Toelichting - Gemeente Terneuzen

Toelichting - Gemeente Terneuzen Toelichting - Gemeente Terneuzen

bestemmingsplannen.terneuzen.nl
from bestemmingsplannen.terneuzen.nl More from this publisher
16.09.2013 Views

Het Omgevingsplan stelt dat het industrie- en havencluster in Terneuzen een belangrijk onderdeel vormt van de Zeeuwse economie. De werkgelegenheid zit vooral in de chemie en de procesindustrie, daarnaast is de logistieke dienstverlening goed vertegenwoordigd. Hoewel de milieudruk de afgelopen decennia aanzienlijk afnam komt de milieukwaliteit weer meer onder druk te staan en bepaalt de ligging van natuurgebieden mede de ontwikkelingsmogelijkheden van de clustering. De provincie heeft dan ook de doelstelling de Zeeuwse havengebieden, in harmonie met de omgeving en de omgevingskwaliteiten, verder uit te bouwen en te versterken. De provincie kiest voor de Kanaalzone als het gaat om nieuw te ontwikkelen terreinen. Concreet wordt nu, in navolging van de reservering in het streekplan, Terneuzen-West als ontwikkelingsgebied voor havenontwikkeling opgenomen. De (inter)nationale bereikbaarheid van het industrie- en havencluster is essentieel. Ruimtelijk vertaalt zich dit in grote en zware goederenstromen via transportassen, waarbij de provincie inzet op meer milieuvriendelijke modaliteiten in een nadere uitwerking van een Zeeuws Kwaliteitsnetwerk goederenvervoer voor zowel water, weg als spoor (Actieprogramma goederenvervoer 2007-2011). Het hoofdwegennet zal de stromen moeten faciliteren, dus ligt het in de bedoeling de Tractaatweg (N62) te verdubbelen en een tunnel onder het kanaal door bij Sluiskil te realiseren. Havengebonden en industriële bedrijvigheid veroorzaken een relatief grote milieudruk in de omgeving en langs de transportassen. De provincie hanteert daarom een voorzorgsbeleid door bedrijvigheid, transportassen en gevoelige bestemmingen waar mogelijk te scheiden. De provinciale doelstelling voor (overige) bedrijventerreinen is het in kwantitatief en kwalitatief opzicht optimaliseren van vraag en aanbod van bedrijventerreinen (exclusief zeehaventerreinen) in Zeeland. In het verlengde daarvan onderscheidt de provincie de volgende operationele doelstellingen: 1. Ontwikkeling van bedrijventerreinen vindt, zoveel mogelijk, geconcentreerd plaats in de stedelijke ontwikkelingszones; 2. Bieden van voldoende ruimte voor economische dynamiek aansluitend op het door de markt gewenste kwaliteitsprofiel; 3. Bevorderen van duurzaam en intensief gebruik van de ruimte; 4. Bevorderen van de herstructurering en revitalisering van bedrijventerreinen. Veel uitgangspunten zullen per regio moeten worden uitgewerkt in regelmatig overleg tussen gemeenten en tussen provincie en regio. Hiertoe roept de provincie het instrument regionaal bedrijventerreinprogramma in het leven. Hierin komt onder meer een planning, aan de hand van het beschikbare aanbod en de verwachte vraag, voor het opstarten van nieuwe plannen voor bedrijventerreinen. De provincie streeft naar een „gezond evenwicht‟ tussen vraag en aanbod van bedrijventerreinen vanwege haar invloed op de economische vitaliteit en de omgevingskwaliteiten. Overaanbod staat een intensief en duurzaam ruimtegebruik in de weg en leidt onder meer tot slecht renderende overheidsinvesteringen, terwijl een structureel tekort leidt tot beperkte economische dynamiek. Vervolgens maakt de provincie onderscheid naar bedrijventerreinprofielen. Kleinschalige bedrijventerreinen zijn bedoeld voor uitbreiding van bestaande bedrijven, voor verplaatsing uit de dorpskern en voor bedrijvigheid tot 0,5 hectare en milieucategorie 4 die qua aard en schaal aansluit bij het dorp of de omgeving waartoe 18

