IB, lesbrief
IB, lesbrief
IB, lesbrief
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Inkomstenbelasting 2009<br />
Inleiding<br />
Algemene opzet<br />
Box 1 Belastbaar inkomen uit werk en woning, bestanddelen<br />
1 Belastbare winst uit onderneming<br />
- Toelichting van termen<br />
- Soorten vermogen<br />
- Fiscaal toegestane reserves<br />
- Gemengde kosten<br />
Berekening van de winst uit onderneming<br />
- Toelichting van termen<br />
2 Belastbaar loon<br />
- Toelichting van termen<br />
Box 2 Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang<br />
Box 3 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen<br />
Feitelijke berekening Inkomstenbelasting
Inleiding<br />
De inkomstenbelasting is een aanslagbelasting, wat betekent dat de aanslag door de inspecteur<br />
van de Belastingdienst wordt opgelegd. Op de website van de Belastingdienst kunt je het<br />
volgende lezen:<br />
Als u in Nederland woont, betaalt u belasting over uw inkomsten. Ook als u in het buitenland<br />
woont en inkomsten hebt uit Nederland, kan het zijn dat u belasting moet betalen.<br />
Hoeveel belasting u precies moet betalen, hangt af van uw situatie. Hebt u bijvoorbeeld naast<br />
uw loon nog andere inkomsten? Of hebt u recht op aftrekposten? U vermeldt dit allemaal in<br />
uw jaarlijkse aangifte. Hoe u aangifte doet en wat er vervolgens met die aangifte gebeurt,<br />
leest u in dit site-onderdeel.<br />
Aangifte<br />
In veel gevallen ontvangt u automatisch bericht van ons dat u aangifte moet doen. Maar ook<br />
als u geen bericht ontvangt, kan het zijn dat u aangifte moet doen.<br />
Aanslag<br />
Nadat u aangifte hebt gedaan, krijgt u van ons bericht hoeveel belasting u moet betalen. Het<br />
kan ook zijn dat u geld terugkrijgt. Dat bericht heet een aanslag.<br />
Bezwaren en klachten<br />
Als u het niet eens bent met een aanslag, kunt u hiertegen bezwaar maken. U kunt ook een<br />
klacht indienen als u niet tevreden bent over de manier waarop u bent behandeld.<br />
Betalen of terugkrijgen<br />
Afhankelijk van uw situatie moet u belasting betalen of krijgt u geld terug. Als u al van<br />
tevoren weet dat u geld zult terugkrijgen, kunt u vragen om een voorlopige teruggaaf.<br />
Bron: Belastingdienst<br />
Er zijn verschillende vormen van voorheffingen namelijk:<br />
• loonbelasting/premies volksverzekeringen<br />
• dividendbelasting en kansspelbelasting<br />
• voorlopige aanslag(en).<br />
Inkomstenbelasting geldt voor natuurlijke personen, te onderscheiden in Nederlanders en<br />
buitenlanders die hier een bepaald inkomen hebben.<br />
Het belastbaar inkomen kent verschillende bestanddelen:<br />
• belastbaar inkomen uit werk en eigen woning<br />
• belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (vóór vermindering persoonsgebonden aftrek)<br />
• persoonsgebonden aftrek<br />
• belastbaar inkomen uit sparen en beleggen<br />
Het uitgangspunt is dat iedereen in principe wordt belast naar zijn/haar eigen inkomen.
De grote uitzondering hierop is dat gehuwden (en dat geldt ook voor geregistreerd partnerschap<br />
en fiscale partners) die duurzaam samenleven de genoemde bestanddelen aan beide partners toe<br />
kunnen rekenen in een door hen zelf te bepalen verhouding. Beide partners blijven echter wel<br />
elk voor een evenredig deel aansprakelijk voor de verschuldigde belasting.<br />
Voor minderjarigen (< 18jaar) geldt dat de bestanddelen worden toegerekend aan de ouder die<br />
gezag over het kind uitoefent.<br />
De bestanddelen staan centraal in het Raamwerk Inkomstenbelasting. Wij kennen de<br />
bestanddelen toe aan ‘boxen’.
Algemene opzet<br />
Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning € …….<br />
Hierover <strong>IB</strong>/premies volksverzekeringen volgens progressief tarief € ….…<br />
Af: te verrekenen belastingkorting verlies aanmerkelijk belang € .…… -<br />
<strong>IB</strong> Box 1 € ……<br />
Box 2 :Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang € .……<br />
Belasting box 2 25%<br />
<strong>IB</strong> Box 2 € …...<br />
Box 3: Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen<br />
(fictief rendement 4%)<br />
Hierover betaal je <strong>IB</strong> volgens een vast tarief van 30% <strong>IB</strong> Box 3 € …... +<br />
Gecombineerde inkomensheffing € ……<br />
Af: Te conserveren inkomen € …… -<br />
€ ……<br />
Af: Gecombineerde heffingskorting € …… -<br />
Verschuldigde inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen € ……
Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning<br />
Belastbare winst uit onderneming 1 € ……<br />
Belastbaar loon 2 € ……<br />
Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden 3 € ……<br />
Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen 4 € ……<br />
Belastbare inkomsten uit eigen woning 5 € ……<br />
Negatieve uitgaven voor inkomensvoorziening 6 € ……<br />
Negatieve persoonsgebonden aftrekposten 7 € …… +/+<br />
€ ……<br />
