WATERVAL twee
WATERVAL twee WATERVAL twee
18. Spel: bedenk samen zoveel mogelijk beroepen in twee minuten. Welke beroepen ken je? Wat doen ze? Wat hebben ze nodig? BEROEP ACTIVITEITEN BENODIGDHEDEN politieagent het verkeer regelen bonnen (=bekeuringen) schrijven? boeven vangen? 66 pistool fluit ?? 19. Luisteren: podcasting. Luister naar www.aloco.nl/waterval/5c/luisteren.htm. In de pauzes tussen de gedeelten kun je onderstaande vragen beantwoorden. 1. Wat is "Podcasting"? a. Je doet het met de Ipod van Apple. b. Het is een combinatie van 'n Ipod met 'n draagbare MP3-speler. c. Het woord is een samentrekking van "Ipod" en "broadcasting". 2. Wat is Podcasting nog meer? a. Het is video op het internet. b. Het woord staat voor discussie op het internet. c. Het heeft te maken met audio op het internet 3. Om een podcast te beluisteren a. heb je internet nodig. b. heb je een mp3-speler nodig. c. heb je een zogenaamde aggregator nodig. d. heb je alle drie nodig. 4. Wat voor digitale bestanden kun je van het internet halen? a. Video. b. ACC en/of audio. c. Audio en video. d. Audio. 5. Podcasting a. werd als woord verzonnen door de Nederlandse Amerikaan Adam Curry. b. werd populair gemaakt door Ben Hammersley. c. werd voor een deel gepopulariseerd door een ex-dj, Amerikaan, Adam Curry.
6. Welke factoren bevorderden de populariteit van podcasting? Je kunt meerdere factoren aankruisen: a. de doorbraak van breedbandinternet. b. de saaiheid van radio. c. goede MP3-spelers. d. goede software voor MP3-spelers. e. de wens via podcasts te publiceren. f. goede programma's. g. de wens altijd en overal info te krijgen. i. betere informatie. 7. De BUMA regelt de auteursrechten voor muziek in Nederland en vraagt geld voor podcasts. Podsafe muziek a. is muziek waarvoor de auteursrechten geregeld zijn. b. is muziek waarvoor geen auteursrechten betaald hoeven worden. c. is muziek met auteursrechten, maar BUMA gaat niet ernaar op zoek. 20. Raadsel. U krijgt zo meteen vier vragen voorgeschoteld. Daarmee beantwoorden we de sleutelvraag: bent u een echte professional? De vragen zijn niet erg moeilijk. Spiek dus niet! Vraag 1: Hoe krijg je een giraf in een koelkast? Het goede antwoord is: open de koelkast, doe de giraf erin en sluit de deur. Met deze vraag wordt uw vaardigheid getest om eenvoudige zaken gecompliceerd te maken. Vraag 2: Hoe krijg je een olifant in de koelkast? Fout antwoord: de koelkast opendoen de olifant erin en de deur dicht. Het goede antwoord: de koelkast openen, de giraf eruit halen, de olifant erin stoppen en de deur dichtdoen. Deze vraag test of u consequenties trekt uit uw vorige handelingen. Vraag 3: De Leeuwenkoning belegt een vergadering in de jungle. Alle dieren zijn aanwezig, behalve één. Welk dier? Het goede antwoord: de olifant. Die zit in de koelkast, weet je nog? Met deze vraag wordt je geheugen getest. Vraag 4: Je moet een rivier over, maar je weet dat er krokodillen wonen. Wat doe je? Goede antwoord: je zwemt gewoon naar de overkant - alle krokodillen zijn immers bij de vergadering van de Leeuwenkoning. Bij deze test zie je of je leert uit gemaakte fouten. Volgens Andersen Consulting hebben ongeveer 90% van de ondervraagde professionals alle vragen fout, maar kleuters hebben meerdere antwoorden goed. Volgens Andersen betekent dit dat de meerderheid van de professionals nog niet het IQ hebben van een vierjarig kind. Anderzijds: Andersen Consulting bestaat niet meer. Het bedrijf ging in 2002 bankroet omdat het was betrokken bij het Enronschandaal in de Verenigde Staten! Over professioneel denken gesproken... STAATSEXAMEN NEDERLANDS Veel leerlingen willen de cursus Nederlands afsluiten met het Staatsexamen. Staatsexamen op niveau I is nodig als je een praktische , technische baan of opleiding (MBO) wilt gaan doen. Staatsexamen niveau II is nodig als je een theoretische opleiding of baan wilt. De Staatsexamens bestaan op beide niveaus uit de volgende vier onderdelen: - Lezen; - Luisteren; - Spreken; - Schrijven. Meestal zijn deze examens goed te doen, hoogstens zijn de opgaven soms nodeloos verwarrend. Dan lijkt het alsof men niet je taalvaardigheid test, maar eerder je concentratie en vermogen tot logisch denken en gestuctureerd werken. Je kunt je voor deze examens inschrijven via http://www.ib-groep.nl. Het is zinvol voorbeeldexamens voor deze test te doen als voorbereiding op het echte examen. Je docent kan je het materiaal voor de Voorbeeldexamens overhandigen, maar je kunt het ook downloaden via http://www.expertisecentrumnt2.nl/staat. Klik daar op Voorbeeldexamens & voorbeeldopgaven, en dan op Ik wil een Voorbeeldexamen programma I 2001-2002 downloaden. In elk geval is het handig met de docent de eerste opgaven van elke deeltoets samen te doen. Deze vragen tellen niet mee, en zo leer je hoe de test werkt. 67
