgestaan zolang de kwaliteit van onderwijs gewaarborgd is.<br />

De Onderwijsraad wil dat er nader onderzoek wordt gedaan naar de effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong>,<br />

maar signaleert wel invloed op de keuzevrijheid (het gevaar van grotere ondoorzichtigheid) <strong>en</strong><br />

gelijkheid (bedreiging van de toegankelijkheid, die <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s pas optreedt bij flinke verhoging<strong>en</strong><br />

van de eig<strong>en</strong> bijdrage).<br />

Voor wat betreft de waarde keuzevrijheid is er ook e<strong>en</strong> andere kant van de medaille.<br />

Verdergaande <strong>marktwerking</strong> kan er toe leid<strong>en</strong> dat bepaalde segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het<br />

onderwijsaanbod verdwijn<strong>en</strong>. In dat geval is er per saldo minder keuzemogelijkheid voor de<br />

klant. Echter aan de ‘vrijheid’ van keuze doet dit niets af.<br />

Voorlopige conclusie 4<br />

Juist op de waarde van keuzevrijheid zijn voorbeeld<strong>en</strong> van meer bureaucratische sturing te zi<strong>en</strong>.<br />

Als reactie op het ontstaan van schol<strong>en</strong> met <strong>over</strong>weg<strong>en</strong>d ‘kansarme’ leerling<strong>en</strong> wordt meer<br />

<strong>over</strong>heidssturing voorgesteld <strong>en</strong> ook reeds toegepast.<br />

23 WRR (januari 2009): Vertrouw<strong>en</strong> in de school (r83).<br />

37


Dit is in zekere zin e<strong>en</strong> beperking van de keuzevrijheid. Geconcludeerd kan word<strong>en</strong> dat hier e<strong>en</strong><br />

dilemma ontstaat bij de realisatie van de <strong>publieke</strong> waarde ‘keuzevrijheid’. In principe komt<br />

<strong>marktwerking</strong> meer tegemoet aan mogelijkhed<strong>en</strong> voor vraagsturing <strong>en</strong> eig<strong>en</strong> keuzebepaling.<br />

E<strong>en</strong> gegarandeerd breed aanbod (meer keuzemogelijkheid) is echter (vooral op de langere<br />

termijn) gebaat bij meer bureaucratische sturing.<br />

Het onderwijs voorziet in maatwerk<br />

Voor de <strong>waard<strong>en</strong></strong> van ‘maatwerk’ <strong>en</strong> ‘innovatie’ (zie hierna) wordt het huidige reguliere systeem<br />

van bekostiging als grootste barrière beschouwd. E<strong>en</strong> nadere bestudering van de bekostiging<br />

van het primair onderwijs levert e<strong>en</strong> beeld van vaste kaders <strong>en</strong> strikte sturing. De<br />

geïnterviewd<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong> dit beeld <strong>en</strong> bestempel<strong>en</strong> dit als ingewikkeld, inflexibel <strong>en</strong><br />

beperk<strong>en</strong>d. De waarde van maatwerk, voorzi<strong>en</strong> in individuele behoeft<strong>en</strong>, wordt gezi<strong>en</strong> als de<br />

belangrijkste drijfveer voor rec<strong>en</strong>te initiatiev<strong>en</strong> als Iederwijs <strong>en</strong> Flor<strong>en</strong>cius.<br />

Voorlopige conclusie 5<br />

Geconcludeerd wordt dat maatwerk de belangrijkste drijfveer is achter private initiatiev<strong>en</strong> in het<br />

primair onderwijs. Marktmechanism<strong>en</strong> zijn voor het borg<strong>en</strong> van deze waarde dan ook beter dan<br />

bureaucratische mechanism<strong>en</strong>. In het reguliere systeem is de bekostigingssystematiek e<strong>en</strong><br />

grote barrière voor het voorzi<strong>en</strong> in individuele behoeft<strong>en</strong>. Wellicht verandert dit met de Wet<br />

Pass<strong>en</strong>d Onderwijs (bureaucratische sturing).<br />

Er vindt voldo<strong>en</strong>de innovatie plaats in het onderwijs<br />

Belangrijkste drempel voor innovatief vermog<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het reguliere systeem is de<br />

bekostigingssystematiek. Hoewel innovatie door de <strong>over</strong>heid wordt geëntameerd blijk<strong>en</strong> de<br />

instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (tijdelijke doelsubsidies) hun doel niet te bereik<strong>en</strong>. Marktwerking zal e<strong>en</strong> positieve<br />

bijdrage hebb<strong>en</strong> aan het innovatief vermog<strong>en</strong> van het onderwijs.<br />

Harry Starr<strong>en</strong>: ”Het is ess<strong>en</strong>tieel om variëteit uit te lokk<strong>en</strong>, die maakt de kans op innovatie groter.<br />

Daartoe zoud<strong>en</strong> nieuwe onderwijsvorm<strong>en</strong> tijdelijk extra financiering moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> om zodo<strong>en</strong>de<br />

vanuit het aanbod te inn<strong>over</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> niet (alle<strong>en</strong>) vanuit de vraag.”<br />

Voorlopige conclusie 6<br />

Marktmechanism<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> meer adaptief <strong>en</strong> innovatief vermog<strong>en</strong> dan bureaucratische<br />

mechanism<strong>en</strong>. Mits variëteit blijv<strong>en</strong>d wordt uitgelokt. Markt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook leid<strong>en</strong> tot<br />

e<strong>en</strong>vormigheid.<br />

Tot slot<br />

De <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> ‘betaalbaarheid, maatwerk <strong>en</strong> innovatie’ van primair onderwijs zijn<br />

gedi<strong>en</strong>d bij meer <strong>marktwerking</strong>. De waarde ‘kwaliteit’ is in zichzelf e<strong>en</strong> competing value. Wat<br />

goed is voor het individu, is nadelig voor het gehele systeem.<br />

Het PISA-onderzoek 24 toont aan dat Nederland redelijk tot goed scoort voor de gemiddelde<br />

leerling, matig voor de excell<strong>en</strong>te leerling <strong>en</strong> slecht voor de zwakke leerling. Marktwerking zou<br />

de excell<strong>en</strong>te leerling waarschijnlijk beter bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zou zelfs voor de zwakke leerling e<strong>en</strong><br />

verbetering kunn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de grote midd<strong>en</strong>groep zull<strong>en</strong> er nadelige gevolg<strong>en</strong> zijn.<br />

Ook de waarde ’keuzevrijheid’ geeft e<strong>en</strong> dilemma weer. Marktwerking geeft ruimte voor<br />

vraagsturing, echter kan t<strong>en</strong> koste gaan van e<strong>en</strong> gegarandeerd breed aanbod.<br />

24 OESO (2006): Programme for International Stud<strong>en</strong>t Assessm<strong>en</strong>t.<br />

38


Bij het borg<strong>en</strong> van het <strong>publieke</strong> belang ‘toegankelijkheid van primair onderwijs’ zijn<br />

bureaucratische mechanism<strong>en</strong> effectiever dan marktmechanism<strong>en</strong>.<br />

3.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Op dit mom<strong>en</strong>t wordt vooral geleund op wet- <strong>en</strong> regelgeving om <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in het primair<br />

onderwijs te borg<strong>en</strong>. Uit de voorlopige conclusies blijkt dat sommige <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> gebaat<br />

zijn bij het versterk<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> in het onderwijs. Andere <strong>waard<strong>en</strong></strong> echter kom<strong>en</strong> in<br />

gevaar bij meer <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> soms is er sprake van competing values. De vraag is aan de<br />

orde welke (beleids)instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet om <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> die onder druk<br />

kom<strong>en</strong> te staan toch te realiser<strong>en</strong> of positieve effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> te vergrot<strong>en</strong>.<br />

Kwaliteit <strong>en</strong> toegankelijkheid<br />

Kwaliteit <strong>en</strong> toegankelijkheid blijk<strong>en</strong> de meest dominante <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> binn<strong>en</strong> het primair<br />

onderwijs. Iedere<strong>en</strong> zou in gelijke mate toegang moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> tot kwalitatief hoogwaardig<br />

primair onderwijs. Deze <strong>waard<strong>en</strong></strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> t<strong>en</strong> minste gewaarborgd te zijn. Beide <strong>waard<strong>en</strong></strong> blijk<strong>en</strong><br />

onder druk te staan als het gaat om verdere <strong>marktwerking</strong> in het primair onderwijs. Kwaliteit van<br />

onderwijs is daarbij meer dan emotionele <strong>en</strong> verstandelijke ontwikkeling. In de wet is immers de<br />

integrale opgave vastgelegd, die tev<strong>en</strong>s behelst het verwerv<strong>en</strong> van sociale, culturele <strong>en</strong><br />

lichamelijke vaardighed<strong>en</strong>, het opgroei<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> pluriforme sam<strong>en</strong>leving, actief burgerschap <strong>en</strong><br />

sociale integratie <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> van <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nismak<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

cultur<strong>en</strong> van leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.<br />

De code ‘Goed Onderwijs, Goed Bestuur’ richt zich vooral op het borg<strong>en</strong> van de kwaliteit van<br />

het onderwijs door middel van goed bestuur <strong>en</strong> het aflegg<strong>en</strong> van horizontale verantwoording.<br />

K<strong>en</strong>nis van de mogelijke effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> op de kwaliteit <strong>en</strong> toegankelijkheid van<br />

onderwijs is daarmee cruciaal. In theorie is de kwaliteit van onderwijs gedi<strong>en</strong>d bij <strong>marktwerking</strong>.<br />

Bij <strong>marktwerking</strong> zijn er grotere drijfver<strong>en</strong> voor ‘excell<strong>en</strong>tie’ van onderwijs waardoor aan de<br />

bov<strong>en</strong>kant beter gescoord wordt. Tegelijkertijd zal aan de onderkant de concurr<strong>en</strong>tieslag<br />

verlor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door slecht prester<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong>. Ook geeft het beperkt toelat<strong>en</strong> van<br />

<strong>marktwerking</strong> druk in het systeem <strong>en</strong> houdt daarmee het systeem scherp. Indirect kan dit leid<strong>en</strong><br />

tot kwaliteitsverbetering.<br />

Echter het onbedoelde nev<strong>en</strong>effect van segregatie van doelgroep<strong>en</strong> kan groot zijn. Variëteit in<br />

doelgroep <strong>en</strong> solidariteit zijn medebepal<strong>en</strong>d voor de kwaliteit van onderwijsoutcome.<br />

Bureaucratische mechanism<strong>en</strong> zoals de Wet Pass<strong>en</strong>d Onderwijs, e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal aanmeldpunt <strong>en</strong><br />

quota voor achterstandsleerling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de segregatie van doelgroep<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gaan.<br />

Interv<strong>en</strong>ties met vouchers, subsidies, fonds<strong>en</strong> <strong>en</strong> beurz<strong>en</strong><br />

Marktwerking met <strong>publieke</strong> bekostiging kan in de vorm van e<strong>en</strong> vouchersysteem. In theorie<br />

maakt dit meer vraagsturing mogelijk. De vraag is echter of e<strong>en</strong> vouchersysteem tegemoet komt<br />

aan de kwaliteitsproblem<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> aan de roep om meer vraagsturing.<br />

Introductie van e<strong>en</strong> vouchersysteem garandeert niet dat er voldo<strong>en</strong>de kwaliteit <strong>en</strong> capaciteit in<br />

het primair onderwijs beschikbaar is of komt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> onbedoelde nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> dergelijk systeem niet word<strong>en</strong> onderschat. Ervaring leert dat persoonsgebond<strong>en</strong> budgett<strong>en</strong><br />

veel uitvoeringsproblem<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Per saldo gaat het om miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> individuele<br />

subsidiestrom<strong>en</strong> met alle consequ<strong>en</strong>ties van fraudegevoeligheid <strong>en</strong> foutmarges die daarbij<br />

hor<strong>en</strong>.<br />

39


Andere combinatievorm<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> met (gedeeltelijke) bekostiging van <strong>publieke</strong><br />

belang<strong>en</strong> zijn subsidies <strong>en</strong> fonds<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld om bij e<strong>en</strong> privaat initiatief segregatie teg<strong>en</strong> te<br />

gaan. Dit zou zelfs gepaard kunn<strong>en</strong> gaan met subsidiëring die afhankelijk is van ‘quota’ van<br />

verschill<strong>en</strong>de economische doelgroep<strong>en</strong>. Flor<strong>en</strong>cius werkt aan e<strong>en</strong> systeem van beurz<strong>en</strong> die<br />

door bedrijv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verstrekt. De vraag blijft dan wel welke criteria hiervoor geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> of het<br />

effect (positief of negatief) van ‘naming and shaming’ daarmee wordt ondervang<strong>en</strong>. Beurz<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s ook binn<strong>en</strong> het regulier onderwijs (meer) kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast om extra<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

Harry Starr<strong>en</strong>:”Og<strong>en</strong>schijnlijk vrijwillige bijdrag<strong>en</strong> van ouders in het primair onderwijs zijn in<br />

pot<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> perverse prikkel. Wat zich voordoet als vrijwillig, wordt verplicht door naming and<br />

shaming van ouders die de bijdrag<strong>en</strong> niet (kunn<strong>en</strong>) betal<strong>en</strong>. Segregatie <strong>en</strong> stigmatisering ligg<strong>en</strong><br />

op de loer. Fonds<strong>en</strong> <strong>en</strong> fellowships zoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oplossing kunn<strong>en</strong> zijn. Maar ook fonds<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> vergelijkbare uitwerking hebb<strong>en</strong>.”<br />

Toezicht, g<strong>over</strong>nance, transparantie<br />

Naast het toepass<strong>en</strong> van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) <strong>en</strong> het doorvoer<strong>en</strong> van de<br />

gevolg<strong>en</strong> van het wetsvoorstel “Goed Onderwijs, Goed Bestuur”, zoud<strong>en</strong> andere<br />

beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn: de creatie van e<strong>en</strong> perman<strong>en</strong>t <strong>over</strong>legcircuit met<br />

verteg<strong>en</strong>woordigers van <strong>over</strong>heid, gebruikers <strong>en</strong> maatschappelijke organisaties of het in staat<br />

stell<strong>en</strong> van maatschappelijke organisaties om aandel<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong>. Het wetsvoorstel<br />

Maatschappelijke Onderneming stuurt in die richting.<br />

Kete Kervezee, n reactie op het wetsvoorstel ‘goed onderwijs, goed bestuur’ (g<strong>over</strong>nance): “Wij<br />

vind<strong>en</strong> het e<strong>en</strong> goede zaak dat de bestur<strong>en</strong> in het onderwijs word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> op hun<br />

onderwijsresultat<strong>en</strong>. Maar in dit wetsvoorstel vind<strong>en</strong> we de balans e<strong>en</strong>zijdig doorslaan naar<br />

ingrijp<strong>en</strong> bij ontoereik<strong>en</strong>de kwaliteit. In plaats van stimuler<strong>en</strong>d toezicht krijgt de Inspectie e<strong>en</strong><br />

controler<strong>en</strong>de taak. Er spreekt weinig vertrouw<strong>en</strong> uit in het onderwijsveld <strong>en</strong> de professionalisering<br />

van het bestuur. Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die werk<strong>en</strong> zijn: b<strong>en</strong>chmarking (op onderwijsresultat<strong>en</strong>),<br />

leerresultat<strong>en</strong> met<strong>en</strong> <strong>en</strong> hierop reager<strong>en</strong>, nabije feedback, bijvoorbeeld van ouders, toelever<strong>en</strong>de<br />

schol<strong>en</strong> of vervolgonderwijs. De Inspectie is e<strong>en</strong> laatste instrum<strong>en</strong>t.”<br />

Schoolbestur<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> verantwoording af aan het Ministerie (jaarverslag), de<br />

Onderwijsinspectie (periodiek kwaliteitsonderzoek), ouders, leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> personeel (via de<br />

medezegg<strong>en</strong>schapsraad). Het particulier onderwijs heeft zijn eig<strong>en</strong> organisaties opgericht om<br />

de kwaliteit te bewak<strong>en</strong> of verbeter<strong>en</strong>. Het Platform van aangewez<strong>en</strong>/erk<strong>en</strong>de<br />

onderwijsinstelling<strong>en</strong> in Nederland (PAEPON) stelt zich als doel de kwaliteit van het particulier<br />

onderwijs inzichtelijker te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kwaliteit te bevorder<strong>en</strong>.<br />