Af: Uitgaven voor inkomensvoorziening 8 € …… -/-<br />
€ ……<br />
Af: Persoonsgebonden aftrek 9 € …… -/-<br />
Inkomen uit werk en woning € ……<br />
Af: Te verrekenen verliezen uit werk en woning 10 € …… -/-<br />
Belastbaar inkomen uit werk en woning € ……<br />
(Belast tegen progressief schijventarief)
1. Belastbare winst uit onderneming<br />
Algemene berekening:<br />
Gezamenlijke winst(en) uit onderneming van belastingplichtige als ondernemer € ……<br />
Gezamenlijke winst(en) uit onderneming van belastingplichtige als medegerechtigde € ……<br />
Gezamenlijke voordelen uit schuldvordering van belastingplichtige als ondernemer € ……<br />
€ …..<br />
Af: Zelfstandigenaftrek € ……<br />
S & O aftrek € ……<br />
Meewerkaftrek € ……<br />
Stakingsaftrek € ……<br />
Totale ondernemersaftrek € …… -<br />
Belaste winst uit onderneming € ……<br />
Toelichting van ‘termen’<br />
Er moet sprake zijn van een ‘onderneming’, dat wil zeggen een duurzame organisatie van arbeid<br />
en kapitaal welke deelneemt aan het economisch verkeer met winstoogmerk.<br />
De onderneming mag geen rechtspersoon zijn en er is dan meestal sprake van<br />
eenmanszaken/openbare vennootschap/Commanditaire vennootschap/maatschap. (In het geval<br />
van rechtspersoonlijkheid moet vennootschapsbelasting worden betaald.)<br />
Elke beherend vennoot van een openbare of commanditaire vennootschap is fiscaal gezien een<br />
zelfstandig ondernemer.<br />
Er moet sprake zijn van een ‘echte’ ondernemer: hij/zij die als zodanig naar buiten treedt<br />
(iemand die inkoopt/verkoopt/personeel aanneemt/ontslaat etc.). Ook zelfstandig uitgeoefende<br />
beroepen zijn gelijkgesteld met onderneming<br />
(bijvoorbeeld: advocaat/commissionair/makelaar/pianostemmer/huisarts etc.).<br />
‘Medegerechtigden’, ook wel ‘winstgenieters’, zijn vennoten en stille maten in maatschap of<br />
commanditaire vennoten.<br />
Voor ‘schuldeisers die schuldvordering hebben op ondernemer’ geldt dat de vergoeding meer dan<br />
50% afhankelijk moet zijn van de winst. In dat geval is de volledige vergoeding (ook rente) winst<br />
uit onderneming.<br />
De winstbepaling moet plaatsvinden volgens het nominalisme (euro = euroleer): De kostprijs van<br />
de verkopen en de kosten van gebruikte DPM moeten zijn gebaseerd op historische uitgaafprijs.<br />
In geen geval mogen de kosten zijn gebaseerd op vervangingswaarden.<br />
Bij de bepaling van de jaarwinst is van belang de vraag of bepaalde bezittingen/schulden tot de<br />
onderneming of juist tot het privévermogen behoren!
Soorten vermogen<br />
- Verplicht ondernemingsvermogen: Bezittingen/schulden die zonder meer tot de zaak<br />
behoren en op de balans dienen te worden geactiveerd/gepassiveerd. Bijvoorbeeld:<br />
machines, bedrijfsgebouw, voorraden, debiteuren, crediteuren, inventaris, vrachtauto,<br />
eigen vermogen, bank. Alle kosten (bijvoorbeeld de afschrijving) mogen ten laste van de<br />
winst worden gebracht. Eventuele voordelen echter, zoals stakingswinst, behoren tot de<br />
winst en zijn belast.<br />
- Verplicht privévermogen: Bezittingen en schulden van de ondernemer en zijn gezin<br />
(bijvoorbeeld vrijstaande woning, sieraden, tv, tuinmeubels en kleding) zijn persoonlijk<br />
en mogen dus niet op de balans staan. De kosten hiervan mogen niet ten laste van de<br />
onderneming worden gebracht. Eventuele voordelen hierbij (stijging waarde woning)<br />
vormen geen winst en zijn dus onbelast.<br />
- Keuzevermogen: Bezittingen/schulden met een ‘gemengd’ karakter (deels zakelijk,<br />
deels privé). Hier kan de ondernemer (voor hele ondernemingsperiode) kiezen; als<br />
voorbeeld mogelijkheden in het geval van een bedrijfspand met bovenwoning en een<br />
bestelauto.<br />
Stel: bedrijfspand met bovenwoning beschouwen als zakelijk.<br />
Gevolgen: alle kosten zijn aftrekbaar. Echter, voor privégebruik dient nu aan het einde van het<br />
boekjaar een fiscale bijtelling bij de winst plaats te vinden (forfait privégebruik<br />
ondernemingswoning) en een waardestijging van het hele pand is fiscaal gezien winst.<br />
Stel: bedrijfspand met bovenwoning beschouwen als privé.<br />
Gevolgen: niet op de balans. Onderneming kan huurprijs (4%) als kosten aftrekken,<br />
waardestijging is onbelast.<br />
Stel: (bestel)auto beschouwen als zakelijk.<br />
Gevolgen: alle kosten aftrekbaar! Echter, voor privégebruik dient aan het einde van het boekjaar<br />
een fiscale bijtelling bij de winst plaats te vinden. Deze is automatisch gebaseerd op ten minste<br />
500 km, tenzij de ondernemer een voorgeschreven rittenadministratie bijhoudt (dan eventueel<br />
minder bijtelling).<br />
Op basis van deze privékilometers vindt een bijtelling bij de winst plaats van 14%, of 20%, of 25%<br />
van de catalogusprijs (incl. OB/BPM).<br />
Stel: (bestel)auto beschouwen als privé.<br />
Gevolgen: dan niet op balans. Ondernemer mag € 0,19 per km als kosten aftrekken voor zakelijk<br />
gebruik van privéauto.
