Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
________<br />
Op voorhand is aangenomen dat het slachtofferonderzoek wel indicatieve maar geen statistisch<br />
significante resultaten kan opleveren voor kleine vogels die door de massale aanwezigheid van<br />
meeuwen en kraaien worden gegeten of verplaatst.<br />
Bij dit onderzoek is van 2004 tot en met 2008, twee maal per week gezocht naar slachtoffers<br />
van de windturbines. Alle gevonden vogels zijn verzameld, opgeslagen in diepvries en postmortaal<br />
onderzocht op doodsoorzaak. Tevens is onderzocht of dode vogels op het werkeiland<br />
verdwijnen en is gekeken naar de hoogteverdeling van de vliegende vogels.<br />
De hoofdvraag bij de autopsie is of de vogel een turbineslachtoffer is of niet.<br />
- Aan de hand van het trauma wordt ingeschat of de vogel op slag is gedood of zich na een<br />
ongeluk nog heeft kunnen verplaatsen. Vogels die op slag dood zijn geweest en hebben vaak<br />
lijnvormige trauma’s die over verschillende delen van de vogel lopen. Deze vogels zijn direct<br />
als turbineslachtoffer gekenmerkt.<br />
- Pulli (kunnen niet vliegen) en voorts alle vogels zonder trauma die sterk zijn vermagerd,<br />
groene poep hebben, vreemde substanties in de keel hebben etcetera, kortom vogels (zonder<br />
trauma) waarbij een andere waarschijnlijke en aanwijsbare doodsoorzaak is vast te stellen zijn<br />
als niet-turbineslachtoffers gekenmerkt.<br />
- Vogels zonder trauma die ogenschijnlijk gezond zijn worden er van verdacht zogslachtoffer te<br />
zijn. Bij deze vogels wordt een (letterlijk) diepgaander autopsie gepleegd. Wanneer geen<br />
duidelijke andere doodsoorzaak wordt aangetroffen, is de vogel als een zogslachtoffer<br />
gekenmerkt.<br />
- Van vogels die wel een uitwendig trauma vertonen en kennelijk niet op slag dood waren,<br />
worden alle gegevens bij elkaar gevoegd, dat wil zeggen de resultaten van de ‘autopsie’, de<br />
vindplaats en de eventuele foto’s van de vondst. Aan de hand daarvan wordt ingeschat wat er<br />
aan de hand was.<br />
- Vogels die zwaar zijn gewond en in de wegberm zijn gevonden, worden als<br />
verkeersslachtoffer genoteerd.<br />
- Vogels die zwaar zijn gewond en ver van de weg zijn aangetroffen worden als<br />
turbineslachtoffers genoteerd.<br />
- Vogels waarvan een vleugel compleet is afgeslagen zijn als turbineslachtoffer<br />
gekenmerkt. Dit op basis van eigen kennis van verkeersslachtoffers onder meeuwen,<br />
waarbij nimmer is waargenomen dat een meeuw zodanig werd aangereden dat een<br />
vleugel werd afgerukt en de vogel vervolgens doorliep. Het is natuurlijk mogelijk dat<br />
dit in een zeldzaam geval wel voorkomt.<br />
- Er blijven een aantal twijfelgevallen over. Dit zijn vooral meeuwen met verwondingen die na<br />
het ongeval zich hebben kunnen verplaatsen. Vanuit een vorm van voorzorgprincipe zijn deze<br />
vogels als turbineslachtoffer gezien.<br />
Bij een aantal vogels kon geen conclusie worden getrokken. Dit zijn vooral vogels die al<br />
langere tijd dood waren voor ze zijn gevonden (b.v. aangespoelde lijken). Formeel kan geen<br />
conclusie worden getrokken, maar het meestal duidelijk herkenbare trauma van<br />
turbineslachtoffers was hier zeker afwezig. Een deel van deze dieren kan zogslachtoffer zijn. In<br />
ieder geval is de conclusie verdedigbaar dat slechts een klein deel van deze dieren<br />
turbineslachtoffers zijn.<br />
Omdat het van belang is inzicht te hebben in de kans een dode meeuw te vinden is een<br />
‘verdwijnonderzoek’ gedaan. Hierbij zijn 15, eerder onderzochte, verse kadavers uit de<br />
diepvries, verspreid over het gehele werkeiland weggelegd.<br />
_________________________________________________________<br />
Natuureffect windturbines <strong>Bouwdokken</strong>, Neeltje Jans<br />
45