16.09.2013 Views

DE cIVITATE - Csfr

DE cIVITATE - Csfr

DE cIVITATE - Csfr

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De civitate<br />

officieel orgaan Der<br />

Civitas studiosorum in Fundamento reFormato<br />

Zoals wij zijn,<br />

zo zijn de tijden<br />

Met in dit nummer onder meer:<br />

jaargang 63<br />

nummer 2<br />

December 2012<br />

Oneindig dichtbij, Kierkegaard over tijd en eeuwigheid door ama<br />

Carolien Brobbel | Amicitia door am. Willem-Rutger van Dijk | Rivaliteit:<br />

als eer een doel wordt door am. Hans van Leersum | De veelkleurigheid<br />

van Gods gemeenschap interview met Bram van Putten


2<br />

Advertentie<br />

RD_Adv_VP_210x297_ZW.indd 1 27-02-12 20:18<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


Inhoudsopgave<br />

Redactioneel Marjon ter Harmsel (red.) 4<br />

Meditatie Alinda de Kat (EQ) 5<br />

Thema<br />

Poll Marjon ter Harmsel (red.) 6<br />

Tijd in het sporten Jessica Gouw (P) 8<br />

Too late or not too late Han van Voorst (S) 8<br />

Tijdig en ontijdig Jan van ‘t Land (A) 9<br />

Oneindig dichtbij, Kierkegaard over tijd en Carolien Brobbel (P) 10<br />

eeuwigheid<br />

Recensie ‘Identiteit’ van Paul Verhaeghe Arina Meeuse (red.) 13<br />

Nu we er toch zijn… Hanna Klop (S) 14<br />

Interview met Els van Dijk Maaike Verbruggen en Casimir Zoutendijk (S) 16<br />

Themavaria – TIJD & zo Marjon ter Harmsel en Evelyne Gouw (red.) 19<br />

Stelling: Als kind van mijn tijd sluit ik me Wieger van Horssen en Ardjan Faasse (I) 20<br />

aan bij een kerk die bij me past.<br />

Het leven en werk van dr. W. Aalders Hendrik-Jan van Nieuw Amerongen (A) 22<br />

Op de plaats rust! Gideon van den Brink (S) 28<br />

Klankbord<br />

Column: Vingerregel Egbert Jochems (DG) 29<br />

Gedicht Tijd Rutger Kopland 29<br />

Column: Zin in een wandeling!? Daniël Schenkeveld (QV) 30<br />

Amicitia Willem-Rutger van Dijk (EQ) 31<br />

Cartoon Lydia Bekebrede (P) 32<br />

Civitas<br />

Born to be stuur: interview met Mirjam van Wijk Evelyne Gouw en Arina Meeuse (red.) 33<br />

Fotopagina Montagecommissie (Y) 36<br />

Rivaliteit: Als eer een doel wordt Hans van Leersum (EQ) 38<br />

RRQR-interview met ds. Van Rooijen Reinier van Nieuw Amerongen 39<br />

en Dirk Slagboom (red.)<br />

Rondom de Civitas: interview Reinier van Nieuw Amerongen 41<br />

met Bram van Putten en Arina Meeuse (red.)<br />

Landelijk<br />

WinterConferentie 2012<br />

Thema-informatie WiCo themacommissie 44<br />

Huishoudelijke informatie WiCo HH-cie 45<br />

Visie en beleid bestuur Van den Born Bestuur Van den Born<br />

Visiedocument 46<br />

Beleid 48<br />

Organogram 49<br />

Praesidialen Praesides 51<br />

Tolle lege Civieten 57<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Inhoudsopgave<br />

3


4<br />

Redactioneel<br />

colofon<br />

De Civitate is het officiële orgaan van<br />

de Civitas Studiosorum in Fundamento<br />

Reformato.<br />

Redactie<br />

Arina Meeuse (P, hoofdredacteur)<br />

Evelyne Gouw (S, themaredacteur)<br />

Marjon ter Harmsel (Y, themaredacteur)<br />

Reinier van Nieuw Amerongen (A,<br />

secretaris)<br />

Dirk Slagboom (I, fiscus)<br />

Vormgeving<br />

Jouke Aalvanger (Y)<br />

Adriaan Bijl (Y)<br />

Foto’s omslag:<br />

Lydia Bekebrede, Panoplia (5)<br />

Redactieadres (voor kopij)<br />

T.a.v. Arina Meeuse<br />

Jacob Catslaan 12a<br />

2332 AW Leiden<br />

+31-(0)615045403<br />

redactie@csfr.nl<br />

Advertenties<br />

T.a.v. Dirk Slagboom<br />

Voorstraat 154<br />

2225 EW Katwijk ZH<br />

dirkslagboom@live.nl<br />

Legaten<br />

Bij notariële acte vast te leggen: ‘Ik<br />

legateer aan de vereniging Civitas<br />

Studiosorum in Fundamento Reformato<br />

‘C.S.F.R.’, vrij van rechten en kosten een<br />

bedrag van €…’<br />

Kopij<br />

Door plaatsing geeft de auteur<br />

toestemming om zijn/haar artikel met<br />

behoud van rechten voor publicatie<br />

beschikbaar te stellen op de internetsite<br />

van de C.S.F.R.. Bezwaar kan schriftelijk<br />

gericht worden aan de redactie.<br />

Abonnementen<br />

C.S.F.R.- en RRQR-leden: In contributie<br />

begrepen<br />

Niet-leden: €20,- per jaar<br />

Losse nummers: € 3.75 per nummer<br />

Te bestellen door bedrag en €1.20<br />

portokosten te storten op giro 280125<br />

t.n.v. C.S.F.R. te Utrecht.<br />

Adreswijzigingen en<br />

ontvangstproblemen<br />

C.S.F.R.-leden: naar de plaatselijke (vice-)<br />

abactis<br />

RRQR-leden: doorgeven aan de<br />

RRQR-ad-ministratie (a.gijssen@<br />

wapenveldonline.nl)<br />

Overig: vice-abactis@csfr.nl<br />

Redactioneel<br />

Amicae amicique,<br />

Alweer een nieuwe DC ligt voor uw neus. Met het vorige thema ‘Daar<br />

zit muziek in’ nog in ons hoofd, gaan we ons nu verdiepen in het thema<br />

van de WiCo, namelijk ‘Zoals wij zijn, zo zijn de tijden’. In deze DC zult<br />

u dus artikelen, interviews en recensies aantreffen over het onderwerp<br />

tijdgeest.<br />

Zo is er bijvoorbeeld in het themagedeelte van deze<br />

DC een drieluik te vinden over dit onderwerp. In het<br />

eerste artikel van het drieluik schrijft ama Carolien over<br />

het verleden, namelijk over het perspectief op tijd en<br />

eeuwigheid van de Deense filosoof, theoloog en schrijver<br />

Kierkegaard. Het tweede deel van het drieluik bestaat uit<br />

een recensie van het boek ‘Identiteit’, geschreven door<br />

klinisch psycholoog en psychoanalyticus Paul Verhaeghe.<br />

In dit boek wordt aandacht besteed aan de veranderingen<br />

in de identiteitsvorming van de mens en de dwang van de mens tot succes<br />

en geluk. Ook wordt er gesproken over de keerzijde van deze dwang: de<br />

mens verliest zelfbesef, twijfelt aan alles en is eenzamer dan ooit. Voor<br />

de civiet die zich interesseert in de kenmerken van de tijdgeest in deze<br />

tijd, is dit boek een absolute aanrader! Het slotstuk van het drieluik gaat,<br />

u voelt hem al aankomen, over de toekomst. Wat is de toekomst van<br />

christenen in deze wereld? Met deze vraag houdt ama Hanna zich bezig<br />

en zij roept ons op om bewust te gaan leven in overeenstemming met<br />

wat God van ons vraagt.<br />

OokiserindezeDCeeninterviewtevindenmetElsvanDijk,voorsommigen<br />

wellicht bekend door haar boek ‘De hunkerende generatie’, een boek over<br />

de leefwereld van (christelijke) jongeren. Els van Dijk, zelf orthopedagoog<br />

en directeur van de Evangelische Hogeschool in Amersfoort, probeert<br />

verder te kijken dan de norse en ongeïnteresseerde buitenkant van<br />

jongeren en laat de keerzijde van de informatiemaatschappij waarin wij<br />

leven, zien.<br />

Verder vindt u maar liefst drie themacolumns, die allemaal een andere<br />

zijde van tijd belichten. Zo hebben we bijvoorbeeld een sporter die vertelt<br />

over wat tijd voor haar betekent, maar ook een column over te laat<br />

zijn en te laat komen. Daarnaast vindt u zowel de huishoudelijke als de<br />

thematische informatie over de WiCo. Dus als u nieuwsgierig bent naar<br />

de lectores voor de WiCo, blader dan vooral snel verder! Wanneer u zin<br />

heeft om uw landelijke broeders en zusters weer te ontmoeten, wanneer<br />

een flinke dosis lezingen u blij maakt, of wanneer u gewoonweg geniet<br />

van de nachtelijke gesprekken: Geef u dan snel op voor deze conferentie!<br />

Naast het thematische deel van deze DC is er natuurlijk ook weer een<br />

Klankbord, gevuld met verschillende columns en een cartoon. Maakt u<br />

verder kennis met de civitas door middel van een interview met ama<br />

Mirjam van Wijk, de huidige vice-abactis der C.S.F.R., en is er weer een<br />

R.R.Q.R- interview, ditmaal met ds. Van Rooijen. Ook zetten wij onze<br />

nieuwe rubriek ‘Rondom de civitas’ voort met een interview met wellicht<br />

voor ons allen hét gezicht van IFES, namelijk Bram van Putten.<br />

Geniet ervan!<br />

Marjon ter Harmsel, Yir’at’Adonay (3)<br />

Themaredacteur De Civitate<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


Meditatie<br />

Amicae et amici,<br />

Tijd is een vrij discutabel begrip. Velen beschouwen het<br />

als iets absoluuts, maar de ons allen bekende Einstein<br />

heeft er een relativiteitstheorie op losgelaten om<br />

daarmee aan te tonen dat tijd absoluut niet absoluut<br />

is. Enfin, mijn doel is niet om hier deze hele theorie<br />

uit te diepen, maar wel om u voor een moment na te<br />

laten denken over het begrip tijd.<br />

Taalkundig gezien wordt tijd vaak opgesplitst in een<br />

verleden, een tegenwoordige en een toekomende<br />

tijd. Deze indeling wil ik ook graag gebruiken voor<br />

deze meditatie. Immers, ook de Bijbel vertelt ons over<br />

dingen uit het verleden, over het heden en over dat<br />

wat komen zal. Gods Woord spreekt over het begin<br />

van het verleden als iets goeds, iets moois. God schiep<br />

de hemel en de aarde met alles wat daarin was. En<br />

het was goed. Ook de mens was goed en naar Gods<br />

evenbeeld geschapen. Door de zondeval viel er echter<br />

een donkere gloed over het verleden. De vele gevolgen<br />

van de zondeval zijn in de Bijbel terug te vinden, het<br />

gaat te ver om dat op deze plaats uit te werken.<br />

Over het heden weten we vanuit de Bijbel dat Gods<br />

Geest werkt. God heeft ons na de zondeval niet alleen<br />

gelaten,maaronsmetPinksterenbeloofddatZijnGeest<br />

zou blijven tot op de laatste dag. Misschien vindt u het<br />

lastig om in het heden het werk van de Geest terug te<br />

zien. Er gebeuren zoveel dingen om ons heen die we<br />

wellicht niet helemaal kunnen plaatsen. Wellicht ook<br />

wel omdat we beïnvloed zijn door de tijdgeest. We<br />

hebben immers allen ons eigen gedachtegoed, onze<br />

eigen gedachten over wat wel of niet juist is en over<br />

wat wij denken dat goed voor ons is. Toch kunnen we<br />

ook in de aanwezigheid van de tijdgeest Gods Geest<br />

zien werken. We hebben immers het Woord van God,<br />

waarin we ertoe worden opgeroepen om nauwgezet<br />

te wandelen als wijzen en niet als dwazen (vers 15).<br />

Mijns inziens zeker iets wat in het heden toegepast<br />

kan worden.<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Naast dat Paulus ertoe oproept om<br />

nauwgezet te wandelen wijst hij ons<br />

er ook op om de geschikte tijd uit te<br />

buiten omdat de dagen vol kwaad<br />

zijn (vers 16). Benut dus uw tijd<br />

hier op aarde. Niet alleen voor alle<br />

tijdelijke dingen, maar juist ook om u<br />

te richten op het leven na dit leven,<br />

de toekomst. De prediker noemt dat<br />

we mogen genieten van het leven<br />

hier en nu, maar wel het oog moeten houden op<br />

de toekomst: “Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd,<br />

en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer<br />

jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten,<br />

en in de aanschouwingen uwer ogen; maar weet, dat<br />

God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het<br />

gericht.” Het gericht, dat wijst ons op de toekomst.<br />

Wellicht iets waar we niet al te vaak over na durven<br />

denken. Maar de Bijbel roept ons ertoe op om dit wél<br />

te doen, om u te doen beseffen in welke positie u staat.<br />

Gods Woord is er duidelijk over wanneer het spreekt<br />

over de twee die op de akker zijn. Een van deze zal<br />

aangenomen worden, de ander zal verlaten worden.<br />

Vanuit de Bijbel komt dus impliciet de vraag tot ons:<br />

‘Wat is onze toekomst?’ Amicae, amici, hoe vaak<br />

staat u bij deze vraag stil? We zijn druk doende met<br />

van alles en nog wat, maar verliezen we daarbij niet<br />

de toekomst uit het oog? En u begrijpt, het gaat niet<br />

om de vraag over hoe het u later op deze aarde zal<br />

vergaan, of u bijvoorbeeld wel die mooie baan zult<br />

krijgen of rond mag rijden in die nieuwe BMW of wat<br />

u ook maar mooi vindt. Nee, het gaat er om hoe het<br />

u zal vergaan in de eeuwigheid. Bid voor uw toekomst<br />

en voor de toekomst van uw medemens. Bid tot Hem,<br />

die met Zijn aanwezigheid het heden verlicht en de<br />

toekomst in een heerlijk perspectief plaatst. Om af te<br />

sluiten met Paulus: wandel als wijzen en begrijp wat<br />

de wil van de Heere is.<br />

Amicaliter,<br />

Alinda de Kat, Emèt Qenee (3)<br />

Meditatie<br />

“Ziet dan, hoe gij voorzichtiglijk wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen. Den tijd uitkopende, dewijl de dagen<br />

boos zijn. Daarom zijt niet onverstandig, maar verstaat, welke de wil des Heeren zij.”<br />

- Efeze 5: 15-17<br />

5


Thema<br />

6<br />

Themapoll<br />

POLL<br />

Amicae amicique,<br />

Ook dit keer werd de Poll weer gretig door u ingevuld, meer dan 200 maal kwam hij ingevuld op onze digitale<br />

deurmat terecht. Dank daarvoor! Leuk was het ook om te zien welk dispuut het prominentst naar voren kwam in<br />

de beantwoording. Vaak konden we precies zien welke abactis zijn nieuwsbrief net de deur uithad: Een stroom<br />

berichten kwam daarna binnen van een bepaald dispuut. Het dispuut dat de poll het meest heeft ingevuld is het<br />

dispuut te Leiden, namelijk Panoplia. Yir’ volgt dan al snel. Het dispuut rond de haven heeft de poll het minst<br />

vaak ingevuld. Daarom rees bij ons ook de vraag: Heeft de abactis de poll eigenlijk wel doorgestuurd? Maar het<br />

antwoord daarop zullen we nooit weten natuurlijk.<br />

Voor het thematische deel van de Poll hebben we vragen geput uit een lezing over de kenmerken van de huidige<br />

tijdgeest. Aan elk kenmerk hebben wij een vraag gekoppeld, en u kon kiezen in welke mate u het daarmee eens of<br />

oneens was. Civieten blijken de kenmerken van de tijd wel met zich mee te dragen, maar op sommige kenmerken<br />

scoren we niet zo hoog. Maar liefst 51 procent van alle civieten geeft aan in het hier en nu te leven. Een iets lager<br />

percentage geeft aan altijd op zoek te zijn naar dingen waar men van kan genieten. Op deze twee kenmerken<br />

scoren de civieten dus wel. Civieten zijn echter erg verdeeld over het derde kenmerk, namelijk egoïsme. Hetzelfde<br />

ziet men terug bij de vraag over het aanvaarden van gezag. Ook is er een kenmerk waar civieten helemaal niet<br />

mee eens zijn. We hebben het hier over de stelling ‘Ik denk dat de waarheid niet bestaat. Ieder mens heeft<br />

zijn eigen waarheid’. Veel civieten erkennen deze stelling niet. Men zou hier een link kunnen leggen naar onze<br />

christelijke achtergrond, waar wel duidelijk een waarheid wordt geleerd. Maar zeker kunnen we hier niet over zijn.<br />

Uit deze stellingen kunnen we concluderen dat civieten inderdaad wel scoren op wat kenmerken van de huidige<br />

tijdgeest, maar dat ze op sommige gebieden heel erg verdeeld of juist het tegenovergestelde scoren. Wanneer<br />

men dan kijkt naar de tweede vraag, waarin gevraag wordt of de civiet zichzelf een kind van zijn tijd vindt, ziet men<br />

dat men zich niet helemaal een kind van zijn tijd vindt, maar dat men toch wel naar die kant doorslaat. De civiet<br />

kent zichzelf dus aardig goed, naar het lijkt. Ook wij kwamen tot de conclusie dat de civiet inderdaad niet los van<br />

zijn tijd te zien is, maar dat we toch wel echt anders zijn dan de gemiddelde Nederlander.<br />

Amicaliter,<br />

Uw Redactie<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Themapoll<br />

Thema<br />

7


Thema<br />

8<br />

Themaverhaal<br />

Tijd in het sporten<br />

8 jaar lang heb ik aan wedstrijdzwemmen<br />

gedaan. Tijd speelt een cruciale rol in<br />

deze sport. Om te beginnen moest er<br />

getraind worden en het liefst minstens<br />

drie keer per week. Dus drie keer<br />

per week fietste ik 10 minuten naar<br />

het zwembad, was ik 1,5 uur aan het<br />

trainen, en fietste ik weer 10 minuten<br />

terug. Op bijna elke zaterdag had ik<br />

een wedstrijd, dus gemiddeld was ik<br />

met alles (fietsen, trainen, aankleden, gezelligheid en<br />

de wedstrijd) 11 uur per week kwijt. Tijd voor andere<br />

hobby’s was er dus bijna niet, want school, huiswerk<br />

en een baantje gingen natuurlijk ook gewoon door.<br />

De tweede vorm van tijd die bij deze sport kwam<br />

kijken, had met het tijdstip van de trainingen te maken.<br />

Deze waren niet gewoon na schooltijd, maar voor<br />

schooltijd. Dit betekende dat 2x per week de wekker<br />

om 04:55 stond zodat ik om 05:30 het water in kon<br />

springen. Ik moest dus op tijd naar bed. Na de training<br />

was er amper tijd om een boterham naar binnen te<br />

werken, omdat ik om 08:30 weer op school moest zijn.<br />

De belangrijkste vorm van tijd zit natuurlijk in het<br />

zwemmen zelf. Je moet afstanden steeds sneller weten<br />

af te leggen, in verschillende slagen. Op wedstrijden<br />

wordt je snelheid geklokt en zie je of je een persoonlijk<br />

record hebt gehaald op een bepaalde afstand. Dit keer<br />

misschien een seconde, een tiende van een seconde,<br />

of een honderdste van een seconde sneller, alles telt<br />

mee! Voor ouders op de tribune was er dus niet zoveel<br />

aan en duurde voor hun gevoel een wedstrijd úren,<br />

want de bedoeling is dat ze hun kinderen maar zo kort<br />

mogelijk ‘in actie’ zien.<br />

Het idee is dus om meer tijd in het water door te<br />

brengen in trainingen en daardoor minder tijd kwijt te<br />

zijn tijdens wedstrijden. ‘Wie het eerst aan de overkant<br />

is, heeft gewonnen!’<br />

Jessica Gouw, Panoplia (4)<br />

Too late or not too late<br />

Voordat ik mijn licht laat schijnen over<br />

dit onderwerp moet ik eerst eventjes<br />

een definitie geven, je hebt namelijk<br />

twee soorten ‘te laat’: te laat komen<br />

en te laat zijn.<br />

De eerste is redelijk makkelijk om<br />

mee om te gaan: beperk het. Lukt<br />

het na deze geweldige, praktische<br />

tip nog steeds niet, dan is het tijd om<br />

zware materialen zoals de agenda, wekker, wil etc.<br />

tevoorschijn te halen. Het is onwaarschijnlijk, doch<br />

mogelijk dat het daarna nog steeds niet lukt. Aan<br />

diegene wil ik graag zeggen: u heeft er, net als ik, mee<br />

te leren leven, en uw omgeving ook. Stuur een mailtje<br />

naar al uw contacten. Sms is ook goed. Maar hoewel<br />

dit de helft van het artikel betreft, gaat het hier niet<br />

over.<br />

Mensen denken vaak te laat te zijn (voor van alles). Zo<br />

dacht mijn moeder dat het wel te laat zou zijn voor een<br />

volkstuintje. Ze is namelijk op leeftijd. Respectabele<br />

leeftijd. Maar hoe bleek ze het mis te hebben. Ze was<br />

namelijk niet te laat om een volkstuintje te nemen.<br />

Het was erg schokkend om dergelijke misverstanden<br />

zo dichtbij te zien. Ik moet mijn punt enigszins<br />

verduidelijken. Het moraal is niet: “Je bent nooit ergens<br />

te laat voor! Jippie!”. Blijf (of wordt) vooral realistisch.<br />

Ik denk wel dat het te vaak voorkomt dat mensen<br />

zich te snel in een rol durven te praten dat ze al totaal<br />

gefaald hebben. Stopte Gandalf* met werken nadat hij<br />

zag hoe sterk Sauron* was? Neem de spirit van deze<br />

rokende tovenaar over en geef niet op voordat het te<br />

laat is.<br />

Deze les reikt verder dan leuke volkstuintjes. Het<br />

pijnlijkste geval van iemand die dacht te laat te zijn,<br />

dat wil zeggen: te laat om verschrikkelijke dingen terug<br />

te draaien, is het geval van Judas. Het Judas-‘te laat’<br />

typeert zich door wanhoop of melancholie. Laten we<br />

daar niet intrappen. Als iemand wacht tot vijf minuten<br />

voor zijn dood en zich dan bekeerd, klaagt ook niemand<br />

dat het zoveel eerder had gekund, en dat het zonde is<br />

van al die tijd dat hij levend christelijk had kunnen zijn.<br />

Waarom doen we dat niet? Misschien omdat hij niet te<br />

laat was, alleen wat aan de late kant?<br />

* Jullie kennen “The Lord Of The Rings” toch wel?<br />

Han van Voorst, Solo Scriptura (3)<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


Tijdig en Ontijdig<br />

Tijd bestaat niet. Voor de meeste<br />

mensen. Voor God ook niet. Voor sommige<br />

mensen bestaat tijd wel. Tijd<br />

is angst. Als de tijd uit je hand loopt,<br />

loopt het leven uit je hand. Dan word<br />

je ziek. Rare klachten. Depressief.<br />

Burn-out noemen ze dat. Klachten tijdig<br />

melden bij de dokter. Moet je beter<br />

aan Tijdmanagement doen, zal deze<br />

dan zeggen. Tijd managen? Hoe kan<br />

dat als tijd niet bestaat?<br />

Voor de meeste mensen bestaat tijd niet. Want je hebt<br />

altijd tijd, dus dan bestaat tijd niet. Dan kan tijd ook<br />

niet uit de hand lopen, want het is er niet. Het voordeel<br />

van geen tijd is dat je dan wel leeft. Dus je hebt<br />

alle tijd om te leven, want de tijd is er niet. Het stopt<br />

nooit, en begint ook nooit.<br />

Als je onder een strodak leeft heb je geen tijd. Tijd heb<br />

je alleen nodig als het soms anders gaat. Het leven<br />

gaat nooit anders dus heb je ook geen tijd nodig. Want<br />

je leeft je gestage leven, altijd gelijk, dus heb je geen<br />

tijd. Elke dag begin je als de zon opkomt en slaap je als<br />

de zon weg is. Waarom heb je dan tijd nodig?<br />

Elk ochtend bid je, zing je en loof je je Schepper. Net als<br />

vogels. Die doen dat ook de hele dag, want ze hebben<br />

ook geen tijd. Ze doen het gewoon, tijdloos, oneindig.<br />

Je zingt, knielt en bidt. Vol vuur. Zonder tijd. Genieten,<br />

loven… oneindig. Zo kniel je je zwarte knieën. Je bruine<br />

kroeskop gebogen over een stoel. Je armen in de lucht,<br />

vol littekens van martelingen. Toch… vol aanbidding.<br />

Jesus, Hallelujah… Amen. vervult de ruimte. Je staart<br />

in de verte: Eens zal er geen tijd meer zijn. Eindeloos<br />

Hem loven! My Jesus, My Saviour.<br />

Vervelend. Één persoon. Wit. Loopt rond. Al tijden.<br />

Met tijd. Tijdig en ontijdig kijkt hij op zijn tijdsklok. Het<br />

duurt al tijden. Ze loven God al veel te lang. Ga een<br />

andere keer maar verder. De tijd gaat door. De tijd tikt.<br />

Er is een tijd om te zingen en een tijd om te stoppen<br />

met zingen. Een tijd om te bidden en een tijd om met<br />

de lessen te starten. Minuten verstrijken. Tijdrovend.<br />

Hij staat te trappelen. Ongeduldig. Voor de deur van<br />

het klaslokaal. Gelukkig. Veertig volwassen mannen<br />

druppelen binnen. Druppelen ja… dat kost tijd want<br />

druppelen gaat nooit snel. Dat kost dus ook weer tijd.<br />

Hij tikt ze op de schouder. Allemaal. Één voor één, daar<br />

heeft hij tijd voor, want ze druppelen. You are too late…<br />

you are too late... you are too late. Vol verbazing kijken<br />

ze hem aan. Too late? There is no time sir?! I say you<br />

are too late, next week be in time. Please when, when<br />

are you going to be like the Western World? Learn to<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Themaverhaal<br />

manage your time! Zo buldert hij. Die witte. Weer zo’n<br />

witte die onze cultuur verknalt en onze tijd rooft. We<br />

had to praise our Lord sir. Without end, eternity starts<br />

here, without time, by praying and praising. Ze horen<br />

hem denken: Ik word toch ook boos als mijn dominee<br />

twee minuten te lang God aanprijst? Tijd is toch tijd.<br />

Tijd... Ik snap het niet. Dit volk. Tijd. Tijd is geld. Het is<br />

mijn tijd. Dat is mijn vrije tijd. Je pikt mijn tijd in. Ach…<br />

wat maakt u zich druk? Ik verzeker u, tijd bestaat niet.<br />

Dat denkt u maar. Neem eens de tijd om er rustig over<br />

te denken. Hier is het niet. In dit land. In deze cultuur.<br />

Zeker niet bij deze Ethiopische Mennonieten als ze God<br />

loven. Ik verzucht, wat moet het heerlijk zijn om ontijdig<br />

te zijn.<br />

Amicaliter,<br />

Jan van ’t Land, Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. (4)<br />

Thema<br />

9


Thema<br />

10<br />

Thema-artikel<br />

Oneindig dichtbij<br />

Kierkegaard over tijd en eeuwigheid<br />

“Geen enkele gebeurtenis in de eigen<br />

tijd en ook geen hoog vereerde<br />

tijdgenoot is zo groot – als de<br />

eeuwigheid.”<br />

– Søren Kierkegaard 1<br />

Amicae amicique,<br />

De tijd is iets wonderlijks. Terwijl je over haar nadenkt,<br />

is er zo weer een deel van haar voorbij. Een moment;<br />

en is er ooit herhaling mogelijk? Uw visie op tijd heeft<br />

invloed op uw denken over eindigheid en eeuwigheid.<br />

Wat houdt in een eindeloos in gedachten, woorden<br />

en gebeurtenissen voortstromend leven stand? Is<br />

er zoiets als een eeuwigheid die dit tijdelijk leven<br />

samenhang, pregnantie of, zoals Kierkegaard het<br />

graag uitdrukt, eenvoud kan schenken? In dit artikel<br />

zal ik enkele gedachten met u delen aan de hand van<br />

Kierkegaards visie op tijd en eeuwigheid.<br />

Kierkegaard<br />

De Deense filosoof, theoloog en schrijver Søren<br />

Kierkegaard leefde van 1813 tot 1855. Zijn omvangrijke<br />

oeuvre bevat een grote diversiteit aan werken. Grofweg<br />

kunnen deze werken in tweeën opgedeeld worden.<br />

Het eerste deel betreft met name esthetische werken,<br />

het tweede opbouwende, of christelijke werken.<br />

Opvallend is dat een groot deel van zijn werken onder<br />

wisselende pseudoniemen is uitgegeven. Kierkegaard<br />

deed dit niet om zelf ‘onzichtbaar’ te blijven, maar om<br />

zijn geliefde lezer aan het denken te zetten. In naam van<br />

verschillende pseudoniemen confronteert Kierkegaard<br />

de lezer met diverse levensvisies, die uiteindelijk<br />

allemaal gericht zijn op een vrij en verlost leven. Deze<br />

‘indirecte mededeling’ laat de lezer, na afweging van<br />

tegenstrijdige levensvisies, zelf een beslissing nemen.<br />

Filosofisch kan Kierkegaard het beste worden begrepen<br />

in contrast met Hegel. Op scherpe, ironische wijze<br />

krijgen de Hegelianen het er in Kierkegaards werken<br />

van langs. Kierkegaard wordt wel beschouwd als<br />

grondlegger van het existentialisme 2 . Het gaat bij het<br />

existentialisme niet om objectiviteit/systeemdenken,<br />

maar om subjectiviteit/existentieel denken. Met<br />

betrekking tot tijd en eeuwigheid gaat het bij<br />

Kierkegaard dus niet zozeer om de vraag of er een<br />

eeuwigheid is, maar meer om de vraag hoe serieus wij<br />

die eeuwigheid nemen en in hoeverre de eeuwigheid<br />

1 Citaat uit de toespraak De zorg van de zelfkwelling, uit:<br />

Søren Kierkegaard, Onbezorgd als de vogel en de lelie (Amsterdam<br />

2010)<br />

2 Dit is controversieel, maar daarover zal ik nu niet<br />

uitweiden.<br />

überhaupt serieus te nemen valt.<br />

Levensstadia<br />

Om helder te krijgen hoe Kierkegaard over tijd en<br />

eeuwigheid dacht, zullen we eerst een uitstapje<br />

moeten maken. Kierkegaard onderscheidt, globaal<br />

gesproken, drie manieren waarop mensen in het<br />

leven staan. Hij noemt deze manieren ‘stadia op de<br />

levensweg’. De mensen die niet existeren, daargelaten<br />

of ze het niet willen of dat ze onbewust de mogelijkheid<br />

van de existentie hebben genegeerd, bevinden zich in<br />

het esthetische stadium. Hun leven is ofwel geheel<br />

aan tijdelijke beslommeringen gewijd, ofwel aan<br />

filosofische speculatie en dichterlijke fantasie. Zij staan<br />

in het leven als onmondige kinderen, want ze zijn er<br />

niet als subject in betrokken.<br />

Socrates is een respresentant van het volgende<br />

stadium, namelijk het ethische. Door filosofische<br />

vragen te stellen brengt hij aan het licht dat we leven<br />

met schijnzekerheden en dat er in feite een kwalitatief<br />

verschil bestaat tussen leven en denken, eeuwige<br />

ideeënwereld en vergankelijke realiteit. Socrates<br />

“Het leven ligt niet voor je<br />

klaar, je moet een keuze<br />

maken. Maar dit kiezen<br />

lost de problemen niet<br />

automatisch op! De keuze<br />

die gemaakt moet worden is<br />

immers een keuze voor het<br />

onthult onze diepste angst; de angst van de mens voor<br />

zijn vrijheid. Het leven ligt namelijk niet voor je klaar,<br />

je moet een keuze maken. Maar dit kiezen lost de<br />

problemen niet automatisch op! De keuze die gemaakt<br />

moet worden is immers een keuze voor het eeuwige 3 .<br />

Vanuit je door eindigheid en tijdelijkheid beperkte blik<br />

is dit uiterst precair. Kiezen is, op socratisch niveau,<br />

onontkoombaar schuldig worden. In schuld bereikt<br />

het ethische stadium zijn grootste intensiteit.<br />

Alleen diegenen die weet hebben van vergeving<br />

bereiken het derde stadium, het religieuze. Slechts een<br />

gelovige heeft weet van de paradox dat het eeuwige<br />

3 Zie daarvoor de door Plato geschreven Alkibiades<br />

Maior.<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


in de tijd gekomen is 4 en dat daarmee vergeving<br />

mogelijk is tussen eindigheid en oneindigheid,<br />

tussen tijdelijkheid en eeuwigheid. De keuze voor het<br />

eeuwige kan dus slechts dán door een eindig mens<br />

gemaakt worden, als er geloof is in de paradox van het<br />

evangelie. Dit religieuze stadium is onlosmakelijk met<br />

de persoon van Jezus verbonden.<br />

Tijd en eeuwigheid<br />

We stelden dat het bij Kierkegaard gaat om het serieus<br />

nemen van de eeuwigheid. Hij bedoelt hiermee<br />

dat we de eeuwigheid laten drukken op ons eigen<br />

leven. Hoe serieuzer we de eeuwigheid nemen, hoe<br />

duidelijker wordt dat zij kwalitatief van de tijdelijkheid<br />

is onderscheiden. Dit brengt onrust met zich mee. Het<br />

is echter de vraag of het zinvol is de eeuwigheid dan<br />

maar tot op een bepaalde hoogte te laten gelden. Het<br />

eeuwige dient zich nu eenmaal aan, ook als zij zich<br />

voordoet als een gemis aan eeuwigheid. Hoe serieus<br />

we de eeuwigheid ook nemen, zij geeft in alle gevallen<br />

onrust.<br />

Esthetisch levende mensen onderdrukken die onrust.<br />

Voor hen is het eeuwige niet zo problematisch.<br />

Sommigen van hen zien zelfs geen onderscheid tussen<br />

tijd en eeuwigheid. Het eeuwige is in hun ogen een<br />

oneindig lange tijd, waardoor het, zegt Kierkegaard,<br />

een ‘oneindig inhoudsloos nu’ wordt, ‘een parodie<br />

op de eeuwigheid’. We vinden dit ook terug in het<br />

hegelianisme, dat het tijdelijke beschouwt als een<br />

aspect van het eeuwige. Dat geeft alle vrijheid om<br />

over het eeuwige te denken. Zo’n eeuwigheid is een<br />

abstract afgeleide van het tijdelijke en eindige en<br />

derhalve immanent. 5<br />

In het ethische stadium is eeuwigheid geen<br />

constatering, maar pure plicht, absolute opgave, zoals<br />

Kierkegaard met Kant kan zeggen. Het eeuwige is<br />

dan niet langer gebonden aan de tijdelijkheid, maar<br />

transcendent geworden. Zodoende bestaat het niet<br />

langer in gedachten, maar verbinden wij ons handelen<br />

ermee. Socrates zag het als ethische taak van de mens<br />

zich uit het eindige leven de eeuwigheid binnen te<br />

herinneren. Op deze manier kan het eeuwige concreet<br />

betekenis krijgen, het kan serieus genomen worden.<br />

Maar zelfs bij deze voorstelling van de eeuwigheid<br />

komen tijd noch eeuwigheid tot hun recht, aldus<br />

Kierkegaard.<br />

In het Oude Testament duikt een nieuwe voorstelling<br />

van het eeuwige op, namelijk als een persoon die<br />

bij machte is de tijd van een nieuwe betekenis te<br />

voorzien. In het Jodendom is God de Eeuwige. Deze<br />

God laat zich kennen als Schepper en Wetgever en<br />

verhoudt zich, zonder aan transcendentie te verliezen,<br />

op een positieve manier tot de tijdelijkheid. Aarde,<br />

geschiedenis en toekomst hebben echt betekenis.<br />

4 Het gaat hier uiteraard over Jezus.<br />

5 ‘Immanent’ als tegenovergestelde van ‘transcendent’.<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Thema-artikel<br />

