You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De civitate<br />
officieel orgaan Der<br />
Civitas studiosorum in Fundamento reFormato<br />
Zoals wij zijn,<br />
zo zijn de tijden<br />
Met in dit nummer onder meer:<br />
jaargang 63<br />
nummer 2<br />
December 2012<br />
Oneindig dichtbij, Kierkegaard over tijd en eeuwigheid door ama<br />
Carolien Brobbel | Amicitia door am. Willem-Rutger van Dijk | Rivaliteit:<br />
als eer een doel wordt door am. Hans van Leersum | De veelkleurigheid<br />
van Gods gemeenschap interview met Bram van Putten
2<br />
Advertentie<br />
RD_Adv_VP_210x297_ZW.indd 1 27-02-12 20:18<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
Inhoudsopgave<br />
Redactioneel Marjon ter Harmsel (red.) 4<br />
Meditatie Alinda de Kat (EQ) 5<br />
Thema<br />
Poll Marjon ter Harmsel (red.) 6<br />
Tijd in het sporten Jessica Gouw (P) 8<br />
Too late or not too late Han van Voorst (S) 8<br />
Tijdig en ontijdig Jan van ‘t Land (A) 9<br />
Oneindig dichtbij, Kierkegaard over tijd en Carolien Brobbel (P) 10<br />
eeuwigheid<br />
Recensie ‘Identiteit’ van Paul Verhaeghe Arina Meeuse (red.) 13<br />
Nu we er toch zijn… Hanna Klop (S) 14<br />
Interview met Els van Dijk Maaike Verbruggen en Casimir Zoutendijk (S) 16<br />
Themavaria – TIJD & zo Marjon ter Harmsel en Evelyne Gouw (red.) 19<br />
Stelling: Als kind van mijn tijd sluit ik me Wieger van Horssen en Ardjan Faasse (I) 20<br />
aan bij een kerk die bij me past.<br />
Het leven en werk van dr. W. Aalders Hendrik-Jan van Nieuw Amerongen (A) 22<br />
Op de plaats rust! Gideon van den Brink (S) 28<br />
Klankbord<br />
Column: Vingerregel Egbert Jochems (DG) 29<br />
Gedicht Tijd Rutger Kopland 29<br />
Column: Zin in een wandeling!? Daniël Schenkeveld (QV) 30<br />
Amicitia Willem-Rutger van Dijk (EQ) 31<br />
Cartoon Lydia Bekebrede (P) 32<br />
Civitas<br />
Born to be stuur: interview met Mirjam van Wijk Evelyne Gouw en Arina Meeuse (red.) 33<br />
Fotopagina Montagecommissie (Y) 36<br />
Rivaliteit: Als eer een doel wordt Hans van Leersum (EQ) 38<br />
RRQR-interview met ds. Van Rooijen Reinier van Nieuw Amerongen 39<br />
en Dirk Slagboom (red.)<br />
Rondom de Civitas: interview Reinier van Nieuw Amerongen 41<br />
met Bram van Putten en Arina Meeuse (red.)<br />
Landelijk<br />
WinterConferentie 2012<br />
Thema-informatie WiCo themacommissie 44<br />
Huishoudelijke informatie WiCo HH-cie 45<br />
Visie en beleid bestuur Van den Born Bestuur Van den Born<br />
Visiedocument 46<br />
Beleid 48<br />
Organogram 49<br />
Praesidialen Praesides 51<br />
Tolle lege Civieten 57<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Inhoudsopgave<br />
3
4<br />
Redactioneel<br />
colofon<br />
De Civitate is het officiële orgaan van<br />
de Civitas Studiosorum in Fundamento<br />
Reformato.<br />
Redactie<br />
Arina Meeuse (P, hoofdredacteur)<br />
Evelyne Gouw (S, themaredacteur)<br />
Marjon ter Harmsel (Y, themaredacteur)<br />
Reinier van Nieuw Amerongen (A,<br />
secretaris)<br />
Dirk Slagboom (I, fiscus)<br />
Vormgeving<br />
Jouke Aalvanger (Y)<br />
Adriaan Bijl (Y)<br />
Foto’s omslag:<br />
Lydia Bekebrede, Panoplia (5)<br />
Redactieadres (voor kopij)<br />
T.a.v. Arina Meeuse<br />
Jacob Catslaan 12a<br />
2332 AW Leiden<br />
+31-(0)615045403<br />
redactie@csfr.nl<br />
Advertenties<br />
T.a.v. Dirk Slagboom<br />
Voorstraat 154<br />
2225 EW Katwijk ZH<br />
dirkslagboom@live.nl<br />
Legaten<br />
Bij notariële acte vast te leggen: ‘Ik<br />
legateer aan de vereniging Civitas<br />
Studiosorum in Fundamento Reformato<br />
‘C.S.F.R.’, vrij van rechten en kosten een<br />
bedrag van €…’<br />
Kopij<br />
Door plaatsing geeft de auteur<br />
toestemming om zijn/haar artikel met<br />
behoud van rechten voor publicatie<br />
beschikbaar te stellen op de internetsite<br />
van de C.S.F.R.. Bezwaar kan schriftelijk<br />
gericht worden aan de redactie.<br />
Abonnementen<br />
C.S.F.R.- en RRQR-leden: In contributie<br />
begrepen<br />
Niet-leden: €20,- per jaar<br />
Losse nummers: € 3.75 per nummer<br />
Te bestellen door bedrag en €1.20<br />
portokosten te storten op giro 280125<br />
t.n.v. C.S.F.R. te Utrecht.<br />
Adreswijzigingen en<br />
ontvangstproblemen<br />
C.S.F.R.-leden: naar de plaatselijke (vice-)<br />
abactis<br />
RRQR-leden: doorgeven aan de<br />
RRQR-ad-ministratie (a.gijssen@<br />
wapenveldonline.nl)<br />
Overig: vice-abactis@csfr.nl<br />
Redactioneel<br />
Amicae amicique,<br />
Alweer een nieuwe DC ligt voor uw neus. Met het vorige thema ‘Daar<br />
zit muziek in’ nog in ons hoofd, gaan we ons nu verdiepen in het thema<br />
van de WiCo, namelijk ‘Zoals wij zijn, zo zijn de tijden’. In deze DC zult<br />
u dus artikelen, interviews en recensies aantreffen over het onderwerp<br />
tijdgeest.<br />
Zo is er bijvoorbeeld in het themagedeelte van deze<br />
DC een drieluik te vinden over dit onderwerp. In het<br />
eerste artikel van het drieluik schrijft ama Carolien over<br />
het verleden, namelijk over het perspectief op tijd en<br />
eeuwigheid van de Deense filosoof, theoloog en schrijver<br />
Kierkegaard. Het tweede deel van het drieluik bestaat uit<br />
een recensie van het boek ‘Identiteit’, geschreven door<br />
klinisch psycholoog en psychoanalyticus Paul Verhaeghe.<br />
In dit boek wordt aandacht besteed aan de veranderingen<br />
in de identiteitsvorming van de mens en de dwang van de mens tot succes<br />
en geluk. Ook wordt er gesproken over de keerzijde van deze dwang: de<br />
mens verliest zelfbesef, twijfelt aan alles en is eenzamer dan ooit. Voor<br />
de civiet die zich interesseert in de kenmerken van de tijdgeest in deze<br />
tijd, is dit boek een absolute aanrader! Het slotstuk van het drieluik gaat,<br />
u voelt hem al aankomen, over de toekomst. Wat is de toekomst van<br />
christenen in deze wereld? Met deze vraag houdt ama Hanna zich bezig<br />
en zij roept ons op om bewust te gaan leven in overeenstemming met<br />
wat God van ons vraagt.<br />
OokiserindezeDCeeninterviewtevindenmetElsvanDijk,voorsommigen<br />
wellicht bekend door haar boek ‘De hunkerende generatie’, een boek over<br />
de leefwereld van (christelijke) jongeren. Els van Dijk, zelf orthopedagoog<br />
en directeur van de Evangelische Hogeschool in Amersfoort, probeert<br />
verder te kijken dan de norse en ongeïnteresseerde buitenkant van<br />
jongeren en laat de keerzijde van de informatiemaatschappij waarin wij<br />
leven, zien.<br />
Verder vindt u maar liefst drie themacolumns, die allemaal een andere<br />
zijde van tijd belichten. Zo hebben we bijvoorbeeld een sporter die vertelt<br />
over wat tijd voor haar betekent, maar ook een column over te laat<br />
zijn en te laat komen. Daarnaast vindt u zowel de huishoudelijke als de<br />
thematische informatie over de WiCo. Dus als u nieuwsgierig bent naar<br />
de lectores voor de WiCo, blader dan vooral snel verder! Wanneer u zin<br />
heeft om uw landelijke broeders en zusters weer te ontmoeten, wanneer<br />
een flinke dosis lezingen u blij maakt, of wanneer u gewoonweg geniet<br />
van de nachtelijke gesprekken: Geef u dan snel op voor deze conferentie!<br />
Naast het thematische deel van deze DC is er natuurlijk ook weer een<br />
Klankbord, gevuld met verschillende columns en een cartoon. Maakt u<br />
verder kennis met de civitas door middel van een interview met ama<br />
Mirjam van Wijk, de huidige vice-abactis der C.S.F.R., en is er weer een<br />
R.R.Q.R- interview, ditmaal met ds. Van Rooijen. Ook zetten wij onze<br />
nieuwe rubriek ‘Rondom de civitas’ voort met een interview met wellicht<br />
voor ons allen hét gezicht van IFES, namelijk Bram van Putten.<br />
Geniet ervan!<br />
Marjon ter Harmsel, Yir’at’Adonay (3)<br />
Themaredacteur De Civitate<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
Meditatie<br />
Amicae et amici,<br />
Tijd is een vrij discutabel begrip. Velen beschouwen het<br />
als iets absoluuts, maar de ons allen bekende Einstein<br />
heeft er een relativiteitstheorie op losgelaten om<br />
daarmee aan te tonen dat tijd absoluut niet absoluut<br />
is. Enfin, mijn doel is niet om hier deze hele theorie<br />
uit te diepen, maar wel om u voor een moment na te<br />
laten denken over het begrip tijd.<br />
Taalkundig gezien wordt tijd vaak opgesplitst in een<br />
verleden, een tegenwoordige en een toekomende<br />
tijd. Deze indeling wil ik ook graag gebruiken voor<br />
deze meditatie. Immers, ook de Bijbel vertelt ons over<br />
dingen uit het verleden, over het heden en over dat<br />
wat komen zal. Gods Woord spreekt over het begin<br />
van het verleden als iets goeds, iets moois. God schiep<br />
de hemel en de aarde met alles wat daarin was. En<br />
het was goed. Ook de mens was goed en naar Gods<br />
evenbeeld geschapen. Door de zondeval viel er echter<br />
een donkere gloed over het verleden. De vele gevolgen<br />
van de zondeval zijn in de Bijbel terug te vinden, het<br />
gaat te ver om dat op deze plaats uit te werken.<br />
Over het heden weten we vanuit de Bijbel dat Gods<br />
Geest werkt. God heeft ons na de zondeval niet alleen<br />
gelaten,maaronsmetPinksterenbeloofddatZijnGeest<br />
zou blijven tot op de laatste dag. Misschien vindt u het<br />
lastig om in het heden het werk van de Geest terug te<br />
zien. Er gebeuren zoveel dingen om ons heen die we<br />
wellicht niet helemaal kunnen plaatsen. Wellicht ook<br />
wel omdat we beïnvloed zijn door de tijdgeest. We<br />
hebben immers allen ons eigen gedachtegoed, onze<br />
eigen gedachten over wat wel of niet juist is en over<br />
wat wij denken dat goed voor ons is. Toch kunnen we<br />
ook in de aanwezigheid van de tijdgeest Gods Geest<br />
zien werken. We hebben immers het Woord van God,<br />
waarin we ertoe worden opgeroepen om nauwgezet<br />
te wandelen als wijzen en niet als dwazen (vers 15).<br />
Mijns inziens zeker iets wat in het heden toegepast<br />
kan worden.<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Naast dat Paulus ertoe oproept om<br />
nauwgezet te wandelen wijst hij ons<br />
er ook op om de geschikte tijd uit te<br />
buiten omdat de dagen vol kwaad<br />
zijn (vers 16). Benut dus uw tijd<br />
hier op aarde. Niet alleen voor alle<br />
tijdelijke dingen, maar juist ook om u<br />
te richten op het leven na dit leven,<br />
de toekomst. De prediker noemt dat<br />
we mogen genieten van het leven<br />
hier en nu, maar wel het oog moeten houden op<br />
de toekomst: “Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd,<br />
en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer<br />
jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten,<br />
en in de aanschouwingen uwer ogen; maar weet, dat<br />
God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het<br />
gericht.” Het gericht, dat wijst ons op de toekomst.<br />
Wellicht iets waar we niet al te vaak over na durven<br />
denken. Maar de Bijbel roept ons ertoe op om dit wél<br />
te doen, om u te doen beseffen in welke positie u staat.<br />
Gods Woord is er duidelijk over wanneer het spreekt<br />
over de twee die op de akker zijn. Een van deze zal<br />
aangenomen worden, de ander zal verlaten worden.<br />
Vanuit de Bijbel komt dus impliciet de vraag tot ons:<br />
‘Wat is onze toekomst?’ Amicae, amici, hoe vaak<br />
staat u bij deze vraag stil? We zijn druk doende met<br />
van alles en nog wat, maar verliezen we daarbij niet<br />
de toekomst uit het oog? En u begrijpt, het gaat niet<br />
om de vraag over hoe het u later op deze aarde zal<br />
vergaan, of u bijvoorbeeld wel die mooie baan zult<br />
krijgen of rond mag rijden in die nieuwe BMW of wat<br />
u ook maar mooi vindt. Nee, het gaat er om hoe het<br />
u zal vergaan in de eeuwigheid. Bid voor uw toekomst<br />
en voor de toekomst van uw medemens. Bid tot Hem,<br />
die met Zijn aanwezigheid het heden verlicht en de<br />
toekomst in een heerlijk perspectief plaatst. Om af te<br />
sluiten met Paulus: wandel als wijzen en begrijp wat<br />
de wil van de Heere is.<br />
Amicaliter,<br />
Alinda de Kat, Emèt Qenee (3)<br />
Meditatie<br />
“Ziet dan, hoe gij voorzichtiglijk wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen. Den tijd uitkopende, dewijl de dagen<br />
boos zijn. Daarom zijt niet onverstandig, maar verstaat, welke de wil des Heeren zij.”<br />
- Efeze 5: 15-17<br />
5
Thema<br />
6<br />
Themapoll<br />
POLL<br />
Amicae amicique,<br />
Ook dit keer werd de Poll weer gretig door u ingevuld, meer dan 200 maal kwam hij ingevuld op onze digitale<br />
deurmat terecht. Dank daarvoor! Leuk was het ook om te zien welk dispuut het prominentst naar voren kwam in<br />
de beantwoording. Vaak konden we precies zien welke abactis zijn nieuwsbrief net de deur uithad: Een stroom<br />
berichten kwam daarna binnen van een bepaald dispuut. Het dispuut dat de poll het meest heeft ingevuld is het<br />
dispuut te Leiden, namelijk Panoplia. Yir’ volgt dan al snel. Het dispuut rond de haven heeft de poll het minst<br />
vaak ingevuld. Daarom rees bij ons ook de vraag: Heeft de abactis de poll eigenlijk wel doorgestuurd? Maar het<br />
antwoord daarop zullen we nooit weten natuurlijk.<br />
Voor het thematische deel van de Poll hebben we vragen geput uit een lezing over de kenmerken van de huidige<br />
tijdgeest. Aan elk kenmerk hebben wij een vraag gekoppeld, en u kon kiezen in welke mate u het daarmee eens of<br />
oneens was. Civieten blijken de kenmerken van de tijd wel met zich mee te dragen, maar op sommige kenmerken<br />
scoren we niet zo hoog. Maar liefst 51 procent van alle civieten geeft aan in het hier en nu te leven. Een iets lager<br />
percentage geeft aan altijd op zoek te zijn naar dingen waar men van kan genieten. Op deze twee kenmerken<br />
scoren de civieten dus wel. Civieten zijn echter erg verdeeld over het derde kenmerk, namelijk egoïsme. Hetzelfde<br />
ziet men terug bij de vraag over het aanvaarden van gezag. Ook is er een kenmerk waar civieten helemaal niet<br />
mee eens zijn. We hebben het hier over de stelling ‘Ik denk dat de waarheid niet bestaat. Ieder mens heeft<br />
zijn eigen waarheid’. Veel civieten erkennen deze stelling niet. Men zou hier een link kunnen leggen naar onze<br />
christelijke achtergrond, waar wel duidelijk een waarheid wordt geleerd. Maar zeker kunnen we hier niet over zijn.<br />
Uit deze stellingen kunnen we concluderen dat civieten inderdaad wel scoren op wat kenmerken van de huidige<br />
tijdgeest, maar dat ze op sommige gebieden heel erg verdeeld of juist het tegenovergestelde scoren. Wanneer<br />
men dan kijkt naar de tweede vraag, waarin gevraag wordt of de civiet zichzelf een kind van zijn tijd vindt, ziet men<br />
dat men zich niet helemaal een kind van zijn tijd vindt, maar dat men toch wel naar die kant doorslaat. De civiet<br />
kent zichzelf dus aardig goed, naar het lijkt. Ook wij kwamen tot de conclusie dat de civiet inderdaad niet los van<br />
zijn tijd te zien is, maar dat we toch wel echt anders zijn dan de gemiddelde Nederlander.<br />
Amicaliter,<br />
Uw Redactie<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Themapoll<br />
Thema<br />
7
Thema<br />
8<br />
Themaverhaal<br />
Tijd in het sporten<br />
8 jaar lang heb ik aan wedstrijdzwemmen<br />
gedaan. Tijd speelt een cruciale rol in<br />
deze sport. Om te beginnen moest er<br />
getraind worden en het liefst minstens<br />
drie keer per week. Dus drie keer<br />
per week fietste ik 10 minuten naar<br />
het zwembad, was ik 1,5 uur aan het<br />
trainen, en fietste ik weer 10 minuten<br />
terug. Op bijna elke zaterdag had ik<br />
een wedstrijd, dus gemiddeld was ik<br />
met alles (fietsen, trainen, aankleden, gezelligheid en<br />
de wedstrijd) 11 uur per week kwijt. Tijd voor andere<br />
hobby’s was er dus bijna niet, want school, huiswerk<br />
en een baantje gingen natuurlijk ook gewoon door.<br />
De tweede vorm van tijd die bij deze sport kwam<br />
kijken, had met het tijdstip van de trainingen te maken.<br />
Deze waren niet gewoon na schooltijd, maar voor<br />
schooltijd. Dit betekende dat 2x per week de wekker<br />
om 04:55 stond zodat ik om 05:30 het water in kon<br />
springen. Ik moest dus op tijd naar bed. Na de training<br />
was er amper tijd om een boterham naar binnen te<br />
werken, omdat ik om 08:30 weer op school moest zijn.<br />
De belangrijkste vorm van tijd zit natuurlijk in het<br />
zwemmen zelf. Je moet afstanden steeds sneller weten<br />
af te leggen, in verschillende slagen. Op wedstrijden<br />
wordt je snelheid geklokt en zie je of je een persoonlijk<br />
record hebt gehaald op een bepaalde afstand. Dit keer<br />
misschien een seconde, een tiende van een seconde,<br />
of een honderdste van een seconde sneller, alles telt<br />
mee! Voor ouders op de tribune was er dus niet zoveel<br />
aan en duurde voor hun gevoel een wedstrijd úren,<br />
want de bedoeling is dat ze hun kinderen maar zo kort<br />
mogelijk ‘in actie’ zien.<br />
Het idee is dus om meer tijd in het water door te<br />
brengen in trainingen en daardoor minder tijd kwijt te<br />
zijn tijdens wedstrijden. ‘Wie het eerst aan de overkant<br />
is, heeft gewonnen!’<br />
Jessica Gouw, Panoplia (4)<br />
Too late or not too late<br />
Voordat ik mijn licht laat schijnen over<br />
dit onderwerp moet ik eerst eventjes<br />
een definitie geven, je hebt namelijk<br />
twee soorten ‘te laat’: te laat komen<br />
en te laat zijn.<br />
De eerste is redelijk makkelijk om<br />
mee om te gaan: beperk het. Lukt<br />
het na deze geweldige, praktische<br />
tip nog steeds niet, dan is het tijd om<br />
zware materialen zoals de agenda, wekker, wil etc.<br />
tevoorschijn te halen. Het is onwaarschijnlijk, doch<br />
mogelijk dat het daarna nog steeds niet lukt. Aan<br />
diegene wil ik graag zeggen: u heeft er, net als ik, mee<br />
te leren leven, en uw omgeving ook. Stuur een mailtje<br />
naar al uw contacten. Sms is ook goed. Maar hoewel<br />
dit de helft van het artikel betreft, gaat het hier niet<br />
over.<br />
Mensen denken vaak te laat te zijn (voor van alles). Zo<br />
dacht mijn moeder dat het wel te laat zou zijn voor een<br />
volkstuintje. Ze is namelijk op leeftijd. Respectabele<br />
leeftijd. Maar hoe bleek ze het mis te hebben. Ze was<br />
namelijk niet te laat om een volkstuintje te nemen.<br />
Het was erg schokkend om dergelijke misverstanden<br />
zo dichtbij te zien. Ik moet mijn punt enigszins<br />
verduidelijken. Het moraal is niet: “Je bent nooit ergens<br />
te laat voor! Jippie!”. Blijf (of wordt) vooral realistisch.<br />
Ik denk wel dat het te vaak voorkomt dat mensen<br />
zich te snel in een rol durven te praten dat ze al totaal<br />
gefaald hebben. Stopte Gandalf* met werken nadat hij<br />
zag hoe sterk Sauron* was? Neem de spirit van deze<br />
rokende tovenaar over en geef niet op voordat het te<br />
laat is.<br />
Deze les reikt verder dan leuke volkstuintjes. Het<br />
pijnlijkste geval van iemand die dacht te laat te zijn,<br />
dat wil zeggen: te laat om verschrikkelijke dingen terug<br />
te draaien, is het geval van Judas. Het Judas-‘te laat’<br />
typeert zich door wanhoop of melancholie. Laten we<br />
daar niet intrappen. Als iemand wacht tot vijf minuten<br />
voor zijn dood en zich dan bekeerd, klaagt ook niemand<br />
dat het zoveel eerder had gekund, en dat het zonde is<br />
van al die tijd dat hij levend christelijk had kunnen zijn.<br />
Waarom doen we dat niet? Misschien omdat hij niet te<br />
laat was, alleen wat aan de late kant?<br />
* Jullie kennen “The Lord Of The Rings” toch wel?<br />
Han van Voorst, Solo Scriptura (3)<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
Tijdig en Ontijdig<br />
Tijd bestaat niet. Voor de meeste<br />
mensen. Voor God ook niet. Voor sommige<br />
mensen bestaat tijd wel. Tijd<br />
is angst. Als de tijd uit je hand loopt,<br />
loopt het leven uit je hand. Dan word<br />
je ziek. Rare klachten. Depressief.<br />
Burn-out noemen ze dat. Klachten tijdig<br />
melden bij de dokter. Moet je beter<br />
aan Tijdmanagement doen, zal deze<br />
dan zeggen. Tijd managen? Hoe kan<br />
dat als tijd niet bestaat?<br />
Voor de meeste mensen bestaat tijd niet. Want je hebt<br />
altijd tijd, dus dan bestaat tijd niet. Dan kan tijd ook<br />
niet uit de hand lopen, want het is er niet. Het voordeel<br />
van geen tijd is dat je dan wel leeft. Dus je hebt<br />
alle tijd om te leven, want de tijd is er niet. Het stopt<br />
nooit, en begint ook nooit.<br />
Als je onder een strodak leeft heb je geen tijd. Tijd heb<br />
je alleen nodig als het soms anders gaat. Het leven<br />
gaat nooit anders dus heb je ook geen tijd nodig. Want<br />
je leeft je gestage leven, altijd gelijk, dus heb je geen<br />
tijd. Elke dag begin je als de zon opkomt en slaap je als<br />
de zon weg is. Waarom heb je dan tijd nodig?<br />
Elk ochtend bid je, zing je en loof je je Schepper. Net als<br />
vogels. Die doen dat ook de hele dag, want ze hebben<br />
ook geen tijd. Ze doen het gewoon, tijdloos, oneindig.<br />
Je zingt, knielt en bidt. Vol vuur. Zonder tijd. Genieten,<br />
loven… oneindig. Zo kniel je je zwarte knieën. Je bruine<br />
kroeskop gebogen over een stoel. Je armen in de lucht,<br />
vol littekens van martelingen. Toch… vol aanbidding.<br />
Jesus, Hallelujah… Amen. vervult de ruimte. Je staart<br />
in de verte: Eens zal er geen tijd meer zijn. Eindeloos<br />
Hem loven! My Jesus, My Saviour.<br />
Vervelend. Één persoon. Wit. Loopt rond. Al tijden.<br />
Met tijd. Tijdig en ontijdig kijkt hij op zijn tijdsklok. Het<br />
duurt al tijden. Ze loven God al veel te lang. Ga een<br />
andere keer maar verder. De tijd gaat door. De tijd tikt.<br />
Er is een tijd om te zingen en een tijd om te stoppen<br />
met zingen. Een tijd om te bidden en een tijd om met<br />
de lessen te starten. Minuten verstrijken. Tijdrovend.<br />
Hij staat te trappelen. Ongeduldig. Voor de deur van<br />
het klaslokaal. Gelukkig. Veertig volwassen mannen<br />
druppelen binnen. Druppelen ja… dat kost tijd want<br />
druppelen gaat nooit snel. Dat kost dus ook weer tijd.<br />
Hij tikt ze op de schouder. Allemaal. Één voor één, daar<br />
heeft hij tijd voor, want ze druppelen. You are too late…<br />
you are too late... you are too late. Vol verbazing kijken<br />
ze hem aan. Too late? There is no time sir?! I say you<br />
are too late, next week be in time. Please when, when<br />
are you going to be like the Western World? Learn to<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Themaverhaal<br />
manage your time! Zo buldert hij. Die witte. Weer zo’n<br />
witte die onze cultuur verknalt en onze tijd rooft. We<br />
had to praise our Lord sir. Without end, eternity starts<br />
here, without time, by praying and praising. Ze horen<br />
hem denken: Ik word toch ook boos als mijn dominee<br />
twee minuten te lang God aanprijst? Tijd is toch tijd.<br />
Tijd... Ik snap het niet. Dit volk. Tijd. Tijd is geld. Het is<br />
mijn tijd. Dat is mijn vrije tijd. Je pikt mijn tijd in. Ach…<br />
wat maakt u zich druk? Ik verzeker u, tijd bestaat niet.<br />
Dat denkt u maar. Neem eens de tijd om er rustig over<br />
te denken. Hier is het niet. In dit land. In deze cultuur.<br />
Zeker niet bij deze Ethiopische Mennonieten als ze God<br />
loven. Ik verzucht, wat moet het heerlijk zijn om ontijdig<br />
te zijn.<br />
Amicaliter,<br />
Jan van ’t Land, Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. (4)<br />
Thema<br />
9
Thema<br />
10<br />
Thema-artikel<br />
Oneindig dichtbij<br />
Kierkegaard over tijd en eeuwigheid<br />
“Geen enkele gebeurtenis in de eigen<br />
tijd en ook geen hoog vereerde<br />
tijdgenoot is zo groot – als de<br />
eeuwigheid.”<br />
– Søren Kierkegaard 1<br />
Amicae amicique,<br />
De tijd is iets wonderlijks. Terwijl je over haar nadenkt,<br />
is er zo weer een deel van haar voorbij. Een moment;<br />
en is er ooit herhaling mogelijk? Uw visie op tijd heeft<br />
invloed op uw denken over eindigheid en eeuwigheid.<br />
Wat houdt in een eindeloos in gedachten, woorden<br />
en gebeurtenissen voortstromend leven stand? Is<br />
er zoiets als een eeuwigheid die dit tijdelijk leven<br />
samenhang, pregnantie of, zoals Kierkegaard het<br />
graag uitdrukt, eenvoud kan schenken? In dit artikel<br />
zal ik enkele gedachten met u delen aan de hand van<br />
Kierkegaards visie op tijd en eeuwigheid.<br />
Kierkegaard<br />
De Deense filosoof, theoloog en schrijver Søren<br />
Kierkegaard leefde van 1813 tot 1855. Zijn omvangrijke<br />
oeuvre bevat een grote diversiteit aan werken. Grofweg<br />
kunnen deze werken in tweeën opgedeeld worden.<br />
Het eerste deel betreft met name esthetische werken,<br />
het tweede opbouwende, of christelijke werken.<br />
Opvallend is dat een groot deel van zijn werken onder<br />
wisselende pseudoniemen is uitgegeven. Kierkegaard<br />
deed dit niet om zelf ‘onzichtbaar’ te blijven, maar om<br />
zijn geliefde lezer aan het denken te zetten. In naam van<br />
verschillende pseudoniemen confronteert Kierkegaard<br />
de lezer met diverse levensvisies, die uiteindelijk<br />
allemaal gericht zijn op een vrij en verlost leven. Deze<br />
‘indirecte mededeling’ laat de lezer, na afweging van<br />
tegenstrijdige levensvisies, zelf een beslissing nemen.<br />
Filosofisch kan Kierkegaard het beste worden begrepen<br />
in contrast met Hegel. Op scherpe, ironische wijze<br />
krijgen de Hegelianen het er in Kierkegaards werken<br />
van langs. Kierkegaard wordt wel beschouwd als<br />
grondlegger van het existentialisme 2 . Het gaat bij het<br />
existentialisme niet om objectiviteit/systeemdenken,<br />
maar om subjectiviteit/existentieel denken. Met<br />
betrekking tot tijd en eeuwigheid gaat het bij<br />
Kierkegaard dus niet zozeer om de vraag of er een<br />
eeuwigheid is, maar meer om de vraag hoe serieus wij<br />
die eeuwigheid nemen en in hoeverre de eeuwigheid<br />
1 Citaat uit de toespraak De zorg van de zelfkwelling, uit:<br />
Søren Kierkegaard, Onbezorgd als de vogel en de lelie (Amsterdam<br />
2010)<br />
2 Dit is controversieel, maar daarover zal ik nu niet<br />
uitweiden.<br />
überhaupt serieus te nemen valt.<br />
Levensstadia<br />
Om helder te krijgen hoe Kierkegaard over tijd en<br />
eeuwigheid dacht, zullen we eerst een uitstapje<br />
moeten maken. Kierkegaard onderscheidt, globaal<br />
gesproken, drie manieren waarop mensen in het<br />
leven staan. Hij noemt deze manieren ‘stadia op de<br />
levensweg’. De mensen die niet existeren, daargelaten<br />
of ze het niet willen of dat ze onbewust de mogelijkheid<br />
van de existentie hebben genegeerd, bevinden zich in<br />
het esthetische stadium. Hun leven is ofwel geheel<br />
aan tijdelijke beslommeringen gewijd, ofwel aan<br />
filosofische speculatie en dichterlijke fantasie. Zij staan<br />
in het leven als onmondige kinderen, want ze zijn er<br />
niet als subject in betrokken.<br />
Socrates is een respresentant van het volgende<br />
stadium, namelijk het ethische. Door filosofische<br />
vragen te stellen brengt hij aan het licht dat we leven<br />
met schijnzekerheden en dat er in feite een kwalitatief<br />
verschil bestaat tussen leven en denken, eeuwige<br />
ideeënwereld en vergankelijke realiteit. Socrates<br />
“Het leven ligt niet voor je<br />
klaar, je moet een keuze<br />
maken. Maar dit kiezen<br />
lost de problemen niet<br />
automatisch op! De keuze<br />
die gemaakt moet worden is<br />
immers een keuze voor het<br />
onthult onze diepste angst; de angst van de mens voor<br />
zijn vrijheid. Het leven ligt namelijk niet voor je klaar,<br />
je moet een keuze maken. Maar dit kiezen lost de<br />
problemen niet automatisch op! De keuze die gemaakt<br />
moet worden is immers een keuze voor het eeuwige 3 .<br />
Vanuit je door eindigheid en tijdelijkheid beperkte blik<br />
is dit uiterst precair. Kiezen is, op socratisch niveau,<br />
onontkoombaar schuldig worden. In schuld bereikt<br />
het ethische stadium zijn grootste intensiteit.<br />
Alleen diegenen die weet hebben van vergeving<br />
bereiken het derde stadium, het religieuze. Slechts een<br />
gelovige heeft weet van de paradox dat het eeuwige<br />
3 Zie daarvoor de door Plato geschreven Alkibiades<br />
Maior.<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
in de tijd gekomen is 4 en dat daarmee vergeving<br />
mogelijk is tussen eindigheid en oneindigheid,<br />
tussen tijdelijkheid en eeuwigheid. De keuze voor het<br />
eeuwige kan dus slechts dán door een eindig mens<br />
gemaakt worden, als er geloof is in de paradox van het<br />
evangelie. Dit religieuze stadium is onlosmakelijk met<br />
de persoon van Jezus verbonden.<br />
Tijd en eeuwigheid<br />
We stelden dat het bij Kierkegaard gaat om het serieus<br />
nemen van de eeuwigheid. Hij bedoelt hiermee<br />
dat we de eeuwigheid laten drukken op ons eigen<br />
leven. Hoe serieuzer we de eeuwigheid nemen, hoe<br />
duidelijker wordt dat zij kwalitatief van de tijdelijkheid<br />
is onderscheiden. Dit brengt onrust met zich mee. Het<br />
is echter de vraag of het zinvol is de eeuwigheid dan<br />
maar tot op een bepaalde hoogte te laten gelden. Het<br />
eeuwige dient zich nu eenmaal aan, ook als zij zich<br />
voordoet als een gemis aan eeuwigheid. Hoe serieus<br />
we de eeuwigheid ook nemen, zij geeft in alle gevallen<br />
onrust.<br />
Esthetisch levende mensen onderdrukken die onrust.<br />
Voor hen is het eeuwige niet zo problematisch.<br />
Sommigen van hen zien zelfs geen onderscheid tussen<br />
tijd en eeuwigheid. Het eeuwige is in hun ogen een<br />
oneindig lange tijd, waardoor het, zegt Kierkegaard,<br />
een ‘oneindig inhoudsloos nu’ wordt, ‘een parodie<br />
op de eeuwigheid’. We vinden dit ook terug in het<br />
hegelianisme, dat het tijdelijke beschouwt als een<br />
aspect van het eeuwige. Dat geeft alle vrijheid om<br />
over het eeuwige te denken. Zo’n eeuwigheid is een<br />
abstract afgeleide van het tijdelijke en eindige en<br />
derhalve immanent. 5<br />
In het ethische stadium is eeuwigheid geen<br />
constatering, maar pure plicht, absolute opgave, zoals<br />
Kierkegaard met Kant kan zeggen. Het eeuwige is<br />
dan niet langer gebonden aan de tijdelijkheid, maar<br />
transcendent geworden. Zodoende bestaat het niet<br />
langer in gedachten, maar verbinden wij ons handelen<br />
ermee. Socrates zag het als ethische taak van de mens<br />
zich uit het eindige leven de eeuwigheid binnen te<br />
herinneren. Op deze manier kan het eeuwige concreet<br />
betekenis krijgen, het kan serieus genomen worden.<br />
Maar zelfs bij deze voorstelling van de eeuwigheid<br />
komen tijd noch eeuwigheid tot hun recht, aldus<br />
Kierkegaard.<br />
In het Oude Testament duikt een nieuwe voorstelling<br />
van het eeuwige op, namelijk als een persoon die<br />
bij machte is de tijd van een nieuwe betekenis te<br />
voorzien. In het Jodendom is God de Eeuwige. Deze<br />
God laat zich kennen als Schepper en Wetgever en<br />
verhoudt zich, zonder aan transcendentie te verliezen,<br />
op een positieve manier tot de tijdelijkheid. Aarde,<br />
geschiedenis en toekomst hebben echt betekenis.<br />
4 Het gaat hier uiteraard over Jezus.<br />
5 ‘Immanent’ als tegenovergestelde van ‘transcendent’.<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Thema-artikel<br />
Men dient de wet te houden om in het beloofde land te<br />
kunnen wonen. Dit verzwaart de ethische verplichting,<br />
men blijft hoop houden op dit leven.<br />
Voor de christen is die hoop onnodig. God heeft, door<br />
in Christus op aarde te komen, tijd en eeuwigheid met<br />
elkaar verzoend en het aardse leven vernieuwd. Deze<br />
gebeurtenis, dat God in het vlees komt, maakt aan de<br />
geschiedenis van menselijk falen ten opzichte van de<br />
ethische verplichting een einde. Christus is een mens<br />
en vervult de wet. Daarmee maakt hij het voor mensen<br />
mogelijk om met God verzoend te worden. Maar in<br />
dat alles blijft Christus iets feitelijk onbestaanbaars, de<br />
paradox. Op Hem loopt het verstand stuk, maar ook<br />
iedere eigendunk, want het eeuwige blijkt buiten ons<br />
te zijn en niet in ons. Hoop op dit leven blijkt ijdel, het<br />
is hopen op de eeuwigheid van Christus.<br />
Op de boodschap van de incarnatie zijn twee reacties<br />
mogelijk, die van de ergernis – die is het meest<br />
waarschijnlijk – en die van het geloof. In zijn boek Vrees<br />
en beven maakt Johannes de silentio duidelijk wat het<br />
geloof inhoudt; het geloof maakt, na de bewegingen<br />
van de oneindigheid te hebben gemaakt, die van de<br />
eindigheid. Het geloof gaat verder dan de oneindige<br />
resignatie 6 , waarin het zicht krijgt op de eigen eeuwige<br />
geldigheid en zich losmaakt van het eindige. Het<br />
geloof maakt ook die beweging terug, die beweging<br />
van de eindigheid, en daarmee verwerft zij juist de<br />
eindigheid. “Het is de tijdelijkheid, de eindigheid waar<br />
alles om draait 7 .”<br />
De eeuwigheid als tijdgenoot<br />
De tegenstelling tussen tijdelijkheid en eeuwigheid<br />
speelt in heel Kierkegaards opbouwende werk een<br />
belangrijke rol. ‘Tijdelijk’ noemt Kierkegaard die<br />
manieren van leven die zich volledig laten bepalen<br />
door wat zich toevallig aandient en dat is altijd<br />
meervoudig. Daartegenover staat het perspectief<br />
van de eeuwigheid, dat doelt op een transcendent<br />
perspectief dat eenheid en eenvoud aan het bestaan<br />
geeft. Voor ‘eeuwigheid’ geldt dat ze altijd in relatie tot<br />
de tijdelijkheid staat. Kierkegaard doelt met een begrip<br />
als ‘eeuwige zaligheid’ niet zozeer op onsterfelijkheid<br />
of een oneindig voortbestaan in het hiernamaals. Het<br />
is opvallend dat dergelijke woorden in Kierkegaards<br />