Publiek aandeelhouderschap<br />

Publiek aandeelhouderschap lijkt e<strong>en</strong> voor de hand ligg<strong>en</strong>de vorm om inspraak <strong>en</strong> transparantie<br />

te regel<strong>en</strong> bij private bekostiging, waar ouders daadwerkelijk zelf het onderwijs aan hun kind<br />

bekostig<strong>en</strong>. Ook bij het regulier primair onderwijs krijgt dit instrum<strong>en</strong>t feitelijk vorm, hoewel het<br />

anders heet. Zowel via de WMS als via de horizontale verantwoording die wordt geregeld in het<br />

wetsvoorstel Goed Onderwijs, Goed Bestuur, word<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> andere stakeholders uit de<br />

schoolomgeving steeds meer in de rol van aandeelhouders geplaatst <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zij invloed op<br />

het beleid dat door de school wordt gevoerd.<br />

40


3.7 Conclusies<br />

Competing values<br />

Meer <strong>marktwerking</strong> in het primair onderwijs is ge<strong>en</strong> onschuldige keuze. Het onderzoek naar de<br />

effect<strong>en</strong> op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> toont aan dat er sprake is van concurrer<strong>en</strong>de <strong>waard<strong>en</strong></strong>. Soms is<br />

er zelfs sprake van concurr<strong>en</strong>tie binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> waarde. Zo is bij de <strong>publieke</strong> waarde kwaliteit e<strong>en</strong><br />

verschil in het individueel belang versus het algeme<strong>en</strong> belang. De juiste mix van <strong>marktwerking</strong><br />

<strong>en</strong> <strong>over</strong>heidsregulering kan bijdrag<strong>en</strong> aan het waarborg<strong>en</strong> van belangrijke <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />

Interv<strong>en</strong>ties<br />

De <strong>waard<strong>en</strong></strong> kwaliteit, keuzevrijheid <strong>en</strong> toegankelijkheid kom<strong>en</strong> onder druk te staan bij meer<br />

<strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> om beleidsinterv<strong>en</strong>ties. Hiertoe zijn diverse mogelijkhed<strong>en</strong>. Voor<br />

<strong>marktwerking</strong> met (gedeeltelijke) bekostiging van <strong>publieke</strong> belang<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld<br />

vouchers ingezet word<strong>en</strong> of subsidies <strong>en</strong> fonds<strong>en</strong>. Met fonds<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> privaat initiatief kan<br />

segregatie teg<strong>en</strong> gegaan word<strong>en</strong>, waardoor niet alle<strong>en</strong> voor kansrijk<strong>en</strong>, maar voor de gehele<br />

populatie verbetering<strong>en</strong> gerealiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dit zou gepaard kunn<strong>en</strong> gaan met<br />

subsidiëring die afhankelijk is van ‘quota’ van verschill<strong>en</strong>de economische doelgroep<strong>en</strong> per<br />

school. Ook deze (combinatie van) interv<strong>en</strong>ties kunn<strong>en</strong> <strong>over</strong>ig<strong>en</strong>s tot onbedoelde nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong><br />

leid<strong>en</strong> (bijv. stigmatisering).<br />

Vrijwel alle beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ondersteund of versterkt door de inzet van<br />

conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong>. Deze do<strong>en</strong> vooral e<strong>en</strong> beroep op betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> expliciter<strong>en</strong> de gezam<strong>en</strong>lijke<br />

verantwoordelijkheid voor het bereik<strong>en</strong> van bepaalde resultat<strong>en</strong>. Daarmee kan dit instrum<strong>en</strong>t<br />

e<strong>en</strong> bedrage lever<strong>en</strong> aan het verzacht<strong>en</strong> van mogelijke negatieve effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong>.<br />

E<strong>en</strong> hiërarchie in <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

Naast ‘competing values’ ontstaat ook e<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> hiërarchie in <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. Meer<br />

keuzevrijheid wordt bijvoorbeeld alle<strong>en</strong> voorgestaan mits de kwaliteit van onderwijs<br />

gegarandeerd is. In die zin is de waarde ‘kwaliteit’ dus dominant. Het onderzoek laat meer van<br />

dergelijke verhouding<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. Constante is dat veel afgemet<strong>en</strong> wordt aan<br />

borging van de kwaliteit van onderwijs, waarbij ‘toegankelijkheid’ als e<strong>en</strong> ‘conditio sine qua non’<br />

wordt beschouwd.<br />

De rationaliteit van keuze<br />

E<strong>en</strong> belangrijk motief voor meer <strong>marktwerking</strong> in het primair onderwijs is de waarde<br />

‘keuzevrijheid’. Ook hier doet zich e<strong>en</strong> dilemma voor. Marktwerking geeft ruimte voor<br />

vraagsturing maar kan t<strong>en</strong> koste gaan van e<strong>en</strong> gegarandeerd breed aanbod.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het onderscheid tuss<strong>en</strong> de drijfver<strong>en</strong> van de markt <strong>en</strong> de <strong>over</strong>heid niet altijd zo<br />

groot als op het eerste gezicht lijkt. Markt<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> niet altijd tot concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

gevarieerder aanbod <strong>en</strong> private onderneming<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> niet altijd slecht op maatschappelijke<br />

verantwoordelijkheid.<br />

Harry Starr<strong>en</strong>: “Ook markt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> t<strong>en</strong>der<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong>vormigheid door het imiter<strong>en</strong> van<br />

success<strong>en</strong>. Niet zeld<strong>en</strong> ontstaat er e<strong>en</strong> gelijkvormigheid met concurr<strong>en</strong>tie op trivialiteit<strong>en</strong>.<br />

Paradoxaal aan ons d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>over</strong> de markt droomt iedere ondernemer van e<strong>en</strong> monopolie <strong>en</strong><br />

streeft dus in wez<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de markt.”<br />

41


Ook wordt de rationaliteit van complexe keuzes ernstig gerelativeerd. In ’t Veld wijst op de<br />

‘hidd<strong>en</strong> blueprint’ 25 . Aangetoond is dat sociaal economisch zwakker<strong>en</strong> gemiddeld meer kiez<strong>en</strong><br />

voor ‘lagere’ verwijzing<strong>en</strong>, onafhankelijk van intellig<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>iveau. Starr<strong>en</strong> verwijst naar de<br />

relativiteit van de bereidheid <strong>en</strong> objectiviteit van keuzes. Hij beschrijft de keuzestrategie van<br />

‘satisficing’. 26 Hierbij wordt door ‘de klant’ niet zo zeer gestreefd naar e<strong>en</strong> optimale keuze als<br />

wel naar e<strong>en</strong> intuïtief gevoel e<strong>en</strong> goede keuze te mak<strong>en</strong>.<br />

Harry Starr<strong>en</strong>: “De rationaliteit van keuze bestaat niet. Uit onderzoek blijkt dat wij complexe<br />

keuzes intuïtief mak<strong>en</strong>. Als je m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vraagt naar de beste viswinkel hebb<strong>en</strong> ze hun antwoord<br />

mete<strong>en</strong> klaar, terwijl ze feitelijk maar één viswinkel k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus niet rationeel kunn<strong>en</strong><br />

vergelijk<strong>en</strong>. Dit relativeert de waarde van vrijheid van keuze.”<br />

E<strong>en</strong> alternatief…<br />

Bij het onderzoek<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> in het primair onderwijs kan ook gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar<br />

e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> kernactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor<strong>waard<strong>en</strong></strong>schepp<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>. Juist in de<br />

randvoorwaardelijke sfeer zou <strong>marktwerking</strong> e<strong>en</strong> kwaliteitsverhog<strong>en</strong>d effect kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. In<br />

de sector wordt al gekek<strong>en</strong> naar mogelijkhed<strong>en</strong> voor <strong>marktwerking</strong> als het gaat om<br />

ondersteun<strong>en</strong>de functies (schoonmaak, huisvesting, veiligheid, ICT).<br />

De Onderwijsraad zegt in haar rapport ’Marktwerking onder voor<strong>waard<strong>en</strong></strong>’: “Verplichte onderdel<strong>en</strong><br />

van het primair <strong>en</strong> voortgezet onderwijs di<strong>en</strong><strong>en</strong> door de <strong>over</strong>heid gefinancierd te word<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

private financiering moet volg<strong>en</strong>s de Raad zoveel mogelijk word<strong>en</strong> ingezet voor 'niet-<br />

kernactiviteit<strong>en</strong>' zoals tijdelijke project<strong>en</strong> (in plaats van vaste tak<strong>en</strong>) <strong>en</strong> onderwijsondersteuning (in<br />

plaats van onderwijs-inhoudelijke invloed). Opvall<strong>en</strong>d g<strong>en</strong>oeg zegg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> apart deelonderzoek<br />

ook externe geldschieters dat ze zich liefst niet bemoei<strong>en</strong> met andere dan extra tak<strong>en</strong>.”<br />

“Marktwerking vergroot effect<strong>en</strong> van uitsluiting, de opgave is insluiting”<br />

Het primair onderwijs staat onder druk. In januari 2009 zijn er 108 zeer zwakke schol<strong>en</strong> in<br />

Nederland. Er zijn meer dan één miljo<strong>en</strong> functionele analfabet<strong>en</strong>. Interv<strong>en</strong>tie richting e<strong>en</strong><br />

grotere kwaliteit van onderwijs wordt vooralsnog gepleegd door e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>ger toezicht door de<br />

Onderwijsinspectie <strong>en</strong> extra inzet door schoolbestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De mogelijke bijdrage<br />

van <strong>marktwerking</strong> aan kwalitatief beter primair onderwijs moet serieus bezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Harry Starr<strong>en</strong>: “Onderwijs heeft de kracht van insluiting maar de verleiding van uitsluiting. E<strong>en</strong><br />

hoog selectief onderwijssysteem vermindert de som van de opbr<strong>en</strong>gst. Profijtelijk voor individuele<br />

groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> schadelijk voor de sam<strong>en</strong>leving als geheel. Het huidige onderwijssysteem is e<strong>en</strong><br />

uitsluitingsdrama, mede als gevolg van de continue beoordelingscultus. Onderzoek van Rob<br />

Mart<strong>en</strong>s wijst uit dat Nederlanders tot hun 40ste lev<strong>en</strong>sjaar zo’n 4000 keer word<strong>en</strong> beoordeeld.<br />

Het huidige reguliere primair onderwijs zet hiervoor de toon <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t dus e<strong>en</strong> terechte<br />

problematiek. Marktwerking zal al snel leid<strong>en</strong> tot meer segregatie van doelgroep<strong>en</strong>. Meer kans<br />

voor topontwikkeling <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> in eig<strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong>. Echter ook de effect<strong>en</strong> van uitsluiting zull<strong>en</strong><br />

vergoot word<strong>en</strong>. Dit terwijl de grote opgave van het onderwijsveld “insluiting” is van scholier<strong>en</strong> die<br />

de boot dreig<strong>en</strong> te miss<strong>en</strong>. Dit verhoudt zich moeizaam met <strong>marktwerking</strong>.”<br />

Als het gaat om de bekostiging van het primair onderwijs door de <strong>over</strong>heid, de waarde<br />

‘betaalbaarheid’ voor de sam<strong>en</strong>leving, moet word<strong>en</strong> bedacht dat ‘return on investm<strong>en</strong>t’ wordt<br />

bepaald aan de voorkant, niet aan de achterkant. Het kost vele mal<strong>en</strong> meer e<strong>en</strong> leerling die<br />

25 interview Roel in ’t Veld.<br />

26 interview Harry Starr<strong>en</strong>.<br />

42


voortijdig uitvalt of onderpresteert weer erbov<strong>en</strong> op te help<strong>en</strong>, dan om e<strong>en</strong> leerling ‘bij de les’ te<br />

houd<strong>en</strong> door (extra) inspanning voordat dit gebeurt. E<strong>en</strong> maatschappij kan zich dus ook van uit<br />

economisch oogpunt ge<strong>en</strong> kwalitatief ondermaats primair onderwijs veroorlov<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede<br />

basis voor zo veel mogelijk m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> is maatschappelijk meer waard (outcome) dan e<strong>en</strong><br />

(mogelijk) betere basis voor e<strong>en</strong> kleiner deel van de doelgroep.<br />

Slot<strong>over</strong>weging<br />

Dat er verbetering<strong>en</strong> mogelijk <strong>en</strong> nodig zijn in het primair onderwijs is duidelijk. Marktwerking<br />

kan hierbij op onderdel<strong>en</strong> zeker e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Echter, meer <strong>marktwerking</strong> in het primair<br />

onderwijs kan grote consequ<strong>en</strong>ties hebb<strong>en</strong> voor de borging van e<strong>en</strong> aantal <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />

Consequ<strong>en</strong>ties die slechts t<strong>en</strong> dele zijn weg te nem<strong>en</strong> met de inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan de <strong>en</strong>e interv<strong>en</strong>tie, weer e<strong>en</strong> andere uitlokk<strong>en</strong> (prothese), wat weer kan<br />

dit leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> cumulatie van beleid <strong>en</strong> regelgeving. De paradox doet zich voor dat<br />

<strong>marktwerking</strong> wel e<strong>en</strong>s tot meer bureaucratie kan leid<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig<br />

bureaucratisch vormgegev<strong>en</strong> primair onderwijsveld.<br />

Dit leidt tot e<strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>de conclusie naar aanleiding van de onderzoeksvraag.<br />

Marktwerking kan t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van voor<strong>waard<strong>en</strong></strong>schepp<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke<br />

bijdrage lever<strong>en</strong> aan het primair onderwijs. Voor het onderwijs zelf kan <strong>marktwerking</strong><br />

leid<strong>en</strong> tot scherpte <strong>en</strong> innovatie binn<strong>en</strong> het systeem in de rol van ‘nichespeler’.<br />

Marktwerking op e<strong>en</strong> groter schaalniveau k<strong>en</strong>t veel meer hak<strong>en</strong> <strong>en</strong> og<strong>en</strong>. Zelfs ferv<strong>en</strong>te<br />

marktd<strong>en</strong>kers zijn deze m<strong>en</strong>ing toegedaan als het gaat om het primair onderwijs.<br />

43


4 SECTOR ENERGIE<br />

4.1 Algeme<strong>en</strong><br />

Winning<br />

brandstoff<strong>en</strong><br />

In de <strong>en</strong>ergiesector doet zich e<strong>en</strong> aantal <strong>en</strong>orme uitdaging<strong>en</strong> voor. De kom<strong>en</strong>de 25 jaar zal de<br />

mondiale <strong>en</strong>ergievraag met meer dan 50% groei<strong>en</strong>. Opkom<strong>en</strong>de economieën zoals China,<br />

India, Rusland <strong>en</strong> Brazilië nem<strong>en</strong> meer dan driekwart van deze groei voor hun rek<strong>en</strong>ing.<br />

Fossiele <strong>en</strong>ergiebronn<strong>en</strong> (aardolie, aardgas <strong>en</strong> ste<strong>en</strong>kool) zull<strong>en</strong> ook in 2030 naar verwachting<br />

nog voor minst<strong>en</strong>s 80% voorzi<strong>en</strong> in de mondiale <strong>en</strong>ergievraag. Het grootste deel van de olie- <strong>en</strong><br />

gasvoorrad<strong>en</strong> bevindt zich bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in land<strong>en</strong> waarmee het lastig is om stabiele relaties te<br />

onderhoud<strong>en</strong>.<br />

Er wordt inmiddels breed ingezet op e<strong>en</strong> transitie naar e<strong>en</strong> meer duurzame <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing.<br />

Echter hiervoor zijn grote investering<strong>en</strong> nodig; met name voor de ontwikkeling van nieuwe<br />

technologieën die winning van <strong>en</strong>ergie uit duurzame bronn<strong>en</strong> (zon, wind, biomassa,<br />

aardwarmte, getijd<strong>en</strong>beweging<strong>en</strong> ,etc.) r<strong>en</strong>dabel moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

Tegelijkertijd is sinds midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> 90 ingezet op liberalisering van de <strong>en</strong>ergiesector in geheel<br />

Europa. Dit heeft e<strong>en</strong> aantal <strong>en</strong>orme verandering<strong>en</strong> veroorzaakt in de sector. In Nederland zijn<br />

deze verandering<strong>en</strong> voorlopig geculmineerd in de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>over</strong>name van Ess<strong>en</strong>t door het<br />

Duitse RWE <strong>en</strong> de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>over</strong>name van Nuon door het Zweedse Vatt<strong>en</strong>fall. Naar<br />

aanleiding hiervan heeft er e<strong>en</strong> hevig debat plaatsgevond<strong>en</strong> in Nederland: is het wel verstandig<br />

om zulke belangrijke spelers in e<strong>en</strong> strategisch belangrijke sector <strong>over</strong> te lat<strong>en</strong> gaan in<br />

buit<strong>en</strong>landse hand<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zijn de ambities op het gebied van duurzaamheid op deze manier wel<br />

goed te realiser<strong>en</strong>?<br />

In dit hoofdstuk beschouw<strong>en</strong> wij <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> de borging van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in de<br />

