Brandbrief 'Ouderen worden uitgekleed' - Anbo

Brandbrief 'Ouderen worden uitgekleed' - Anbo Brandbrief 'Ouderen worden uitgekleed' - Anbo

17.09.2013 Views

ijvoorbeeld de overheveling van onderdelen van de AWBZ naar de gemeenten tot een verschraling leidt van voorzieningen. Ook andere activiteiten, zoals schuldhulpverlening, inkomensondersteuning, bevordering mobiliteit en hulp bij de belastingaangifte zijn het vermelden waard. Met onze ANBOacademie verbeteren we de kwaliteit van het vrijwilligerswerk. ANBO is voorstander van projecten die de positie van senioren in de maatschappij helpen versterken. Door hen in staat te stellen actief deel te nemen aan de maatschappij via werk, vrijwillig of betaald, of door informele zorg en diensten te verlenen. Op projectbasis zoeken wij partners voor een brede samenwerking. Behalve ouderenorganisaties zijn dat ook andere veldpartijen of patiëntenorganisaties. Duidelijk is dat participatie van senioren niet uitsluitend het werkterrein van het ministerie van VWS betreft. Maatschappelijke ondersteuning van senioren vraagt om een brede interdepartementale benadering. Voldoende maatschappelijke ondersteuning in de meest brede zin van het woord vergroot mogelijkheden van senioren om zelfstandig te functioneren. Daarmee zijn de oplopende kosten van met name zorg aanzienlijk af te remmen. Mits goed vormgegeven leveren projecten van seniorenorganisaties hieraan een substantiële bijdrage. Daarom is ANBO van mening dat de overheid er verstandig aan doet voldoende budget beschikbaar te houden voor projectsubsidies. 2.2 Mantelzorgers en vrijwilligers Mantelzorgers en vrijwilligers zijn van onschatbare waarde voor de samenleving. Het economisch belang van vrijwilligerswerk is fors. Bij vrijwillige participatie blijkt Nederland internationaal voorop te lopen. Veel verpleeghuizen en verenigingen zijn afhankelijk van de inzet van vrijwilligers. Vooral senioren zijn actief in het vrijwilligerswerk en leeftijd van vrijwilligers mag daarbij geen issue zijn. Er wordt veel hulp geboden aan ouderen, gehandicapten en buren. In het licht van de toenemende vergrijzing en de hoge kosten voor de gezondheidszorg worden vrijwilligers van steeds groter belang c.q. zal het beroep op vrijwilligers alleen maar toenemen. De praktijk laat echter zien dat de tijd voor media, hobby‟s, sociale contacten en andere bezigheden toeneemt en dat het aantal uren vrijwilligerswerk daalt. Daarom moeten waardering, specifieke wensen, ambities, werkervaring, vaardigheden, beschikbare tijd en mogelijkheden van de vrijwilliger meer aandacht krijgen dan momenteel het geval is. Dat vraagt om een uitgekiend vrijwilligersbeleid. Met de huidige bezuinigingen in de zorg zullen mantelzorgers, waarvan er nu al 450.000 overbelast zijn, het alleen maar zwaarder krijgen. Veel mantelzorgers herkennen zichzelf namelijk niet als zodanig, omdat zij het als vanzelfsprekend beschouwen deze activiteiten te verrichten. ANBO vindt het essentieel dat er voor de mantelzorgers voldoende ondersteunende voorzieningen zijn en dat daarover goede informatie beschikbaar is. In de zorgketen behoort de mantelzorger een eigen positie te hebben. Hij moet goed geïnformeerd zijn over en betrokken worden bij de zorg voor zowel de patiënt als zichzelf. Verder kunnen mantelzorgmakelaars een aantal regeltaken overnemen, waardoor de belasting van mantelzorgers afneemt. Voor wat betreft de financiering van zorgmakelaars bestaat een divers beeld. Sommige gemeenten vergoeden de kosten uit de Wmo-gelden. Een aantal zorgverzekeraars vergoedt de kosten indien een aanvullende verzekering is afgesloten. In alle andere gevallen wordt een tarief van 70 euro per uur gehanteerd. Het ontbreekt op dit moment aan landelijke aansturing. ANBO pleit daarom voor opname van kosten van zorgmakelaars in het basispakket van de zorgverzekering. Een andere mogelijkheid is een deel van de Wmo-gelden te oormerken om gemeenten te stimuleren deze kosten te vergoeden. ANBO, Brandbrief Ouderenbeleid, 6 september 2011, pagina 3