oeuvre zelden voorkomen. De onsterfelijkheid van de<br />
ziel vat Kierkegaard niet op als een voortgezet leven<br />
van de ziel, als beloning in het hiernamaals, maar als<br />
iets dat het leven hier en nu kwalificeert. Het gaat bij<br />
het ‘eeuwige’ om een verhouding tot God die het leven<br />
in de tijdelijkheid bepaalt. En juist de tijdelijkheid is<br />
bepalend voor het menselijk bestaan, zoals hiervoor<br />
al opgemerkt.<br />
6 Resignatie: afstand doen van, prijs geven van,<br />
berusting, aanvaarding, overgave.<br />
7 Johannes de silentio/ Søren Kierkegaard, “Vrees en<br />
beven” (Budel 2006) p.54<br />
Thema<br />
11
Thema<br />
12<br />
Thema-artikel<br />
Het is menselijk om zich zorgen te maken over de dag<br />
van morgen 8 . Kierkegaard stelt dit aan de orde in zijn<br />
serie toespraken over ‘de onbezorgdheid van de lelie en<br />
de vogel’. Lelies en vogels hebben als grote verdienste<br />
dat ze bij de dag leven. Daarmee zijn ze leraren in<br />
onbezorgdheid. Alle aardse zorgen hebben betrekking<br />
op iets dat nog geen realiteit is, maar als dreiging<br />
aanwezig is. De zorg om morgen bestaat erin dat het<br />
heden gevuld wordt met morgen. De mogelijkheid van<br />
de zorg om morgen is gegeven met het mens-zijn als<br />
samenstelling van tijdelijkheid en eeuwigheid. Een<br />
mens leeft immers niet alleen in de tijd, maar kan als<br />
tijdelijk wezen ook zichzelf beschouwen, vanuit een<br />
soort transcendent perspectief. Hij kan zich inbeelden<br />
hoe hij in de tijd wordt, hij kan zich een voorstelling<br />
maken van de volgende dag. De vogel kan dat niet.<br />
Want hoe ver hij ook over de wereld uitkijkt, nooit ziet<br />
hij de volgende dag. De volgende dag zie je alleen in de<br />
geest en de vogel heeft geen geest, geen ‘zelf’.<br />
Met de zorg om morgen kan een mens op twee<br />
manieren omgaan. De eerste manier is die van de<br />
‘heiden’. De idee van de volgende dag, de gedachte<br />
aan morgen wordt geëlimineerd. Dit is schijn, want<br />
er is juist sprake van angst voor de volgende dag. Uit<br />
angst probeer je immers de volgende dag te vergeten.<br />
Dat is niet hetzelfde als zonder zorg voor de volgende<br />
dag te zijn. Je gaat op in het onmiddelijke genot, maar<br />
omdat je net als ieder mens de eeuwigheid in je hebt,<br />
kun je niet geheel opgaan in het onmiddelijke.<br />
De tweede manier, de ‘christelijke manier’, is de<br />
zorg om morgen met behulp van de eeuwigheid te<br />
bestrijden. Dan vul je het heden niet met de volgende<br />
dag, maar met de eeuwigheid. Door de zorg om<br />
morgen bij morgen te houden, kun je je concentreren<br />
op het heden. De eeuwigheid helpt je niet als je het<br />
beschouwt als iets toekomstigs. Door de eeuwigheid<br />
als iets toekomstigs te beschouwen verlies je juist het<br />
zicht op de betekenis van het eeuwige. Kierkegaard<br />
maakt dit duidelijk met de metafoor van het roeien<br />
van een boot. Als je roeit, keer je je rug naar het doel.<br />
Alleen in die houding kun je goed roeien en zul je je<br />
doel bereiken. Als je je omdraait, raakt het eeuwige<br />
voor je ogen verward en wordt het morgen. Je moet<br />
dus werken met het oog op het doel, de eeuwigheid,<br />
en dan zie je morgen juist niet. Het geloof draait zijn<br />
rug naar de toekomst om de eeuwigheid juist vandaag<br />
bij zich te hebben. Het lijkt alsof je, met je rug naar<br />
de toekomst en door bij de dag te leven, het verst van<br />
de eeuwigheid bent verwijderd. Maar juist zo is de<br />
eeuwigheid het dichtst bij je!<br />
De gerichtheid op de eeuwigheid impliceert dus niet<br />
een verzaken van het hier en nu. Integendeel, het is<br />
juist de eeuwigheid die de mens in staat stelt werkelijk<br />
bij zichzelf te zijn, werkelijk te leven door bij zichzelf in<br />
het heden te zijn. Wie in de toekomst leeft door zich<br />
8 Zie Matthéüs 6:25-34<br />
voortdurend zorgen te maken om de dag van morgen<br />
is juist niet bij zichzelf, maar van zichzelf afwezig 9 . Het<br />
gaat erom de eeuwigheid vandaag bij zich te hebben.<br />
Wie zich richt op de toekomst van een hiernamaals<br />
maakt zich in feite los van het feitelijke leven; zijn<br />
bestaan vervluchtigt door gemis aan eindigheid. Het<br />
gaat er in het geloof om het eeuwige vast te houden<br />
in de tijdelijkheid. Dit gebeurt door te leven bij de dag.<br />
Het eeuwige is niet iets van de toekomst, het eeuwige<br />
is. Het is zelfkwelling te streven steeds dichter bij de<br />
eeuwigheid te komen. We moeten ons daarentegen<br />
in het heden laten voeden door het eeuwige. De<br />
eeuwigheid wordt dan onze tijdgenoot. Het oneindige,<br />
zo dichtbij.<br />
Conclusie<br />
Amicae amicique, in dit artikel heb ik geprobeerd<br />
enkele gedachten aangaande Kierkegaards visie<br />
op tijd en eeuwigheid met u te delen. Vanwege<br />
Kierkegaards omvangrijke oeuvre – met de daarbij<br />
onder pseudoniem meegedeelde, tegenstrijdige visies<br />
– was dat een lastig proces van vergelijken, schrappen,<br />
verklaren. Enige achtergrondkennis van Kierkegaard is<br />
daarbij niet onwenselijk 10 .<br />
Kierkegaard zou u zijn dierbare lezer genoemd hebben;<br />
de enkeling tot wie hij zich in zijn boeken richt. De<br />
enkeling leest voor zichzelf en wil het gelezene op<br />
zichzelf en zijn eigen leven toepassen. Daar is het mij<br />
in dit artikel ook om te doen 11 . Leef bij de dag, met<br />
uw rug naar de toekomst. Het leven wordt immers<br />
voorwaarts geleefd, maar achterwaarts begrepen!<br />
Amicaliter,<br />
Carolien Brobbel, Panoplia (5)<br />
Literatuurlijst<br />
- Pieter Vos, Søren – Kierkegaard lezen (Kampen<br />
2010)<br />
- W.R. Scholtens, De onbekende Kierkegaard<br />
(Baarn, 1972)<br />
- Søren Kierkegaard, Leren van de lelie en de<br />
vogel (Amsterdam 2010)<br />
- Constantin Constantius/Søren Kierkegaard, De<br />
herhaling (Budel 2008)<br />
- Johannes de silentio/Søren Kierkegaard, Vrees<br />
en beven (Budel 2006)<br />
- Udo Doedens, Het gewicht van de eeuwigheid<br />
– Søren Kierkegaard (www.sorenkierkegaard.<br />
nl)<br />
9 Zie hiervoor ook de beschouwingen over ongeluk in<br />
Kierkegaards Of/Of.<br />
10 Ik hoop dat ik die achtergrondkennis in dit artikel<br />
voldoende heb kunnen weergeven.<br />
11 Uiteraard naast het feit dat dit artikel dient als<br />
voorbereidend materiaal voor de WinterConferentie 2012.<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
‘Identiteit’ door Paul Verhaeghe<br />
Dit boek, geschreven door de klinisch<br />
psycholoog en psychoanalyticus Paul<br />
Verhaeghe, is een confronterend verzoek<br />
om eens rustig bij jezelf, je eigen<br />
levensstijl en die van je omgeving stil<br />
te staan. Het is toegankelijk geschreven<br />
en heeft een betogend karakter.<br />
In dit boek stelt Paul Verhaeghe dat er<br />
iets grondig fout zit in onze maatschappij.<br />
De oorzaken hiervan analyseert hij<br />
nauwkeurig.<br />
Het maatschappelijke weefsel is aan flarden gescheurd,<br />
zo betoogt Verhaeghe, omdat onze westerse<br />
verzorgingsstaat de laatste dertig jaar zo dronken is<br />
geraakt van het marktdenken: competitie, egoïsme,<br />
profijt. Verhaeghe analyseert de effecten van dertig<br />
jaar neoliberalisme, vrijemarktwerking, privatisering<br />
en de relatie tussen de maakbare samenleving en onze<br />
identiteit. Vanuit zijn klinische ervaring als psychoanalyticus<br />
laat hij zien hoezeer de veranderde maatschappij<br />
doorwerkt in de hedendaagse individuele psychische<br />
problemen.<br />
“We genieten ons te pletter, maar niemand is tevreden”<br />
is het citaat op de voorkant van het boek; zelden<br />
hadden mensen het zo goed, en toch ligt men juist nu<br />
uitermate overhoop met de wereld en zichzelf. De oorzaak<br />
hiervan ziet Verhaeghe in het feit dat veel mensen<br />
niet meer weten wie ze nou werkelijk zijn. Het cruciale<br />
uitgangspunt van Verhaeghe is dat wie we zijn wordt<br />
bepaald door onze omgeving. Door de ontwrichting<br />
van de samenleving zijn mensen hun identiteit kwijtgeraakt<br />
en voelen zich verweesd, verward en leeg. De<br />
maatschappij maakt de mensen ziek, en omgekeerd.<br />
Onze huidige context bepaalt op dit moment: wie<br />
geen succes heeft, zal ziek zijn. De dwang tot succes<br />
en geluk blijkt een keerzijde te hebben: het leidt tot<br />
verlies van zelfbesef, tot desoriëntatie en vertwijfeling.<br />
In de huidige context, zo stelt Paul Verhaeghe, is de<br />
mens eenzamer dan ooit. De liefde is moeilijk te bereiken<br />
en betekenisvol leven is diepgaand problematisch<br />
geworden.<br />
Mensen zijn sociaal ontwricht geraakt. Waarden als<br />
solidariteit, gemeenschapszin, empathie en duurzame<br />
vriendschap zijn verleden tijd. Echter, ondanks alle<br />
wilde verhalen over genen en individuele maakbaarheid<br />
blijft de mens in wezen een sociaal dier. Een meer<br />
sociale wereld is de oplossing, waarin het individu niet<br />
langer verloren is.<br />
De auteur betoogt dat niet alleen de gezondheidszorg,<br />
maar ook het onderwijs doordrongen blijkt te zijn<br />
van commerciële druk en een marktgericht denken.<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Themarecensie<br />
In onze postmoderne tijd<br />
is de maakbaarheid van<br />
de maatschappij gekanteld<br />
in de maakbaarheid<br />
van het individu. Economisch<br />
succes geldt hier<br />
als hét criterium. Mensen<br />
zijn zodanig met zichzelf<br />
bezig dat ze de drastische<br />
maatschappelijke ontwikkelingen<br />
zelfs niet opmerken.<br />
De liefde en het<br />
gemeenschapsgevoel zijn<br />
in vrije val en individuen<br />
gedragen zich overal als<br />
gehaaide concurrenten.<br />
Het resultaat is een stressvol,<br />
frauduleus en inefficiënt systeem. Wie het hardst<br />
aan zichzelf denken, zijn de fittest, de ‘winners’. Zij die<br />
achterblijven, de ‘losers’, worden geacht het aan zichzelf<br />
te danken te hebben omdat ze simpelweg hun verantwoordelijkheid<br />
niet namen.<br />
Dit boek zet je aan het denken over de invloed die de<br />
huidige maatschappij op je denken en handelen heeft.<br />
Pas wanneer je jezelf dit realiseert, kan je laten zien<br />
welke alternatieven het christendom te bieden heeft.<br />
Paul Verhaeghe werkt in zijn boek richting een oplossing<br />
van de huidige maatschappelijke problematiek:<br />
een meer sociale wereld, waarin het individu niet<br />
langer verloren is. Hoewel ook voor ons het ideaal van<br />
een geheel andere maatschappij zal gelden, ligt er mijns<br />
inziens voor ons als christenen eerder een taak om<br />
persoonlijk en als gemeenschap een wezenlijk andere<br />
houding aan te nemen dan bijvoorbeeld het ‘elkaar<br />
wegconcurreren’ en het ‘gehakketak’. Ook hoeft het<br />
wegwerken van sociale ongerechtigheid en het verlenen<br />
van psychische hulp uiteindelijk niet een drastische<br />
verandering van de maatschappij te beogen. Onze taak<br />
is als verantwoordelijke rentmeesters voor de gevallen<br />
wereld te zorgen met het perspectief op het einde der<br />
tijden en de herschepping van de wereld.<br />
Mijns inziens is het zeker terecht een vraagteken te<br />
plaatsen bij het cruciale punt van Paul Verhaeghe:<br />
wordt je identiteit werkelijk enkel bepaald door de omgeving<br />
waarin je leeft, of is juist dit de oorzaak van het<br />
feit dat dat mensen zich verward, verweesd en leeg<br />
voelen? Misschien is het antwoord op de vraag naar je<br />
identiteit wel het best te beantwoorden met het overbekende<br />
citaat van Augustinus: “Onrustig is het hart,<br />
totdat het rust vindt in U, o God.”<br />
Arina Meeuse, Panoplia (5)<br />
Thema<br />
13
Thema<br />
14<br />
Thema-artikel<br />
Nu we er toch zijn…<br />
De toekomst van christenen in deze wereld<br />
“Leer dan reizen met gepeizen<br />
Naer palaizen, uit het slick<br />
Dezer weerelt, die zo dwerrelt.<br />
Eeuwigh gaet voor ooghenblick.”<br />
-Joost van den Vondel<br />
Amicae amicique, u als reformatorisch christen kent<br />
ongetwijfeld de uitspraak ‘We zijn wel in deze wereld,<br />
maar niet van de wereld’ wel. Maar, wat houdt het ‘in<br />
deze wereld zijn’ in? In dit artikel wil ik u meenemen<br />
naar de toekomst die wij als christen tegemoet gaan,<br />
en wat uw eigen rol in deze wereld is. In relatie met<br />
de toekomst als christen wil ik ook stilstaan bij het<br />
koninkrijk van God.<br />
Wel in deze wereld, maar niet van deze wereld<br />
De uitspraak ‘Wel in deze wereld, maar niet van deze<br />
wereld’ komt voort uit Romeinen 12:2, waar Paulus<br />
schrijft: ‘En word niet aan deze wereld gelijkvormig,<br />
maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing<br />
van uw gezindheid, om te kunnen onderscheiden wat<br />
de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is’<br />
(HSV). Centraal staat dat wij als christenen niet wereldgelijkvormig<br />
moeten worden. Als het gaat om toekomstperspectief,<br />
is dit zeker een belangrijk punt. Want,<br />
om de wil van God te kunnen doen, is het belangrijk<br />
dat we niet meelopen met de wereld, maar vanuit een<br />
innerlijke motivatie de wil van God navolgen.<br />
Want, ondanks dat we niet van deze wereld zijn, zijn<br />
we wel degelijk op deze wereld. Wij moeten er iets<br />
van maken, zoals dat heet. Dat betekent vervolgens<br />
ook dat wij er geen zooitje van moeten maken, maar<br />
tot aan de eeuwigheid op aarde moeten bouwen<br />
aan het koninkrijk van God. Jezus zegt zelfs in Lukas<br />
17:21: ‘…het koninkrijk van God is binnen in u!’. Als<br />
christen moeten we dus zowel vreemdeling als bouwer<br />
aan het koninkrijk van God zijn. Terwijl wij als<br />
vreemdeling – als wij door genade het geloof ontvangen<br />
hebben – uitzien naar de komst van Jezus Christus,<br />
is er voor ons een taak weggelegd op aarde. De<br />
aarde is ons immers in beheer gegeven. David zegt<br />
in Psalm 24: ‘De aarde is van de HEERE en al wat zij<br />
bevat, de wereld en wie er wonen.’ Op deze aarde<br />
heeft God een taak voor ons weggelegd.<br />
Jezus geeft ons als christen twee doelen die alles<br />
te maken hebben met de toekomst. Ten eerste is<br />
dat ‘God lief hebben boven alles’. En, als gevolg,<br />
beveelt Jezus dat wij ‘onze naasten lief moeten<br />
hebben als onszelf’. Als wij God door genade<br />
lief mogen hebben, moeten wij in de toekomst<br />
zorg dragen voor de mensen om ons heen.<br />
De mensen om ons heen<br />
Als christen moeten wij er zijn voor de medemens.<br />
In het Evangelie wordt ons verteld dat goede werken<br />
voortkomen uit het geloof. Uit liefde voor Jezus geven<br />
wij Zijn liefde door aan andere mensen. Om deze liefde<br />
door te kunnen geven, zou u naar een derdewereldland<br />
kunnen gaan 1 . Mijns inziens is het echter goed om<br />
niet zo groots te denken. Het goede nieuws verspreiden,<br />
maar met name goede daden doen voor een ander,<br />
kunt u ook bij uw buren of stadsgenoten doen. In<br />
de toekomst zal de individualisering hoogstwaarschijnlijk<br />
toenemen. Zeker in tijden van bezuiniging leven<br />
er meer mensen aan de onderkant van de samenleving.<br />
Het is daarom belangrijk dat u er letterlijk voor<br />
mensen bent. Ga eens vrijwilligerswerk doen, maak<br />
een praatje met iemand die er eenzaam uit ziet en<br />
heb interesse voor de mensen in uw stad. 2 Organiseer<br />
“Als wij God door genade lief<br />
mogen hebben, moeten wij in<br />
de toekomst zorg dragen voor<br />
de mensen om ons heen”<br />
eens iets voor uw buren, en zet u belangeloos in. Dien<br />
elkaar, zoals ook in 1 Petrus 4:10 staat: ‘Laat ieder de<br />
anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen<br />
heeft, als goede beheerders van de veelsoortige<br />
genade van God’. Zet daarom dan ook uw talenten<br />
in. Als student heeft u gemiddeld meer vrije tijd te besteden<br />
dan de werkende mensen om u heen. En, als u<br />
(te) weinig geld heeft om uw tienden te besteden: tijd<br />
is immers ook geld. Een dakloze die laatst een rondleiding<br />
gaf door de stad, verwoordde het zo: ‘Ik vind het<br />
zo fijn als jullie even naar me luisteren. Dat mensen<br />
geïnteresseerd zijn maak je niet vaak mee. Dan vind ik<br />
het ook tof om mijn verhaal te vertellen.’<br />
In de toekomst zult u, als hoger opgeleide, hoogstwaarschijnlijk<br />
wel een goede baan vinden. In de reformatorische<br />
hoek, waartoe ook zeker wij behoren,<br />
1 Ik veroordeel overigens geen mensen die naar verre ’<br />
oorden gaan om iets goeds te doen. Sterker nog: ik juich het toe,<br />
maar dichtbij zijn ook genoeg mensen die hulpbehoevend zijn.<br />
2 Fietsen is bovendien veel milieuvriendelijker dan het<br />
vliegtuig naar een derdewereldland.<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
kiest men sneller voor een traditioneel beroep. Het is<br />
echter ook belangrijk dat christenen in alle facetten<br />
van de maatschappij vertegenwoordigd zijn en ook<br />
een baan durven te kiezen die niet binnen onze vertrouwde<br />
wereld valt. Gods woord verspreiden is dan<br />
wellicht een moeilijkere opdracht, maar er zijn ook<br />
veel meer mogelijkheden om Gods woord te verspreiden<br />
en om veel voor mensen om u heen te kunnen<br />
betekenen. In de toekomst is het ook niet onwaarschijnlijk<br />
dat de christelijke scholen verdwijnen door de<br />
afschaffing van subsidie op het bijzonder onderwijs.<br />
Natuurlijk is dit jammer, omdat ook de christelijke normen<br />
en waarden via bijzonder onderwijs op een goede<br />
manier meegegeven kunnen worden. Dit is echter<br />
ook een taak voor met name het gezin, maar ook<br />
de kerk. De afschaffing van bijzonder onderwijs leidt<br />
er toe dat christenen in de toekomstige maatschappij<br />
zich meer verspreiden onder het resterende deel<br />
van de Nederlandse bevolking. Ook hier ligt weer<br />
een nieuwe mogelijkheid om anderen te kunnen<br />
helpen die wij anders minder snel zouden ontmoeten.<br />
Laten we leven in de cultuur die ons omringt, in<br />
plaats van te vergroeien in de subcultuur. 3<br />
Moeten wij dan niet meer wereldvreemd zijn? Geenszins.<br />
Wij mogen hoopvol uitzien naar een nieuwe<br />
wereld. Wereldvreemd zijn is mijns inziens echter<br />
niet het vervreemden van de mensen om ons heen,<br />
maar bewust leven in overeenstemming met hoe God<br />
dat van ons vraagt. Dat heeft tot gevolg dat er soms<br />
radicaal andere keuzes moeten worden gemaakt in<br />
vergelijking met niet-christenen, dat we dingen doen<br />
en laten om het goede nieuws te verspreiden, zoals<br />
Paulus ook benoemt in de brief aan de Korinthiërs. Wij<br />
mogen in contrast zijn met de wereld om ons heen.<br />
Het betekent wellicht ook dat wij soms – als iets niet<br />
ontzettend belangrijk is – de teugels wat moeten laten<br />
vieren. Daaruit volgt soms ook dat wij voor ons idee<br />
zaken moeten inleveren, die uiteindelijk veel opleveren.<br />
U zou bijvoorbeeld kunnen overwegen om te<br />
verhuizen naar een achterstandswijk, om een buurthuis<br />
te starten of om hulp te bieden of een zorgboerderij.<br />
4 Daarnaast moeten en kunnen we – God zij<br />
dank - ook toe leven naar de eeuwigheid.<br />
Wat is dan de rol van de kerk in deze veranderende<br />
samenleving? Wij mogen niet weglopen uit de kerk en<br />
fijn individualistisch onze eigen keuzes maken, maar<br />
wij moeten juist één proberen te zijn. Met elkaar als<br />
christenen de gemeente van Christus proberen te zijn<br />
is een belangrijk doel om na te streven. Als we onszelf<br />
gaan verliezen in verschillen tussen kerken, hebben we<br />
weinig oog meer voor de leefomgeving om ons heen.<br />
3 Manifest de Nieuwe Koers, September 2012, http://<br />
www.denieuwekoers.nl/manifest.pdf<br />
4 Manifest ‘De Nieuwe Koers’, September 2012,<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Thema-artikel<br />
Daar was het Jezus juist om te doen! De kerk moet er<br />
zijn voor het volk, wij als christenen moeten laten zien<br />
dat we één kunnen zijn en mensen die het nodig hebben<br />
willen helpen. 5 Onze betrokkenheid op de kerk<br />
kunnen we wellicht anders invullen dan de standaard<br />
commissies en verkopingen. Organiseer bijvoorbeeld<br />
eens samen met uw gemeenteleden een activiteit<br />
voor de buurt. Gezien de huidige vooruitzichten op<br />
“Wat gebeurt er nu eigenlijk<br />
in een compositie? Die vraag<br />
kun je alleen beantwoorden<br />
wanneer je teruggaat naar<br />
de tekst.”<br />
mogelijke afschaffing van bijzonder onderwijs, meer<br />
nood bij de mensen rondom ons en de secularisatie<br />
en vervreemding van kerk ligt er juist voor de kerk<br />
een grote en zorgende rol weggelegd. De kerk heeft<br />
juist in de toekomst de taak om de boodschap van<br />
het evangelie: schuld, vergeving en verlossing, maar<br />
bovenal de liefde van Jezus, dicht bij zowel kerkelijken<br />
als onkerkelijken te brengen. In de toekomst is<br />
het dus ook belangrijk om een volwaardig gemeentelid<br />
te zijn. Bovendien gaat het uiteindelijk niet om<br />
de kerk, maar om het Koninkrijk van God.<br />
Toeleven naar de eeuwigheid<br />
Het citaat van Joost van den Vondel zet ons stil bij hoe<br />
belangrijk de eeuwigheid voor ons moet zijn. De wereld<br />
is immers wel verward, maar uiteindelijk verheffen<br />
wij ons uit deze werkelijkheid naar een betere plaats.<br />
Jezus komt om de gelovigen, Zijn bruid, te halen. Hij<br />
komt om een reine bruid te halen, mensen die leven<br />
naar Gods wil. Laten wij er dan ook naar streven om<br />
die reine bruid te zijn. Christus heeft ons beloofd om<br />
recht te spreken en gelovigen thuis te halen.<br />
De toekomst begint vandaag. Ik wil u dan ook aanmoedigen<br />
om u in te zetten in Gods koninkrijk op<br />
aarde. Tot de tijd dat Jezus terug komt, hebben wij<br />
als christenen nog een belangrijke taak hier beneden.<br />
Tegen de tijd dat Jezus terugkomt, moeten we<br />
klaar staan als een reine bruid voor Christus.<br />
Hanna Klop, Sola Scriptura (4)<br />
5 Jakobus 1:27: Voor God, de Vader, is alleen dit reine,<br />
zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en<br />
je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.<br />
Thema<br />
15
Thema<br />
16<br />
Thema-interview<br />
Staande in de wereld, vele vragen<br />
Interview met Els van Dijk<br />
Het was een frisse novembermiddag toen we naar<br />
Amersfoort vertrokken om Els van Dijk te bevragen<br />
over de invloed van de huidige tijdgeest op jongeren.<br />
Els van Dijk heeft in haar onlangs gepubliceerde boek<br />
“De hunkerende generatie” een duidelijke visie hierover<br />
verwoord. Omdat dit boek onze interesse<br />
gewekt had, wilden we graag aan de hand van de<br />
uitspraak “zoals wij zijn, zo zijn de tijden” haar een<br />
aantal vragen voorleggen. Zo bespraken we Gods<br />
liefde, de broederlijke liefde en het overbruggen van<br />
de generatiekloof.<br />
Directrice van de Evangelische Hogeschool<br />
Els van Dijk is directrice van de Evangelische Hogeschool<br />
te Amersfoort. Binnen haar takenpakket valt het<br />
beleid maken van de school en verantwoordelijkheid<br />
nemen voor het curriculum. Hierbij is het belangrijk<br />
dat ze steeds weer aan kan voelen hoe de studenten<br />
die ze ieder jaar binnen krijgt in elkaar steken, en hoe<br />
de studenten tegemoet gekomen moet worden zodat<br />
ze uiteindelijk als zelfstandige, weerbare christelijke<br />
jongeren de school weer kunnen verlaten.<br />
Andere tijden<br />
Els van Dijk geeft aan dat de student die nu binnenkomt<br />
wezenlijk verschilt van de student van zo’n vijftien<br />
jaar geleden. Het verband met tijdgeest is gauw<br />
gelegd: “Jongeren worden beïnvloed door een andere<br />
omgeving, een andere opvoedingsstijl. Er is niet zoveel<br />
continuïteit als ouders denken.” Als actueel onderwerp<br />
voor jongeren noemt Els de media: “Op de EH<br />
organiseren we een aantal mediastille dagen voor de<br />
“Zodoende wordt er meer via<br />
regels gecommuniceerd dan<br />
van persoon tot persoon”<br />
studenten. Op deze dagen is het de bedoeling dat je<br />
geen gebruik maakt van internet, mobiel, televisie en<br />
radio. We zien werkelijk wanhoop in de ogen van studenten<br />
bij de gedachte aan mediastilte. Stilte in het<br />
algemeen wordt als iets bedreigends ervaren.”<br />
Ook de seksuele moraal is, zo constateert Els, de afgelopen<br />
vijftien jaar behoorlijk opgeschoven. “De druk<br />
vanuit de omgeving om losser om te gaan met seksualiteit<br />
is veel groter. Maar de Bijbel geeft nog steeds dezelfde<br />
richtlijnen over omgaan met seksualiteit.”<br />
De afhankelijkheid van de omgeving blijft een actueel<br />
onderwerp. Tegenwoordig is het moeilijker om gezellig<br />
anders te zijn; de eigenheid neemt af. Deze tendens<br />
meent Els echter zowel onder jongeren als onder volwassenen<br />
waar te nemen.<br />
Els constateert dat jongeren in deze tijd wel degelijk<br />
openstaan voor contact met de oudere generatie. “Ik<br />
vind het enorm belangrijk dat jullie openstaan voor<br />
contact. Ik vermoed dat dit komt doordat er veel gemist<br />
is.” Els legt uit dat ze, wanneer ze vertelt over haar<br />
omgang met jongeren, ze niet vaak genoeg meent te<br />
kunnen benadrukken dat het gaat om een hunkerende<br />
generatie: “Jonge mensen verlangen naar echtheid,<br />
waarheid en verbondenheid, naar gemeenschap, naar<br />
intimiteit. Niet fysiek, maar voornamelijk geestelijk.”<br />
Doordat dit vaak lastig blijkt te lukken, zoeken jongeren<br />
uitvlucht in surrogaat.<br />
Generatiekloof<br />
Els stuit met deze opvatting echter geregeld op onbegrip<br />
bij anderen. “Veel van mijn leeftijdsgenoten zijn<br />
het niet met mij eens, en denken dat er wel degelijk<br />
aanleiding is voor een generatiekloof en dat er veel<br />
wederzijds onbegrip is. Ik heb daar echter helemaal<br />
geen last van, en dat terwijl ik – in jullie ogen – al zo’n<br />
oude vrouw ben! Jongeren laten mij toe heel veel met<br />
hen te delen, ook heel persoonlijk, en dat doen zij ook<br />
terug.”<br />
Een veroordelende houding bij de oudere generatie<br />
leidt ertoe dat jongeren zich vaak onbegrepen voelen.<br />
Het is essentieel dat de oudere generatie probeert de<br />
jongere te begrijpen, en zich wil verdiepen in de vragen<br />
waar jongeren tegenaan lopen. Maar veel ouderen<br />
vertonen juist tegengesteld gedrag: “Veel opvoeders,<br />
niet alleen ouders, maar ook predikanten en docenten,<br />
zie ik eerder bang worden van jongeren dan dat zij<br />
rijpe volwassenen zijn die jullie op sleeptouw nemen.<br />
Ik vond het erg jammer om te horen van een predikant<br />
dat zonde eigenlijk van alle tijden is, en dat daardoor<br />
deze tijd uiteindelijk weinig verschilt van vroeger.<br />
Natuurlijk is zonde er altijd geweest maar er zijn in<br />
deze tijd wel essentiële verschillen aan te wijzen.”<br />
Els is absoluut overtuigd dat deze tijd erg verschilt van<br />
vijftig of honderd jaar terug, en dat deze tijd daarom<br />
ook een andere aanpak nodig heeft. Els legt uit dat<br />
ze heeft ervaren dat juist in behoudendere kringen<br />
vaak de hiërarchie spreekt. Zodoende wordt er meer<br />
via regels gecommuniceerd dan van persoon tot persoon.<br />
Terwijl je van de laatste manier ook als persoon<br />
meer leert, eigen verantwoordelijkheid leert dragen<br />
en daardoor een stuk steviger in je schoenen staat als<br />
je in de vrijheid van het studentenleven staat.”<br />
Hoe pakt Els dit dan aan in haar contact met jongeren?<br />
“Als een lastig te bereiken student naar mij toekomt,<br />
begin ik niet met oordelen maar zeg ik iets in de trend<br />
van: ‘Joh, ik hoor dat het niet zo lekker gaat. Dat je<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
het lastig vindt om tot je bestemming te komen in de<br />
groep. Mag ik even met je meedenken?’ Je ziet de gespannenheid<br />
dan al afnemen.”<br />
Mogelijkheden van deze diversiteit<br />
Els denkt dat het belangrijk is dat opvoeders zich interesseren<br />
in wat er speelt in het leven van jongeren.<br />
Tegelijkertijd moeten ze als oudere generatie wel<br />
zichzelf blijven. Els beschrijft hoe ze dertigers, die<br />
verkrampt jongen willen blijven, op de EH door de<br />
studenten worden gezien als “hysterische wijven en<br />
mannen”. Els: “Ik vind het jammer, deze groep zou zich<br />
goed kunnen onderscheiden door de extra levenservaring.”<br />
Het feit dat je je anders opstelt dan de jongere<br />
generatie en als oudere generatie niet met hen<br />
meedoet (“iedereen zou het gek vinden als ik de hele<br />
dag met mijn oortjes in rond zou lopen”) hoeft niet direct<br />
afstand te creëren.<br />
Essentieel is hierbij dat ouderen de jongeren een goed<br />
voorbeeld geven. “Dat staat in de hele Bijbel, al in Deuteronomium<br />
6 worden ouders gemaand hun kinderen<br />
een goed voorbeeld te geven en het leven met God<br />
voor te leven. Je moet je kinderen laten zien hoe het<br />
leven met God is.”<br />
Het is belangrijker dat wij de roepstem van de Herder<br />
horen en deze beantwoorden dan dat wij ons afvragen<br />
of wij daar wel toe in staat zouden kunnen zijn. De<br />
discussies omtrent dogma’s, die soms eindeloos gevoerd<br />
kunnen worden, moeten in Els’ ogen soms ook<br />
een halt toegeroepen worden. “De Bijbel staat vol uitnodigingen<br />
om deel te nemen aan het Koninkrijk van<br />
God, en helaas vormen allerlei dogma’s die we erop<br />
nahouden een belemmering daartoe.”<br />
“Mooi is dat je deze cruciale<br />
levensfase niet alleen door<br />
hoeft te komen, maar met<br />
God mag gaan”<br />
De civitas<br />
Of de C.S.F.R. een rol heeft bij het overbruggen van<br />
deze generatiekloof, kan Els niet zo direct zeggen. “Die<br />
verantwoordelijkheid vind ik meer bij de opvoeders<br />
liggen. Jongeren opvoeden is een verantwoordelijkheid<br />
die gegeven is aan volwassenen.” Feit is dat vanuit<br />
sommige kerkgenootschappen er regelmatig kritiek<br />
geuit wordt op de C.S.F.R. Omdat civieten zich hierdoor<br />
regelmatig onbegrepen worden, wordt Els om advies<br />
gevraagd naar onze houding in dezen. Els kent de opvatting<br />
van “wat vroeger zo was moet en zal zo blijven”,<br />
maar dat kan natuurlijk geen uitgangspunt zijn.<br />
Zo vond ze het jammer dat een dominee schreef dat<br />
we allemaal de Statenvertaling moeten blijven lezen.<br />
“Hij heeft dan wel begrip voor de moeite met de taal,<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Thema-interview<br />
maar vindt dat je die moeite dan maar moet nemen.<br />
Ik vind dat niet terecht, er staan zoveel woorden in die<br />
jullie nooit gebruiken en amper kennen. Stel dat je als<br />
vereniging zou besluiten de Herziene Statenvertaling<br />
te lezen, dan zou er door dergelijke mensen schande<br />
worden gesproken.” Els betreurt dit, en benadrukt dat<br />
het juist zo belangrijk is bij jonge mensen het verlangen<br />
naar de Heere Jezus te blijven voeden, in plaats<br />
van steeds te twisten over vraagstukken die alleen<br />
maar tot verwijdering en onbegrip leiden.<br />
Els legt uit dat het belangrijk is om duidelijk voor je te<br />
hebben welke thema’s je nou echt bezighouden. “Dit<br />
zijn vaak niet de thema’s die je vanuit je opvoeding<br />
meekrijgt. Er zijn meer thema’s dan bijvoorbeeld erfzonde<br />
en uitverkiezing. Geen onbelangrijke thema’s,<br />
maar het is belangrijk ook de actuele thema’s te agenderen.”<br />
In de adolescentiefase moeten belangrijke<br />
keuzes gemaakt worden over verschillende thema’s.<br />
Geloof, vrienden, relaties en ook maatschappelijke<br />
keuzes met betrekking tot werk, omgaan met milieu<br />
en dergelijken.<br />
Positie bepalen<br />
De fase van het studentenleven beschrijft Els als “een<br />
fase van je leven waar je wordt geacht zelf na te denken,<br />
niet klakkeloos te gehoorzamen”. Els geeft aan<br />
dat het goed is dat er in een vereniging als de C.S.F.R.<br />
ruimte en verbondenheid is om door deze levensfase<br />
heen te gaan. Dat er kringen zijn en dat er regelmatig<br />
lectores worden uitgenodigd. “Dit gezamenlijk zoeken<br />
moet hoog op de agenda blijven staan.”<br />
Thema<br />
17
Thema<br />
18<br />
Thema-interview<br />
Els geeft echter aan dat alleen gesprek met leeftijdsgenoten<br />
niet voldoende zal zijn: “Maar je zult er<br />
niet alleen met leeftijdsgenoten uitkomen. Daarom<br />
pleit ik er al geruime tijd voor dat iedere jongere een<br />
mentor heeft die behulpzaam is op weg naar de volwassenheid.”<br />
Een dergelijke mentor moet bekend zijn<br />
met vragen en kwesties waar jongeren mee zitten, en<br />
moet openstaan voor een hunkerende generatie. “Het<br />
gesprek is essentieel. Ik vind bepaalde ontwikkelingen<br />
in de onderwijswereld dan ook jammer; het scenario<br />
waarin docenten worden vervangen door apps op de<br />
iPad lijkt me een doemscenario. Juist omdat jongeren<br />
behoefte hebben aan aandacht, liefde en verbondenheid.<br />
Een iPad kan dat niet bieden.”<br />
Niet alleen het belang van mentoren wordt door Els<br />
belicht. “Uiteraard kunnen jongeren elkaar helpen,<br />
een ouder lid op de vereniging kan een jonger lid natuurlijk<br />
helpen.”<br />
Els benadrukt nogmaals dat het belangrijk is dat er een<br />
verlangen naar God wordt aangeboord. “Er lopen veel<br />
parallellen tussen het geestelijke en het psychische leven<br />
van iemand. Er zijn verschillende aspecten waarin<br />
iemand kan groeien, en ook begeleid kan worden. Het<br />
geestelijk leven van mensen is essentieel, en Jezus vertrouwen<br />
in alles is het mooiste leven wat er is.”<br />
