Profielwerkstuk - Geschiedenis van Vlaardingen
Profielwerkstuk - Geschiedenis van Vlaardingen
Profielwerkstuk - Geschiedenis van Vlaardingen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Afb. 4: Graaf Dirk III houdt voorbijgaande handelsschepen<br />
<strong>van</strong> Tielse kooplieden aan. (Tekening <strong>van</strong> John Rabou, in<br />
opdracht <strong>van</strong> de gemeente <strong>Vlaardingen</strong>)<br />
Hoofdstuk 2<br />
Boze bisschoppen en kwade kooplieden<br />
In 1018 regeerde keizer Hendrik III over het Duitse Rijk. Hij leende zijn rijk aan leenmannen,<br />
die voor het dagelijks bestuur zorgden. Het noordwestelijke deel <strong>van</strong> het keizerrijk heette<br />
Neder-Lotharingen (gele deel op kaart) en werd<br />
bestuurd door hertog Godfried <strong>van</strong> Verdun. Dit<br />
hertogdom was weer onderverdeeld in bisdommen.<br />
Het noordwestelijke deel <strong>van</strong> het hertogdom, waar<br />
<strong>Vlaardingen</strong> in lag heette Frisia. Frisia bestond uit het<br />
kustgebied <strong>van</strong> Vlaanderen tot aan de Deense grens.<br />
Dit gebied hoorde bij het bisdom Utrecht, <strong>van</strong><br />
bisschop Adalbold. Bisschop Adalbold had graaf<br />
Dirk III als taak gegeven om de westkust te<br />
verdedigen. Het graafschap <strong>van</strong> Dirk bestond uit de<br />
huidige provincies Zuid- en Noord-Holland, dit gebied<br />
9<br />
Afb. 3: Neder-Lotharingen en het verdere Duitse Rijk<br />
heette toen West-Frisia. De machtsbasis <strong>van</strong> Graaf Dirk III lag in <strong>Vlaardingen</strong>.<br />
<strong>Vlaardingen</strong> lag op een strategische plaats langs de rivier de Merwede. Dit was de<br />
handelsroute <strong>van</strong> Tiel naar Engeland. Door de strategische ligging kon Graaf Dirk III de<br />
schepen dwingen om veel geld te betalen als ze<br />
er langs wilden. Hierdoor liepen de Tielse<br />
kooplieden inkomsten mis. De Tielse<br />
kooplieden waren hier niet blij mee en klaagden<br />
erover bij de keizer. Ze zeiden dat ze door de<br />
plundering <strong>van</strong> hun schepen de belasting aan de<br />
keizer niet konden betalen.<br />
Het geld dat schepen aan Dirk III moesten<br />
betalen, mag geen tol genoemd worden. In de<br />
oorspronkelijke bronnen wordt alleen gesproken<br />
over hoge schattingen. Het verschil is, dat het recht