17.09.2013 Views

Bulletin 22 - Vereniging voor Klinische Psychotherapie

Bulletin 22 - Vereniging voor Klinische Psychotherapie

Bulletin 22 - Vereniging voor Klinische Psychotherapie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Inhoudsopgave<br />

Redactioneel<br />

<strong>Bulletin</strong> <strong>22</strong> Jaargang 6 – Nummer 4 – Juli 2004<br />

Crossroads of culture; where groups converge. Verslag<br />

van het 15-de IAGP congres in Istanbul.<br />

M.E.van Aken - van der Meer<br />

Disstressregulatie; holding en leren. M.W. Knigge<br />

Actuele wetenschappelijke ontwikkelingen in hun relatie<br />

tot klinische <strong>Psychotherapie</strong>. Studiedag in Pittem. Inleiding:<br />

• klinische psychotherapie tussen kunst en<br />

wetenschap.<br />

• Het vanzelfsprekende. Geheugen en fantasie<br />

• <strong>Psychotherapie</strong> en het organisch substraat<br />

Aandacht <strong>voor</strong>….<br />

Aankondigingen<br />

Redactioneel<br />

Wim de Waard<br />

De vernieuwde cover is niet willekeurig gekozen. Er zit enige<br />

symboliek in en ik ben benieuwd wat u er van vindt. Het kan<br />

natuurlijk altijd weer veranderd worden.<br />

In de eerste dertig jaren van de klinische psychotherapie vond<br />

deze <strong>voor</strong>al plaats in Therapeutische Gemeenschappen. Het<br />

idee daarbij was om te trachten een herstructurering van het<br />

karakter bij de patiënten c.q. cliënten tot stand te brengen en<br />

daarmee genezing te bereiken. Een vervolgbehandeling vond<br />

derhalve over het algemeen niet plaats.<br />

Inmiddels zijn de tijden veranderd. De te behandelen<br />

patiënten (cliënten) hebben een veel complexere problematiek<br />

en genezing is reeds lang niet meer het doel. Veeleer is het<br />

doel om een leefbaar evenwicht te hervinden of dit tot stand te<br />

brengen, indien dit aan de patiënt (cliënt) nog nooit was<br />

gelukt. Steeds vaker wordt dan ook een vervolgbehandeling<br />

ingezet: deeltijdbehandeling na een klinische behandeling of<br />

poliklinische behandeling na een deeltijd- behandeling of een<br />

klinische behandeling. Niet altijd, maar vaak worden deze drie<br />

behandelafdelingen overkoepeld door een coördinerende<br />

afdeling of staf.


En dan komen we weer bij de cover van het <strong>Bulletin</strong>. Drie<br />

ellipsen in de kleur van de VKP letters, de grootste ellips <strong>voor</strong><br />

de kliniek, de iets kleinere <strong>voor</strong> de deeltijd en de kleinste <strong>voor</strong><br />

de polikliniek. De patiënt komt daar immers vaak slechts<br />

eenmaal per week <strong>voor</strong> de psychotherapie. Boven de drie<br />

ellipsen een grote bruine boog die als een coördinator de drie<br />

ellipsen overkoepelt, een zelfde boog als boven de VKP letters<br />

staat.<br />

Bij deze een reminder aan de cursus 'Holdingspecifieke<br />

aspecten van behandeling 2004 - 2005, die 5 November 2004<br />

begint. De cursus is erkend door de VKP en telt dus mee <strong>voor</strong><br />

het gespecialiseerd lidmaatschap. Maar ook zonder dat is de<br />

cursus sterk aan te bevelen.<br />

Marja van Aken is vorige zomer, in Augustus, naar het<br />

congres geweest van de International Association of<br />

Grouppsychotherapy (IAGP). In Istanbul. Met een levendig<br />

verslag maakt zij ons deelgenoot van haar belevenissen aldaar.<br />

Wilmar Knigge is eveneens in het buitenland geweest. In<br />

Berlijn woonde zij in Mei 2003 de Europian Conference on<br />

traumatic stress bij. Zij was <strong>voor</strong>al geïmponeerd door de<br />

workshop van Ulrich Sachsse die een uitgebreide uiteenzetting<br />

gaf over disstress - systemen en zij heeft hiervan een verslag<br />

<strong>voor</strong> ons gemaakt.<br />

Tijdens het jaarlijkse congres van de American Psychiatric<br />

Association (APA) in Mei 2004 werd besloten dat in de DSM - V<br />

de as - II vervalt en dat de persoonlijkheidsstoornissen<br />

ondergebracht worden bij de As - I stoornissen. Dan weet u<br />

dat maar vast. Reden? Volgens sommigen betaalt de<br />

verzekering dan makkelijker.<br />

In het vorige <strong>Bulletin</strong> stonden de eerste twee lezingen van de<br />

studiedag in Pittem in September 2003. Georganiseerd door de<br />

Kliniek St. Jozef te Pittem in samenwerking met de Vlaamse<br />

<strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> Psychoanalytische Therapie en de Vlaamse<br />

<strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> Gedragstherapie. Een boeiende studiedag<br />

trouwens. In dit <strong>Bulletin</strong> samenvattingen van drie lezingen van<br />

die dag. Waaronder een verbeterde versie van de lezing van<br />

Kinet. De lezing van Audenaert gaat over medische<br />

beeldvorming en daar wordt niet mee bedoeld de beeldvorming<br />

over het medisch beroep maar over de beeldvorming die men<br />

kan krijgen bij het toepassen van de verschillende soorten<br />

scans, zoals een CT scan. U heeft dan nog een lezing te goed,<br />

over de relevantie van neurowetenschappen <strong>voor</strong> toekomstige<br />

gedragstherapie, en dat komt in het volgende <strong>Bulletin</strong>.<br />

In de rubriek Aandacht <strong>voor</strong> …. worden twee artikelen<br />

aangehaald van Busschbach en Verheul. Een reactie op de<br />

plannen van Hoogervorst om op psychotherapie te bezuinigen.<br />

Goedkoop zal waarschijnlijk duurkoop blijken te zijn, maar<br />

Hoogervorst is zo ver nog niet, want de 'bezuinigingsplannen'<br />

gaan nog steeds door. Ondanks de bezwaren van de<br />

Nederlandse <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> Psychiatrie (ook in de rubriek) en<br />

het kort geding dat de NVvP had aange- spannen. En verloor.<br />

Ook aandacht <strong>voor</strong> een workshop die de Jonghe en de Maat<br />

tijdens het jaarlijks congres van de NVvP hielden. Langdurige


psychotherapie is effectief, zo blijkt uit diverse onderzoeken.<br />

Busschbach en Verheul noemen trouwens andere onderzoeken<br />

die ook deze conclusie hebben.<br />

Nu dit <strong>Bulletin</strong> klaar is kunnen wij, Hélène en ik, zorgeloos<br />

naar Bali afreizen.<br />

Crossroads of culture:<br />

where groups converge.<br />

Verslag van het 15e IAGP congres in<br />

Istanbul.<br />

Marja van Aken-van der Meer.<br />

Schiphol, <strong>22</strong> augustus 2003, 9.00 uur.<br />

Wij zijn blij verrast als we bij het instappen vijf andere<br />

collega’s aantreffen. Ook zij hadden besloten van de<br />

gelegenheid gebruik te maken en twee dagen eerder dan het<br />

officiële congres begint, Istanboul te verkennen. De 3,5 uur<br />

vliegen…vliegen dan ook <strong>voor</strong>bij met bijpraten. Her en der<br />

liggen veel dwarsverbanden. We kennen elkaar uit opleidings<br />

groepen, bestuursactiviteiten en studiedagen. Van de VKP en<br />

de NVGP.<br />

Het Vardar Palace Hotel, waar we met ons achten dus de<br />

Nederlandse collega’s logeren blijkt een oud huis in de<br />

levendige wijk Taxim, zo’n 20 minuten lopen van het<br />

congrescentrum. Het groepsproces wordt onmiddellijk op de<br />

proef gesteld als we met z’n zevenen besluiten wat rond te<br />

lopen. Linksaf of rechtsaf, naar de Bosporus of de stad in.<br />

Uiteindelijk wordt het Bosporus, maar welk terrasje? Nee, er<br />

wordt geen bier verkocht. Verder lopen <strong>voor</strong> bier, hou nou op,<br />

ik ben al zo moe. En dan het geld. Het kleinste papiertje is<br />

500.000 en al die nullen van de miljoenen die we uitgeven<br />

schemeren ons <strong>voor</strong> de ogen. Een zakje noten <strong>voor</strong> 3.000.000,<br />

is dat te veel? Op de terugweg naar het hotel eten we in een<br />

“gat in de muur”-restaurant. We kiezen uit grote bakken met<br />

heerlijk uitziende gerechten die ook nog heerlijk blijken te<br />

smaken. Weer geen bier. Dan op zoek naar een plek waar wel<br />

bier is. De eerste afvaller meldt zich en gaat naar bed.<br />

De volgende twee dagen vallen we in subgroepen uiteen.<br />

Bezoeken moskeeën, het Tokapi-paleis, het Domabace-paleis<br />

en natuurlijk de bazar. De eerste leren jas wordt gescoord.<br />

Congrespapieren worden afgehaald, op een terrasje aan de<br />

Bosporus bekeken en de verwarring slaat toe. Het programma<br />

begint om half 8 en eindigt om 20.00 uur. Er zijn twee<br />

koffiepauzes, geen lunchpauze. Er zijn papers, workshops en<br />

on-going experiëntal groups. De workshops duren anderhalf<br />

uur, 3 uur of 4 en een half uur. We zien dat één van ons, Cor<br />

de Haan, maandag om half 8 de spits afbijt en één van ons, de<br />

schrijfster van dit verslag, op vrijdagmiddag in het laatste<br />

programma onderdeel een presentatie geeft. Niet de mooiste<br />

plaatsen in het programma. De andere drie Nederlandse<br />

bijdragen zijn gelukkig op betere momenten ingedeeld.