Men dient de wet te houden om in het beloofde land te<br />

kunnen wonen. Dit verzwaart de ethische verplichting,<br />

men blijft hoop houden op dit leven.<br />

Voor de christen is die hoop onnodig. God heeft, door<br />

in Christus op aarde te komen, tijd en eeuwigheid met<br />

elkaar verzoend en het aardse leven vernieuwd. Deze<br />

gebeurtenis, dat God in het vlees komt, maakt aan de<br />

geschiedenis van menselijk falen ten opzichte van de<br />

ethische verplichting een einde. Christus is een mens<br />

en vervult de wet. Daarmee maakt hij het voor mensen<br />

mogelijk om met God verzoend te worden. Maar in<br />

dat alles blijft Christus iets feitelijk onbestaanbaars, de<br />

paradox. Op Hem loopt het verstand stuk, maar ook<br />

iedere eigendunk, want het eeuwige blijkt buiten ons<br />

te zijn en niet in ons. Hoop op dit leven blijkt ijdel, het<br />

is hopen op de eeuwigheid van Christus.<br />

Op de boodschap van de incarnatie zijn twee reacties<br />

mogelijk, die van de ergernis – die is het meest<br />

waarschijnlijk – en die van het geloof. In zijn boek Vrees<br />

en beven maakt Johannes de silentio duidelijk wat het<br />

geloof inhoudt; het geloof maakt, na de bewegingen<br />

van de oneindigheid te hebben gemaakt, die van de<br />

eindigheid. Het geloof gaat verder dan de oneindige<br />

resignatie 6 , waarin het zicht krijgt op de eigen eeuwige<br />

geldigheid en zich losmaakt van het eindige. Het<br />

geloof maakt ook die beweging terug, die beweging<br />

van de eindigheid, en daarmee verwerft zij juist de<br />

eindigheid. “Het is de tijdelijkheid, de eindigheid waar<br />

alles om draait 7 .”<br />

De eeuwigheid als tijdgenoot<br />

De tegenstelling tussen tijdelijkheid en eeuwigheid<br />

speelt in heel Kierkegaards opbouwende werk een<br />

belangrijke rol. ‘Tijdelijk’ noemt Kierkegaard die<br />

manieren van leven die zich volledig laten bepalen<br />

door wat zich toevallig aandient en dat is altijd<br />

meervoudig. Daartegenover staat het perspectief<br />

van de eeuwigheid, dat doelt op een transcendent<br />

perspectief dat eenheid en eenvoud aan het bestaan<br />

geeft. Voor ‘eeuwigheid’ geldt dat ze altijd in relatie tot<br />

de tijdelijkheid staat. Kierkegaard doelt met een begrip<br />

als ‘eeuwige zaligheid’ niet zozeer op onsterfelijkheid<br />

of een oneindig voortbestaan in het hiernamaals. Het<br />

is opvallend dat dergelijke woorden in Kierkegaards<br />

oeuvre zelden voorkomen. De onsterfelijkheid van de<br />

ziel vat Kierkegaard niet op als een voortgezet leven<br />

van de ziel, als beloning in het hiernamaals, maar als<br />

iets dat het leven hier en nu kwalificeert. Het gaat bij<br />

het ‘eeuwige’ om een verhouding tot God die het leven<br />

in de tijdelijkheid bepaalt. En juist de tijdelijkheid is<br />

bepalend voor het menselijk bestaan, zoals hiervoor<br />

al opgemerkt.<br />

6 Resignatie: afstand doen van, prijs geven van,<br />

berusting, aanvaarding, overgave.<br />

7 Johannes de silentio/ Søren Kierkegaard, “Vrees en<br />

beven” (Budel 2006) p.54<br />

Thema<br />

11


Thema<br />

12<br />

Thema-artikel<br />

Het is menselijk om zich zorgen te maken over de dag<br />

van morgen 8 . Kierkegaard stelt dit aan de orde in zijn<br />

serie toespraken over ‘de onbezorgdheid van de lelie en<br />

de vogel’. Lelies en vogels hebben als grote verdienste<br />

dat ze bij de dag leven. Daarmee zijn ze leraren in<br />

onbezorgdheid. Alle aardse zorgen hebben betrekking<br />

op iets dat nog geen realiteit is, maar als dreiging<br />

aanwezig is. De zorg om morgen bestaat erin dat het<br />

heden gevuld wordt met morgen. De mogelijkheid van<br />

de zorg om morgen is gegeven met het mens-zijn als<br />

samenstelling van tijdelijkheid en eeuwigheid. Een<br />

mens leeft immers niet alleen in de tijd, maar kan als<br />

tijdelijk wezen ook zichzelf beschouwen, vanuit een<br />

soort transcendent perspectief. Hij kan zich inbeelden<br />

hoe hij in de tijd wordt, hij kan zich een voorstelling<br />

maken van de volgende dag. De vogel kan dat niet.<br />

Want hoe ver hij ook over de wereld uitkijkt, nooit ziet<br />

hij de volgende dag. De volgende dag zie je alleen in de<br />

geest en de vogel heeft geen geest, geen ‘zelf’.<br />

Met de zorg om morgen kan een mens op twee<br />

manieren omgaan. De eerste manier is die van de<br />

‘heiden’. De idee van de volgende dag, de gedachte<br />

aan morgen wordt geëlimineerd. Dit is schijn, want<br />

er is juist sprake van angst voor de volgende dag. Uit<br />

angst probeer je immers de volgende dag te vergeten.<br />

Dat is niet hetzelfde als zonder zorg voor de volgende<br />

dag te zijn. Je gaat op in het onmiddelijke genot, maar<br />

omdat je net als ieder mens de eeuwigheid in je hebt,<br />

kun je niet geheel opgaan in het onmiddelijke.<br />

De tweede manier, de ‘christelijke manier’, is de<br />

zorg om morgen met behulp van de eeuwigheid te<br />

bestrijden. Dan vul je het heden niet met de volgende<br />

dag, maar met de eeuwigheid. Door de zorg om<br />

morgen bij morgen te houden, kun je je concentreren<br />

op het heden. De eeuwigheid helpt je niet als je het<br />

beschouwt als iets toekomstigs. Door de eeuwigheid<br />

als iets toekomstigs te beschouwen verlies je juist het<br />

zicht op de betekenis van het eeuwige. Kierkegaard<br />

maakt dit duidelijk met de metafoor van het roeien<br />

van een boot. Als je roeit, keer je je rug naar het doel.<br />

Alleen in die houding kun je goed roeien en zul je je<br />

doel bereiken. Als je je omdraait, raakt het eeuwige<br />

voor je ogen verward en wordt het morgen. Je moet<br />

dus werken met het oog op het doel, de eeuwigheid,<br />

en dan zie je morgen juist niet. Het geloof draait zijn<br />

rug naar de toekomst om de eeuwigheid juist vandaag<br />

bij zich te hebben. Het lijkt alsof je, met je rug naar<br />

de toekomst en door bij de dag te leven, het verst van<br />

de eeuwigheid bent verwijderd. Maar juist zo is de<br />

eeuwigheid het dichtst bij je!<br />

De gerichtheid op de eeuwigheid impliceert dus niet<br />

een verzaken van het hier en nu. Integendeel, het is<br />

juist de eeuwigheid die de mens in staat stelt werkelijk<br />

bij zichzelf te zijn, werkelijk te leven door bij zichzelf in<br />

het heden te zijn. Wie in de toekomst leeft door zich<br />

8 Zie Matthéüs 6:25-34<br />

voortdurend zorgen te maken om de dag van morgen<br />

is juist niet bij zichzelf, maar van zichzelf afwezig 9 . Het<br />

gaat erom de eeuwigheid vandaag bij zich te hebben.<br />

Wie zich richt op de toekomst van een hiernamaals<br />

maakt zich in feite los van het feitelijke leven; zijn<br />

bestaan vervluchtigt door gemis aan eindigheid. Het<br />

gaat er in het geloof om het eeuwige vast te houden<br />

in de tijdelijkheid. Dit gebeurt door te leven bij de dag.<br />

Het eeuwige is niet iets van de toekomst, het eeuwige<br />

is. Het is zelfkwelling te streven steeds dichter bij de<br />

eeuwigheid te komen. We moeten ons daarentegen<br />

in het heden laten voeden door het eeuwige. De<br />

eeuwigheid wordt dan onze tijdgenoot. Het oneindige,<br />

zo dichtbij.<br />

Conclusie<br />

Amicae amicique, in dit artikel heb ik geprobeerd<br />

enkele gedachten aangaande Kierkegaards visie<br />

op tijd en eeuwigheid met u te delen. Vanwege<br />

Kierkegaards omvangrijke oeuvre – met de daarbij<br />

onder pseudoniem meegedeelde, tegenstrijdige visies<br />

– was dat een lastig proces van vergelijken, schrappen,<br />

verklaren. Enige achtergrondkennis van Kierkegaard is<br />

daarbij niet onwenselijk 10 .<br />

Kierkegaard zou u zijn dierbare lezer genoemd hebben;<br />

de enkeling tot wie hij zich in zijn boeken richt. De<br />

enkeling leest voor zichzelf en wil het gelezene op<br />

zichzelf en zijn eigen leven toepassen. Daar is het mij<br />

in dit artikel ook om te doen 11 . Leef bij de dag, met<br />

uw rug naar de toekomst. Het leven wordt immers<br />

voorwaarts geleefd, maar achterwaarts begrepen!<br />

Amicaliter,<br />

Carolien Brobbel, Panoplia (5)<br />

Literatuurlijst<br />

- Pieter Vos, Søren – Kierkegaard lezen (Kampen<br />

2010)<br />

- W.R. Scholtens, De onbekende Kierkegaard<br />

(Baarn, 1972)<br />

- Søren Kierkegaard, Leren van de lelie en de<br />

vogel (Amsterdam 2010)<br />

- Constantin Constantius/Søren Kierkegaard, De<br />

herhaling (Budel 2008)<br />

- Johannes de silentio/Søren Kierkegaard, Vrees<br />

en beven (Budel 2006)<br />

- Udo Doedens, Het gewicht van de eeuwigheid<br />

– Søren Kierkegaard (www.sorenkierkegaard.<br />

nl)<br />

9 Zie hiervoor ook de beschouwingen over ongeluk in<br />

Kierkegaards Of/Of.<br />

10 Ik hoop dat ik die achtergrondkennis in dit artikel<br />

voldoende heb kunnen weergeven.<br />

11 Uiteraard naast het feit dat dit artikel dient als<br />

voorbereidend materiaal voor de WinterConferentie 2012.<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


‘Identiteit’ door Paul Verhaeghe<br />

Dit boek, geschreven door de klinisch<br />

psycholoog en psychoanalyticus Paul<br />

Verhaeghe, is een confronterend verzoek<br />

om eens rustig bij jezelf, je eigen<br />

levensstijl en die van je omgeving stil<br />

te staan. Het is toegankelijk geschreven<br />

en heeft een betogend karakter.<br />

In dit boek stelt Paul Verhaeghe dat er<br />

iets grondig fout zit in onze maatschappij.<br />

De oorzaken hiervan analyseert hij<br />

nauwkeurig.<br />

Het maatschappelijke weefsel is aan flarden gescheurd,<br />

zo betoogt Verhaeghe, omdat onze westerse<br />

verzorgingsstaat de laatste dertig jaar zo dronken is<br />

geraakt van het marktdenken: competitie, egoïsme,<br />

profijt. Verhaeghe analyseert de effecten van dertig<br />

jaar neoliberalisme, vrijemarktwerking, privatisering<br />

en de relatie tussen de maakbare samenleving en onze<br />

identiteit. Vanuit zijn klinische ervaring als psychoanalyticus<br />

laat hij zien hoezeer de veranderde maatschappij<br />

doorwerkt in de hedendaagse individuele psychische<br />

problemen.<br />

“We genieten ons te pletter, maar niemand is tevreden”<br />

is het citaat op de voorkant van het boek; zelden<br />

hadden mensen het zo goed, en toch ligt men juist nu<br />

uitermate overhoop met de wereld en zichzelf. De oorzaak<br />

hiervan ziet Verhaeghe in het feit dat veel mensen<br />

niet meer weten wie ze nou werkelijk zijn. Het cruciale<br />

uitgangspunt van Verhaeghe is dat wie we zijn wordt<br />

bepaald door onze omgeving. Door de ontwrichting<br />

van de samenleving zijn mensen hun identiteit kwijtgeraakt<br />

en voelen zich verweesd, verward en leeg. De<br />

maatschappij maakt de mensen ziek, en omgekeerd.<br />

Onze huidige context bepaalt op dit moment: wie<br />

geen succes heeft, zal ziek zijn. De dwang tot succes<br />

en geluk blijkt een keerzijde te hebben: het leidt tot<br />

verlies van zelfbesef, tot desoriëntatie en vertwijfeling.<br />

In de huidige context, zo stelt Paul Verhaeghe, is de<br />

mens eenzamer dan ooit. De liefde is moeilijk te bereiken<br />

en betekenisvol leven is diepgaand problematisch<br />

geworden.<br />

Mensen zijn sociaal ontwricht geraakt. Waarden als<br />

solidariteit, gemeenschapszin, empathie en duurzame<br />

vriendschap zijn verleden tijd. Echter, ondanks alle<br />

wilde verhalen over genen en individuele maakbaarheid<br />

blijft de mens in wezen een sociaal dier. Een meer<br />

sociale wereld is de oplossing, waarin het individu niet<br />

langer verloren is.<br />

De auteur betoogt dat niet alleen de gezondheidszorg,<br />

maar ook het onderwijs doordrongen blijkt te zijn<br />

van commerciële druk en een marktgericht denken.<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Themarecensie<br />

In onze postmoderne tijd<br />

is de maakbaarheid van<br />

de maatschappij gekanteld<br />

in de maakbaarheid<br />

van het individu. Economisch<br />

succes geldt hier<br />

als hét criterium. Mensen<br />

zijn zodanig met zichzelf<br />

bezig dat ze de drastische<br />

maatschappelijke ontwikkelingen<br />

zelfs niet opmerken.<br />

De liefde en het<br />

gemeenschapsgevoel zijn<br />

in vrije val en individuen<br />

gedragen zich overal als<br />

gehaaide concurrenten.<br />

Het resultaat is een stressvol,<br />

frauduleus en inefficiënt systeem. Wie het hardst<br />

aan zichzelf denken, zijn de fittest, de ‘winners’. Zij die<br />

achterblijven, de ‘losers’, worden geacht het aan zichzelf<br />

te danken te hebben omdat ze simpelweg hun verantwoordelijkheid<br />

niet namen.<br />

Dit boek zet je aan het denken over de invloed die de<br />

huidige maatschappij op je denken en handelen heeft.<br />

Pas wanneer je jezelf dit realiseert, kan je laten zien<br />

welke alternatieven het christendom te bieden heeft.<br />

Paul Verhaeghe werkt in zijn boek richting een oplossing<br />

van de huidige maatschappelijke problematiek:<br />

een meer sociale wereld, waarin het individu niet<br />

langer verloren is. Hoewel ook voor ons het ideaal van<br />

een geheel andere maatschappij zal gelden, ligt er mijns<br />

inziens voor ons als christenen eerder een taak om<br />

persoonlijk en als gemeenschap een wezenlijk andere<br />

houding aan te nemen dan bijvoorbeeld het ‘elkaar<br />

wegconcurreren’ en het ‘gehakketak’. Ook hoeft het<br />

wegwerken van sociale ongerechtigheid en het verlenen<br />

van psychische hulp uiteindelijk niet een drastische<br />

verandering van de maatschappij te beogen. Onze taak<br />

is als verantwoordelijke rentmeesters voor de gevallen<br />

wereld te zorgen met het perspectief op het einde der<br />

tijden en de herschepping van de wereld.<br />

Mijns inziens is het zeker terecht een vraagteken te<br />

plaatsen bij het cruciale punt van Paul Verhaeghe:<br />

wordt je identiteit werkelijk enkel bepaald door de omgeving<br />

waarin je leeft, of is juist dit de oorzaak van het<br />

feit dat dat mensen zich verward, verweesd en leeg<br />

voelen? Misschien is het antwoord op de vraag naar je<br />

identiteit wel het best te beantwoorden met het overbekende<br />

citaat van Augustinus: “Onrustig is het hart,<br />

totdat het rust vindt in U, o God.”<br />

Arina Meeuse, Panoplia (5)<br />

Thema<br />

13


Thema<br />

14<br />

Thema-artikel<br />

Nu we er toch zijn…<br />

De toekomst van christenen in deze wereld<br />

“Leer dan reizen met gepeizen<br />

Naer palaizen, uit het slick<br />

Dezer weerelt, die zo dwerrelt.<br />

Eeuwigh gaet voor ooghenblick.”<br />

-Joost van den Vondel<br />

Amicae amicique, u als reformatorisch christen kent<br />

ongetwijfeld de uitspraak ‘We zijn wel in deze wereld,<br />

maar niet van de wereld’ wel. Maar, wat houdt het ‘in<br />

deze wereld zijn’ in? In dit artikel wil ik u meenemen<br />

naar de toekomst die wij als christen tegemoet gaan,<br />

en wat uw eigen rol in deze wereld is. In relatie met<br />

de toekomst als christen wil ik ook stilstaan bij het<br />

koninkrijk van God.<br />

Wel in deze wereld, maar niet van deze wereld<br />

De uitspraak ‘Wel in deze wereld, maar niet van deze<br />

wereld’ komt voort uit Romeinen 12:2, waar Paulus<br />

schrijft: ‘En word niet aan deze wereld gelijkvormig,<br />

maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing<br />

van uw gezindheid, om te kunnen onderscheiden wat<br />

de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is’<br />

(HSV). Centraal staat dat wij als christenen niet wereldgelijkvormig<br />

moeten worden. Als het gaat om toekomstperspectief,<br />

is dit zeker een belangrijk punt. Want,<br />

om de wil van God te kunnen doen, is het belangrijk<br />

dat we niet meelopen met de wereld, maar vanuit een<br />

innerlijke motivatie de wil van God navolgen.<br />

Want, ondanks dat we niet van deze wereld zijn, zijn<br />

we wel degelijk op deze wereld. Wij moeten er iets<br />

van maken, zoals dat heet. Dat betekent vervolgens<br />

ook dat wij er geen zooitje van moeten maken, maar<br />

tot aan de eeuwigheid op aarde moeten bouwen<br />

aan het koninkrijk van God. Jezus zegt zelfs in Lukas<br />

17:21: ‘…het koninkrijk van God is binnen in u!’. Als<br />

christen moeten we dus zowel vreemdeling als bouwer<br />

aan het koninkrijk van God zijn. Terwijl wij als<br />

vreemdeling – als wij door genade het geloof ontvangen<br />

hebben – uitzien naar de komst van Jezus Christus,<br />

is er voor ons een taak weggelegd op aarde. De<br />

aarde is ons immers in beheer gegeven. David zegt<br />

in Psalm 24: ‘De aarde is van de HEERE en al wat zij<br />

bevat, de wereld en wie er wonen.’ Op deze aarde<br />

heeft God een taak voor ons weggelegd.<br />

Jezus geeft ons als christen twee doelen die alles<br />

te maken hebben met de toekomst. Ten eerste is<br />

dat ‘God lief hebben boven alles’. En, als gevolg,<br />

beveelt Jezus dat wij ‘onze naasten lief moeten<br />

hebben als onszelf’. Als wij God door genade<br />

lief mogen hebben, moeten wij in de toekomst<br />

zorg dragen voor de mensen om ons heen.<br />

De mensen om ons heen<br />

Als christen moeten wij er zijn voor de medemens.<br />

In het Evangelie wordt ons verteld dat goede werken<br />

voortkomen uit het geloof. Uit liefde voor Jezus geven<br />

wij Zijn liefde door aan andere mensen. Om deze liefde<br />

door te kunnen geven, zou u naar een derdewereldland<br />

kunnen gaan 1 . Mijns inziens is het echter goed om<br />

niet zo groots te denken. Het goede nieuws verspreiden,<br />

maar met name goede daden doen voor een ander,<br />

kunt u ook bij uw buren of stadsgenoten doen. In<br />

de toekomst zal de individualisering hoogstwaarschijnlijk<br />

toenemen. Zeker in tijden van bezuiniging leven<br />

er meer mensen aan de onderkant van de samenleving.<br />

Het is daarom belangrijk dat u er letterlijk voor<br />

mensen bent. Ga eens vrijwilligerswerk doen, maak<br />

een praatje met iemand die er eenzaam uit ziet en<br />

heb interesse voor de mensen in uw stad. 2 Organiseer<br />

“Als wij God door genade lief<br />

mogen hebben, moeten wij in<br />

de toekomst zorg dragen voor<br />

de mensen om ons heen”<br />

eens iets voor uw buren, en zet u belangeloos in. Dien<br />

elkaar, zoals ook in 1 Petrus 4:10 staat: ‘Laat ieder de<br />

anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen<br />

heeft, als goede beheerders van de veelsoortige<br />

genade van God’. Zet daarom dan ook uw talenten<br />

in. Als student heeft u gemiddeld meer vrije tijd te besteden<br />

dan de werkende mensen om u heen. En, als u<br />

(te) weinig geld heeft om uw tienden te besteden: tijd<br />

is immers ook geld. Een dakloze die laatst een rondleiding<br />

gaf door de stad, verwoordde het zo: ‘Ik vind het<br />

zo fijn als jullie even naar me luisteren. Dat mensen<br />

geïnteresseerd zijn maak je niet vaak mee. Dan vind ik<br />

het ook tof om mijn verhaal te vertellen.’<br />

In de toekomst zult u, als hoger opgeleide, hoogstwaarschijnlijk<br />

wel een goede baan vinden. In de reformatorische<br />

hoek, waartoe ook zeker wij behoren,<br />

1 Ik veroordeel overigens geen mensen die naar verre ’<br />

oorden gaan om iets goeds te doen. Sterker nog: ik juich het toe,<br />

maar dichtbij zijn ook genoeg mensen die hulpbehoevend zijn.<br />

2 Fietsen is bovendien veel milieuvriendelijker dan het<br />

vliegtuig naar een derdewereldland.<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


kiest men sneller voor een traditioneel beroep. Het is<br />

echter ook belangrijk dat christenen in alle facetten<br />

van de maatschappij vertegenwoordigd zijn en ook<br />

een baan durven te kiezen die niet binnen onze vertrouwde<br />

wereld valt. Gods woord verspreiden is dan<br />

wellicht een moeilijkere opdracht, maar er zijn ook<br />

veel meer mogelijkheden om Gods woord te verspreiden<br />

en om veel voor mensen om u heen te kunnen<br />

betekenen. In de toekomst is het ook niet onwaarschijnlijk<br />

dat de christelijke scholen verdwijnen door de<br />

afschaffing van subsidie op het bijzonder onderwijs.<br />

Natuurlijk is dit jammer, omdat ook de christelijke normen<br />

en waarden via bijzonder onderwijs op een goede<br />

manier meegegeven kunnen worden. Dit is echter<br />

ook een taak voor met name het gezin, maar ook<br />

de kerk. De afschaffing van bijzonder onderwijs leidt<br />

er toe dat christenen in de toekomstige maatschappij<br />

zich meer verspreiden onder het resterende deel<br />

van de Nederlandse bevolking. Ook hier ligt weer<br />

een nieuwe mogelijkheid om anderen te kunnen<br />

helpen die wij anders minder snel zouden ontmoeten.<br />

Laten we leven in de cultuur die ons omringt, in<br />

plaats van te vergroeien in de subcultuur. 3<br />

Moeten wij dan niet meer wereldvreemd zijn? Geenszins.<br />

Wij mogen hoopvol uitzien naar een nieuwe<br />

wereld. Wereldvreemd zijn is mijns inziens echter<br />

niet het vervreemden van de mensen om ons heen,<br />

maar bewust leven in overeenstemming met hoe God<br />

dat van ons vraagt. Dat heeft tot gevolg dat er soms<br />

radicaal andere keuzes moeten worden gemaakt in<br />

vergelijking met niet-christenen, dat we dingen doen<br />

en laten om het goede nieuws te verspreiden, zoals<br />

Paulus ook benoemt in de brief aan de Korinthiërs. Wij<br />

mogen in contrast zijn met de wereld om ons heen.<br />

Het betekent wellicht ook dat wij soms – als iets niet<br />

ontzettend belangrijk is – de teugels wat moeten laten<br />

vieren. Daaruit volgt soms ook dat wij voor ons idee<br />

zaken moeten inleveren, die uiteindelijk veel opleveren.<br />

U zou bijvoorbeeld kunnen overwegen om te<br />

verhuizen naar een achterstandswijk, om een buurthuis<br />

te starten of om hulp te bieden of een zorgboerderij.<br />

4 Daarnaast moeten en kunnen we – God zij<br />

dank - ook toe leven naar de eeuwigheid.<br />

Wat is dan de rol van de kerk in deze veranderende<br />

samenleving? Wij mogen niet weglopen uit de kerk en<br />

fijn individualistisch onze eigen keuzes maken, maar<br />

wij moeten juist één proberen te zijn. Met elkaar als<br />

christenen de gemeente van Christus proberen te zijn<br />

is een belangrijk doel om na te streven. Als we onszelf<br />

gaan verliezen in verschillen tussen kerken, hebben we<br />

weinig oog meer voor de leefomgeving om ons heen.<br />

3 Manifest de Nieuwe Koers, September 2012, http://<br />

www.denieuwekoers.nl/manifest.pdf<br />

4 Manifest ‘De Nieuwe Koers’, September 2012,<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Thema-artikel<br />

Daar was het Jezus juist om te doen! De kerk moet er<br />

zijn voor het volk, wij als christenen moeten laten zien<br />

dat we één kunnen zijn en mensen die het nodig hebben<br />

willen helpen. 5 Onze betrokkenheid op de kerk<br />

kunnen we wellicht anders invullen dan de standaard<br />

commissies en verkopingen. Organiseer bijvoorbeeld<br />

eens samen met uw gemeenteleden een activiteit<br />

voor de buurt. Gezien de huidige vooruitzichten op<br />

“Wat gebeurt er nu eigenlijk<br />

in een compositie? Die vraag<br />

kun je alleen beantwoorden<br />

wanneer je teruggaat naar<br />

de tekst.”<br />

mogelijke afschaffing van bijzonder onderwijs, meer<br />

nood bij de mensen rondom ons en de secularisatie<br />

en vervreemding van kerk ligt er juist voor de kerk<br />

een grote en zorgende rol weggelegd. De kerk heeft<br />

juist in de toekomst de taak om de boodschap van<br />

het evangelie: schuld, vergeving en verlossing, maar<br />

bovenal de liefde van Jezus, dicht bij zowel kerkelijken<br />

als onkerkelijken te brengen. In de toekomst is<br />

het dus ook belangrijk om een volwaardig gemeentelid<br />

te zijn. Bovendien gaat het uiteindelijk niet om<br />

de kerk, maar om het Koninkrijk van God.<br />

Toeleven naar de eeuwigheid<br />

Het citaat van Joost van den Vondel zet ons stil bij hoe<br />

belangrijk de eeuwigheid voor ons moet zijn. De wereld<br />

is immers wel verward, maar uiteindelijk verheffen<br />

wij ons uit deze werkelijkheid naar een betere plaats.<br />

Jezus komt om de gelovigen, Zijn bruid, te halen. Hij<br />

komt om een reine bruid te halen, mensen die leven<br />

naar Gods wil. Laten wij er dan ook naar streven om<br />

die reine bruid te zijn. Christus heeft ons beloofd om<br />

recht te spreken en gelovigen thuis te halen.<br />

De toekomst begint vandaag. Ik wil u dan ook aanmoedigen<br />

om u in te zetten in Gods koninkrijk op<br />

aarde. Tot de tijd dat Jezus terug komt, hebben wij<br />

als christenen nog een belangrijke taak hier beneden.<br />

Tegen de tijd dat Jezus terugkomt, moeten we<br />

klaar staan als een reine bruid voor Christus.<br />

Hanna Klop, Sola Scriptura (4)<br />

5 Jakobus 1:27: Voor God, de Vader, is alleen dit reine,<br />

zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en<br />

je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.<br />

Thema<br />

15


Thema<br />

16<br />

Thema-interview<br />

Staande in de wereld, vele vragen<br />

Interview met Els van Dijk<br />

Het was een frisse novembermiddag toen we naar<br />

Amersfoort vertrokken om Els van Dijk te bevragen<br />

over de invloed van de huidige tijdgeest op jongeren.<br />

Els van Dijk heeft in haar onlangs gepubliceerde boek<br />

“De hunkerende generatie” een duidelijke visie hierover<br />

verwoord. Omdat dit boek onze interesse<br />

gewekt had, wilden we graag aan de hand van de<br />

uitspraak “zoals wij zijn, zo zijn de tijden” haar een<br />

aantal vragen voorleggen. Zo bespraken we Gods<br />

liefde, de broederlijke liefde en het overbruggen van<br />

de generatiekloof.<br />

Directrice van de Evangelische Hogeschool<br />

Els van Dijk is directrice van de Evangelische Hogeschool<br />

te Amersfoort. Binnen haar takenpakket valt het<br />

beleid maken van de school en verantwoordelijkheid<br />

nemen voor het curriculum. Hierbij is het belangrijk<br />

dat ze steeds weer aan kan voelen hoe de studenten<br />

die ze ieder jaar binnen krijgt in elkaar steken, en hoe<br />

de studenten tegemoet gekomen moet worden zodat<br />

ze uiteindelijk als zelfstandige, weerbare christelijke<br />

jongeren de school weer kunnen verlaten.<br />

Andere tijden<br />

Els van Dijk geeft aan dat de student die nu binnenkomt<br />

wezenlijk verschilt van de student van zo’n vijftien<br />

jaar geleden. Het verband met tijdgeest is gauw<br />

gelegd: “Jongeren worden beïnvloed door een andere<br />

omgeving, een andere opvoedingsstijl. Er is niet zoveel<br />

continuïteit als ouders denken.” Als actueel onderwerp<br />

voor jongeren noemt Els de media: “Op de EH<br />

organiseren we een aantal mediastille dagen voor de<br />

“Zodoende wordt er meer via<br />

regels gecommuniceerd dan<br />

van persoon tot persoon”<br />

studenten. Op deze dagen is het de bedoeling dat je<br />

geen gebruik maakt van internet, mobiel, televisie en<br />

radio. We zien werkelijk wanhoop in de ogen van studenten<br />

bij de gedachte aan mediastilte. Stilte in het<br />

algemeen wordt als iets bedreigends ervaren.”<br />

Ook de seksuele moraal is, zo constateert Els, de afgelopen<br />

vijftien jaar behoorlijk opgeschoven. “De druk<br />

vanuit de omgeving om losser om te gaan met seksualiteit<br />

is veel groter. Maar de Bijbel geeft nog steeds dezelfde<br />

richtlijnen over omgaan met seksualiteit.”<br />

De afhankelijkheid van de omgeving blijft een actueel<br />

onderwerp. Tegenwoordig is het moeilijker om gezellig<br />

anders te zijn; de eigenheid neemt af. Deze tendens<br />

meent Els echter zowel onder jongeren als onder volwassenen<br />

waar te nemen.<br />

Els constateert dat jongeren in deze tijd wel degelijk<br />

openstaan voor contact met de oudere generatie. “Ik<br />

vind het enorm belangrijk dat jullie openstaan voor<br />

contact. Ik vermoed dat dit komt doordat er veel gemist<br />

is.” Els legt uit dat ze, wanneer ze vertelt over haar<br />

omgang met jongeren, ze niet vaak genoeg meent te<br />

kunnen benadrukken dat het gaat om een hunkerende<br />

generatie: “Jonge mensen verlangen naar echtheid,<br />

waarheid en verbondenheid, naar gemeenschap, naar<br />

intimiteit. Niet fysiek, maar voornamelijk geestelijk.”<br />

Doordat dit vaak lastig blijkt te lukken, zoeken jongeren<br />

uitvlucht in surrogaat.<br />

Generatiekloof<br />

Els stuit met deze opvatting echter geregeld op onbegrip<br />

bij anderen. “Veel van mijn leeftijdsgenoten zijn<br />

het niet met mij eens, en denken dat er wel degelijk<br />

aanleiding is voor een generatiekloof en dat er veel<br />

wederzijds onbegrip is. Ik heb daar echter helemaal<br />

geen last van, en dat terwijl ik – in jullie ogen – al zo’n<br />

oude vrouw ben! Jongeren laten mij toe heel veel met<br />

hen te delen, ook heel persoonlijk, en dat doen zij ook<br />

terug.”<br />

Een veroordelende houding bij de oudere generatie<br />

leidt ertoe dat jongeren zich vaak onbegrepen voelen.<br />

Het is essentieel dat de oudere generatie probeert de<br />

jongere te begrijpen, en zich wil verdiepen in de vragen<br />

waar jongeren tegenaan lopen. Maar veel ouderen<br />

vertonen juist tegengesteld gedrag: “Veel opvoeders,<br />

niet alleen ouders, maar ook predikanten en docenten,<br />

zie ik eerder bang worden van jongeren dan dat zij<br />

rijpe volwassenen zijn die jullie op sleeptouw nemen.<br />

Ik vond het erg jammer om te horen van een predikant<br />

dat zonde eigenlijk van alle tijden is, en dat daardoor<br />

deze tijd uiteindelijk weinig verschilt van vroeger.<br />

Natuurlijk is zonde er altijd geweest maar er zijn in<br />

deze tijd wel essentiële verschillen aan te wijzen.”<br />

Els is absoluut overtuigd dat deze tijd erg verschilt van<br />

vijftig of honderd jaar terug, en dat deze tijd daarom<br />

ook een andere aanpak nodig heeft. Els legt uit dat<br />

ze heeft ervaren dat juist in behoudendere kringen<br />

vaak de hiërarchie spreekt. Zodoende wordt er meer<br />

via regels gecommuniceerd dan van persoon tot persoon.<br />

Terwijl je van de laatste manier ook als persoon<br />

meer leert, eigen verantwoordelijkheid leert dragen<br />

en daardoor een stuk steviger in je schoenen staat als<br />

je in de vrijheid van het studentenleven staat.”<br />

Hoe pakt Els dit dan aan in haar contact met jongeren?<br />

“Als een lastig te bereiken student naar mij toekomt,<br />

begin ik niet met oordelen maar zeg ik iets in de trend<br />

van: ‘Joh, ik hoor dat het niet zo lekker gaat. Dat je<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


het lastig vindt om tot je bestemming te komen in de<br />

groep. Mag ik even met je meedenken?’ Je ziet de gespannenheid<br />

dan al afnemen.”<br />

Mogelijkheden van deze diversiteit<br />

Els denkt dat het belangrijk is dat opvoeders zich interesseren<br />

in wat er speelt in het leven van jongeren.<br />

Tegelijkertijd moeten ze als oudere generatie wel<br />

zichzelf blijven. Els beschrijft hoe ze dertigers, die<br />

verkrampt jongen willen blijven, op de EH door de<br />

studenten worden gezien als “hysterische wijven en<br />

mannen”. Els: “Ik vind het jammer, deze groep zou zich<br />

goed kunnen onderscheiden door de extra levenservaring.”<br />

Het feit dat je je anders opstelt dan de jongere<br />

generatie en als oudere generatie niet met hen<br />

meedoet (“iedereen zou het gek vinden als ik de hele<br />

dag met mijn oortjes in rond zou lopen”) hoeft niet direct<br />

afstand te creëren.<br />

Essentieel is hierbij dat ouderen de jongeren een goed<br />

voorbeeld geven. “Dat staat in de hele Bijbel, al in Deuteronomium<br />

6 worden ouders gemaand hun kinderen<br />

een goed voorbeeld te geven en het leven met God<br />

voor te leven. Je moet je kinderen laten zien hoe het<br />

leven met God is.”<br />

Het is belangrijker dat wij de roepstem van de Herder<br />

horen en deze beantwoorden dan dat wij ons afvragen<br />

of wij daar wel toe in staat zouden kunnen zijn. De<br />

discussies omtrent dogma’s, die soms eindeloos gevoerd<br />

kunnen worden, moeten in Els’ ogen soms ook<br />

een halt toegeroepen worden. “De Bijbel staat vol uitnodigingen<br />

om deel te nemen aan het Koninkrijk van<br />

God, en helaas vormen allerlei dogma’s die we erop<br />

nahouden een belemmering daartoe.”<br />

“Mooi is dat je deze cruciale<br />

levensfase niet alleen door<br />

hoeft te komen, maar met<br />

God mag gaan”<br />

De civitas<br />

Of de C.S.F.R. een rol heeft bij het overbruggen van<br />

deze generatiekloof, kan Els niet zo direct zeggen. “Die<br />

verantwoordelijkheid vind ik meer bij de opvoeders<br />

liggen. Jongeren opvoeden is een verantwoordelijkheid<br />

die gegeven is aan volwassenen.” Feit is dat vanuit<br />

sommige kerkgenootschappen er regelmatig kritiek<br />

geuit wordt op de C.S.F.R. Omdat civieten zich hierdoor<br />

regelmatig onbegrepen worden, wordt Els om advies<br />

gevraagd naar onze houding in dezen. Els kent de opvatting<br />

van “wat vroeger zo was moet en zal zo blijven”,<br />

maar dat kan natuurlijk geen uitgangspunt zijn.<br />

Zo vond ze het jammer dat een dominee schreef dat<br />

we allemaal de Statenvertaling moeten blijven lezen.<br />

“Hij heeft dan wel begrip voor de moeite met de taal,<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Thema-interview<br />

maar vindt dat je die moeite dan maar moet nemen.<br />

Ik vind dat niet terecht, er staan zoveel woorden in die<br />

jullie nooit gebruiken en amper kennen. Stel dat je als<br />

vereniging zou besluiten de Herziene Statenvertaling<br />

te lezen, dan zou er door dergelijke mensen schande<br />

worden gesproken.” Els betreurt dit, en benadrukt dat<br />

het juist zo belangrijk is bij jonge mensen het verlangen<br />

naar de Heere Jezus te blijven voeden, in plaats<br />

van steeds te twisten over vraagstukken die alleen<br />

maar tot verwijdering en onbegrip leiden.<br />

Els legt uit dat het belangrijk is om duidelijk voor je te<br />

hebben welke thema’s je nou echt bezighouden. “Dit<br />

zijn vaak niet de thema’s die je vanuit je opvoeding<br />

meekrijgt. Er zijn meer thema’s dan bijvoorbeeld erfzonde<br />

en uitverkiezing. Geen onbelangrijke thema’s,<br />

maar het is belangrijk ook de actuele thema’s te agenderen.”<br />

In de adolescentiefase moeten belangrijke<br />

keuzes gemaakt worden over verschillende thema’s.<br />

Geloof, vrienden, relaties en ook maatschappelijke<br />

keuzes met betrekking tot werk, omgaan met milieu<br />

en dergelijken.<br />

Positie bepalen<br />

De fase van het studentenleven beschrijft Els als “een<br />

fase van je leven waar je wordt geacht zelf na te denken,<br />

niet klakkeloos te gehoorzamen”. Els geeft aan<br />

dat het goed is dat er in een vereniging als de C.S.F.R.<br />

ruimte en verbondenheid is om door deze levensfase<br />

heen te gaan. Dat er kringen zijn en dat er regelmatig<br />

lectores worden uitgenodigd. “Dit gezamenlijk zoeken<br />

moet hoog op de agenda blijven staan.”<br />

Thema<br />

17


Thema<br />

18<br />

Thema-interview<br />

Els geeft echter aan dat alleen gesprek met leeftijdsgenoten<br />

niet voldoende zal zijn: “Maar je zult er<br />

niet alleen met leeftijdsgenoten uitkomen. Daarom<br />

pleit ik er al geruime tijd voor dat iedere jongere een<br />

mentor heeft die behulpzaam is op weg naar de volwassenheid.”<br />

Een dergelijke mentor moet bekend zijn<br />

met vragen en kwesties waar jongeren mee zitten, en<br />

moet openstaan voor een hunkerende generatie. “Het<br />

gesprek is essentieel. Ik vind bepaalde ontwikkelingen<br />

in de onderwijswereld dan ook jammer; het scenario<br />

waarin docenten worden vervangen door apps op de<br />

iPad lijkt me een doemscenario. Juist omdat jongeren<br />

behoefte hebben aan aandacht, liefde en verbondenheid.<br />

Een iPad kan dat niet bieden.”<br />

Niet alleen het belang van mentoren wordt door Els<br />

belicht. “Uiteraard kunnen jongeren elkaar helpen,<br />

een ouder lid op de vereniging kan een jonger lid natuurlijk<br />

helpen.”<br />

Els benadrukt nogmaals dat het belangrijk is dat er een<br />

verlangen naar God wordt aangeboord. “Er lopen veel<br />

parallellen tussen het geestelijke en het psychische leven<br />

van iemand. Er zijn verschillende aspecten waarin<br />

iemand kan groeien, en ook begeleid kan worden. Het<br />

geestelijk leven van mensen is essentieel, en Jezus vertrouwen<br />

in alles is het mooiste leven wat er is.”<br />

In alles<br />

De parallellen die lopen tussen verschillende aspecten<br />

van ons leven worden echter, zo meent Els, in deze tijd<br />

niet zo gezien. Dat er zoveel dingen van elkaar losgekoppeld<br />

worden, houdt wel verband met de tijdgeest.<br />

“Er is meer fragmentarisering dan vroeger, juist omdat<br />

er zoveel aspecten van het leven bijgekomen zijn.<br />

De digitalisering neemt toe, ook in de reformatorische<br />

wereld.”<br />

Els constateert dat voor veel jongeren het niet meer<br />

vanzelfsprekend is dat God met alles te maken heeft.<br />

Ze krijgen het niet voldoende mee van huis uit. Het is<br />

belangrijk om op de studentenvereniging dingen bespreekbaar<br />

te maken die thuis of in de kerk niet bespreekbaar<br />

gemaakt worden maar die in de media wel<br />

besproken worden.<br />

Toekomst<br />

Hoe Els de toekomst ziet? “Spannend, maar ik heb<br />

vertrouwen dat Bijbelse waarden serieuzer genomen<br />

zullen worden als wij leren meer te leven uit het<br />

verlossende werk van Christus. Daarmee bedoel ik<br />

meer vertrouwen op God, meer als christenheid de<br />

eenheid opzoeken en ook meer aan de buitenwereld<br />

laten zien. Vanuit de buitenwereld gezien zijn we met<br />

al die kleine instituutjes nogal een losse boel.” Els blijft<br />

hoopvol voor jongeren: “Mooi is dat je deze cruciale<br />

levensfase niet alleen door hoeft te komen, maar met<br />

God mag gaan.”<br />

Interview door Maaike Verbruggen, Sola Scriptura (4)<br />

Casimir Zoutendijk, Sola Scriptura (1)<br />

Gezondernemerschap? ROZA!<br />

Ondernemen is keuzes maken, iedere dag. Gaat u investeren,<br />

groeien of zelfs overnemen? Of kiest u voor consolideren?<br />

ROZA ondersteunt u bij het beantwoorden van deze vragen.<br />

Met heldere cijfers én de vertaling daarvan naar concreet bedrijfsbeleid.<br />

Wij noemen dat gezond ondernemen. Wilt u eens<br />

proeven hoe zo’n samenwerking smaakt? Bel (0318) 559 559<br />

voor een kennismaking of kijk op www.roza.nl.<br />

gezond ondernemen<br />

Amersfoort Gorinchem Opheusden Veenendaal Woudenberg<br />

roza<br />

accountants & adviseurs<br />

audit & assurance<br />

belastingadviseurs<br />

corporate finance<br />

salarisverwerking<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


TIJD & zo<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Themavaria<br />

Nu alweer? Vrouw, 20 jaar Ik vind tijd iets vervelends, ik heb altijd<br />

te weinig! Vrouw, 42 jaar The times, they are a-changin’Bob Dylan<br />

Sorry, ik was de tijd helemaal vergeten! Te late student Ik ben wel iemand<br />

van de tijd ja, ik koop altijd kleren die nog een beetje bij de tijd<br />

passen en ik doe m’n best er niet uit te zien als 60, haha! Vrouw, 57 jaar If<br />

you judge people, you have no time to love them Moeder Theresa Ik vind<br />

de tijdgeest vervelend, want iedereen mag vinden wat ‘ie wil en er<br />

ontstaat geen discussie meer, want iedereen moet zelf maar weten<br />

wat ‘ie doet en gelooft. Dat vind ik jammer Man, 25 jaar &n, Vroeger was<br />

alles beter Vrouw, 89 jaar O, de goede, oude tijd toen we zo ongelukkig<br />

waren Alexandre Dumas Ik ben niet zo bezig met de tijd, ik weet waar ik<br />

zelf in geloof, en wat anderen vinden maakt me niet zoveel uit Vrouw,<br />

43 jaar. All we have to decide is what to do with the time that is given<br />

us Gandalf Soms vraag ik me af waar de tijd gebleven is Vrouw, 52 jaar They<br />

always say time changes things, but you actually have to change<br />

them yourself Andy Warhol Tijdgeest, dat klinkt altijd een beetje eng. Ik<br />

denk dan aan ‘A Christmas Carol’ van Charles Dickens! Man, 34 jaar Maar<br />

ik heb helemaal geen tijd om mijn huiswerk te maken! Vrouw, 13 jaar<br />

Tempus fugit Latijns gezegde Ik vind de winter de mooiste tijd van het jaar<br />

