Toelichting - Gemeente Terneuzen
Toelichting - Gemeente Terneuzen
Toelichting - Gemeente Terneuzen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.8 Geurhinder<br />
De landelijke doelstellingen voor stank zijn voor het eerst opgenomen in het Nationaal<br />
Milieubeleidsplan uit 1989 (NMP) en zijn vervolgens bij de volgende NMP‟s<br />
aangevuld en bevestigd in de brief van de minister van VROM d.d. 30 juni 1995.<br />
Volgens het NMP4 geldt als geurdoelstelling dat ernstige geurhinder in 2010 niet meer<br />
dient voor te komen. Uitgangspunt van het – via de genoemde brief – door het<br />
Ministerie van VROM vastgelegde geurbeleid is dat (nieuwe) geurhinder zoveel<br />
mogelijk moet worden voorkomen. Indien geurhinder niet kan worden voorkomen,<br />
dient deze hinder zich in ieder geval te beperken tot het voor de concrete situatie<br />
acceptabele geurhinderniveau. Dit acceptabele niveau dient door de lokale overheid te<br />
worden vastgesteld. Bij het vaststellen van het acceptabele geurhinderniveau kan<br />
rekening worden gehouden met lokale en economische factoren en de aard van de geur<br />
(die wordt uitgedrukt als de „hedonische waarde‟ (H 2 ). Deze waarde wordt eveneens<br />
centraal gesteld in het provinciale geurbeleid in het Omgevingsplan Zeeland en dat<br />
stelt dat acceptabele geurhinder overeenkomt met een geurconcentratie als 98percentiel<br />
die hoort bij een hedonische waarde van H=-1 en dat H=-2 de grens is voor<br />
ernstige hinder.<br />
Gezien het ontbreken van relevante geurbronnen kan worden gesteld dat ruimschoots<br />
wordt voldaan aan het geurbeleid van de provincie Zeeland H = -1 (te bereiken in 98<br />
van de 100 uur) voor gevoelige bestemmingen en H = -1 (te bereiken in 95 uur van de<br />
100 uur) voor minder gevoelige bestemmingen voor bestaande situatie. Er is geen<br />
sprake van saneringssituaties en/of overschrijding van de in het provinciaal beleid<br />
gestelde normen ten aanzien van geur.<br />
4.9 Zoneringen<br />
Horeca<br />
Om inzicht te krijgen in de mate van (geluids)hinder van de gevestigde horeca is in dit<br />
bestemmingsplan gebruik gemaakt van de Staat van Horeca-activiteiten. Dit is een lijst<br />
waarin de meest voorkomende horeca-activiteiten aan de hand van hindercategorieën<br />
zijn gerangschikt naar de mate van hinder voor het milieu. Hoe hoger de hinder van de<br />
horecavestiging, hoe hoger de categorie zal zijn waaronder de horecavestiging valt.<br />
Bijlage 4 bevat een toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten. De<br />
horecagelegenheden uit het plangebied zijn opgenomen in bijlage 3, de inventarisatie<br />
en inschaling van horecabedrijven.<br />
Ter voorkoming van hinder in de (woon)omgeving wordt in het plan met behulp van<br />
een milieuzonering aangegeven welke horecavestigingen uit milieuoogpunt toelaatbaar<br />
zijn. Deze zonering geeft aan welke categorieën uit de Staat van Horeca-activiteiten<br />
toelaatbaar zijn in het plangebied. In het plangebied worden doorgaans maximaal<br />
horecavestigingen uit categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten toelaatbaar<br />
geacht, de zogenaamde „lichte‟ horeca. Het gaat hierbij om horecavestigingen die qua<br />
hinder in de woongebieden toelaatbaar zijn. Uit de inschaling van de aanwezige horeca<br />
blijkt dat er meerdere horecavestigingen niet meer passen binnen het voorgestelde<br />
toelatingsbeleid. Het gaat om “Restaurant Frituur Café ‟t Hoekske” (Eikenlaan 2 te<br />
2 Met de zogenoemde hedonische waarde wordt inzicht verkregen in de mate van (on)aangenaamheid van de<br />
geëmitteerde geur. Om deze waardering van een geur vast te stellen vindt in een geurlaboratorium, aanvullend op<br />
de bepaling van de concentratie, door het geurpanel een kwalificatie van de geur plaats op basis van een<br />
beoordelingsschaal die loopt van -4 (uiterst onaangenaam) tot +4 (uiterst aangenaam).<br />
86