Anderhalf uur later, enige kopjes Turkse koffie, apple tea en<br />

een broodje verder hebben we meer zicht op het programma<br />

en onze keus <strong>voor</strong> de maandag gemaakt.<br />

Om half 7 ’s avonds is de openingssessie met de gebruikelijke<br />

strijkages onder het hoofd “Greeting and announcements”.<br />

De lezing over schaamte van de scheidende president Sabar<br />

Rustomjee als Presidential Address”, komt wat uit de lucht<br />

vallen. De aanstaande president, een grote vriendelijke Zweed<br />

luisterend naar de naam Christer Sandal, vertelt over zijn<br />

ervaring als beginnende congresganger en hoe weinig hij zich<br />

op zijn gemak voelde. Een verfrissende weinig hanige<br />

benadering die ik nooit eerder, en dit is mijn vijfde IAGPcongres,<br />

meemaakte.<br />

We lopen met lampionnen in de hand naar het militaire<br />

museum aan de overkant van de straat. Ondertussen pratend<br />

en grapjes makend met andere congresgangers. De tuin waar<br />

de receptie plaats vindt is sprookjesachtig verlicht, er staan<br />

prachtige grote schalen met allerlei Turkse hapjes, drankjes<br />

worden royaal rondgedeeld, de zomernacht is warm, een<br />

romantische ontvangst. De Ottomaanse Garde komt op muziek<br />

spectaculair binnen gemarcheerd en treedt op rond de vijver.<br />

Zij doen mij aan Ali Baba denken. Een aantal collega’s vindt dit<br />

te veel militair vertoon.<br />

De volgende dag wordt ons in de openingslezing duidelijk hoe<br />

sterk de Turkse identiteit geworteld is in militarisme en hoe<br />

“passend” dit militair vertoon dus was.<br />

De plenaire sessies<br />

Deze beginnen om 9 uur, na de eerste serie workshops.<br />

Onder de titel “Het effect van politieke omwentelingen op de<br />

culturele evolutie” geeft een Turkse professor een overzicht<br />

over de ontwikkelingen in de Turkse cultuur. Ik kan zijn Engels<br />

moeilijk volgen, erger mij aan zijn monotone toon, de<br />

mechanische wijze waarop hij de zaal rondkijkt, en <strong>voor</strong>al aan<br />

de devaluerende manier waarop hij vragen beantwoordt.<br />

Terwijl hij praat zie ik zijn grote logge lichaam met een tulband<br />

op in een Ottomaans paleis zitten bij het uitoefenen van<br />

gewichtige taken.<br />

De plenaire sessies van de volgende dagen blijken van<br />

wisselende kwaliteit.<br />

De dinsdagsessie was een absolute topper. Professor<br />

Radermacher uit Duitsland, onder andere lid van de Club van<br />

Rome is in staat om het macro-niveau van de globalisering te<br />

verbinden met ons werk als psychotherapeut. Hij is het oneens<br />

met de stelling dat de cultuur-clash een conflict tussen de<br />

Islam en de Westerse Wereld is. Geïllustreerd met een aantal<br />

duidelijke <strong>voor</strong>beelden en veel begrijpelijke cijfers definieert hij<br />

het probleem als tegengestelde belangen tussen het rijke en<br />

het arme deel van de wereld. Het arme deel wil ontwikkeling,<br />

met name welvaart, het rijke deel is meer in milieu<br />

geïnteresseerd. Hij mist hierbij het concept empathie dat hij<br />

definieert als: het besef dat het brein van de ander anders<br />

werkt. In plaats van dat de ander fout is en wij goed zijn,<br />

hierbij duidelijk verwijzend naar de V.S. Hij pleit <strong>voor</strong> een ecosociaal<br />

model en benoemt de rijke landen als het probleem.<br />

16% van de mensen op deze aarde heeft 80% van de welvaart<br />

en zorgt <strong>voor</strong> 80% van de vervuiling.<br />

Zijn oplossing is kort gezegd: hetzelfde recht op vervuiling<br />

aan arme landen toekennen. Dit recht kan dan door de rijke


landen gekocht worden waardoor er kapitaal naar de arme<br />

landen gaat.<br />

Bij de woensdaglezing, gegeven door de zoon van Moreno,<br />

lopen een aantal van ons weg. Zijn thema: geheime<br />

experimenten op mensen door de eeuwen heen levert een<br />

opeenstapeling van gruwelen op, uitgesproken alsof het over<br />

statistiek van filmbezoek ging. Waar het verhaal naar toe<br />

moest was ons niet duidelijk, wel dat wij naar de Bazar gingen.<br />

De donderdaglezing, gegeven door de enige vrouw in de<br />

plenaire sessies, Laura Bonaparte, klinisch psycholoog en<br />

psycho-analitica uit Buenos Aires ging over het werken met<br />

slachtoffers van geweld tegen human rights en is een pleidooi<br />

om deze mensen niet alleen met woorden te helpen. Zij pleit<br />

geïllustreerd door veel <strong>voor</strong>beelden, <strong>voor</strong> een fysiekere<br />

benadering. Zij vertelt haar verhaal in het Spaans en in een<br />

dermate hoog tempo dat de vertaler haar regelmatig stop<br />

moet zetten. De commotie die dan ontstaat kost veel tijd en zij<br />

is niet in staat haar verhaal af te maken. Bij de discussie blijkt<br />

dat een aantal Israëlische deelnemers zich aangesproken voelt<br />

door haar <strong>voor</strong>beelden en er ontstaat een zeer emotionele<br />

discussie, die abrupt afgebroken wordt. Een discussie die mij<br />

bekend <strong>voor</strong>komt van eerdere congressen en die een patroon<br />

lijkt te worden.<br />

De vrijdagsessie over religieus geweld in India door professor<br />

Kakar, psycho-analiticus en schrijver uit Delhi, is een helder<br />

betoog. Hij introduceert het <strong>voor</strong> mij nieuwe begrip<br />

communalisme, een Engels-Indiaas concept, waarmee hij aan<br />

wil geven dat het conflict tussen de Moslims en de Hindoes te<br />

zien is als een zowel politiek, als religieus als economisch<br />

conflict. Zijn betoog is opgebouwd rond de <strong>voor</strong>oordelen die<br />

Hindoes en Moslims over elkaar hebben op momenten van<br />

spanning. Moslims door de ogen van de demagogische Hindoes<br />

en Hindoes door de ogen van demagogische Moslims. Zo zien<br />

de Moslims dan de Hindoes als laf, geen controle hebbende<br />

over hun impulsen. De Hindoes zien Moslims als gewelddadig<br />

en vuil, en immoreel; ze eten immers koeienvlees. Ook vindt<br />

de Hindoe dat de Moslim geen respect <strong>voor</strong> het land heeft. Zo<br />

wordt de vijand gedehumaniseerd.<br />

Ook gaat hij in op het verschil tussen mannen en vrouwen in<br />

hun reacties op geweld. Vrouwen gaan door met hun leven als<br />

het geweld <strong>voor</strong>bij is, zo nodig verhuizen ze. Mannen nemen<br />

het geweld persoonlijker en vechten door. Als het geweld over<br />

is zijn de Moslim en Hindoe mannen vrienden met elkaar, de<br />

vrouwen socialiseren slechts in hun eigen culturele kring. Is er<br />

geen spanning dan is men in staat vreedzaam naast elkaar te<br />

leven.<br />

Hij ondersteunt het idee van Ghandi om een Moslim kind op<br />

te voeden in een Hindoe huishouding als een Moslim en<br />

omgekeerd. Hij benoemt Ghandi’s geweldloosheid <strong>voor</strong>al als<br />

een wapen van de sterken.<br />

Hoewel het interessant was vanuit verschillende culturen over<br />

mondiale problematiek te horen werd het op den duur toch<br />

veel van het zelfde en werd er op professor Radermacher na,<br />

geen verbinding met ons dagelijks werk gemaakt.<br />

Hoogtepunten en teleurstellingen<br />

Hoogtepunten.