Vrouw, 20 jaar If you fall I will catch you, I’ll be waiting, time after time<br />

Cyndi Lauper We zitten nu in het postmodernisme , toch? Man, 20 jaar Soms<br />

is het moeilijk om nog tijd voor jezelf over te houden Man, 24 jaar Ik kom<br />

altijd te laat volgens mijn vriend Vrouw, 23 jaar Zoals wij zijn, zo zullen<br />

de tijden zijn Augustinus Ik ben blij met het postmodernisme, iedereen<br />

mag een mening hebben en iemand wordt erdoor veroordeeld Man,<br />

50 jaar Huh, wat is dat, tijdgeest? Vrouw, 10 jaar De basis is de bal zo snel<br />

mogelijk onder controle krijgen zodat je iets meer tijd hebt om te<br />

kijken Johan Cruijff Vroeger had men het er helemaal niet over, en nu is<br />

het opeens ‘postmodernisme dit, en postmodernisme dat’! Man, 70 jaar<br />

Thema<br />

19


Thema<br />

20<br />

Themastelling<br />

‘Als kind van mijn tijd sluit ik me aan bij een<br />

kerk die bij me past’<br />

VOOR<br />

Beste amice Wieger,<br />

- Geloof het of niet, we leven in de<br />

eenentwintigste eeuw. Het mooie van die<br />

eeuw is dat jij en ik ons eigen leven leiden.<br />

Niet dat van onze buurman, niet dat van onze<br />

vader, en zeker niet dat van onze grootvader.<br />

Een van de kenmerken van onze tijd is dat we<br />

onze eigen keuzes maken.<br />

- In de samenleving zijn er vele subgroepen.<br />

Verschillende mensen leven in verschillende<br />

milieus. Er zijn zo’n beetje evenveel kerken als<br />

subgroepen. Allemaal met een eigen identiteit.<br />

Dat komt omdat mensen verschillend<br />

zijn. Elke kerk heeft zijn eigen positieve en<br />

negatieve kanten. Een kerk in Afrika is anders<br />

dan in Nederland. ‘Hoop voor Noord’ in<br />

Amsterdam heeft andere kenmerken dan een<br />

Gereformeerde Gemeente op het Veluwse<br />

platteland. Verschillende mensen horen in<br />

verschillende kerken. Daarom sluit ik me aan<br />

bij een kerk die bij me past. Om ervoor te<br />

zorgen dat ik in mijn kerk tot mijn doel kom en<br />

optimaal kan functioneren. Voor God.<br />

- Geloven is een individuele zaak. Hoe belangrijk<br />

de waarde van de gemeenschap ook is, het<br />

komt aan op de gemeenschap tussen God en<br />

jou. Daarom is het belangrijk die gemeenschap<br />

met God te zoeken. In een kerk waarin de<br />

gemeenschap met God tot zijn recht komt en<br />

je gevoed wordt in het geloof.<br />

- Het ene geestelijk voedsel is niet absoluut<br />

beter dan het andere. Het is wel relatief<br />

beter. In China eten ze ander voedsel dan in<br />

Nederland. Voor Chinezen is dat het beste,<br />

voor Nederlanders ook. Zo is het precies met<br />

kerken.<br />

- De gemeenschap is erg belangrijk in een<br />

kerk. Mensen moeten zich verbonden met<br />

elkaar weten. En natuurlijk is het belangrijkste<br />

hierin de verbondenheid met Christus, maar<br />

ook belangrijk is dat je<br />

op praktisch niveau met<br />

elkaar samen kunt leven.<br />

Als je geen fan bent<br />

van Afrikaans dansen;<br />

als je nooit op de koffie<br />

wordt gevraagd omdat<br />

je paars haar hebt; als<br />

Datheen zingen je lust en<br />

je leven is; dan moet je misschien maar naar<br />

een andere kerk. Om in die andere kerk wel<br />

verbonden te zijn met elkaar.<br />

- Het is ook apologetisch een zwaktebod te<br />

zeggen dat je moet blijven zitten waar je zit.<br />

Als wij mensen moeten vertellen dat ze zich<br />

moeten bekeren, vragen we ze na te denken<br />

over de positie waar ze in staan. We vragen ze<br />

een keuze te maken voor een geestelijk milieu.<br />

Dat moeten christenen net zo goed doen.<br />

Omdat we ons blijvend moeten bekeren.<br />

Daarom moet je eerst de splinter uit je eigen<br />

oog halen en daarna de balk uit het oog van<br />

een ander.<br />

- Het verleden heeft bewezen dat hervormen<br />

van binnenuit niet werkt. De starheid van<br />

kerkstructuren laat het niet toe om dingen<br />

die verkeerd zijn echt aan te pakken. Daarom<br />

is het beter om weg te gaan als er verkeerde<br />

praktijken zijn in een kerk. Exit is een veel<br />

sterker middel dan voice.<br />

- Kerken zijn veel te machtig en hebben<br />

eeuwenlang het leven van de burger bepaald.<br />

Ze hebben zich met alles bemoeid: van de<br />

staat tot en met de condoom. Al die dingen<br />

leiden af van wat de kerk hoort te doen: de<br />

naam van Jezus Christus belijden. Als mensen<br />

minder aan een kerk vastzitten wordt de kerk<br />

minder machtig en zal ze terugkeren naar dat<br />

wat ze moet doen: belijden.<br />

Ardjan Faasse, Ichthus (5)<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Themastelling<br />

‘Als kind van mijn tijd sluit ik me aan bij een<br />

kerk die bij me past’<br />

TEGEN<br />

Beste amice Ardjan,<br />

Helaas kan ik niet op al je punten ingaan, daar heb ik<br />

te weinig ruimte voor, maar ik zal op enkele punten<br />

kort ingaan.<br />

Het klopt dat we in de eenentwintigste eeuw leven en<br />

dat we meer vrijheid en luxe hebben om zodoende<br />

onze eigen keuzes te maken. Maar het is de vraag of<br />

ongebreidelde keuzevrijheid goed is, en tot waar deze<br />

keuzevrijheid moet gaan. Je geeft aan dat er een brede<br />

variëteit aan kerken is met hun eigen identiteit. Daar<br />

ben ik het mee eens en ik vind ook dat je die identiteit<br />

moet respecteren zolang deze identiteit niet buiten de<br />

grenzen van de Bijbel als het Woord van God loopt.<br />

Dat staat echter nog niet gelijk aan de opmerking dat<br />

verschillende mensen in verschillende kerken horen.<br />

Laat deze verschillende mensen juist zoeken naar<br />

wat hen in een kerk of een gemeente samenbindt en<br />

samen naar elkaar luisteren wat de Bijbel/wat Jezus<br />

Kurios tot hen te zeggen heeft. Dit kan soms pijn of<br />

zelfverloochening kosten, maar als we als christen<br />

naar kerkelijke eenheid zoeken (Johannes 17:21-23),<br />

moeten we ook één kunnen zijn met de christenen in<br />

onze eigen gemeente/kerk.<br />

Ik ben het met je eens dat de gemeenschap tussen<br />

God en jou niet in het gedrang mag komen door de<br />

gemeenschap in de gemeente. Dat vind ik één van<br />

de weinige goede redenen om over te gaan naar<br />

een andere gemeente. Het praktische niveau vind ik<br />

echter geen goede reden om over te stappen naar<br />

een andere gemeente. Want samenleven is toch<br />

zeker mogelijk ook al denk je over verschillende zaken<br />

anders. Om dit samenleven op praktisch niveau te<br />

bevorderen kun je de Joden een Jood en de Grieken<br />

een Griek zijn. Juist omdat de praktische/secundaire<br />

zaken relatief onbelangrijk zijn. Daarnaast geef je<br />

aan dat hervormen van de kerk van binnenuit niet<br />

werkt, maar is dit echt zo? Zijn de<br />

hervormingen die mislukten niet<br />

teveel de geschiedenis ingegaan<br />

en de hervormingen die geruisloos<br />

gingen te weinig opgemerkt?<br />

Als laatste geef je aan dat de<br />

kerk minder machtig wordt als<br />

de mensen minder aan de kerk<br />

vastzitten, en dat een kerk dan<br />

sneller tot zijn kerntaak terugkeert (het belijden van<br />

de Naam van Jezus). Als mensen uit een kerk weggaan,<br />

heeft een kerk nog weinig te zeggen over die personen<br />

en heeft dus minder macht over die personen. Maar<br />

wordt een kerk daar per definitie beter van en minder<br />

machtig? Blijven in die kerk dan niet vooral jaknikkers<br />

over die de kerk onvoldoende kritisch de Bijbel<br />

voorhouden? En neemt de macht over de mensen die<br />

blijven dan niet toe?<br />

Na een reactie op jouw verhaal, wil ik nog argumenten<br />

geven tegen de stelling. Allereerst, is het goed om<br />

te beseffen dat iedereen in een kerk met zondige<br />

mensen zit. Dat wil niet zeggen dat je maar makkelijk<br />

moet doen over de zonde van die mensen, maar het<br />

wil wel zeggen dat we niet snel weg moeten gaan<br />

vanwege de houding of levensstijl of opvattingen van<br />

andere mensen in de kerk. Daarnaast getuigt het van<br />

arrogantie, dat we ons oordeel snel klaar hebben over<br />

deze opvattingen van het andere gemeentelid. Hebben<br />

we wel goed geluisterd, onze eigen opvattingen<br />

voldoende onder kritiek gesteld, en zijn de splinters in<br />

onze ogen niet minstens zo groot als die in andermans<br />

ogen? Laten we zonder de andere kerken direct te<br />

veroordelen onze eigen gemeente koesteren, en als<br />

een middel gebruiken om met de gemeente God te<br />

eren!<br />

Wieger van Horssen, Ichthus (5)<br />

Thema<br />

21


Thema<br />

22<br />

Thema ingezonden<br />

Het leven en werk van dr. W. Aalders<br />

Als we nadenken over de<br />

tijdgeest, kunnen we zowel<br />

putten uit geschriften uit<br />

het verleden die gaan over<br />

deze thematiek alsook<br />

aanhaken op discussies<br />

die spelen in onze<br />

achterban. Als we naar<br />

auteurs zoeken die iets<br />

over de tijdgeest aan het<br />

papier hebben toevertrouwd, dan wel luisteren naar<br />

de namen van auteurs die genoemd worden tijdens<br />

de congressen van onze achterban, valt de naam<br />

van dr. W. Aalders op. Zeer waarschijnlijk wordt er<br />

op de WiCo aandacht gegeven aan zijn visie op de<br />

tijdgeest. Omdat Aalders ook regelmatig ter sprake<br />

komt in de homoseksualiteitdiscussie in De Civitate<br />

en op vele studiekringen op onze civitas boeken van<br />

hem gelezen worden, leek het me goed om op deze<br />

plek de achtergronden van persoon en oeuvre weer<br />

te geven. Ik pretendeer niet volledig te zijn in mijn<br />

analyse, doch tracht een eenvoudige handreiking<br />

te geven die wellicht aanspoort om een werk van<br />

Aalders onder uw kussen te leggen.<br />

Net na Aalders’ overlijden schreef Jan-Cees Karels in<br />

de reformatorische avondkrant dat dr. Aalders met<br />

zijn tientallen boeken generaties studenten aan zich<br />

heeft verplicht. 1 Inderdaad was Aalders veelzijdig en<br />

schreef hij over geschiedenis, kerk, geloof, cultuur<br />

en maatschappij, waardoor er mogelijk voor elk wat<br />

wils bij zit en een ieder een Aaldersgraantje mee kan<br />

pikken. In dit artikel sta ik achtereenvolgens stil bij<br />

de achtergronden van dr. Aalders en zijn boeken, en<br />

bij wat hij te zeggen had over belangrijke, actuele<br />

thema’s. Vervolgens poog ik enige kritische noten te<br />

kraken en sluit ik af met dé catechismusvraag: wat nut<br />

ons dit alles?<br />

Afkomst<br />

Alhoewel wel eens gedacht wordt dat Willem Aalders<br />

een man van eeuwen her was, moet er gelijk gezegd<br />

worden dat hij zeven jaar geleden nog leefde. Dr.<br />

Aalders (1909-2005) is namelijk 96 jaar oud geworden.<br />

Hij groeide op in een Gereformeerde pastorie, daar<br />

zijn vader Johannes Christiaan Aalders Gereformeerd<br />

predikant was. Zijn vader stond vooral bekend<br />

om zijn weerzin tegen het rationalisme onder de<br />

1 J.C. Karels (2006). Dr. W. Aalders leerde generaties studenten<br />

lezen. Een late Emmaüsganger. Reformatorisch Dagblad, 4<br />

januari 2006.<br />

Gereformeerden en zijn verlangen naar vroomheid. 2<br />

Zijn moeder Alida Ingwersen is naar eigen zeggen<br />

erg belangrijk voor zijn geloofsleven geweest. 3 In een<br />

adem noemt hij na zijn moeder direct tante IJda, die<br />

aan de Vijzelgracht woonde. U weet wel, die gracht<br />

waarbij historische panden als zandkastelen in elkaar<br />

zakten toen er eventjes een Noord-Zuidlijn voor de<br />

deur werd aangelegd. De grond ingeboord.<br />

Tante IJda, wier boekenkast pronkte met bijkans al<br />

Kohlbrugge’s werken, maakte indruk op de jonge<br />

Willem. Zij verbond de inhoud van de rijke lectuur die<br />

ze las met haar persoonlijke levenservaringen, wat<br />

Willem niet koud liet. Als hij naar bed ging des avonds,<br />

kwam ze nog even naar boven om met hem te praten<br />

over geestelijke zaken. ‘Van haar heb ik het persoonlijk<br />

geloof geleerd, als een eigen verhouding met God de<br />

Vader en het Evangelie van Jezus Christus.’ De woorden<br />

van tante IJda hebben veel indruk gemaakt, vooral ook<br />

omdat ze beaamd werden door moeder Alida.<br />

Amsterdam<br />

Vergelijkbaar met Hermann Friedrich Kohlbrugge,<br />

de Elberfeldse pastor, heeft Amsterdam een grote<br />

rol gespeeld in Aalders’ leven. ‘Ik ben een echte<br />

Amsterdammer’, vertrouwde hij dr. Bart Jan Spruyt<br />

toe. 4 Als jongeman bezocht hij het Amsterdamse<br />

Gereformeerd Gymnasium, tussendoor studeerde<br />

hij theologie in Utrecht, maar in 1935 kwam hij<br />

weer terug in Amsterdam, nu als hulpprediker. Na<br />

vele omzwervingen, die de meeste predikanten<br />

meemaken 5 , kwam hij terug in Amsterdam 6 , nu als<br />

kerkganger van de Westerkerk. De Westerkerk is een<br />

prachtige kerk vol historie, ook voor Aalders, daar zijn<br />

grootvader er nog ouderling was geweest. Hij zat niet<br />

alleen in de kerk om een preek aan te horen, maar hij<br />

kwam ook iedere zondagochtend naar Amsterdam<br />

vanwege het historische gebouw. En het orgel, niet<br />

2 P.J. Stam (2010). ‘Het oog omhoog, het hart naar<br />

boven!’ Een leven lang leerling van ‘dominee’ doctor Willem Aalders.<br />

Katwijk: Station Drukwerk, p. 22.<br />

3 H. Oevermans en J. Snel (1999). ‘We hebben een venster<br />

op de eeuwigheid nodig.’ Dr. W. Aalders over zijn levenslange<br />

pleidooi voor innerlijkheid. Wapenveld, Vol. 49, No. 2.<br />

4 B.J. Spruyt (2010). W. Aalders (1909-2005). In: Conservatieve<br />

vooruitgang. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, p.<br />

360.<br />

5 Overigens in tegenstelling tot de vele predikers die in<br />

hun schrijven de lezer aanzetten zich te verdiepen in dr. Aalders,<br />

zoals o.a. de C.S.F.R.-lustrumcolumnist ds. W. Visscher (ruim 20<br />

jaar GG-prediker te Amersfoort), dr. H. Klink (ruim 20 jaar Hervormd<br />

prediker te Hoornaar) en ds. P.J. Stam (was bijna 20 jaar<br />

Hervormd prediker te Katwijk).<br />

6 Ofschoon hij een Bussumse flat bewoonde.<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


te vergeten. ‘Geen bombarie, geen harde muziek in<br />

de kerk, geen gospel, maar dat ingetogene, diepe,<br />

ontroerende, innige. Daar bloeit mijn hart van open.’ 7<br />

In deze kerk is ook Apocalyps en Evangelie (2003),<br />

een van zijn laatste boeken, gepresenteerd. 8 Verder<br />

is het nog aardig om te vermelden dat hij in 2000<br />

de jhr. Mr. A.F. de Savornin Lohmanprijs kreeg aan<br />

de Vrije Universiteit van Amsterdam vanwege al zijn<br />

publicaties over het christelijk denken in Nederland<br />

na de Reformatie, staatsrechtelijke onderwerpen en<br />

politieke aangelegenheden. 9<br />

Afscheidsdienst<br />

“Een christen leeft uit een<br />

andere werkelijkheid, maar<br />

is solidair met de cultuur<br />

waarin hij leeft”<br />

Op de avond van Kerst 2005 overleed de man, die<br />

volgens zijn kinderen een ‘markante, betrokken<br />

en lieve vader’ was. 10 De laatste jaren waren niet<br />

gemakkelijk, zo zeiden zowel dr. H. Klink als ds. L.J.<br />

Geluk voorafgaand aan Aalders’ begrafenis. 11 Twee<br />

zaken verdroten hem zeer: het verlies van zijn vrouw<br />

Sara Geertruida Huender in 1999 viel hem zwaar en<br />

door het verdwijnen van de Nederlands Hervormde<br />

Kerk, voelde hij zich zonder kerk. Hij dacht dat hij<br />

vergeten werd, want hij werd maar niet “afgelost”. Hij<br />

zag uit naar de dag waarop hij zou Thuiskomen.<br />

In een van de laatste gesprekken met ds. Geluk kon hij,<br />

ondanks zijn ziekte, toch nog zeggen: ‘God is zo goed<br />

voor mij persoonlijk’. Op de voorlaatste dag van 2005<br />

werd aan Aalders’ graf, voorafgaand aan het bidden<br />

van het ‘Onze Vader’ de Geloofsbelijdenis opgezegd.<br />

Veelzeggend.<br />

Apologetiek<br />

Om maar bij het begin van zijn oeuvre te beginnen,<br />

het was oorlog toen het eerste boek van Aalders<br />

op de markt kwam. De jonge dominee Aalders,<br />

inmiddels herder en leraar in zijn tweede gemeente12 ,<br />

7 K. van der Zwaag (2004). Het doorbrekend licht van de<br />

Wereldheiland. Reformatorisch Dagblad, 23 december 2004.<br />

8 K. van der Zwaag (2003). Het lied van de Goede Herder.<br />

Slot van drieluik van dr. Aalders gepresenteerd in Westerkerk.<br />

Reformatorisch Dagblad, 3 november 2003.<br />

9 P.J. Stam (2010) Idem. p. 23.<br />

10 Ecclesia, Vol. 97, No. 1, p. 8.<br />

11 Ecclesia, Vol. 97, No. 1, pp. 1-8.<br />

12 Aalders was alvorens hij in 1967 lector werd aan de<br />

theologische faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen,<br />

Hervormd predikant in Oosterzee (1936-1938), Koudum (1938-<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Thema ingezonden<br />

promoveerde in 1941 op Blaise Pascal. U weet wel,<br />

die wetenschapper met vele gedachten. Er valt veel<br />

over Pascal te zeggen, Aalders doet daarom met name<br />

onderzoek naar Pascal als apologetisch prediker.<br />

Dat apologetiek een belangrijk thema wordt in Aalders’<br />

geschriften, ziet u direct aan de krachtige insteek in<br />

zijn dissertatie: ‘Het christelijk geloof heeft met zijn<br />

Heer gemeen, dat het wedersproken wordt’. 13 Het<br />

christelijk geloof wordt weersproken, omdat het nogal<br />

stellig uit de hoek komt. De kerk ziet het Evangelie als<br />

Gods Waarheid en daarom wordt er niet gepredikt<br />

alsof de Bijbel een mening is, maar dat God Zelf door<br />

haar Zijn Woord spreekt. Deze stelling grijpt terug op<br />

de Reformatie, daar Luther al zei: ‘Das Wesen des<br />

evangelischen Gottesdienstes ist, dasz unser lieber<br />

Herr selbst mit uns rede durch sein Heiliges Wort’. 14<br />

De “wereld” voelt zich door deze prediking bedreigd<br />

en valt daarom uit zelfverdediging de kerk aan, aldus<br />

Aalders. Daarom maakt het uitdragen van het Evangelie<br />

als Gods Woord de kerk tot “strijdende kerk”. De kerk<br />

moet de strijd niet ontvluchten, maar bereid zijn tot<br />

verantwoording van de hoop die in haar is. 15 Dat leidt<br />

ertoe dat het apologetisch element inherent is aan de<br />

prediking.<br />

Als het om apologetische prediking gaat, kunnen we<br />

niet alleen veel leren van Paulus, die bij uitstek een<br />

“apostel der heidenen” was, maar ook van Pascal.<br />

Emil Brunner (1889-1966), een invloedrijk Zwitsers<br />

theoloog, zag Pascals Pensées als apologie. De Pensées<br />

zijn geboren in een tijd dat de kerk tegenover een<br />

geëmancipeerde wereld stond, vergelijkbaar met de<br />

tijd waarin Aalders promoveerde. Daarom hoopte<br />

Aalders dat hij met zijn proefschrift ook ‘de kerk in<br />

de crisis, die zij doormaakt’ een dienst te bewijzen. 16<br />

Aalders concludeerde dat Pascal zich neerbuigt tot<br />

de naaste, maar wel de Schrift onaangetast laat en<br />

zichzelf niet aanpast. Het Evangelie schept als Gods<br />

Zelfmededeling een betrekking tot mensen!<br />

Revolutie – Réveil<br />

Ds. Aalders heeft zich niet alleen gelaafd aan de<br />

geschriften van Blaise Pascal, maar ook aan de werken<br />

van Groen van Prinsterer en zijn tijdgenoten die<br />

behoorden tot het Réveil (1815-1865). Theocratie<br />

of ideologie (1977) steekt bijvoorbeeld in bij het<br />

vergelijken van Guillaume Groen van Prinsterer (1801-<br />

1876) met de lieden van het Réveil. Kenmerkend<br />

1942), Groningen (1942-1946) en ’s Gravenhage (1946-1967).<br />

13 W. Aalders (1941). Pascal als apologetisch prediker.<br />

Assen, p. 11.<br />

14 M. Luther (1544). Predigt zur Einweihung der Schloskirche<br />

in Torgau. Geciteerd in: Over de verkondiging, Utrecht, 1935,<br />

p. 30.<br />

15 Zie 1 Petrus 3:15.<br />

16 W. Aalders (1941). Idem, p. 18.<br />

Thema<br />

23


Thema<br />

24<br />

Thema ingezonden<br />

aan het Réveil is de opleving van het christelijk<br />

gedachtegoed, wat zich uitte in doorleefde Bijbelse<br />

vroomheid. Volgens Aalders hadden de mensen<br />

van het 19 e -eeuwse Réveil emotionele karakters<br />

en is het dus de vraag of Groen bij hen hoorde. Als<br />

je Groen vergelijkt met de verstandelijke Thorbecke,<br />

dan merk je dat Groen met zijn emotionele karakter<br />

een kind van het Réveil was. Toch onderscheidde<br />

Groen zich van de meesten van de Réveil-kring door<br />

zijn getemperde emoties. 17 En wat meer is: alhoewel<br />

Aalders zich verbonden wist met Bilderdijk, De Clercq<br />

en Da Costa, had Groen meer oog voor de Kerk en de<br />

Historie, waardoor het geloof minder een individueel<br />

en persoonlijk karakter had bij Groen. 18<br />

Waarom was Groen van Prinsterer zo belangrijk<br />

voor Aalders? Groen had in 1847 het boek Ongeloof<br />

en Revolutie geschreven, waarin hij ‘een geniale en<br />

magistrale doorlichting van de Europese geschiedenis<br />

in de 18 e en 19 e eeuw’ gaf. 19 De Franse Revolutie in<br />

1789 heeft een fundamentele betekenis gehad voor<br />

heel Europa in casu de omkering van denktrant van de<br />

Christenheid. Groen heeft daar als een van de eersten<br />

17 W. Aalders (1977). Theocratie of ideologie. Den Haag,<br />

pp. 12-13.<br />

18 W. Aalders (1977). Idem, p. 15.<br />

19 W. Aalders (1972). Revolutie of Reveil. Amsterdam, p.<br />

62.<br />

verslag van gedaan en hij zag achter de Revolutie het<br />

ongeloof schuilgaan, wat diepe indruk maakte op<br />

Aalders. Het Réveil moet je ook in het licht van de<br />

Franse Revolutie zien. ‘Het gaat in het Réveil om zulk<br />

een herleving van christelijke beginselen, dat daaraan<br />

tegen het ongeloof genoegzame kracht kan worden<br />

ontleend.’ 20<br />

“Het boek is een bescheiden<br />

poging van een ijdeltuit”<br />

Aalders bemerkte de toenemende secularisatie van zijn<br />

tijd en gaf daarom aan dat er een Bijbels Réveil nodig<br />

was. Onder een Bijbels Réveil verstond Aalders ‘een<br />

terugkeer tot de Psalmen met hun grote Godsliefde’ 21 :<br />

een roepen of God de hemel wil openscheuren,<br />

waardoor, ook als de vijgenboom nalaat te bloeien, er<br />

toch gejubeld kan worden in de Heere. 22<br />

M/V<br />

Aalders heeft ook aangegeven dat het revolutionaire<br />

gedachtegoed impact heeft op het dagelijks leven:<br />

bijvoorbeeld op het huwelijk. Door de Bijbel weten we<br />

20 W. Aalders (1972). Idem, p. 74<br />

21 W. Aalders (1972). Burger van twee werelden. Den<br />

Haag, p. 187.<br />

22 Zie Habakuk 3.<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


hoe mooi het huwelijk bedoeld is. Als het Evangelie,<br />

vanwege de Revolutie, geen zeggenschap meer heeft<br />

en Christus niet meer als levensbron gezien wordt in<br />

de levens van mensen, komt het huwelijk onder druk<br />

te staan. De toename van het aantal echtscheidingen<br />

in de 20 e eeuw is daar het bewijs van. Een krachtig<br />

wapen hiertegen zijn ‘voorbeelden van wat geloof en<br />

gebed in het menselijk leven vermogen’. 23 Het huwelijk<br />

is een afschaduwing van de relatie tussen Christus en<br />

Zijn gemeente 24 ; dat mag niet kapotgaan!<br />

Man en vrouw zijn geen concurrenten van elkaar,<br />

maar vullen elkaar aan. Ik gaf al aan dat Aalders een<br />

en ander schreef over de karakters van mensen van<br />

het 19 e -eeuwse Réveil. Het Réveil was minder kerkelijk<br />

en theologisch, maar teerder en intiemer dan men<br />

toen gewend was. Minder gericht op de politiek, maar<br />

sterker gericht op huwelijk en gezin. Aalders verklaart:<br />

‘Ik meen, dat het niet te gewaagd is om te zeggen dat<br />

in het Réveil de vrouw domineerde en dat zij het in de<br />

eerste plaats was, die het karakter van die beweging<br />

bepaald heeft.’ 25 En het zal u niet verbazen, Aalders zag<br />

dat als verrijking! Hij maakt de vergelijking met Martha<br />

en Maria, wier huis open stond voor Jezus. 26 Zij waren<br />

erg belangrijk voor het geloofsgesprek met Jezus en<br />

laten zien dat het geloof door de eeuwen heen niet<br />

louter bepaald werd door mannen. Nee, mannen en<br />

vrouwen vulden en vullen elkaar aan. Dit geheimenis<br />

is groot.<br />

Belijden<br />

Als er iets kenmerkend is voor Aalders’ oeuvre, dan<br />

is het volgens mij dat belijden centraal staat. Als het<br />

om belijden gaat, dan moet je weten wat je belijdt,<br />

waar je het belijdt en wat de consequentie is van deze<br />

belijdenis. Volgens Aalders is het zaak om je tijd te<br />

kunnen duiden en vanuit het geloof en de geschiedenis<br />

een antwoord op je tijd te vinden. Hij borduurt in<br />

dezen voort op Guillaume Groen van Prinsterer, die<br />

de geschiedenis zag als vlammend schrift van de<br />

heilige God. Zo zei Groen al in 1848 dat de belijdenis<br />

waartoe men geroepen wordt, telkens in verband<br />

staat met de aard der tijden waarin men leeft. 27<br />

Aalders zocht naar antwoorden op zijn tijd door kennis<br />

te nemen van de kerkvaders. De eerste christenen<br />

intrigeerden hem enorm, omdat zij overgegaan waren<br />

tot de christengemeenschap, maar wel in deze wereld<br />

stonden. Openbaar en publiek belijden zag hij als grote<br />

taak van iedere christen. In Cultuur en Sacrament<br />

23 W. Aalders (1974). Man en vrouw in een revolutionaire<br />

tijd. Amsterdam, p. 62.<br />

24 W. Aalders (1974). Idem, p. 75.<br />

25 W. Aalders (1984). De tijdgeest weerstaan. Amsterdam,<br />

p. 76.<br />

26 W. Aalders (1984). Idem, p. 100.<br />

27 G. Groen van Prinsterer (1848). Het Nederlandsche<br />

Zendingsgenootschap. Utrecht, p. 139.<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Thema ingezonden<br />