Fiscaal toegestane reserves (eigenlijk voorzieningen)<br />
- Kostenegalisatiereserve: jaarlijks ten laste van resultaat kosten boeken, om<br />
toekomstige betaling of verplichting te kunnen nakomen. Bij betaling of nakoming van<br />
verplichting in de toekomst mogen de kosten dan niet meer ten laste van het resultaat<br />
worden geboekt. Voorbeelden: onderhouds-/pensioen-VUT/-revisievoorziening<br />
- Herinvesteringsreserve (vervangingsreserve): De winst behaald bij de verkoop van een<br />
productiemiddel blijft onbelast en wordt geboekt op een Herinvesteringsreserve.<br />
Voorwaarde is wel dat de ondernemer het verkochte productiemiddel binnen 4 jaar<br />
vervangt door een ander soortgelijk productiemiddel. Bij deze vervanging wordt de<br />
gevormde reserve in mindering gebracht op de nieuwprijs van dat vervangende<br />
productiemiddel. Er kan dan dus minder op worden afgeschreven (minder kosten worden<br />
geboekt: inhaaleffect!) De boekwaarde van het nieuwe productiemiddel mag nooit lager<br />
zijn dan die van het verkochte. Het ‘niet gebruikte deel’ van de herinvesteringsreserve<br />
dient aan de winst te worden toegevoegd.<br />
- Oudedagsreserve (FOR):<br />
Oudedagsreserve<br />
De oudedagsreserve is een bepaald bedrag dat u opzij mag zetten om te sparen voor uw<br />
oudedagsvoorziening. Over dat bedrag hoeft u voorlopig geen belasting te betalen: u krijgt<br />
daarvoor uitstel van betaling. Maar met de oudedagsreserve alleen hebt u nog geen<br />
oudedagsvoorziening.<br />
Hoe wordt uw oudedagsreserve opgebouwd?<br />
U bouwt uw oudedagsreserve op door jaarlijks een bedrag aan uw oudedagsreserve toe te<br />
voegen. U bent hiertoe niet verplicht.<br />
De oudedagsreserve wordt altijd voor u persoonlijk opgebouwd. Dit betekent dat u en uw<br />
partner ieder afzonderlijk een oudedagsreserve kunnen opbouwen. U moet dan wel<br />
beiden door ons als ondernemer worden beschouwd en aan het urencriterium voldoen. De<br />
stand van de opgebouwde oudedagsreserve moet u vermelden op de balans in de<br />
jaarstukken van uw onderneming. Bent u ondernemer van meerdere ondernemingen? Dan<br />
kunt u de opgebouwde oudedagsreserve verdelen over de balansen van al uw<br />
ondernemingen.<br />
Bron: Belastingdienst<br />
De ondernemer mag dus onder voorwaarden sparen voor de oude dag. Het gespaarde bedrag<br />
mag ten laste van de winst worden gebracht (dus minder belasting). Voorwaarden:<br />
o moet voldoen aan urencriterium<br />
o bij aanvang kalenderjaar
o Bij gebouwen kun je slechts afschrijven tot bodemwaarde<br />
o De bodemwaarde bedraagt 50% van de WOZ-waarde excl. ondergrond.<br />
Objectieve vrijstellingen, winst is onbelast indien verkregen uit:<br />
• bosbedrijf (in stand houden)<br />
• waardeverandering landbouwgrond, anders dan door bedrijfsuitoefening en<br />
bestemmingswijziging<br />
• kwijtscheldingswinst: aan de ondernemer kwijtgescholden schulden zijn onbelast voor<br />
zover deze de som van het verlies uit werk en woning van dat jaar plus de te<br />
compenseren verliezen uit het verleden, overtreffen.
Gemengde kosten<br />
Beperkte aftrek gemengde kosten (Oortkosten):<br />
Algemeen geldt dat slechts 73,5% van deze kosten aftrekbaar is.<br />
- voedsel, bijvoorbeeld zakendiners, drank, genotmiddelen<br />
- representatie, bijvoorbeeld relatiegeschenken, feesten, recepties<br />
- congressen, symposia, studiereizen etc. van korte duur (vakcursussen/opleidingen zijn<br />
volledig aftrekbaar)<br />
Alternatief: de eerste € 4.200,- niet aftrekbaar, daarboven alles voor 100%.<br />
Géén aftrek voor:<br />
- (representatieve) vaartuigen<br />
- geldboetes<br />
- kosten van criminele activiteiten (belast naar bruto-omzet).<br />
Aftrekbaarheid gemengde kosten voor de ondernemer of leden van diens huishouding:<br />
Niet aftrekbaar:<br />
- werkruimte, behalve als 90% van inkomen/winst vanuit werkruimte wordt verworven,<br />
want dan 100% aftrekbaar<br />
- telefoonabonnement<br />
- algemene literatuur<br />
- kleding, behalve bedrijfskleding (logo)<br />
- persoonlijke verzorging<br />
- aktetassen.<br />
Beperkt aftrekbaar:<br />
- verhuiskosten<br />
- huisvestingskosten buiten woonplaats 2 jaar<br />
- zakelijk gebruik privéauto (zie boven)<br />
- auto van de zaak voor privé (zie boven).
Berekening van de winst uit onderneming<br />
Deze berekening kan geschieden door bijvoorbeeld vermogensvergelijking. Dit is de berekening<br />
van de winst over een bepaalde periode door vanuit de balans het verschil tussen het eigen<br />
vermogen aan het eind en het eigen vermogen aan het begin van de periode op te maken.<br />
Eind (eigen) vermogen € ……<br />
Af: Begin(eigen) vermogen € …… -/-<br />
Vermogensaanwas € ……<br />
Bij: Onttrekkingen € …… +<br />
€ ……<br />
Af: Kapitaalstortingen € …… -/-<br />
€ ……<br />
Bij: Kapitaalterugbetalingen €……. +<br />
€ ……<br />
Af: Investeringsaftrek/Bij: Desinvesteringsbijtelling 1 € …… -/- / +<br />
GRONDSLAG FOR € ……<br />
Af: Toevoeging FOR 2 € …… -/-<br />
GRONDSLAG ONDERNEMERSAFTREK € ……<br />
Af: Zelfstandigenaftrek 3 € ……<br />
S & O-aftrek 4 € ……<br />
Meewerkaftrek 5 € ……<br />
Stakingsvrijstelling 6 € ……<br />
Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 7 € …… +<br />
Ondernemersaftrek € …… -/-<br />
GRONDSLAG MKB-WINSTVRIJSTELLING € ……<br />
Af: MKB-winstvrijstelling 10% 7 € …… -/-<br />
Winst uit onderneming € …….