- De eerder genoemde plenaire lezing van professor<br />

Radermacher ,die het ook als enige lukte een verbinding met<br />

onze dagelijkse praktijk te maken.<br />

- Een drie uur durende workshop onder leiding van Fern<br />

Cramer, de Canadese president van twee periodes geleden<br />

over interactionele psychodynamische groepspsychotherapie.<br />

Bewonderenswaardig hoe zij, door een begin opdracht namelijk<br />

de groepsleden te vragen zich aan elkaar <strong>voor</strong> te stellen door<br />

de eigen geboorteplaats en die van de grootmoeder te<br />

noemen, razendsnel associaties naar voren kreeg en die tot<br />

interacties in de groep liet leiden. En hoe zij een zuigend<br />

groepslid dat met haar verhaal de spelregels uitdaagde op<br />

respectvolle en elegante wijze binnen de structuur hield.<br />

Leerzaam om haar bezig te zien, ook leerzaam om te ervaren<br />

hoe snel een begin vraag tot associaties kan leiden. Dit maken<br />

immers onze groepsleden ook mee als andere groepsleden<br />

thema’s inbrengen die verband houden met hun eigen<br />

geschiedenis.<br />

- De doorlopende workshop over consultatie in organisaties,<br />

waar<strong>voor</strong> de IAGP een specifieke sectie heeft. Aangezien in<br />

Nederland veel psychotherapeuten coaching aan hun activiteit<br />

hebben toegevoegd, bleek het onderwerp <strong>voor</strong> velen van ons<br />

interessant. Thema’s waren “Coaching managers", van<br />

therapie tot coaching, de groep als coach en het trainen van<br />

managers in roltheorieën en actiemethoden. Drie workshops<br />

die als interessant en zeer leerzaam ervaren werden en waar<br />

de Zweedse Marianne Wiktorin indruk maakte als professional<br />

en als rol model.<br />

- De workshop Focussed Group Therapy for burnout patients.<br />

Inspirerend <strong>voor</strong> mensen als ik die met tijdgelimiteerde focale<br />

groepen werken. De groep maakt ook deel uit van een<br />

onderzoeksprogramma.<br />

- En dan natuurlijk de Nederlandse bijdrage. Stevig en goed<br />

gefundeerd gingen vier van de zes presentaties over klinische<br />

en semi-klinische psychotherapie. Ze werden allen goed<br />

ontvangen. Elke dag was weer Hollanddag.<br />

Maandagochtend half 8: de paper van Cor de Haan over de<br />

borderline personality disorders. Hij staat <strong>voor</strong> een bijna lege<br />

zaal te wachten op zijn twee andere Griekse<br />

medepresentatoren. Als die na een kwartier nog niet gekomen<br />

zijn en de zaal zich gevuld heeft, geeft hij een buitengemeen<br />

heldere presentatie over de drie niveaus in de behandeling van<br />

borderlinestoornissen; te weten holding, expressie en cognitie.<br />

Genoeg ruimte <strong>voor</strong> een discussie die na een aarzeling op gang<br />

komt. Ik hoop dat deze presentatie nog verder in Nederland te<br />

horen zal zijn.<br />

Dinsdag de workshop van Julian Arendsen Hein en Esther<br />

Wermers onder de titel ‘’Like a stuck needle: Detecting the<br />

hidden ‘’ gaven zij aan de hand van casuïstiek en een degelijk<br />

stuk theorie inzicht in de patronen waardoor een groep vast<br />

komt te zitten. Via rollenspelen konden de deelnemers deze<br />

destructieve processen aan den lijve ervaren. Ook een<br />

workshop waarvan ik hoop dat hij vaker in Nederland te volgen<br />

is.<br />

Van de paper van Engel Nieborg over een specifiek op<br />

depressie gerichte behandeling in de dagbehandeling en van<br />

René Ouddijk met een psychodrama workshop onder de titel<br />

“De stad van interactie” hoorde ik goede berichten.


Maria van Noort, de Nederlandse vertegenwoordiger bij de<br />

IAGP gaf een enthousiast bezochte workshop <strong>voor</strong> de<br />

vertegenwoordigers van de groepspsychotherapie organisaties.<br />

Mijn eigen paper met de titel “To say hello and to say<br />

goodbye” waarin ik het dakpanmodel in kortdurende klinische<br />

groepstherapie besprak kreeg goed gezelschap.<br />

De Israelische Bataya Rosenthal gaf een paper over een<br />

kortdurende groep van tien keer op cognitieve basis <strong>voor</strong><br />

ouders met angstige kinderen, een sympathiek en werkzaam<br />

model.<br />

De Italiaan Sergio Calabro verontschuldigde zich over zijn<br />

slechte Engels en deelde zijn paper over kortdurende<br />

groepspsychotherapie op een crisisafdeling uit zodat wij mee<br />

konden lezen. Zo werd hij de eerste Italiaanse presentator die<br />

ik kon volgen. De inhoud van zijn paper was net zo sympathiek<br />

als dit gebaar. Ondanks het feit dat wij hekkensluiters waren<br />

werd de sessie tot mijn opluchting goed bezocht en ontstond er<br />

zelfs nog enige discussie.<br />

- En dan last but not least het feit dat Maria van Noort<br />

gekozen werd in de Board of Directors.<br />

Teleurstellingen.<br />

- Het niet op komen dagen van veel presentatoren. Met name<br />

de Grieken blonken hierin uit.<br />

- Het gebrek aan zorg <strong>voor</strong> de rand<strong>voor</strong>waarden door veel<br />

presentatoren, zoals slecht verstaanbare presentaties en het<br />

negeren van verstorende onderbrekingen. De workshop van<br />

Sabar Rustomjee, de aftredende president van de IAGP,<br />

“groepspsychotherapie supervisie met speciale aandacht <strong>voor</strong><br />

het leven en werken met schaamte” was hier helaas een<br />

<strong>voor</strong>beeld van. Een zaaltje van 4 bij 4 meter, een kring van 16<br />

stoelen, een introductie waarin zij deelnemers uitnodigde om<br />

een supervisie casus in te brengen die te maken had met<br />

schaamte, terwijl het zaaltje zich bleef vullen lang nadat de<br />

workshop begonnen was. Stoelen werden bijgeschoven,<br />

mensen namen plaats op de grond totdat het zaaltje met<br />

ongeveer 40 mensen tjokvol was en de temperatuur zoals<br />

aangegeven op de muur opliep tot 28 graden. Toen één van<br />

deelnemers misselijk en duizelig werd en flauw dreigde te<br />

vallen werd de bijeenkomst naar de hal verplaatst. Daar<br />

werden de deelnemers, gezeten in een grote kring met trappen<br />

aan weerszijden, geacht materiaal in te brengen. Alle rand-<br />

<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> een veilige sessie werden zo door de<br />

groepsleider genegeerd.<br />

- Het overvolle programma waar geen lunchbijeenkomst in zat,<br />

en dus weinig plaats om “te netwerken “, iets waar zo’n<br />

conferentie natuurlijk ook <strong>voor</strong> bedoeld is.<br />

En ons Hollandse groepsproces? Wij kwamen niet cohesief<br />

door de eerste fase heen. Wel deelden wij onze ervaringen en<br />

hadden zo onze eigen “Language Reflection Group”.<br />

Disstressregulatie, holding<br />

en leren<br />

Wilmar Knigge,<br />

Andragoog, klinisch psychotherapeute Kenniscentrum OTSS -<br />

Winschoten.


Tijdens de VIII European Conference on Traumatic Stress <strong>22</strong>-<br />

25 mei Berlijn 2003, werd door Ulrich Sachsse de workshop:<br />

"Disstress systems of human beings: Consequences for PTSD<br />

therapy strategies" gepresenteerd.<br />

In deze workshop werd een uiterst interessante theorie over<br />

verschil- lende disstress-systemen bij de mens uiteengezet,<br />

gebaseerd op het boek Biologie der Angst van Jaak Panksepp,<br />

en op werk van Allan M. Schore. Deze theorie is controversieel<br />

en niet geaccepteerd door andere onder- zoekers, die<br />

overwegend uitgaan van één disstress-regulatie systeem. Voor<br />

mij is de theorie echter <strong>voor</strong>al daarom interessant omdat die<br />

over- eenkomt met de klinische ervaring, met kennis en met<br />

onderzoeks- gegevens vanuit verschillende richtingen. De<br />

theorie zou de stukjes van de puzzel theoretisch zo mooi<br />

kunnen verbinden. Daarover later meer. Eerst de theorie zelf.<br />

In de hersenen zijn verschillende centra van agressie<br />

gelokaliseerd. Territoriale agressie, maternale agressie,<br />

agressie bij seksuele rivaliteit of bij een gevecht om voedsel<br />

wordt vanuit verschillende plekken in de hersenen gereguleerd.<br />

Panksepp stelt dat er tenminste twee disstress-systemen zijn<br />

en hij maakt onderscheid tussen het Panieksysteem en het<br />

Angstsysteem. Dit komt overeen met wat uit onderzoek en<br />

praktijk al langer bekend is: namelijk dat je angst pas kan<br />

behandelen als de anxiety (dat wil zeggen de acute angst)<br />

teruggebracht is.<br />

Paniek treedt alleen op in vreemde situaties, men voelt zich<br />

klein, hulpeloos als een kind, en de distress wordt<br />

gevocaliseerd door piepen, huilen, schreeuwen. Deze<br />

vocalisaties (dv’s = distress vocalisaties) kun je als<br />

onderzoeker tellen. Voor de meeste mensen uit de omgeving<br />

zijn deze geluiden onprettig; ze geven stress en hebben als<br />

functie “moeder” of “de kudde” te activeren.<br />

Het panieksysteem is gericht op verbondenheid en relatie.<br />

Door “moeders" aanraking en warmte verdwijnt de paniek. Een<br />

moeilijkheid kan ontstaan als moeder angstig reageert en niet<br />

om kan gaan met de stressor.<br />

Muziek, geuren, een spiegel, nicotine, heroïne en andere<br />

opiaten kunnen moeders functie psychologisch en/of<br />

fysiologisch overnemen als het er om gaat het panieksysteem<br />

tot rust te brengen.<br />

Dv’s kunnen geproduceerd worden door elektrische stimulatie<br />

op drie plaatsen: de hersenstam, het limbische systeem, en<br />

de cortex. Bij de moederbinding en de sociale “kuddebinding”<br />

zijn dezelfde centra actief, waarbij als vuistregel geldt: hoe<br />

meer opioïde in de hersenen van een organisme wordt<br />

aangemaakt, hoe meer kuddevorming; ook het omge- keerde<br />

geldt. Dit mechanisme ontbreekt bij<strong>voor</strong>beeld bij roofdieren.<br />