(1948) gaat hij bijvoorbeeld in op hoe de wereld zich<br />

verhoudt tot de christelijke gemeente. Een christen<br />

leeft uit een andere werkelijkheid, maar is solidair met<br />

de cultuur waarin hij leeft.<br />

Aalders was er echter ook achter gekomen dat<br />

belijden pas belijden is als het met lijden gepaard gaat,<br />

Groen citerend: ‘Het belijden is het uitkomen voor de<br />

waarheid op het punt waar de verdediging het meest<br />

bezwaarlijk is, waar het belijden met lijden vergezeld<br />

is’. 28 En dat heeft Aalders ook geweten, ondervonden.<br />

Zeker toen hij stelling innam tegen Karl Barth, de op<br />

handen gedragen Zwitserse theoloog. Karl Barth<br />

had logischerwijs veel aanhangers gekregen, omdat<br />

hij de bekendste theoloog was die openlijk tegen<br />

Hitler was. Na de Tweede Wereldoorlog bleek dat<br />

er mankementen zaten in zijn theologie, die Aalders<br />

openlijk aanwees in De grote ontsporing (1971). In die<br />

tijd had je een probleem als je van Karl Barth afstand<br />

nam. Dr. H. Klink heeft daar eens op een studiekring<br />

(van Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. en Panoplia) over<br />

gezegd dat toentertijd van Barth afvallen gelijkstond<br />

aan van je geloof afvallen. Aalders heeft daar enorm<br />

veel commentaar op gekregen, zeker ook vanuit de<br />

academische hoek. Sommigen zien zijn kritiek op<br />

Barth als reden waarom hij nooit hoogleraar in de<br />

Nederlands Hervormde Kerk is geworden, ofschoon<br />

hij zeker intellectueel begaafd was.<br />

Dat belijden voor Aalders belangrijk was, bewijzen ook<br />

de laatste jaren van zijn leven. Het laatste boek in een<br />

rij van vijfendertig heet niet voor niets Confiteor – Ik<br />

belijd (2004). Alhoewel hij de 90 ruim gepasseerd was<br />

en zijn lieve vrouw inmiddels had verloren, kwam hij<br />

erachter dat de Septuaginta antwoorden gaf op onze<br />

tijd. In Nederland waren er weinig theologen die daar<br />

oog voor hadden, maar voor Aalders was het een<br />

openbaring die hij graag nog even door wilde geven.<br />

Kanttekeningen<br />

Maar zijn er helemaal geen kanttekeningen te plaatsen<br />

bij (de ideeën van) Aalders? Voordat je kritische noten<br />

plaatst bij iemand of iemands werk, dien je je eerst<br />

af te vragen of je deze persoon of de inhoud van zijn/<br />

haar publicaties wel goed interpreteert. Ofwel, de<br />

bril waardoor ik lees: is dit een neutrale bril of is deze<br />

zeer gekleurd door wensen, afkomst etc.? Amicae et<br />

amici, als ik iets niet wil, dan is het dat u door mijn<br />

bijdrages denkt dat we als civitas Aalders moeten gaan<br />

verheerlijken, hem veel eer bewijzen en hem zonder<br />

na te denken moeten volgen. Neen het, we dienen<br />

een eerlijke weergave te geven, vandaar ook dat ik<br />

een paar kanttekeningen wil plaatsen – naast dat we al<br />

het goede ter harte mogen nemen wat de persoon in<br />

kwestie ons ook nagelaten heeft.<br />

28 W. Aalders (1989). Revolutie en Reveil, 1789-1989. Den<br />

Haag, p. 20.<br />

Thema<br />

25


Thema<br />

26<br />

Thema ingezonden<br />

Als u nooit een werk van Aalders gelezen hebt, dan kan<br />

het zo zijn dat – mocht u zich in Aalders willen gaan<br />

verdiepen – u afknapt op het boek van ds. Stam over<br />

dr. Aalders. 29 In dit lijvige werk van bijna 500 pagina’s<br />

wordt Aalders op een voetstuk gezet, wat bij vele<br />

lezers snel afstoot. Opmerkingen zoals ‘Aalders was<br />

en is voor mij één van de werkelijk zuiver protestantse<br />

theologen van de twintigste eeuw geworden’ 30 doen<br />

de lezer vermoeden te maken te hebben met een<br />

hagiografie.<br />

Dominee Stam, die ooit de eer mocht hebben de<br />

trouwdienst van voetballer Dirk Kuyt te leiden, zegt<br />

zelf over zijn publicatie: ‘Het boek is een bescheiden<br />

poging van een ijdeltuit.’ 31 In ieder geval geeft deze<br />

“bescheiden poging” wel een overzicht van de<br />

publicaties van Aalders en kan het ook een opstapje<br />

zijn naar het lezen van Aalders’ werken. In dat geval<br />

beantwoordt Het oog omhoog, het hart naar boven<br />

aan zijn doel.<br />

Maar welaan, nu enige kanttekeningen.<br />

Historie<br />

Guillaume Groen van Prinsterer schreef in 1847 al<br />

in zijn onvolprezen Ongeloof en revolutie: ‘Er staat<br />

geschreven, er is geschied’. Groen leerde veel van het<br />

Woord en van de geschiedenis. Dat de Bijbel belangrijk<br />

is, hoef ik u niet uit de doeken te doen. Dat de historie<br />

van belang is, zijn wij, postmoderne christenstudenten,<br />

wel vaak vergeten. We kunnen hier veel van Groen en<br />

Aalders leren. Immers, een volk dat zijn geschiedenis<br />

vergeet, is gedoemd deze opnieuw mee te maken.<br />

Echter, ik denk zelf dat Aalders daarin soms te ver gaat.<br />

Zo bezocht hij iedere zondagochtend de Amsterdamse<br />

Westerkerk, ofschoon hijzelf in Bussum woonde.<br />

En als daar geweldige diensten met Bijbelse preken<br />

gehouden zouden worden, dan zou je dat nog wel<br />

begrijpen.<br />

Uit nieuwsgierigheid zijn we met de Amsterdamse<br />

Aalderskring eens op een zondagochtend naar de<br />

Westerkerk geweest. We kwamen van een koude,<br />

vrijzinnige kermis thuis. Inderdaad, het orgel klonk<br />

prachtig 32 , Jos van der Kooys orgelspel is uitmuntend.<br />

Maar als God ook aangeroepen mag worden als “De<br />

Utopie” dan gaan de gereformeerde stekels overeind<br />

staan. Dan snap je niet waarom iemand, die zulke<br />

29 P.J. Stam (2010). ‘Het oog omhoog, het hart naar<br />

boven!’ Een leven lang leerling van ‘dominee’ doctor Willem Aalders.<br />

Katwijk: Station Drukwerk.<br />

30 P.J. Stam (2010). Idem, p. 35.<br />

31 A. Logmans (2010). Ds. P.J. Stam publiceert lijvig portret<br />

dr. Aalders. Reformatorisch Dagblad, 11 juni 2010.<br />

32 Vergelijk wat Aalders hierover zegt in K. van der Zwaag<br />

(2004). Het doorbrekend licht van de Wereldheiland. Reformatorisch<br />

Dagblad, 23 december 2004.<br />

fijnzinnige, orthodox-gereformeerde boeken schreef<br />

en de rijkdom die de Bijbel en de historie bieden<br />

zo helder wist uit te stallen, zich aansloot bij zo’n<br />

gemeente. Natuurlijk is het bijzonder om lid te zijn van<br />

een gemeente waar je opa nog ouderling was, maar<br />

dat mag toch niet ten koste gaan van de inhoud van de<br />

prediking of ben ik dan abuis?<br />

“Maar als God ook<br />

aangeroepen mag worden<br />

als “De Utopie” dan gaan<br />

de gereformeerde stekels<br />

overeind staan”<br />

De voormalig Bondscoach dr. ir. J. van der Graaf tekent<br />

ook een kritische kanttekening bij Aalders’ ideeën<br />

over de “vaderlandse kerk”. 33 Toen de Nederlands<br />

Hervormde Kerk was opgegaan in de Protestantse Kerk<br />

in Nederland, was de historische vaderlandse kerk<br />

passé, aldus Aalders. 34 Tot zover nog wel te begrijpen.<br />

Maar Aalders voelde zich toen “kerkloos”. Nu heb ik<br />

zelf de tragische fusie evenzo van nabij meegemaakt<br />

en moet ik ook constateren dat het tot een verre van<br />

gelukkig resultaat heeft geleid. Niettemin ben ik de<br />

mening toegedaan dat God werkt in vele kerken in ons<br />

land en dat het Woord op vele plaatsen goed wordt<br />

verkondigd, waardoor je je niet kerkloos hoeft te<br />

voelen. God werkt, ook in Nederlandse kerkverbanden<br />

waar je niet bij aangesloten bent of in buitenlandse<br />

kerken, waardoor je kerkverbanden dient te relativeren<br />

en dankbaar mag zijn voor al die kerken waar God in<br />

werkt!<br />

Kohlbrugge<br />

Als u zich meer in de mensen rondom Aalders gaat<br />

verdiepen, komt u waarschijnlijk uit bij de (Stichting)<br />

Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge. Als u naar de<br />

bijeenkomstenvandezestichtingtoegaat,dieoverigens<br />

sterk aan te bevelen zijn, dan valt het u op dat het over<br />

het algemeen meer over Aalders dan over Kohlbrugge<br />

gaat. Persoonlijk vind ik dat enigszins merkwaardig en<br />

zie ik als enige reden hiervoor dat Aalders deel van de<br />

redactie van het blad van de stichting, Ecclesia, heeft<br />

uitgemaakt.<br />

Inderdaad, Kohlbrugge is wel tot voorbeeld geweest<br />

voor Aalders, als het bijvoorbeeld gaat om het voorrang<br />

geven aan pastoraat en prediking ten opzichte van het<br />

33 J. van der Graaf (2009). Ook zij hadden wat te zeggen.<br />

Opnieuw 25 miniaturen over reisgenoten. Heerenveen: Uitgeverij<br />

Groen, p. 56.<br />

34 Vergelijk ook L.J. Geluk (2006). In memoriam. De Waarheidsvriend,<br />

5 januari 2006.<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


lijven studeren in de theologie. 35 Ook Kohlbrugge’s<br />

beeld van God en mens deelde Aalders. 36 Echter,<br />

volgens mij zijn er wel diepgaande verschillen tussen<br />

Aalders en Kohlbrugge, bijvoorbeeld als het om de<br />

Wet gaat. Me een klein beetje verdiept hebbend in<br />

beide figuren, lijkt het erop dat Kohlbrugge de Wet<br />

ziet als een aanklager, terwijl Aalders de Wet ziet als<br />

opvoeder.<br />

“Hij wilde wijzen op het<br />

christelijk geloof als genezing<br />

van de existentiële leegte<br />

die elk modern mens in zich<br />

draagt”<br />

In ieder geval frappant dat je de vrienden van Aalders<br />

ontwaart bij de vrienden van Kohlbrugge. Historisch zo<br />

gegroeid, zal de argumentatie hiervoor zijn.<br />

Inspirerend<br />

Tot slot wil ik nog even bij het nut van het lezen van<br />

Aalders stilstaan. Waarom noemde ds. P.J. Stam hem<br />

een van de meest invloedrijke apologeten van het<br />

christelijk geloof in Nederland in de tweede helft van<br />

de twintigste eeuw? 37 Waarom noemde dr. H. Klink<br />

Aalders na zijn overlijden “apologeet voor authentiek<br />

christendom”? 38 Ik denk vanwege het feit dat wat<br />

Aalders heeft opgeschreven zowel inspirerend alsook<br />

actueel is.<br />

Uit de uitgaven van Ecclesia die verschenen na Aalders’<br />

overlijden, blijkt dat hij inspirerend was voor kerkelijke<br />

leiders (ds. M.J. Aarents, ds. L.J. Geluk, dr. H. Klink en<br />

pastoor J. Groos), politici (prof. dr. E.M. Hirsch Ballin<br />

en prof. dr. A. Klink) en wetenschappers (prof. dr. O.J.<br />

de Jong en prof. dr. G.H. van Kooten). Deze indeling<br />

klopt niet geheel, daar alleen uit de heren politici al<br />

blijkt dat zij tevens vergevorderde wetenschappers<br />

zijn. Echter dit zegt ook iets over het feit dat Aalders<br />

zelf ook niet te vangen is in enig hokje. Hij is het meest<br />

35 Ecclesia, vol. 82, nr. 13. In: P.J. Stam (2010). Idem, p. 12.<br />

36 Zie Berkhof en Kohlbrugge over de schepping. Reformatorisch<br />

Dagblad, 28 mei 1974.<br />

37 P.J. Stam (2010). Idem. p. 35.<br />

38 J. van der Graaf (2009). Idem. p. 58.<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Thema ingezonden<br />

bekend als dr. Aalders, alhoewel hij het liefst dominee<br />

Aalders genoemd werd, zo blijkt uit de memoires van<br />

ds. Pieter Stam. 39 Daarnaast was hij ook politiek actief,<br />

heeft hij meegedacht aan het beginselprogramma van<br />

het CDA.<br />

Inspirerend is Aalders, omdat hij zich niet alleen baseert<br />

opfigurenzoalsPlato,Augustinus,Luther,Pascal,Groen<br />

van Prinsterer, Kohlbrugge en Buber, maar ook omdat<br />

hij hun gedachtegoed wist te vertolken naar zijn eigen<br />

tijd. Volgens de eerder genoemde Jan-Cees Karels lag<br />

Aalders’ aantrekkingskracht met name in drie dingen. 40<br />

Ten eerste zijn geweldige persoonlijke betrokkenheid<br />

bij kerk en wereld. Hij sprak gepassioneerd over de<br />

grote vragen die zijn tijd aan christenen stelde. Hij<br />

wilde wijzen op het christelijk geloof als genezing van<br />

de existentiële leegte die elk modern mens in zich<br />

draagt. Ten andere leerde hij hoe een christen aan<br />

cultuurkritiek kan doen en de tekenen van de tijd kan<br />

duiden. Van het materialisme moest Aalders niets<br />

hebben – materialistische welvaartsreligie draagt<br />

het geloof ten grave, zo stelde hij. Ten derde leerde<br />

hij om middels een klassiekere manier naar de eigen<br />

geloofstraditie te kijken, wijzend op het zaad van het<br />

Evangelie dat ontkiemt in de voren van de geschiedenis.<br />

Kortom, ‘hij wist zich een late Emmaüsganger, die niet<br />

kon ophouden te spreken over al de dingen, die in<br />

Jeruzalem gebeurd waren’ 41 .<br />

Dr. Aalders is enkele jaren geleden overleden, maar zijn<br />

boeken zijn ook nu relevant, omdat ze de thema’s die<br />

anno 2012 spelen aansnijden. Aalders wordt vandaag<br />

de dag niet geciteerd omdat hij zo’n fijn(zinnig)e<br />

christen was, maar omdat hetgeen hij schreef nu<br />

nog steeds inspirerend en actueel is. Vandaar dat het<br />

verstandig is om acht te geven op zijn geschriften, om<br />

zo als christenstudent met de bagage van eeuwen<br />

christendom in de hedendaagse werkelijkheid te<br />

kunnen staan!<br />

Hartelijk amicaliter,<br />

Hendrik-Jan van Nieuw Amerongen,<br />

Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. (6)<br />

39 P.J. Stam (2010). Idem. Voetnoot 9, p. 12.<br />

40 J.C. Karels (2006). Idem.<br />

41 Zie Lukas 24:14.<br />

Thema<br />

27


Thema<br />

28<br />

Thema ingezonden<br />

Op de plaats rust!<br />

Hoe moeilijk het is om niet geïnteresseerd te zijn<br />

Ontberen doet waarderen, wordt er vaak gezegd. Wel,<br />

nu er hier in huis een gebrek is aan internet, is het<br />

vooral het leven zonder het web dat mij tot vreugde<br />

stemt. Zonder web kan er weer eens rustig en kalmpjes<br />

nagedacht worden. Deze tijd is vluchtig, lieve lezer.<br />

Maar verschilt onze tijd op dit punt van andere tijden,<br />

waarin internet en allerhande gadgets de wereld nog<br />

niet veroverd hadden? Dat is een leuke vraag voor<br />

mensen die niet meer dan 20, hooguit 25 lentes tellen.<br />

Zijn wij een problematische generatie? Wij weten<br />

het niet.<br />

Als het op dergelijke kennis aankomt, raadpleeg ik het<br />

liefst twee bronnen: de Bijbel en de Bomans. Godfried<br />

Bomans, wie kent hem niet, leefde van 1913 tot 1971<br />

en heeft prachtige dingen over deze vluchtigheid geschreven.<br />

De Bijbel leeft gelukkig nog steeds, maar is<br />

geschreven in lang vervlogen tijden. Toch lezen we ook<br />

van die tijd al: “Het oog wordt niet verzadigd van zien,<br />

het oor wordt niet verzadigd van horen.” 1 En: “Zelfs<br />

in de nacht komt zijn hart [dat van de mens] niet tot<br />

rust.” 2<br />

Onze natuur is onrustig en onverzadigbaar. Als er iets<br />

aan de basis ligt van luxegoederen is het streven naar<br />

iets nieuws, naar verzadiging van goeds, moois en lekkers.<br />

De prediker vertelt ons dat het zo niet werkt.<br />

‘Rust’ is namelijk geen stabiel begrip op deze manier,<br />

er zal altijd weer onrust optreden. Ik moet denken aan<br />

de woorden van Augustinus: “Onrustig is ons hart, tot<br />

het rust vindt in U.” 3 Zit daar dan het verschil?<br />

Bomans vergelijkt, in een beschouwing op zijn studententijd<br />

4 (rond 1940), inderdaad de verschillen in<br />

levensvisie als het gaat om de vluchtigheid die onze<br />

maatschappij kenmerkt. “Het eerste, wat een Hollands<br />

student aan Nijmegen opvalt” zegt hij, is “een<br />

zekere onbekommerdheid. Hij komt uit een gewest,<br />

waarvan de bewoners voor het merendeel de mening<br />

zijn toegedaan dat uit dit leven gehaald moet worden<br />

wat erin zit, omdat het daarna afgelopen is. Deze overtuiging<br />

brengt (…) een koortsachtige activiteit met zich<br />

mede. In Nijmegen echter heerst de opvatting, dat het<br />

er allemaal niet zo toe doet, omdat het ‘eigenlijke’ pas<br />

hierna begint.”<br />

1 Prediker 1:8b<br />

2 Prediker 2:23m<br />

3 Augustinus – Confessiones I,I,1<br />

4 Nijmeegse herinneringen, uit: Godfried Bomans - Op de<br />

keper beschouwd<br />

Het leven voor het hier<br />

of het leven voor het<br />

daar maakt het verschil<br />

in hoe onrustig het leven<br />

is. Dit klinkt als een standaard<br />

dooddoener, maar<br />

dat komt denk ik doordat<br />

het niet in onze cultuur<br />

zit om echt los te komen<br />

van het leven voor hier,<br />

om onze dagen hier als<br />

vreemdelingen door te brengen. De Nijmeegse kinderen<br />

waren er wel mee opgevoed, en zongen “Bom,<br />

bom, wat maal ik er om, als ik maar in de hemel kom.”<br />

Wat maal ik er om. De totale afwijzing. Zit je dan met<br />

je studie, met je ambities, zelfontplooiing. Lalala, wat<br />

maal ik er om.<br />

Zelfontplooiing. Waarom zouden we dat eigenlijk willen?<br />

Men wil gelukkig worden. En volgens de piramide<br />

van Maslow hebben mensen die alles al hebben wat<br />

hun hartje begeert niets liever dan zelfontplooiing.<br />

Maar waaróm zou men hier gelukkig van worden?<br />

Geen idee.<br />

Naast dat we op aarde inderdaad onze plaats moeten<br />

innemen, ja zelfs alles moeten geven wat wij de wereld<br />

te bieden hebben – dit stelt de civitas zich ook min of<br />

meer ten doel – hebben wij goed beschouwd de opdracht<br />

maling te hebben aan wat de wereld òns te bieden<br />

heeft.<br />

Dit is moeilijk. Immers, ‘maling hebben aan’ geeft niet<br />

alleen een ‘kiezen tegen’ aan, iets wat je actief doet,<br />

nee, het is een totale desinteresse in wat van God<br />

afleidt. Desinteresse, lieve lezer, is niet het sterkste<br />

punt van onze vereniging. Er valt op dat punt nog veel<br />

te leren van de Nijmeegse kinderen. Nog één keer:<br />

“Bom, bom, wat maal ik er om, als ik maar in de hemel<br />

kom.” Jezus zei: “Voorwaar, ik zeg u, als u niet verandert<br />

en wordt als de kinderen, zult u het koninkrijk van<br />

God beslist niet binnengaan.” 5<br />

Dit is een stap opzij voor ieder ego. Op de plaats rust!<br />

Gideon van den Brink, Sola Scriptura (3)<br />

5 Mattheus 18:3<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


Vingerregel<br />

Perfecte timing.<br />

Woensdagmiddag, 3 minuten<br />

voor half twee, loop ik<br />

de collegezaal binnen. De<br />

docent zit op zijn speciale<br />

collegezalendocentenstoel<br />

achter zijn eveneens speciale<br />

collegezalendocentenbureau<br />

te wachten. Ik kijk de<br />

collegezaal door, vraag me<br />

af of het echt geen maandag- of vrijdagochtend is. Ik<br />

vouw mezelf een van de vele lege plekken in, en ga<br />

zitten. Pratende studenten druppelen binnen, vullen<br />

de collegezaal. De klok op de wand achter mij geeft<br />

aan dat het half twee is geweest. De docent loopt<br />

naar de deur. Er glippen nog enkele studenten binnen.<br />

De docent sluit de deur, loopt naar voren. Ik tel. Eén,<br />

twee, drie, elf seconden... De docent begint te praten.<br />

Tenminste, ik zie zijn lippen bewegen. Bij 15 hoor ik<br />

zijn stem. Ik meen dat hij om stilte vraagt, zeker weten<br />

doe ik het niet. Ik kijk rond, zie draaiende hoofden.<br />

Gesprekken worden afgerond, een laatste lach. 34<br />

seconden. College is begonnen...<br />

Terwijl de docent de verwantschappen en<br />

overeenkomsten tussen vertebrale dieren behandelt,<br />

analyseer ik die 34 seconden. Ik concludeer hoe sociaal<br />

asociaal wij zijn: blijkbaar vinden wij onze gesprekken<br />

dermate belangrijk dat wij de docent 34 seconden<br />

durven laten wachten! Ik vraag me af waar dit gebrek<br />

aan respect vandaan komt, of het er altijd al is geweest.<br />

Als ik terugdenk aan mijn schoolcarrière, herinner<br />

ik mij de bekende vingerregel op de basisschool: stil<br />

zijn als de juffrouw praat, vinger in de lucht als je wat<br />

wil zeggen of moet plassen! Praatte je voor je beurt,<br />

dan kreeg je op zijn minst een waarschuwing! Het<br />

klassikaal stil worden werd zelfs geoefend. Bij deze<br />

oefeningen moest binnen 10 seconden iedereen stil<br />

zijn en op zijn plaats zitten! De vingerregel gold ook<br />

op de middelbare school. Toch zit deze regel er na<br />

twaalf tot veertien jaar blijkbaar nog niet goed in. Tien<br />

seconden worden ruimschoots overschreden, op tijd<br />

komen is er ook niet bij... Een algemeen gebrek aan<br />

gezag! Plots begint er hoop te gloren: een eenzame<br />

vinger zweeft in de lucht!<br />

Egbert Jochems, Dei Gratia (2)<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Tijd<br />

Column / Gedicht<br />

Tijd—het is vreemd, het is vreemd mooi ook<br />

nooit te zullen weten wat het is<br />

en toch, hoeveel van wat er in ons leeft is ouder<br />

dan wij, hoeveel daarvan zal ons overleven<br />

zoals een pasgeboren kind kijkt alsof het kijkt<br />

naar iets in zichzelf, iets ziet daar<br />

wat het meekreega<br />

zoals Rembrandt kijkt op de laatste portretten<br />

van zichzelf alsof hij ziet waar hij heengaat<br />

een verte voorbij onze ogen<br />

het is vreemd maar ook vreemd mooi te bedenken<br />

dat ooit niemand meer zal weten<br />

dat we hebben geleefd<br />

te bedenken hoe nu we leven, hoe hier<br />

maar ook hoe niets ons leven zou zijn zonder<br />

de echo—s van de onbekende diepten in ons hoofd<br />

niet de tijd gaat voorbij, maar jij, en ik<br />

buiten onze gedachten is geen tijd<br />

we stonden deze zomer op de rand van een dal<br />

om ons heen alleen wind<br />

Rutger Kopland<br />

Klankbord<br />

29


Klankbord<br />

30<br />

Column<br />

Zin in een wandeling!?<br />

“Ik zou het leuk vinden om te<br />

doen, maar helaas heb ik het nu<br />

even te druk.” Wat een onzin zeg,<br />

u heeft het natuurlijk helemaal<br />

niet druk! U kunt in het vervolg<br />

beter kiezen voor één van de volgende<br />

formuleringen: “ik voel me<br />

druk, ik maak me druk of ik ben<br />

druk.” Dat betekent dat u gewoon<br />

tijd genoeg hebt om op mijn voorstel<br />

in te gaan. Gelukkig realiseert u zich dat nu ook en<br />

is deze column daarmee reeds geslaagd.<br />

Op onze civitas is het echter de gewoonte om nadat<br />

men zijn of haar punt gemaakt heeft nog rustig wat<br />

door te blaten om daarmee het onzingehalte van het<br />

gesprokene hoog te houden. Ik ben blij dat men onder<br />

ons lak heeft aan de Bijbelse vermaning om onze woorden<br />

weinig te laten zijn. Hierdoor weet ik dat niemand<br />

het mij kwalijk zal nemen als ik nog wat overbodige<br />

woordjes opschrijf om zo aan het benodigde aantal<br />

woorden voor deze column te komen.<br />

Laat ik deze ruimte dan maar gelijk gebruiken om mijn<br />

gemaakte punt wat op te helderen. U wilt vast weten<br />

waarom u het helemaal niet druk hebt. En ondanks dat<br />

ik het op dit moment wel behoorlijk druk heb, zal ik u<br />

niet onthouden wat uw hart van mij begeert.<br />

Eerst even over de technologische vooruitgang die de<br />

mensheid de laatste eeuwen heeft geboekt. U bent<br />

daar vast erg blij mee, omdat het ons leven steeds<br />

makkelijker en uitdagender heeft gemaakt. Oeps, die<br />

woorden neem ik gauw terug, want ik realiseer me<br />

nu opeens dat mensen het vroeger zonder die technische<br />

hulpmiddelen veel minder druk hadden dan<br />

wij. Vreemd eigenlijk. De voortschrijding van de techniek<br />

heeft een nieuw gebod met zich mee gebracht.<br />

Gij zult zekerlijk uw tijd verspillen door de profielen<br />

van uw Facebook-vriendjes regelmatig te bestuderen.<br />

Jammer dat er zo veel tijd voorbij gaat waarin er niets<br />

constructiefs van de grond komt. Ook wel jammer<br />

dat ik nu pas doorheb dat die sociale netwerken mij<br />

alleen maar asocialer maken, omdat de Facebook-tijd<br />

ten koste gaat van mijn real-life contacten. Dat het zo<br />

lang heeft geduurd voordat ik tot dit inzicht kwam is<br />

eigenlijk wel logisch als je bedenkt dat Facebook mijn<br />

lange-termijn denken aardig heeft gemanipuleerd.<br />

Mijn heldere focus op wat er in dit leven echt toe doet<br />

is tijdelijk vervuild geweest door de troebele wateren<br />

van de asociale media. Gelukkig kan ik deze moderne<br />

miscommunicatiemiddelen nu wat verstandiger gebruiken<br />

en besteed ik meer tijd aan contacten zonder<br />

elektronische hulpmiddelen te gebruiken. Ik wil niet<br />

ontkennen dat ik het soms prettig vind om elektronisch<br />

hulpmiddelen te hebben. Alleen wel jammer, dat ze<br />

mij ook oogklachten, rugklachten, zwaarlijvigheid en<br />

hart- en vaatziekten opleveren. Misschien moet ik wat<br />

vaker een wandeling gaan maken. Maar eigenlijk heb<br />

ik daar geen tijd voor, want ik heb het veel te druk.<br />

Wat is er dan allemaal wat mijn tijd opeist zult u vragen.<br />

Wel, ik voel me getriggerd om mezelf te ontwikkelen<br />

en om tijd te investeren in de CSFR. We hebben<br />

tenslotte toch zo’n mooie civitas? Eylaes, ik moet het<br />

omdraaien, de mooie civitas heeft mij. ik voel me echter<br />

ook geroepen om het individualisme, materialisme<br />

en secularisme van onze tijd te bekritiseren en<br />

iedereen om mij heen daarvoor te waarschuwen. Als<br />

ik zulke onderwerpen eens goed doordenk pas ik tenminste<br />

ook goed in onze vereniging. En als ik me daarbij<br />

dan ook nog eens druk maak om de verschuiving<br />

naar links onder CSFR-studenten en de Bijbelse visie<br />

op homoseksualiteit hoor ik helemaal bij de groep.<br />

Als ik deze column af heb, ga ik trouwens eerst goed<br />

nadenken of er eigenlijk wel echt een hel bestaat. Dat<br />

wil ik wel echt weten hoor. Wij als studenten zijn toch<br />

geroepen tot bezinning?! Hm, daar kan ik me dan wel<br />

weer in vinden. Alleen bezin ik me dan liever op het<br />

vraagstuk of Henoch wel echt met zijn smartphone in<br />

zijn hand al discussiërend en elucubrerend wandelde<br />

met God. Beste lezers, stelletje Martha’s, ik vermoed<br />

dat Henoch de voorkeur gaf aan een rustige wandeling<br />

met de Man naast hem en in harmonie met zijn medewandelaars.<br />

Zou u dit wel leuk vinden maar heeft u het<br />

te druk en geen tijd voor een wandeling? Ren dan maar<br />

snel uw drukke leventje uit. Ikzelf geef de voorkeur aan<br />

een ontspannende wandeling.<br />

Daniël Schenkeveld, Quo Vadis (3)<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


Amicitia<br />

Amicae amicique,<br />

Amicitia: op de C.S.F.R. wordt ze graag bedreven, maar<br />

weinig besproken. Op Emèt Qenee is dat niet veel<br />

anders. Dit jaar hopen we echter tijdens ons IVe lustrum<br />

in het bijzonder stil te staan bij de amicitia. In<br />

dit artikel zal ik enige gedachten met u delen over de<br />

amicitia, of zoals ze in de burgermaatschappij genoemd<br />

wordt, de vriendschap. Ontmoeting, overtuiging<br />

en ontplooiing, de drie pijlers van de C.S.F.R., zullen<br />

hierbij centraal staan.<br />

Vaak blijft de amicitia voorbehouden aan de ‘ontmoeting’<br />

en wordt zij gescheiden van ‘overtuiging’ en ‘ontplooiing’.<br />

Concreet komt dit erop neer dat men over<br />

een borrel vaak wel zegt dat het een amicale activiteit<br />

was, maar een Bijbelkring wordt meestal niet als zodanig<br />

getypeerd. Een Bijbelkring is veeleer een bijeenkomst<br />

die in het licht van overtuiging en/of ontplooiing<br />

staat.<br />

“Integrale amicitia is meer<br />

dan sport met medeintellectuelen<br />

en muzikaal<br />

getinte varia”<br />

In de praktische beleving van de civiet lijkt er dus een<br />

scheiding te zijn tussen ontmoeting, overtuiging en<br />

ontplooiing. Overtuiging en ontplooiing worden in een<br />

ander hokje geplaatst dan de ontmoeting. De rol van<br />

de amicitia wordt als gevolg hiervan ook beperkt. De<br />

gedeelde christelijke levensovertuiging die wij onszelf<br />

als norm stellen, is niet altijd even duidelijk zichtbaar<br />

als er een goede borrel georganiseerd wordt. Terwijl<br />

dat ons juist zou moeten onderscheiden van de<br />

wereldse verenigingen.<br />

Mijns insziens kunnen ontmoeting, overtuiging en ontplooiing<br />

echter niet van elkaar gescheiden worden. De<br />

drie pijlers vinden elkaar juist in de amicitia. Ik zal nu<br />

eerst proberen de band tussen ontmoeting en overtuiging<br />

beschrijven en vanuit daar voortbouwen naar<br />

een overkoepelende definitie van amicitia.<br />

U zult uit eigen ervaring wel weten dat het een stuk<br />

fijner is om, bijvoorbeeld op een kring, over de zaken<br />

van het geloof te spreken, als u uw gesprekspartners<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

ook op andere vlakken beter<br />

hebt leren kennen. Kringweekenden<br />

worden niet<br />

voor niets georganiseerd.<br />

Het is nu eenmaal zo dat<br />

mensen meer vrijmoedigheid<br />

hebben om over zeer<br />

persoonlijke zaken zoals hun<br />

geloof te spreken, als er al<br />

een onderlinge band is.<br />

Ingezonden artikel<br />

De ontmoeting is een vaak onderschat fenomeen,<br />

als het gaat om een basis waarop voortgeborduurd<br />

kan worden op het vlak van overtuiging en ontplooiing,<br />

maar bij ontmoeting op zichzelf kan het niet blijven.<br />

Amicitia die gebaseerd is op enkel ontmoeting,<br />

is ijdelheid. Integrale amicitia is meer dan sport met<br />

mede-intellectuelen en muzikaal getinte varia. Integrale<br />

amicitia gaat, zoals de term al aangeeft, over het<br />

gehele wezen van de vriendschap.<br />

Maar wat moeten we dan verstaan onder het gehele<br />

wezen van de vriendschap? Laat mij hiervoor een<br />

beroep doen op één van de kerkvaders, namelijk Augustinus<br />

van Hippo, die er bekend om staat dat hij<br />

als eerste een christologisch karakter toedichtte aan<br />

het vriendschapsidee. Augustinus gaf in één van zijn<br />

brieven een zeer kernachtige definitie van vriendschap:<br />

“Vriendschap is trouw in Christus, in Wie alleen<br />

zij ook eeuwig en gelukkig kan zijn.” Het aspect van de<br />

ontmoeting binnen de amicitia kan dus niet zonder het<br />

aspect van de overtuiging.<br />

“Vriendschap is trouw in<br />

Christus, in Wie alleen zij ook<br />

eeuwig en gelukkig kan zijn”<br />

Op de C.S.F.R. zien we deze visie op de vriendschap culmineren<br />

in de woorden ‘amicitia semper’, welke vaak<br />

na een amicale dronk uitgesproken worden. De woorden<br />

‘amicitia semper’ verwijzen naar de immer durende<br />

vriendschap die de civieten elkaar toewensen,<br />

waar we – in de woorden van Augustinus – slechts<br />

toe in staat zijn als deze vriendschap ook (de trouw<br />

in) Christus als haar fundament kent. Het is overigens<br />

belangrijk om te beseffen dat Augustinus zijn vriendschappen<br />

beschouwde als meer dan simpelweg een<br />

relatie tussen twee of meerdere personen. Vriendsc-<br />

Klankbord<br />

31


Klankbord<br />

32<br />

Ingezonden artikel / Cartoon<br />

hap is een gave van God en om die reden moeten wij<br />

ook God de eer geven in onze vriendschappen.<br />

Zoals wij zien dat de ontmoeting en overtuiging samenkomen<br />

in de amicitia, met Christus als haar fundament,<br />

zo kunnen we ook de ontplooiing als verlengde<br />

hiervan zien. Verbonden in en met Christus, zijn we in<br />

staat om toe te groeien naar het scheppingsdoel, als<br />

leden van één Lichaam: “Want wij zijn Zijn maaksel,<br />

geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen,<br />

die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin<br />

zouden wandelen.” 1<br />

1 Efeze 2:12<br />

Ik hoop dat ik met dit artikel een aanzet heb gegeven<br />

tot verdere overdenking van het begrip amicitia. Als u<br />

behoefte hebt om u verder te verdiepen in de amicitia,<br />

dan nodig ik u van harte uit op het forum dat Emèt<br />

Qenee in het kader van haar lustrum hoopt te organiseren<br />

op D.V. 29 januari 2013. Meer informatie vindt u<br />

op de achterzijde van deze DC. Rest mij nu niets anders<br />

dan u een hartelijk ‘amicitia semper’ toe te wensen.<br />

Met amicale groet,<br />

Lydia Bekebrede, Panoplia (3)<br />

Willem-Rutger van Dijk, Emèt Qenee (3)<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


Born to be stuur: interview met Mirjam van Wijk<br />

Nummer 53bis. We hebben nog maar net aangebeld,<br />

of de deur zwaait al open: “kom erin!” Twee<br />

trappen hoger stappen we binnen in de gezellige<br />

studentenkamer van Mirjam van Wijk. Vandaag zal<br />

mevrouw de vice-ab actis, die als olim-redactielid<br />

van De Civitate interviews heeft afgenomen, zelf<br />

geïnterviewd worden. De lunch staat klaar en zelfs<br />

de soep is geregeld. Als de bimbam van de Rooms<br />

katholieke kerk op de hoek uit is gespeeld kan het<br />

interview van start gaan.<br />

Mirjam komt uit een grote familie met zeven kinderen.<br />

Ze is opgegroeid in Herkingen op Goeree- Overflakkee<br />

en heeft in Middelharnis op de middelbare school<br />

in gezeten. Daar heeft ze na eerst drie jaar VWO<br />

gevolgd te hebben Havo-examen gedaan. Ze koos<br />

voor het profiel N&G: “Ik wilde graag iets praktisch<br />

gaan doen, maar daar is het echt helemaal nooit van<br />

gekomen.” Toen ze op het VWO zat wilde ze juist niet<br />

gaan studeren: “De universiteit leek me een heel groot<br />

gebouw waar je alleen maar kon verdwalen, dus daar<br />

had ik toen niet zo veel zin in.”<br />

Toen ze klaar was met de Havo heeft Mirjam een jaar<br />

lerarenopleiding Nederlands gedaan aan de Hogeschool<br />

Utrecht. Toen wilde ze toch gaan studeren, dat wist<br />

ze zeker, en na de Havo was dit een manier om op de<br />

universiteit te komen. Met haar universitaire studie is<br />

ze uiteindelijk de voor literatuurwetenschap gegaan<br />

in plaats van Nederlands, omdat alle literatuurvakken<br />

haar meer boeien dan grammatica. Hoewel Mirjam<br />

geïnteresseerd is in literatuur, zijn er nog meer dingen<br />

die haar boeien. Zo kwam ze op het idee om een minor<br />

te volgen over de Islam. Uiteindelijk heeft ze besloten<br />

om na haar bachelor, die ze als het goed is afrondt in<br />

januari 2013, de Master ‘Religies in de hedendaagse<br />

samenleving’ te doen. Wat ze daar mee wil weet ze nog<br />

niet. “Beleid lijkt me heel gaaf, maar iets praktisch als<br />

het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, red.)<br />

ook.” Maar het kan ook zijn dat Mirjam onderzoeker<br />

wordt, want de wetenschap trekt haar ook. Maar eerst<br />

gaat ze na haar bachelor een half jaartje lekker werken<br />

of stage, wellicht in een “Arabisch buitenland” tot haar<br />

Master begint.<br />

Op kamers in Utrecht<br />

Na de Havo kwam Mirjam naar Utrecht, ze heeft<br />

bewust voor de Utrechtse studentenstad gekozen.<br />

“Het leek me heel leuk, dit is gewoon een leuke stad<br />

en ik kende er al wat mensen.” Haar broer en zus<br />

woonden ook in Utrecht en zaten beiden op Sola. Hoe<br />

ze op Sola terecht is gekomen is dan eigenlijk ook geen<br />

vraag meer: “Ik heb eigenlijk helemaal niet nagedacht<br />

over wat ik zelf wilde, maar ik dacht: daar ga je gewoon<br />

op.” Of ze spijt heeft gehad van haar keuze? In haar<br />

eerste jaar wel. “Dan dacht ik wel eens: wat doe ik<br />

hier? Het was anders dan ik had gedacht, veel groter.”<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Born to be stuur<br />

