Tijdschrift voor Verloskundigen - Cross Media Nederland
Tijdschrift voor Verloskundigen - Cross Media Nederland
Tijdschrift voor Verloskundigen - Cross Media Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong><br />
Uitgave van de Koninklijke <strong>Nederland</strong>se Organisatie van <strong>Verloskundigen</strong><br />
februari 2012<br />
37e jaargang
Praktijkhouders opgelet! De Dag van de Assistent is weer in aantocht!<br />
Wat gebeurt er met de stapels en de telefoontjes als uw assistente ziek of op vakantie<br />
is? Denk eens aan alle details die de assistente <strong>voor</strong> u bijhoudt. Bent u ook zo blij met<br />
uw assistente?<br />
Wat TALMOR betreft is het weer tijd <strong>voor</strong> de jaarlijks terugkerende<br />
‘Dag van de Assistent’<br />
Inmiddels organiseert TALMOR al <strong>voor</strong> het derde opeenvolgende jaar ‘de Dag van de<br />
Assistent’. De mensen die bij TALMOR werken komen <strong>voor</strong> een groot deel uit de zorg<br />
en weten hoezeer een maatschap of praktijk steunt en leunt op de assistente(s).<br />
Nu zijn wij als TALMOR een lerende organisatie die graag van ieder feestje ook iets<br />
maakt om van te groeien, een gelegenheid die <strong>voor</strong> langere duur impact heeft dan<br />
alleen op de dag zelf. Vandaar in de ochtend leren en in de middag verwennen,<br />
met tussendoor een heerlijke lunch en zoveel mogelijk kleine verrassingen op een<br />
mooie sfeervolle locatie.<br />
We bieden 13 workshops aan waarvan elke assistent er twee kan volgen.<br />
Dit jaar <strong>voor</strong> het eerst met accreditatiepunten <strong>voor</strong> doktersassistenten!<br />
financieel adviseurs<br />
<strong>voor</strong> verloskundigen<br />
Sibbing & Wateler is een onafhankelijk<br />
financieel adviesbureau, gespecialiseerd in<br />
de praktijkbegeleiding van vrije medische<br />
beroepsbeoefenaren, waaronder verloskundigen.<br />
Wij bieden u een gevarieerd<br />
dienstenpakket <strong>voor</strong> al uw financiële zaken,<br />
nu en in de toekomst.<br />
Telefoon: (0318) 544 044 - www.sibbing.nl<br />
de Dag van de Assistent 2012<br />
Voor wie: Alle assistenten uit<br />
praktijken in de eerstelijns<br />
gezondheidszorg<br />
Wanneer: 29 mei 2012<br />
Hoe laat: 9:30 – 17:00<br />
Waar: Het Klooster<br />
Amersfoort<br />
Kosten : €165,-<br />
Meer info: www.talmor.nl<br />
of mail naar<br />
info@talmor.nl<br />
Inschrijven: www.talmor.nl<br />
<br />
<br />
€<br />
<br />
Polderweg 3-154 / 1093 KL Amsterdam / Tel: 020-5979877 / E-mail: info@talmor.nl / Website: www.talmor.nl
TijdschrifT<br />
Geachte mevrouw de minister 5<br />
Wil van Veen<br />
KNOV<br />
subsidie promotieonderzoek 6<br />
Voorkomen is beter dan genezen 7<br />
Angela Verbeeten<br />
Bestuurlijke zaken 8<br />
Jos Becker Hoff en Fennie Posthumus<br />
Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding i<br />
huid op huidcontact 10<br />
Kristel Zeeman<br />
Eerstelijns verloskunde: laat zien hoe het moet<br />
met ZiZo 12<br />
Wilma van Driel en Nicole Burleson Cambridge<br />
hoe meet u de bloeddruk 15<br />
Kristel Zeeman<br />
Let op! herregistratie wet BiG <strong>voor</strong> verloskundigen 17<br />
KNOV-praktijkaccreditatie: continu werken<br />
aan kwaliteit 18<br />
Judith Ruijs<br />
healthy Pregnancy 4 all 20<br />
Relinde van der Stouwe<br />
Vraag van de maand 21<br />
helpdesk@knov.nl<br />
ThEMa<br />
resultaten uit de eerste landelijke perinatale audit 23<br />
Relinde van der Stouwe<br />
3e Landelijke conferentie pre- en neonatale<br />
screeningen 25<br />
Perinatale audit: wat vindt de zorgverlener<br />
er zelf van? 26<br />
Birgit van der Goes<br />
Perinatale audit en PaN 29<br />
Relinde van der Stouwe<br />
Geboren als een zucht, verdwenen als een schaduw 30<br />
Relinde van der Stouwe en Wil van Veen<br />
WETENschaP<br />
Kennispoort Verloskunde 33<br />
INHOUD<br />
ONdErWijs<br />
Birthplace, meer dan een cohortstudie 37<br />
Suze Jans<br />
Geslaagden in Maastricht 38<br />
Onderzoekers en praktijk ontmoeten elkaar<br />
bij Kennispoort Verloskunde 39<br />
Nic van Son en Els Koelewijn<br />
afgestudeerd Master 41<br />
Medische spiegels in de verloskundige zorg 43<br />
Suze Jans<br />
iNNOVaTiEf<br />
Twitter in de nacht 45<br />
Erik Weijers<br />
Wist u dat? 47<br />
centeringPregnancy 48<br />
Inger Aalhuizen en Marlies Rijnders<br />
PraKTijK<br />
Onweer 49<br />
Beppie Benschop<br />
de werkplek van Westerkade 24, Utrecht 50<br />
Wil van Veen<br />
Vijf minuteninterview met anique Welmerink 55<br />
Suze Jans<br />
ach, vroeger... 56<br />
Imke Rosink / Wil van Veen<br />
iNTErNaTiONaaL<br />
Wat je van ver haalt, is misschien wel lekker 59<br />
Erna Kerkhof<br />
hoe bevalt Europa? Verloskunde in de EU; België 61<br />
fOrUM<br />
frans verloskundigen hebben het moeilijk 63<br />
Niet helpen? dan maar geven! 63<br />
BErichTEN<br />
Nieuwe media 65<br />
NEXT 68<br />
congres en cursus 69<br />
Personalia 70<br />
in Memoriam jan henk Oldenziel 71<br />
TvV februari 2012 • KNOV 3<br />
Ti<br />
Van<br />
Wil<br />
KN<br />
Bes<br />
Jos<br />
Prin<br />
Ang<br />
Em<br />
Fran<br />
Mid<br />
W<br />
Bes<br />
Erna<br />
Vra<br />
een<br />
help<br />
Ove<br />
de<br />
Reli<br />
Tie<br />
een<br />
ATM<br />
abo<br />
Jann<br />
intr<br />
Suz<br />
On<br />
inte<br />
Hele<br />
Pro<br />
voo<br />
Ger<br />
Gen<br />
Lolk<br />
Ken
4<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
TIJDSCHRIFT<br />
Redactie<br />
Relinde van der Stouwe, Suze Jans, Wil van Veen (hoofd- en<br />
eindredactie), Kristel Zeeman<br />
Medewerkers februari 2012<br />
Mieke Beentjes, Beppie Benschop, Nicole Burleson Cambridge,<br />
Ton van de Coevering, Mariël Croon, Serena Debonnet,<br />
Maudy Dettingmeijer, Wilma van Driel, Birgit van der Goes,<br />
Jos Becker Hoff, Lieve Huybrechts, Katja van Ieperen, Tirza Janssen,<br />
Erna Kerkhof, Els Koelewijn, Anne Niset, Fenny Posthumus,<br />
Joëlle Renders (corrector), Marlene Reyns, Imke Rosink, Judith Ruijs,<br />
Henk van Ruitenbeek, Greta Rijninks, Nic van Son, Joeri Vermeulen,<br />
Laetitia van Wetten, Eric Weijers, Anique Welmerink, Jolanda Zocchi<br />
Redactieadres<br />
<strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong><br />
Wielingenweg 318, 1826 BX Alkmaar<br />
E: tvv@knov.nl<br />
E: wilvanveen@cappalkmaar.nl<br />
T: 0653359153<br />
Facebook: <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong><br />
Abonnementen, personalia en adreswijzigingen<br />
KNOV, Jolanda Zocchi<br />
Postbus 2001, 3500 GA Utrecht<br />
T: 030 282 3115, F: 030 282 3101<br />
E: jzocchi@knov.nl<br />
Personeelsannonces<br />
Wil van Veen<br />
T: 06 53359153<br />
E: tvv@knov.nl<br />
Advertentie-exploitatie<br />
Ovimex bv, Frank Dijkman<br />
T: 0570 674240<br />
E: frank.dijkman@ovimex.nl<br />
Vormgeving<br />
Annemiek Voogd, Ovimex bv<br />
Druk<br />
Ovimex bv, Deventer<br />
Abonnementsprijzen<br />
Abonnementsprijs <strong>voor</strong> niet-leden van de KNOV:<br />
3 132,- per jaar (10 nummers); Europa 3 158,-; buiten Europa 3 185,-.<br />
Voor studenten (buitenlandse opleiding): 3 106,-<br />
Los nummer: 3 17,-<br />
Voorzitter KNOV<br />
Angela Verbeeten<br />
Foto’s<br />
Beata Bosma, Alkmaar<br />
Carien van Leeuwen, Amsterdam<br />
Arno Massee, Rijnsaterswoude<br />
Hans Oostrum, Den Haag<br />
Albert Posthumus, Katwijk<br />
Nicole Romijn, Den Haag<br />
Lucia Serra, Grou<br />
Erik Speckmann, Weesp<br />
© 2012 Koninklijke <strong>Nederland</strong>se<br />
Organisatie van <strong>Verloskundigen</strong><br />
Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht<br />
T: 030 282 3100<br />
Oplage: 3950<br />
ISSN 0378-1925<br />
Cover foto<br />
Laetitia van Wetten is verloskundig werkzaam<br />
in het OLVG in Amsterdam. Zij volgt daarnaast<br />
de opleiding aan de Vrije Academie ’t Pad. Zij<br />
wil psychosociaal beeldend therapeut worden<br />
en dat integreren in haar leven als verloskundige.<br />
‘Maar ik vind het kunstzinnig bezig zijn<br />
zo leuk, dat ik in het derde jaar de kunstzinnige<br />
richting ben gaan volgen.’<br />
Haar werkstuk op de cover was oorspronkelijk<br />
een lijnoefening op een groot vel papier. Dat<br />
heeft zij in stukken gescheurd en daarvan een<br />
nieuwe compositie gemaakt. Zo ontstond<br />
[cursief]De Geboorte.[cursief] ‘Kijk, het kind is<br />
geboren uit de helende groene schoot van de moeder, het is een nog bijna<br />
ongeschonden blad. De moeder heeft zichzelf gevormd en kleur gegeven. Ze kan<br />
dit prille moment nog geen handen en voeten geven, maar reikt er wel naar uit.<br />
Tegelijkertijd kun je er een gezicht in zien, dat vol verbazing kijkt naar het wonder<br />
dat zich net voltrokken heeft.’<br />
Het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong> wordt uitgegeven door de Koninklijke<br />
Neder landse Organisatie van <strong>Verloskundigen</strong> (KNOV), opgericht op<br />
22 september 1975. De vereniging is tot stand gekomen uit een fusie van<br />
de Bond van <strong>Nederland</strong>se vroed vrouwen (opgericht 8 juni 1926) en de<br />
<strong>Nederland</strong>se R.K. Vereniging van Vroed vrouwen (opgericht 8 juli 1921).<br />
De KNOV stelt zich ten doel de bevordering van de verlos kundige zorg in<br />
zijn geheel in <strong>Nederland</strong>, de versterking van de positie die de verlos kundige<br />
daarin inneemt, alsmede de belangen behartiging van alle verloskundigen<br />
in <strong>Nederland</strong>. Een van de manieren om dit doel te bereiken, is het uitgeven<br />
van het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong>.<br />
Het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong> is in de eerste plaats een vakblad op het<br />
gebied van de verloskunde en verwante wetenschappen. Het beoogt verlos-<br />
kundigen op de hoogte te stellen van relevante feiten en ontwik ke lingen.<br />
Daarnaast is het een forum <strong>voor</strong> discussie over de verloskunde en verwante<br />
disciplines. In het redactionele beleid wordt ernaar gestreefd een zo ruim<br />
mogelijke reeks aan onderwerpen te behandelen.<br />
In de tweede plaats is het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong> een verenigings -<br />
orgaan en als zodanig een middel <strong>voor</strong> het hoofd bestuur van de KNOV om<br />
in contact te treden met de leden. In dit kader dient het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong><br />
bestuur en leden als forum om van gedachten te wisselen.<br />
Inzenden kopij en advertenties<br />
De redactie nodigt de lezers uit om reacties, artikelen en opiniebijdragen<br />
in te zenden. Bij <strong>voor</strong>keur speciaal <strong>voor</strong> het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong><br />
geschreven kopij, maar ook elders aangeboden of gepubliceerde bijdragen<br />
zijn welkom; onder vermelding van bladtitel, jaargang en nummer.<br />
Kopij aanleveren als platte tekst, dus zonder speciale bekopping, voet noten,<br />
paginacijfers, tabs, tabellen en ontdaan van hyperlinks, in Word<br />
via e-mail: tvv@knov.nl. Van tabellen of grafieken daarom alleen de<br />
onderzoeksgegevens aanleveren; deze worden door de vormgever opgemaakt.<br />
Referenties in de tekst tussen vierkante haakjes (geen superscript).<br />
Beeld apart aanleveren, bij <strong>voor</strong>keur digitaal en in hoge resolutie.<br />
Bij tekstwijziging pleegt de redactie overleg. Ingezonden brieven worden<br />
zo nodig bekort. De KNOV en de redactie zijn niet verantwoordelijk <strong>voor</strong><br />
de inhoud van geplaatste reacties en opiniebijdragen.<br />
Het auteursrecht van artikelen berust bij de individuele auteur. Citeren met<br />
bronvermelding is toegestaan, mits binnen de wettelijke regels. Overname<br />
van (langere delen van) artikelen is uitsluitend toegestaan na toestemming<br />
van de redactie en de auteur.<br />
Personeelsadvertenties van leden <strong>voor</strong> het volgende nummer tot<br />
27 februari 2012. Gelieve bij de plaatsingsopdracht het gewenste<br />
formaat en het factuuradres te vermelden. Voor commerciële advertenties:<br />
zie colofon. Het tweede nummer verschijnt op 13 maart 2012.
Geachte mevrouw de minister,<br />
agenda<br />
16 februari 2012<br />
Cursus Toetsgroepbegeleider,<br />
dag 1<br />
6 maart 2012<br />
Cursus Toetsgroepbegeleider,<br />
dag 2<br />
12 maart 2012<br />
Kring<strong>voor</strong>zittersoverleg<br />
20 maart 2012<br />
Cursus Toetsgroepbegeleider,<br />
dag 3<br />
21 maart 2012<br />
Regionale Bijeenkomst APELDOORN<br />
‘Van wij/zij-denken naar wij-denken’<br />
Vooraf: MIO Actief baren<br />
26 maart 2012<br />
Regionale Bijeenkomst HOUTEN<br />
‘Van wij/zij-denken naar wij-denken’<br />
Vooraf: MIO Actief baren<br />
28-29 maart 2012<br />
Training Kringbestuurders,<br />
dag 1 en 2<br />
2 april 2012<br />
Regionale Bijeenkomst BREDA<br />
‘Van wij/zij-denken naar wij-denken’<br />
Vooraf: MIO Actief baren<br />
4 april 2012<br />
Regionale Bijeenkomst DRACHTEN<br />
‘Van wij/zij-denken naar wij-denken’<br />
Vooraf: MIO Actief baren<br />
11 april 2012<br />
Regionale Bijeenkomst WEERT<br />
‘Van wij/zij-denken naar wij-denken’<br />
Vooraf: MIO Actief baren<br />
REDACTIONEEL<br />
per 1 januari jl. kregen wij de derde tranche van 11% op ons norminkomen.<br />
Dat is een behoorlijke klapper, maar terecht, want sinds mensenheugenis was<br />
het sappelen in ons vak. Daarom nam uw <strong>voor</strong>ganger het goede besluit om op<br />
advies van de NZa ons norminkomen te verhogen met 40%. 40%! Kunt u<br />
nagaan waar wij vandaan kwamen… Een verdere verlaging van de normpraktijk<br />
dan naar 105 zorgeenheden zat er toen niet in en dat heeft nog altijd gevolgen<br />
<strong>voor</strong> de kwaliteit van zorg, een norm van 80 beschouw ik als normaal, maar daar<br />
gaat het vandaag niet om. Ik kom daar nog wel eens op terug. Trouwens, dat de<br />
verhoging van ons norminkomen stapsgewijs gebeurde, was ook niet terecht,<br />
maar je kunt niet overal over zeuren.<br />
In de afgelopen jaren hebben u en uw <strong>voor</strong>gangers ons en andere eerstelijners<br />
verzocht om bepaalde taken over te nemen uit de tweede lijn. Natuurlijk deden<br />
wij dat graag, want het past in onze filosofie ‘in de eerste lijn wat kan, in de<br />
tweede lijn wat moet’. Zo hebben wij een redelijk deel van bij<strong>voor</strong>beeld de<br />
diagnostische echo’s <strong>voor</strong> onze rekening genomen. Wij hebben daarin flink<br />
geïnvesteerd, door studie en apparatuur. De kosten die wij daar<strong>voor</strong> maakten,<br />
waren getarifeerd en die hebben wij natuurlijk gedeclareerd. U hebt, dankzij<br />
onze inzet en die van andere eerstelijners, daarmee vele miljoenen bespaard.<br />
In het najaar presenteerde u ons een rekening: wij zouden met tien miljoen euro<br />
ons budget hebben overschreden. Hoe, wat en waarom, dat wist u ons toen<br />
niet te vertellen. Begrijpelijk, want het moet <strong>voor</strong> u een hele schok zijn geweest.<br />
Zulk misselijk calculerend gedrag van ons kon u maar moeilijk waarderen. Maar u<br />
kwam terug op uw uitspraak: het waren er geen tien maar zes. Nou, dat was<br />
nog veel <strong>voor</strong> zo’n kleine beroepsgroep, ‘ze doen het toch maar’ zal u misschien<br />
gedacht hebben. Weer wat later herriep u de zes en maakte er twee van; twee<br />
miljoen is nog veel, hoor!<br />
Weet u, wij zijn maar een kleine beroepsgroep. Wij werken hard, als zelfstandigen<br />
zo’n vijftig uur in de week en dit nog los van de diensten die wij nu eenmaal<br />
moeten draaien omdat geboortes zich 7 keer 24 uur aandienen. Dat komt door<br />
die niet voldoende verlaagde norm, maar we worden sinds 1 januari 2012 nu<br />
eindelijk redelijk betaald <strong>voor</strong> de meeste van die uren. Blijft staan dat twee<br />
miljoen euro <strong>voor</strong> ons veel geld is. We zijn met nog geen 2000 vrouwen en<br />
mannen die dit moeten opbrengen. Dat kost ons toch duizend euro, bijna tien<br />
euro per cliënt.<br />
In uw budget stellen wij hoegenaamd niets <strong>voor</strong>. We kosten u nog geen 0,254%.<br />
Maar we zijn natuurlijk de beroerdsten niet. Als u ons nu uitlegt waar we hebben<br />
overschreden, dan maken wij een actieplan om te <strong>voor</strong>komen dat wij u dit volgend<br />
jaar weer aandoen.<br />
Mevrouw de minister,<br />
onze beroepsvereniging heeft aan u en uw ministerie bij herhaling mondeling en<br />
schriftelijk gevraagd naar de onderbouwing van die twee miljoen euro. Helaas, er<br />
komt van u w departement geen antwoord. Nu zijn er kwade tongen die<br />
beweren dat u het gewoon echt niet weet, dat u maar wat roept en doet. Dat u<br />
alles maar laat gebeuren, op z’n beloop laat; marktwerking noemt u dat. Maar<br />
dat wil ik niet geloven, want dan zou het gaan om onbehoorlijk bestuur, toch? n<br />
Wil van Veen<br />
Hoofdredacteur<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
5
6<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
KNOV<br />
Meld je aan <strong>voor</strong> de subsidie<br />
van een promotieonderzoeksproject!<br />
Voor de ontwikkeling van wetenschappelijk<br />
topkader biedt de KNOV <strong>voor</strong> enkele<br />
verloskundigen de mogelijkheid om via open<br />
competitie mee te dingen naar een subsidie<br />
<strong>voor</strong> een promotiebeurs.<br />
Voor wie?<br />
• U bent verloskundige en lid van de KNOV<br />
• U hebt ten minste een MSc, MA of MBA in verloskunde,<br />
gezondheidswetenschappen, sociale wetenschappen of<br />
aanpalende wetenschapsvelden; of aantoonbare ervaring<br />
met het verrichten van wetenschappelijk onderzoek<br />
• U hebt expliciet interesse in en bent gemotiveerd tot<br />
het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en u<br />
wilt promoveren.<br />
Kandidaten worden naast bovenstaande formele eisen<br />
geselecteerd op basis van hun CV en academische<br />
referenties. Het promotietraject kan zowel fulltime (4 jaar)<br />
als parttime ingevuld worden. Er zijn verschillende criteria<br />
<strong>voor</strong> de subsidieverstrekking aan eerstelijns verloskundigen,<br />
klinisch verloskundigen en verloskundigen in dienst van<br />
onderzoeksinstituten of opleidingen (zie website).<br />
Het is tevens mogelijk om een subsidie aan te vragen <strong>voor</strong> het<br />
afronden van uw lopende promotietraject, indien u daar<strong>voor</strong><br />
geen andere externe financiering hebt kunnen krijgen.<br />
Procedure<br />
De aanvraagprocedure bestaat uit twee fasen:<br />
• De <strong>voor</strong>aanmelding<br />
• De subsidieaanvraag<br />
De Wetenschapscommissie van de KNOV beoordeelt de<br />
<strong>voor</strong>aanmeldingen op relevantie <strong>voor</strong> het wetenschapsdomein<br />
fysiologische verloskunde, kwaliteit van het<br />
onderzoeks<strong>voor</strong>stel en motivatie van de kandidaat. De<br />
commissie geeft advies over het al dan niet uitwerken van<br />
de <strong>voor</strong>aanmelding tot een subsidieaanvraag. De<br />
subsidieaanvragen worden beoordeeld op kwaliteit van<br />
het onderzoeks<strong>voor</strong>stel, de toegepaste methodologie en<br />
de haalbaarheid van het promotietraject. Het maximale<br />
jaarbudget bestemd <strong>voor</strong> promotiebeurzen bepaalt<br />
hoeveel subsidieaanvragen gehonoreerd worden.<br />
De KNOV roept verloskundigen op een <strong>voor</strong>aanmelding in te dienen<br />
<strong>voor</strong> een promotieonderzoeksproject.<br />
Ga naar de KNOV website of de website van<br />
Kennispoort <strong>voor</strong> meer informatie en het<br />
formulier van de <strong>voor</strong> aanmelding.<br />
de deadline <strong>voor</strong> het indienen van de <strong>voor</strong>aanmelding<br />
is 31 maart 2012<br />
Namens de Wetenschapscommissie KNOV<br />
Drs. Greta C. Rijninks-van Driel, Secretaris<br />
grijninks@knov.nl n
Vervolg agenda<br />
KNOV<br />
Voorkomen is beter dan genezen<br />
16 april 2012<br />
Regionale Bijeenkomst ROTTERDAM<br />
‘Van wij/zij-denken naar wij-denken’<br />
Vooraf: MIO Actief baren<br />
18 april 2012<br />
Regionale Bijeenkomst AKERSLOOT<br />
‘Van wij/zij-denken naar wij-denken’<br />
Vooraf: MIO Actief baren<br />
20 april 2012<br />
Platform Internationaal<br />
& Twin to Twin<br />
5 mei 2012<br />
Internationale Dag van de<br />
Vroedvrouw<br />
1-7 augustus<br />
Borstvoedingsweek<br />
20 mei 2012<br />
10e Marikenloop, Nijmegen<br />
15 juni 2012<br />
Algemene Ledenvergadering<br />
27 augustus 2012<br />
Twin to Twin<br />
10 september 2012<br />
Kring<strong>voor</strong>zittersoverleg<br />
2 oktober 2012<br />
Training Kringbestuurders, dag 3<br />
16 november 2012<br />
Algemene Ledenvergadering<br />
19 november 2012<br />
Twin to Twin<br />
Kijk <strong>voor</strong> meer informatie in<br />
de rubriek Congres en Cursus<br />
achter in dit tijdschrift of op<br />
www.kennispoort-verloskunde.nl<br />
De Raad <strong>voor</strong> de Volksgezondheid (RVZ) bracht vorige maand zijn rapport<br />
Preventie van welvaartsziekten uit. De boodschap is dat de overheid haar<br />
verantwoordelijkheid moet nemen <strong>voor</strong> een gezonde opvoeding van kinderen.<br />
Dat is niet betuttelend -zoals de huidige regering redeneert- maar hard nodig. Al<br />
was het maar omdat we ons niet de luxe van veel vermijdbare ongezondheid<br />
kunnen veroorloven.<br />
Aan het begin van de zwangerschap wordt de kiem gelegd <strong>voor</strong> ziektes die zich pas<br />
later openbaren: astma, suikerziekte en hart- en vaatziekten. Maar dat wist u al lang.<br />
Ook de oplossingen zijn bekend: gezond eten en bewegen, overgewicht <strong>voor</strong>komen,<br />
matig alcoholgebruik, niet roken, op tijd stoppen met medicatie en foliumzuur<br />
slikken. Wonen in een veilig huis en in een gezonde wijk helpt. De risicogroepen zijn<br />
bekend, maar we zijn niet goed in het bereiken ervan. Juist bij vrouwen die<br />
ongezond leven, ontbreekt het besef dat zij er zelf iets aan kunnen doen. Als een<br />
zwangere zich bij haar verloskundige meldt is het optimum <strong>voor</strong> preventie <strong>voor</strong>bij.<br />
Er moet meer aandacht komen <strong>voor</strong> preventie, zegt de RVZ. Ja, duhh! Ook dat<br />
wisten wij al lang. In 1995 verscheen het KNOV Standpunt Preconceptiezorg.<br />
Een kwart van de verloskundige praktijken biedt sindsdien het kinderwensspreekuur<br />
aan maar daarna bleef het stil. Met het huidige budget (geen) en<br />
financieringsstromen (verloskundigen wachten op minister en verzekeraars) gaat<br />
het niet hard. Moeilijke doelgroepen worden niet bereikt.<br />
Nieuw is dat de RVZ stelt dat gemeenten en zorgverzekeraars in wijk of buurt<br />
samen moeten werken aan preventie van welvaartsziekten. Publieke gezondheidszorg<br />
(preconceptiezorg) en curatieve zorg (zwangerschapscontroles) worden<br />
niet langer gezien als aparte domeinen. Zorgverzekeraars zullen een deel van hun<br />
budget aan preventie moeten gaan besteden en de minister wordt opgeroepen<br />
taken op te nemen. De vorige minister reserveerde een budget <strong>voor</strong> preconceptiezorg,<br />
maar de huidige minister zette daar een streep door met als argument dat<br />
het betuttelend zou zijn. Een besluit met dure gevolgen, zegt de RVZ. En een<br />
beetje dom…<br />
En u? Curatieve zorg is een vertrouwd domein <strong>voor</strong> verloskundigen. Maar is preventie<br />
dat ook? Bent u bereid om toekomstige zwangeren op te zoeken in de wijk? Wat<br />
zegt u: eerst geld zien? Ook daarop geeft de RVZ een antwoord: er komt budget<br />
beschikbaar <strong>voor</strong> gezamenlijke actieplannen, onder <strong>voor</strong>waarden van financieel<br />
en gezondheidsrendement. Dat is in gewoon <strong>Nederland</strong>s: blijf niet afwachten<br />
maar kom in actie. Ga praten met gemeente en zorgverzekeraar. Laat zien dat<br />
met preventie en actie vóór de zwangerschap het hoogste rendement te<br />
bereiken valt.<br />
Er zijn inmiddels, met steun van ROS en KNOV, veel slagvaardige regionale<br />
samenwerkingsverbanden van verloskundigen ontstaan. Vaak met zorgverleners<br />
uit de tweede lijn. Het is tijd nu een slag richting gemeenten te slaan. Effectieve<br />
preconceptiezorg <strong>voor</strong>komt verwijzingen tijdens de zwangerschap <strong>voor</strong> bij<strong>voor</strong>beeld<br />
adipositas, groeiachterstand en hypertensieve aandoeningen. Hebt u al een<br />
afspraak gemaakt met uw wethouder <strong>voor</strong> zorgzaken?<br />
Angela Verbeeten<br />
Reageren op dit verhaal? Discussieer mee op het KNOV Forum:<br />
Voorkomen is beter dan genezen http://leden.knov.nl/forum n<br />
TvV februari 2012 • KNOV 7
8<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
KNOV<br />
Bestuurlijke zaken<br />
KNOV bestuur gaat op werkbezoek in de kringen<br />
Jos Becker Hoff en Fennie Posthumus<br />
Het bestuur van de KNOV verkleint de afstand naar de<br />
regio. Het laat zich tijdens werkbezoeken aan kringen<br />
informeren over lokale en regionale ontwikkelingen.<br />
Het eerste werkbezoek vond plaats bij de kring Leiden en<br />
omgeving op 19 januari 2012. Angela Verbeeten, Linda<br />
Rentes, Marianne Wigbers en Jos Becker Hoff gingen in<br />
gesprek met Fennie Posthumus, Eline Schaake, Manon<br />
Hoogervorst en Jarieke Heemskerk van het kringbestuur.<br />
Dit eerste werkbezoek is gekoppeld aan de formele<br />
oprichting van de coöperatie van alle praktijken in deze<br />
kring, genaamd LEO.<br />
De kringvertegenwoordigers lichten de aanleiding <strong>voor</strong><br />
en achtergronden van het oprichten der coöperatie toe. De<br />
verzelfstandiging van het echocentrum, de intensievere<br />
samenwerking van de – in eerste instantie – drie ziekenhuizen<br />
in Leiden en de gesprekken met de kraamzorg over<br />
de opvang van het ontstane capaciteitstekort aan verpleeg-<br />
De oprichting van de verloskundige coöperatie LEO is een feit.<br />
Iedereen heeft haar handtekening gezet. Feest!<br />
Een glas, een speech en toen een eigen lied op de melodie van<br />
- hoe kan het anders –: We are the champions.<br />
Angela Verbeeten overhandigde zojuist een schaakspel aan de<br />
<strong>voor</strong>zitter van de Kring Leiden, Fenny Posthumus.<br />
LEO zal zich niet van het bord laten spelen!<br />
kundigen, vormde de belangrijkste aanleiding <strong>voor</strong> het<br />
initiatief tot een coöperatie. Het wordt niet onder stoelen<br />
of banken gestoken dat het veel inspanning, energie en<br />
overtuigingskracht heeft gevraagd van het kringbestuur<br />
© Albert Posthumus, Katwijk
om alle praktijken mee te krijgen. Er is nu breed gedragen<br />
tevredenheid over het bereikte resultaat en ze hebben<br />
hooggespannen verwachtingen over het effect van de<br />
coöperatie. De KNOV geeft het bestuur van de coöperatie<br />
(lees: bestuur van de kring) het advies om de kosten en<br />
opbrengsten in tijd, geld of in welke vorm dan ook, goed<br />
in kaart te brengen <strong>voor</strong> alle leden.<br />
In het ontwikkelingsproces zou de ondersteuning van de<br />
KNOV misschien intensiever hebben kunnen zijn, zo geeft<br />
de kring Leiden aan. Zij adviseren de KNOV een duidelijk<br />
persoonlijk aanspreekpunt bij de KNOV te organiseren<br />
waar vragen rondom coöperaties en dergelijke kunnen<br />
worden gesteld. De komende tijd moet ook aandacht<br />
worden besteed aan de kaders van de mededinging (NMa)<br />
waarbinnen kan worden gewerkt. Ook is in het gesprek<br />
de vraag aan de orde gekomen of de ontwikkeling naar<br />
een extra dimensie in de verloskundige organisatie met<br />
coöperaties, gevolgen kan danwel moet hebben <strong>voor</strong> de<br />
wijze waarop de vereniging is georganiseerd. Het antwoord<br />
hierop zal in de loop van 2012 moeten worden gegeven.<br />
Ten slotte werd kort stil gestaan bij de vraag van de kring<br />
of de KNOV wil nadenken over het faciliteren van<br />
voldoende competitief kader onder verloskundigen op<br />
het vlak van gespreksvoering en onderhandeling. Zoals<br />
heldere competenties en een daarop afgestemd trainingsaanbod.<br />
Direct na het gesprek was de officiële aftrap van de<br />
coöperatie met een schitterend lied op de muziek We are<br />
the champions en een goed bezochte receptie. n<br />
© Albert Posthumus, Katwijk<br />
KNOV<br />
Borstvoedingscertificering<br />
verloskundige praktijken<br />
De KNOV neemt deel in de BFHI-raad (Breastfeeding<br />
Friendly Hospital Initiative). De BHFI-raad wil bereiken<br />
dat alle instellingen die ouder- en kindzorg bieden,<br />
kwalitatief goede zorg rond borstvoeding verlenen om<br />
zo bij te dragen aan een betere gezondheidsuitkomst<br />
<strong>voor</strong> jonge kinderen en hun moeders in <strong>Nederland</strong>.<br />
Het middel dat hierbij ingezet wordt, is een scholingsprogramma<br />
<strong>voor</strong> instellingen en een bijbehorende<br />
certificering. Het KNOV-bestuur heeft uitgesproken het<br />
doel van de BHFI-raad te ondersteunen, maar de weg<br />
waarlangs (verplichte accreditering) niet. Deze accreditering<br />
is te duur <strong>voor</strong> kleine verloskundige praktijken. In de<br />
BHFI-raad zou besproken moeten worden op welke manier<br />
verloskundige praktijken kunnen aanhaken. Bestuurder<br />
Jolijn Betlem zit namens de KNOV in de BHFI-raad. n<br />
TvV februari 2012 • KNOV 9
10<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
KNOV<br />
sinds 2 januari 2012 staat de multidisciplinaire<br />
richtlijn Borstvoeding online. de richtlijn doet<br />
praktische aan bevelingen om vrouwen uniform<br />
te adviseren bij borstvoeding en eventuele<br />
problemen.<br />
Betrokkenen<br />
De richtlijn kwam tot stand op initiatief van TNO met<br />
subsidie van ZonMW. De werkgroep bestond uit een grote<br />
groep vertegenwoordigers van ouders en professionals,<br />
waaronder: verloskundigen (KNOV), kraamverzorgenden<br />
(NBvK), lactatiekundigen (NVL), huisartsen (NHG),<br />
gynaecologen (NVOG), kinderartsen (NVK), diëtisten<br />
(NVD), werkers in de jeugdgezondheidszorg (AJN en<br />
V&VN), het Voedingscentrum, wetenschappers van TNO<br />
en borstvoedingsorganisaties (VBN en LLL) die allen op<br />
eigen wijze betrokken zijn bij borstvoeding.<br />
© Lucia Serra, Grou<br />
Multidisciplinaire richtlijn borstvoeding<br />
Levende richtlijn<br />
Bij de publicatie van deze multidisciplinaire richtlijn is<br />
direct een commentaarfunctie ingebouwd, waarmee<br />
lezers suggesties kunnen doen <strong>voor</strong> aanvullingen en<br />
correcties. Het verzamelde commentaar wordt naderhand<br />
geanalyseerd, samen met nieuwe wetenschappelijke<br />
inzichten. Waar nodig volgt aanpassing van de tekst.<br />
Het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong> brengt de komende<br />
tijd elke maand een relevant onderdeel van de richtlijn<br />
onder uw aandacht. Deze keer ‘Huid-op-Huidcontact’.<br />
De volledige richtlijn kunt u vinden op www.richtlijnborstvoeding.nl<br />
en via de website van de KNOV. n
Huid-op-huidcontact<br />
Kristel Zeeman<br />
huid-op-huidcontact tussen moeder en kind<br />
direct na de geboorte, bevordert de frequentie<br />
van het aantal voedingen per etmaal en<br />
verlengt de borstvoedingsperiode.<br />
advisering<br />
Bespreek reeds <strong>voor</strong> de bevalling het belang<br />
van vroeg huid-op-huidcontact tussen moeder<br />
en kind; <strong>voor</strong> de gezondheid van de baby, de<br />
emotionele binding, het samentrekken van<br />
de baarmoeder en <strong>voor</strong> het op gang komen<br />
van de melkproductie. Wees alert op cultureel<br />
bepaalde verschillen en ga hier respectvol<br />
mee om.<br />
Leg gezonde pasgeborenen direct, maar in<br />
ieder geval binnen een uur na de bevalling,<br />
bloot (maar wel toegedekt) op de blote huid<br />
van de moeder.<br />
Streef ernaar dat het huid-op-huidcontact<br />
tenminste één uur duurt; let op de signalen<br />
van de baby en benut die om de baby aan de<br />
borst te laten gaan.<br />
Beoordeel de conditie van de baby op de<br />
blote buik of borst van de moeder.<br />
Stel interventies zo mogelijk uit tot na het<br />
eerste aanleggen. Indien dit niet kan, zorg er<br />
dan <strong>voor</strong> dat het blote huid-op-huidcontact<br />
alsnog zo snel mogelijk wordt ingehaald.<br />
‘Vroeg huid-op-huidcontact’ betekent de baby ligt kort na<br />
de geboorte naakt, doch toegedekt, op de blote huid van<br />
de moeder en blijft daar tenminste één uur ongestoord<br />
liggen. Voorheen werden baby’s na de geboorte vaak van<br />
hun moeder gescheiden of aangekleed <strong>voor</strong>dat ze aan de<br />
moeder teruggegeven werden, onder meer uit angst <strong>voor</strong><br />
onderkoeling. Inmiddels weten we dat scheiding van<br />
moeder en kind schadelijk is, omdat het de vroege<br />
interacties onmogelijk maakt. Bij vroeg huid-op-huidcontact<br />
zal de baby, als hij niet wordt gestoord en niet onder<br />
invloed is van medicijnen, uit zichzelf naar de borst<br />
‘kruipen’ en aanhappen [Cadwell, 2007; Lawrence &<br />
Lawrence, 2005]. Het kind heeft hier ongeveer een uur<br />
Kristel Zeeman is lid van de redactie en binnen de KNOV dossierhouder<br />
borstvoeding<br />
KNOV<br />
<strong>voor</strong> nodig [Moore et al, 2007]. Omdat zuigelingen<br />
meestal de eerste twee uren na de geboorte alert zijn,<br />
wordt aangenomen dat het huid-op-huidcontact binnen<br />
een uur na de bevalling moet plaatsvinden om er<br />
optimaal van te kunnen profiteren <strong>voor</strong> het welslagen van<br />
de borstvoeding.<br />
Effect<br />
Het vroege huid-op-huidcontact stimuleert het vrijkomen<br />
van oxytocine, wat belangrijk is <strong>voor</strong> het contact tussen<br />
moeder en kind. Tevens stimuleert het de uitdrijving van<br />
de placenta en het op gang komen van het borstvoedingsproces.<br />
Tijdens het huid-op-huidcontact koloniseert de<br />
huidflora van de moeder de steriele darmen van de<br />
pasgeborene. Dit is essentieel <strong>voor</strong> een gezonde darmflora<br />
in de baby en daarmee <strong>voor</strong> de opbouw van zijn<br />
immuniteit. Wanneer hij wordt gekoloniseerd met de<br />
flora van zijn moeder, krijgt hij via de borstvoeding een<br />
exact daarop afgestemde cocktail van antistoffen die hem<br />
tegen infecties beschermen.<br />
aantoonbaar belang <strong>voor</strong> borstvoeding<br />
Een aantal wetenschappers [Moore et al, 2007] onderzocht<br />
met een systematische review welk effect vroeg<br />
huid-op-huidcontact heeft op de borstvoeding, op het<br />
gedrag van moeder en kind en op de fysiologie van de<br />
pasgeborene. Ze analyseerden de uitkomsten van dertig<br />
studies, uit verschillende westerse en niet-westerse landen.<br />
Hieruit bleek dat vroeg huid-op-huidcontact een statistisch<br />
significant positief effect heeft op het geven van borstvoeding,<br />
gedurende één tot vier maanden na de geboorte.<br />
Zuigelingen die bloot op de blote borst van de moeder<br />
liggen, blijven bovendien beter warm en hun bloedsuikerspiegel,<br />
hartslag en ademhaling zijn stabieler. Er zijn<br />
aanwijzingen dat baby’s zonder vroeg huid-op-huidcontact<br />
later vaker overmatig huilen, zich minder goed<br />
hechten en zich na de geboorte slechter aanpassen aan<br />
het extra-uteriene milieu. Ook de moeder hecht zich<br />