Bij kuddedieren blijft het panieksysteem reactief.<br />

Symptomen van paniek zijn verbonden met het<br />

parasympathische autonome zenuwstelsel: keel dicht, druk op<br />

de borst, verhoogde darm- mobiliteit, aandrang om te plassen,<br />

weke knieën.<br />

Angst treedt op als een situatie als gevaarlijk wordt<br />

beoordeeld. De bekende fight-flight reactie treedt op. De<br />

adrenaline stroomt toe, de hartslag en de bloedruk gaan<br />

omhoog, bloedsuiker wordt gemobiliseerd en de spierspanning


is verhoogd. Weggaan of aanvallen? Het cognitieve en<br />

probleemoplossende vermogen wordt gemobiliseerd. Dit is het<br />

systeem waardoor we leren. Wat brengt rust? Vechten en<br />

winnen, vluchten en ontkomen, zekerheid, cognitieve<br />

probleemoplossing.<br />

Zelfbeloning, leren? Door schade word je wijs, als je het<br />

overleeft natuurlijk. Actieve hersencentra zijn formatio<br />

reticularis, het sympa- tische autonome zenuwstelsel met de<br />

amygdala, de cortex en de prefrontale hersenen, en activiteit<br />

van de HPA-as (HPA-axis: hypothalamus, Hypophyse, Adrenal<br />

Glands cortisol).<br />

Een mogelijk derde systeem, nog niet eerder genoemd,<br />

betreft de verstarring bekend als de freeze-reactie. Deze<br />

reactie treedt op als bij<strong>voor</strong>beeld het roofdier dichter bij is of<br />

sterker is dan de moeder. Dan is het nodig om weinig te<br />

ademen, op de grond te liggen, stil te zijn, te verdwijnen, je<br />

“dood” te houden. Een hypothese is dat dissociatie een<br />

bijzondere vorm van de freeze-reactie is en optreedt als de<br />

situatie te lang aanhoudt. Het organisme sluit zich dan zowel<br />

naar buiten als naar binnen toe af.<br />

Er is een <strong>voor</strong>tdurende interactie tussen het paniek- en het<br />

angst- systeem. Alles heeft met alles te maken in de hersenen<br />

zowel als in het leven, en dit maakt onderzoek moeilijk.<br />

Problemen die resulteren uit de panieksfeer (vanwege<br />

panisch reageren) kunnen door behandeling van de angstsfeer<br />

tot rust komen.<br />

Uitleg en training, of probleemanalyse en het bedenken van<br />

een oplossing, het identificeren met (liefst dode, of niet<br />

bestaande) supermensen, het behandelen van een fobie<br />

(Freud, kleine Hans), rationaliseren, het ontwikkelen van een<br />

waansysteem (waan als overleving, de ziekte is de vernietiging<br />

van het oriëntatiesysteem), en psychotherapeutische systemen<br />

zijn <strong>voor</strong>beelden van problemen in de relatie/hechtingssfeer<br />

die via het angstsysteem tot rust gebracht kunnen worden.<br />

Andersom is veel moeilijker. Al langer is (ook uit onderzoek)<br />

bekend, dat je angst niet kunt behandelen als het<br />

panieksysteem actief is.<br />

Wat betekent dit alles <strong>voor</strong> traumabehandeling volgens<br />

Sachse?<br />

- Het bindingssysteem is het belangrijkste om over een<br />

trauma heen te komen: een stabiliserende geruststellende<br />

goede relatie.<br />

- Nabijheid, solidariteit, zekerheid in een sociale<br />

gemeenschap zijn beschermende factoren.<br />

- Een zekere “slaap in de kudde” is nodig.<br />

En verder:<br />

- Meedelen, uitwisseling van de ervaringen met anderen<br />

bij wie men zich betrokken voelt (”het moet er uit”);<br />

- Alles is hetzelfde en niets is hetzelfde. De cognitieve<br />

situatie is verwarrend. Het gaat om tegenstrijdige informatie<br />

die tegelijk waar is. Als dit bevestigd en verhelderd wordt is<br />

het makkelijker om er mee om te gaan.<br />

Beschouwing:<br />

Deze theorie kan een neurobiologische onderbouwing geven<br />

aan wat (psycho)therapeuten al lang weten en toepassen.


Namelijk dat, behalve bij enkelvoudige problemen waarbij<br />

gedragstherapeutische kortdurende behandelingen voldoende<br />

uitkomst brengen, de eerste stap in de meeste behandelingen<br />

moet zijn: het opbouwen van een behandelrelatie. Pas als de<br />

paniek tot rust is gebracht, kan het leren beginnen, is de<br />

verklaring.<br />

Interessant is verder de aanname dat via de cognitie ook de<br />

onder- liggende paniekreactie, ontstaan in relationele<br />

problemen, te beïnvloeden is. Vanuit neurobiologisch<br />

perspectief gezien, is dit een mogelijk onder- steunende<br />

verklaring <strong>voor</strong> het succes van psycho-educatie bij bij<strong>voor</strong>-<br />

beeld borderline persoonlijkheidsproblematiek en <strong>voor</strong> het<br />

succes van cognitieve therapievormen.<br />

Het placebo-effect, waarbij het vertrouwen in de behandeling<br />

doorslaggevend lijkt (behandeling als genezend ritueel), zou<br />

vanuit deze theorie gezien kunnen worden als het bieden van<br />

veiligheid als eerste stap, de weg vrijmakend <strong>voor</strong> eventueel<br />

leren als vervolgstap. Het concept van de holding environment<br />

van Winnicott, waarmee het aanbieden van een steunende<br />

beschermende en stimulerende omgeving wordt bedoeld, is<br />

zeer relevant vanuit dit gezichtspunt: de specifieke nabijheid<br />

maakt specifiek leren mogelijk.<br />

Voorbeelden van de <strong>voor</strong>waarde scheppende werking van het<br />

bieden van een holding environment zijn zowel ambulant als<br />

klinisch te vinden. Het “bed op recept” geeft de steun die<br />

dagelijks functioneren mogelijk maakt. Behandeling in een<br />

groep en het volgen van meerdere therapieën geeft de<br />

wenselijke “verdunning”, maar ook de herhaling en steun die<br />

nodig is om in verbondenheid te kunnen gaan leren.<br />

Deze theorie ondersteunt en onderbouwt ook visies op de<br />

fysieke kant van behandelomgevingen. En bij<strong>voor</strong>beeld ook dat<br />

klaslokalen bij <strong>voor</strong>keur rust en verbondenheid uitstralen. Een<br />

<strong>voor</strong>beeld is verder de genezende werking van een maaltijd<br />

met dierbaren in een goed restau- rant. Dit is ook te verklaren<br />

als contraconditionering:<br />

De aanwezigheid van vertrouwde anderen in een veilige maar<br />

ook stimulerende omgeving bij een vertrouwde activiteit (eten,<br />

ontspanning, grapjes maken) is onverenigbaar met angst,<br />

dempt de angst en paniek en versterkt adequate coping die<br />

daarmee een angstdempend effect krijgt.<br />

Ook wordt met deze theorie duidelijk hoe terecht de<br />

hernieuwde aandacht <strong>voor</strong> hechtingsprocessen is. Met name<br />

waar de verstoring van de menselijke verbondenheid een<br />

substantieel onderdeel van de problematiek vormt biedt deze<br />

theorie belangrijke aanknopingspunten <strong>voor</strong> behandeling.<br />

Het efficacy-bevorderende effect van een traumacursus bij<br />

het omgaan met de gevolgen van een trauma ten gevolge van<br />

terreur kan vanuit dit perspectief bezien worden. De aandacht<br />

<strong>voor</strong> het herstel van de wederzijdse sturingsmechanismen<br />

tussen mensen heeft dan een dubbele werkzaamheid.<br />

Ten eerste wordt op een doordachte manier een context<br />

geboden waarin de veiligheid wordt hersteld en bevestigd door<br />

het benoemen van de cognitieve verwarringen van het<br />

slachtoffer in en na het trauma.<br />

Ten tweede wordt een leerervaring geboden die in het<br />

gewone leven van het slachtoffer niet mogelijk is door de<br />

complexiteit van de processen die <strong>voor</strong> deze ervaring nodig is.<br />

Ontstaat deze leerervaring wel dan wordt relatieve nabijheid<br />

van anderen, het opdoen van gezamenlijke ervaringen met


anderen en de uitwisseling met hen ook weer een optie, en kan<br />

het leren van ervaringen ook op andere gebieden ”benut”<br />

worden. D. Stern heeft prachtig beschreven hoe het tot stand<br />

komen van zo’n leerervaring een definitieve en niet terug te<br />

draaien verandering en verbetering geeft.<br />

Wellicht is dit juist zo werkzaam bij complexe problematiek<br />

en bij persoonlijkheids-problematiek omdat systematisch een<br />

holding environ- ment wordt gerealiseerd, waarbij steun en<br />

structuur wordt geboden om te leren... leren (zie resultaten<br />

STEP-onderzoek).<br />

Bij traumatisering van het “manmade” type in een<br />

terreurcontext, is herstel van de ervaring van wederzijdse<br />

gestuurdheid van relaties een belangrijke corrigerende<br />

ervaring die genezend werkt en leren weer mogelijk maakt. Bij<br />

sommige meervoudige problemen, bij persoonlijk-<br />

heidsstoornissen en bij de gevolgen van traumatisering, met<br />

name van het “manmade” type, zou het herstellen of <strong>voor</strong> het<br />

eerst tot stand brengen van de ervaring van menselijke<br />

verbondenheid, een van de belangrijkste doelen kunnen zijn<br />

van behandeling, en zou het een <strong>voor</strong>waarde zijn om de<br />

verdere noodzakelijke leerprocessen op gang te brengen.<br />

Het is wellicht te mooi om waar te zijn. Het gaat hier om<br />

een model, waar wetenschappers het <strong>voor</strong>lopig nog niet over<br />