<strong>en</strong>ergiesector, meer specifiek de elektriciteitssector. 27<br />

In de onderstaande figuur is de ket<strong>en</strong> in de sector weergegev<strong>en</strong>.<br />

Energieproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Energiehandel<br />

Figuur 4.1: Ket<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector.<br />

Energieleveranciers<br />

Netbeheer<br />

- landelijk (T<strong>en</strong>neT)<br />

- regionaal/lokaal<br />

Wat betreft de introductie van <strong>marktwerking</strong> richt<strong>en</strong> wij ons met name op de productie <strong>en</strong><br />

levering van elektriciteit. Door <strong>marktwerking</strong> is er ook <strong>en</strong>ergiehandel ontstaan tuss<strong>en</strong><br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> leveranciers. Netbeheer (het distributi<strong>en</strong>etwerk) beschouw<strong>en</strong> we in dit<br />

onderzoek alle<strong>en</strong> voor z<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in het geding zijn in relatie tot productie <strong>en</strong><br />

levering. De winning van brandstoff<strong>en</strong> (gas, olie, kol<strong>en</strong>, etc.) <strong>en</strong> het transport van deze<br />

brandstoff<strong>en</strong> (door schep<strong>en</strong>, pijpleiding<strong>en</strong>, etc.) is slechts van belang als externe factor,<br />

aangezi<strong>en</strong> deze plaatsvind<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> mondiale schaal.<br />

27 De gassector - ook onderdeel van de <strong>en</strong>ergiesector - lat<strong>en</strong> we verder buit<strong>en</strong> beschouwing.<br />

44<br />

Klant<strong>en</strong>/afnemers<br />

- kleinverbruikers<br />

- bedrijv<strong>en</strong>


Door middel van literatuuronderzoek, het bijwon<strong>en</strong> van bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> 28 <strong>en</strong> interviews zijn we<br />

nagegaan hoe de rec<strong>en</strong>te verandering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> uitgepakt voor <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in de<br />

<strong>en</strong>ergiesector.<br />

We hebb<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> met de volg<strong>en</strong>de experts:<br />

• dhr. R. (Rob) van Rees, directeur Gre<strong>en</strong>choice<br />

• dhr. P. (Peter) Aubert, secretaris Energieraad<br />

• dhr. T. (Tim) Jongbloed, bestuursassist<strong>en</strong>t <strong>en</strong> mw. ing. M.J.E. (Marja) de Hart MPA,<br />

programmamanager Publiek aandeelhouderschap, provincie Noord-Brabant<br />

• dhr. dr. ir. L. (Laur<strong>en</strong>s) de Vries, associate professor wholesale electricity market TU Delft.<br />

In het vervolg van dit hoofdstuk gaan we eerst gaan in op het beleid in de sector sinds midd<strong>en</strong><br />

jar<strong>en</strong> 90, gericht op e<strong>en</strong> proces van liberalisering <strong>en</strong> meer <strong>marktwerking</strong>. Dan staan we stil bij<br />

de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> in de <strong>en</strong>ergiesector. Vervolg<strong>en</strong>s behandel<strong>en</strong> we de effect<strong>en</strong><br />

van <strong>marktwerking</strong> op deze <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>, waarna we aangev<strong>en</strong> hoe de Nederlandse<br />

<strong>over</strong>heid zou kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> tot sturingsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> beter<br />

waarborg<strong>en</strong> in de sector. We sluit<strong>en</strong> het hoofdstuk af met e<strong>en</strong> korte conclusie.<br />

4.2 Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> spelers in de <strong>en</strong>ergiesector<br />

Europese doelstelling<strong>en</strong><br />

Vanuit de Europese Unie is midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> 90 e<strong>en</strong> proces van liberalisering van de <strong>en</strong>ergiesector<br />

in gang gezet. Het doel hiervan was te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> goedwerk<strong>en</strong>de markt voor <strong>en</strong>ergie op<br />

Europese schaal om op lange termijn e<strong>en</strong> betrouwbare <strong>en</strong> betaalbare <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing zeker<br />

te stell<strong>en</strong>.<br />

Er wordt daarnaast ingezet op de ontvlechting van de netwerk<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van productie <strong>en</strong><br />

levering. Onafhankelijk netwerkbeheer leidt tot eerlijker concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> op<br />

het gebied van levering (immers, nieuwe toetreders zijn dan niet langer afhankelijk van het<br />

netwerk van concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).<br />

Tegelijkertijd moet het concurr<strong>en</strong>tietoezicht goed georganiseerd word<strong>en</strong> (via toezichthouders/<br />

mededingingsautoriteit<strong>en</strong>) <strong>en</strong> zal het nodig zijn om toezicht steeds meer gr<strong>en</strong>s<strong>over</strong>schrijd<strong>en</strong>d te<br />

lat<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>, want er ontstaan spelers die <strong>over</strong> heel Europa actief zijn.<br />

Nederlandse wet- <strong>en</strong> regelgeving<br />

In Nederland is het Europese beleid <strong>over</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de Elektriciteitswet (1998) <strong>en</strong> de Gaswet<br />

(2000). Per 2004 is de <strong>en</strong>ergiemarkt geheel geliberaliseerd: consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vanaf dat<br />

mom<strong>en</strong>t vrije keuze tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de leveranciers.<br />

In de Wet Onafhankelijk Netbeheer (ook wel bek<strong>en</strong>d als de Splitsingswet, 2006) is bepaald dat<br />

de <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> per 2011 hun activiteit<strong>en</strong> op het gebied van netbeheer moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

afgesplitst.<br />

Publiek aandeelhouderschap<br />

De grootste <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> in Nederland (Ess<strong>en</strong>t, Nuon, Eneco <strong>en</strong> Delta) zijn op dit mom<strong>en</strong>t<br />

nog in hand<strong>en</strong> van provincies <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zodra de splitsing tuss<strong>en</strong> netbeheer <strong>en</strong> productie<br />

& levering voltooid is, zal het netwerkbedrijf verplicht in <strong>publieke</strong> hand<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Provincies <strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn echter vrij om te bepal<strong>en</strong> of zij hun aandel<strong>en</strong> in het productie- <strong>en</strong> leveringsbedrijf<br />

28 Debat Private initiatiev<strong>en</strong> in het <strong>publieke</strong> domein, 29 januari 2009 (De Publieke Zaak <strong>en</strong> Ver<strong>en</strong>iging voor<br />

Bestuurskunde), Alumnidag MPA, 17 april 2009 (<strong>NSOB</strong>), Discussie <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong>, 20 mei 2009 (Next G<strong>en</strong>eration<br />

Infrastructures), Landelijk Congres der Bestuurskunde, 25 mei 2009 (Ver<strong>en</strong>iging voor Bestuurskunde)<br />

45


Provincies,<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Provincies,<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

houd<strong>en</strong> of verkop<strong>en</strong>. Ess<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Nuon zull<strong>en</strong> waarschijnlijk binn<strong>en</strong>kort verkocht word<strong>en</strong> aan<br />

respectievelijk het Duitse RWE <strong>en</strong> het Zweedse Vatt<strong>en</strong>fall. E<strong>en</strong> belangrijke <strong>over</strong>weging voor de<br />

betrokk<strong>en</strong> provincies <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hierbij is, dat bij verdergaande concurr<strong>en</strong>tie op de<br />

<strong>en</strong>ergiemarkt<strong>en</strong> de commerciële <strong>en</strong> financiële risico’s to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Dit maakt het<br />

aandeelhouderschap minder aantrekkelijk.<br />

T<strong>en</strong> opzichte van productie <strong>en</strong> levering is het belangrijk om te constater<strong>en</strong> dat het<br />

netwerkbeheer/het <strong>en</strong>ergietransport ge<strong>en</strong> vrije markt k<strong>en</strong>t, maar (<strong>publieke</strong>) monopolist<strong>en</strong>.<br />

In de figuur hieronder is weergegev<strong>en</strong> welke <strong>over</strong>heidspartij<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn bij de<br />

<strong>en</strong>ergiesector, <strong>en</strong> welke beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zij inzett<strong>en</strong>.<br />

Leveranciers<br />

fossiele grondstoff<strong>en</strong><br />

Energieproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Energiemarkt<br />

Netbeheerder<br />

- landelijk (T<strong>en</strong>neT)<br />

Klant<strong>en</strong>/afnemers<br />

- kleinverbruikers<br />

- bedrijv<strong>en</strong><br />

CO 2<br />

Energieleveranciers<br />

Publiek<br />

aandeelhouderschap<br />

Netbeheerders<br />

Publiek - regionaal/lokaal<br />

aandeelhouderschap<br />

emissierecht<strong>en</strong><br />

Subsidies<br />

duurzaamheid<br />

Beoordeling<br />

nut <strong>en</strong> noodzaak<br />

investering<strong>en</strong><br />

Vergunning<strong>en</strong><br />

betrouwbaarheid<br />

Beoordeling<br />

kwaliteit<br />

efficiëntie<br />

Beoordeling<br />

kwaliteit<br />

efficiëntie<br />

Figuur 4.2: Spelers <strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector<br />

Energiekamer<br />

(toezichthouder)<br />

Bepal<strong>en</strong> emissi<strong>en</strong>orm<strong>en</strong><br />

Toezichthouder<br />

S<strong>en</strong>ter Novem<br />

46<br />

Nedl. Emissieautoriteit<br />

Ministerie<br />

VROM<br />

Ministerie EZ<br />

Beleidsacc<strong>en</strong>t duurzaamheid<br />

Duurzaamheid krijgt e<strong>en</strong> steeds promin<strong>en</strong>tere plaats in het beleid. De Europese Commissie<br />

heeft als doel gesteld de uitstoot van CO2 in 2020 met 20% gereduceerd te hebb<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte<br />

van 1990. Ook moet 20% van de gebruikte <strong>en</strong>ergie uit duurzame bronn<strong>en</strong> (wind, water, zon <strong>en</strong><br />

biomassa) kom<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> vervuil<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> te betal<strong>en</strong> voor emissierecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong><br />

lidstat<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>de doelstelling<strong>en</strong> om het aandeel duurzame <strong>en</strong>ergie te vergrot<strong>en</strong> <strong>en</strong> de CO2emissies<br />

te reducer<strong>en</strong> 29 .<br />

Op 1 januari 2005 is in de EU e<strong>en</strong> systeem van CO2-emissiehandel van start gegaan. Bedrijv<strong>en</strong><br />

krijg<strong>en</strong> emissierecht<strong>en</strong> voor hun CO2-emissies toebedeeld; wanneer hun CO2-uitstoot bov<strong>en</strong><br />

29 Europese Commissie (2007): Gro<strong>en</strong>boek ‘Naar e<strong>en</strong> duurzaam, competitief <strong>en</strong> zeker Europees <strong>en</strong>ergiebeleid’


deze norm uitkomt, moet<strong>en</strong> zij extra recht<strong>en</strong> kop<strong>en</strong> van andere bedrijv<strong>en</strong> of van de <strong>over</strong>heid. Dit<br />

instrum<strong>en</strong>t is bedoeld om negatieve externe effect<strong>en</strong> (milieuvervuiling) te internaliser<strong>en</strong>.<br />

In het Energierapport 2008 word<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiebesparing <strong>en</strong> duurzame <strong>en</strong>ergie door het kabinet<br />

c<strong>en</strong>traal gesteld vanwege de bijdrage aan e<strong>en</strong> schone <strong>en</strong> betrouwbare <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing. Met<br />

de regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE, budget in 2009 is ruim 2,5 miljard euro) wordt<br />

aan investeerders in duurzame <strong>en</strong>ergie voor e<strong>en</strong> langjarige periode het verschil vergoed tuss<strong>en</strong><br />

de kostprijs van 'reguliere' <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> duurzame <strong>en</strong>ergie. Gro<strong>en</strong>e <strong>en</strong>ergieleveranciers zoals<br />

Gre<strong>en</strong>choice faciliter<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (bedrijv<strong>en</strong>, maar ook particuliere investeerders) om gebruik<br />

te mak<strong>en</strong> van deze subsidie. Door de subsidie is gro<strong>en</strong>e stroom ondanks de hogere<br />

productiekost<strong>en</strong> op de inkoopmarkt ev<strong>en</strong> duur als ‘grijze’ stroom. Voor opties die niet schoon<br />

zijn, maar wél bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> betrouwbare <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> mitiger<strong>en</strong>de<br />

maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zoals de afvang <strong>en</strong> opslag van CO2.<br />

Ook op het gebied van netwerkbeheer werk<strong>en</strong> deze duurzaamheidsregels door. In Nederland<br />

zull<strong>en</strong> de Elektriciteitswet <strong>en</strong> de Gaswet zodanig word<strong>en</strong> aangepast dat netbeheerders word<strong>en</strong><br />

verplicht om duurzaam opgewekte elektriciteit met voorrang <strong>over</strong> de nett<strong>en</strong> te transporter<strong>en</strong>.<br />

4.3 Beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong><br />

Het doel van de introductie van <strong>marktwerking</strong> op Europese schaal was het zekerstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

betrouwbare <strong>en</strong> betaalbare <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing op lange termijn. Betaalbaarheid zou positief<br />

word<strong>en</strong> beïnvloed door de onderlinge concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de daardoor optred<strong>en</strong>de efficiëntie.<br />

Grotere betrouwbaarheid zou ontstaan doordat <strong>en</strong>ergie door meerdere partij<strong>en</strong> wordt geleverd;<br />

afhankelijkheid van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele speler zou hiermee kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Doel<strong>en</strong> op het<br />

gebied van duurzaamheid war<strong>en</strong> bij de introductie van <strong>marktwerking</strong> ge<strong>en</strong> <strong>over</strong>weging.<br />

4.4 Publieke <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

Het Energierapport 2008 van het ministerie van Economische Zak<strong>en</strong> spreekt van de drie<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> betrouwbaar, betaalbaar <strong>en</strong> schoon. Wij sprek<strong>en</strong> liever van:<br />

1. Betaalbaarheid<br />

Onder betaalbaarheid wordt verstaan e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing die economisch efficiënt is; zo<br />

laag mogelijke kost<strong>en</strong>, nu <strong>en</strong> op de langere termijn door de best mogelijke inzet van<br />

verschill<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ergiebronn<strong>en</strong>. Ook concurr<strong>en</strong>tiekracht is e<strong>en</strong> belangrijk begrip; het<br />

concurrer<strong>en</strong>d speelveld voor bedrijv<strong>en</strong> moet gelijk zijn voor alle partij<strong>en</strong>. Voor<br />

<strong>en</strong>ergieconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> staat de koopkracht c<strong>en</strong>traal; de <strong>en</strong>ergierek<strong>en</strong>ing moet voor iedere<strong>en</strong><br />

betaalbaar blijv<strong>en</strong>. Betaalbaarheid is het resultaat van efficiëntie <strong>en</strong> vertaalt zich in term<strong>en</strong> van<br />

transactiekost<strong>en</strong>; er is sprake van betaalbare <strong>en</strong>ergie zowel aan de productiekant als aan de<br />

gebruikerskant.<br />

2. Betrouwbaarheid <strong>en</strong> resili<strong>en</strong>ce<br />

Het <strong>en</strong>ergieaanbod di<strong>en</strong>t zeker te zijn. Dit betreft in de allereerste plaats leveringszekerheid, de<br />

mate waarin afnemers onder voorzi<strong>en</strong>bare omstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op <strong>en</strong>ergielevering<br />

(het aanbod moet de wissel<strong>en</strong>de vraag voortdur<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>). Daarnaast is ook de<br />

voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid van belang: de beschikbaarheid van <strong>en</strong>ergiebronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de omvang van<br />

<strong>en</strong>ergiereserves in relatie tot de productiecapaciteit, verbruik <strong>en</strong> geografische spreiding. Wij<br />

47


voeg<strong>en</strong> hieraan toe het aspect van resili<strong>en</strong>ce (veerkracht) om ook in de toekomst - onder<br />

verander<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> crises (“Rusland draait de gaskraan dicht”) - de levering te<br />

kunn<strong>en</strong> garander<strong>en</strong>. Daartoe is van belang dat het netwerk op orde is, maar ook dat<br />

leveringsgaranties bestaan (meer aanbieders <strong>en</strong> betrouwbare aanbieders).<br />

3. Duurzaamheid<br />

Onder schoon wordt verstaan e<strong>en</strong> zo hoog mogelijke milieukwaliteit (of e<strong>en</strong> zo laag mogelijke<br />

uitstoot van CO2, andere broeikasgass<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>over</strong>ige afvalstoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo weinig mogelijk<br />

negatieve effect<strong>en</strong> op landschap, biodiversiteit <strong>en</strong> dergelijke). De waarde ‘duurzaamheid’ gaat<br />

volg<strong>en</strong>s ons verder dan de huidige definitie van ‘schoon’. Met duurzaamheid wordt bedoeld<br />