minder snel aan de baby, door een tekort aan oxytocine.<br />
Negatieve effecten van het huid-op-huidcontact zijn niet<br />
beschreven.<br />
duur van het contact<br />
Onderzoekers [Bramson L. et al, 2010] ontdekten dat het<br />
van belang is hoe lang een baby op de huid van de<br />
moeder ligt. Uit hun studie onder 21.842 moeders bleek,<br />
dat als het huid-op-huidcontact minimaal een uur duurt,<br />
TvV februari 2012 • KNOV 11
12<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
KNOV<br />
de kans op een succesvolle start van de borstvoeding het<br />
grootst is. Vergeleken met kinderen die van hun moeder<br />
werden gescheiden, heeft deze groep een driemaal zo<br />
grote kans om uitsluitend borstvoeding te krijgen tijdens<br />
hun verblijf in het ziekenhuis.<br />
Verantwoordelijke zorgverleners<br />
Degene die de zwangerschap begeleidt, bespreekt het<br />
onderwerp <strong>voor</strong>afgaand aan de bevalling. Zorgverleners<br />
die aanwezig zijn rondom de bevalling zorgen <strong>voor</strong> het<br />
bevorderen, tot stand brengen en bewaken van vroeg<br />
huid-op-huidcontact.<br />
Kennislacunes<br />
Er is meer kennis nodig naar de invloed van factoren als<br />
kamertemperatuur, medicatie tijdens de bevalling en duur<br />
van het huid-op-huidcontact.<br />
conclusies uit de literatuur<br />
Het is aannemelijk dat een gebrek aan vroeg<br />
huid-op-huidcontact een nadelig effect heeft<br />
op de duur van de borstvoedingsperiode en<br />
de frequentie van het aantal voedingen per<br />
etmaal [Moore et al, 2007]. De rol van de<br />
timing van het huid-op-huidcontact na de<br />
bevalling is onbekend [Moore et al, 2007].<br />
Er zijn aanwijzingen <strong>voor</strong> een dosisgerelateerde<br />
relatie tussen het huid-op-huidcontact en het<br />
welslagen van borstvoeding. De kans op het<br />
welslagen van borstvoeding is het grootst als<br />
er één uur of langer huid-op-huidcontact is<br />
[Bramson L, 2010].<br />
referenties<br />
Bramson L, Lee JW, Moore E, Montgomery S, Neish C, Bahjri K et al. Effect of early<br />
skin-to-skin mother-infant contact during the first 3 hours following birth on exclusive<br />
breastfeeding during the maternity hospital stay. J Hum Lact 2010; 26(2):130-137.<br />
Cadwell K. Latching-on and suckling of the healthy term neonate: breastfeeding<br />
assessment. J Midwifery Womens Health 2007; 52(6):638-642.<br />
Lawrence RA, Lawrence R. Breastfeeding: a guide for the medical profession.<br />
6th edition. Philadelphia: Elsevier Mosby; 2005.<br />
Moore ER, Anderson GC, Bergman N. Early skin-to-skin contact for mothers and their<br />
healthy newborn infants. Cochrane Database Syst Rev 2007;(3):CD003519. n<br />
Eerstelijns verloskunde l<br />
Wilma van Driel en Nicole Burleson Cambridge<br />
Tot nu toe<br />
De verloskundigen hebben afgelopen zomer laten zien<br />
dat zij het aanbod en de kwaliteit van hun zorg prima<br />
inzichtelijk kunnen maken met de ZiZo-indicatoren.<br />
Vrijwel alle praktijken (507 van de 510) hebben gegevens<br />
<strong>voor</strong> de indicatoren aangeleverd.<br />
De indicatoren <strong>voor</strong> de eerstelijns verloskunde zijn in relatief<br />
korte tijd gemaakt en de KNOV, de Consumentenbond, de<br />
Inspectie <strong>voor</strong> de Gezondheidszorg (IGZ) en de zorgverzekeraars<br />
zijn erg tevreden over het resultaat. Per praktijk<br />
wordt duidelijk hoe er wordt gescoord op een indicator<br />
ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Deze scores<br />
geven de verloskundigen of de IGZ stof tot nadenken: is<br />
er wel of niet goed gehandeld en hoe kan de zorg verbeterd<br />
worden? Tijdens de bezoeken aan de praktijken zal de<br />
inspectie volgend jaar de uitkomsten van de ZiZoindicatoren<br />
bespreken.<br />
Deze zorginhoudelijke indicatorset en de etalage-plus<br />
indicatoren zijn dit jaar <strong>voor</strong> het eerst landelijk uitgevraagd.<br />
De uitvraag van de indicatoren is succesvol verlopen.<br />
485 praktijken leverden gegevens <strong>voor</strong> de zorginhoudelijke<br />
indicatoren via de LVR-1. 311 van deze praktijken vulden<br />
ook de webenquête en etalage-plus indicatoren in; 22<br />
praktijken vulden alleen de webenquête en etalage-plus<br />
indicatoren in. Dit betekent dat van 507 (van de in totaal<br />
510) eerstelijns verloskunde praktijken informatie is<br />
verkregen.<br />
Uit bovenstaande cijfers blijkt dat bijna alle verloskundigen<br />
praktijken transparant zijn over de door hen geleverde<br />
zorg. De gegevens die via de PRN en de webenquête zijn<br />
verzameld geven een goed beeld van de kwaliteit van de<br />
eerstelijns verloskunde. De indicatoren blijken duidelijk en<br />
in de meeste gevallen begrijpen verloskundigen precies<br />
wat zij moeten verzamelen. Dit is <strong>voor</strong> een eerste uitvraag<br />
een goed resultaat. In veel sectoren is deze mijlpaal, zeker<br />
na zo’n korte tijd, nog niet bereikt!<br />
Van nu af aan<br />
Hoewel dit een mooi resultaat is, zijn we nog niet klaar.<br />
Zo blijkt dat de indicatoren die uit de LVR-1 komen goed<br />
zijn, maar in de gegevensverzameling en de analyse van<br />
deze set blijken een aantal zaken beter te kunnen. Het<br />
betreft hier <strong>voor</strong>al de bewerking van de data <strong>voor</strong> de<br />
kleine praktijken en de casemixcorrectie. Verder blijken<br />
Wilma van Driel is beleidsmedewerker Kwaliteit en<br />
Nicole Burleson-Cambridge is beleidsadviseur Belangenbehartiging
laat zien hoe het moet met ZiZo!<br />
niet alle gegevens correct bij de LVR terecht te komen.<br />
Het kan zijn dat verloskundigen de gegevens niet honderd<br />
procent betrouwbaar invullen (omdat zij bij<strong>voor</strong>beeld<br />
direct na een bevalling al invullen wat de voeding op de<br />
zevende dag gaat zijn). Een ander probleem is dat na het<br />
invullen van de correcte gegevens er iets mis kan gaan in<br />
de software of bij PRN.<br />
De gegevens zijn dus nog niet volledig betrouwbaar.<br />
Daarom heeft de stuurgroep (zie kader) besloten dat de<br />
set pas <strong>voor</strong> iedereen toegankelijk wordt als alle gegevens<br />
helemaal betrouwbaar zijn. Dit jaar heeft alleen de<br />
stuurgroep toegang tot de gegevens. Stuurgroeppartijen,<br />
zoals de IGZ en zorgverzekeraars, kunnen de indicatoren<br />
gebruiken in gesprekken met verloskundigen. Omdat nu<br />
nog niet alle indicatoren betrouwbaar zijn, kunnen er nog<br />
geen consequenties verbonden worden aan de uitkomsten<br />
van de indicatoren.<br />
De stuurgroep heeft PRN en de KNOV opdracht gegeven<br />
om de set van 2012 zodanig te verbeteren dat over 2012<br />
een goede meting van de indicatoren mogelijk is. Er zullen<br />
<strong>voor</strong> de uitvraag van 2011 geen nieuwe indicatoren<br />
komen. In het <strong>voor</strong>jaar vindt er weer een nieuwe meting<br />
plaats <strong>voor</strong> de gegevens van 2011. Wanneer het zover is<br />
wordt u hierover geïnformeerd. De verwachting is dat de<br />
gegevens van 2011 (die in 2012 worden uitgevraagd) wel<br />
dit jaar openbaar worden gemaakt.<br />
Algemene informatie over ZiZo Eerstelijns Verloskunde is<br />
te vinden op www.zichtbarezorg.nl/page/Eerstelijnszorg/<br />
Eerstelijnsverloskunde en op de ledensite van de KNOV,<br />
onder de banner ZiZo. n<br />
KNOV<br />
Casemixcorrectie is het proces dat nodig is om van<br />
ruwe meetresultaten landelijk vergelijkbare uitkomsten<br />
te maken. Niet alle praktijken zijn met elkaar<br />
te vergelijken omdat zij bij<strong>voor</strong>beeld veel mensen<br />
in achterstandsituaties hebben of oudere moeders.<br />
Door deze factoren te corrigeren worden de gegevens<br />
wel vergelijkbaar.<br />
CQ-index staat <strong>voor</strong> Consumer Quality Index. Voor<br />
de CQ-index worden gestandaardiseerde vragenlijsten<br />
gebruikt om klantervaringen in de zorg te<br />
meten, te analyseren en te rapporteren. Voor de<br />
verloskunde is er een CQ-index maar die wordt niet<br />
gebruikt, omdat dit de verloskundigen geld kost en<br />
er nog geen financiering <strong>voor</strong> is.<br />
Etalage-plus informatie: Hierbij gaat het om informatie<br />
over het aanbod van zorg waarvan cliënten<br />
hebben aangegeven dat zij dit belangrijke informatie<br />
vinden. Een <strong>voor</strong>beeld hiervan is: ‘Tijdens<br />
uw zwangerschap maakt u wel/niet kennis met alle<br />
verloskundigen van de praktijk’.<br />
Stuurgroep: De basis van de ZiZo is dat vertegenwoordigers<br />
van zorgaanbieders, cliënten, verzekeraars<br />
en overheid samen in een stuurgroep zitten<br />
en dat zij samen beslissen welke indicatoren er<br />
gemeten gaan worden. Het <strong>voor</strong>deel is dat er één<br />
vragenlijst is en er geen dubbele metingen worden<br />
uitgevoerd. In de stuurgroep verloskunde zijn onder<br />
andere de KNOV, de IGZ, VWS, Actiz, ZN en de cliënten<br />
vertegenwoordigd. Diezelfde partijen zijn ook<br />
vertegenwoordigd in de projectgroep waardoor het<br />
meer uitvoerend werk wordt gedaan.<br />
Webenquête: <strong>Verloskundigen</strong> konden afgelopen<br />
zomer de gegevens <strong>voor</strong> de indicatoren, die niet met<br />
de LVR-1 beschikbaar kwamen, via een webenquête<br />
aanleveren. Daarnaast werd in deze webenquête<br />
ook naar de etalage-plus informatie gevraagd.<br />
Zorginhoudelijke indicatoren gaan over de zorg zelf.<br />
Er zijn 18 zorginhoudelijke indicatoren. De meeste<br />
informatie <strong>voor</strong> de zorginhoudelijke indicatoren<br />
hebben de verloskundigen via de LVR-1 aangeleverd<br />
en ook een gedeelte via de webenquête. Een<br />
<strong>voor</strong>beeld van deze indicator is: ‘Het percentage<br />
vrouwen waarbij een episiotomie is gezet onder<br />
eindverantwoordelijkheid van de verloskundige’.<br />
TvV februari 2012 • KNOV 13
Ad verloskundigen 10/1:Roll-up Nanogam 2008 10-01-12 13:51 Pagina 1<br />
Zwanger?<br />
Luister naar<br />
het goede nieuws!<br />
Sinds 1 juli 2011 is foetale rhesus D typering een vast onderdeel van de PSIE, de<br />
Preventie Screening Infectieziekten en erytrocytenimmunisatie. Dat is goed nieuws<br />
want met foetale rhesus D typering is de antenatale profylaxe te beperken tot die<br />
vrouwen waarbij gezondheidswinst geboekt kan worden, namelijk D-negatieve<br />
vrouwen die zwanger zijn van een D-positief kind. Hierdoor kan het aantal antenatale<br />
prikken met maar liefst 40% afnemen.<br />
De anti-D prik blijft natuurlijk nog wel nodig <strong>voor</strong> D-negatieve vrouwen die een<br />
D-positief kind verwachten. Voor hen vervaardigt Sanquin het geneesmiddel<br />
RheDQuin ® . Dit anti-D immunoglobuline is, geheel in lijn met de <strong>voor</strong>keur van de<br />
Gezondheidsraad1 , afkomstig van onbetaalde vrijwillige <strong>Nederland</strong>se bloeddonors.<br />
1. Zwangerschapsimmunisatie door rode bloedcellen. Den Haag: Gezondheidsraad, 2009; publicatienr. 2009/04.<br />
Voor productinformatie: zie elders in dit blad.<br />
Sanquin Bloed<strong>voor</strong>ziening<br />
Plesmanlaan 125<br />
1066 CX Amsterdam, <strong>Nederland</strong><br />
www.rhesusprik.nl<br />
www.sanquin.nl
Hoe meet u de bloeddruk?<br />
Kristel Zeeman, verloskundige en beleidsmedewerker richtlijnontwikkeling bij de KNOV<br />
Een betrouwbare bloeddrukmeting is een<br />
<strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong> het stellen van de diagnose<br />
hypertensie. Om de metingen van verschillende<br />
zorgverleners met elkaar te kunnen vergelijken,<br />
is het belangrijk dat alle zorgverleners op<br />
dezelfde manier meten. daarover zijn internationale<br />
afspraken gemaakt [Brown ea, 2001]<br />
die overgenomen zijn in de nieuwe KNOVstandaard<br />
Hypertensieve aandoeningen tijdens<br />
de zwangerschap, bevalling en kraamperiode.<br />
in dit artikel vindt u de aanbevelingen kort<br />
uitgelegd.<br />
hoe zit het ook al weer?<br />
Bij de bloeddrukmeting, die is ontwikkeld door Riva-<br />
Rocci, pompt u de bloeddrukmanchet zo hard op dat de<br />
slagader zowel tijdens de systole als de diastole dichtgedrukt<br />
is. Meestal is dat ongeveer 30 mmHg boven de<br />
druk waarbij nog pulsaties van de a. brachialis of a.<br />
radialis gevoeld worden. Laat vervolgens de manchet<br />
langzaam leeglopen, waardoor de druk steeds lager<br />
wordt. De wervelingen die ontstaan wanneer er, eerst<br />
tijdens de systole en later ook tijdens de diastole, weer<br />
bloed door de slagader loopt, worden de Korotkoff-tonen<br />
genoemd. Om deze tonen te beluisteren plaatst u een<br />
stethoscoop aan de binnenzijde van de elleboog op de a.<br />
brachialis.<br />
Korotkoff beschreef de volgende vijf tonen:<br />
• Korotkoff I: de eerste, korte tonen die hoorbaar zijn<br />
wanneer de bloeddrukband leegloopt; alleen tijdens de<br />
systole stroomt er bloed.<br />
• Korotkoff II: de tonen (meestal geruis) die het grootste<br />
deel van de tijd aanwezig zijn tussen systole en diastole.<br />
• Korotkoff III: de tonen worden luider, net als Korotkoff<br />
I-tonen.<br />
• Korotkoff IV: de tonen klinken steeds doffer.<br />
• Korotkoff V: stilte. Doordat bloed zowel tijdens de<br />
systole als de diastole door de slagader stroomt, zijn er<br />
geen wervelingen en dus geen geluiden.<br />
Korotkoff I komt overeen met de systolische bloeddruk,<br />
Korotkoff IV met de diastolische.<br />
Meten bij zwangere vrouwen<br />
Bij zwangere vrouwen is het onderscheid tussen de<br />
verschillende tonen vaak minder goed hoorbaar en is het<br />
KNOV<br />
verschil tussen Korotkoff IV en Korotkoff V vaak meer dan<br />
10 mmHg. Daarom wordt aanbevolen Korotkoff V te<br />
gebruiken als afkappunt <strong>voor</strong> de diastolische bloeddruk.<br />
Gebruik Korotkoff IV alleen als V er niet is [Brown ea, 2001].<br />
Verder kan tussen Korotkoff II en Korotkoff III een<br />
auscultatory gap zitten: er zijn dan een tijdje geen tonen<br />
hoorbaar. De bloeddrukmanchet moet daarom harder<br />
worden opgepompt dan de druk waarbij <strong>voor</strong> het laatst<br />
pulsaties zijn gevoeld. Anders kan Korotkoff III onterecht<br />
geïnterpreteerd worden als de systolische bloeddruk en<br />
wordt de bloeddruk te laag ingeschat [O’Brien ea, 2001].<br />
Verschillende factoren beïnvloeden de gevonden waarde<br />
bij de bloeddrukmeting volgens deze Riva-Rocci/Korotkoff<br />
of auscultatoire methode: de houding van de vrouw tijdens<br />
de meting, de arm waaraan gemeten wordt, eigenschappen<br />
van degene die meet en de gebruikte instrumenten.<br />
houding<br />
Houding beïnvloedt bloeddruk. Een meting bij een vrouw<br />
die staat, geeft een hogere bloeddruk dan bij een vrouw<br />
die zit. Een meting bij een vrouw die ligt, geeft een lagere<br />
bloeddruk dan bij een vrouw die zit [Sibai, 1988]. Bij<br />
zwangere vrouwen in het derde trimester van de<br />
zwangerschap is de bloeddruk in zijligging 15-20 mmHg<br />
© Arno Massee, Rijnsaterswoude<br />
TvV februari 2012 • KNOV 15
16<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
KNOV<br />
lager dan in rugligging [Almeida ea, 2009].<br />
De arm waaraan u meet moet goed ondersteund zijn, omdat<br />
bij een niet-ondersteunde arm de gemeten bloeddruk tot<br />
wel 10% hoger is. De onderarm moet ongeveer op de<br />
hoogte van het hart zijn. Een lagere arm leidt tot<br />
overschatting van de bloeddruk, een arm hoger dan<br />
harthoogte tot onderschatting.<br />
Ook de houding van de benen is van belang, omdat<br />
niet-ondersteunde benen of benen die over elkaar zijn<br />
geslagen de bloeddruk beïnvloeden.<br />
Zorg daarom dat de vrouw al twee tot drie minuten rustig<br />
rechtop zit met beide voeten op de grond of op een<br />
krukje. Laat de arm op een tafel steunen en plaats de<br />
manchet ter hoogte van het hart op de blote arm. Plaats<br />
de manchet twee tot drie centimeter boven de elleboogsplooi,<br />
zodat er ruimte is <strong>voor</strong> de stethoscoop.<br />
Welke arm?<br />
Evenals bij niet-zwangeren bestaat er bij een kleine<br />
minderheid van de zwangeren een verschil in bloeddruk<br />
tussen de linker- en rechterarm. In het eerste trimester is<br />
er een verschil van ≥ 10 mmHg in de systolische en<br />
diastolische bloeddruk tussen de linker- (8,3%) en<br />
rechterarm (2,3%) van de zwangeren. Hoe hoger de<br />
bloeddruk, des te hoger de prevalentie [Poon ea, 2008a;<br />
Poon ea 2008b]. In zeldzame gevallen is er dan sprake<br />
van een arteriële aandoening, zoals coarctatio aortae.<br />
Meet de eerste keer de bloeddruk aan beide armen. Is het<br />
verschil < 10 mmHg, meet dan <strong>voor</strong>taan de bloeddruk<br />
aan de rechterarm. Is het verschil ≥ 10mmHg, meet dan<br />
<strong>voor</strong>taan aan de arm met de hoogste waarde.<br />
© Arno Massee, Rijnsaterswoude<br />
Verloskundige als foutenbron<br />
Degene die de bloeddruk meet is zelf de grootste foutenbron.<br />
Bij de auscultatoire methode is er een kans op<br />
systematische fouten, afrondingsfouten, onderzoekersbias<br />
en het gebruik van een onjuiste manchetmaat. Door<br />
de meting te standaardiseren, conform de aanbevelingen<br />
van de standaard, kunt u dit soort fouten minimaliseren.<br />
Systematische fouten zijn verschillen in meting tussen<br />
verschillende verloskundigen of bij dezelfde verloskundige<br />
door bij<strong>voor</strong>beeld gehoorafwijkingen, het niet goed laten<br />
leeglopen van de manchet, interpretatie van de Korotkofftonen.<br />
Te snel leeg laten lopen van de manchet leidt tot<br />
onderschatting van de systolische en overschatting van de<br />
diastolische bloeddruk [O’Brien ea, 2003]. Laat de manchet<br />
daarom leeglopen met een snelheid van ongeveer 2mmHg<br />
per seconde.<br />
Verder is het bekend dat mensen de neiging hebben om<br />
waarden af te ronden op 0 en 5 (zogenaamde digit<br />
preference) en om de bloeddruk te noteren die ze<br />
verwachten of die ze graag willen horen [O’Brien e.a.,<br />
2003]. De aanbeveling in de standaard luidt: Noteer de<br />
gevonden waarden op 2 mmHg nauwkeurig.<br />
Dan de manchetmaat. Een <strong>voor</strong> de armomtrek te smalle<br />
of te korte manchet kan de diastolische bloeddruk met<br />
14 mmHg en de systolische met 8 mmHg overschatten.<br />
Een <strong>voor</strong> de armomtrek te grote manchet onderschat de<br />
bloeddruk (systolisch en diastolisch) met 6 mmHg [Oliveira,<br />
ea 2002]. Gebruik daarom bij een armomtrek van maximaal<br />
33 cm een luchtzak van tenminste 12x26 cm en bij<br />
een armomtrek tot 50 cm een van tenminste 12x40 cm.<br />
instrumenten<br />
Voor een juiste bloeddrukmeting moet u een gevalideerd<br />
instrument gebruiken, dat voldoet aan de criteria van de<br />
European Society of Hypertension (EHS). De diagnose<br />
De KNOV-standaard Hypertensieve aandoeningen<br />
tijdens de zwangerschap, bevalling en kramperiode<br />
geeft duidelijke handvatten <strong>voor</strong> de opsporing en<br />
tijdige verwijzing van vrouwen met hypertensieve<br />
aandoeningen. De aanbevelingen <strong>voor</strong> verwijzing<br />
zijn geheel in lijn met de aanbevelingen in de<br />
Verloskundige Indicatielijst die in 2012 zal<br />
verschijnen.<br />
U kunt het onderwerp bloeddruk meten samen met<br />
collega’s bespreken. De KNOV ontwikkelde hier<strong>voor</strong><br />
een toets programma. De standaard, praktijkkaart,<br />
evidencetabellen en toetsprogramma’s kunt u downloaden<br />
van de website van de KNOV,<br />
www.knov.nl –> <strong>voor</strong> verloskundigen richtlijnen<br />
–> KNOV-standaarden.
hypertensie kunt u alleen stellen met de auscultatoire<br />
methode. Een automatische bloeddrukmeter meet altijd<br />
op dezelfde wijze. Maar de manier waarop hij werkt, de<br />
zogenaamde oscillometrische methode die trillingen in de<br />
vaatwand meet, is minder geschikt <strong>voor</strong> de opsporing van<br />
pre-eclampsie. Dat komt door de vaatveranderingen die<br />
bij die aandoening optreden [Shennan&De Greeff, 2007].<br />
U kunt meer lezen over de verschillende bloeddrukmeters<br />
en hun eigenschappen in het aprilnummer van dit<br />
tijdschrift uit 2011 [Bakx, 2011].<br />
Bloeddrukmeters die gevalideerd zijn volgens de criteria<br />
van de EHS kunt u vinden op de website van DABL<br />
Educational trust: www.dableducational.org/<br />
sphygmomanometers.html.<br />
referenties<br />
Almeida FA, Pavan MV, Rodrigues CIS. The haemodynamic, renal excretory and hormonal<br />
changes induced by resting in the left lateral position in normal pregnant women<br />
during late gestation. BJOG 2009;116(13):1749-54.<br />
Bewerking van het artikel Van Bakx JC, Van der Wiel MC en Thien T. Weet u hoe uw<br />
bloeddrukmeter werkt? Overgenomen uit Hartbulletin, 2009;40 (1): 3-7. <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>Verloskundigen</strong> 2011;04 p. 21-23<br />
Brown MA, Lindheimer MD, De Swiet M, Van Assche A, Moutquin JM. The classification<br />
and diagnosis of the hypertensive disorders of pregnancy: statement from the International<br />
Society for the Study of Hypertension in Pregnancy (ISSHP). Hypertens Pregnancy<br />
2001;20(1):IX-XIV.<br />
O’Brien E et al. European Society of Hypertension recommendations for conventional,<br />
ambulatory and home blood pressure measurement. Journal of Hypertension<br />
2003;21:821-848.<br />
Oliveira SMJ, Arcuri EAM, Santos JL. Cuff width influence on blood pressure measurement<br />
during the pregnant-puerperal cycle. J Adv Nurs 2002;38(2):180-9.<br />
Poon LC, Kametas N, Strobl I, Pachoumi C, Nicolaides KH. Inter-arm blood pressure<br />
differences in pregnant women. BJOG 2008a;115(9):1122-30.<br />
Poon LCY, Kametas NA, Pandeva I, Valencia C, Nicolaides KH. Mean arterial pressure<br />
at 11(+0) to 13(+6) weeks in the prediction of preeclampsia. Hypertension<br />
2008b;51(4):1027-33.<br />
Shennan AH, De Greeff A. Measuring blood pressure in pregnancy and pre-eclampsia.<br />
In: Lyall F, Belfort M, eds. Pre-eclampsia. Etiology and clinical practice. Cambridge:<br />
Cambridge University Press; 2007. p. 258-275.<br />
Sibai BM. Pitfalls in diagnosis and management of preeclampsia. Am J Obstet Gynecol<br />
1988;159(1):1-5. n<br />
Wat is MRNN?<br />
Het Midwifery Research Network Netherlands (MRNN)<br />
bemiddelt tussen verloskundige praktijken en onderzoekers<br />
bij de uitvoering van wetenschappelijk onderzoek.<br />
Het MRNN biedt via research midwives ondersteuning<br />
aan praktijken bij deelname aan onderzoek. Praktijken<br />
kunnen beter beslissen aan welk onderzoek ze meedoen.<br />
Onderzoekers kunnen via MRNN makkelijker verloskundige<br />
praktijken bij onderzoek betrekken.<br />
Meer informatie: www.mrnn.nl. n<br />
KNOV<br />
Let op !<br />
Herregistratie wet BIG<br />
<strong>voor</strong> verloskundigen<br />
het intakegesprek <strong>voor</strong> begeleidingstraject<br />
startassessment is mogelijk vanaf<br />
1 februari 2012.<br />
Met ingang van 1 januari 2014 moeten alle verloskundigen,<br />
die zijn afgestudeerd vóór 1 januari 2009, zich laten<br />
herregistreren in het kader van de wet BIG.<br />
<strong>Verloskundigen</strong>, die werkzaam zijn in de praktijk en tussen<br />
2009 en 2014 minimaal 2080 uur hebben gewerkt, met<br />
een maximale onderbreking van twee jaar, kunnen zich<br />
zondermeer laten herregistreren en hebben geen<br />
aanvullende scholing of certificering nodig.<br />
<strong>Verloskundigen</strong>, die zich willen herregistreren en niet<br />
voldoen aan de werkervaringseis van minimaal 2080 uur,<br />
kunnen door middel van een startassessment en zo nodig<br />
aanvullende scholing voldoen aan de competenties van<br />
het kerndomein verloskunde.<br />
In de procedure zijn door de Samenwerkende Opleidingen<br />
Verloskunde (SOV) de stappen tot en met het startassessment<br />
ondergebracht bij de Verloskunde Academie<br />
Rotterdam. Hier kunt u informatie opvragen, vindt de<br />
intake plaats en wordt u ondersteund in uw <strong>voor</strong>bereiding<br />
<strong>voor</strong> het startassessment.<br />
Om deel te nemen aan het begeleidingsprogramma ter<br />
<strong>voor</strong>bereiding op het startassessment kunt u zich vanaf<br />
nu aanmelden <strong>voor</strong> een intakegesprek.<br />
De gesprekken vinden plaats vanaf 1 februari 2012.<br />
Voor informatie kunt u contact opnemen met:<br />
Annemarie Lodder MSc, Verloskunde Academie Rotterdam;<br />
lodan@hr.nl; 010-7038232<br />
aanmelding<br />
Aanmelding <strong>voor</strong> het intakegesprek uitsluitend via de<br />
mail: lodan@hr.nl. Vermeld hierin uw naam, adres,<br />
telefoonnummer en BIG registratienummer. U wordt<br />
vervolgens gebeld <strong>voor</strong> een afspraak.<br />
TvV februari 2012 • KNOV 17
Judith Ruijs<br />
18<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
KNOV<br />
KNOV-Praktijkaccreditatie: continu<br />
werken aan kwaliteit<br />
<strong>Verloskundigen</strong>praktijken kunnen sinds 2009<br />
een keurmerk halen <strong>voor</strong> hun praktijkvoering<br />
en klanttevredenheid: de KNOV-praktijkaccreditatie.<br />
Met dit keurmerk maken verloskundigenpraktijken<br />
zichtbaar dat zij voldoen<br />
aan de eisen die de beroepsgroep stelt en<br />
continu werken aan kwaliteitsverbeteringen in<br />
de praktijk. Landelijk doen inmiddels twintig<br />
praktijken mee. reos heeft Geboortecentrum<br />
Wonderwereld hoofddorp begeleid bij het<br />
behalen van de KNOV praktijkaccreditatie.<br />
Wat heeft het keurmerk deze verloskundigen<br />
opgeleverd?<br />
Reos geeft vorm en inhoud aan ondersteuning<br />
van de eerstelijnszorg. Reos stelt zich tot doel de<br />
kwaliteit, continuïteit en samenwerking van de<br />
beroepsbeoefenaren in de eerste lijn te versterken.<br />
Deze ondersteuningsorganisatie is actief in de<br />
regio’s Amstelland, Haarlemmermeer, Midden-<br />
Holland en Zuid-Holland Noord.<br />
Op een herfstachtige maandagmiddag heb ik een<br />
interview met Margo Linssen, verloskundige en maatschapslid<br />
en Ilja van Leeuwen, manager van Geboortecentrum<br />
Wonderwereld in hun prachtig verbouwde praktijk in<br />
Hoofddorp. In 2010 is deze praktijk gestart met KNOVpraktijkaccreditatie.<br />
De verloskundigen willen met dit<br />
keurmerk laten zien dat zij werken volgens de meest<br />
recente inzichten en een klantvriendelijke praktijk zijn.<br />
Verbeteringen<br />
De afgelopen maanden heeft het Geboortecentrum diverse<br />
verbeteringen opgepakt. In de oude situatie bleek<br />
bij<strong>voor</strong>beeld dat cliënten in de wachtkamer gespreksflarden<br />
konden horen uit de spreekkamers en de echokamer.<br />
Ook konden zij gesprekken volgen aan de balie met de<br />
assistentes. De maatschap koos daarom om het pand<br />
grondig te verbouwen. Hierbij is expliciet aan de aannemer<br />
duidelijk gemaakt dat cliënten na de verbouwing<br />
geen geluiden meer mogen horen uit de spreek- en<br />
echokamers. De verbouwing is dit <strong>voor</strong>jaar afgerond.<br />
Judith Ruijs, adviseur Reos en KNOV-praktijkconsulent<br />
Een nieuwe indeling, massieve deuren, muurisolatie en<br />
speciaal glas zorgen <strong>voor</strong> een geluidsarme praktijk. Ook<br />
<strong>voor</strong> de assistentes is een aparte ruimte gerealiseerd,<br />
waar cliënten een gesprek kunnen voeren waarbij de<br />
privacy gewaarborgd blijft. Verder is er een apart pand <strong>voor</strong><br />
het kraambureau en de lactatiekundige van Geboortecentrum<br />
Wonderwereld. Ook biedt dit pand een cursusruimte<br />
waar verschillende zwangerschapscursussen<br />
worden gegeven.<br />
Een ander verbeterpunt dat het Geboortecentrum heeft<br />
aangepakt, is de <strong>voor</strong>lichting aan zwangere vrouwen. In<br />
de praktijk blijkt dat te veel <strong>voor</strong>lichting op één moment<br />
onvoldoende beklijft bij aankomende ouders. Nu spreiden<br />
zij de <strong>voor</strong>lichting over de zwangerschap en de bevalling.<br />
De verloskundigen hebben vaste momenten afgesproken<br />
<strong>voor</strong> specifieke informatie. Aan ieder dossier is een kaart<br />
gehecht waarop de verloskundigen aangeven welke<br />
informatie zij wanneer hebben gegeven. Veel informatie<br />
over de praktijk is ook terug te lezen op een flatscreen in<br />
de wachtkamer. Deze “wachtverzachter” herhaalt<br />
praktische informatie over de praktijk en de zwangerschap.<br />
Verder heeft de praktijk vaste afspraken gemaakt over het<br />
schrijven van het kwaliteitsjaarverslag, een verplicht<br />
onderdeel van de accreditatie.<br />
© Aad van Vliet, Utrecht
aanrader<br />
Margo en Ilja raden andere verloskundigenpraktijken de<br />
KNOV-praktijkaccreditatie aan. “Het houdt je als verloskundige<br />
scherp” zegt Margo Linssen. “Het schrijven van<br />
een verbeterplan dwingt je om gestructureerd na te<br />
denken over een verbetering die je als praktijk wilt<br />
doorvoeren”. Ook tijdens het uitvoeren van een plan ga<br />
je regelmatig na of je nog op de juiste koers zit. Verder<br />
ontwikkel je een sensor <strong>voor</strong> punten die nog beter<br />
kunnen.” Voor sommige verloskundigenpraktijken kan de<br />
gedachte aan KNOV-praktijkaccreditatie het gevoel geven<br />
dat het onbereikbaar is. “Dat is niet nodig” stelt Ilja “de<br />
meeste verloskundigenpraktijken voldoen aan de<br />
minimale eisen en je krijgt de ruimte om verbeteringen<br />
op te pakken bij eisen waaraan je (nog) niet voldoet”.<br />
Het is het niet per se nodig om grote en ingrijpende<br />
verbeterplannen op te stellen, zoals een verbouwing.<br />
Het belangrijkste is dat een praktijk haalbare en realistische<br />
plannen opstelt, die uitvoerbaar zijn. Daar helpt de KNOVpraktijkconsulent<br />
bij.<br />
Margo en Ilja hebben niet het idee dat zwangere vrouwen<br />
specifiek afgaan op het keurmerk. “De meeste vrouwen<br />
kiezen <strong>voor</strong> het Geboortecentrum, omdat zij goede<br />
verhalen horen van vrouwen die bij ons bevallen zijn”<br />
aldus Margo. “Het keurmerk KNOV-praktijkaccreditatie is<br />
<strong>voor</strong>al een bevestiging <strong>voor</strong> onszelf dat we goede kwaliteit<br />
leveren en borgen in onze praktijkvoering en handelen”.<br />
KNOV<br />
Begeleiding KNOV-praktijkconsulent<br />
De KNOV-praktijkconsulent begeleidt verloskundigenpraktijken<br />
bij het behalen van het keurmerk KNOV-<br />
Praktijkaccreditatie. Het opstellen van verbeterplannen en<br />
advies bij het uitvoeren van verbeteringen is bij hen in<br />
goede handen. Wilt u meer weten over KNOV-praktijkaccreditatie,<br />
bezoek dan de websites<br />
www.praktijkaccreditering.nl en www.knov.nl.<br />
Voor informatie over KNOV-Praktijkaccreditatie kunt u<br />
ook contact opnemen met de KNOV, Wilma van Driel:<br />
wvandriel@knov.nl. n<br />
Wonderwereld,<br />
van links naar rechts, bovenste rij: José, Michelle, Elvira en Margo;<br />
van links naar rechts, onderste rij: Marette, Kirsten, Ilona en Barbara<br />
© Aad van Vliet, Utrecht<br />
© Aad van Vliet, Utrecht<br />
TvV februari 2012 • KNOV 19
20<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
KNOV<br />
Healthy Pregnancy 4 All<br />
Relinde van der Stouwe<br />
het Erasmus Mc heeft het programma ‘Klaar<br />
<strong>voor</strong> een Kind’ ontwikkeld. hiermee wordt<br />
getracht de ongewenste zwangerschapuitkomsten<br />
in rotterdam terug te dringen [1] .<br />
het ministerie van VWs heeft aan het Erasmus<br />
Mc subsidie toegekend om dit programma<br />
landelijk verder te ontwikkelen in gemeenten<br />
met een hoge perinatale sterfte. de KNOV<br />
adviseert verloskundigen in deelnemende<br />
gemeenten het project te integreren in al<br />
bestaande regionale initiatieven<br />
Landelijk programma<br />
Onder de naam Health Pregnancy 4 All is op 23 november<br />
jl. het landelijke, driejarige project gestart en hebben<br />
de volgende veertien gemeenten zich door deelname<br />
gecommitteerd: Amsterdam, Almere, Den Haag, Schiedam,<br />
Utrecht, Nijmegen, Tilburg, Heerlen, Enschede, de stad<br />
Groningen met de Groningse gemeenten Appingedam,<br />
Delfzijl, Menterwolde en Pekela.<br />
Het doel van het project is <strong>voor</strong>lichting en kennisontwikkeling<br />
bij hoogrisicogroepen door deskundigheidsbevordering<br />
en samenwerking van professionals in de<br />
verloskundige keten.<br />
Er wordt geëxperimenteerd met preventieve zorg <strong>voor</strong> de<br />
zwangerschap, het bereiken van hoogrisicogroepen en<br />
vernieuwde risicoselectie <strong>voor</strong> en tijdens de zwangerschap.<br />
Preconceptie<br />
Voor het bereiken van de doelgroepen worden Voorlichters<br />
Perinatale Gezondheid opgeleid. Zij zullen <strong>voor</strong>lichting<br />
gaan geven over het belang van een gezonde leefstijl<br />
<strong>voor</strong> een gezonde zwangerschap. In Rotterdam zijn de<br />
<strong>voor</strong>lichters vrouwen met diverse culturele achtergrond<br />
die in twee talen <strong>voor</strong>lichting kunnen geven (een variant<br />
op Voorlichter Eigen Taal en Cultuur). De <strong>voor</strong>lichters<br />
benaderen vrouwen in hun eigen netwerk. In hun<br />
<strong>voor</strong>lichting geven zij onder andere bekendheid aan het<br />
bestaan van kinderwensspreekuur bij de verloskundige. In<br />
het landelijk project wordt lokaal bekeken hoe invulling<br />
aan de functie van de Voorlichters Perinatale Gezondheid<br />
gegeven kan worden. In de deelnemende gemeenten<br />
zullen vrouwen op allerlei manieren (onder andere via de<br />
lokale media) gewezen op de mogelijkheid van een<br />
kinderwensspreekuur. Voor de duur van het project is er<br />
Relinde van der Stouwe is lid van de redactie<br />
een tarief <strong>voor</strong> het preconceptiezorgconsult afgesproken en<br />
kunnen verloskundigen dit gratis aanbieden. Een zwangere<br />
en haar partner vullen <strong>voor</strong>dat ze naar het kinderwensconsult<br />
komen Zwangerwijzer in. De risicofactoren die uit<br />
Zwangerwijzer naar voren komen worden automatisch<br />
gekoppeld aan de Preconceptiewijzer. Vervolgens krijgt de<br />
verloskundige uit de Preconceptiewijzer automatisch<br />
protocollen met aanwijzingen <strong>voor</strong> beleid.<br />
r4U<br />
De tweede poot van het project is de invoering van een<br />
nieuw screeningsinstrument tijdens de zwangerschap: R4U.<br />
Dit staat <strong>voor</strong> Rotterdam Reproductive Risk Reduction<br />
methodiek. Het is een instrument waarin - naast de<br />
medische risico’s - ook risico’s van psychosociale aard zijn<br />
opgenomen. Met het risico-instrument worden zorgpaden<br />
uitgezet, die zowel sociale als medische interventies<br />
bevatten.<br />
advies bij deelname<br />
De preconceptiewijzer en R4U zijn uitgetest in enkele<br />
verloskundige praktijken in Rotterdam.<br />
Bij de ontwikkeling van deze twee instrumenten zijn<br />
zowel de KNOV als eerstelijns verloskundigen niet of<br />
onvoldoende betrokken geweest. De KNOV is niet op de<br />
hoogte van de inhoud van deze instrumenten en heeft<br />
niet kunnen vaststellen of de instrumenten ontwikkeld<br />
zijn conform de VIL. Inmiddels heeft de KNOV alle<br />
betrokken verloskundige praktijken in een brief geadviseerd<br />
om de introductie van de instrumenten af te stemmen<br />
met de kring, het VSV of het consortium. Zij raadt aan<br />
om de instrumenten inhoudelijk door te nemen en deze<br />