het hoort. Bestaande bedrijventerreinen bij steden of dragende kernen kunnen aangewezen worden als grootschalig bedrijventerrein, met grootschalige bedrijfsactiviteiten tot categorie 5, voor Terneuzen stelt het Omgevingsplan dat uitbreiding kan plaatsvinden. Verder mag elke regio bedrijventerreinen aanwijzen als ´thematisch terrein´ die strikt bedoeld zijn voor een bepaald soort bedrijvigheid (bijvoorbeeld ´nat´ bedrijventerrein met een binnenvaartkade met alleen kadegebonden bedrijvigheid), als hier vanuit de provinciale doelstellingen steekhoudende argumenten voor zijn. Nieuwe bedrijventerreinen moeten aansluiten op bestaande, terwijl de groei van terreinen zoveel mogelijk geconcentreerd plaats moet vinden. Kleinschalige uitbreidingen van bestaande terreinen kunnen als er sprake is van een logische stedenbouwkundige afronding. De provincie richt zich vooral op bestaande bedrijfsterreinen en hoe deze in de toekomst geschikt blijven voor de huidige en toekomstige vestigingseisen of –wensen van ondernemers en de maatschappelijke context. Bedrijventerreinen moeten daarom gemonitord worden op hun onderhoudsstatus, vitaliteit en de invloed op de omgevingskwaliteiten door bijvoorbeeld herstructurering (upgrading /facelift, revitalisering, herprofilering en transformatie). Omdat dit kostbaar is, zijn er een aantal manieren om herstructureringsprojecten te financieren. Verder vindt de provincie duurzaam beheer op en tussen bedrijventerreinen belangrijk omdat dit bijdraagt aan economische, ruimtelijke en milieudoelstellingen. Daartoe stimuleert zij samenwerking en afstemming tussen gemeenten op het gebied van beheer en inrichting en vraagt zij bij nieuwe bedrijventerreinen een beheersplan. Tot slot kan het mengen van functies voor een gebied ruimtelijke kwaliteitsvoordelen opleveren (sociale controle, intensief ruimtegebruik en levendigheid), onder de volgende voorwaarden. Voor een eerlijk verwachtingspatroon is het in ruimtelijke plannen aangewezen als gemengd gebied, de milieuhindercategorie dient op de menging afgestemd te worden en het stedenbouwkundig ontwerp wordt gezien als een cruciale succesfactor. In Zeeuws-Vlaanderen lijkt op dit moment weinig terstond uitgeefbaar bedrijventerrein beschikbaar te zijn. Er is echter een grote planvoorraad. Deze planvoorraad dient in het regionaal bedrijventerreinenprogramma voorzien te worden van een tijdpad. Verder moeten er in het regionale bedrijventerreinenprogramma met name aanvullende afspraken worden gemaakt over de herstructureringsopgave en het beheer. Naast de zeehaventerreinen zijn er uitbreidingsmogelijkheden rond het gebied de Koegorspolder in Terneuzen. Het bedrijventerreinprogramma Zeeuws-Vlaanderen 2010-2015 (vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 21-09-2010) Voor een goede ontwikkeling van de Zeeuwse economie is voldoende ruimte voor economische functies een belangrijke voorwaarde. De Zeeuws-Vlaamse gemeenten en provincie Zeeland hechten in dat kader belang aan een gezonde Zeeuwse bedrijventerreinenmarkt. Vraaggericht ontwikkelen van voldoende ruimte voor nieuwsvestiging, verplaatsing of uitbreiding van bedrijven, waarbij het profiel en de locatie beantwoorden aan de eisen die het bedrijfsleven daaraan stelt, zijn belangrijke uitgangspunten. Om een prikkel te kunnen geven aan herstructurering en zorgvuldig ruimtegebruik, mag het aanbod aan terreinen evenwel niet te ruim zijn. Het Convenant bedrijventerreinen, opgesteld door het rijk, de twaalf provincies en de VNG, onderstreept de noodzaak om zuinig en kwalitatief goed met bedrijventerreinen om te gaan. In het bedrijventerreinenprogramma 2010-2015 is de in dit convenant bedoelde 19

