Bulletin 22 - Vereniging voor Klinische Psychotherapie

Bulletin 22 - Vereniging voor Klinische Psychotherapie Bulletin 22 - Vereniging voor Klinische Psychotherapie

klinische.psychotherapie.nl
from klinische.psychotherapie.nl More from this publisher
17.09.2013 Views

zo hoog mogelijke waarschijnlijkheid, gegeven de beschikbare informatie. Zij beschrijven vervolgens enkele modellen: de Markovketen, het stroommodel en het regressiemodel. Bij het schatten van de kosten van de behandeling moet men onderscheid maken tussen volumina en kostprijzen. Volumina zijn bijvoorbeeld het aantal therapiesessies en verzuimdagen. Kostprijzen zijn de monetaire waarderingen van deze effecten. Het kostprijsonderzoek kent twee stromingen, de humancapital methode en de frictiekostenmethode. Deze worden beschreven. Het maatschappelijk waarderen van de effecten van langdurige psychotherapie vindt plaats door uitkomstvariabelen te kiezen die een maatschappelijk invoel- bare waarde hebben. Bijvoorbeeld het aantal dagen zonder depressie. Het afwegen van de kosten tegen dergelijke invoelbare effecten is vaak verhel- derend, bijvoorbeeld 20.000 euro per ziektevrij jaar. Maar een ziektevrij jaar bij een hartpatiënt heeft een andere maatschappelijke waarde dan die bij een psychiatrisch patiënt. Bij langdurige psychotherapie is de kwaliteit van leven een belangrijke uitkomstmaat. De winst van kwaliteit van leven is gebonden aan de tijd dat deze wordt genoten en wordt daarom in kosteneffectiviteistsanalyses gekoppeld aan levensjaren oftewel quality adjusted life years, QALY's genoemd. Deze wordt gemeten met vragenlijsten als EuroqolEQ-5D (Euroqol five dimensional quality of life questionnaire) en HUI 3 (health utility index mark III). Deze vragenlijsten geven daarnaast een indruk van de ziektelast. Bij psycho- therapiepatiënten blijkt deze veel zwaarder te zijn dan velen denken. De effectiviteit van langdurige psychotherapie kan onderzocht worden via gerandomiseerd onderzoek of door naturalistisch onderzoek. Bij dit laatste wordt niet ingegrepen in het behandelproces. Met behulp van statistische methoden kan de onderzoeker controleren op variabelen en storende invloeden. Ook moet nagegaan worden of de resultaten passen in het klinisch theoretisch model. Al met al kan de onderzoeker bij een naturalistisch onderzoek toch wel gegronde uitspraken doen over verschillen in effecten. Gelimiteerde maar voor het beleid relevante uitspraken zijn met het economisch model mogelijk als de best mogelijke schattingen van de verschil- lende parameters worden toegepast. Bij psychotherapiepatiënten kunnen de ziektelast en de directe kosten van langdurige psychotherapie eenvoudig worden geschat. Dan kan proactief worden gereageerd op de te verwachten maatschappelijke ontwikkelingen bij het beoordelen van de doelmatigheid van interventies zoals bij langdurige psychotherapie. Medisch Contact In het nummer van 19 September 2003 staat een artikel 'Een zware ziektelast' van de hand van Busschbach en Verheul. Doordat het aantal wetenschappelijke onderzoeken over de doelmatigheid van langdurige psychotherapie schaars is, is het begrijpelijk dat langdurige psychotherapie een verleidelijk doel is bij de bezuiniging in de gezondheidszorg. Maar de

afwezigheid van data maakt ook de kans op ongewenste gevolgen groter en bij nadere inspectie van het beschikbare wetenschappelijk bewijs ook waarschijnlijk. Veelal denkt men bij langdurige psychotherapie aan YAVISpatiënten die een lage lijdensdruk hebben. Maar hoe zit het met de epidemiologische gegevens betreffende de ziektelast van de patiënten. De permanente kwaliteitsmonitor 'STEP' heeft onlangs de Euroqol vragenlijst toegevoegd aan de al bestaande meetinstrumenten. Deze vragenlijst wordt ingevuld door patiënten voordat de langdurige psychotherapie begint. Hun ziektelast is daardoor goed te vergelijken met de ziektelast van andere kwalen. En dan blijkt dat die ziektelast even zwaar is als een vaatafsluiting in het been of als diabetes met complicaties. En duidelijk zwaarder dan hoog cholesterol of hypertensie. In het rapport van de Gezondheidsraad (2001) werd vermeld dat de werk- zaamheid van langdurige psychotherapie wel bewezen was bij persoonlijkheids stoornissen en persisterende stemmingsstoornissen. Kortdurende psychotherapie is geschikt voor de behandeling van geïsoleerde symptomen maar als de pathologie is verweven met een persoonlijkheids- stoornis dan schieten de korte therapieën tekort. Iets wat al van af de jeugd is ingesleten laat zich natuurlijk niet in tien sessies veranderen. De laatste tijd is er een sterk groeiend aantal goede wetenschappelijke studies verschenen die laten zien dat psychotherapie bij persoonlijkheidsstoornissen leidt tot een sterke reductie van de klachten en een verbetering van het sociaal functioneren. Er is verder een meta-analyse van gecontroleerde effectstudies. Hierbij blijkt dat de gemiddelde effectgrootte van specialistische psychotherapie bij persoonlijkheidsstoornissen ligt tussen 1,1 en 1,3. Dit wijst op effecten van grote omvang. Daarbij is er een sterke rechtlijnige relatie tussen de duur, het aantal sessie en het herstel. Bij 20 sessies herstelt 20% en bij 225 sessies 80%. Verder zijn er aanwijzingen dat effectieve psychotherapieën leiden tot minder kosten elders in de gezondheidszorg. Er is inmiddels een multicenteronderzoek gestart bij 800 patiënten. Het onderzoek heet 'Sceptre'. De vraagstelling hierbij is de kosteneffectiviteit van verschillende vormen en doseringen van psychotherapie. Hieraan doen mee: De Viersprong, De Gelderse Roos, Altrecht, Het Zaans Medisch Centrum De Heel, GGZ Westelijk Noord Brabant, het Erasmus Medisch Centrum en de Universiteit van Amsterdam. De Psychiater In het nummer van Juli 2004 worden enkele voordrachten op het 32-ste Voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie aangehaald. Onder andere de workshop die Prof. Dr F. de Jonghe samen met S. de Maat heeft gehouden over effectiviteit van langdurige psychotherapie. Een onderzoek van Dührssen betrof 62 patiënten. Deze werden onderzocht voor de psychotherapie en vijf jaar na het beëindigen er van. De ziekenhuis- opnamen waren gedaald van 10 dagen er voor tot 1,9 dagen vijf jaar er na. Het aantal dagen ziekteverzuim per jaar daalde van 32 dagen er voor tot 8 dagen vijf jaar er na.

