Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
________<br />
De waterstand zal omhoog gaan. Het gebied ligt in een kom en er is geen afwatering<br />
waargenomen. Het nu al vrijwel zoete water zal onder invloed van de regenval verder<br />
verzoeten en er zal een zoetwaterbel ontstaan (is er mogelijk al).<br />
Het oppervlak is nu nog open en zandig, maar zal vrij snel dichtslibben. Hierdoor zullen plas /<br />
dras situaties gaan ontstaan. Het is even de vraag of dit al in 2010 zal zijn of pas volgend jaar.<br />
Aangenomen wordt dat geen gericht beheer (maaien, begrazen) zal plaatsvinden en de<br />
successie wordt gekenmerkt door zoet water. Al in het eerste jaar zal het gebied een groene<br />
aanblik krijgen door een gevarieerde vegetatie van eenjarigen, waaronder veel zout tolerante<br />
planten, bijvoorbeeld Schorrenkruid en Zeeaster. Deze zullen langzamerhand verdwijnen en<br />
worden vervangen door pionier vegetaties die behoren bij een zoet milieu, zoals bijvoorbeeld<br />
Moerasandijvie en eenjarige grassen. Het gebied is weinig voedselrijk, waardoor zich de open<br />
vegetaties lange tijd zullen handhaven. Dit kunnen ecologisch waardevolle vegetaties zijn,<br />
maar niet de habitats die als instandhoudingsdoelen zijn aangewezen. De ruimschoots<br />
aanwezige konijnen zullen hier voor de nodige variatie gaan zorgen. De sloten zullen<br />
langzamerhand dichtgroeien met riet en wilgen.<br />
De broedvogelbevolking zal met name de eerste paar jaar explosief zijn, waarbij de<br />
kustbroedvogels Bontbekplevier, Strandplevier en Kluut de meest waardevolle soorten zullen<br />
zijn. Vestiging van kustbroedvogels als Visdief en Dwergstern is zeker niet uitgesloten, vooral<br />
niet als er min of meer eilandsituaties zullen zijn. De aantallen van deze pioniersoorten zullen<br />
langzamerhand afnemen naarmate het vegetatiedek dichter en hoger wordt. Deze soorten zullen<br />
op termijn worden vervangen door weidevogels en zangvogels en vogels van riet en<br />
wilgenstruwelen. Vraat door ganzen en konijnen zal dit proces vertragen. Hierdoor zal de<br />
bijdrage van deze kustbroedvogels aan de instandhoudingsdoel weer afnemen.<br />
Het gebied zal nauwelijks te lijden hebben van droogte zoals de vegetatie van de omringende<br />
gebieden op de <strong>Bouwdokken</strong> waar de vegetatieontwikkeling sterk wordt geremd door<br />
uitdroging en vraat door konijnen. Het zal rond de 15 jaar duren alvorens er sprake zal zijn van<br />
een eerste vorm van stabiliteit.<br />
Als de turbines volgens de huidige planning worden geplaatst zal het gebied zich nog in de<br />
pionierfase bevinden met de daarbij behorende vogelstand.<br />
Op andere plaatsen waar turbines bij deze pioniersoorten zijn geplaatst (elders op Neeltje Jans<br />
en in Zeebrugge), blijkt dat de pioniersoorten plevieren en sterns niet worden verstoord door de<br />
aanwezigheid van een windturbine. Met Kluten is mij geen ervaring bekend.<br />
In Zeebrugge blijkt sprake van aanzienlijke sterfte onder de broedende sterns door aanvaring<br />
met een windturbine, doch hier staat een rij kleinere turbines tussen de broedplaats en het<br />
voedselgebied in. Op de <strong>Bouwdokken</strong> zijn de turbines van zodanige afmeting dat de<br />
broedvogels in het algemeen onder de turbinebladen zullen blijven en is de afstand tussen de<br />
turbines groot. Voor een sterfte vergelijkbaar met Zeebrugge behoeft daarom niet te worden<br />
gevreesd.<br />
Het zanddepot in zijn oorspronkelijke toestand was geschikt als hoogwatervluchtplaats maar<br />
werd slechts bij uitzondering als zodanig benut. Zulk een situatie deed zich voor wanneer door<br />
een extreem hoogwater de vogels niet op het Oogeiland of de kop van Neeltje Jans konden<br />
overtijen en op de vervangende hoogwatervluchtplaatsen in het Veerse Meer of Noord-<br />
Beveland werden verstoord. De verwachte ontwikkelingen van het zanddepot maken deze<br />
locatie meer geschikt als hoogwatervluchtplaats dan voor de afgraving in de winter van 2009-<br />
2010.<br />
_________________________________________________________<br />
Natuureffect windturbines <strong>Bouwdokken</strong>, Neeltje Jans<br />
58