16.09.2013 Views

WATERVAL twee

WATERVAL twee

WATERVAL twee

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3a. Je krijgt geen loon voor dit werk.<br />

3b. Je krijgt geen loon __________________________<br />

4a. Hij is klaar als hij duizend blikken vol heeft.<br />

4b. Hij is klaar als hij __________________________ vol heeft.<br />

5a. Het programma is waardeloos, maar de mensen kijken naar het programma.<br />

5b. Het programma is waardeloos, maar de mensen _____________.<br />

6a. Jij doet veel groenten in de soep.<br />

6b. Je doet veel groenten _____________.<br />

7a. Het ging helemaal mis in fabriekshal 4.<br />

7b. Het ging er __________________________.<br />

8a. In de bioscoop zijn leuke films.<br />

8b. Er __________________________.<br />

9a. Werken is vervelend als in de fabriek niets te doen is.<br />

9b. Werken is vervelend als __________________________<br />

10a. Op de wereld zijn veel mensen die alleen geloven in geld.<br />

10b. Er zijn __________________________<br />

7. Vragen over materialen.<br />

1. In Jeroens fabriek maakt men melkpoeder. Wat kun je nog meer maken van melk?<br />

Je kunt er _________________ en _________________ van maken.<br />

2. Wat kun je maken van hout? Je kunt er ____________ en _________ van maken.<br />

Wat kun je maken van ijzer? Je kunt _________________<br />

4. Wat kun je maken van leer?<br />

5. Wat kun je maken van wol?<br />

6. Wat kun je maken van rubber?<br />

7. Wat kun je maken van papier?<br />

8. Wat kun je maken van glas?<br />

9. Wat kun je maken van kunststof?<br />

10. Wat kun je maken van steen?<br />

TIP 1:<br />

Enkelvoud: Er is één leraar in de klas.<br />

Meervoud: Er zijn tien leerlingen.<br />

8. Beantwoord de vragen met een "er"-zin.<br />

1. Heb jij euro's? Ja, ik heb er/Nee, ik heb er geen.<br />

2. Ben je in de les? Ja, ik ben er/Nee, ik ben er niet.<br />

3. Ben je nu thuis?<br />

4. Heb jij thuis stoelen?<br />

5. Heb jij thuis lucifers?<br />

6. Woon je in Nederland?<br />

7. Heb jij hier veel kennissen?<br />

8. Had jij in je geboorteland veel vrienden?<br />

9. Woon je in Noord-Brabant?<br />

10. Was je al eens in Amsterdam?<br />

TIP 2: "Hier" en "daar" kunnen de nadruk hebben, maar "er" niet<br />

Hier: Hier is één leraar.<br />

Je kunt het hier leggen.<br />

Daar: Daar zijn de leerlingen.<br />

Ik zie je daar.<br />

Er: Er zijn <strong>twee</strong> mensen.<br />

Ik heb er drie.<br />

...<br />

60

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!