eens zijn. Maar een veelbelovend model lijkt het wel: het is<br />

interessant hoe steeds vaker informatie en ontwikkelingen<br />

vanuit verschillende gebieden elkaar aanvullen en<br />

hypothesevorming, toetsing en mogelijk begrip dichter bij<br />

brengen.<br />

Relevante literatuur:<br />

- Appelo M.T. (red.)(2001): Het placebo effect.<br />

Themanummer DTH, 4,317-401.<br />

- Arnoldus M.P.E.: De complexe PTSS en de Borderline<br />

Persoonlijkheids- stoornis, in J.J.L.<br />

- Derksen & Groen H. (red): Handboek <strong>voor</strong> de Behandeling<br />

van<br />

Borderline patienten, (1994) p. 118-125 Utrecht:<br />

Tijdstroom.<br />

- Freije H., Dietz B., & Appelo M. (2002): behandeling<br />

van de borderline persoonlijkheidsstoornis met de VERS: de<br />

Vaardigheidstraining emotionele regulatiestoornis.<br />

Dth,<strong>22</strong>,4,367-378.<br />

- Huitema F. M., Knigge M. W.: STEP-<br />

kwaliteitsinstrument in ontwikkeling <strong>voor</strong> klinisch<br />

psychotherapeutische behandeleenheden; resultaten van<br />

onderzoek 1993-1995, 1998,<br />

Ggzet Wetenschappelijk, no. 3, blz 21-28.<br />

- Markhorst M., Arnoldus M.P.E.: Traumacursus, 1999,<br />

uitgave Centrum Preventieve GGz, Stichting GGz Groningen,<br />

1999.<br />

- Panksepp J. (1999): Affective Neuroscience. Oxford<br />

University Press, Oxford, New York.<br />

- Schore A.N. (2001): the effects of early relational<br />

trauma on right brain development, affect regulation, and<br />

infant mental health. Infant Ment. Health Journal <strong>22</strong>: p201-<br />

269.


- Streeck-Fischer A, Sachsse U, Ozkan I (2001) (tg):<br />

Körper, Seele – Trauma: Biologie, Klinik und Praxis. Van der<br />

Hoeck & Ruprecht, Göttingen.<br />

- Sachsse U. (2003): Distress-Systeme,<br />

Persönlichkeitsstörungen des Menschen.<br />

Persönlichkeitsstörungen PTT 7 (1) 4-15.<br />

- Stern D. 91985: the interpersonal world of the infant: a<br />

view from psychoanalysis and developmental psychology, New<br />

York, Basic Books.<br />

- Winnicott D.W. (1960): the maturational process and<br />

the facilitating environment, New York, International<br />

University Press.<br />

Actuele wetenschappelijke<br />

ontwikkelingen in hun<br />

relatie tot <strong>Klinische</strong><br />

<strong>Psychotherapie</strong><br />

Inleiding: <strong>Klinische</strong> psychotherapie tussen<br />

kunst en wetenschap<br />

Samenvatting van de lezing door Dr Mark Kinet, psychiater,<br />

hoofdgeneesheer van de Kliniek<br />

St.Jozef, Centrum <strong>voor</strong> Psychiatrie en <strong>Psychotherapie</strong>,<br />

psychoanalytisch therapeut.<br />

In de negentiende eeuw is de psychiatrie geaccepteerd als<br />

een onderdeel van de geneeskunde. De geneeskunde is dan<br />

een toegepaste natuurwetenschap. Een wetenschap waarbij<br />

het rationeel experimentalisme domineerde. Het<br />

wetenschappelijk instituut van de psychiatrie bleef echter<br />

twijfelachtig. Aan het eind van de negentiende eeuw maakte<br />

men onderscheid tussen de exacte wetenschap en de<br />

menswetenschap. Dat is lange tijd zo gebleven.<br />

Actuele wetenschappelijke ontwikkelingen hebben er toe<br />

bijgedragen dat er momenteel in de psychiatrie meer meetbaar<br />

is. Wanneer de psychiatrie het menswetenschappelijke meer<br />

zou trachten te integreren met de recente neurobiologische<br />

inzichten zou zij met de grote mensen van de wetenschap aan<br />

tafel mogen zitten. Eric Kandal heeft opgeroepen om de<br />

biologische ontwikkelingen in de psychoanalytische<br />

theorievorming op te nemen.<br />

Het medisch model is uit op bemeestering en weten. Het<br />

meetbare staat in hoog aanzien. En dat heeft bijgedragen tot<br />

het succes van de farmaceutische sector, aangezien <strong>voor</strong>al hier<br />

evidence-based resultaten konden worden geboekt.<br />

De gedragstherapie sluit aan bij het medisch model, ook hier<br />

worden symptomen gemeten en gescoord.<br />

<strong>Klinische</strong> psychotherapie in engere zin is psychoanalytisch<br />

georiënteerd. Er wordt daarbij aandacht besteed aan vroege<br />

ontwikkelingsstoornisen en aan de overdrachtsrelatie.


In de psychoanalytische wereld ziet men verschillende<br />

tendensen:<br />

De Anglo's (Engelstaligen) trachten nieuwe ideeën uit de<br />

neurowetenschappen te integreren. Het onderzoek van<br />

Bateman en Fonagy is er een <strong>voor</strong>beeld van.<br />

De Latino's (Franstaligen) vinden dat de psychoanalyse zijn<br />

eigen specificiteit moet behouden en zich ook in de cultuur<br />

<strong>voor</strong>al moet manifesteren. Hetgeen in die landen ook met<br />

succes gebeurt.<br />

Of de psychoanalyse een wetenschap is hangt er van af<br />

welke definitie men gebruikt. De gedragstherapeut Eysenck<br />

stelde dat de psychoanalyse geen wetenschap is. Dat geldt<br />

wellicht indien men alleen van wetenschap kan spreken als de<br />

kennis <strong>voor</strong>t komt uit experimenten en meten. Men zou echter<br />

wetenschap ook kunnen definiëren als gesystematiseerde en<br />

geformuleerde kennis. En dan is psychoanalyse wel een<br />

wetenschap. Voor Freud was psychoanalyse de wetenschap<br />

van het onbewuste.<br />

Freud kwam <strong>voor</strong>t uit de stroming van de neurologie, de<br />

scheikunde en de thermodynamica. Met Einstein en Mach riep<br />

hij op tot een wetenschappelijk positivisme.<br />

Freud meende dat elke wetenschap is gestoeld op<br />

observaties. Hij was van mening dat menselijk gedrag<br />

biologisch was bepaald maar dat dit met de toen beschikbare<br />

methoden niet bewijsbaar was.<br />

De psychoanalyticus Lacan meent dat het onjuist is om, zoals<br />

hij het noemt, het psychische tot het biologische te reduceren.<br />

Menselijk gedrag wordt niet gestuurd door instincten maar<br />

door complexen. De wetenschap vergeet de subjectiviteit van<br />

de mens.<br />

In de praktijk van de psychoanalyse en de klinische<br />

psychotherapie gaat het om kunst en kunde. De ernstige<br />

psychopathologie van de patiënt voert ons in de therapie vaak<br />

langs de afgrond, door de jungle of het moeras.<br />

Men kan darbij twee houdingen van de therapeut<br />

onderscheiden. Een intuïtieve, meer gericht op ervaring en<br />

zijn. Men zou die 'moederlijk' kunnen noemen. De andere is<br />

rationeel, gericht op wetenschap, bemeesteren en weten. Men<br />

zou die 'vaderlijk' kunnen noemen. Maar in de klinische<br />

psychotherapie is alleen het vaderlijke onvoldoende.<br />

Knowing more about tigers does 'nt make them less<br />

dangerous.<br />

Naar analogie van de paardenfluisteraar zou men de<br />

psychotherapeut een 'tijgerfluisteraar' kunnen noemen.<br />

Bij deze studiedag geven wij van harte het woord aan de<br />

wetenschap.<br />

Het vanzelfsprekende. Geheugen en fantasie.<br />

Samenvatting van de lezing van Dr. Antonie Ladan, psychiater<br />

- psychoanalyticus.<br />

De titel van de lezing geeft al aan dat Ladan een<br />

vanzelfsprekende relatie ziet tussen geheugen en fantasie.


Er zijn twee geheugensystemen:<br />

- het expliciete geheugen<br />

- het impliciete geheugen.<br />

Het expliciete geheugen betreft het opslaan van<br />

gebeurtenissen. In de hersenen zijn de hippocampus en de<br />

frontale schors hierbij van groot belang. De hippocampus is<br />

eerst op vier jarige leeftijd volgroeid. Dat betekent dat er vóór<br />

die leeftijd geen bewuste herinnering kan zijn. Men spreekt<br />

hierbij van infantiele amnesie. Freud meende dat er sprake<br />

was van verdringing. Maar wanneer iemand dus een<br />

herinnering vertelt over iets wat op tweejarige leeftijd plaats<br />

vond dan kan hij dat niet uit eigen herinnering weten, maar<br />

alleen doordat bij<strong>voor</strong>beeld iemand dat later heeft verteld.<br />