2.3 Arbeidsdeelname oudere werknemers Werklozen tussen de 55 en 60 jaar hebben een kans van rond de 25% om binnen twee jaar weer aan het werk te gaan. Bij werknemers boven de 60 ligt deze kans op ongeveer 10%. Binnen de huidige verhoudingen op de arbeidsmarkt nemen hun kansen niet toe, maar eerder af. Voor een deel van hen dreigt het risico van armoede in het laatste deel van hun “werkzame” leven. Geen gunstig perspectief. Pas over enkele jaren zullen hun kansen weer toenemen als gevolg van ontgroening en vergrijzing van de beroepsbevolking. Een goed leeftijdsbewust personeelsbeleid betekent dat werknemers langer kunnen deelnemen aan het betaalde arbeidsproces. Werkgevers kunnen zo langer gebruik maken van de ervaring en deskundigheid van oudere werknemers. Het is belangrijk dat werkgevers en vakbonden daar goede afspraken over maken. In het kader van het pensioenakkoord is een eerste bescheiden stap gezet. Via fiscale prikkels kan de overheid helpen goede initiatieven te bevorderen. Van belang is ook dat een einde komt aan de negatieve beeldvorming rondom senioren en arbeid. Onderdeel van de kabinetsplannen is de afschaffing van het re-integratiebudget en forse bezuinigingen op de bemiddeling van werknemers waaronder de dienstverlening door werkcoaches. Door reorganisaties en afslanking loopt de groep werknemers vanaf 55 jaar, die veel kennis en ervaring hebben, groot risico op ontslag. Door stigmatisering en bestaande vooroordelen komen zij verhoudingsgewijs minder snel in aanmerking voor vrijkomende banen. Zij kunnen dus zeker een steun in de rug gebruiken, omdat zij niet gerekend kunnen worden tot de categorie „onbemiddelbaar‟. Tenslotte gaat de dienstverlening aan werkzoekenden omlaag, bijvoorbeeld door sluiting van een flink aantal werkpleinen, terwijl in een aantal situaties intensivering juist nodig is. Digitale dienstverlening is het toverwoord bij re-integratie door de UWV. Dat betekent meer eigen verantwoordelijkheid bij het zoeken naar werk. Digitaal zwakke werkzoekenden worden op achterstand gezet. Er is een extra drempel door het onoverzichtelijke veld van digitale werksites In het kader van de Wet werken naar Vermogen zal het aantal werknemers in de WSW flink omlaag moeten. Ouderen zijn sterk vertegenwoordigd in de WSW en hebben een geringere kans op doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt. ANBO vindt dat de inspanningen erop gericht moeten zijn de sociale uitsluiting van deze groepen te voorkomen. 2.4 Hogere griffiekosten Een volwaardige deelname aan de samenleving heeft ook juridische aspecten. Daarom is ANBO tegen de verhoging van de griffiekosten. Zij kunnen het beroep op de rechter moeilijker maken. Immers, dit komt tezamen met de jaarlijkse verhoging van de bedragen, de inkomens- en de vermogensgrenzen voor gesubsidieerde rechtsbijstand en mediation. Specifieke regelingen ten aanzien van gefinancierde rechtsbijstand, zoals de korting van 50 euro op de eigen bijdrage (wanneer iemand eerst het juridisch loket bezoekt en zij degene doorverwijzen naar een advocaat) bieden enige soulaas. Positief is dat er meer andere vormen van geschillenbeslechting zijn, zoals mediation en geschillencommissies en dat er voor minder zaken verplichte procesvertegenwoordiging is. Goede en rechtvaardige regelgeving is de aangewezen weg om de gang naar de rechter te beperken. ANBO, Brandbrief Ouderenbeleid, 6 september 2011, pagina 4

ijvoorbeeld de overheveling van onderdelen van de AWBZ naar de gemeenten tot een<br />

verschraling leidt van voorzieningen. Ook andere activiteiten, zoals schuldhulpverlening,<br />

inkomensondersteuning, bevordering mobiliteit en hulp bij de belastingaangifte zijn het<br />

vermelden waard. Met onze ANBOacademie verbeteren we de kwaliteit van het<br />

vrijwilligerswerk.<br />

ANBO is voorstander van projecten die de positie van senioren in de maatschappij helpen<br />