<strong>en</strong>ergie uit hernieuwbare 'onuitputtelijke' bronn<strong>en</strong>. Om tot transitie naar duurzaamheid te kom<strong>en</strong><br />

is de waarborging van innovatievermog<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke <strong>publieke</strong> waarde.<br />

Overig<br />

Daarnaast geld<strong>en</strong> ook voor de <strong>en</strong>ergiesector diverse andere <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>, zoals universele<br />

di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing, toegankelijkheid, kwaliteitsaspect<strong>en</strong> (milieu, volksgezondheid, veiligheid),<br />

transparantie <strong>en</strong> democratische verantwoording. Deze <strong>waard<strong>en</strong></strong> lat<strong>en</strong> wij buit<strong>en</strong> beschouwing,<br />

omdat zij in relatie tot de huidige grote vraagstukk<strong>en</strong> nauwelijks e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>.<br />

4.5 Invloed <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratie op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

Het beeld dat uit de interviews, bijgewoonde bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> de literatuur opkomt, is dat de<br />

verandering<strong>en</strong> in de sector nog niet hebb<strong>en</strong> geleid tot e<strong>en</strong> goed werk<strong>en</strong>de Europese<br />

<strong>en</strong>ergiemarkt. De gedachte was dat liberalisering <strong>en</strong> meer <strong>marktwerking</strong> e<strong>en</strong> duidelijk eindpunt<br />

zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, namelijk e<strong>en</strong> situatie met concurrer<strong>en</strong>de productie- <strong>en</strong> leveringsbedrijv<strong>en</strong>,<br />

waarbij de <strong>over</strong>heid optreedt als marktmeester <strong>en</strong> toezicht houdt op e<strong>en</strong> aantal<br />

randvoor<strong>waard<strong>en</strong></strong>. In de praktijk zijn er echter voortdur<strong>en</strong>d beweging<strong>en</strong> die nieuwe interv<strong>en</strong>ties<br />

door de <strong>over</strong>heid nodig mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> die er toe leid<strong>en</strong> dat de marktord<strong>en</strong>ing in de <strong>en</strong>ergiesector<br />

nooit ‘af’ is. Sterker nog, er is sprake van e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de dynamiek die zich niet laat<br />

voorspell<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> belangrijke oorzaak van deze dynamiek is geleg<strong>en</strong> in het feit dat de liberalisering van de<br />

<strong>en</strong>ergiesector door de Europese lidstat<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d wordt vormgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>d tempo plaatsvindt. De Nederlandse <strong>over</strong>heid is zeer voortvar<strong>en</strong>d geweest in het<br />

doorvoer<strong>en</strong> van het EU-beleid <strong>en</strong> loopt met het implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> splitsing tuss<strong>en</strong><br />

leverings- <strong>en</strong> netwerkbedrijv<strong>en</strong> zelfs vooruit op Europese verplichting<strong>en</strong>. De Nederlandse markt<br />

is daardoor relatief op<strong>en</strong> <strong>en</strong> biedt veel mogelijkhed<strong>en</strong> voor buit<strong>en</strong>landse <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong>. Veel<br />

andere land<strong>en</strong> zijn echter minder zuiver in de leer <strong>en</strong> stur<strong>en</strong> er op aan om voor hun<br />

<strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> zoveel mogelijk strategisch voordeel te hal<strong>en</strong> in de nieuwe pan-Europese<br />

markt. Het gevolg is dat er nog beslist ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> Europees ‘level playing field’.<br />

De ambitie om tot e<strong>en</strong> Europese vrije markt te kom<strong>en</strong> wordt verder belemmerd door<br />

beperking<strong>en</strong> in het <strong>en</strong>ergi<strong>en</strong>etwerk. Niet de Europese gr<strong>en</strong>s, maar de netwerkbarrières zijn in<br />

de huidige situatie de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de handelsgebied<strong>en</strong>. Dit wordt veroorzaakt doordat de<br />

<strong>en</strong>ergie-infrastructuur vanaf het lokale niveau is opgebouwd. Hierdoor is sprake van e<strong>en</strong><br />

48


mozaïek van verschill<strong>en</strong>de praktijk<strong>en</strong>, technische standaard<strong>en</strong>, economische organisatie <strong>en</strong><br />

regulering 30 .<br />

Door deze onvolkom<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> in de Europese <strong>en</strong>ergiemarkt heeft liberalisering <strong>en</strong> <strong>marktwerking</strong><br />

in Nederland e<strong>en</strong> andere uitwerking dan vooraf werd gedacht. Hieronder werk<strong>en</strong> we de effect<strong>en</strong><br />

van liberalisering <strong>en</strong> meer <strong>marktwerking</strong> uit op de drie kern<strong>waard<strong>en</strong></strong>, zoals we die b<strong>en</strong>oemd<br />

hebb<strong>en</strong> in paragraaf 4.3.<br />

Betaalbaarheid<br />

Liberalisering <strong>en</strong> <strong>marktwerking</strong> zijn vooral ingezet t<strong>en</strong> behoeve van de betaalbaarheid: in theorie<br />

komt er door meer concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> nieuwe toetreders druk op de prijs <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong><br />

efficiënter word<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer invester<strong>en</strong> in (kost<strong>en</strong>bespar<strong>en</strong>de) innovaties. In de Nederlandse<br />

<strong>en</strong>ergiesector zijn er inderdaad veel nieuwe partij<strong>en</strong> toegetred<strong>en</strong>, zowel in de productie als de<br />

levering. Buit<strong>en</strong>landse spelers zoals RWE, E.on, Gas de France Suez, Interg<strong>en</strong>, Dong, etc.<br />

hebb<strong>en</strong> nu <strong>en</strong>ergiec<strong>en</strong>trales in Nederland. Oxxio, Gre<strong>en</strong>choice, Energie:Direct zijn <strong>en</strong>kele van<br />

de nieuw toegetred<strong>en</strong> leveranciers.<br />

Uit het Onderzoek Marktwerkingbeleid (2008) van het Ministerie van Economische Zak<strong>en</strong> 31 blijkt<br />

dat meer <strong>marktwerking</strong> inderdaad heeft geleid tot meer efficiëntie. De productie van elektriciteit<br />

is efficiënter geword<strong>en</strong>, met name doordat de <strong>over</strong>capaciteit is afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> sinds bedrijv<strong>en</strong> zelf<br />

risico-inschatting<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de risico’s kunn<strong>en</strong> diversifiër<strong>en</strong> door slimme inkoop (nieuwe<br />

product<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe institutionele arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, bijvoorbeeld de <strong>en</strong>ergiebeurz<strong>en</strong> APX <strong>en</strong><br />

Endex). Onduidelijk is echter of deze doelmatigheidswinst<strong>en</strong> doorgegev<strong>en</strong> zijn aan de<br />

gebruikers. Doordat de Nederlandse markt gek<strong>en</strong>merkt wordt door e<strong>en</strong> beperkt aantal grote<br />

spelers, is het mogelijk dat deze efficiëntiewinst<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> belangrijk deel t<strong>en</strong> goede zijn<br />

gekom<strong>en</strong> aan de productie- <strong>en</strong> leveringsbedrijv<strong>en</strong> zelf.<br />

Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat tariefregulering van de netwerk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duidelijk positieve<br />

invloed heeft gehad op transportkost<strong>en</strong> 32 .<br />

E<strong>en</strong> risico wat betreft de betaalbaarheid op de langere termijn is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de verdergaande<br />

schaalvergroting in de sector. Op Europees niveau blijk<strong>en</strong> inmiddels <strong>en</strong>kele zeer grote bedrijv<strong>en</strong><br />

te ontstaan die in meerdere land<strong>en</strong> actief zijn <strong>en</strong> vaak de gehele ket<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> (productie,<br />

transport <strong>en</strong> levering). Deze bedrijv<strong>en</strong> zijn vaak (grot<strong>en</strong>deels) in <strong>publieke</strong> hand<strong>en</strong>, bezitt<strong>en</strong><br />

veelal nog hun eig<strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekkelijk weinig concurr<strong>en</strong>tie te ducht<strong>en</strong> op hun<br />

thuismarkt<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> gevolg van het feit dat liberalisering in veel Europese land<strong>en</strong> nog niet<br />

volledig is doorgevoerd, <strong>en</strong> er dus nog ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> level playing field. “Nederland is<br />

bezig met het importer<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong>landse oligopolies 33 ”.<br />

Bij verdere schaalvergroting <strong>en</strong> verdere integratie in de <strong>en</strong>ergieket<strong>en</strong> (productie, transport,<br />

levering <strong>en</strong> mogelijk ook grondstofwinning - olie, gas, ste<strong>en</strong>kol<strong>en</strong>, etc.) wordt de machtspositie<br />

van deze partij<strong>en</strong> nog groter. Effectief mededingingsbeleid door de Nederlandse <strong>over</strong>heid zal<br />

dan lastiger of zelfs ontoereik<strong>en</strong>d zijn; hoe moet de nationale <strong>over</strong>heid immers kaders stell<strong>en</strong><br />

30 M.P.C. Weijn<strong>en</strong> & L.J. de Vries (december 2004) : Future infrastructural provisions for Europe, Report of Workshop 4<br />

of the confer<strong>en</strong>ce Pres<strong>en</strong>t Needs, Future Options – Issues and topics for transnational foresight, D<strong>en</strong> Haag.<br />

31 Ministerie van Economische Zak<strong>en</strong> (februari 2008): Onderzoek Marktwerkingsbeleid,.<br />

32 De Energiekamer (pres<strong>en</strong>tatie de heer Plug (directeur Energiekamer) tijd<strong>en</strong>s Nationaal Energie Forum, 29 november<br />

2008) heeft berek<strong>en</strong>d dat doelmatig netbeheer als gevolg van regulering in 2010 tot EUR 6 miljard cumulatieve<br />

tariefsverlaging zal hebb<strong>en</strong> geleid. Overig<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> de prijz<strong>en</strong> nog verder dal<strong>en</strong> (tot zo’n EUR 30 miljo<strong>en</strong> op jaarbasis)<br />

als de buit<strong>en</strong>landverbinding<strong>en</strong> efficiënter word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut (NMa (2007): Monitor Energiemarkt<strong>en</strong> 2007).<br />

33 Interview Laur<strong>en</strong>s de Vries<br />

49


aan internationale, grote <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong>? Des te belangrijker is dat toezicht op Europese<br />

schaal vorm krijgt <strong>en</strong> is geharmoniseerd.<br />

De betaalbaarheid van elektriciteit is echter niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> functie van efficiëntie in de ket<strong>en</strong>,<br />

maar vooral ook van verschuiving<strong>en</strong> in vraag <strong>en</strong> aanbod op de mondiale markt voor brandstoff<strong>en</strong>. In<br />

de jar<strong>en</strong> 2004-2008 zijn de prijz<strong>en</strong> van met name olie <strong>en</strong> gas buit<strong>en</strong>gewoon hoog geweest, wat in<br />

deze periode uiteindelijk e<strong>en</strong> sterk negatief effect heeft gehad op de <strong>over</strong>all betaalbaarheid.<br />

Verwacht wordt dat de vraag naar fossiele brandstoff<strong>en</strong> in de kom<strong>en</strong>de periode aan zal trekk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> tot zeker 2030 aanhoud<strong>en</strong>d hoog zal zijn als gevolg van de economische groei die land<strong>en</strong><br />

als China, India, Rusland <strong>en</strong> Brazilië zull<strong>en</strong> doormak<strong>en</strong>. Het aanbod zal ge<strong>en</strong> gelijke tred<br />

kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat de betaalbaarheid van elektriciteit door deze externe factor<strong>en</strong><br />

op (middel)lange termijn onder druk zal kom<strong>en</strong> te staan, ondanks de efficiëntievoordel<strong>en</strong> als<br />

gevolg van <strong>marktwerking</strong>.<br />

Voorlopige conclusie 1:<br />

T<strong>en</strong> opzichte van de oude situatie van bureaucratische sturing is sinds de introductie van<br />

<strong>marktwerking</strong> de efficiëntie van productie, transport <strong>en</strong> levering van <strong>en</strong>ergie sterk verbeterd.<br />

Dit heeft e<strong>en</strong> gunstig effect op de betaalbaarheid.<br />

Bij verdere schaalvergroting <strong>en</strong> ket<strong>en</strong>integratie (to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de marktmacht van <strong>en</strong>kele grote<br />

marktpartij<strong>en</strong>, oligopolies) kan de betaalbaarheid echter onder druk kom<strong>en</strong> te staan. De<br />

betaalbaarheid is - bij afhankelijkheid van fossiele brandstoff<strong>en</strong> - bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> sterk afhankelijk<br />

van vraag <strong>en</strong> aanbod op de wereldmarkt voor brandstoff<strong>en</strong>. De efficiëntieverbetering<strong>en</strong> als<br />

gevolg van <strong>marktwerking</strong> zull<strong>en</strong> dus maar beperkt doorwerk<strong>en</strong> op de betaalbaarheid.<br />

Betrouwbaarheid <strong>en</strong> resili<strong>en</strong>ce<br />

De <strong>en</strong>ergi<strong>en</strong>ett<strong>en</strong> zijn na de liberalisering onverminderd betrouwbaar geblev<strong>en</strong>; de gemiddelde<br />

uitvalduur per jaar voor e<strong>en</strong> afnemer is niet gesteg<strong>en</strong> 34 . Door het ontstaan van e<strong>en</strong> Europese<br />

markt <strong>en</strong> de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> interconnectie-capaciteit van de <strong>en</strong>ergi<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Europese<br />

land<strong>en</strong> zijn er meer mogelijkhed<strong>en</strong> om elektriciteit te importer<strong>en</strong> (<strong>en</strong> exporter<strong>en</strong>). Gebruikers zijn<br />

niet langer afhankelijk van levering door het regionale <strong>en</strong>ergiebedrijf; er valt iets te kiez<strong>en</strong>, maar<br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> meerdere partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere leveringszekerheid. Op basis van de rec<strong>en</strong>te<br />

geschied<strong>en</strong>is kan dan ook word<strong>en</strong> geconcludeerd dat <strong>marktwerking</strong> niet t<strong>en</strong> koste is gegaan<br />

van de leveringszekerheid <strong>en</strong> wellicht zelfs iets verbeterd is.<br />

Daarbij wordt de kanttek<strong>en</strong>ing geplaatst dat in de netwerk<strong>en</strong> nog veel investering<strong>en</strong> nodig zijn:<br />

voor betere netwerkverbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Europese stat<strong>en</strong> om daadwerkelijk e<strong>en</strong><br />

elektriciteitsmarkt op Europese schaal mogelijk te mak<strong>en</strong>, maar ook om de <strong>en</strong>ergielevering<br />

meer betrouwbaar <strong>en</strong> robuust te mak<strong>en</strong> (waarbij juist ook dec<strong>en</strong>trale <strong>en</strong>ergieopwekking moet<br />

kunn<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> op het netwerk).<br />

Voor netwerkbedrijv<strong>en</strong> is het daarom nodig om voldo<strong>en</strong>de investeringsvermog<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>.<br />

Veel aandacht gaat om die red<strong>en</strong> uit naar de verdeling van de schuld<strong>en</strong> bij splitsing van<br />

<strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong>. Zo wordt in het geval van Nuon bijna 90 proc<strong>en</strong>t van de langetermijnschuld<strong>en</strong><br />

op de balans van het netwerkbedrijf bijgeschrev<strong>en</strong>. “Dat komt doordat het productie- <strong>en</strong><br />

leveringsbedrijf al e<strong>en</strong> aantal jaar ge<strong>en</strong> nieuwe grote c<strong>en</strong>trales heeft gebouwd. De<br />

kapitaalint<strong>en</strong>sieve activiteit<strong>en</strong> van het netwerkbedrijf k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatief vlakker<br />

investeringspatroon. Het financieringsniveau is daarop afgestemd”, verklaart de woordvoerder<br />

34 Ministerie van Economische Zak<strong>en</strong> (februari 2008): Onderzoek Marktwerkingsbeleid.<br />

50


van Nuon 35 . Inmiddels is bij de goedkeuring van het splitsingsplan van Nuon door het ministerie<br />

van EZ e<strong>en</strong> regeling getroff<strong>en</strong> waarbij <strong>en</strong>kele honderd<strong>en</strong> miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> euro word<strong>en</strong> geïnvesteerd in<br />

het netwerkbedrijf Alliander.<br />

De voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid is voorlopig vooral afhankelijk van de betrouwbare levering <strong>en</strong><br />

aanvoer van brandstoff<strong>en</strong>. Dit impliceert zo veel mogelijk strategische onafhankelijkheid van<br />

