16.09.2013 Views

WATERVAL twee

WATERVAL twee

WATERVAL twee

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4d. Inpakken en wegwezen<br />

Als Sara haar ontbijt op heeft, schiet ze in haar jas en in<br />

haar schoenen, en ze is weg. Ze haast zich, ze moet rennen en<br />

vliegen. Vandaag moet ze met de bus, want haar fiets is kapot (=stuk).<br />

Sara woont in de wijk Vrijburg, en ze moet met lijn 11 naar<br />

West. Alleen: waar is de bushalte? Farid heeft het uitgelegd:<br />

Farid: Je loopt de straat uit en gaat linksaf. Dan ga je de<br />

<strong>twee</strong>de straat rechts, dan steeds (=alsmaar) rechtdoor. De<br />

halte is aan je linkerhand, dus even oversteken.<br />

Sara: En dat moet ik onthouden?<br />

Farid: Precies. Niet vergeten!<br />

Sara wandelt, straat in straat uit, stoep op stoep af, naar de<br />

halte. Het is druk, er is veel verkeer vandaag: fietsen,<br />

snorfietsen, auto's, vrachtwagens, bussen; vliegtuigen in de<br />

lucht... Als ze tien minuten gelopen heeft blijft ze staan.<br />

Waar moet ze nu heen? Zit ze fout? Ze vraagt het een andere voetganger.<br />

Sara: Mag ik u iets vragen?<br />

Vrouw: Sorry, geen tijd!<br />

Sara: Kunt u me helpen?<br />

Man: Ja, maar snel, ik ben laat.<br />

Sara: Weet u waar de bushalte is?<br />

Man: Daar, aan de overkant. Die paal met dat gele bord!<br />

Sara: O, dank u wel.<br />

Ze zegt tegen zichzelf:<br />

Dus ik zat toch goed! Hè hè. Wat zijn de Nederlanders toch<br />

een druk volk! Gelukkig, daar komt de bus. Net op tijd.<br />

Busbestuurder: Hebt u een strippenkaart?<br />

Sara: Helaas, ik ben te laat. Geen tijd!<br />

Busbestuurder: Wat?<br />

Sara: Grapje meneer.<br />

Busbestuurder: Waarheen wilt u? Waar moet u naartoe?<br />

Sara: Ik moet naar West: de Chocoladeweg, in de buurt<br />

van het Limonadeplein.<br />

Busbestuurder: O. Dat zijn <strong>twee</strong> zones, dus drie strippen.<br />

Sara: Bedankt!<br />

46. Vervoermiddelen. Hoe reizen ze? Trek een streep.<br />

De voetganger reist met/op de fiets: "Kom je op/met de fiets?"<br />

De fietser reist in zijn auto: "Hij reist alleen in een auto."<br />

De automobilist reist in een vliegtuig: "Ik pak het vliegtuig."<br />

De piloot reist te paard: "Val niet van het paard!"<br />

De ruiter reist te voet: "Ik kom te voet."<br />

De buschauffeur rijdt in z'n vrachtwagen.<br />

De trucker reist zijn bus: "<br />

Maar hoe heet hun reis?<br />

De voetganger maakt te voet een (de) vlucht: "De vlucht is vertraagd."<br />

De reiziger maakt een (de) rit: "Ik heb nog één ritje!"<br />

De piloot in zijn vliegtuig maakt een (de) wandeling: "Een blokje om is gezond!"<br />

De ruiter en de chauffeurs maken een (de) lift: "Mag ik een lift naar...?"<br />

De lifter krijgt hopelijk een (de) reis: "Dat is een mooie reis."<br />

47. De richting. Waarheen? Waarnaartoe?<br />

rechtdoor<br />

links/linksaf rechts/rechtsaf<br />

terug, achter u: omkeren<br />

26<br />

nieuwe woorden<br />

inpakken<br />

wegwezen<br />

schieten<br />

zich haasten<br />

rennen vliegen<br />

oversteken wandelen<br />

onthouden vergeten<br />

de fiets de lijn<br />

de bus de halte<br />

de stoep de straat<br />

het verkeer = het vervoer<br />

= het transport<br />

de snorfiets<br />

de auto<br />

de vrachtwagen<br />

het vliegtuig<br />

de lucht het volk<br />

de wijk = de buurt<br />

de kaart de zone<br />

de strip<br />

de bestuurder = de<br />

chauffeur<br />

de weg het plein<br />

de grap<br />

waarheen = waar<br />

naartoe?<br />

gelukkig < ><br />

helaas=jammer<br />

net=precies=exact

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!