Maar al snel had Mirjam haar draai gevonden en veel<br />

nieuwe vrienden gemaakt. Spijt heeft ze dus zeker niet<br />

van haar keuze voor Sola.<br />

Met haar keuze voor Utrecht werd ook de stap gezet<br />

om op kamers te gaan. In het begin woonde ze in een<br />

huis met allemaal meiden die ongeveer tien jaar ouder<br />

waren dan zijzelf. “Dat was wel grappig want eentje<br />

was ook echt een soort moeder voor mij. Het was best<br />

wel een schok, de verhuizing uit Herkingen, een klein<br />

dorpje, naar Utrecht.” Haar huisgenoot, maar ook<br />

haar broer en zus lieten hun zusje niet aan haar lot<br />

over. “Ik weet nog dat in de eerste week mijn broer<br />

en zus zonder dat ze dat van elkaar wisten allebei een<br />

plattegrond van Utrecht door de brievenbus hadden<br />

gedaan.” Verdwalen kon dus niet meer. Het leven op<br />

kamers vond Mirjam vanaf de eerste dag helemaal<br />

fantastisch. Ze wilde ook graag op kamers. En lachend:<br />

“Ik voelde me vooral echt heel erg groot.”<br />

Zoeken naar antwoorden op de Civitas<br />

Mirjam hoeft niet lang na te denken over wat ze<br />

waardevol vindt aan de C.S.F.R. Ze denkt dat het goed<br />

is dat mensen, die op hetzelfde moment in hun leven<br />

geconfronteerd worden met de ‘boze buitenwereld’,<br />

samen een positie in kunnen nemen en ervaringen<br />

uit kunnen wisselen. Op de C.S.F.R. zijn er mensen die<br />

verder of minder ver zijn in deze ontwikkeling. Juist<br />

dan is gesprek tussen beide partijen zinnig. Ook de<br />

verschillende achtergronden hebben volgens Mirjam<br />

zeker meerwaarde: “Eigenlijk valt het me op dat het<br />

best wel breed is op de C.S.F.R., mensen met allemaal<br />

een eigen verhaal en hoe je daar dan samen over<br />

nadenkt. Dat verbindt je, en dan zie je ‘zo kan het ook’<br />

en het kan ook leerzaam zijn.” Ook de vriendschappen<br />

die je kunt opbouwen op de C.S.F.R. vindt ze belangrijk,<br />

want “die gaan een leven lang mee.”<br />

Mirjam ziet er wel een gevaar in dat er op de C.S.F.R.<br />

geen autoriteit meer aanwezig is: “We zijn allemaal<br />

op zoek naar hoe het zit en je je studie met je geloof<br />

combineert. Je ouders zeggen niet meer wat je moet<br />

doen maar dat kun je zelf bepalen. Dat kan er ook weer<br />

voor zorgen dat bepaalde mensen, vaak mensen met<br />

de wat grotere mond, bepalen wat andere mensen<br />

gaan denken. Je bent allemaal aan het zoeken, en hoe<br />

meer kan en hoe meer mag, hoe cooler, lijkt het bijna,<br />

en dat vind ik eigenlijk wel een beetje eng, een beetje<br />

stuurloos.” Je bent even helemaal los. Maar ze hoopt<br />

en denkt dat de C.S.F.R. een geschikte plek is voor het<br />

zoeken en vinden van antwoorden op vragen die er<br />

dan zullen komen.<br />

“Als eerstejaars op de vereniging voelde ik dit<br />

voornamelijk sterk. Je hebt je eigen kaders als je<br />

binnenkomt, en dan zie je alles opeens anders gaan en<br />

zijn die kaders weg en het is de vraag wat je daarvoor<br />

terugkrijgt. Je begint helemaal bij nul en is al die<br />

invloed die je op de C.S.F.R. krijgt goed?”<br />

Civitas<br />

33


Civitas<br />

34<br />

Born to be stuur<br />

Mirjam benadrukt dat het belangrijk is dat er goede<br />

autoriteiten voor terugkomen. “De C.S.F.R. moet niet<br />

een soort geleidelijke kennismaking met de wereld<br />

zijn als overgang. Op de C.S.F.R., met mensen die<br />

hetzelfde denken maar ook weer verder denken, kom<br />

je dan uiteindelijk ergens terecht waar je misschien<br />

helemaal niet wilt zijn.” Enerzijds ziet Mirjam dus<br />

zeker de meerwaarde ervan in dat op de C.S.F.R. het<br />

gesprek open is, de vroegere autoriteiten wegvallen<br />

en je bij nul kunt gaan beginnen om je positie in te<br />

nemen. Anderzijds blijft het spannend als autoriteiten<br />

wegvallen. Wat krijg je er voor terug? Waar brengt het<br />

mensen? “Dat je op C.S.F.R. leert om met een kritisch<br />

oog naar je studie te kijken vind ik wel echt goed.”<br />

De waarde van het landelijk<br />

Mirjams mening over het landelijk is veranderd sinds<br />

ze landelijk actiever is en een plaats heeft in het<br />

landelijk bestuur. “Eerst dacht ik ‘C.S.F.R. is negen<br />

keer Sola’, maar dat is helemaal niet zo. Dat de<br />

disputen onderling zo verschillen, maakt het voor het<br />

landelijk bestuur lastig de C.S.F.R. naar buiten toe te<br />

vertegenwoordigen. Ook naar binnen toe is het lastig,<br />

omdat op ieder dispuut weer andere dingen spelen.<br />

Dat maakt het lastig om het samen te brengen.”<br />

Niet iedere civiet is ook landelijk actief, maar Mirjam<br />

kan hier wel inkomen: “Ergens kan ik dat ook wel<br />

begrijpen. Op Sola hoor ik dat mensen ook wel eens<br />

zeggen: ‘Sola is groot genoeg, wat moet ik met het<br />

landelijk’.” Toch ziet ze wel meerwaarde in het landelijk:<br />

“Je landelijke verband is wel je historie en besturen<br />

halen daar ook heel veel uit, dus ik vind het niet erg<br />

als mensen plaatselijk zich niet echt met het landelijk<br />

bemoeien, maar ik denk dat het voor besturen wel<br />

belangrijk is om de link te hebben. En hoe je dat dan<br />

samenbrengt, dat is altijd een beetje spannend.”<br />

Als je verschillende mensen civieten vraagt wat<br />

de C.S.F.R. hen gebracht heeft, kan het antwoord<br />

verschillend zijn. Een dispuut vormt je. “Als ik op<br />

Panoplia had gezeten, was ik misschien wel een<br />

parelmeisje geweest, heel gechargeerd, en op Sola<br />

ben ik dat niet. Ik denk dat dat best veel uitmaakt. Een<br />

vereniging vormt je, niet alleen wat je vindt maar ook<br />

wat je doet.”<br />

Vice-ab actis in het landelijk bestuur<br />

Wat vindt Mirjam van het landelijk bestuur? Mirjam<br />

geeft aan dat ze het landelijk bestuur echt heel leuk<br />

vindt. Vooral de inhoudelijke taken van het besturen<br />

liggen haar wel, en ook de algemene bestuurstaken<br />

doet ze met plezier. “De functie van vice-ab actis is<br />

intern. Het is eigenlijk administratie bijhouden; zorgen<br />

dat de Wapenveld verzonden wordt, zorgen dat de DC<br />

verzonden wordt, ledengegevens bijhouden, dat soort<br />

dingen.” Mirjam ziet de bestuurstaak als belangrijk:<br />

“Het is meer dan op de winkel passen.” Ze geniet van<br />

het contact met de andere bestuursleden, en ook<br />

vindt ze de vele contacten die ze heeft gelegd sinds ze<br />

in het landelijk bestuur zit waardevol. “Je ziet de hele<br />

de C.S.F.R. en niet alleen je eigen dispuut, en maakt<br />

ook veel meer van de contacten met de buitenwereld<br />

mee. Vragen worden besproken als hoe ga je om met<br />

media, wat voor plaats heeft de C.S.F.R. binnen de<br />

refozuil, wat is de koers van de C.S.F.R.? Dat is boeiend,<br />

“Een vereniging vormt je, niet<br />

alleen wat je vindt maar ook wat<br />

je doet.”<br />

en ook leuker dan ik dacht eigenlijk.”<br />

Spijt heeft ze zeker niet dat ze in het landelijk bestuur<br />

is gegaan. Wel leeft ze met gemengde gevoelens toe<br />

naar de wissel, die niet meer zo lang op zich laat<br />

wachten: “We zitten stiekem al wel eens een beetje<br />

over de wissel te praten. Wat dan, en gaan we elkaar<br />

daarna nog zien, en wat ga je dan doen met je leven.<br />

En het lijkt me gewoon jammer om geen BV meer te<br />

hebben, dat is gewoon leuk.” Het feit dat ze Sola ook<br />

wat meer af zal gaan bouwen als ze uit het landelijk<br />

bestuur is telt ook mee. “Dat Sola had eerst heel veel<br />

tijd, ongeveer alles behalve je studie. Nu de C.S.F.R.,<br />

en als dan C.S.F.R. wegvalt, dan is dat wel anders.” Wel<br />

heeft Mirjam er zin in zich helemaal op haar Master te<br />

gaan richten. Ze vindt het jammer dat ze nu niet altijd<br />

voor de volle honderd procent ergens voor kan gaan:<br />

“Je moet gewoon een beetje schipperen tussen studie<br />

en C.S.F.R.”<br />

Studiekarakter<br />

Wat Mirjam belangrijk vindt voor de C.S.F.R. is het<br />

studiekarakter. Het is nú de tijd om daar de tijd voor<br />

te nemen, en als je het niet doet op de C.S.F.R. dan ga<br />

je het misschien helemaal niet meer doen.” Volgens<br />

Mirjam moet de C.S.F.R. meer zijn dan een JV+, het<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


moet een plek zijn waar je gevormd wordt door de<br />

vele verschillende mensen. “Dus: meer lezen, maar<br />

ook vooral meer erover praten.” Samen kunnen we<br />

praten over wat je in je studie en in je geloofsleven<br />

tegenkomt. “In het onderzoek van Ben Provoost komt<br />

naar voren dat er een soort van geloofszekerheid<br />

vanzelfsprekend is op de C.S.F.R. Als ik naar mensen<br />

om me heen kijk weet ik niet of dat echt waar is, maar<br />

neem gewoon de tijd om in vier vijf jaar een antwoord<br />

“Je moet niet je huisje<br />

dichthouden, maar ook niet al<br />

te veel de wereld naar binnen<br />

laten, om dan vervolgens niet<br />

meer kritisch naar de wereld te<br />

kunnen kijken.”<br />

te formuleren op de vraag hoe het leven zit, om zo de<br />

maatschappij in te gaan.” Natuurlijk vindt Mirjam dat je<br />

op de C.S.F.R. ook wel lol mag hebben, en af en toe een<br />

beetje gek over je achtergrond mag doen en gezellig bij<br />

elkaar zijn en biertjes drinken. Maar uiteindelijk moet<br />

je ook een visie vormen op God, de wereld en jezelf.<br />

En Mirjam voegt hier lachend nog een vorm van logica<br />

aan toe, namelijk dat ze het belangrijk vindt dat “op<br />

C.S.F.R. de dingen gebeuren die op C.S.F.R. moeten<br />

gebeuren, maar dat je op C.S.F.R. niet te veel dingen<br />

doet die weinig met C.S.F.R. te maken hebben.” Dingen<br />

die we als C.S.F.R. liever niet terugzien in de krant,<br />

moet je wat haar betreft ook gewoon niet doen. Ook<br />

dingen die ver van onze wortels af staan moeten we<br />

niet doen, of anders goed over nadenken. “Omdat je<br />

juist vanuit de C.S.F.R. kritisch moet staan zowel naar<br />

je eigen kringetje als naar de buitenwereld. Je moet<br />

niet je huisje dichthouden, maar ook niet al te veel<br />

de wereld naar binnen laten, om dan vervolgens niet<br />

meer kritisch naar de wereld te kunnen kijken.” Je moet<br />

over je achtergrond en de wereld allebei nadenken, en<br />

richting allebei een houding hebben.<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Born to be stuur<br />

De tijdgeest<br />

Mirjam vindt het thema van deze DC boeiend. In haar<br />

studie literatuurwetenschap komt ze dit thema an<br />

sich niet tegen, maar wel er is wel een tijdgeest in<br />

literatuur te vinden, namelijk postmodernisme. “Dat<br />

is denk ik ook wel waar ik meer over wil nadenken.<br />

In mijn studie zie ik dat echt alles relatief wordt. Het<br />

ging niet meer om wat iemand schreef, maar alleen<br />

om de interpretatie. Eigenlijk wordt alles zo relatief<br />

dat het allemaal nihilistisch wordt.” Deze extreme<br />

vorm maakte dat Mirjam zich hierover wel een<br />

beetje down voelde omdat ze dan dacht ‘waar ben ik<br />

nu eigenlijk mee bezig, het maakt toch allemaal niet<br />

uit’. Mirjam geeft aan dat het moeilijke van radicale<br />

postmoderniteit is dat het je laat twijfelen aan alles en<br />

je het gevoel geeft dat er geen basis is. Hierdoor kun je<br />

ook geen standpunten meer innemen, dingen geloven<br />

of ergens voor gaan. Het zou volgens Mirjam zomaar<br />

kunnen dat deze tijd dan ook een overgang is naar een<br />

andere tijd. “Ik ben benieuwd wat er over vijfhonderd<br />

jaar over deze tijd gezegd wordt, of er dan een nieuw<br />

idee is of dat postmodernisme gewoon het einde van<br />

alle ideeën is en er nooit meer normatief nagedacht<br />

mag worden.” Tijdgeest komt volgens Mirjam ook terug<br />

in je eigen leven en gedachten die je bij concepten<br />

als kerk en geloof hebt. De generatie vóór ons is wat<br />

minder genuanceerd dan deze generatie, maar dat<br />

zorgt er wel voor dat je een zoekende generatie bent<br />

zonder zekerheden.<br />

Voor het christendom is het postmodernisme wel<br />

een uitdaging volgens Mirjam, want “je bent een<br />

geloofssysteem met dogma’s en dat kun je heel<br />

moeilijk kwijt.” Toch denkt Mirjam dat deze tijd veel<br />

kansen biedt voor het christendom. “Aan de ene kant is<br />

er een soort twijfel en relativiteit, maar aan de andere<br />

kant zie je dan ook wel dat mensen zich afvragen waar<br />

het in het leven echt om gaat. En dan komen de kleine<br />

verhalen over geloof, hoop en liefde, en daar ligt echt<br />

een kans in. Het is een spannende tijd en het is goed<br />

om er met z’n allen over te praten.”<br />

Interview door Arina Meeuse, Panoplia (5) en Evelyne<br />

Gouw, Sola Scriptura (3)<br />

Civitas<br />

35


Civitas<br />

36<br />

Fotopagina<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Fotopagina<br />

Civitas<br />

37


Civitas<br />

38<br />

Rivaliteit<br />

Rivaliteit: Als eer een doel wordt<br />

Een jaar van rivaliteit is bijna voorbij. Een jaar waarin<br />

enkele geslaagde en minder geslaagde brasacties<br />

plaatsvonden. Een jaar waarin de schrijvers van de<br />

rubriek ‘Rivaliteit’ bijna unaniem meenden dat zij een<br />

goede brasactie hadden gehouden of een brasactie<br />

met succes wisten te verijdelen. Maar in hoeverre was<br />

deze overtuiging terecht?<br />

Waarom brassen we? Brassen<br />

heeft als doel de amicitia te<br />

verhogen. We willen de vriendschappelijke<br />

banden aanhalen<br />

tussen verschillende disputen<br />

en nemen daarvoor een dispuutsobject<br />

of bestuurslid mee,<br />

als de kans zich voordoet. Een<br />

brasactie is geslaagd als we vinden<br />

dat we hem goed hebben<br />

uitgevoerd en het begeerde object in onze handen is.<br />

Of hangt het slagen van een brasactie niet samen met<br />

het in handen krijgen van het felbegeerde object?<br />

Is een brasactie wel succesvol als we er vooral zelf<br />

van overtuigd zijn dat hij geslaagd is? Wat is dan de<br />

rol van de amicitia? En eigenlijk nog meer: hoe kunnen<br />

we God eren als we de tegenpartij verdriet doen<br />

of boos maken met onze acties? Hoe kunnen we voor<br />

God leven als we vooral bezig zijn met onze eigen eer?<br />

Wat nu als we als we eens als uitgangspunt nemen<br />

dat de mening van het belaagde dispuut aangeeft hoe<br />

goed een brasactie is gelukt? Als zij respect betuigen<br />

en anderen gaan vertellen over hoe goed uw brasactie<br />

in elkaar stak, zou dat niet een veel betere indicator<br />

zijn?<br />

Als we de visie van de tegenpartij als uitgangspunt<br />

gaan nemen bij het brassen, zou er dan nog wel lomp<br />

en boers gebrast kunnen worden? Zijn braspartijen<br />

waarbij ramen, deuren, convocaten, zegels, pedelstaffen<br />

en armen van medecivieten sneuvelen dan<br />

nog wel zo geslaagd? Als u het maar vergoed, dan is<br />

enige schade geen probleem, denkt u misschien. Maar<br />

hoe denken uw medecivieten hierover als u aan hun<br />

eigendommen schade veroorzaakt? En hoe dient dit<br />

de amicitia?<br />

Dit zeggende, steek ik mijn hand net zo goed in mijn eigen<br />

boezem. Ik ben nooit vies geweest van wat geduw<br />

en getrek, om een felbegeerd vaandel, lint of stok in<br />

handen te krijgen. Het spijt me oprecht als ik één van<br />

u hiermee ooit heb geërgerd, boos gemaakt of pijn<br />

gedaan. Mijn visie op het brassen binnen de C.S.F.R.<br />

is in het afgelopen jaar enigszins veranderd. Ik geloof<br />

dat elke civiet er baat bij heeft als we het doel van het<br />

brassen beter in het oog houden: het aanhalen van de<br />

vriendschappelijke banden.<br />

Mocht u brassen nu toch vooral doen vanwege de eer:<br />

denk er dan aan dat u de meeste eer ontvangt als anderen<br />

positief en met bewondering over uw daden<br />

spreken. Juist veel meer dan wanneer u zelf hoog<br />

opgeeft van uw eigen prestaties. Laat eer liever een<br />

gevolg zijn, geen doel van ons handelen.<br />

Hans van Leersum, Emèt Qenee (5) (het kleinste dispuutje<br />

ter wereld)<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


In de hersteld hervormde pastorie van Houten worden<br />

wij vriendelijk opgevangen door dominee R.P. van<br />

Rooijen en zijn vrouw. Nadat hij ons begeleid heeft<br />

naar de studeerkamer, vraagt hij nog eens vriendelijk<br />

hoe wij de koffie drinken. Onderwijl zijn wij al druk<br />

in gesprek met ds. Van Rooijen over oude tijden die<br />

herleven, archaïsch taalgebruik bezigende.<br />

Dominee Van Rooijen vertelt over zijn studententijd.<br />

Hij komt uit een liberaal nest, uit de middenorthodoxie<br />

van de Hervormde Gemeente in Wassenaar. Hij kwam<br />

in 1972 van de HBS-B en ging toen Economie studeren<br />

in Rotterdam en<br />

werd daar lid van<br />

het Rotterdamsch<br />

Studenten Corps. Daar<br />

in Rotterdam kwam hij<br />

in contact met iemand<br />

uit de Gereformeerde<br />

Gemeenten in<br />

Nederland. “Ik weet<br />

nog dat we tijdens een college statistiek begonnen over<br />

‘wat we met Pasen zouden gaan doen’. ‘Naar de kerk<br />

natuurlijk’, zo zei hij, en zo raakten we aan de praat.”<br />

Toen ds. Van Rooijen hem vroeg naar de kerken waar<br />

hij heen ging in Rotterdam, werd hem de weg gewezen<br />

naar de Gereformeerde Gemeente in Alexanderpolder.<br />

Daar woonde ds. Van Rooijen zelf in die tijd op kamers.<br />

Via deze jongen (die overigens zelf geen lid was van de<br />

C.S.F.R.) werd hem de weg gewezen naar het dispuut<br />

Ichthus.<br />

Lidmaatschap<br />

Hij is toen ook regelmatig naar de kerk gegaan bij ds. J.<br />

Baaijens in de Ger. Gem. Alexanderpolder. Hij kan zich<br />

nog goed een preek herinneren over de last van Duma<br />

(uit Jesaja): Wachter, wat is er van de nacht? Wachter,<br />

wat is er van de nacht? “Daar werd ik als zondaar<br />

aangewezen.” Nadat hij er eerst boos over werd, is hij<br />

later de waarheid ervan in gaan zien. “Toen kon ik ook<br />

geen lid meer zijn van het Corps. Ook heb ik toen mijn<br />

lidmaatschap van de VVD omgezet in een lidmaatschap<br />

van de SGP. Op 3 juni 1973 had ik overigens al belijdenis<br />

gedaan in Wassenaar, bij ds. J.A.G. van Zanten.”<br />

In 1974 werd ds. Van Rooijen lid van het dispuut<br />

Ichthus. “Dat was in de tijd toen Max Teding van<br />

Berkhout praeses was het landelijk. Dat was toen al<br />

een bijzonder deftige man. Hij droeg bijvoorbeeld af<br />

en toe een bolhoed.” Toen ds. Van Rooijen in 1975 ook<br />

Wiskunde ging studeren in Leiden, werd hij ook lid<br />

van het dispuut Panoplia. “Dat was een boeiende tijd,<br />

vooral in Leiden. Ik heb nog steeds wel contact met<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Interview met ds. Van Rooijen<br />

RRQR-interview<br />

wat Leidenaren. Iemand die veel indruk op me maakte<br />

was ds. H. Paul. Hij leidde in Leiden een Institutiekring,<br />

een samenwerking tussen de Ger. Gem. en de C.S.F.R.<br />

in Leiden. Die kring werd later overgenomen door<br />

Rinus Houtman. Met Rinus en Miep heb ik nog steeds<br />

contact.”<br />

“De onderwerpen ‘mystiek’<br />

en ‘bevinding’ hebben beide<br />

te maken met de verborgen<br />

omgang met de Heere.”<br />

Dispuutsleven<br />

“We hebben nog steeds een ‘Panoplietenkring’. Een<br />

paar zaterdagen per jaar komen we bij elkander en<br />

eten gezamenlijk.”<br />

Ook in die tijd kwamen de notulen er nooit<br />

ongeschonden door. Alles werd tot op de punt en<br />

komma nagespit. Ook het ge-prealabel was niet van de<br />

lucht. De vergaderingen waren altijd het hoogtepunt.<br />

“Verder had je natuurlijk de Bijbelkringen. Ik kan me op<br />

Ichthus nog een kring herinneren met Piet den Uyl op<br />

de Struisenburgdwarsstraat en op Panoplia een kring<br />

met Piet Wagenaar. Uit die tijd heb ik nog een bijnaam<br />

overgehouden. Bij Piet Wagenaar, die op kamers zat bij<br />

Rinus Houteman liep een grote hond door het huis. Ik<br />

zei dan: “Kijk uit voor de teckel”. Sindsdien werd ik in<br />

het gezin Houtman ‘De Teckel’ genoemd.”<br />

“Wat ik me vooral herinner van die tijd, zijn de<br />

discussies. Door de vele contacten konden we elkander<br />

wat opscherpen.”<br />

U hebt ook in het bestuur gezeten. Wat herinnert u<br />

zich van die jaren?<br />

“Ik ben twee jaar achtereen landelijk fiscus geweest.<br />

Eerst in ’76-’77 bij Mart-Jan Paul en daarna in ’77-<br />

’78 bij Pieter van Ruitenburg. Ik kreeg de bijnaam ‘De<br />

Krent’ vanwege mijn fiscale beleid. De contributie<br />

ging omhoog en de uitgaven gingen naar beneden.<br />

Op deze manier maakten we winst om de financiën<br />

weer wat op orde te kregen. Ook zat ik veel achter de<br />

wanbetalers aan. Van één iemand, die nu predikant is,<br />

moet de C.S.F.R. nog steeds geld krijgen.”<br />

Dominee Van Rooijen kan zich nog goed een ZoCo uit<br />

die tijd herinneren. “De ZoCo van ’76 ging over mystiek<br />

en bevinding. Er is, toen ik fiscus was, een boekje<br />

verschenen met de lezingen erin. Daar is toen zelfs nog<br />

winst op gemaakt. Ik zal het even zoeken.” De hersteld<br />

hervormde predikant pakt er het huishoudtrapje<br />

bij, zet het op de juiste plek tegen de boekenkast,<br />

loopt vier treden op en pakt met een trefzekere<br />

Civitas<br />

39


Civitas<br />

40<br />

RRQR-interview<br />

greep een boekje uit de kast. Hier heb ik het. Die<br />

onderwerpen blijven me boeien. Ze hebben beide te<br />

maken met de verborgen omgang met de Heere. Ik<br />

ben erin geïnteresseerd geraakt toen ik een boek van<br />

Theodorus a Brakel las, De trappen des geestelijken<br />

levens. Ik kan me nog herinneren van die ZoCo dat<br />

professor Quispel de mystiek meende te vinden in de<br />

Oud Gereformeerde Gemeente van Kinderdijk. Maar<br />

er zijn ook echt nadelen aan de mystiek. Een mens kan<br />

er zomaar wat mee worden. Daarom moet je altijd<br />

Kohlbrugge erbij lezen voor het evenwicht. Die legt<br />

de nadruk op het Woord, het moet getoetst kunnen<br />

worden! Bij hem blijft er van de mens niets meer over<br />

dan een arme zondaar.”<br />

Orde des heils<br />

Na twee jaar landelijk fiscus geweest te zijn, werd ds.<br />

Van Rooijen praeses van het dispuut Ichthus. In dat<br />

jaar was er een serie lezingen over de orde des heils.<br />

Dominee Van Rooijen kan zich nog lezingen herinneren<br />

van Aart Moerkerken, van ds. H.A. Vosman, van Reinier<br />

van Kooten, van ds. W.L. Tukker over de heiligmaking<br />

en van ds. C. Harinck over de heerlijkmaking. “Ik kan<br />

me die avond met de oude dominee Tukker nog goed<br />

herinneren. Hij deed in die tijd bijstand in het pastoraat<br />

in Wassenaar. Hij was toen erg zenuwachtig voor de<br />

lezing. Omdat ik ook uit Wassenaar moest komen, zou<br />

hij met mij meerijden in mijn Kevertje. Dat ging toen<br />

best hard heen en weer in dat autootje. Aan het eind<br />

vroeg ik: “Gaat het een beetje, dominee?” Toen zei<br />

hij: “Ach, een mens is zoals hij rijdt en hij rijdt zoals hij<br />

“Kohlbrugge legt de nadruk op<br />

het Woord, het moet getoetst<br />

kunnen worden!”<br />

is.” Hij is in de jaren tachtig overleden. Ik zal het even<br />

zoeken.” Huishoudtrapje, tegen de boekenkast, aantal<br />

treden op, trefzekere greep. “Ja, hier heb ik het. Dit<br />

boekje is verschenen ter nagedachtenis aan ds. Tukker.<br />

Hij is in 1988 overleden. Ik moet ook nog ergens<br />

hebben staan wanneer hij in Wassenaar bijstand deed<br />

in het pastoraat. Ik zal het even zoeken.” Tijdens het<br />

roepen van de woorden “Gade, kun je de koffiekopjes<br />

nog een keer vullen?”, herhaalt zich hetzelfde ritueel:<br />

huishoudtrapje, tegen de boekenkast, aantal treden op,<br />

trefzekere greep. “Ja, inderdaad, hij was in Wassenaar<br />

van 1977 tot 1979.”<br />

Dit nummer gaat over de tijdgeest. Wat heeft dat<br />

thema u te zeggen?<br />

Met dit soort thema’s moet je altijd oppassen. Wij zijn<br />

altijd geneigd dingen te begrijpen door ze in hokjes<br />

te stoppen, zo ook met de tijdgeest. We kunnen<br />

juist daardoor ook mistasten, ook bij het duiden van<br />

de tijdgeest. In ieder geval kan over deze tijd gezegd<br />

worden dat je niet een bepaalde waarheid mag<br />

claimen. Tenzij je dat natuurlijk op een zogenaamde<br />

bèta-wetenschappelijke manier zegt Het tweede dat<br />

gezegd moet worden, is dat er wordt gedacht vanuit<br />

“Wat kan ik betekenen voor de<br />

gemeente waar ik thuis hoor?”<br />

het subject, ook op het kerkelijk erf. Hoewel de mensen<br />

het nooit hardop zullen zeggen, beschouwen ze zichzelf<br />

als het middelpunt. Daarmee verbonden: de gegeven<br />

verbanden worden niet meer ‘relevant’ gevonden.<br />

Ook dat woord wordt gebruikt om het subject weer in<br />

het middelpunt te zetten.”<br />

“Dit alles legt een zekere druk op de kerk. Mensen<br />

gaan na een verhuizing eerst rustig zoeken naar een<br />

kerk waar zij zich thuis voelen. En dat terwijl je eigenlijk<br />

zou moeten vragen: Wat kan ik betekenen voor de<br />

gemeente waar ik thuis hoor? Dat is ook Bijbels. Kijk<br />

maar naar de barmhartige Samaritaan. Wie is mijn<br />

naaste? De Farizeeër wijst naar zichzelf toe, maar<br />

Jezus wijst de weg van jezelf af.Je moet zélf een naaste<br />

worden! Dat geeft betrokkenheid op de ander, door<br />

zélf een naaste te zijn wordt de ander dat ook. In mijn<br />

studententijd was het vanzelfsprekend om je ergens<br />

bij aan te sluiten. Tegenwoordig is alles veel vrijer en<br />

vrijblijvender geworden.”<br />

Wat kunt u nog aan de studenten meegeven wat<br />

betreft de tijdgeest?<br />

“Blijf niet hangen in het duiden van de tijdgeest, dan<br />

verval je in somberheid. Onderzoek voor jezelf hoe<br />

je met de tijdgeest moet omgaan. Het gevaar voor<br />

studenten is altijd dat men denkt het onderwerp goed<br />

doordacht te hebben. Daardoor kun je niet goed meer<br />

luisteren naar anderen. Het is daarom belangrijk om<br />

goed te luisteren naar de ander, geef tijd en ruimte om<br />

een vertrouwensband op te bouwen.”<br />

“Neem de tijd om het Woord te onderzoeken. Gebruik<br />

de kanttekeningen en kijk uit voor de valkuil dat je denkt<br />

te weten wat er staat. Verder is het belangrijk om alle<br />

dingen te onderzoeken. Probeer een aantal klassiekers<br />

te lezen, zoals de Institutie van Calvijn, de Redelijke<br />

Godsdienst van Wilhelmus a Brakel, de Belijdenissen<br />

van Augustinus en de Navolging van Christus van<br />

Thomas van Kempen. Zelf heb ik veel gehad aan The<br />

Christian’s Great Interest van William Guthrie. Probeer<br />

die boeken te vermalen. En als laatste: doe dit alles<br />

met de bede om het licht van Heilige Geest.”<br />

Interview door Reinier van Nieuw Amerongen,<br />

Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. (3)<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

De veelkleurigheid van Gods gemeenschap<br />

Wat speelt er Rondom de Civitas? In zoektocht naar<br />

het antwoord op deze vraag hebben we dit keer een<br />

interview afgenomen met IFES- studentenwerker<br />

Bram van Putten. IFES, voor de ene civiet een<br />

bekende en voor de andere civiet een minder<br />

bekende organisatie. Feit is dat met het lidmaatschap<br />

van de C.S.F.R. bijna iedere civiet (Emèt Qenee<br />

uitgezonderd) automatisch ook lid is van deze<br />

internationale organisatie van christelijke studenten.<br />

Maar wat houdt IFES precies in? Over de meerwaarde<br />

van IFES kan Bram van Putten ons meer vertellen. De<br />

sfeer in het Utrechtse kantoor van IFES is betrokken.<br />

De medewerkers hebben de gewoonte om iedere<br />

dinsdag met de mensen die aanwezig zijn voor de<br />

lunch een half uur met elkaar te zingen en te bidden.<br />

Nadat we dit moment mee mochten maken, hebben<br />

we Bram van Putten een aantal vragen voorgelegd.<br />

Studentenwerker bij IFES<br />

Hoe Bram van Putten bij IFES terecht is gekomen als<br />

studentenwerker? In het kort vertelt Bram, geboren en<br />

getogen in Kampen dat hij in Utrecht theologie is gaan<br />

studeren. Na zijn afstuderen is hij een tijd AIO geweest.<br />

Toen deze aanstelling ophield, viel zijn oog op een<br />

advertentie voor studentenwerker bij IFES. Dit ging<br />

om een studentenwerker specifiek voor studenten<br />

theologie. Het leek Bram leuk om met de ervaringen<br />

die hij tijdens zijn studie en promotieonderzoek had<br />

opgedaan met studenten in gesprek te gaan. Wel had<br />

hij vraagtekens bij of deze baan iets voor hem zou zijn.<br />

“Ik dacht: ‘IFES, IFES, een erg vrome club, en ik weet<br />

niet of ik zo gelovig ben.’” Na een gesprek met een<br />

bekende, en na de zoektocht naar het antwoord op<br />

de vraag of dit werkelijk de plek was waar God hem<br />

hebben wilde, heeft hij de stap gezet te solliciteren:<br />

“Mijn zusje, goed gereformeerd, zei: ‘Bram, handel<br />

ook gewoon via de middellijke weg, stuur gewoon een<br />

sollicitatiebrief.’” Zo begon hij in november 1999 als<br />

studentenwerker bij IFES.<br />

Bram heeft als studentenwerker bij IFES drie specifieke<br />

taken. In de eerste plaats is hij studentenwerker in<br />

Groningen, samen met twee collega s. Als teamleider<br />

is hij eindverantwoordelijk voor het werk daar, en hij is<br />

met name betrokken bij de internationale studenten. In<br />

de tweede plaats is Bram betrokken bij de organisatie<br />

en coördinatie van open kringen. Hij houdt in de gaten<br />

wat er gebeurt, waar de mogelijkheden en kansen<br />

liggen en hoe je hierop traint. “Een deel van de training<br />

is hoe je mensen uitnodigt voor een Alphacursus<br />

of open kring. Tachtig tot negentig procent van de<br />

mensen komt op persoonlijke uitnodiging. De vraag<br />

is dus hoe je in je netwerk staat en wat gastvrijheid<br />

voor jou betekent.” Bram is als projectcoördinator<br />

verantwoordelijk voor materiaal en het geven van de<br />

training aan de mensen die de open kringen leiden. Ten<br />

Interview met IFES-studentenwerker Bram van Putten<br />

Rondom de civitas<br />

derde neemt Bram plaats in het seniorteam van IFES.<br />

Dit seniorteam bestaat nog maar sinds een jaar of vier<br />

en is gestart sinds IFES aanzienlijk is gegroeid. Als lid van<br />

het seniorteam is Bram betrokken bij beleid(svorming);<br />

de beleidsbeslissingen, die eerst door het hele team<br />

genomen en besproken werden, vallen nu onder de<br />

verantwoordelijkheid van het seniorteam. Dit heeft<br />

zo zijn voordelen: “Dan kun je op intervisiedagen<br />

waar de hele staf aanwezig is veel meer bezig zijn met<br />

intervisie, bidden, Bijbellezen, en nadenken over hoe<br />

je dingen wilt doen.” De organisatie van IFES blijft een<br />

platte organisatie en nieuwe ontwikkelingen worden<br />

allemaal teruggekoppeld naar het hele team.<br />

De kracht van het Woord<br />

“Ik verbaas me erover hoe goed<br />

mensen die geen christen of<br />

andersgelovig zijn verhalen<br />

kunnen lezen! Het hele punt is<br />

dat ik niet degene ben die het<br />

vertelt, maar dat het de Bijbel<br />

zelf is die aan het woord is.”<br />

Met name de betrokkenheid bij de open kringen blijkt<br />

Brams hart te hebben. Bij Host (Hospitality for Overseas<br />

Students) in Groningen draait hij met twee kringen<br />

mee. Bram vertelt hoe ze met een kring proberen om<br />

niet alleen de verhalen van Jezus te lezen en Jezus zo<br />

te leren kennen, maar ook om het grote verhaal waar<br />

Jezus deel van uitmaakt te leren begrijpen. Hij vertelt<br />

dat het moment dat de Bijbel open gaat steeds weer<br />

fascinerend is.<br />

Bram merkt op dat het gesprek met een niet-christen<br />

of andersgelovige met een verschillende insteek<br />

plaatsvindt. “Vaak gebeurt het dat jij als expert, als<br />

christen, het uitlegt aan de zoeker. Op het moment<br />

dat dat vaker gebeurt kun je ook samen de Bijbel gaan<br />

lezen. Dit verandert de relatie fundamenteel. Jij zegt<br />

niet: ‘Ik weet het, ik leg het uit’, maar je zegt: ‘Kijk, dit<br />

is waar ik van leef, dit is de bron, dit zijn de verhalen<br />

waarin gezegd wordt wie Jezus is. Jij kunt dat net zo<br />

goed lezen als ik, en samen gaan wij in gesprek met de<br />

Bijbel.’” Bram beschrijft dat de Bijbel op deze manier<br />

de plaats van gezag wordt. De ander kan zelfstandig<br />

lezen en vragen stellen. Bram: “Ik verbaas me erover<br />

hoe goed mensen die niet-christen of andersgelovig<br />

zijn verhalen kunnen lezen! Het hele punt is dat ik<br />

niet degene ben die het vertelt, maar dat het de Bijbel<br />

zelf is die aan het woord is. En in de gereformeerde<br />

Civitas<br />

41


Civitas<br />

42<br />

Rondom de civitas<br />

traditie zijn we ervan overtuigd dat de Bijbel is waar<br />

God spreekt: God Zelf komt aan het woord.”<br />

Bijzonder is dat iemand zo zelf bijvoorbeeld tot het<br />

inzicht komt dat navolging niet iets is waar Jezus je<br />

toe dwingt. Hij komt tot de ontdekking bij het lezen<br />

van het verhaal van Bartimeüs. Op de vraag van Jezus<br />

“Wat wilt u dat Ik voor u doe?, roept Bartimeüs: Ah,<br />

Raboeni, dat ik weer kan zien! Jezus reactie hierop<br />

(Ga heen, je geloof heeft je gered) is treffend. Bram:<br />

“Ik denk dat Jezus wil zeggen dat navolging niet iets is<br />

wat je afgedwongen wordt, het is altijd een vrijwillige<br />

keuze. Ik hoefde het niet te zeggen, de student zei het<br />

zelf: ‘Hé wat grappig, als ik de verhalen van Jezus zo<br />

zie, dan dwingt Jezus helemaal niet tot navolging!’”<br />

“Als je mij vraagt wat de meerwaarde<br />

van IFES is, dan verwijs<br />

ik naar Efeze 3: broers en zussen<br />

ontmoeten van heel de wereld,<br />

zien hoe veelkleurig het is”<br />

De meerwaarde van IFES<br />

Bram hoeft niet lang na te denken om te vertellen<br />

welke meerwaarde IFES voor hem heeft. “Het heeft mij<br />

heel erg veranderd: ik heb veel van God gezien, ik heb<br />

veel verhalen gehoord over wat God doet en ik ben<br />

zelf veranderd in mijn karakter.” De rol en belang van<br />

het gebed is een van de belangrijke dingen die hij heeft<br />

geleerd. Wat hij daarnaast in IFES waardeert is dat de<br />

Bijbel centraal staat. “Goed lezen, en uitleggen op een<br />

manier zodat je begrijpt wat er staat en dat je denkt:<br />

ik word uitgedaagd om niet alleen te horen, maar<br />

ook te doen.” Als het gaat over getuigen als christen<br />

heeft Bram ook veel geleerd van IFES, dat als klassieke<br />

evangelicale beweging witness hoog in het vaandel<br />

staan.<br />

Bovendien beschrijft Bram IFES als “een gemeenschap<br />

waarin je iets ziet van de veelkleurigheid van God en<br />

van Gods gemeenschap.” Hij merkt op hoe waardevol<br />

het is te zien hoe God in verschillende culturen,<br />

mensen en landen werkt. “Als je mij vraagt wat de<br />

meerwaarde van IFES is, dan verwijs ik naar Efeze 3:<br />

broers en zussen ontmoeten van heel de wereld, zien<br />

hoe veelkleurig het is, de verhalen horen van wat God<br />

doet. Het is zo bemoedigend om de gemeenschap te<br />

merken en te ervaren dat God een God is die leeft, en<br />

dat er nog veel mensen zijn die kunnen vertellen over<br />

wat God in hun leven doet.” Ook voor studenten heeft<br />

IFES deze meerwaarde. “Ontmoet mensen van buiten<br />

je eigen kerkelijk traditie. Je bent een gemeenschap en<br />

een plek waar je ziet, merkt, hoort en voelt dat God<br />

leeft en dat God aan het werk is. Dat is wat ik heel<br />

fascinerend vind.”<br />

Daarnaast ligt de meerwaarde van IFES voor studenten<br />

zeker ook in het onderwijs, de lezingen en de trainingen<br />

die IFES aanbiedt. Bram noemt bijvoorbeeld Veritas,<br />

een op de C.S.F.R. populaire tool die door IFES wordt<br />

aangereikt. Op het moment dat verenigingen lid zijn<br />

van IFES, zijn ze ingebed in een groter netwerk waar<br />

ze uitgedaagd worden na te denken over bidden,<br />

bijbellezen en getuigen. “Misschien dat jij als individueel<br />

lid dat niet wordt, maar je bestuur, je kringleiders en je<br />

kringcoaches worden dat wel. Niet alleen uitgedaagd,<br />

maar ook toegerust. Als jij een goede kringleider hebt<br />

die goed ondersteund wordt door goede kringcoaches,<br />

zit daar ook een deel input van IFES bij.” Ook vroeger<br />

werden IFES-conferenties door C.S.F.R.-studenten<br />

bezocht, maar de toerustingsmomenten hierbuiten zijn<br />

een verandering ten opzichte van voorgaande jaren.<br />

Het feit dat er nu weinig C.S.F.R.-verenigingen zijn<br />

die naast de conferenties geen toerusting of coaches<br />

hebben, ziet Bram als een stukje “visie(ontwikkeling)<br />

die ook doorsijpelt omdat je deel bent van een grotere<br />

gemeenschap waarin je ziet dat het ook anders kan.”<br />

Bij IFES word je uitgedaagd om na te denken over wat<br />

het betekent om christen te zijn en wat het christelijke<br />

leven inhoudt.<br />

Christen zijn in deze tijd<br />

De invloed van de tijdgeest gaat zeker ook christenen<br />

en christenstudenten niet voorbij. Bram merkt op dat<br />

een opmerkelijke tendens van deze tijd is dat instituties<br />

hun gezag verliezen en dat netwerken populair zijn<br />

geworden. Daar komt bij dat de loyaliteit aan het<br />

instituut of bijvoorbeeld de kerk waar je uitkomt<br />

minder wordt. “Studenten staan veel losser ten<br />

opzichte van de kerk waar ze uitkomen dan vroeger.<br />

Het is veel minder vanzelfsprekend om naar de kerk te<br />

gaan waar je zelf uitkomt. Er wordt makkelijker geshopt<br />

en mensen verspringen makkelijker van kerk.” Hoe je<br />

houding hierin moet zijn, kan Bram niet direct zeggen.<br />

Bram: “Als het losser worden te maken heeft met je<br />

zoektocht naar het antwoord op de vraag ‘wie is God<br />

voor mij persoonlijk?’, en je om die reden uit je kerk<br />

stapt of naar een andere vereniging gaat, kan ik dat<br />

begrijpen en vind ik dat acceptabel omdat ik het heel<br />

wezenlijk vind dat je over die vraag nadenkt.” Bram<br />

benadrukt wel dat hij er steeds meer van overtuigd<br />

raakt dat geloven iets is wat in een groep thuishoort.<br />

“Je bent deel van het lichaam van Christus. Je bent deel<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


