You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
huizen<br />
mijlen<br />
spot<br />
peper<br />
dood<br />
kern<br />
spier<br />
bloed<br />
ver<br />
gezond<br />
hoog<br />
duur<br />
goedkoop<br />
ziek<br />
mooi<br />
naakt<br />
knetter<br />
mors<br />
dood<br />
spring<br />
piep<br />
stok<br />
spuug<br />
brand<br />
53<br />
gewoon<br />
levend<br />
dood<br />
gek<br />
nieuw<br />
lelijk<br />
oud<br />
jong<br />
Regel: klinkers en spelling<br />
In het algemeen geldt: spel wat je hoort.<br />
Een korte klinker is één klinker ("bal"), een lange klinker is <strong>twee</strong> klinkers ("paal").<br />
Maar er zijn <strong>twee</strong> uitzonderingen op die regel:<br />
1. Voorbeeld: het woord "spelen". Je hoort spee-len, met een lange klinker. Maar je schrijft een klinker minder: spe-len. Want: een<br />
lettergreep mag je nooit met <strong>twee</strong> keer dezelfde letter beëindigen.<br />
Een lange klinker aan het einde van een lettergreep schrijf je met één klinker!<br />
2. Nu heb je een probleem bij het woord "spellen". Je hoort spê-len, met een korte klinker, maar je mag niet "spelen" schrijven: dat<br />
woord is al gereserveerd. Daarom schrijf je een extra medeklinker: spellen.<br />
Na een korte klinker midden in het woord moeten minstens <strong>twee</strong> medeklinkers komen.<br />
108. Onderstreep de dubbele medeklinkers en de enkele lange klinkers. Voorbeeld:<br />
De mannen van de ziekenwagen hebben Lisa naar school genomen.<br />
1. Oerend hard kwamen zij aangereden<br />
2. Oerend hard want zij hadden van het crossen gehoord<br />
3. Langzamer rijden deden zij nimmer (=nooit).<br />
4. Sneller sjezen (racen) willen ze immer<br />
5. Tinus op zijn brommer en Karel op zijn motor<br />
6. De kippen en de hanen stoven aan de kant<br />
7. Zij waren koningen op de wegen<br />
8. Allebei hadden ze grote witte koppen<br />
9. We komen Tinus en Karel nooit meer tegen<br />
10. Een zatte kerel kwam dat gejakker stoppen.<br />
109. Dictee<br />
1.<br />
2.<br />
3.<br />
4.<br />
5.<br />
6.<br />
7.<br />
8.<br />
9.<br />
10.<br />
110. Vaste preposities 2. Vul in!<br />
1. Sinds mijn pensionering ben ik verslaafd ____________________ houtbewerken.<br />
2. Daarvoor had ik meer trek (zin) ____________________ tuinieren.<br />
3. Uren kon ik treuren ____________________ het verwelken van een roos.<br />
4. In de winter verlangde ik ____________________ het begin van de lente.<br />
5. Vaak vluchtte ik dan ____________________ de werkelijkheid.<br />
6. Ik wil uw aandacht _____________ dit probleem.<br />
7. En dring aan _____________ een beetje haast.<br />
8. Helaas mevrouw, u komt niet in aanmerking _____________ deze behandeling.<br />
9. U moet zich een beetje aanpassen _____________ de situatie.<br />
10. U maakt aanspraak _____________ deze behandeling.<br />
11. Maar het ziekenhuis is aansprakelijk _____________ deze fouten.<br />
12. Het hangt ook af _____________ uw inkomen.<br />
13. De dokter kan u _____________ deze kwaal afhelpen.<br />
14. Ik ga akkoord _____________ deze oplossing.<br />
15. Kunt u snel antwoorden/antwoord geven _____________ mijn vraag?<br />
111. Maak samen een verhaal. Ieder schrijft een zin. Corrigeer elkaars zinen. Ga verder totdat het verhaal af is.