16.09.2013 Views

WATERVAL twee

WATERVAL twee

WATERVAL twee

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

49-1 bij de rivier, op de brug 2 Spoorweglaan 3 Wilhelminasingel 4 Een singel is een straat rond het centrum, een laan is een straat met bomen<br />

aan weerszijden (=aan beide kanten). 5 Ja.<br />

50-1. Joke en Piet zijn in Delft. 2. Ze willen daar hun neef. 3. Dat lukt niet. 4. In plaats daarvan gaan ze naar het zwembad. 5. De man bij de<br />

bushalte komt ook niet uit Delft. 6. Het zwembad is in de van Vlietstraat. 7. Bij de kruising moeten ze linksaf. 8. Ze moeten na driehonderd<br />

meter rechtsaf. 9. Bij de VVV weer naar links (en dan naar rechts)? 10. Ongeveer tien minuten.<br />

51-1 waarmee. met (!!!) 2 waarheen of waar naartoe, naar 3 waarvoor of waarom, voor of om 4 waarom, 5 waarin, in; waarvan, van 2 waaraan,<br />

aan 3 waarover, over 4 waarom (waarvoor), daarom (daarvoor) 5. waardoor (waarom)<br />

52-1. gefietst, gezwommen 2 troffen 3 schonk, dronken 4. trokken, gold 5 wees, schrok 6 aangetroffen 7 zwom, vocht 8 verloor, schoten 9 trok,<br />

zonden 10 bood, verdiend<br />

53-1 wat, waarover 2 waarom 3 welke 4 waarmee 5 hoe 6 wanneer 7 waar 8 wat 9 waarom 10 waar ... vandaan<br />

54-1 Tanken!?! 2 Je moet de band plakken: de (buiten)band afnemen, op de (binnen)band de gaatje zoeken, de gaatjes schuren en insmeren met<br />

lijm, een rubbertje erop en alles weer terugdoen. 3 Dan moet je (hem) naar de garage (brengen). 4 Eerst opkrikken, dan (de moeren van) het<br />

wiel losdraaien en het wiel vervangen. 5 (Dan moet je ze) Oppompen. 6 Je moet naar de wasstraat. 7 Je moet dan stofzuigen. 8 Dat heet<br />

vertraging. 9. Dan moet je wachten. 10. Dan moet je opschieten, je haasten. Als je echt te laat bent moet je wachten of een ander reisplan<br />

opstellen/bedenken.<br />

55-1 ... is zelden goed. Van haast komen ongelukken! 2. Wie niets doet, maakt ook geen fouten. Het is makkelijker kritiek te leveren dan het zelf<br />

goed te doen! 3. Leugens komen uit. 4. Een probleem heeft meer dan één oplossing! 5. Het leven heeft vaak rotte (=gemene) verrassingen.<br />

57(voorstellen)-1. Ik vind dat het verkeer te druk is. 2. Ik doe zelden iets aan het huishouden, omdat ik het verschrikkelijk vind. 3. Hij vindt het<br />

jammer, als jij niet komt. 4. Ik wil weten hoe je dat doet. 5. Ik vind veel Nederlanders lomp, omdat ze alles zeggen wat ze denken. 6. Mijn familie<br />

vraagt mij vaak, of ik niet ga trouwen. 7. Ik vind het heel vervelend als zij dat vragen. 8. Iemand zit te roken, terwijl dat hier verboden is. 9. De les<br />

is voorbij wanneer de zoemer straks om twaalven gaat. 10. Ik ga niet op vakantie, hoewel/ofschoon ik dat graag wil.<br />

62-1 Dat valt tegen 2 Dat valt mee 3 Dat valt mee 4 Dat valt tegen 5 Dat valt hard. Dat valt tegen. Dat valt hard tegen.<br />

63. Mogelijke antwoorden: 1 Ik woon liever in een dorp (maar ik woon in de stad). 2. Ik zou liever een koophuis hebben (maar ik heb een<br />

huurhuis) 3. Ik nam het aan, ik ging er wonen, en ik zocht er werk. 4. Mijn woonplaats is mooi, maar heel erg chique. Het voordeel is de mooie<br />

stad, de nadelen zijn de duurte en de verontreingiging. 5. Ik zou de verschillen in rijkdom verkleinen. 6. In Nederland is veel/weinig woningnood.<br />