naast eventuele andere regionale initiatieven te leggen.<br />
Zorg dat de instrumenten<br />
zodanig worden gebruikt<br />
dat het in lijn is met het<br />
beleid in de regio.<br />
Voor de regionale<br />
invulling kunnen<br />
verloskundigen<br />
overwegen ondersteuning<br />
te vragen<br />
bij de ROS in hun<br />
omgeving. n<br />
[1] zie ook<br />
www.klaar<strong>voor</strong>eenkind.nl
Gemiddeld worden er zo’n 200 vragen per<br />
maand gesteld aan onze helpdesk. in deze<br />
rubriek wordt iedere keer een interessante,<br />
veelgestelde, opmerkelijke of ingewikkelde<br />
vraag behandeld.<br />
Vraag<br />
Ik sta ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK)<br />
en krijg nu veel ongewenste reclame toegestuurd. Hoe<br />
kan dit? En kan ik er wat aan doen?<br />
antwoord<br />
Verplicht inschrijven in Handelsregister Kamer van<br />
Koophandel<br />
Op 1 juli 2008 is de nieuwe Handelsregisterwet in<br />
werking getreden. Daarmee zijn álle ondernemingen en<br />
rechtspersonen in <strong>Nederland</strong> wettelijk verplicht zich in te<br />
schrijven in het Handelsregister van de Kamer van<br />
Koophandel. Ook verloskundige ondernemers, zelfstandig<br />
waarnemers met een VAR-verklaring en verloskundigen<br />
met een eigen praktijk, zijn verplicht zich te registreren in<br />
het Handelsregister. Voor een verloskundige in loondienst<br />
is deze regeling niet van toepassing.<br />
Voor de inschrijving van een onderneming moet u altijd<br />
langskomen bij de Kamer van Koophandel. Neem in ieder<br />
geval een geldig legitimatiebewijs mee. Vraag bij de<br />
inschrijving direct een uittreksel aan als bewijs. De Belastingdienst,<br />
de bank en leveranciers vragen hier regelmatig om.<br />
Gegevens niet <strong>voor</strong> mailings en marketingacties<br />
gebruiken<br />
Adressen en andere gegevens van ondernemingen moeten<br />
volgens de wet geregistreerd staan in het Handelsregister.<br />
Omdat het Handelsregister een openbaar register is, zijn<br />
deze gegevens zichtbaar <strong>voor</strong> iedereen. Ze kunnen dus<br />
gebruikt worden <strong>voor</strong> mailings en andere marketingacties,<br />
maar ook <strong>voor</strong> Google Maps. Wilt u dat niet?<br />
Activeer dan de non-mailing indicator.<br />
Non-mailing indicator<br />
U kunt nu <strong>voor</strong>af bij de opgave <strong>voor</strong> het Handelsregister<br />
aangeven dat de gegevens niet door derden <strong>voor</strong> direct<br />
marketing doeleinden dienen te worden gebruikt. Dit<br />
noemt de KvK de non-mailing indicator. Het is een<br />
kwestie van een hokje aanvinken.<br />
KNOV<br />
Vraag van de maand<br />
Gegevens KvK gebruikt <strong>voor</strong> direct marketing doeleinden<br />
helpdesk@knov.nl<br />
Als u reeds staat ingeschreven bij de KvK en u wilt alsnog<br />
de non-mailing indicator activeren, dan kunt u dit<br />
aanvragen per e-mail of brief bij uw eigen KvK. Vermeld<br />
hierbij uw KvK-nummer.<br />
Zodra de KvK de indicator <strong>voor</strong> u heeft geactiveerd en<br />
afnemers van adresbestanden dit hebben verwerkt,<br />
ontvangt u geen mailings meer. Uw gegevens zijn nog<br />
wel zichtbaar in het Handelsregister, maar de KvK<br />
verstrekt ze niet meer aan partijen die de gegevens willen<br />
gebruiken <strong>voor</strong> direct mail activiteiten. n<br />
Bijsluiter 105/148,5:Opmaak 1 18-11-11 13:12 Pagina 1<br />
(Productinformatie bij advertentie op pag. 14)<br />
Productinformatie RheDQuin ®<br />
Samenstelling en farmaceutische vorm: Oplossing <strong>voor</strong> injectie <strong>voor</strong> intramusculair<br />
gebruik. Bevat: Het product bevat 100-180 gram eiwit per liter. De<br />
eiwitfractie bestaat uit ten minste 90% immunoglobuline G (IgG), geringe<br />
hoeveelheden immunoglobuline A (IgA) en immunoglobuline M (IgM) en sporen<br />
van andere plasma-eiwitten. RheDQuin ® bestaat uit een eiwitfractie verkregen uit<br />
menselijk plasma met een hoge titer aan rhesus (D)-antistoffen. RheDQuin wordt<br />
geleverd in afvullingen van 1000 IE (ten minste 400 IE humaan anti-D immunoglobuline<br />
per ml) en 375 IE (ten minste 150 IE humaan anti-D immunoglobuline<br />
per ml). Het product wordt steriel en pyrogeenvrij geleverd. Indicaties: RheDQuin<br />
is bestemd ter preventie van immunisatie tegen het rhesus (D)-antigeen bij rhesus<br />
(D)-negatieve vrouwen tijdens zwangerschap en postpartum. Daarnaast is<br />
RheDQuin bestemd ter preventie van immunisatie tegen het rhesus (D)-antigeen<br />
bij meisjes en vrouwen jonger dan 45 jaar na rhesus (D)-positieve bloed- of<br />
trombocytentransfusie, orgaan- of weefseltransplantatie van een rhesus (D)positieve<br />
donor. Contra-indicaties: Bekende intolerantie <strong>voor</strong> het product of andere<br />
producten met vergelijkbare samenstelling van de homologe immunoglobulinen.<br />
Dit geldt ook <strong>voor</strong> patiënten met selectieve IgA-deficiëntie bij wie anti-IgAantistoffen<br />
aangetoond zijn. Bijwerkingen: Pijn en gevoeligheid op de injectieplaats<br />
kunnen worden waargenomen; dit kan worden verminderd door de grotere<br />
doseringen over verschillende toedieningsplaatsen te verdelen. In zeldzame<br />
gevallen ontstaan koorts en/of exantheem. Zelden zijn misselijkheid, braken,<br />
hypotensie, tachycardie en overgevoeligheidsreacties of anafylactische reacties met<br />
inbegrip van shock gerapporteerd. Speciale waarschuwingen en <strong>voor</strong>zorgen: niet<br />
intraveneus toedienen. Bij patiënten die bij eerder gebruik van bloed(producten)<br />
een atypische reactie vertoonden, kan een anafylactische reactie optreden. Deze<br />
en bovengenoemde IgA-deficiëntie patiënten bij <strong>voor</strong>keur niet behandelen met<br />
bloedproducten. Als om dringende reden hiervan moet worden afgeweken, dan<br />
alleen toedienen onder nauwkeurige klinische controle. RheDQuin moet na<br />
de bevalling toegediend worden aan de moeder, niet aan het kind. Ondanks <strong>voor</strong>zorgen<br />
om bloedoverdraagbare infectieuze agentia in zowel het uitgangsmateriaal<br />
(plasma) als in het eindproduct te elimineren, kan het risco op infectie niet geheel<br />
uitgesloten worden. Verpakking: flacon à 1000 IE ml (ten minste 400 IE humaan<br />
anti-D immunoglobuline per ml), flacon à 375 IE (ten minste 150 IE humaan<br />
anti-D immunoglobuline per ml). Afleverstatus: U.R. In het register ingeschreven<br />
onder RVG 16928 (375 IE) RVG 16929 (1000 IE). Datering: April 2010.<br />
Sanquin Bloed<strong>voor</strong>ziening<br />
Plesmanlaan 125<br />
1066 CX Amsterdam, <strong>Nederland</strong><br />
www.rhesusprik.nl<br />
www.sanquin.nl<br />
TvV februari 2012 • KNOV 21
Het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis is een groot interconfessioneel ziekenhuis in Amsterdam-West. Wij bieden onze patiënten<br />
naast topklinische zorg een zo breed mogelijk aanbod van gespecialiseerde zorg. Veiligheid en vriendelijkheid richting patiënten<br />
staan daarbij hoog in ons vaandel. Wetenschappelijk onderzoek en opleiding zijn belangrijke pijlers van ons beleid. Als Teaching<br />
Hospital zijn wij aangesloten bij de Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ). Voor medewerkers kenmerkt het<br />
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis zich door een prettige werksfeer, samen werking en professionaliteit.<br />
Voor de aansturing van het team klinisch verloskundigen zijn wij<br />
binnen de bedrijfseenheid Gynaecologie/Verloskunde op zoek naar<br />
een gedreven (m/v)<br />
Teamleider Verloskunde<br />
Bedrijfseenheid De verloskunde is een onderdeel van de bedrijfseenheid<br />
Gynaecologie/Verloskunde. De tweedelijnsbevallingen vinden plaats op de<br />
recent gemoderniseerde verloskamers (6 in totaal). In 2011 hebben hier<br />
2345 bevallingen plaatsgevonden. De eerstelijnsbevallingen vinden plaats<br />
in het Beval Centrum West, welke grenst aan het verloskamercomplex. De<br />
verloskunde is één van de speerpunten van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis<br />
en de verloskunde zal in de komende jaren verder groeien. Dit zal<br />
leiden tot uitbreiding van de verloskamers, de polikliniek verloskunde en<br />
de personele formatie.<br />
Binnen de bedrijfseenheid wordt er gewerkt met een enthousiast, dy namisch,<br />
professioneel multidisciplinair team bestaande o.a. uit O&G verpleegkundigen,<br />
doktersassistenten, echoscopisten, klinisch verlos kundigen,<br />
verloskundigen in opleiding, arts-assistenten in opleiding en niet in opleiding<br />
en gynaecologen.<br />
Kwaliteit van zorg, optimale dienstverlening bieden aan de patiënten,<br />
opleiding en ontwikkeling van medewerkers en de wetenschap staan<br />
hoog in het vaandel.<br />
Functie-inhoud De teamleider geeft leiding aan 15 FTE klinisch verloskundigen.<br />
Hij/zij is verantwoordelijk <strong>voor</strong> het uitvoeren en bewaken van<br />
operationeel afdelings, - en personeelsbeleid. Tevens coördineert hij/zij<br />
de patiëntenzorg en bewaakt en bevordert de kwaliteit van zorg.<br />
Functie-eisen Wij vragen een BIG geregistreerde verloskundige met een<br />
managementopleiding op HBO-niveau. Ruime en brede praktijkervaring<br />
in de eerste en tweede lijn is een pre. Open staan <strong>voor</strong> en meedenken<br />
over de landelijke ontwikkelingen in de verloskunde en dit kunnen vertalen<br />
naar de praktijk is een vereiste. Daarnaast is de teamleider in staat om een<br />
team klinisch verloskundigen te motiveren, is probleemoplossend gericht<br />
wat capaciteitsplanning betreft en heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel.<br />
Arbeids<strong>voor</strong>waarden Het betreft in eerste instantie een aanstelling<br />
<strong>voor</strong> bepaalde tijd, <strong>voor</strong> de duur van één jaar, met de uitdrukkelijke<br />
intentie dit te verlengen. Het betreft een dienstverband <strong>voor</strong> 32-36 uur<br />
per week. De CAO Ziekenhuizen is van toepassing. Het maximale bruto<br />
salaris op fulltime basis per maand bedraagt € 4.273,-.<br />
Informatie Nadere inlichtingen worden u gaarne verstrekt door<br />
dr. S. Scherjon (gynaecoloog), dr. R. Maas (medisch manager) en<br />
mevrouw L.R. van der Weide (organisatorisch manager), te bereiken via<br />
het secretariaat Gynaecologie/Verloskunde, telefoon (020) 5108 400 of<br />
(020) 5108 401. Voor meer informatie kunt u ook naar de website van<br />
het ziekenhuis: www.slaz.nl.<br />
Sollicitatie U kunt uw schriftelijke sollicitatie tot 9 maart a.s. sturen<br />
naar het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, t.a.v. de heer J. de Hollander<br />
(personeelsfunctionaris), postbus 9243, 1006 AE Amsterdam of per<br />
e-mail personeel&organisatie.sollicitatie@slaz.nl.<br />
www.slaz.nl
Eind november 2011 werden, tijdens een<br />
drukbezocht symposium in Lunteren, de<br />
bevindingen uit de eerste landelijke perinatale<br />
audit gepresenteerd. Er is positief nieuws:<br />
de perinatale sterfte in <strong>Nederland</strong> neemt af,<br />
de inzet en betrokkenheid van de deelnemers<br />
aan de audit zijn groot en uit de lokale audits<br />
komen concrete aanwijzingen <strong>voor</strong><br />
verbeteringen.<br />
a terme sterfte<br />
Vanaf januari 2010 zijn de meeste verloskundige samenwerkingsverbanden<br />
in <strong>Nederland</strong> gestart met de perinatale<br />
audit. Het doel van deze audit is meer inzicht krijgen in<br />
de omstandigheden waarbij sterfte rond de geboorte<br />
optreedt. In het Perinataal Audit Registratie Systeem<br />
(PARS) worden de resultaten uit deze audits vastgelegd.<br />
Het gaat hier om geanonimiseerde gegevens van<br />
betrokken zorgverleners, over de omstandigheden waarin<br />
de sterfte optrad, de doodsoorzaak, mogelijke relatie tussen<br />
sterfte en de geïdentificeerde substandaard factoren, aanbevelingen<br />
enz. Dit registratiesysteem vormt de basis <strong>voor</strong><br />
het eerste rapport van de perinatale audit <strong>Nederland</strong><br />
(PAN) dat zich richt op de sterfte van aterme kinderen in<br />
2010. De meeste kinderen worden namelijk tussen 37 en<br />
42 zwangerschapsweken geboren en hun overlevingskansen<br />
zijn zeer hoog (99,7%). Niettemin betreft een<br />
kwart van alle perinatale sterftegevallen in <strong>Nederland</strong><br />
aterme kinderen. Dat vraagt om meer uitleg, zo stelt het<br />
PAN-rapport.<br />
Daarnaast is de zorg <strong>voor</strong> aterme kinderen, meer dan bij<br />
vroeggeboren kinderen, multidisciplinair en dus bij uitstek<br />
geschikt om te bespreken in de perinatale audit waar alle<br />
betrokken zorgverleners in de keten samen naar de casus<br />
kijken.<br />
dalend sterftecijfer<br />
De perinatale sterfte daalt in <strong>Nederland</strong>. In 2001 stierven<br />
12,2 per 1000 kinderen na 22 weken zwangerschapsduur;<br />
in 2008 9,4 per 1000. Ook het aantal aterme<br />
sterftegevallen neemt af: van 651 kinderen in 2001<br />
(3,8 per 1000) naar 367 in 2010 (2,3 per 1000).<br />
THEMA<br />
Resultaten uit de eerste landelijke<br />
perinatale audit<br />
Relinde van der Stouwe<br />
Relinde van der Stouwe is redacteur van dit tijdschrift<br />
Van de aterme geboren, maar overleden kinderen zijn in<br />
2010 de zorggegevens van 90% (n=324) vastgelegd. De<br />
andere 10% betrof kinderen met ernstige aangeboren<br />
afwijkingen. Deze groep werd niet besproken in de audit<br />
omdat de relatie tussen zorgverlening en sterfte hier geen<br />
rol zou spelen.<br />
In de eerste lijn stierven 68 van de 324 aterme overleden<br />
kinderen (21%). Dit betekent dat de verloskundige de<br />
verantwoordelijke zorgverlener was ten tijde van de<br />
sterfte in de zwangerschap, dan wel aan het begin van de<br />
baring. In de tweede en derde lijn stierven 227 kinderen<br />
aterme(70%).In de overige 9 % van de gevallen was de<br />
verantwoordelijke zorgverlener onbekend.<br />
In de eerste lijn vindt bijna 30% van de sterfte plaats vóór<br />
aanvang van de baring, 30% tijdens de baring en 40%<br />
tijdens de eerste 28 dagen post partum. In de tweede en<br />
derde lijn ligt deze verhouding anders: 68% antenaal, 9%<br />
durante partu en 22% in de eerste 28 dagen post partum.<br />
Oorzaken<br />
In de perinatale audit wordt de Tulip classificatie gebruikt<br />
om de onderliggende oorzaak van het ziektebeeld<br />
waaraan het kind is overleden vast te stellen(zie kader).<br />
Bij ruim een derde van de overleden kinderen is er sprake<br />
van placentabedpathologie en navelstrengcomplicaties.<br />
Bijna 20% heeft aangeboren afwijkingen. En bij 34% is<br />
de oorzaak onbekend. In de helft van deze gevallen blijft<br />
de oorzaak onbekend ondanks volledig onderzoek. In de<br />
andere helft ontbreekt er belangrijke informatie. Zo wordt<br />
in 26% van alle gevallen van perinatale sterfte de placenta<br />
niet nader onderzocht en wordt bij 64% van de overleden<br />
kinderen geen obductie verricht. Terwijl autopsie belangrijke<br />
informatie en zelfs een geheel andere diagnose op<br />
kan leveren. De klinisch psycholoog Keirse bracht in zijn<br />
<strong>voor</strong>dracht naar voren dat zorgverleners het lastig vinden<br />
om obductie te bespreken met de ouders van het overleden<br />
kind. Toch blijken veel ouders het belang van het onderzoek<br />
wel degelijk in te zien.<br />
Voor het vaststellen van de doodsoorzaak is de betrokkenheid<br />
van de patholoog bij de audit van groot belang.<br />
Patholoog Peter Nikkels maakte duidelijk dat goed<br />
pathologisch onderzoek van het overleden kind of de<br />
placenta niet mogelijk is zonder bepaalde informatie over<br />
TvV februari 2012 • KNOV 23
24<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
THEMA<br />
de omstandigheden waaronder het kind gestorven is. Op<br />
de PAN-website kunnen zorgverleners aanvraagformulieren<br />
vinden die zij moeten gebruiken in geval van obductie en<br />
onderzoek van de placenta.<br />
doodsoorzaken classificeren<br />
In de perinatale audit worden drie verschillende<br />
classificaties gebruikt om vast te stellen waaraan<br />
het kind is overleden.<br />
1. Met de Wigglesworth classificatie wordt een<br />
indeling naar zwangerschapsduur en het moment<br />
van overlijden: antepartum, intrapartum,<br />
neonataal < 24 uur, neontaal ≥ 24 uur -7 dagen,<br />
neonataal 8-28 dagen.<br />
2. De gemodificeerde ReCoDe onderscheidt<br />
verschillende klinische condities die mogelijk<br />
hebben bijgedragen aan de sterfte. Er worden<br />
10 hoofdgroepen van condities gehanteerd:<br />
foetaal, neonataal, navelstreng, placenta,<br />
vruchtwater, uterus, moeder, intrapartum,<br />
trauma en onbepaald.<br />
3. De Tulip classificatie richt zich op de waaromvraag.<br />
Er wordt teruggeredeneerd wat de<br />
onderliggende oorzaak van het ziektebeeld<br />
is waaraan het kind is overleden. Deze classificatiemethode<br />
is door de <strong>Nederland</strong>se gynaecoloog<br />
(in opleiding) Korteweg ontwikkeld<br />
en uitgetest. Er zijn zes hoofdcategorieën:<br />
aangeboren afwijking, placenta, prematuriteit,<br />
infectie, anders, en onbekend. Voor de Tulip<br />
classificatie is vrijwel altijd onderzoek van de<br />
placenta nodig. Het insturen van de placenta<br />
bij elke perinatale sterfte is dan ook één van de<br />
aanbevelingen uit het PAN-rapport.<br />
substandaard factoren<br />
Niet alle zorggegevens van aterme kinderen zijn vastgelegd,<br />
niet alle kinderen zijn besproken tijdens de audit<br />
en van kinderen die wel besproken zijn, zijn niet altijd de<br />
gegevens ingevoerd in het PARS. Dit is mogelijk te wijten<br />
aan onervarenheid met de audit, alsook tijdgebrek. Van<br />
de 359 overleden kinderen zijn 312 casus besproken<br />
tijdens de audit en daarvan zijn van 222 gevallen<br />
gegevens vastgelegd in het PARS.<br />
Bij ruim een derde van de casus wordt geen substandaard<br />
factor vastgesteld; bij de helft van de casus (n=116)<br />
worden één of meerdere factoren geconstateerd. In 10%<br />
van de 222 sterftegevallen, hebben de substandaard<br />
factoren een waarschijnlijke of zeer waarschijnlijke relatie<br />
met de sterfte. In bijna alle gevallen zijn meer dan één<br />
zorgverlener bij de substandaard factor(en) betrokken.<br />
Er bestaat nog geen systeem hoe de diverse substandaard<br />
factoren gerubriceerd kunnen worden. In het PAN-rapport<br />
wordt een grof onderscheid gemaakt tussen het afwijken<br />
van richtlijnen in de tweede lijn (23% van alle substandaard<br />
factoren) en het afwijken van standaarden in de eerste<br />
lijn (14%) enerzijds en anderzijds het afwijken van de<br />
gangbare zorg (42%) en anders (21%). Voor beide<br />
categorieën geldt dat het om een groot aantal verschillende<br />
factoren gaat, van het ontbreken van diagnostische<br />
verwijzing bij verdenking op negatieve dyscongruentie tot<br />
het niet functioneren van een noodbel.<br />
De 186 aanbevelingen die de auditgroepen hebben gedaan<br />
betreffen de organisatie van de zorg (35%), richtlijnen,<br />
protocollen/gangbare zorg (27%), communicatie (12%),<br />
documentatie (11%) en scholing (8%).<br />
Een grote lijn?<br />
Het is lastig om in de veelheid van factoren en aanbevelingen<br />
een lijn te zien. Algemene uitspraken over wat er<br />
verkeerd gaat en wat anders moet, zijn dan ook niet te<br />
doen. Bij de 23 casus waarin de auditgroep een waarschijnlijk<br />
of zeer waarschijnlijk verband tussen de<br />
gevonden substandaard factoren en de sterfte zag, vallen<br />
wel een aantal gemeenschappelijke elementen op. De<br />
beoordeling van en beleid rond het CTG speelt in vijf<br />
sterftegevallen een belangrijke rol. Vier casus hebben<br />
betrekking op het niet verschijnen van de zwangere op<br />
het spreekuur en het uitblijven van actie van de zorgverleners<br />
daarop. Gebrekkige communicatie en documentatie<br />
domineren vier sterftegevallen. Het omgaan met de<br />
klacht [cursief]minder leven voelen [cursief]staat in drie<br />
casus centraal, en groeiretardatie in twee gevallen. De<br />
redactiecommissie die de totstandkoming van het<br />
PAN-rapport begeleidt, formuleert op basis hiervan een<br />
aantal aanbevelingen <strong>voor</strong> het landelijk beleid:<br />
- het ontwikkelen van een richtlijn beoordelen en<br />
beschrijven CTG<br />
- een multidisciplinaire richtlijn minder leven voelen en<br />
het ontwikkelen van een patiëntenfolder<br />
- een multidisciplinaire richtlijn opsporen van en handelen<br />
bij groeivertraging<br />
- vervolgacties bij niet verschijnen op afspraken<br />
- samenwerking bij acute verwijzingen vanuit thuis<br />
Proces en uitkomst<br />
De perinatale audit is bij uitstek bedoeld <strong>voor</strong> het<br />
evalueren van het zorgproces op de werkvloer met de<br />
zorgverleners onder wier verantwoordelijkheid de sterfte<br />
optreedt. Dichtbij de kern is alle informatie te halen. Hoe<br />
de analyse verloopt van wat er gebeurd is, welke<br />
substandaard factoren geïdentificeerd worden en welke<br />
verbeterpunten geformuleerd worden, is afhankelijk van
het groepsproces. Het benoemen van substandaard factoren<br />
en aanbevelingen vraagt oefening en tijd. In een kwart<br />
van de 212 benoemde substandaard factoren wordt geen<br />
aanbeveling gegeven. Daarnaast blijft het op dit moment<br />
soms onduidelijk of een bepaalde factor geen rol speelde<br />
in de casus of dat het niet aan de orde kon komen. De<br />
PAN houdt er dan ook rekening mee dat meer ervaring<br />
met de audit de uitkomsten in de toekomst zullen<br />
beïnvloeden.<br />
In meerdere <strong>voor</strong>drachten werd tijdens het symposium de<br />
rol van de <strong>voor</strong>zitter benadrukt bij het bewaken van de<br />
veiligheid en het goed verloop van het auditproces. Een<br />
goede <strong>voor</strong>zitter of juist het ontbreken daarvan, beïnvloedt<br />
de uitkomsten van het proces. Dat geldt ook <strong>voor</strong> de<br />
<strong>voor</strong>bereiding van de audit. Het opstellen van het<br />
chronologisch verslag vraagt veel tijd van een kleine<br />
groep mensen. Tijd en mankracht zijn belangrijke<br />
rand<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> een goede <strong>voor</strong>bereiding van de<br />
audit en deze zouden op de één of andere manier<br />
gewaarborgd moeten worden. De PAN zelf werkt aan het<br />
gebruiksvriendelijker maken van het registratiesysteem.<br />
Toekomst<br />
Het PAN-rapport doet een aantal aanbevelingen om het<br />
auditproces te optimaliseren en te waarborgen. Een<br />
belangrijke constatering betreft het oppakken van de<br />
geformuleerde verbeteracties. Hoe zorg je er<strong>voor</strong> dat<br />
deze uitgewerkt en opgevolgd worden? Daar<strong>voor</strong> is<br />
coördinatie nodig en kunnen leidinggevenden, kwaliteitsfunctionarissen<br />
in ziekenhuizen en ROS’en een rol spelen,<br />
aldus de PAN.<br />
Voor de audits in 2012 streeft de PAN naar meer volledigheid<br />
in het aantal besproken casus en in de verzamelde<br />
informatie. De focus blijft <strong>voor</strong>lopig op de aterme sterfte<br />
liggen. Op basis van de ervaringen tot nu toe, zijn aanvullende<br />
vragen ontwikkeld rond vier thema’s: 24/7 beschikbaarheid,<br />
transportproblemen, interventie (te afwachtend<br />
beleid) en groeivertraging. Aan zorgverleners die bij<br />
perinatale sterfte in 2012 gegevens invullen in het PARS zal<br />
extra informatie over deze onderwerpen worden gevraagd. n<br />
THEMA<br />
3e landelijke<br />
conferentie<br />
pre- en neonatale<br />
screeningen<br />
Pre- en neonatale screeningen stellen (aanstaande)<br />
ouders <strong>voor</strong> vele, soms moeilijke,<br />
keuzes. dit geldt ook <strong>voor</strong> de betrokken<br />
professionals. Kennis met elkaar delen over<br />
keuzegedrag van (aanstaande) ouders is<br />
belangrijk. hoe komen keuzes tot stand?<br />
hoe weegt de individuele ouder zijn of haar<br />
belang en dat van het kind? Wat is de rol van<br />
de professional en het informatiemateriaal<br />
daarbij? Maar ook, hoe maken we keuzes <strong>voor</strong><br />
het wel of niet invoeren van innovaties in de<br />
screening? in welke mate zijn burgers daarbij<br />
betrokken?<br />
deze vragen en enkele andere actuele thema’s<br />
staan centraal tijdens de derde landelijke<br />
conferentie pre- en neonatale screeningen.<br />
De conferentie vindt plaats op dinsdag 17 april 2012 van<br />
10.00 – 17.00 uur in Conferentiecentrum Zonheuvel,<br />
Amersfoortseweg 98 in Doorn. Er is een plenair programma<br />
en u heeft de mogelijkheid twee workshops bij te wonen.<br />
U kunt zich nu al inschrijven via fd8.formdesk.com/rivm2/<br />
aanmeldformulier-pns-congres-2012<br />
Op www.rivm.nl/Onderwerpen/Onderwerpen/P/PNS_<br />
Conferentie_2012 staat meer informatie over het<br />
programma en de workshops. Deelname is gratis, het<br />
aantal beschikbare plaatsen per doelgroep is beperkt.<br />
Meer informatie: www.rivm.nl n<br />
Bij het ter perse gaan<br />
van dit tijdschrift<br />
was de exacte locatie nog niet bekend.<br />
Raadpleeg de website van<br />
White Ribbon <strong>Nederland</strong>,<br />
www.whiteribbon.nl<br />
TvV februari 2012 • KNOV 25
26<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
THEMA<br />
Perinatale audit in <strong>Nederland</strong>:<br />
Wat vindt de zorgverlener er zelf van?<br />
Birgit van der Goes<br />
Verloskundige Birgit van der Goes ondersteunt<br />
als implementatiemedewerker de perinatale<br />
audits in negen ziekenhuizen in de regio<br />
amsterdam. Zij beschrijft haar ervaringen en<br />
die van zorgverleners met de perinatale audit.<br />
regioteams<br />
Sinds het verschijnen van de Peristat-rapporten in 2003<br />
en 2008 is er veel commotie ontstaan over het verloskundig<br />
systeem in <strong>Nederland</strong>. Om inzicht te krijgen in de<br />
omstandigheden waaronder perinatale sterfte optreedt is<br />
men vanaf januari 2010 in de meeste verloskundige<br />
samenwerkingsverbanden in <strong>Nederland</strong> gestart met<br />
perinatale audits. Dit wordt gedaan volgens de methodiek<br />
zoals ontwikkeld in het ´IMPACT´ project [Van Diem et al.,<br />
2011], verder uitgewerkt door de stichting Perinatale<br />
Audit <strong>Nederland</strong>. Rondom de tien perinatologische centra<br />
zijn regioteams gevormd die bestaan uit vertegenwoordigers<br />
van alle beroepsgroepen (huisartsen, verloskundigen,<br />
gynaecologen, kinderartsen, klinisch genetici en<br />
pathologen) uit de eerste, tweede en derde lijn. Ieder<br />
regioteam wordt versterkt met implementatiemedewerkers.<br />
Regioteams coördineren de auditwerkzaamheden in hun<br />
regio, stimuleren verloskundige samenwerkingsverbanden<br />
(VSV’s) om audits te organiseren en actief aan de slag te<br />
gaan met de aanbevelingen die uit de audits <strong>voor</strong>tvloeiden.<br />
Proef<br />
Ter <strong>voor</strong>bereiding op de eerste ‘echte’ audit binnen een<br />
VSV is er overal een introductiepresentatie gegeven door<br />
het regioteam en een proefcasus behandeld. De bedoeling<br />
van een audit is om substandaardfactoren en<br />
aandachtspunten te identificeren en binnen het VSV<br />
acties in te zetten om de geleverde zorg te verbeteren.<br />
Het uiteindelijke oordeel of er sprake was van substandaard<br />
zorg kan alleen door beroepsgenoten uitgesproken<br />
worden. Betrokken zorgverleners worden dus blootgesteld<br />
aan op- en aanmerkingen van collega’s over de door hen<br />
geleverde zorg. Het behoeft geen betoog dat dit heel<br />
Birgit van der Goes is onderzoeksverloskundige en werkt onder<br />
andere als researchmedewerker <strong>voor</strong> het verloskundig en<br />
gynaecologisch consortium in het AMC en als implementatiemedewerker<br />
<strong>voor</strong> de perinatale audit in de regio Amsterdam.<br />
confronterend kan zijn. Tijdens de presentatie werd dan<br />
ook uitgebreid stilgestaan bij het gevoel van veiligheid dat<br />
betrokkenen, maar ook andere aanwezigen, zouden<br />
moeten ervaren tijdens een audit. Een veilige omgeving<br />
wordt ondere andere gecreëerd door bij aanvang van<br />
iedere bijeenkomst de regels aan de orde te stellen. Een<br />
daarvan is dat alles wat besproken wordt vertrouwelijk is<br />
en binnenskamers blijft. Alle uitgereikte informatie over<br />
de casus wordt aan het einde van de bijeenkomst weer<br />
ingeleverd en vernietigd.<br />
Ervaringen met audits<br />
Het meeste onderzoek dat gedaan is naar het oordeel van<br />
zorgverleners over perinatale audit is gebaseerd op zogenaamde<br />
externe, criterion-based audits. Wat wil zeggen dat<br />
de audit is gedaan door niet betrokken zorgverleners op<br />
basis van <strong>voor</strong>af gestelde criteria. Perinatale sterfte audits<br />
worden al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw in landen<br />
om ons heen uitgevoerd [Bergsjo, Bakketeig, & Langhoff-<br />
Roos, 2003]. Ook in ons land zijn er verschillende audits<br />
geweest [Eskes et al., 2007; Alderliesten et al., 2008;<br />
Vredevoogd, Wolleswinkel-van den Bosch JH, Amelink-<br />
Verburg, Verloove-Vanhorick, & Mackenbach, 2001; De Reu,<br />
Nijhuis, Oosterbaan, & Eskes, 2000; De Reu P et al., 2009]<br />
Wat is er bekend over de ervaringen van de zorgverleners?<br />
Vredevoogd et al. [2001] deden onderzoek naar met name<br />
de relatie tussen perinatale sterfte en tekortkomingen in<br />
de zorg. In dit onderzoek bestond het audit panel uit drie<br />
niet betrokken zorgverleners (externe audit) en werden<br />
de uitkomsten omwille van de anonimiteit alleen op<br />
geaggregeerd niveau gepresenteerd. Terugkoppeling van<br />
een deel van deze auditresultaten naar een deel van de<br />
zorgverleners (interne audit) was het onderwerp van een<br />
onderzoek dat in 2003 verscheen [Amelink-Verburg, Van<br />
Roelofsen, Wolleswinkel-van den Bosch JH, & Verloove-<br />
Vanhorick, 2003]. Zorgverleners ontvingen de casus<br />
<strong>voor</strong>afgaand aan de audit met daarbij het oordeel van het<br />
auditpanel. Zij kregen de kans om te reflecteren op de<br />
gang van zaken rondom de casus en het bleek <strong>voor</strong> het<br />
begrip van het ontstaan van substandaardfactoren<br />
belangrijk te zijn om met name sociale achtergrondinformatie<br />
van de cliënt te hebben. De behandelde casus in dit<br />
onderzoek speelden zich allemaal vijf tot zes jaar <strong>voor</strong>afgaand<br />
aan de interne audit af. Toch bleken emoties nog
vaak hoog te zitten. In dit onderzoek vonden de deelnemers<br />
aan de interne audit het bijna allemaal (20 van<br />
de 23) belangrijk dat de casus al beoordeeld waren door<br />
panelleden die niet in de eigen regio werkten, volgens<br />
van te voren gestelde criteria. Alle zorgverleners bij de<br />
interne audit waren <strong>voor</strong>af op de hoogte van dit oordeel.<br />
Zij vonden het nooit een probleem als zijzelf bij de interne<br />
audit als betrokken zorgverlener niet anoniem waren. De<br />
conclusie van dit onderzoek was dat zorgverleners perinatale<br />
audit niet als bedreigend ervaren maar juist motiverend<br />
<strong>voor</strong> het kwaliteitsdenken.<br />
Onderzoek naar de haalbaarheid van een nationale audit<br />
door De Reu [De Reu P et al., 2009] liet zien dat de leden<br />
van een auditgroep de audit beoordeelden als zeer<br />
instructief en zelfs noodzakelijk <strong>voor</strong> het opsporen van<br />
zwaktes in de zorg verleend aan zwangeren. In het<br />
‘IMPACT’ project [Van Diem et al., 2011] waarin zorgverleners<br />
bij de evaluatie van de audit konden aangeven welk aspect<br />
van de audit zij het meest gewaardeerd hadden, scoorden het<br />
multidisciplinaire karakter (13%), de veilige sfeer (13%) en<br />
het samen bespreken van een casus (21%) het hoogst.<br />
“En dan denk ik: o ja, dat soort dingen spelen ook<br />
allemaal, daar heb ik natuurlijk helemaal geen last van<br />
en niets mee te maken... Daar moet je toch allemaal<br />
maar aan denken als je daar thuis zit. En dat kweekt<br />
wel sympathie… Dan denk ik ja, wat een rotsituatie.”<br />
(citaat van gynaecoloog)<br />
Anne Marije Wiersma is verloskundige op het Friese<br />
platteland. Voor haar masterstudie verloskunde aan de<br />
UvA onderzocht ze de ervaringen van deelnemers aan de<br />
perinatale audit. Op het symposium over de landelijke<br />
perinatale audit in Lunteren presenteerde zij de bevindingen<br />
uit het kwalitatieve deel van haar onderzoek.<br />
Ze interviewde twaalf zorgverleners uit verschillende<br />
beroepsgroepen; de professionals werken in Friesland,<br />
Overijssel, Gelderland, Noord-Holland en Brabant. De<br />
ondervraagde deelnemers tonen grote betrokkenheid<br />
bij het fenomeen perinatale audit. Ze zijn enthousiast<br />
over het effect van de perinatale audit op de samenwerking<br />
tussen de beroepsgroepen. Men krijgt meer<br />
inzicht in elkaars werkwijze en omstandigheden en<br />
daardoor meer begrip <strong>voor</strong> elkaar. Er komen concrete<br />
verbeteringen uit <strong>voor</strong>t – alhoewel niet alle verbeteracties<br />
in daden worden omgezet. Het tempo waarmee<br />
veranderingen worden doorgevoerd zou hoger kunnen<br />
volgens de deel nemers aan het onderzoek. Ook werd<br />
THEMA<br />
de sfeer<br />
Bij de perinatale audit zoals we die sinds 2010 binnen de<br />
VSV’s uitvoeren, wordt de casus pas tijdens de audit <strong>voor</strong><br />
de eerste keer beoordeeld. Het oordeel komt tot stand<br />
nadat alle aanwezigen (en dat kan oplopen tot meer dan<br />
40) de mogelijkheid hebben gekregen vragen te stellen<br />
over de gang van zaken rondom de casus. Het is een<br />
interne audit: betrokken zorgverleners zijn aanwezig en<br />
worden nadrukkelijk uitgenodigd toelichting te geven op<br />
het hoe en waarom van hun handelen. De vorm van de<br />
audit is open: de criteria waaraan getoetst wordt liggen<br />
niet vast. De betrokken zorgverlener kan er <strong>voor</strong> kiezen<br />
anoniem te blijven, in de praktijk gebeurt dat echter<br />
zelden. In onze regio is het streven om alle casus die<br />
tijdens een audit behandeld worden van te voren te<br />
bespreken met de betrokken zorgverleners. Tijdens zo’n<br />
<strong>voor</strong>bespreking ontstaat in grote lijnen al een idee over<br />
de substandaardfactoren. Zorgverleners kunnen zich daar<br />
op <strong>voor</strong>bereiden. Toch blijkt dat er tijdens de audit<br />
regelmatig factoren gevonden worden die tijdens de<br />
<strong>voor</strong>bespreking niet naar voren zijn gekomen. Dat kan<br />
Van de redactie: kwalitatief onderzoek naar ervaringen van deelnemers aan de perinatale audit<br />
opgemerkt dat er in verhouding nog erg veel aandacht<br />
besteed wordt aan de analyse. Dit gaat ten koste van<br />
het werken aan verbeterpunten. ‘De audit is nu veel<br />
te verklaringsgericht en niet voldoende veranderingsgericht’,<br />
zegt een van de geïnterviewden.<br />
Het succes van de audit wordt vaak toegeschreven aan<br />
de methodiek en de regels van veiligheid. Hoewel de<br />
meeste deelnemers inmiddels de methodiek goed kennen,<br />
heeft de <strong>voor</strong>zitter een grote rol in het bewaken ervan.<br />
Door de dynamiek in de groep domineerd een opvatting<br />
of visie soms erg de discussie. Daarnaast is het soms<br />
