16.09.2013 Views

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

________<br />

7 Integratie gegevens<br />

In dit hoofdstuk worden de resultaten van de basisonderzoeken met elkaar in verband gebracht<br />

om een zo goed mogelijke prognose te maken van de gevolgen van het initiatief.<br />

7.1 Verstoring intergetijdengebied<br />

Methode<br />

Tijdens het laagwateronderzoek is vastgesteld hoeveel vogeluren worden doorgebracht in de<br />

verschillende stroken langs de dijk van 0-100 meter, 100-200 meter en 200-300 meter.<br />

De windturbines hebben een cirkelvormige verstoringszone met een nader te bepalen<br />

verstoringsafstand. Wanneer de aanname wordt gedaan van een verstoringsafstand van 100<br />

meter betekent dit dat 37% van de 100 meter strook wordt verstoord en geen verstoring<br />

plaatsvindt in de volgende stroken. Bij een verstoringsafstand van 200 meter wordt 82% in de<br />

100 meter strook verstoord en 67% van de 100-200 strook, er vindt dan geen verstoring plaats<br />

in de 200-300 meter strook. Bij een aanname van 300 meter verstoring wordt 100% van de 0-<br />

100 meter strook, 100% van de 100-200 meter strook en 73% van de 200-300 meter strook<br />

verstoord.<br />

De oppervlakten zijn bepaald door het berekenen van oppervlakten in Google-earth pro (zie<br />

figuur 3). De resultaten van deze oppervlaktevergelijkingen zijn te vinden in tabel 10 op de<br />

volgende pagina.<br />

Aan de hand van de verstoorde oppervlakten kan per aanname van verstoringsafstand<br />

(100-200-300 meter) het aantal vogeluren per getij worden berekend dat wordt verstoord. Dit<br />

wordt gedaan door het vermenigvuldigen van de aantallen vogeluren zoals gegeven in tabel 3<br />

met de percentages uit tabel 10. De resultaten hiervan zijn weergegeven in de tabellen 11 tot en<br />

met 13 voor de maanden september, januari en mei.<br />

De september-telling wordt representatief geacht voor de doortrek in het najaar. De getallen<br />

worden toegepast voor de maanden augustus tot en met november (vier maanden).<br />

De januari-telling wordt representatief geacht voor de wintersituatie. De getallen worden<br />

toegepast voor de maanden december tot en met maart (vier maanden).<br />

De mei-telling wordt representatief geacht voor de voorjaarstrek. De getallen worden toegepast<br />

voor de maanden april en mei. De maanden juni en juli zijn van zeer geringe betekenis in de<br />

jaarcyclus van de vogels. Veiligheidshalve is voor deze maanden het percentage van de meitelling<br />

gebruikt. Ook dit worden dus vier maanden.<br />

Aan de hand van de hoogwatertellingen en de aanname dat per laagwaterperiode 8 uur wordt<br />

gefoerageerd, wordt het totaal aantal vogeluren per laagwaterperiode in de Oosterschelde<br />

bekend verondersteld (Excel).<br />

Per telling (september, januari, mei) is het aandeel (percentage) verstoorde vogeluren berekend<br />

van het totaal aantal vogeluren per laagwaterperiode in de Oosterschelde.<br />

Per periode van vier maanden, zoals hierboven beschreven, wordt dit aandeel of percentage<br />

gebruikt om het aantal verstoorde vogels per maand per verstoringsafstand te berekenen. Aan<br />

de hand van het maandelijks aantal verstoorde vogels kan een maandgemiddelde worden<br />

berekend.<br />

Uit het visuele verstoringsonderzoek blijkt dat voor een aantal soorten een maximale<br />

verstoringsafstand van 100 meter kan worden aangehouden en dat een maximale<br />

verstoringsafstand van 200 meter voor vrijwel alle soorten steltlopers zeer reëel is.<br />

_________________________________________________________<br />

Natuureffect windturbines <strong>Bouwdokken</strong>, Neeltje Jans<br />

48

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!