16.09.2013 Views

Opfris derde graad ASO - Stuurgroep Volwassenenonderwijs

Opfris derde graad ASO - Stuurgroep Volwassenenonderwijs

Opfris derde graad ASO - Stuurgroep Volwassenenonderwijs

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4.5.2 Taalbeschouwing<br />

In alle richtingen moeten de cursisten over een goed Nederlands verklarend woordenboek beschikken. Er wordt niet<br />

verwacht dat ze dat mee naar school brengen: tijdens Nederlandse lessen hoort er in de klas vanzelf een<br />

woordenboek aanwezig te zijn.<br />

Het verdient aanbeveling dat cursisten over een recente Nederlandse spraakkunst en over een (beknopte)<br />

spellinggids beschikken. De spraakkunst moet niet in de eerste plaats als leerboek, maar als (blijvend) naslagwerk<br />

gebruikt worden.<br />

4.5.3 Literatuur<br />

In de regel zal men voor de literaire initiatie gebruik kunnen maken van wat in het handboek staat. Bij de keuze van<br />

een methode speelt de literaire component uiteraard een belangrijke rol.<br />

Ook kan men de invoering van een recente bloemlezing overwegen. Die kan voor de cursist een blijvend bezit<br />

worden.<br />

Verder gebruikt men:<br />

− literatuur voor adolescenten en volwassenen;<br />

− boeken uit de schoolbibliotheek en/of uit een openbare bibliotheek;<br />

− audiovisuele presentaties: diareeksen, geluidsopnamen van historische teksten (bijv.. middeleeuwse en<br />

zeventiende-eeuwse liedteksten), literaire radio- en tv-programma's, verfilmde romans en video-opnamen<br />

van toneelstukken.<br />

4.5.4 Begrippenlijst<br />

Tekstsoorten<br />

Tekst is elke boodschap – zowel gesproken als geschreven - die een taalgebruiker productief, receptief of interactief<br />

verwerkt. Bij productief taalgebruik is de tekst een product (men verwerkt gegevens tot een tekst), bij receptief<br />

taalgebruik is de tekst het uitgangspunt (men doet iets met een aangeboden tekst).<br />

Op basis van de bedoeling van een tekst onderscheidt men de volgende categorieën:<br />

− informatieve teksten: willen informatie overbrengen (bijv.. een krantenartikel, een hypertekst, een<br />

verhandeling)<br />

− persuasieve teksten: proberen de ontvanger van iets te overtuigen (bijv.. een betoog, een pamflet, een<br />

sollicitatiebrief)<br />

− adviserende/activerende teksten: proberen het gedrag van de ontvanger te sturen (bijv..<br />

reclameboodschappen, een handleiding, een reglement)<br />

− diverterende teksten: willen de ontvanger onderhouden (bijv.. een toneelstuk, een sprookje, een stripverhaal)<br />

− emotieve teksten: willen gevoelens opwekken (bijv.. persoonlijke brief, poëzie)<br />

opmerking: globaal vind je deze indeling in de meeste handboeken terug, zij het soms met een andere benaming.<br />

Natuurlijk kunnen sommige tekstsoorten ook voor een ander doel dienen of voor een combinatie van doelen<br />

− hypertekst:de tekst op een Web-pagina is geen gewone tekst, maar een hypertekst. Het bijzondere van<br />

hypertekst is dat de tekst zogeheten hyperlinks bevat. Een hyperlink verwijst naar een andere Web-pagina.<br />

Een hypertekst-systeem creëert verbindingen tussen stukjes informatie, waardoor je eenvoudig informatie<br />

over verwante onderwerpen kunt vinden.<br />

Het publiek<br />

Om te beschrijven wat de cursisten precies moeten kunnen doen met taal, wordt het criterium ‘publiek’ gebruikt. Elke<br />

tekst is voor een bepaald publiek bedoeld. De schrijver/spreker houdt rekening met dat publiek, wat tot uiting komt in<br />

de formulering, structurering, de omvang en de visuele ondersteuning van de tekst.<br />

Leerplan Algemene Vorming – <strong>Opfris</strong> Derde Graad <strong>ASO</strong> 2007-03-01<br />

41

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!