van mensen die bij elkaar komen om dezelfde Heer te<br />

dienen en te eren. Daar kun je je niet aan onttrekken.”<br />

Een tweede belangrijke tendens die Bram noemt, is<br />

dat het woord is gedevalueerd. Hoe serieus kun je<br />

woorden vaak nog nemen? Voorbeelden zijn reclames,<br />

interviews met bijvoorbeeld voetballers waarvan je<br />

bijna kunt voorspellen wat ze gaan zeggen, of een<br />

bedrijf waar je “bijna standaard weet wat de reacties<br />

zijn als je belt wanneer er iets fout is gegaan: ‘Dat<br />

weten we niet, daar doen we onderzoek naar, u hoort<br />

van ons.’ Met andere woorden: we houden onze mond<br />

tot u weer aan de bel trekt.” Bram constateert: “De<br />

buitenkant is erg belangrijk. Wij kunnen als christenen<br />

wel zeggen wat we vinden, maar we moeten het<br />

laten zien. Om in de voetbalbeelden te blijven: ‘geen<br />

woorden maar daden’. Zien mensen in mijn leven dat ik<br />

andere keuzes maak, zien mensen dat mijn levensstijl<br />

anders is dan de levensstijl van de samenleving waarin<br />

we leven?” Nogmaals wijst Bram op het belang van<br />

navolging. Als voorbeeld verwijst hij naar Marcus, waar<br />

dit heel mooi omschreven staat. “Leerlingen trekken<br />

“Wie Jezus is leer je ook<br />

gaandeweg, in de navolging.<br />

Dat is een uitdaging voor deze<br />

tijd, waar het woord zo<br />

gedevalueerd is.”<br />

een tijd met Jezus op en Hij stuurt ze er zelfs op uit<br />

van Hem te getuigen nog voordat ze weten dat deze<br />

Jezus de lijdende Messias is. Dus wie Jezus is leer je<br />

ook gaandeweg, in de navolging. Dat is een uitdaging<br />

voor deze tijd waar het woord zo gedevalueerd is.”<br />

Bram benadrukt dat bezinning op de huidige tijdgeest<br />

uitdaagt om opnieuw heel concreet na te denken over<br />

wat het betekent om in deze tijd Jezus na te volgen.<br />

“Er zijn veel ontwikkelingen, maar de belangrijkste<br />

vraag is: hoe sta je als christen in deze wereld? Welke<br />

alternatieven bieden we? Hebben wij een levensstijl<br />

die aantrekkelijk is voor mensen die niet geloven? Dat<br />

is een heel cruciale vraag.”<br />

Omgaan met vragen<br />

Bram geeft aan dat het van groot belang is dat een<br />

christelijke studentenvereniging een plaats is waar<br />

vragen besproken kunnen worden. “Praten over<br />

vragen is wezenlijk. Doe dat in een gemeenschap waar<br />

mensen met God leven. Je kunt jezelf afzonderen<br />

van een gemeenschap en voor jezelf gaan nadenken,<br />

maar het is juist belangrijk om in gesprek te gaan met<br />

anderen.” Als voorbeeld gebruikt hij de geschiedenis<br />

van Thomas. “Thomas, of hij nou gelooft of twijfelt,<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Rondom de civitas<br />

blijft deel uitmaken van een gemeenschap. Jezus<br />

kwam één week later, maar nam zijn vraag wel serieus:<br />

Thomas mag zelf voelen en ervaren, en krijgt op deze<br />

manier antwoord op zijn vraag. Bram trekt hieruit ook<br />

de les dat er weinig mensen zijn die door te denken tot<br />

geloof komen. “De ontmoeting met Jezus maakt het<br />

verschil.”<br />

“Er zijn veel ontwikkelingen,<br />

maar de belangrijkste vraag is:<br />

hoe sta je als christen in deze<br />

wereld? Welke alternatieven<br />

bieden we?”<br />

Hoe is onze houding richting mensen die tegen vragen<br />

aanlopen en met twijfels zitten? “Als mensen vragen<br />

of twijfels hebben: heb lief! Spreekt de waarheid, en<br />

doe dit met de bedoeling de ander op te bouwen. Laat<br />

een christelijke vereniging een gemeenschap zijn waar<br />

de maskers af mogen.” Met een verwijzing naar het<br />

boek “Till we have faces” van C.S. Lewis (Nederlandse<br />

vertaling: “Het ware gelaat”) legt Bram uit dat je de<br />

ander pas kunt ontmoeten als je bereid bent je ware<br />

gelaat te laten zien. Op een christelijke vereniging kan<br />

dat en is dat veilig. Iedereen wordt geaccepteerd omdat<br />

we weten dat ook Christus ons geaccepteerd heeft.<br />

Juist bij een internationale christelijke organisatie als<br />

IFES, waar zoveel onderlinge verschillen zijn tussen<br />

culturen en mensen, is er dus eenheid en acceptatie.<br />

Shining like stars<br />

Het getuigenis van de christelijke studentenvereniging<br />

naar de buitenwereld is niet alleen iets wat actief moet<br />

gebeuren. Bram legt uit dat je met je doen en laten als<br />

vereniging ongemerkt al sneller signalen afgeeft dan<br />

je denkt: “Het simpele feit dat jullie lid zijn van een<br />

christelijke vereniging en mensen dat weten, betekent<br />

dat men al een beeld heeft van wie christenen zijn en<br />

van wie de God van deze christenen is. Hoe gaan jullie<br />

met je geld om, hoe gaan jullie om met seksualiteit,<br />

hoe gaan jullie om met wat je zegt. Wordt er geroddeld<br />

bij jullie op de vereniging? Onderscheiden jullie je in<br />

dat opzicht van andere verenigingen? Zo niet, dan is<br />

geloven in God niet zo gek relevant. Zo wel, is dan het<br />

geloof in deze God de bron van het feit dat jullie als<br />

gemeenschap echt anders leven dan de cultuur waarin<br />

je staat? Daar begint getuigen zijn! Wat jullie doen en<br />

laten is jullie eerste getuigenis.”<br />

Interview door Reinier van Nieuw Amerongen<br />

Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. (3) en Arina Meeuse<br />

Panoplia (5)<br />

Civitas<br />

43


Landelijk<br />

44<br />

Winterconferentie 2012<br />

Thema-informatie<br />

Zoals wij zijn, zo zijn de tijden<br />

Amicae et amici,<br />

WinterConferentie 2012<br />

De kerkvader Augustinus had het al goed begrepen:<br />

de mens maakt de tijd. De mens vormt de tijd en de<br />

tijd vormt de mens. Vaak zijn we ons er nauwelijks<br />

bewust van wat de tijd met ons doet, of beter gezegd,<br />

wat de geest van de tijd met ons doet. We vormen<br />

meningen over de zaken die we om ons heen zien,<br />

we denken allemaal dat dat onze mening is en vooral<br />

niet die van een ander, terwijl we voorbij gaan aan<br />

de invloed van de heersende moraal. Het leek ons<br />

als themacommissie goed om met de civitas eens<br />

wat dieper in te gaan op onze huidige tijd, om eens<br />

met elkaar na te denken over de kenmerken van deze<br />

tijd, op de invloed die het op ons heeft, en niet in het<br />

minst: hoe we hier als christenen mee om kunnen<br />

gaan. Het doel van deze conferentie is het stilstaan bij<br />

hoe ons denken beïnvloed wordt door de tijd, en het<br />

vormen van een goede visie daarop. Daarvoor hebben<br />

we twee lectores gevraagd die ons daar een voorzet<br />

voor kunnen geven.<br />

Lezing 1<br />

Onzetijdwordtvaakgetypeerdalseengeseculariseerde<br />

tijd. Het christelijk geloof heeft afgedaan, en wordt<br />

steeds verder gemarginaliseerd. In deze eerste lezing<br />

willen we kijken welke ontwikkelingen ten grondslag<br />

liggen aan de huidige tijdgeest. Wat zijn de filosofische<br />

wortels van onze tijd en hoe verhouden deze zich tot<br />

het christendom? En wat moet onze houding daarin<br />

zijn?<br />

De volgende vragen zijn aan de lector, dr. A.A.A.<br />

Prosman, gesteld:<br />

1. Wat zijn de kenmerken van (de geest van) de huidige<br />

tijd?<br />

2. Hoe is deze tijdgeest ontstaan?<br />

3. Hoe verhoudt de tijdgeest zich tot het christendom?<br />

4. In hoeverre is de tijdgeest doorgedrongen in de kerk?<br />

5. Hoe moeten we ons als christenen verhouden ten<br />

opzichte van de tijdgeest?<br />

Dr. A.A.A. Prosman studeerde theologie in Utrecht en<br />

later in Leiden, waar hij het doctoraal examen aflegde.<br />

In 2007 promoveerde hij aan de Vrije Universiteit op de<br />

dissertatie Geloven na Nietzsche, Nietzsches nihilisme<br />

in de spiegel van de theologie. Hij was predikant<br />

binnen de Protestantse Kerk in Nederland, o.a. in<br />

Zoetermeer en Hoogeveen. Gedurende ruim vijf jaar<br />

was hij legerpredikant. Sinds november 2011 is hij met<br />

emeritaat. Op dit moment bereidt hij een publicatie<br />

voor over homoseksualiteit.<br />

Lezing 2<br />

In deze lezing zullen we gaan nadenken over de positie<br />

van christenen in onze samenleving. Na het enorme<br />

verlies van het CDA waait de seculiere wind harder<br />

dan ooit door Nederland. Voor gewetensbezwaarde<br />

ambtenaren is tegenwoordig geen plaats meer,<br />

eeuwenoude religieuze gebruiken dreigen te worden<br />

verboden en de weg voor een zelfgekozen dood<br />

lijkt vrij. Maar ook de positie van christelijke politici<br />

staat onder druk. De intolerantie jegens orthodoxe<br />

christenen neemt toe zodat ondanks de vrijheid van<br />

meningsuiting, SGP-lijsttrekker Kees van der Staaij<br />

beveiligd moest worden naar aanleiding van zijn<br />

uitspraken omtrent verkrachting. Maar hoe dienen<br />

we met deze ontwikkelingen en de seculiere tijdgeest<br />

om te gaan? Is het beter om christelijke partijen op<br />

te heffen en een christelijk geluid vanuit de seculiere<br />

partijen te laten horen, zoals ds. P.J. Visser uit<br />

Amsterdam voorstelde, of houden we vast aan onze<br />

principes? In deze lezing zal dr. B.J. Spruyt met ons<br />

nadenken over hoe christenen, ondanks de tijdgeest,<br />

hun stem kunnen laten horen en hoe ze invloed<br />

kunnen uitoefenen in het publieke debat.<br />

De volgende vragen zijn aan de lector, dr. B.J. Spruyt,<br />

gesteld:<br />

1. Worden christenen in onze huidige maatschappij<br />

eerlijk beoordeeld of laat de maatschappij zich door<br />

vooroordelen leiden?<br />

2. Kan een christen in overeenstemming met zijn overtuiging<br />

binnen een niet-christelijk partij functioneren?<br />

3. Hebben christelijke partijen een averechts effect?<br />

4. Hoeveel ruimte blijft er voor christenen over bij een<br />

strikte handhaving (zoals bijv. D66 nastreeft) van<br />

scheiding kerk en staat.<br />

5. Hoe ziet de toekomst van christelijke politiek eruit,<br />

wat kunnen wij doen om die te verbeteren?<br />

Dr. B.J. Spruyt (1964) is een historicus en christelijk<br />

conservatief denker. Hij studeerde geschiedenis in<br />

Utrecht en in 1996 promoveerde hij aan de Universiteit<br />

van Leiden op een proefschrift over Cornelis Hoen,<br />

een protestant en jurist uit de 16e eeuw die een werk<br />

schreef over het Heilig avondmaal. Dr. B.J. Spruyt<br />

is medeoprichter van de Edmund Burke Stichting,<br />

waar hij van 2002 tot 2005 directeur van was. Er zijn<br />

meerdere boeken van zijn hand verschenen.<br />

Amicaliter,<br />

Ama. Marjon ter Harmsel<br />

Ama. Alinda den Hoed<br />

Ama. Arina Meeuse<br />

Am. Simon van der Stoel<br />

Am. Laurens Trommel<br />

Ama. Maaike Verbruggen (p)<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


Huishoudelijke informatie<br />

Amicae amicique,<br />

Ook dit jaar mogen we u weer van harte welkom<br />

heten op de WinterConferentie van onze prachtige<br />

vereniging. De conferentie zal dit jaar gehouden<br />

worden van vrijdag 28 december tot en met maandag<br />

31 december, een unieke kans om een echt landelijk<br />

weekend mee te maken. Dit jaar mag u opnieuw<br />

afreizen naar “De Panoven” in Zevenaar, waar we<br />

met elkaar nadenken over het thema en amicitia<br />

vieren. Natuurlijk is de WiCo veel meer dan bezinning<br />

en amicitia; we nodigen u uit om dat zelf te komen<br />

ontdekken! Mocht u nog niet genoeg overtuigd zijn,<br />

wat denkt u van de volgende dingen? Borrelen tot<br />

diep in de nacht, trots uw eerstejaarsdispuutsgenoten<br />

toejuichen, diepzinnige gesprekken over de tijdgeest,<br />

heerlijke maaltijden door de Rotterdamse kookcie,<br />

winterse lucht opsnuiven op het platteland en samen<br />

met civieten de zondag vieren? Redenen genoeg om<br />

deze WinterConferentie niet aan u voorbij te laten<br />

gaan.<br />

Hartelijk welkom namens de Rotterdamse HH-cie,<br />

Simon Bezemer<br />

Janine Helmink<br />

Marjolein Meijer (p)<br />

Christiaan Russcher<br />

Hans van ’t Zelfde<br />

Voor vragen of opmerkingen kunt u mailen naar<br />

hhcie2012@gmail.com.<br />

Programma<br />

Vrijdag 28 december<br />

9.30 inschrijven<br />

10.30 lezing 1 en conferentieopening<br />

13.00 lunch<br />

14.30 workshopronde 1<br />

16.00 workshopronde 2<br />

17.30 maaltijd<br />

20.00 HV/uitreiking Wolswinkeltjes<br />

Zaterdag 29 december<br />

11.00 brunch<br />

12.30 bijbelstudie<br />

14.30 lezing 2<br />

17.30 maaltijd<br />

20.00 conferentiesluiting<br />

20.45 verrassingact f.t.<br />

22.00 avondsluiting<br />

Zondag 30 december<br />

8.30 stille tijd<br />

9.30 ontbijt<br />

11.00 kerkdienst<br />

12.30 koffiedrinken<br />

14.00 maaltijd<br />

18.00 vesper<br />

19.30 maaltijd<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Maandag 31 december<br />

9.00 champagne ontbijt<br />

11.00 vertrek<br />

Prijzen<br />

De prijzen voor de Wico zijn als volgt:<br />

Gehele conferentie €45<br />

3 dagen, 2 overnachtingen €40<br />

2 dagen, 1 overnachting €30<br />

1 dag (zonder nacht) €15<br />

HV + maaltijd €10<br />

Winterconferentie 2012<br />

Het geld kunt u, onder vermelding van uw naam en<br />

uw dispuut, overmaken naar 673824616 t.n.v. P.C.<br />

Russcher (te Rotterdam).<br />

Opgave<br />

U kunt zich opgeven via de website (www.csfr.<br />

nl/wico) en het geld overmaken t/m vrijdag 14<br />

december. U kunt zich na deze datum nog wel<br />

opgeven, maar dan wordt er € 5,- extra in rekening<br />

gebracht. Dit geldt ook voor de mensen die zich wel<br />

voor deze datum hebben opgegeven, maar pas na<br />

deze datum het geld hebben overgemaakt.<br />

Meenemen<br />

- bijbel<br />

- hoeslaken, kussensloop en slaapzak<br />

- themanummer DC<br />

- pen en papier<br />

- contant geld voor de bar<br />

- warme kleren<br />

- alles wat u verder nodig denkt te hebben<br />

Locatie<br />

De Panoven<br />

Panovenweg 18<br />

6905 DW Zevenaar<br />

www.panoven.com<br />

Komtumetdeautoengebruiktueennavigatiesysteem?<br />

Toets als postcode 6905 DW Zevenaar in, anders komt<br />

u in sportcentrum de Panoven in Giesbeek uit!<br />

Komt u met het OV? Vanaf Station Zevenaar is het<br />

slechts tien minuten lopen naar het oord.<br />

Landelijk<br />

45


Landelijk<br />

46<br />

Visie- en beleidsdocument<br />

Visie bestuur Van den Born<br />

‘met de blik op oneindig’<br />

‘En laten wij met volharding de wedloop lopen die<br />

voor ons ligt, terwijl wij het oog gericht houden op<br />

Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof.’<br />

- Hebreeën 12:1b-2a<br />

‘To be a student is to be called to serve the Church<br />

and the world.’<br />

- Stanley Hauerwas<br />

Amicae et amici,<br />

Voor u ligt het Visie- en Beleidsdocument van het<br />

62e landelijk bestuur van de Civitas Studiosorum in<br />

Fundamento Reformato. In dit document verwoorden<br />

wij onze blik op de vereniging. Temidden van de<br />

studentenwereld mag de Civitas al meer dan zes<br />

decennia een plaats zijn waar studenten zich kunnen<br />

bezinnen op hun postitie in geloof, wetenschap, en<br />

samenleving. We leven in een tijd waarin de mens als<br />

vrij en autonoom wezen wordt gezien. Het individu en<br />

de ontplooiing daarvan, staat centraal. De C.S.F.R. is ook<br />

gericht op de ontplooiing van studenten: niet de mens<br />

staat hierin op de eerste plaats, maar de ontmoeting<br />

met en dienstbaarheid aan God en de gemeenschap.<br />

Binnen de veilige omgeving van de civitas kunnen we<br />

samen zoeken naar antwoorden op vragen om met die<br />

uitkomst naar buiten te kunnen treden.<br />

In Fundamento Reformato<br />

Vanaf het moment van oprichten is de civitas geworteld<br />

in het Woord dat alles kan verduren en daarvan<br />

afgeleid de Drie Formulieren van Enigheid. Deze<br />

grondslag vormt de basis waarop wij ons verenigen<br />

als christenstudenten en is tevens het vertrekpunt<br />

waarvanuit wij de gereformeerde beginselen, cultuur,<br />

maatschappij en wetenschap bestuderen. Het is goed<br />

om te weten in welke traditie we staan, waarom en<br />

op welke wijze we daaraan vasthouden en daarbij een<br />

vertaalslag naar het leven te maken. 1<br />

Student, geloof en kerk<br />

Discipelschap<br />

Ons ideaalbeeld van de C.S.F.R. is dat wij als<br />

christenstudenten verbonden zijn door het geloof in<br />

God de Vader, de redding door Jezus Christus en de<br />

vernieuwende werking van de Heilige Geest. Dit geloof<br />

in de drieënige God mogen we vreugdevol met elkaar<br />

vieren. De bijbelkring is een belangrijke plaats om de<br />

Bijbel te bestuderen en biedt ruimte om met elkaar in<br />

gesprek te zijn over het geloof. Zo leren we van elkaar<br />

en is er plaats voor steun, opbouw en bemoediging.<br />

Geloven omvat ons hele leven en is dus niet alleen<br />

iets voor de zondag en de bijbelkring. Soms hebben<br />

we de neiging om delen van ons leven als ‘neutraal’ te<br />

zien, buiten de invloedssfeer van het geloof. Maar God<br />

1 Zie artikel 3 van de wet der C.S.F.R.<br />

vraagt ons héle leven. Het geloof moet daarom ons<br />

hele leven doortrekken en bepalen. Hierin is het gebed<br />

van belang. Door middel van gebed opent God ogen,<br />

verandert Hij harten, heelt Hij wonden en verleent<br />

Hij wijsheid. Het gebed richt ons op God en Zijn<br />

Koninkrijk, het is bij uitstek het middel ter versterking<br />

van het geloof. We hebben ook de taak om elkaar<br />

aan te sporen ons hele leven aan Jezus Christus toe te<br />

wijden.<br />

Een aspect van ‘integraal christen-zijn’ is het<br />

ontwikkelen van een christelijk wereldbeeld en het<br />

leven daarnaar. De ‘blik op oneindig’ bepaalt ons<br />

perspectief op de gehele werkelijkheid. Het is daarin<br />

van belang dat er ook een verbinding tussen geloof<br />

en vakgebied gelegd wordt, zodat ook daar ons geloof<br />

betekenis krijgt.<br />

Geloofstwijfel<br />

Het feit is dat de vereniging, zoals hierboven<br />

beschreven, niet bestaat. De C.S.F.R. bestaat uit<br />

studenten met verschillende achtergronden en<br />

ervaringen. Hierdoor zijn er diverse overtuigingen en<br />

leven er verschillende vragen. Juist als student leer je<br />

kritisch na te denken, ook over je eigen achtergrond. Dit<br />

kan vragen oproepen die het hart van het geloof raken.<br />

Geloven in het Woord dat alles kan verduren betekent<br />

ook deze vragen serieus te nemen, elkaar te helpen die<br />

te verstaan, ervoor te bidden om uiteindelijk samen<br />

sterker te worden. We moeten ons daarbij bewust zijn<br />

van het feit dat wij elkaar niet altijd de antwoorden,<br />

kennis en levenservaring kunnen bieden die nodig zijn<br />

om de twijfel te boven te komen. Een gesprek met<br />

bijvoorbeeld de dispuutsmentor, studentenouderling<br />

of plaatselijk predikant kan soms verder brengen dan<br />

een gesprek met civieten onderling.<br />

Lidmaatschap van de kerk<br />

De binding met de kerkelijke gemeente is in de<br />

studententijd vaak een lastig punt. Door het<br />

wonen op kamers hebben studenten minder de<br />

gelegenheid om actief te participeren in een kerkelijke<br />

gemeente. Hierdoor kan het zijn dat studenten tussen<br />

wal en schip belanden en de kerk hen uit het oog verliest.<br />

De kerk is een blijvende factor in ons leven, waarom<br />

het belangrijk is om in die relatie te investeren. Deze<br />

relatie vraagt inzet van beide kanten. Van de kerken<br />

mag verwacht worden dat zij betrokkenheid tonen<br />

richting studenten en hen proberen te bereiken.<br />

Van studenten mag verwacht worden dat zij zich<br />

aansluiten bij een kerkelijke gemeente en ernaar<br />

streven die relatie te onderhouden. ‘Het is goed om<br />

een vast moment in de week te hebben waarop we<br />

worden aangescherpt, juist omtrent thema’s waarover<br />

we niet zo snel een bijbelkring houden. Daarnaast<br />

kan de verbondenheid met oudere generaties heel<br />

kostbaar zijn voor jonge christenen. Als we onze<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


zoektocht loskoppelen van de gemeente, kunnen we<br />

ook met elkaar gaan navelstaren. Op het moment<br />

dat je overloopt van vragen, heb je de kerk met haar<br />

eeuwenlange ervaring met moeilijke vraagstukken,<br />

keihard nodig.’ 2<br />

Verbondenheid<br />

Kenmerkend voor de C.S.F.R. is een open houding naar<br />

de wereld waarin zij zich bevindt. Als christenstudent<br />

hebben wij, geworteld in het Woord dat alles kan<br />

verduren, een plaats in te nemen in de maatschappij.<br />

Om onze plaats in de maatschappij in te nemen willen<br />

we als landelijk bestuur het belang aanstippen van:<br />

- De studie. Je studeert niet om lid te zijn van<br />

een studentenvereniging. Daarom verdient de<br />

studie aandacht en mag er ruimte zijn om hier<br />

in te investeren, evenals in het contact met<br />

studiegenoten.<br />

- De actualiteit; we zijn betrokken op wat er<br />

gebeurt in de maatschappij. We proberen<br />

ontwikkelingen te duiden en te beoordelen,<br />

alert te zijn op de tijdgeest en te participeren<br />

in relevante discussies in het publieke domein.<br />

Organisaties als ForumC en Veritas bieden ons<br />

goede mogelijkheden om hier vorm aan te<br />

geven. Hiernaast kunnen we in het landelijk<br />

orgaan De Civitate onze stem hierover laten<br />

horen en ons oefenen in schrijven, opiniëren<br />

en discussiëren.<br />

- De gebrokenheid van de wereld. Student zijn is<br />

geroepen zijn de Kerk en de wereld te dienen. 3<br />

Het is als christen belangrijk oog en hart te<br />

hebben voor onze naasten. Een organisatie<br />

als Stichting Present kan ons daarbij van<br />

dienst zijn. Daar waar nodig is de helpende<br />

hand te bieden, is iets waar wij als studenten<br />

zeker al aan bij kunnen dragen. Juist dit soort<br />

activiteiten kunnen een integraal onderdeel<br />

vormen van de C.S.F.R. als christelijke<br />

vereniging.<br />

- Het onderdeel zijn van een grotere,<br />

2 IFES Nederland, ‘Student en gemeente: hoe vinden ze<br />

elkaar?’. Zie: www.eo.nl, geraadpleegd op 26 november 2012.<br />

3 Stanley Hauerwas, ‘Go With God; An open letter to<br />

young Christians on their way to college’.<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Visie- en beleidsdocument<br />

wereldwijde christelijke gemeenschap. We<br />

staan als vereniging in de eeuwenoude<br />

bevindelijk-gereformeerde traditie, die op haar<br />

beurt weer verbonden is met het wereldwijde<br />

christendom. Deze verbondenheid krijgt<br />

gestalte door het contact met kerken en<br />

andere christelijke studentenverenigingen, en<br />

het lidmaatschap van IFES.<br />

- Onze sociale netwerken; de C.S.F.R. is in de<br />

studententijd een plaats waar vriendschappen<br />

ontstaan en waar we ons thuis mogen voelen.<br />

Dit is een sterk punt, iets waar we trots op<br />

mogen zijn. Desalniettemin is het goed om de<br />

balans tussen bestaande en nieuwe contacten<br />

in het oog te houden. Het is belangrijk om de<br />

band met oude netwerken, zoals familie en<br />

vrienden, niet te verwaarlozen. Dit niet in de<br />

minste plaats omdat deze relaties blijvend<br />

zijn, ook na het lidmaatschap van de C.S.F.R.<br />

Rol van het landelijk bestuur<br />

Het landelijk bestuur vormt een verbindende schakel<br />

tussen disputen onderling en onderhoudt het contact<br />

met externen (RRQR & Wapenveld, IFES, Nationale<br />

Synode, broederverenigingen, et cetera). We zijn<br />

er om dispuutsbesturen te ondersteunen en toe te<br />

rusten waar nodig. Op de disputen is veel kennis en<br />

ervaring aanwezig die ook op andere disputen ingezet<br />

kan worden. Het is van belang dat dit op een efficiënte<br />

wijze wordt uitgewisseld.<br />

Het kaderweekend, het overleg met de<br />

dispuutsbesturen (DBO’s) en het Datapaleis zijn<br />

hier uitstekende mogelijkheden voor. Landelijke<br />

commissies en werkgroepen kunnen voor eenduidige<br />

informatie zorgen, zowel naar binnen als naar buiten<br />

toe.<br />

Een andere functie van het landelijk bestuur is het in<br />

het oog houden van ontwikkelingen die alle disputen<br />

aangaan. We zien het als onze taak om onderwerpen<br />

die spelen op de agenda te plaatsen en bezinning<br />

hierop te initiëren. Ook vormen wij naar buiten toe het<br />

gezicht van de C.S.F.R. naar onder andere de achterban,<br />

kerken en maatschappelijke of overkoepelende<br />

organisaties.<br />

Landelijk<br />

47


Landelijk<br />

48<br />

Visie- en beleidsdocument<br />

Beleid bestuur Van den Born<br />

‘met de blik op oneindig’<br />

Student, geloof en kerk<br />

Discipelschap<br />

Geloven omvat ons hele leven, het moet ons hele leven<br />

doortrekken en bepalen. ‘Onze verhouding tot God en<br />

ons staan in de wereld moeten in een samenhangend<br />

verband worden gezien, de zondag niet los van de<br />

maandag.’ 1 Een essentieel en onmisbaar onderdeel<br />

van de dagelijkse omgang met God is het gebed. Aan<br />

deze zaken willen wij aandacht besteden door:<br />

∞ op de ZoCo tijdens de lunch een moment te<br />

organiseren waarbij we onder leiding van een<br />

RRQR’er met elkaar spreken over hoe christen<br />

te zijn in het vakgebied.<br />

∞ een artikel over ‘gebed’ te plaatsen in een<br />

nummer van De Civitate.<br />

∞ de Wapenveld-lezing het onderwerp ‘integraal<br />

christen-zijn’ mee te geven.<br />

∞ een dispuutsbesturenoverleg (DBO) te<br />

organiseren met als thema: ‘Gebed’.<br />

∞ de facultatieve bidstond tijdens de ZoCo te<br />

continueren.<br />

Geloofszekerheid<br />

De C.S.F.R. bestaat uit studenten met verschillende<br />

achtergronden en ervaringen, die geconfronteerd<br />

worden met tal van opvattingen en kritisch leren<br />

denken. Hierdoor leven er verschillende vragen, die<br />

het hart van het geloof kunnen raken. Daarom willen<br />

we als landelijk bestuur aandacht geven aan vragen<br />

over het geloof. Zo willen wij:<br />

∞ het thema ‘geloofzekerheid’ een plaats te<br />

geven op het kaderweekend in februari 2013.<br />

∞ een bijbelkringopzet aanbieden aan de<br />

dispuutsbesturen over de thema’s ‘gebed’ en<br />

‘geloofszekerheid’.<br />

Lidmaatschap van een kerk<br />

De binding met de kerkelijke gemeente is in de<br />

studententijd vaak een lastig punt. Het kan zijn dat<br />

studenten hierdoor tussen wal en schip belanden en<br />

de kerk hen uit het oog verliest. Daarom willen we<br />

inzetten op de relatie kerk-student door:<br />

∞ het continueren van de werkgroep ‘Kerkelijke<br />

Participatie’, om zo inzicht te krijgen in de<br />

factoren die invloed hebben op de kerkgang<br />

van academische jongeren.<br />

∞ contact te leggen met de jeugdbonden van de<br />

kerken, te weten de Hervormd Gereformeerde<br />

Jeugdbond (HGJB), de Hersteld Hervormde<br />

Jeugdorganisatie (HHJO), de Jeugdbond<br />

Gereformeerde Gemeenten (JBGG) en het<br />

Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ). Dit om<br />

de samenwerking tussen kerk en student te<br />

bevorderen.<br />

1 G. van Leyenhorst in: ‘De oprichting van de civitas was<br />

een zaak van: To be or not to be.’. Uit: Besturen-SAC-gids 2010.<br />

Op waarde schatten<br />

De C.S.F.R. is een vereniging die een veilige basis biedt<br />

voor de leden. Als (actief) lid kan de vereniging ons<br />

tot opbouw zijn en onze zienswijze verbreden. Het<br />

is positief als leden zich inzetten voor de vereniging.<br />

Hierbij willen we de kanttekening plaatsen dat het<br />

gevaar dreigt dat we niet van betekenis zijn in andere<br />

verbanden, zoals studie, kerk en maatschappij,<br />

wanneer we vooral binnen de C.S.F.R. actief<br />

zijn. 2 Daarom willen wij:<br />

∞ op het kaderweekend in februari 2013 een<br />

workshop organiseren over de activiteitendruk<br />

van de C.S.F.R.<br />

Rol van het landelijk bestuur<br />

Eén van de taken van het landelijk bestuur is het<br />

vormgeven van contacten tussen disputen onderling.<br />

De kennis en ervaring die op verschillende disputen<br />

aanwezig is, willen we op een efficiënte wijze ter<br />

beschikking stellen via Datapaleis, het kaderweekend,<br />

de DBO’s en leden/kadermail. De informatieoverdracht<br />

willen we optimaliseren door:<br />

∞ het promoten en zorgen voor een verdere<br />

invulling van de website en het Datapaleis. We<br />

willen de mogelijkheden van de website onder<br />

de loep nemen en de bezoekcijfers verbeteren<br />

door het regelmatig doorlinken naar de<br />

website via Facebook en Twitter.<br />

∞ de werkgroep Hoger Onderwijs opnieuw in<br />

te stellen. Dit omdat er nu een nieuw pakket<br />

aan overheidsmaatregelen ligt dat zijn invloed<br />

zal hebben op de het functioneren van het<br />

verenigingsleven. Aan deze werkgroep zal<br />

een lid van de Studie- en Adviescommissie<br />

deelnemen.<br />

Conferenties en commissies<br />

Een andere belangrijke taak van het landelijk bestuur<br />

is het organiseren van conferenties en aansturen van<br />

commissies. Wij willen:<br />

∞ de vorm en inhoud van de<br />

conferentieprogramma’s van WiCo 2012 en<br />

ZoCo 2013 evalueren door middel van een<br />

enquête kort na de betreffende conferenties<br />

en een bespreking op de PaCo- en WiCoHV.<br />

∞ dat het conferentieoord niet één, maar twee<br />

jaar van tevoren vastgelegd wordt door de<br />

HuishoudelijkeCommissievandeconferenties.<br />

Overig<br />

Gewoon omdat het kan komt er:<br />

∞ een private equityfonds voor armlastige<br />

bestuursleden, met name gericht op de<br />

reiskostenvergoeding.<br />

∞ een emerituskas.<br />

2 Zie ook het vierde doel der C.S.F.R. ex artikel 3 sub d<br />

wet der C.S.F.R.<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


Wij zijn bestuur Van den Born.<br />

Hier staan wij voor.<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Linda Kornet<br />

Vice-abactis<br />

Willemijn Ruit<br />

Fiscus<br />

Daan van den Born<br />

Praeses<br />

Christien Oomen<br />

Abactis<br />

Pieter van Schaik<br />

Vice-praeses<br />

Johannes Calvijn<br />

Panoplia<br />

Dei Gratia<br />

Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E.<br />

Ichthus<br />

Sola Scriptura<br />

Yir’ at’ Adonai<br />

Emèt Qenee<br />

Quo Vadis<br />

Acquisitiecie<br />

DC-redactie<br />

Bondscoach<br />

Kascontrolecie<br />

Themacie ZoCo<br />

Almanakcie<br />

DC-montagecie<br />

HH-cie ZoCo<br />

Landelijke<br />

Publiciteitscie<br />

Themacie WiCo<br />

Bullencie<br />

HH-cie WiCo<br />

Studie- en Advies<br />

Commissie<br />

Plakboekcie<br />

Webcie<br />

Sportdagcie<br />

Muziekdagcie<br />

Organogram<br />

Vragen of ideeën? Schiet ons eens aan!<br />

Landelijk<br />

49


50<br />

Advertentie<br />

Een stap verder<br />

Studenten met<br />

ambitie volgen<br />

Visser & Visser<br />

Vernieuwing, uitdaging, kansen<br />

benutten, samenwerken en optimale<br />

resultaten bereiken. Visser & Visser<br />

heeft alles in huis om jouw ambitie<br />

te verwezenlijken. Samen met jou<br />

werken we aan een organisatie die<br />

nooit stil staat, maar voortdurend in<br />

ontwikkeling is. Spreekt dit je aan?<br />

Pak je telefoon en volg ons op<br />

Twitter via @visserenvisser of<br />

solliciteer op www.visser-visser.nl.<br />

werkenbijvisserenvisser.nl<br />

Vestigingen in Apeldoorn, Barendrecht, Barneveld,<br />

Dordrecht, Gouda, Middelharnis en Oud-Beijerland.<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


praeses<br />

abactis<br />

fiscus<br />

vice-praeses<br />

vice-abactis<br />

Amicae amicique,<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Civitas Studiosorum in Fundamento Reformato<br />