zo hoog mogelijke waarschijnlijkheid, gegeven de beschikbare<br />

informatie.<br />

Zij beschrijven vervolgens enkele modellen: de Markovketen,<br />

het stroommodel en het regressiemodel. Bij het schatten van<br />

de kosten van de behandeling moet men onderscheid maken<br />

tussen volumina en kostprijzen. Volumina zijn bij<strong>voor</strong>beeld het<br />

aantal therapiesessies en verzuimdagen. Kostprijzen zijn de<br />

monetaire waarderingen van deze effecten.<br />

Het kostprijsonderzoek kent twee stromingen, de humancapital<br />

methode en de frictiekostenmethode. Deze worden<br />

beschreven.<br />

Het maatschappelijk waarderen van de effecten van<br />

langdurige psychotherapie vindt plaats door<br />

uitkomstvariabelen te kiezen die een maatschappelijk invoel-<br />

bare waarde hebben. Bij<strong>voor</strong>beeld het aantal dagen zonder<br />

depressie. Het afwegen van de kosten tegen dergelijke<br />

invoelbare effecten is vaak verhel- derend, bij<strong>voor</strong>beeld 20.000<br />

euro per ziektevrij jaar. Maar een ziektevrij jaar bij een<br />

hartpatiënt heeft een andere maatschappelijke waarde dan die<br />

bij een psychiatrisch patiënt.<br />

Bij langdurige psychotherapie is de kwaliteit van leven een<br />

belangrijke uitkomstmaat. De winst van kwaliteit van leven is<br />

gebonden aan de tijd dat deze wordt genoten en wordt daarom<br />

in kosteneffectiviteistsanalyses gekoppeld aan levensjaren<br />

oftewel quality adjusted life years, QALY's genoemd. Deze<br />

wordt gemeten met vragenlijsten als EuroqolEQ-5D (Euroqol<br />

five dimensional quality of life questionnaire) en HUI 3 (health<br />

utility index mark III).<br />

Deze vragenlijsten geven daarnaast een indruk van de<br />

ziektelast. Bij psycho- therapiepatiënten blijkt deze veel<br />

zwaarder te zijn dan velen denken.<br />

De effectiviteit van langdurige psychotherapie kan onderzocht<br />

worden via gerandomiseerd onderzoek of door naturalistisch<br />

onderzoek. Bij dit laatste wordt niet ingegrepen in het<br />

behandelproces. Met behulp van statistische methoden kan de<br />

onderzoeker controleren op variabelen en storende invloeden.<br />

Ook moet nagegaan worden of de resultaten passen in het<br />

klinisch theoretisch model. Al met al kan de onderzoeker bij<br />

een naturalistisch onderzoek toch wel gegronde uitspraken<br />

doen over verschillen in effecten.<br />

Gelimiteerde maar <strong>voor</strong> het beleid relevante uitspraken zijn<br />

met het economisch model mogelijk als de best mogelijke<br />

schattingen van de verschil- lende parameters worden<br />

toegepast.<br />

Bij psychotherapiepatiënten kunnen de ziektelast en de<br />

directe kosten van langdurige psychotherapie eenvoudig<br />

worden geschat.<br />

Dan kan proactief worden gereageerd op de te verwachten<br />

maatschappelijke ontwikkelingen bij het beoordelen van de<br />

doelmatigheid van interventies zoals bij langdurige<br />

psychotherapie.<br />

Medisch Contact<br />

In het nummer van 19 September 2003 staat een artikel 'Een<br />

zware ziektelast' van de hand van Busschbach en Verheul.<br />

Doordat het aantal wetenschappelijke onderzoeken over de<br />

doelmatigheid van langdurige psychotherapie schaars is, is het<br />

begrijpelijk dat langdurige psychotherapie een verleidelijk doel<br />

is bij de bezuiniging in de gezondheidszorg. Maar de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!