Toelichting van termen:<br />
Onttrekkingen: uitgaven die geen zakelijk karakter hebben (privéuitgaven).<br />
Bijvoorbeeld:<br />
- door onderneming betaalde aanslag <strong>IB</strong><br />
- uitgaven voor huishouding<br />
- goederen uit de zaak voor privé (waardering tegen verkoopprijs incl. OB. als omzet<br />
hieronder lijdt, ander inkoopprijs incl. OB).<br />
Kapitaalstortingen: toevoegingen aan het eigen vermogen anders dan door winst, bijvoorbeeld<br />
geld uit een erfenis in de zaak storten of prijs uit loterij.<br />
Kapitaalterugbetalingen: afname van het eigen vermogen anders dan door verlies. Deel van<br />
eigen vermogen aan de zaak onttrekken.<br />
1. Investeringsaftrek<br />
Een deel van investeringsbedrag mag ten laste van de winst worden gebracht.<br />
Uitsluitend op verzoek van de winstgenieter<br />
- Kleinschaligheidsaftrek: voor alle winstgenieters per jaar tussen de € 2.100,- en €<br />
236.000,- geïnvesteerd. Aftrek bedraagt % van geïnvesteerd bedrag.<br />
- Energie-investeringsaftrek: alleen voor ondernemers. Investering in niet eerder gebruikte<br />
bedrijfsmiddelen die doelmatig gebruik van energie mogelijk maken. 44% van bedrag<br />
energie-investeringen tussen € 2.100,- en € 47.080.000,-.<br />
- Milieu-investeringsaftrek: alleen voor ondernemers. Investeringen boven € 2.100,- in<br />
aangewezen, niet eerder gebruikte bedrijfsmiddelen, die milieu beschermen.<br />
(15%/30%/40%/50%/60%) van investering aftrekbaar.)<br />
Uitgezonderd van investeringsaftrek zijn:<br />
- bedrijfsmiddelen die per stuk < € 450,- excl. btw kosten<br />
- totale investeringen in één jaar < € 2.200,-<br />
- bedrijfsmiddelen voor bosbedrijf<br />
- (onder)grond<br />
- woonhuizen/woonschepen<br />
- personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer<br />
- vaartuigen voor representatieve doelen<br />
- effecten/vorderingen/goodwill/quota/vergunningen/concessies/ontheffingen<br />
- dieren.<br />
Desinvesteringsbijtelling: Indien bedrijfsmiddelen, waarvoor investeringsaftrek is genoten in het<br />
verleden, binnen 5 jaar na aanschaf worden vervreemd.<br />
De bijtelling wordt berekend door de opbrengst bij verkoop te vermenigvuldigen met het<br />
percentage investeringsaftrek dat toentertijd werd ontvangen.<br />
2. Oudedagsreserve (FOR), eerder behandeld bij Fiscaal toegestane reserves.
3. Zelfstandigenaftrek<br />
Voorwaarden:<br />
- ten minste 1225 uur per kalenderjaar ondernemer<br />
- >50% van arbeidstijd besteden aan onderneming(en)<br />
- op 1 januari nog geen 65 jaar<br />
De zelfstandigenaftrek is afhankelijk van de gezamenlijke winst (zie tabel zelfstandigenaftrek).<br />
Als de ondernemer in een of meer van de 5 afgelopen kalenderjaren geen ondernemer was en in<br />
die periode niet meer dan tweemaal zelfstandigenaftrek heeft genoten, kan hij/zij nog een<br />
startersaftrek krijgen van € 2.070,-.<br />
4. Speur- en ontwikkelingswerk, S & O-aftrek<br />
Maximaal bedrag: € 11.806,-<br />
Voorwaarden:<br />
- ten minste 500 uur per kalenderjaar besteden aan speur- en ontwikkelingswerk<br />
- beschikken over S & O-verklaring<br />
- voldoen aan administratieve S & O-verplichtingen<br />
- RA- of AA-accountantsverklaring.<br />
Ook hier kan aanvullend nog startersaftrek worden verkregen, namelijk € 5.904,-.<br />
5. Meewerkaftrek<br />
Voorwaarde: voor meewerkende partner in de onderneming, die géén beloning ontvangt.<br />
Aftrek is bepaald percentage van de winst, afhankelijk van aantal gewerkte uren.<br />
NB. Als gekozen wordt voor beloning van de meewerkende partner, dan mag die alleen ten<br />
laste van de winst worden gebracht als deze ten minste € 5.000,- bedraagt. De meewerkaftrek<br />
komt dan natuurlijk te vervallen.<br />
6. Stakingsvrijstelling<br />
Als de ondernemer zijn onderneming(en) geheel staakt (stopt), moet met de fiscus worden<br />
(eind)afgerekend. Als de onderneming(en) meer waard blijkt/blijken te zijn dan het eigen<br />
vermogen op de ondernemingsbalans, dan is er sprake van winst waarover nog geen belasting is<br />
betaald (stakingswinst). De stakingsvrijstelling bedraagt € 3.630,-; de stakingswinst minus de<br />
aftrek kan nooit lager dan € 0,- zijn.<br />
NB. Let bij het bepalen van de stakingswinst op de aanwezigheid van fiscale reserves en<br />
desinvesteringsbijtelling! Ze verhogen de stakingswinst.<br />
7. Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid<br />
Deze aftrek geldt voor ondernemers die nog geen 65 jaar zijn en die in een of meer van de<br />
afgelopen 5 jaar geen ondernemer waren en in dit jaar recht hebben op een uitkering<br />
WIA/WAO/WAZ/Wajong of periodieke uitkering ter zake van invaliditeit of ongeval. Aftrek €<br />
12.000,-/€ 8.000,-/€ 4.000,- indien 0 maal of 1 maal of 2 maal toegepast.<br />
8. MKB-winstvrijstelling<br />
Voor ondernemers die aan het urencriterium voldoen en voor ondernemers die niet aan het<br />
urencriterium voldoen maar stakingsaftrek toepassen en minstens 3 van de 5 afgelopen jaren<br />
ondernemer waren. Aftrek is 10,5% van de grondslag voor MKB-winstvrijstelling.<br />
Gebroken boekjaar: Voor seizoenbedrijven. Boekjaar loopt niet parallel met kalenderjaar.<br />
Winst wordt toegerekend aan kalenderjaar waarin het boekjaar eindigt.
Te verrekenen (ondernemings)verliezen: Verticale verliescompensatie.<br />
Een (ondernemings)verlies in box 1 mag worden verrekend met de winst(en) uit de 3<br />
voorafgaande jaren (carry back) en vervolgens 9 jaar in de toekomst (carry foreward). In de<br />
praktijk betekent dit dat door een verlies in dit jaar (een deel van) de betaalde <strong>IB</strong> uit het<br />
voorgaande jaar kan worden teruggekregen.