In alles<br />
De parallellen die lopen tussen verschillende aspecten<br />
van ons leven worden echter, zo meent Els, in deze tijd<br />
niet zo gezien. Dat er zoveel dingen van elkaar losgekoppeld<br />
worden, houdt wel verband met de tijdgeest.<br />
“Er is meer fragmentarisering dan vroeger, juist omdat<br />
er zoveel aspecten van het leven bijgekomen zijn.<br />
De digitalisering neemt toe, ook in de reformatorische<br />
wereld.”<br />
Els constateert dat voor veel jongeren het niet meer<br />
vanzelfsprekend is dat God met alles te maken heeft.<br />
Ze krijgen het niet voldoende mee van huis uit. Het is<br />
belangrijk om op de studentenvereniging dingen bespreekbaar<br />
te maken die thuis of in de kerk niet bespreekbaar<br />
gemaakt worden maar die in de media wel<br />
besproken worden.<br />
Toekomst<br />
Hoe Els de toekomst ziet? “Spannend, maar ik heb<br />
vertrouwen dat Bijbelse waarden serieuzer genomen<br />
zullen worden als wij leren meer te leven uit het<br />
verlossende werk van Christus. Daarmee bedoel ik<br />
meer vertrouwen op God, meer als christenheid de<br />
eenheid opzoeken en ook meer aan de buitenwereld<br />
laten zien. Vanuit de buitenwereld gezien zijn we met<br />
al die kleine instituutjes nogal een losse boel.” Els blijft<br />
hoopvol voor jongeren: “Mooi is dat je deze cruciale<br />
levensfase niet alleen door hoeft te komen, maar met<br />
God mag gaan.”<br />
Interview door Maaike Verbruggen, Sola Scriptura (4)<br />
Casimir Zoutendijk, Sola Scriptura (1)<br />
Gezondernemerschap? ROZA!<br />
Ondernemen is keuzes maken, iedere dag. Gaat u investeren,<br />
groeien of zelfs overnemen? Of kiest u voor consolideren?<br />
ROZA ondersteunt u bij het beantwoorden van deze vragen.<br />
Met heldere cijfers én de vertaling daarvan naar concreet bedrijfsbeleid.<br />
Wij noemen dat gezond ondernemen. Wilt u eens<br />
proeven hoe zo’n samenwerking smaakt? Bel (0318) 559 559<br />
voor een kennismaking of kijk op www.roza.nl.<br />
gezond ondernemen<br />
Amersfoort Gorinchem Opheusden Veenendaal Woudenberg<br />
roza<br />
accountants & adviseurs<br />
audit & assurance<br />
belastingadviseurs<br />
corporate finance<br />
salarisverwerking<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
TIJD & zo<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Themavaria<br />
Nu alweer? Vrouw, 20 jaar Ik vind tijd iets vervelends, ik heb altijd<br />
te weinig! Vrouw, 42 jaar The times, they are a-changin’Bob Dylan<br />
Sorry, ik was de tijd helemaal vergeten! Te late student Ik ben wel iemand<br />
van de tijd ja, ik koop altijd kleren die nog een beetje bij de tijd<br />
passen en ik doe m’n best er niet uit te zien als 60, haha! Vrouw, 57 jaar If<br />
you judge people, you have no time to love them Moeder Theresa Ik vind<br />
de tijdgeest vervelend, want iedereen mag vinden wat ‘ie wil en er<br />
ontstaat geen discussie meer, want iedereen moet zelf maar weten<br />
wat ‘ie doet en gelooft. Dat vind ik jammer Man, 25 jaar &n, Vroeger was<br />
alles beter Vrouw, 89 jaar O, de goede, oude tijd toen we zo ongelukkig<br />
waren Alexandre Dumas Ik ben niet zo bezig met de tijd, ik weet waar ik<br />
zelf in geloof, en wat anderen vinden maakt me niet zoveel uit Vrouw,<br />
43 jaar. All we have to decide is what to do with the time that is given<br />
us Gandalf Soms vraag ik me af waar de tijd gebleven is Vrouw, 52 jaar They<br />
always say time changes things, but you actually have to change<br />
them yourself Andy Warhol Tijdgeest, dat klinkt altijd een beetje eng. Ik<br />
denk dan aan ‘A Christmas Carol’ van Charles Dickens! Man, 34 jaar Maar<br />
ik heb helemaal geen tijd om mijn huiswerk te maken! Vrouw, 13 jaar<br />
Tempus fugit Latijns gezegde Ik vind de winter de mooiste tijd van het jaar<br />
Vrouw, 20 jaar If you fall I will catch you, I’ll be waiting, time after time<br />
Cyndi Lauper We zitten nu in het postmodernisme , toch? Man, 20 jaar Soms<br />
is het moeilijk om nog tijd voor jezelf over te houden Man, 24 jaar Ik kom<br />
altijd te laat volgens mijn vriend Vrouw, 23 jaar Zoals wij zijn, zo zullen<br />
de tijden zijn Augustinus Ik ben blij met het postmodernisme, iedereen<br />
mag een mening hebben en iemand wordt erdoor veroordeeld Man,<br />
50 jaar Huh, wat is dat, tijdgeest? Vrouw, 10 jaar De basis is de bal zo snel<br />
mogelijk onder controle krijgen zodat je iets meer tijd hebt om te<br />
kijken Johan Cruijff Vroeger had men het er helemaal niet over, en nu is<br />
het opeens ‘postmodernisme dit, en postmodernisme dat’! Man, 70 jaar<br />
Thema<br />
19
Thema<br />
20<br />
Themastelling<br />
‘Als kind van mijn tijd sluit ik me aan bij een<br />
kerk die bij me past’<br />
VOOR<br />
Beste amice Wieger,<br />
- Geloof het of niet, we leven in de<br />
eenentwintigste eeuw. Het mooie van die<br />
eeuw is dat jij en ik ons eigen leven leiden.<br />
Niet dat van onze buurman, niet dat van onze<br />
vader, en zeker niet dat van onze grootvader.<br />
Een van de kenmerken van onze tijd is dat we<br />
onze eigen keuzes maken.<br />
- In de samenleving zijn er vele subgroepen.<br />
Verschillende mensen leven in verschillende<br />
milieus. Er zijn zo’n beetje evenveel kerken als<br />
subgroepen. Allemaal met een eigen identiteit.<br />
Dat komt omdat mensen verschillend<br />
zijn. Elke kerk heeft zijn eigen positieve en<br />
negatieve kanten. Een kerk in Afrika is anders<br />
dan in Nederland. ‘Hoop voor Noord’ in<br />
Amsterdam heeft andere kenmerken dan een<br />
Gereformeerde Gemeente op het Veluwse<br />
platteland. Verschillende mensen horen in<br />
verschillende kerken. Daarom sluit ik me aan<br />
bij een kerk die bij me past. Om ervoor te<br />
zorgen dat ik in mijn kerk tot mijn doel kom en<br />
optimaal kan functioneren. Voor God.<br />
- Geloven is een individuele zaak. Hoe belangrijk<br />
de waarde van de gemeenschap ook is, het<br />
komt aan op de gemeenschap tussen God en<br />
jou. Daarom is het belangrijk die gemeenschap<br />
met God te zoeken. In een kerk waarin de<br />
gemeenschap met God tot zijn recht komt en<br />
je gevoed wordt in het geloof.<br />
- Het ene geestelijk voedsel is niet absoluut<br />
beter dan het andere. Het is wel relatief<br />
beter. In China eten ze ander voedsel dan in<br />
Nederland. Voor Chinezen is dat het beste,<br />
voor Nederlanders ook. Zo is het precies met<br />
kerken.<br />
- De gemeenschap is erg belangrijk in een<br />
kerk. Mensen moeten zich verbonden met<br />
elkaar weten. En natuurlijk is het belangrijkste<br />
hierin de verbondenheid met Christus, maar<br />
ook belangrijk is dat je<br />
op praktisch niveau met<br />
elkaar samen kunt leven.<br />
Als je geen fan bent<br />
van Afrikaans dansen;<br />
als je nooit op de koffie<br />
wordt gevraagd omdat<br />
je paars haar hebt; als<br />
Datheen zingen je lust en<br />
je leven is; dan moet je misschien maar naar<br />
een andere kerk. Om in die andere kerk wel<br />
verbonden te zijn met elkaar.<br />
- Het is ook apologetisch een zwaktebod te<br />
zeggen dat je moet blijven zitten waar je zit.<br />
Als wij mensen moeten vertellen dat ze zich<br />
moeten bekeren, vragen we ze na te denken<br />
over de positie waar ze in staan. We vragen ze<br />
een keuze te maken voor een geestelijk milieu.<br />
Dat moeten christenen net zo goed doen.<br />
Omdat we ons blijvend moeten bekeren.<br />
Daarom moet je eerst de splinter uit je eigen<br />
oog halen en daarna de balk uit het oog van<br />
een ander.<br />
- Het verleden heeft bewezen dat hervormen<br />
van binnenuit niet werkt. De starheid van<br />
kerkstructuren laat het niet toe om dingen<br />
die verkeerd zijn echt aan te pakken. Daarom<br />
is het beter om weg te gaan als er verkeerde<br />
praktijken zijn in een kerk. Exit is een veel<br />
sterker middel dan voice.<br />
- Kerken zijn veel te machtig en hebben<br />
eeuwenlang het leven van de burger bepaald.<br />
Ze hebben zich met alles bemoeid: van de<br />
staat tot en met de condoom. Al die dingen<br />
leiden af van wat de kerk hoort te doen: de<br />
naam van Jezus Christus belijden. Als mensen<br />
minder aan een kerk vastzitten wordt de kerk<br />
minder machtig en zal ze terugkeren naar dat<br />
wat ze moet doen: belijden.<br />
Ardjan Faasse, Ichthus (5)<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Themastelling<br />
‘Als kind van mijn tijd sluit ik me aan bij een<br />
kerk die bij me past’<br />
TEGEN<br />
Beste amice Ardjan,<br />
Helaas kan ik niet op al je punten ingaan, daar heb ik<br />
te weinig ruimte voor, maar ik zal op enkele punten<br />
kort ingaan.<br />
Het klopt dat we in de eenentwintigste eeuw leven en<br />
dat we meer vrijheid en luxe hebben om zodoende<br />
onze eigen keuzes te maken. Maar het is de vraag of<br />
ongebreidelde keuzevrijheid goed is, en tot waar deze<br />
keuzevrijheid moet gaan. Je geeft aan dat er een brede<br />
variëteit aan kerken is met hun eigen identiteit. Daar<br />
ben ik het mee eens en ik vind ook dat je die identiteit<br />
moet respecteren zolang deze identiteit niet buiten de<br />
grenzen van de Bijbel als het Woord van God loopt.<br />
Dat staat echter nog niet gelijk aan de opmerking dat<br />
verschillende mensen in verschillende kerken horen.<br />
Laat deze verschillende mensen juist zoeken naar<br />
wat hen in een kerk of een gemeente samenbindt en<br />
samen naar elkaar luisteren wat de Bijbel/wat Jezus<br />
Kurios tot hen te zeggen heeft. Dit kan soms pijn of<br />
zelfverloochening kosten, maar als we als christen<br />
naar kerkelijke eenheid zoeken (Johannes 17:21-23),<br />
moeten we ook één kunnen zijn met de christenen in<br />
onze eigen gemeente/kerk.<br />
Ik ben het met je eens dat de gemeenschap tussen<br />
God en jou niet in het gedrang mag komen door de<br />
gemeenschap in de gemeente. Dat vind ik één van<br />
de weinige goede redenen om over te gaan naar<br />
een andere gemeente. Het praktische niveau vind ik<br />
echter geen goede reden om over te stappen naar<br />
een andere gemeente. Want samenleven is toch<br />
zeker mogelijk ook al denk je over verschillende zaken<br />
anders. Om dit samenleven op praktisch niveau te<br />
bevorderen kun je de Joden een Jood en de Grieken<br />
een Griek zijn. Juist omdat de praktische/secundaire<br />
zaken relatief onbelangrijk zijn. Daarnaast geef je<br />
aan dat hervormen van de kerk van binnenuit niet<br />
werkt, maar is dit echt zo? Zijn de<br />
hervormingen die mislukten niet<br />
teveel de geschiedenis ingegaan<br />
en de hervormingen die geruisloos<br />
gingen te weinig opgemerkt?<br />
Als laatste geef je aan dat de<br />
kerk minder machtig wordt als<br />
de mensen minder aan de kerk<br />
vastzitten, en dat een kerk dan<br />
sneller tot zijn kerntaak terugkeert (het belijden van<br />
de Naam van Jezus). Als mensen uit een kerk weggaan,<br />
heeft een kerk nog weinig te zeggen over die personen<br />
en heeft dus minder macht over die personen. Maar<br />
wordt een kerk daar per definitie beter van en minder<br />
machtig? Blijven in die kerk dan niet vooral jaknikkers<br />
over die de kerk onvoldoende kritisch de Bijbel<br />
voorhouden? En neemt de macht over de mensen die<br />
blijven dan niet toe?<br />
Na een reactie op jouw verhaal, wil ik nog argumenten<br />
geven tegen de stelling. Allereerst, is het goed om<br />
te beseffen dat iedereen in een kerk met zondige<br />
mensen zit. Dat wil niet zeggen dat je maar makkelijk<br />
moet doen over de zonde van die mensen, maar het<br />
wil wel zeggen dat we niet snel weg moeten gaan<br />
vanwege de houding of levensstijl of opvattingen van<br />
andere mensen in de kerk. Daarnaast getuigt het van<br />
arrogantie, dat we ons oordeel snel klaar hebben over<br />
deze opvattingen van het andere gemeentelid. Hebben<br />
we wel goed geluisterd, onze eigen opvattingen<br />
voldoende onder kritiek gesteld, en zijn de splinters in<br />
onze ogen niet minstens zo groot als die in andermans<br />
ogen? Laten we zonder de andere kerken direct te<br />
veroordelen onze eigen gemeente koesteren, en als<br />
een middel gebruiken om met de gemeente God te<br />
eren!<br />
Wieger van Horssen, Ichthus (5)<br />
Thema<br />
21
Thema<br />
22<br />
Thema ingezonden<br />
Het leven en werk van dr. W. Aalders<br />
Als we nadenken over de<br />
tijdgeest, kunnen we zowel<br />
putten uit geschriften uit<br />
het verleden die gaan over<br />
deze thematiek alsook<br />
aanhaken op discussies<br />
die spelen in onze<br />
achterban. Als we naar<br />
auteurs zoeken die iets<br />
over de tijdgeest aan het<br />
papier hebben toevertrouwd, dan wel luisteren naar<br />
de namen van auteurs die genoemd worden tijdens<br />
de congressen van onze achterban, valt de naam<br />
van dr. W. Aalders op. Zeer waarschijnlijk wordt er<br />
op de WiCo aandacht gegeven aan zijn visie op de<br />
tijdgeest. Omdat Aalders ook regelmatig ter sprake<br />
komt in de homoseksualiteitdiscussie in De Civitate<br />
en op vele studiekringen op onze civitas boeken van<br />
hem gelezen worden, leek het me goed om op deze<br />
plek de achtergronden van persoon en oeuvre weer<br />
te geven. Ik pretendeer niet volledig te zijn in mijn<br />
analyse, doch tracht een eenvoudige handreiking<br />
te geven die wellicht aanspoort om een werk van<br />
Aalders onder uw kussen te leggen.<br />
Net na Aalders’ overlijden schreef Jan-Cees Karels in<br />
de reformatorische avondkrant dat dr. Aalders met<br />
zijn tientallen boeken generaties studenten aan zich<br />
heeft verplicht. 1 Inderdaad was Aalders veelzijdig en<br />
schreef hij over geschiedenis, kerk, geloof, cultuur<br />
en maatschappij, waardoor er mogelijk voor elk wat<br />
wils bij zit en een ieder een Aaldersgraantje mee kan<br />
pikken. In dit artikel sta ik achtereenvolgens stil bij<br />
de achtergronden van dr. Aalders en zijn boeken, en<br />
bij wat hij te zeggen had over belangrijke, actuele<br />
thema’s. Vervolgens poog ik enige kritische noten te<br />
kraken en sluit ik af met dé catechismusvraag: wat nut<br />
ons dit alles?<br />
Afkomst<br />
Alhoewel wel eens gedacht wordt dat Willem Aalders<br />
een man van eeuwen her was, moet er gelijk gezegd<br />
worden dat hij zeven jaar geleden nog leefde. Dr.<br />
Aalders (1909-2005) is namelijk 96 jaar oud geworden.<br />
Hij groeide op in een Gereformeerde pastorie, daar<br />
zijn vader Johannes Christiaan Aalders Gereformeerd<br />
predikant was. Zijn vader stond vooral bekend<br />
om zijn weerzin tegen het rationalisme onder de<br />
1 J.C. Karels (2006). Dr. W. Aalders leerde generaties studenten<br />
lezen. Een late Emmaüsganger. Reformatorisch Dagblad, 4<br />
januari 2006.<br />
Gereformeerden en zijn verlangen naar vroomheid. 2<br />
Zijn moeder Alida Ingwersen is naar eigen zeggen<br />
erg belangrijk voor zijn geloofsleven geweest. 3 In een<br />
adem noemt hij na zijn moeder direct tante IJda, die<br />
aan de Vijzelgracht woonde. U weet wel, die gracht<br />
waarbij historische panden als zandkastelen in elkaar<br />
zakten toen er eventjes een Noord-Zuidlijn voor de<br />
deur werd aangelegd. De grond ingeboord.<br />
Tante IJda, wier boekenkast pronkte met bijkans al<br />
Kohlbrugge’s werken, maakte indruk op de jonge<br />
Willem. Zij verbond de inhoud van de rijke lectuur die<br />
ze las met haar persoonlijke levenservaringen, wat<br />
Willem niet koud liet. Als hij naar bed ging des avonds,<br />
kwam ze nog even naar boven om met hem te praten<br />
over geestelijke zaken. ‘Van haar heb ik het persoonlijk<br />
geloof geleerd, als een eigen verhouding met God de<br />
Vader en het Evangelie van Jezus Christus.’ De woorden<br />
van tante IJda hebben veel indruk gemaakt, vooral ook<br />
omdat ze beaamd werden door moeder Alida.<br />
Amsterdam<br />
Vergelijkbaar met Hermann Friedrich Kohlbrugge,<br />
de Elberfeldse pastor, heeft Amsterdam een grote<br />
rol gespeeld in Aalders’ leven. ‘Ik ben een echte<br />
Amsterdammer’, vertrouwde hij dr. Bart Jan Spruyt<br />
toe. 4 Als jongeman bezocht hij het Amsterdamse<br />
Gereformeerd Gymnasium, tussendoor studeerde<br />
hij theologie in Utrecht, maar in 1935 kwam hij<br />
weer terug in Amsterdam, nu als hulpprediker. Na<br />
vele omzwervingen, die de meeste predikanten<br />
meemaken 5 , kwam hij terug in Amsterdam 6 , nu als<br />
kerkganger van de Westerkerk. De Westerkerk is een<br />
prachtige kerk vol historie, ook voor Aalders, daar zijn<br />
grootvader er nog ouderling was geweest. Hij zat niet<br />
alleen in de kerk om een preek aan te horen, maar hij<br />
kwam ook iedere zondagochtend naar Amsterdam<br />
vanwege het historische gebouw. En het orgel, niet<br />
2 P.J. Stam (2010). ‘Het oog omhoog, het hart naar<br />
boven!’ Een leven lang leerling van ‘dominee’ doctor Willem Aalders.<br />
Katwijk: Station Drukwerk, p. 22.<br />
3 H. Oevermans en J. Snel (1999). ‘We hebben een venster<br />
op de eeuwigheid nodig.’ Dr. W. Aalders over zijn levenslange<br />
pleidooi voor innerlijkheid. Wapenveld, Vol. 49, No. 2.<br />
4 B.J. Spruyt (2010). W. Aalders (1909-2005). In: Conservatieve<br />
vooruitgang. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, p.<br />
360.<br />
5 Overigens in tegenstelling tot de vele predikers die in<br />
hun schrijven de lezer aanzetten zich te verdiepen in dr. Aalders,<br />
zoals o.a. de C.S.F.R.-lustrumcolumnist ds. W. Visscher (ruim 20<br />
jaar GG-prediker te Amersfoort), dr. H. Klink (ruim 20 jaar Hervormd<br />
prediker te Hoornaar) en ds. P.J. Stam (was bijna 20 jaar<br />
Hervormd prediker te Katwijk).<br />
6 Ofschoon hij een Bussumse flat bewoonde.<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
te vergeten. ‘Geen bombarie, geen harde muziek in<br />
de kerk, geen gospel, maar dat ingetogene, diepe,<br />
ontroerende, innige. Daar bloeit mijn hart van open.’ 7<br />
In deze kerk is ook Apocalyps en Evangelie (2003),<br />
een van zijn laatste boeken, gepresenteerd. 8 Verder<br />
is het nog aardig om te vermelden dat hij in 2000<br />
de jhr. Mr. A.F. de Savornin Lohmanprijs kreeg aan<br />
de Vrije Universiteit van Amsterdam vanwege al zijn<br />
publicaties over het christelijk denken in Nederland<br />
na de Reformatie, staatsrechtelijke onderwerpen en<br />
politieke aangelegenheden. 9<br />
Afscheidsdienst<br />
“Een christen leeft uit een<br />
andere werkelijkheid, maar<br />
is solidair met de cultuur<br />
waarin hij leeft”<br />
Op de avond van Kerst 2005 overleed de man, die<br />
volgens zijn kinderen een ‘markante, betrokken<br />
en lieve vader’ was. 10 De laatste jaren waren niet<br />
gemakkelijk, zo zeiden zowel dr. H. Klink als ds. L.J.<br />
Geluk voorafgaand aan Aalders’ begrafenis. 11 Twee<br />
zaken verdroten hem zeer: het verlies van zijn vrouw<br />
Sara Geertruida Huender in 1999 viel hem zwaar en<br />
door het verdwijnen van de Nederlands Hervormde<br />
Kerk, voelde hij zich zonder kerk. Hij dacht dat hij<br />
vergeten werd, want hij werd maar niet “afgelost”. Hij<br />
zag uit naar de dag waarop hij zou Thuiskomen.<br />
In een van de laatste gesprekken met ds. Geluk kon hij,<br />
ondanks zijn ziekte, toch nog zeggen: ‘God is zo goed<br />
voor mij persoonlijk’. Op de voorlaatste dag van 2005<br />
werd aan Aalders’ graf, voorafgaand aan het bidden<br />
van het ‘Onze Vader’ de Geloofsbelijdenis opgezegd.<br />
Veelzeggend.<br />
Apologetiek<br />
Om maar bij het begin van zijn oeuvre te beginnen,<br />
het was oorlog toen het eerste boek van Aalders<br />
op de markt kwam. De jonge dominee Aalders,<br />
inmiddels herder en leraar in zijn tweede gemeente12 ,<br />
7 K. van der Zwaag (2004). Het doorbrekend licht van de<br />
Wereldheiland. Reformatorisch Dagblad, 23 december 2004.<br />
8 K. van der Zwaag (2003). Het lied van de Goede Herder.<br />
Slot van drieluik van dr. Aalders gepresenteerd in Westerkerk.<br />
Reformatorisch Dagblad, 3 november 2003.<br />
9 P.J. Stam (2010) Idem. p. 23.<br />
10 Ecclesia, Vol. 97, No. 1, p. 8.<br />
11 Ecclesia, Vol. 97, No. 1, pp. 1-8.<br />
12 Aalders was alvorens hij in 1967 lector werd aan de<br />
theologische faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen,<br />
Hervormd predikant in Oosterzee (1936-1938), Koudum (1938-<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Thema ingezonden<br />
promoveerde in 1941 op Blaise Pascal. U weet wel,<br />
die wetenschapper met vele gedachten. Er valt veel<br />
over Pascal te zeggen, Aalders doet daarom met name<br />
onderzoek naar Pascal als apologetisch prediker.<br />
Dat apologetiek een belangrijk thema wordt in Aalders’<br />
geschriften, ziet u direct aan de krachtige insteek in<br />
zijn dissertatie: ‘Het christelijk geloof heeft met zijn<br />
Heer gemeen, dat het wedersproken wordt’. 13 Het<br />
christelijk geloof wordt weersproken, omdat het nogal<br />
stellig uit de hoek komt. De kerk ziet het Evangelie als<br />
Gods Waarheid en daarom wordt er niet gepredikt<br />
alsof de Bijbel een mening is, maar dat God Zelf door<br />
haar Zijn Woord spreekt. Deze stelling grijpt terug op<br />
de Reformatie, daar Luther al zei: ‘Das Wesen des<br />
evangelischen Gottesdienstes ist, dasz unser lieber<br />
Herr selbst mit uns rede durch sein Heiliges Wort’. 14<br />
De “wereld” voelt zich door deze prediking bedreigd<br />
en valt daarom uit zelfverdediging de kerk aan, aldus<br />
Aalders. Daarom maakt het uitdragen van het Evangelie<br />
als Gods Woord de kerk tot “strijdende kerk”. De kerk<br />
moet de strijd niet ontvluchten, maar bereid zijn tot<br />
verantwoording van de hoop die in haar is. 15 Dat leidt<br />
ertoe dat het apologetisch element inherent is aan de<br />
prediking.<br />
Als het om apologetische prediking gaat, kunnen we<br />
niet alleen veel leren van Paulus, die bij uitstek een<br />
“apostel der heidenen” was, maar ook van Pascal.<br />
Emil Brunner (1889-1966), een invloedrijk Zwitsers<br />
theoloog, zag Pascals Pensées als apologie. De Pensées<br />
zijn geboren in een tijd dat de kerk tegenover een<br />
geëmancipeerde wereld stond, vergelijkbaar met de<br />
tijd waarin Aalders promoveerde. Daarom hoopte<br />
Aalders dat hij met zijn proefschrift ook ‘de kerk in<br />
de crisis, die zij doormaakt’ een dienst te bewijzen. 16<br />
Aalders concludeerde dat Pascal zich neerbuigt tot<br />
de naaste, maar wel de Schrift onaangetast laat en<br />
zichzelf niet aanpast. Het Evangelie schept als Gods<br />
Zelfmededeling een betrekking tot mensen!<br />
Revolutie – Réveil<br />
Ds. Aalders heeft zich niet alleen gelaafd aan de<br />
geschriften van Blaise Pascal, maar ook aan de werken<br />
van Groen van Prinsterer en zijn tijdgenoten die<br />
behoorden tot het Réveil (1815-1865). Theocratie<br />
of ideologie (1977) steekt bijvoorbeeld in bij het<br />
vergelijken van Guillaume Groen van Prinsterer (1801-<br />
1876) met de lieden van het Réveil. Kenmerkend<br />
1942), Groningen (1942-1946) en ’s Gravenhage (1946-1967).<br />
13 W. Aalders (1941). Pascal als apologetisch prediker.<br />
Assen, p. 11.<br />
14 M. Luther (1544). Predigt zur Einweihung der Schloskirche<br />
in Torgau. Geciteerd in: Over de verkondiging, Utrecht, 1935,<br />
p. 30.<br />
15 Zie 1 Petrus 3:15.<br />
16 W. Aalders (1941). Idem, p. 18.<br />
Thema<br />
23
Thema<br />
24<br />
Thema ingezonden<br />
aan het Réveil is de opleving van het christelijk<br />
gedachtegoed, wat zich uitte in doorleefde Bijbelse<br />
vroomheid. Volgens Aalders hadden de mensen<br />
van het 19 e -eeuwse Réveil emotionele karakters<br />
en is het dus de vraag of Groen bij hen hoorde. Als<br />
je Groen vergelijkt met de verstandelijke Thorbecke,<br />
dan merk je dat Groen met zijn emotionele karakter<br />
een kind van het Réveil was. Toch onderscheidde<br />
Groen zich van de meesten van de Réveil-kring door<br />
zijn getemperde emoties. 17 En wat meer is: alhoewel<br />
Aalders zich verbonden wist met Bilderdijk, De Clercq<br />
en Da Costa, had Groen meer oog voor de Kerk en de<br />
Historie, waardoor het geloof minder een individueel<br />
en persoonlijk karakter had bij Groen. 18<br />
Waarom was Groen van Prinsterer zo belangrijk<br />
voor Aalders? Groen had in 1847 het boek Ongeloof<br />
en Revolutie geschreven, waarin hij ‘een geniale en<br />
magistrale doorlichting van de Europese geschiedenis<br />
in de 18 e en 19 e eeuw’ gaf. 19 De Franse Revolutie in<br />
1789 heeft een fundamentele betekenis gehad voor<br />
heel Europa in casu de omkering van denktrant van de<br />
Christenheid. Groen heeft daar als een van de eersten<br />
17 W. Aalders (1977). Theocratie of ideologie. Den Haag,<br />
pp. 12-13.<br />
18 W. Aalders (1977). Idem, p. 15.<br />
19 W. Aalders (1972). Revolutie of Reveil. Amsterdam, p.<br />
62.<br />
verslag van gedaan en hij zag achter de Revolutie het<br />
ongeloof schuilgaan, wat diepe indruk maakte op<br />
Aalders. Het Réveil moet je ook in het licht van de<br />
Franse Revolutie zien. ‘Het gaat in het Réveil om zulk<br />
een herleving van christelijke beginselen, dat daaraan<br />
tegen het ongeloof genoegzame kracht kan worden<br />
ontleend.’ 20<br />
“Het boek is een bescheiden<br />
poging van een ijdeltuit”<br />
Aalders bemerkte de toenemende secularisatie van zijn<br />
tijd en gaf daarom aan dat er een Bijbels Réveil nodig<br />
was. Onder een Bijbels Réveil verstond Aalders ‘een<br />
terugkeer tot de Psalmen met hun grote Godsliefde’ 21 :<br />
een roepen of God de hemel wil openscheuren,<br />
waardoor, ook als de vijgenboom nalaat te bloeien, er<br />
toch gejubeld kan worden in de Heere. 22<br />
M/V<br />
Aalders heeft ook aangegeven dat het revolutionaire<br />
gedachtegoed impact heeft op het dagelijks leven:<br />
bijvoorbeeld op het huwelijk. Door de Bijbel weten we<br />
20 W. Aalders (1972). Idem, p. 74<br />
21 W. Aalders (1972). Burger van twee werelden. Den<br />
Haag, p. 187.<br />
22 Zie Habakuk 3.<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
hoe mooi het huwelijk bedoeld is. Als het Evangelie,<br />
vanwege de Revolutie, geen zeggenschap meer heeft<br />
en Christus niet meer als levensbron gezien wordt in<br />
de levens van mensen, komt het huwelijk onder druk<br />
te staan. De toename van het aantal echtscheidingen<br />
in de 20 e eeuw is daar het bewijs van. Een krachtig<br />
wapen hiertegen zijn ‘voorbeelden van wat geloof en<br />
gebed in het menselijk leven vermogen’. 23 Het huwelijk<br />
is een afschaduwing van de relatie tussen Christus en<br />
Zijn gemeente 24 ; dat mag niet kapotgaan!<br />
Man en vrouw zijn geen concurrenten van elkaar,<br />
maar vullen elkaar aan. Ik gaf al aan dat Aalders een<br />
en ander schreef over de karakters van mensen van<br />
het 19 e -eeuwse Réveil. Het Réveil was minder kerkelijk<br />
en theologisch, maar teerder en intiemer dan men<br />
toen gewend was. Minder gericht op de politiek, maar<br />
sterker gericht op huwelijk en gezin. Aalders verklaart:<br />
‘Ik meen, dat het niet te gewaagd is om te zeggen dat<br />
in het Réveil de vrouw domineerde en dat zij het in de<br />
eerste plaats was, die het karakter van die beweging<br />
bepaald heeft.’ 25 En het zal u niet verbazen, Aalders zag<br />
dat als verrijking! Hij maakt de vergelijking met Martha<br />
en Maria, wier huis open stond voor Jezus. 26 Zij waren<br />
erg belangrijk voor het geloofsgesprek met Jezus en<br />
laten zien dat het geloof door de eeuwen heen niet<br />
louter bepaald werd door mannen. Nee, mannen en<br />
vrouwen vulden en vullen elkaar aan. Dit geheimenis<br />
is groot.<br />
Belijden<br />
Als er iets kenmerkend is voor Aalders’ oeuvre, dan<br />
is het volgens mij dat belijden centraal staat. Als het<br />
om belijden gaat, dan moet je weten wat je belijdt,<br />
waar je het belijdt en wat de consequentie is van deze<br />
belijdenis. Volgens Aalders is het zaak om je tijd te<br />
kunnen duiden en vanuit het geloof en de geschiedenis<br />
een antwoord op je tijd te vinden. Hij borduurt in<br />
dezen voort op Guillaume Groen van Prinsterer, die<br />
de geschiedenis zag als vlammend schrift van de<br />
heilige God. Zo zei Groen al in 1848 dat de belijdenis<br />
waartoe men geroepen wordt, telkens in verband<br />
staat met de aard der tijden waarin men leeft. 27<br />
Aalders zocht naar antwoorden op zijn tijd door kennis<br />
te nemen van de kerkvaders. De eerste christenen<br />
intrigeerden hem enorm, omdat zij overgegaan waren<br />
tot de christengemeenschap, maar wel in deze wereld<br />
stonden. Openbaar en publiek belijden zag hij als grote<br />
taak van iedere christen. In Cultuur en Sacrament<br />
23 W. Aalders (1974). Man en vrouw in een revolutionaire<br />
tijd. Amsterdam, p. 62.<br />
24 W. Aalders (1974). Idem, p. 75.<br />
25 W. Aalders (1984). De tijdgeest weerstaan. Amsterdam,<br />
p. 76.<br />
26 W. Aalders (1984). Idem, p. 100.<br />
27 G. Groen van Prinsterer (1848). Het Nederlandsche<br />
Zendingsgenootschap. Utrecht, p. 139.<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Thema ingezonden<br />
(1948) gaat hij bijvoorbeeld in op hoe de wereld zich<br />
verhoudt tot de christelijke gemeente. Een christen<br />
leeft uit een andere werkelijkheid, maar is solidair met<br />
de cultuur waarin hij leeft.<br />
Aalders was er echter ook achter gekomen dat<br />
belijden pas belijden is als het met lijden gepaard gaat,<br />
Groen citerend: ‘Het belijden is het uitkomen voor de<br />
waarheid op het punt waar de verdediging het meest<br />
bezwaarlijk is, waar het belijden met lijden vergezeld<br />
is’. 28 En dat heeft Aalders ook geweten, ondervonden.<br />
Zeker toen hij stelling innam tegen Karl Barth, de op<br />
handen gedragen Zwitserse theoloog. Karl Barth<br />
had logischerwijs veel aanhangers gekregen, omdat<br />
hij de bekendste theoloog was die openlijk tegen<br />
Hitler was. Na de Tweede Wereldoorlog bleek dat<br />
er mankementen zaten in zijn theologie, die Aalders<br />
openlijk aanwees in De grote ontsporing (1971). In die<br />
tijd had je een probleem als je van Karl Barth afstand<br />
nam. Dr. H. Klink heeft daar eens op een studiekring<br />
(van Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. en Panoplia) over<br />
gezegd dat toentertijd van Barth afvallen gelijkstond<br />
aan van je geloof afvallen. Aalders heeft daar enorm<br />
veel commentaar op gekregen, zeker ook vanuit de<br />
academische hoek. Sommigen zien zijn kritiek op<br />
Barth als reden waarom hij nooit hoogleraar in de<br />
Nederlands Hervormde Kerk is geworden, ofschoon<br />
hij zeker intellectueel begaafd was.<br />
Dat belijden voor Aalders belangrijk was, bewijzen ook<br />
de laatste jaren van zijn leven. Het laatste boek in een<br />
rij van vijfendertig heet niet voor niets Confiteor – Ik<br />
belijd (2004). Alhoewel hij de 90 ruim gepasseerd was<br />
en zijn lieve vrouw inmiddels had verloren, kwam hij<br />
erachter dat de Septuaginta antwoorden gaf op onze<br />
tijd. In Nederland waren er weinig theologen die daar<br />
oog voor hadden, maar voor Aalders was het een<br />
openbaring die hij graag nog even door wilde geven.<br />
Kanttekeningen<br />
Maar zijn er helemaal geen kanttekeningen te plaatsen<br />
bij (de ideeën van) Aalders? Voordat je kritische noten<br />
plaatst bij iemand of iemands werk, dien je je eerst<br />
af te vragen of je deze persoon of de inhoud van zijn/<br />
haar publicaties wel goed interpreteert. Ofwel, de<br />
bril waardoor ik lees: is dit een neutrale bril of is deze<br />
zeer gekleurd door wensen, afkomst etc.? Amicae et<br />
amici, als ik iets niet wil, dan is het dat u door mijn<br />
bijdrages denkt dat we als civitas Aalders moeten gaan<br />
verheerlijken, hem veel eer bewijzen en hem zonder<br />
na te denken moeten volgen. Neen het, we dienen<br />
een eerlijke weergave te geven, vandaar ook dat ik<br />
een paar kanttekeningen wil plaatsen – naast dat we al<br />
het goede ter harte mogen nemen wat de persoon in<br />
kwestie ons ook nagelaten heeft.<br />
28 W. Aalders (1989). Revolutie en Reveil, 1789-1989. Den<br />
Haag, p. 20.<br />
Thema<br />
25
Thema<br />
26<br />
Thema ingezonden<br />
Als u nooit een werk van Aalders gelezen hebt, dan kan<br />
het zo zijn dat – mocht u zich in Aalders willen gaan<br />
verdiepen – u afknapt op het boek van ds. Stam over<br />
dr. Aalders. 29 In dit lijvige werk van bijna 500 pagina’s<br />
wordt Aalders op een voetstuk gezet, wat bij vele<br />
lezers snel afstoot. Opmerkingen zoals ‘Aalders was<br />
en is voor mij één van de werkelijk zuiver protestantse<br />
theologen van de twintigste eeuw geworden’ 30 doen<br />
de lezer vermoeden te maken te hebben met een<br />
hagiografie.<br />
Dominee Stam, die ooit de eer mocht hebben de<br />
trouwdienst van voetballer Dirk Kuyt te leiden, zegt<br />
zelf over zijn publicatie: ‘Het boek is een bescheiden<br />
poging van een ijdeltuit.’ 31 In ieder geval geeft deze<br />
“bescheiden poging” wel een overzicht van de<br />
publicaties van Aalders en kan het ook een opstapje<br />
zijn naar het lezen van Aalders’ werken. In dat geval<br />
beantwoordt Het oog omhoog, het hart naar boven<br />
aan zijn doel.<br />
Maar welaan, nu enige kanttekeningen.<br />
Historie<br />
Guillaume Groen van Prinsterer schreef in 1847 al<br />
in zijn onvolprezen Ongeloof en revolutie: ‘Er staat<br />
geschreven, er is geschied’. Groen leerde veel van het<br />
Woord en van de geschiedenis. Dat de Bijbel belangrijk<br />
is, hoef ik u niet uit de doeken te doen. Dat de historie<br />
van belang is, zijn wij, postmoderne christenstudenten,<br />
wel vaak vergeten. We kunnen hier veel van Groen en<br />
Aalders leren. Immers, een volk dat zijn geschiedenis<br />