lastig om niet teveel te blijven hangen in bepaalde<br />
details. De methodiek helpt de deelnemers om terug te<br />
gaan naar de essentie van de casus, maar zonder een<br />
goede <strong>voor</strong>zitter kunnen de auditgroepen dat niet zelf.<br />
De geïnterviewden geven aan dat de onafhankelijkheid<br />
en de professionele expertise van de <strong>voor</strong>zitter belangrijke<br />
<strong>voor</strong>waarden zijn om de audit goed te laten verlopen.<br />
De <strong>voor</strong>zitter speelt ook een rol in het waarborgen van<br />
de veiligheid. Het blijkt dat de anonimiteit van de<br />
betrokken zorgverleners bij de casus moeilijk te<br />
realiseren is. Juist daarom is een veilige sfeer belangrijk.<br />
’Ja, de audit draait natuurlijk bij de gratie dat we open<br />
en eerlijk tegen elkaar zijn en dat die sfeer een beetje<br />
veilig is, want anders hoef je het niet te doen.’(citaat<br />
van een eerstelijns verloskundige).<br />
TvV februari 2012 • KNOV 27
28<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
THEMA<br />
<strong>voor</strong> betrokken zorgverleners confronterend zijn, zeker als<br />
dit wordt opgeteld bij het feit dat emoties rondom een<br />
nog vrij recente casus (maximaal één jaar) vaak nog hoog<br />
zitten. Het is dan heel afhankelijk van de sfeer die er in<br />
het samenwerkingsverband heerst of de betrokkenen en<br />
anderen zich vrij voelen om datgene te zeggen wat zij<br />
ook echt bedoelen. De rol van de <strong>voor</strong>zitter (in onze regio<br />
een lid van het regioteam, niet werkzaam in het ziekenhuis<br />
waar de audit plaatsvindt) is dan essentieel: veiligheid<br />
creëren <strong>voor</strong> alle aanwezigen.<br />
Pas vrij recent ontwikkelde het landelijk bureau van de<br />
Perinatale Audit <strong>Nederland</strong> (PAN) een evaluatieformulier<br />
waarin de deelnemers aan de audit kunnen aangeven<br />
wat zij van de sessie vonden. Er kan onder andere<br />
gescoord worden op sfeer, nut en inbreng. In onze regio<br />
delen we deze formulieren uit na afloop van een bijeenkomst.<br />
Het is nog te vroeg om hiervan resultaten te laten<br />
zien. Een indruk kan ik echter wel geven: over het algemeen<br />
krijgen betrokkenen van alle echelons voldoende ruimte<br />
om hun zaken in te brengen. Er wordt meestal goed<br />
geluisterd naar elkaar en er komt inzicht in elkaars<br />
overwegingen over de gegeven zorg. Richtlijnen van alle<br />
beroepsorganisaties worden gebruikt om de geleverde<br />
zorg te toetsen. We kunnen er echter niet omheen dat de<br />
sfeer die er heerst binnen een VSV ook afhankelijk is van<br />
factoren die los staan van de audit. Hoe groot de invloed<br />
van die sfeer is op het inzicht geven in het eigen, mogelijke<br />
professionele falen, kan ik niet zeggen. Een nulmeting<br />
zou interessant geweest zijn, maar is niet gedaan. Mijn<br />
indruk is dat het meedoen aan de audits de echelons<br />
dichter bij elkaar brengt. Wel wordt het organiseren van<br />
de audit nu in veel VSV’s <strong>voor</strong>namelijk door de tweede<br />
lijn gedaan. De eerste lijn zou deze taak nog beter op<br />
moeten pakken. Kwaliteit van zorg is immers de verantwoordelijkheid<br />
van de hele zorgketen rondom de zwangere.<br />
Tot slot<br />
De perinatale audit heeft in verloskundig <strong>Nederland</strong> in<br />
korte tijd zijn plaats veroverd. Samen met andere<br />
disciplines kritisch kijken naar eigen handelen wordt als<br />
motiverend ervaren <strong>voor</strong> het denken over kwaliteit van<br />
zorg. Een veilige sfeer is daarbij een <strong>voor</strong>waarde. Hoewel<br />
niet vanzelfsprekend blijkt deze in de meeste gevallen<br />
gelukkig wel aanwezig te zijn. De <strong>voor</strong>zitter heeft daarin<br />
een belangrijke rol.<br />
De audit geeft ons inzicht in omstandigheden waaronder<br />
perinatale sterfte optreedt en mogelijke handvatten om<br />
de zorg te verbeteren. Bovendien is het een goed<br />
instrument om de samenwerking tussen en binnen de<br />
echelons te verbeteren. Audit alleen kan echter nooit de<br />
basis zijn <strong>voor</strong> aanpassingen in de zorg omdat slechts<br />
wordt gekeken naar casus met een slechte uitkomst.<br />
Onderzoek blijft noodzakelijk.<br />
referenties<br />
Alderliesten ME. Stronks K. Bonsel GJ. Smit BJ. Van Campen MM. Van Lith JM et al.<br />
(2008). Design and evaluation of a regional perinatal audit. Eur.J.Obstet.Gynecol.<br />
Reprod.Biol., 137, 141-145.<br />
Amelink-Verburg MP. Roelofsen JM. Wolleswinkel-van den Bosch JH & Verloove-<br />
Vanhorick SP. (2003). [Evaluation and validation of a perinatal death audit by means of<br />
feedback to the caregivers]. Ned.Tijdschr.Geneeskd., 147, 2333-2337.<br />
Bergsjo P. Bakketeig LS & Langhoff-Roos J. (2003). The development of perinatal audit:<br />
20 years’ experience. Acta Obstet.Gynecol.Scand., 82, 780-788.<br />
De Reu P. Eskes M. Oosterbaan H. Smits L. Merkus H et al. (2009). The Dutch Perinatal<br />
Audit Project: a feasibility study for nationwide perinatal audit in the Netherlands. Acta<br />
Obstet.Gynecol.Scand., 88, 1201-1208.<br />
De Reu P. Nijhuis JG. Oosterbaan HP & Eskes TK. (2000). Perinatal audit on avoidable<br />
mortality in a Dutch rural region: a retrospective study. Eur.J.Obstet.Gynecol.Reprod.<br />
Biol., 88, 65-69.<br />
Eskes M. Van Diem MT. Brouwers H. Slagter-Roukema T. Merkus H. (2007). Perinatale<br />
sterfte en tekortkomingen in de zorg: de eerste resultaten van landelijke perinatale<br />
audit beschouwd. Ned.<strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> Obstetrie en Gynaecologie, 120, 19-26.<br />
Van Diem MT. Bergman KA. Bouman K. Stant DA. Timmer A. et al. (2011). [Perinatal<br />
audit in the North of the Netherlands: the first 2 years]. Ned.Tijdschr.Geneeskd., 155,<br />
A2892.<br />
Vredevoogd CB. Wolleswinkel-van den Bosch JH. Amelink-Verburg MP. Verloove-Vanhorick<br />
SP & Mackenbach JP. (2001). [Perinatal mortality assessed: results of a regional<br />
audit]. Ned.Tijdschr.Geneeskd., 145, 482-487. n<br />
Het PWD maakt digitale<br />
gegevensuitwisseling mogelijk<br />
Met het PWD (Perinataal Webbased Dossier) stuurt u<br />
straks gegevens vanuit uw eigen softwaresysteem naar<br />
centrale registraties, zoals PRN. Daarnaast kunt u in de<br />
toekomst deze gegevens ook elektronisch uitwisselen met<br />
andere zorgverleners. Het gaat daarbij om de uitwisseling<br />
van zowel basale cliënt gegevens, als van zorginhoudelijke<br />
en medische informatie. De eerste fase van het project<br />
om tot gegevensuitwisseling bij ‘de acute overdracht’ te<br />
komen, is klaar <strong>voor</strong> implementatie. Hierdoor zijn de<br />
gegevens straks bij een acute overdracht direct beschikbaar<br />
<strong>voor</strong> andere zorgverleners en kunnen zij sneller en beter<br />
zorg verlenen als tijd een belangrijke factor is.<br />
al 210 praktijken doen mee. Uw praktijk ook?<br />
Op dit moment hebben zich al meer dan 210 verloskundigen<br />
praktijken aangemeld om mee te doen aan de<br />
1e fase van het PWD-project. Is uw praktijk al aangemeld?<br />
hoe kunt u uw praktijk aanmelden?<br />
U kunt uw praktijk (kosteloos) aanmelden door een mail<br />
te sturen naar pwd@knov.nl. Na aanmelding neemt het<br />
PWD-team contact met u op en geeft begeleiding bij de<br />
stappen die gezet moeten worden.<br />
Meer weten: http://leden.knov.nl/leden/<br />
30Werken_aan_kwaliteit/PWD/ n
Perinatale audit en PAN<br />
Relinde van der Stouwe<br />
in de stichting Perinatale audit <strong>Nederland</strong><br />
(PaN) werken vertegenwoordigers van de<br />
beroepsgroepen samen die direct betrokken<br />
zijn bij de perinatale audit. de stichting is het<br />
levende bewijs dat de verschillende beroepsgroepen<br />
constructief kunnen samenwerken.<br />
in de aanloop naar de eerste landelijke audit is<br />
er op alle niveaus veel werk verzet: de zorgverleners<br />
in de Verloskundige samenwerkingsverbanden<br />
(VsV’s), de regioteams die hen<br />
ondersteunen en het landelijke bureau dat<br />
coördineert en stuurt. dit artikel licht de<br />
organisatie van de PaN toe.<br />
drie niveaus<br />
De audit vindt op lokaal, regionaal en landelijk niveau<br />
plaats. Tijdens de lokale audit evalueren de betrokken<br />
zorgverleners alle sterftegevallen binnen hun samenwerkingsverband.<br />
Dit biedt mogelijkheden om het<br />
plaatselijke beleid, bij<strong>voor</strong>beeld lokale samenwerkingsafspraken,<br />
aan te passen. Bij een regionale audit, die<br />
georganiseerd wordt vanuit de tien perinatologische<br />
centra in het land, staat de verbetering van complexe<br />
ketens centraal. Hier worden <strong>voor</strong>al bijzondere cases<br />
besproken. De landelijke audit richt zich op een specifiek<br />
thema, bij<strong>voor</strong>beeld binnen specifieke groepen of bij<br />
specifieke ziektebeelden. Bij de eerste landelijke audit was<br />
het thema de aterme sterfte. Een panel van deskundige<br />
zorgverleners, de zogenoemde redactiecommissie, vat de<br />
bevindingen van de lokale auditgroepen samen en formuleert<br />
de daaruit <strong>voor</strong>tkomende aanbevelingen. Deze audit leidt<br />
<strong>voor</strong>al tot aanbevelingen <strong>voor</strong> landelijk beleid, zoals aanpassingen<br />
van richtlijnen, scholing of preventieve maatregelen.<br />
Landelijk bureau PaN<br />
Het bestuur van de stichting bestaat uit vertegenwoordigers<br />
van verloskundigen (in de persoon van verloskundige<br />
dr. Paul de Reu), gynaecologen, huisartsen, kinderartsen<br />
en pathologen. Daarnaast zijn er drie commissies die het<br />
bestuur adviseren over respectievelijk de classificatie van<br />
de doodsoorzaken, de kwaliteit van de audit en de<br />
registratie van gegevens. Ook in deze commissies zijn de<br />
vijf beroepsgroepen aanwezig. Marieke Hermus, Hennie<br />
Wijnen en Greta Rijninks-van Driel nemen namens de<br />
verloskundigen deel aan deze drie commissies.<br />
Relinde van der Stouwe is redacteur van dit tijdschrift<br />
THEMA<br />
Van links naar rechts Hens Brouwers,<br />
Fenneke van Swigchum-Wuite, Jan Jaap Erwich<br />
Het landelijke bureau van de stichting is gevestigd in de<br />
Domus Medica in Utrecht. Het bureau heeft de landelijke<br />
coördinatie, zorgt dat instrumenten en trainingen<br />
ontwikkeld worden, beheert de webbased applicaties<br />
<strong>voor</strong> het invoeren van gegevens over sterfte (PRN-Audit)<br />
en <strong>voor</strong> het chronologische verslag, beheert PARS<br />
(Perinatale Audit Registratie Systeem), bereidt de landelijke<br />
audit <strong>voor</strong>, rapporteert en formuleert beleidsaanbevelingen<br />
aan de beroepsgroepen en VWS.<br />
Directeur Fenneke van Swigchum staat aan het hoofd van<br />
het team van zeven vrouwen. Zij heeft communicatiewetenschappen<br />
gestudeerd en is directeur geweest van<br />
het Geboortecentrum Amsterdam, het Kraambureau en<br />
het Erfocentrum. Het team bestaat verder uit verloskundige<br />
Adja Waelput, gynaecoloog (n.p.) Martine Eskes,<br />
trainer en implementatiebegeleider Wineke Bremmer en<br />
vier medewerkers die hen ondersteunen: Irene Dokter,<br />
Ans van Loenen, Alice Lamain en Lucie van der Veer<br />
Het landelijk bureau beheert de website van de PAN:<br />
www.perinataleaudit.nl. Naast het vinden van informatie<br />
over de audit en trainingen kunnen zorgverleners<br />
inloggen op besloten pagina’s met meer informatie over<br />
de <strong>voor</strong>bereiding van de audit. Via de site is ook in te<br />
loggen op de webbased invoerapplicaties <strong>voor</strong> PRN-Audit<br />
en PARS. Ideeën <strong>voor</strong> verbeteringen die al zijn uitgevoerd<br />
of nog zouden kunnen worden uitgevoerd kunnen ook<br />
aangeleverd worden via info@perinataleaudit.nl, o.v.v.<br />
‘Goed Idee’. Zij kunnen dan ook een plek op de website<br />
krijgen, waar ze anderen kunnen inspireren.<br />
regioteams<br />
Rondom de tien perinatologische centra zijn regioteams<br />
TvV februari 2012 • KNOV 29
30<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
THEMA<br />
gevormd. Zij ondersteunen de VSV’s bij de uitvoering van<br />
de lokale audits. In het regioteam zijn ook weer alle<br />
betrokken beroepsgroepen vertegenwoordigd. Het team<br />
heeft een <strong>voor</strong>zitter, vice<strong>voor</strong>zitter en een implementatiemedewerker.<br />
De (vice)<strong>voor</strong>zitters zitten de auditbijeenkomsten<br />
<strong>voor</strong>. Zij hebben een belangrijke rol in het op<br />
een uniforme en veilige wijze uitvoeren van het proces.<br />
De implementatiemedewerker fungeert als de vraagbaak<br />
en klankbord <strong>voor</strong> de zorgverleners die de audit opzetten.<br />
Hij of zij stimuleert dat de audit er komt, denkt mee in de<br />
<strong>voor</strong>bereiding van de audit, beantwoordt inhoudelijke en<br />
praktische vragen, enzo<strong>voor</strong>t. Vaak is de implementatiemedewerker<br />
ook verbonden aan het onderzoeksconsortium<br />
(zie ook het artikel van Birgit van der Goes op<br />
pagina 26 ev. van dit nummer). Het regioteam organiseert<br />
tevens de regionale audit. De <strong>voor</strong>zitters en implementatiemedewerkers<br />
van de verschillende regioteams komen<br />
regelmatig bij elkaar <strong>voor</strong> de onderlinge afstemming, het<br />
signaleren van knelpunten en het uitwisselen van ‘best<br />
practices’.<br />
De acht medewerkers van het landelijke bureau van de<br />
PAN: <strong>voor</strong>al de zorgverleners in het VSV maken de perinatale<br />
audit tot een succes. Op de foto van links naar rechts:<br />
Irene Dokter, Adja Waelput, Martine Eskes (in het rood),<br />
Fenneke van Swigchum (bovenaan), Wineke Bremmer en<br />
Lucie van der Veer. Op de foto ontbreken: Ans van Loenen<br />
en Alice Lamain.<br />
Trainingen<br />
Het landelijke bureau en de regioteams bieden ook<br />
trainingen aan over verschillende facetten van de audit<br />
zoals het chronologisch verslag, de doodsoorzakenclassificatie<br />
en het <strong>voor</strong>zitten.<br />
In eerste instantie werden de trainingen in een van de<br />
perinatologische centra gegeven maar steeds vaker in de<br />
Domus in Utrecht. Op de website www.perinataleaudit.nl<br />
vindt u meer informatie. n<br />
Geboren als een zucht, v<br />
Relinde van der Stouwe en Wil van Veen<br />
‘Geboren als een zucht, verdwenen als een schaduw’ was<br />
de titel van de presentatie van Manu Keirse tijdens het<br />
congres over de landelijke perinatale audit. De Belgische<br />
klinisch psycholoog vroeg aandacht <strong>voor</strong> de enorme impact<br />
van het verlies van een kind tijdens de zwangerschap of<br />
geboorte. Keirse promoveerde in 1989 aan de universiteit<br />
van Leiden op een onderzoek naar de eerste opvang bij<br />
perinatale sterfte. Zijn werk markeert een omslag in het<br />
omgaan met de dood van een kind. De impact van het verlies<br />
van een kind tijdens de zwangerschap of geboorte is enorm.<br />
In het verleden werd het verdriet vaak in eenzaamheid<br />
geleden. De omgeving zweeg, uit onhandigheid of machteloosheid.<br />
Maar ouders blijven het verlies hun hele leven bij<br />
zich dragen. Ze komen er niet van los. Het zogenaamde<br />
loslaten, zodat je je weer op de toekomst kan richten, is<br />
volgens Keirse een misplaatst idee. Het gaat erom de<br />
herinneringen anders vast te houden. Het maken van foto’s,<br />
een voetafdruk, het meenemen van het kindje naar huis<br />
en afscheid nemen met familie en vrienden zijn allemaal<br />
belangrijke middelen bij het kunnen dragen van het verdriet.<br />
Inmiddels is hier<strong>voor</strong> bij zorgverleners aandacht ontstaan;<br />
zij zijn ook vaak degene die ouders dit aanreiken.<br />
Make a Memory<br />
Stichting Make a Memory [1] maakt foto’s <strong>voor</strong> familie van ernstig<br />
zieke, stervende of overleden baby’s vanaf 24 weken zwangerschap<br />
en kinderen tot en met 16 jaar. De fotografie kan plaatsvinden<br />
in het ziekenhuis maar ook op andere locaties, zoals de<br />
thuisomgeving. Dankzij de ideële doelstelling van de stichting<br />
wordt deze fotografie <strong>voor</strong> de ouders kosteloos uitgevoerd.<br />
Begrafeniskistjes<br />
Brigitte Coremans [2] studeerde af aan de Dutch Design Academy<br />
in Eindhoven. Als eindwerkstuk maakte zij zes begrafeniskistjes<br />
<strong>voor</strong> te vroeg geboren kinderen tot 24 weken zwangerschap.<br />
Coremans richt zich juist op deze groep, omdat elk kind ouder<br />
dan 24 weken een officiële begrafenis en registratie krijgt.<br />
Ouders van overleden kinderen jonger dan 24 weken voelen zich<br />
vaak tekort gedaan, ‘het lijkt alsof er niets was…’ Met haar<br />
begrafeniskistjes wil Coremans tegemoet komen aan de wensen<br />
van ouders, want zo zegt zij: ‘Elke ouder heeft het recht om deel<br />
te nemen aan een open rouwproces’.
verdwenen als een schaduw<br />
BETWEEN<br />
BIRTH AND DEATH<br />
RITUALS OF PREGNANCY LOSS IN THE NETHERLANDS<br />
JANNEKE PEELEN<br />
Geboren afscheid<br />
THEMA<br />
Rituelen helpen om een overleden baby<br />
een plek in het gezin te geven<br />
rituelen om afscheid te nemen van doodgeboren kinderen markeren het<br />
bestaan van die kinderen. herdenkingsrituelen geven zo’n kindje een plek<br />
in het gezin. Om te onderstrepen dat je als vader of moeder rouwt, is het<br />
herdenken van belang, zo stelt ook antropoloog janneke Peelen [3] in haar<br />
proefschrift waarmee zij op 20 januari jl. promoveerde aan de radboud<br />
Universiteit. het overleden InleIdIng kind maakt tegenwoordig blijvend deel uit van<br />
het gezin.<br />
Uit onderzoek van de stichting Lieve Engeltjes is<br />
gebleken dat er een tekort is aan duidelijke en<br />
praktische informatie over de eerste week na de<br />
geboorte van een overleden kind. Veel hulpverleners<br />
zijn onvoldoende bekend met de<br />
mogelijk heden die de wetgeving biedt en het<br />
creëren van herinneringen. Er is sinds een paar<br />
jaar een kraamdossier, speciaal <strong>voor</strong> de eerste<br />
week post partum [5] . diverse kraamcentra,<br />
Wij willen u condoleren met het verlies van uw kindje. Een moeilijke periode is <strong>voor</strong> u aangebroken.<br />
U heeft, samen met uw familie en vrienden, een groot verlies te verwerken terwijl u<br />
zich deze periode heel anders had <strong>voor</strong>gesteld.<br />
Het centrale probleem van deze studie bevat de ambivalente positie van zwangerschap in de menselijke levensloop. Verlies in<br />
de zwangerschap gaat zowel overhet begin als het einde van het leven. Mensen zijn verward over wat daadwerkelijk is<br />
verloren: een persoon, een pre-persoon, iets dat niet volledig mens was of toch wel, een geest of helemaal niets?<br />
De laatste drie decennia laten veel verandering zien in de omgang met verlies in de zwangerschap. De mogelijkheden om<br />
openlijk, <strong>voor</strong> een steeds groter publiek, emoties na verlies in de zwangerschap en de herinneringen aan een <strong>voor</strong>tijdig<br />
Dit kraamdossier is daarbij een hulpmiddel.<br />
gestorven kind te uiten, zijn toegenomen.<br />
Er is een enorme vermeerdering van monumenten <strong>voor</strong> doodgeboren kinderen alsook het aantal funeraire producten dat<br />
speciaal <strong>voor</strong> overleden baby’s is ontwikkeld. Dit betekent echter niet dat deze nieuwe omgang met het verlies in de<br />
zwangerschap vanzelfsprekend is geworden. Sommige mensen denken nog steeds dat er geen noodzaak is om de dood<br />
van een baby te gedenken.<br />
De kraamverzorgende doet er alles aan om u zo goed mogelijk te steunen in dit proces, uw<br />
vragen te beantwoorden en tegemoet te komen aan uw wensen. Goed overleg met uw<br />
kraamverzorgende is daarom van groot belang.<br />
De kraamverzorgende richt haar zorg op de verzorging van u. Zij kan een bijdrage leveren<br />
aan het goede verloop van deze moeilijke periode, door te luisteren en daar waar gewenst<br />
tips te geven die u kunnen helpen bij het verwerken van uw verlies. Ook heeft zij aandacht<br />
<strong>voor</strong> de andere gezinsleden, familie en vrienden en verricht zij huishoudelijke taken.<br />
Inhoudsopgave<br />
Dit kraamdossier vormt <strong>voor</strong> de kraamverzorgende een leidraad bij haar werkzaamheden.<br />
Voor u wordt de geboden zorg door dit kraamdossier toetsbaar en controleerbaar.<br />
Na de kraamzorg periode blijft dit zorgdossier in uw bezit en kan het mogelijk<br />
dienen als hulpmiddel bij het verwerken van uw verlies.<br />
• Taken van de kraamverzorgende pag. 2<br />
• Kraamtechnische controles en adviezen over de lichamelijke<br />
situatie van de kraamvrouw pag. 3<br />
• Rapportage: bevallingsverslag pag. 6<br />
• Rapportage: dag 1 t/m 8 pag. 7<br />
• Omgaan met het verlies van uw kindje pag. 16<br />
• Omgaan met het verlies van een broertje of zusje pag. 17<br />
• Wetgeving pag. 18<br />
• Meer informatie pag. 19<br />
• Websites / adressen pag. 20<br />
verloskundigen en een uitvaartverzorger hebben hun kennis en ervaringen gebundeld. in het dossier<br />
wordt aandacht besteed aan wetgeving en de mogelijkheden van begraven en cremeren. het bevat<br />
een beschrijving van de controles van de kraamvrouw, de verzorging van het overleden kind, maar ook<br />
de omgang met eventuele andere kinderen in het gezin. het bevat een extra boekje, speciaal <strong>voor</strong> de<br />
broertjes en zusjes van het overleden kindje.<br />
Het kraamdossier is gemakkelijk in het gebruik <strong>voor</strong> zowel hulpverleners als ouders. Juist omdat de confrontatie met het<br />
overlijden van een kind tijdens de zwangerschap of net er na veelal onverwacht is, heeft men vaak geen idee van de<br />
mogelijkheden. Na de geboorte is er weinig tijd <strong>voor</strong> het nemen van beslissingen. Belangrijk is dus dat men als hulpverlener<br />
op de hoogte is van de mogelijkheden, zodat de juiste beslissingen genomen kunnen worden. Als verloskundige hoop je<br />
altijd zo weinig mogelijk overlijdens van kinderen mee te maken. Maar als je er mee te maken krijgt, is het heel belangrijk<br />
om cliënten zo goed mogelijk te begeleiden. Het kraamdossier kan de verloskundige en de ouders daarbij helpen.<br />
Inleiding<br />
TvV februari 2012 • KNOV 31
32<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
THEMA<br />
Toestoppen net als thuis<br />
Mari Jonker-Snijders, oprichtster van het bedrijf Sterrenkindje [4] , ontving in<br />
november 2011 de Yarden-Stimulans ter waarde van vijf duizend euro. De<br />
Yarden Vereniging en de vakjury waren van mening dat Sterrenkindje een<br />
professionele en integere bijdrage levert aan een waardig afscheid van doodgeboren<br />
baby’s en (te vroeg geboren) baby’s die kort na de geboorte overlijden.<br />
Sterrenkindje maakt afscheidswiegjes en sterrendekentjes <strong>voor</strong> doodgeboren<br />
baby’s en (te vroeg geboren) baby’s die kort na de geboorte overlijden. De<br />
wiegjes zijn van natuurlijke materialen gemaakt en vervaardigd met de gedachte<br />
dat het kindje door ouders kan worden ‘toegestopt’, net als thuis zou zijn<br />
gebeurd. De producten van Sterrenkindje geven ouders de mogelijkheid om op<br />
een persoonlijke en waardige manier afscheid te kunnen nemen van hun kindje.<br />
Lieve-engeltjes<br />
Bij het overlijden worden ouders bijgestaan door verschillende hulpverleners.<br />
Artsen, verloskundigen en verpleegkundige helpen de ouders de eerste uren na<br />
de bevalling. De kraamverzorgende steunt de ouders in de eerste dagen na de<br />
bevalling, ook al is er geen levend kind om te verzorgen. De uitvaartverzorger<br />
helpt de ouders het definitieve afscheid naar eigen behoefte in te vullen en<br />
probeert deze moeilijke dag zo draaglijk mogelijk te maken.<br />
Maar dan…, de tijd verstrijkt. Gevoelens zijn niet altijd in woorden uit te drukken,<br />
maar zijn wel aanwezig. Het gemis is groot, het verdriet wordt niet minder. De<br />
omgeving gaat door, verwacht eigenlijk dat ouders dat ook doen. Juist dat is iets<br />
dat niet zomaar lukt. Het leven is niet meer zoals het was <strong>voor</strong>dat hun kindje<br />
overleed. Dit is een van de dingen die lotgenoten begrijpen, zij hebben hetzelfde<br />
meegemaakt.<br />
Lieve Engeltjes is een <strong>Nederland</strong>stalige contactgroep <strong>voor</strong> mensen die te maken<br />
hebben met het verlies van een kind. Dit kan een kind zijn dat tijdens de<br />
zwangerschap of geboorte is overleden, of nog enkele uren, dagen, maanden of<br />
jaren heeft geleefd. Door maillijsten biedt Lieve Engeltjes lotgenoten de mogelijkheid<br />
om met elkaar in contact te komen. Mensen die herkenning, erkenning en<br />
steun kunnen bieden en deze warme deken van troost om hen heen kunnen<br />
laten vallen. Op deze manier kunnen ouders het verlies van hun kind deel laten<br />
worden van hun leven.<br />
Alle ouders van een overleden kind zouden we graag de mogelijkheid bieden om<br />
het lotgenotencontact te laten ervaren. [6] n<br />
[1] zie www.makeamemory.nl<br />
[2] www.brigittecoremans.com; zie ook: www.kinderkistjes.nl<br />
en www.kindermandjes.nl<br />
[3] Janneke Peelen via j.peelen@maw.ru.nl<br />
[4] Sterrenkindje, 06 1470 1737; info@sterrenkindje.nl;<br />
www.sterrenkindje.nl<br />
[5] Het kraamdossier is door ziekenhuizen, verloskundigen<br />
en kraamcentra te bestellen via info@artemisbv.nl.<br />
[6] Stichting Lieve Engeltjes, Postbus 945, 3900 AX<br />
Veenendaal; 06 305 79 407; info@lieve-engeltjes.nl.<br />
Wilt u ons werk steunen? U kunt u gift overmaken<br />
op ING: 870 13 76 t.n.v. Stichting Lieve Engeltjes te<br />
Veenendaal. De Stichting is door de belastingdienst<br />
beoordeeld als ANBI<br />
Voor meer informatie zie ook de rubriek <strong>Media</strong> vanaf<br />
pag. 65 ev.
Website Kennispoort lanceert discussieplatform<br />
De website van Kennispoort Verloskunde is uitgebreid met de<br />
mogelijkheid om discussies te starten in <strong>voor</strong>af gedefi nieerde<br />
groepen. Een ideale toevoeging <strong>voor</strong> werkgroepen, projectgroepen<br />
en dergelijke, die in een afgeschermde omgeving gedachten willen<br />
uitwisselen over een gezamenlijk thema. U kunt de functie ook<br />
gebruiken om een vraag uit te zetten over een verloskundig<br />
onderwerp dat u professioneel bezighoudt.<br />
Het aanmaken van een nieuwe groep kan op de profi elenpagina<br />
van Kennispoort Verloskunde. De aanvrager is tevens de beheerder<br />
van de groep en kan mensen toevoegen of verwijderen. Het is al<br />
langer mogelijk om te reageren op artikelen en onderzoeken op<br />
de website. Voor vragen over deze functies kunt u mailen naar<br />
redactie@kennispoortverloskunde.nl.<br />
Lange termijn effecten van prematuriteit<br />
Nieuwsbrief / februari 2012 / Jaargang 8<br />
Crump C, Sundquist K, Sundquist J et al. Gestational age at birth and mortality in young adulthood. JAMA. 2011; 306: 1233-1240<br />
Preterme geboorte komt steeds<br />
vaker <strong>voor</strong>. De effecten op korte en<br />
middellange termijn zijn bekend. In dit<br />
artikel wordt onderzoek beschreven naar<br />
de associatie tussen zwangerschapsduur<br />
bij de geboorte en sterfte tot op jong<br />
volwassen leeftijd. Het studiecohort<br />
bestond uit Zweedse eenlingen, geboren<br />
tussen 1973 en 1979 (N=674.820), die<br />
op éénjarige leeftijd nog in leven waren.<br />
27.979 van de kinderen werd preterm<br />
geboren. Het hele cohort is gevolgd tot<br />
2008, dus tot een leeftijd van 2936 jaar.<br />
Bevalling: topsport?<br />
De conditie van zwangere vrouwen<br />
wordt mogelijk minder doordat steeds<br />
meer vrouwen een zittend beroep<br />
hebben en tijdens de zwangerschap<br />
minder bewegen. Een gebrek aan<br />
conditie zou kunnen leiden tot relatief<br />
grotere cardiovasculaire belasting<br />
tijdens de baring en verminderd<br />
uithoudingsvermogen van de moeder<br />
bij het persen. In het onderzoek is bij<br />
30 gezonde zwangere vrouwen de<br />
reservecapaciteit van de hartfrequentie<br />
gemeten (maximale hartfrequentie<br />
minus frequentie in rust) en gerelateerd<br />
aan fysieke activiteit in het derde<br />
De prevalentie van vroeggeboorte<br />
in Zweden gedurende de onderzoeksperiode<br />
was 5,0%. Er werd<br />
een toename van de sterfte op jongvolwassen<br />
leeftijd (1836 jaar) gevonden<br />
naarmate de zwanger schapsduur korter<br />
was geweest. Ook een zwangerschapsduur<br />
van 3436 weken bij de geboorte<br />
gaf nog een verhoogde kans op overlijden<br />
(HR: 1.31; 1.131.50). De associatie was<br />
onafhankelijk van intrauteriene groei en<br />
andere perinatale en socioeconomische<br />
factoren.<br />
trimester. Het onderzoek werd<br />
uitgevoerd in een universitaire kliniek<br />
in Geneve.<br />
De gemiddelde rustfrequentie was<br />
64 ±6 slagen per minuut. Tijdens<br />
het persen hadden alle vrouwen een<br />
forse toename van de frequentie:<br />
tot gemiddeld 157 ±21 slagen per<br />
minuut. Dit betekende een matige<br />
tot zware fysieke inspanning, vergelijkbaar<br />
met die bij fi etsen of hardlopen.<br />
20% van de vrouwen kwamen hiermee<br />
uit op meer dan 90% van hun reserve<br />
frequentie, bij de helft van de vrouwen<br />
Eenzelfde effect van prematuriteit<br />
werd gezien op overlijden in de leeftijd<br />
van 15 jaar; er was geen effect op overlijden<br />
in de leeftijd van 617 jaar. Het effect<br />
was even groot bij mannen als bij<br />
vrouwen. Als belangrijke oorzaken <strong>voor</strong><br />
de toename van de sterfte werden<br />
gevonden: congenitale afwijkingen<br />
(<strong>voor</strong>al hartafwijkingen), respiratoire,<br />
endocriene en cardio vasculaire aandoeningen.<br />
Er werd geen associatie<br />
gevonden met sterfte door neurologische<br />
problemen, kanker of ongevallen.<br />
Söhnchen N, Melzer K, Martinez de Tejada B et al. Maternal heart rate changes during labour. EJOG. 2011; 158:173-178<br />
was dit meer dan 70%. Vrouwen die<br />
fysiek minder actief waren in het<br />
derde trimester bereikten een hoger<br />
percentage van de reserve frequentie<br />
van de hartslag dan vrouwen die meer<br />
actief waren geweest.<br />
De auteurs concluderen dat het<br />
cardiovasculaire risico tijdens de<br />
uitdrijving <strong>voor</strong> fysiek minder actieve<br />
vrouwen mogelijk verhoogd is. Voor<br />
gezonde vrouwen is het aan te bevelen<br />
tijdens de zwangerschap fysiek<br />
actief te blijven, zodat ze voldoende<br />
cardiovasculaire reserve hebben <strong>voor</strong><br />
de fysieke inspanning van de baring.<br />
33
34<br />
www.kennispoortverloskunde.nl<br />
Zorgverleners vinden screening op middelengebruik<br />
lastiger dan zwangeren<br />
Seib CA, Daglish M, Heath R et al. Screening for alcohol and drug use in pregnancy. Midwifery 2011, doi:10.1016/j.midw.2011.08.003<br />
Deze studie onderzocht in 2009 de<br />
bruikbaarheid en precisie van een<br />
zelfrapportage screeningslijst <strong>voor</strong><br />
gebruik van alcohol, tabak en drugs<br />
tijdens de zwangerschap, de korte<br />
versie (drie vragen) van een WHOlijst<br />
<strong>Nederland</strong>se onderzoekers vergeleken<br />
de prevalentie van posttraumatische<br />
stressstoornis (PTSS) na eerstelijns<br />
bevallingen met de prevalentie bij<br />
tweede en derdelijns bevallingen.<br />
Daarnaast onderzochten zij de risicofactoren<br />
<strong>voor</strong> het ontwikkelen van<br />
posttraumatische stresssymptomen.<br />
Deze retrospectieve studie vond plaats in<br />
twee perifere ziekenhuizen (Apeldoorn,<br />
Breda), een academisch ziekenhuis<br />
(Groningen) en vier verloskundige<br />
praktijken in deze plaatsen. De onderzoekers<br />
vroegen 907 vrouwen die in juli,<br />
augustus of september 2007 bevielen<br />
om twee tot zes maanden na de<br />
geboorte eenmaal een vragenlijst in<br />
te vullen. PTSS werd gemeten met de<br />
Traumatic Event ScaleB (TESB), met<br />
zeventien vragen over de zes criteria<br />
<strong>voor</strong> PTSS volgens de Diagnostic and<br />
Statistical Manual of Mental Disorders,<br />
vierde editie (DSMIV). Vrouwen die aan<br />
(tien vragen). In een polikliniek van<br />
een groot Australisch ziekenhuis<br />
vulden 32 zwangeren een uitgebreide<br />
vragenlijst over middelengebruik in.<br />
Zij hadden namelijk bij aanvang van de<br />
zwangerschapscontroles op de korte<br />
screeningslijst aangegegven alcohol of<br />
andere drugs te gebruiken. Daarnaast<br />
analyseerden de onderzoekers de<br />
gegevens uit de medische dossiers<br />
van 349 zwangeren.<br />
De sensitiviteit om gebruikende<br />
personen te identifi ceren was 86%<br />
<strong>voor</strong> alcohol, 91% <strong>voor</strong> roken en 67%<br />
<strong>voor</strong> drugs. De positief <strong>voor</strong>spellende<br />
waarde was ook hoog: de proportie<br />
van mensen met een positieve test<br />
die ook daadwerkelijk gebruikten<br />
was 100% <strong>voor</strong> alcohol, 100% <strong>voor</strong><br />
roken en 92% <strong>voor</strong> drugs. Slechts<br />
vijf van de 32 zwangeren vonden<br />
screening onprettig. Opmerkelijk was<br />
Posttraumatische stressstoornis na één op de honderd<br />
bevallingen<br />
Stramrood CA, Paarlberg KM, Huis In ‘t Veld EM et al. Posttraumatic stress following childbirth in homelike- and hospital settings.<br />
J Psychosom Obstet Gynaecol 2011;32:88-97<br />
alle DSMIV criteria voldeden, hadden<br />
PTSS. Voor de analyses van risicofactoren<br />
gebruikte men de TESB<br />
totaalscore.<br />
dat de zorgverleners veel incomplete<br />
medische dossiers leverden: 39%<br />
<strong>voor</strong> alcohol, 32% roken en 93%<br />
drugs. Zij screenden 25% van de<br />
349 zwangeren niet of onvoldoende.<br />
Uit de geringe screening door zorgverleners,<br />
ondanks de acceptatie<br />
van screening door de deelnemers,<br />
concludeerden de onderzoekers dat<br />
zorgverleners moeite lijken te hebben<br />
met screening op middelengebruik.<br />
Om de screening te verbeteren is<br />
verder onderzoek nodig bij zorgverleners<br />
naar belemmerende en bevorderende<br />
factoren, en gerichte educatie<br />
en training <strong>voor</strong> verloskundigen.<br />
De onderzoekers zien hen als sleutelfi<br />
guren in preventie en vroege<br />
inter ventie bij middelengebruik in<br />
de zwangerschap.<br />
De prevalentie van PTSS na de geboorte<br />
was 1,2% (5/428 vrouwen, respons<br />
47%), hoger dan de prevalentie van<br />
0,37% in de <strong>Nederland</strong>se bevolking.<br />
Van de vrouwen ervoer 9,1% (39/428)<br />
de bevalling als traumatisch, waaronder<br />
de vijf vrouwen met PTSS.<br />
Risicofactoren <strong>voor</strong> posttraumatische<br />
stresssymptomen waren een ongeplande<br />
keizersnede, hoge intensiteit<br />
van baringspijn, en een gering gevoel<br />
van coherentie: coping vaardigheden<br />
om stressoren te begrijpen, hanteren<br />
en betekenis te geven. Verschillen<br />
in symptomen tussen de echelons<br />
ver dwenen na correctie <strong>voor</strong> complicaties<br />
en interventies, rekening<br />
houdend met de –per defi nitie<br />
ongecompliceerde eerstelijns bevallingen.<br />
Prospectief longitudinaal<br />
onderzoek is nodig naar het verloop<br />
van PTSS, screening van kwetsbare<br />
vrouwen en preventieve interventies.
