You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
62. Spreken<br />
1. Bespeel jij een instrument of heb je er ooit een bespeeld? Zo ja, wat? Vind je dit een moeilijk instrument?<br />
Wat vind je het mooiste instrument om naar te luisteren? Waarom?<br />
Welke instrumenten zijn snaarinstrumenten? Wat zijn blaasinstrumentent, wat zijn toetseninstrumenten of slaginstrumenten?<br />
Heb je wel eens in een koor gezongen? Of in een band gespeeld?<br />
Kun je muziek lezen? Weet je iets van muziektheorie af? Interesseert het je of helemaal niet?<br />
Welke muzieksoorten ken je? Wat is jouw favoriete muzieksoort? Luister je vaak naar muziek? (Enzovoorts. Etcetera.)<br />
Welke hobby's ken je? Heb jij bepaalde hobby's? Welke? Wat vind je daar leuk aan?<br />
Is er iets dat je zou willen doen, maar waar je geen tijd of geld voor hebt?<br />
Een collega zou zijn stuk (voor een collectief paper) per e-mail naar je toezenden vóór <strong>twee</strong> uur (14.00 uur). Het stuk is er om<br />
16.00 uur nog niet. Je belt op. Wat zeg je?<br />
Je belt met de docent. Je wilt de deadline een dag opschuiven. Wat zeg je?<br />
Het is gelukt de deadline te verschuiven! Hoe stel je je collega-studenten in kennis?<br />
Een collega beweert dat gezondheid een puur psychische aangelegenheid is ("Het zit allemaal tussen de oren.") Hoe reageer je?<br />
Je hebt een afspraak maar die moet je afzeggen wegens ziekte. Probeer die te verplaatsen.<br />
De conclusies van een stuk van een collega ("Kinderen leren door imitatie.") sluiten niet aan op zijn vraagstelling ("Leren kinderen<br />
van volwassenen?"). Anders gezegd, er is geen relatie tussen de <strong>twee</strong>. Probeer dit duidelijk te maken.<br />
Je docent zegt dat je een stelling ("Baby's hebben een geheugen") nergens hebt onderbouwd. Op p.7 van je stuk heb je echter<br />
een onderzoek geciteerd, waarin dit wordt bewezen. Maak bezwaar tegen je leraar!<br />
Regel: scheidbare werkwoorden<br />
Het Nederlands kent een groot aantal werkwoorden dat met een prefix, een "voorstukje", begint. Neem bijvoorbeeld alleen al<br />
aankomen, aannemen, aantrekken, aanvaarden...<br />
De meeste voorwerkwoorden zijn scheidbaar: je moet de prepositie ervan scheiden.<br />
Dat moet in drie situaties:<br />
In het presens: "Ik trek dat dadelijk aan."<br />
In het imperfectum: "Kwam ze gisteren al aan?"<br />
Als "te" het infinitief deelt: "Ze gaat naar boven om iets aan te trekken."<br />
Maar als deze scheidbare voorwerkwoorden het <strong>twee</strong>de werkwoord vormen niet scheiden:<br />
"We zullen morgen aankomen."<br />
"Ik heb al iets aangetrokken."<br />
"Ik wil dat je iets aantrekt."<br />
Je kunt de scheidbare voorwerkwoorden herkennen doordat de klemtoon op de eerste lettergreep ligt: aankomen, aanpakken,<br />
enzovoorts.<br />
Conclusies: scheidbare werkwoorden<br />
- hebben de klemtoon op de prefix;<br />
- worden gescheiden in presens, imperfectum en bij "te plus infinitief";<br />
- krijgen "ge" tussen prefix en rest in het participium ("aangenomen").<br />
Een lijst van onscheidbare werkwoorden is te vinden in bijlage 2.<br />
96