vergeet, is gedoemd deze opnieuw mee te maken.<br />
Echter, ik denk zelf dat Aalders daarin soms te ver gaat.<br />
Zo bezocht hij iedere zondagochtend de Amsterdamse<br />
Westerkerk, ofschoon hijzelf in Bussum woonde.<br />
En als daar geweldige diensten met Bijbelse preken<br />
gehouden zouden worden, dan zou je dat nog wel<br />
begrijpen.<br />
Uit nieuwsgierigheid zijn we met de Amsterdamse<br />
Aalderskring eens op een zondagochtend naar de<br />
Westerkerk geweest. We kwamen van een koude,<br />
vrijzinnige kermis thuis. Inderdaad, het orgel klonk<br />
prachtig 32 , Jos van der Kooys orgelspel is uitmuntend.<br />
Maar als God ook aangeroepen mag worden als “De<br />
Utopie” dan gaan de gereformeerde stekels overeind<br />
staan. Dan snap je niet waarom iemand, die zulke<br />
29 P.J. Stam (2010). ‘Het oog omhoog, het hart naar<br />
boven!’ Een leven lang leerling van ‘dominee’ doctor Willem Aalders.<br />
Katwijk: Station Drukwerk.<br />
30 P.J. Stam (2010). Idem, p. 35.<br />
31 A. Logmans (2010). Ds. P.J. Stam publiceert lijvig portret<br />
dr. Aalders. Reformatorisch Dagblad, 11 juni 2010.<br />
32 Vergelijk wat Aalders hierover zegt in K. van der Zwaag<br />
(2004). Het doorbrekend licht van de Wereldheiland. Reformatorisch<br />
Dagblad, 23 december 2004.<br />
fijnzinnige, orthodox-gereformeerde boeken schreef<br />
en de rijkdom die de Bijbel en de historie bieden<br />
zo helder wist uit te stallen, zich aansloot bij zo’n<br />
gemeente. Natuurlijk is het bijzonder om lid te zijn van<br />
een gemeente waar je opa nog ouderling was, maar<br />
dat mag toch niet ten koste gaan van de inhoud van de<br />
prediking of ben ik dan abuis?<br />
“Maar als God ook<br />
aangeroepen mag worden<br />
als “De Utopie” dan gaan<br />
de gereformeerde stekels<br />
overeind staan”<br />
De voormalig Bondscoach dr. ir. J. van der Graaf tekent<br />
ook een kritische kanttekening bij Aalders’ ideeën<br />
over de “vaderlandse kerk”. 33 Toen de Nederlands<br />
Hervormde Kerk was opgegaan in de Protestantse Kerk<br />
in Nederland, was de historische vaderlandse kerk<br />
passé, aldus Aalders. 34 Tot zover nog wel te begrijpen.<br />
Maar Aalders voelde zich toen “kerkloos”. Nu heb ik<br />
zelf de tragische fusie evenzo van nabij meegemaakt<br />
en moet ik ook constateren dat het tot een verre van<br />
gelukkig resultaat heeft geleid. Niettemin ben ik de<br />
mening toegedaan dat God werkt in vele kerken in ons<br />
land en dat het Woord op vele plaatsen goed wordt<br />
verkondigd, waardoor je je niet kerkloos hoeft te<br />
voelen. God werkt, ook in Nederlandse kerkverbanden<br />
waar je niet bij aangesloten bent of in buitenlandse<br />
kerken, waardoor je kerkverbanden dient te relativeren<br />
en dankbaar mag zijn voor al die kerken waar God in<br />
werkt!<br />
Kohlbrugge<br />
Als u zich meer in de mensen rondom Aalders gaat<br />
verdiepen, komt u waarschijnlijk uit bij de (Stichting)<br />
Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge. Als u naar de<br />
bijeenkomstenvandezestichtingtoegaat,dieoverigens<br />
sterk aan te bevelen zijn, dan valt het u op dat het over<br />
het algemeen meer over Aalders dan over Kohlbrugge<br />
gaat. Persoonlijk vind ik dat enigszins merkwaardig en<br />
zie ik als enige reden hiervoor dat Aalders deel van de<br />
redactie van het blad van de stichting, Ecclesia, heeft<br />
uitgemaakt.<br />
Inderdaad, Kohlbrugge is wel tot voorbeeld geweest<br />
voor Aalders, als het bijvoorbeeld gaat om het voorrang<br />
geven aan pastoraat en prediking ten opzichte van het<br />
33 J. van der Graaf (2009). Ook zij hadden wat te zeggen.<br />
Opnieuw 25 miniaturen over reisgenoten. Heerenveen: Uitgeverij<br />
Groen, p. 56.<br />
34 Vergelijk ook L.J. Geluk (2006). In memoriam. De Waarheidsvriend,<br />
5 januari 2006.<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
lijven studeren in de theologie. 35 Ook Kohlbrugge’s<br />
beeld van God en mens deelde Aalders. 36 Echter,<br />
volgens mij zijn er wel diepgaande verschillen tussen<br />
Aalders en Kohlbrugge, bijvoorbeeld als het om de<br />
Wet gaat. Me een klein beetje verdiept hebbend in<br />
beide figuren, lijkt het erop dat Kohlbrugge de Wet<br />
ziet als een aanklager, terwijl Aalders de Wet ziet als<br />
opvoeder.<br />
“Hij wilde wijzen op het<br />
christelijk geloof als genezing<br />
van de existentiële leegte<br />
die elk modern mens in zich<br />
draagt”<br />
In ieder geval frappant dat je de vrienden van Aalders<br />
ontwaart bij de vrienden van Kohlbrugge. Historisch zo<br />
gegroeid, zal de argumentatie hiervoor zijn.<br />
Inspirerend<br />
Tot slot wil ik nog even bij het nut van het lezen van<br />
Aalders stilstaan. Waarom noemde ds. P.J. Stam hem<br />
een van de meest invloedrijke apologeten van het<br />
christelijk geloof in Nederland in de tweede helft van<br />
de twintigste eeuw? 37 Waarom noemde dr. H. Klink<br />
Aalders na zijn overlijden “apologeet voor authentiek<br />
christendom”? 38 Ik denk vanwege het feit dat wat<br />
Aalders heeft opgeschreven zowel inspirerend alsook<br />
actueel is.<br />
Uit de uitgaven van Ecclesia die verschenen na Aalders’<br />
overlijden, blijkt dat hij inspirerend was voor kerkelijke<br />
leiders (ds. M.J. Aarents, ds. L.J. Geluk, dr. H. Klink en<br />
pastoor J. Groos), politici (prof. dr. E.M. Hirsch Ballin<br />
en prof. dr. A. Klink) en wetenschappers (prof. dr. O.J.<br />
de Jong en prof. dr. G.H. van Kooten). Deze indeling<br />
klopt niet geheel, daar alleen uit de heren politici al<br />
blijkt dat zij tevens vergevorderde wetenschappers<br />
zijn. Echter dit zegt ook iets over het feit dat Aalders<br />
zelf ook niet te vangen is in enig hokje. Hij is het meest<br />
35 Ecclesia, vol. 82, nr. 13. In: P.J. Stam (2010). Idem, p. 12.<br />
36 Zie Berkhof en Kohlbrugge over de schepping. Reformatorisch<br />
Dagblad, 28 mei 1974.<br />
37 P.J. Stam (2010). Idem. p. 35.<br />
38 J. van der Graaf (2009). Idem. p. 58.<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Thema ingezonden<br />
bekend als dr. Aalders, alhoewel hij het liefst dominee<br />
Aalders genoemd werd, zo blijkt uit de memoires van<br />
ds. Pieter Stam. 39 Daarnaast was hij ook politiek actief,<br />
heeft hij meegedacht aan het beginselprogramma van<br />
het CDA.<br />
Inspirerend is Aalders, omdat hij zich niet alleen baseert<br />
opfigurenzoalsPlato,Augustinus,Luther,Pascal,Groen<br />
van Prinsterer, Kohlbrugge en Buber, maar ook omdat<br />
hij hun gedachtegoed wist te vertolken naar zijn eigen<br />
tijd. Volgens de eerder genoemde Jan-Cees Karels lag<br />
Aalders’ aantrekkingskracht met name in drie dingen. 40<br />
Ten eerste zijn geweldige persoonlijke betrokkenheid<br />
bij kerk en wereld. Hij sprak gepassioneerd over de<br />
grote vragen die zijn tijd aan christenen stelde. Hij<br />
wilde wijzen op het christelijk geloof als genezing van<br />
de existentiële leegte die elk modern mens in zich<br />
draagt. Ten andere leerde hij hoe een christen aan<br />
cultuurkritiek kan doen en de tekenen van de tijd kan<br />
duiden. Van het materialisme moest Aalders niets<br />
hebben – materialistische welvaartsreligie draagt<br />
het geloof ten grave, zo stelde hij. Ten derde leerde<br />
hij om middels een klassiekere manier naar de eigen<br />
geloofstraditie te kijken, wijzend op het zaad van het<br />
Evangelie dat ontkiemt in de voren van de geschiedenis.<br />
Kortom, ‘hij wist zich een late Emmaüsganger, die niet<br />
kon ophouden te spreken over al de dingen, die in<br />
Jeruzalem gebeurd waren’ 41 .<br />
Dr. Aalders is enkele jaren geleden overleden, maar zijn<br />
boeken zijn ook nu relevant, omdat ze de thema’s die<br />
anno 2012 spelen aansnijden. Aalders wordt vandaag<br />
de dag niet geciteerd omdat hij zo’n fijn(zinnig)e<br />
christen was, maar omdat hetgeen hij schreef nu<br />
nog steeds inspirerend en actueel is. Vandaar dat het<br />
verstandig is om acht te geven op zijn geschriften, om<br />
zo als christenstudent met de bagage van eeuwen<br />
christendom in de hedendaagse werkelijkheid te<br />
kunnen staan!<br />
Hartelijk amicaliter,<br />
Hendrik-Jan van Nieuw Amerongen,<br />
Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. (6)<br />
39 P.J. Stam (2010). Idem. Voetnoot 9, p. 12.<br />
40 J.C. Karels (2006). Idem.<br />
41 Zie Lukas 24:14.<br />
Thema<br />
27
Thema<br />
28<br />
Thema ingezonden<br />
Op de plaats rust!<br />
Hoe moeilijk het is om niet geïnteresseerd te zijn<br />
Ontberen doet waarderen, wordt er vaak gezegd. Wel,<br />
nu er hier in huis een gebrek is aan internet, is het<br />
vooral het leven zonder het web dat mij tot vreugde<br />
stemt. Zonder web kan er weer eens rustig en kalmpjes<br />
nagedacht worden. Deze tijd is vluchtig, lieve lezer.<br />
Maar verschilt onze tijd op dit punt van andere tijden,<br />
waarin internet en allerhande gadgets de wereld nog<br />
niet veroverd hadden? Dat is een leuke vraag voor<br />
mensen die niet meer dan 20, hooguit 25 lentes tellen.<br />
Zijn wij een problematische generatie? Wij weten<br />
het niet.<br />
Als het op dergelijke kennis aankomt, raadpleeg ik het<br />
liefst twee bronnen: de Bijbel en de Bomans. Godfried<br />
Bomans, wie kent hem niet, leefde van 1913 tot 1971<br />
en heeft prachtige dingen over deze vluchtigheid geschreven.<br />
De Bijbel leeft gelukkig nog steeds, maar is<br />
geschreven in lang vervlogen tijden. Toch lezen we ook<br />
van die tijd al: “Het oog wordt niet verzadigd van zien,<br />
het oor wordt niet verzadigd van horen.” 1 En: “Zelfs<br />
in de nacht komt zijn hart [dat van de mens] niet tot<br />
rust.” 2<br />
Onze natuur is onrustig en onverzadigbaar. Als er iets<br />
aan de basis ligt van luxegoederen is het streven naar<br />
iets nieuws, naar verzadiging van goeds, moois en lekkers.<br />
De prediker vertelt ons dat het zo niet werkt.<br />
‘Rust’ is namelijk geen stabiel begrip op deze manier,<br />
er zal altijd weer onrust optreden. Ik moet denken aan<br />
de woorden van Augustinus: “Onrustig is ons hart, tot<br />
het rust vindt in U.” 3 Zit daar dan het verschil?<br />
Bomans vergelijkt, in een beschouwing op zijn studententijd<br />
4 (rond 1940), inderdaad de verschillen in<br />
levensvisie als het gaat om de vluchtigheid die onze<br />
maatschappij kenmerkt. “Het eerste, wat een Hollands<br />
student aan Nijmegen opvalt” zegt hij, is “een<br />
zekere onbekommerdheid. Hij komt uit een gewest,<br />
waarvan de bewoners voor het merendeel de mening<br />
zijn toegedaan dat uit dit leven gehaald moet worden<br />
wat erin zit, omdat het daarna afgelopen is. Deze overtuiging<br />
brengt (…) een koortsachtige activiteit met zich<br />
mede. In Nijmegen echter heerst de opvatting, dat het<br />
er allemaal niet zo toe doet, omdat het ‘eigenlijke’ pas<br />
hierna begint.”<br />
1 Prediker 1:8b<br />
2 Prediker 2:23m<br />
3 Augustinus – Confessiones I,I,1<br />
4 Nijmeegse herinneringen, uit: Godfried Bomans - Op de<br />
keper beschouwd<br />
Het leven voor het hier<br />
of het leven voor het<br />
daar maakt het verschil<br />
in hoe onrustig het leven<br />
is. Dit klinkt als een standaard<br />
dooddoener, maar<br />
dat komt denk ik doordat<br />
het niet in onze cultuur<br />
zit om echt los te komen<br />
van het leven voor hier,<br />
om onze dagen hier als<br />
vreemdelingen door te brengen. De Nijmeegse kinderen<br />
waren er wel mee opgevoed, en zongen “Bom,<br />
bom, wat maal ik er om, als ik maar in de hemel kom.”<br />
Wat maal ik er om. De totale afwijzing. Zit je dan met<br />
je studie, met je ambities, zelfontplooiing. Lalala, wat<br />
maal ik er om.<br />
Zelfontplooiing. Waarom zouden we dat eigenlijk willen?<br />
Men wil gelukkig worden. En volgens de piramide<br />
van Maslow hebben mensen die alles al hebben wat<br />
hun hartje begeert niets liever dan zelfontplooiing.<br />
Maar waaróm zou men hier gelukkig van worden?<br />
Geen idee.<br />
Naast dat we op aarde inderdaad onze plaats moeten<br />
innemen, ja zelfs alles moeten geven wat wij de wereld<br />
te bieden hebben – dit stelt de civitas zich ook min of<br />
meer ten doel – hebben wij goed beschouwd de opdracht<br />
maling te hebben aan wat de wereld òns te bieden<br />
heeft.<br />
Dit is moeilijk. Immers, ‘maling hebben aan’ geeft niet<br />
alleen een ‘kiezen tegen’ aan, iets wat je actief doet,<br />
nee, het is een totale desinteresse in wat van God<br />
afleidt. Desinteresse, lieve lezer, is niet het sterkste<br />
punt van onze vereniging. Er valt op dat punt nog veel<br />
te leren van de Nijmeegse kinderen. Nog één keer:<br />
“Bom, bom, wat maal ik er om, als ik maar in de hemel<br />
kom.” Jezus zei: “Voorwaar, ik zeg u, als u niet verandert<br />
en wordt als de kinderen, zult u het koninkrijk van<br />
God beslist niet binnengaan.” 5<br />
Dit is een stap opzij voor ieder ego. Op de plaats rust!<br />
Gideon van den Brink, Sola Scriptura (3)<br />
5 Mattheus 18:3<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
Vingerregel<br />
Perfecte timing.<br />
Woensdagmiddag, 3 minuten<br />
voor half twee, loop ik<br />
de collegezaal binnen. De<br />
docent zit op zijn speciale<br />
collegezalendocentenstoel<br />
achter zijn eveneens speciale<br />
collegezalendocentenbureau<br />
te wachten. Ik kijk de<br />
collegezaal door, vraag me<br />
af of het echt geen maandag- of vrijdagochtend is. Ik<br />
vouw mezelf een van de vele lege plekken in, en ga<br />
zitten. Pratende studenten druppelen binnen, vullen<br />
de collegezaal. De klok op de wand achter mij geeft<br />
aan dat het half twee is geweest. De docent loopt<br />
naar de deur. Er glippen nog enkele studenten binnen.<br />
De docent sluit de deur, loopt naar voren. Ik tel. Eén,<br />
twee, drie, elf seconden... De docent begint te praten.<br />
Tenminste, ik zie zijn lippen bewegen. Bij 15 hoor ik<br />
zijn stem. Ik meen dat hij om stilte vraagt, zeker weten<br />
doe ik het niet. Ik kijk rond, zie draaiende hoofden.<br />
Gesprekken worden afgerond, een laatste lach. 34<br />
seconden. College is begonnen...<br />
Terwijl de docent de verwantschappen en<br />
overeenkomsten tussen vertebrale dieren behandelt,<br />
analyseer ik die 34 seconden. Ik concludeer hoe sociaal<br />
asociaal wij zijn: blijkbaar vinden wij onze gesprekken<br />
dermate belangrijk dat wij de docent 34 seconden<br />
durven laten wachten! Ik vraag me af waar dit gebrek<br />
aan respect vandaan komt, of het er altijd al is geweest.<br />
Als ik terugdenk aan mijn schoolcarrière, herinner<br />
ik mij de bekende vingerregel op de basisschool: stil<br />
zijn als de juffrouw praat, vinger in de lucht als je wat<br />
wil zeggen of moet plassen! Praatte je voor je beurt,<br />
dan kreeg je op zijn minst een waarschuwing! Het<br />
klassikaal stil worden werd zelfs geoefend. Bij deze<br />
oefeningen moest binnen 10 seconden iedereen stil<br />
zijn en op zijn plaats zitten! De vingerregel gold ook<br />
op de middelbare school. Toch zit deze regel er na<br />
twaalf tot veertien jaar blijkbaar nog niet goed in. Tien<br />
seconden worden ruimschoots overschreden, op tijd<br />
komen is er ook niet bij... Een algemeen gebrek aan<br />
gezag! Plots begint er hoop te gloren: een eenzame<br />
vinger zweeft in de lucht!<br />
Egbert Jochems, Dei Gratia (2)<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Tijd<br />
Column / Gedicht<br />
Tijd—het is vreemd, het is vreemd mooi ook<br />
nooit te zullen weten wat het is<br />
en toch, hoeveel van wat er in ons leeft is ouder<br />
dan wij, hoeveel daarvan zal ons overleven<br />
zoals een pasgeboren kind kijkt alsof het kijkt<br />
naar iets in zichzelf, iets ziet daar<br />
wat het meekreega<br />
zoals Rembrandt kijkt op de laatste portretten<br />
van zichzelf alsof hij ziet waar hij heengaat<br />
een verte voorbij onze ogen<br />
het is vreemd maar ook vreemd mooi te bedenken<br />
dat ooit niemand meer zal weten<br />
dat we hebben geleefd<br />
te bedenken hoe nu we leven, hoe hier<br />
maar ook hoe niets ons leven zou zijn zonder<br />
de echo—s van de onbekende diepten in ons hoofd<br />
niet de tijd gaat voorbij, maar jij, en ik<br />
buiten onze gedachten is geen tijd<br />
we stonden deze zomer op de rand van een dal<br />
om ons heen alleen wind<br />
Rutger Kopland<br />
Klankbord<br />
29
Klankbord<br />
30<br />
Column<br />
Zin in een wandeling!?<br />
“Ik zou het leuk vinden om te<br />
doen, maar helaas heb ik het nu<br />
even te druk.” Wat een onzin zeg,<br />
u heeft het natuurlijk helemaal<br />
niet druk! U kunt in het vervolg<br />
beter kiezen voor één van de volgende<br />
formuleringen: “ik voel me<br />
druk, ik maak me druk of ik ben<br />
druk.” Dat betekent dat u gewoon<br />
tijd genoeg hebt om op mijn voorstel<br />
in te gaan. Gelukkig realiseert u zich dat nu ook en<br />
is deze column daarmee reeds geslaagd.<br />
Op onze civitas is het echter de gewoonte om nadat<br />
men zijn of haar punt gemaakt heeft nog rustig wat<br />
door te blaten om daarmee het onzingehalte van het<br />
gesprokene hoog te houden. Ik ben blij dat men onder<br />
ons lak heeft aan de Bijbelse vermaning om onze woorden<br />
weinig te laten zijn. Hierdoor weet ik dat niemand<br />
het mij kwalijk zal nemen als ik nog wat overbodige<br />
woordjes opschrijf om zo aan het benodigde aantal<br />
woorden voor deze column te komen.<br />
Laat ik deze ruimte dan maar gelijk gebruiken om mijn<br />
gemaakte punt wat op te helderen. U wilt vast weten<br />
waarom u het helemaal niet druk hebt. En ondanks dat<br />
ik het op dit moment wel behoorlijk druk heb, zal ik u<br />
niet onthouden wat uw hart van mij begeert.<br />
Eerst even over de technologische vooruitgang die de<br />
mensheid de laatste eeuwen heeft geboekt. U bent<br />
daar vast erg blij mee, omdat het ons leven steeds<br />
makkelijker en uitdagender heeft gemaakt. Oeps, die<br />
woorden neem ik gauw terug, want ik realiseer me<br />
nu opeens dat mensen het vroeger zonder die technische<br />
hulpmiddelen veel minder druk hadden dan<br />
wij. Vreemd eigenlijk. De voortschrijding van de techniek<br />
heeft een nieuw gebod met zich mee gebracht.<br />
Gij zult zekerlijk uw tijd verspillen door de profielen<br />
van uw Facebook-vriendjes regelmatig te bestuderen.<br />
Jammer dat er zo veel tijd voorbij gaat waarin er niets<br />
constructiefs van de grond komt. Ook wel jammer<br />
dat ik nu pas doorheb dat die sociale netwerken mij<br />
alleen maar asocialer maken, omdat de Facebook-tijd<br />
ten koste gaat van mijn real-life contacten. Dat het zo<br />
lang heeft geduurd voordat ik tot dit inzicht kwam is<br />
eigenlijk wel logisch als je bedenkt dat Facebook mijn<br />
lange-termijn denken aardig heeft gemanipuleerd.<br />
Mijn heldere focus op wat er in dit leven echt toe doet<br />
is tijdelijk vervuild geweest door de troebele wateren<br />
van de asociale media. Gelukkig kan ik deze moderne<br />
miscommunicatiemiddelen nu wat verstandiger gebruiken<br />
en besteed ik meer tijd aan contacten zonder<br />
elektronische hulpmiddelen te gebruiken. Ik wil niet<br />
ontkennen dat ik het soms prettig vind om elektronisch<br />
hulpmiddelen te hebben. Alleen wel jammer, dat ze<br />
mij ook oogklachten, rugklachten, zwaarlijvigheid en<br />
hart- en vaatziekten opleveren. Misschien moet ik wat<br />
vaker een wandeling gaan maken. Maar eigenlijk heb<br />
ik daar geen tijd voor, want ik heb het veel te druk.<br />
Wat is er dan allemaal wat mijn tijd opeist zult u vragen.<br />
Wel, ik voel me getriggerd om mezelf te ontwikkelen<br />
en om tijd te investeren in de CSFR. We hebben<br />
tenslotte toch zo’n mooie civitas? Eylaes, ik moet het<br />
omdraaien, de mooie civitas heeft mij. ik voel me echter<br />
ook geroepen om het individualisme, materialisme<br />
en secularisme van onze tijd te bekritiseren en<br />
iedereen om mij heen daarvoor te waarschuwen. Als<br />
ik zulke onderwerpen eens goed doordenk pas ik tenminste<br />
ook goed in onze vereniging. En als ik me daarbij<br />
dan ook nog eens druk maak om de verschuiving<br />
naar links onder CSFR-studenten en de Bijbelse visie<br />
op homoseksualiteit hoor ik helemaal bij de groep.<br />
Als ik deze column af heb, ga ik trouwens eerst goed<br />
nadenken of er eigenlijk wel echt een hel bestaat. Dat<br />
wil ik wel echt weten hoor. Wij als studenten zijn toch<br />
geroepen tot bezinning?! Hm, daar kan ik me dan wel<br />
weer in vinden. Alleen bezin ik me dan liever op het<br />
vraagstuk of Henoch wel echt met zijn smartphone in<br />
zijn hand al discussiërend en elucubrerend wandelde<br />
met God. Beste lezers, stelletje Martha’s, ik vermoed<br />
dat Henoch de voorkeur gaf aan een rustige wandeling<br />
met de Man naast hem en in harmonie met zijn medewandelaars.<br />
Zou u dit wel leuk vinden maar heeft u het<br />
te druk en geen tijd voor een wandeling? Ren dan maar<br />
snel uw drukke leventje uit. Ikzelf geef de voorkeur aan<br />
een ontspannende wandeling.<br />
Daniël Schenkeveld, Quo Vadis (3)<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
Amicitia<br />
Amicae amicique,<br />
Amicitia: op de C.S.F.R. wordt ze graag bedreven, maar<br />
weinig besproken. Op Emèt Qenee is dat niet veel<br />
anders. Dit jaar hopen we echter tijdens ons IVe lustrum<br />
in het bijzonder stil te staan bij de amicitia. In<br />
dit artikel zal ik enige gedachten met u delen over de<br />
amicitia, of zoals ze in de burgermaatschappij genoemd<br />
wordt, de vriendschap. Ontmoeting, overtuiging<br />
en ontplooiing, de drie pijlers van de C.S.F.R., zullen<br />
hierbij centraal staan.<br />
Vaak blijft de amicitia voorbehouden aan de ‘ontmoeting’<br />
en wordt zij gescheiden van ‘overtuiging’ en ‘ontplooiing’.<br />
Concreet komt dit erop neer dat men over<br />
een borrel vaak wel zegt dat het een amicale activiteit<br />
was, maar een Bijbelkring wordt meestal niet als zodanig<br />
getypeerd. Een Bijbelkring is veeleer een bijeenkomst<br />
die in het licht van overtuiging en/of ontplooiing<br />
staat.<br />
“Integrale amicitia is meer<br />
dan sport met medeintellectuelen<br />
en muzikaal<br />
getinte varia”<br />
In de praktische beleving van de civiet lijkt er dus een<br />
scheiding te zijn tussen ontmoeting, overtuiging en<br />
ontplooiing. Overtuiging en ontplooiing worden in een<br />
ander hokje geplaatst dan de ontmoeting. De rol van<br />
de amicitia wordt als gevolg hiervan ook beperkt. De<br />
gedeelde christelijke levensovertuiging die wij onszelf<br />
als norm stellen, is niet altijd even duidelijk zichtbaar<br />
als er een goede borrel georganiseerd wordt. Terwijl<br />
dat ons juist zou moeten onderscheiden van de<br />
wereldse verenigingen.<br />
Mijns insziens kunnen ontmoeting, overtuiging en ontplooiing<br />
echter niet van elkaar gescheiden worden. De<br />
drie pijlers vinden elkaar juist in de amicitia. Ik zal nu<br />
eerst proberen de band tussen ontmoeting en overtuiging<br />
beschrijven en vanuit daar voortbouwen naar<br />
een overkoepelende definitie van amicitia.<br />
U zult uit eigen ervaring wel weten dat het een stuk<br />
fijner is om, bijvoorbeeld op een kring, over de zaken<br />
van het geloof te spreken, als u uw gesprekspartners<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
ook op andere vlakken beter<br />
hebt leren kennen. Kringweekenden<br />
worden niet<br />
voor niets georganiseerd.<br />
Het is nu eenmaal zo dat<br />
mensen meer vrijmoedigheid<br />
hebben om over zeer<br />
persoonlijke zaken zoals hun<br />
geloof te spreken, als er al<br />
een onderlinge band is.<br />
Ingezonden artikel<br />
De ontmoeting is een vaak onderschat fenomeen,<br />
als het gaat om een basis waarop voortgeborduurd<br />
kan worden op het vlak van overtuiging en ontplooiing,<br />
maar bij ontmoeting op zichzelf kan het niet blijven.<br />
Amicitia die gebaseerd is op enkel ontmoeting,<br />
is ijdelheid. Integrale amicitia is meer dan sport met<br />
mede-intellectuelen en muzikaal getinte varia. Integrale<br />
amicitia gaat, zoals de term al aangeeft, over het<br />
gehele wezen van de vriendschap.<br />
Maar wat moeten we dan verstaan onder het gehele<br />
wezen van de vriendschap? Laat mij hiervoor een<br />
beroep doen op één van de kerkvaders, namelijk Augustinus<br />
van Hippo, die er bekend om staat dat hij<br />
als eerste een christologisch karakter toedichtte aan<br />
het vriendschapsidee. Augustinus gaf in één van zijn<br />
brieven een zeer kernachtige definitie van vriendschap:<br />
“Vriendschap is trouw in Christus, in Wie alleen<br />
zij ook eeuwig en gelukkig kan zijn.” Het aspect van de<br />
ontmoeting binnen de amicitia kan dus niet zonder het<br />
aspect van de overtuiging.<br />
“Vriendschap is trouw in<br />
Christus, in Wie alleen zij ook<br />
eeuwig en gelukkig kan zijn”<br />
Op de C.S.F.R. zien we deze visie op de vriendschap culmineren<br />
in de woorden ‘amicitia semper’, welke vaak<br />
na een amicale dronk uitgesproken worden. De woorden<br />
‘amicitia semper’ verwijzen naar de immer durende<br />
vriendschap die de civieten elkaar toewensen,<br />
waar we – in de woorden van Augustinus – slechts<br />
toe in staat zijn als deze vriendschap ook (de trouw<br />
in) Christus als haar fundament kent. Het is overigens<br />
belangrijk om te beseffen dat Augustinus zijn vriendschappen<br />
beschouwde als meer dan simpelweg een<br />
relatie tussen twee of meerdere personen. Vriendsc-<br />
Klankbord<br />
31
Klankbord<br />
32<br />
Ingezonden artikel / Cartoon<br />
hap is een gave van God en om die reden moeten wij<br />
ook God de eer geven in onze vriendschappen.<br />
Zoals wij zien dat de ontmoeting en overtuiging samenkomen<br />
in de amicitia, met Christus als haar fundament,<br />
zo kunnen we ook de ontplooiing als verlengde<br />
hiervan zien. Verbonden in en met Christus, zijn we in<br />
staat om toe te groeien naar het scheppingsdoel, als<br />
leden van één Lichaam: “Want wij zijn Zijn maaksel,<br />
geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen,<br />
die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin<br />
zouden wandelen.” 1<br />
1 Efeze 2:12<br />
Ik hoop dat ik met dit artikel een aanzet heb gegeven<br />
tot verdere overdenking van het begrip amicitia. Als u<br />
behoefte hebt om u verder te verdiepen in de amicitia,<br />
dan nodig ik u van harte uit op het forum dat Emèt<br />
Qenee in het kader van haar lustrum hoopt te organiseren<br />
op D.V. 29 januari 2013. Meer informatie vindt u<br />
op de achterzijde van deze DC. Rest mij nu niets anders<br />
dan u een hartelijk ‘amicitia semper’ toe te wensen.<br />
Met amicale groet,<br />
Lydia Bekebrede, Panoplia (3)<br />
Willem-Rutger van Dijk, Emèt Qenee (3)<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
Born to be stuur: interview met Mirjam van Wijk<br />
Nummer 53bis. We hebben nog maar net aangebeld,<br />
of de deur zwaait al open: “kom erin!” Twee<br />
trappen hoger stappen we binnen in de gezellige<br />
studentenkamer van Mirjam van Wijk. Vandaag zal<br />
mevrouw de vice-ab actis, die als olim-redactielid<br />
van De Civitate interviews heeft afgenomen, zelf<br />
geïnterviewd worden. De lunch staat klaar en zelfs<br />
de soep is geregeld. Als de bimbam van de Rooms<br />
katholieke kerk op de hoek uit is gespeeld kan het<br />
interview van start gaan.<br />
Mirjam komt uit een grote familie met zeven kinderen.<br />
Ze is opgegroeid in Herkingen op Goeree- Overflakkee<br />
en heeft in Middelharnis op de middelbare school<br />
in gezeten. Daar heeft ze na eerst drie jaar VWO<br />
gevolgd te hebben Havo-examen gedaan. Ze koos<br />
voor het profiel N&G: “Ik wilde graag iets praktisch<br />
gaan doen, maar daar is het echt helemaal nooit van<br />
gekomen.” Toen ze op het VWO zat wilde ze juist niet<br />
gaan studeren: “De universiteit leek me een heel groot<br />
gebouw waar je alleen maar kon verdwalen, dus daar<br />
had ik toen niet zo veel zin in.”<br />
Toen ze klaar was met de Havo heeft Mirjam een jaar<br />
lerarenopleiding Nederlands gedaan aan de Hogeschool<br />
Utrecht. Toen wilde ze toch gaan studeren, dat wist<br />
ze zeker, en na de Havo was dit een manier om op de<br />
universiteit te komen. Met haar universitaire studie is<br />
ze uiteindelijk de voor literatuurwetenschap gegaan<br />
in plaats van Nederlands, omdat alle literatuurvakken<br />
haar meer boeien dan grammatica. Hoewel Mirjam<br />
geïnteresseerd is in literatuur, zijn er nog meer dingen<br />
die haar boeien. Zo kwam ze op het idee om een minor<br />
te volgen over de Islam. Uiteindelijk heeft ze besloten<br />
om na haar bachelor, die ze als het goed is afrondt in<br />
januari 2013, de Master ‘Religies in de hedendaagse<br />
samenleving’ te doen. Wat ze daar mee wil weet ze nog<br />
niet. “Beleid lijkt me heel gaaf, maar iets praktisch als<br />
het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, red.)<br />
ook.” Maar het kan ook zijn dat Mirjam onderzoeker<br />
wordt, want de wetenschap trekt haar ook. Maar eerst<br />
gaat ze na haar bachelor een half jaartje lekker werken<br />
of stage, wellicht in een “Arabisch buitenland” tot haar<br />
Master begint.<br />
Op kamers in Utrecht<br />
Na de Havo kwam Mirjam naar Utrecht, ze heeft<br />
bewust voor de Utrechtse studentenstad gekozen.<br />
“Het leek me heel leuk, dit is gewoon een leuke stad<br />
en ik kende er al wat mensen.” Haar broer en zus<br />
woonden ook in Utrecht en zaten beiden op Sola. Hoe<br />
ze op Sola terecht is gekomen is dan eigenlijk ook geen<br />
vraag meer: “Ik heb eigenlijk helemaal niet nagedacht<br />
over wat ik zelf wilde, maar ik dacht: daar ga je gewoon<br />
op.” Of ze spijt heeft gehad van haar keuze? In haar<br />
eerste jaar wel. “Dan dacht ik wel eens: wat doe ik<br />
hier? Het was anders dan ik had gedacht, veel groter.”<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Born to be stuur<br />
Maar al snel had Mirjam haar draai gevonden en veel<br />
nieuwe vrienden gemaakt. Spijt heeft ze dus zeker niet<br />
van haar keuze voor Sola.<br />
Met haar keuze voor Utrecht werd ook de stap gezet<br />
om op kamers te gaan. In het begin woonde ze in een<br />
huis met allemaal meiden die ongeveer tien jaar ouder<br />
waren dan zijzelf. “Dat was wel grappig want eentje<br />
was ook echt een soort moeder voor mij. Het was best<br />
wel een schok, de verhuizing uit Herkingen, een klein<br />
dorpje, naar Utrecht.” Haar huisgenoot, maar ook<br />
haar broer en zus lieten hun zusje niet aan haar lot<br />
over. “Ik weet nog dat in de eerste week mijn broer<br />
en zus zonder dat ze dat van elkaar wisten allebei een<br />
plattegrond van Utrecht door de brievenbus hadden<br />
gedaan.” Verdwalen kon dus niet meer. Het leven op<br />
kamers vond Mirjam vanaf de eerste dag helemaal<br />
fantastisch. Ze wilde ook graag op kamers. En lachend:<br />
“Ik voelde me vooral echt heel erg groot.”<br />
Zoeken naar antwoorden op de Civitas<br />
Mirjam hoeft niet lang na te denken over wat ze<br />
waardevol vindt aan de C.S.F.R. Ze denkt dat het goed<br />
is dat mensen, die op hetzelfde moment in hun leven<br />
geconfronteerd worden met de ‘boze buitenwereld’,<br />
samen een positie in kunnen nemen en ervaringen<br />
uit kunnen wisselen. Op de C.S.F.R. zijn er mensen die<br />
verder of minder ver zijn in deze ontwikkeling. Juist<br />
dan is gesprek tussen beide partijen zinnig. Ook de<br />
verschillende achtergronden hebben volgens Mirjam<br />
zeker meerwaarde: “Eigenlijk valt het me op dat het<br />
best wel breed is op de C.S.F.R., mensen met allemaal<br />
een eigen verhaal en hoe je daar dan samen over<br />
nadenkt. Dat verbindt je, en dan zie je ‘zo kan het ook’<br />
en het kan ook leerzaam zijn.” Ook de vriendschappen<br />
die je kunt opbouwen op de C.S.F.R. vindt ze belangrijk,<br />
want “die gaan een leven lang mee.”<br />
Mirjam ziet er wel een gevaar in dat er op de C.S.F.R.<br />
geen autoriteit meer aanwezig is: “We zijn allemaal<br />
op zoek naar hoe het zit en je je studie met je geloof<br />
combineert. Je ouders zeggen niet meer wat je moet<br />
doen maar dat kun je zelf bepalen. Dat kan er ook weer<br />
voor zorgen dat bepaalde mensen, vaak mensen met<br />
de wat grotere mond, bepalen wat andere mensen<br />
gaan denken. Je bent allemaal aan het zoeken, en hoe<br />
meer kan en hoe meer mag, hoe cooler, lijkt het bijna,<br />
en dat vind ik eigenlijk wel een beetje eng, een beetje<br />
stuurloos.” Je bent even helemaal los. Maar ze hoopt<br />
en denkt dat de C.S.F.R. een geschikte plek is voor het<br />
zoeken en vinden van antwoorden op vragen die er<br />
dan zullen komen.<br />
“Als eerstejaars op de vereniging voelde ik dit<br />
voornamelijk sterk. Je hebt je eigen kaders als je<br />
binnenkomt, en dan zie je alles opeens anders gaan en<br />
zijn die kaders weg en het is de vraag wat je daarvoor<br />
terugkrijgt. Je begint helemaal bij nul en is al die<br />
invloed die je op de C.S.F.R. krijgt goed?”<br />
Civitas<br />
33
Civitas<br />
34<br />
Born to be stuur<br />
Mirjam benadrukt dat het belangrijk is dat er goede<br />
autoriteiten voor terugkomen. “De C.S.F.R. moet niet<br />
een soort geleidelijke kennismaking met de wereld<br />
zijn als overgang. Op de C.S.F.R., met mensen die<br />
hetzelfde denken maar ook weer verder denken, kom<br />
je dan uiteindelijk ergens terecht waar je misschien<br />
helemaal niet wilt zijn.” Enerzijds ziet Mirjam dus<br />
zeker de meerwaarde ervan in dat op de C.S.F.R. het<br />
gesprek open is, de vroegere autoriteiten wegvallen<br />
en je bij nul kunt gaan beginnen om je positie in te<br />