Roken, aangeboren afwijkingen,<br />
en <strong>voor</strong>lichting<br />
Hackshaw A, Rodeck C, Boniface S. Maternal smoking in pregnancy and birth defects:<br />
a systematic review on 173 687 malformed cases and 11.7 million controls. Human<br />
Reproduction Updates 2011;17:589-604<br />
Filion K, Abenhaim H, Mottillo S et al. The effect of smoking cessation counselling in pregnant<br />
women: a meta-analysis of randomised controlled trials. BJOG 2011;118:1422-1428<br />
Nog steeds roken veel zwangere<br />
vrouwen, wat kan leiden tot perinatale<br />
sterfte, vroeggeboorte of laag<br />
geboortegewicht. We bespreken hier<br />
twee interessante nieuwe studies.<br />
De eerste grootschalige review naar<br />
het effect van roken op aangeboren<br />
afwijkingen is een metaanalyse van<br />
172 artikelen over 101 gerandomiseerde<br />
gecontroleerde studies (RCT’s) met in<br />
totaal 173.687 cases en 11.674.332<br />
controles. Signifi cant positieve verbanden<br />
met roken werden gevonden <strong>voor</strong>:<br />
hartvaatdefecten, musculoskeletale<br />
defecten, verkorte ledematen, teveel of<br />
te weinig vingers of tenen, klompvoet,<br />
craniosynostose (vergroeing schedelnaden),<br />
gezichtsdefecten, oogdefecten,<br />
orofaciale spleten, gastrointestinale<br />
defecten, gastroschisis, anus imperforatus,<br />
hernia en nietingedaalde testes.<br />
Signifi cant negatieve verbanden werden<br />
gevonden tussen roken en hypospadie<br />
en huiddefecten. Dit waren waarschijnlijk<br />
meestal causale verbanden. Volgens<br />
de onderzoekers zouden de geboortedefecten<br />
die een positief verband<br />
hadden met roken van de moeder<br />
moeten worden opgenomen in <strong>voor</strong>lichtingsmateriaal.<br />
Dit is belangrijk<br />
om meer vrouwen, en <strong>voor</strong>al jongere<br />
vrouwen en vrouwen uit lager sociaaleconomische<br />
klassen, te stimuleren<br />
om te stoppen met roken <strong>voor</strong> of tijdens<br />
de zwangerschap.<br />
Een andere metaanalyse van acht<br />
RCT’s (n=3.290 vrouwen) onderzocht<br />
het effect van counselling op het<br />
stoppen met roken van zwangeren.<br />
De uitkomstmaat was biochemisch<br />
gevalideerde abstinentie zes maanden<br />
na de stopdatum. Slechts weinig<br />
vrouwen bereikten dit: 424% van de<br />
vrouwen met counselling versus 221%<br />
van de controle vrouwen, waarbij het<br />
verschil in abstinentie tussen de<br />
counselling en controlegroep maximaal<br />
4% was.<br />
De beperkte beschikbare gegevens uit<br />
deze studies waren voldoende om een<br />
groot effect van counselling uit te sluiten<br />
(OR: 1.08; 0.841.40). Verschillen in<br />
effect tussen verschillende counsellingsmethoden<br />
werden niet gevonden,<br />
maar mogelijk waren hier te weinig<br />
data <strong>voor</strong>. De onderzoekers bevelen<br />
meer onderzoek aan naar alternatieve<br />
behandelmethoden, zoals farmacologische<br />
therapieën.<br />
www.kennispoortverloskunde.nl<br />
Antibiotica in<br />
relatie tot SGA<br />
Santos F, Sheehy O, Perreault S et al.<br />
Exposure to anti-infective drugs during<br />
pregnancy and the risk of small-forgestational-age<br />
newborns: a case–control<br />
study. BJOG 2011; 11: i-ii, 1283-1409<br />
Maternale infecties blijken positief<br />
geassocieerd met een suboptimale<br />
placentadoorbloeding en dysfunctie<br />
van de vascularisatie. Als zodanig<br />
vormen ze een bedreiging <strong>voor</strong> het<br />
ontstaan van een kind wat small for<br />
gestational age (SGA) is. De vraag<br />
van deze studie is of het gebruik<br />
van antibiotica, ter bestrijding van<br />
de maternale infecties, zelf niet<br />
zorgt <strong>voor</strong> het optreden van een<br />
SGAkind. Het onderzoek in Quebec<br />
(Canada) werd gedaan met behulp<br />
van het Qubec Pregnancy Register,<br />
waarbij 63.338 vrouwen aan de<br />
inclusiecriteria voldeden: leeftijd<br />
1545 jaar, verzekerd zijn en een<br />
eenling zwangerschap. De<br />
preva lentie van SGA was 13%<br />
(n=8.192). SGA werd gedefi nieerd<br />
als een kind < p10, gecorrigeerd<br />
<strong>voor</strong> zwangerschapsduur en<br />
geslacht.<br />
Het gebruik van antibiotica in het<br />
tweede en derde trimester was in<br />
de casusgroep 20,1 % en in de<br />
controlegroep 18,4%. Als je alle<br />
soorten gegeven antibiotica bij<br />
elkaar nam bleek er geen<br />
associatie te bestaan <strong>voor</strong> het<br />
optreden van SGA tussen de<br />
cases en de controles (OR: 0.97;<br />
0.911.04).<br />
Zowel sulfanamides als penicilline<br />
bleken een signifi cant verhoogd<br />
risico te geven op SGA en met<br />
name trimetroprin (OR: 1.61;<br />
1.162.23). Het gebruik van<br />
antibiotica ter bestrijding van<br />
een urineweginfectie bleek een<br />
signifi cant lager risico te geven<br />
op SGA en met name amoxicilline<br />
en nitrofuradantine (OR: 0.80;<br />
0.660.98).<br />
Conclusie is dat met name<br />
trimetroprin een verboogde kans<br />
geeft op het optreden van SGA bij<br />
toediening in het tweede/ derde<br />
trimester van de zwangerschap.<br />
35
36<br />
Sociaal-economische<br />
ongelijkheid bij<br />
aangeboren afwijkingen<br />
Smith L, Budd L, Field D et al.<br />
Socioeconomic inequalities in outcome of<br />
pregnancy and neonatal mortality associated<br />
with congenital anomalies: population based<br />
study. BMJ 2011;343:d4306<br />
Onderzoekers bestudeerden het<br />
effect van variatie in zwangerschapsafbrekingen<br />
<strong>voor</strong> aangeboren<br />
afwijkingen op daaraan gerelateerde<br />
neonatale sterfte. Zij analyseerden<br />
retrospectief alle geregistreerde<br />
gevallen tussen 1998 en 2007 in<br />
Engeland van negen geselecteerde<br />
aangeboren afwijkingen met slechte<br />
prognoses. In deze periode werden<br />
1.579 foetussen met een aangeboren<br />
afwijking geregistreerd. Daarbij was<br />
er geen verschil in prevalentie tussen<br />
de meest en minst achtergestelde<br />
buurten (90 e<br />
percentiel). De meeste afwijkingen<br />
(86%) werden vóór de geboorte<br />
gedetecteerd.<br />
Zelfs na jaren onderzoek blijft preeclampsie<br />
(PE) een moeilijk te<br />
<strong>voor</strong>spellen zwangerschapscomplicatie.<br />
Onderzoekers van het VUmc in<br />
Amsterdam hebben onderzocht of<br />
de eerste trimester concentratie van<br />
de placenta groeifactor (PIGF) en<br />
pregnancyassociated proteinA<br />
(PAPPA) als screenings markers te<br />
gebruiken zijn <strong>voor</strong> een vroeg<br />
optredende PE en intra uteriene<br />
groeiretardatie (IUGR). Voor het<br />
onderzoek werden tussen januari 2006<br />
en december 2008 23 vrouwen met<br />
vroege PE (
Eind november vorig jaar werden in Engeland<br />
de resultaten gepresenteerd van de Birthplace<br />
study, een groot opgezette studie naar de<br />
uitkomsten van de zwangerschap in relatie tot<br />
de geplande plaats van bevalling [Birthplace in<br />
England collaborative group 2011]. de studie<br />
kreeg veel aandacht; ook in het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>Verloskundigen</strong> en op de KNOV website [jans s,<br />
2011]. Vooral de resultaten van de prospectieve<br />
cohortstudie werden besproken. de Birthplace<br />
onderzoekers voerden echter nog drie andere<br />
studies uit: een inventarisatie van de beschikbare<br />
verloskundige zorg in Engeland (de zgn.<br />
Mapping study); een kosteneffectiviteitsstudie<br />
en een kwalitatieve studie.<br />
de zorg in kaart<br />
De Mapping study is uitgevoerd om inzicht te krijgen in<br />
hoe de verloskundige zorg in Engeland is georganiseerd<br />
en waar het aanbod van zorg uit bestaat; door wie en<br />
waar wordt zorg aan zwangeren gegeven?<br />
Uit de studie blijkt een grote verscheidenheid in het<br />
verloskundig zorgaanbod in Engeland. Hoewel het aantal<br />
geboortecentra in Engeland is gestegen, bevallen de<br />
meeste vrouwen (95%) in zogenaamde obstetric units<br />
(OU). Een kwart van deze obstetrische afdelingen doet<br />
meer dan 4000 bevalling per jaar!<br />
Het aantal midwifery led units is wel gestegen tussen<br />
2007 en 2010 maar deze verloskundige centra zijn nog<br />
lang niet in alle regio’s beschikbaar. Ook tussen de verloskundige<br />
geboortecentra zijn veel verschillen: er wordt<br />
onderscheid gemaakt tussen Alongside Midwifery-led<br />
Units (AMU) en Free standing Midwifery Units (FMU).<br />
Het verschil tussen al deze organisatievormen zit <strong>voor</strong>namelijk<br />
in twee dingen: wie is er verantwoordelijk <strong>voor</strong><br />
de gegeven zorg en waar is de afdeling gesitueerd?<br />
In een OU hebben de gynaecologen de eindverantwoordelijkheid<br />
<strong>voor</strong> de zorg aan zowel hoog- als laag-risico<br />
zwangeren. Een team van artsen en verloskundigen<br />
verleent er de zorg en OU’s zijn altijd gelegen in het<br />
ziekenhuis. In AMU’s en FMU’s zijn de verloskundigen<br />
eindverantwoordelijk <strong>voor</strong> de gegeven zorg aan laagrisico<br />
zwangeren; een AMU is gesitueerd in het ziekenhuis in de<br />
buurt van de OU en heeft daarom gemakkelijk toegang tot<br />
tweedelijns zorg; een FMU is gesitueerd buiten het<br />
ziekenhuisterrein. Bij verwijzing moet de zwangere vrouw<br />
per auto of per ambulance vervoerd worden naar een OU.<br />
ONDERWIJS<br />
Birthplace: meer dan een cohort studie<br />
Suze Jans is lid van de redactie<br />
Er is altijd veel discussie geweest of een geboortecentrum<br />
de vorm van een AMU of een FMU zou moeten hebben.<br />
Ook in <strong>Nederland</strong> wordt deze discussie gevoerd. Vooral<br />
het verplaatsen van de zwangere bij complicaties, wordt<br />
naar voren gebracht als een bezwaar bij FMU’s. Birthplace<br />
laat zien dat er geen verschil is in perinatale uitkomsten<br />
tussen een AMU en een FMU. Vrouwen die in een AMU<br />
of een FMU bevielen ondergingen minder interventies<br />
vergeleken met vrouwen die in een OU bevielen. Uiteraard<br />
is het verschil in de profielen, van de vrouwen die in een<br />
geboortecentrum of op een obstetrische afdeling<br />
bevielen, gecorrigeerd.<br />
Ondanks dat de resultaten goed zijn in de AMU’s en<br />
FMU’s blijven deze, als gevolg van sluiting, maar beperkt<br />
beschikbaar. Birthplace laat wel zien dat het aantal AMU’s<br />
en FMU’s steeg in de periode van de dataverzameling.<br />
Echter tijdens de presentatie van de studieresultaten in<br />
Londen [zie TvV dec. 2011] meldde de afvaardiging van<br />
de Royal College of Midwives (RCM) dat veel AMU’s en<br />
FMU’s in 2011 zijn gesloten. Volgens Birthplace bevalt<br />
3% van de vrouwen in Engeland thuis.<br />
Wat de Mappingstudy <strong>voor</strong>al laat zien, is dat het overgrote<br />
deel van de zwangeren in Engeland geen volledige<br />
keuze heeft in de plek van bevalling; simpelweg omdat<br />
niet alle vier de vormen overal beschikbaar zijn.<br />
Thuis is goedkoper<br />
Birthplace onderzocht wat de kosten en de kosteneffectiviteit<br />
zijn van zorg naar geplande plaats van bevalling.<br />
De zorg van meer dan 62.000 vrouwen werd meegenomen<br />
in de analyses. Niet verassend bleek dat de kosten per<br />
bevalling het hoogst waren in de OU’s (rond de € 2000,-)<br />
en het laagst bij de thuisbevalling (rond de € 1300,-). De<br />
AMU’s en de FMU’s zaten hier tussenin (rond de € 1700,-).<br />
Alle kosten met betrekking tot de bevalling zijn hierin<br />
meegenomen: personeelskosten, kosten van interventies<br />
(ook bij een thuisbevalling met overdracht), verblijfskosten<br />
etc. Kosten op lange termijn zijn niet meegenomen.<br />
Een kosteneffectiviteitsanalyse kijkt niet alleen naar de<br />
kosten van de zorg, maar ook naar wat de kosten<br />
opbrengen, met andere woorden: krijg je waar <strong>voor</strong> je<br />
geld? Bij<strong>voor</strong>beeld als er meer geld wordt uitgegeven aan<br />
de zorg, worden dan de uitkomsten van die zorg beter?<br />
Uit deze studie blijkt dat, <strong>voor</strong> zowel de maternale als de<br />
neonatale uitkomsten, de thuisbevalling het meest<br />
kosteneffectief is. Hoewel de neonatale uitkomsten <strong>voor</strong><br />
vrouwen, die hun eerste kind thuis kregen, iets minder<br />
goed waren, geldt dit ook <strong>voor</strong> deze groep.<br />
Er waren grote verschillen in de karakteristieken van de<br />
TvV februari 2012 • KNOV 37
38<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
ONDERWIJS<br />
vrouwen die thuis, in een AMU / FMU of een OU bevielen.<br />
Maar ook na correctie van confounders bleven de<br />
uitkomsten gelijk.<br />
Kwalitatieve analyse<br />
De onderzoekers van Birthplace voerden ook een<br />
kwalitatieve studie uit, waarin zij zowel hulpverleners als<br />
gebruikers van de zorg interviewden en observeerden.<br />
Daarnaast analyseerden zij een verscheidenheid aan<br />
documenten. Het doel was hierdoor een idee te krijgen<br />
hoe de verschillende zorggroepen in Engeland (zogenaamde<br />
Health Trusts) een goede kwaliteit van zorg<br />
bereiken. Welke elementen in de zorg hebben het<br />
belangrijkste effect op kwaliteit en veiligheid? Ook wilden<br />
de onderzoekers weten welke indruk zorgverleners en<br />
cliënten hadden van de toegang tot zorg en de keuzemogelijkheden<br />
die zwangeren tot hun beschikking hebben.<br />
De studie liet onder andere zien dat niet alle vrouwen<br />
weten dat ze überhaupt een keuze hebben <strong>voor</strong> de plaats<br />
van bevalling. Vrouwen maken zich zorgen over de<br />
afstanden die zij moeten afleggen, <strong>voor</strong>al ook op het<br />
platteland, waardoor zij het gevoel hebben niet echt een<br />
keuze te hebben. Daarnaast spelen de plaatselijke<br />
bevalcultuur en de zorgaanbieder een rol in het nemen<br />
van beslissingen rondom de plaats van bevalling en het<br />
<strong>voor</strong>uitzicht van een overdracht durante partu.<br />
Vroeg contact aan huis tijdens de baring bleek in deze studie<br />
een aangewezen kans <strong>voor</strong> een nauwkeurige klinische<br />
beoordeling van de barende en het ondersteunen van de<br />
vrouw bij het nemen van een geïnformeerde beslissing<br />
over de plaats van bevalling.<br />
De inzet van de verloskundigen in de wijk was echter<br />
een van de grootste uitdagingen van de managers van<br />
zorggroepen omdat hier het aantal verloskundigen dat<br />
nodig is om adequate zorg te verlenen hoger is dan nu<br />
aanwezig. Een tekort aan bedden en de juiste inzet van<br />
personeel vertroebelen de visie op geboortezorg waardoor<br />
de samenwerking tussen de verschillende disciplines<br />
in de knel komt te zitten. De zorggroepen verschillen<br />
onderling substantieel in hoeverre zij de thuisbevalling<br />
en de FMU’s ondersteunen.<br />
Door de aanwezigheid van een op fysiologie en laag risico<br />
gericht geboortecentrum bij of in het ziekenhuis – een<br />
AMU – wordt vaak het verschil in visie op de geboortezorg<br />
duidelijk. Dit kan <strong>voor</strong> verwarring zorgen rondom de<br />
professionele verantwoordelijkheden van verschillende<br />
zorgverleners. De afdelingen, waar sterk leiderschap van<br />
zowel de verloskundigen als van de gynaecologen wordt<br />
getoond, waarbij beide beroepsgroepen respect hebben<br />
<strong>voor</strong> elkaars expertise, zijn volgens deze studie de sleutels<br />
tot goed functionerende afdelingen.<br />
Alle onderzochte zorggroepen lieten zien dat zij zich<br />
inzetten om de toegang tot de zorg te verbeteren <strong>voor</strong><br />
speciale groepen, zoals gehandicapten, vrouwen die de<br />
Engelse taal niet machtig zijn en vrouwen uit lagere<br />
sociale klassen. Maar er bestaat veel verschil in de<br />
kwaliteit van informatie en hoe diensten beschikbaar<br />
worden gemaakt.<br />
Vertaling naar beleid<br />
Wat betekenen deze uitkomsten uit de Birthplacestudy<br />
<strong>voor</strong> beleidsmakers? In principe is het geven van geboortezorg<br />
aan huis of in een AMU of FMU kostenbesparend,<br />
iets wat in deze economisch moeilijke tijden aantrekkelijk<br />
zou moeten zijn. Maar zoals gezegd ervaren de RCMvertegenwoordigers<br />
het tegenovergestelde: FMU’s en AMU’s<br />
worden juist gesloten omwille van gebrek aan personeel.<br />
In deze geboortesettingen is het aantal verloskundigen<br />
dat nodig is per bevalling of zorgeenheid hoger, omdat<br />
deze zorg meer georganiseerd is. Er moet daarom goed<br />
worden nagedacht over verschillende personeelsmodellen<br />
omdat zwangeren dit type zorg juist wel wensen.<br />
Zorggroepen moeten zowel bij verloskundigen alsook bij<br />
gynaecologen sterk leiderschap te stimuleren. Sterk<br />
leiderschap in beide partijen komt namelijk de kwaliteit<br />
van de zorg ten goede.<br />
De afstand tot het ziekenhuis is een bron van grote zorg.<br />
De Birthplace onderzoekers doen aanbevelingen om door<br />
middel van audit- en reviewprocessen de zorg, waar<br />
mogelijk, te verbeteren. Goede samenwerking met de<br />
ambulancediensten is daarbij essentieel.<br />
Hoewel de zorg in <strong>Nederland</strong> anders is georganiseerd, is<br />
deze informatie uit de Birthplace study erg nuttig. De<br />
geboortezorg in <strong>Nederland</strong> verandert in hoog tempo. Het<br />
zou daarom goed zijn om af en toe stil te staan bij en te<br />
luisteren naar de ervaringen van anderen, zodat wij niet in<br />
dezelfde valkuilen stappen, maar leren die te vermijden.<br />
De rapportage van de verschillende studies is gratis te<br />
downloaden via de website: www.npeu.ox.ac.uk/<br />
birthplace (alleen in het Engels) n<br />
Geslaagden in<br />
Maastricht<br />
Noortje Bressers<br />
Noortje Bruens<br />
Anne Degen<br />
Lieke Dijstelbloem<br />
Ramona Jafari<br />
Lieke Peeters<br />
Pleun Ruijs<br />
Marleen van Rijn<br />
Elke Smink<br />
Carlijn Siteur<br />
Frouke Verhagen<br />
Rachelle van der Wagt
de academie Verloskunde amsterdam-Groningen,<br />
de Verloskunde academie rotterdam en<br />
de academie Verloskunde Maastricht houden<br />
actuele verloskundige ontwikkelingen bij en<br />
integreren nieuwe kennis en inzichten in hun<br />
opleidingsactiviteiten. in deze rubriek brengen<br />
zij gezamenlijk elke maand een actueel<br />
onderwerp onder de aandacht. deze keer: de<br />
groeiende aantrekkingskracht van Kennispoort<br />
Verloskunde.<br />
Ruim zes jaar geleden is Kennispoort Verloskunde van start<br />
gegaan. Dit initiatief van de drie opleidingen <strong>voor</strong> verloskunde<br />
had als belangrijkste doel om informatie over lopend<br />
onderzoek bij elkaar te brengen en laagdrempelig, via een<br />
website, ter beschikking te stellen aan alle professionals<br />
binnen de verloskundige zorg. Op die manier willen de<br />
opleidingen ook het kennisdelen tussen de diverse instellingen<br />
bevorderen en een brug slaan tussen wetenschap en<br />
praktijk. Hoofdredacteur Paul Heere vertelt waar Kennispoort<br />
Verloskunde op dit moment staat.<br />
aardig compleet<br />
“Wij begonnen met een stevige ambitie,” zo steekt<br />
Heere van wal. “Wij wilden namelijk het meest complete<br />
overzicht van het verloskundig onderzoek in <strong>Nederland</strong><br />
bieden en dat via een digitale bibliotheek op internet<br />
beschikbaar stellen. We zijn nu zes jaar verder en ik moet<br />
constateren dat we die ambitie niet alleen verwezenlijkt<br />
hebben, maar dat we ons veel breder hebben ontwikkeld.<br />
We begonnen met een overzicht van rapporten, scripties,<br />
proefschriften en richtlijnen. Daar zijn de artikelen,<br />
full-text, uit het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong> en het<br />
<strong>Nederland</strong>s <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> Obstetrie en Gynaecologie<br />
bijgekomen. Ook maken we sinds 2007 een jaarlijks<br />
overzicht van al het lopende onderzoek op het gebied<br />
ONDERWIJS<br />
Onderzoekers en praktijk ontmoeten<br />
elkaar bij Kennispoort Verloskunde<br />
Van internetbibliotheek tot volwaardig kennis-, ontmoetings- en<br />
discussieplatform<br />
Nic van Son en Els Koelewijn<br />
Nic van Son is freelance tekstschrijver, Els Koelewijn is verbonden<br />
aan de Academie <strong>voor</strong> Verloskunde in Maastricht<br />
van de verloskunde, de zogenaamde jaarindex. Kortom,<br />
we hebben inmiddels een aardig compleet overzicht van<br />
het <strong>Nederland</strong>se onderzoek en alle <strong>Nederland</strong>stalige<br />
publicaties die daaruit <strong>voor</strong>tkomen. De volledige teksten<br />
zijn te vinden in onze database, gratis en <strong>voor</strong> iedereen<br />
toegankelijk. Het enige wat je hoeft te doen is je registreren.”<br />
Paul Heere: Kennispoort heeft een stevige ambitie<br />
Ontwikkelingen<br />
Kennispoort Verloskunde probeert professionals in de<br />
verloskunde ook op andere manieren te stimuleren tot<br />
interactie en kennisdeling. Zo biedt de site een vrijwel<br />
compleet overzicht van alle cursussen en congressen op<br />
verloskundig gebied en is er een vacaturebank waarin<br />
instellingen hun vacatures <strong>voor</strong> onderzoekend en<br />
onderwijzend personeel kunnen plaatsen. Van recentere<br />
© Erik Speckmann, Weesp<br />
TvV februari 2012 • KNOV 39
40<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
ONDERWIJS<br />
datum is de mogelijkheid om gebruikersprofielen te<br />
tonen à la LinkedIn en deel te nemen aan discussies (zie<br />
kader Discussieer mee!). Veel aandacht besteedt de<br />
redactie van Kennispoort ook aan de nieuwsbrief, die<br />
10 keer per jaar uitkomt. Heere: “Wij scannen <strong>voor</strong> de<br />
lezers maandelijks een groot aantal binnen- en buitenlandse<br />
vakbladen, waarbij we aanvullend zijn op de<br />
publicaties in het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong> en het<br />
<strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> Obstetrie en Gynaecologie. We maken<br />
Kennispoort Verloskunde en MrNN<br />
• AVAG<br />
• VAR<br />
• AVM<br />
MrNN-coördinatie<br />
• Evelien Spelten<br />
• Marianne Nieuwenhuijze<br />
• Esteriek de Miranda<br />
• Hanneke Torij<br />
• AMC<br />
• TNO<br />
• Nivel<br />
Midwifery consortium<br />
in wording<br />
Voorzitter van de initiatiefgroep:<br />
Gea Vermeulen<br />
Netwerk academische<br />
Praktijken<br />
MrNN research Midwives<br />
• Henny Wijnen + Irene Korstjens (AVM)<br />
• Hanneke Tees + Marieke Ordelmans (VAA)<br />
• Marianne van den Hof Boering + Mirjam van Lohuizen (VAG)<br />
• Leonie Welling (VAR)<br />
Midwifery consortium<br />
in wording<br />
Voorzitter van de initiatiefgroep:<br />
Gea Vermeulen<br />
samenvattingen van opvallende berichten en onderzoeksresultaten<br />
en plaatsen die met links in de nieuwsbrief.<br />
De ene keer gaat het over tandheelkundig onderzoek bij<br />
zwangere vrouwen, de andere keer over psychosociale<br />
zorg, ICT in de verloskunde of ethische kwesties.”<br />
Groot bereik<br />
Kennispoort Verloskunde mag zich verheugen in groeiende<br />
belangstelling. Heere: “Het is duidelijk dat de Kennispoort<br />
De opleidingen zijn op diverse fronten zeer actief bezig met het stimuleren van onderzoek. Kennispoort<br />
Verloskunde is <strong>voor</strong>al bedoeld als plek om kennis beschikbaar te stellen en met elkaar in discussie te<br />
gaan over het belang van de resultaten uit onderzoek. Maar Kennispoort houdt zich niet zelf met<br />
onderzoek bezig. Daar<strong>voor</strong> zijn het Midwifery Consortium en het Midwifery Research Netwerk<br />
<strong>Nederland</strong> (MRNN) in het leven geroepen. Het MRNN bereidt zich momenteel <strong>voor</strong> op een pilot studie<br />
en ondersteunt in dat kader de ‘INDEX-studie’. Informatie hierover is te vinden op de nieuwe website<br />
www.mrnn.nl.<br />
Onderzoeksagenda
in een behoefte <strong>voor</strong>ziet. In het eerste jaar telden wij een<br />
paar honderd geregistreerde gebruikers, inmiddels zijn<br />
dat er 3.350. Er zijn ongeveer 4.000 professionals in de<br />
verloskunde werkzaam, dus ons bereik is groot. Om in te<br />
spelen op de behoefte die breed leeft om kennis te delen<br />
en elkaar te ontmoeten, zijn we op een gegeven moment<br />
ook begonnen met het organiseren van jaarlijkse congressen.<br />
En ook daar neemt de belangstelling toe. Op het vorige<br />
congres, eind 2009, werden zo’n 25 posters gepresenteerd<br />
over lopend onderzoek, <strong>voor</strong> het congres in februari 2012<br />
hebben we ruim 50 aanmeldingen gekregen. Dat tekent<br />
het gegroeide belang van het verloskundig onderzoek, dat in<br />
de laatste jaren gelukkig een hoge vlucht heeft genomen.”<br />
Open <strong>voor</strong> iedereen<br />
De naam Kennispoort is destijds gekozen om duidelijk te<br />
maken dat het platform toegang biedt tot kennis, tot een<br />
ontmoetingsplaats waar mensen kennis kunnen halen en<br />
brengen, en met elkaar in discussie kunnen gaan. “De<br />
Kennispoort was bedoeld om het gevoel <strong>voor</strong> en het<br />
belang van onderzoek onder verloskundigen te stimuleren,”<br />
zegt Heere. “Evidence-based midwifery kwam op, we<br />
waren aan het zoeken hoe we onderzoek en praktijk bij<br />
elkaar konden brengen. Inmiddels is daar veel in veranderd.<br />
De nieuwe generatie verloskundigen is meer bezig met<br />
onderzoek, het is geïntegreerd in hun denken. Vierdejaars<br />
studenten schrijven zich ook gewoon in <strong>voor</strong> het congres,<br />
die willen daar bij zijn. Vanuit Kennispoort Verloskunde zijn<br />
we nu ook meer bezig om een platform <strong>voor</strong> en door de<br />
hele verloskundige keten te worden. Niet alleen maar de<br />
verloskundigen en gynaecologen, maar ook psychiaters,<br />
kinderartsen, haptonomen. De poort staat open <strong>voor</strong><br />
iedereen, dat was de gedachte destijds. Mooi is het dan<br />
om te zien dat er ook steeds meer mensen door die poort<br />
komen.”<br />
Enkele feiten en cijfers<br />
Kennispoort Verloskunde ging van start in 2006. Het<br />
initiatief kwam van de drie opleidingen in <strong>Nederland</strong> en<br />
wordt actief ondersteund door de KNOV. Iedereen kan de<br />
site bezoeken, maar wil je meedoen aan discussies of de<br />
database met onderzoeksgegevens raadplegen, dan moet<br />
je je eerst registreren. Het eerste jaar registreerden zich<br />
enkele honderden gebruikers, inmiddels staat de teller op<br />
ruim 3.300. De website wordt in toenemende mate<br />
bezocht. In 2009 werden 13.247 unieke bezoekers geteld<br />
die samen ruim 85.000 pagina’s bekeken. Over heel 2011<br />
waren die aantallen gegroeid tot respectievelijk 25.207 en<br />
ruim 110.000. Ruim een derde van de bezoekers keert<br />
regelmatig terug op de site en verblijft daar dan 3 minuten<br />
en 3 seconden, een behoorlijke tijd die aangeeft dat de<br />
site serieus gebruikt wordt. Zo’n 12% van de bezoekers<br />
klikt door vanaf de nieuwsbrief, 10% komt via andere<br />
[kader1][skop]<br />
discussieer mee!<br />
ONDERWIJS<br />
De redactie van Kennispoort Verloskunde<br />
kreeg regelmatig de vraag of ze een discussiemogelijkheid<br />
op het platform kon creëren. Sinds<br />
kort is er daarom de mogelijkheid om mee te<br />
doen aan discussies. Je kunt als geregistreerde<br />
gebruiker reageren op stellingen of zelf een<br />
open discussie starten waar iedereen aan mee<br />
kan doen. Maar je kunt ook een besloten<br />
discussiegroep samenstellen van geregistreerde<br />
Kennispoort-gebruikers en daarmee rond<br />
een specifiek onderwerp discussiëren: Verloskundige<br />
kringen die over nieuwe richtlijnen of<br />
onderzoeken willen discussiëren, onderzoekers<br />
die elkaar benaderen om samen te werken,<br />
studenten van verschillende opleidingen die<br />
willen sparren over inhoudelijke thema’s.<br />
In principe is alles mogelijk. De redactie van<br />
Kennispoort helpt geïnteresseerden graag om<br />
groepen op te starten.<br />
verwijzigen, 22% typt direct www.kennispoortverloskunde.nl<br />
in, en 56% komt op de site terecht via een<br />
zoekterm op Google. De meest gebruikte zoektermen op<br />
Google zijn al een paar jaar dezelfde: fundusexpressie,<br />
afnavelen en minder leven voelen. n<br />
Afgestudeerd Master<br />
Links op de foto staat Birgit van Zwicht, samen met Brigitte<br />
Tebbe. Op maandag 16 januari 2012 studeerden zij af als master<br />
aan de verloskundige masteropleiding AMC/UvA. Birgit schreef<br />
een eindwerkstuk over ‘De verwachtingen en ervaringen van het<br />
kraambed van vrouwen in <strong>Nederland</strong>’ en Brigitte schreef over<br />
‘Vierdimensionale Klachtenlijst, een eerstelijns instrument <strong>voor</strong><br />
het opsporen van psychische klachten’. n<br />
TvV februari 2012 • KNOV 41
Suze Jans<br />
Medische spiegels in de<br />
Op 13 januari jl. promoveerde gynaecoloog in opleiding<br />
Thomas van den Akker op het proefschrift Medical<br />
mirrors: maternal care in a Malawian district.<br />
Van den Akker werkte jarenlang als tropenarts in het<br />
district ziekenhuis van Thyolo in het zuiden van Malawi.<br />
Hij stelde zich de opdracht om de maternale sterfte in het<br />
Thyolo district terug te dringen. Met Jos van Roosmalen<br />
als docent en mentor mondde dit project uiteindelijk uit<br />
in een proefschrift.<br />
Malawi is een straatarm land in het zuidoosten van Afrika<br />
met zo’n 13 miljoen inwoners. Meer dan de helft van de<br />
bevolking moet rondkomen van minder dan 1 dollar per<br />
dag en 40% van de vrouwen kan niet lezen of schrijven.<br />
Hoewel het neonatale sterftecijfer dalende is, sterven nog<br />
altijd 27 per duizend pasgeborenen. Maternale sterfte is<br />
een van de zaken die van den Akker onderzocht. Met<br />
behulp van de zogenaamde ‘Sisterhood method’, waarbij<br />
deelnemers vragen beantwoorden over moedersterfte in<br />
hun familie, stelde hij vast dat het maternale sterfte cijfer<br />
in twintig jaar gestegen was van 409 naar 558 per<br />
100.000 geboortes.<br />
Naast maternale sterfte onderzocht van den Akker de<br />
mogelijkheid en effectiviteit van obstetrische audit in het<br />
Thyolo district, deed hij een maternale morbiditeitsanalyse<br />
en keek hij naar de invloed van HIV-infectie op de<br />
maternale gezondheid en zorg.<br />
Invoering van audit op het niveau van een individuele<br />
gezondheidsinstelling zorgde in dit onderzoeksproject<br />
<strong>voor</strong> een aanmerkelijke daling van de maternale sterfte.<br />
Casusonderzoek liet zien dat een verhoogd risico op een<br />
fluxus post partum onder andere veroorzaakt werd door<br />
onnodig uitgevoerde sectio’s. Infectieonderzoek toonde aan<br />
dat de invloed van niet-obstetrische infecties op maternale<br />
sterfte groter was dan de invloed van obstetrische infecties.<br />
Na behandeling met anti-retrovirale middelen bleek de<br />
maternale overlijdenskans van HIV positieve moeders<br />
even groot te zijn als die van HIV negatieve moeders.<br />
Een van de kritieken binnen de ontwikkelingshulp is dat<br />
de toegenomen aandacht <strong>voor</strong> de zorg rondom HIV ten<br />
koste gaat van andere gezondheidsdoelen zoals die rond<br />
ONDERWIJS<br />
verloskundige zorg<br />
Audit in Afrika: Onderzoek naar maternale sterfte in Malawi<br />
Suze Jans is lid van de redactie<br />
This book tells the medical story of pregnant women in Thyolo<br />
District, Malawi. Due to the global economic inequality, women in<br />
this district have only limited access to professional medical services.<br />
Obstetric care is delivered within a poorly equipped health system<br />
and often of low quality. This thesis, however, brings into light a<br />
spark of hope that local interventions can improve maternal health<br />
outcomes despite resource limitations. Neither these discouraging<br />
limitations, nor fragile positive results such as those described in<br />
this book, should lead us to become passive. The fight against<br />
maternal and perinatal mortality and morbidity is a fight that must<br />
continue to be fought. It is not a useless effort.<br />
Medical mirrors: maternal care in a Malawian district Thomas van den Akker<br />
- Safe Motherhood -<br />
Medical mirrors: maternal care in a Malawian district<br />
Thomas van den Akker<br />
om moeder en kind zorg. Van den Akker liet zien dat goed<br />
geïntegreerde HIV zorg samen kan gaan met de zorg <strong>voor</strong><br />
moeder en kind en gunstige effecten kan hebben.<br />
Maar, zo eindigt hij zijn proefschrift, uiteindelijk is zijn<br />
epidemiologische benadering onvoldoende om het lot van<br />
vrouwen fundamenteel te verbeteren. Adequate zorg is een<br />
mensenrecht en het ter verantwoording roepen van politieke<br />
en bestuurlijke leiders door vrouwen zelf noodzakelijk.<br />
Het proefschrift van Thomas van den Akker is te<br />
downloaden via de Universiteitsbibliotheek van de Vrije<br />
Universiteit: http://dare.ubvu.vu.nl/handle/1871/32377 n<br />
TvV februari 2012 • KNOV 43<br />
Uitno<br />
<strong>voor</strong> het bij<br />
de openbare verde<br />
het p<br />
Medical m<br />
maternal<br />
a Malawian<br />
vrijdag 13 janua<br />
om 13<br />
in de aula<br />
Vrije Univ<br />
De Boelelaan<br />
te Amst<br />
Paranim<br />
Jogchum Belt<br />
j.j.beltman@lum<br />
06 14808<br />
Marielle Bemelm<br />
mariellebemelmans@hotmail.c<br />
Thomas van den Akk<br />
Kerkstraat 164<br />
1017GS Amsterdam<br />
thomas_vd_akker@hotmail.com<br />
06 41468841
Sint Maarten<br />
Medical Center:<br />
een ambitieus<br />