2. Belastbaar loon: loon verminderd met werknemersaftrek.<br />
Voor het begrip ‘belastbaar loon’ kan worden verwezen naar de loonbelasting. Het daar<br />
gehanteerde begrip loon is bij de <strong>IB</strong> hetzelfde.<br />
In dit belastbaar loon is ook begrepen de bijtelling voor privégebruik auto van werkgever<br />
indien meer dan 500 km voor privé is gereden (14%, 20%, 25% van catalogusprijs – eigen<br />
bijdrage).<br />
Deze bijtelling vindt altijd plaats indien geen kilometerregistratie heeft plaatsgevonden.<br />
Er zijn echter in de <strong>IB</strong> enkele toevoegingen:<br />
- fooien; voor het werkelijke bedrag<br />
- uitkeringen in verband met gederfd of te derven loon, staken of nalaten van<br />
werkzaamheden (gouden handdruk), buitenlandse pensioenregeling.<br />
Werknemersaftrek:<br />
Reisaftrek: voor woon-werkverkeer met openbaar vervoer<br />
enkele reisafstand > 10 km<br />
- voor dagen per week waarop gereisd wordt<br />
- openbaarvervoerverklaring<br />
- aftrek volgens tabel.<br />
NB. Werkgever mag openbaar vervoer ook volledig belastingvrij vergoeden, dan natuurlijk geen<br />
reisaftrek meer toegestaan.<br />
Eventueel ontvangen (kleine) vergoedingen van de werkgever moeten in mindering worden<br />
gebracht op de aftrek.<br />
3. Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden<br />
Dit betreft inkomsten uit werk dat niet onder loonbelasting of winst uit onderneming valt. Te<br />
denken valt aan:<br />
- auteursrecht/octrooirecht<br />
- lezingen<br />
- freelance-werk<br />
- incidentele adviezen<br />
- politieke functie<br />
- ter beschikking stellen van vermogen aan eigen onderneming of werkzaamheid<br />
alleen voor verbonden personen, bijvoorbeeld rentevergoeding/huuropbrengst over het<br />
beschikbaar gestelde)<br />
- ter beschikking stellen van vermogen aan vennootschap waarin belastingplichtige<br />
of hieraan verbonden persoon een aanmerkelijk belang (>5% aandelenbezit) heeft.<br />
4. Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen<br />
Aangewezen uitkeringen zijn uitkeringen ter vervanging van gederfde of te derven periodieke<br />
uitgaven, bijvoorbeeld:<br />
- lijfrentetermijnen indien eerdere premies aftrekbaar in box 1<br />
- bepaalde uitkeringen voortvloeiend uit verplichte (bedrijfs)pensioenfondsen<br />
- publiekrechtelijke uitkeringen zoals rijksbijdrage woningbezit (premiewoning)<br />
- echtscheidings-/alimentatie-uitkeringen<br />
o voortvloeiend uit familierecht<br />
o niet uit rechte lijn/tweede graad zijlijn
o kinderalimentatie vrij/onbelast<br />
- uitkeringen gedaan uit vrijgevigheid door rechtspersonen<br />
- vrijwillige uitkeringen uit familiefonds.<br />
Eventuele kosten gemaakt met de verwerving/inning/behoud van deze periodieke uitkeringen en<br />
verstrekkingen zijn aftrekbaar (bijvoorbeeld advocaat-/proces-/incassokosten), aanvraagkosten<br />
niet (kosten in verband met bron van inkomen).<br />
5. Belastbaar inkomen uit eigen woning<br />
Hier in box 1 gaat het alléén om de hoofdwoning/woonboot waar de belastingplichtige zijn<br />
hoofdverblijf heeft. Een tweede (vakantie)woning/verhuurde woning is belast in box 3.<br />
Bepaling inkomsten uit eigen woning:<br />
Voordelen uit eigen woning:<br />
Eigen woning forfait (tabel = % van eigen woningwaarde)* € ……<br />
Inkomsten uit tijdelijke verhuur € ……<br />
(bij volledige tijdelijke verhuur is slechts 75% van de huur belast)<br />
(kamerverhuur is belastingvrij tot € 4.144,-)<br />
Voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning € ……<br />
(het meerdere boven de vroeger gestorte premies)<br />
Is uitkering niet hoger dan € 147.500,- bij 20 jaars premie, of<br />
€ 33.500,- bij ten minste 15 jaar premie betaald, dan onbelast<br />
______ +<br />
€ ……<br />
Af: rente (max. 30 jaar) en kosten (hyp.) geldlening € ……<br />
Periodieke betalingen (erfpacht/opstal/beklemming) € ……<br />
Rente van schulden ter afkoop van bovengenoemde<br />
rechten € ……<br />
€ …… -/-<br />
Belastbaar inkomen uit eigen woning € ……<br />
*Indien de aftrekbare kosten (bijvoorbeeld de hypotheekrente) lager zijn dan het eigen woning<br />
forfait, dan bedraagt het belastbare inkomen uit eigen woning € 0,-.<br />
Hypotheekrente is alleen aftrekbaar indien de hypothecaire lening is bestemd voor het<br />
verkrijgen van de eigen woning, voor het onderhoud en aanpassing/verbetering hiervan en voor<br />
de tuinaanleg/verbetering. De rente die op de tweede hypotheek (overwaarde woning) wordt<br />
betaald of voor de aanschaf van een auto is niet aftrekbaar! Ook de rente op geldleningen tussen<br />
fiscale partners is niet aftrekbaar!<br />
Bijleenregeling<br />
Als u uw eigen woning verkoopt en een andere woning koopt, kan dat gevolgen hebben voor<br />
uw (hypotheek)renteaftrek. Meestal is de schuld voor de oude woning lager dan de<br />
verkoopopbrengst: de woning heeft dan overwaarde. U mag alleen rente aftrekken over een<br />
lening voor het deel van de aankoopprijs van de nieuwe woning dat hoger is dan de<br />
overwaarde van de oude woning.<br />
Bron: Belastingdienst
6. Negatieve uitgaven voor inkomensvoorziening<br />
Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen zijn teruggaven van uitgaven voor<br />
inkomensvoorzieningen, bijvoorbeeld afkoopsommen van lijfrenten. Deze negatieve uitgaven<br />
worden aangemerkt als inkomen in box 1.<br />
Voorbeelden:<br />
- teruggave van uitgaven voor inkomensvoorzieningen<br />
- afgetrokken uitgaven voor inkomensvoorzieningen plus daarover behaald rendement<br />
wegens besmette handeling<br />
- afgetrokken premies beroepspensioenregeling plus daarover behaald rendement wegens<br />
besmette handeling<br />
- afgetrokken uitgaven voor inkomensvoorziening en premies beroepspensioenregeling plus<br />
daarover behaald rendement bij emigratie<br />
‘Besmet’ is in strijd met (de geest van) de wet of met de voorwaarden van een verplichting zoals<br />
een lijfrentepremieaftrek.<br />
‘Besmette relaties’ duidt op verplichtingen aangegaan tussen<br />
- belastingplichtige en personen die tot zijn/haar huishouden behoren<br />
- bloed- en aanverwanten in de rechte lijn.<br />
7. Negatieve persoonsgebonden uitgaven<br />
Door de belastingplichtige ontvangen bedragen als teruggave van betalingen die eerder<br />
zijn afgetrokken als persoonsgebonden aftrek.<br />
(Gedeeltelijke) terugontvangen:<br />
- uitgaven voor onderhoudsverplichtingen<br />
- scholingsuitgaven<br />
- buitengewone uitgaven.<br />
8. Uitgaven voor inkomensvoorziening<br />
- premies voor lijfrenten ter compensatie van pensioentekort:<br />
o (tijdelijke) oudedagslijfrente<br />
o nabestaandenlijfrente<br />
o overbruggingslijfrente<br />
- premies voor lijfrenten waarvan de termijnen toekomen aan meerderjarige invalide<br />
(klein)kinderen<br />
- premies voor periodieke uitkeringen en verstrekkingen inzake invaliditeit/ziekte/ongeval.<br />
Toegestane lijfrenten pensioentekort:<br />
- oudedagslijfrente voor belastingplichtige zelf met levenslange premie<br />
- nabestaandenlijfrente die direct ingaat bij overlijden belastingplichtige of (ex-)partner<br />
- overbruggingslijfrente die eindigt uiterlijk in jaar waarin belastingplichtige 65 jaar wordt<br />
- tijdelijke oudedagslijfrente met minimale looptijd van 5 jaar na pensionering.<br />
Voor bovenstaande lijfrenten gelden maximaal aftrekbare jaarbedragen volgens tabel.