versterken. Door hen in staat te stellen actief deel te nemen aan de maatschappij via werk,<br />

vrijwillig of betaald, of door informele zorg en diensten te verlenen. Op projectbasis zoeken<br />

wij partners voor een brede samenwerking. Behalve ouderenorganisaties zijn dat ook andere<br />

veldpartijen of patiëntenorganisaties. Duidelijk is dat participatie van senioren niet uitsluitend<br />

het werkterrein van het ministerie van VWS betreft. Maatschappelijke ondersteuning van<br />

senioren vraagt om een brede interdepartementale benadering.<br />

Voldoende maatschappelijke ondersteuning in de meest brede zin van het woord vergroot<br />

mogelijkheden van senioren om zelfstandig te functioneren. Daarmee zijn de oplopende<br />

kosten van met name zorg aanzienlijk af te remmen. Mits goed vormgegeven leveren<br />

projecten van seniorenorganisaties hieraan een substantiële bijdrage. Daarom is ANBO van<br />

mening dat de overheid er verstandig aan doet voldoende budget beschikbaar te houden<br />

voor projectsubsidies.<br />

2.2 Mantelzorgers en vrijwilligers<br />

Mantelzorgers en vrijwilligers zijn van onschatbare waarde voor de samenleving. Het<br />

economisch belang van vrijwilligerswerk is fors. Bij vrijwillige participatie blijkt Nederland<br />

internationaal voorop te lopen. Veel verpleeghuizen en verenigingen zijn afhankelijk van de<br />

inzet van vrijwilligers. Vooral senioren zijn actief in het vrijwilligerswerk en leeftijd van<br />

vrijwilligers mag daarbij geen issue zijn. Er wordt veel hulp geboden aan ouderen,<br />

gehandicapten en buren.<br />

In het licht van de toenemende vergrijzing en de hoge kosten voor de gezondheidszorg<br />

<strong>worden</strong> vrijwilligers van steeds groter belang c.q. zal het beroep op vrijwilligers alleen maar<br />

toenemen. De praktijk laat echter zien dat de tijd voor media, hobby‟s, sociale contacten en<br />

andere bezigheden toeneemt en dat het aantal uren vrijwilligerswerk daalt. Daarom moeten<br />

waardering, specifieke wensen, ambities, werkervaring, vaardigheden, beschikbare tijd en<br />

mogelijkheden van de vrijwilliger meer aandacht krijgen dan momenteel het geval is. Dat<br />

vraagt om een uitgekiend vrijwilligersbeleid.<br />

Met de huidige bezuinigingen in de zorg zullen mantelzorgers, waarvan er nu al 450.000<br />

overbelast zijn, het alleen maar zwaarder krijgen. Veel mantelzorgers herkennen zichzelf<br />

namelijk niet als zodanig, omdat zij het als vanzelfsprekend beschouwen deze activiteiten te<br />

verrichten. ANBO vindt het essentieel dat er voor de mantelzorgers voldoende<br />

ondersteunende voorzieningen zijn en dat daarover goede informatie beschikbaar is.<br />

In de zorgketen behoort de mantelzorger een eigen positie te hebben. Hij moet goed<br />

geïnformeerd zijn over en betrokken <strong>worden</strong> bij de zorg voor zowel de patiënt als zichzelf.<br />

Verder kunnen mantelzorgmakelaars een aantal regeltaken overnemen, waardoor de<br />

belasting van mantelzorgers afneemt. Voor wat betreft de financiering van zorgmakelaars<br />

bestaat een divers beeld. Sommige gemeenten vergoeden de kosten uit de Wmo-gelden.<br />

Een aantal zorgverzekeraars vergoedt de kosten indien een aanvullende verzekering is<br />

afgesloten. In alle andere gevallen wordt een tarief van 70 euro per uur gehanteerd. Het<br />

ontbreekt op dit moment aan landelijke aansturing. ANBO pleit daarom voor opname van<br />

kosten van zorgmakelaars in het basispakket van de zorgverzekering. Een andere<br />

mogelijkheid is een deel van de Wmo-gelden te oormerken om gemeenten te stimuleren<br />

deze kosten te vergoeden.<br />

ANBO, <strong>Brandbrief</strong> Ouderenbeleid, 6 september 2011, pagina 3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!