Hendrik-Jan van Nieuw Amerongen<br />

Jonard Roukens<br />

Willem-Jan Koert<br />

Elline Bout<br />

Mirjam van Wijk<br />

De vorige praesidiaal eindigde ik met enkele opmerkingen<br />

over artikelen in de Saambinder en het Reformatorisch<br />

Dagblad. Deze artikelen bleken een aanknopingspunt te zijn<br />

voor enkele interviews in ’t Refdag. Eerst mochten enkele<br />

oud-studenten (o.m. ama Marija Veldhoen – van Welie,<br />

ama Marloes Hoencamp en am. August Eckhardt) het<br />

woord doen, die vaststelden dat de C.S.F.R. geen invloed<br />

had op hun kerkkeuze. Am. August zei trouwens ook dat<br />

op de civitas de kerkmuren het laagst zijn – laten we dat zo<br />

houden, amicae et amici.<br />

Vervolgens kwam de civitas ook nog terug in de bewuste<br />

avondkrant bij interviews met dr. Steef Post, ds. Jan van der<br />

Meijden en dr. Joke van Saane. Daarbenevens deed drs. P.J.<br />

Vergunst in de Waarheidsvriend gewag van de ontmoeting<br />

tussen de kerken en het LB. Hij concludeerde dat de<br />

studenten een signaalfunctie voor de kerken hebben. Wat<br />

hem betreft mocht dat zo blijven…<br />

Kader<br />

Uiteraard kwamen bovenstaande verhalen langs op het DBO.<br />

Met genoegen kijken we terug op het najaars-disbestover.<br />

Zowel in het voorjaar alsook in het najaar komt het kader<br />

bijeen voor een dispuutsbesturenoverleg, wat deze keer<br />

op onorthodoxe wijze werd ingevuld. De afgelopen jaren<br />

hadden de overleggen een min of meer vaste structuur:<br />

voor de pauze een lezing of presentatie over een relevant<br />

onderwerp, na de pauze in groepjes discussiëren over het<br />

zojuist gehoorde of gemiste. Ditmaal besloten we het kader<br />

op te delen in drieën en elke groep besprak een van de drie<br />

meest relevante onderwerpen die nu spelen op de civitas:<br />

als daar zijn kerk, bestuursjaarstructuur en kiewad (kan ik er<br />

wat aan doen?).<br />

Bij de kerkentrack is enerzijds besproken hoe de ophef in<br />

de media geanalyseerd is op de disputen en anderzijds<br />

werd er stilgestaan bij de verhoudingen met plaatselijke<br />

kerken. Bij de bestuursjaarstructuurtrack werd er een<br />

discussie gevoerd over het tijdspad van herstructurering<br />

van de f.t.-tijd voor dispuutsbesturen. De plaatselijke<br />

Huishoudelijke Vergaderingen buigen zich hier momenteel<br />

over. Bij de kiewadtrack kwamen aansprakelijkheid en<br />

verantwoordelijkheid van een bestuur naar voren bij diverse<br />

gebeurtenissen die plaatsvinden op onze mooie vereniging…<br />

Na het zingen van het landelijk lied en het dankgebed<br />

kregen alle besturen nog een “aanbevelingstasje” mee met<br />

allerhande nuttige tips mitsgaders voer voor onderweg.<br />

Contacten<br />

Naast de ontmoeting met het kader, hebben we de<br />

afgelopen tijd met diverse vertegenwoordigers een overleg<br />

gehad. Zo hebben we om de tafel gezeten met Guido van<br />

der Neut van IFES, het bestuur van Depositum Custodi en<br />

het RRQR-bestuur. Het is nuttig om oog te hebben voor<br />

Praesidiaal<br />

elkaars wederwaardigheden. Tevens waren de Landelijke<br />

Muziekdag en het RRQR-congres ook om over naar huis te<br />

schrijven!<br />

Amicae, amici, we genieten van onze afscheidstournee<br />

langs de disputen. We willen u hartelijk danken voor alle<br />

fijne contacten, de kritieken en complimenten! Het is<br />

jammer om het stokje over te moeten hevelen, maar LBvdB<br />

heeft zowel lang genoeg gewacht alsook een grote mate<br />

van enthousiasme, waardoor we dat met een gerust en<br />

dankbaar hart doen. Echter, we zijn nog lang niet zover. Eerst<br />

gaan we nog op dispuutsbezoek bij de twee Damsteden en<br />

bezoeken we vertegenwoordigers van de Gereformeerde<br />

Gemeenten. En we zien malkander uiteraard nog op de<br />

WiCo en de Wissel-HV, zo God wil. O ja, graag wil ik nog van<br />

u weten wat u van de onrust in onze achterban vindt.<br />

Achterban<br />

Alhoewel wij gedragen worden door het vertrouwen van<br />

de achterban, lijkt diezelfde achterban geen vertrouwen<br />

te hebben in het tweede door Mark Rutte aangevoerde<br />

kabinet. De afgelopen maand zijn er enkele bijeenkomsten<br />

geweest waar zorgen publiekelijk geuit zijn. Eerst werd er<br />

in Amersfoort een bezinningsbijeenkomst georganiseerd<br />

(voor degenen die hun sociale leven op het wereldwijde<br />

web doorbrengen, waarschijnlijk beter bekend als<br />

#stormsteektop), waar kerken en reformatorische scholen<br />

de handen ineensloegen. Vervolgens organiseerde<br />

het Platform Waarden en Normen een soortgelijke<br />

bezinningsbijeenkomst, waar een afvaardiging van uw<br />

bestuur aanwezig was. Inmiddels is er een denktank<br />

opgericht die nadenkt over het toerusten van jonge<br />

christenen, die midden in de maatschappij staan.<br />

Waarom ik dit schrijf? Vanwege het feit dat we als civitas<br />

veel bezig zijn met thema’s zoals geloof&wetenschap (en<br />

dat is prachtig), maar dat we wat mij betreft ook oog dienen<br />

te hebben voor seculiere stromen buiten de wetenschap.<br />

Als u binnen een paar jaar het bedrijfsleven, de politiek, de<br />

media of het openbaar onderwijs inrolt, bent u dan goed<br />

toegerust?<br />

Het h.t. Landelijk Bestuur wenst u voor het laatst vanaf<br />

deze plaats shalom. Moge de God van de vrede u toerusten<br />

met al het goede, zodat u Zijn wil kunt doen. Moge Hij in<br />

ons datgene tot stand brengen wat Hem welgevallig is,<br />

door Jezus Christus, aan Wie de eer toekomt tot in alle<br />

eeuwigheid!<br />

Een allerhartelijkst amicaliter, mede namens mijn vier gave<br />

bestuursleden: de amicae Mirjam en Elline en de amici<br />

Willem-Jan en Jonard,<br />

Hendrik-Jan van Nieuw Amerongen<br />

h.t. praeses der C.S.F.R.<br />

C S<br />

F R<br />

· · in · · FUNDAMENTO<br />

FUNDAMENTO<br />

M UU · ·<br />

RR OO SS OO II DD UU TT REFORMATO<br />

REFORMATO<br />

SS · ·<br />

+ + CC II S S<br />

VV TA TA II 51


52<br />

praeses<br />

ab-actis<br />

assessor<br />

fiscus<br />

Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E.<br />

Rebekka Struik<br />

Gerdine Kats<br />

Marielle Heijns<br />

Mirjam van den Brink<br />

We hebben enurrm veel gechillt ... goeie sigaren gerookt op<br />

het balkon (en daarbij minstens drie drugsdeals gezien).<br />

- Dankbrief van Leidse kring<br />

Amicae et amici,<br />

Het mooie van het wonen in een dispuutshuis is dat het<br />

huis heel efficiënt gebruikt wordt. Doordeweeks wordt er<br />

gestudeerd, bij tijd en wijle geborreld of vergaderd en als<br />

het weekend is dan komt er een kring uit den lande zich een<br />

poosje verpozen. Er wordt dus gemiddeld meer geleefd dan<br />

in een vergelijkbaar huis. Uit de schrijfsels van de kringen<br />

die het huis van de ondertekende bezochten, blijkt dat een<br />

bezoek aan het Concertgebouw en Bijlmerkerken tot de<br />

vaste ingrediënten horen van een geslaagd weekend. Verder<br />

koopt elke kring een nieuw kuipje glibberig spul wat ‘Lekker<br />

op brood’ of iets dergelijks heet, zodat de koelkast daar<br />

aan het einde van het kringweekendenseizoen van uitpuilt.<br />

Ook verbaast elke kring zich opnieuw over de activiteiten<br />

die voor onze voordeur plaatsvinden, zie bijvoorbeeld het<br />

citaat hierboven.<br />

Enigszins vreemd vind ik het wel. Eén derde van ons dispuut<br />

woont al jaren in deze flat en nog nooit heb ik iemand horen<br />

vertellen een drugsdeal gezien te hebben. Oké, het is hier<br />

om vier uur ‘s nachts gemiddeld wat drukker op straat dan<br />

in een Veluwse of Zeeuwse woonwijk, maar ach, ik fiets zelf<br />

dan ook wel eens op straat. Maar drugsdeals, wietplantages<br />

die opgerold worden, die heb ik nooit gezien. Wat zou dat<br />

zijn? Gewenning? Het sluiten van mijn ogen voor wat er<br />

om mij heen gebeurt omdat ik me anders verantwoordelijk<br />

voel? Natuurlijk, één keer hebben we 112 gebeld, maar toen<br />

was er ook een groep van twintig man aan het vechten en<br />

schreeuwen, zodat fatsoenlijk studeren niet meer mogelijk<br />

was. Maar verder probeer ik in mijn buurman een doorsnee<br />

Nederlander te zien, ongeacht hoeveel verschillend bezoek<br />

hij krijgt en hoe laat hij wat doet.<br />

Misschien zijn de Leidse, Utrechtse, Rotterdamse en<br />

Groningse kringen die ons huis medegebruiken niet zoveel<br />

gewend. En is Amsterdam dus werkelijk het Sodom en<br />

Gomorra waar voor gewaarschuwd wordt. Of hebben we<br />

hier in Amsterdam ons verantwoordelijkheidsgevoel voor<br />

de maatschappij om ons heen verloren? Kan het ons niet<br />

meer schelen wat er onder ons balkon gebeurt - drugsdeals<br />

of niet, zolang het maar niet in mijn huis en in mijn leven is?<br />

Wordt uw negatieve beeld over Amsterdam en<br />

Amstelodamensen bevestigd door het bovenstaande? Wees<br />

niet bang, het is een nogal eenzijdig verhaal. In dezelfde flat<br />

waar we Oost-Indisch blind zijn voor drugsdeals, worden<br />

kinderclubs georganiseerd en wordt contact gezocht met<br />

minderheidsgroepen. Maar er kan altijd meer. Hebben we<br />

weloogvoordeproblemenvanonzeburenenbuurtgenoten?<br />

Of is alles wat zich buiten uw voordeur afspeelt niet uw<br />

verantwoordelijkheid? Wat zou de barmhartige Samaritaan<br />

gedaan hebben? WWJD?<br />

Ik groet u amicaal,<br />

Rebekka Struik<br />

h.t. praeses Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E.<br />

Dei Gratia<br />

praeses<br />

ab-actis<br />

fiscus<br />

assessor<br />

Amicae et amici,<br />

Anne-Matthea Otte<br />

Joanne Annot<br />

Marianne Kok<br />

Peter de Jong<br />

Toen de novembermaand in het bloeiende oosten van<br />

ons kikkerlandje overging in de gezellige decembermaand<br />

gebeurde het dat:<br />

- Vierhonderd-negen-en-negentig veel te snel<br />

veranderde in vijfhonderd.<br />

- De bomen hun kleur verloren, maar een vereniging<br />

bloeide als nooit tevoren.<br />

- Een kinderlijk verwachting ontstond voor de komst<br />

van de goedheiligman.<br />

- Een bestuur op zoek ging naar opvolgers.<br />

- 77 mensen een enquête invulden.<br />

- Een praesidiaal bijna niet, maar uiteindelijk toch<br />

wel door een praeses geschreven werd.<br />

- Er uit de grote stad zomaar nog een sjaars kwam<br />

aanwaaien.<br />

- De paprika’s langzaamaan blauw en wit werden.<br />

- De angst voor het doen van een slechte daad steeg.<br />

- Genootschappen de grond uit vlogen.<br />

- Vijfhonderd een magisch getal werd.<br />

- Happietaria langzaam de deuren weer sloot en<br />

voor twee jaar uit het zicht verdween.<br />

- De eerste spatten wit de groene bodem bedekten.<br />

- De goedheiligman alle slechte daden te horen<br />

kreeg.<br />

- Niemand meer veilig naar kring kon gaan.<br />

- Zelfs het f.t. landelijk door 500 beïnvloed werd.<br />

- De 500 e vergadering geopend, maar ook weer<br />

gesloten werd.<br />

- De meeste Bijbelkringen enthousiast na het eerste,<br />

meteen hun tweede weekend inplanden.<br />

- Sjaars alleen maar bezig waren om hun laatste<br />

handtekeningen bijeen te vergaderen.<br />

- Patroons zich pijnigden om te schrijven over wat<br />

hun kinderen zoal van het leven vonden.<br />

- De vlag zonder wimpel cadeau werd gegeven.<br />

- Bijbelkringen werden geanalyseerd, maar<br />

voornamelijk tof werden gevonden.<br />

- Een bestuur leerde wanneer kerst precies viel.<br />

- 37 mensen nadachten over de vorming van hun<br />

identiteit.<br />

- Er aan de wortels van de sjaars werd geschud.<br />

- De goedheiligman de slechte daden ten toon<br />

spreide en zijn straffen uitdeelde.<br />

- Vijfhonderd langzaam verdween en uiteindelijk<br />

overging in vijfhonderd-en-een!<br />

In Wageningen blijft het leven mooi. En zo is het!<br />

Met een gedachte aan u als geheel, maar vooral met een<br />

hart voor DG groet ik u amicaal mede namens ama. Joanne,<br />

ama. Marianne en am. Peter,<br />

Anne-Matthea Otte<br />

h.t. praeses Dei Gratia<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


praeses<br />

ab-actis<br />

fiscus-assessor<br />

Amicae amicique,<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Emèt Qenee Ichthus<br />

Leonhard den uil<br />

Geert Eikelboom<br />

Alinda de Kat<br />

“Het leven is goed in m’n Brabantse land.”<br />

-Brabantsch volksliedje, August de Laat<br />

Terwijl ik op mijn fietsje naar huis rijd, regent het<br />

prachtige goudgele blaadjes. En weer denk ik: wat is<br />

goudgeel toch een prachtige kleur. Ook nu in de herfst<br />

laat het Brabantsche land weer volop zien wat het<br />

te bieden heeft. En terwijl de bomen hun bladeren<br />

verliezen, bloeit er iets moois in het Brabantsche<br />

land. Emèt Qenee bruist van leven en liet dat ook de<br />

afgelopen tijd weer zien.<br />

We hebben een prachtig najaarsweekend in Hoeven<br />

achter de rug. Het was een weekend met alle<br />

ingrediënten voor een magnifieke manifestatie<br />

van studitentikoze en reformatorische aard. Zowel<br />

verdieping als verbreding kwamen aan bod, met<br />

uiteraard de gezelligheid tot in nachtelijk uurtjes. Naar<br />

aanleiding van een lezing van Steven van Middelkoop<br />

hebben we nagedacht over het thema individualisering<br />

en secularisatie. Een thema waar we allemaal wel<br />

onze eigen gedachten bij hebben. Het was dan ook erg<br />

confronterend om te horen dat het allemaal bij onszelf<br />

begint. Is het geloof ons bloed of onze jas? Getuigen<br />

wij van Hem onder medestudenten op Universiteit of<br />

Hogeschool? Vaak zijn wij geneigd om zelf te blijven<br />

worstelen met ons geloof. Eerst moeten we het<br />

helemaal zeker hebben voor onszelf. Of toch niet?<br />

Moeten wij niet vaker de spanning opzoeken en naast<br />

de verticale lijn ook de horizontale lijn opzoeken?<br />

Genoeg om over na te denken dus, maar bovenal om<br />

in praktijk te brengen.<br />

En ja, wat zou een vereniging zijn zonder activiteiten?<br />

Niets. De dinsdag na het najaarsweekend vond<br />

er daarom ook weer een mooie Huishoudelijke<br />

Vergadering plaats tot in nachtelijk uurtjes. Slaap<br />

hadden we immers toch al te weinig. Een dag later<br />

mochten we op de eerstejaarskring prof. dr. Maarten<br />

Verkerk ontvangen. Hij heeft een prachtige inleiding<br />

over het thema ‘Geloof & Wetenschap’ voor ons<br />

verzorgd, waarin hij een goede basis heeft gelegd voor<br />

de eerstejaars. Het was mooi om te zien hoe relevant<br />

dit onderwerp is voor welke studie dan ook. Iedereen<br />

heeft er immers in meer of mindere mate mee te<br />

maken. Juist omdat dit voor veel eerstejaars niet een<br />

heel concreet vraagstuk is, is het goed om samen<br />

antwoorden te zoeken op allerlei vragen.<br />

Vanuit het prachtige Brabantsche land wens ik u, mede<br />

namens mijn bestuursgenoten, gezegende kerstdagen<br />

toe en alvast een voorspoedig nieuwjaar.<br />

Amicaliter,<br />

Leonhard den Uil<br />

h.t. praeses Emèt Qenee<br />

praeses<br />

ab-actis<br />

fiscus<br />

assessor<br />

vice-ab-actis<br />

Amicae amicique,<br />

Aad van’t Hof<br />

Dianne Nolen<br />

Harold de Jong<br />

Laurens van der Meulen<br />

Machteld het Lam<br />

U herkent het misschien wel: als inwoner van een<br />

stad, en sommige van u van een dorp, bezoekt u de<br />

bezienswaardigheden van uw eigen woonplaats weinig<br />

tot zelden. Een toerist heeft vaak meer uitstapjes in uw<br />

stad gemaakt dan u. Voor u en mijn dispuutgenoten is<br />

deze praesidiaal dan een uitgelezen kans om de stad<br />

Rotterdam in al haar schoonheid te ontdekken. Tussen<br />

de informatieve toeristische zinnen door, treft u nog<br />

wat interessante dispuutnieuwtjes aan.<br />

Wanneer u de stad Rotterdam aandoet met het<br />

openbaar vervoer, maakt u als eerste kennis met<br />

de nieuwe stationshal. Dit officiële wereldstation is<br />

het nieuwste staaltje moderne architectuur waar<br />

de havenstad bekend om staat. Recent werd de<br />

reizigerstunnel geopend, waardoor de reiziger alvast<br />

een klein stukje van het imposante gebouw mocht<br />

zien. Zo werd ook voor 24 eerstejaars een tipje van de<br />

sluier van de civitas opgelicht door hen toe te laten op<br />

dispuut Ichthus.<br />

Om veel bezienswaardige vliegen in één klap te slaan,<br />

kunt u de stad met de grootste haven van Europa het<br />

bestedoormiddelvaneenSpidoboottochtbezichtigen.<br />

Ongetwijfeld komt u dan het luxueuze Hotel New York<br />

tegen, dat gevestigd is in het voormalige hoofdkantoor<br />

van de Holland-Amerika lijn. Ons dispuut was onlangs<br />

te gast in een prestigieus landgoed in Baak om het<br />

najaarsweekend te vieren.<br />

Tijdens de vaartocht zult u onder de zwaan doorvaren,<br />

beter bekend als de Erasmusbrug. De aanbesteding<br />

van deze zowel fysieke als symbolische verbinding<br />

tussen Noord en Zuid Rotterdam werd na een strijd<br />

toegewezen aan Ben van Berkel. Zo is op ons dispuut<br />

ook een strijd gaande tussen de eerstejaarsbesturen<br />

Springlevend en Hartendief om de leiding van de<br />

Bijzondere Leden Vergadering. Echtpaar Maurice<br />

en Mauricia de Hond brengen wekelijks een<br />

procentuele stemverdeling naar buiten tussen beide<br />

kandidaatseerstejaarbesturen.<br />

Na deze inspannende tocht kunt u tot diep in de nacht<br />

gezellig borrelen in één van de 3600 cafés in Rotterdam.<br />

Zo vergaderden wij recent tot in de vroege uurtjes om<br />

onder andere te discussiëren over het verschuiven van<br />

het bestuursjaar.<br />

Uw verkenningstocht zit erop, net als mijn praesidiaal.<br />

Met amicale groet,<br />

Aad van ‘t Hof<br />

h.t. praeses Ichthus<br />

53


54<br />

praeses<br />

ab-actis<br />

fiscus-assessor<br />

vice-ab-actis<br />

Amicae amicique,<br />

Op moment van schrijven heeft het Delftse dispuut net<br />

een avond achter de rug over seksualiteit. Ik kan u zeggen<br />

dat het een ontzettend mooie avond was. Op een open<br />

en integere manier hebben we nagedacht over dit thema,<br />

dat zo goed als iedereen raakt. Met elkaar hebben we van<br />

gedachten gewisseld over een Bijbelse visie op seksualiteit,<br />

op verleidingen en op seksualiteit binnen relaties. Het is erg<br />

mooi dat vanuit een positieve manier het gesprek hierover<br />

gaande is, ik hoop dat dit ook bij u op het dispuut het geval<br />

is. Met als doel om tegen de tijdgeest van individualisme en<br />

onverschilligheid in, elkaar te stimuleren en te helpen rein<br />

te leven voor God.<br />

Over dat leven met God en juist ook het tegenovergestelde<br />

daarvan, denken we na aan de hand van ons halfjaarthema<br />

‘godsverduistering’. Een thema dat iedereen raakt,<br />

existentieel of juist door het gesprek met andersdenkenden.<br />

Want godsverduistering gaat veel dieper dan kerkverlating.<br />

Godsverduistering duidt op een cultuurcrisis, op een lijden<br />

aan transcendentieverlies. In aansluiting op Buber werd als<br />

een van de oorzaken genoemd een abstraherend denken,<br />

waarin alleen in concepten gedacht wordt, zonder een<br />

relationeel begrip ervan te hebben. Ook het binnenwereldse<br />

denken, waarbij alles kwantificeerbaar is geworden,<br />

beïnvloedt ons allemaal, terwijl het ernstig afbreuk doet<br />

aan de werkelijkheid. In een andere lezing stelde dr.‘triple-A’<br />

Prosman dat er niet zozeer sprake is van een verdwijning van<br />

religie, maar juist van een verandering. Religie is vandaag<br />

getransformeerd in een vage expressie van wat diep in ons<br />

leeft. Niettemin is deze postmoderne religie missionair;<br />

alle oude vormen van geloof moeten ontmaskerd worden.<br />

Langzamerhand laat ze alle houvast ontglippen in het al<br />

genoeg materialistische wereldbeeld.<br />

Maar niet alleen filosofische beschouwingen over Nietzsche<br />

en Buber passeerden de revue tijdens de lezingen. Heel<br />

concreet werd tijdens een lezing van dr. Van Vlastuin<br />

ingegaan op de worsteling met Gods afwezigheid, met Gods<br />

verborgenheid, met het paradoxale dat God Zich openbaart<br />

in de verborgenheid. Maar ook op het ‘nochtans’ van het<br />

geloof, hoe God in de aanvechting juist verdieping schept.<br />

Heeft het onderwerp uw interesse gewekt, kom gerust naar<br />

Delft voor de laatste lezing op 16 januari, luister, denk en<br />

discussieer mee! Dat Delft het bezoeken sowieso waard<br />

is, behoeft geen nadere uitleg, getuige de stromen met<br />

aanvragen voor kringweekenden.<br />

Tja, de ruimte ontbreekt om u alles te verhalen over de<br />

vorming en de amicaliteit in Delft. Om enigszins een idee<br />

te geven van een Delftse borrel: in de eerste kamer wordt<br />

gediscussieerd over de teleologische suspensie van het<br />

ethische, in de tweede kamer wordt pijp gerookt, in de<br />

derde kamer wordt ad-hoc besloten over vijf maanden naar<br />

IJsland af te reizen, in de vierde kamer spreekt men over<br />

Bavinck en in de vijfde kamer kan men luchtbuks schieten.<br />

Een onmiskenbaar amicale groet vanuit de Prinsenstad,<br />

mede namens mijn bestuursgenoten, de amici Roeland, Jos<br />

en Renger,<br />

Sjoerd Janse<br />

h.t. praeses Johannes Calvijn<br />

Johannes Calvijn Panoplia<br />

Sjoerd Janse<br />

Roeland Trommel<br />

Jos de Wit<br />

Renger Zoonen<br />

praeses<br />

ab-actis<br />

quaestor<br />

adiutor<br />

vice-praeses<br />

Amicae et amici,<br />

Als dispuut hebben we ons in de afgelopen drie maanden<br />

twee keer verzoend met een zusterdispuut. Enkele verslagen<br />

daarvan hebt u kunnen lezen in dit blaadje. Beide acties<br />

kenmerkten zich overigens door onregelmatigheden, en dan<br />

druk ik me nog enigszins zacht uit. De disputen doen er goed<br />

aan om eens een grondige bezinning op brassen te houden.<br />

De ongeschreven regels rondom brassen zijn namelijk niet<br />

bij ieder dispuut bekend. En dat zorgt ervoor dat al dan niet<br />

uit onwetendheid de brasactie minder goed verloopt. Ik heb<br />

het dan met name over de vraag welke objecten er brasbaar<br />

zijn.<br />

Als u op pad gaat om in een andere stad iets te halen, moet<br />

u op het volgende acht nemen. U handelt in naam van een<br />

bepaald dispuut, derhalve dient het bestuur van het dispuut<br />

op de hoogte te zijn van de actie. Als u iemand tegenkomt<br />

die volgens u enige waren heeft waarin u geïnteresseerd<br />

bent, let dan op het volgende. Persoonlijke objecten zijn<br />

nimmer brasbaar, u kunt blijven sjorren wat u wilt, maar<br />

dat staat buiten kijf. Persoonlijke objecten toch meenemen<br />

en daar ook nog iets voor proberen te eisen is helemaal<br />

onreglementair. De tweede categorie die u wel mee mag<br />

nemen zijn dispuutsobjecten, de categorie linten en<br />

vaandels. Brasacties eist u binnen 24 uur op, en een deal<br />

rondom de uitruil is een deal.<br />

Mocht u overigens denken dat ik met dit schrijven een open<br />

sollicitatie doe naar de functie van landelijk moresprediker,<br />

dan heeft u het mis. Dat is een linkse hobby die nog nooit<br />

heeft bewezen van waarde te zijn voor de Civitas. Als u<br />

meer wilt weten over brassen, kom dan eens langs voor een<br />

borrel. Wij leggen het u graag uit!<br />

Laat ik dit praesidiaal eindigen met te vermelden hoe het<br />

gaat in Leiden. Dat is tenslotte een van de hoofdzaken die<br />

aan de orde moet komen in een disputair schrijven. Panoplia<br />

vierde afgelopen november haar eerste Weekwisseling. Een<br />

recordaantal van 115 mensen was aanwezig, een percentage<br />

van bijna 95%! Daarnaast hadden we een ander hoogtepunt<br />

in de vorm van de 600 e Vergadering van het dispuut. Een<br />

gebeuren van epische proporties, temeer omdat Willem<br />

Jan Otten die avond de lezing verzorgde. U hoort het al, in<br />

Leiden draait alles op rolletjes!<br />

Een hartelijke amicaliter uit de Sleutelstad, mede namens<br />

Rosanne, Margaret, Neline en Wouter,<br />

Jacco Karens<br />

h.t. praeses Panoplia<br />

Jacco Karens<br />

Rosanne Gouman<br />

Margaret den Besten<br />

Neline van Toor<br />

Wouter doorn<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


praeses<br />

ab-actis<br />

fiscus<br />

Amicae et amici in de lande,<br />

Allereerst wil ik u, mede namens mijn bestuursgenoten, fijne<br />

kerstdagen en goede jaarwisseling toewensen. Een jaar is<br />

weer snel voorbij gegaan, een jaar waarin elk dispuut zo ook<br />

haar veranderingen doormaakt. Zo ook de onze. Binnenkort<br />

hopen wij alweer onze verkiezings-HV te houden waar<br />

normaliter een enthousiast kandidaats-bestuur zal worden<br />

verkozen. Ook hebben wij ons al laten boeien door twee<br />

lezingen, onder het jaarthema ‘Hemel en Hel’. Eerst hebben<br />

wij ons laten vertellen wat de Bijbel nu daadwerkelijk zegt<br />

over hemel en hel. Vervolgens heeft een conservatiefkatholieke<br />

historicus ons geboeid met zijn uiteenzetting<br />

over de verschillende voorstellingen van hemel en hel door<br />

de eeuwen heen.<br />

Ook voorstellingen van tere thema’s, zoals de hemel en hel,<br />

worden sterk beïnvloed door de tijdgeest. Met name over<br />

de hel zijn verschillende ideeën geweest, variërend tussen<br />

relatieve mildheid tot akelige, absurdistische beelden.<br />

Tegenwoordig ziet men zelfs een vrijwel volledige ontkenning<br />

van straf en hel. Prof. Raedts zei verbijsterd te zijn over het<br />

neo-positivisme binnen onze tijd, iets waarvan hij vroeger<br />

meende dat het een exclusief 19 e eeuws-verschijnsel was.<br />

Wel zag hij een duidelijk verschil: nu zou het niet meer een<br />

geloof zijn in de onbegrensde technische vooruitgang. Nee,<br />

nu zou de westerse mens menen dat hij een product is van<br />

enorme morele vooruitgang. Binnen dat wereldbeeld past<br />

natuurlijk geen grote Scheiding.<br />

Het heeft mij aan het denken gezet. Ook binnen onze<br />

gereformeerde gelederen is een discussie over het bestaan<br />

van de Hel een logisch gevolg van een tijdgeest waarbinnen<br />

een Hel geen erkenning vindt. Een existentiele confrontatie<br />

met de tijdgeest is goed. Wel moeten we naar mijn mening<br />

ons goed bewust zijn van ons ijkpunt: is dat onze ervaring,<br />

ons morele kompas of is dat een Ander en Zijn openbaring?<br />

In onze huidige maatschappij ligt het ijkpunt van goed en<br />

kwaad in extreme mate bij ons eigen morele gevoel. Slechts<br />

de tijd kan leren waar dit ons brengt, maar de geschiedenis<br />

leert dat het ons hard voor een ander en zacht voor onszelf<br />

maakt. Wanneer wij echter het ijkpunt leggen in Gods<br />

rechtvaardigheid en liefde ontstaat er een vrijheid om<br />

elkaar te confronteren op het scherpst van de snede, maar<br />

ook de vrijheid om elkaar van harte lief te hebben met de<br />

wetenschap dat wij allen geschapen zijn door Hem. Dat is<br />

andere koek dan de bittere intolerantie van de zogeheten<br />

‘toleranten’.<br />

Een amicale groet, mede namens mijn bestuursgenoten<br />

ama. Margreet en am. Martijn,<br />

Henkjan Oomen<br />

h.t. praeses Quo Vadis<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Quo Vadis Sola Scriptura<br />

Henk-Jan Oomen<br />

Margreet van der Zwaag<br />

Martijn Methorst<br />

praeses<br />

ab actis<br />

fiscus<br />

vice-praeses<br />

vice-ab actis<br />

assessor<br />

Amicae amicique,<br />

’Het is niet meer wat het geweest is’ mompelt de<br />

Goedheiligman tussen baard en lippen door. Hij pakt<br />

zijn iPhone en zijn oude vingers bewegen vluchtig de<br />

wensenlijst voort die Neêrlands jeugd op lootjestrekken.nl<br />

heeft achtergelaten. Plots wordt zijn aandacht getrokken<br />

door een tweet van @keesvdstaaij. ‘Schrappen verbod<br />

op godslastering is een pijnlijk verlies van een morele<br />

ankerplaats en een symptoom van een geestelijke crisis.’ Dat<br />

Nederland zich in een geestelijke en morele crisis bevindt<br />

had de Sint zojuist al vast weten te stellen en daarom besluit<br />

hij Kees te helpen.<br />

Maar een kant-en-klaar cadeau heeft hij niet en zodoende<br />

gaat hij op zoek. Om het probleem goed te doorgronden<br />

vult de Sint zijn scherm met zoektermen als #SGP,<br />

#beginselprogramma, #godslastering en #kerkenstaat.<br />

Enkele seconden later staat hij aan het begin van een lange<br />

weg die voert door een uitgestrekt, polemisch landschap<br />

van de ‘Wereld, vele vragen’. De Sint ziet dat dit pad door<br />

velen bewandeld is en vraagt zich af wie hij aan het eind zal<br />

aantreffen.<br />

Het meest recente zoekresultaat leidt hem naar 27<br />

november 2012. De Tweede Kamer spreekt zich uit tegen het<br />

strafrechtelijk verbod op godslastering. Verder terug treft<br />

hij de befaamde ‘nacht van Kersten’. In die novembernacht<br />

in 1925 slaagde Kersten erin het Nederlands diplomatiek<br />

gezantschap uit het Vaticaan (d.w.z. de Antichrist) terug<br />

te trekken. U begrijpt dat de interesse van de Sint voor de<br />

Staatkundig Gereformeerden vanaf dit punt niet meer te<br />

stuiten is. Zo zoekend en studerend vult zijn juten zak zich<br />

met wijsheden en antwoorden over grondslag en doel.<br />

Maar hoe dieper hij graaft, hoe strakker het web van de<br />

geschiedenis zich om de Sint sluit. Tenslotte kan hij niets<br />

doen dan even uitblazen en rond kijken.<br />

En daar staat hij dan ineens, de Goedheiligman, na zijn<br />

zoektocht door de geschiedenis van de ‘Wereld, vele<br />

vragen’ te midden van zingende C.S.F.R.-studenten: ‘Ga<br />

toch niet stilletjes ons huisje voorbij’! ‘De nacht van kersten<br />

is blijkbaar vergeten’ concludeert hij. Hij probeert terug<br />

te denken hoe hij op die Sint-HV terecht is gekomen en<br />

herinnert zich de woorden van het SGP-kamerlid: ‘Verlies<br />

van een morele ankerplaats en een symptoom van een<br />

geestelijke crisis’. Het gezang gaat door: ’wie zoet is krijgt<br />

lekkers, wie stout is de roe’. In zijn juten zak schuilen nu vele<br />

cadeaus, antwoorden voor deze leergierige studenten. Of<br />

wordt het toch de roe?<br />

In Utrecht vierden wij onze 61 e Dies Natalis, de geboorte<br />

die beheerst werd door de SGP-vraagstukken, een pad<br />

volgde, zoals de Sint die liep. En nu? Is het niet meer wat het<br />

geweest is? Hier huist nog steeds een generatie studenten,<br />

zoekend, met Kees, in de ‘Wereld, vele vragen’ naar morele<br />

ankerplaatsen. En daarom zingen wij:<br />

‘Ga toch niet stilletjes ons huisje voorbij’<br />

Met amicale groet,<br />

Eelco Veldman<br />

h.t praeses Sola Scriptura<br />

Eelco Veldman<br />

Clemens van den Berg<br />

Patrick Buitenhuis<br />

Marleen van de Heuvel<br />

Marloes van Nifterik<br />

Rianne Twijnstra<br />

55


56<br />

praeses<br />

ab-actis<br />

fiscus<br />

assessor<br />

‘An Israel that resorts to ethnic and geographical qualifications<br />

cannot as a nation claim to be the Israel of God in<br />

terms of the renewed covenant. By receiving Christ in their<br />

hearts, members of the new Israel of God have received the<br />

Kingdom of God. They are not expecting the restoration of<br />

old covenantal Israel, but they are looking forward to seeing<br />

more of Christ and of his Kingdom.’<br />

- Steven Paas in Christian Zionism Examined<br />

Amicae amicique,<br />

Yir´at ´Adonay<br />

Maarten Klok<br />

Aris van Ommeren<br />

Jan-Willem Puttenstijn<br />

Sophieke Olijve<br />

Yir’at ‘Adonay<br />

Waar moet ik toch beginnen, wanneer ik wil verhalen over<br />

de activiteiten op ons prachtige dispuut. Moet ik het hebben<br />

over de reis naar Vilnius, waar meer dan vijftig civieten<br />

de stad onveilig zullen maken, of moet ik het hebben over<br />

onze heerlijke sociëteitsavonden? Ik zou de stuk voor stuk<br />

interessante lezingen kunnen opsommen, de goedlopende<br />

studiekringen kunnen langsgaan. Waarom zou ik? Komt u<br />

vooral zelf eens kijken. U ziet vast wel het nodige voorbijkomen,<br />

zo niet, like dan even de pagina facebook.com/yirgroningen.<br />

Bovenstaand citaat staat er niet zonder reden. Ons afgelopen<br />

studieweekend ging over het thema Jodendom. Het<br />

citaat gaat over de plaats van Israël in het vernieuwde (vervulde)<br />

verbond. In dit weekend viel op hoe verschillend er<br />

werd gedacht over de plaats van Israël in de heilsorde. Steven<br />

Paas opende het debat onlangs met zijn boek ‘Christian<br />

Zionism Examined’, waarin hij stelt dat Israël gelijk staat aan<br />

al de andere volken. Het Israël van God behelst de heidenen<br />

en de joden in het ene lichaam van Christus. Steven Paas<br />

schrijft dit boek ook omdat het hem opvalt dat er op een<br />

verkeerde manier naar het Oude Testament wordt gekeken.<br />

Men redeneert buiten Christus om en verwacht een aards<br />

Koninkrijk, kiest opnieuw voor Barabbas (betekent ook Zoon<br />

des mensen, maar staat voor een nieuw Israël op aarde met<br />

wapens). Ook de discipelen durven na veertig dagen onderwijs<br />

over het Koninkrijk nog te vragen: ‘Heer, herstelt u in<br />

deze tijd het Koninkrijk voor Israël?’ Bij het lezen van het<br />

Oude Testament moeten we duidelijk hebben door welke<br />

bril we lezen. Vanuit welke hermeneutiek benaderen we de<br />

tekst?<br />

Dan iets anders. De uitslag van de bestuursenquête is inmiddels<br />

ook bekend, vermoedelijk staan er op elke positie weer<br />

twee kandidaten. Bij veel functies ligt het dicht bij elkaar.<br />

Misschien ten overvloede, maar wist u dat de procedure bij<br />

ons voluit democratisch is? Dat de enquete direct openbaar<br />

komt, dat de vergadering na strijd tussen kandidaten kiest<br />

voor de beste kandidaten. In ons systeem moeten de kandidaten<br />

een visie-document opstellen en ontstaat er vervolgens<br />

een debat over ideeën. Er valt wat te kiezen. Er zijn<br />

geen achterkamertjes, de leden kiezen het nieuwe bestuur.<br />

Tot nu toe zijn er geen andere disputen die ook een dergelijk<br />

systeem hebben, er zijn zelfs disputen die de enquête nog<br />

geheim houden. Waarom vraag ik u, waarom? Ik kan mij nog<br />

de workshop op het kaderweekend herinneren van olim-fiscus<br />

van Kranenburg: de goede argumenten tuimelden toen<br />

over elkaar heen.<br />

Tot nog toe heb ik nog geen reactie gekregen op de vorige<br />

column over het nut van een landelijke publiciteitscommissie.<br />

Dat zal ongetwijfeld in deze DC wel gebeuren. U houdt<br />

namelijk ook niet van linkse hobby’s zoals we dat hier noemen.<br />

Een warm amicaliter ook mede namens mijn bestuursgenoten,<br />

Maarten Klok<br />

h.t. praeses Yir’at’Adonay<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


Te recenseren…<br />

Henk Bakker<br />

Gunnende kerk. Kompas<br />

voor een waardegestuurde<br />

gemeente-ethiek<br />

Uitgeverij Brevier<br />

Willeke Herwig (red.)<br />

Like God. Bijbels dagboek voor<br />

jonge mensen van 20 tot 35<br />

jaar<br />

Uitgeverij Boekencentrum<br />

Rob Nijhoff (red.)<br />

Volgers. 16 christenen<br />

die onze wereld hebben<br />

veranderd. Van Augustinus tot<br />

Bono<br />

Uitgeverij Buijten en<br />

Schipperheijn Motief<br />

Reinier Sonneveld<br />

De kerk. Waarom zou je<br />

meedoen?<br />

Uitgeverij Buijten en<br />

Schipperheijn Motief<br />

Piet Vergunst (red.)<br />

Toch gescheiden. Over de<br />

complexiteit van een gebroken<br />

huwelijk<br />

Uitgeverij Boekencentrum<br />

Een van deze boeken of een<br />

ander boek recenseren? Mail<br />

naar redactie@csfr.nl.<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

De Éne God is de andere niet<br />

Amicae amicique,<br />

Trek rond door de straten van Jeruzalem,<br />

kijk toch en let op, zoek op zijn pleinen,<br />

of u iemand vindt, of er een is die recht doet,<br />

een die betrouwbaarheid nastreeft,<br />

dan zal Ik Jeruzalem vergeven.<br />

- Jeremia 5:1 -<br />

Wie is God? Hoe kunnen wij spreken over God? En: hoe spreekt God Zelf? God spreekt<br />

over Zichzelf in menselijke vormen, maar is dat overdrachtelijk bedoeld? Hoe wil het<br />

mensvormig spreken over God in de Bijbel verstaan worden? Is Hij werkelijk van plan om<br />