nemen. Anderzijds blijft het spannend als autoriteiten<br />
wegvallen. Wat krijg je er voor terug? Waar brengt het<br />
mensen? “Dat je op C.S.F.R. leert om met een kritisch<br />
oog naar je studie te kijken vind ik wel echt goed.”<br />
De waarde van het landelijk<br />
Mirjams mening over het landelijk is veranderd sinds<br />
ze landelijk actiever is en een plaats heeft in het<br />
landelijk bestuur. “Eerst dacht ik ‘C.S.F.R. is negen<br />
keer Sola’, maar dat is helemaal niet zo. Dat de<br />
disputen onderling zo verschillen, maakt het voor het<br />
landelijk bestuur lastig de C.S.F.R. naar buiten toe te<br />
vertegenwoordigen. Ook naar binnen toe is het lastig,<br />
omdat op ieder dispuut weer andere dingen spelen.<br />
Dat maakt het lastig om het samen te brengen.”<br />
Niet iedere civiet is ook landelijk actief, maar Mirjam<br />
kan hier wel inkomen: “Ergens kan ik dat ook wel<br />
begrijpen. Op Sola hoor ik dat mensen ook wel eens<br />
zeggen: ‘Sola is groot genoeg, wat moet ik met het<br />
landelijk’.” Toch ziet ze wel meerwaarde in het landelijk:<br />
“Je landelijke verband is wel je historie en besturen<br />
halen daar ook heel veel uit, dus ik vind het niet erg<br />
als mensen plaatselijk zich niet echt met het landelijk<br />
bemoeien, maar ik denk dat het voor besturen wel<br />
belangrijk is om de link te hebben. En hoe je dat dan<br />
samenbrengt, dat is altijd een beetje spannend.”<br />
Als je verschillende mensen civieten vraagt wat<br />
de C.S.F.R. hen gebracht heeft, kan het antwoord<br />
verschillend zijn. Een dispuut vormt je. “Als ik op<br />
Panoplia had gezeten, was ik misschien wel een<br />
parelmeisje geweest, heel gechargeerd, en op Sola<br />
ben ik dat niet. Ik denk dat dat best veel uitmaakt. Een<br />
vereniging vormt je, niet alleen wat je vindt maar ook<br />
wat je doet.”<br />
Vice-ab actis in het landelijk bestuur<br />
Wat vindt Mirjam van het landelijk bestuur? Mirjam<br />
geeft aan dat ze het landelijk bestuur echt heel leuk<br />
vindt. Vooral de inhoudelijke taken van het besturen<br />
liggen haar wel, en ook de algemene bestuurstaken<br />
doet ze met plezier. “De functie van vice-ab actis is<br />
intern. Het is eigenlijk administratie bijhouden; zorgen<br />
dat de Wapenveld verzonden wordt, zorgen dat de DC<br />
verzonden wordt, ledengegevens bijhouden, dat soort<br />
dingen.” Mirjam ziet de bestuurstaak als belangrijk:<br />
“Het is meer dan op de winkel passen.” Ze geniet van<br />
het contact met de andere bestuursleden, en ook<br />
vindt ze de vele contacten die ze heeft gelegd sinds ze<br />
in het landelijk bestuur zit waardevol. “Je ziet de hele<br />
de C.S.F.R. en niet alleen je eigen dispuut, en maakt<br />
ook veel meer van de contacten met de buitenwereld<br />
mee. Vragen worden besproken als hoe ga je om met<br />
media, wat voor plaats heeft de C.S.F.R. binnen de<br />
refozuil, wat is de koers van de C.S.F.R.? Dat is boeiend,<br />
“Een vereniging vormt je, niet<br />
alleen wat je vindt maar ook wat<br />
je doet.”<br />
en ook leuker dan ik dacht eigenlijk.”<br />
Spijt heeft ze zeker niet dat ze in het landelijk bestuur<br />
is gegaan. Wel leeft ze met gemengde gevoelens toe<br />
naar de wissel, die niet meer zo lang op zich laat<br />
wachten: “We zitten stiekem al wel eens een beetje<br />
over de wissel te praten. Wat dan, en gaan we elkaar<br />
daarna nog zien, en wat ga je dan doen met je leven.<br />
En het lijkt me gewoon jammer om geen BV meer te<br />
hebben, dat is gewoon leuk.” Het feit dat ze Sola ook<br />
wat meer af zal gaan bouwen als ze uit het landelijk<br />
bestuur is telt ook mee. “Dat Sola had eerst heel veel<br />
tijd, ongeveer alles behalve je studie. Nu de C.S.F.R.,<br />
en als dan C.S.F.R. wegvalt, dan is dat wel anders.” Wel<br />
heeft Mirjam er zin in zich helemaal op haar Master te<br />
gaan richten. Ze vindt het jammer dat ze nu niet altijd<br />
voor de volle honderd procent ergens voor kan gaan:<br />
“Je moet gewoon een beetje schipperen tussen studie<br />
en C.S.F.R.”<br />
Studiekarakter<br />
Wat Mirjam belangrijk vindt voor de C.S.F.R. is het<br />
studiekarakter. Het is nú de tijd om daar de tijd voor<br />
te nemen, en als je het niet doet op de C.S.F.R. dan ga<br />
je het misschien helemaal niet meer doen.” Volgens<br />
Mirjam moet de C.S.F.R. meer zijn dan een JV+, het<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
moet een plek zijn waar je gevormd wordt door de<br />
vele verschillende mensen. “Dus: meer lezen, maar<br />
ook vooral meer erover praten.” Samen kunnen we<br />
praten over wat je in je studie en in je geloofsleven<br />
tegenkomt. “In het onderzoek van Ben Provoost komt<br />
naar voren dat er een soort van geloofszekerheid<br />
vanzelfsprekend is op de C.S.F.R. Als ik naar mensen<br />
om me heen kijk weet ik niet of dat echt waar is, maar<br />
neem gewoon de tijd om in vier vijf jaar een antwoord<br />
“Je moet niet je huisje<br />
dichthouden, maar ook niet al<br />
te veel de wereld naar binnen<br />
laten, om dan vervolgens niet<br />
meer kritisch naar de wereld te<br />
kunnen kijken.”<br />
te formuleren op de vraag hoe het leven zit, om zo de<br />
maatschappij in te gaan.” Natuurlijk vindt Mirjam dat je<br />
op de C.S.F.R. ook wel lol mag hebben, en af en toe een<br />
beetje gek over je achtergrond mag doen en gezellig bij<br />
elkaar zijn en biertjes drinken. Maar uiteindelijk moet<br />
je ook een visie vormen op God, de wereld en jezelf.<br />
En Mirjam voegt hier lachend nog een vorm van logica<br />
aan toe, namelijk dat ze het belangrijk vindt dat “op<br />
C.S.F.R. de dingen gebeuren die op C.S.F.R. moeten<br />
gebeuren, maar dat je op C.S.F.R. niet te veel dingen<br />
doet die weinig met C.S.F.R. te maken hebben.” Dingen<br />
die we als C.S.F.R. liever niet terugzien in de krant,<br />
moet je wat haar betreft ook gewoon niet doen. Ook<br />
dingen die ver van onze wortels af staan moeten we<br />
niet doen, of anders goed over nadenken. “Omdat je<br />
juist vanuit de C.S.F.R. kritisch moet staan zowel naar<br />
je eigen kringetje als naar de buitenwereld. Je moet<br />
niet je huisje dichthouden, maar ook niet al te veel<br />
de wereld naar binnen laten, om dan vervolgens niet<br />
meer kritisch naar de wereld te kunnen kijken.” Je moet<br />
over je achtergrond en de wereld allebei nadenken, en<br />
richting allebei een houding hebben.<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Born to be stuur<br />
De tijdgeest<br />
Mirjam vindt het thema van deze DC boeiend. In haar<br />
studie literatuurwetenschap komt ze dit thema an<br />
sich niet tegen, maar wel er is wel een tijdgeest in<br />
literatuur te vinden, namelijk postmodernisme. “Dat<br />
is denk ik ook wel waar ik meer over wil nadenken.<br />
In mijn studie zie ik dat echt alles relatief wordt. Het<br />
ging niet meer om wat iemand schreef, maar alleen<br />
om de interpretatie. Eigenlijk wordt alles zo relatief<br />
dat het allemaal nihilistisch wordt.” Deze extreme<br />
vorm maakte dat Mirjam zich hierover wel een<br />
beetje down voelde omdat ze dan dacht ‘waar ben ik<br />
nu eigenlijk mee bezig, het maakt toch allemaal niet<br />
uit’. Mirjam geeft aan dat het moeilijke van radicale<br />
postmoderniteit is dat het je laat twijfelen aan alles en<br />
je het gevoel geeft dat er geen basis is. Hierdoor kun je<br />
ook geen standpunten meer innemen, dingen geloven<br />
of ergens voor gaan. Het zou volgens Mirjam zomaar<br />
kunnen dat deze tijd dan ook een overgang is naar een<br />
andere tijd. “Ik ben benieuwd wat er over vijfhonderd<br />
jaar over deze tijd gezegd wordt, of er dan een nieuw<br />
idee is of dat postmodernisme gewoon het einde van<br />
alle ideeën is en er nooit meer normatief nagedacht<br />
mag worden.” Tijdgeest komt volgens Mirjam ook terug<br />
in je eigen leven en gedachten die je bij concepten<br />
als kerk en geloof hebt. De generatie vóór ons is wat<br />
minder genuanceerd dan deze generatie, maar dat<br />
zorgt er wel voor dat je een zoekende generatie bent<br />
zonder zekerheden.<br />
Voor het christendom is het postmodernisme wel<br />
een uitdaging volgens Mirjam, want “je bent een<br />
geloofssysteem met dogma’s en dat kun je heel<br />
moeilijk kwijt.” Toch denkt Mirjam dat deze tijd veel<br />
kansen biedt voor het christendom. “Aan de ene kant is<br />
er een soort twijfel en relativiteit, maar aan de andere<br />
kant zie je dan ook wel dat mensen zich afvragen waar<br />
het in het leven echt om gaat. En dan komen de kleine<br />
verhalen over geloof, hoop en liefde, en daar ligt echt<br />
een kans in. Het is een spannende tijd en het is goed<br />
om er met z’n allen over te praten.”<br />
Interview door Arina Meeuse, Panoplia (5) en Evelyne<br />
Gouw, Sola Scriptura (3)<br />
Civitas<br />
35
Civitas<br />
36<br />
Fotopagina<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Fotopagina<br />
Civitas<br />
37
Civitas<br />
38<br />
Rivaliteit<br />
Rivaliteit: Als eer een doel wordt<br />
Een jaar van rivaliteit is bijna voorbij. Een jaar waarin<br />
enkele geslaagde en minder geslaagde brasacties<br />
plaatsvonden. Een jaar waarin de schrijvers van de<br />
rubriek ‘Rivaliteit’ bijna unaniem meenden dat zij een<br />
goede brasactie hadden gehouden of een brasactie<br />
met succes wisten te verijdelen. Maar in hoeverre was<br />
deze overtuiging terecht?<br />
Waarom brassen we? Brassen<br />
heeft als doel de amicitia te<br />
verhogen. We willen de vriendschappelijke<br />
banden aanhalen<br />
tussen verschillende disputen<br />
en nemen daarvoor een dispuutsobject<br />
of bestuurslid mee,<br />
als de kans zich voordoet. Een<br />
brasactie is geslaagd als we vinden<br />
dat we hem goed hebben<br />
uitgevoerd en het begeerde object in onze handen is.<br />
Of hangt het slagen van een brasactie niet samen met<br />
het in handen krijgen van het felbegeerde object?<br />
Is een brasactie wel succesvol als we er vooral zelf<br />
van overtuigd zijn dat hij geslaagd is? Wat is dan de<br />
rol van de amicitia? En eigenlijk nog meer: hoe kunnen<br />
we God eren als we de tegenpartij verdriet doen<br />
of boos maken met onze acties? Hoe kunnen we voor<br />
God leven als we vooral bezig zijn met onze eigen eer?<br />
Wat nu als we als we eens als uitgangspunt nemen<br />
dat de mening van het belaagde dispuut aangeeft hoe<br />
goed een brasactie is gelukt? Als zij respect betuigen<br />
en anderen gaan vertellen over hoe goed uw brasactie<br />
in elkaar stak, zou dat niet een veel betere indicator<br />
zijn?<br />
Als we de visie van de tegenpartij als uitgangspunt<br />
gaan nemen bij het brassen, zou er dan nog wel lomp<br />
en boers gebrast kunnen worden? Zijn braspartijen<br />
waarbij ramen, deuren, convocaten, zegels, pedelstaffen<br />
en armen van medecivieten sneuvelen dan<br />
nog wel zo geslaagd? Als u het maar vergoed, dan is<br />
enige schade geen probleem, denkt u misschien. Maar<br />
hoe denken uw medecivieten hierover als u aan hun<br />
eigendommen schade veroorzaakt? En hoe dient dit<br />
de amicitia?<br />
Dit zeggende, steek ik mijn hand net zo goed in mijn eigen<br />
boezem. Ik ben nooit vies geweest van wat geduw<br />
en getrek, om een felbegeerd vaandel, lint of stok in<br />
handen te krijgen. Het spijt me oprecht als ik één van<br />
u hiermee ooit heb geërgerd, boos gemaakt of pijn<br />
gedaan. Mijn visie op het brassen binnen de C.S.F.R.<br />
is in het afgelopen jaar enigszins veranderd. Ik geloof<br />
dat elke civiet er baat bij heeft als we het doel van het<br />
brassen beter in het oog houden: het aanhalen van de<br />
vriendschappelijke banden.<br />
Mocht u brassen nu toch vooral doen vanwege de eer:<br />
denk er dan aan dat u de meeste eer ontvangt als anderen<br />
positief en met bewondering over uw daden<br />
spreken. Juist veel meer dan wanneer u zelf hoog<br />
opgeeft van uw eigen prestaties. Laat eer liever een<br />
gevolg zijn, geen doel van ons handelen.<br />
Hans van Leersum, Emèt Qenee (5) (het kleinste dispuutje<br />
ter wereld)<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
In de hersteld hervormde pastorie van Houten worden<br />
wij vriendelijk opgevangen door dominee R.P. van<br />
Rooijen en zijn vrouw. Nadat hij ons begeleid heeft<br />
naar de studeerkamer, vraagt hij nog eens vriendelijk<br />
hoe wij de koffie drinken. Onderwijl zijn wij al druk<br />
in gesprek met ds. Van Rooijen over oude tijden die<br />
herleven, archaïsch taalgebruik bezigende.<br />
Dominee Van Rooijen vertelt over zijn studententijd.<br />
Hij komt uit een liberaal nest, uit de middenorthodoxie<br />
van de Hervormde Gemeente in Wassenaar. Hij kwam<br />
in 1972 van de HBS-B en ging toen Economie studeren<br />
in Rotterdam en<br />
werd daar lid van<br />
het Rotterdamsch<br />
Studenten Corps. Daar<br />
in Rotterdam kwam hij<br />
in contact met iemand<br />
uit de Gereformeerde<br />
Gemeenten in<br />
Nederland. “Ik weet<br />
nog dat we tijdens een college statistiek begonnen over<br />
‘wat we met Pasen zouden gaan doen’. ‘Naar de kerk<br />
natuurlijk’, zo zei hij, en zo raakten we aan de praat.”<br />
Toen ds. Van Rooijen hem vroeg naar de kerken waar<br />
hij heen ging in Rotterdam, werd hem de weg gewezen<br />
naar de Gereformeerde Gemeente in Alexanderpolder.<br />
Daar woonde ds. Van Rooijen zelf in die tijd op kamers.<br />
Via deze jongen (die overigens zelf geen lid was van de<br />
C.S.F.R.) werd hem de weg gewezen naar het dispuut<br />
Ichthus.<br />
Lidmaatschap<br />
Hij is toen ook regelmatig naar de kerk gegaan bij ds. J.<br />
Baaijens in de Ger. Gem. Alexanderpolder. Hij kan zich<br />
nog goed een preek herinneren over de last van Duma<br />
(uit Jesaja): Wachter, wat is er van de nacht? Wachter,<br />
wat is er van de nacht? “Daar werd ik als zondaar<br />
aangewezen.” Nadat hij er eerst boos over werd, is hij<br />
later de waarheid ervan in gaan zien. “Toen kon ik ook<br />
geen lid meer zijn van het Corps. Ook heb ik toen mijn<br />
lidmaatschap van de VVD omgezet in een lidmaatschap<br />
van de SGP. Op 3 juni 1973 had ik overigens al belijdenis<br />
gedaan in Wassenaar, bij ds. J.A.G. van Zanten.”<br />
In 1974 werd ds. Van Rooijen lid van het dispuut<br />
Ichthus. “Dat was in de tijd toen Max Teding van<br />
Berkhout praeses was het landelijk. Dat was toen al<br />
een bijzonder deftige man. Hij droeg bijvoorbeeld af<br />
en toe een bolhoed.” Toen ds. Van Rooijen in 1975 ook<br />
Wiskunde ging studeren in Leiden, werd hij ook lid<br />
van het dispuut Panoplia. “Dat was een boeiende tijd,<br />
vooral in Leiden. Ik heb nog steeds wel contact met<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Interview met ds. Van Rooijen<br />
RRQR-interview<br />
wat Leidenaren. Iemand die veel indruk op me maakte<br />
was ds. H. Paul. Hij leidde in Leiden een Institutiekring,<br />
een samenwerking tussen de Ger. Gem. en de C.S.F.R.<br />
in Leiden. Die kring werd later overgenomen door<br />
Rinus Houtman. Met Rinus en Miep heb ik nog steeds<br />
contact.”<br />
“De onderwerpen ‘mystiek’<br />
en ‘bevinding’ hebben beide<br />
te maken met de verborgen<br />
omgang met de Heere.”<br />
Dispuutsleven<br />
“We hebben nog steeds een ‘Panoplietenkring’. Een<br />
paar zaterdagen per jaar komen we bij elkander en<br />
eten gezamenlijk.”<br />
Ook in die tijd kwamen de notulen er nooit<br />
ongeschonden door. Alles werd tot op de punt en<br />
komma nagespit. Ook het ge-prealabel was niet van de<br />
lucht. De vergaderingen waren altijd het hoogtepunt.<br />
“Verder had je natuurlijk de Bijbelkringen. Ik kan me op<br />
Ichthus nog een kring herinneren met Piet den Uyl op<br />
de Struisenburgdwarsstraat en op Panoplia een kring<br />
met Piet Wagenaar. Uit die tijd heb ik nog een bijnaam<br />
overgehouden. Bij Piet Wagenaar, die op kamers zat bij<br />
Rinus Houteman liep een grote hond door het huis. Ik<br />
zei dan: “Kijk uit voor de teckel”. Sindsdien werd ik in<br />
het gezin Houtman ‘De Teckel’ genoemd.”<br />
“Wat ik me vooral herinner van die tijd, zijn de<br />
discussies. Door de vele contacten konden we elkander<br />
wat opscherpen.”<br />
U hebt ook in het bestuur gezeten. Wat herinnert u<br />
zich van die jaren?<br />
“Ik ben twee jaar achtereen landelijk fiscus geweest.<br />
Eerst in ’76-’77 bij Mart-Jan Paul en daarna in ’77-<br />
’78 bij Pieter van Ruitenburg. Ik kreeg de bijnaam ‘De<br />
Krent’ vanwege mijn fiscale beleid. De contributie<br />
ging omhoog en de uitgaven gingen naar beneden.<br />
Op deze manier maakten we winst om de financiën<br />
weer wat op orde te kregen. Ook zat ik veel achter de<br />
wanbetalers aan. Van één iemand, die nu predikant is,<br />
moet de C.S.F.R. nog steeds geld krijgen.”<br />
Dominee Van Rooijen kan zich nog goed een ZoCo uit<br />
die tijd herinneren. “De ZoCo van ’76 ging over mystiek<br />
en bevinding. Er is, toen ik fiscus was, een boekje<br />
verschenen met de lezingen erin. Daar is toen zelfs nog<br />
winst op gemaakt. Ik zal het even zoeken.” De hersteld<br />
hervormde predikant pakt er het huishoudtrapje<br />
bij, zet het op de juiste plek tegen de boekenkast,<br />
loopt vier treden op en pakt met een trefzekere<br />
Civitas<br />
39
Civitas<br />
40<br />
RRQR-interview<br />
greep een boekje uit de kast. Hier heb ik het. Die<br />
onderwerpen blijven me boeien. Ze hebben beide te<br />
maken met de verborgen omgang met de Heere. Ik<br />
ben erin geïnteresseerd geraakt toen ik een boek van<br />
Theodorus a Brakel las, De trappen des geestelijken<br />
levens. Ik kan me nog herinneren van die ZoCo dat<br />
professor Quispel de mystiek meende te vinden in de<br />
Oud Gereformeerde Gemeente van Kinderdijk. Maar<br />
er zijn ook echt nadelen aan de mystiek. Een mens kan<br />
er zomaar wat mee worden. Daarom moet je altijd<br />
Kohlbrugge erbij lezen voor het evenwicht. Die legt<br />
de nadruk op het Woord, het moet getoetst kunnen<br />
worden! Bij hem blijft er van de mens niets meer over<br />
dan een arme zondaar.”<br />
Orde des heils<br />
Na twee jaar landelijk fiscus geweest te zijn, werd ds.<br />
Van Rooijen praeses van het dispuut Ichthus. In dat<br />
jaar was er een serie lezingen over de orde des heils.<br />
Dominee Van Rooijen kan zich nog lezingen herinneren<br />
van Aart Moerkerken, van ds. H.A. Vosman, van Reinier<br />
van Kooten, van ds. W.L. Tukker over de heiligmaking<br />
en van ds. C. Harinck over de heerlijkmaking. “Ik kan<br />
me die avond met de oude dominee Tukker nog goed<br />
herinneren. Hij deed in die tijd bijstand in het pastoraat<br />
in Wassenaar. Hij was toen erg zenuwachtig voor de<br />
lezing. Omdat ik ook uit Wassenaar moest komen, zou<br />
hij met mij meerijden in mijn Kevertje. Dat ging toen<br />
best hard heen en weer in dat autootje. Aan het eind<br />
vroeg ik: “Gaat het een beetje, dominee?” Toen zei<br />
hij: “Ach, een mens is zoals hij rijdt en hij rijdt zoals hij<br />
“Kohlbrugge legt de nadruk op<br />
het Woord, het moet getoetst<br />
kunnen worden!”<br />
is.” Hij is in de jaren tachtig overleden. Ik zal het even<br />
zoeken.” Huishoudtrapje, tegen de boekenkast, aantal<br />
treden op, trefzekere greep. “Ja, hier heb ik het. Dit<br />
boekje is verschenen ter nagedachtenis aan ds. Tukker.<br />
Hij is in 1988 overleden. Ik moet ook nog ergens<br />
hebben staan wanneer hij in Wassenaar bijstand deed<br />
in het pastoraat. Ik zal het even zoeken.” Tijdens het<br />
roepen van de woorden “Gade, kun je de koffiekopjes<br />
nog een keer vullen?”, herhaalt zich hetzelfde ritueel:<br />
huishoudtrapje, tegen de boekenkast, aantal treden op,<br />
trefzekere greep. “Ja, inderdaad, hij was in Wassenaar<br />
van 1977 tot 1979.”<br />
Dit nummer gaat over de tijdgeest. Wat heeft dat<br />
thema u te zeggen?<br />
Met dit soort thema’s moet je altijd oppassen. Wij zijn<br />
altijd geneigd dingen te begrijpen door ze in hokjes<br />
te stoppen, zo ook met de tijdgeest. We kunnen<br />
juist daardoor ook mistasten, ook bij het duiden van<br />
de tijdgeest. In ieder geval kan over deze tijd gezegd<br />
worden dat je niet een bepaalde waarheid mag<br />
claimen. Tenzij je dat natuurlijk op een zogenaamde<br />
bèta-wetenschappelijke manier zegt Het tweede dat<br />
gezegd moet worden, is dat er wordt gedacht vanuit<br />
“Wat kan ik betekenen voor de<br />
gemeente waar ik thuis hoor?”<br />
het subject, ook op het kerkelijk erf. Hoewel de mensen<br />
het nooit hardop zullen zeggen, beschouwen ze zichzelf<br />
als het middelpunt. Daarmee verbonden: de gegeven<br />
verbanden worden niet meer ‘relevant’ gevonden.<br />
Ook dat woord wordt gebruikt om het subject weer in<br />
het middelpunt te zetten.”<br />
“Dit alles legt een zekere druk op de kerk. Mensen<br />
gaan na een verhuizing eerst rustig zoeken naar een<br />
kerk waar zij zich thuis voelen. En dat terwijl je eigenlijk<br />
zou moeten vragen: Wat kan ik betekenen voor de<br />
gemeente waar ik thuis hoor? Dat is ook Bijbels. Kijk<br />
maar naar de barmhartige Samaritaan. Wie is mijn<br />
naaste? De Farizeeër wijst naar zichzelf toe, maar<br />
Jezus wijst de weg van jezelf af.Je moet zélf een naaste<br />
worden! Dat geeft betrokkenheid op de ander, door<br />
zélf een naaste te zijn wordt de ander dat ook. In mijn<br />
studententijd was het vanzelfsprekend om je ergens<br />
bij aan te sluiten. Tegenwoordig is alles veel vrijer en<br />
vrijblijvender geworden.”<br />
Wat kunt u nog aan de studenten meegeven wat<br />
betreft de tijdgeest?<br />
“Blijf niet hangen in het duiden van de tijdgeest, dan<br />
verval je in somberheid. Onderzoek voor jezelf hoe<br />
je met de tijdgeest moet omgaan. Het gevaar voor<br />
studenten is altijd dat men denkt het onderwerp goed<br />
doordacht te hebben. Daardoor kun je niet goed meer<br />
luisteren naar anderen. Het is daarom belangrijk om<br />
goed te luisteren naar de ander, geef tijd en ruimte om<br />
een vertrouwensband op te bouwen.”<br />
“Neem de tijd om het Woord te onderzoeken. Gebruik<br />
de kanttekeningen en kijk uit voor de valkuil dat je denkt<br />
te weten wat er staat. Verder is het belangrijk om alle<br />
dingen te onderzoeken. Probeer een aantal klassiekers<br />
te lezen, zoals de Institutie van Calvijn, de Redelijke<br />
Godsdienst van Wilhelmus a Brakel, de Belijdenissen<br />
van Augustinus en de Navolging van Christus van<br />
Thomas van Kempen. Zelf heb ik veel gehad aan The<br />
Christian’s Great Interest van William Guthrie. Probeer<br />
die boeken te vermalen. En als laatste: doe dit alles<br />
met de bede om het licht van Heilige Geest.”<br />
Interview door Reinier van Nieuw Amerongen,<br />
Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. (3)<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
De veelkleurigheid van Gods gemeenschap<br />
Wat speelt er Rondom de Civitas? In zoektocht naar<br />
het antwoord op deze vraag hebben we dit keer een<br />
interview afgenomen met IFES- studentenwerker<br />
Bram van Putten. IFES, voor de ene civiet een<br />
bekende en voor de andere civiet een minder<br />
bekende organisatie. Feit is dat met het lidmaatschap<br />
van de C.S.F.R. bijna iedere civiet (Emèt Qenee<br />
uitgezonderd) automatisch ook lid is van deze<br />
internationale organisatie van christelijke studenten.<br />
Maar wat houdt IFES precies in? Over de meerwaarde<br />
van IFES kan Bram van Putten ons meer vertellen. De<br />
sfeer in het Utrechtse kantoor van IFES is betrokken.<br />
De medewerkers hebben de gewoonte om iedere<br />
dinsdag met de mensen die aanwezig zijn voor de<br />
lunch een half uur met elkaar te zingen en te bidden.<br />
Nadat we dit moment mee mochten maken, hebben<br />
we Bram van Putten een aantal vragen voorgelegd.<br />
Studentenwerker bij IFES<br />
Hoe Bram van Putten bij IFES terecht is gekomen als<br />
studentenwerker? In het kort vertelt Bram, geboren en<br />
getogen in Kampen dat hij in Utrecht theologie is gaan<br />
studeren. Na zijn afstuderen is hij een tijd AIO geweest.<br />
Toen deze aanstelling ophield, viel zijn oog op een<br />
advertentie voor studentenwerker bij IFES. Dit ging<br />
om een studentenwerker specifiek voor studenten<br />
theologie. Het leek Bram leuk om met de ervaringen<br />
die hij tijdens zijn studie en promotieonderzoek had<br />
opgedaan met studenten in gesprek te gaan. Wel had<br />
hij vraagtekens bij of deze baan iets voor hem zou zijn.<br />
“Ik dacht: ‘IFES, IFES, een erg vrome club, en ik weet<br />
niet of ik zo gelovig ben.’” Na een gesprek met een<br />
bekende, en na de zoektocht naar het antwoord op<br />
de vraag of dit werkelijk de plek was waar God hem<br />
hebben wilde, heeft hij de stap gezet te solliciteren:<br />
“Mijn zusje, goed gereformeerd, zei: ‘Bram, handel<br />
ook gewoon via de middellijke weg, stuur gewoon een<br />
sollicitatiebrief.’” Zo begon hij in november 1999 als<br />
studentenwerker bij IFES.<br />
Bram heeft als studentenwerker bij IFES drie specifieke<br />
taken. In de eerste plaats is hij studentenwerker in<br />
Groningen, samen met twee collega s. Als teamleider<br />
is hij eindverantwoordelijk voor het werk daar, en hij is<br />
met name betrokken bij de internationale studenten. In<br />
de tweede plaats is Bram betrokken bij de organisatie<br />
en coördinatie van open kringen. Hij houdt in de gaten<br />
wat er gebeurt, waar de mogelijkheden en kansen<br />
liggen en hoe je hierop traint. “Een deel van de training<br />
is hoe je mensen uitnodigt voor een Alphacursus<br />
of open kring. Tachtig tot negentig procent van de<br />
mensen komt op persoonlijke uitnodiging. De vraag<br />
is dus hoe je in je netwerk staat en wat gastvrijheid<br />
voor jou betekent.” Bram is als projectcoördinator<br />
verantwoordelijk voor materiaal en het geven van de<br />
training aan de mensen die de open kringen leiden. Ten<br />
Interview met IFES-studentenwerker Bram van Putten<br />
Rondom de civitas<br />
derde neemt Bram plaats in het seniorteam van IFES.<br />
Dit seniorteam bestaat nog maar sinds een jaar of vier<br />
en is gestart sinds IFES aanzienlijk is gegroeid. Als lid van<br />
het seniorteam is Bram betrokken bij beleid(svorming);<br />
de beleidsbeslissingen, die eerst door het hele team<br />
genomen en besproken werden, vallen nu onder de<br />
verantwoordelijkheid van het seniorteam. Dit heeft<br />
zo zijn voordelen: “Dan kun je op intervisiedagen<br />
waar de hele staf aanwezig is veel meer bezig zijn met<br />
intervisie, bidden, Bijbellezen, en nadenken over hoe<br />
je dingen wilt doen.” De organisatie van IFES blijft een<br />
platte organisatie en nieuwe ontwikkelingen worden<br />
allemaal teruggekoppeld naar het hele team.<br />
De kracht van het Woord<br />
“Ik verbaas me erover hoe goed<br />
mensen die geen christen of<br />
andersgelovig zijn verhalen<br />
kunnen lezen! Het hele punt is<br />
dat ik niet degene ben die het<br />
vertelt, maar dat het de Bijbel<br />
zelf is die aan het woord is.”<br />
Met name de betrokkenheid bij de open kringen blijkt<br />
Brams hart te hebben. Bij Host (Hospitality for Overseas<br />
Students) in Groningen draait hij met twee kringen<br />
mee. Bram vertelt hoe ze met een kring proberen om<br />
niet alleen de verhalen van Jezus te lezen en Jezus zo<br />
te leren kennen, maar ook om het grote verhaal waar<br />
Jezus deel van uitmaakt te leren begrijpen. Hij vertelt<br />
dat het moment dat de Bijbel open gaat steeds weer<br />
fascinerend is.<br />
Bram merkt op dat het gesprek met een niet-christen<br />
of andersgelovige met een verschillende insteek<br />
plaatsvindt. “Vaak gebeurt het dat jij als expert, als<br />
christen, het uitlegt aan de zoeker. Op het moment<br />
dat dat vaker gebeurt kun je ook samen de Bijbel gaan<br />
lezen. Dit verandert de relatie fundamenteel. Jij zegt<br />
niet: ‘Ik weet het, ik leg het uit’, maar je zegt: ‘Kijk, dit<br />
is waar ik van leef, dit is de bron, dit zijn de verhalen<br />
waarin gezegd wordt wie Jezus is. Jij kunt dat net zo<br />
goed lezen als ik, en samen gaan wij in gesprek met de<br />
Bijbel.’” Bram beschrijft dat de Bijbel op deze manier<br />
de plaats van gezag wordt. De ander kan zelfstandig<br />
lezen en vragen stellen. Bram: “Ik verbaas me erover<br />
hoe goed mensen die niet-christen of andersgelovig<br />
zijn verhalen kunnen lezen! Het hele punt is dat ik<br />
niet degene ben die het vertelt, maar dat het de Bijbel<br />
zelf is die aan het woord is. En in de gereformeerde<br />
Civitas<br />
41
Civitas<br />
42<br />
Rondom de civitas<br />
traditie zijn we ervan overtuigd dat de Bijbel is waar<br />
God spreekt: God Zelf komt aan het woord.”<br />
Bijzonder is dat iemand zo zelf bijvoorbeeld tot het<br />
inzicht komt dat navolging niet iets is waar Jezus je<br />
toe dwingt. Hij komt tot de ontdekking bij het lezen<br />
van het verhaal van Bartimeüs. Op de vraag van Jezus<br />
“Wat wilt u dat Ik voor u doe?, roept Bartimeüs: Ah,<br />
Raboeni, dat ik weer kan zien! Jezus reactie hierop<br />
(Ga heen, je geloof heeft je gered) is treffend. Bram:<br />
“Ik denk dat Jezus wil zeggen dat navolging niet iets is<br />
wat je afgedwongen wordt, het is altijd een vrijwillige<br />
keuze. Ik hoefde het niet te zeggen, de student zei het<br />
zelf: ‘Hé wat grappig, als ik de verhalen van Jezus zo<br />
zie, dan dwingt Jezus helemaal niet tot navolging!’”<br />
“Als je mij vraagt wat de meerwaarde<br />
van IFES is, dan verwijs<br />
ik naar Efeze 3: broers en zussen<br />
ontmoeten van heel de wereld,<br />
zien hoe veelkleurig het is”<br />
De meerwaarde van IFES<br />
Bram hoeft niet lang na te denken om te vertellen<br />
welke meerwaarde IFES voor hem heeft. “Het heeft mij<br />
heel erg veranderd: ik heb veel van God gezien, ik heb<br />
veel verhalen gehoord over wat God doet en ik ben<br />
zelf veranderd in mijn karakter.” De rol en belang van<br />
het gebed is een van de belangrijke dingen die hij heeft<br />
geleerd. Wat hij daarnaast in IFES waardeert is dat de<br />
Bijbel centraal staat. “Goed lezen, en uitleggen op een<br />
manier zodat je begrijpt wat er staat en dat je denkt:<br />
ik word uitgedaagd om niet alleen te horen, maar<br />
ook te doen.” Als het gaat over getuigen als christen<br />
heeft Bram ook veel geleerd van IFES, dat als klassieke<br />
evangelicale beweging witness hoog in het vaandel<br />
staan.<br />
Bovendien beschrijft Bram IFES als “een gemeenschap<br />
waarin je iets ziet van de veelkleurigheid van God en<br />
van Gods gemeenschap.” Hij merkt op hoe waardevol<br />
het is te zien hoe God in verschillende culturen,<br />
mensen en landen werkt. “Als je mij vraagt wat de<br />
meerwaarde van IFES is, dan verwijs ik naar Efeze 3:<br />
broers en zussen ontmoeten van heel de wereld, zien<br />
hoe veelkleurig het is, de verhalen horen van wat God<br />
doet. Het is zo bemoedigend om de gemeenschap te<br />
merken en te ervaren dat God een God is die leeft, en<br />
dat er nog veel mensen zijn die kunnen vertellen over<br />
wat God in hun leven doet.” Ook voor studenten heeft<br />
IFES deze meerwaarde. “Ontmoet mensen van buiten<br />
je eigen kerkelijk traditie. Je bent een gemeenschap en<br />
een plek waar je ziet, merkt, hoort en voelt dat God<br />
leeft en dat God aan het werk is. Dat is wat ik heel<br />
fascinerend vind.”<br />
Daarnaast ligt de meerwaarde van IFES voor studenten<br />
zeker ook in het onderwijs, de lezingen en de trainingen<br />
die IFES aanbiedt. Bram noemt bijvoorbeeld Veritas,<br />
een op de C.S.F.R. populaire tool die door IFES wordt<br />
aangereikt. Op het moment dat verenigingen lid zijn<br />
van IFES, zijn ze ingebed in een groter netwerk waar<br />
ze uitgedaagd worden na te denken over bidden,<br />
bijbellezen en getuigen. “Misschien dat jij als individueel<br />
lid dat niet wordt, maar je bestuur, je kringleiders en je<br />
kringcoaches worden dat wel. Niet alleen uitgedaagd,<br />
maar ook toegerust. Als jij een goede kringleider hebt<br />
die goed ondersteund wordt door goede kringcoaches,<br />
zit daar ook een deel input van IFES bij.” Ook vroeger<br />
werden IFES-conferenties door C.S.F.R.-studenten<br />
bezocht, maar de toerustingsmomenten hierbuiten zijn<br />
een verandering ten opzichte van voorgaande jaren.<br />
Het feit dat er nu weinig C.S.F.R.-verenigingen zijn<br />
die naast de conferenties geen toerusting of coaches<br />
hebben, ziet Bram als een stukje “visie(ontwikkeling)<br />
die ook doorsijpelt omdat je deel bent van een grotere<br />
gemeenschap waarin je ziet dat het ook anders kan.”<br />
Bij IFES word je uitgedaagd om na te denken over wat<br />
het betekent om christen te zijn en wat het christelijke<br />
leven inhoudt.<br />
Christen zijn in deze tijd<br />
De invloed van de tijdgeest gaat zeker ook christenen<br />
en christenstudenten niet voorbij. Bram merkt op dat<br />
een opmerkelijke tendens van deze tijd is dat instituties<br />
hun gezag verliezen en dat netwerken populair zijn<br />
geworden. Daar komt bij dat de loyaliteit aan het<br />
instituut of bijvoorbeeld de kerk waar je uitkomt<br />
minder wordt. “Studenten staan veel losser ten<br />
opzichte van de kerk waar ze uitkomen dan vroeger.<br />
Het is veel minder vanzelfsprekend om naar de kerk te<br />
gaan waar je zelf uitkomt. Er wordt makkelijker geshopt<br />
en mensen verspringen makkelijker van kerk.” Hoe je<br />
houding hierin moet zijn, kan Bram niet direct zeggen.<br />
Bram: “Als het losser worden te maken heeft met je<br />
zoektocht naar het antwoord op de vraag ‘wie is God<br />
voor mij persoonlijk?’, en je om die reden uit je kerk<br />