9. Persoonsgebonden aftrek<br />
Deze aftrek kan niet leiden tot een negatief inkomen. Eerst vindt de aftrek plaats in box 1, dan<br />
in box 3 en als er dan nog aftrekposten zijn dan komen deze in box 2 terecht.<br />
a. Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen:<br />
- uit familierecht (alimentatie aan ex)<br />
- afkoopsommen van echtscheidingsuitkeringen<br />
- verhaalde bijstandsuitkeringen ex-echtgenoot bij belastingplichtige<br />
- voldane bedragen ter verrekening van pensioenrechten/lijfrenten/andere<br />
inkomensvoorzieningen voor ex-echtgenoot door belastingplichtige<br />
- periodieke uitkeringen en verstrekkingen in verband met levensonderhoud op grond van<br />
wettelijke verplichting (bijv. door veroorzaakt ongeval)<br />
- om dringende morele verplichting.<br />
b. Verliezen op beleggingen in durfkapitaal:<br />
- geldlening verstrekt aan beginnende ondernemer (na 01-01-1996)<br />
- niet eerder dan 12 maanden na verstrekking van lening tot maximaal € 46.984,-<br />
- Tante Agaath-regeling.<br />
c. Uitgaven voor levensonderhoud van kinderen:<br />
Eigen, geadopteerde en pleegkinderen die jonger zijn dan 30 jaar, waarvoor geen recht bestaat<br />
op kinderbijslag of studiefinanciering en die door de belastingplichtige in belangrijke mate<br />
worden onderhouden (afhankelijk van leeftijd > € 408,- per kwartaal); forfaitaire aftrek volgens<br />
tabel.<br />
d. Buitengewone uitgaven:<br />
Uitgaven als gevolg van:<br />
- ziekte/invaliditeit/bevalling<br />
- overlijden<br />
- arbeidsongeschiktheid<br />
- ouderdom<br />
- chronische ziekte<br />
- adoptie<br />
- schulden ter zake van ziekte/invaliditeit (rente).<br />
Deze kosten moeten ten laste komen van belastingplichtige en/of partner en/of kinderen.<br />
Voor aftrek geldt een inkomensdrempel (deel dat niet aftrekbaar is; zie tabel.)<br />
Drempelinkomen:<br />
inkomen van belastingplichtige (en diens echtgenoot/fiscale partner) uit box 1+2+3 vóór aftrek<br />
van te verrekenen verliezen en persoonsgebondenaftrek.<br />
e. Weekenduitgaven voor gehandicapte kinderen<br />
f. Scholingsuitgaven:<br />
- scholingsuitgaven moeten drukken op belastingplichtige en/of partner<br />
- studie uit liefhebberij is niet aftrekbaar<br />
- cursus/examengeld, boeken, afschrijving pc<br />
- drempel € 500,-, maximaal aftrekbaar € 15.000,-.
g. Uitgaven voor monumentenpanden<br />
h. Aftrekbare giften:<br />
Bevoordeling uit vrijgevigheid (waar tegenover geen tegenprestatie staat) aan<br />
charitatieve/wetenschappelijke/politieke/levensbeschouwelijke instelling in Nederland.<br />
Schriftelijke bewijsstukken verplicht! Drempel 1% van verzamelinkomen (niet aftrekbaar).<br />
Maximaal aftrekbaar 10% van verzamelinkomen. (Periodieke giften bij notariële akte voor de tijd<br />
van minimaal 5 jaar zijn volledig aftrekbaar.)<br />
i. Uitgaven voor specifieke zorgkosten:<br />
Aftrek voor gemaakte kosten voor thuiswonende ernstig gehandicapte personen, zoals<br />
ouders, kinderen jonger dan 27 jaar, broers/zusters . De kosten moeten hoger zijn dan<br />
drempel.