Het impliciete geheugen betreft de verdringingsfantasieën.<br />

Hierbij zijn mentale inhouden weggemaakt. Dat kan dus na het<br />

vierde levensjaar een rol gaan spelen. Welke oorzaken kunnen<br />

een rol spelen als bepaalde geheugeninhouden niet meer<br />

beschikbaar zijn.<br />

- Bij de opslag vindt selectiviteit plaats. Bij slechte<br />

aandacht is de opslag minder goed en bij goede aandacht is de<br />

opslag beter. Bij dit laatste speelt adrenaline een rol.<br />

- Bij stress is de opslag minder goed.<br />

- De herinneringscontext van het actuele moment speelt<br />

een rol. Bepaalde herinneringen komen alleen weer<br />

beschikbaar in een bepaalde situatie. Bij<strong>voor</strong>beeld bij een<br />

reunie. Of naar aanleiding van zogenoemde<br />

herinneringswachtwoorden.<br />

- Er kan ook sprake zijn van ophaalremming. Daarmee<br />

wordt bedoeld dat het in herinnering brengen van bepaalde<br />

dingen geremd wordt onder invloed van andere herinneringen.<br />

- Men kan ook het vergeten van dingen bevorderen door<br />

vermijdingsgedrag. Bij<strong>voor</strong>beeld kan iemand gebeurtenissen<br />

uit de oorlog vergeten en dit vergeten versterken door geen<br />

krant te lezen of geen radionieuws te beluisteren.<br />

- Het verdringen.<br />

Ladan illustreert bovenstaande met het <strong>voor</strong>lezen van enkele<br />

fragmenten uit de roman 'Austerlitz' van W.G. Sebald.<br />

Hij oppert verder dat verdringen soms wellicht opgeheven<br />

wordt doordat herinneringswachtwoorden helpen de<br />

herinnering weer naar boven te halen.<br />

Wat de biologische kant betreft is het zo dat het<br />

herinneringsproces in de precuneus begint. In de frontale kwab<br />

is een controlesysteem. Die laat de herinnering door of<br />

blokkeert deze. Ladan oppert dat bij verdringing dit<br />

controlesysteem wellicht werkzaam is.<br />

Herinnering en fantasie.<br />

'Iedere waarneming is een daad van creatie, iedere herinnering<br />

is een daad van verbeelding'. Aldus een uitspraak van Edelman<br />

en Tononi.<br />

Bij het creëren van herinneringen spelen verschillende<br />

aspecten een rol:<br />

- De herinneringscontext van dit moment (present<br />

remembering context), dus van het moment dat men zich iets<br />

tracht te herinneren.<br />

- De terugkijkvertekening. Als men ergens op terug kijkt<br />

wordt het beeld vertekend.<br />

- Een egocentrische vertekening; een herinnering in<br />

eigen <strong>voor</strong>deel worden vertekend.


- Het brongeheugen; wanneer is iets gebeurd en waar. En<br />

is het ook feitelijk gebeurd of niet. Kinderen hebben moeite<br />

met het brongeheugen. Als zij zich iets menen te herinneren<br />

over het eerste levensjaar dan kan dat dus niet.<br />

- Het frontale controlesysteem dat een herinnering<br />

doorlaat of niet.<br />

Over al deze aspecten is onderzoek gedaan.<br />

Het verschil tussen geheugen en fantasie is soms erg moeilijk<br />

te onderscheiden.<br />

Een fantasie is in principe expliciet, een bewuste actie. Hij<br />

kan later wel impliciet worden, onbewust worden. Men denke<br />

bij<strong>voor</strong>beeld aan auto leren rijden. Aanvankelijk gebeurt dat<br />

expliciet, men prent bewust in, later gaat het rijden<br />

automatisch. Een ander <strong>voor</strong>beeld:<br />

De moeder van mevrouw A. overleed en mevrouw A.<br />

fantaseerde (dacht) dat het niet echt was. De fantasie ging van<br />

expliciet naar impliciet, van bewust naar onbewust.<br />

Ladan lichtte het proces van het overgaan van het expliciete<br />

geheugensysteem naar het impliciete geheugensysteem toe<br />

met een klinisch vignet en met het <strong>voor</strong>lezen van enkele<br />

fragmenten uit de roman van Carrie Slee: 'Dochter van Eva'.<br />

Geheugen en fantasie zijn <strong>voor</strong> de psychotherapie erg<br />

belangrijk, niet alleen <strong>voor</strong> de psychoanalytisch georiënteerde<br />

psychotherapie (denk aan impliciet geheugen) maar ook <strong>voor</strong><br />

andere psychotherapieën zoals gedragstherapie.<br />

<strong>Psychotherapie</strong> en het organisch substraat<br />

Samenvatting van de lezing door Prof. Dr. Kurt Audenaert,<br />

psychiater - familietherapeut; vakgroep psychiatrie en<br />

medische psychologie van de Universiteit Gent; Kliniekhoofd<br />

Universitaire Dienst Psychiatrie Universitair Ziekenhuis Gent.<br />

Het beloop en het resultaat van psychotherapie zijn ten dele<br />

afhankelijk van de organische werking van het substraat, de<br />

hersenen. De hersenen zijn niet een star onveranderlijk orgaan<br />

maar er vinden steeds veranderingen plaats en kunnen er ook<br />

nieuwe hersencellen gevormd worden.<br />

Audenaert stelt de vraag of een biologische predispositie niet<br />

bepaalt of psychotherapie succesvol zal zijn. In elk geval<br />

meent hij dat bij de indicatie- stelling van psychotherapie ook<br />

de werking van het substraat onderzocht zou moeten worden.<br />

En dat dit ook geldt indien de psychotherapie niet voldoende<br />

vordert. En dan niet alleen wat betreft macroscopische<br />

beschadiging maar ook wat betreft functionele breinstoornissen<br />

zonder zichtbare macroscopische of microscopische schade,<br />

zoals die bij ernstige depressie, persoonlijkheids- stoornissen<br />

en psychose <strong>voor</strong>komen.<br />

Momenteel vindt er in Gent hiernaar een prospectief<br />

onderzoek plaats waar 150 patiënten aan deel nemen.<br />

Patiënten met een therapie resistente depressie. Daarbij bleek<br />

dat 85% van die patiënten ook een persoonlijkheidsstoornis of<br />

een angststoornis hebben.<br />

Stoornissen in het functioneren van de hersenen kan men<br />

onderzoeken met neuropsychologisch testonderzoek en met<br />

functionele beeldvorming. Met dit laatste wordt bedoeld dat


men het functioneren van bepaalde hersengebieden in beeld<br />

kan brengen. Met de functionele beeldvorming kan men de<br />

werking van regionale hersenfuncties estimeren aan de hand<br />

van het correlaat tussen elektrische cellulaire activiteit in de<br />

hersenen en regionale bloedperfusie.<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld kan men aan iemand vijftien eenvoudige<br />