stapt of naar een andere vereniging gaat, kan ik dat<br />
begrijpen en vind ik dat acceptabel omdat ik het heel<br />
wezenlijk vind dat je over die vraag nadenkt.” Bram<br />
benadrukt wel dat hij er steeds meer van overtuigd<br />
raakt dat geloven iets is wat in een groep thuishoort.<br />
“Je bent deel van het lichaam van Christus. Je bent deel<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
van mensen die bij elkaar komen om dezelfde Heer te<br />
dienen en te eren. Daar kun je je niet aan onttrekken.”<br />
Een tweede belangrijke tendens die Bram noemt, is<br />
dat het woord is gedevalueerd. Hoe serieus kun je<br />
woorden vaak nog nemen? Voorbeelden zijn reclames,<br />
interviews met bijvoorbeeld voetballers waarvan je<br />
bijna kunt voorspellen wat ze gaan zeggen, of een<br />
bedrijf waar je “bijna standaard weet wat de reacties<br />
zijn als je belt wanneer er iets fout is gegaan: ‘Dat<br />
weten we niet, daar doen we onderzoek naar, u hoort<br />
van ons.’ Met andere woorden: we houden onze mond<br />
tot u weer aan de bel trekt.” Bram constateert: “De<br />
buitenkant is erg belangrijk. Wij kunnen als christenen<br />
wel zeggen wat we vinden, maar we moeten het<br />
laten zien. Om in de voetbalbeelden te blijven: ‘geen<br />
woorden maar daden’. Zien mensen in mijn leven dat ik<br />
andere keuzes maak, zien mensen dat mijn levensstijl<br />
anders is dan de levensstijl van de samenleving waarin<br />
we leven?” Nogmaals wijst Bram op het belang van<br />
navolging. Als voorbeeld verwijst hij naar Marcus, waar<br />
dit heel mooi omschreven staat. “Leerlingen trekken<br />
“Wie Jezus is leer je ook<br />
gaandeweg, in de navolging.<br />
Dat is een uitdaging voor deze<br />
tijd, waar het woord zo<br />
gedevalueerd is.”<br />
een tijd met Jezus op en Hij stuurt ze er zelfs op uit<br />
van Hem te getuigen nog voordat ze weten dat deze<br />
Jezus de lijdende Messias is. Dus wie Jezus is leer je<br />
ook gaandeweg, in de navolging. Dat is een uitdaging<br />
voor deze tijd waar het woord zo gedevalueerd is.”<br />
Bram benadrukt dat bezinning op de huidige tijdgeest<br />
uitdaagt om opnieuw heel concreet na te denken over<br />
wat het betekent om in deze tijd Jezus na te volgen.<br />
“Er zijn veel ontwikkelingen, maar de belangrijkste<br />
vraag is: hoe sta je als christen in deze wereld? Welke<br />
alternatieven bieden we? Hebben wij een levensstijl<br />
die aantrekkelijk is voor mensen die niet geloven? Dat<br />
is een heel cruciale vraag.”<br />
Omgaan met vragen<br />
Bram geeft aan dat het van groot belang is dat een<br />
christelijke studentenvereniging een plaats is waar<br />
vragen besproken kunnen worden. “Praten over<br />
vragen is wezenlijk. Doe dat in een gemeenschap waar<br />
mensen met God leven. Je kunt jezelf afzonderen<br />
van een gemeenschap en voor jezelf gaan nadenken,<br />
maar het is juist belangrijk om in gesprek te gaan met<br />
anderen.” Als voorbeeld gebruikt hij de geschiedenis<br />
van Thomas. “Thomas, of hij nou gelooft of twijfelt,<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Rondom de civitas<br />
blijft deel uitmaken van een gemeenschap. Jezus<br />
kwam één week later, maar nam zijn vraag wel serieus:<br />
Thomas mag zelf voelen en ervaren, en krijgt op deze<br />
manier antwoord op zijn vraag. Bram trekt hieruit ook<br />
de les dat er weinig mensen zijn die door te denken tot<br />
geloof komen. “De ontmoeting met Jezus maakt het<br />
verschil.”<br />
“Er zijn veel ontwikkelingen,<br />
maar de belangrijkste vraag is:<br />
hoe sta je als christen in deze<br />
wereld? Welke alternatieven<br />
bieden we?”<br />
Hoe is onze houding richting mensen die tegen vragen<br />
aanlopen en met twijfels zitten? “Als mensen vragen<br />
of twijfels hebben: heb lief! Spreekt de waarheid, en<br />
doe dit met de bedoeling de ander op te bouwen. Laat<br />
een christelijke vereniging een gemeenschap zijn waar<br />
de maskers af mogen.” Met een verwijzing naar het<br />
boek “Till we have faces” van C.S. Lewis (Nederlandse<br />
vertaling: “Het ware gelaat”) legt Bram uit dat je de<br />
ander pas kunt ontmoeten als je bereid bent je ware<br />
gelaat te laten zien. Op een christelijke vereniging kan<br />
dat en is dat veilig. Iedereen wordt geaccepteerd omdat<br />
we weten dat ook Christus ons geaccepteerd heeft.<br />
Juist bij een internationale christelijke organisatie als<br />
IFES, waar zoveel onderlinge verschillen zijn tussen<br />
culturen en mensen, is er dus eenheid en acceptatie.<br />
Shining like stars<br />
Het getuigenis van de christelijke studentenvereniging<br />
naar de buitenwereld is niet alleen iets wat actief moet<br />
gebeuren. Bram legt uit dat je met je doen en laten als<br />
vereniging ongemerkt al sneller signalen afgeeft dan<br />
je denkt: “Het simpele feit dat jullie lid zijn van een<br />
christelijke vereniging en mensen dat weten, betekent<br />
dat men al een beeld heeft van wie christenen zijn en<br />
van wie de God van deze christenen is. Hoe gaan jullie<br />
met je geld om, hoe gaan jullie om met seksualiteit,<br />
hoe gaan jullie om met wat je zegt. Wordt er geroddeld<br />
bij jullie op de vereniging? Onderscheiden jullie je in<br />
dat opzicht van andere verenigingen? Zo niet, dan is<br />
geloven in God niet zo gek relevant. Zo wel, is dan het<br />
geloof in deze God de bron van het feit dat jullie als<br />
gemeenschap echt anders leven dan de cultuur waarin<br />
je staat? Daar begint getuigen zijn! Wat jullie doen en<br />
laten is jullie eerste getuigenis.”<br />
Interview door Reinier van Nieuw Amerongen<br />
Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. (3) en Arina Meeuse<br />
Panoplia (5)<br />
Civitas<br />
43
Landelijk<br />
44<br />
Winterconferentie 2012<br />
Thema-informatie<br />
Zoals wij zijn, zo zijn de tijden<br />
Amicae et amici,<br />
WinterConferentie 2012<br />
De kerkvader Augustinus had het al goed begrepen:<br />
de mens maakt de tijd. De mens vormt de tijd en de<br />
tijd vormt de mens. Vaak zijn we ons er nauwelijks<br />
bewust van wat de tijd met ons doet, of beter gezegd,<br />
wat de geest van de tijd met ons doet. We vormen<br />
meningen over de zaken die we om ons heen zien,<br />
we denken allemaal dat dat onze mening is en vooral<br />
niet die van een ander, terwijl we voorbij gaan aan<br />
de invloed van de heersende moraal. Het leek ons<br />
als themacommissie goed om met de civitas eens<br />
wat dieper in te gaan op onze huidige tijd, om eens<br />
met elkaar na te denken over de kenmerken van deze<br />
tijd, op de invloed die het op ons heeft, en niet in het<br />
minst: hoe we hier als christenen mee om kunnen<br />
gaan. Het doel van deze conferentie is het stilstaan bij<br />
hoe ons denken beïnvloed wordt door de tijd, en het<br />
vormen van een goede visie daarop. Daarvoor hebben<br />
we twee lectores gevraagd die ons daar een voorzet<br />
voor kunnen geven.<br />
Lezing 1<br />
Onzetijdwordtvaakgetypeerdalseengeseculariseerde<br />
tijd. Het christelijk geloof heeft afgedaan, en wordt<br />
steeds verder gemarginaliseerd. In deze eerste lezing<br />
willen we kijken welke ontwikkelingen ten grondslag<br />
liggen aan de huidige tijdgeest. Wat zijn de filosofische<br />
wortels van onze tijd en hoe verhouden deze zich tot<br />
het christendom? En wat moet onze houding daarin<br />
zijn?<br />
De volgende vragen zijn aan de lector, dr. A.A.A.<br />
Prosman, gesteld:<br />
1. Wat zijn de kenmerken van (de geest van) de huidige<br />
tijd?<br />
2. Hoe is deze tijdgeest ontstaan?<br />
3. Hoe verhoudt de tijdgeest zich tot het christendom?<br />
4. In hoeverre is de tijdgeest doorgedrongen in de kerk?<br />
5. Hoe moeten we ons als christenen verhouden ten<br />
opzichte van de tijdgeest?<br />
Dr. A.A.A. Prosman studeerde theologie in Utrecht en<br />
later in Leiden, waar hij het doctoraal examen aflegde.<br />
In 2007 promoveerde hij aan de Vrije Universiteit op de<br />
dissertatie Geloven na Nietzsche, Nietzsches nihilisme<br />
in de spiegel van de theologie. Hij was predikant<br />
binnen de Protestantse Kerk in Nederland, o.a. in<br />
Zoetermeer en Hoogeveen. Gedurende ruim vijf jaar<br />
was hij legerpredikant. Sinds november 2011 is hij met<br />
emeritaat. Op dit moment bereidt hij een publicatie<br />
voor over homoseksualiteit.<br />
Lezing 2<br />
In deze lezing zullen we gaan nadenken over de positie<br />
van christenen in onze samenleving. Na het enorme<br />
verlies van het CDA waait de seculiere wind harder<br />
dan ooit door Nederland. Voor gewetensbezwaarde<br />
ambtenaren is tegenwoordig geen plaats meer,<br />
eeuwenoude religieuze gebruiken dreigen te worden<br />
verboden en de weg voor een zelfgekozen dood<br />
lijkt vrij. Maar ook de positie van christelijke politici<br />
staat onder druk. De intolerantie jegens orthodoxe<br />
christenen neemt toe zodat ondanks de vrijheid van<br />
meningsuiting, SGP-lijsttrekker Kees van der Staaij<br />
beveiligd moest worden naar aanleiding van zijn<br />
uitspraken omtrent verkrachting. Maar hoe dienen<br />
we met deze ontwikkelingen en de seculiere tijdgeest<br />
om te gaan? Is het beter om christelijke partijen op<br />
te heffen en een christelijk geluid vanuit de seculiere<br />
partijen te laten horen, zoals ds. P.J. Visser uit<br />
Amsterdam voorstelde, of houden we vast aan onze<br />
principes? In deze lezing zal dr. B.J. Spruyt met ons<br />
nadenken over hoe christenen, ondanks de tijdgeest,<br />
hun stem kunnen laten horen en hoe ze invloed<br />
kunnen uitoefenen in het publieke debat.<br />
De volgende vragen zijn aan de lector, dr. B.J. Spruyt,<br />
gesteld:<br />
1. Worden christenen in onze huidige maatschappij<br />
eerlijk beoordeeld of laat de maatschappij zich door<br />
vooroordelen leiden?<br />
2. Kan een christen in overeenstemming met zijn overtuiging<br />
binnen een niet-christelijk partij functioneren?<br />
3. Hebben christelijke partijen een averechts effect?<br />
4. Hoeveel ruimte blijft er voor christenen over bij een<br />
strikte handhaving (zoals bijv. D66 nastreeft) van<br />
scheiding kerk en staat.<br />
5. Hoe ziet de toekomst van christelijke politiek eruit,<br />
wat kunnen wij doen om die te verbeteren?<br />
Dr. B.J. Spruyt (1964) is een historicus en christelijk<br />
conservatief denker. Hij studeerde geschiedenis in<br />
Utrecht en in 1996 promoveerde hij aan de Universiteit<br />
van Leiden op een proefschrift over Cornelis Hoen,<br />
een protestant en jurist uit de 16e eeuw die een werk<br />
schreef over het Heilig avondmaal. Dr. B.J. Spruyt<br />
is medeoprichter van de Edmund Burke Stichting,<br />
waar hij van 2002 tot 2005 directeur van was. Er zijn<br />
meerdere boeken van zijn hand verschenen.<br />
Amicaliter,<br />
Ama. Marjon ter Harmsel<br />
Ama. Alinda den Hoed<br />
Ama. Arina Meeuse<br />
Am. Simon van der Stoel<br />
Am. Laurens Trommel<br />
Ama. Maaike Verbruggen (p)<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
Huishoudelijke informatie<br />
Amicae amicique,<br />
Ook dit jaar mogen we u weer van harte welkom<br />
heten op de WinterConferentie van onze prachtige<br />
vereniging. De conferentie zal dit jaar gehouden<br />
worden van vrijdag 28 december tot en met maandag<br />
31 december, een unieke kans om een echt landelijk<br />
weekend mee te maken. Dit jaar mag u opnieuw<br />
afreizen naar “De Panoven” in Zevenaar, waar we<br />
met elkaar nadenken over het thema en amicitia<br />
vieren. Natuurlijk is de WiCo veel meer dan bezinning<br />
en amicitia; we nodigen u uit om dat zelf te komen<br />
ontdekken! Mocht u nog niet genoeg overtuigd zijn,<br />
wat denkt u van de volgende dingen? Borrelen tot<br />
diep in de nacht, trots uw eerstejaarsdispuutsgenoten<br />
toejuichen, diepzinnige gesprekken over de tijdgeest,<br />
heerlijke maaltijden door de Rotterdamse kookcie,<br />
winterse lucht opsnuiven op het platteland en samen<br />
met civieten de zondag vieren? Redenen genoeg om<br />
deze WinterConferentie niet aan u voorbij te laten<br />
gaan.<br />
Hartelijk welkom namens de Rotterdamse HH-cie,<br />
Simon Bezemer<br />
Janine Helmink<br />
Marjolein Meijer (p)<br />
Christiaan Russcher<br />
Hans van ’t Zelfde<br />
Voor vragen of opmerkingen kunt u mailen naar<br />
hhcie2012@gmail.com.<br />
Programma<br />
Vrijdag 28 december<br />
9.30 inschrijven<br />
10.30 lezing 1 en conferentieopening<br />
13.00 lunch<br />
14.30 workshopronde 1<br />
16.00 workshopronde 2<br />
17.30 maaltijd<br />
20.00 HV/uitreiking Wolswinkeltjes<br />
Zaterdag 29 december<br />
11.00 brunch<br />
12.30 bijbelstudie<br />
14.30 lezing 2<br />
17.30 maaltijd<br />
20.00 conferentiesluiting<br />
20.45 verrassingact f.t.<br />
22.00 avondsluiting<br />
Zondag 30 december<br />
8.30 stille tijd<br />
9.30 ontbijt<br />
11.00 kerkdienst<br />
12.30 koffiedrinken<br />
14.00 maaltijd<br />
18.00 vesper<br />
19.30 maaltijd<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Maandag 31 december<br />
9.00 champagne ontbijt<br />
11.00 vertrek<br />
Prijzen<br />
De prijzen voor de Wico zijn als volgt:<br />
Gehele conferentie €45<br />
3 dagen, 2 overnachtingen €40<br />
2 dagen, 1 overnachting €30<br />
1 dag (zonder nacht) €15<br />
HV + maaltijd €10<br />
Winterconferentie 2012<br />
Het geld kunt u, onder vermelding van uw naam en<br />
uw dispuut, overmaken naar 673824616 t.n.v. P.C.<br />
Russcher (te Rotterdam).<br />
Opgave<br />
U kunt zich opgeven via de website (www.csfr.<br />
nl/wico) en het geld overmaken t/m vrijdag 14<br />
december. U kunt zich na deze datum nog wel<br />
opgeven, maar dan wordt er € 5,- extra in rekening<br />
gebracht. Dit geldt ook voor de mensen die zich wel<br />
voor deze datum hebben opgegeven, maar pas na<br />
deze datum het geld hebben overgemaakt.<br />
Meenemen<br />
- bijbel<br />
- hoeslaken, kussensloop en slaapzak<br />
- themanummer DC<br />
- pen en papier<br />
- contant geld voor de bar<br />
- warme kleren<br />
- alles wat u verder nodig denkt te hebben<br />
Locatie<br />
De Panoven<br />
Panovenweg 18<br />
6905 DW Zevenaar<br />
www.panoven.com<br />
Komtumetdeautoengebruiktueennavigatiesysteem?<br />
Toets als postcode 6905 DW Zevenaar in, anders komt<br />
u in sportcentrum de Panoven in Giesbeek uit!<br />
Komt u met het OV? Vanaf Station Zevenaar is het<br />
slechts tien minuten lopen naar het oord.<br />
Landelijk<br />
45
Landelijk<br />
46<br />
Visie- en beleidsdocument<br />
Visie bestuur Van den Born<br />
‘met de blik op oneindig’<br />
‘En laten wij met volharding de wedloop lopen die<br />
voor ons ligt, terwijl wij het oog gericht houden op<br />
Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof.’<br />
- Hebreeën 12:1b-2a<br />
‘To be a student is to be called to serve the Church<br />
and the world.’<br />
- Stanley Hauerwas<br />
Amicae et amici,<br />
Voor u ligt het Visie- en Beleidsdocument van het<br />
62e landelijk bestuur van de Civitas Studiosorum in<br />
Fundamento Reformato. In dit document verwoorden<br />
wij onze blik op de vereniging. Temidden van de<br />
studentenwereld mag de Civitas al meer dan zes<br />
decennia een plaats zijn waar studenten zich kunnen<br />
bezinnen op hun postitie in geloof, wetenschap, en<br />
samenleving. We leven in een tijd waarin de mens als<br />
vrij en autonoom wezen wordt gezien. Het individu en<br />
de ontplooiing daarvan, staat centraal. De C.S.F.R. is ook<br />
gericht op de ontplooiing van studenten: niet de mens<br />
staat hierin op de eerste plaats, maar de ontmoeting<br />
met en dienstbaarheid aan God en de gemeenschap.<br />
Binnen de veilige omgeving van de civitas kunnen we<br />
samen zoeken naar antwoorden op vragen om met die<br />
uitkomst naar buiten te kunnen treden.<br />
In Fundamento Reformato<br />
Vanaf het moment van oprichten is de civitas geworteld<br />
in het Woord dat alles kan verduren en daarvan<br />
afgeleid de Drie Formulieren van Enigheid. Deze<br />
grondslag vormt de basis waarop wij ons verenigen<br />
als christenstudenten en is tevens het vertrekpunt<br />
waarvanuit wij de gereformeerde beginselen, cultuur,<br />
maatschappij en wetenschap bestuderen. Het is goed<br />
om te weten in welke traditie we staan, waarom en<br />
op welke wijze we daaraan vasthouden en daarbij een<br />
vertaalslag naar het leven te maken. 1<br />
Student, geloof en kerk<br />
Discipelschap<br />
Ons ideaalbeeld van de C.S.F.R. is dat wij als<br />
christenstudenten verbonden zijn door het geloof in<br />
God de Vader, de redding door Jezus Christus en de<br />
vernieuwende werking van de Heilige Geest. Dit geloof<br />
in de drieënige God mogen we vreugdevol met elkaar<br />
vieren. De bijbelkring is een belangrijke plaats om de<br />
Bijbel te bestuderen en biedt ruimte om met elkaar in<br />
gesprek te zijn over het geloof. Zo leren we van elkaar<br />
en is er plaats voor steun, opbouw en bemoediging.<br />
Geloven omvat ons hele leven en is dus niet alleen<br />
iets voor de zondag en de bijbelkring. Soms hebben<br />
we de neiging om delen van ons leven als ‘neutraal’ te<br />
zien, buiten de invloedssfeer van het geloof. Maar God<br />
1 Zie artikel 3 van de wet der C.S.F.R.<br />
vraagt ons héle leven. Het geloof moet daarom ons<br />
hele leven doortrekken en bepalen. Hierin is het gebed<br />
van belang. Door middel van gebed opent God ogen,<br />
verandert Hij harten, heelt Hij wonden en verleent<br />
Hij wijsheid. Het gebed richt ons op God en Zijn<br />
Koninkrijk, het is bij uitstek het middel ter versterking<br />
van het geloof. We hebben ook de taak om elkaar<br />
aan te sporen ons hele leven aan Jezus Christus toe te<br />
wijden.<br />
Een aspect van ‘integraal christen-zijn’ is het<br />
ontwikkelen van een christelijk wereldbeeld en het<br />
leven daarnaar. De ‘blik op oneindig’ bepaalt ons<br />
perspectief op de gehele werkelijkheid. Het is daarin<br />
van belang dat er ook een verbinding tussen geloof<br />
en vakgebied gelegd wordt, zodat ook daar ons geloof<br />
betekenis krijgt.<br />
Geloofstwijfel<br />
Het feit is dat de vereniging, zoals hierboven<br />
beschreven, niet bestaat. De C.S.F.R. bestaat uit<br />
studenten met verschillende achtergronden en<br />
ervaringen. Hierdoor zijn er diverse overtuigingen en<br />
leven er verschillende vragen. Juist als student leer je<br />
kritisch na te denken, ook over je eigen achtergrond. Dit<br />
kan vragen oproepen die het hart van het geloof raken.<br />
Geloven in het Woord dat alles kan verduren betekent<br />
ook deze vragen serieus te nemen, elkaar te helpen die<br />
te verstaan, ervoor te bidden om uiteindelijk samen<br />
sterker te worden. We moeten ons daarbij bewust zijn<br />
van het feit dat wij elkaar niet altijd de antwoorden,<br />
kennis en levenservaring kunnen bieden die nodig zijn<br />
om de twijfel te boven te komen. Een gesprek met<br />
bijvoorbeeld de dispuutsmentor, studentenouderling<br />
of plaatselijk predikant kan soms verder brengen dan<br />
een gesprek met civieten onderling.<br />
Lidmaatschap van de kerk<br />
De binding met de kerkelijke gemeente is in de<br />
studententijd vaak een lastig punt. Door het<br />
wonen op kamers hebben studenten minder de<br />
gelegenheid om actief te participeren in een kerkelijke<br />
gemeente. Hierdoor kan het zijn dat studenten tussen<br />
wal en schip belanden en de kerk hen uit het oog verliest.<br />
De kerk is een blijvende factor in ons leven, waarom<br />
het belangrijk is om in die relatie te investeren. Deze<br />
relatie vraagt inzet van beide kanten. Van de kerken<br />
mag verwacht worden dat zij betrokkenheid tonen<br />
richting studenten en hen proberen te bereiken.<br />
Van studenten mag verwacht worden dat zij zich<br />
aansluiten bij een kerkelijke gemeente en ernaar<br />
streven die relatie te onderhouden. ‘Het is goed om<br />
een vast moment in de week te hebben waarop we<br />
worden aangescherpt, juist omtrent thema’s waarover<br />
we niet zo snel een bijbelkring houden. Daarnaast<br />
kan de verbondenheid met oudere generaties heel<br />
kostbaar zijn voor jonge christenen. Als we onze<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
zoektocht loskoppelen van de gemeente, kunnen we<br />
ook met elkaar gaan navelstaren. Op het moment<br />
dat je overloopt van vragen, heb je de kerk met haar<br />
eeuwenlange ervaring met moeilijke vraagstukken,<br />
keihard nodig.’ 2<br />
Verbondenheid<br />
Kenmerkend voor de C.S.F.R. is een open houding naar<br />
de wereld waarin zij zich bevindt. Als christenstudent<br />
hebben wij, geworteld in het Woord dat alles kan<br />
verduren, een plaats in te nemen in de maatschappij.<br />
Om onze plaats in de maatschappij in te nemen willen<br />
we als landelijk bestuur het belang aanstippen van:<br />
- De studie. Je studeert niet om lid te zijn van<br />
een studentenvereniging. Daarom verdient de<br />
studie aandacht en mag er ruimte zijn om hier<br />
in te investeren, evenals in het contact met<br />
studiegenoten.<br />
- De actualiteit; we zijn betrokken op wat er<br />
gebeurt in de maatschappij. We proberen<br />
ontwikkelingen te duiden en te beoordelen,<br />
alert te zijn op de tijdgeest en te participeren<br />
in relevante discussies in het publieke domein.<br />
Organisaties als ForumC en Veritas bieden ons<br />
goede mogelijkheden om hier vorm aan te<br />
geven. Hiernaast kunnen we in het landelijk<br />
orgaan De Civitate onze stem hierover laten<br />
horen en ons oefenen in schrijven, opiniëren<br />
en discussiëren.<br />
- De gebrokenheid van de wereld. Student zijn is<br />
geroepen zijn de Kerk en de wereld te dienen. 3<br />
Het is als christen belangrijk oog en hart te<br />
hebben voor onze naasten. Een organisatie<br />
als Stichting Present kan ons daarbij van<br />
dienst zijn. Daar waar nodig is de helpende<br />
hand te bieden, is iets waar wij als studenten<br />
zeker al aan bij kunnen dragen. Juist dit soort<br />
activiteiten kunnen een integraal onderdeel<br />
vormen van de C.S.F.R. als christelijke<br />
vereniging.<br />
- Het onderdeel zijn van een grotere,<br />
2 IFES Nederland, ‘Student en gemeente: hoe vinden ze<br />
elkaar?’. Zie: www.eo.nl, geraadpleegd op 26 november 2012.<br />
3 Stanley Hauerwas, ‘Go With God; An open letter to<br />
young Christians on their way to college’.<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Visie- en beleidsdocument<br />
wereldwijde christelijke gemeenschap. We<br />
staan als vereniging in de eeuwenoude<br />
bevindelijk-gereformeerde traditie, die op haar<br />
beurt weer verbonden is met het wereldwijde<br />
christendom. Deze verbondenheid krijgt<br />
gestalte door het contact met kerken en<br />
andere christelijke studentenverenigingen, en<br />
het lidmaatschap van IFES.<br />
- Onze sociale netwerken; de C.S.F.R. is in de<br />
studententijd een plaats waar vriendschappen<br />
ontstaan en waar we ons thuis mogen voelen.<br />
Dit is een sterk punt, iets waar we trots op<br />
mogen zijn. Desalniettemin is het goed om de<br />
balans tussen bestaande en nieuwe contacten<br />
in het oog te houden. Het is belangrijk om de<br />
band met oude netwerken, zoals familie en<br />
vrienden, niet te verwaarlozen. Dit niet in de<br />
minste plaats omdat deze relaties blijvend<br />
zijn, ook na het lidmaatschap van de C.S.F.R.<br />
Rol van het landelijk bestuur<br />
Het landelijk bestuur vormt een verbindende schakel<br />
tussen disputen onderling en onderhoudt het contact<br />
met externen (RRQR & Wapenveld, IFES, Nationale<br />
Synode, broederverenigingen, et cetera). We zijn<br />
er om dispuutsbesturen te ondersteunen en toe te<br />
rusten waar nodig. Op de disputen is veel kennis en<br />
ervaring aanwezig die ook op andere disputen ingezet<br />
kan worden. Het is van belang dat dit op een efficiënte<br />
wijze wordt uitgewisseld.<br />
Het kaderweekend, het overleg met de<br />
dispuutsbesturen (DBO’s) en het Datapaleis zijn<br />
hier uitstekende mogelijkheden voor. Landelijke<br />
commissies en werkgroepen kunnen voor eenduidige<br />
informatie zorgen, zowel naar binnen als naar buiten<br />
toe.<br />
Een andere functie van het landelijk bestuur is het in<br />
het oog houden van ontwikkelingen die alle disputen<br />
aangaan. We zien het als onze taak om onderwerpen<br />
die spelen op de agenda te plaatsen en bezinning<br />
hierop te initiëren. Ook vormen wij naar buiten toe het<br />
gezicht van de C.S.F.R. naar onder andere de achterban,<br />
kerken en maatschappelijke of overkoepelende<br />
organisaties.<br />
Landelijk<br />
47
Landelijk<br />
48<br />
Visie- en beleidsdocument<br />
Beleid bestuur Van den Born<br />
‘met de blik op oneindig’<br />
Student, geloof en kerk<br />
Discipelschap<br />
Geloven omvat ons hele leven, het moet ons hele leven<br />
doortrekken en bepalen. ‘Onze verhouding tot God en<br />
ons staan in de wereld moeten in een samenhangend<br />
verband worden gezien, de zondag niet los van de<br />
maandag.’ 1 Een essentieel en onmisbaar onderdeel<br />
van de dagelijkse omgang met God is het gebed. Aan<br />
deze zaken willen wij aandacht besteden door:<br />
∞ op de ZoCo tijdens de lunch een moment te<br />
organiseren waarbij we onder leiding van een<br />
RRQR’er met elkaar spreken over hoe christen<br />
te zijn in het vakgebied.<br />
∞ een artikel over ‘gebed’ te plaatsen in een<br />
nummer van De Civitate.<br />
∞ de Wapenveld-lezing het onderwerp ‘integraal<br />
christen-zijn’ mee te geven.<br />
∞ een dispuutsbesturenoverleg (DBO) te<br />
organiseren met als thema: ‘Gebed’.<br />
∞ de facultatieve bidstond tijdens de ZoCo te<br />
continueren.<br />
Geloofszekerheid<br />
De C.S.F.R. bestaat uit studenten met verschillende<br />
achtergronden en ervaringen, die geconfronteerd<br />
worden met tal van opvattingen en kritisch leren<br />
denken. Hierdoor leven er verschillende vragen, die<br />
het hart van het geloof kunnen raken. Daarom willen<br />
we als landelijk bestuur aandacht geven aan vragen<br />
over het geloof. Zo willen wij:<br />
∞ het thema ‘geloofzekerheid’ een plaats te<br />
geven op het kaderweekend in februari 2013.<br />
∞ een bijbelkringopzet aanbieden aan de<br />
dispuutsbesturen over de thema’s ‘gebed’ en<br />
‘geloofszekerheid’.<br />
Lidmaatschap van een kerk<br />
De binding met de kerkelijke gemeente is in de<br />
studententijd vaak een lastig punt. Het kan zijn dat<br />
studenten hierdoor tussen wal en schip belanden en<br />
de kerk hen uit het oog verliest. Daarom willen we<br />
inzetten op de relatie kerk-student door:<br />
∞ het continueren van de werkgroep ‘Kerkelijke<br />
Participatie’, om zo inzicht te krijgen in de<br />
factoren die invloed hebben op de kerkgang<br />
van academische jongeren.<br />
∞ contact te leggen met de jeugdbonden van de<br />
kerken, te weten de Hervormd Gereformeerde<br />
Jeugdbond (HGJB), de Hersteld Hervormde<br />
Jeugdorganisatie (HHJO), de Jeugdbond<br />
Gereformeerde Gemeenten (JBGG) en het<br />
Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ). Dit om<br />
de samenwerking tussen kerk en student te<br />
bevorderen.<br />
1 G. van Leyenhorst in: ‘De oprichting van de civitas was<br />
een zaak van: To be or not to be.’. Uit: Besturen-SAC-gids 2010.<br />
Op waarde schatten<br />
De C.S.F.R. is een vereniging die een veilige basis biedt<br />
voor de leden. Als (actief) lid kan de vereniging ons<br />
tot opbouw zijn en onze zienswijze verbreden. Het<br />
is positief als leden zich inzetten voor de vereniging.<br />
Hierbij willen we de kanttekening plaatsen dat het<br />
gevaar dreigt dat we niet van betekenis zijn in andere<br />
verbanden, zoals studie, kerk en maatschappij,<br />
wanneer we vooral binnen de C.S.F.R. actief<br />
zijn. 2 Daarom willen wij:<br />
∞ op het kaderweekend in februari 2013 een<br />
workshop organiseren over de activiteitendruk<br />
van de C.S.F.R.<br />
Rol van het landelijk bestuur<br />
Eén van de taken van het landelijk bestuur is het<br />
vormgeven van contacten tussen disputen onderling.<br />
De kennis en ervaring die op verschillende disputen<br />
aanwezig is, willen we op een efficiënte wijze ter<br />
beschikking stellen via Datapaleis, het kaderweekend,<br />
de DBO’s en leden/kadermail. De informatieoverdracht<br />
willen we optimaliseren door:<br />
∞ het promoten en zorgen voor een verdere<br />
invulling van de website en het Datapaleis. We<br />
willen de mogelijkheden van de website onder<br />
de loep nemen en de bezoekcijfers verbeteren<br />
door het regelmatig doorlinken naar de<br />
website via Facebook en Twitter.<br />
∞ de werkgroep Hoger Onderwijs opnieuw in<br />
te stellen. Dit omdat er nu een nieuw pakket<br />
aan overheidsmaatregelen ligt dat zijn invloed<br />
zal hebben op de het functioneren van het<br />
verenigingsleven. Aan deze werkgroep zal<br />
een lid van de Studie- en Adviescommissie<br />
deelnemen.<br />
Conferenties en commissies<br />
Een andere belangrijke taak van het landelijk bestuur<br />
is het organiseren van conferenties en aansturen van<br />
commissies. Wij willen:<br />
∞ de vorm en inhoud van de<br />
conferentieprogramma’s van WiCo 2012 en<br />
ZoCo 2013 evalueren door middel van een<br />
enquête kort na de betreffende conferenties<br />
en een bespreking op de PaCo- en WiCoHV.<br />
∞ dat het conferentieoord niet één, maar twee<br />
jaar van tevoren vastgelegd wordt door de<br />
HuishoudelijkeCommissievandeconferenties.<br />
Overig<br />
Gewoon omdat het kan komt er:<br />
∞ een private equityfonds voor armlastige<br />
bestuursleden, met name gericht op de<br />
reiskostenvergoeding.<br />
∞ een emerituskas.<br />
2 Zie ook het vierde doel der C.S.F.R. ex artikel 3 sub d<br />
wet der C.S.F.R.<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
Wij zijn bestuur Van den Born.<br />
Hier staan wij voor.<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Linda Kornet<br />
Vice-abactis<br />
Willemijn Ruit<br />
Fiscus<br />
Daan van den Born<br />
Praeses<br />
Christien Oomen<br />
Abactis<br />
Pieter van Schaik<br />
Vice-praeses<br />
Johannes Calvijn<br />
Panoplia<br />
Dei Gratia<br />
Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E.<br />
Ichthus<br />
Sola Scriptura<br />
Yir’ at’ Adonai<br />
Emèt Qenee<br />
Quo Vadis<br />
Acquisitiecie<br />
DC-redactie<br />
Bondscoach<br />
Kascontrolecie<br />
Themacie ZoCo<br />
Almanakcie<br />
DC-montagecie<br />
HH-cie ZoCo<br />
Landelijke<br />
Publiciteitscie<br />
Themacie WiCo<br />
Bullencie<br />
HH-cie WiCo<br />
Studie- en Advies<br />
Commissie<br />
Plakboekcie<br />
Webcie<br />
Sportdagcie<br />
Muziekdagcie<br />
Organogram<br />
Vragen of ideeën? Schiet ons eens aan!<br />
Landelijk<br />
49
50<br />
Advertentie<br />
Een stap verder<br />
Studenten met<br />
ambitie volgen<br />
Visser & Visser<br />
Vernieuwing, uitdaging, kansen<br />
benutten, samenwerken en optimale<br />
resultaten bereiken. Visser & Visser<br />
heeft alles in huis om jouw ambitie<br />
te verwezenlijken. Samen met jou<br />
werken we aan een organisatie die<br />
nooit stil staat, maar voortdurend in<br />
ontwikkeling is. Spreekt dit je aan?<br />
Pak je telefoon en volg ons op<br />
Twitter via @visserenvisser of<br />
solliciteer op www.visser-visser.nl.<br />
werkenbijvisserenvisser.nl<br />
Vestigingen in Apeldoorn, Barendrecht, Barneveld,<br />
Dordrecht, Gouda, Middelharnis en Oud-Beijerland.<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
praeses<br />
abactis<br />
fiscus<br />
vice-praeses<br />
vice-abactis<br />
Amicae amicique,<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Civitas Studiosorum in Fundamento Reformato<br />
Hendrik-Jan van Nieuw Amerongen<br />
Jonard Roukens<br />
Willem-Jan Koert<br />
Elline Bout<br />
Mirjam van Wijk<br />
De vorige praesidiaal eindigde ik met enkele opmerkingen<br />
over artikelen in de Saambinder en het Reformatorisch<br />
Dagblad. Deze artikelen bleken een aanknopingspunt te zijn<br />
voor enkele interviews in ’t Refdag. Eerst mochten enkele<br />
oud-studenten (o.m. ama Marija Veldhoen – van Welie,<br />
ama Marloes Hoencamp en am. August Eckhardt) het<br />
woord doen, die vaststelden dat de C.S.F.R. geen invloed<br />
had op hun kerkkeuze. Am. August zei trouwens ook dat<br />
op de civitas de kerkmuren het laagst zijn – laten we dat zo<br />
houden, amicae et amici.<br />
Vervolgens kwam de civitas ook nog terug in de bewuste<br />
avondkrant bij interviews met dr. Steef Post, ds. Jan van der<br />
Meijden en dr. Joke van Saane. Daarbenevens deed drs. P.J.<br />
Vergunst in de Waarheidsvriend gewag van de ontmoeting<br />
tussen de kerken en het LB. Hij concludeerde dat de<br />
studenten een signaalfunctie voor de kerken hebben. Wat<br />
hem betreft mocht dat zo blijven…<br />
Kader<br />
Uiteraard kwamen bovenstaande verhalen langs op het DBO.<br />
Met genoegen kijken we terug op het najaars-disbestover.<br />
Zowel in het voorjaar alsook in het najaar komt het kader<br />
bijeen voor een dispuutsbesturenoverleg, wat deze keer<br />
op onorthodoxe wijze werd ingevuld. De afgelopen jaren<br />
hadden de overleggen een min of meer vaste structuur:<br />
voor de pauze een lezing of presentatie over een relevant<br />
onderwerp, na de pauze in groepjes discussiëren over het<br />
zojuist gehoorde of gemiste. Ditmaal besloten we het kader<br />
op te delen in drieën en elke groep besprak een van de drie<br />
meest relevante onderwerpen die nu spelen op de civitas:<br />
als daar zijn kerk, bestuursjaarstructuur en kiewad (kan ik er<br />
wat aan doen?).<br />
Bij de kerkentrack is enerzijds besproken hoe de ophef in<br />
de media geanalyseerd is op de disputen en anderzijds<br />