Nederland <strong>en</strong> Europa op het gebied van <strong>en</strong>ergie t<strong>en</strong> opzichte van de belangrijkste olie- <strong>en</strong><br />

gasproducer<strong>en</strong>de land<strong>en</strong>. Op dit bestaat de zorg dat door de met <strong>marktwerking</strong> gepaard gaande<br />

privatisering van productie- <strong>en</strong> leveringsbedrijv<strong>en</strong>, bedrijv<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> van<br />

staatsbedrijv<strong>en</strong> (of aan de staat gelieerde bedrijv<strong>en</strong>) uit juist deze olie- <strong>en</strong> gasexporter<strong>en</strong>de<br />

land<strong>en</strong>, waardoor de strategische afhankelijkheid eerder to<strong>en</strong>eemt dan afneemt. Het is<br />

bijvoorbeeld voorstelbaar dat Gazprom of Saudi Aramco, op termijn RWE - de nieuwe eig<strong>en</strong>aar<br />

van Ess<strong>en</strong>t - <strong>over</strong>neemt. Effectieve regulering <strong>en</strong> mededingingsbeleid (zie ook Betaalbaarheid<br />

hierbov<strong>en</strong>) zou echter voldo<strong>en</strong>de moet<strong>en</strong> zijn om ongew<strong>en</strong>ste politieke invloed <strong>en</strong> strategische<br />

afhankelijkheid teg<strong>en</strong> te gaan.<br />

Op langere termijn bestaat het risico dat <strong>marktwerking</strong> e<strong>en</strong> negatief effect heeft op de resili<strong>en</strong>ce.<br />

De Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid 36 wijst er bijvoorbeeld op dat de<br />

doelmatigheidsprikkels als gevolg van concurr<strong>en</strong>tie ertoe kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong><br />

gaan bezuinig<strong>en</strong> op het aanlegg<strong>en</strong> van (brandstof <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie) reserves. Daardoor kunn<strong>en</strong><br />

vraagpiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> crises mogelijk niet word<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong>.<br />

Voorlopige conclusie 2:<br />

Door <strong>marktwerking</strong> op het gebied van productie <strong>en</strong> levering zijn afnemers niet langer afhankelijk<br />

van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele leverancier. Dit leidt tot e<strong>en</strong> positief effect op betrouwbaarheid (met name<br />

leveringszekerheid). Door de nadruk op doelmatigheid kan <strong>marktwerking</strong> op het punt van<br />

resili<strong>en</strong>ce echter negatief uitpakk<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van bureaucratische sturing omdat er minder<br />

red<strong>en</strong> is om reserves aan te legg<strong>en</strong> voor mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van crises <strong>en</strong> vraagpiek<strong>en</strong>.<br />

De voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid (betrouwbare aanvoer <strong>en</strong> levering van brandstoff<strong>en</strong>) <strong>en</strong> strategische<br />

onafhankelijkheid zou niet of nauwelijks geraakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door <strong>marktwerking</strong>, mits het op<br />

Europees niveau lukt om e<strong>en</strong> effectief mededingingsbeleid te ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed toezicht te<br />

organiser<strong>en</strong>.<br />

Betrouwbaarheid is in belangrijke mate afhankelijk van het netwerk. Het netwerkbeheer k<strong>en</strong>t<br />

bureaucratische sturing met monopolies (landelijk netwerk <strong>en</strong> de regionale netwerk<strong>en</strong>) <strong>en</strong> kan<br />

bijdrag<strong>en</strong> aan de voorzi<strong>en</strong>ings- <strong>en</strong> leveringszekerheid.<br />

Duurzaamheid<br />

De duurzaamheidstransitie in de <strong>en</strong>ergiesector is die van e<strong>en</strong> <strong>over</strong>weg<strong>en</strong>de productie in gas- <strong>en</strong><br />

kol<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trales naar e<strong>en</strong> productie op basis van wind, zon, biomassa, getijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> osmose. Dit<br />

zijn de zog<strong>en</strong>aamde duurzame vorm<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ergieproductie. Immers, de bronn<strong>en</strong> zijn oneindig.<br />

Deze transitie vraagt om investering<strong>en</strong> in nieuwe technologieën, zodat ze ook op e<strong>en</strong><br />

doelmatige schaal kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gerealiseerd. Dit op zich is al e<strong>en</strong> grote opgave. Hier<strong>over</strong><br />

zegt de commissie Kist 37 : ‘Om de duurzaamheidsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong> grote<br />

investering<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die (nog) niet r<strong>en</strong>dabel zijn. Om deze investering<strong>en</strong> van de grond te<br />

krijg<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> coher<strong>en</strong>t <strong>en</strong> consist<strong>en</strong>t stimuleringsbeleid nodig dat voldo<strong>en</strong>de zekerheid biedt<br />

voor investeerders.’<br />

35 In FEM Business, jaargang 11, nummer 40, 4 oktober 2008.<br />

36 WRR (Juni 2008), Infrastructures: Time to Invest.<br />

37 Commissie Kist (2008): Publiek Aandeelhouderschap Energiebedrijv<strong>en</strong>.<br />

51


In de praktijk blijkt dan ook dat onder de huidige marktomstandighed<strong>en</strong> het structureel<br />

invester<strong>en</strong> in duurzaamheid zonder inzet van <strong>publieke</strong> middel<strong>en</strong> moeilijk van de grond komt.<br />

Grote <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> zijn niet bereid om als eerste grootschalig te invester<strong>en</strong>, omdat dit<br />

prijsverhog<strong>en</strong>d werkt <strong>en</strong> daarmee de eig<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tiepositie verzwakt. E<strong>en</strong> effect van<br />

<strong>marktwerking</strong> is wel dat ‘duurzaamheid’ e<strong>en</strong> criterium is geword<strong>en</strong> op basis waarvan<br />

leveranciers zich kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Er zijn dan ook inmiddels bedrijv<strong>en</strong> ontstaan die zich<br />

uitsluit<strong>en</strong>d richt<strong>en</strong> op duurzame <strong>en</strong>ergie. Echter ook voor deze bedrijv<strong>en</strong> geldt dat ze alle<strong>en</strong><br />

effectief de concurr<strong>en</strong>tie aan kunn<strong>en</strong> gaan bij de gratie van subsidiëring op duurzame<br />

<strong>en</strong>ergieproductie door de <strong>over</strong>heid.<br />

De transitie naar e<strong>en</strong> meer duurzame <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing zal niet alle<strong>en</strong> afhankelijk zijn van<br />

investering<strong>en</strong> in nieuwe technologieën. Ook moet<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van dec<strong>en</strong>trale <strong>en</strong>ergieopwekking<br />

geaccommodeerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> individuele ondernemer of burger kan dan zelf <strong>en</strong>ergie<br />

opwekk<strong>en</strong> door middel van zonnepanel<strong>en</strong>, microwindturbines <strong>en</strong> warmtepomp<strong>en</strong>. Deze<br />

duurzame vorm<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ergieopwekking leid<strong>en</strong> er toe dat lokaal <strong>en</strong>ergie kan word<strong>en</strong><br />

geproduceerd <strong>en</strong> gedistribueerd. Het huidige netwerk (vooral op lokaal niveau) zal daar dus<br />

geschikt voor moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt: het huidige netwerk zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omgebouwd<br />

tot smart grids 38 . De accommodatie van deze nieuwe vorm<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ergie zal niet kunn<strong>en</strong><br />

zonder aanpassing<strong>en</strong> aan het netwerk <strong>en</strong> de medewerking van de huidige <strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

netwerkbedrijv<strong>en</strong>. Commerciële partij<strong>en</strong> die grote investering<strong>en</strong> gedaan hebb<strong>en</strong> in<br />

<strong>en</strong>ergiec<strong>en</strong>trales gebaseerd op traditionele technologieën, zull<strong>en</strong> echter niet zonder meer<br />

meewerk<strong>en</strong>.<br />

Voorlopige conclusie 3:<br />

Alle<strong>en</strong> <strong>marktwerking</strong> biedt ge<strong>en</strong> goede prikkels voor partij<strong>en</strong> om te invester<strong>en</strong> in duurzame<br />

technologieën <strong>en</strong> om de ontwikkeling naar meer dec<strong>en</strong>trale <strong>en</strong>ergieopwekking te faciliter<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

stimuler<strong>en</strong>. Met bureaucratische sturing zoud<strong>en</strong> investering<strong>en</strong> in duurzaamheid in theorie af te<br />

dwing<strong>en</strong> zijn. In e<strong>en</strong> marktomgeving zijn innovaties echter beter ‘uit te lokk<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> vooral<br />

kost<strong>en</strong>effectiever te realiser<strong>en</strong>. De opgave voor de <strong>over</strong>heid is dus vooral om de juiste prikkels<br />

te creër<strong>en</strong>. Middel<strong>en</strong> vanuit de <strong>over</strong>heid zijn nodig om duurzame <strong>en</strong>ergie betaalbaar te mak<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de investering<strong>en</strong> in nieuwe technologieën te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>.<br />

Sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> (competing values)<br />

Uit het bov<strong>en</strong>staande blijkt dat er met name op de korte termijn spanning<strong>en</strong> bestaan tuss<strong>en</strong> de<br />

drie <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> (betaalbaarheid, betrouwbaarheid <strong>en</strong> resili<strong>en</strong>ce, duurzaamheid).<br />

Marktwerking in de <strong>en</strong>ergiesector is vooral t<strong>en</strong> goede gekom<strong>en</strong> van de korte termijn<br />

betaalbaarheid. Lange termijn betaalbaarheid is in het geding, omdat effectieve concurr<strong>en</strong>tie<br />

ondermijnd wordt door verdere schaalvergroting <strong>en</strong> ket<strong>en</strong>integratie. Daarnaast wordt de<br />

betaalbaarheid vooral ook bepaald door ontwikkeling<strong>en</strong> op de mondiale markt voor fossiele<br />

brandstoff<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gaat e<strong>en</strong> te grote nadruk op effici<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> betaalbaarheid op de korte<br />

termijn t<strong>en</strong> koste van de lange termijn <strong>waard<strong>en</strong></strong> resili<strong>en</strong>ce <strong>en</strong> duurzaamheid.<br />

Op lange termijn lop<strong>en</strong> de drie <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> echter volledig parallel. E<strong>en</strong> meer duurzame<br />

<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing zal e<strong>en</strong> positief effect hebb<strong>en</strong> op de resili<strong>en</strong>ce in de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong><br />

de betaalbaarheid: meer dec<strong>en</strong>trale opwekking betek<strong>en</strong>t minder gevoeligheid voor grote<br />

storing<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de afhankelijkheid van ontwikkeling<strong>en</strong> op de markt van fossiele brandstoff<strong>en</strong><br />

zal afnem<strong>en</strong>. Met de transitie naar meer duurzaamheid zal ook de marktmacht van de huidige<br />

grote <strong>en</strong>ergieproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> -leveranciers verkleind word<strong>en</strong> 39 .<br />

38 Zie Jeremy Rifkin (2007): Leading the Way to the Third Industrial Revolution.<br />

39 Al is het waarschijnlijk dat er nieuwe mededingingsvraagstukk<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ontstaan, die nu nog niet goed te voorzi<strong>en</strong><br />

zijn.<br />

52


4.6 Inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Handel <strong>over</strong>tollige<br />

elektriciteit<br />

Verkoop <strong>over</strong>tollige<br />

elektriciteit<br />

Provincies,<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Overtollige<br />

elektriciteit<br />

Provincies,<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Dec<strong>en</strong>trale<br />

<strong>en</strong>ergieopwekking<br />

Wij noem<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de belangrijke noties voordat we de inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

behandel<strong>en</strong>:<br />

• De <strong>en</strong>ergiesector k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> gemankeerde markt; door beperking<strong>en</strong> in het netwerk <strong>en</strong> door<br />

verschill<strong>en</strong>de invoering van de <strong>marktwerking</strong> tuss<strong>en</strong> lidstat<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vrije<br />

Europese markt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> Europees level playing field.<br />

• De <strong>en</strong>ergiesector zit in e<strong>en</strong> transitiefase. “Geef de sector de tijd om <strong>marktwerking</strong> te<br />

implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>” 40 .<br />

• “E<strong>en</strong> goed werk<strong>en</strong>de vrije markt vraagt om e<strong>en</strong> stevige <strong>over</strong>heid” 41 .<br />

In figuur 4.3 is aangegev<strong>en</strong> op welke punt<strong>en</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ingezet moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om<br />

de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> van betaalbaarheid, betrouwbaarheid & resili<strong>en</strong>ce <strong>en</strong> duurzaamheid te<br />

kunn<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong>.<br />

Leveranciers<br />

fossiele grondstoff<strong>en</strong><br />

Energieproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Energiemarkt<br />

Energieleveranciers<br />

Netbeheerder<br />

- landelijk (T<strong>en</strong>neT)<br />

Netbeheerders<br />

- regionaal/lokaal<br />

Publiek<br />

aandeelhouderschap<br />

Klant<strong>en</strong>/afnemers<br />

- kleinverbruikers<br />

- bedrijv<strong>en</strong><br />

CO 2<br />

emissierecht<strong>en</strong><br />

Toegang<br />

dec<strong>en</strong>trale<br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Extra belasting<br />

bij gebruik<br />

bov<strong>en</strong> de norm<br />

Toegang<br />

dec<strong>en</strong>trale<br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Sam<strong>en</strong>werking<br />

dec<strong>en</strong>trale<br />

produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Emissi<strong>en</strong>orm<br />

oplop<strong>en</strong>de prijs,<br />

afnem<strong>en</strong>d volume<br />

Subsidies<br />

Duurzame <strong>en</strong>ergie<br />

S<strong>en</strong>ter Novem<br />

Europese<br />

afstemming<br />

Energiekamer<br />

(toezichthouder)<br />

Toezicht op<br />

investering<strong>en</strong> in<br />

interconnectie<br />

Toezicht op<br />

investering<strong>en</strong> in<br />

smart grids<br />

Subsidies<br />

Duurzame <strong>en</strong>ergie<br />

Stimuler<strong>en</strong><br />

duurzame<br />

<strong>en</strong>ergie<br />

Figuur 4.3: Voorgestelde inzet beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de realisatie van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

40<br />

Dick Jonker (Manager Energiesector, Beleid <strong>en</strong> Advies bij Eneco Energie) tijd<strong>en</strong>s het debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong>, 20<br />

mei 2009.<br />

41<br />

Mark Frequin (DG Energie <strong>en</strong> Telecom, Ministerie EZ) tijd<strong>en</strong>s het debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong>, 20 mei 2009.<br />

53<br />

Nedl. Emissieautoriteit<br />

Mitiger<strong>en</strong><br />

negatieve<br />

effect<strong>en</strong><br />

fossiele <strong>en</strong>ergie<br />

Ministerie<br />

VROM<br />

Consist<strong>en</strong>t beleid<br />

Ministerie EZ<br />

Belastingvoordeel<br />

Duurzame<br />

<strong>en</strong>ergie<br />

Stimuler<strong>en</strong><br />

Energiebesparing


Volg<strong>en</strong>s ons moet<strong>en</strong> op sommige punt<strong>en</strong> de huidige beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangescherpt<br />

<strong>en</strong> op andere punt<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> juist nieuwe beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet. Van belang is<br />

vooral de combinatie van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Die moet, meer dan nu het geval is, e<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d kader oplever<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg zekerheid, g<strong>en</strong>oeg prikkels <strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oeg middel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om de investering<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> die nodig zijn. Daarnaast is het van<br />

belang e<strong>en</strong> zekere mate van ‘redundantie’ in beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te bewerkstellig<strong>en</strong>: meerdere<br />

instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die steeds werk<strong>en</strong> op meerdere niveaus, zodat de totale effectiviteit groter wordt.<br />

Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s gaan we in op de volg<strong>en</strong>de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die volg<strong>en</strong>s ons naast elkaar<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet voor e<strong>en</strong> betere b<strong>en</strong>utting <strong>en</strong> begeleiding van <strong>marktwerking</strong> in de<br />

<strong>en</strong>ergiesector:<br />

1. Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op economische grondslag<br />

2. Nationale regelgeving<br />

3. Publiek aandeelhouderschap<br />

4. Betrekk<strong>en</strong> van civil society<br />

5. Europese afstemming<br />

1. Beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op economische grondslag<br />

Met <strong>marktwerking</strong> zijn er voor actor<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector prikkels ontstaan die in sommige<br />

gevall<strong>en</strong> t<strong>en</strong> goede kom<strong>en</strong> aan de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> (zoals prikkels voor e<strong>en</strong> grotere efficiëntie<br />