- Page 15 and 16: 14. Synoniemen: verbind de twee woo
- Page 17 and 18: 20. Samenvatting voegwoorden: A. "N
- Page 19 and 20: 4c: Goeiemorgen! In de kleren! Zeve
- Page 21 and 22: 33. Maak de zinnen af: 1. Dat is ee
- Page 23 and 24: 41. Woordenschat: kleren. Schrijf e
- Page 25 and 26: 44. Luisteren (www.aloco.nl/downloa
- Page 27 and 28: 48. Maak tweetallen. Stel vragen aa
- Page 29 and 30: St. Martinus 51. Richtingaanwijzigi
- Page 31 and 32: Lied: Opzij — Herman van Veen "Nu
- Page 33 and 34: 63. Om over verder te spreken. Wat
- Page 35 and 36: 1. Luister of kijk één dag voor d
- Page 37 and 38: 66. Spreken of schrijven. Geef antw
- Page 39 and 40: 72. Onregelmatige werkwoorden 5: ko
- Page 41 and 42: 4f. Weer of geen weer Sara stapt ov
- Page 43 and 44: 79. Schrijfopdracht: Vertel in hond
- Page 45 and 46: 4g. Door weer en wind Jeroen kwam t
- Page 47 and 48: 91. Vul nu de juiste prepositie in
- Page 49 and 50: 99. Rollenspel: een kletspraatje ov
- Page 51 and 52: Toen de les van Sara begon, was Lis
- Page 53 and 54: huizen mijlen spot peper dood kern
- Page 55 and 56: 25. "Wat kan ik voor u doen?" 26. "
- Page 57 and 58: HOOFDSTUK 5: AAN DE SLAG 5a. Aan de
- Page 59 and 60: 5. Gereedschappen en wat je ermee k
- Page 61 and 62: Overstroming, Willem! refrein: Hup,
- Page 63 and 64: Universiteit (WO) Hogeschool (HBO)
- Page 65: 1. Waarover gaat de tekst? a. Klein
- Page 69 and 70: 4. beter - hij - voelt - zich - in
- Page 71 and 72: 29. Het hondje van Dirkie - Wim Son
- Page 73 and 74: 10. _______________________________
- Page 75 and 76: Opdracht: lees de volgende brief en
- Page 77 and 78: Regel: de plaats van "er", hier" en
- Page 79 and 80: 40. Herman van Veen / Willem Wilmin
- Page 81 and 82: 44. Lezen: Amsterdam. In de dertien
- Page 83 and 84: 9. Waardoor werd Amsterdam midden j
- Page 85 and 86: 47. (Geen zin in) Nachtdienst. Vul
- Page 87 and 88: evolkingsgroepen, met name qua werk
- Page 89: 53. Schrijven. 1. De Nederlanders w
- Page 92 and 93: 57. Luisteren. Ga naar de site http
- Page 94 and 95: 5e: Met de muziek mee Jeroen en Far
- Page 96 and 97: 62. Spreken 1. Bespeel jij een inst
- Page 98 and 99: 1. Als je bovenstaande tekst goed l
- Page 100 and 101: 67. Scheidbaar (klemtoon op voorvoe
- Page 102 and 103: Diezelfde avond. Aras zit maar wat
- Page 104 and 105: 5f. Rechtpraten wat krom is Bahar e
- Page 106 and 107: ordje van de overheid. Of zij aan d
- Page 108 and 109: c. Een meter of twee 5. Wat is het
- Page 110 and 111: liggen. Zegt die priester: "Gelukki
- Page 112 and 113: Gerard Cox - Arme Ouwe Tekstdichter
- Page 114 and 115: 5g: Ik schrijf je Jeroen en Farid g
18. Spel: bedenk samen zoveel mogelijk beroepen in <strong>twee</strong> minuten. Welke beroepen ken je? Wat doen ze?<br />
Wat hebben ze nodig?<br />
BEROEP ACTIVITEITEN BENODIGDHEDEN<br />
politieagent het verkeer regelen<br />
bonnen (=bekeuringen) schrijven?<br />
boeven vangen?<br />
66<br />
pistool<br />
fluit<br />
??<br />
19. Luisteren: podcasting. Luister naar www.aloco.nl/waterval/5c/luisteren.htm.<br />
In de pauzes tussen de gedeelten kun je onderstaande vragen beantwoorden.<br />
1. Wat is "Podcasting"?<br />
a. Je doet het met de Ipod van Apple.<br />
b. Het is een combinatie van 'n Ipod met 'n draagbare MP3-speler.<br />
c. Het woord is een samentrekking van "Ipod" en "broadcasting".<br />
2. Wat is Podcasting nog meer?<br />
a. Het is video op het internet.<br />
b. Het woord staat voor discussie op het internet.<br />
c. Het heeft te maken met audio op het internet<br />
3. Om een podcast te beluisteren<br />
a. heb je internet nodig.<br />
b. heb je een mp3-speler nodig.<br />
c. heb je een zogenaamde aggregator nodig.<br />
d. heb je alle drie nodig.<br />
4. Wat voor digitale bestanden kun je van het internet halen?<br />
a. Video.<br />
b. ACC en/of audio.<br />
c. Audio en video.<br />
d. Audio.<br />
5. Podcasting<br />
a. werd als woord verzonnen door de Nederlandse Amerikaan Adam Curry.<br />
b. werd populair gemaakt door Ben Hammersley.<br />
c. werd voor een deel gepopulariseerd door een ex-dj, Amerikaan, Adam Curry.