werd er stilgestaan bij de verhoudingen met plaatselijke<br />
kerken. Bij de bestuursjaarstructuurtrack werd er een<br />
discussie gevoerd over het tijdspad van herstructurering<br />
van de f.t.-tijd voor dispuutsbesturen. De plaatselijke<br />
Huishoudelijke Vergaderingen buigen zich hier momenteel<br />
over. Bij de kiewadtrack kwamen aansprakelijkheid en<br />
verantwoordelijkheid van een bestuur naar voren bij diverse<br />
gebeurtenissen die plaatsvinden op onze mooie vereniging…<br />
Na het zingen van het landelijk lied en het dankgebed<br />
kregen alle besturen nog een “aanbevelingstasje” mee met<br />
allerhande nuttige tips mitsgaders voer voor onderweg.<br />
Contacten<br />
Naast de ontmoeting met het kader, hebben we de<br />
afgelopen tijd met diverse vertegenwoordigers een overleg<br />
gehad. Zo hebben we om de tafel gezeten met Guido van<br />
der Neut van IFES, het bestuur van Depositum Custodi en<br />
het RRQR-bestuur. Het is nuttig om oog te hebben voor<br />
Praesidiaal<br />
elkaars wederwaardigheden. Tevens waren de Landelijke<br />
Muziekdag en het RRQR-congres ook om over naar huis te<br />
schrijven!<br />
Amicae, amici, we genieten van onze afscheidstournee<br />
langs de disputen. We willen u hartelijk danken voor alle<br />
fijne contacten, de kritieken en complimenten! Het is<br />
jammer om het stokje over te moeten hevelen, maar LBvdB<br />
heeft zowel lang genoeg gewacht alsook een grote mate<br />
van enthousiasme, waardoor we dat met een gerust en<br />
dankbaar hart doen. Echter, we zijn nog lang niet zover. Eerst<br />
gaan we nog op dispuutsbezoek bij de twee Damsteden en<br />
bezoeken we vertegenwoordigers van de Gereformeerde<br />
Gemeenten. En we zien malkander uiteraard nog op de<br />
WiCo en de Wissel-HV, zo God wil. O ja, graag wil ik nog van<br />
u weten wat u van de onrust in onze achterban vindt.<br />
Achterban<br />
Alhoewel wij gedragen worden door het vertrouwen van<br />
de achterban, lijkt diezelfde achterban geen vertrouwen<br />
te hebben in het tweede door Mark Rutte aangevoerde<br />
kabinet. De afgelopen maand zijn er enkele bijeenkomsten<br />
geweest waar zorgen publiekelijk geuit zijn. Eerst werd er<br />
in Amersfoort een bezinningsbijeenkomst georganiseerd<br />
(voor degenen die hun sociale leven op het wereldwijde<br />
web doorbrengen, waarschijnlijk beter bekend als<br />
#stormsteektop), waar kerken en reformatorische scholen<br />
de handen ineensloegen. Vervolgens organiseerde<br />
het Platform Waarden en Normen een soortgelijke<br />
bezinningsbijeenkomst, waar een afvaardiging van uw<br />
bestuur aanwezig was. Inmiddels is er een denktank<br />
opgericht die nadenkt over het toerusten van jonge<br />
christenen, die midden in de maatschappij staan.<br />
Waarom ik dit schrijf? Vanwege het feit dat we als civitas<br />
veel bezig zijn met thema’s zoals geloof&wetenschap (en<br />
dat is prachtig), maar dat we wat mij betreft ook oog dienen<br />
te hebben voor seculiere stromen buiten de wetenschap.<br />
Als u binnen een paar jaar het bedrijfsleven, de politiek, de<br />
media of het openbaar onderwijs inrolt, bent u dan goed<br />
toegerust?<br />
Het h.t. Landelijk Bestuur wenst u voor het laatst vanaf<br />
deze plaats shalom. Moge de God van de vrede u toerusten<br />
met al het goede, zodat u Zijn wil kunt doen. Moge Hij in<br />
ons datgene tot stand brengen wat Hem welgevallig is,<br />
door Jezus Christus, aan Wie de eer toekomt tot in alle<br />
eeuwigheid!<br />
Een allerhartelijkst amicaliter, mede namens mijn vier gave<br />
bestuursleden: de amicae Mirjam en Elline en de amici<br />
Willem-Jan en Jonard,<br />
Hendrik-Jan van Nieuw Amerongen<br />
h.t. praeses der C.S.F.R.<br />
C S<br />
F R<br />
· · in · · FUNDAMENTO<br />
FUNDAMENTO<br />
M UU · ·<br />
RR OO SS OO II DD UU TT REFORMATO<br />
REFORMATO<br />
SS · ·<br />
+ + CC II S S<br />
VV TA TA II 51
52<br />
praeses<br />
ab-actis<br />
assessor<br />
fiscus<br />
Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E.<br />
Rebekka Struik<br />
Gerdine Kats<br />
Marielle Heijns<br />
Mirjam van den Brink<br />
We hebben enurrm veel gechillt ... goeie sigaren gerookt op<br />
het balkon (en daarbij minstens drie drugsdeals gezien).<br />
- Dankbrief van Leidse kring<br />
Amicae et amici,<br />
Het mooie van het wonen in een dispuutshuis is dat het<br />
huis heel efficiënt gebruikt wordt. Doordeweeks wordt er<br />
gestudeerd, bij tijd en wijle geborreld of vergaderd en als<br />
het weekend is dan komt er een kring uit den lande zich een<br />
poosje verpozen. Er wordt dus gemiddeld meer geleefd dan<br />
in een vergelijkbaar huis. Uit de schrijfsels van de kringen<br />
die het huis van de ondertekende bezochten, blijkt dat een<br />
bezoek aan het Concertgebouw en Bijlmerkerken tot de<br />
vaste ingrediënten horen van een geslaagd weekend. Verder<br />
koopt elke kring een nieuw kuipje glibberig spul wat ‘Lekker<br />
op brood’ of iets dergelijks heet, zodat de koelkast daar<br />
aan het einde van het kringweekendenseizoen van uitpuilt.<br />
Ook verbaast elke kring zich opnieuw over de activiteiten<br />
die voor onze voordeur plaatsvinden, zie bijvoorbeeld het<br />
citaat hierboven.<br />
Enigszins vreemd vind ik het wel. Eén derde van ons dispuut<br />
woont al jaren in deze flat en nog nooit heb ik iemand horen<br />
vertellen een drugsdeal gezien te hebben. Oké, het is hier<br />
om vier uur ‘s nachts gemiddeld wat drukker op straat dan<br />
in een Veluwse of Zeeuwse woonwijk, maar ach, ik fiets zelf<br />
dan ook wel eens op straat. Maar drugsdeals, wietplantages<br />
die opgerold worden, die heb ik nooit gezien. Wat zou dat<br />
zijn? Gewenning? Het sluiten van mijn ogen voor wat er<br />
om mij heen gebeurt omdat ik me anders verantwoordelijk<br />
voel? Natuurlijk, één keer hebben we 112 gebeld, maar toen<br />
was er ook een groep van twintig man aan het vechten en<br />
schreeuwen, zodat fatsoenlijk studeren niet meer mogelijk<br />
was. Maar verder probeer ik in mijn buurman een doorsnee<br />
Nederlander te zien, ongeacht hoeveel verschillend bezoek<br />
hij krijgt en hoe laat hij wat doet.<br />
Misschien zijn de Leidse, Utrechtse, Rotterdamse en<br />
Groningse kringen die ons huis medegebruiken niet zoveel<br />
gewend. En is Amsterdam dus werkelijk het Sodom en<br />
Gomorra waar voor gewaarschuwd wordt. Of hebben we<br />
hier in Amsterdam ons verantwoordelijkheidsgevoel voor<br />
de maatschappij om ons heen verloren? Kan het ons niet<br />
meer schelen wat er onder ons balkon gebeurt - drugsdeals<br />
of niet, zolang het maar niet in mijn huis en in mijn leven is?<br />
Wordt uw negatieve beeld over Amsterdam en<br />
Amstelodamensen bevestigd door het bovenstaande? Wees<br />
niet bang, het is een nogal eenzijdig verhaal. In dezelfde flat<br />
waar we Oost-Indisch blind zijn voor drugsdeals, worden<br />
kinderclubs georganiseerd en wordt contact gezocht met<br />
minderheidsgroepen. Maar er kan altijd meer. Hebben we<br />
weloogvoordeproblemenvanonzeburenenbuurtgenoten?<br />
Of is alles wat zich buiten uw voordeur afspeelt niet uw<br />
verantwoordelijkheid? Wat zou de barmhartige Samaritaan<br />
gedaan hebben? WWJD?<br />
Ik groet u amicaal,<br />
Rebekka Struik<br />
h.t. praeses Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E.<br />
Dei Gratia<br />
praeses<br />
ab-actis<br />
fiscus<br />
assessor<br />
Amicae et amici,<br />
Anne-Matthea Otte<br />
Joanne Annot<br />
Marianne Kok<br />
Peter de Jong<br />
Toen de novembermaand in het bloeiende oosten van<br />
ons kikkerlandje overging in de gezellige decembermaand<br />
gebeurde het dat:<br />
- Vierhonderd-negen-en-negentig veel te snel<br />
veranderde in vijfhonderd.<br />
- De bomen hun kleur verloren, maar een vereniging<br />
bloeide als nooit tevoren.<br />
- Een kinderlijk verwachting ontstond voor de komst<br />
van de goedheiligman.<br />
- Een bestuur op zoek ging naar opvolgers.<br />
- 77 mensen een enquête invulden.<br />
- Een praesidiaal bijna niet, maar uiteindelijk toch<br />
wel door een praeses geschreven werd.<br />
- Er uit de grote stad zomaar nog een sjaars kwam<br />
aanwaaien.<br />
- De paprika’s langzaamaan blauw en wit werden.<br />
- De angst voor het doen van een slechte daad steeg.<br />
- Genootschappen de grond uit vlogen.<br />
- Vijfhonderd een magisch getal werd.<br />
- Happietaria langzaam de deuren weer sloot en<br />
voor twee jaar uit het zicht verdween.<br />
- De eerste spatten wit de groene bodem bedekten.<br />
- De goedheiligman alle slechte daden te horen<br />
kreeg.<br />
- Niemand meer veilig naar kring kon gaan.<br />
- Zelfs het f.t. landelijk door 500 beïnvloed werd.<br />
- De 500 e vergadering geopend, maar ook weer<br />
gesloten werd.<br />
- De meeste Bijbelkringen enthousiast na het eerste,<br />
meteen hun tweede weekend inplanden.<br />
- Sjaars alleen maar bezig waren om hun laatste<br />
handtekeningen bijeen te vergaderen.<br />
- Patroons zich pijnigden om te schrijven over wat<br />
hun kinderen zoal van het leven vonden.<br />
- De vlag zonder wimpel cadeau werd gegeven.<br />
- Bijbelkringen werden geanalyseerd, maar<br />
voornamelijk tof werden gevonden.<br />
- Een bestuur leerde wanneer kerst precies viel.<br />
- 37 mensen nadachten over de vorming van hun<br />
identiteit.<br />
- Er aan de wortels van de sjaars werd geschud.<br />
- De goedheiligman de slechte daden ten toon<br />
spreide en zijn straffen uitdeelde.<br />
- Vijfhonderd langzaam verdween en uiteindelijk<br />
overging in vijfhonderd-en-een!<br />
In Wageningen blijft het leven mooi. En zo is het!<br />
Met een gedachte aan u als geheel, maar vooral met een<br />
hart voor DG groet ik u amicaal mede namens ama. Joanne,<br />
ama. Marianne en am. Peter,<br />
Anne-Matthea Otte<br />
h.t. praeses Dei Gratia<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
praeses<br />
ab-actis<br />
fiscus-assessor<br />
Amicae amicique,<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Emèt Qenee Ichthus<br />
Leonhard den uil<br />
Geert Eikelboom<br />
Alinda de Kat<br />
“Het leven is goed in m’n Brabantse land.”<br />
-Brabantsch volksliedje, August de Laat<br />
Terwijl ik op mijn fietsje naar huis rijd, regent het<br />
prachtige goudgele blaadjes. En weer denk ik: wat is<br />
goudgeel toch een prachtige kleur. Ook nu in de herfst<br />
laat het Brabantsche land weer volop zien wat het<br />
te bieden heeft. En terwijl de bomen hun bladeren<br />
verliezen, bloeit er iets moois in het Brabantsche<br />
land. Emèt Qenee bruist van leven en liet dat ook de<br />
afgelopen tijd weer zien.<br />
We hebben een prachtig najaarsweekend in Hoeven<br />
achter de rug. Het was een weekend met alle<br />
ingrediënten voor een magnifieke manifestatie<br />
van studitentikoze en reformatorische aard. Zowel<br />
verdieping als verbreding kwamen aan bod, met<br />
uiteraard de gezelligheid tot in nachtelijk uurtjes. Naar<br />
aanleiding van een lezing van Steven van Middelkoop<br />
hebben we nagedacht over het thema individualisering<br />
en secularisatie. Een thema waar we allemaal wel<br />
onze eigen gedachten bij hebben. Het was dan ook erg<br />
confronterend om te horen dat het allemaal bij onszelf<br />
begint. Is het geloof ons bloed of onze jas? Getuigen<br />
wij van Hem onder medestudenten op Universiteit of<br />
Hogeschool? Vaak zijn wij geneigd om zelf te blijven<br />
worstelen met ons geloof. Eerst moeten we het<br />
helemaal zeker hebben voor onszelf. Of toch niet?<br />
Moeten wij niet vaker de spanning opzoeken en naast<br />
de verticale lijn ook de horizontale lijn opzoeken?<br />
Genoeg om over na te denken dus, maar bovenal om<br />
in praktijk te brengen.<br />
En ja, wat zou een vereniging zijn zonder activiteiten?<br />
Niets. De dinsdag na het najaarsweekend vond<br />
er daarom ook weer een mooie Huishoudelijke<br />
Vergadering plaats tot in nachtelijk uurtjes. Slaap<br />
hadden we immers toch al te weinig. Een dag later<br />
mochten we op de eerstejaarskring prof. dr. Maarten<br />
Verkerk ontvangen. Hij heeft een prachtige inleiding<br />
over het thema ‘Geloof & Wetenschap’ voor ons<br />
verzorgd, waarin hij een goede basis heeft gelegd voor<br />
de eerstejaars. Het was mooi om te zien hoe relevant<br />
dit onderwerp is voor welke studie dan ook. Iedereen<br />
heeft er immers in meer of mindere mate mee te<br />
maken. Juist omdat dit voor veel eerstejaars niet een<br />
heel concreet vraagstuk is, is het goed om samen<br />
antwoorden te zoeken op allerlei vragen.<br />
Vanuit het prachtige Brabantsche land wens ik u, mede<br />
namens mijn bestuursgenoten, gezegende kerstdagen<br />
toe en alvast een voorspoedig nieuwjaar.<br />
Amicaliter,<br />
Leonhard den Uil<br />
h.t. praeses Emèt Qenee<br />
praeses<br />
ab-actis<br />
fiscus<br />
assessor<br />
vice-ab-actis<br />
Amicae amicique,<br />
Aad van’t Hof<br />
Dianne Nolen<br />
Harold de Jong<br />
Laurens van der Meulen<br />
Machteld het Lam<br />
U herkent het misschien wel: als inwoner van een<br />
stad, en sommige van u van een dorp, bezoekt u de<br />
bezienswaardigheden van uw eigen woonplaats weinig<br />
tot zelden. Een toerist heeft vaak meer uitstapjes in uw<br />
stad gemaakt dan u. Voor u en mijn dispuutgenoten is<br />
deze praesidiaal dan een uitgelezen kans om de stad<br />
Rotterdam in al haar schoonheid te ontdekken. Tussen<br />
de informatieve toeristische zinnen door, treft u nog<br />
wat interessante dispuutnieuwtjes aan.<br />
Wanneer u de stad Rotterdam aandoet met het<br />
openbaar vervoer, maakt u als eerste kennis met<br />
de nieuwe stationshal. Dit officiële wereldstation is<br />
het nieuwste staaltje moderne architectuur waar<br />
de havenstad bekend om staat. Recent werd de<br />
reizigerstunnel geopend, waardoor de reiziger alvast<br />
een klein stukje van het imposante gebouw mocht<br />
zien. Zo werd ook voor 24 eerstejaars een tipje van de<br />
sluier van de civitas opgelicht door hen toe te laten op<br />
dispuut Ichthus.<br />
Om veel bezienswaardige vliegen in één klap te slaan,<br />
kunt u de stad met de grootste haven van Europa het<br />
bestedoormiddelvaneenSpidoboottochtbezichtigen.<br />
Ongetwijfeld komt u dan het luxueuze Hotel New York<br />
tegen, dat gevestigd is in het voormalige hoofdkantoor<br />
van de Holland-Amerika lijn. Ons dispuut was onlangs<br />
te gast in een prestigieus landgoed in Baak om het<br />
najaarsweekend te vieren.<br />
Tijdens de vaartocht zult u onder de zwaan doorvaren,<br />
beter bekend als de Erasmusbrug. De aanbesteding<br />
van deze zowel fysieke als symbolische verbinding<br />
tussen Noord en Zuid Rotterdam werd na een strijd<br />
toegewezen aan Ben van Berkel. Zo is op ons dispuut<br />
ook een strijd gaande tussen de eerstejaarsbesturen<br />
Springlevend en Hartendief om de leiding van de<br />
Bijzondere Leden Vergadering. Echtpaar Maurice<br />
en Mauricia de Hond brengen wekelijks een<br />
procentuele stemverdeling naar buiten tussen beide<br />
kandidaatseerstejaarbesturen.<br />
Na deze inspannende tocht kunt u tot diep in de nacht<br />
gezellig borrelen in één van de 3600 cafés in Rotterdam.<br />
Zo vergaderden wij recent tot in de vroege uurtjes om<br />
onder andere te discussiëren over het verschuiven van<br />
het bestuursjaar.<br />
Uw verkenningstocht zit erop, net als mijn praesidiaal.<br />
Met amicale groet,<br />
Aad van ‘t Hof<br />
h.t. praeses Ichthus<br />
53
54<br />
praeses<br />
ab-actis<br />
fiscus-assessor<br />
vice-ab-actis<br />
Amicae amicique,<br />
Op moment van schrijven heeft het Delftse dispuut net<br />
een avond achter de rug over seksualiteit. Ik kan u zeggen<br />
dat het een ontzettend mooie avond was. Op een open<br />
en integere manier hebben we nagedacht over dit thema,<br />
dat zo goed als iedereen raakt. Met elkaar hebben we van<br />
gedachten gewisseld over een Bijbelse visie op seksualiteit,<br />
op verleidingen en op seksualiteit binnen relaties. Het is erg<br />
mooi dat vanuit een positieve manier het gesprek hierover<br />
gaande is, ik hoop dat dit ook bij u op het dispuut het geval<br />
is. Met als doel om tegen de tijdgeest van individualisme en<br />
onverschilligheid in, elkaar te stimuleren en te helpen rein<br />
te leven voor God.<br />
Over dat leven met God en juist ook het tegenovergestelde<br />
daarvan, denken we na aan de hand van ons halfjaarthema<br />
‘godsverduistering’. Een thema dat iedereen raakt,<br />
existentieel of juist door het gesprek met andersdenkenden.<br />
Want godsverduistering gaat veel dieper dan kerkverlating.<br />
Godsverduistering duidt op een cultuurcrisis, op een lijden<br />
aan transcendentieverlies. In aansluiting op Buber werd als<br />
een van de oorzaken genoemd een abstraherend denken,<br />
waarin alleen in concepten gedacht wordt, zonder een<br />
relationeel begrip ervan te hebben. Ook het binnenwereldse<br />
denken, waarbij alles kwantificeerbaar is geworden,<br />
beïnvloedt ons allemaal, terwijl het ernstig afbreuk doet<br />
aan de werkelijkheid. In een andere lezing stelde dr.‘triple-A’<br />
Prosman dat er niet zozeer sprake is van een verdwijning van<br />
religie, maar juist van een verandering. Religie is vandaag<br />
getransformeerd in een vage expressie van wat diep in ons<br />
leeft. Niettemin is deze postmoderne religie missionair;<br />
alle oude vormen van geloof moeten ontmaskerd worden.<br />
Langzamerhand laat ze alle houvast ontglippen in het al<br />
genoeg materialistische wereldbeeld.<br />
Maar niet alleen filosofische beschouwingen over Nietzsche<br />
en Buber passeerden de revue tijdens de lezingen. Heel<br />
concreet werd tijdens een lezing van dr. Van Vlastuin<br />
ingegaan op de worsteling met Gods afwezigheid, met Gods<br />
verborgenheid, met het paradoxale dat God Zich openbaart<br />
in de verborgenheid. Maar ook op het ‘nochtans’ van het<br />
geloof, hoe God in de aanvechting juist verdieping schept.<br />
Heeft het onderwerp uw interesse gewekt, kom gerust naar<br />
Delft voor de laatste lezing op 16 januari, luister, denk en<br />
discussieer mee! Dat Delft het bezoeken sowieso waard<br />
is, behoeft geen nadere uitleg, getuige de stromen met<br />
aanvragen voor kringweekenden.<br />
Tja, de ruimte ontbreekt om u alles te verhalen over de<br />
vorming en de amicaliteit in Delft. Om enigszins een idee<br />
te geven van een Delftse borrel: in de eerste kamer wordt<br />
gediscussieerd over de teleologische suspensie van het<br />
ethische, in de tweede kamer wordt pijp gerookt, in de<br />
derde kamer wordt ad-hoc besloten over vijf maanden naar<br />
IJsland af te reizen, in de vierde kamer spreekt men over<br />
Bavinck en in de vijfde kamer kan men luchtbuks schieten.<br />
Een onmiskenbaar amicale groet vanuit de Prinsenstad,<br />
mede namens mijn bestuursgenoten, de amici Roeland, Jos<br />
en Renger,<br />
Sjoerd Janse<br />
h.t. praeses Johannes Calvijn<br />
Johannes Calvijn Panoplia<br />
Sjoerd Janse<br />
Roeland Trommel<br />
Jos de Wit<br />
Renger Zoonen<br />
praeses<br />
ab-actis<br />
quaestor<br />
adiutor<br />
vice-praeses<br />
Amicae et amici,<br />
Als dispuut hebben we ons in de afgelopen drie maanden<br />
twee keer verzoend met een zusterdispuut. Enkele verslagen<br />
daarvan hebt u kunnen lezen in dit blaadje. Beide acties<br />
kenmerkten zich overigens door onregelmatigheden, en dan<br />
druk ik me nog enigszins zacht uit. De disputen doen er goed<br />
aan om eens een grondige bezinning op brassen te houden.<br />
De ongeschreven regels rondom brassen zijn namelijk niet<br />
bij ieder dispuut bekend. En dat zorgt ervoor dat al dan niet<br />
uit onwetendheid de brasactie minder goed verloopt. Ik heb<br />
het dan met name over de vraag welke objecten er brasbaar<br />
zijn.<br />
Als u op pad gaat om in een andere stad iets te halen, moet<br />
u op het volgende acht nemen. U handelt in naam van een<br />
bepaald dispuut, derhalve dient het bestuur van het dispuut<br />
op de hoogte te zijn van de actie. Als u iemand tegenkomt<br />
die volgens u enige waren heeft waarin u geïnteresseerd<br />
bent, let dan op het volgende. Persoonlijke objecten zijn<br />
nimmer brasbaar, u kunt blijven sjorren wat u wilt, maar<br />
dat staat buiten kijf. Persoonlijke objecten toch meenemen<br />
en daar ook nog iets voor proberen te eisen is helemaal<br />
onreglementair. De tweede categorie die u wel mee mag<br />
nemen zijn dispuutsobjecten, de categorie linten en<br />
vaandels. Brasacties eist u binnen 24 uur op, en een deal<br />
rondom de uitruil is een deal.<br />
Mocht u overigens denken dat ik met dit schrijven een open<br />
sollicitatie doe naar de functie van landelijk moresprediker,<br />
dan heeft u het mis. Dat is een linkse hobby die nog nooit<br />
heeft bewezen van waarde te zijn voor de Civitas. Als u<br />
meer wilt weten over brassen, kom dan eens langs voor een<br />
borrel. Wij leggen het u graag uit!<br />
Laat ik dit praesidiaal eindigen met te vermelden hoe het<br />
gaat in Leiden. Dat is tenslotte een van de hoofdzaken die<br />
aan de orde moet komen in een disputair schrijven. Panoplia<br />
vierde afgelopen november haar eerste Weekwisseling. Een<br />
recordaantal van 115 mensen was aanwezig, een percentage<br />
van bijna 95%! Daarnaast hadden we een ander hoogtepunt<br />
in de vorm van de 600 e Vergadering van het dispuut. Een<br />
gebeuren van epische proporties, temeer omdat Willem<br />
Jan Otten die avond de lezing verzorgde. U hoort het al, in<br />
Leiden draait alles op rolletjes!<br />
Een hartelijke amicaliter uit de Sleutelstad, mede namens<br />
Rosanne, Margaret, Neline en Wouter,<br />
Jacco Karens<br />
h.t. praeses Panoplia<br />
Jacco Karens<br />
Rosanne Gouman<br />
Margaret den Besten<br />
Neline van Toor<br />
Wouter doorn<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
praeses<br />
ab-actis<br />
fiscus<br />
Amicae et amici in de lande,<br />
Allereerst wil ik u, mede namens mijn bestuursgenoten, fijne<br />
kerstdagen en goede jaarwisseling toewensen. Een jaar is<br />
weer snel voorbij gegaan, een jaar waarin elk dispuut zo ook<br />
haar veranderingen doormaakt. Zo ook de onze. Binnenkort<br />
hopen wij alweer onze verkiezings-HV te houden waar<br />
normaliter een enthousiast kandidaats-bestuur zal worden<br />
verkozen. Ook hebben wij ons al laten boeien door twee<br />
lezingen, onder het jaarthema ‘Hemel en Hel’. Eerst hebben<br />
wij ons laten vertellen wat de Bijbel nu daadwerkelijk zegt<br />
over hemel en hel. Vervolgens heeft een conservatiefkatholieke<br />
historicus ons geboeid met zijn uiteenzetting<br />
over de verschillende voorstellingen van hemel en hel door<br />
de eeuwen heen.<br />
Ook voorstellingen van tere thema’s, zoals de hemel en hel,<br />
worden sterk beïnvloed door de tijdgeest. Met name over<br />
de hel zijn verschillende ideeën geweest, variërend tussen<br />
relatieve mildheid tot akelige, absurdistische beelden.<br />
Tegenwoordig ziet men zelfs een vrijwel volledige ontkenning<br />
van straf en hel. Prof. Raedts zei verbijsterd te zijn over het<br />
neo-positivisme binnen onze tijd, iets waarvan hij vroeger<br />
meende dat het een exclusief 19 e eeuws-verschijnsel was.<br />
Wel zag hij een duidelijk verschil: nu zou het niet meer een<br />
geloof zijn in de onbegrensde technische vooruitgang. Nee,<br />
nu zou de westerse mens menen dat hij een product is van<br />
enorme morele vooruitgang. Binnen dat wereldbeeld past<br />
natuurlijk geen grote Scheiding.<br />
Het heeft mij aan het denken gezet. Ook binnen onze<br />
gereformeerde gelederen is een discussie over het bestaan<br />
van de Hel een logisch gevolg van een tijdgeest waarbinnen<br />
een Hel geen erkenning vindt. Een existentiele confrontatie<br />
met de tijdgeest is goed. Wel moeten we naar mijn mening<br />
ons goed bewust zijn van ons ijkpunt: is dat onze ervaring,<br />
ons morele kompas of is dat een Ander en Zijn openbaring?<br />
In onze huidige maatschappij ligt het ijkpunt van goed en<br />
kwaad in extreme mate bij ons eigen morele gevoel. Slechts<br />
de tijd kan leren waar dit ons brengt, maar de geschiedenis<br />
leert dat het ons hard voor een ander en zacht voor onszelf<br />
maakt. Wanneer wij echter het ijkpunt leggen in Gods<br />
rechtvaardigheid en liefde ontstaat er een vrijheid om<br />
elkaar te confronteren op het scherpst van de snede, maar<br />
ook de vrijheid om elkaar van harte lief te hebben met de<br />
wetenschap dat wij allen geschapen zijn door Hem. Dat is<br />
andere koek dan de bittere intolerantie van de zogeheten<br />
‘toleranten’.<br />
Een amicale groet, mede namens mijn bestuursgenoten<br />
ama. Margreet en am. Martijn,<br />
Henkjan Oomen<br />
h.t. praeses Quo Vadis<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Quo Vadis Sola Scriptura<br />
Henk-Jan Oomen<br />
Margreet van der Zwaag<br />
Martijn Methorst<br />
praeses<br />
ab actis<br />
fiscus<br />
vice-praeses<br />
vice-ab actis<br />
assessor<br />
Amicae amicique,<br />
’Het is niet meer wat het geweest is’ mompelt de<br />
Goedheiligman tussen baard en lippen door. Hij pakt<br />
zijn iPhone en zijn oude vingers bewegen vluchtig de<br />
wensenlijst voort die Neêrlands jeugd op lootjestrekken.nl<br />
heeft achtergelaten. Plots wordt zijn aandacht getrokken<br />
door een tweet van @keesvdstaaij. ‘Schrappen verbod<br />
op godslastering is een pijnlijk verlies van een morele<br />
ankerplaats en een symptoom van een geestelijke crisis.’ Dat<br />
Nederland zich in een geestelijke en morele crisis bevindt<br />
had de Sint zojuist al vast weten te stellen en daarom besluit<br />
hij Kees te helpen.<br />
Maar een kant-en-klaar cadeau heeft hij niet en zodoende<br />
gaat hij op zoek. Om het probleem goed te doorgronden<br />
vult de Sint zijn scherm met zoektermen als #SGP,<br />
#beginselprogramma, #godslastering en #kerkenstaat.<br />
Enkele seconden later staat hij aan het begin van een lange<br />
weg die voert door een uitgestrekt, polemisch landschap<br />
van de ‘Wereld, vele vragen’. De Sint ziet dat dit pad door<br />
velen bewandeld is en vraagt zich af wie hij aan het eind zal<br />
aantreffen.<br />
Het meest recente zoekresultaat leidt hem naar 27<br />
november 2012. De Tweede Kamer spreekt zich uit tegen het<br />
strafrechtelijk verbod op godslastering. Verder terug treft<br />
hij de befaamde ‘nacht van Kersten’. In die novembernacht<br />
in 1925 slaagde Kersten erin het Nederlands diplomatiek<br />
gezantschap uit het Vaticaan (d.w.z. de Antichrist) terug<br />
te trekken. U begrijpt dat de interesse van de Sint voor de<br />
Staatkundig Gereformeerden vanaf dit punt niet meer te<br />
stuiten is. Zo zoekend en studerend vult zijn juten zak zich<br />
met wijsheden en antwoorden over grondslag en doel.<br />
Maar hoe dieper hij graaft, hoe strakker het web van de<br />
geschiedenis zich om de Sint sluit. Tenslotte kan hij niets<br />
doen dan even uitblazen en rond kijken.<br />
En daar staat hij dan ineens, de Goedheiligman, na zijn<br />
zoektocht door de geschiedenis van de ‘Wereld, vele<br />
vragen’ te midden van zingende C.S.F.R.-studenten: ‘Ga<br />
toch niet stilletjes ons huisje voorbij’! ‘De nacht van kersten<br />
is blijkbaar vergeten’ concludeert hij. Hij probeert terug<br />
te denken hoe hij op die Sint-HV terecht is gekomen en<br />
herinnert zich de woorden van het SGP-kamerlid: ‘Verlies<br />
van een morele ankerplaats en een symptoom van een<br />
geestelijke crisis’. Het gezang gaat door: ’wie zoet is krijgt<br />
lekkers, wie stout is de roe’. In zijn juten zak schuilen nu vele<br />
cadeaus, antwoorden voor deze leergierige studenten. Of<br />
wordt het toch de roe?<br />
In Utrecht vierden wij onze 61 e Dies Natalis, de geboorte<br />
die beheerst werd door de SGP-vraagstukken, een pad<br />
volgde, zoals de Sint die liep. En nu? Is het niet meer wat het<br />
geweest is? Hier huist nog steeds een generatie studenten,<br />
zoekend, met Kees, in de ‘Wereld, vele vragen’ naar morele<br />
ankerplaatsen. En daarom zingen wij:<br />
‘Ga toch niet stilletjes ons huisje voorbij’<br />
Met amicale groet,<br />
Eelco Veldman<br />
h.t praeses Sola Scriptura<br />
Eelco Veldman<br />
Clemens van den Berg<br />
Patrick Buitenhuis<br />
Marleen van de Heuvel<br />
Marloes van Nifterik<br />
Rianne Twijnstra<br />
55
56<br />
praeses<br />
ab-actis<br />
fiscus<br />
assessor<br />
‘An Israel that resorts to ethnic and geographical qualifications<br />
cannot as a nation claim to be the Israel of God in<br />
terms of the renewed covenant. By receiving Christ in their<br />
hearts, members of the new Israel of God have received the<br />
Kingdom of God. They are not expecting the restoration of<br />
old covenantal Israel, but they are looking forward to seeing<br />
more of Christ and of his Kingdom.’<br />
- Steven Paas in Christian Zionism Examined<br />
Amicae amicique,<br />
Yir´at ´Adonay<br />
Maarten Klok<br />
Aris van Ommeren<br />
Jan-Willem Puttenstijn<br />
Sophieke Olijve<br />
Yir’at ‘Adonay<br />
Waar moet ik toch beginnen, wanneer ik wil verhalen over<br />
de activiteiten op ons prachtige dispuut. Moet ik het hebben<br />
over de reis naar Vilnius, waar meer dan vijftig civieten<br />
de stad onveilig zullen maken, of moet ik het hebben over<br />
onze heerlijke sociëteitsavonden? Ik zou de stuk voor stuk<br />
interessante lezingen kunnen opsommen, de goedlopende<br />
studiekringen kunnen langsgaan. Waarom zou ik? Komt u<br />
vooral zelf eens kijken. U ziet vast wel het nodige voorbijkomen,<br />
zo niet, like dan even de pagina facebook.com/yirgroningen.<br />
Bovenstaand citaat staat er niet zonder reden. Ons afgelopen<br />
studieweekend ging over het thema Jodendom. Het<br />
citaat gaat over de plaats van Israël in het vernieuwde (vervulde)<br />
verbond. In dit weekend viel op hoe verschillend er<br />
werd gedacht over de plaats van Israël in de heilsorde. Steven<br />
Paas opende het debat onlangs met zijn boek ‘Christian<br />
Zionism Examined’, waarin hij stelt dat Israël gelijk staat aan<br />
al de andere volken. Het Israël van God behelst de heidenen<br />
en de joden in het ene lichaam van Christus. Steven Paas<br />
schrijft dit boek ook omdat het hem opvalt dat er op een<br />
verkeerde manier naar het Oude Testament wordt gekeken.<br />
Men redeneert buiten Christus om en verwacht een aards<br />
Koninkrijk, kiest opnieuw voor Barabbas (betekent ook Zoon<br />
des mensen, maar staat voor een nieuw Israël op aarde met<br />
wapens). Ook de discipelen durven na veertig dagen onderwijs<br />
over het Koninkrijk nog te vragen: ‘Heer, herstelt u in<br />
deze tijd het Koninkrijk voor Israël?’ Bij het lezen van het<br />
Oude Testament moeten we duidelijk hebben door welke<br />
bril we lezen. Vanuit welke hermeneutiek benaderen we de<br />
tekst?<br />
Dan iets anders. De uitslag van de bestuursenquête is inmiddels<br />
ook bekend, vermoedelijk staan er op elke positie weer<br />
twee kandidaten. Bij veel functies ligt het dicht bij elkaar.<br />
Misschien ten overvloede, maar wist u dat de procedure bij<br />
ons voluit democratisch is? Dat de enquete direct openbaar<br />
komt, dat de vergadering na strijd tussen kandidaten kiest<br />
voor de beste kandidaten. In ons systeem moeten de kandidaten<br />
een visie-document opstellen en ontstaat er vervolgens<br />
een debat over ideeën. Er valt wat te kiezen. Er zijn<br />
geen achterkamertjes, de leden kiezen het nieuwe bestuur.<br />
Tot nu toe zijn er geen andere disputen die ook een dergelijk<br />
systeem hebben, er zijn zelfs disputen die de enquête nog<br />
geheim houden. Waarom vraag ik u, waarom? Ik kan mij nog<br />
de workshop op het kaderweekend herinneren van olim-fiscus<br />
van Kranenburg: de goede argumenten tuimelden toen<br />
over elkaar heen.<br />
Tot nog toe heb ik nog geen reactie gekregen op de vorige<br />
column over het nut van een landelijke publiciteitscommissie.<br />
Dat zal ongetwijfeld in deze DC wel gebeuren. U houdt<br />
namelijk ook niet van linkse hobby’s zoals we dat hier noemen.<br />
Een warm amicaliter ook mede namens mijn bestuursgenoten,<br />
Maarten Klok<br />
h.t. praeses Yir’at’Adonay<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
Te recenseren…<br />
Henk Bakker<br />
Gunnende kerk. Kompas<br />
voor een waardegestuurde<br />
gemeente-ethiek<br />
Uitgeverij Brevier<br />
Willeke Herwig (red.)<br />
Like God. Bijbels dagboek voor<br />
jonge mensen van 20 tot 35<br />
jaar<br />
Uitgeverij Boekencentrum<br />
Rob Nijhoff (red.)<br />
Volgers. 16 christenen<br />
die onze wereld hebben<br />
veranderd. Van Augustinus tot<br />
Bono<br />
Uitgeverij Buijten en<br />
Schipperheijn Motief<br />
Reinier Sonneveld<br />
De kerk. Waarom zou je<br />
meedoen?<br />
Uitgeverij Buijten en<br />
Schipperheijn Motief<br />
Piet Vergunst (red.)<br />
Toch gescheiden. Over de<br />
complexiteit van een gebroken<br />
huwelijk<br />
Uitgeverij Boekencentrum<br />
Een van deze boeken of een<br />
ander boek recenseren? Mail<br />
naar redactie@csfr.nl.<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
De Éne God is de andere niet<br />
Amicae amicique,<br />
Trek rond door de straten van Jeruzalem,<br />
kijk toch en let op, zoek op zijn pleinen,<br />
of u iemand vindt, of er een is die recht doet,<br />
een die betrouwbaarheid nastreeft,<br />
dan zal Ik Jeruzalem vergeven.<br />
- Jeremia 5:1 -<br />
Wie is God? Hoe kunnen wij spreken over God? En: hoe spreekt God Zelf? God spreekt<br />
over Zichzelf in menselijke vormen, maar is dat overdrachtelijk bedoeld? Hoe wil het<br />