10. Te verrekenen verliezen<br />
Voor verliezen in box 1 geldt 3 jaar carry back en maximaal 9 jaar carry forward!<br />
Een verlies uit de ene box kan niet worden gecompenseerd met positieve inkomensbestanddelen<br />
uit een andere box.<br />
Middelen van inkomens kan worden aangevraagd, indien er sterke schommelingen zijn in<br />
belastbare jaarinkomens. Middeling geschiedt door belastbare inkomens van drie aaneengesloten<br />
jaren op te tellen en hiervan het gemiddelde te berekenen. Over dit gemiddelde wordt belasting<br />
herrekend. Indien herrekende belasting over die drie jaar minstens € 545,- verschilt met de<br />
geheven belasting, dan teruggave.<br />
Inkomstenbelasting over box 1 wordt geheven volgens het progressieve schijventarief (zie LB).<br />
Schijventarief tabel 1 2009:<br />
1 e schijf t/m € 17.878,- is belast met 33,5% LH<br />
2 e schijf van € 17.878 t/m € 32.127,- is belast met 42% LH<br />
3 e schijf van € 32.127,- t/m € 54.776,- is belast met 42% LB<br />
4 e schijf elke euro boven € 54.776,- is belast met 52% LB
Box 2: Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang<br />
Er is sprake van een aanmerkelijk belang (AB) indien de belastingplichtige al dan niet samen met<br />
zijn/haar partner minimaal voor 5% direct of indirect aandeelhouder is in het geplaatste kapitaal<br />
van een nv of bv.<br />
Meesleepregeling: ook overige aandelen die AB-houder van die nv of bv bezit behoren dan tot<br />
het aanmerkelijk belang.<br />
Meetrekregeling: een aandeelhouder die minder dan 5% van de aandelen bezit van een nv of bv,<br />
maar waarvan zijn/haar bloed- of aanverwanten in de rechte lijn een AB hebben, wordt ook ABhouder.<br />
Fictief AB: in bepaalde gevallen waarbij het 5%-criterium niet meer wordt gehaald door<br />
bijvoorbeeld aandelenemissie.<br />
Belast zijn:<br />
- reguliere voordelen uit aandelen: dividend/winstbewijzen/teruggaaf van gestort kapitaal<br />
voor zover meer dan verkrijgingsprijs/natura-uitkeringen, onder aftrek van gemaakte<br />
kosten.<br />
- vervreemdingsvoordelen: winst behaald bij de verkoop van AB-aandelen, onder aftrek van<br />
gemaakte kosten (opbrengst –/- gemiddelde verkrijgingsprijs).<br />
Verliezen uit AB mogen alleen worden verrekend in box 2 met positieve inkomens uit AB uit de<br />
voorafgaande 3 jaren en 9 volgende jaren. Is dit niet mogelijk, dan kan de fiscus een<br />
belastingkorting verlenen voor box 1 van 25% van het geleden verlies.<br />
Doorschuifregeling: vervreemdingsvoordelen worden doorgeschoven bij bijvoorbeeld<br />
erfrecht/huwelijksvermogensrecht.<br />
Inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2 wordt belast met 25%.
Box 3: Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen<br />
Voordeel uit sparen en beleggen verminderd met persoonsgebonden aftrek.<br />
De fiscus gaat ervan uit dat de belastingplichtige 4% rendement (opbrengst) behaalt uit zijn/haar<br />
sparen en beleggen. Of dit in werkelijkheid meer of minder is, speelt voor de Belastingdienst dus<br />
geen rol. Over die 4% (fictief) rendement op sparen en beleggen wordt in box 3 30%<br />
inkomstenbelasting geheven.<br />
Vraag: Waarover wordt die 4% geheven?<br />
Antwoord: Over de waarde van bezittingen minus de waarde van de schulden<br />
(rendementsgrondslag).<br />
Bezittingen:<br />
- onroerende zaken: (verhuurde) woningen en grond, voor zover niet gebruikt als<br />
hoofdverblijf of deel uitmakend van ondernemingsvermogen (registerzaken); waarderen<br />
tegen waarde in economisch verkeer (WOZ-waarde)<br />
- rechten die betrekking hebben op onroerende zaken: vruchtgebruik van<br />
woning/grond,erfpacht, opstal etc.<br />
- roerende zaken die wel of niet voor persoonlijk gebruik of verbruik dienen: alléén belast<br />
als ze als beleggingsobject dienen, bijvoorbeeld een verzameling Ferrari’s<br />
- rechten op roerende zaken: termijn- en optiecontracten op metalen, olie, edelmetalen,<br />
land- en tuinbouwproducten op de goederentermijnmarkt<br />
- rechten die niet betrekking hebben op zaken: geld, alle spaartegoeden, aandelen,<br />
winstbewijzen, opties, obligaties, rechten op kapitaal, uitkering uit levensverzekering<br />
- overige vermogensrechten: trustvermogen, auteursrecht, octrooirecht.<br />
Vrijstellingen:<br />
- bos- en natuurterreinen en aangewezen landgoederen<br />
- voorwerpen van kunst en wetenschap<br />
- rechten op roerende zaken verkregen door erfrecht<br />
- vruchtgebruik langstlevende partner van roerend goed<br />
- spaarloonregeling, € 17.025,- per persoon (tijdens blokkeringsperiode)<br />
- rechten op kapitaalsuitkering of prestaties uit levensverzekering bij overlijden;<br />
vrijstelling bedraagt € 6.703,- per persoon. (ook begrafenispolis)<br />
- huur/pacht/rente die betrekking heeft op periode van een jaar of korter<br />
- beleggingen in durfkapitaal tot max. € 55.145,-<br />
- groene beleggingen/sociaal-ethische beleggingen tot max. € 55.145,-.<br />
Schulden: alle verplichtingen met waarde in het economisch verkeer die niet al in box 1 of 2<br />
zijn opgenomen.<br />
Voorbeelden zijn: hypothecaire geldlening(en) op bovengenoemde bezittingen, persoonlijke<br />
lening, doorlopend krediet.<br />
De eerste € 2.900,- aan schulden is niet aftrekbaar (doelmatigheidsdrempel).<br />
Voor partners geldt de dubbele drempel, maar alleen als hun gezamenlijke schulden hoger zijn<br />
dan de enkelvoudige drempel.<br />
In box 3 moet dus het (gemiddeld) vermogen per kalenderjaar worden berekend. Dit dient als<br />
rendementsgrondslag (voor fictief rendement van 4%). Het (gemiddeld) vermogen is de waarde
van de bezittingen minus de waarde van de schulden.<br />