Zijn volk Israël uit te roeien in de woestijn? Is Hij werkelijk teleurgesteld als er ten tijde van<br />

Jeremia geen enkele rechtvaardige op de pleinen gevonden wordt?<br />

Of is dit allemaal retoriek van God? Zegt Hij dat Hij teleurgesteld is,<br />

terwijl Hij eigenlijk al voor de zoekopdracht in Jeremia 5:1 wist dat er<br />

geen rechtvaardige te vinden was? Kan God niet teleurgesteld zijn in<br />

Zijn volk? Maar als Hij niet teleurgesteld kan zijn, kan Hij zich dan wel<br />

verheugen over de zondaar die zich bekeert? Is God dan emotieloos?<br />

Denk eens een ogenblik met mij mee.<br />

De ingrijpendheid van deze vraag zien wij terug in de Gesprekken<br />

van Cassianus (365-435). In het tiende gesprek vertelt hij over een<br />

brief van bisschop Theofilus van Alexandrië die hij rond de vierde<br />

eeuwwisseling naar de monniken in zijn bisdom deed uitgaan. Hierin<br />

bracht hij naar voren dat de Bijbelteksten, waarin in menselijke vormen over God werd<br />

gesproken, strikt allegorisch dienden te worden gelezen. Als over God lichamelijk gedacht<br />

werd, werd dat door Theofilus bestempeld als ‘dwaze ketterij’ (ineptam haeresim).<br />

Dit was overigens ook de gedachte van Augustinus, die een sterke afkeer had van het<br />

spreken over God in menselijke termen. Alsof God een lichaam zou hebben! Een God die<br />

zich zo laat kennen, kan toch geen God zijn!<br />

Cassianus, die toen tussen de monniken leefde, schrijft dat vele monniken de Bijbel<br />

letterlijk namen. Ze namen de Bijbel zo letterlijk dat ze concludeerden dat God mensvormig<br />

moest zijn uit het feit dat God de mens naar Zijn beeld geschapen heeft. U begrijpt dat<br />

veel monniken zich tegen deze bisschop verzetten. Een van hen was de oude Serapion,<br />

een monnik die hoog in aanzien stond. Toen deze in aanraking werd gebracht met deze<br />

nieuwe theologie, ging zijn geestelijke wereld ten onder. Hoe moest hij nu nog bidden?<br />

“Wee mij ellendige, ze hebben mijn God weggenomen” (Heu me miserum, tulerunt a<br />

me deum meum). Moeten wij deze Serapion als een (te) simpele gelovige aan de kant<br />

zetten en daarmee God buiten tijd en ruimte veilig stellen? Of is de gewoonte in het Oude<br />

Testament om over God in menselijke categorieën te spreken een te sterke traditie? Is<br />

dit een van de Bijbelse manieren om over Gods aanwezigheid te spreken? De Éne God is<br />

de andere niet!<br />

Is God de ‘God van de filosofen’? Kunnen alleen simpele zielen aan een mensvormig<br />

Godsbeeld vasthouden? Of is dit Godsbeeld noodzakelijk om werkelijk in God te kunnen<br />

geloven, tot Hem te kunnen bidden, in gemeenschap met Hem te kunnen leven? De Éne<br />

God is de andere niet!<br />

Kuitert koos de kant van Serapion toen hij (in de inleiding van De persoonlijke God.<br />

Gesprekken op de grens van filosofie en geloof van P.H. Steenhuis) zei dat God niet de<br />

God van de filosofen is, maar dat God van ‘menselijke makelij, verbeelding, verhaal’ is.<br />

Mij dunkt dat hij, in navolging van Pascal, gelijk heeft. Echter, verliest hij zijn God niet<br />

weer meteen aan de andere kant? De Éne God is de andere niet!<br />

Misschien moeten we de Bijbel maar voor zichzelf laten spreken, voordat we onze<br />

theologische systemen/oplossingen opleggen aan de tekst. De aard van Bijbelteksten<br />

over het wezen van God en het spreken van God moeten we mijns inziens zien als de stijl<br />

van het spreken en de aanwezigheid van God en niet als een probleem dat overwonnen<br />

moet worden om tot systematisch theologische Godskennis te komen. Als God spreekt,<br />

doet Hij dat kennelijk zo.<br />

Amicaliter,<br />

Reinier van Nieuw Amerongen, Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. (3)<br />

Recensies<br />

Tolle Lege<br />

57


Tolle Lege<br />

58<br />

Recensies<br />

God vinden – in gesprek met zoekers<br />

Dr. Marc. J. de Vries<br />

Recensent: Ellen van Burg, Tilburg<br />

Marc J. de Vries studeerde natuurkunde aan de VU<br />

in Amsterdam en promoveerde in Eindhoven op een<br />

proefschrift over technologie in de natuurkunde. Aan<br />

de Technische Universiteit in Delft is hij bijzonder<br />

hoogleraar Christelijke Filosofie.<br />

De titel van dit boek is bedoeld als tegenhanger. In de<br />

boekhandel zijn veel boeken te vinden met een titel<br />

die wijst op het zoeken van ‘iets hogers’. Titels met<br />

het woord vinden zijn<br />

heel wat schaarser. Het<br />

lijkt er niet om te gaan<br />

of je vindt, als je maar<br />

gezocht hebt. Marc J.<br />

de Vries kiest een ander<br />

publiek. Hij schrijft een<br />

boek voor hen die God<br />

al gevonden hebben en<br />

anderen op de weg naar<br />

God willen leiden.<br />

Hij onderscheidt vier<br />

wegen waarlangs<br />

God gezocht wordt:<br />

de weg van de<br />

natuurwetenschap,<br />

de weg van de<br />

geschiedenis, de weg<br />

van de religiositeit en de weg van de filosofie. Deze<br />

wegen worden kort en bondig uiteen gezet, waarna<br />

de vraag volgt wat de betekenis is van de betreffende<br />

weg in gesprek met zoekers. Telkens weer komt naar<br />

boven dat de wegen aanwijzingen geven dat God<br />

bestaat, tegelijk leiden de wegen niet onomstotelijk<br />

naar God. Verder is het beeld wat van God geschilderd<br />

wordt, vaak incompleet en negatief. Daarom ook een<br />

hoofdstuk waarin het gesprek aangegaan wordt met<br />

hen die God niet (meer) zoeken.<br />

Het boek sluit af met een hoofdstuk over de enige<br />

weg die leidt tot het vinden van God: de weg van<br />

Gods Woord, samengaand met gebed (om verlichting<br />

van Gods Geest) en binnen de gemeenschap van de<br />

christelijke gemeente. Dit is zoeken vanuit het diepste<br />

verlangenvanhethart.Dezewegvraagtomvertrouwen<br />

in Gods Woord. Ook aan het einde van dit hoofdstuk<br />

gaat de schrijver in gesprek met zoekers en wijst hen<br />

er dan op dat we steeds opnieuw moeten vertrouwen<br />

zonder dat er een sluitend bewijs is. Marc J. de Vries<br />

heeft een goed te lezen en compleet boek geschreven,<br />

wat aanwijzingen geeft voor de mogelijkheden om in<br />

gesprek te gaan met ongelovigen. Met dat het een<br />

beknopt boek is, wordt de diepgang gemist, maar<br />

daar is het boek ook niet voor bedoeld. Het geeft<br />

handreikingen en aanknopingspunten. Tegelijk wijst<br />

het op de weg, die wij ook allen telkens opnieuw te<br />

bewandelen hebben, om God te vinden en hervinden.<br />

Dr. Marc J. de Vries, God vinden – in gesprek met<br />

zoekers. Heerenveen: Uitgeverij Groen, 2011, 128<br />

pagina’s, €12,50.<br />

Provocatie – over de zin van God en geloof<br />

Willem Maarten Dekker<br />

Recensent: Teunis Brand, Rotterdam<br />

‘Geloven is niet vanzelfsprekend meer’, hoor je<br />

tegenwoordig vaak zeggen. Het is dat nooit geweest,<br />

zou Willem Maarten Dekker zeggen. Geloven is God<br />

uitdagen, provoceren, en in de diepste ervaring van<br />

Godverlatenheid toch op Hem vertrouwen. Geloven is<br />

het verwachten van het onmogelijke, zegt de schrijver<br />

Kierkegaard na.<br />

Het boek Provocatie – bestaand uit essays tussen<br />

preken en theologie – is een tegendraads boek over de<br />

zin van God en geloof. Het is opgebouwd als een soort<br />

preek: de voorzang, een aantal essays over geloof, de<br />

tussenzang, essays over God en de slotzang. Elk essay<br />

gaat terug op een Bijbelverhaal waarin duidelijk sprake<br />

is van een crisis. We zien Zacharias en Elizabeth in een<br />

crisis, twee godvrezende mensen, maar hun leven is<br />

doodgelopen. Het hele verhaal van God met Israël lijkt<br />

aan een einde te zijn gekomen. Er is geen toekomst<br />

meer. Maar op het onverwachte moment komt God<br />

met een belofte. Zacharias reageert ongelovig. Hoe<br />

kan het ook anders, zou je zeggen, maar God reageert<br />

nog met straf ook. Zacharias wordt met stomheid<br />

geslagen.<br />

Dan trekt Dekker de parallel naar de kerk. Zou het zo<br />

zijn dat de kerk ook met stomheid is geslagen, omdat<br />

ze de belofte niet meer werkelijk gelooft? Kan het zo<br />

zijn dat de kerk daarom maar beter kan zwijgen, omdat<br />

haar woorden anders toch leeg zijn?<br />

De andere essays kennen een vergelijkbaar patroon.<br />

Midden in een crisis komt er iets van God aan het licht:<br />

bij Jacob die door God wordt verminkt, bij Jezus die de<br />

zweep door de tempel haalt. God openbaart zich niet<br />

op de plaatsen waar wij het verwachten, zeker niet op<br />

de plaatsen waar we dat het liefst zouden willen. God<br />

provoceert ons, en het geloof dat God tóch vasthoudt<br />

provoceert Hem. Wie God zo vasthoudt, krijgt vroeg of<br />

laat een bevrijdend woord.<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


Het is een scherp boek, met mooie interpretaties en<br />

toepassingen van Bijbelverhalen. De essays zijn op een<br />

existentiëlemaniergeschreven,vanuiteenpersoonlijke<br />

worsteling met God en daarom ook opbouwend, zij<br />

het op een tegendraadse manier. Het geloof is niet iets<br />

wat ons rust geeft, want God is ons altijd weer vooruit.<br />

Dat betekent (in een ander beeld van Dekker) hard<br />

fietsen om net na een bocht een glimp van God op te<br />

vangen.<br />

In de tussenzang<br />

vraagt Dekker:<br />

over welke God<br />

hebben we het?<br />

Twee godsbeelden<br />

moeten aan flarden:<br />

God als Hoogste<br />

Wezen en Gods als<br />

ons diepste zelf. Alle<br />

al- en on- woorden<br />

van het metafysische<br />

godsbeeld slaan kapot<br />

op het kruis. Wie God<br />

aan het kruis heeft<br />

gezien, kan alleen<br />

nog maar dialectisch<br />

over God spreken: Gods almacht én onmacht, Zijn<br />

onveranderlijkheid én bekering. Ook je zelfgerichtheid<br />

en spirituele behoeften moeten eraan, het is puur<br />

egoïsme.<br />

Waarom provoceert Dekker? Omdat er iets te<br />

provoceren valt: tegen missionair activisme, tegen<br />

mensen die denken God naar hun hand te kunnen<br />

zetten, tegen de God die je bent in het diepst van<br />

je gedachten. Maar ten diepste omdat God zelf de<br />

grootste Provocateur is. Dekker roept op om je door<br />

God te laten provoceren. Het boek wil verkondigende<br />

theologie zijn, en de kern van de verkondiging is de<br />

dwaasheid van het kruis.<br />

Dekker lijkt soms te provoceren om het provoceren<br />

zelf. Niet elke Bijbeltekst laat zich op zo’n tegendraadse<br />

manier interpreteren, al komt Dekker een heel eind.<br />

Ook bij de theologische keuzes die gemaakt worden<br />

kunnen kanttekeningen worden geplaatst. We moeten<br />

ons echter niet laten verleiden om in de strik van al<br />

te vroege kritiek te vervallen. Dat gaat in tegen de<br />

essayistische aard van het boek, en bovendien is het<br />

boek daarvoor te aansprekend. Tolle lege!<br />

Willem Maarten Dekker, Provocatie – over de zin van<br />

God en geloof. Heerenveen: Uitgeverij Groen, 2012,<br />

144 pagina’s, €14,95.<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Waarlijk vrij? Bevrijdingspastoraat in het licht<br />

Els Nannen<br />

Recensent: Marjolein Kreft, Rotterdam<br />

Recensies<br />

Ineentijdwaarinbevrijdingspastoraatvolgensschrijver<br />

Els Nannen ‘in’ is, is een bezinning op dit onderwerp<br />

nodig. Het charismatische gedachtegoed wint terrein<br />

in de kerken en dit beïnvloedt de theologie breed.<br />

Daarom biedt Nannen in het lijvige boek Waarlijk vrij?<br />

een grondige analyse van de achtergrond, geschiedenis<br />

en huidige praktijk van het bevrijdingspastoraat. De<br />

toon van het boek is dan ook weerleggend, een ‘tegende-stroom-in-boek’.<br />

Het is geen neutraal informatief<br />

boek, wat de lezer in gedachten moet houden.<br />

Els Nannen, met een achtergrond in de rechten,<br />

psychologieenzending,deedeerderstudiesnaaronder<br />

anderen occultisme en alternatieve geneeswijzen.<br />

Om een gedegen mening over bevrijdingspastoraat<br />

te vormen, moeten veel vragen aan de orde worden<br />

gesteld. Onderwerpen die aan de orde worden gesteld<br />

zijn de geschiedenis van exorcisme, de onterechte<br />

focus op strategisch-geestelijke oorlogsvoering, het<br />

spreken van God door Zijn Woord en Geest en de plaats<br />

die het Woord in dient te nemen, de wapenrusting<br />

en eventuele geestesgaven van de gelovige, het<br />

charismatisch triomfalisme, de identiteit van de<br />

gelovige en overschatting en onderschatting van de<br />

macht van de satan. Nannen wijst terug op de Schrift<br />

en toont aan dat veel onterechte stellingen over de<br />

duivel worden gehanteerd in de bevrijdingstheologie.<br />

Als voorbeeld noem ik kort de analyse van Nannen<br />

over de strategisch-geestelijke oorlogsvoering. In<br />

de bevrijdingstheologie wordt verondersteld dat de<br />

gelovige een actieve opdracht heeft te strijden tegen<br />

de satan, om ruimte te maken voor het koninkrijk van<br />

God op aarde. De duivel moet ontmaskerd worden,<br />

sommige gelovigen met bijzondere gaven kunnen<br />

te weten komen welke duivelen heersen in een<br />

bepaald gebied en dit is volgens de aanhangers nodig,<br />

wil evangelisatie succes hebben. Nannen verwijst<br />

naar de prediking in de gemeenten van het Nieuwe<br />

Testament. Het evangelie van zonde en genade kan<br />

direct gepredikt worden, het Woord zelf maakt ruimte.<br />

In de bevrijdingstheologie is sprake van een ander<br />

evangelie. Niet de zonde zit tussen de mens en God,<br />

welke Jezus wil verzoenen, maar de mens moet vooral<br />

strijden tegen de satan. Nannen gaat hier tegenin door<br />

met de Schrift aan te tonen dat de geestelijke strijd<br />

van de gelovige met name intern is, de gelovige heeft<br />

te strijden tegen de oude mens, tegen de inwonende<br />

zonden, zij heeft met gebed en daden te strijden voor<br />

het behoud van de medemens en tegen verleidingen<br />

van de satan. De satan krijgt volgens Nannen in de<br />

Tolle Lege<br />

59


Tolle Lege<br />

60<br />

Recensies<br />

bevrijdingstheologie<br />

een te grote rol.<br />

Een notie die terecht<br />

het overwegen<br />

waard is, is het<br />

vermoeden dat we<br />

in de eindtijd leven,<br />

waar valse profetieën<br />

en dergelijke<br />

veel gehoord<br />

zullen worden.<br />

Voorstanders zeggen<br />

juist dat het in deze<br />

eindtijd weer nodig<br />

is dat Christus door<br />

tekenen en wonderen<br />

bij de mens komt.<br />

Daarbij moet echter onthouden worden dat Jezus zelf<br />

in de Bijbel geen getuigenis van de duivel accepteert.<br />

Uitdrijving van geesten is volgens Nannen absoluut<br />

geen apologetisch middel om te evangeliseren.<br />

Een andere interessante vraag is wat de zeggingskracht<br />

van ervaring is op dit gebied. Veel theorie over<br />

de geesteswereld is gebaseerd op bijzondere<br />

openbaringen aan bepaalde personen, bijvoorbeeld<br />

over de hiërarchie van demonen. We moeten onze<br />

premissen toetsen aan Gods Woord, want als we op<br />

onterechte gronden ruimte maken voor bevrijding, zal<br />

de duivel ons ervaringen geven om ons te misleiden,<br />

stelt Nannen.<br />

De veelheid en verscheidenheid van noties die in het<br />

boek worden genoemd zijn wat mij betreft een kracht<br />

en een zwakte. Bevrijdingspastoraat is een onderwerp<br />

wat moeilijk op zichzelf gezien kan worden. Het stelt<br />

vragen aan heel het geloof en de theologie. Welke<br />

plaats geven wij de Heilige Geest? Welke rol had satan<br />

bij de zondeval en nu in deze wereld? Wat betekent<br />

het dat er een eindtijd is, waarin de duivel rondgaat als<br />

een briesende leeuw? Wat is de heerschappij van de<br />

mens over deze aarde? Heeft de gelovige een actieve,<br />

zuiverende taak op deze aarde om ruimte te maken<br />

voor het Koninkrijk? Welke plaats geven wij de duivel<br />

in de zonden nu, is iedere zonde inderdaad gelijk?<br />

Doordat het onderwerp zo breed wordt, kan het nog<br />

zo zijn dat een boek van deze omvang soms diepgang<br />

mist. De toon van Nannen helpt daar niet bij. Vaak<br />

wordt een onderwerp genoemd in de vorm van een<br />

verwerping van een verkeerde leer. Dat is mij soms te<br />

makkelijk. Wat mij betreft zou het boek soms meer<br />

zeggingskracht hebben als Nannen zelf meer woorden<br />

wijdt aan genoemde vragen, eventueel aangevuld met<br />

een weerlegging van gedachten van anderen.<br />

Door de breedte is het lastig om in deze recensie goed<br />

recht te doen aan het boek. Het boek is leerzaam en<br />

geeft veel stof tot nadenken en is het daarom zeker<br />

een aanrader om ter hand te nemen. Niet alleen voor<br />

mensen die vanuit ervaringen met bevrijdingspastoraat<br />

meer kennis hierover op willen doen, maar ook voor<br />

mensen die meer willen leren over de identiteit en<br />

taken van een gelovige en de plaats van de duivel in<br />

de theologie.<br />

Els Nannen, Waarlijk vrij? Bevrijdingspastoraat in<br />

het licht. Kampen: Uitgeverij Voorhoeve, 2011, 473<br />

pagina’s, €29,50.<br />

Paulus. Kijken in Uw lezend gezicht<br />

Charles Vergeer<br />

Recensent: Arco den Heijer, Nijmegen<br />

Steeds meer krijgen ook niet-theologen belangstelling<br />

voor het Nieuwe Testament. Charles Vergeer<br />

promoveerde op de Griekse filosoof Heraclitus en<br />

doceert nu filosofie en ethiek in Eindhoven. Hij<br />

heeft echter al meerdere boeken over het Nieuwe<br />

Testament op zijn naam staan. Waar hij zich eerder<br />

vooral met Jezus en de evangelisten bezighield, heeft<br />

hij in dit laatste boek zijn aandacht op Paulus gericht.<br />

De ondertitel is aardig: Kijken in Uw lezend gezicht. De<br />

afbeelding van Paulus op de voorkant wekt even de<br />

suggestie dat we in Paulus’ gezicht kijken. Maar in feite<br />

leest Paulus helemaal niet op de afbeelding, en de<br />

hoofdletter in ‘Uw’ wekt nieuwsgierigheid. Al lezend<br />

in het boek blijkt dat Paulus mij als lezer in het gezicht<br />

kijkt en mij bevraagt op mijn vooronderstellingen bij<br />

het lezen van de tekst. Het laat al zien hoezeer Charles<br />

Vergeer door de postmoderne filosofie gevormd is.<br />

Autoritatieve interpretaties worden ‘gedeconstrueerd’,<br />

Paulus wordt bevrijd van de banden van kerkelijke<br />

inleeskunde, er moet ruimte geschapen worden voor<br />

iedere lezer om zijn eigen Paulus-beeld te creëren.<br />

Voor zijn hermeneutiek verwijst hij naar Paul Ricoeur<br />

en Michel Foucault, een enkele keer ook naar Jacques<br />

Derrida. Het zal inmiddels duidelijk zijn dat het niet<br />

direct stichtelijke lectuur is. Ik zal de opbouw van<br />

het boek kort schetsen en vervolgens een kritische<br />

evaluatie geven.<br />

Het eerste deel van het boek, dat bijna de helft van<br />

het aantal pagina’s beslaat, bestaat uit een lezing<br />

van de meeste brieven van Paulus die in de huidige<br />

Bijbelwetenschap als authentiek gelden: Galaten,<br />

1 en 2 Korinthe, 1 Thessalonicenzen, Philippensen,<br />

en Philemon. Vergeer ontdekt allerlei breuken in de<br />

tekst en concludeert dat deze brieven grotendeels<br />

het product zijn van een redactie in Efeze, die in ca.<br />

90 na Christus twee edities van de brieven van Paulus<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


edigeerde. Voor deze edities werden wel passages<br />

uit ‘echte’ brieven van Paulus gebruikt, maar ze<br />

werden aangevuld, opnieuw gerangschikt en van<br />

nieuwe geadresseerden voorzien. Het oorspronkelijke<br />

materiaal zou vrijwel allemaal afkomstig zijn geweest<br />

uit de briefwisseling met de gemeente van Korinthe.<br />

In het tweede deel<br />

schetst Vergeer de<br />

ontwikkeling van<br />

de theologie in de<br />

eerste eeuw door<br />

achtereenvolgens<br />

de hymne uit<br />

Philippensen 2 (als<br />

gemeentelied dat aan<br />

Paulus voorafging),<br />

Paulus’ getuigenis<br />

over de opstanding<br />

uit 1 Korinthe 15 (dat<br />

Vergeer nog wel voor<br />

authentiek paulinisch<br />

houdt), en de rede<br />

op de Areopagus uit<br />

Handelingen, geschreven eind 1 e eeuw, als voorbeeld<br />

van lukaanse theologie die weinig meer met Paulus’<br />

zelf te maken zou hebben. Terwijl Jezus zelf zich als<br />

rechtmatige opvolger van David tot koning der Joden<br />

had willen maken, en zijn leerlingen na zijn (nietlichamelijke)<br />

opstanding Hem in eerste instantie nog<br />

als de speciaal door God geliefde Gezalfde zagen,<br />

was aan het eind van de eerste eeuw het Joodse<br />

kader losgelaten en werd Jezus beschouwd als God<br />

en werd zijn opstanding omkleed met mythes die zijn<br />

lichamelijkheid benadrukten.<br />

Het derde deel focust op de moderne lezers van het<br />

boek Handelingen. Vergeer laat achtereenvolgens<br />

Eduard Meyer, Cees den Heyer en Christopher Kavin<br />

Rowe aan het woord. De eerste, een classicus uit het<br />

begin van de twintigste eeuw, blijkt een antisemitische<br />

bril op gehad te hebben. Cees den Heyer blijkt te<br />

weinig kritisch in zijn historisch onderzoek wanneer hij<br />

ervan uitgaat dat Paulus in Tarsus opgroeide en niet<br />

in Jeruzalem (Vergeer verdedigt hier de historische<br />

waarde van Handelingen, waar hij elders erg kritisch<br />

over is!). In Rowe waardeert Vergeer de kritische<br />

lezing van Handelingen, maar ook hij is niet kritisch<br />

genoeg in de reconstructie van Paulus’ proces:<br />

volgens Vergeer is Paulus wel degelijk veroordeeld<br />

door Festus, omdat een beroep op de keizer alleen na<br />

veroordeling mogelijk was. Lucas, die Paulus’ onschuld<br />

wilde benadrukken, verzweeg dat. Hier heeft Vergeer<br />

volgens mij wel een punt.<br />

In het laatste deel, dat de raadselachtige titel ‘Context’<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Recensies<br />

meegekregen heeft, gaat hij in op de brief aan de<br />

Romeinen. Ook die bevat maar een paar snippertjes<br />

authentieke paulinische tekst. Paulus zou nooit een<br />

brief aan de Romeinen geschreven hebben, de brief<br />

was nodig om aan de editie van Efeze de glans van de<br />

eeuwige stad te verlenen. Vergeer gaat hier heel snel,<br />

stelt her en der vragen maar beantwoordt die zelden.<br />

Het laatste hoofdstuk gaat over de gevangenschap en<br />

dood van Paulus in Rome. Vrij abrupt houdt het boek<br />

op.<br />

Mijn houding was in eerste instantie behoorlijk<br />

vijandig, toen ik dit boek las. Gaandeweg heb ik echter<br />

wel respect gekregen voor zijn zeer zelfstandige lezing<br />

van de teksten. In alles is te merken dat hij thuis is in<br />

de Grieks-Romeinse oudheid. Als classicus stelt hij<br />

ook andere vragen dan theologen en komt dan tot<br />

verassende conclusies. Opmerkelijk is dat hij vrijwel<br />

niet de discussie aangaat met de wetenschappelijke<br />

literatuur. Dat heeft een voordeel, maar ook een<br />

groot nadeel. Het voordeel is, dat hij nu in relatief kort<br />

bestek een hele zelfstandige visie op Paulus en het<br />

corpus paulinum kan ontwikkelen, die in hoofdlijnen<br />

consistent is. Het nadeel is, dat de lezer moeilijk kan<br />

controleren waar hij zijn informatie vandaan heeft, al is<br />

tussen de regels door wel te merken dat hij redelijk op<br />

de hoogte is van de wetenschappelijke literatuur over<br />

Paulus. Door zijn boek in het Nederlands te publiceren<br />

en de discussie in de wetenschappelijke gemeenschap<br />

niet aan te gaan, kan hij van alles roepen zonder dat hij<br />

daarin gecorrigeerd wordt. En er is zeker wel de nodige<br />

correctie mogelijk. Om een voorbeeld te noemen: één<br />

van de argumenten dat de brief aan de Romeinen nooit<br />

voor de Romeinen geschreven is, is dat Romeinen de<br />

joodse redeneringen niet zouden kunnen begrijpen en<br />

het ‘eerst de Jood en dan de Griek’ ronduit beledigend<br />

zouden vinden. Dat is onzin, wanneer we beseffen<br />

dat christenen uit de heidenen vooral geworven<br />

werden uit proselieten en godvrezenden, die dus al<br />

het nodige van het Jodendom wisten en daar respect<br />

voor hadden. Een meer algemeen punt van kritiek,<br />

is dat Vergeer ondanks zijn kritische lezing van de<br />

teksten toch erg veel over Paulus lijkt te weten, wat<br />

hij dan weer gebruikt om teksten als niet-paulinisch te<br />

bestempelen. De cirkelredenering ligt regelmatig op de<br />

loer. Het resultaat is een tamelijk positief Paulusbeeld,<br />

en een redactie in Efeze die verantwoordelijk is<br />

voor het negatieve in de teksten (vervloekingen,<br />

vrouwonvriendelijke uitspraken, rommelige<br />

zinsopbouw). Met name één punt springt eruit, wat ik<br />

echt niet kan volgen: Paulus zou niet in de lichamelijke<br />

opwekking van Jezus geloofd hebben. Vergeer poneert<br />

dit zonder enige argumentatie, terwijl er alle reden is<br />

om het tegendeel aan te nemen: dat voor Paulus, als<br />

Farizeeër, een niet-lichamelijke opwekking (die een<br />

dualistisch mensbeeld veronderstelt), ondenkbaar<br />

Tolle Lege<br />

61


Tolle Lege<br />

62<br />

Recensies<br />

was. Speelt de wens Vergeer parten om de opwekking<br />

van Jezus zo te duiden, dat het voor moderne<br />

lezers nog acceptabel is? Of werkt de platoonse<br />

onderwaardering van het lichaam ook vandaag de dag<br />

nog door? Hoe dan ook, ook Vergeer is een lezer met<br />

zijn eigen vooronderstellingen en is zeker niet altijd de<br />

zorgvuldige filoloog die hij pretendeert te zijn.<br />

Dat neemt niet weg, dat hij ook veel kritische vragen<br />

stelt die niet zo eenvoudig te pareren zijn, en die door<br />

theologen en historici zeker serieus genomen moeten<br />

worden. Het boek is aan te raden voor wie in staat is<br />

het kritisch te lezen, d.w.z. met een goede kennis van<br />

de Griekse taal en cultuur en van de wetenschappelijke<br />

discussies met betrekking tot Paulus.<br />

Tenslotte twee korte opmerkingen over taal en stijl:<br />

Vergeer schrijft, alsof hij in gesprek is met de lezer. Dat<br />

leest prettig, maar levert soms ook wat problematische<br />

zinsconstructies op. En een klein aantal spelfouten<br />

weegt niet op tegen de over het algemeen verzorgde<br />

indruk die het boek maakt.<br />

Charles Vergeer, Paulus. Kijken in Uw lezend gezicht.<br />

Budel: Damon, 360 pagina’s, €27,90.<br />

Up to date gereformeerd. Reformatorische<br />

gemeenschap in een opengebroken wereld<br />

Johan Schouls<br />

Recensent: Johan van de Worp, Leiden<br />

Up to date gereformeerd. Reformatorische<br />

gemeenschap in een gebroken wereld, aldus luidt de<br />

titel van het door de Kampense godsdienstdocent<br />

J. Schouls geschreven boek. Met dit boek mengt de<br />

auteur zich in een discussie die al langere tijd gaande<br />

is binnen de gereformeerde gezindte, en de C.S.F.R. in<br />

het bijzonder: hoe Bijbels is het te leven in een min<br />

of meer geïsoleerde zuil? Of anders geformuleerd, hoe<br />

moeten christenen anno 2012 leven in een seculiere<br />

en postmoderne samenleving? Een zeer relevant en<br />

belangrijk onderwerp, zo dunkt mij. In zijn ‘Woord<br />

vooraf’ geeft Schouls te kennen de volgende vraag in<br />

zijn boek te willen beantwoorden: ‘Welke bedreigingen<br />

zijn er voor de reformatorische gemeenschap en welke<br />

roeping heeft zij te volgen in de concrete situatie van<br />

de postmoderne en opengebroken samenleving?’ (9)<br />

Jammer genoeg lukt het de auteur niet in het vervolg<br />

van zijn boek deze vraag adequaat te beantwoorden.<br />

Problematisch is allereerst het woord ‘gemeenschap’.<br />

Bewust spreekt de auteur niet van de ‘zuil’ omdat die<br />

zijns inziens op het eind loopt. Het woord gemeenschap<br />

drukt zijns inziens daarentegen meer de Bijbelse notie<br />

van het elkaar nodig hebben uit. Die omschrijving<br />

is zeker terecht, maar in het verdere van het boek<br />

lijkt de gemeenschap (het voor elkaar een hand en<br />

een voet zijn, 190)<br />

eerder een remedie<br />

te zijn om, bij het<br />

mogelijk wegvallen<br />

van de verschillende<br />

identiteitgebonden<br />

instellingen, het<br />

reformatorische<br />

belijden en haar<br />

kernwaarden in de<br />

huidige samenleving<br />

te handhaven,<br />

dan dat het om<br />

een hedendaagse<br />

werkelijke toestand<br />

gaat. Door deze<br />

woordkeus blijft een<br />

belangrijk vraagstuk onterecht rusten, want wat zijn<br />

de redenen geweest waarom de reformatorische zuil<br />

werd vormgegeven? Hoe moeten de voor- en nadelen<br />

van zuilvorming ten opzichte van elkaar worden<br />

afgewogen?<br />

Daarnaast zit er een opmerkelijke spanning – sterker<br />

uitgedrukt: een inconsistentie – die niet echt opgelost<br />

wordt in het boek. Schouls erkent de scheefgroei in de<br />

gereformeerde gezindte en wil deze kritisch bejegenen.<br />

Op een zeer heldere en krachtige wijze analyseert<br />

hij in het eerste gedeelte het huidige tijdsgewricht:<br />

de kwaal van de zieke patiënt wordt trefzeker<br />

gediagnosticeerd. Vervolgens zoekt de auteur naar het<br />

Bijbelse antwoord op de vraag hoe een christen in de<br />

wereld moet staan en wat van hem gevraagd wordt.<br />

Kort gezegd luidt zijn antwoord dat een christen met<br />

God leeft, dat hij geroepen is in de wereld en dat hij<br />

geen enkele reden heeft om zich af te zonderen van<br />

de wereld (56). Niet de reformatorische organisaties<br />

zijn het meest aangewezen om de roeping van de<br />

christen te vervullen, maar de christelijke, kerkelijke<br />

gemeente (77). Dit ideaaltype wordt aan de hand<br />

van verschillende Bijbelteksten goed en overtuigend<br />

uitgewerkt. Maar wat moet er concreet met de<br />

reformatorische instellingen gebeuren? Hoe geeft de<br />

gemeente ook praktisch vorm aan het christen-zijn?<br />

Daarop geeft de auteur geen antwoord. Wel stelt<br />

de auteur in een interview met het Reformatorisch<br />

Dagblad dat, zolang die instellingen bestaan, er vooral<br />

dankbaar gebruik van moeten worden gemaakt (RD,<br />

19 september). Deze uitspraak valt echter moeilijk te<br />

rijmen met zijn in het boek geponeerde stelling dat<br />

de Bijbelse roeping van de christen luidt voortdurend<br />

verantwoording af te leggen van het christen-zijn<br />

tegenover de niet-christen.<br />

nummer 2| jaargang 63 | De Civitate


Dat een concreet antwoord op allerlei vragen<br />

ontbreekt, is zondermeer een zwakte. De intenties<br />

van de auteur zijn echter zeker positief te noemen; dat<br />

moet hier onderstreept worden. Schouls geeft in zijn<br />

slotwoord te kennen dat dit boek een ‘zoektocht en<br />

ontdekkingstocht’ was. Die zoektocht blijkt duidelijk<br />

uit de veelal beschrijvende manier van schrijven, maar<br />

nog meer in de bewogen en betrokken schrijfstijl,<br />

waarbij de auteur dikwijls de hand in eigen boezem<br />

steekt. De sterke Bijbelse onderbouwing van de<br />

christelijke roeping zet aan tot verdere bezinning, en<br />

dat is het positieve aan dit boek. De lezer wordt aan de<br />

Volgend nummer<br />

Amicae amicique,<br />

Houdt u ook zo van spanning en avontuur? En bent u ook naar Skyfall geweest om te genieten van de intriges en<br />

schietpartijen waar 007 nu weer in belandt? Dan kunt u uw hart ophalen aan de volgende DC. Die gaat namelijk<br />

over geweld. Maar niet alleen. Het zal ook gaan over macht. “Macht & Geweld” dus. In onze samenleving hebben<br />

we te maken met macht en geweld, maar er is niets nieuws onder de zon; denk maar aan de tijd van slavernij en<br />

het overkoepelende thema in de hele geschiedenis is macht en geweld.<br />

We zullen in DC 3 ingaan op verschillende aspecten rond dit thema. Een onderdeel hiervan is bijvoorbeeld het<br />

onderwerp “Geestelijke machten” en ook wordt er gekeken naar de aantrekkelijkheid van criminaliteit. Want<br />

vallen vrouwen wel op lieverdjes, of kicken ze op een stoute man? En gaat macht altijd samen met geweld? U leest<br />

het in de volgende DC! Wees welkom om uw gedachten over macht en geweld met ons te delen.<br />

Voor vragen en kopij: redactie@csfr.nl<br />

Deadline: 23 januari 2013<br />

De Civitate | jaargang 63 | nummer 2<br />

Recensies<br />

hand van verschillende casussen zelf aan het denken<br />

gezet. De auteur heeft met dit boek een nieuwe<br />

impuls aan de discussie gegeven en dat verdient<br />

respect. De weinig concrete uitwerking van de Bijbelse<br />

gegevens naar de praktijk vraagt daarom om een goed<br />

uitgewerkt vervolg.<br />

Johan Schouls, Up to date gereformeerd.<br />

Reformatorische gemeenschap in een opengebroken<br />

wereld. Kampen: Brevier Uitgeverij, 2012, 192 pagina’s,<br />

€17,50.<br />

Tolle Lege<br />

63


Volgend nummer:<br />

macht & geweld<br />

DeaDline: 23 januari 2013 Kopij: reDactie@csfr.nl<br />

ACTIVITEITENKALEN<strong>DE</strong>R<br />

15 januari 2013 Panoplia Christelijke politiek<br />

Ir. B.J. van der Vlies<br />

16 januari 2013 Johannes Calvijn Over de praktisch-theologische kant<br />

aan Godsverduistering<br />

Ds. P.J. Visser<br />

16 januari 2013 Yir’at ‘Adonay Debat over de toekomst van de kerk<br />

Dr. W. Dekker & dr. R. de Reuver<br />

23 januari 2013 Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. Macht in de kerk<br />

Dr. E.A.J.G. van der Borght<br />

23 januari 2013 Dei Gratia Grondslaglezing over de NGB<br />

Lector nog onbekend<br />

23 januari 2013 Quo Vadis Hel & Hemel: de weg van Dante<br />

Dr. J. van der Helm<br />

23 januari 2013 Sola Scriptura De maakbaarheid van de media<br />

Lector nog onbekend<br />

29 januari 2013 Emèt Qenee Vriendschap - in een vluchtige en<br />

zelfzuchtige cultuur.<br />

Dhr. A. de Wit & drs. P.J. Vergunst<br />

6 februari 2013 Ichthus Het liefhebben van de naaste<br />

Dr. H. van de Leede<br />

13 februari 2013 Am.St.E.Lo.D.A.M.E.N.S.E. Workshops over ‘U en macht’<br />

o.a. Jeanette de Korte<br />

1950 1951 1958 1959 1963 1971 1976 1993 2008

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!