woorden opnoemen en deze laten nazeggen. En dit vijf maal.<br />

Dan moeten bijna alle woorden opgenoemd kunnen worden.<br />

Een patiënt die een slechte aandacht en geheugen heeft boekt<br />

een veel slechter resultaat. Brengt men bij beiden de frontale<br />

kwab in beeld dan ziet men een duidelijk verschil.<br />

Zo kan men met functioneel beeldvormend onderzoek<br />

regionale neuronale activiteit in beeld brengen. Men gebruikt<br />

hier<strong>voor</strong> verschillende soorten scans:<br />

De CT scan; de MRI scan, de FMRI scan, de PET scan en de<br />

SPECT scan.<br />

[ Een korte uitleg van de genoemde scans: CT scan,<br />

computertomografie scan. Hierbij worden röntgenstralen<br />

gebruikt; met behulp van een computer worden behalve de<br />

botten ook de weke delen zichtbaar gemaakt. Men kan een<br />

aantal zeer dunne 'plakjes' van schedel en hersenen zichtbaar<br />

maken.<br />

MRI scan; magnetic resonance imaging scan. Het lichaam,<br />

ook de hersenen,<br />

bevat veel water, H2O. De waterstofatomen kunnen zich als<br />

miniatuur- magneetjes gedragen. De patiënt ligt in een tunnel<br />

die een sterke magneet bevat, die radiogolven kan uitzenden<br />

waardoor de 'watermagneetjes' meetrillen, resoneren. Dit kan<br />

zichtbaar gemaakt worden. Ook hier ziet men dan een 'plakje'<br />

van de hersenen. Men ziet dan alleen het waterhoudende<br />

weefsel, dus geen bot en geen lucht. Men kan zo ook de<br />

functie van bepaalde gebieden nagaan door tijdens het<br />

onderzoek de patiënt opdrachten (bijv. lezen) te geven.<br />

PET scan; positron emissie tomografie scan. Hierbij wordt een<br />

radioactieve stof intraveneus toegediend. Als die radioactieve<br />

stof gekoppeld is aan een stof die via de bloedcirculatie door<br />

bepaalde cellen wordt opgenomen dan kan men die cellen<br />

zichtbaar maken. De radioactieve stof vervalt snel onder het<br />

uitzenden van een positron, vandaar de naam. De zo<br />

uitgezonden gammastralen worden gedetecteerd door<br />

gammacamera's, die langzaam om de patiënt heen draaien. De<br />

computer maakt er een drie-dimensionaal beeld van in kleur.<br />

SPECT scan; single photon emission computed tomography. De<br />

gang van zaken is ongeveer hetzelfde als bij de PET, maar er<br />

wordt een andere radioactieve stof ingespoten, de W.].<br />

De frontale en prefrontale cortex spelen bij deze onderzoeken<br />

een belangrijke rol. De prefrontale cortex is op achttienjarige<br />

leeftijd volgroeid.<br />

De uitvoerende functies van volwassen gedrag kan men met<br />

de SPECT onderzoeken. Geeft men een proefpersoon een<br />

opdracht dan zal hij eerst kijken, dan denken en dan doen. De<br />

depressieve patiënt voert de opdracht uit met 'try and error'.<br />

De kleuren in het SPECT-beeld hebben dan een andere<br />

volgorde.<br />

Ook met de MRI kan men verschil zien tussen normale en<br />

depressieve personen. Door een opdracht (lezen) wordt bij<br />

normale proefpersonen de dorsolaterale prefrontale cortex<br />

geactiveerd. Bij depressieve patiënten gebeurt dat niet. Zo kan


men ook zien dat inhibitie (leesremming) plaats vindt in de<br />

orbitofrontale cortex.<br />

Bij een perfusie studie kon men aantonen dat er bij<br />

depressieve patiënten significante afwijkingen op de scan<br />

aantoonbaar zijn.<br />

Bij een ander onderzoek heeft men agressieve honden<br />

onderzocht. Honden die zonder opdracht gingen bijten en dat<br />

tenminste drie maal. Bij perfusie onder- zoek bleek de<br />

activiteit in de frontale cortex te hoog. Nadat de honden een<br />

anti- depressivum hadden gekregen toonde het perfusie<br />

onderzoek normale activiteit.<br />

Bij het huidige onderzoek in Gent gaat men onderzoeken of<br />

het mogelijk is om tevoren in te schatten of psychotherapie<br />

succesvol zal zijn. Audenaert meent dat dit <strong>voor</strong> een deel<br />

verband houdt met de activiteit van de frontale cortex en de<br />

afwijkingen in die activiteit. Ook zal men nagaan of na een<br />

succesvolle behandeling de afwijkingen op de scans weg zijn.<br />

Zij gaan nu ook een perfusie onderzoek doen bij borderline<br />

patiënten.<br />

Aandacht <strong>voor</strong>….<br />

Tijdschrift <strong>voor</strong> Psychiatrie<br />

In het nummer van Oktober 2003 staat een artikel van<br />

Busschbach en Verheul over 'Kortdurend onderzoek naar de<br />

kosteneffectiviteit van langdurige psychotherapie'. Zij<br />

beschrijven hierin hoe een dergelijk onderzoek er uit zou<br />

kunnen zien.<br />

Er is behoefte aan beleidsrelevante informatie over de<br />

kosteneffectiviteit van langdurige psychotherapie. In<br />

tegenstelling tot klinisch onderzoek ligt bij<br />

kosteneffectiviteitsonderzoek de nadruk niet op<br />

gerandomiseerd onderzoek. De nadruk ligt op valide<br />

schattingen van de echte kosten en effecten in de praktijk.<br />

Met behulp van bestaand naturalistisch onderzoek kunnen<br />

grote delen van het economisch model worden ingevuld. De<br />

eerste grote Nederlandse gezondheids- economische evaluaties<br />

hadden betrekking op de introductie van hart-, lever- en<br />

niertransplantaties. Deze onderzoeken gelden als iconen van<br />

het gezondheids- economisch onderzoek in Nederland. Het<br />

gaat hierbij om kwantitatieve modellen waarbij naast schatten<br />

van de effectiviteit ook economische en epidemiologische<br />

variabelen van belang zijn. Busschbach en Verheul beschrijven<br />

het doelmatigheidsonderzoek in vier stappen: het opzetten van<br />

een (gezondheidseconomisch) model, het schatten van de<br />

kosten, het waarderen van de effecten en het schatten van de<br />

effecten.<br />

In geen van de onderzoeken die tot nu toe zijn gedaan<br />

worden de kosten en effecten als maatschappelijke uitkomsten<br />

gewogen en geïntegreerd in een economisch model. Bij dit<br />

model worden ook andere kosten en baten mee- berekend.<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld de baten bij werkhervatting of wanneer door<br />

herstel andere zorgkosten verminderen. Bij economische<br />

modellen staat niet het maken van absolute uitspraken<br />

centraal maar gaat het er om een uitspraak te doen met een


zo hoog mogelijke waarschijnlijkheid, gegeven de beschikbare<br />

informatie.<br />

Zij beschrijven vervolgens enkele modellen: de Markovketen,<br />

het stroommodel en het regressiemodel. Bij het schatten van<br />

de kosten van de behandeling moet men onderscheid maken<br />

tussen volumina en kostprijzen. Volumina zijn bij<strong>voor</strong>beeld het<br />

aantal therapiesessies en verzuimdagen. Kostprijzen zijn de<br />

monetaire waarderingen van deze effecten.<br />

Het kostprijsonderzoek kent twee stromingen, de humancapital<br />

methode en de frictiekostenmethode. Deze worden<br />

beschreven.<br />

Het maatschappelijk waarderen van de effecten van<br />

langdurige psychotherapie vindt plaats door<br />

uitkomstvariabelen te kiezen die een maatschappelijk invoel-<br />

bare waarde hebben. Bij<strong>voor</strong>beeld het aantal dagen zonder<br />

depressie. Het afwegen van de kosten tegen dergelijke<br />

invoelbare effecten is vaak verhel- derend, bij<strong>voor</strong>beeld 20.000<br />

euro per ziektevrij jaar. Maar een ziektevrij jaar bij een<br />

hartpatiënt heeft een andere maatschappelijke waarde dan die<br />

bij een psychiatrisch patiënt.<br />

Bij langdurige psychotherapie is de kwaliteit van leven een<br />

belangrijke uitkomstmaat. De winst van kwaliteit van leven is<br />

gebonden aan de tijd dat deze wordt genoten en wordt daarom<br />

in kosteneffectiviteistsanalyses gekoppeld aan levensjaren<br />

oftewel quality adjusted life years, QALY's genoemd. Deze<br />

wordt gemeten met vragenlijsten als EuroqolEQ-5D (Euroqol<br />

five dimensional quality of life questionnaire) en HUI 3 (health<br />

utility index mark III).<br />

Deze vragenlijsten geven daarnaast een indruk van de<br />

ziektelast. Bij psycho- therapiepatiënten blijkt deze veel<br />

zwaarder te zijn dan velen denken.<br />

De effectiviteit van langdurige psychotherapie kan onderzocht<br />

worden via gerandomiseerd onderzoek of door naturalistisch<br />

onderzoek. Bij dit laatste wordt niet ingegrepen in het<br />

behandelproces. Met behulp van statistische methoden kan de<br />

onderzoeker controleren op variabelen en storende invloeden.<br />

Ook moet nagegaan worden of de resultaten passen in het<br />

klinisch theoretisch model. Al met al kan de onderzoeker bij<br />

een naturalistisch onderzoek toch wel gegronde uitspraken<br />

doen over verschillen in effecten.<br />

Gelimiteerde maar <strong>voor</strong> het beleid relevante uitspraken zijn<br />

met het economisch model mogelijk als de best mogelijke<br />

schattingen van de verschil- lende parameters worden<br />

toegepast.<br />

Bij psychotherapiepatiënten kunnen de ziektelast en de<br />

directe kosten van langdurige psychotherapie eenvoudig<br />

worden geschat.<br />

Dan kan proactief worden gereageerd op de te verwachten<br />

maatschappelijke ontwikkelingen bij het beoordelen van de<br />

doelmatigheid van interventies zoals bij langdurige<br />

psychotherapie.<br />

Medisch Contact<br />

In het nummer van 19 September 2003 staat een artikel 'Een<br />

zware ziektelast' van de hand van Busschbach en Verheul.<br />

Doordat het aantal wetenschappelijke onderzoeken over de<br />

doelmatigheid van langdurige psychotherapie schaars is, is het<br />

begrijpelijk dat langdurige psychotherapie een verleidelijk doel<br />

is bij de bezuiniging in de gezondheidszorg. Maar de


afwezigheid van data maakt ook de kans op ongewenste<br />

gevolgen groter en bij nadere inspectie van het beschikbare<br />

wetenschappelijk bewijs ook waarschijnlijk.<br />

Veelal denkt men bij langdurige psychotherapie aan YAVISpatiënten<br />

die een lage lijdensdruk hebben. Maar hoe zit het<br />

met de epidemiologische gegevens betreffende de ziektelast<br />

van de patiënten.<br />

De permanente kwaliteitsmonitor 'STEP' heeft onlangs de<br />

Euroqol vragenlijst toegevoegd aan de al bestaande<br />

meetinstrumenten. Deze vragenlijst wordt ingevuld door<br />

patiënten <strong>voor</strong>dat de langdurige psychotherapie begint. Hun<br />

ziektelast is daardoor goed te vergelijken met de ziektelast van<br />

andere kwalen. En dan blijkt dat die ziektelast even zwaar is<br />

als een vaatafsluiting in het been of als diabetes met<br />

complicaties. En duidelijk zwaarder dan hoog cholesterol of<br />

hypertensie.<br />

In het rapport van de Gezondheidsraad (2001) werd vermeld<br />

dat de werk- zaamheid van langdurige psychotherapie wel<br />

bewezen was bij persoonlijkheids stoornissen en persisterende<br />

stemmingsstoornissen.<br />

Kortdurende psychotherapie is geschikt <strong>voor</strong> de behandeling<br />

van geïsoleerde symptomen maar als de pathologie is<br />

verweven met een persoonlijkheids- stoornis dan schieten de<br />

korte therapieën tekort. Iets wat al van af de jeugd is<br />

ingesleten laat zich natuurlijk niet in tien sessies veranderen.<br />

De laatste tijd is er een sterk groeiend aantal goede<br />

wetenschappelijke studies verschenen die laten zien dat<br />

psychotherapie bij persoonlijkheidsstoornissen leidt tot een<br />

sterke reductie van de klachten en een verbetering van het<br />

sociaal functioneren.<br />

Er is verder een meta-analyse van gecontroleerde<br />

effectstudies. Hierbij blijkt dat de gemiddelde effectgrootte van<br />

specialistische psychotherapie bij persoonlijkheidsstoornissen<br />

ligt tussen 1,1 en 1,3. Dit wijst op effecten van grote omvang.<br />

Daarbij is er een sterke rechtlijnige relatie tussen de duur, het<br />

aantal sessie en het herstel. Bij 20 sessies herstelt 20% en bij<br />

<strong>22</strong>5 sessies 80%. Verder zijn er aanwijzingen dat effectieve<br />