<strong>en</strong> slimmere inkoop) <strong>en</strong> in andere gevall<strong>en</strong> juist t<strong>en</strong> koste gaan van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> (zoals<br />

prikkels om te bezuinig<strong>en</strong> op investering<strong>en</strong> in betrouwbaarheid). Met beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op<br />

economische grondslag kan de <strong>over</strong>heid bestaande positieve prikkels versterk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

perverse prikkels ombuig<strong>en</strong>. 42 Voorbeeld<strong>en</strong> van dergelijke instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn belasting<strong>en</strong>,<br />

subsidies, vergoeding<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhandelbare recht<strong>en</strong>. Deze instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> in op<br />

prijssignal<strong>en</strong> doordat ze bijvoorbeeld zorg<strong>en</strong> dat externe kost<strong>en</strong> (als gevolg van met name<br />

emissies) geïnternaliseerd word<strong>en</strong>. Daarnaast kunn<strong>en</strong> deze instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ingezet word<strong>en</strong> om<br />

investering<strong>en</strong> in de ontwikkeling van nieuwe, duurzame technologieën te stimuler<strong>en</strong>.<br />

Op dit mom<strong>en</strong>t wordt er al veel gebruik gemaakt van dergelijke beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de<br />

<strong>en</strong>ergiesector. Zo is met de huidige CO2-emissiehandel e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t geïntroduceerd<br />

waarmee maatschappelijke <strong>en</strong> milieukost<strong>en</strong> van niet-duurzame productie zijn geïnternaliseerd 43 .<br />

De emissierecht<strong>en</strong> per bedrijf zull<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in de loop van de tijd afnem<strong>en</strong> (str<strong>en</strong>gere<br />

norm<strong>en</strong>), waardoor de kost<strong>en</strong> extra zwaar zull<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>. Via belasting<strong>en</strong> op grijze stroom <strong>en</strong><br />

subsidies op gro<strong>en</strong>e stroom (zoals in de huidige regeling Stimulering Duurzame Energie)<br />

kunn<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> prikkels word<strong>en</strong> versterkt voor consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> om gro<strong>en</strong>e stroom<br />

af te nem<strong>en</strong>.<br />

Deze prikkels moet<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> voor betere afweging<strong>en</strong> in de keuzes van actor<strong>en</strong> in de<br />

<strong>en</strong>ergiesector, maar vooral ook tot meer investering<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> in de ontwikkeling van nieuwe<br />

technologieën <strong>en</strong> productiemiddel<strong>en</strong> voor het opwekk<strong>en</strong> van duurzame <strong>en</strong>ergie (windmol<strong>en</strong>s,<br />

zonnepanel<strong>en</strong>, biomassac<strong>en</strong>trales etc.). De <strong>over</strong>heid kan deze investering<strong>en</strong> verder faciliter<strong>en</strong><br />

42 In het Gro<strong>en</strong>boek <strong>over</strong> beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op economische grondslag voor milieu- <strong>en</strong> gerelateerde<br />

beleidsdoelstelling<strong>en</strong> (Europese Commissie, 2007) word<strong>en</strong> als voordel<strong>en</strong> van dergelijke instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd dat ze<br />

prijssignal<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>, speelruimte bied<strong>en</strong> aan marktpartij<strong>en</strong> om nalevingskost<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong>, technologische<br />

innovatie stimuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heid ondersteun<strong>en</strong>.<br />

43 Het Regieorgaan Energietransitie Nederland (Duurzame <strong>en</strong>ergie in e<strong>en</strong> nieuwe economische orde, 2008) beveelt e<strong>en</strong><br />

systeem aan waarbij de maatschappelijke <strong>en</strong> milieukost<strong>en</strong> meer <strong>en</strong> meer in de <strong>en</strong>ergieprijz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verwerkt. Op<br />

basis van e<strong>en</strong> prijs-kwaliteitverhouding waarin ondermeer het gehalte aan geëmitteerde CO2 meeweegt, kunn<strong>en</strong><br />

marktpartij<strong>en</strong> zelf de voor h<strong>en</strong> optimale investering<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt hernieuwbare <strong>en</strong>ergie sneller concurrer<strong>en</strong>d met<br />

<strong>en</strong>ergie uit fossiele brandstoff<strong>en</strong>.<br />

54


door middel van gerichte subsidies, maar vooral ook door het wegnem<strong>en</strong> van onzekerhed<strong>en</strong>.<br />

Juist op dit laatste punt schiet het beleid vooralsnog tekort. In de door ons gevoerde gesprekk<strong>en</strong><br />

is er op gewez<strong>en</strong> dat het ontbreekt aan continuïteit <strong>en</strong> zekerheid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de<br />

beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op economische grondslag. Bedrijv<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er van op aan kunn<strong>en</strong> (of<br />

e<strong>en</strong> afgewog<strong>en</strong> risico kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>) dat de investering wordt terugverdi<strong>en</strong>d. 44<br />

Op dit mom<strong>en</strong>t is er voor bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> particulier<strong>en</strong> vaak nog te weinig zekerheid of e<strong>en</strong> regeling<br />

wel lang g<strong>en</strong>oeg wordt gecontinueerd (zoals de subsidieregeling voor zonne-<strong>en</strong>ergie die in 2003<br />

plotseling werd afgeschaft 45 ). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> nev<strong>en</strong>effect van het systeem van emissiehandel<br />

dat prijz<strong>en</strong> van emissierecht<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> fluctuer<strong>en</strong>, waardoor er steeds onzekerheid bestaat voor<br />

bedrijv<strong>en</strong> <strong>over</strong> de waarde van hun investering<strong>en</strong> in <strong>en</strong>ergiebesparing<strong>en</strong> <strong>en</strong> duurzame<br />

<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing. 46 E<strong>en</strong> systeem met garantieprijz<strong>en</strong> (zoals in Duitsland bestaat voor<br />

elektriciteit die is opgewekt uit duurzame bronn<strong>en</strong> 47 ) of belasting<strong>en</strong> op niet-duurzame <strong>en</strong>ergie<br />

welke langzaam oploopt, zou effectiever zijn.<br />

2. Nationale regelgeving<br />

Met name de netwerkbedrijv<strong>en</strong> (<strong>en</strong> de <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> die daarin als aandeelhouder participer<strong>en</strong>)<br />

moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> bij de betrouwbaarheid <strong>en</strong> resili<strong>en</strong>ce. De Energiekamer 48<br />

constateert dat aanpassing van het reguleringskader t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de netwerkbedrijv<strong>en</strong><br />

w<strong>en</strong>selijk is op punt<strong>en</strong> zoals:<br />

• Tijdigheid van investering<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> systeem van maatstafconcurr<strong>en</strong>tie<br />

• Inpassing van (duurzame) productie binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> systeem van maatstafconcurr<strong>en</strong>tie<br />

Het is inderdaad w<strong>en</strong>selijk om investering<strong>en</strong> op te legg<strong>en</strong> aan netwerkbedrijv<strong>en</strong>. Dit zou naast<br />

e<strong>en</strong> systeem van maatstafconcurr<strong>en</strong>tie vooral ook kunn<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />

meerjar<strong>en</strong>programma waarin netbeheerders verplicht word<strong>en</strong> tijdig bepaalde investering<strong>en</strong> te<br />

pleg<strong>en</strong>. Grote investering<strong>en</strong> in de nett<strong>en</strong> zijn namelijk nodig. Om betrouwbaarheid <strong>en</strong> resili<strong>en</strong>ce<br />

ook op lange termijn zeker te stell<strong>en</strong>, maar daarnaast ook omdat dec<strong>en</strong>trale <strong>en</strong>ergieopwekking<br />

<strong>en</strong> grootschalige hernieuwbare <strong>en</strong>ergie (d<strong>en</strong>k aan windmol<strong>en</strong>park<strong>en</strong> op de Noordzee)<br />

afhankelijk zijn van e<strong>en</strong> flexibel <strong>en</strong> toekomstbest<strong>en</strong>dig netwerk. Investering<strong>en</strong> zijn bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

nodig om meer verbinding<strong>en</strong> met nett<strong>en</strong> in andere Europese land<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>: ook dit draagt<br />

bij aan de betrouwbaarheid doordat dan ook gebruik kan word<strong>en</strong> gemaakt van <strong>en</strong>ergie die<br />

afkomstig is uit omring<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan de betaalbaarheid omdat de vrije Europese markt<br />

gefaciliteerd wordt.<br />

Daarnaast zou e<strong>en</strong> reguleringskader opgesteld moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat duidelijkheid verschaft <strong>over</strong><br />

wie verantwoordelijk is voor welke investering. Is de netbeheerder verantwoordelijk voor het<br />

realiser<strong>en</strong> van de aansluiting op het netwerk van e<strong>en</strong> nieuw windmol<strong>en</strong>park, of is de<br />

<strong>en</strong>ergiec<strong>en</strong>trale daarvoor verantwoordelijk.<br />

44<br />

Dit sluit aan bij de conclusies van de commissie Kist: “Om de duurzaamheidsdoel<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong><br />

grote investering<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die (nog) niet r<strong>en</strong>dabel zijn. Om deze investering<strong>en</strong> van de grond te krijg<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong><br />

coher<strong>en</strong>t <strong>en</strong> consist<strong>en</strong>t stimuleringsbeleid nodig dat voldo<strong>en</strong>de zekerheid biedt voor investeerders” (Publiek<br />

aandeelhouderschap Energiebedrijv<strong>en</strong>, 2008). Ook het Regieorgaan Energietransitie Nederland stelt dat marktpartij<strong>en</strong><br />

gebaat zijn bij heldere keuzes van de <strong>over</strong>heid om zo de juiste investeringsbeslissing<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Zie<br />

Regieorgaan Energietransitie Nederland (2008): Duurzame <strong>en</strong>ergie in e<strong>en</strong> nieuwe economische orde.<br />

45<br />

Maar inmiddels weer bestaat als onderdeel van de SDE.<br />

46<br />

Interview Laur<strong>en</strong>s de Vries.<br />

47<br />

Via de “Erneuerbare-Energi<strong>en</strong>-Gesetz”.<br />

48<br />

Pres<strong>en</strong>tatie de heer Plug, directeur Energiekamer tijd<strong>en</strong>s Nationaal Energie Forum, 29 november 2008.<br />

55


3. Publiek aandeelhouderschap<br />

De vraag is gerechtvaardigd in welke mate van publiek aandeelhouderschap e<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>de<br />

werking uitgaat. Overhed<strong>en</strong> zijn vaak al dec<strong>en</strong>nia lang (groot)aandeelhouder van<br />

<strong>en</strong>ergiebedrijv<strong>en</strong> 49 <strong>en</strong> toch heeft dit niet geleid tot structurele investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> innovaties in<br />

duurzaamheid. Bewustwording <strong>over</strong> publiek aandeelhouderschap is pas rec<strong>en</strong>t op gang<br />

gekom<strong>en</strong> (onder andere met het rapport van de commissie Kist in 2008).<br />

Enkele <strong>en</strong>ergieproductie- <strong>en</strong> leveringsbedrijv<strong>en</strong> (Delta, Eneco) blijv<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> van de huidige<br />

<strong>publieke</strong> aandeelhouders (provincies <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>). Ook de netwerkbedrijv<strong>en</strong> zijn (blijv<strong>en</strong>d) in<br />

hand<strong>en</strong> van de nationale <strong>over</strong>heid (T<strong>en</strong>neT) <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>trale <strong>over</strong>hed<strong>en</strong> (Enexis, Stedin,<br />

Alliander). Op basis van de gesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur constater<strong>en</strong> wij dat actieve <strong>en</strong> strategische<br />

inzet van publiek aandeelhouderschap nog grot<strong>en</strong>deels onb<strong>en</strong>ut is, maar wel degelijk kans<strong>en</strong><br />

biedt als één van de sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Dit is zeker het geval bij de netwerkbedrijv<strong>en</strong>. Door middel van publiek aandeelhouderschap<br />

kunn<strong>en</strong> provincies <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de rad<strong>en</strong> van bestuur afrek<strong>en</strong><strong>en</strong> op duurzaamheids- <strong>en</strong><br />

betrouwbaarheidsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan gestuurd word<strong>en</strong> op het tijdig do<strong>en</strong> van de noodzakelijke<br />

investering<strong>en</strong>. Publieke aandeelhouders zoud<strong>en</strong> er bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> voor moet<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> dat<br />

netwerkbedrijv<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> barrières opwerp<strong>en</strong> voor dec<strong>en</strong>trale opwekking (waar ze mogelijk toe<br />

g<strong>en</strong>eigd zijn vanwege de investering<strong>en</strong> die ze moet<strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> om dit mogelijk te mak<strong>en</strong>), maar<br />

dec<strong>en</strong>trale opwekking juist zoveel mogelijk faciliter<strong>en</strong> <strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>.<br />

4. Betrekk<strong>en</strong> van civil society<br />

“De markt is niet de <strong>en</strong>ige dim<strong>en</strong>sie waarbinn<strong>en</strong> het <strong>en</strong>ergievraagstuk plaatsvindt; het zal altijd<br />

moet<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> in de driehoek Markt, Overheid <strong>en</strong> Civil society 50 ”.<br />

Ook in de gesprekk<strong>en</strong> met Van Rees (Gre<strong>en</strong>choice) <strong>en</strong> Jongbloed <strong>en</strong> De Hart (provincie Noord-<br />

Brabant) werd e<strong>en</strong> zwaar acc<strong>en</strong>t gelegd op het bewustzijn van de consum<strong>en</strong>t t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />

duurzaamheid. Duurzaamheid wordt belangrijk gevond<strong>en</strong> in de <strong>publieke</strong> opinie, maar als<br />

consum<strong>en</strong>t kiest m<strong>en</strong> het laagste <strong>en</strong>ergietarief. Het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld kan e<strong>en</strong><br />

belangrijke rol spel<strong>en</strong> om hier verandering in te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Maatschappelijke organisaties kunn<strong>en</strong><br />

bijvoorbeeld bijdrag<strong>en</strong> aan het verander<strong>en</strong> van de mindset van de consum<strong>en</strong>t richting<br />

duurzaamheid <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> misstand<strong>en</strong> wat betreft duurzaamheid aankaart<strong>en</strong> (door te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />

hoe vervuil<strong>en</strong>d bepaalde bedrijv<strong>en</strong> zijn).<br />

5. Europese afstemming<br />

Europese afstemming is op meerdere gebied<strong>en</strong> nodig voor e<strong>en</strong> betere <strong>marktwerking</strong> in de<br />

<strong>en</strong>ergiesector.<br />

Toezicht<br />

Sam<strong>en</strong>werking van de toezichthouders met de Europese commissie <strong>en</strong> toezichthouders uit<br />

andere lidstat<strong>en</strong> is gew<strong>en</strong>st, zodat de consum<strong>en</strong>t zoveel mogelijk kan profiter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vrije<br />

<strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> Europese interne markt. 51 Harmonisatie <strong>en</strong> aanscherping van<br />

bevoegdhed<strong>en</strong> van nationale toezichthouders versterkt de effectiviteit van toezichthouders met<br />

name bij gr<strong>en</strong>s<strong>over</strong>schrijd<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong>. 52<br />

49<br />

interview Tim Jongbloed <strong>en</strong> Marja de Hart. In 1914 start de provincie Noord-Brabant het <strong>en</strong>ergiebedrijf PNEM met als<br />

doel om elektrificatie in Brabant te bevorder<strong>en</strong>. In 2009 wordt het <strong>en</strong>ergiebedrijf (inmiddels Ess<strong>en</strong>t) verkocht.<br />

50<br />

Jouke de Vries ( hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit Leid<strong>en</strong>) tijd<strong>en</strong>s het debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong>, 20 mei<br />

2009.<br />

51<br />

Bron: http://www.sci<strong>en</strong>ceguide.nl/article.asp?articleid=101434<br />

52<br />

Europese Commissie (september 2007): Derde liberaliseringpakket voor de interne markt voor gas <strong>en</strong> elektriciteit.<br />

56


Interoperabiliteit<br />

Betrouwbaarheid (met name het aspect voorzi<strong>en</strong>ingszekerheid) is moeilijk op het niveau van<br />

e<strong>en</strong> lidstaat te regel<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> Europese aanpak ontbreekt nog. Voortgaande marktintegratie<br />

in Europa vraagt om to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de internationale coördinatie, bijvoorbeeld tuss<strong>en</strong> netbeheerders,<br />

<strong>en</strong> om nadere harmonisatie van (e<strong>en</strong> deel van de) technische regels 53 . De connectiviteit tuss<strong>en</strong><br />