Het Omgevingsplan stelt dat het industrie- en havencluster in <strong>Terneuzen</strong> een<br />

belangrijk onderdeel vormt van de Zeeuwse economie. De werkgelegenheid zit vooral<br />

in de chemie en de procesindustrie, daarnaast is de logistieke dienstverlening goed<br />

vertegenwoordigd. Hoewel de milieudruk de afgelopen decennia aanzienlijk afnam<br />

komt de milieukwaliteit weer meer onder druk te staan en bepaalt de ligging van<br />

natuurgebieden mede de ontwikkelingsmogelijkheden van de clustering. De provincie<br />

heeft dan ook de doelstelling de Zeeuwse havengebieden, in harmonie met de<br />

omgeving en de omgevingskwaliteiten, verder uit te bouwen en te versterken.<br />

De provincie kiest voor de Kanaalzone als het gaat om nieuw te ontwikkelen terreinen.<br />

Concreet wordt nu, in navolging van de reservering in het streekplan, <strong>Terneuzen</strong>-West<br />

als ontwikkelingsgebied voor havenontwikkeling opgenomen. De (inter)nationale<br />

bereikbaarheid van het industrie- en havencluster is essentieel. Ruimtelijk vertaalt zich<br />

dit in grote en zware goederenstromen via transportassen, waarbij de provincie inzet<br />

op meer milieuvriendelijke modaliteiten in een nadere uitwerking van een Zeeuws<br />

Kwaliteitsnetwerk goederenvervoer voor zowel water, weg als spoor<br />

(Actieprogramma goederenvervoer 2007-2011). Het hoofdwegennet zal de stromen<br />

moeten faciliteren, dus ligt het in de bedoeling de Tractaatweg (N62) te verdubbelen<br />

en een tunnel onder het kanaal door bij Sluiskil te realiseren.<br />

Havengebonden en industriële bedrijvigheid veroorzaken een relatief grote milieudruk<br />

in de omgeving en langs de transportassen. De provincie hanteert daarom een<br />

voorzorgsbeleid door bedrijvigheid, transportassen en gevoelige bestemmingen waar<br />

mogelijk te scheiden.<br />

De provinciale doelstelling voor (overige) bedrijventerreinen is het in kwantitatief en<br />

kwalitatief opzicht optimaliseren van vraag en aanbod van bedrijventerreinen<br />

(exclusief zeehaventerreinen) in Zeeland. In het verlengde daarvan onderscheidt de<br />

provincie de volgende operationele doelstellingen:<br />

1. Ontwikkeling van bedrijventerreinen vindt, zoveel mogelijk, geconcentreerd<br />

plaats in de stedelijke ontwikkelingszones;<br />

2. Bieden van voldoende ruimte voor economische dynamiek aansluitend op het<br />

door de markt gewenste kwaliteitsprofiel;<br />

3. Bevorderen van duurzaam en intensief gebruik van de ruimte;<br />

4. Bevorderen van de herstructurering en revitalisering van bedrijventerreinen.<br />

Veel uitgangspunten zullen per regio moeten worden uitgewerkt in regelmatig overleg<br />

tussen gemeenten en tussen provincie en regio. Hiertoe roept de provincie het<br />

instrument regionaal bedrijventerreinprogramma in het leven. Hierin komt onder meer<br />

een planning, aan de hand van het beschikbare aanbod en de verwachte vraag, voor het<br />

opstarten van nieuwe plannen voor bedrijventerreinen. De provincie streeft naar een<br />

„gezond evenwicht‟ tussen vraag en aanbod van bedrijventerreinen vanwege haar<br />

invloed op de economische vitaliteit en de omgevingskwaliteiten. Overaanbod staat<br />

een intensief en duurzaam ruimtegebruik in de weg en leidt onder meer tot slecht<br />

renderende overheidsinvesteringen, terwijl een structureel tekort leidt tot beperkte<br />

economische dynamiek.<br />

Vervolgens maakt de provincie onderscheid naar bedrijventerreinprofielen.<br />

Kleinschalige bedrijventerreinen zijn bedoeld voor uitbreiding van bestaande<br />

bedrijven, voor verplaatsing uit de dorpskern en voor bedrijvigheid tot 0,5 hectare en<br />

milieucategorie 4 die qua aard en schaal aansluit bij het dorp of de omgeving waartoe<br />

18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!