Voor het bepalen van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen geldt een heffingvrije som<br />
van € 20.661,- per belastingplichtige. Partners mogen op verzoek hun heffingvrije som<br />
overhevelen naar de andere partner. Deze heeft dan de dubbele heffingvrije som.<br />
Verhoging heffingvrije som:<br />
- kindertoeslag € 2.762,- per minderjarig kind<br />
- ouderentoeslag vanaf het jaar dat men 65 jaar wordt, afhankelijk van inkomen box 1 en<br />
hoogte van vermogen (tabel).<br />
-<br />
Dus: Bezittingen<br />
Af: Schulden<br />
Rendementsgrondslag<br />
Af: Heffingvrije som<br />
Af: Kindertoeslag<br />
Af: Ouderentoeslag<br />
Belastbaar vermogen x 4% = fictief rendement<br />
Fictief rendement x 30% = belasting box 3
Feitelijke berekening Inkomstenbelasting<br />
Inkomstenbelasting verschuldigd in: Box 1 vlgs progressief schijventarief € ……<br />
Box 2 vlgs 25%-tarief € ……<br />
Box 3 vlgs 30% tarief € …… +<br />
€ ……<br />
Af: Standaardheffingskorting:<br />
- algemene heffingskorting € ……<br />
- arbeidskorting € ……<br />
- inkomensafhankelijke combinatiekorting € ……<br />
- jonggehandicaptenkorting € ……<br />
- (aanvullende) ouderenkorting € ……<br />
- levensloopkorting € ……<br />
- korting voor maatschappelijke beleggingen € ……<br />
- korting voor beleggingen in durfkapitaal € ……<br />
€ ……-<br />
Verschuldigde inkomstenbelasting (en premies volksverzekeringen) € ……<br />
Af: Geheven:<br />
- loonbelasting/premies volksverzekeringen € ……<br />
- dividendbelasting € ……<br />
- kansspelbelasting € ……<br />
Reeds betaald/ontvangen bij voorlopige aanslag<br />
€ ……-<br />
€ ……<br />
€ ……+/-<br />
Te betalen/terug te ontvangen bij definitieve aanslag € ……<br />
=======<br />
algemene heffingskorting € 2.007- (65+ € 935,-)<br />
arbeidskorting tot 57 jaar max. € 1.504,- boven 57 jaar tot max. € 2.274,-<br />
doorwerkbonus (vanaf 61 jaar) max. € 4.592,-<br />
inkomensafhankelijke combinatiekorting max. € 1.765,- (65+ € 823,-)<br />
ouderschapsverlofkorting max. 50% van wettelijk minimumloon per werkdag<br />
alleenstaande ouderkorting € 902,- (65+ € 421,-)<br />
aanv. alleenstaande ouderkorting max. € 1.484,- (65+ € 692,-)<br />
jonggehandicaptenkorting € 678,- (65+ nihil)<br />
ouderenkorting nihil (65+ € 661,- max.)<br />
alleenstaande ouderenkorting nihil (65+ € 410,- max.)<br />
levensloopverlofkorting € 195,- (65+ nihil)<br />
korting maatschappelijke beleggingen 1,3% van vrijgestelde bedrag<br />
korting beleggingen in durfkapitaal 1,3% van vrijgestelde bedrag<br />
- Arbeidskorting: voor belastingplichtige met inkomsten uit tegenwoordige arbeid, winst<br />
uit onderneming, loon en resultaat overige werkzaamheden.<br />
- Inkomensafhankelijke combinatiekorting: voor belastingplichtige die werkzaamheden<br />
verricht waarmee hij/zij inkomsten in box 1 van meer dan € 4.619,- heeft genoten, of in<br />
aanmerking komt voor zelfstandigenaftrek én in dat kalenderjaar een kind jonger dan 12<br />
jaar heeft dat inwoont. Beide partners hebben elk recht op deze aftrek.<br />
- Alleenstaande ouderkorting: alleenstaande(zonder partner) die kind jonger dan 27 jaar<br />
minstens 6 maanden van kalenderjaar in huis heeft en dat kind in belangrijke mate<br />
onderhoudt.
- Aanvullende alleenstaande ouderkorting: alleenstaande met kind jonger dan 16 jaar die<br />
werkzaamheden buitenshuis verricht.<br />
- Levensloopverlofkorting: voor belastingplichtige die gelden gebruikt uit zijn/haar<br />
- opgebouwde levensloopregeling.<br />
- Ouderschapsverlofkorting: voor belastingplichtige die via werkgever ouderschapsverlof<br />
heeft gekregen. Maximaal 50% van wettelijk minimumloon (van 23-jarige) per dag.<br />
- Heffingskorting kan per belastingplichtige slechts eenmaal worden genoten (is er sprake<br />
van bijvoorbeeld twee werkgevers, dan toch slechts één keer aftrek).<br />
Verhoging heffingskorting bij minstverdienende partner:<br />
De algemene regel is dat de totale heffingskorting (gecombineerde heffingskorting) nooit meer<br />
mag bedragen dan het totaal van de inkomstenbelasting van de drie boxen (gecombineerde<br />
Inkomensheffing). Voor de niet (minst) verdienende partner bestaat echter de mogelijkheid<br />
om toch de heffingskorting te krijgen.<br />
Het extra stuk heffingskorting (dat groter is dan de verschuldigde <strong>IB</strong>) wordt rechtstreeks aan<br />
deze partner uitgekeerd. Voorwaarde voor deze regeling is wel dat de meestverdienende partner<br />
meer <strong>IB</strong> moet betalen dan zijn/haar eigen heffingskortingen en die van zijn/haar partner.<br />
Voorlopige teruggave (negatieve voorlopige aanslag) kan op verzoek worden verkregen voor<br />
- reisaftrek<br />
- negatieve belastbare inkomsten uit eigen woning<br />
- uitgaven voor inkomensvoorziening<br />
- verliezen uit werk en woning uit vorige jaren<br />
- persoonsgebonden aftrek.<br />
Wel of geen aanslag Inkomstenbelasting:<br />
Een aanslag <strong>IB</strong> volgt indien:<br />
- de verschuldigde inkomstenbelasting na aftrek van voorheffingen en de voorlopige<br />
teruggaaf voor heffingskortingen meer is dan € 42,-<br />
- voorlopige teruggaaf (aanslag) is verleend<br />
- de belastingplichtige aangifte inkomstenbelasting heeft gedaan (de teruggaafgrens voor<br />
T-biljetten is € 13,-)<br />
- winst uit onderneming/resultaat uit overige werkzaamheden is behaald.<br />
De Belastingdienst is belast met het uitvoeren van de uitkering van een aantal toeslagen.<br />
Denk hierbij bijvoorbeeld aan de huurtoeslag, de zorgtoeslag en de kindertoeslag. Deze<br />
toeslagen zijn onbelast.<br />
Interessante links:<br />
Belastingdienst: Wijzigingen in 2009<br />
Sterk wisselende inkomens en middeling