Europese land<strong>en</strong> vraagt om verbetering<strong>en</strong> in het netwerk.<br />

Level playing field<br />

Op politiek-bestuurlijk niveau zull<strong>en</strong> Europese lidstat<strong>en</strong> tot meer <strong>over</strong>e<strong>en</strong>stemming <strong>en</strong><br />

afstemming moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>over</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong> markt <strong>en</strong> <strong>over</strong>heid. De scheve<br />

verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> land<strong>en</strong> blijkt bijvoorbeeld zeer pregnant uit de verschill<strong>en</strong> in de mate<br />

waarin <strong>en</strong> wijze waarop de netwerkbedrijv<strong>en</strong> zijn gesplitst van de leverings- <strong>en</strong><br />

productiebedrijv<strong>en</strong>.<br />

4.7 Conclusies<br />

De <strong>en</strong>ergiesector; <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> regulering<br />

Marktwerking is op e<strong>en</strong> deel van de <strong>en</strong>ergiesector van toepassing. Productie- <strong>en</strong><br />

leveringsbedrijv<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich in e<strong>en</strong> vrije markt, Netwerkbedrijv<strong>en</strong> operer<strong>en</strong> als <strong>publieke</strong><br />

monopolies in e<strong>en</strong> gereguleerde omgeving.<br />

Marktwerking in relatie tot <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

Sinds de introductie van <strong>marktwerking</strong> zijn <strong>en</strong>kele effect<strong>en</strong> zichtbaar. Zo is door concurr<strong>en</strong>tie de<br />

efficiëntie toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dit garandeert echter niet dat de betaalbaarheid voor de consum<strong>en</strong>t<br />

geborgd is; hiervoor is de afhankelijkheid van het mondiale speelveld (de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vraag<br />

naar fossiele brandstoff<strong>en</strong>) te groot. Overig<strong>en</strong>s zijn op het punt van betaalbaarheid ook de<br />

sturingsmogelijkhed<strong>en</strong> van de <strong>over</strong>heid - juist door de afhankelijkheid van de mondiale markt -<br />

beperkt. Wel kan de <strong>over</strong>heid kan door e<strong>en</strong> adequaat <strong>en</strong> toekomstgericht netwerkbeheer de<br />

condities faciliter<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> vrije markt.<br />

Wat betreft de betrouwbaarheid is er sinds de <strong>marktwerking</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector ge<strong>en</strong> sprake<br />

van e<strong>en</strong> verminderde leveringszekerheid. Het netwerkbeheer, e<strong>en</strong> belangrijke voorwaarde voor<br />

leveringszekerheid in de toekomst, staat nog wel voor e<strong>en</strong> grote opgave. Niet alle<strong>en</strong> om de<br />

zekerheid voor de toekomst veilig te stell<strong>en</strong> (‘onderhoud’), maar juist ook om verandering<strong>en</strong> in<br />

de sector te faciliter<strong>en</strong> (‘smart grids’ om dec<strong>en</strong>trale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plek te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

flexibel netwerk dat onderlinge uitwisseling mogelijk maakt) <strong>en</strong> om daadwerkelijk e<strong>en</strong> vrije<br />

Europese markt te creër<strong>en</strong> (opheff<strong>en</strong> van de netwerkcongestie <strong>en</strong> netwerkbarrières op<br />

internationaal niveau). De <strong>over</strong>heid (op verschill<strong>en</strong>de niveaus eig<strong>en</strong>aar van de landelijke,<br />

regionale <strong>en</strong> lokale <strong>en</strong>ergie-infrastructuur) staat hiervoor aan de lat.<br />

De grootste opgave is de transitie naar duurzaamheid. Op lange termijn zijn ook de<br />

betaalbaarheid <strong>en</strong> betrouwbaarheid gedi<strong>en</strong>d bij e<strong>en</strong> succesvolle transitie naar e<strong>en</strong> duurzame<br />

<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing, ”Er is maar één weg naar betrouwbaarheid <strong>en</strong> betaalbaarheid <strong>en</strong> dat is via<br />

duurzaamheid”. 54 Marktwerking is nodig voor e<strong>en</strong> doelmatige ontwikkeling <strong>en</strong> toepassing van<br />

duurzaamheid, maar met uitsluit<strong>en</strong>d <strong>marktwerking</strong> kan niet word<strong>en</strong> volstaan. Aanvull<strong>en</strong>de inzet<br />

van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door de <strong>over</strong>heid is nodig om te markt hiertoe te prikkel<strong>en</strong>.<br />

53 A. Knops (2008): A Functional Legal Design for Reliable Electricity Supply: How Technology Affects Law.<br />

54 Tweede Kamerlid Diederik Samson tijd<strong>en</strong>s het spoeddebat op 14 mei 2009 <strong>over</strong> de verkoop van Ess<strong>en</strong>t.<br />

57


Marktwerking nu <strong>en</strong> in te toekomst<br />

Wat betreft <strong>marktwerking</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector is duidelijk dat er realistisch gesprok<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> weg<br />

terug meer is <strong>en</strong> dat bureaucratische sturing (in de vorm van <strong>publieke</strong> uitvoering) ge<strong>en</strong><br />

alternatief is. De aanpak van de grote uitdaging<strong>en</strong> die zich voordo<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector zal hoe<br />

dan ook moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> situatie met <strong>marktwerking</strong>.<br />

Dit neemt niet weg dat betrekkelijk veel <strong>en</strong> grootschalige <strong>over</strong>heidsinterv<strong>en</strong>ties noodzakelijk zijn<br />

om <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> veilig te stell<strong>en</strong>. Van belang is om met de inzet van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d kader te creër<strong>en</strong> waarin partij<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de prikkels, middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> zekerheid<br />

hebb<strong>en</strong> om de investering<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> die nodig zijn. Gezi<strong>en</strong> de grote dynamiek die de sector<br />

k<strong>en</strong>merkt, zal er sprake zijn van steeds nieuwe sturingsvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal de inzet van<br />

beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ook steeds moet<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> meebeweg<strong>en</strong>. Naast de reguler<strong>en</strong>de functie van<br />

de (Europese) <strong>over</strong>heid is er e<strong>en</strong> belangrijke faciliter<strong>en</strong>de taak voor de <strong>over</strong>heid weggelegd. Dit<br />

heeft met name betrekking op het netwerkbeheer.<br />

58


5 TOT SLOT: BESCHOUWING<br />

SECTOREN EN CONCLUSIES<br />

We sluit<strong>en</strong> dit rapport <strong>over</strong> de invloed van <strong>marktwerking</strong> op de realisatie van <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong><br />

af met e<strong>en</strong> ‘cross cases analysis’. In deze analyse signaler<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal ‘rode drad<strong>en</strong>’<br />

tuss<strong>en</strong> de drie cases, om vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal algem<strong>en</strong>e conclusies te trekk<strong>en</strong> <strong>over</strong> de<br />

verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ‘markt’ <strong>en</strong> ‘bureaucratie’ met betrekking tot de realisatie van <strong>publieke</strong><br />

<strong>waard<strong>en</strong></strong>. Dit heeft geleid tot de volg<strong>en</strong>de conclusies.<br />

1. Terugker<strong>en</strong>de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>. In de eerste plaats nem<strong>en</strong> we waar dat de sector<strong>en</strong><br />

onderwijs, zorg <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie op punt<strong>en</strong> sterk van elkaar verschill<strong>en</strong>. Zo zi<strong>en</strong> we dat er in de zorg<br />

<strong>en</strong> het onderwijs sprake is van bureaucratisering <strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ing op nationaal niveau. In de sector<br />

<strong>en</strong>ergie (levering <strong>en</strong> productie) is er vooral sprake van ord<strong>en</strong>ing van de markt op Europees<br />

niveau. Ook zi<strong>en</strong> we dat de vraag om meer <strong>marktwerking</strong> in het onderwijs vooral ‘van onderaf’<br />

komt, terwijl de <strong>marktwerking</strong> in de sector<strong>en</strong> gezondheidszorg <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie vooral ‘van bov<strong>en</strong>af’<br />

opgelegd lijkt te word<strong>en</strong>. In het onderwijs blijk<strong>en</strong> de behoeft<strong>en</strong> aan maatwerk c.q. flexibiliteit de<br />

drijvers achter de vraag naar meer <strong>marktwerking</strong> te zijn. In de sector<strong>en</strong> gezondheidszorg <strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>ergie vormt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> vooral de w<strong>en</strong>s om tot kost<strong>en</strong>reducties te kom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke<br />

drijver.<br />

Ondanks het feit dat deze drie sector<strong>en</strong> inhoudelijk sterk van elkaar verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

van <strong>marktwerking</strong> in meer of mindere mate sprake is, blijk<strong>en</strong> zij toch e<strong>en</strong> belangrijk aantal<br />

<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> met elkaar geme<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Steeds staan de betaalbaarheid, de<br />

toegankelijkheid, de continuïteit (betrouwbaarheid) <strong>en</strong> de kwaliteit (bijv. duurzaamheid) van de<br />

di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing c<strong>en</strong>traal. Op deze aspect<strong>en</strong> zijn de drie sector<strong>en</strong> vergelijkbaar.<br />

2. Diversiteit door <strong>marktwerking</strong>. We nem<strong>en</strong> waar dat de markt in de <strong>publieke</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing<br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de aspect<strong>en</strong> keuzevrijheid <strong>en</strong> maatwerk goede resultat<strong>en</strong> behaalt. Door het<br />

toelat<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> ontstaat er meer diversiteit in het aanbod <strong>en</strong> meer keuzevrijheid. In<br />

het primair onderwijs (e<strong>en</strong> sector die al gek<strong>en</strong>merkt werd door veel pluriformiteit) <strong>en</strong> in de zorg<br />

(differ<strong>en</strong>tiatie op logistieke aspect<strong>en</strong>, introductie van nieuwe zorgvorm<strong>en</strong>) maar ook in de<br />

<strong>en</strong>ergiesector (maatwerkcontract<strong>en</strong>, hoge <strong>en</strong> lage tariev<strong>en</strong>, gro<strong>en</strong>e <strong>en</strong> grijze stroom) kan de<br />

consum<strong>en</strong>t keuzes mak<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> groot palet aan leveringsarrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

3. M<strong>en</strong>gvorm<strong>en</strong> in plaats van zuiverheid. Ook concluder<strong>en</strong> wij dat, in alle drie de sector<strong>en</strong>,<br />

e<strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong> van de sector gebaat is bij e<strong>en</strong> mix van bureaucratische <strong>en</strong><br />

marktgerichte sturingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het is dus niet ‘het één of het ander’ maar juist ‘het één<br />

met het ander’. De weg naar e<strong>en</strong> ‘optimale mix’ verschilt in de drie sector<strong>en</strong>. De zorg is gebaat<br />

bij meer markt <strong>en</strong> minder regels. De <strong>en</strong>ergiesector is juist gebaat bij e<strong>en</strong> markt die, op Europees<br />

niveau, strakker gereguleerd wordt. Het beeld in de onderwijssector is diffuus: de <strong>en</strong>e <strong>publieke</strong><br />

waarde (maatwerk) is gebaat bij meer <strong>marktwerking</strong>, de andere <strong>publieke</strong> waarde<br />

(toegankelijkheid) is juist gebaat bij meer bureaucratische interv<strong>en</strong>ties.<br />

In de zorg ontstaat e<strong>en</strong> effectief stelsel doordat bureaucratische maatregel<strong>en</strong> (acceptatieplicht<br />

door zorgverzekeraars, verzekeringsplicht voor zorgconsum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, aanwijzing basisassortim<strong>en</strong>t,<br />

verbod op risicodiscriminatie) gecombineerd word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verruiming van de rol van de<br />

59


markt (meer outputfinanciering, concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> zorgverzekeraars, concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong><br />

zorgverl<strong>en</strong>ers).<br />

In het onderwijs kunn<strong>en</strong> private initiatiev<strong>en</strong> meer tegemoet kom<strong>en</strong> aan de roep om vraagsturing<br />

<strong>en</strong> vernieuwing. Voor het teg<strong>en</strong>gaan van negatieve effect<strong>en</strong> op <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> zijn echter<br />

bureaucratische interv<strong>en</strong>ties nodig. E<strong>en</strong> mix van instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (bijv. fonds<strong>en</strong>, beurz<strong>en</strong>, quota om<br />

ook de ‘minder bedeeld<strong>en</strong>’ toegang te verschaff<strong>en</strong> tot privaat onderwijs) kan de gevolg<strong>en</strong> van<br />

sociale segregatie bestrijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee de kwaliteit van onderwijs waarborg<strong>en</strong>. Immers,<br />

variëteit in doelgroep <strong>en</strong> solidariteit zijn mede bepal<strong>en</strong>d voor kwaliteit van onderwijsoutcome<br />

In de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing zorgt <strong>marktwerking</strong> wel voor prijsconcurr<strong>en</strong>tie, maar niet voor<br />

bescherming van de <strong>publieke</strong> waarde ‘duurzaamheid’. Ook op ‘betrouwbaarheid’ volstaat alle<strong>en</strong><br />

<strong>marktwerking</strong> niet. Om duurzaamheid <strong>en</strong> betrouwbaarheid te kunn<strong>en</strong> borg<strong>en</strong>, zijn juist meer<br />

<strong>over</strong>heidsinterv<strong>en</strong>ties (regels <strong>en</strong> prikkels) – vooral op Europees niveau - nodig. Voor het<br />

(<strong>publieke</strong>) netwerkbeheer kan het onderschatte instrum<strong>en</strong>t van publiek aandeelhouderschap<br />

word<strong>en</strong> ingezet, gecombineerd met investeringsverplichting<strong>en</strong>. Voor productie <strong>en</strong> levering van<br />

<strong>en</strong>ergie moet<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> met name marktprikkels (normstelling<strong>en</strong>, belasting<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

subsidies) leid<strong>en</strong> tot ontwikkeling van de belangrijkste <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>.<br />

Zo zi<strong>en</strong> we ook dat de <strong>en</strong>e sector (zorg) op dit mom<strong>en</strong>t gebaat is bij meer <strong>marktwerking</strong>, terwijl<br />

de andere sector (<strong>en</strong>ergie) voor de toekomst vooral baat heeft bij meer regels. In de sector die<br />

het meest vijandig staat teg<strong>en</strong><strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> (onderwijs) wordt wel degelijk de hygiënische<br />

rol van de markt onderk<strong>en</strong>d; de dreiging van de markt houdt de <strong>publieke</strong> sector scherp.<br />

‘Markt’ <strong>en</strong> ‘bureaucratie’ hebb<strong>en</strong> elkaar dus nodig; zij moet<strong>en</strong> elkaar niet bestrijd<strong>en</strong>, maar<br />

versterk<strong>en</strong>.<br />

4. Exist<strong>en</strong>tiële contradicties, impact op micro- <strong>en</strong> macroniveau <strong>en</strong> op korte <strong>en</strong> lange<br />

termijn. De w<strong>en</strong>selijkheid om maatwerk c.q. keuzevrijheid te bied<strong>en</strong> op het microniveau (=<br />

niveau ‘consum<strong>en</strong>t’) is vaak e<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> om <strong>marktwerking</strong> te introducer<strong>en</strong>.<br />

Tegelijkertijd zi<strong>en</strong> we op het niveau van de maatschappij dat e<strong>en</strong> sterke mate van differ<strong>en</strong>tiatie<br />

in het aanbod e<strong>en</strong> negatief effect heeft op de werking van het betreff<strong>en</strong>de sociale systeem in<br />

zijn geheel. In de zorg hebb<strong>en</strong> we gezi<strong>en</strong> dat ongereguleerde <strong>marktwerking</strong> kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />

mate van differ<strong>en</strong>tiatie in aanbod <strong>en</strong> kwaliteit, die het systeem voor grote groep<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

onbetaalbaar maakt. Als perc<strong>en</strong>tage van het BNP gev<strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> het meest aan<br />

gezondheidszorg uit in de wereld, terwijl de toegankelijkheid van de zorg dramatisch slechter is<br />

dan in West-Europa. In Nederland kond<strong>en</strong> deze Amerikaanse toestand<strong>en</strong> tot dusverre<br />

voorkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door juist e<strong>en</strong> aantal bureaucratische maatregel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong>. In het primair<br />

onderwijs dreigt <strong>marktwerking</strong> tot sociale segregatie te leid<strong>en</strong>. Kansarme kinder<strong>en</strong> gaan dan<br />

naar ‘arme schol<strong>en</strong>’ terwijl kansrijke kinder<strong>en</strong> naar ‘rijke schol<strong>en</strong>’ gaan (‘Engelse toestand<strong>en</strong>’).<br />