Ik merk veel/weinig van woningnood. In mijn woonplaats is geen echte woningnood, maar wonen is erg duur. 7. In een mooi groot huurhuis, dat<br />

wel een beetje duur is en veel lawaai in de buurt heeft. 8 Ik zou in een rustig huis op het platteland willen wonen met mijn gezin? 9. Wij betalen<br />

€550 huur, aan onze eigen corporatie. 10. Zie 8.<br />

64-1 heel erg 2 niet 3 erg 4 niet echt 5 bijna niet 6 redelijk/tamelijk 7 nogal 8 heel erg 9 niet echt 10 nogal<br />

66-1. De toerist zoekt de VVV. 2. De eerste passant is niet bekend in Delft.<br />

3. De VVV is niet ver. 4. De passant heeft een kaart bij zich. 5. Welk gebouw staat tegenover de VVV? 6. Met welk vervoermiddel wil de toerist<br />

naar het station?<br />

7. Welke lijnen gaan daarheen? 8. De VVV (Vereniging voor VreemdelingenVerkeer) informeert toeristen.<br />

67-1. Met hard werken en sparen word je rijk. 2. .. tikt het nergens. "Oost est, thuis best": je eigen huis is altijd de beste plek. 3. Mensen zijn<br />

(helaas) vaak bang voor onbekende dingen. 4. De kerk en het café zien gasten graag komen. 5. Het is beter je te bedenken dan aan een fout idee<br />

vast te houden.<br />

68 (aan)treffen = vinden de oliestook = de stookolie<br />

ronken = brommen de kroeg = het café<br />

kauwen = bijten de stek = de plek/het plekkie/de plaats<br />

hijsen = omhoog trekken de bek/het bekkie = de mond<br />

krijsen = schreeuwen, gillen de walm(en) = de rook<br />

lijken op = hetzelfde uitzien als de paling = de aal<br />

douwen = duwen de patat = de frieten/frites<br />

de po=de plee (volkstaal!)<br />

iemand in de maling nemen = iemand voor de gek houden welgelegen = mooi gelegen<br />

roken (gerookt) = walmen druk genoeg = erg druk, vol<br />

de bende = de troep, rommel, rotzooi happy = gelukkig, blij<br />

het blik(kie) = de auto zo te zien = blijkbaar<br />

de vogel = de knakker bleek = wit, flets<br />

het stickie = de joint klem = vast<br />

69-1 schoof 2 sneed 3 wees 4 opschoot 5 getrokken 6 sprong 7 gedronken, gezopen 8 rook 9 schrok, zwol op 10 verdween, verscheen<br />

70 house flat square skyscraper mill<br />

het huis de flat het plein de wolkenkrabber de molen<br />

caravan (voor<br />

conitnue bewoning)<br />

villa castle tent hut<br />

de woonwagen de villa het kasteel de tent de hut<br />

pub restaurant shop department store supermarket<br />

de kroeg het restaurant de winkel het warenhuis de supermarkt<br />

church theatre cinema disco mosk<br />

de kerk het theater de bioscoop de disco de moskee<br />

factory office library station swimming pool<br />

de fabriek het kantoor de bibliotheek het station het zwembad<br />

73 Mogelijke antwoorden: 1 Jeroen is een vriend van Farid. 2 Jeroen werkt in een fabriek. 3 Sara vindt haar school leuk, gezellig. 4 Ze vindt<br />

Nederland leuk, maar koel. 5 Ze gaar normaal met de fiets. 6 De school is zo’n vijf kilometer ver. 7 Het is een uur wandelen. 8 .... is knap. 9 .....<br />

is vriendelijk. 10. ... is onvriendelijk/onaardig.<br />

74-1 fijn 2 gelukkig 3 fijn 4 helaas 5 jammer 6 helaas 7 gelukkig 8 helaas 9 jammer 10 gelukkig<br />

76-1 zit, te vervelen 2 ligt, te slapen 3 staat, te houden 4 ben, te groeten 5 is, te salueren 6 hoeft, te laten 7 durft, te rapporteren 8 is, door te<br />

geven 9 loopt, te huilen, te groeten 10 te gehoorzamen, uit te lachen<br />

77-1. sprak, ontbraken 2 gebroken, meegenomen, gestolen 3 zaten, aten 4 woog, gaf 5 lag, vergat 6 vergeten, zei 7 gegeten, trad...op, sprak 8<br />

wist, gestoken, lag 9 bewogen, las 10 zat, lagen<br />

147

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!