ziekenhuis in het<br />
Caribische gebied<br />
Sint Maarten Medical Center<br />
(SMMC) is een ambitieuze en<br />
groeiende ziekenhuisorganisatie<br />
op Sint Maarten.<br />
Met meer dan 200 medewerkers,<br />
14 medisch<br />
specialisten en een capaciteit<br />
van 76 bedden, streven wij<br />
continu naar het bieden van<br />
veilige, hooggekwalificeerde<br />
zorg. SMMC verzorgt primair<br />
de bevolking van Sint Maarten,<br />
Sint Eustatius en Saba. De<br />
populatie bestaat uit circa<br />
60.000 mensen en<br />
vertegenwoordigt een<br />
smeltkroes van meer dan 100<br />
verschillende nationaliteiten<br />
naast de aanwezige toeristen<br />
(waaronder meer dan 1<br />
miljoen cruiseschiptoeristen<br />
per jaar). Ons strategisch plan<br />
is erop gericht om SMMC te<br />
ontwikkelen tot een<br />
<strong>voor</strong>aanstaand medisch<br />
instituut in het Caribische<br />
gebied. De volgende stap in<br />
ons plan is het realiseren van<br />
een uitbreidingsproject dat<br />
onder meer bestaat uit een<br />
nieuw Operatiekamercomplex,<br />
een nieuwe Spoedeisende<br />
Hulp afdeling, een Medium<br />
Care Unit en een nieuwe<br />
Intensive Care Unit.<br />
St. Maarten Medical Center<br />
Wij willen onze organisatie op korte termijn versterken met twee:<br />
<br />
(V/M)<br />
Wat wij jou bieden<br />
Je werkt in een dynamisch team met een formatie van drie<br />
gynaecologen en twee klinisch verloskundigen en biedt samen met de<br />
eerstelijnszorg een compleet pakket aan obstetrisch/gynaecologische<br />
zorg. De afdeling Obstetrie/Gynaecologie heeft 18 bedden en verzorgt<br />
gemiddeld 550 bevallingen per jaar. Je werkt fulltime <strong>voor</strong> een periode<br />
van minimaal 2 jaar met mogelijkheid tot aanstelling <strong>voor</strong> onbepaalde<br />
tijd. Als je beschikbaar bent <strong>voor</strong> een kortere periode nodigen wij je ook<br />
uit om te reageren. Naast een aantrekkelijk salaris maken reiskostenvergoeding<br />
en verhuiskostenvergoeding onderdeel uit van het arbeids<strong>voor</strong>waardenpakket.<br />
Wie wij zoeken<br />
Ben je (klinisch) verloskundige, spreekt het je aan om in het Caribische<br />
gebied te werken en wil je bijdragen aan verbetering en verdere<br />
modernisering van het zorgaanbod in het SMMC? Dan zijn wij op zoek<br />
naar jou! De voertaal in ons ziekenhuis is Engels. Beheersing van de<br />
Franse en/of Spaanse taal is een pré.<br />
Informatie en sollicitatie<br />
Bent je enthousiast geworden? Neem dan contact op <strong>voor</strong> meer<br />
informatie met Bonnie Dekker, Assistant Director, via 06–51969506 of<br />
b.dekker@sxmmc.org of neem contact op met Juliëtte Hassell, HR/<br />
Communications Manager via +(1-721) 543 1111 ext. 2501 of<br />
j.hassell@sxmmc.org.<br />
Je schriftelijke sollicitatie (CV +<br />
motivatie) kunt je richten aan Sint<br />
Maarten Medical Center<br />
t.a.v. Juliëtte Hassell, HR/<br />
Communications Manager via<br />
email j.hassell@sxmmc.org.<br />
Voor een volledige lijst<br />
van onze vacatures bezoek<br />
www.sxmmc.org<br />
Welgelegen road 30 - unit 1 | Cay Hill<br />
St. Maarten DWI |T: +(1-721) 543 1111<br />
F: +(1-721) 543 0116
Twitter in de nacht<br />
Drie verloskundigen over hoe zij Twitter gebruiken<br />
Erik Weijers<br />
door Twitter blijven professionals op een<br />
laagdrempelige manier op de hoogte van<br />
elkaars bezigheden. het aantal gebruikers van<br />
Twitter in <strong>Nederland</strong> steeg met 60 procent in<br />
2011. Er zijn nu ongeveer 1.25 miljoen <strong>Nederland</strong>ers<br />
die regelmatig in 140 tekens van<br />
gedachten wisselen. Onder die gebruikers zitten<br />
natuurlijk ook verloskundigen. Niet iedereen is<br />
even actief maar de drie verloskundigen in dit<br />
artikel zijn ware Twitterkoninginnen!<br />
Diana Koster<br />
@VrouwencoachDK,<br />
600 volgers:<br />
‘Positief nieuws over<br />
verloskunde’<br />
Diana Koster is verloskundige, moeder van twee kinderen<br />
en vrouwencoach. Tot <strong>voor</strong> kort werkte zij deeltijd in<br />
dienst van een Haags ziekenhuis. Nu werkt zij als<br />
waarneemster. “Ik zou niet zonder verloskunde kunnen.<br />
3 tweets van @vrouwencoachDK<br />
Maar ik moet dat op een lager pitje zetten. Meer en meer<br />
ben ik bezig met het coachen van vrouwen en het geven<br />
van lezingen en trainingen over de toegevoegde waarde<br />
van coaching tijdens zwangerschap en na de bevalling. Ik<br />
zie Twitter als een medium waarin ik mijn vak op een<br />
positieve manier <strong>voor</strong> het voetlicht kan brengen. Verlos-<br />
Erik Weijers is freelance tekstschrijver (@erikweijers, 190 volgers)<br />
INNOVATIEF<br />
kunde komt helaas vaak negatief in het nieuws. Als ik<br />
positieve of interessante berichten over verloskunde in de<br />
media zie, tweet ik die meteen door. Zo houden we<br />
elkaar op de hoogte. Als ik bij<strong>voor</strong>beeld een goede<br />
bevalling heb begeleid, tweet ik hierover. Ik vraag<br />
natuurlijk altijd eerst toestemming aan de ouders. Zij<br />
stemmen eigenlijk altijd in, zijn vaak zelfs trots. Mijn<br />
eerste tweet? Dat was een jaar of twee geleden.<br />
In het begin vond ik het nog wel eens lastig om maar<br />
140 tekens te gebruiken. Daar wende ik snel aan. Voor<br />
persoonlijk contact vind ik Twitter ook heel geschikt. Ik<br />
gaf laatst een workshop baringspijn vanuit neurowetenschappelijk<br />
perspectief. Met een paar deelnemers heb ik<br />
via Twitter <strong>voor</strong>af overlegd over de inhoud. Ik wilde<br />
nagaan of zij het wel praktisch zouden vinden om in<br />
kleine groepjes te werken. Of zij ook getwitterd hebben<br />
tijdens de workshop? Nee, daar was het te intensief <strong>voor</strong>.<br />
Anderzijds vind ik het wel fijn om via Twitter een congres<br />
op afstand te volgen. Ik volg tweets van collega’s die wel<br />
aanwezig zijn en ben zo op de hoogte van relevante<br />
ontwikkelingen. Dat is de kracht van Twitter: je hoort van<br />
dingen die buiten je vertrouwde kleine kringetje vallen.<br />
Iemand pikt bij<strong>voor</strong>beeld een bericht op Medisch Contact<br />
op en zo hoor ik daar weer van. Of ik trots ben op mijn<br />
Wat werkt #EMDR toch prachtig bij ‘t verwerken van een#traumatische #bevalling Cliënte beschrijft t<br />
alsof een deken v haar schouders glijdt<br />
Cannabisgebruik v partner is belangrijkste #determinant <strong>voor</strong> gebruik #zwangere Dus#verloskundigen;<br />
Vraag <strong>voor</strong>taan ook n drugs gebruik partner<br />
Mooie 1e trainingsdag bij #VUamsterdam #ITON Tijdens workshop oefenen in kleine groepjes nuttig<br />
en ‘veilig’ vlgs positive evaluaties :-)<br />
600 volgers? Het gaat vanzelf. Voor een verloskundige is<br />
dit aantal volgers trouwens wel uitzonderlijk. In september,<br />
bij het KNOV-congres, vroeg spreker Marco Derksen<br />
hoeveel verloskundigen actief waren op Twitter. Dat was<br />
ongeveer een kwart van de aanwezigen. Ik bleek –wat<br />
betreft het aantal volgers - de ‘Twitter-koningin’. Ik hoop<br />
dat door dit artikel meer verloskundigen gaan twitteren<br />
en dat we met elkaar zorgen <strong>voor</strong> een positieve buzz over<br />
TvV februari 2012 • KNOV 45
46<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
INNOVATIEF<br />
verloskunde. Het is geweldig als mensen reageren op wat<br />
je te melden hebt over je vak. En soms, als ik bezig ben in<br />
de nachtdienst, tweet ik om te kijken welke collega’s ook<br />
met een partus bezig zijn. Dat geeft een gevoel van<br />
verbondenheid. Ook dat kunnen we als verloskundigen<br />
onderling goed gebruiken.”<br />
Michelle<br />
ten Berge<br />
@vroedvrouwelijk,<br />
420 volgers:<br />
‘Geen saaie tweets’<br />
Michelle ten Berge is moeder van een zoon van drie en<br />
verloskundige bij Vroedvrouwen in Verbinding in Amsterdam.<br />
“Ik kan me mijn eerste tweet nog herinneren. Die<br />
was zoiets als: ‘Twitteren is het nieuwe breien’. Ik had<br />
3 tweets van @vroedvrouwelijk<br />
namelijk even niets te doen tijdens een lange nachtelijke<br />
bevalling. De zwangere zat lekker in bad. Sinds kort had<br />
ik een internetabonnement op mijn telefoon. Ik dacht: ik<br />
ga dat Twitter eens uitzoeken. Sindsdien gebruik ik het<br />
<strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> werkgerelateerde berichtjes. Ik zie Facebook<br />
als een feestje met vrienden en kennissen en Twitter als<br />
de dorpspomp. Bij de dorpspomp wissel je nieuws uit,<br />
maar geen persoonlijke dingen. Wat ik bij<strong>voor</strong>beeld niet<br />
op Twitter zou plaatsen, is wat ik ga eten vandaag. Wat ik<br />
wel plaats, zijn berichten over hoe ik in mijn vak sta. Als<br />
iemand verwijst naar een inspirerend artikel, retweet ik<br />
dat. Laatst kwam ik een artikel tegen over orgasmic birth.<br />
In de tweet die ik erover plaatste, probeerde ik een<br />
discussie op gang te brengen met een gynaecoloog die<br />
veel twittert. Hij reageerde deze keer niet – ik krijg van<br />
gynaecologen minder vaak een reactie dan van collegaverloskundigen<br />
- maar ik vind het leuk om dat soort<br />
discussies uit te lokken. Ik vind het ook prima als anderen<br />
mij ergens op aanspreken. Zo vroeg een vrouw me via<br />
Twitter of ik <strong>voor</strong> mijn tweets over bevallingen wel<br />
toestemming gevraagd had aan mijn cliënten. Dat zette<br />
me aan het denken en sindsdien plaats ik bijna geen<br />
berichten meer over bevallingen. Hoewel ik natuurlijk<br />
nooit namen noemde, vind ik nu dat ik ook <strong>voor</strong> anonieme<br />
berichten toestemming zou moeten vragen. Dat<br />
zou dan een formeel onderdeel van de intake moeten<br />
worden en dat gaat me te ver. Twitteren onder de<br />
noemer van een verloskundigenpraktijk lijkt me lastig.<br />
Wat ik namelijk goed vind aan Twitter, is dat het persoonlijk<br />
en prikkelend is. Zou ik op praktijkniveau gaan<br />
twitteren, dan vrees ik dat het snel saaie, ‘politiek<br />
correcte’ berichten worden; omdat iedereen het erover<br />
eens moet zijn. Gevaar van Twitter is dat je al snel alleen<br />
maar op zenden staat. Dat zie je vaak bij organisaties en<br />
bedrijven: ze sturen er alleen maar nieuwsberichten uit,<br />
of reclame <strong>voor</strong> zichzelf. Terwijl Twitter juist zo’n goed<br />
medium is om te lezen wat anderen bezighoudt of <strong>voor</strong><br />
interactie. Momenteel heb ik nog weinig zwangeren die<br />
me volgen. Voor de toekomst lijkt het me echter ook een<br />
goed medium om op de hoogte te blijven van praktische<br />
zaken. Een zwangere die dan ziet dat ik net thuis ben na<br />
een lange nacht, zal waarschijnlijk nog even wachten<br />
<strong>voor</strong>dat ze me belt met een vraag die niet dringend is.”<br />
Ontroerd door dappere wakkere student die ziet hoe ziek het huidige systeem rondom zws en geboorte is.<br />
“rituele kindermishandeling moet dus gewoon mogen?<br />
RT @jeugdgezondheid: ‘Jongensbesnijdenis ontmoedigen zinloos’ http://bit.ly/vkxHNe”<br />
Baby’s laten huilen om ze in slaap te ‘trainen’ is echt slecht!!! http://bit.ly/v3yCIv<br />
Ellen Plaschek<br />
@VroedvrouwEllen,<br />
250 volgers:<br />
‘Voorzichtiger<br />
geworden met wat<br />
ik deel’<br />
Ellen Plaschek, moeder van drie kinderen, ‘van wie er<br />
twee ook twitteren’, is één van de twaalf verloskundigen<br />
van de praktijk Puurvroedvrouwen in Arnhem-Zuid. “Ik<br />
ben de enige van mijn praktijk die twittert. Ik doe het op<br />
eigen titel. Als we namens de praktijk zouden twitteren,<br />
zouden we daar goede afspraken over moeten maken.<br />
De meeste collega’s hebben echter niet zoveel met<br />
Twitter. Mijn man twitterde actief en zo kwam ik op het<br />
idee om het ook eens te proberen. In de loop van de tijd<br />
ben ik wat <strong>voor</strong>zichtiger geworden met wat ik online<br />
deel. Nieuws verspreidt zich soms sneller dan je denkt.
Stel, je werkt in een klein dorp. Als je tweet over ‘een<br />
gezond meisje geboren’, dan kan de zus van de zwangere<br />
wel raden om wie het gaat. Terwijl ze het goede nieuws<br />
waarschijnlijk liever van haar eigen zus hoort. Dat neemt<br />
niet weg dat ik, met toestemming van cliënten, dingen<br />
tweet over bevallingen. Ik begeleidde bij<strong>voor</strong>beeld een<br />
3 tweets van @VroedvrouwEllen<br />
Ongekend! Weer een nacht geslapen. #stilte<strong>voor</strong>destorm<br />
<strong>Nederland</strong>se vrouw die getrouwd was met een Antilliaanse<br />
man. De bevalling was exact op de uitgerekende<br />
datum. De vrouw grapte: ‘De eerste Antilliaan die op tijd<br />
komt’. Met toestemming van het stel heb ik dat getwitterd.<br />
Los van dit soort grapjes, zet ik Twitter ook in <strong>voor</strong><br />
serieuze dingen. Als de thuisbevalling in de actualiteit is,<br />
tweet ik daarover. Wanneer gynaecologen met fysiologische<br />
wetenswaardigheden komen, vind ik dit vaak interessant<br />
om te lezen en door te geven. De KNOV volg ik ook. En,<br />
niet te vergeten; ik verspreid nieuws over mijn eigen project<br />
in Gambia, waar ik een ziekenhuis steun. Ik heb het idee<br />
dat Twitter daarnaast ook gebruikt kan worden <strong>voor</strong><br />
contact met cliënten. Nog meer dan met e-mail, kun je<br />
INNOVATIEF<br />
via twitter razendsnel communiceren. Er zijn op Twitter<br />
plannen ontstaan om in samenwerking met het Rijnstate<br />
ziekenhuis en gynaecoloog Francis Hartog een gezamenlijk<br />
twitterspreekuur op te zetten. Rijnstate heeft al<br />
ervaring met diverse twitterspreekuren.“<br />
@DrWeigertNL leuk dat jullie me volgen! Ben net op zoek naar 5 zeepdispensers <strong>voor</strong> mijn project in Gambia!<br />
Mogen gebruikt zijn.<br />
Mijn dienst score; Nacht goed slapen. 1 ochtend met dochter op eerste hulp. 9 visites 1 mevrouw met gebroken vliezen.<br />
Resultaat; Moe.<br />
Wist u dat…<br />
Het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong> sinds<br />
enkele maanden actief is op Facebook?<br />
Uw tijdschrift wil niet achterblijven in het gebruik en<br />
toepassen van de nieuwe media. Eind 2011 startte de<br />
redactie daarom een Facebookpagina. Zo’n pagina biedt<br />
kansen om nieuws, maar ook filmpjes, foto’s en actuele<br />
wetenswaardigheden op het gebied van de verloskunde<br />
snel met u te delen. Het interactieve karakter van<br />
Facebook geeft ook de mogelijkheid tot discussie<br />
waardoor u kunt lezen en zien wat uw collega’s in het<br />
verloskundig speelveld zoal bezighoudt. Diverse verloskundige<br />
praktijken houden pagina’s op Facebook bij. Na<br />
twee maanden hebben we ruim 750 Facebookvrienden:<br />
Beyoncé<br />
@Beyoncé is het adres van<br />
Beyoncé zelf. Ze heeft nog<br />
nooit een twitterbericht<br />
verstuurd, maar wel<br />
2,5 miljoen volgers!<br />
Misschien hebt u de tweet van de Amerikaanse actrice Joan Rivers<br />
ook gezien?<br />
Joan_Rivers: “Beyoncé said that she delivered her baby naturally,<br />
wich for her meant no windmachine or backupdancers.” n<br />
<strong>voor</strong>namelijk verloskundigen, maar ook veel studenten en<br />
collega’s uit de verloskundige keten zoals gynaecologen,<br />
kraamverzorgenden en doula’s. Er ontstaan ook leuke<br />
internationale contacten: onze Vlaamse collega’s hebben<br />
ons inmiddels ook gevonden.<br />
Wilt u ook vrienden worden van het TvV?<br />
Kijk dan op www.facebook.com en zoek op<br />
‘<strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong>’. n<br />
TvV februari 2012 • KNOV 47
48<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
INNOVATIEF<br />
CenteringPregnancy, een nieuwe<br />
inspirerende vorm van verloskundige<br />
zorg!<br />
Inger Aalhuizen en Marlies Rijnders<br />
Uit onderzoek in de Verenigde Staten, Engeland, Zweden<br />
en Australië blijkt dat verloskundige groepszorg in de<br />
zwangerschap volgens de methode van Centering-<br />
Pregnancy vergeleken met de standaard individuele zorg,<br />
effectief is <strong>voor</strong>al bij vrouwen met een lage sociaal<br />
economische status, allochtone vrouwen en zwangere<br />
tieners. Het verlaagt de kans op vroeggeboorte en laag<br />
geboortewicht. Het verhoogt de kans op het geven van<br />
borstvoeding, kennis van zwangerschap en ouderschap<br />
en de tevredenheid met de zorg.<br />
CenteringPregnancy integreert de prenatale controles met<br />
drie extra componenten: zelfmanagement, ontwikkeling<br />
van kennis bij zwangeren en groepsondersteuning. Acht<br />
tot twaalf vrouwen met dezelfde zwangerschapsduur<br />
ontmoeten elkaar, krijgen een grotere rol in hun eigen<br />
zorgproces zoals zelf bloeddrukmeten, wegen en hun<br />
eigen dossier bijhouden. Zij leren gezondheidsvaardigheden,<br />
participeren in gefaciliteerde discussies waardoor<br />
interactief leren wordt gestimuleerd. Daarbij ontwikkelen<br />
de vrouwen een ondersteunend netwerk met andere<br />
groepsleden. Elke groep zwangeren komt tien keer bij elkaar<br />
volgens een vast prenataal schema onder begeleiding van<br />
een verloskundige en een assistent (dit kan de praktijkassistente<br />
zijn, een kraamverzorgster, een doula enzo<strong>voor</strong>t).<br />
De groepsbijeenkomsten duren twee uur.<br />
Door de langere interactietijd tussen de zorgverlener en<br />
de zwangere kunnen zowel klinische-, psychische-,<br />
sociale- en gedragsfactoren meer uitgediept worden in de<br />
groep. De cliënt staat centraal, de vraag achter de vraag<br />
komt door groepsdynamiek naar boven en de zorgverlener<br />
leert de cliënt beter kennen. Daarnaast biedt groepszorg<br />
de zwangere de mogelijkheid tot het vormen van<br />
vriendschappen, netwerken en ondersteuningsstructuren<br />
die juist zwangeren in achterstandssituaties het meest<br />
ontberen. In plaats van de cliënt te informeren zal de<br />
verloskundige de rol van discussieleider op zich moeten<br />
nemen waarbij zij stimuleert dat vraag, raad en oplossingen<br />
uit de groepsdynamiek van zwangeren komen.<br />
TNO is partner van CenteringPregnancy in de USA en<br />
heeft CenteringPregnancy naar <strong>Nederland</strong> gehaald. De<br />
CenteringPregnancy is zorg die een bijdrage levert aan betere<br />
zwangerschapsuitkomsten en die de gezondheidsvaardigheden<br />
van vrouwen verhoogt.<br />
KNOV wil samen met TNO CenteringPregnancy geschikt<br />
maken <strong>voor</strong> de verloskundige zorg in <strong>Nederland</strong>, zowel<br />
<strong>voor</strong> eerste als tweedelijns verloskunde. In nauwe samenwerking<br />
met drie verloskundigen praktijken in <strong>Nederland</strong> is<br />
een belangrijke eerste stap gezet. De inhoud van de<br />
bijeenkomsten is aangepast aan de <strong>Nederland</strong>se situatie en<br />
de verloskundigen en hun assistenten hebben een gedegen<br />
training ondergaan. <strong>Verloskundigen</strong> praktijken ‘De Bakermat’<br />
in Wageningen, ‘Aan ’t IJ’ en ‘Vida’ in Amsterdam zijn<br />
als eerste praktijken gestart met CenteringPregnancy.<br />
Daarnaast heeft het consortium Noordelijk Zuid-Holland<br />
CenteringPregnancy als projectidee genomen <strong>voor</strong> de<br />
ZonMw aanvraag Zwangerschap en Geboorte en hebben<br />
de KNOV en TNO subsidie aangevraagd bij het Nuts-<br />
Ohrafonds <strong>voor</strong> verdere implementatie. Kortom u zult in<br />
de toekomst hier nog heel veel van horen!<br />
In het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong> van april 2012 zult u<br />
uitgebreider worden geïnformeerd over deze inspirerende<br />
vorm van zorg.<br />
Meer weten: www.tno.nl/centeringpregnancy,<br />
www.verloskundigenwageningen.nl of www.centeringhealtcare.org<br />
of neem contact op met Marlies.Rijnders@tno.nl<br />
of Inger Aalhuizen van de KNOV, iaalhuizen@knov.nl n
© Ton van de Coevering<br />
Onweer<br />
PRAKTIJK<br />
Het is broeierig heet als ik ‘s avonds de dienst in ga. De weers<strong>voor</strong>spellingen<br />
beloven dan ook niet veel goeds; flinke onweersbuien. “Hopelijk zal het niet te<br />
erg tekeer gaan” denk ik nog. Dan gaat de diensttelefoon. Het is Mohammed;<br />
Semira, zwanger van haar tweede kindje, heeft weeën.<br />
Een minuut of tien later sta ik in de slaapkamer van de familie. Semira vangt net<br />
een wee op. “Hoi, het gaat goed hè” zeg ik, “maar wat een nacht om te<br />
bevallen”. Semira knikt en lacht. “Je hebt helemaal gelijk” zegt ze, “maar deze<br />
weeën verdwijnen echt niet meer!” Na het toucheren bevestig ik elk woord van<br />
Semira; deze baby wordt vannacht geboren!<br />
Wanneer de kraamverzorger een uurtje later arriveert, heeft Semira een nette<br />
zeven centimeter. Het vruchtwater is mooi<br />
helder. Het duurt dan ook niet lang of Semira<br />
mag gaan persen.<br />
Maar dan valt de tot nu toe zo vlotte bevalling<br />
plotseling stil. Semira krijgt nauwelijks persdrang.<br />
“Dit klopt niet” denk ik. Het kindje lijkt ook<br />
niks dieper te komen. “Gelukkig hebben we<br />
prima cortonen” denk ik nog. Ik besluit het<br />
nog heel even aan te zien.<br />
Helaas verandert er niet veel in de minuten<br />
erna. Net wanneer ik besluit Semira te vertellen<br />
dat we beter naar het ziekenhuis kunnen gaan<br />
hoor ik een daling in de hartslag van het kindje.<br />
Niet dramatisch en gelukkig met herstel. “Semira zou je nog een keer met alle<br />
kracht kunnen persen?!” roep ik “Het zou fijn zijn als je kindje hier thuis geboren<br />
zou kunnen worden.” Ik zie dat Semira haar best doet, maar het levert geen enkel<br />
resultaat op. Als ik de doptone er weer op zet zijn de cortonen slecht, heel slecht.<br />
Dan gaat het snel; ambulance en collega worden in een paar luttele seconde<br />
gebeld. Mohammed schrikt, ziet mijn bezorgde blik. Gelukkig hoor ik mijn<br />
collega enkele minuten later binnenstappen. “Slechte cortonen, geen enkele<br />
vordering, matige weeën, waarschijnlijk groot kind, ambulance is gebeld,<br />
dwarsbed, epi, expressie, ritgen!” roep ik.<br />
In een roes werken we samen. Semira perst of haar leven ervan afhangt. Een<br />
minuut of zes later wordt het hoofdje geboren, maar het kindje zit vast, muurvast.<br />
Vlug wordt Semira omgedraaid. Dan wordt het doodstil in de kamer. Het lijkt een<br />
eeuwigheid te duren maar plots voel ik het armpje, beweeg het naar voren en<br />
voel beweging komen in het kindje. Ik hoor de opluchting om mij heen. Deze<br />
vreugde duurt maar heel kort; een groot jongetje wordt levenloos geboren. In<br />
een flits haal ik een strakke omstrengeling van zijn nek. Wanneer ik me omdraai<br />
zie ik mijn collega al met de zuurstof klaarstaan.<br />
Hoe lang ik heb beademd weet ik niet meer, maar ineens was het daar, uit het<br />
niets, een hele diepe ademteug en twee kleine oogjes die open gingen! “Het<br />
gaat echt goed met hem!” hoor ik mijn collega zeggen. Ik wist het, ik zag het,<br />
maar ik was de woorden kwijt.<br />
Als ik opkijk, zie ik in de ravage twee ambulancebroeders binnenstappen. Terwijl<br />
ik buiten in alle hevigheid de onweersbui hoor losbarsten, pak ik het krijsende<br />
jongetje op en geef hem aan Semira, die met een verbijsterde blik en uitgestrekte<br />
armen haar zoon aanpakt. n<br />
Beppie Benschop<br />
TvV februari 2012 • KNOV 49
50<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
PRAKTIJK<br />
© Nicole Romijn Fotografie
Op de website stond dat ik op Westerkade 24<br />
moest zijn. Zo heet ook de praktijk. Er staan<br />
daar wat fietsen <strong>voor</strong> de deur, aan de overkant<br />
van de kade is voldoende parkeergelegenheid.<br />
Van hier uit zie ik een oud pand met twee<br />
verdiepingen en een verlaagde zolderverdieping<br />
onder een geknikt dak. Leuk pand, maar toch<br />
ben ik niet helemaal overtuigd dat dit het juiste<br />
adres is; op de gevel staat namelijk in steen<br />
gehouwen en daarom nogal nadrukkelijk:<br />
rUNd-, KaLfs-, LaMs- EN VarKENssLaGErij.<br />
Gelukkig wordt snel duidelijk dat ik toch echt op Westerkade<br />
24 moet zijn. Tirza – één van de vijf verloskundigen<br />
die hier werkzaam zijn –zegt: “Tja die slagerij... Het pand<br />
staat op de monumentenlijst, dus de gevel blijft de<br />
gevel.” Op het raam van de oorspronkelijke etalage van<br />
de slagerij staat inderdaad dat het hier om een verloskundige<br />
praktijk gaat, maar – het moet gezegd – dat is<br />
nu niet de tekst die het eerste opvalt…<br />
Aan de Westerkade 24 in Utrecht werken vijf verloskundigen<br />
in wisselende diensten: Petra Blokker, Claartje Hart,<br />
Jet Janssen, Tirza Janssen, en Ans Noten. De praktijkassistente<br />
is Erlijne Fischer.<br />
de praktijk<br />
Petra Blokker en Ans Noten kochten vijf jaar geleden dit<br />
pand dat zij al langer gezamenlijk huurden. De verhuurder<br />
wilde het verkopen en de verloskundigen wilde met de<br />
praktijk op dit adres blijven. Gelukkig is de koop geslaagd<br />
en zijn de verloskundigen zeker van hun stekkie. Er is nog<br />
wel een bovenhuurder. Ze hopen dat die eens vertrekt,<br />
want dat biedt dan mogelijkheden tot uitbreiding.<br />
Natuurlijk ging er aan de koop wel wat discussie <strong>voor</strong>af.<br />
Het pand met z’n vijven kopen, leek geen optie. Stel dat<br />
iemand weg wil, dan moet die uitgekocht worden, dat kost<br />
geld. Met twee kopers verklein je dat risico met meer dan de<br />
helft. Petra en Ans werkten al heel lang samen en durfden<br />
dit samen wel aan,dus was dit een logische constructie.<br />
Het is knus, maar klein op Westerkade 24. Tirza: “We<br />
houden allemaal spreekuur in deze onderzoekskamer, het<br />
is de enige die we hebben. Dat vraagt om een zorgvuldige<br />
planning, maar het heeft ook <strong>voor</strong>delen: we hebben alles<br />
binnen handbereik: een computer, de telefoon, enzo-<br />
PRAKTIJK<br />
De werkplek van …<br />
Ans, Claartje, Jet, Petra, Tirza: Westerkade 24 te Utrecht<br />
Wil van Veen<br />
<strong>voor</strong>t. Het past allemaal precies en de ruimte wordt<br />
optimaal benut.” Tijdens het gesprek met Tirza, want zij<br />
heeft nu de onderzoekskamer tot haar beschikking,<br />
komen bijkomende <strong>voor</strong>delen van de kleine behuizing<br />
aan de orde. ‘Als een cliënt tussentijds belt en het is<br />
verstandig om haar te zien, dan kan ik vaak niet hier<br />
terecht, omdat er spreekuur is van een van de collega’s.<br />
Ik ga dan dus maar op huisbezoek. Zo zie ik direct de<br />
woon- en leefomgeving van de cliënt.”<br />
Tirza Janssen is de opleiding verloskunde gaan doen toen zij al<br />
moeder was. ‘Ik wilde als dertienjarige al verloskundige worden,<br />
maar toen ik klaar was met school, werd ik uitgeloot. In de<br />
tussentijd ging ik wat anders doen, stichtte een gezin maar toen<br />
de jongste vier was geworden, ben ik weer gaan studeren en nu<br />
ben ik verloskundige. Ik heb een geweldig vak, maar wat ik<br />
evenzeer ben gaan waarderen, zijn alle dingen er omheen:<br />
de kring, het VSV, alle ontwikkelingen die gaande zijn, die<br />
verscheidenheid… Ik geniet met volle teugen…’<br />
De praktijk maakt sinds mei 2011 gebruik van Onatal<br />
online. “Heerlijk is dat, want we kunnen nu overal<br />
inloggen, ook thuis, tijdens de achterwacht bij<strong>voor</strong>beeld.<br />
Degene die dienst heeft neemt de iPad mee naar de<br />
cliënt. Alle informatie is daarmee binnen handbereik.<br />
Helaas is het nog niet zo dat alle gegevens gemakkelijk<br />
en snel bij een overdracht digitaal kunnen worden<br />
doorgegeven. Het programma is ook nog wat traag. Wij<br />
streven ernaar om straks allemaal een iPad te hebben en<br />
daar standaard mee te werken.”<br />
Op de praktijk worden ook echo’s gemaakt. Het apparaat<br />
staat als het niet gebruikt wordt in de kast; <strong>voor</strong> een<br />
huiselijke, minder technische uitstraling. Tijdens het<br />
© Nicole Romijn Fotografie<br />
TvV februari 2012 • KNOV 51
52<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
PRAKTIJK<br />
echo-onderzoek kan de cliënt meekijken op een extra<br />
beeldscherm dat ter hoogte van het voeteneind aan het<br />
plafond is gemonteerd.<br />
de cliënten<br />
De praktijk telt 420 tot 430 zorgeenheden. Het landelijk<br />
gemiddelde van overdracht naar de tweede lijn wordt bij<br />
de praktijk op de Westerkade niet overstegen. Onder de<br />
cliënten bevinden zich relatief veel oudere primen tussen<br />
de 32-37 jaar, veelal hoogopgeleid. In percentages:<br />
30-34 jaar 48, 64%, 35_39 jaar 17,37% (bron: LVR 2010).<br />
“We laten bij deze groep vrouwen wat sneller groeiecho’s<br />
maken; wij zijn wat <strong>voor</strong>zichtiger, maar dat zijn de<br />
zwangeren in deze groep ook met als gevolg veel<br />
poliklinische bevallingen. Vanaf april 2012 hebben we<br />
een eigen geboortehuis, een prima oplossing <strong>voor</strong> deze<br />
doelgroep.” In percentages: van alle vrouwen die bij de<br />
Westerkade bevallen, bevalt 47,9% thuis. Daarvan zijn<br />
35,2% primen en 54,1% multen.<br />
Die multen gedragen zich gemiddeld: deze groep doet<br />
meer aan thuis bevallen, maar dat is ook niet anders dan<br />
elders. “Als ik erover nadenk, zijn we wel erg doorsnee.”<br />
Toch heeft Tirza nog een aandachtspunt: “Ik weet ook<br />
niet of het anders is in andere praktijken, maar wat me<br />
opvalt, is het aantal vrouwen met een of andere vorm van<br />
psychische problematiek. Mogelijk is het tijd-eigen, maar<br />
ik kan me dit van vroeger niet herinneren.”<br />
de samenwerking<br />
De Westerkade 24 is een hechte en stabiele maatschap.<br />
‘Ik ben de laatste die er bij is gekomen en dat is alweer<br />
acht jaar geleden. Ans, Claartje en ik hebben hier indertijd<br />
stage gelopen en na onze opleiding zijn we hier meteen<br />
ingeschoven. We komen veelvuldig bij elkaar over de<br />
vloer, vanwege de overdracht, maar ook daarbuiten. We<br />
voelen ons bijna meer familie dan collega’s. De praktijk<br />
dragen we echt met ons vijven en daardoor hebben we<br />
heel veel contact, ook buiten het werk om.<br />
Met de andere praktijken in onze kring hebben we<br />
meegedaan met Slagkracht. Daar is het idee ontstaan om<br />
een coöperatie te vormen. Ik zit in het bestuur en we zijn<br />
allemaal erg druk met statuten, een jaarplan, het<br />
aannemen van een betaalde directeur en zo. Een van<br />
onze belangrijkste doelstellingen is om als beroepsgroep<br />
goed zichtbaar te worden, ons te positioneren en om<br />
samen sterk te staan.<br />
“We hebben een heel goed samenwerkingsverband met<br />
het Diaconessenhuis dat midden in ons werkgebied ligt.<br />
Claartje Hart van onze praktijk is secretaris van het VSV.<br />
Met elkaar, en met een aantal andere verloskundige en<br />
de gynaecologen, zijn we een ‘in-zwangachtig’ project<br />
gestart waarin we, onder andere tijdens een maandelijks<br />
overleg, casuïstiek en zo nodig een behandeltraject met<br />
elkaar bespreken. Nieuw is ook dat vorige week – <strong>voor</strong><br />
het eerst - dr. Nico Schuitemaker, gynaecoloog van het<br />
Diaconessenhuis, hier op de praktijk is gekomen om een<br />
gezamenlijk spreekuur te houden, speciaal <strong>voor</strong> cliënten<br />
met een BD-indicatie. Dit was echt een laagdrempelig<br />
gebeuren, een service <strong>voor</strong> de cliënten. We moeten het<br />
© Nicole Romijn Fotografie
nog evalueren, maar ik hoop dat we hier mee door zullen<br />
gaan. Hij was in ieder geval enthousiast en wij ook.<br />
We staan aan het begin van een intensieve samenwerking,<br />
waarin wij kunnen doen waar we goed in zijn:<br />
laagdrempelige goede zorg, dicht bij huis en de gynaecoloog<br />
<strong>voor</strong> de zwangere die intensievere controles nodig<br />
heeft. Hij is een samenwerking die door alle partijen<br />
gewenst wordt.”<br />
Reeks<br />
Dit artikel is het eerste uit een reeks van tien<br />
over verloskundigen praktijken. Verschillen in<br />
huisvesting, organisatie, in- en externe samenwerking<br />
komen hier aan de orde.<br />
Volgende maand: Zwolle!<br />
Denk je dat je hier een goed verhaal hebt: bel<br />
Wil van Veen 06 53359153.<br />
Het geboortehuis<br />
In het Diaconessenhuis zal vanaf april het geboortehuis zijn<br />
gevestigd. Het is een initiatief van tien samenwerkende<br />
verloskundige praktijken in samenwerking met STBN en<br />
bedoeld om vrouwen een extra keuze <strong>voor</strong> de bevalplek te<br />
bieden. Zij kunnen straks met hun eigen verloskundige in<br />
een huiselijke sfeer in het ziekenhuis bevallen. n<br />
U.E4.071<br />
Kamer 4<br />
Kamer 3<br />
Kantoor<br />
Kamer 2<br />
Kamer 1<br />
Personeelsruimte<br />
Badkamer 4<br />
Wand sauzen<br />
Visual op wand<br />
D<br />
PRAKTIJK<br />
Badkamer 3<br />
Visual op wand<br />
C<br />
Behang<br />
Visual op wand<br />
B<br />
Visual op wand<br />
A<br />
Behang<br />
Toilet<br />
Opslag<br />
Opslag<br />
Opslag<br />
Badkamer<br />
2<br />
Badkamer<br />
1<br />
Toilet<br />
Visual op wand<br />
E<br />
Nieuwe wand<br />
+ deur!<br />
Visual op wand<br />
E<br />
Let op,bestaande<br />
schuifdeuren<br />
weggehaald<br />
lw<br />
Logo op entree_F<br />
© Nicole Romijn Fotografie<br />
U.E4.002<br />
U.E4.054<br />
Spoelruimte<br />
Keuken<br />
U.E4.001<br />
TvV februari 2012 • KNOV 53<br />
lw
Verloskundige pr aktijk E rmelo<br />
Odéje Aardema Stationsstraat 141-25<br />
Attie van Herwijnen 3851 NE Ermelo<br />
Edith Sijmons tel: 06 – 51 46 30 92<br />
www.verloskundigepraktijkermelo.nl<br />
Op zoek naar een baan in de zomer?<br />
Ermelo ligt aan de rand van de Veluwe én aan de rand<br />
van het Veluwemeer. Dus ook tijdens een rustige dienst<br />
