16.09.2013 Views

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

________<br />

Tabel 16 Beoordelingstabel voor de aantalsafname op de Oosterschelde als gevolg van<br />

verstoring bij laagwater door <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong>.<br />

2001/02 -2006/07<br />

instandhoudingsdoel<br />

Rotgans 6334 6300 34 0.4 0.01<br />

Bergeend 2718 2900 -182 0.4 0.01<br />

Scholekster 25817 24000 1817 14.0 0.06<br />

Bontbekplevier 300 280 20 0.3 0.11<br />

Zilverplevier 5068 4400 668 1.1 0.03<br />

Kanoetstrandloper 10189 7700 2489 0.7 0.01<br />

Bonte Strandloper 17474 14100 3374 0.2 0.00<br />

Rosse Grutto 4657 4200 457 2.1 0.05<br />

Wulp 9266 6400 2866 5.0 0.08<br />

Tureluur 2123 1600 523 0.9 0.06<br />

Steenloper 852 580 272 0.1 0.02<br />

Een verwachte afname van minder dan 1 vogel is te verwaarlozen.<br />

_________________________________________________________<br />

Natuureffect windturbines <strong>Bouwdokken</strong>, Neeltje Jans<br />

afromen<br />

Soorten die naar verwachting met meer dan 1 zullen afnemen zijn:<br />

Scholekster, verwacht effect – 14. Het gaat niet goed met de Scholekster op de Oosterschelde.<br />

De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de zandhonger en de kokkelvisserij. Bij het vaststellen<br />

van het instandhoudingsdoel wordt hiermee al rekening gehouden. Een effect van -14 is 0,06 %<br />

van de aantallen op de Oosterschelde, valt ruim binnen de telmarge en is daardoor niet<br />

significant te achten.<br />

Zilverplevier, Rosse Grutto en Wulp. De afname van deze soorten is minder dan 0,1 % en valt<br />

ruim binnen de telmarge. Er is bij deze soorten geen sprake van een negatieve trend. De<br />

geringe afname is zeker niet significant te achten.<br />

Hoogwatervluchtplaatsen<br />

Het zogenaamde Oogeiland, gelegen op het slik voor de <strong>Bouwdokken</strong> is een belangrijke HVP.<br />

Een specifieke functie is die van hoogwatervluchtplaats en ruiplaats van de Strandplevier in de<br />

zomer en het najaar; waar zich dan de grootste concentratie Strandplevieren in het Deltagebied<br />

bevindt.<br />

In alle varianten worden de turbines op een afstand van 300 of meer van de Oogeiland<br />

geplaatst. Hierdoor valt niet te vrezen voor significante verstoring van de<br />

hoogwatervluchtplaats. Overigens blijken vogels op een HVP bij St.Annaland zeer tolerant ten<br />

opzichte van de daar geplaatste turbines. Een HVP (veel Wulpen) bevindt zich vaak op<br />

150 meter afstand.<br />

De <strong>Bouwdokken</strong> zelf worden nauwelijks als hoogwatervluchtplaats gebruikt. Slechts de<br />

Regenwulp overtijdt vooral op de <strong>Bouwdokken</strong>.<br />

Wanneer het water zo hoog komt dat het Oogeiland gaat overstromen, vliegen de daar<br />

aanwezige steltlopers meestal eerst naar de kop van de Neeltje Jans plaat en vandaar naar het<br />

vaste land van Schouwen of Noord-Beveland.<br />

aantalafname<br />

percentage<br />

63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!