mensvormig spreken over God in de Bijbel verstaan worden? Is Hij werkelijk van plan om<br />
Zijn volk Israël uit te roeien in de woestijn? Is Hij werkelijk teleurgesteld als er ten tijde van<br />
Jeremia geen enkele rechtvaardige op de pleinen gevonden wordt?<br />
Of is dit allemaal retoriek van God? Zegt Hij dat Hij teleurgesteld is,<br />
terwijl Hij eigenlijk al voor de zoekopdracht in Jeremia 5:1 wist dat er<br />
geen rechtvaardige te vinden was? Kan God niet teleurgesteld zijn in<br />
Zijn volk? Maar als Hij niet teleurgesteld kan zijn, kan Hij zich dan wel<br />
verheugen over de zondaar die zich bekeert? Is God dan emotieloos?<br />
Denk eens een ogenblik met mij mee.<br />
De ingrijpendheid van deze vraag zien wij terug in de Gesprekken<br />
van Cassianus (365-435). In het tiende gesprek vertelt hij over een<br />
brief van bisschop Theofilus van Alexandrië die hij rond de vierde<br />
eeuwwisseling naar de monniken in zijn bisdom deed uitgaan. Hierin<br />
bracht hij naar voren dat de Bijbelteksten, waarin in menselijke vormen over God werd<br />
gesproken, strikt allegorisch dienden te worden gelezen. Als over God lichamelijk gedacht<br />
werd, werd dat door Theofilus bestempeld als ‘dwaze ketterij’ (ineptam haeresim).<br />
Dit was overigens ook de gedachte van Augustinus, die een sterke afkeer had van het<br />
spreken over God in menselijke termen. Alsof God een lichaam zou hebben! Een God die<br />
zich zo laat kennen, kan toch geen God zijn!<br />
Cassianus, die toen tussen de monniken leefde, schrijft dat vele monniken de Bijbel<br />
letterlijk namen. Ze namen de Bijbel zo letterlijk dat ze concludeerden dat God mensvormig<br />
moest zijn uit het feit dat God de mens naar Zijn beeld geschapen heeft. U begrijpt dat<br />
veel monniken zich tegen deze bisschop verzetten. Een van hen was de oude Serapion,<br />
een monnik die hoog in aanzien stond. Toen deze in aanraking werd gebracht met deze<br />
nieuwe theologie, ging zijn geestelijke wereld ten onder. Hoe moest hij nu nog bidden?<br />
“Wee mij ellendige, ze hebben mijn God weggenomen” (Heu me miserum, tulerunt a<br />
me deum meum). Moeten wij deze Serapion als een (te) simpele gelovige aan de kant<br />
zetten en daarmee God buiten tijd en ruimte veilig stellen? Of is de gewoonte in het Oude<br />
Testament om over God in menselijke categorieën te spreken een te sterke traditie? Is<br />
dit een van de Bijbelse manieren om over Gods aanwezigheid te spreken? De Éne God is<br />
de andere niet!<br />
Is God de ‘God van de filosofen’? Kunnen alleen simpele zielen aan een mensvormig<br />
Godsbeeld vasthouden? Of is dit Godsbeeld noodzakelijk om werkelijk in God te kunnen<br />
geloven, tot Hem te kunnen bidden, in gemeenschap met Hem te kunnen leven? De Éne<br />
God is de andere niet!<br />
Kuitert koos de kant van Serapion toen hij (in de inleiding van De persoonlijke God.<br />
Gesprekken op de grens van filosofie en geloof van P.H. Steenhuis) zei dat God niet de<br />
God van de filosofen is, maar dat God van ‘menselijke makelij, verbeelding, verhaal’ is.<br />
Mij dunkt dat hij, in navolging van Pascal, gelijk heeft. Echter, verliest hij zijn God niet<br />
weer meteen aan de andere kant? De Éne God is de andere niet!<br />
Misschien moeten we de Bijbel maar voor zichzelf laten spreken, voordat we onze<br />
theologische systemen/oplossingen opleggen aan de tekst. De aard van Bijbelteksten<br />
over het wezen van God en het spreken van God moeten we mijns inziens zien als de stijl<br />
van het spreken en de aanwezigheid van God en niet als een probleem dat overwonnen<br />
moet worden om tot systematisch theologische Godskennis te komen. Als God spreekt,<br />
doet Hij dat kennelijk zo.<br />
Amicaliter,<br />
Reinier van Nieuw Amerongen, Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. (3)<br />
Recensies<br />
Tolle Lege<br />
57
Tolle Lege<br />
58<br />
Recensies<br />
God vinden – in gesprek met zoekers<br />
Dr. Marc. J. de Vries<br />
Recensent: Ellen van Burg, Tilburg<br />
Marc J. de Vries studeerde natuurkunde aan de VU<br />
in Amsterdam en promoveerde in Eindhoven op een<br />
proefschrift over technologie in de natuurkunde. Aan<br />
de Technische Universiteit in Delft is hij bijzonder<br />
hoogleraar Christelijke Filosofie.<br />
De titel van dit boek is bedoeld als tegenhanger. In de<br />
boekhandel zijn veel boeken te vinden met een titel<br />
die wijst op het zoeken van ‘iets hogers’. Titels met<br />
het woord vinden zijn<br />
heel wat schaarser. Het<br />
lijkt er niet om te gaan<br />
of je vindt, als je maar<br />
gezocht hebt. Marc J.<br />
de Vries kiest een ander<br />
publiek. Hij schrijft een<br />
boek voor hen die God<br />
al gevonden hebben en<br />
anderen op de weg naar<br />
God willen leiden.<br />
Hij onderscheidt vier<br />
wegen waarlangs<br />
God gezocht wordt:<br />
de weg van de<br />
natuurwetenschap,<br />
de weg van de<br />
geschiedenis, de weg<br />
van de religiositeit en de weg van de filosofie. Deze<br />
wegen worden kort en bondig uiteen gezet, waarna<br />
de vraag volgt wat de betekenis is van de betreffende<br />
weg in gesprek met zoekers. Telkens weer komt naar<br />
boven dat de wegen aanwijzingen geven dat God<br />
bestaat, tegelijk leiden de wegen niet onomstotelijk<br />
naar God. Verder is het beeld wat van God geschilderd<br />
wordt, vaak incompleet en negatief. Daarom ook een<br />
hoofdstuk waarin het gesprek aangegaan wordt met<br />
hen die God niet (meer) zoeken.<br />
Het boek sluit af met een hoofdstuk over de enige<br />
weg die leidt tot het vinden van God: de weg van<br />
Gods Woord, samengaand met gebed (om verlichting<br />
van Gods Geest) en binnen de gemeenschap van de<br />
christelijke gemeente. Dit is zoeken vanuit het diepste<br />
verlangenvanhethart.Dezewegvraagtomvertrouwen<br />
in Gods Woord. Ook aan het einde van dit hoofdstuk<br />
gaat de schrijver in gesprek met zoekers en wijst hen<br />
er dan op dat we steeds opnieuw moeten vertrouwen<br />
zonder dat er een sluitend bewijs is. Marc J. de Vries<br />
heeft een goed te lezen en compleet boek geschreven,<br />
wat aanwijzingen geeft voor de mogelijkheden om in<br />
gesprek te gaan met ongelovigen. Met dat het een<br />
beknopt boek is, wordt de diepgang gemist, maar<br />
daar is het boek ook niet voor bedoeld. Het geeft<br />
handreikingen en aanknopingspunten. Tegelijk wijst<br />
het op de weg, die wij ook allen telkens opnieuw te<br />
bewandelen hebben, om God te vinden en hervinden.<br />
Dr. Marc J. de Vries, God vinden – in gesprek met<br />
zoekers. Heerenveen: Uitgeverij Groen, 2011, 128<br />
pagina’s, €12,50.<br />
Provocatie – over de zin van God en geloof<br />
Willem Maarten Dekker<br />
Recensent: Teunis Brand, Rotterdam<br />
‘Geloven is niet vanzelfsprekend meer’, hoor je<br />
tegenwoordig vaak zeggen. Het is dat nooit geweest,<br />
zou Willem Maarten Dekker zeggen. Geloven is God<br />
uitdagen, provoceren, en in de diepste ervaring van<br />
Godverlatenheid toch op Hem vertrouwen. Geloven is<br />
het verwachten van het onmogelijke, zegt de schrijver<br />
Kierkegaard na.<br />
Het boek Provocatie – bestaand uit essays tussen<br />
preken en theologie – is een tegendraads boek over de<br />
zin van God en geloof. Het is opgebouwd als een soort<br />
preek: de voorzang, een aantal essays over geloof, de<br />
tussenzang, essays over God en de slotzang. Elk essay<br />
gaat terug op een Bijbelverhaal waarin duidelijk sprake<br />
is van een crisis. We zien Zacharias en Elizabeth in een<br />
crisis, twee godvrezende mensen, maar hun leven is<br />
doodgelopen. Het hele verhaal van God met Israël lijkt<br />
aan een einde te zijn gekomen. Er is geen toekomst<br />
meer. Maar op het onverwachte moment komt God<br />
met een belofte. Zacharias reageert ongelovig. Hoe<br />
kan het ook anders, zou je zeggen, maar God reageert<br />
nog met straf ook. Zacharias wordt met stomheid<br />
geslagen.<br />
Dan trekt Dekker de parallel naar de kerk. Zou het zo<br />
zijn dat de kerk ook met stomheid is geslagen, omdat<br />
ze de belofte niet meer werkelijk gelooft? Kan het zo<br />
zijn dat de kerk daarom maar beter kan zwijgen, omdat<br />
haar woorden anders toch leeg zijn?<br />
De andere essays kennen een vergelijkbaar patroon.<br />
Midden in een crisis komt er iets van God aan het licht:<br />
bij Jacob die door God wordt verminkt, bij Jezus die de<br />
zweep door de tempel haalt. God openbaart zich niet<br />
op de plaatsen waar wij het verwachten, zeker niet op<br />
de plaatsen waar we dat het liefst zouden willen. God<br />
provoceert ons, en het geloof dat God tóch vasthoudt<br />
provoceert Hem. Wie God zo vasthoudt, krijgt vroeg of<br />
laat een bevrijdend woord.<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
Het is een scherp boek, met mooie interpretaties en<br />
toepassingen van Bijbelverhalen. De essays zijn op een<br />
existentiëlemaniergeschreven,vanuiteenpersoonlijke<br />
worsteling met God en daarom ook opbouwend, zij<br />
het op een tegendraadse manier. Het geloof is niet iets<br />
wat ons rust geeft, want God is ons altijd weer vooruit.<br />
Dat betekent (in een ander beeld van Dekker) hard<br />
fietsen om net na een bocht een glimp van God op te<br />
vangen.<br />
In de tussenzang<br />
vraagt Dekker:<br />
over welke God<br />
hebben we het?<br />
Twee godsbeelden<br />
moeten aan flarden:<br />
God als Hoogste<br />
Wezen en Gods als<br />
ons diepste zelf. Alle<br />
al- en on- woorden<br />
van het metafysische<br />
godsbeeld slaan kapot<br />
op het kruis. Wie God<br />
aan het kruis heeft<br />
gezien, kan alleen<br />
nog maar dialectisch<br />
over God spreken: Gods almacht én onmacht, Zijn<br />
onveranderlijkheid én bekering. Ook je zelfgerichtheid<br />
en spirituele behoeften moeten eraan, het is puur<br />
egoïsme.<br />
Waarom provoceert Dekker? Omdat er iets te<br />
provoceren valt: tegen missionair activisme, tegen<br />
mensen die denken God naar hun hand te kunnen<br />
zetten, tegen de God die je bent in het diepst van<br />
je gedachten. Maar ten diepste omdat God zelf de<br />
grootste Provocateur is. Dekker roept op om je door<br />
God te laten provoceren. Het boek wil verkondigende<br />
theologie zijn, en de kern van de verkondiging is de<br />
dwaasheid van het kruis.<br />
Dekker lijkt soms te provoceren om het provoceren<br />
zelf. Niet elke Bijbeltekst laat zich op zo’n tegendraadse<br />
manier interpreteren, al komt Dekker een heel eind.<br />
Ook bij de theologische keuzes die gemaakt worden<br />
kunnen kanttekeningen worden geplaatst. We moeten<br />
ons echter niet laten verleiden om in de strik van al<br />
te vroege kritiek te vervallen. Dat gaat in tegen de<br />
essayistische aard van het boek, en bovendien is het<br />
boek daarvoor te aansprekend. Tolle lege!<br />
Willem Maarten Dekker, Provocatie – over de zin van<br />
God en geloof. Heerenveen: Uitgeverij Groen, 2012,<br />
144 pagina’s, €14,95.<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Waarlijk vrij? Bevrijdingspastoraat in het licht<br />
Els Nannen<br />
Recensent: Marjolein Kreft, Rotterdam<br />
Recensies<br />
Ineentijdwaarinbevrijdingspastoraatvolgensschrijver<br />
Els Nannen ‘in’ is, is een bezinning op dit onderwerp<br />
nodig. Het charismatische gedachtegoed wint terrein<br />
in de kerken en dit beïnvloedt de theologie breed.<br />
Daarom biedt Nannen in het lijvige boek Waarlijk vrij?<br />
een grondige analyse van de achtergrond, geschiedenis<br />
en huidige praktijk van het bevrijdingspastoraat. De<br />
toon van het boek is dan ook weerleggend, een ‘tegende-stroom-in-boek’.<br />
Het is geen neutraal informatief<br />
boek, wat de lezer in gedachten moet houden.<br />
Els Nannen, met een achtergrond in de rechten,<br />
psychologieenzending,deedeerderstudiesnaaronder<br />
anderen occultisme en alternatieve geneeswijzen.<br />
Om een gedegen mening over bevrijdingspastoraat<br />
te vormen, moeten veel vragen aan de orde worden<br />
gesteld. Onderwerpen die aan de orde worden gesteld<br />
zijn de geschiedenis van exorcisme, de onterechte<br />
focus op strategisch-geestelijke oorlogsvoering, het<br />
spreken van God door Zijn Woord en Geest en de plaats<br />
die het Woord in dient te nemen, de wapenrusting<br />
en eventuele geestesgaven van de gelovige, het<br />
charismatisch triomfalisme, de identiteit van de<br />
gelovige en overschatting en onderschatting van de<br />
macht van de satan. Nannen wijst terug op de Schrift<br />
en toont aan dat veel onterechte stellingen over de<br />
duivel worden gehanteerd in de bevrijdingstheologie.<br />
Als voorbeeld noem ik kort de analyse van Nannen<br />
over de strategisch-geestelijke oorlogsvoering. In<br />
de bevrijdingstheologie wordt verondersteld dat de<br />
gelovige een actieve opdracht heeft te strijden tegen<br />
de satan, om ruimte te maken voor het koninkrijk van<br />
God op aarde. De duivel moet ontmaskerd worden,<br />
sommige gelovigen met bijzondere gaven kunnen<br />
te weten komen welke duivelen heersen in een<br />
bepaald gebied en dit is volgens de aanhangers nodig,<br />
wil evangelisatie succes hebben. Nannen verwijst<br />
naar de prediking in de gemeenten van het Nieuwe<br />
Testament. Het evangelie van zonde en genade kan<br />
direct gepredikt worden, het Woord zelf maakt ruimte.<br />
In de bevrijdingstheologie is sprake van een ander<br />
evangelie. Niet de zonde zit tussen de mens en God,<br />
welke Jezus wil verzoenen, maar de mens moet vooral<br />
strijden tegen de satan. Nannen gaat hier tegenin door<br />
met de Schrift aan te tonen dat de geestelijke strijd<br />
van de gelovige met name intern is, de gelovige heeft<br />
te strijden tegen de oude mens, tegen de inwonende<br />
zonden, zij heeft met gebed en daden te strijden voor<br />
het behoud van de medemens en tegen verleidingen<br />
van de satan. De satan krijgt volgens Nannen in de<br />
Tolle Lege<br />
59
Tolle Lege<br />
60<br />
Recensies<br />
bevrijdingstheologie<br />
een te grote rol.<br />
Een notie die terecht<br />
het overwegen<br />
waard is, is het<br />
vermoeden dat we<br />
in de eindtijd leven,<br />
waar valse profetieën<br />
en dergelijke<br />
veel gehoord<br />
zullen worden.<br />
Voorstanders zeggen<br />
juist dat het in deze<br />
eindtijd weer nodig<br />
is dat Christus door<br />
tekenen en wonderen<br />
bij de mens komt.<br />
Daarbij moet echter onthouden worden dat Jezus zelf<br />
in de Bijbel geen getuigenis van de duivel accepteert.<br />
Uitdrijving van geesten is volgens Nannen absoluut<br />
geen apologetisch middel om te evangeliseren.<br />
Een andere interessante vraag is wat de zeggingskracht<br />
van ervaring is op dit gebied. Veel theorie over<br />
de geesteswereld is gebaseerd op bijzondere<br />
openbaringen aan bepaalde personen, bijvoorbeeld<br />
over de hiërarchie van demonen. We moeten onze<br />
premissen toetsen aan Gods Woord, want als we op<br />
onterechte gronden ruimte maken voor bevrijding, zal<br />
de duivel ons ervaringen geven om ons te misleiden,<br />
stelt Nannen.<br />
De veelheid en verscheidenheid van noties die in het<br />
boek worden genoemd zijn wat mij betreft een kracht<br />
en een zwakte. Bevrijdingspastoraat is een onderwerp<br />
wat moeilijk op zichzelf gezien kan worden. Het stelt<br />
vragen aan heel het geloof en de theologie. Welke<br />
plaats geven wij de Heilige Geest? Welke rol had satan<br />
bij de zondeval en nu in deze wereld? Wat betekent<br />
het dat er een eindtijd is, waarin de duivel rondgaat als<br />
een briesende leeuw? Wat is de heerschappij van de<br />
mens over deze aarde? Heeft de gelovige een actieve,<br />
zuiverende taak op deze aarde om ruimte te maken<br />
voor het Koninkrijk? Welke plaats geven wij de duivel<br />
in de zonden nu, is iedere zonde inderdaad gelijk?<br />
Doordat het onderwerp zo breed wordt, kan het nog<br />
zo zijn dat een boek van deze omvang soms diepgang<br />
mist. De toon van Nannen helpt daar niet bij. Vaak<br />
wordt een onderwerp genoemd in de vorm van een<br />
verwerping van een verkeerde leer. Dat is mij soms te<br />
makkelijk. Wat mij betreft zou het boek soms meer<br />
zeggingskracht hebben als Nannen zelf meer woorden<br />
wijdt aan genoemde vragen, eventueel aangevuld met<br />
een weerlegging van gedachten van anderen.<br />
Door de breedte is het lastig om in deze recensie goed<br />
recht te doen aan het boek. Het boek is leerzaam en<br />
geeft veel stof tot nadenken en is het daarom zeker<br />
een aanrader om ter hand te nemen. Niet alleen voor<br />
mensen die vanuit ervaringen met bevrijdingspastoraat<br />
meer kennis hierover op willen doen, maar ook voor<br />
mensen die meer willen leren over de identiteit en<br />
taken van een gelovige en de plaats van de duivel in<br />
de theologie.<br />
Els Nannen, Waarlijk vrij? Bevrijdingspastoraat in<br />
het licht. Kampen: Uitgeverij Voorhoeve, 2011, 473<br />
pagina’s, €29,50.<br />
Paulus. Kijken in Uw lezend gezicht<br />
Charles Vergeer<br />
Recensent: Arco den Heijer, Nijmegen<br />
Steeds meer krijgen ook niet-theologen belangstelling<br />
voor het Nieuwe Testament. Charles Vergeer<br />
promoveerde op de Griekse filosoof Heraclitus en<br />
doceert nu filosofie en ethiek in Eindhoven. Hij<br />
heeft echter al meerdere boeken over het Nieuwe<br />
Testament op zijn naam staan. Waar hij zich eerder<br />
vooral met Jezus en de evangelisten bezighield, heeft<br />
hij in dit laatste boek zijn aandacht op Paulus gericht.<br />
De ondertitel is aardig: Kijken in Uw lezend gezicht. De<br />
afbeelding van Paulus op de voorkant wekt even de<br />
suggestie dat we in Paulus’ gezicht kijken. Maar in feite<br />
leest Paulus helemaal niet op de afbeelding, en de<br />
hoofdletter in ‘Uw’ wekt nieuwsgierigheid. Al lezend<br />
in het boek blijkt dat Paulus mij als lezer in het gezicht<br />
kijkt en mij bevraagt op mijn vooronderstellingen bij<br />
het lezen van de tekst. Het laat al zien hoezeer Charles<br />
Vergeer door de postmoderne filosofie gevormd is.<br />
Autoritatieve interpretaties worden ‘gedeconstrueerd’,<br />
Paulus wordt bevrijd van de banden van kerkelijke<br />
inleeskunde, er moet ruimte geschapen worden voor<br />
iedere lezer om zijn eigen Paulus-beeld te creëren.<br />
Voor zijn hermeneutiek verwijst hij naar Paul Ricoeur<br />
en Michel Foucault, een enkele keer ook naar Jacques<br />
Derrida. Het zal inmiddels duidelijk zijn dat het niet<br />
direct stichtelijke lectuur is. Ik zal de opbouw van<br />
het boek kort schetsen en vervolgens een kritische<br />
evaluatie geven.<br />
Het eerste deel van het boek, dat bijna de helft van<br />
het aantal pagina’s beslaat, bestaat uit een lezing<br />
van de meeste brieven van Paulus die in de huidige<br />
Bijbelwetenschap als authentiek gelden: Galaten,<br />
1 en 2 Korinthe, 1 Thessalonicenzen, Philippensen,<br />
en Philemon. Vergeer ontdekt allerlei breuken in de<br />
tekst en concludeert dat deze brieven grotendeels<br />
het product zijn van een redactie in Efeze, die in ca.<br />
90 na Christus twee edities van de brieven van Paulus<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
edigeerde. Voor deze edities werden wel passages<br />
uit ‘echte’ brieven van Paulus gebruikt, maar ze<br />
werden aangevuld, opnieuw gerangschikt en van<br />
nieuwe geadresseerden voorzien. Het oorspronkelijke<br />
materiaal zou vrijwel allemaal afkomstig zijn geweest<br />
uit de briefwisseling met de gemeente van Korinthe.<br />
In het tweede deel<br />
schetst Vergeer de<br />
ontwikkeling van<br />
de theologie in de<br />
eerste eeuw door<br />
achtereenvolgens<br />
de hymne uit<br />
Philippensen 2 (als<br />
gemeentelied dat aan<br />
Paulus voorafging),<br />
Paulus’ getuigenis<br />
over de opstanding<br />
uit 1 Korinthe 15 (dat<br />
Vergeer nog wel voor<br />
authentiek paulinisch<br />
houdt), en de rede<br />
op de Areopagus uit<br />
Handelingen, geschreven eind 1 e eeuw, als voorbeeld<br />
van lukaanse theologie die weinig meer met Paulus’<br />
zelf te maken zou hebben. Terwijl Jezus zelf zich als<br />
rechtmatige opvolger van David tot koning der Joden<br />
had willen maken, en zijn leerlingen na zijn (nietlichamelijke)<br />
opstanding Hem in eerste instantie nog<br />
als de speciaal door God geliefde Gezalfde zagen,<br />
was aan het eind van de eerste eeuw het Joodse<br />
kader losgelaten en werd Jezus beschouwd als God<br />
en werd zijn opstanding omkleed met mythes die zijn<br />
lichamelijkheid benadrukten.<br />
Het derde deel focust op de moderne lezers van het<br />
boek Handelingen. Vergeer laat achtereenvolgens<br />
Eduard Meyer, Cees den Heyer en Christopher Kavin<br />
Rowe aan het woord. De eerste, een classicus uit het<br />
begin van de twintigste eeuw, blijkt een antisemitische<br />
bril op gehad te hebben. Cees den Heyer blijkt te<br />
weinig kritisch in zijn historisch onderzoek wanneer hij<br />
ervan uitgaat dat Paulus in Tarsus opgroeide en niet<br />
in Jeruzalem (Vergeer verdedigt hier de historische<br />
waarde van Handelingen, waar hij elders erg kritisch<br />
over is!). In Rowe waardeert Vergeer de kritische<br />
lezing van Handelingen, maar ook hij is niet kritisch<br />
genoeg in de reconstructie van Paulus’ proces:<br />
volgens Vergeer is Paulus wel degelijk veroordeeld<br />
door Festus, omdat een beroep op de keizer alleen na<br />
veroordeling mogelijk was. Lucas, die Paulus’ onschuld<br />
wilde benadrukken, verzweeg dat. Hier heeft Vergeer<br />
volgens mij wel een punt.<br />
In het laatste deel, dat de raadselachtige titel ‘Context’<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Recensies<br />
meegekregen heeft, gaat hij in op de brief aan de<br />
Romeinen. Ook die bevat maar een paar snippertjes<br />
authentieke paulinische tekst. Paulus zou nooit een<br />
brief aan de Romeinen geschreven hebben, de brief<br />
was nodig om aan de editie van Efeze de glans van de<br />
eeuwige stad te verlenen. Vergeer gaat hier heel snel,<br />
stelt her en der vragen maar beantwoordt die zelden.<br />
Het laatste hoofdstuk gaat over de gevangenschap en<br />
dood van Paulus in Rome. Vrij abrupt houdt het boek<br />
op.<br />
Mijn houding was in eerste instantie behoorlijk<br />
vijandig, toen ik dit boek las. Gaandeweg heb ik echter<br />
wel respect gekregen voor zijn zeer zelfstandige lezing<br />
van de teksten. In alles is te merken dat hij thuis is in<br />
de Grieks-Romeinse oudheid. Als classicus stelt hij<br />
ook andere vragen dan theologen en komt dan tot<br />
verassende conclusies. Opmerkelijk is dat hij vrijwel<br />
niet de discussie aangaat met de wetenschappelijke<br />
literatuur. Dat heeft een voordeel, maar ook een<br />
groot nadeel. Het voordeel is, dat hij nu in relatief kort<br />
bestek een hele zelfstandige visie op Paulus en het<br />
corpus paulinum kan ontwikkelen, die in hoofdlijnen<br />
consistent is. Het nadeel is, dat de lezer moeilijk kan<br />
controleren waar hij zijn informatie vandaan heeft, al is<br />
tussen de regels door wel te merken dat hij redelijk op<br />
de hoogte is van de wetenschappelijke literatuur over<br />
Paulus. Door zijn boek in het Nederlands te publiceren<br />
en de discussie in de wetenschappelijke gemeenschap<br />
niet aan te gaan, kan hij van alles roepen zonder dat hij<br />
daarin gecorrigeerd wordt. En er is zeker wel de nodige<br />
correctie mogelijk. Om een voorbeeld te noemen: één<br />
van de argumenten dat de brief aan de Romeinen nooit<br />
voor de Romeinen geschreven is, is dat Romeinen de<br />
joodse redeneringen niet zouden kunnen begrijpen en<br />
het ‘eerst de Jood en dan de Griek’ ronduit beledigend<br />
zouden vinden. Dat is onzin, wanneer we beseffen<br />
dat christenen uit de heidenen vooral geworven<br />
werden uit proselieten en godvrezenden, die dus al<br />
het nodige van het Jodendom wisten en daar respect<br />
voor hadden. Een meer algemeen punt van kritiek,<br />
is dat Vergeer ondanks zijn kritische lezing van de<br />
teksten toch erg veel over Paulus lijkt te weten, wat<br />
hij dan weer gebruikt om teksten als niet-paulinisch te<br />
bestempelen. De cirkelredenering ligt regelmatig op de<br />
loer. Het resultaat is een tamelijk positief Paulusbeeld,<br />
en een redactie in Efeze die verantwoordelijk is<br />
voor het negatieve in de teksten (vervloekingen,<br />
vrouwonvriendelijke uitspraken, rommelige<br />
zinsopbouw). Met name één punt springt eruit, wat ik<br />
echt niet kan volgen: Paulus zou niet in de lichamelijke<br />
opwekking van Jezus geloofd hebben. Vergeer poneert<br />
dit zonder enige argumentatie, terwijl er alle reden is<br />
om het tegendeel aan te nemen: dat voor Paulus, als<br />
Farizeeër, een niet-lichamelijke opwekking (die een<br />
dualistisch mensbeeld veronderstelt), ondenkbaar<br />
Tolle Lege<br />
61
Tolle Lege<br />
62<br />
Recensies<br />
was. Speelt de wens Vergeer parten om de opwekking<br />
van Jezus zo te duiden, dat het voor moderne<br />
lezers nog acceptabel is? Of werkt de platoonse<br />
onderwaardering van het lichaam ook vandaag de dag<br />
nog door? Hoe dan ook, ook Vergeer is een lezer met<br />
zijn eigen vooronderstellingen en is zeker niet altijd de<br />
zorgvuldige filoloog die hij pretendeert te zijn.<br />
Dat neemt niet weg, dat hij ook veel kritische vragen<br />
stelt die niet zo eenvoudig te pareren zijn, en die door<br />
theologen en historici zeker serieus genomen moeten<br />
worden. Het boek is aan te raden voor wie in staat is<br />
het kritisch te lezen, d.w.z. met een goede kennis van<br />
de Griekse taal en cultuur en van de wetenschappelijke<br />
discussies met betrekking tot Paulus.<br />
Tenslotte twee korte opmerkingen over taal en stijl:<br />
Vergeer schrijft, alsof hij in gesprek is met de lezer. Dat<br />
leest prettig, maar levert soms ook wat problematische<br />
zinsconstructies op. En een klein aantal spelfouten<br />
weegt niet op tegen de over het algemeen verzorgde<br />
indruk die het boek maakt.<br />
Charles Vergeer, Paulus. Kijken in Uw lezend gezicht.<br />
Budel: Damon, 360 pagina’s, €27,90.<br />
Up to date gereformeerd. Reformatorische<br />
gemeenschap in een opengebroken wereld<br />
Johan Schouls<br />
Recensent: Johan van de Worp, Leiden<br />
Up to date gereformeerd. Reformatorische<br />
gemeenschap in een gebroken wereld, aldus luidt de<br />
titel van het door de Kampense godsdienstdocent<br />
J. Schouls geschreven boek. Met dit boek mengt de<br />
auteur zich in een discussie die al langere tijd gaande<br />
is binnen de gereformeerde gezindte, en de C.S.F.R. in<br />
het bijzonder: hoe Bijbels is het te leven in een min<br />
of meer geïsoleerde zuil? Of anders geformuleerd, hoe<br />
moeten christenen anno 2012 leven in een seculiere<br />
en postmoderne samenleving? Een zeer relevant en<br />
belangrijk onderwerp, zo dunkt mij. In zijn ‘Woord<br />
vooraf’ geeft Schouls te kennen de volgende vraag in<br />
zijn boek te willen beantwoorden: ‘Welke bedreigingen<br />
zijn er voor de reformatorische gemeenschap en welke<br />
roeping heeft zij te volgen in de concrete situatie van<br />
de postmoderne en opengebroken samenleving?’ (9)<br />
Jammer genoeg lukt het de auteur niet in het vervolg<br />
van zijn boek deze vraag adequaat te beantwoorden.<br />
Problematisch is allereerst het woord ‘gemeenschap’.<br />
Bewust spreekt de auteur niet van de ‘zuil’ omdat die<br />
zijns inziens op het eind loopt. Het woord gemeenschap<br />
drukt zijns inziens daarentegen meer de Bijbelse notie<br />
van het elkaar nodig hebben uit. Die omschrijving<br />
is zeker terecht, maar in het verdere van het boek<br />
lijkt de gemeenschap (het voor elkaar een hand en<br />
een voet zijn, 190)<br />
eerder een remedie<br />
te zijn om, bij het<br />
mogelijk wegvallen<br />
van de verschillende<br />
identiteitgebonden<br />
instellingen, het<br />
reformatorische<br />
belijden en haar<br />
kernwaarden in de<br />
huidige samenleving<br />
te handhaven,<br />
dan dat het om<br />
een hedendaagse<br />
werkelijke toestand<br />
gaat. Door deze<br />
woordkeus blijft een<br />
belangrijk vraagstuk onterecht rusten, want wat zijn<br />
de redenen geweest waarom de reformatorische zuil<br />
werd vormgegeven? Hoe moeten de voor- en nadelen<br />
van zuilvorming ten opzichte van elkaar worden<br />
afgewogen?<br />
Daarnaast zit er een opmerkelijke spanning – sterker<br />
uitgedrukt: een inconsistentie – die niet echt opgelost<br />
wordt in het boek. Schouls erkent de scheefgroei in de<br />
gereformeerde gezindte en wil deze kritisch bejegenen.<br />
Op een zeer heldere en krachtige wijze analyseert<br />
hij in het eerste gedeelte het huidige tijdsgewricht:<br />
de kwaal van de zieke patiënt wordt trefzeker<br />
gediagnosticeerd. Vervolgens zoekt de auteur naar het<br />
Bijbelse antwoord op de vraag hoe een christen in de<br />
wereld moet staan en wat van hem gevraagd wordt.<br />
Kort gezegd luidt zijn antwoord dat een christen met<br />
God leeft, dat hij geroepen is in de wereld en dat hij<br />
geen enkele reden heeft om zich af te zonderen van<br />
de wereld (56). Niet de reformatorische organisaties<br />
zijn het meest aangewezen om de roeping van de<br />
christen te vervullen, maar de christelijke, kerkelijke<br />
gemeente (77). Dit ideaaltype wordt aan de hand<br />
van verschillende Bijbelteksten goed en overtuigend<br />
uitgewerkt. Maar wat moet er concreet met de<br />
reformatorische instellingen gebeuren? Hoe geeft de<br />
gemeente ook praktisch vorm aan het christen-zijn?<br />
Daarop geeft de auteur geen antwoord. Wel stelt<br />
de auteur in een interview met het Reformatorisch<br />
Dagblad dat, zolang die instellingen bestaan, er vooral<br />
dankbaar gebruik van moeten worden gemaakt (RD,<br />
19 september). Deze uitspraak valt echter moeilijk te<br />
rijmen met zijn in het boek geponeerde stelling dat<br />
de Bijbelse roeping van de christen luidt voortdurend<br />
verantwoording af te leggen van het christen-zijn<br />
tegenover de niet-christen.<br />
nummer 2| jaargang 63 | De Civitate
Dat een concreet antwoord op allerlei vragen<br />
ontbreekt, is zondermeer een zwakte. De intenties<br />
van de auteur zijn echter zeker positief te noemen; dat<br />
moet hier onderstreept worden. Schouls geeft in zijn<br />
slotwoord te kennen dat dit boek een ‘zoektocht en<br />
ontdekkingstocht’ was. Die zoektocht blijkt duidelijk<br />
uit de veelal beschrijvende manier van schrijven, maar<br />
nog meer in de bewogen en betrokken schrijfstijl,<br />
waarbij de auteur dikwijls de hand in eigen boezem<br />
steekt. De sterke Bijbelse onderbouwing van de<br />
christelijke roeping zet aan tot verdere bezinning, en<br />
dat is het positieve aan dit boek. De lezer wordt aan de<br />
Volgend nummer<br />
Amicae amicique,<br />
Houdt u ook zo van spanning en avontuur? En bent u ook naar Skyfall geweest om te genieten van de intriges en<br />
schietpartijen waar 007 nu weer in belandt? Dan kunt u uw hart ophalen aan de volgende DC. Die gaat namelijk<br />
over geweld. Maar niet alleen. Het zal ook gaan over macht. “Macht & Geweld” dus. In onze samenleving hebben<br />
we te maken met macht en geweld, maar er is niets nieuws onder de zon; denk maar aan de tijd van slavernij en<br />
het overkoepelende thema in de hele geschiedenis is macht en geweld.<br />
We zullen in DC 3 ingaan op verschillende aspecten rond dit thema. Een onderdeel hiervan is bijvoorbeeld het<br />
onderwerp “Geestelijke machten” en ook wordt er gekeken naar de aantrekkelijkheid van criminaliteit. Want<br />
vallen vrouwen wel op lieverdjes, of kicken ze op een stoute man? En gaat macht altijd samen met geweld? U leest<br />
het in de volgende DC! Wees welkom om uw gedachten over macht en geweld met ons te delen.<br />
Voor vragen en kopij: redactie@csfr.nl<br />
Deadline: 23 januari 2013<br />
De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />
Recensies<br />
hand van verschillende casussen zelf aan het denken<br />
gezet. De auteur heeft met dit boek een nieuwe<br />
impuls aan de discussie gegeven en dat verdient<br />
respect. De weinig concrete uitwerking van de Bijbelse<br />
gegevens naar de praktijk vraagt daarom om een goed<br />
uitgewerkt vervolg.<br />
Johan Schouls, Up to date gereformeerd.<br />
Reformatorische gemeenschap in een opengebroken<br />
wereld. Kampen: Brevier Uitgeverij, 2012, 192 pagina’s,<br />
€17,50.<br />
Tolle Lege<br />
63
Volgend nummer:<br />
macht & geweld<br />
DeaDline: 23 januari 2013 Kopij: reDactie@csfr.nl<br />
ACTIVITEITENKALEN<strong>DE</strong>R<br />
15 januari 2013 Panoplia Christelijke politiek<br />
Ir. B.J. van der Vlies<br />
16 januari 2013 Johannes Calvijn Over de praktisch-theologische kant<br />
aan Godsverduistering<br />
Ds. P.J. Visser<br />
16 januari 2013 Yir’at ‘Adonay Debat over de toekomst van de kerk<br />
Dr. W. Dekker & dr. R. de Reuver<br />
23 januari 2013 Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. Macht in de kerk<br />
Dr. E.A.J.G. van der Borght<br />
23 januari 2013 Dei Gratia Grondslaglezing over de NGB<br />
Lector nog onbekend<br />
23 januari 2013 Quo Vadis Hel & Hemel: de weg van Dante<br />
Dr. J. van der Helm<br />
23 januari 2013 Sola Scriptura De maakbaarheid van de media<br />
Lector nog onbekend<br />
29 januari 2013 Emèt Qenee Vriendschap - in een vluchtige en<br />
zelfzuchtige cultuur.<br />
Dhr. A. de Wit & drs. P.J. Vergunst<br />
6 februari 2013 Ichthus Het liefhebben van de naaste<br />
Dr. H. van de Leede<br />
13 februari 2013 Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. Workshops over ‘U en macht’<br />
o.a. Jeanette de Korte<br />
1950 1951 1958 1959 1963 1971 1976 1993 2008