is er genoeg te beleven!<br />
Wij zoeken:<br />
een enthousiaste verloskundige om bij ons te komen<br />
waarnemen<br />
• Voor de zomerperiode van 7 juli - 19 augustus 2012<br />
• Voor gemiddeld 5 dagen per week<br />
Wij bieden:<br />
• een gezellige dorpspraktijk met ongeveer 260 inschrijvingen<br />
/ jaar<br />
• een eigen praktijkruimte<br />
• een eigen echo-apparaat<br />
• een goede samenwerking met de 1e en 2e lijn<br />
• een volledig geautomatiseerde praktijk (Onatal)<br />
Ook als je deze zomer afstudeert, is je reactie van harte<br />
welkom.<br />
Voor meer informatie kun je ons bellen op:<br />
06 – 51 46 30 92<br />
Heb je interesse, stuur dan je reactie naar:<br />
info@verloskundigepraktijkermelo.nl of bel ons op<br />
bovenstaand nummer.<br />
Waarneming gezocht:<br />
Marie-Hélène van<br />
Embé verloskundigen<br />
in Zoetermeer is op<br />
zoek naar waarneming.<br />
Voor (in ieder geval)<br />
een periode van<br />
6 maanden.<br />
Startdatum: het liefst zo snel mogelijk.<br />
Onze praktijk heeft 5 verloskundigen, een<br />
echoscopiste en een praktijkassistente.<br />
Ong. 400 ZE per jaar. Gemêleerde cliëntenpopulatie.<br />
Zolderetage beschikbaar tijdens de diensten<br />
(evt. inclusief diner tegen een kleine vergoeding).<br />
En…. 1x per maand met 2 personen gratis lekker<br />
skiën of snowboarden incl. materiaal bij<br />
Dus ben je op zoek naar waarneming? ……<br />
aan ons en neem contact met mij op!<br />
Marie-Hélène Vollema:<br />
06-25012755 of lene1970@live.nl<br />
Verloskundige Maatschap Lammenschans<br />
Leiden e.o.<br />
Zoekt per 1 juni 2012 een nieuwe maat, wegens vertrek van<br />
een van ons.<br />
Wij bieden:<br />
• Vier andere collega’s<br />
• Een gezellige stadspraktijk met een gemêleerde<br />
cliëntenpopulatie<br />
• Eigen praktijkruimte in een kleinschalig gezondheidscentrum<br />
• Volledig geautomatiseerd met Orfeus online<br />
• Goede samenwerking met de eerste en tweede lijn en<br />
eerstelijns echocentrum<br />
• Een rooster waarin onder andere kraamvisites en diensten<br />
zijn gescheiden<br />
Kom jij ons team versterken?<br />
Carla Belonje<br />
Karin Fuite<br />
Vusalja Huseynova<br />
Kim Remmelink<br />
Gea Reussing<br />
Dienke van Stein<strong>voor</strong>n<br />
Esther Verboom<br />
Verloskundige praktijk Nop/Lemsterland zoekt per<br />
mei 2012 een enthousiaste verloskundige (fulltime).<br />
Wij bieden:<br />
• Een zelfstandige en uitdagende functie in een plezierig<br />
team van 7 verloskundigen en 3 praktijkassistentes.<br />
• Een grote praktijk met 521 zorggevallen, waaronder<br />
veel thuispartus en een achterwacht die visites doet.<br />
• Een praktijkruimte met het Echo- en Regionaal<br />
Screeningscentrum NOP en hebben daarnaast<br />
een goede samenwerking met de 1e en 2e lijn.<br />
Sleutelwoorden:<br />
Cliënt gerichte zorg, betrokkenheid en flexibiliteit.<br />
Trees van het Kaar<br />
Barbara Lapperre<br />
Viola Vlogtman<br />
Susanne Kruijf<br />
Annabelle Iken<br />
Wij zijn op zoek naar:<br />
• Een leuke, enthousiaste collega, die ons team wil komen<br />
versterken<br />
• BIG geregistreerd en ingeschreven in kwaliteitsregister<br />
Kijk <strong>voor</strong> een uitgebreide impressie op onze website<br />
www.verloskundige-leiden.nl.<br />
Ben je geïnteresseerd?<br />
Neem dan contact met ons op <strong>voor</strong> 1 april 2012.<br />
Verloskundige Maatschap Lammenschans<br />
Bloemistenlaan 45A, 2313BB Leiden<br />
Telefoon: 071-5144071<br />
Heb je er zin in? Kijk naar ons bedrijfsfilmpje op onze<br />
website www.verloskundigepraktijknoplemsterland.nl.<br />
Voor meer informatie over de functie kun je bellen met:<br />
Gea Reussing 06-10472104 / Kim Remmelink 06-2053654.<br />
Jouw reactie ontvangen wij graag <strong>voor</strong> 10 maart a.s.<br />
Je kunt deze sturen naar geareussing@wanadoo.nl<br />
of Kon. Julianastraat 41C, 8302 CD Emmeloord.<br />
Tel: 0527-614136<br />
www.verloskundigepraktijknoplemsterland.nl
Wat is je motivatie om verloskundige te worden?<br />
De diversiteit van het beroep sprak me heel erg aan,<br />
bovendien is het een dankbaar beroep. Ik wilde graag<br />
wat medisch doen, maar wilde daarin wel mijn eigen<br />
beslissingen kunnen nemen, dus de zelfstandigheid van<br />
het vak verloskunde was ook belangrijk <strong>voor</strong> mij.<br />
Welk onderdeel van het vak boeit jou het<br />
meest?<br />
Dat is toch wel de partus, het begeleiden van mensen<br />
tijdens de bevalling. De blijdschap, maar ook de spanning<br />
die daar bij hoort, vind ik geweldig. Vooral in het begin<br />
van je studie is de bevalling het leukst, maar eigenlijk vind<br />
ik alles superleuk!<br />
Waar zag je je eerste bevalling en welke<br />
indruk had die op jou?<br />
Mijn eerste bevalling zag ik in Enschede, waar ik woon;<br />
nog vóór ik begon met de opleiding. Mijn buurvrouw is<br />
namelijk verloskundige en ik mocht een keer met haar<br />
meelopen. Het was eigenlijk een vreselijke bevalling, want<br />
het was in het ziekenhuis en het kindje kwam heel blauw<br />
ter wereld en moest worden gereanimeerd. Maar dat heeft<br />
me niet ontmoedigd. Het gaf me nog meer motivatie om<br />
verloskundige te worden, omdat ik zag hoe je er <strong>voor</strong><br />
mensen kunt zijn en dat je echt een verschil kunt maken.<br />
Wat is je favoriete vak op de opleiding?<br />
De verloskundige vaardigheden, want die komen het<br />
dichtst in de buurt van wat je eigenlijk wilt doen. Dit vak<br />
kregen we <strong>voor</strong>al tijdens het begin van de opleiding. Nu<br />
in het derde en vierde jaar krijgt het binnenschoolse<br />
onderwijs een andere invulling en zijn de stages favoriet.<br />
Waar zou je tijdens de opleiding meer aandacht<br />
aan willen besteden?<br />
Ik vind eigenlijk dat de opleiding wel goed in elkaar zit,<br />
<strong>voor</strong>al wat betreft de leerstof. Het is heel volledig. Wel<br />
zou ik wat meer aandacht en begeleiding gehad willen<br />
hebben in het goed vormgeven van je portfolio. Hiermee<br />
moet je uiteindelijk aantonen dat je er klaar <strong>voor</strong> bent.<br />
PRAKTIJK<br />
Vijf minuten interview met<br />
Anique Welmerink, zij is 21 jaar en 4e jaars student aan de VAR<br />
Waar verheug je je op als je straks zelfstandig<br />
gaat werken?<br />
Dat ik niet meer op mijn vingers gekeken wordt. Ik mag<br />
straks mijn eigen visie en beleid vormen zoals ik denk dat<br />
het zou moeten. Niet meer werken op basis van de visie<br />
van mijn begeleiders.<br />
Waar zie je het meest tegen op?<br />
Ik zie toch wel een beetje op tegen de crisismomenten.<br />
Misschien ga je wel wat meemaken dat je niet tijdens je<br />
stages hebt meegekregen. Maar ik maak me ook zorgen<br />
over het mogelijk verdwijnen van de thuisbevalling. Dat<br />
zou toch wel doodzonde zijn. Hoewel, ik denk niet dat<br />
die helemaal zal gaan verdwijnen, de thuisbevalling zal<br />
altijd blijven bestaan. Hopelijk kunnen we in de toekomst<br />
meer aandacht besteden aan pijnbestrijding in de<br />
thuissituatie, want dat is volgens mij toch wel een van de<br />
redenen dat veel mensen naar het ziekenhuis gaan.<br />
hoe ziet je ideale werkplek eruit?<br />
Ik wil heel graag in een plattelandspraktijk werken met<br />
drie of vier collega’s. Hopelijk bevind mijn toekomstige<br />
werkplek zich ergens in het oosten van het land in een<br />
dorp. Op het platteland is de sfeer vaak persoonlijker en<br />
doe je meer thuisbevallingen. Ik zou graag echt vraaggericht<br />
willen werken. Dus als bij<strong>voor</strong>beeld een zwangere<br />
tijdens de eerste controle over de bevalling wil praten,<br />
dan moet dat kunnen. En natuurlijk vind ik het belangrijk<br />
om leuke collega’s te hebben! n<br />
TvV februari 2012 • KNOV 55
56<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
PRAKTIJK<br />
Ach, vroeger…<br />
Columns uit de oude doos,<br />
verhalen over vroeger, geschreven<br />
door Imke Rosink, oud-vroedvrouw.<br />
Ingekort door de redactie.<br />
Prima en Prachtig<br />
De gynaecoloog had haar in zijn wijsheid een medische indicatie gegeven <strong>voor</strong><br />
haar volgende bevalling. Bij haar eerste kind wist ze de verloskamer niet te halen,<br />
maar beviel ergens op de stoep. Dat is niet de beste plek en zoiets geeft een<br />
hoop gedoe.<br />
Ik hoorde haar verhaal aan en in mijn wijsheid raadde ik haar aan thuis te<br />
bevallen, want een medische indicatie geeft geen garantie dat je de verloskamer<br />
wel zal halen: ze liet zich graag overtuigen.<br />
David, een Amerikaanse gynaecoloog in opleiding, viel in <strong>Nederland</strong> van de ene<br />
in de andere verloskundige verbazing. Na een tijdje Wilhelmina Gasthuis was hij<br />
helemaal in de gloria toen hij een week in onze praktijk mocht meelopen. Die<br />
kraamvisites thuis! Die fysiologische instelling van ons vroedvrouwen! Zijn twee<br />
woorden <strong>Nederland</strong>s, prima en prachtig met een vette Amerikaanse ahrr, strooide<br />
hij gul rond om zijn enthousiasme te betuigen.<br />
Nu nog een keer een thuisbevalling meemaken… Nee, hij zou het niet durven<br />
om zelf dan een kind aan te pakken. Nee zeg, stel je <strong>voor</strong>! Doodeng!<br />
En zo viel op een goede dag alles op zijn plek. Het telefoontje:’Ik weet het niet<br />
hoor, maar misschien voel ik wel wat in mijn buik, maar ik kan het ook helemaal<br />
Mijn verzekeringen zijn op orde!<br />
Dankzij de speciale arbeidsongeschiktheidsverzekering <strong>voor</strong> verloskundigen.<br />
Een zeer concurrerende premie <strong>voor</strong> leden van de KNOV.<br />
De <strong>voor</strong>delen van deze speciale arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn o.a.: - Beroepsarbeidsongeschiktheid<br />
- Gratis ongevallendekking<br />
- Extra aanvangskorting<br />
- Gunstige zwangerschapsregeling<br />
- Premiekorting in pakket met andere verzekeringen<br />
- Verhogen zonder medische verklaring<br />
- Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid<br />
- Mede tot stand gekomen door uw beroepsvereniging<br />
Frisia Verzekeringen<br />
Javastraat 1a<br />
2585AA Den Haag<br />
T. 070 342 01 50<br />
F. 070 362 54 94<br />
E. info@frisiaverzekeringen.nl<br />
Frisia Verzekeringen is uitvoerder mantelcontract KNOV<br />
Vraag nu een offerte aan via onze website www.frisiaverzekeringen.nl
© Henk van Ruitenbeek<br />
PRAKTIJK<br />
mis hebben.’ David gebeld, hij zou een fiets lenen en meteen komen. Ik ging ook<br />
op een holletje weg.<br />
Er heerste rust in huis, de opgewonden commentaarstem van de tv niet meegerekend.<br />
De aanstaande vader kwam stralend zeggen dat dit thuisbevallen hem<br />
wel beviel, hij kon nu de voetbalwedstrijd op tv zien in plaats van stressig in de<br />
auto zitten en in het ziekenhuis rond te hangen. Samen kozen we babykleertjes<br />
uit, maar daarna wilde ze liever even op bed gaan liggen. Mijn tempo om alles<br />
klaar te leggen ging meteen een aantal versnellingen hoger; partusset en twee<br />
paar steriele handschoenen lagen direct klaar. Het ging snel, erg snel, maar we<br />
waren mooi op tijd.<br />
‘David, kun jij even de cortonen tellen?’<br />
Dat kon hij wel en ik hoorde zijn sonore stem zeggen dat de hartslag van het<br />
kind prima en prachtig was.<br />
‘David, ik ben nog even met het kruikje bezig, help jij haar even haar onderbroek<br />
uit te trekken.’<br />
Ik hoorde aan haar ademhaling dat het persen begon, maar bleef zelf - met<br />
opzet - heel erg bezig met dat kruikje en wat warme doeken.<br />
‘Ik kom zo hoor David, maar mocht je haartjes zien wil je dan alvast handschoenen<br />
aantrekken om me te assisteren?’ David vond het prima om een helpende<br />
hand te bieden.<br />
Haartjes werden zichtbaar. Ik zag het niet, maar hoorde het aan de steeds<br />
hogere toon van Davids mantra prima en prachtig. Het werd tijd om me om te<br />
draaien en mee te kijken. David kon niet anders dan het kind aanpakken en hij<br />
deed dat prima. Ik kan wel zeggen: hij deed het prachtig!<br />
Er was een kindeke geboren en vreugde alom.<br />
Vader zat net in de rust van de voetbalwedstrijd op tv en kwam even kijken. Ja,<br />
geweldig mooi vond-ie het, maar toen de tweede helft begon, verdween hij weer.<br />
David was euforisch. Een thuisbevalling! Hij had het kind aangepakt! Die mensen<br />
hier vonden het maar gewoon dat ze thuis even een kind kregen! Nou, hij vond<br />
het véél meer dan alleen maar prachtig.<br />
Het werd tijd om op te stappen en ik zag David zwierig stoep op en stoep af op<br />
zijn geleende fiets de straat uitgaan. n<br />
Imke Rosink<br />
TvV februari 2012 • KNOV 57
OP ZOEK NAAR EEN VASTE RELATIE?<br />
Na jaren van solistisch werken heb ik de intentie om mijn<br />
praktijk met een enthousiaste collega te delen.<br />
IK ZOEK EEN COLLEGA MET DE VOLGENDE EIGENSCHAPPEN:<br />
• Betrokkenheid naar de cliënten en goede sociale vaardigheden<br />
• Initiatiefrijk, punctueel en nauwgezet, kunnen denken in<br />
mogelijkheden<br />
• Geen negen tot vijf mentaliteit<br />
• De verloskundige zorg in al zijn facetten een warm hart toedragen<br />
• Ondernemen en innoveren als kans en niet als bedreiging ervaren<br />
• Vaardig met de computer<br />
WAT HEB IK TE BIEDEN:<br />
• Per direct een full-time plek binnen de praktijk, met de mogelijkheid<br />
om te associëren (andere werkvormen zijn bespreekbaar).<br />
• Een goed georganiseerde kleinschalige praktijk (ongeveer<br />
260 zorgeenheden), waarbij ruimte is <strong>voor</strong> persoonlijke<br />
ontplooiing en innovatie<br />
• KNOV-geaccrediteerde praktijk (eerste in Noord-Holland)<br />
• Participatie in diverse netwerken en innovatieve projecten<br />
• Volledig geautomatiseerd met Onatal, eigen praktijkpand en<br />
assistente<br />
INTERESSE?<br />
Schriftelijke reacties <strong>voor</strong>zien van CV kunnen gestuurd worden naar:<br />
Verloskundige praktijk Haarlem-Noord<br />
T.a.v. D. Ottens, Tesselschadeplein 8, 2026 SV Haarlem,<br />
of naar d.ottens@verloskundigepraktijkhaarlem-noord.nl<br />
Voor meer informatie is het mogelijk om contact op te nemen<br />
met Dieuwke Ottens, tel nr: 023-5511895/06-12024397.<br />
Uiteraard is informatie over de praktijk te vinden op de website:<br />
www.verloskundigepraktijkhaarlem-noord.nl<br />
Vraag uw gratis<br />
samples aan<br />
<strong>voor</strong> de praktijk via<br />
info@salus.nl<br />
laag HB gehalte?<br />
MOE?<br />
Natural healthcare since 1916<br />
Ook verkrijgbaar<br />
in tabletvorm! tabletvorm!<br />
Ben jij die nieuwe energieke collega<br />
waar we naar op zoek zijn?<br />
Wat kunnen we je bieden?<br />
plattelandspraktijk in de West-Alblasserwaard<br />
150 zorgeenheden<br />
Vanaf juni 2012 <strong>voor</strong> 2-3 dagen/week<br />
Eigen praktijkpand met daarin ook onze<br />
Geboortewinkel Ik & Uk<br />
Eigen echo-apparaat (bevoegdheid is gewenst)<br />
Iedere vorm van samenwerking is bespreekbaar!<br />
Interesse? Mail naar: info@mijnverloskundige.nl<br />
of bel: 06-22063520 (graag binnen 2 weken)<br />
Floradix ® helpt je er zo weer bovenop!<br />
Al vele generaties word Floradix geadviseerd aan vrouwen<br />
die moe zijn o.a rond de zwangerschap. Tijdens deze periode<br />
is het namelijk belangrijk om het lichaam van extra ijzer te<br />
<strong>voor</strong>zien.<br />
IJzer is onmisbaar en houdt je energiek, actief en fit tijdens<br />
de zwangerschap en geeft een goede ondersteu ning aan de<br />
ontwikkeling van de baby.<br />
Maar ook om snel te herstellen na een bevalling met veel<br />
bloedverlies of bij borstvoeding, wordt vaak geadviseerd om<br />
Floradix te gebruiken. Een baby consumeert immers veel<br />
ijzer <strong>voor</strong> een goede ontwikkeling van het lichaam.<br />
De kruiden in Floradix ondersteunen een regelmatige stoelgang<br />
wat prettig is bij inname van een ijzersupplement.<br />
Floradix ® Floradix kruiden ijzer-elixir<br />
• <strong>voor</strong>, tijdens en na de zwangerschap<br />
• herstellenden na ziekte of ingreep<br />
• tijdens de menstruatieperiode<br />
• <strong>voor</strong> iedereen die de hele dag energie wil behouden<br />
floradix.nl<br />
kruiden ijzer-elixir<br />
<strong>voor</strong> meer energie<br />
adv floradix KNOV.indd 1 4/07/2011 11:11:41
Erna Kerkhof<br />
In deze nieuwe rubriek van het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong><br />
willen we u kennis laten maken met onze<br />
buitenlandse collega’s en het werk dat ze doen in Europa.<br />
Goed beschouwd is <strong>Nederland</strong> eigenlijk maar een klein<br />
landje in die hele grote wereld. Dat is niet iets om ons<br />
<strong>voor</strong> te schamen, maar waarom zouden we binnen die<br />
beperkte grenzen blijven als er ook in het buitenland<br />
kennis en kunde te halen is?<br />
Wat betreft de verloskunde hoeven we ons zeker niet te<br />
schamen. We weten allemaal dat we in <strong>Nederland</strong> een<br />
opmerkelijk en kwalitatief goed verloskundig systeem<br />
hebben. Een systeem dat we willen ‘doorontwikkelen’.<br />
Overal in den lande is men bezig om met de cliënt<br />
centraal en met behoud van oude waarden, wensen en<br />
gewoontes het systeem te fine tunen, te verbeteren, naar<br />
nieuwe mogelijkheden tot samenwerking te kijken en de<br />
zorg te optimaliseren.<br />
Het is goed om contact te hebben en te onderhouden<br />
met onze collega’s van buiten de grenzen. Een van de<br />
manieren waarop we dat doen is door te participeren<br />
binnen de EMA.<br />
Een keer per jaar ontmoeten de afgevaardigden uit de<br />
verschillende landen elkaar tijdens de algemene ledenvergadering<br />
van de EMA: ieder jaar op een andere locatie<br />
binnen Europa. Het bestuur van de EMA komt een aantal<br />
keren per jaar onder leiding van haar president bijeen.<br />
Momenteel is Mervi Jokinen, een verloskundige werkzaam<br />
in Engeland, de <strong>voor</strong>zitter van de EMA.<br />
INTERNATIONAAL<br />
Wat je van ver haalt, is misschien<br />
wel lekker<br />
Erna Kerkhof is verloskundige, bestuurslid van de KNOV en<br />
<strong>Nederland</strong>se afgevaardigde bij de EMA.<br />
European Midwives association (EMa)<br />
De EMA is een non-profit en non-gouvernementele<br />
organisatie van verloskundigen, verloskundige<br />
organisaties en verenigingen uit de lidstaten van<br />
de Europese Unie (EU), de Europese Economische<br />
Ruimte en de kandidaat-lidstaten.<br />
De EMA biedt de Europese verloskundigen de<br />
gelegenheid elkaar te ontmoeten en te spreken over<br />
de verloskunde en de gezondheid van vrouwen.<br />
Zij vertegenwoordigt de Europese verloskundigen<br />
door aanwezig te zijn bij relevante bijeenkomsten<br />
binnen de EU en door het geven van de nodige<br />
input rondom verloskunde en gezondheidsbeleid.<br />
De EMA bevordert de kwaliteit van de verlos kundige<br />
zorg door het vaststellen van minimum normen <strong>voor</strong><br />
verloskundeonderwijs en praktijkvoering binnen de<br />
EU. De EMA dringt er bij alle lidstaten op aan om de<br />
rol en de positie van de verloskundige in en rondom<br />
de geboortezorg te erkennen.<br />
De EMA gaat uit van de definitie van de verloskundige<br />
van de International Confederation of Midwives en de<br />
International Federation of Gynaecology and Obstetrics.<br />
Als afgevaardigden van de KNOV vertegenwoordigen<br />
Franka Cadee en Erna Kerkhof de <strong>Nederland</strong>se<br />
verloskundigen. Zij bezoeken de algemene ledenvergadering<br />
en werken mee aan de uitwerking van<br />
gemaakte plannen. De KNOV voert het secretariaat<br />
van de EMA.<br />
inspiratie<br />
Tijdens de bijeenkomsten die we met elkaar hebben,<br />
wisselen we informatie uit, inspireren elkaar, bespreken<br />
we onderzoeksuitkomsten. We vergelijken de verschillende<br />
manieren van werken en opleiden en we overleggen<br />
over hoe het misschien beter zou kunnen.<br />
Zo is er in de afgelopen jaren door de EMA een onderzoek<br />
uitgevoerd naar de manier waarop de prenatale<br />
zorg in de verschillende landen is gereguleerd en<br />
georganiseerd. Wie doet wat en wanneer? Wat is de<br />
positie van de verloskundige in de lidstaten? Wat is de rol<br />
van de huisarts (indien in het systeem aanwezig), de<br />
gynaecoloog, de verpleegkundige en ga zo maar door.<br />
TvV februari 2012 • KNOV 59
60<br />
INTERNATIONAAL<br />
Hierover is een position paper geschreven dat te vinden is<br />
op de website van de EMA.<br />
U kunt zich <strong>voor</strong>stellen dat er genoeg stof tot praten en<br />
plannenmakerij is ook buiten de formele vergadering. Net<br />
als tijdens de bijeenkomsten van de KNOV, is het tijdens<br />
de algemene ledenvergadering van de EMA altijd een<br />
drukte van belang. We houden van ons vak en willen dat<br />
graag met elkaar delen.<br />
Wat ons binnen de EU bindt is de ‘Directive 2005/36/EC’.<br />
Hierin staan de Europese afspraken over opleiding en<br />
praktijkvoering. Deze afspraken zijn nodig, omdat we in<br />
Europa vrij de grenzen mogen passeren. Dit geldt <strong>voor</strong><br />
personen en goederen, maar ook <strong>voor</strong> professionals. Dat<br />
wil zeggen: een verloskundige uit een een andere<br />
Première Route 2015<br />
In Lelystad vindt op 4 maart a.s. om 14.30 uur in het<br />
Agora Theater de première plaats van Route 2015,<br />
een achtdelinge docureeks van de cineast Marijn Poels.<br />
Het thema vormen de Millenniumdoelen. Hij trok het<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
Europese lidstaat kan in principe zonder belemmering in<br />
<strong>Nederland</strong> aan het werk.<br />
Nieuwe rubriek<br />
Het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong> laat u de komende<br />
maanden kennis maken met uw Europese collega’s.<br />
Iedere maand zal een Europees land worden belicht om<br />
te laten zien hoe verloskundigen werken en hoe zij in dat<br />
land zijn georganiseerd. Laten we er <strong>voor</strong> zorgen dat we<br />
maximaal van elkaars kennis en expertise gebruik maken<br />
en dat we elkaar weten te vinden. Ter lering en vermaak<br />
verwijs ik u graag naar de website van de EMA, waar u<br />
ook de position papers en de Directive kunt vinden:<br />
www.europeanmidwives.eu n<br />
afgelopen jaar de wereld over, op zoek naar de grootste<br />
werelduitdagingen op sociaal gebied. Wie geïnteresseerd is<br />
kan <strong>voor</strong> € 5,- een kaartje kopen op www.agora-lelystad.nl<br />
of via de site van de filmmaker:www.marijnpoels.com n
Hoe bevalt Europa?<br />
Verloskunde in de Europese Unie<br />
België<br />
in België gebruikt men de term ‘vroedvrouw’<br />
in plaats van ‘verloskundige’ en bevallen heet<br />
daar ‘arbeid’. in Wallonië, het franssprekende<br />
deel van België, spreken ze over ‘sage-femme’.<br />
Belangenbehartiging<br />
De Belgische vroedvrouwen zijn georganiseerd in de<br />
Belgian Midwives Association (BMA). De BMA is samengesteld<br />
uit verschillende vroedvrouworganisaties die er in<br />
Vlaanderen en Wallonië bestaan.<br />
De BMA heeft als doel de belangen van de Belgische<br />
vroedvrouw te behartigen, het specifieke karakter van de<br />
vroedvrouwelijke zorg conform de visie in het beroepsprofiel<br />
in de maatschappij te bewaken en te bevorderen,<br />
het medisch karakter van het beroep te beveiligen, actief<br />
bij te dragen aan de kwaliteit van de opleiding en het<br />
bevorderen van wetenschappelijk onderzoek binnen het<br />
vakgebied.<br />
Over het algemeen voelt de Belgische vroedvrouw zich<br />
gesteund door de BMA, maar ze beseft wel dat er nog<br />
veel werk aan de winkel is. In België bestaat een grote<br />
verscheidenheid in autonomie en de manier waarop<br />
vroedvrouwen praktiseren en of ze al dan niet ruimte<br />
hebben om de verschillende aspecten van hun beroep uit<br />
te oefenen. Hierdoor lijkt de samenstelling van de leden<br />
van de beroepsorganisatie op een kleurige lappendeken<br />
en is het niet altijd eenvoudig om allebelangen te<br />
verenigen en te integreren.<br />
Organisatie van verloskundige zorg<br />
Het overgrote deel van de Belgische zwangeren gaat<br />
rechtstreeks naar de gynaecoloog en bevalt in het ziekenhuis.<br />
De zorg vindt plaats in de tweede lijn; dit is de geaccepteerde<br />
norm in België waardoor vrouwen beperkte keuzes hebben<br />
ten aanzien van de plaats van de bevalling. De meeste<br />
Belgische vrouwen bevallen dan ook in het ziekenhuis.<br />
Wel is het zo dat vroedvrouwen steeds meer prenatale<br />
consulten doen binnen de ziekenhuizen. Dit verruimt het<br />
informatieaanbod aan vrouwen tijdens hun zwangerschap.<br />
Sinds 2007 stellen zorgverzekeraars eisen aan de kwaliteit<br />
Dit artikel is geschreven door de redactie van het TvV met behulp<br />
van: Marlene Reyns, Serena Debonnet, Joeri Vermeulen, Lieve<br />
Huybrechts en Anne Niset. Allen zijn lid van de Belgian Midwives<br />
Association (BMA)<br />
INTERNATIONAAL<br />
Het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Verloskundigen</strong><br />
kijkt over de grenzen heen. U leest<br />
regelmatig verhalen over moedersterfte en<br />
verloskundige zorg in Afrika of over de<br />
verloskunde in Canada, maar hoe werken<br />
onze collega’s in de ons omringende landen?<br />
Hoe zijn ze georganiseerd? Hebben vrouwen<br />
in de landen van de Europese Unie keuzes ten<br />
aanzien van hun bevalling? De redactie van<br />
het TvV neemt contact op met buitenlandse<br />
collega’s en zusterorganisaties van de KNOV<br />
in Europa en laat hun maandelijks vertellen<br />
over de verloskunde en verloskundige zorg<br />
in hun eigen land. Met andere woorden: hoe<br />
bevalt Europa?<br />
van de prenatale <strong>voor</strong>lichting. Dit betekent dat een eerste<br />
controle minstens zestig minuten en een vervolgcontrole<br />
minstens dertig minuten duurt. Dit <strong>voor</strong>komt ook dat<br />
vroedvrouwen, die in het ziekenhuis werken onder te<br />
grote tijdsdruk staan.<br />
De Belgische vroedvrouw wordt in Europa dikwijls gezien<br />
als de uitvoerende obstetrische verpleegkundige. Niets is<br />
echter minder waar! Vroedvrouwen in België zijn in veel<br />
gevallen de ‘advocaten’ van de gezinnen en komen op<br />
<strong>voor</strong> de wensen van moeder en kind. Met hun begeleiding<br />
doen de vroedvrouwen hun uiterste best het proces zo<br />
min mogelijk te medicaliseren. Het aantal medische<br />
interventies zijn de laatste jaren in Vlaanderen licht gedaald.<br />
Kraamzorg<br />
Ook in België zijn speciaal opgeleide kraamverzorgenden<br />
beschikbaar. De kraamverzorgende heeft <strong>voor</strong>namelijk<br />
huishoudelijke taken en zorgt <strong>voor</strong> de andere kinderen in<br />
het gezin. De vroedvrouw neemt de medische begeleiding<br />
<strong>voor</strong> haar rekening. Er bestaan verschillende erkende<br />
centra <strong>voor</strong> kraamzorg.<br />
Zelfstandige vroedvrouwen<br />
In België werkt een klein aantal vroedvrouwen zelfstandig.<br />
Zij geven uitgebreide prenatale, natale en postnatale zorg<br />
TvV februari 2012 • KNOV 61
62<br />
INTERNATIONAAL<br />
met veel psychosociale aandacht. Indien gewenst blijft de<br />
vroedvrouw ook na de kraamperiode bereikbaar <strong>voor</strong><br />
advies en eventueel extra zorg tot het eerste jaar na de<br />
bevalling. Een zelfstandige vroedvrouw die fulltime werkt<br />
zal gemiddeld zo’n vier tot vijf bevallingen per maand<br />
begeleiden, inclusief de prenatale en postnatale zorg.<br />
Niet alle ziekenhuizen verlenen een zelfstandige vroedvrouw<br />
toegang, zodat een cliënt die poliklinisch wil<br />
bevallen met haar eigen vroedvrouw soms grote afstanden<br />
moeten afleggen (met alle fileleed van dien). De ziekenhuizen<br />
die hun deur openzetten <strong>voor</strong> de zelfstandige<br />
vroedvrouw hebben hier goede ervaringen mee.<br />
De zorg van vroedvrouwen is vrij toegankelijk en wordt<br />
vergoed door de zorgverzekering. Dit is echter nog niet<br />
erg bekend bij de Belgische vrouwen.<br />
Thuisbevalling<br />
Volgens de collega’s bij de BMA bevalt ongeveer 1,2%<br />
van de vrouwen in België thuis (op basis van cijfers uit<br />
2006). Ook de Belgische thuisbevalling werd na het<br />
verschijnen van het Peristatrapport zwaar op de proef<br />
gesteld. Volgens de gynaecologen in de Belgische kranten<br />
was het <strong>Nederland</strong>se systeem van thuisbevallen mede<br />
debet aan de cijfers waardoor er een negatief beeld<br />
ontstond. Volgens de Belgische vroedvrouwen staan de<br />
gynaecologen op dit ogenblik niet achter de thuisbevalling.<br />
Mogelijk is dit ook te wijten aan de basisopleiding en<br />
stageplaatsen van de gynaecologen in België: fysiologie<br />
wordt vaak vergeten. Sommige jonge gynaecologen<br />
hebben nog nooit een bevalling gezien in een andere<br />
houding dan de rugligging of zonder epidurale anesthesie.<br />
Volgens de EMA survey van 2011 (zie het introductieartikel<br />
van Erna Kerkhof hier<strong>voor</strong>) is België één van de<br />
weinige Europese landen waar gynaecologen de meeste<br />
fysiologische bevallingen leiden (naast Griekenland,<br />
Slowakije en Lithouwen).<br />
samenwerking<br />
Er is veel diversiteit in de beroepsuitoefening, afhankelijk<br />
van de regio waar de vroedvrouw werkt waardoor er ook<br />
een grote verscheidenheid is in de samenwerking met<br />
andere beroepsgroepen zoals gynaecologen, huisartsen<br />
en wijkverpleegkundigen. Er worden momenteel stappen<br />
gezet tot een meer respectvolle samenwerking, maar dit<br />
is niet altijd eenvoudig. Veel heeft te maken met de visie<br />
over werken: de medisch technische benadering waarin<br />
de zorg verlener alle verantwoordelijkheid draagt en bepaalt<br />
hoe de zorg verloopt of de humanistisch-holistische benadering<br />
waarin de vrouw een evenwaardige partner is en mede<br />
verantwoordelijk <strong>voor</strong> haar zorg. Deze twee visies blijken<br />
soms moeilijk verenigbaar en zorgen <strong>voor</strong> spanningen.<br />
Een structurele samenwerking met gynaecologen is in<br />
België nog niet gerealiseerd en de autonomie van de<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
vroedvrouw wordt weinig gerespecteerd. De gynaecologen<br />
wensen continu controle te houden over de taken van de<br />
vroedvrouwen. Zeker binnen de ziekenhuisstructuur<br />
bestaat een duidelijke hiërarchie. Huisartsen zijn weinig<br />
verloskundig actief.<br />
de toekomst<br />
Er zijn momenteel gesprekken gaande over de toegang<br />
tot het ziekenhuis <strong>voor</strong> zelfstandige vroedvrouwen. Een<br />
landelijk model van ‘midwifery led care’ bestaat nog niet<br />
in België, maar daar dromen de Belgische vroedvrouwen<br />
wel van! Er bestaan wel enkele initiatieven die verder<br />
moeten worden uitgewerkt. Het <strong>voor</strong>schrijven van<br />
medicatie is in ontwikkeling, evenals een opleiding tot<br />
echoscopist. Door de huidige politieke situatie in België<br />
liggen veel dossiers te wachten op goedkeuring.<br />
Meer informatie: BMA: www.belgianmidwives.be;<br />
Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen: www.vlov.be;<br />
Waalse Organisatie <strong>voor</strong> vroedvrouwen:<br />
www.sage-femme.be<br />
Volgende maand: Portugal n<br />
Gelre Verloskundig Centrum Apeldoorn is<br />
een eerste lijns verloskundige praktijk, met<br />
een zeer gedreven en enthousiast verloskundig<br />
team. Wij hebben veel aandacht en<br />
tijd <strong>voor</strong> onze cliënten.<br />
Binnenkort openen wij de deuren van een<br />
prachtig geboortecentrum. Hier kan de zwangere<br />
bevallen in een zeer huiselijke omgeving,<br />
onder het dak van het ziekenhuis. Daarom zijn<br />
wij per direct op zoek naar een<br />
EERSTE LIJNS VERLOSKUNDIGE<br />
Wil jij ons team komen versterken?<br />
Of heb je vragen …..<br />
Bel 055-5811930 of mail naar<br />
g.van.der.haar@gelre.nl
10e Marikenloop<br />
Loop mee tegen moedersterfte!<br />
Op zondag 20 mei a.s. vindt in Nijmegen <strong>voor</strong> de 10e<br />
keer de Marikenloop plaats. Een lustrummoment! Evenals<br />
<strong>voor</strong>gaande jaren willen we weer vanuit het twin to<br />
twinproject in dit kader een sponsorloop organiseren <strong>voor</strong><br />
de stichting ‘Midwives for Mothers’, die het twinningproject<br />
mede financieel ondersteunt. Vorig jaar is er ruim<br />
€ 8000 bij elkaar gelopen!<br />
foto marikenloop<br />
In het <strong>Tijdschrift</strong> van maart a.s. vind je meer informatie<br />
over de sponsorloop. Voor nu is belangrijk dat jij als je<br />
mee wilt lopen, je je zo spoedig mogelijk inschrijft. De<br />
afstanden waar<strong>voor</strong> jij je kunt opgeven zijn 5 of 10<br />
kilometer. Omdat het een jubileumjaar is, wordt er dit jaar<br />
geen inschrijfgeld gevraagd waardoor het aantal loopsters<br />
snel oploopt.<br />
Je kunt je opgeven via: www.marikenloop.nl n<br />
Raar!<br />
We keken elkaar aan en zeiden: ‘wat raar!’<br />
Er kwamen in december en januari bijna<br />
geen reacties op de oproep om bij te dragen<br />
aan de kas van M4M. M4M, of Midwives for<br />
Mothers, is immers een door u in het<br />
leven geroepen stichting. Je zou dan<br />
mogen verwachten dat u die steunt. Viel<br />
dat even tegen!<br />
Totdat iemand ons er opmerkzaam op<br />
maakte dat het helemaal niet zo raar was,<br />
want je kon op het formulier geen bedrag<br />
invullen, het formulier deugde niet! Nou<br />
ja, hoe kan dat nu, het formulier kwam<br />
van de bank.<br />