Hierdoor verdwijnt niet alle<strong>en</strong> de sociale cohesie, maar ook de mogelijkhed<strong>en</strong> tot ‘groepsler<strong>en</strong>’;<br />

kansarme kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich niet meer optrekk<strong>en</strong> aan het niveau van de kansrijke kinder<strong>en</strong>.<br />

In het gunstigste geval wordt de spreiding in de onderwijsprestaties van de gehele populatie<br />

(lees: ‘alle kinder<strong>en</strong> in het primair onderwijs’) substantieel groter én in het ongunstigste geval<br />

wordt deze spreidingsto<strong>en</strong>ame gekoppeld aan e<strong>en</strong> daling van de onderwijsprestaties van de<br />

populatie als geheel. Kortom: de introductie van <strong>marktwerking</strong> kan leid<strong>en</strong> tot positieve<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> op microniveau maar tegelijkertijd negatieve gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op het<br />

macroniveau.<br />

60


Met name in de <strong>en</strong>ergiesector speelt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk onderscheid naar lange termijn<br />

<strong>en</strong> korte termijn. Waar op korte termijn betaalbaarheid zich niet goed verhoudt tot duurzaamheid<br />

<strong>en</strong> betrouwbaarheid, is er op lange termijn betaalbaarheid alle<strong>en</strong> via duurzaamheid <strong>en</strong><br />

betrouwbaarheid te garander<strong>en</strong>.<br />

5. Fictief belang keuzevrijheid. Uit onderzoek blijkt dat de <strong>publieke</strong> waarde ‘keuzevrijheid’ in<br />

het debat sterk wordt <strong>over</strong>schat. ’Keuzevrijheid’ veronderstelt dat m<strong>en</strong> ook daadwerkelijk iets te<br />

kiez<strong>en</strong> heeft. Voor onderwijs <strong>en</strong> zorg is dat wellicht in de grote sted<strong>en</strong> het geval, maar op het<br />

platteland is er vaak maar één school <strong>en</strong> één streekziek<strong>en</strong>huis. Daarnaast zag<strong>en</strong> we dat de<br />

stelselwijziging in de zorg veel effect<strong>en</strong> sorteert, maar ook dat het keuzegedrag van de<br />

consum<strong>en</strong>t er nauwelijks door beïnvloed werd. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis dicht in de<br />

buurt <strong>en</strong>/of volg<strong>en</strong> het advies van hun huisarts op. In het onderwijs zi<strong>en</strong> we soortgelijke effect<strong>en</strong>;<br />

m<strong>en</strong> kiest vooral voor e<strong>en</strong> school in de buurt <strong>en</strong> veel minder op basis van (verme<strong>en</strong>de) kwaliteit<br />

of (lev<strong>en</strong>s)<strong>over</strong>tuiging. Ook de keuzevrijheid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ergieleveranciers heeft er niet<br />

voor gezorgd dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op grote schaal switch<strong>en</strong>. Complexe keuzes word<strong>en</strong> vooral intuïtief<br />

gemaakt! Het belang van ‘keuzevrijheid’ als waarde op zichzelf moet dus ernstig gerelativeerd<br />

word<strong>en</strong>. Keuzevrijheid is vooral van belang vanwege de concurr<strong>en</strong>tieprikkels die op die manier<br />

geïntroduceerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

6. De derde weg, intrinsieke motivatie. In het debat <strong>over</strong> ‘bureaucratie versus markt’ wordt de<br />

werking van e<strong>en</strong> derde coördinatiemechanisme, namelijk de bedrijfs- of beroepscultuur, sterk<br />

onderschat. In de zorg blek<strong>en</strong> bijna failliete ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> (<strong>marktwerking</strong>!) toch nog kwalitatief<br />

goed te functioner<strong>en</strong>. In het onderwijs blijk<strong>en</strong> veel schol<strong>en</strong>, ondanks e<strong>en</strong> <strong>over</strong>maat aan Haagse<br />

regels (bureaucratie!) toch nog goed te functioner<strong>en</strong>. In beide gevall<strong>en</strong> zou het feit dat de<br />

beroepsgroep sterk intrinsiek gemotiveerd is wel e<strong>en</strong>s meer impact kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dan de<br />

markt of de bureaucratie kunn<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>.<br />

7. Deregulering of <strong>marktwerking</strong>? De roep om <strong>marktwerking</strong> klinkt op nationaal niveau het<br />

sterkst door in sector<strong>en</strong> die verregaand geperverteerd zijn door regelgeving. In het primair<br />

onderwijs heeft juist de aversie teg<strong>en</strong> bureaucratische regels geleid tot e<strong>en</strong> aantal private<br />

initiatiev<strong>en</strong>. In de zorg zi<strong>en</strong> we dat bureaucratische maatregel<strong>en</strong> (<strong>en</strong>orme aantall<strong>en</strong> DBC’s) één<br />

van de beoogde effect<strong>en</strong> van stelselwijziging (namelijk kost<strong>en</strong>verlaging) juist t<strong>en</strong>iet doet. Wij<br />

zi<strong>en</strong> hierin het onbedoelde optred<strong>en</strong> van de ‘wet van de beleidsaccumulatie’. Door het strev<strong>en</strong><br />

om e<strong>en</strong> zo groot mogelijk aantal <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> te realiser<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> er steeds meer regels<br />

geformuleerd waardoor het systeem perverteert <strong>en</strong> uiteindelijk in crisis raakt. Hierbij ontstaat de<br />

vraag of de oplossing ligt in het introducer<strong>en</strong> van meer <strong>marktwerking</strong> of in deregulering.<br />

Duidelijk is wel dat e<strong>en</strong> markt met veel regels slecht kan functioner<strong>en</strong> (casus gezondheidszorg)<br />

én dat e<strong>en</strong> bureaucratie met beduid<strong>en</strong>d minder regels ook nog goed kan functioner<strong>en</strong> (casus<br />

onderwijs: als de eindkwaliteit goed toetsbaar is, vervalt de noodzaak om ingewikkelde regels<br />

met betrekking tot de verstrekking van budgett<strong>en</strong> te verzinn<strong>en</strong>). In alle gevall<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wij<br />

deregulering als één van de belangrijkste maatregel<strong>en</strong>, maar het is maar de vraag of<br />

deregulering één-op-één gekoppeld mag word<strong>en</strong> aan <strong>marktwerking</strong>. Alle<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>ergiesector<br />

zi<strong>en</strong> we dat <strong>marktwerking</strong> niet is ingezet om e<strong>en</strong> teveel aan regels <strong>en</strong> bureaucratie te<br />

doorbrek<strong>en</strong>, maar dat deregulering vooral e<strong>en</strong> gevolg was van de ambitie om e<strong>en</strong> markt op<br />

Europese schaal vorm te gev<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s is opvall<strong>en</strong>d dat het netwerkbeheer weer sterker<br />

gereguleerd wordt vormgegev<strong>en</strong> door middel van regionale <strong>en</strong> nationale monopolies in <strong>publieke</strong><br />

hand<strong>en</strong>.<br />

61


8. Overheid of <strong>over</strong>head, het zichtbaar word<strong>en</strong> van de kost<strong>en</strong> van de bureaucratie. In de<br />

gezondheidszorg zi<strong>en</strong> we dat de introductie van <strong>marktwerking</strong> gepaard gaat met fors hogere<br />

transactiekost<strong>en</strong> (bijv. het gebruik van DBC’s). Het toepass<strong>en</strong> van outputfinanciering, het<br />

verrek<strong>en</strong><strong>en</strong> van levering<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> marktpartij<strong>en</strong> <strong>en</strong> het toezicht op het functioner<strong>en</strong> van de<br />

markt heeft geleid tot e<strong>en</strong> substantiële to<strong>en</strong>ame van de werkgeleg<strong>en</strong>heid bij marktpartij<strong>en</strong> (meer<br />

<strong>over</strong>head) <strong>en</strong> bij toezichthouders (meer <strong>over</strong>heid). De vraag of deze hogere transactiekost<strong>en</strong><br />

opweg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de beoogde kost<strong>en</strong>reducties is niet volledig beantwoord. Vooralsnog zijn we<br />

echter g<strong>en</strong>eigd om aan te nem<strong>en</strong> dat de introductie van <strong>marktwerking</strong> als voordeel heeft dat het<br />

de kost<strong>en</strong> van de ‘oude bureaucratie’ t<strong>en</strong>minste zichtbaar maakt. In de zorg bestond er<br />

bijvoorbeeld al e<strong>en</strong> uitgebreid <strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerd tariefstelsel, terwijl de marktmeester (de<br />

Nederlandse Zorg Autoriteit) in deze sector al e<strong>en</strong> voorloper in de vorm van het COTG<br />

(C<strong>en</strong>traal Orgaan Tariev<strong>en</strong> Gezondheidszorg) k<strong>en</strong>de. In de sector <strong>en</strong>ergie zull<strong>en</strong> soortgelijke<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> (met de splitsing van de productie- <strong>en</strong> leveringsbedrijv<strong>en</strong> van de<br />

netwerkbedrijv<strong>en</strong>, waarbij de netwerkbedrijv<strong>en</strong> in <strong>publieke</strong> hand<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>), terwijl het primair<br />

onderwijs vooral laat zi<strong>en</strong> dat deregulering leidt tot minder ‘Haagse bureaucratie’ <strong>en</strong> iets meer<br />

<strong>over</strong>head in de sector zelf. .<br />

9. Debat <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> is vertroebeld. Ook hebb<strong>en</strong> we geconstateerd dat het debat <strong>over</strong><br />

<strong>marktwerking</strong> versus bureaucratie in de <strong>publieke</strong> sector vertroebeld wordt door exog<strong>en</strong>e<br />

ontwikkeling<strong>en</strong>. Zo kunn<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>stijging<strong>en</strong> in de zorg niet zondermeer toegeschrev<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> fal<strong>en</strong>de markt of e<strong>en</strong> fal<strong>en</strong>de bureaucratie. De kost<strong>en</strong> van vergrijzing (meer<br />

vraag!) <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van nieuwe behandelmethod<strong>en</strong> (innovatie!) kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld e<strong>en</strong> veel<br />

groter effect hebb<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> wijziging in de mix van bureaucratische <strong>en</strong> marktgeoriënteerde<br />

sturingsmiddel<strong>en</strong>.<br />

Hetzelfde geldt voor de <strong>en</strong>ergiesector waar moeilijk is vast te stell<strong>en</strong> welke effect<strong>en</strong> de invoering<br />

van <strong>marktwerking</strong> heeft veroorzaakt. De invloed van de gesteg<strong>en</strong> brandstofprijz<strong>en</strong> op de<br />

mondiale markt lijkt de efficiëntievoordel<strong>en</strong> als gevolg van <strong>marktwerking</strong> te <strong>over</strong>schaduw<strong>en</strong>.<br />

Zonder e<strong>en</strong> deugdelijke correctie voor dit type autonome ontwikkeling<strong>en</strong>, kan de invloed van de<br />

introductie van <strong>marktwerking</strong> nooit op e<strong>en</strong> verantwoorde wijze geëvalueerd word<strong>en</strong>.<br />

10. Competing values versus competing instrum<strong>en</strong>ts. E<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong> de drie cases<br />

levert ook op dat er sprake is van e<strong>en</strong> terugker<strong>en</strong>d conflict rond twee <strong>waard<strong>en</strong></strong> (‘competing<br />

values’); <strong>en</strong>erzijds is er (in diverse verschijningsvorm<strong>en</strong>) de <strong>publieke</strong> waarde ‘betaalbaarheid’ <strong>en</strong><br />

anderzijds is er (in diverse verschijningsvorm<strong>en</strong>) de <strong>publieke</strong> waarde ‘kwaliteit’. Steeds lijkt dit<br />

tweetal <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong> op gespann<strong>en</strong> voet met elkaar te staan.<br />

Opvall<strong>en</strong>d daarbij is dat de teg<strong>en</strong>standers van <strong>marktwerking</strong> steeds red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> vanuit het<br />

paradigma dat meer kwaliteit of e<strong>en</strong> hoger voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>peil per definitie ook meer geld moet<br />

kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus t<strong>en</strong> koste moet gaan van de macrobetaalbaarheid. Zij b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> het bestaan<br />

van ‘competing values’ <strong>en</strong> ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> daarmee de mogelijkheid om met behulp van<br />

schaalvoordel<strong>en</strong>, scopevoordel<strong>en</strong> (minder coördinatieverliez<strong>en</strong> in ket<strong>en</strong>s door e<strong>en</strong> betere<br />

wederzijdse afstemming) <strong>en</strong> procesinnovatie ‘meer waar voor hetzelfde geld’ te bied<strong>en</strong>. Hun<br />

red<strong>en</strong>ering luidt dan ook steeds ‘als we betere voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> will<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> we daar<br />

meer voor <strong>over</strong> hebb<strong>en</strong>’.<br />

Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de voorstanders van <strong>marktwerking</strong> vaak maar weinig oog voor de<br />

condities waarin de markt kan florer<strong>en</strong>. Het feit dat <strong>marktwerking</strong> in bepaalde dunbevolkte<br />

regio’s bijna volledig ontbreekt omdat er te weinig aanbod is, wordt g<strong>en</strong>egeerd. Ook het feit dat<br />

<strong>marktwerking</strong> op de lange termijn effect<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong> die ‘markttechnisch gezond zijn’ maar<br />

daarom nog niet door iedere<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>st zijn (bijv. het verdwijn<strong>en</strong> van bepaalde typ<strong>en</strong> aanbod)<br />

62


wordt gebagatelliseerd. Verder wordt de noodzaak om ‘transparante markt<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘level<br />

playing field’ te creër<strong>en</strong> niet zeld<strong>en</strong> veronachtzaamd. De vraag of het ontstaan van markt- of<br />

k<strong>en</strong>nismonopolies de beoogde effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> t<strong>en</strong>iet kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, komt niet aan<br />

bod. Het paradigma is ‘de markt is goed voor de <strong>publieke</strong> sector, schaf die bureaucratie nu<br />

maar e<strong>en</strong>s af’. Daarmee wordt vooral het bestaan van de ‘competing instrum<strong>en</strong>ts’ van de markt<br />

<strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de bureaucratie anderzijds b<strong>en</strong>adrukt.<br />

Omdat het bij ‘<strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>’ bijna vanzelfsprek<strong>en</strong>d ook gaat om ‘politieke <strong>waard<strong>en</strong></strong>’, krijg<strong>en</strong><br />

discussies <strong>over</strong> <strong>marktwerking</strong> <strong>en</strong> bureaucratische sturing vaak e<strong>en</strong> nogal ééndim<strong>en</strong>sionaal<br />

karakter. Het gaat, in de term<strong>en</strong> van dit rapport, om ‘competing values’ of om ‘competing<br />

instrum<strong>en</strong>ts’. Bijna altijd wordt er impliciet gesprok<strong>en</strong> <strong>over</strong> deze begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet zeld<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> deze begripp<strong>en</strong> verhaspeld in de retoriek die het debat eig<strong>en</strong> is. Wij zijn van m<strong>en</strong>ing dat<br />

er niet alle<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> meerdim<strong>en</strong>sionale werkelijkheid, maar ook dat dit discours<br />

gebaat is bij het erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van dit karakter. De ontwikkeling<strong>en</strong> in de zorg kunn<strong>en</strong> deze<br />

stellingname onderstrep<strong>en</strong>. In deze sector is dec<strong>en</strong>nia lang geworsteld met stelselherzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> lijkt nu toch e<strong>en</strong> redelijk effectieve oplossing gevond<strong>en</strong> te zijn die als k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> heeft ‘meer<br />

markt én meer <strong>over</strong>heid’.In het onderwijs kan meer ruimte (minder <strong>over</strong>heid) de negatieve<br />

effect<strong>en</strong> van <strong>marktwerking</strong> teg<strong>en</strong>gaan, doordat er meer differ<strong>en</strong>tiatie binn<strong>en</strong> het systeem<br />

mogelijk wordt. Daar is dus e<strong>en</strong> oplossing te vind<strong>en</strong> bij ‘minder <strong>over</strong>heid <strong>en</strong> minder markt’.<br />

Noch de <strong>publieke</strong> <strong>waard<strong>en</strong></strong>, noch het beleidsinstrum<strong>en</strong>t di<strong>en</strong><strong>en</strong> dus verabsoluteerd te word<strong>en</strong>.<br />

Bij de realisatie van og<strong>en</strong>schijnlijke ‘competing values’ di<strong>en</strong><strong>en</strong> juist de mogelijkhed<strong>en</strong> om te<br />

deconflicter<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal te staan. Met behulp van e<strong>en</strong> selectieve, contextafhankelijke toepassing<br />

van beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet dit proces van deconflictering gestalte kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>.<br />

63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!