psychotherapieën leiden tot minder kosten elders in de<br />

gezondheidszorg.<br />

Er is inmiddels een multicenteronderzoek gestart bij 800<br />

patiënten. Het onderzoek heet 'Sceptre'. De vraagstelling<br />

hierbij is de kosteneffectiviteit van verschillende vormen en<br />

doseringen van psychotherapie. Hieraan doen mee: De<br />

Viersprong, De Gelderse Roos, Altrecht, Het Zaans Medisch<br />

Centrum De Heel, GGZ Westelijk Noord Brabant, het Erasmus<br />

Medisch Centrum en de Universiteit van Amsterdam.<br />

De Psychiater<br />

In het nummer van Juli 2004 worden enkele <strong>voor</strong>drachten op<br />

het 32-ste Voorjaarscongres van de Nederlandse <strong>Vereniging</strong><br />

<strong>voor</strong> Psychiatrie aangehaald. Onder andere de workshop die<br />

Prof. Dr F. de Jonghe samen met S. de Maat heeft gehouden<br />

over effectiviteit van langdurige psychotherapie.<br />

Een onderzoek van Dührssen betrof 62 patiënten. Deze<br />

werden onderzocht <strong>voor</strong> de psychotherapie en vijf jaar na het<br />

beëindigen er van. De ziekenhuis- opnamen waren gedaald<br />

van 10 dagen er <strong>voor</strong> tot 1,9 dagen vijf jaar er na. Het aantal<br />

dagen ziekteverzuim per jaar daalde van 32 dagen er <strong>voor</strong> tot<br />

8 dagen vijf jaar er na.


Steavon en Mears hebben een aantal borderline patiënten<br />

geëvalueerd. Na een jaar psychotherapie waren<br />

ziekenhuisopnamen gedaald met 59%, de opnameduur met<br />

49%, de automutilatie met 78% en het aantal medische<br />

consulten met 86%.<br />

Monsen c.s. evalueerden 25 borderline patiënten die twee<br />

jaar waren behandeld en zij vonden gelijkwaardige resultaten.<br />

Het aantal patiënten dat na vijf jaar psychiatrische zorg kreeg<br />

was met 40% gedaald, dat psychofarmaca gebruikte met 72%,<br />

dat somatische zorg kreeg met 66% en dat zorg kreeg van<br />

sociale diensten met 100%. Het gemiddelde inkomen van deze<br />

groep steeg bijna 10% meer dan dat van de gemiddelde<br />

bevolking.<br />

Twee andere onderzoeken waarbij geen naam stond vermeld<br />

gaven hetzelfde aan. (Waarschijnlijk zijn die namen in de<br />

workshop wel genoemd, de W.). Ook werd aandacht besteed<br />

aan de klinische effectiviteit van langdurige psycho- therapie<br />

en de methodologische onderzoeksaspecten naar deze<br />

behandelvorm.<br />

De Psychiater<br />

In het nummer van Juli 2004 staat een mededeling van het<br />

bestuur van de NVvP. De letterlijke tekst luidt:<br />

De Nederlandse <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> Psychiatrie betreurt in hoge<br />

mate de uitspraak van de rechter in het kort geding dat door<br />

haar is aangespannen tegen de Staat. Aanleiding <strong>voor</strong> het kort<br />

geding is de bezuinigingsmaatregel van minister Hoogervorst<br />

om de vergoeding <strong>voor</strong> psychotherapie te beperken tot<br />

maximaal 30 sessies. De NVvP vindt dit een kwalijke maatregel<br />

waardoor patiënten die toch al in een moeilijke situatie<br />

verkeren ernstig worden getroffen en heeft de rechter verzocht<br />

deze maatregel terug te draaien. Door de negatieve uitspraak<br />

van de rechter worden psychiatrische patiënten met ernstige<br />

psychische problemen getroffen, kunnen psychiaters in deze<br />

gevallen niet de aangewezen noodzakelijke behandeling<br />

leveren en reeds aangegane behandelingsovereen- komsten<br />

zullen moeten worden opengebroken. Dit feit steekt des te<br />

meer daar <strong>voor</strong> geen enkel ander specialisme een dergelijke<br />

bezuinigingsmaatregel bij 'noodzakelijke' zorg is opgelegd, en<br />

in tegenstelling tot door de minister opgegeven redenen <strong>voor</strong><br />

deze bezuinigingsmaatregel het effect van langdurige<br />

psychotherapie wel degelijk is aangetoond. Door deze<br />

maatregel worden psychiaters gehinderd in de goede<br />

uitoefening van hun beroep en krijgen ernstig zieke patiënten<br />

onvoldoende toegang tot noodzakelijke zorg.<br />

De NVvP zal zich op korte termijn beraden over verder te<br />

nemen stappen.<br />

Orde Nieuws.<br />

Dat is het blad van de medische specialisten en in het<br />

nummer van April 2004 wordt verslag gedaan van het<br />

'Nationale DBC-congres' 18 Maart 2004. Het invoeringstraject<br />

ligt op schema. Er moet nog wel veel werk verzet worden. De<br />

kwaliteit van de registratie moet sterk verbeteren en daarom<br />

zijn er extra koplopers aangezocht. Verder werken de ICTsystemen<br />

nog niet optimaal en moeten zorgprofielen en kosten<br />

helder worden gedefinieerd. Het streven is dat de GGZ begin<br />

2006 overstapt op de DBC's.


Aankondigingen<br />

3 en 4 september 2004: Symposium GGZ Drenthe.<br />

Thema: 'Het gebroken ik'/ 'The broken self '; theorie,<br />

onderzoek en behandeling van chronische traumatisering.<br />

Plaats: Adventskerk GGZ Drenthe locatie Assen, Dennenweg 9<br />

te Assen.<br />

Inl: tel: 0592 - 33 48 87 (mevr. W. Smeenge, GGZ Drenthe).<br />

e-mail: symposium@ggzdrenthe.nl<br />

Aanmelden <strong>voor</strong> 20 Augustus; workshops op 4 September.<br />

Accreditatie aangevraagd.<br />

17 september 2004: Benecke N.I.<br />

Thema: Vrouwen in de psychiatrie.<br />

Plaats: De Meervaart te Amsterdam.<br />

Inl: tel: 020 - 696 63 49 (Benecke N.I.).<br />

Accreditatie aangevraagd.<br />

12 oktober 2004: CCD Nijmegen.<br />

Thema: Lichaamsbeleving en psychomotorische therapie bij<br />

patiënten met eetstoornissen.<br />

Plaats: CCD, Bosweg 160 te Nijmegen.<br />

Inl: tel: 024 - 355 11 95 ( Cure & Care Development).<br />

e-mail: curecare@curecare.nl<br />

Accreditatie 6 punten algemene psychiatrie.<br />

5 november 2004 tot 15 april 2005: cursus van 7 dagen o.l.v.<br />

F.M.Huitema en M.W.Knigge.<br />

Thema: Holdingspecifieke aspecten van behandeling<br />

Plaats: De Zwolse poort, Centrum <strong>voor</strong> Deeltijd <strong>Klinische</strong><br />

<strong>Psychotherapie</strong>, Burgemeester Roelenweg 9 te Zwolle.<br />

Inl: tel: 0592 - 37 34 74 (Huitema), ook 06 - 53 33 43 00.<br />

tel: 0597 - 45 67 55 (Knigge), ook 06 - <strong>22</strong> 41 25 08.<br />

accreditatie overgangsregeling Gz-psycholoog 47 punten en<br />

in aanvraag bij de NVvP ( in 2000 <strong>voor</strong> 20 punten speciale<br />

psychiatrie).<br />

5 november 2004:Studiedag Nederlandse <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong><br />

Groepspsychotherapie (NVGP).<br />

Thema: Leiderschap.<br />

Plaats: Hotel Breukelen te Breukelen.<br />

Inl: 030 - 670 14 25 (secr. NVGP).<br />

e-mail: nvgp.7@planet.nl<br />

10 november 2004: Studiemiddag Stedelijk Groepen Overleg<br />

Amsterdam.<br />

Thema: Nieuwe vormen van groepstherapie: schemagerichte<br />

groepstherapie,<br />

interpersoonlijke therapie in groepen en mindfullness<br />

based stress<br />

reduction in groepen.<br />

Plaats: GGZ Buitenamstel, A.J. Ernststraat 887 te Amsterdam.<br />

Inl: volgt later op de website van de NVGP<br />

(www.groepspsychotherapie.nl)<br />

18 november 2004: Hete-Hangijzermiddag van de VKP<br />

Werk en persoonlijkheidsstoornissen. Zie <strong>voor</strong> meer<br />

informatie:<br />

http://www.klinische-psychotherapie.nl/HHmiddagwerk2004.htm


25 november 2004: CCD Nijmegen.<br />

Thema: Schemafocussed therapy volgens Young bij de<br />

borderline persoonlijkheidsstoornissen.<br />

Plaats: CCD, Bosweg 16o te Nijmegen.<br />

Inl: tel: 024 - 355 11 95 (Cure & Care development)<br />

E-mail: curecare@curecare.nl<br />

Accrditatie 6 punten algemene psychiatrie<br />

25, 26, 27 november 2004: Nederlandse <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong><br />

<strong>Psychotherapie</strong> (NVP) en de International Federation of<br />

Psychotherapy (IFP).<br />

Thema: Mind, Brain and Psychotherapy.<br />

Plaats: RAI Congres Centrum te Amsterdam.<br />

Inl: tel: 020 - 346 70 00 (Stichting Europees<br />

<strong>Psychotherapie</strong>congres 2004).<br />

e-mail: epcamsterdam2004@tws-amsterdam.nl<br />

Einde <strong>Bulletin</strong> <strong>22</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!