Blijkbaar is er met knippen en plakken, toevoegen van<br />
het logo en andere handelingen iets misgegaan en<br />
hebben we dat met ons allen niet gezien. Gewoon er<br />
over heen gekeken. Lekker slim, zeg!<br />
tas verloskundige.<br />
is eerder geplaatst.<br />
Opdracht periodieke overboeking<br />
INTERNATIONAAL<br />
Verlostas <strong>voor</strong><br />
Tanzania<br />
In september plaatste de redactie, op verzoek van Jan en<br />
Margot Noteborn een oproep. Zij waren op zoek naar<br />
een (gebruikte) uitrusting <strong>voor</strong> een verloskundige in<br />
Tanzania. Intussen is de uitrusting in Tanzania aangekomen.<br />
Jan en Margot kregen veel reacties. Gaarne<br />
willen zij de gevers langs deze weg bedanken.<br />
De redactie n<br />
Naam<br />
Adres<br />
Woonplaats<br />
Rekeningnummer<br />
Nieuwe PO Vervallen PO Wijziging<br />
Bedrag Gewoon vast<br />
Eerste uitvoeringsdatum (dd/mm/jj)<br />
Frequentie week / maand / jaar<br />
Omschrijving Donatie<br />
Rekeningnummer begunstigde 60.66.03.123<br />
Naam begunstigde Stichting midwives4mothers<br />
Woonplaats begunstigde Utrecht<br />
Handtekening cliënt U kunt deze kaart inleveren bij uw bank!<br />
Bijgaand nog een keer het formulier met het verzoek<br />
om over uw hart te strijken en in uw beurs te tasten.<br />
Want M4M wil graag doen waar u het <strong>voor</strong> hebt<br />
opgericht. Geef met uw warme vroedvrouwen hart! n<br />
TvV februari 2012 • KNOV 63
64<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
FORUM<br />
Franse verloskundigen hebben het<br />
moeilijk<br />
Zoals jullie waarschijnlijk wel bekend is, is thuis bevallen<br />
in Frankrijk een zeer ongebruikelijke aangelegenheid en<br />
binnenkort waarschijnlijk een onmogelijke ervaring <strong>voor</strong><br />
in Frankrijk wonende vrouwen.<br />
Ik ben een <strong>Nederland</strong>se moeder die in Frankrijk thuis is<br />
bevallen in het bijzijn van een Franse verloskundige, een<br />
zeer kundige en betrokken vrouw. Sinds deze ervaring,<br />
span ik me in om in Frankrijk meer begrip te krijgen <strong>voor</strong><br />
thuisbevallingen en ben ik een actief lid van een regionale<br />
verloskundigenvereniging.<br />
Op dit moment liggen de Franse zelfstandige verloskundigen<br />
die thuisbevallingen begeleiden bijzonder zwaar onder<br />
vuur, hoofdzakelijk door druk van verschillende lobbygroepen.<br />
Als er nu niks gebeurt, wordt er zeer binnenkort<br />
niet meer thuis bevallen in Frankrijk en bestaat er hier<br />
geen eerstelijns verloskunde meer!<br />
Mijn dochter is zwanger. Het is haar eerste. In het begin<br />
een en al onzekerheid. Kan ik me ook wel <strong>voor</strong>stellen.<br />
Lezen en horen over zwangerschap is heel wat anders<br />
dan zelf zwanger zijn. Net zoiets als lezen over de smaak<br />
van een sinaasappel. Maar goed, ze groeide snel in haar<br />
zwangerschap. En als ze iets wilde weten, was er altijd de<br />
verloskundige die haar onzekerheid wegnam; of de<br />
gynaecoloog nog maar eens inschakelde, <strong>voor</strong> weer een<br />
echo. Over precies vier weken is ze uitgerekend. Tot nu<br />
toe verloopt alles goed en wel. Zoals vrijwel altijd hier in<br />
<strong>Nederland</strong>! Intussen gaan mijn gedachten naar andere<br />
kanten van de wereld. Zoveel vrouwen zijn zwanger,<br />
De afgelopen jaren zijn veel zelfstandige verloskundigen<br />
die thuisbevallingen begeleiden tot stoppen gedwongen en<br />
lopen er op dit moment meerdere rechtszaken betreffende<br />
de onmogelijk te verkrijgen beroepsverzekeringen.<br />
<strong>Nederland</strong>se verloskundigen, jullie aanmoedigingen zijn<br />
van groot belang : het kringetje moet niet steeds kleiner<br />
worden in Europa! Help jullie Franse collega’s door informatie<br />
en contacten uit te wisselen met elkaar.<br />
Graag zou ik kennis willen maken met verloskundigen in<br />
<strong>Nederland</strong> die zich betrokken voelen bij dit thema.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Eefke Gemmeke,<br />
eefke_gemmeke@yahoo.fr<br />
Meer info: sfna.com (vereniging van zelfstandige<br />
verloskundigen in de regio Oost-Frankrijk) n<br />
Niet helpen? Dan maar geven!<br />
zoveel kinderen worden geboren. Maar<br />
die kunnen niet allemaal rekenen op de<br />
zorg van een verloskundige of een<br />
specialist. Daar valt nog heel wat te verbeteren. Zoveel<br />
lijden, zoveel onrecht dat je nog steeds ziet. Ik kan daar<br />
boos om worden. Toen ik 16 was, had ik al hoogoplopende<br />
discussies over de onrechtvaardige verdeling<br />
in de wereld. Nu ben ik niet meer zo boos, op de een of<br />
andere manier heb ik er kennelijk mee leren leven. Nu<br />
geef ik. Ik help niet, maar ik geef. Mijn kleine bijdrage<br />
draagt er hopelijk aan bij, dat anderen wél kunnen<br />
helpen. M4M: ga door! n<br />
Auteurs en kwaliteitsregister<br />
Verloskundige auteurs verdienen punten <strong>voor</strong> het<br />
kwaliteitsregister als zij publiceren in het <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>Verloskundigen</strong>. Dat is niet alom bekend.<br />
Indien u publiceert als eerste auteur kent het register u<br />
8 punten toe. U dient hiertoe een kopie van het artikel of<br />
een kopie van de titellijst in uw dossier te bewaren.<br />
Schrijft u een boekrecensie <strong>voor</strong> dit tijdschrift dan levert<br />
u dat 4 uur op. Dat geldt ook <strong>voor</strong> beschreven casuïstiek.<br />
Zowel de recensie als de casus dient u in uw dossier te<br />
bewaren. n
Nieuwe media<br />
Isabella-een gelukkig afscheid<br />
Met liefdevolle tederheid schrijft Dora Rovers in haar boek Isabella-een gelukkig<br />
afscheid over haar doodgeboren dochtertje. Ze vertelt niet alleen over ellende en<br />
verdriet maar, hoe gek het in eerste instantie ook klinkt, over de toename van<br />
levensvreugde.<br />
Dora Rovers werkt vijf jaar als Midden-Oosten correspondent in Israël en de<br />
Arabische wereld als zij besluit bij haar <strong>Nederland</strong>se vriend en zijn twee zoons te<br />
komen wonen. Tot groot geluk van het gezin kondigt zich al snel een dochtertje<br />
en zusje aan. Na negen stralende maanden van zwangerschap blijkt het baby’tje,<br />
verdrietig genoeg, overleden.<br />
In plaats van het volgen van het nieuws en het interpreteren van de wereldgebeurtenissen<br />
schrijft Dora Rovers nu over haar eigen kwetsbaarheid. Haar<br />
afstandelijke houding als journalist laat zij varen om haar innerlijk te verkennen,<br />
met behoud van de bij het vak horende nieuwsgierigheid en diepgang.<br />
Isabella-een gelukkig afscheid is een persoonlijk en tegelijkertijd universeel<br />
verhaal over de passie <strong>voor</strong> leven en de omgang met de dood. Om haar heen<br />
merkt Dora Rovers dat veel mensen angst hebben <strong>voor</strong> het levenseinde, terwijl<br />
het een fase is waar we onherroepelijk allemaal naartoe gaan.<br />
Het boek reikt een hand naar vrouwen met eenzelfde ervaring. Ontzet maar ook<br />
dankbaar schrijft Dora Rovers over dit ingrijpende proces in haar leven. Het<br />
overlijden van haar dochtertje, iets dat alom als zwart wordt ervaren, kan zij<br />
uiteindelijk beschouwen als een verdrietige maar ook als een geluk brengende<br />
gebeurtenis in haar leven. n<br />
Titel : Misschien was je vandaag wel geboren<br />
Auteurs : Yvonne Gebbe, David Rozemeyer<br />
ISBN : 978-90-89102-18-8<br />
Prijs : e 24,95<br />
BERICHTEN<br />
Titel : Isabella-een gelukkig<br />
afscheid<br />
Auteur : Dora Rovers<br />
Isbn : 978 90 6030 705 2<br />
Prijs : e 16,-<br />
Misschien was je vandaag wel geboren<br />
Misschien was je vandaag wel geboren vertelt het aangrijpende<br />
verhaal van een jong stel, Yvonne Gebbe en David Rozemeyer, dat er<br />
bij de 20-weken echo achter komt dat hun kindje een ernstige<br />
afwijking heeft. Ze besluiten de zwangerschap te beëindigen. Samen<br />
ervaren ze dit ieder op hun eigen manier. Yvonne door dagboeken bij<br />
te houden en David als fotograaf, beeldend. Later vormde dat samen<br />
dit boek. Een prachtig document over het rouw- en verwerkingsproces<br />
van een van de laatste taboes: de keuze om bij een afwijkende uitslag<br />
de zwangerschap te laten afbreken.<br />
Yvonne en David laten zien hoe zo iets heftigs tegelijkertijd zo mooi<br />
kan zijn. Wat het met je doet als je zwangerschap opeens anders<br />
verloopt. Als je <strong>voor</strong> een keuze komt te staan. Wat het met je doet als<br />
je je kind verliest. n<br />
TvV februari 2012 • KNOV 65
66<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
BERICHTEN<br />
Website huisartsengenetica<br />
www.huisartsengenetica.nl is een<br />
handige website <strong>voor</strong> huisartsen én<br />
verlos kundigen over erfelijke<br />
ziekten. Je kunt er informatie vinden<br />
over complexe aandoeningen zoals<br />
familiare hypercholesterolemie en<br />
psychiatrische aan doeningen, over<br />
hoe je stambomen tekent, er is<br />
casuïstiek maar ook informatie over<br />
communicatie en ethiek ontbreken<br />
niet. De website valt op door haar<br />
volledigheid; je kan doorklikken naar<br />
relevante richtlijnen en informatieve<br />
websites <strong>voor</strong> patiënten. n<br />
Naslagwerk ‘Geneesmiddelen,<br />
zwangerschap en borstvoeding’<br />
nu online beschikbaar<br />
Het naslagwerk Geneesmiddelen, zwangerschap en borstvoeding is<br />
nu ook online in te zien via de website van Lareb onder het thema<br />
Zwangerschap. Dit naslagwerk wordt samengesteld door Lareb en<br />
uitgegeven in samenwerking met Stichting Health Base. In beknopte<br />
teksten leest u samenvattingen van wat er in de literatuur bekend is<br />
over de mogelijke effecten van geneesmiddelen op de zwangerschap<br />
en tijdens de borstvoeding. Indien mogelijk wordt vermeld<br />
welke geneesmiddelen de <strong>voor</strong>keur hebben in de zwangerschap en<br />
tijdens de borstvoeding.<br />
Zoekfunctie om snel medicijnen te vinden<br />
Heel handig is de online zoekfunctie of een medicijn wel of niet veilig<br />
is tijdens zwangerschap en borstvoeding. Kies eerst <strong>voor</strong> informatie<br />
over borstvoeding of over zwangerschap. Vervolgens typt u de naam<br />
in van het betreffende medicijn. Met één druk op de knop verschijnt<br />
de door u gewenste informatie. LET OP: de tekst van het gedrukte<br />
naslagwerk kan verschillen van de online tekst. De online versie is het<br />
meest actueel. n
Monitor Fertiliteitszorg<br />
Freya, de patiëntenvereniging <strong>voor</strong><br />
mensen met vruchtbaarheidsproblemen,<br />
heeft een Monitor<br />
Fertiliteitszorg ontwikkeld. Via<br />
www.freya.nl kunnen mensen op<br />
basis van <strong>voor</strong> hen belangrijke<br />
criteria een keuze maken <strong>voor</strong> het<br />
ziekenhuis waar zij behandeld willen<br />
worden. Het gaat om criteria zoals<br />
wachttijd tot eerste consult, het<br />
aantal behandelingen en het type<br />
behandeling, de aanwezigheid van<br />
psychosociale ondersteuning<br />
enzo<strong>voor</strong>t. Daarbij kent Freya ook<br />
Pluimen toe aan klinieken die<br />
voldoen aan de kwaliteitseisen die<br />
de vereniging heeft opgesteld.<br />
Tevens wordt vermeld welk cijfer het<br />
ziekenhuis scoort bij de Freya Awards<br />
enquête, het tweejaarlijkse onderzoek<br />
naar de patiënttevredenheid dat Freya<br />
verricht onder de diverse fertiliteitsafdelingen<br />
binnen <strong>Nederland</strong>.<br />
www.freya.nl n<br />
Partogram applicatie<br />
BERICHTEN<br />
Verloskundige Simone Valk en gynaecoloog Paul Reuwer hebben een<br />
applicatie (app) ontwikkeld <strong>voor</strong> iPhone en iPad waarmee u de<br />
<strong>voor</strong>tgang van de bevalling kan monitoren in een partogram.<br />
Met deze app registreert u de mate van ontsluiting, de status van de<br />
vliezen en de aanwezigheid van reflectoire persdrang. Naast de<br />
grafiek is er ruimte <strong>voor</strong> notities. Na het noteren van de bevindingen<br />
geeft de app aan wanneer de volgende controle plaats moet vinden<br />
en wat eventueel aanbevolen maatregelen zijn. Die aanbevolen<br />
maatregelen beperken zich tot breken van vliezen, overdracht en<br />
oxytocine. Het van houding veranderen of catheteriseren bij stagnatie<br />
bij 9 cm ontbreken bij<strong>voor</strong>beeld. De app is ontwikkeld op basis van<br />
preventive support of labour en is niet in lijn met de KNOV-standaard<br />
‘Niet-vorderende ontsluiting’. Zoals bekend kent preventive support<br />
bij<strong>voor</strong>beeld geen latente fase. Een vrouw is in partu of niet. Zo geeft<br />
de app aan dat je bij 2 cm ontsluiting na een uur weer moet toucheren.<br />
Het bijzondere is wel, dat als u de aanwijzingen negeert en<br />
gewoon het KNOV-beleid volgt, de app laat zien dat spontane<br />
baringen zonder oxytocine heel goed mogelijk zijn. De kracht van de<br />
app zit dan ook in het partogram. Met één blik krijgt u inzicht in<br />
<strong>voor</strong>tgang van de ontsluiting, de app houdt u bij de les en is tevens<br />
een compacte registratie. Wat Onatal en Orpheus niet kunnen, kan<br />
deze app wel: het digitaal bijhouden van een partogram. De app is<br />
dan ook een mooie aanvulling op de registratie in Onatal en Orpheus.<br />
De app heeft handige functies, zoals een weeëntimer en u kunt het<br />
partogram doorsturen als pdf-file naar een e-mailadres. De app is<br />
primair ontwikkeld <strong>voor</strong> professionals maar wordt ook aangeboden<br />
aan ‘consumenten’. De applicatie is de eerste zes maanden gratis,<br />
daarna betaalt u eenmalig €19,99. n<br />
TvV februari 2012 • KNOV 67
68<br />
NEXT<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
BERICHTEN<br />
Voor geweld in huiselijke kring:<br />
1 loket met 1 telefoonnummer<br />
Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport<br />
(VWS) liet in december 2011 weten dat de Steunpunten<br />
Huiselijk Geweld en de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling<br />
één loket gaan vormen met één landelijk<br />
telefoonnummer. Met één loket wordt het eenvoudiger<br />
<strong>voor</strong> slachtoffers, omstanders en professionals om een<br />
signaal te melden en om advies of hulp te vragen.<br />
Elk signaal dat verkeerd of te laat binnenkomt, is er één<br />
te veel. De kans daarop wordt met deze nauwe samenwerking<br />
verder verkleind. Dat schreef staatssecretaris<br />
Veldhuijzen van Zanten (VWS) in december jl. aan de<br />
Tweede Kamer in de brief ‘Aanpak van geweld in<br />
afhankelijkheidsrelaties’.<br />
Slachtoffers van geweld in huiselijke kring hebben steun<br />
nodig omdat de afhankelijkheid die zij voelen ten<br />
opzichte van de geweldpleger zo diep geworteld is dat zij<br />
zich daar moeilijk aan kunnen onttrekken. De eigen<br />
kracht van slachtoffers van geweld in huiselijke kring<br />
wordt daarom versterkt door hun positie vast te leggen in<br />
de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Staatssecretaris<br />
Veldhuijzen van Zanten wil de Wmo hierop<br />
aanpassen. Gemeenten moeten straks (vanaf 2015) aan<br />
slachtoffers een passend arrangement bieden van hulp,<br />
ondersteuning en bescherming, afhankelijk van de vraag<br />
en de behoefte van het slachtoffer.<br />
Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten trekt <strong>voor</strong> de<br />
aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties de<br />
komende jaren meer geld uit. Het budget loopt op van<br />
22 miljoen euro in 2012 tot meer dan 34 miljoen euro in<br />
2014. Wanneer het nieuwe telefoonnummer precies<br />
beschikbaar komt is nog niet bekend.<br />
www.rijksoverheid.nl<br />
<strong>Verloskundigen</strong> gebruiken<br />
rituelen om hun boodschap<br />
over te brengen<br />
Als een reactie op het gemedicaliseerde geboorteproces<br />
gebruiken verloskundigen rituelen om de boodschap over<br />
te brengen dat een zwangere vrouw het beste weet wat<br />
goed <strong>voor</strong> haar is. Dit is een van de conclusies van<br />
verloskundige en onderzoeker medische antropologie<br />
Melissa Cheyney (VS). Zij observeerde meer dan 400<br />
thuisbevallingen en deed daarnaast 50 diepte-interviews<br />
met verloskundigen en hun cliënten. “We weten dat<br />
verloskundigen op bepaalde gebieden betere uitkomsten<br />
behalen bij vrouwen met een laag risico in vergelijking<br />
met de ziekenhuizen”, zo zegt zij. “Maar ik wilde graag<br />
onderzoeken wat de rol van rituelen is bij het behalen van<br />
deze uitkomsten.”<br />
Volgens het onderzoek van Cheyney doen verloskundigen<br />
veelal dezelfde controles als gynaecologen, maar verloskundigen<br />
betrekken bij<strong>voor</strong>beeld vaak het gehele gezin<br />
bij de prenatale controles zoals het laten palperen van de<br />
buik door de partners. Dit meedoen maakt het uitvoeren<br />
van controles tot een groter ritueel. Moeder en kind<br />
werden tijdens de partus net zo goed gecontroleerd bij de<br />
verloskundige als bij de gynaecoloog. <strong>Verloskundigen</strong><br />
kozen er echter <strong>voor</strong> om reanimatiemateriaal zoals<br />
zuurstof, wel beschikbaar, maar uit het zicht van de<br />
moeder te houden om geen nadruk te hoeven leggen op<br />
het medisch-technische aspect van de partus.<br />
“Het verschil zit niet zo zeer in wat ze doen maar hoe ze<br />
het doen”, zegt Cheyney.<br />
Ook het woordgebruik en het creëren van mantra’s is<br />
anders. <strong>Verloskundigen</strong> gebruiken termen zoals ‘laat het<br />
maar gebeuren’ en ‘laat de weeën hun werk doen’. De<br />
vrouwen vertelden in de interviews dat zij het gevoel<br />
hadden zelf iets te kunnen doen in plaats van maar<br />
passief te liggen wachten op de dingen die gingen<br />
komen. De verloskundigen zeiden veelal dat zij slechts<br />
bewakers waren van de fysiologie en dat vrouwen zelf<br />
capabel zijn om te bevallen.<br />
Volgens Cheyney heeft onder andere het verschil in<br />
rituelen er toe geleid dat er zo’n gat is ontstaan tussen<br />
degenen die ziekenhuisbevallingen begeleiden en<br />
degenen die thuis bevallingen doen. Ieder is overtuigd<br />
van zijn gelijk, terwijl ze elkaars manier van werken nooit<br />
echt zien. “Het is gemakkelijk een gebied wat je nog<br />
nooit bezocht hebt te bekritiseren”, zo zegt zij.<br />
De studie is gepubliceerd in het Medical Anthropology<br />
Quarterly en is online beschikbaar.<br />
Bron: Oregon State University www.oregonstate.edu n
Congres en Cursus<br />
BERICHTEN<br />
Deze rubriek Congres en Cursus verandert als gevolg van het feit dat de KNOV nu een elektronisch<br />
aanmeld systeem <strong>voor</strong> cursussen heeft. Aanbieders plaatsen <strong>voor</strong>taan hun congressen en cursussen direct<br />
op de website. U moet dus in de eerste plaats daar zijn <strong>voor</strong> uitgebreide informatie. Deze rubriek zal<br />
gebruikt worden om bepaalde congressen en cursussen die er aan komen accent te geven.<br />
Cursuskalender Academie Verloskunde Maastricht 2012<br />
<strong>Verloskundigen</strong>/verloskundig actieve huisartsen<br />
3-02;14-02; 6-03; Kennispoort Utrecht<br />
3+24-04 Stagewerkbegeleiding Eindhoven<br />
1-03 Kindermishandeling: hoe zorgvuldig te bespreken Eindhoven l Op locatie mogelijk<br />
8-03 Scholingsdag <strong>voor</strong> stagebegeleiders Utrecht<br />
15+29-03 Kinderwensspreekuur: verloskundigen geven preconceptiezorg Eindhoven l Op locatie mogelijk<br />
22-03 Scholingsdag <strong>voor</strong> stagebegeleiders Nijmegen<br />
27-03 Hechten van een episiotomie of ruptuur Maastricht<br />
12+26-04; 14-05 Evidence Based Medicine <strong>voor</strong> ‘dummies’ Utrecht l Op locatie mogelijk<br />
19-04 Scholingsdag <strong>voor</strong> stagebegeleiders Eindhoven<br />
10-05 Stuurgroepadvies: huisbezoek en continue begeleiding Nijmegen l Op locatie mogelijk<br />
15+31-05 Strategisch positioneren Eindhoven l Op locatie mogelijk<br />
22-05; 5-06 Stuurgroepadvies: de verloskundige als casemanager Eindhoven l Op locatie mogelijk<br />
1-06 AVM- Symposium Thuisbevalling in <strong>Nederland</strong> Maastricht<br />
8-08 Refereerdag Maastricht<br />
14-06 Intracutaan hechten Eindhoven l Op locatie mogelijk<br />
Start in overleg Post-HBO: Assesment en scholing herregistratie Wet BIG Disteance learning<br />
Start in overleg MIO digitaal Praktijkassistentes Disteance learning<br />
Praktijkassistentes<br />
19-01 Scholingsdag: Pijn en bloedverlies Nijmegen l Op locatie mogelijk<br />
9-02 Pijn en bloedverlies, eerste helft, kinderziektes Eindhoven l Op locatie mogelijk<br />
1-03 Scholingsdag: Diagnostiek tijdens de zwangerschap en veel<br />
<strong>voor</strong>komende zwangerschapscomplicaties.<br />
Utrecht l Op locatie mogelijk<br />
1-11 Echoscopisten Scholingsdag: klacht of kwaal? Utrecht l Op locatie mogelijk<br />
Echoscopisten<br />
6+20-03, 3+17-04<br />
9-05,19-06,11-09 Post-HBO Basisopleiding echoscopie Maastricht<br />
Najaar 2012 Post-HBO Basisopleiding echoscopie Maastricht<br />
Master en postmastercursisten<br />
30-01 (start) Public Health in Midwifery Distance Learning<br />
10-04 (start) Empowering midwives for the autonomous profession Distance Learning<br />
De vermelding ‘op locatie mogelijk’ bij de beschrijvingen van de cursussen geeft aan, dat we deze cursussen ook op een<br />
locatie naar uw <strong>voor</strong>keur kunnen verzorgen.<br />
Meer informatie: www.av-m.nl<br />
TvV februari 2012 • KNOV 69
70<br />
TvV februari 2012 • KNOV<br />
BERICHTEN<br />
Cursuskalender CAVE<br />
caVE Basiscursus op 7 februari, 5 maart, 16 en<br />
24 april, 8 en 15 mei, 4 en 25 juni.<br />
CAVE cursus <strong>voor</strong> gevorderden 31 januari, 14 februari,<br />
6 maart, 17 en 25 april, 14 mei, 5 en 26 juni.<br />
Elke cursus telt <strong>voor</strong> 10,5 uur mee in het Kwaliteitsregister.<br />
De prijs <strong>voor</strong> deelname aan een cursus bedraagt 335,-.<br />
De cursusplaats is Eindhoven.<br />
Meer informatie: Medsim, www.medsim.nl<br />
Geschenken van de Moeder<br />
Voor verloskundigen die graag met natuurlijke<br />
genezing werken<br />
In 1998 zijn er proeven gedaan met vruchtwater, lac<br />
humanum feminine en lac humanum masculine,<br />
folliculinum, placenta, oxytocine, navelstreng, vernix en<br />
menstruatiebloed.<br />
Je maakt kennis met deze middelen, met nieuwe behandelwijzen<br />
en de beschrijving van hun gebruik. Deze workshop<br />
leert je de werking en het gebruik van een fantastische<br />
verzameling door jou zelfgemaakte geneesmiddelen op<br />
homeopathische basis.<br />
Deze remedies zijn werkzaam bij:<br />
• Emotionele en fysiek traumatische ervaringen;<br />
• Herstel van onderdrukte herinneringen;<br />
• Herstel van gevoel van eigenwaarde;<br />
• Om ons te verbinden met onze universele vitaliteit en<br />
ons te helpen onze unieke identiteit te herinneren;<br />
• Ons weer in contact te brengen met onze doelen.<br />
Tijdens deze workshop leer je over de ontwikkelingsfases,<br />
tijdens, <strong>voor</strong> en na de zwangerschap. Zowel op het<br />
gebied van de fysiek, psychologisch, spiritueel en sociaal.<br />
Alize Timmermans is onze cursusleidster. Zij heeft<br />
behandelingen onderzocht en ontwikkeld rond dit thema,<br />
samen met collega’s van over de hele wereld. De workshop<br />
is in het <strong>Nederland</strong>s met kleine aanvullingen in het<br />
Engels van Dr. Clare Willocks, consultant obstetrician UK.<br />
Op 31 maart en 1 april 2012 van 10.00 – 17.00 uur in<br />
het Hahnemann Institute, Jan van Nassaustraat 111,<br />
Den Haag. Op loopafstand van het Centraal Station Den<br />
Haag. Kosten: € 120,- (€ 75,- <strong>voor</strong> 1 dag). Je kunt alleen<br />
dag 2 volgen als je ook aanwezig bent geweest bij dag 1.<br />
Meer info: jolien@jolienbolhuis.nl (NL), clarew@onetel.<br />
com (UK), www.hahnemanninstituut.nl n<br />
Personalia<br />
Geboren<br />
Juul, dochter van Marrit en Koen Adema, Harddraversweg 17,<br />
8501 CH Joure<br />
Fiene, dochter van Anoeska en Ruud Barten-van Vliet, Esdoornstraat<br />
12, 4651 KN Steenbergen<br />
Suze, dochter van Dokie de Bont en Lex Biemond, Milligersteeg 13,<br />
8045 PA Zwolle<br />
Tuur Raven, zoon van Karianne Brummelkamp en Anne Nieuwenhuijs,<br />
Emmy Andriessestraat 124, 1087 ML Amsterdam<br />
Pleun, dochter van Sanne Jansen en Vincent Boone,<br />
Hengelose Esstraat 40, 7556 EC Hengelo<br />
Zoë, dochter van Gerard Jansen, Saskia van Leendert en<br />
Mireille Ligterink, Van den Havestraat 91, 6521 JR Nijmegen<br />
Rover, zoon van Meike Leurink en Bart Graaff, Conradstraat 132f,<br />
1018 NM Amsterdam<br />
Julianne, dochter van Corianne en Jan Willem van Meerten,<br />
Hindelaan 69, 6741 RD Lunteren<br />
Izzy Gaia, dochter van Rhea Rijnders en Dennis Verheul,<br />
Belgiëplein 83, 1066 RC Amsterdam<br />
Annika, dochter van Margriet en Martin van Schelven,<br />
O.L.V. ter Duinenlaan 133, 4641 HD Ossendrecht<br />
SECTOR NOORDOOST NEDERLAND<br />
Nieuwe leden (m.i.v. 01-01-2012)<br />
Mw. T. van den Akker, Munnekeholm 3A2, 9711 JA Groningen – Asp<br />
Mw. M. van den Berg, Sneeuwbesstraat 9, 6744 PW Ederveen - Asp<br />
Mw. D.R. Congiu, Parallelweg 49, 9717 KS Groningen – Asp<br />
Mw. L. de Haan, Fossenstraat 9, 3862 AZ Nijkerk – Asp<br />
Mw. M. Heenck, Dijkstraat 10d, 8701 KB Bolsward – VID-zhs<br />
Mw. A. Hermans, Prof. Rankestraat 50a, 9713 GG Groningen – Asp<br />
Mw. I. Hollema, Bommegaerde 126, 9244 AL Beesterzwaag – Asp<br />
Mw. M. van der Linden, Lagestraat 48, 6606 KC Niftrik – Asp<br />
Mw. E. van der Meij, Van Baerlestraat 10, 2221 HD Katwijk – Asp<br />
Mw. N.N.S. Polgar, Rembrandtweg 111, 1181 GG Amstelveen – Asp<br />
Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2012)<br />
Mw. L. de Boer, Marke Haarle 1, 7603 GG Almelo – WN<br />
Mw. D. Brinkerink, Junobaan 24, 8802 BN Franeker – VID-zhs<br />
Mw. D. Devliegere, Schermer 6, 3825 KB Amersfoort – VID-zhs<br />
Mw. J. Haveman, Van Limborchstraat 7, 7521 DS Enschede – Asp<br />
Mw. J. Kippers, Aquamarijnstraat 749, 9743 PT Groningen – Asp<br />
Mw. M. Lieman, Prof. Lindeboomlaan 71, 3853 GJ Ermelo – Asp<br />
Mw. E. Mane, Vindicatstraat 23a, 9741 CK Groningen – VID-zhs<br />
Mw. S. Peeters Weem, Aurelia 5, 7559 EC Hengelo – BL<br />
Mw. E. Ruijs, Lekstraat 44, 7333 LE Apeldoorn – BL<br />
Mw. P.W. Slootweg-Sinke, Chabothof 4, 3862 ZG Nijkerk – VID-ep<br />
Mw. M. de Wildt, Stationsweg 17, 9951 BA Winsum – BL<br />
Mw. M. Wolters, Lugtigheidstraat 14, 7462 RW Rijssen – Asp<br />
Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2012)<br />
Mw. M. van Doesburg-Euser, De Bryde 17, 7077 AX Netterden – VID-zhs
Mw. S. Immink-Duijker, Steenarend 46, 3435 GW Nieuwegein – BL<br />
Mw. H. Veldhorst, Hummeloseweg 19, 6998 AC Laag-Keppel – VID-zhs<br />
Mw. L. Verbeek-Arends, Hoofdstraat 74, 6671 CG Zetten – VV-s<br />
SECTOR NOORDWEST NEDERLAND<br />
Nieuwe leden (m.i.v. 01-01-2012)<br />
Mw. A. Ammerlaan, Gentiaan 60, 2631 VC Nootdorp – Asp<br />
Mw. S. Beckers, Hogendijk 5, 1506 AC Zaandam – Asp<br />
Mw. S. Bouwmeester, Amsterdamsevaart 88d, 2032 EE Haarlem – WN<br />
Mw. M.A.P. van Dok, Ottho Heldingstraat 82, 1066 XW Amsterdam – Asp<br />
Mw. I. Eijke, Haarlemmerweg 207 II, 1051 LE Amsterdam – Asp<br />
Mw. L.W. Fransen, 2e Jan vd Heijdenstraat 92-2, 1074 XZ<br />
Amsterdam - WN<br />
Mw. G.J.A. de Groot-vd Wolf, Veldzoom 2, 2811 BL Reeuwijk – WN<br />
Mw. D. Khayame, 1e Haarlemmerhouttuinen, 1013 GL Amsterdam – Asp<br />
Mw. E. van der Meer, 2e Oosterparkstraat 326, 1092 BV Amsterdam – Asp<br />
Mw. V. Mestrom, Berlagelaan 3h, 2033 XS Haarlem – Asp<br />
Mw. A. van Middelkoop, Nic. Stellingwerg 31, 4254 ET Sleeuwijk – Asp<br />
Mw. M. Philippi, Heulweg 60, 2295 KH Kwintsheul - Asp<br />
Mw. M. Putters, Heijsterbachstraat 18, 3312 JK Dordrecht – Asp<br />
Mw. D. Roeleveld, Paletsingel 58, 2718 NT Zoetermeer – Asp<br />
Mw. M. van Schieveen, Heeswijk 86, 3417 GS Montfoort – Asp<br />
Mw. J.M. Visser, Balistraat 123b, 1094 JH Amsterdam – VID-zhs<br />
Mw. A. Walker, Newtonstraat 95-2, 1098 HC Amsterdam - Asp<br />
Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2012)<br />
Mw. K. Bakker, Stalhouderij 1, 1741 EV Schagen VID-zhs<br />
Mw. R. Bertz, van Vollenhovenplein 105, 2313 EE Leiden – Asp<br />
Mw. E.G.C. van Duin, 15 Rue d’en Bas, 77515 LA Celle Sur Morin,<br />
Frankrijk – BTL<br />
Mw. M. Hekker, 23 Sidmouth Road, Leyton, E105QZ Londen,<br />
Engeland – BL<br />
Mw. N.J. Mencke, Gasthuislaan 118, 2013 TD Haarlem – WN<br />
Mw. G.R. Munneke-Wiersma, Bongerd 201 8212 BL Lelystad – BL<br />
Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2012)<br />
Mw. H.J. Aardema, Julianalaan 10, 2051 JR Overveen – BL<br />
SECTOR ZUID NEDERLAND<br />
Nieuwe leden (m.i.v. 01-01-2012)<br />
Mw. K. van Broeckhuijsen, Kortekade 99A2 , 3062 GP Rotterdam - Asp<br />
Mw. C. Cats, Schouwenbank 22a, 4301 ZT Zierikzee – Asp<br />
Mw. T. Hoet, Meerssenerweg 247 B18 , 6224 AG Maastricht - Asp<br />
Mw. J. Jonkers, Dijkschrijversland 28, 5311 GV Gameren – Asp<br />
Mw. M. het Lam, Putselaan 214 C3 , 3073 JM Rotterdam – Asp<br />
Mw. L. Leyba, Nieuwenhove 2a, 6002 XG Weert – Asp<br />
Mw. A. Nouws, Klein-Zundertseweg 10, 4881 BG Zundert – Asp<br />
Mw. A. van Otten, Hoefblad 74, 5684 JS Best – Asp<br />
Mw. L. Petri, Bloemenweg 1, 6221 TS Maastricht – Asp<br />
Mw. A. Pouwels, H.R. Holststraat 12, 6004 SN Weert – Asp<br />
Mw. F. Rutzerveld, Op het Bergske 19, 6373 XD Landgraaf - Asp<br />
Mw. M. Willems, Esdoornhof 19, 6581 NK Malden - Asp<br />
[vet]Beëindiging lidmaatschap (per 01-01-2012) [vet]<br />
Mw. S. van den Acker, Bergstraat 7, 5581 BL Waalre – WN<br />
Mw. A.C.R. Scheifler, Piet Heinstaat 32, 5612 GB Eindhoven – WN<br />
BERICHTEN<br />
Mw. A.C.E.M. Brom, St. Francisusstraat 31, B-3920 Lommel,<br />
België – VV-s<br />
Mw. M.W.P. van der Donk, Klaroenlaan 5, 5402 PA Uden – VID-zhs<br />
Mw. D. Gideonse, Van Citterstraat 33, 4333 KT Middelburg – BL<br />
Mw. A.W.T.M. Janszen, Demertstraat 55, 6227 AN Maastricht – Asp<br />
Mw. L. Klop-Brak, Titanium 42, 3162 ZD Hoorn – VV-m<br />
Mw. T.P.E. Pütz, Rosastraat 15, 6151 CA Munstergeleen – Asp<br />
Mw. N. Roelofs, IJburglaan 586, 1087 BT Amsterdam – VID-ep<br />
Mw. A. Malk, Berghei 56, 5508 VD Veldhoven – VV-d<br />
Mw. M. Schippers-van Mourik, President Wilsonweg 24, 3069 AP<br />
Rotterdam – VV-m<br />
Mw. J.N. Vermeij-Loggers, Wagenschuur 16, 3262 CK Oud<br />
Beijerland – SL<br />
Mw. J.T.D. Lamers-Verschuren, Kempensbos 27, 5845 AN St.<br />
Anthonis – WN<br />
Mw. E.M. Zuurman, Kiekendief 2, 5508 KT Veldhoven – BL<br />
Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2012)<br />
Mw. B. van Houten-Quak, Sicilliëpad 7, 5632 TX Eindhoven – VID-zhs<br />
Mw. H. Munten, Eekhoornstraat 14, 5854 J Bergen – VID-zhs<br />
Afkortingen<br />
VID – verloskundige in dienstverband; VID-ep – verloskundige in dienstverband in eigen<br />
praktijk; VID-g – verloskundige in dienstverband in gezondheidscentrum; VID-zhs –<br />
verloskundige in dienstverband in ziekenhuis; VV – vrijgevestigde verloskundige; VV-m<br />
– vrijgevestigde verloskundige in maatschap; WN – waarneemster; Asp – Aspirant lid;<br />
BL – buitengewoon lid; BTL – buitenlands lid; SL – senior lid; L – erelid<br />
Verloskundig actieve huisarts<br />
Jan Henk Oldenziel overleden<br />
Op 10 januari jl. overleed Jan Henk Oldenziel (59 jaar) ten<br />
gevolge van een auto-ongeluk. Jan Henk was ruim dertig jaar<br />
een zeer gewaardeerde en graag geziene huisarts in Zuidhorn,<br />
in het uiterste noorden van het land. Naast dat hij verloskundig<br />
actief was in zijn eigen praktijk, was hij zeer betrokken bij de<br />
richtlijnontwikkeling van het <strong>Nederland</strong>s Huisartsen Genootschap<br />
(NHG) en vanuit die positie werkte hij regelmatig samen met de<br />
KNOV.<br />
Met zijn nuchtere Groningse instelling en kennis van zaken was<br />
hij een zeer gewaardeerd lid van diverse werkgroepen. Zijn<br />
samenwerking met de KNOV betrof <strong>voor</strong>al de totstandkoming<br />
van de LESA’s; hij was lid van de werkgroep herziening anemie<br />
standaard van de KNOV en de werkgroepen behorende bij de<br />
NHG standaardzwangerschap en kraambed waar ook de KNOV<br />
actief bij betrokken was.<br />
Het was hem nooit te veel moeite om vanuit het hoge noorden<br />
even <strong>voor</strong> een vergadering naar Utrecht of zelfs Amsterdam te<br />
komen. Wij zullen zijn humor en markante persoonlijkheid<br />
missen en wensen zijn familie veel sterkte. n<br />
Suze Jans en Mieke Beentjes<br />
TvV februari 2012 • KNOV 71
Helpt u<br />
ons helpen?<br />
Moeders <strong>voor</strong> Moeders heeft een missie. Wij willen stellen met vruchtbaarheidsproblemen<br />
helpen. Daar<strong>voor</strong> zamelen wij urine in van vroegzwangere vrouwen. Uit deze urine wint<br />
Moeders <strong>voor</strong> Moeders het hCG-hormoon. Dit hormoon wordt gebruikt om geneesmiddelen<br />
te maken <strong>voor</strong> vruchtbaarheidsbehandelingen.<br />
Minder baby’s<br />
Er worden steeds minder baby’s geboren in <strong>Nederland</strong>. Dat weet u als geen ander.<br />
Dit betekent ook minder deelneemsters aan Moeders <strong>voor</strong> Moeders. U weet als eerste<br />
wanneer een vrouw zwanger is. Het ideale moment om vroegzwangere vrouw(en) te<br />
attenderen op Moeders <strong>voor</strong> Moeders. Kunnen we op u rekenen?<br />
Geluk delen<br />
Iedere nieuwe deelneemster aan Moeders <strong>voor</strong> Moeders is belangrijk. We hebben ze<br />
allemaal hard nodig. Zeker nu!<br />
Moeders <strong>voor</strong> Moeders maakt deel uit van MSD.